In dit nummer ook: KWETSBARE ONTBOEZEMINGEN OVER DE LIEFDE voor onze kinderen en ouders. Vanwege de bijzondere voorstelling van Het Zuidelijk Toneel en Theater Artemis. Niet minder kwetsbaar: MEST-redacteur Thomas Snoeijs ging ALL THE WAY met PETER PAN SPEEDROCK in Berlijn. Onze huissjamaan Jeroen de Leijer praat met WIM DANIËLS over de schoonheid van komma’s en kikkervisjes. En dan hebben we verder ook nog DICK VERDULT, TOON KORTOOMS, Rietveld-fabriek DE PLOEG, STUDIO SMACK, bomkraters en het heerlijke geluid van een Lambretta-scooter.
nr 14
juni 2016 € 7,95 bijzondere cultuur in Noord-Brabant
Ook zinnig: HOE WE ONSZELF MET CULTUUR DIGITAAL WEERBAAR MAKEN
SINGER-SONGWRITER EN STIEKEME STOEPKRIJTER
IRIS PENNING ‘We zijn allemaal sukkels’
[advertentie]
INHOUD Nr 14
7 ER LOOPT WEER EEN HOND OVER MIJN GRAF: TOON KORTOOMS 16 TWEEWIELER MUSEUM DE SCOOTER 34 RIETVELDS DE PLOEG IN BERGEIJK 60 VERGETEN HELDEN: DICK VERDULT 64 BOMKRATERS IN DE DRUNENSE DUINEN
10
OKSELVIJVERS, LEKKENDE UITLATEN UND DIE TRENNUNG DER BAND Een van de meest legendarische Brabantse rockbands ooit stopt ermee aan het eind van dit jaar. MEST-redacteur Thomas Snoeijs dronk een etmaal met ze mee in Berlijn. “Piet is kwijt. Uiteraard, hij zal godverdomme een keer níet kwijt zijn.”
MEST nr 14
18
OUDERLIEFDE, ZUIVER ALS ROZENWATER (?) Acht MEST-mensen schrijven en verbeelden openhartig de liefde voor hun ouders of kinderen. Geïnspireerd door een boek, film of liedje. Zodat je alvast kunt nadenken hoe het met jouw ouderliefde is gesteld, voordat je naar de Boulevard-voorstelling van Het Zuidelijk Toneel en Theater Artemis gaat. Titel: Hoe de grote mensen weggingen en wat er daarna gebeurde.
3
[advertentie]
culturele a atlas brabant monitor professionele kunsten 2016
‘Debat en besluitvorming over cultuurbeleid, zowel op (inter-)
Om de koppeling tussen politiek-bestuurlijke visies en de
nationaal als regionaal niveau, zijn gebaat bij een goede
dagelijkse praktijk te kunnen bewaken. En om het gesprek
kennisbasis’, aldus de Raad voor Cultuur in zijn Agenda
te kunnen voeren op basis van dezelfde feiten. Daar is
Cultuur 2017-2020 en verder. ‘Beleidsmakers, en -adviseurs,
onderzoek voor nodig. Niet voor de cijfers an sich, maar om
politici, journalisten en culturele organisaties moeten zich
bepaalde onderwerpen voor het voetlicht te brengen.
kunnen verlaten op objectieve en informatieve analyses en deugdelijke evaluaties – en het cultuurdebat moet worden
Deze Monitor professionele kunsten 2016 biedt feiten
gevoed door prikkelende verkenningen en adviezen.’
en cijfers uit de jaren 2011, 2013 en 2014 met betrekking tot de professionele kunsten in Noord-Brabant en signaleert
Zo schrijft de provincie Noord-Brabant in haar
daarmee trends en ontwikkelingen die in deze periode
uitvoeringsprogramma cultuur. Wij denken daar
hebben plaatsgevonden. De Culturele atlas Brabant.
met deze Culturele atlas Brabant. Monitor
Monitor professionele kunsten 2016 is een uitgave van
professionele kunsten 2016 een bijdrage aan te
bkkc brabants kenniscentrum kunst en cultuur in
kunnen leveren. Om onderbouwde signalen te kunnen
samenwerking met De Kunst van Brabant.
afgeven. Om verkeerde aannames uit de wereld te krijgen.
Kijk voor meer informatie op www.cultureleatlasbrabant.nl | www.bkkc.nl | www.dekunstvanbrabant.nl
26
WAAROM WE MEDIAWIJZE KINDEREN MOETEN MAKEN
atlas
T
Laten we van onze kinderen (en onszelf) digitale producenten maken in plaats van consumenten. Want dat maakt ons weerbaarder tegen allerhande digitale ellende. Cultuur kan daarbij helpen.
52
WIM DANIËLS:
IN THERAPIE OM DE KOMMA
56
Hij – de taalprofessor, schrijver en cabaretier – is een professionele omfietser. Leeft van en om zijpaadjes en bijzinnen. “Misschien moeten onbestemde momenten onbestemd blijven en maak ik oneigenlijk gebruik van het onbestemde moment.”
ilburg profileert zich als ‘makerstad’. Die benaming is om verschillende redenen beschamenswaardig. Ze is niet op het heden gebaseerd. Was het een aanzet tot nieuw beleid, dan nam ik de ambtelijke stip op de horizon nog voor lief. Maar het is erger gesteld. Cultuurbeleid bestaat volledig uit geld voor vastgoed. Makers gedijen binnen een klimaat van kleinschaligheid, informaliteit en betrokkenheid. Die initiatieven verdwenen grotendeels uit Tilburg. Het productiehuis voor muziek vertrok in alle stilte, net als de muzikantenservice. Losse, snelle productiebudgetjes raakten kwijt in beleid. Als kunstenaar kun je enkel crowdfunden op een autistisch platform, dat bestaat naast de bestaande provinciale, landelijke en internationale platforms. Tilburgse kunstenaars die internationaal aan de weg timmeren vinden geen podium in eigen stad en trekken weg. Verzet tegen het ontslag van Dautzenberg bij Fontys had geen enkel effect. Wat met de budgetten voor kunstenaarsinitiatieven gebeurt, is nog onduidelijk. Een half jaar voordat de nieuwe regeling van start gaat. Door de afgelopen cultuurbezuinigingen verdwenen werkbudgetten van instellingen. Op vastgoed had het geen effect.
EEN SCHRIJVEND MIRAKEL VAN 14 De Bredase Selma Oueddan (14) stond op 18 juni in de landelijke finale van Kunstbende. “Schrijver worden? Daar denk ik wel over na ja. Maar eerlijk gezegd denk ik over erg veel na op dit moment.”
44
STUDIO SMACK: “WIJ ZIJN EVIL” Ze zijn een van de meest toonaangevende animatiestudio’s van ons land. Hun nieuwste werk: de ‘digitale verbouwing’ van de Tuin der lusten. MEST nr 14
Tilburg is een stenenstad
Bij Stichting Ateliers betaalden kunstenaars voor het gebruik van panden. De kunstenaars moesten eruit. Nu betaalt de gemeente een vastgoedbeheerder voor het beheer. Het is te makkelijk om met slogans te komen als ‘Cultuur in Tilburg is vast goed’. Of: ‘Tilburg is een praatjesmakersstad’. De realiteit is erger. Tilburg is een stenenstad. Allitereert ook nog beter. Als toch al het geld naar stenen gaat, laten we dan een monument maken voor de verdwenen kunstenaar. Uit hard graniet. Vast een wethouder die het wil onthullen.
Joost Heijthuijsen
5
[advertentie]
Samen aan de slag voor een taalvaardig Brabant De provincie Noord-Brabant hecht veel waarde aan goede taal- en mediavaardigheden. Ook Cubiss draagt hier aan bij, onder meer met het project Versterken Taalvaardigheid. Vanuit dit project ondersteunen we organisaties bij de bestrijding van laaggeletterdheid binnen hun werkgebied. Dit gebeurt veelal binnen regionale samenwerkingsverbanden en taalnetwerken. We sluiten aan op het landelijke actieprogramma Tel mee met Taal van Stichting Lezen en Schrijven. Hoe vullen we dit in? • We voeren Ken uw doelgroep uit; een analyse inclusief advies waarin per gemeente wordt aangegeven in welke wijken en/of kernen een oververtegenwoordiging van laaggeletterden te vinden is. • We maken door de analyse Uw netwerk in kaart de samenwerkingskansen en -partners binnen de regio inzichtelijk. • We adviseren en ondersteunen bij de inrichting van Taalhuizen. • We verzorgen workshops rondom het herkennen en doorverwijzen van laaggeletterden. • We denken mee over de actieve benadering van bijvoorbeeld het bedrijfsleven. • We besteden door middel van pilottrajecten aandacht aan specifieke thema’s zoals de vluchtelingenproblematiek. • We dragen zorg voor de uitwisseling van kennis en praktijkervaringen binnen Brabant.
‘‘ Ons ideaalbeeld? Iedereen in Brabant doet mee! Samen aan de slag! Wil je meer informatie? Neem contact op met Yvonne van den Berg, Projectleider Versterken Taalvaardigheid 06 30 07 49 53 | y.vandenberg@cubiss.nl Postbus 90114 | 5000 LA Tilburg | 013 46 56 700 Statenlaan 4 | 5042 RX Tilburg • Mercator 1 | 6135 KW Sittard
Cubiss is onderdeel van
www.cubiss.nl
ER LOOPT WEER EEN HOND OVER MIJN GRAF Schrijver / journalist Eric Alink bezoekt graven van illustere Brabanders. Dit keer: Toon Kortooms (1916 – 1999)
Geturfde dromen
D
e blijspelschrijver Plautus muntte de woorden nomen est omen. Oftewel: een naam is een voorteken – gunstig of ongunstig. De lijfarts van de schrijver had het grif kunnen bevestigen. Plautus betekent platvoet. Op het kerkhof van Griendtsveen ligt een man die de geldigheid van de Latijnse wijsheid onderstreept. Toen het echtpaar Kortooms op 23 februari 1916 in Deurne een zoon kreeg, schonken ze hem een voornaam annex gebiedende wijs. Ze noemden hem Toon. Het klopt dat de naam Ben of Boet zijn levensopdracht niet had vereenvoudigd. Maar Toon is een molensteen. In die naam staat de plicht gebeiteld om de wereld te laten zien wat je kunt. Een zware roeping: indertijd brandden de kachels in de Peel op turf. Niet op zelfontplooiing. Toch ontsnapte Toon aan onbekendheid. Numerus est omen, zullen cijferfetisjisten glunderen: Kortooms kwam uit een gezin van zeven jongens en zeven meisjes. Hij was de zevende. Toen Toon op een dag de pen pakte, gebeurde er een wonder. Het papier ritselde zijn voornaam. De jongen gehoorzaamde. Dertig streekromans schreef hij, waaronder Beekman en Beekman, Mijn kinderen eten turf en Help! De dokter verzuipt… Bekende boeken? Loop een kringloopwinkel binnen. Vraag oude nachtkastjes of ze het oeuvre van Kortooms kennen. Zeven van de tien zullen bevestigend kraken. Op 5 februari 1999 zette de dood een punt achter Toon. Missie volbracht – de schrijver had naam gemaakt. Zijn graf ligt achter de Heilige Barbara. Mooi kerkje, aandoenlijk gastenboek. In jichtige letters bedankt mevrouw Van den Heuvel de schrijver voor zijn gezellige romans. Op de begraafplaats is het snikheet. Bij het kraantje staan twee lege emmers. De een van Frituurolie G&B Yerseke, de ander van Formido MEST nr 14
Oliebollen-doe-het-zelf-pakket. Handig bij het schoonmaken. Ook na de dood komen cholestorolverhogers van pas. Een zoektocht naar de zerk van Kortooms. Langs de identieke kindergraven van Gerry Aarts (8) en Richard van Kuijck (12), die op 4 augustus 1945 bij een mijnexplosie om het leven kwamen. Langs de rustplaats van Jan Bekkers, grondlegger van de gelijknamige snackfabriek en bedenker van de staafvormige frikandel. Langs de paardhoge tombe van generaal-majoor der cavalerie Isidore Highly, die in 1905 in Parijs stierf. Bij een aangeharkt hoekje staat een bordje in de grond geprikt. Met slechts twee woorden: ‘Niet hier’. Waar dan wel? Daar, rechts achter. Op de zwarte zerk van Kortooms staat een zuiltje. De zijkanten dragen een tekst waarin hij zijn Griendtsveen bejubelt. Op het zuiltje ligt een onbeschreven marmeren boek, dat tweeëntwintig maal met de gebeitelde woorden ‘een droom’ is omkranst. Zijn buren zijn Jan van den Eijnden en Net Pennings. Hun kleinzoon Rob (34) maakt vandaag hun graf schoon. Jazeker, hij kent meneer Kortooms. Zijn romans waren verplichte kost voor elke scholier in Deurne en omgeving. Of hij dit land van turf in drie woorden kan vangen? Armoe, muggen en geslotenheid, zegt Rob. Terug naar de kerkhofpoort met de ijzersmeedspreuk Memento mori. Langs zwarte zerken, turfkleurige graven. Nergens verlossing, behalve als je lang in de zon kijkt. A whiter shade of Peel. Tekst Eric Alink
7
MOOI-LEKKER-HANDIG-
BOEIEND-PIJNLIJK-GRAPPIG
IEDEREEN IS
te koop BEELDENDE KUNST
MUZIEK
CECILIA VISSERS
€25 JAMESZOO: ONNAVOLGBAAR DEBUUT
€16,99
Er zijn mensen die binnen enkele minuten hun mail beantwoorden. Er zijn ook mensen die er tot veler frustratie een paar dagen overheen laten gaan. Én er is Jameszoo. Anderhalf jaar geleden stuurde MEST hem een mailtje met de vraag of zijn debuutplaat nu eindelijk eens klaar was. Deze lente – grofweg 480 dagen later – kwam er plotseling een reactie: “De plaat is klaar :) Keertje zitten?” En wat een mindblowing debuut is Fool geworden, sodeju. Het Amerikaanse PopMatters
noemt het alvast de plaat van het jaar: “Onmogelijk dat er nog iets uitkomt met zoveel persoonlijkheid, experiment en perfecte liedjes.” Bovendien kreeg de 24-jarige producer uit Den Bosch het vertrouwen van twee Muzieklegendes: John Coltrane-pianist Steve Kuhn en componist Arthur Verocai prijken op de gastenlijst. En hoe klinkt de muziek? Onnavolgbaar. Alsof je in een zeepbel door de kosmos vliegt en de jazznoten in twinkelende porties voorbij schuiven. “Native computer jazz”, noemt Jameszoo (Mitchel van Dinther) het zelf. Hoe je het ook wilt beschrijven: Fool is een proeve van duizelingwekkende bekwaamheid. Het album is nu uit via kwaliteitslabel Brainfeeder. Dat ‘keertje zitten’ houdt hij van ons tegoed.
Twee essentiële weetjes over Cecilia Vissers: ze wandelt veel – bij voorkeur balancerend op de steile rotskliffen van Ierland – en ze zet haar metaalboor graag in platgewalst staal en aluminium. Het een kan niet zonder het ander in haar nieuwe boek Beyond. De 52-jarige kunstenares uit Sint-Oedenrode maakt strak ogende objecten waarin de grove lijnen van het landschap terugkomen. Soms zijn het golvende rondingen, soms slechts minimale inkepingen in een massief blok; elke vorm in het bewerkelijke metaal is door de kunstenares waargenomen langs de kust. Het scheppingsverhaal van al dat moois wordt nauwkeurig weergeven in Beyond, een documentaire in boekvorm. Sla het open en je wordt geteleporteerd naar de nukkige Cliffs of Ireland. Graag een metertje afstand houden bij harde wind. Het boek Beyond komt uit bij Peter Foolen Edities in Eindhoven. De boekpresentatie en opening van een solo-expositie is op 3 juni in Keulen bij Floss&Schultz. De Nederlandse boekpresentatie vindt eind september plaats bij Peter Foolen.
JEROEN: OPDAT WIJ NIET VERGETEN
€29 DESIGN
8
Echt, tot voor enkele jaren geleden wisten veel Bosschenaren niet wie het bronsgroene heerschap op de Markt was. Nu piepen ze anders, en weet zelfs de meest verstokte cultuurhater in het Duits de weg te vertellen naar het Noordbrabants Museum. Dat gaan we nog missen, nu alle schilderijen en toeristen weer terug Europa in zijn. De jonge kunstenares, designer en gamebouwer Ayla van Asseldonk ontwierp in opdracht van Cor Unum kleine Bosch-beeldjes. Sympathiek aandenken aan de tijd dat een provinciestadje voor even het middelpunt was van cultureel Europa. MEST nr 14
FOTOGRAFIE
DE BOMEN VAN WLADIMIR
€5
Op stadssafari door Eindhoven. Wladimir Manshanden deed het al eerder – toen met verweesde viaducten – en nu richt hij zijn verrekijker op bomen. Jazeker, bomen. Niet per se de mooiste exemplaren, want die kennen we nu onderhand wel. Manshanden zoekt juist 'de underdogs in de openbare ruimte'. Vijf seizoenen lang keek hij naar afstervende, geknakte, versteende en weer opbloeiende bomen in zijn eigen stad. Al deze sukkelaars (111 stuks) worden nu tot kunst verheven in het fotoboek Urban Jungle Eindhoven. Dat boekwerk biedt fraaie fotografie, voorzien van commentaar door bomenexpert Tom van Duuren. De onderliggende boodschap: wees zuinig op onze groene stadsgenoten, want het zijn de longen van de stad. De voormalige graffitiartiest (47 inmiddels) bracht het grootste deel van zijn leven op straat door, dus neem het maar van hem aan. Urban Jungle Eindhoven is verkrijgbaar via www.webshopeindhoven.nl
MET EMIL LANDMAN OP DE BANK
€75
MUZIEK
Nashville, Tokio, Barcelona, New York, Moskou: singersongwriter Emil Landman is overal geweest om inspiratie op te doen voor zijn liedjes. Maar goed, geef die jongen een goede bak koffie (met suiker, zonder melk) en hij komt ook gewoon bij ú in de huiskamer. Voor een intiem concertje, wel te verstaan. Op die manier haalt u in ieder geval een Serious Talent in huis, aldus radiozender 3FM. Een talent dat met zijn debuutalbum Colours And Their Things al vergelijkingen met José Gonzalez en Ray LaMontagne kreeg toegeworpen. Hartstikke mooi dus, maar let wel op: zijn laatste trip naar Amerika maakte hem naar eigen zeggen dronken, blut, doorregend, zielsgelukkig, doodongelukkig en verliefd. De liedjes die hij, zittend op uw bankstel, gaat spelen zijn dus niet allemaal even rooskleurig. Geruststellend: hij groeide op in de nuchtere straten van Eindhoven, dus heel melodramatisch kan het nooit worden.
COL
UMN
Kunst? Het dagelijks leven is al rottig zat
F
erry Mingelen had als de nieuwe voorzitter van de Nederlandse Toneeljury het gevoel dat hij in een snoepwinkel rondliep. Ook stelde hij dat politici eens wat minder zouden moeten tweeten en wat meer naar het theater zouden moeten gaan. Daar steek je tenminste wat van op, in deze onbegrijpelijke janboel van een tijdsgewricht. Mooi gezegd door Ferry, maar dat gaat natuurlijk van je lang-zal-ze-leven niet gebeuren. Theater vergt tijd en een open vizier; twee zaken waar politici niet per se in grossieren. Een open vizier is in de gehele westerse beschaving anno nu überhaupt ver te zoeken. De waarheden buitelen over elkaar heen, twijfel wordt gezien als zwaktebod. Dus des te waardevoller wordt kunst. Zou je zeggen. Omdat kunst niet denkt in antwoorden. Omdat het niet hoeft te oordelen en al helemaal niet met een eindafrekening komt. Dat kan van onschatbaar belang zijn. Maar in tijden die schreeuwen om beschouwing verschansen mensen zich juist achter dogma’s. Men stelt almaar minder vragen en is ook niet geïnteresseerd in de vragen die kunst stelt. Donder maar een end op met je nieuwsgierigheid en je nuance, rechtlijnigheid is wat we willen! In theater, muziek of literatuur kan zingeving gevonden worden die het nieuws niet geeft. Maar weinigen lijken daar behoefte aan te hebben. “Het dagelijks leven is al rottig zat.” Doorgaans kijkt men pas naar kunstwerken die de tijdgeest hebben proberen te vangen als de rook is opgetrokken. Om dan te zeggen: “Ah ja, kijk, dit leert ons nog eens wat over hoe het er destijds aan toeging.” Waar zit men dan, in een barse tijd als de huidige, wél op te wachten? Wel, op de momenten dat men écht wat heeft aan doorwrochte en geëngageerde kunst, zie je juist een groeiende populariteit van pulp. Van sport en superheldenfilms. Entertainment met een escapistisch karakter. Volstrekt menselijk, natuurlijk. Maar ook droef stemmend.
Lucas de Waard
Boek een huiskamerconcert op www.hkconcerten.nl MEST nr 14
9
'H u p, MET PETER PAN SPEEDROCK IN BERLIJN
10
r au s gehen!'
MEST nr 14
Peter Pan Speedrock uit Eindhoven stopt, maar eerst nog een laatste ronde langs de naar pis, pils en zweet meurende rockclubs van Europa. We zochten de luidste band van Nederland op in Berlijn. Stad van de punkkroegen waar je kunt zuipen tot alles er in één regenboogstraal weer uitkomt. Dat deden we dus ook. Ready? Let's go!
P
iet is kwijt. Uiteraard, hij zal godverdomme een keer níet kwijt zijn. Net stond-ie nog naast ons op de stoep bij rockcafé Wild at Heart: zijn rug hol getrokken, neus omhoog om het ochtendgloren te inhaleren en de handen op heuphoogte, als een pistoolheld die elk moment zijn revolver kan trekken. Maar nu – om half zeven in de ochtend – zwerft hij ergens door Berlijn; ongewapend doch gevaarlijk. “Als Piet kwijt is rinkelen de alarmbellen in mijn kop”, zegt Bartman terwijl hij zijn noeste vuisten op het achterhoofd slaat. Na een nacht stevig zuipen is de bassist van Peter Pan Speedrock opeens weer kraakhelder. “We zijn Piet al eerder kwijt geweest in Berlijn. Toen werd hij ’s ochtends in een park wakker geschud door een vrouw met één tand. Het arme mens dacht dat-ie dood was.” Bartman lacht niet, Bartman pakt zijn telefoon. Tuut tuut tuut, geen gehoor. “Da’s niet best”, mompelt hij. De ‘Piet’ die we zoeken is Peter van Elderen. 49 jaar, vader van drie zonen en voorman van Peter Pan Speedrock. Hij ging zojuist – “zo zat als tien apen” – een taxi naar het hotel regelen, maar kwam niet meer terug. De tijd dringt een beetje, want over drie uur vertrekt de tourbus weer naar huis; dan is er even een pauze in de afscheidstournee die de band al in Frankrijk, Spanje, Amerika en Japan bracht. Roadie Pieter gaat de bus besturen, is zojuist besloten. Hij ging net om de hoek bij de Wiener Straße over zijn nek, en wie gekotst heeft is nuchter genoeg om te rijden, zo is de waterdichte redenatie.
MEST nr 13
Voorwaarde is wel dat de zanger boven water komt voor hij plankgas geeft. “Godverdomme Piiiet!”, probeert Bartman nog eens. Stilte in Kreuzberg. De poging van uw reporter (“Pie...”) wordt onderbroken door een straal braaksel die op speedrocktempo richting het keelgat vliegt. Ughe ughe sodeju, zullen we anders maar gewoon gaan slapen, Bartman? OPROTTEN
Een etmaal eerder komt de Peter Pan-bus hortend en stotend tot stilstand op de stoep van de Warschauer Straße. De zon is gul, de muziek luid en de straat meurt naar lekkende uitlaat. Bartman schuift de zijdeur open: “Hoi, let vooral op de rotzooi, en wat niet van toepassing is flikker je maar op de grond.” De bassist doet het even voor. Met één handbeweging veegt hij drie blikjes bier, een Red Bull en een fles Jack Daniel’s van de achterbank. Bart Geevers, we noemen hem Bartman, zoals iedereen, is ons anker deze avond. De boomlange bassist zegt weinig – bij voorkeur niets – maar naast hem zit je altijd goed. Je kent dat soort lui wel: ze zijn niet uitgesproken gezellig, maar als je naast ze zit is het gewoon góed. Vaak zijn ze groot, rood en harig, zoals ook dit exemplaar. Hij bladert wat in de meegenomen MEST en concludeert: “Mooi.” Dat volstaat als eindoordeel. We zijn welkom. Roadie Pieter, ook nu de meest nuchtere van het stel, geeft gas. De binnenkant van de bus is bekleed met stickers; eentje springt direct in het oog door de vetgedrukte tekst ‘HIER HEB JE EEN STICKER EN NOU OPROTTEN’. De mannen kijken een beetje links en rechts uit het raam. “Hé, een dildo-huis!”, roept Kleine Bart als we voorbij een seksshop rijden. “Mooi”, oordeelt Bartman opnieuw.
SLOOPKOGEL
Bart Nederhand is zeker twee koppen kleiner dan zijn bassist, vandaar 'Kleine Bart'. Hij werd drie keer verkozen tot beste drummer van Nederland en heeft nog altijd een kop als een sloopkogel; die had hij al toen hij nog achter de vuilniswagen hing, tig jaar geleden. Op zijn buik staat met grote letters W.F.O. getatoeëerd. Dat staat voor Wide Fucking Open, een raceterm voor als de carburateur helemaal open staat. De drummer heeft net liggen maffen. Hij moest eigenlijk met zijn Duitse vriendin op kraamvisite, maar ja, Dresden was heftig en de kater evenzeer. Schuldbewust doet hij zijn verhaal terwijl we door Berlijn kachelen. Iedereen lachen natuurlijk. “Homo.” PANAMARENKO
Half acht ’s avonds aan de Cuvrystraße. Voor de deur van Lido dondert alles uit de Mercedes Benz-bus. Gitaren, cimbalen, pedaalborden (niet te groot hoor, we zijn niet met fucking Toto op pad) en versterkers van het merk Eindhoven Amps. Piet, op dat moment nog in volle glorie aanwezig, zit al backstage met een blik bier in zijn hand. De voorman groeide op als zoon van de directeur van Brabantia, fabrikant van huishoudelijke artikelen. Dat bedrijf had hij kunnen overnemen, maar: “Daar heb ik niet voor gekozen.” Verder geen commentaar. Hij koos voor een leven als beeldend kunstenaar, beeldhouwer om precies te zijn, maar werd bovenal rocker. Sinds de oprichting van Peter Pan Speedrock in 1996 zingt hij over bier, tieten en snelle auto's, want ja: “Ik kan wel over de kunstwerken van Donald Judd zingen, of over mijn held Panamarenko, maar daar zit 11
of
“I ov k ka m er m aa v n r d ijn an we aa he Do l o op r z ld na ver te it g Pan ld de wa ee am Ju ku ch n r a dd ns te oc ren zin tw n” ke k g er r o, en ke , n
geen rocker op te wachten.” Vervolgens zwijgt hij weer. Silence is golden bij de luidste band van Nederland. GEWONE DENNIS
Voordat u er zelf over begint: néé, Dikke Dennis is er niet bij vandaag, de Amsterdamse tatoeëerder legde zijn functie als bandmascotte een paar jaar geleden neer. Dat is wel eens jammer. Piet heeft al vaak concertbezoekers moeten toespreken die teleurgesteld waren dat ‘de voorman’ er niet bij was. “Ja, kut, dan heb je het niet helemaal begrepen volgens mij”, zegt hij. “Maar ik snap het wel. Dennis was alles wat wij niet waren: extravert, driftig, Amsterdams, cokeverslaafd en mediageniek. Hij vond al die stomme tv-onzin leuk, dus we schoven hem graag naar voren. Op een gegeven moment was hij er klaar mee. Hij is afgekickt en heeft een maagverkleining gehad. Tegenwoordig kun je dus wel spreken van Gewone Dennis.” Hun keiharde rock-‘n-roll-imago ontlenen de Eindhovenaren nu vooral nog aan hun muziek (die stinkt naar brandende auto
12
banden) en hun eigen nachtelijke avontuur, waarover later meer. Met een bespuwde vinger in de lucht gokt Piet dat dit hun 25e concert in Berlijn is. Het totaal aantal optredens staat nu op 1980. Dat, beweert de voorman, is een Nederlands record. “Met BZN, Golden Earring en Claw Boys Claw in de achtervolging.” Het doel was het wereldwijde record van The Ramones (2247) te verbreken, maar dat gaat niet meer lukken – fuck it. Wat rest is een record waar zéker niemand overheen gaat: Piet gokt dat elk bandlid zo’n twintig biertjes wegtikt op een speeldag, dat wil zeggen: 5000 kratten bier in twintig jaar tijd. Wel ja, alles om dat godverdomde lijf in de olie te zetten. Piet, na een flinke slok: “Ik heb weleens een optreden gespeeld dat ze mij overeind moesten houden, maar meestal staan we nuchter op het podium. Pro-fes-sio-neel, zeg maar.” RONDJE OM DE KERK
Een halfuur voor stage time. Bartman duikt in de koelkast voor een energiedrankje. Een mix tussen Red Bull en Jack Daniel’s.
Hij laat zijn lichaam in de bank vallen en mengt zich zwijgend in het gesprek – mannen als hij kunnen dat. Een mooi moment om over het gloeiend hete hangijzer te beginnen: die Trennung der Band, de break. ‘De koek is op’, stond er in het persbericht, maar ja, wat willen die gasten daar nou weer mee zeggen? Worden ze (allemaal veertigers) te oud voor de rock-’n-roll? Is het genre dood nu hun gezamenlijk held Lemmy Kilmister zichzelf kapot heeft gezopen? Worden de zalen steeds leger? Een minuut stilte in de backstageruimte en dan een moeizame dialoog. Piet: “Het werd een beetje een rondje om de kerk.” Bartman (onderbreekt zijn zwijgen): “Even voor de duidelijkheid: dat geldt níet voor mij.” Piet: “Ja, daar denkt Bartman anders over, maar ik denk dat we het maximale uit deze band hebben gehaald. Iedereen die van rock-‘n-roll houdt kent ons, en wij spelen zelden meer in een tent die we niet kennen. Wat blijft er nog over om naar te streven na twintig succesjaren? Ik denk niet veel.” MEST nr 14
AFSCHEIDSTOERNEE Deze zomer speelt Peter Pan Speedrock in elke metropool en elk gehucht, zoals altijd. Het zijproject Four Headed Dog blijft bestaan (zonder Bartman). Het internationaal bekende festival Speedrock gaat mee het graf in. Op 25 en 26 november neemt de band afscheid met twee concerten in de Effenaar. In de drankomzet-top 10 van de Eindhovense popzaal staan nu al drie Peter Pan Speedrock-concerten. Wordt leuk.
MEST nr 14
13
Bartman: “Wat mij betreft hadden we er nog twintig jaar achteraan geplakt. Echt waar. Ik zie op tegen het einde van dit jaar, als we geen optredens meer hebben staan. Dit is mijn leven.” Piet (kijkt even expressieloos naar zijn bassist): “Het werd ook moeilijker om op één lijn te komen.” Bartman: “Dat is zeker waar.” Piet: “Het is een rockcliché hè, uit elkaar gaan om artistieke meningsverschillen, maar dat is wel een beetje gaande bij ons. Het laatste album Buckle up and shove it! kwam moeizaam tot stand.” Bartman: “We zaten niet langer op dezelfde lijn in de studio, daarom kan het gewoon niet meer, dat begrijp ik ook wel. Maar het optreden ga ik missen. Ik wil zo snel mogelijk weer het podium op.” Piet: “Ja, ik hoop echt dat Bartman snel een toffe nieuwe band vindt.” GEVAARLIJK GESPUIS
Aan de andere kant van de backstageruimte staat hun drummer, ingeklemd tussen gepiercete punkers, Turbojugend-jasjes en ander gevaarlijk gespuis dat een knuffel krijgt van de bandleden. Hij heeft zijn vriendin meegenomen, maar dat is niet de reden voor zijn veilige drankkeuze (een flesje limonade). De kilo’s vlogen eraan en de conditie holde achteruit, niet handig voor een drummer. Daarom doet hij nu aan kickboksen, zegt hij. Een paar stapjes terug dan maar. De vraag ‘hoe gaat-ie’ wordt vriendelijk beantwoord: “Goed, goed, ja hoor, uitstekend.” Hij pakt zijn smartphone en samen kijken we naar een filmpje van zijn 1-jarige zoontje achter een drumstel. “Kijk nou, dat is toch prachtig. Dat jong brult me iedere ochtend wakker, maar ik vind het allemaal mooi.” Of de drummer het fijn vindt dat hij na Peter Pan Speedrock meer tijd heeft voor zijn gezin? “Oh, ja, de prioriteiten verschuiven met zo’n kleine. Ja joh, het is goed dat het klaar is, het houdt een keer op.” DREI GROSSES BIER
Oké, maar wacht, het houdt nog niet op. Sterker nog: om half twaalf zet de nacht een flinke sprint in naar half zeven in de ochtend. Onderweg komt er van alles voorbij: bier, Jack Daniel’s, dubieuze
14
mixdrankjes, een nog dubieuzere literfles ‘Supercola’ met geheime ingrediënten, en vervolgens nog veel meer bier. Maar het begint zoals een Peter Pan Speedrock-show altijd begint: met Cecil Brown van Hank Williams III door de podiumspeakers. Well my name is Cecil Brown and I'm from a little town and people don't think much of me I never understood why they thought I was no good But this is how it seems Piet, Bartman en Kleine Bart – de helden van deze avond – beklimmen het podium terwijl de reporter zich een weg baant door de bijna uitverkochte popzaal. Eerst langs twee mannen met kloppende hoofdaderen, dan bukken om de gebalde vuisten van een dronken Iron Maiden-fan te ontwijken en ondertussen oppassen dat de neus niet in een Deutsche okselvijver (m/v) belandt. Eenmaal bij de bar vertelt ene Benno dat dit de tiende keer is dat hij Peter Pan Speedrock ziet spelen. Drie keer in Berlijn, twee keer in Stuttgart, op het Dour Festival in België en een keer in Roelofarendsveen – of all fucking places. De rest weet-ie niet meer. Balen dat ze nu stoppen? Ja natürlich! Een barmeisje onderbreekt het gesprek. Zwei Bier, bitte. Ja, zwei großes Bier natürlich! COME TO DADDY
Piet richt zich tot het publiek, terwijl Bartman zijn bassnaren stemt, als een dokwerker die zijn scheepskabels strak trekt. Of everybody ready is for some fucking rock-‘n-roll? Schreeuwende jongens en meisjes. Piet droogt zijn zwetende handpalmen aan zijn Dukes of Hazard-shirtje en zet Crank up the everything in. Achter hem ramt Kleine Bart op zijn ketels. Hij playbackt elke slag mee: Bam! Bam! Tjik! Tjik! Bam! Na een halfuur zijn we al tien liedjes verder. Cock-teaser, We want blood, Dead ringer en vervolgens de klassieke drietrapsraket Go Satan go, Gotta get some en Donkeypunch. De schroeffunderingen van Lido kraken en wij worden tegen de bar gedrukt. Dat treft. Wieder zwei großes Bier bitte! Op
het podium blijft Piet maar schreeuwen: “Come to daddy! I can feel it! It's getting better and better!” Een van de Duitsers bestormt het podium en belandt na een forse duw weer in het publiek, achterstevoren weliswaar. De security duikt erachter aan en deelt nog een paar flinke klappen uit. Bam! Bam! Bam!, playbackt Bart nog altijd op het podium. De gehavende Duitser manoeuvreert zich door de zaal. Hij grijpt schouders vast alsof het trapleuningen zijn. Iemand geeft hem een krakende por in de ribben. Zijn ogen draaien weg, de balans is zoek en hij laat zich vallen bij de bar, vlak voor onze voeten. O jee. Drei großes Bier bitte! WILD AT HEART
Godallemachtig. De avond wordt wazig. Steeds waziger. In punkcafé Wild at Heart slaan we Piet op zijn bezwete rug, precies op de plek waar hij een reusachtige Peter Pan Speedrock-tatoeage heeft. Goeie show! Hij, nog steeds hijgend en puffend: “Het was wel een zware wedstrijd, gisteren in Dresden ging het publiek veel makkelijker mee. Maar hé, godverdomme, het was mooi!” Dan springt Kleine Bart tussen ons in. Hij houdt een dienblad omhoog; kleine glaasjes kattenpies. Wat is dat? “Lekker! Hier, zuipen joh.” Heftig spul. Nog maar een halve liter bier om het weg te spoelen. Chrisi Brack, de Duitse boeker van Peter Pan Speedrock, schreeuwt boven de muziek uit. “Ik werk al vijftien jaar met deze jongens en het zijn schatten. Echt waar. Nooit gezeur, altijd spelen, ongelooflijk. Het maakt ook niet uit waar ik ze neerzet, de tent staat toch altijd ramvol. Zonde dat ze stoppen!” Vier uur. Opnieuw Kleine Bart met zijn dienblad: “Hier, lekker!” Oké, nog eentje dan. Zijn vriendin Krista neemt er ook een. “Weet je wat het is”, zegt ze. “Die mannen komen heel stoer over, maar het zijn de liefste gasten die ik ken. Ze hebben allemaal lange relaties, dat maakt hen loyale jongens. Dat moet ook wel als je zo lang in dezelfde band speelt.” Maar aan alles komt een eind, concluderen we samen. Tja, nog maar een biertje dan. Proost.
MEST nr 14
en d e r t op k l e l ar e a g e m r , k “I bed oit in” l e t o een h apt er no hij sla
DIKKE KNUFFEL
WENTELTRAP
De nacht sprint verder. Om vijf uur lopen we Piet weer tegen het lijf in de kroeg, zo zat als achtenhalve aap inmiddels. Een dikke knuffel. “Mooi man!”, roept hij, zonder te definiëren wat er precies mooi is. Maar we zijn het eens, het is mooi. Half zeven alweer. Jointje? Ja lekker. Voor de deur bij Wild at Heart klaagt een uitsmijter dat hij nuchter moet blijven voor zijn werk. Bartman knikt: “When it comes to alcohol our job is easy.” Er staat een meisje in de deuropening, ladderzat en uit op seks. Ze staart naar de bassist en hij (gelukkig getrouwd) staart terug. “Hup, raus gehen!”, roept roadie Pieter, waarop ze stampvoetend vertrekt.
Wat u nog moet weten over Peter ‘Piet’ van Elderen? Dat hij gespecialiseerd is in slapen op onconventionele plekken. In de tourbus, op een stoeprand, op drie barkrukken met een stapel bierviltjes als hoofdkussen, geen probleem. “Ik regel elk optreden een hotelbed, maar hij slaapt er nooit in”, had Chrisi gezegd. Afijn. We weten dus niet waar we moeten zoeken. Maar gelukkig is vandaag een uitzondering. Als wij, drie verwarde mannen op zoek naar een zatte rocker uit Eindhoven, aankomen bij het hotel aan de Warschauer Straße, staat de vermiste persoon al op de stoep. Piet (mond vol shoarma): “Hoi”. Bartman: “…” Piet: “Ja, ik was, eh, ja.” Bartman: “Mooi.” Piet: “Kom, nog effe een paar uurtjes slapen.”
Bartman ontwaakt uit zijn roes. “Waar is Piet?” Kut, Piet kwijt.
MEST nr 14
De mannen gaan naar boven, vier etages omhoog, de reporter sjokt er achteraan. Ondertussen nog een laatste blik op het notitieblok. Staat alles erop? Niets laten ontsnappen? Schrijf maar op: ‘Piet kwijt’. Dan verder naar boven. De bandleden zijn al verdwenen. Dat uitgerekend dít hotel een wenteltrap moet hebben. Een, twee, drie, vier rondjes omhoog. De hal door. Deur open. Licht aan. Toiletdeur open. Wc-bril omhoog. Hatsikidee... Duik op bed, pak het notitieblok weer en schrijf: ‘Rock-'n-roll uit Nederland, het bestaat bestond nog’. A
Tekst Thomas Snoeijs Beeld Suzanne Hertogs
15
KRONIEK DER
MINIMUSEA
TWEEWIELER MUSEUM DE SCOOTER
Brommen en snorren dat het een aard heeft
o
p een zonovergoten zaterdag rijdt de taxi het erf van Cor van Seters op. “Tweewieler Museum De Scooter”, leest de chauffeur. Vragend draait hij zijn hoofd mijn kant op. “Het is mooi weer, je bent jong, je moet het terras op, achter de wijven aan. Wat ga je doen bij een stel oude scooters?” Het is moeilijk uit te leggen, ik snap mijn werk soms ook niet. Nog onbegrijpelijker wordt het als ik vertel dat ik zelf nooit scooter heb gereden. “Jij bent een rare jongen”, concludeert de chauffeur. Bij Cor van Seters draait alles om tweewielers. Maar de ene tweewieler is de andere niet. Heeft ’t geen motor, dan geniet Cor er toch minder van. Scooters zijn het summum. En van de scooters is de Lambretta de beste. “Stijlvol, simpel, met een geweldige wegligging.” Cor is niet voor niets al twintig jaar lid van de Lambretta Club Nederland. Op de Lambretta rijdt Cor Europa door. Nou ja, eerst rijdt hij met de camper naar de plaats van bestemming. Dan wordt de scooter gestart en is het scheuren maar. Tijdens een tocht door Frankrijk ontstond het idee voor Tweewieler Museum De Scooter. In een klein dorpje onder Parijs ontmoette hij een man met een flinke collectie oude scooters. Ze stonden te verroesten in zijn schuur. Wilde Cor ze niet hebben? Terug in Zundert keek Cor naar de koeienstal achter zijn huis en dacht: daar kan ik een mooi museum van maken. Hij vroeg een vergunning aan, maakte alles in orde. Toen kwam er bericht uit Frankrijk: de oude scooters waren tot nationaal erfgoed verklaard. Ze mochten de grens niet meer over. Daar zat Cor. Met een tweewielermuseum zonder tweewielers. Zo werd hij een gedwongen verzamelaar. Inmiddels staan er meer dan
16
honderd exemplaren in zijn museum. Cor scharrelt ze bij elkaar op beurzen en via vrienden in zijn scooternetwerk. Hij knapt ze zelf op. Cor is een handige jongen. Zijn vader was rijwielhandelaar in Raamsdonkveer. Ook Cor heeft gehandeld in tweewielers. Puchjes, Solexen. Fietsen zijn in de minderheid in het museum. Ze staan weggestopt in een hoekje. Cor loopt er snel aan voorbij. Wel stipt hij de zwarte fiets aan die in de film Oorlogswinter is gebruikt. Toch leuk, ook al was het boek beter. Nee, dan de scooters en bromfietsen. Zodra Cor die ziet, begint hij zelf te brommen en te snorren dat het een aard heeft. De Vespa, de Zündapp, de Cimatti: in een wervelwind van verhalen racen ze voorbij. Pk’s zus, tweetaktmotoren zo. Ik snap er weinig van, maar dat deert niet. Luisteren naar Cor is als luisteren naar klassiek. Ook daar snap ik weinig van, maar ik hoor wel dat het mooi is. Als de taxi me weer ophaalt, zie ik bij de ingang foto’s hangen van jonge vrouwen op scooters. Uitdagend kijken ze de camera in. Cor lacht. Al jarenlang komt een fotograaf bij hem licht erotische foto’s maken van vrouwen op tweewielers. Voor kalenders en posters. Cor: “De scooters worden ieder jaar ouder, de vrouwen niet.” De taxi rijdt weg. Bezorgd vraagt de chauffeur of ik nu eindelijk naar het terras ga. “De meisjes wachten niet.” Ik kijk uit het raam. Weilanden trekken voorbij, hier en daar een boerderij. “Waar ik vandaan kom, blijven de meisjes eeuwig jong”, zeg ik. De rest van de rit zegt de chauffeur niks. Maar ik hoor ’m denken: rare jongen. Tekst Bart Smout Fotografie Erik van der Burgt
MEST nr 14
Tweewieler Museum De Scooter
Heischoorstraat 4, Zundert Open wo t/m za 10-17 uur, anders op afspraak. Info: 076 5975913 of museum@lambretta-net.nl MEST nr 14
17
Ouderliefde, zuiver als rozenwater? ant, ord -Brab en van No pp a h een c in ls n hande neelgeze , slaan de rijkste to is g m n te la r e A b heater g. De twee neel en T orstellin elijke To familievo e r e d n Het Zuid bijzo DE. voor een s, DERLIEF un ouder OVER OU en voor h r e d in k . fde van kinderen ggen: lie voor hun Dat wil ze s r e d u o rd e. n rna gebeu en die va at er d a a
te ea Th
w . gingen en ou le vard en sen weg estiva l B Theaterf d e grote m n oe va H : ie el it T it end e ed : eerstkom P rem ière
lB va sti rfe d, ar lev ou
Vijf MEST-redacteuren schrijven een persoonlijke bijdrage over ouderliefde, geïnspireerd door een boek, film of liedje. De beeldmensen van MEST geven hun visuele interpretatie. ‘Erger is de angst dat mijn vader opduikt in mij als ik nieuw leven schenk’.
14 4s, stu gu au De nB . ch os
ww . .nl rd va ule lbo va sti fe w. : te zijn l v o or e rh a a e l v it d z ow ven . e? k op b o n Da le e r s om rliefd Oude eur over de t volgens Va ren a ls a nd z e n e d e g k Om n k in bet e oor hu liefde oud e r a n oud e r s v v e liefd
18
MEST nr 14
Maria van der Heyden — Foto van mijn zoon in Toyobo-print MEST nr 14
19
Janine Hendriks — D eze stoel gaat al drie generaties mee. Allemaal zaten we erin: mijn moeder, ik, mijn zonen. Kartondruk met spookbeelden van de roller.
MEST nr 14
zonder liefde is niet te doen . Dus pakken ze hun stuk staat stil. karren vol huisr Mag dat wel in aad, theate een enigszins scha Regie: Jetse Ba r? telaan (Theater amtevol maar Ar temis) Ar tistiek advie vastbesloten. Er s: Piet Menu (H st aa t een kind op. Ze vertrekken et Zuidelijk To ne el) Ee n . In de ki nd huizen van het ui t het publiek. H NEDERL AN DS dorp slapen de et klautert he E PR EMIÈR E: kin- neel op t toderen. Zij wet Theater festiv . Het lijkt te w al Boulevard, en nog van niks et en do . W w nd eg aa erd zijn de grote m r het ag 11 augustus, heen moet. Ee 15.00 uur. ensen. De muz n ander kind vo www.hzt.nl iek houdt op, het lgt, het kind dat m toneel is leeg, et jou meekwam het w ww.artemis.nl misschien wel . Wat nu?
aarna gebeurd e gen en wat er d ensen weggin
We zien straks op het toneel een middeleeuws plagen besche dorp. Het ruik rmen. Een zwaa t naar vers hooi, in de r en ruig bestaan, m verte klinkt m aar vol toewijd uziek. Voor op in g en lie fde. het podium ve rtelt een marskram To t nu to e. er een verhaa Want de oude l. Over beslo rs hebben hardwerkende ten weg te ga ouders, die hu an. Ze houden n kinderen, desn ni et m eer van hun kr oods met hun oost. Zomaar, eigen opee leven, tegen w ns. Ze hebben olven of ande het nog even re geprobeerd, m aar opvoeden
Hoe de grote m
MEST nr 14
I
Zuiver als rozenwater?
E
en vader gooit zijn achtjarige, tengere dochter met een boog over de rietkraag heen, de vaart in. Zij zwemt naar de steiger, hij steekt zijn hand uit en trekt haar uit het water. Brengt haar terug naar het begin, en gooit haar opnieuw. Ze doen het nog eens. En nog eens. Hij gooit steeds hoger, zij wordt steeds vermoeider – en uiteindelijk gaat het bijna mis.
Hokwerda, in Oek de Jongs Hokwerda’s kind, noemt zijn dochter zijn oogappel, en wanneer hij dat woord zegt, schiet hij vol. Hij adoreert haar. Die overweldigende liefde die we voor onze kinderen voelen, gewoon als we naar hun schoudertjes kijken, hun lieve knietjes, hun ogen, ja, die voelen wij ook. En zo hoort het. De moeders en de vaders aan de rand van de speeltuin zeggen het tegen elkaar: Ja, natuurlijk, je hebt er je handen vol aan, maar uiteindelijk zijn het toch schatjes. Als Hokwerda, staand op het steigertje, naar zijn dochter kijkt, die vanuit het water naar hem opkijkt, hijgend en watertrappend, wacht hij met het uitsteken van zijn hand. En hij denkt: met mijn klomp kan ik dat kopje onder water duwen. Lang. O nee, dát voelen wij nooit, die Hokwerda is een gevaarlijke gek. En als we het voelen ontkennen we het, want onze ouderliefde is zuiver als rozenwater. Uiteindelijk trekt de vader zijn dochter uit het water, zij klemt zich als een aapje aan hem vast. 'Haar hart hamerde tegen de zachte ribbenkast, zo hard dat hij het voelde tegen zijn eigen borst’.
Anneke van Wolfswinkel
21
Suzanne Hertogs — collectie: plezier \ pijn & verdriet / slapen + broederliefde
22
MEST nr 14
II Straks verkopen we je aan de zigeuners
“K
i jk maar uit!” waarschuwen we de dochter, als ze zeurt op reis, “straks verkopen we je op de markt aan de zigeuners!” Het dreigement sorteert het meeste effect in schimmige oorden als Tirana, Prizren of Baku, waar een dergelijk scenario voor haar niet ondenkbaar is.
III
Alsof het feit dat hij leefde mijn liefde voor hem had geblokkeerd
D
e liefde van een kind voor zijn ouders is een kwetsbare en stekelige. Het kan een liefde uit plichtsbesef Voor ons ook niet trouwens. In gedachten zien we dochterlief al geketend in zijn: wanneer je als kind een huifkar als slaafje of circusaapje het wilde oosten doortrekken. vindt je dat je van je ouders móet houden, puur omdat ze je ouders zijn. Van een nachtmerrie – je kind kwijtraken – een running gag maken, zo hoTot ik hem maart vorig jaar zag liggen in het ziekenhuis – geveld door een hartinpen we het ongeluk te bezweren. En omarmen we haar op curieuze wijze met onmetelijke liefde. De arme vader in de film L’Enfant (Jean-Pierre en Luc farct, kunstmatig in coma gehouden, snel Dardenne) heeft zijn pasgeboren zoon écht verkocht. Voor vijfduizend euro. verzwakkend – had ik een uiterst stugge Meteen erna raakt hij volledig in paniek; band met mijn vader. Wat het betekenhij had de ingebakken liefde voor zijn de als ik zei dat ik van hem hield, wist ik zoon niet meegerekend. niet. Mensen schrokken van de kille toon waarop ik over hem sprak. Ik leek het te hebben over een vervelende vriend die ik De Dardennes brengen vaker de ouliever kwijt was dan rijk. derkind-relatie subliem in beeld, zie Toen ik hem daadwerkelijk verloor, verLa Promesse, over de moeizame maar onvoorwaardelijke liefde tussen een dween het allemaal: de wrok die ik gesjacherende vader en medeplichtig gewend was te voelen, de almaar herkauwde verwijten, de teleurstellingen. Alsof ze er maakte zoon; Le Fils, over een vader, eigenlijk nooit hadden hoeven zijn. Alsof een (dode) zoon en diens moordenaar; of het feit dat hij leefde mijn liefde voor hem Le gamin au vélo, waarin vader niets met zijn jonge zoon te maken wil hebben: een had geblokkeerd, en we nu pas konden zijn wie we al die tijd waren: hij mijn personage dat door niemand begrepen vader, ik zijn zoon. wordt. Aan zijn sterfbed probeerde ik hem in mijn hervonden gevoelens te laten delen, door mijn hand op de zijne te leggen en door tegen hem te praten. Ik weet niet wat hij daarvan meekreeg, en of hij me hoorde. Waar Britse geestverwanten Loach en Dat ogenblik uit mijn leven zou ik willen plaatsen naast een van de mooiLeigh melodramatisch werden, bleven de films van de Luikse broers hartverste scènes uit Bob Rafelsons Five Easy Pieces (1970): die waarin Bobby (Jack Nicholson) voor het allerlaatst contact probeert te leggen met zijn scheurend en – zeker voor een vader – uidoor hersenbloedingen verlamde, stervende vader. Een man met wie Bobby termate herkenbaar. nooit goed contact heeft gehad. “Ik denk dat, als jij nu kon praten, we waarHet Zuid-Limburgse drama Gluckauf schijnlijk helemaal geen gesprek zouden voeren”, zegt Bobby, in de buitenkomt qua gevoel soms even in de buurt. lucht zittend naast de rolstoel van de oude man. In een verstikkende relatie tussen criWat me ontroert is dat Rafelson, ondanks het feit dat Bobby's vader niets terug kan zeggen, toch met close-ups van diens gezicht komt. Twee, drie minele vader en zijn zoon wint de liefde korte shots zijn het, die je de kans geven om op dat lamgelegde gezicht te het nipt van de vuist. Zoals het dankzij zoeken naar een laatste glimp expressie. Op die momenten ben ik even hediezelfde, soms ondoorgrondelijke kinderliefde ook steeds weer goed komt tuslemaal niet bezig met Bobby en zijn frustraties, maar probeer ik enkel een mooie, liefhebbende vader te zien. sen de rebellerende puberdochter en de ouders, net voordat ze het kind écht aan de zigeuners willen verkopen. Kevin Toma Dieter van den Bergh
MEST nr 14
23
IV
The End
W
el zeven keer. Of acht. Tot de nieuwe dag begint. Zo vaak draai ik die nacht The End van Nico. Zij heeft een grafkelderstem met een trapje erin. Afdalingen in D-mineur. Schokkerig, donker. Nico houdt niet van zaklampliedjes.
Ze is een ex-fotomodel uit Duitsland, heroïneliefje van The Velvet Underground. In The End zingt ze over een zoon die op een nacht aan het echtelijk bed verschijnt. Hij komt geen aspirientje halen. ‘Father, I’ve come to kill you’, fluistert hij. Aan Jim Morrisons versie van The End kun je ontsnappen, maar bij Nico helpt er geen moedertjelief aan. Zij zingt wetten. Die zomernacht in 1978 leert Nico mij wat opvolging betekent. Ooit neemt de zoon de plaats in van de vader. Geen 24 of 26 jaar later. Maar een kwart eeuw. Huiver houdt van ritmiek. Een bloedhete dag in 2003. Vader, moeder en kind zoeken verkoeling aan het Engelermeer in Den Bosch. Willem (5) wil telkens opnieuw zwemmen. Moeder blijft bij spulletjes, vader-met-krant gaat mee. Vanaf het strand zal hij lezen en toekijken. Het kind bedenkt een wedstrijd met zichzelf: rennen, duiken, onder water zwemmen. Tot voorbij de drijvende ketting. Weer terug. Wel 112 keer. Alarm. Na 111 keer kijken, met een half oog. Het water is sprakeloos en bruin. Mijn zoon is weg. Hij ligt ergens op de bodem. Alleen het Engelermeer en ik weten dat. Blinde paniek. Ik ren het water in. Dieper. Twee maaiende handen, op zoek naar mijn zoon. Enkele omstanders waden mee. Drie, vier minuten lang. Nergens luchtbellen. In mijn ziel start een pick-upje. Iemand draait The End achterstevoren. De vader doodt zijn zoon. Blauwe zwembroek, wit touwtje. Een bedrukt kind op een badhanddoek. Hij leunt tegen zijn sussende moeder aan. Hij is vliegensvlug het water uitgerend. Alleen maar voor de grap. The End duurt 9m28s. Vaderliefde langer.
Eric Alink 24
MEST nr 14
V
De angst dat mijn vader opduikt in mij
S
oms duikt hij zomaar op. In de winkelstraat of in de supermarkt. Mijn vader. Lang grijs haar, een baard, blauwe ogen. Al tien jaar heb ik hem niet meer bezocht of gesproken. We wonen in dezelfde stad. We komen elkaar weleens tegen. Soms kruisen onze blikken elkaar. Dan kijken we snel weg en doen we alsof we elkaar niet zien. Na de scheiding is het contact verbroken. Mijn vader was een dominante man. Hij schreeuwde veel, vooral ’s avonds en ’s nachts tegen mijn moeder. Bang lag ik onder de dekens, hopend dat de storm zou gaan liggen. Later, toen ik sterker werd, kwam ik in verzet. Het verzet haalde weinig uit. De nachten bleven gevuld met geschreeuw, de dagen met een ijselijk zwijgen, stilte voor de storm. Na de scheiding wist ik dat we elkaar nooit meer zouden zien. In de roman In goede handen van Robbert Welagen twijfelt de hoofdpersoon Erik Bergmans of hij kinderen wil. Op een dag ziet hij iemand lopen die sprekend op hem lijkt. De man ziet er succesvol uit, als een betere versie van Bergmans. Een versie die hij liever had willen zijn. Het zet hem aan het denken over zijn jeugd en het vaderschap. Als ik mijn vader onverwacht tegenkom, zie ik een oudere versie van mezelf. Een versie waarin ik nooit wil veranderen. Over kinderen zijn mijn vriendin en ik het eens. Ze zullen er nooit komen. Een afwezige vader die soms opduikt in de stad, daar kan ik wel mee omgaan. Erger is de angst dat mijn vader opduikt in mij als ik nieuw leven schenk.
Bart Smout
MEST nr 14
25
26
MEST nr 14
s e t y b voor HOE ME D IAW IJ S MOETEN ONZE K IN D E R E N Z IJ N ?
MEST nr 14
27
Als we praten over de gevaren die onze kinderen lopen op internet en social media, hebben we het meestal over sexting, online pesten en andere digitale ellende. Maar er is ook steeds vaker een ander geluid te horen: de roep voor digitale emancipatie van de nieuwste generaties digital natives. Maak van digitale consumenten digitale producenten, dat maakt onze kinderen (en onszelf ) weerbaarder tegen de gevaren op internet.
Hoe jong beg in
nen?
Kinderen tot tw ee jaar hebben meer aan een dan aan een ta blokkendoos blet. Remco Pi jpers van Mijn Kennisnet, ge Kind Online – eft aan dat te intensief gebr media ten kost uik van digitale e gaat van de breinontwikke kinderen. Sim ling van pelweg omdat kinderen die ve media bezig zij el met digitale n, minder tijd kunnen bested ontdekken en en aan het ervaren van de wereld om he n heen.
en zoon van een goede vriendin loopt naar de televisie en swipet met zijn vinger over het scherm. Hij wil zappen. Met verbazing sta ik ernaar te kijken. Lachend vertelt mijn vriendin dat hij dat ook al probeerde met de pagina van een papieren boek. Haar tweejarige zoon is een exponent van de tabletgeneratie. Massa's kinderen krijgen een iPad op schoot en zijn daar al snel handiger in dan hun ouders. We kijken daar lachend naar en zeggen dat het zo ontzettend gemakkelijk is dat er nog
28
maar één knop op een tablet zit. Alles is gemaakt voor de intuïtieve gebruiker. Vivian van Gaal - educatiespecialist bij de Eindhovense expositieruimte MU herkent dat van haar eigen kinderen. “Zij waren er ook al vlug heel bedreven in. Tegenwoordig is alles zo intuïtief en visueel gebouwd, dat de achterkant van de computer onzichtbaar geworden is. Kinderen en jongeren hoeven zich niet bezig te houden met de processen, want dat heeft Steve Jobs al gedaan. Met één druk op de knop werkt alles.” MEDIAWIJSHEID
Eén volle slapeloze maand. Dat is de gemiddelde tijd die jongeren jaarlijks doorbrengen op social media. In 2005 lanceerde de Raad voor Cultuur al het begrip 'mediawijsheid'. De definitie van de raad: ‘Mediawijsheid staat voor het geheel
van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld’. Dat is een ingewikkelde definitie. Vooral omdat ouders en onderwijsspecialisten vervolgens uitdrukkelijk gevraagd werd kinderen mediawijs te maken. Zij moesten een praktische vertaling geven voor iets dat opeens benoemd werd als een dreigend probleem. Maar hoe zorg je ervoor dat jongeren mediawijs worden? En wat gebeurt er als we dat niet doen? DIGITAL NATIVES
Eerst een optimistische noot. Er hoeft niets fout te gaan. Vivian van Gaal moet bekennen dat, hoewel ze op haar werk veel bezig is met mediawijsheid, ze er thuis niet echt bovenop zit. “Ik hoop dat bij ons een
MEST nr 14
Creatieve Code
Mediawijsheid? Cubiss: Mirjan Albers, adviseur educatie bij woord het sen men veel en kenn “Nog altijd buren mediawijsheid niet. Als ik aan mijn n ze niet zou vertellen wat ik doe, dan wete het wat en legg ga uit ik at Totd is. wat het het op ia med van inhoudt en dat de impact aal allem het Dat is. t groo zo n dagelijks leve en kunn t moe je die it draa en niek tech om uiken.” begrijpen om ze ook te kunnen gebr
sfeer is waarin mijn kinderen alles durven te bespreken. Ook als ze iets geks tegenkomen op het internet.” “Voorlopig ben ik vooral druk ervoor te zorgen dat mijn kinderen méér doen dan achter een schermpje zitten. Maar als ze straks ouder worden, wil ik er meer mee bezig zijn. Ik wil ze dan programma's en tools aanreiken waarmee ze zelf aan de slag kunnen en bijvoorbeeld iets kunnen programmeren.” De kinderen van Vivian van Gaal horen bij de zogenaamde digital natives. Een term die de Amerikaanse wetenschapper en onderwijsdeskundige Marc Prensky in 2001 introduceerde. Bijna een kwart van de Nederlandse bevolking is geboren na 1996 en hoort bij die digitale autochtonen, mensen die zijn opgegroeid met de computer, tablet en smartphone. Veel volwassenen
MEST nr 14
gaan ervan uit dat deze jongeren alles al weten, omdat ze niet beter weten. Maar dat is een misvatting. Het feit dat jongeren opgegroeid zijn met het internet, wil niet zeggen dat ze zich ook bewust, kritisch en actief in het medialandschap kunnen voortbewegen. Kortom: wie om kan gaan met media reflecteert niet automatisch op zijn eigen mediagebruik. En juist die reflectie maakt iemand mediawijs.
De Creatieve Code is ontstaan uit de verbazing die Vivian van Gaal voelde toen ze zag wat er op scholen onderwezen wordt. “Bij MU combineren we kunst en techniek. Er wordt heel veel interessante kunst met de computer gemaakt. Maar als ik dan op scholen kijk wat daar onderwezen wordt, gaat het om knippen en plakken. Daar zit echt een gat. De computer is een niet meer weg te denken onderdeel van ons leven. En ik vind het gek dat die dan vervolgens niet gebruikt wordt om iets te creëren.” Doordat de Creatieve Code op een zachte manier kinderen om leert gaan met ICT, doen ook veel kinderen mee die niet per se geïnteresseerd zijn in techniek. Aan de Code werken ook kunstenaars mee. Van Gaal: “Onze aanpak doet een beroep op creativiteit en gevoel. Het spreekt daardoor meer tot de verbeelding. Kinderen zetten een door ons voorbereide tekenrobot in elkaar en maken daarmee hun eigen tekening. Daarvoor moeten ze de robot programmeren. Uiteindelijk levert dat een tastbare tekening op waar kinderen trots op zijn.”
BUITENSPEL
Samen met onder andere Kunstbalie (provinciaal expertisecentrum voor kunsteducatie en kunstbeoefening) heeft MU Eindhoven een project opgezet dat kinderen en jongeren mediawijs moet maken, de Creatieve Code (zie ook kader). Het idee erachter is simpel. Door zelf te iets te maken, leren kinderen hoe het werkt. Ze kijken aan de achterkant van een systeem en scheppen iets nieuws. Kinderen en
29
Cubiss-projecten Cubiss heeft in Noord-Brabant 23 projecten opgezet voor het vergroten van mediawijsheid die zich allemaal richten op kinderen en jongeren. Om die doelgroep te bereiken worden ook andere groepen aangesproken, zoals ouders en docenten. Mirjan Albers van Cubiss: “Van docenten uit het voortgezet onderwijs krijgen wij veel vragen over social media. Soms gaat het om een kleine vraag, of een leerkracht bijvoorbeeld Facebookvriend moet worden met een leerling. Maar het kan ook gaan over hoe mediawijsheid in alle vakken logisch geïntegreerd kan worden.”
jongeren leren zo dat de computer geen gesloten systeem is. Daarbij wordt kunst ingezet als middel om kinderen mediawijs te maken. Harm Hofmans, consulent mediakunst bij Kunstbalie: “Het debat rondom mediawijsheid richt zich veelal op de wijze waarop media worden gebruikt, je de juiste informatie kan vinden of toepassen en hoe je kritisch om kunt gaan met apps en informatie. Maar het zou ook moeten gaan over het creatief oplossen van problemen. In plaats van iemand als consument van media te zien, kan hij ook zelf maker worden.” Vivian van Gaal: “Mijn ouders zijn de zolder aan het opruimen en af en toe krijg ik nu een doos met spullen uit mijn jeugd. In een oud tijdschrift stond een verhaal over kinderen die hun ouders computerles geven. In die tijd moest je weten hoe een pc werkte om �m te kunnen bedienen. Dat is nu helemaal niet meer zo. Als consument is dat prettig, maar het zet je ook buitenspel. Want je hebt geen flauw idee meer wat voor processen aan een website of programma ten grondslag liggen." ZELF LEREN STUREN
Maar waarom zouden we ons druk moeten maken om de achterkant van een proces? Waarom zouden we, kortom, mediawijs moeten zijn? Volgens Harm Hofmans van Kunstbalie is controle cruciaal. “Als je enkel optreedt als gebruiker, laat je de controle over aan anderen, zoals grote 30
bedrijven en hackende criminelen. Zij maken tools en uiteindelijk een leefwereld, waarin je als gebruiker gestuurd wordt. Door zelf te leren hoe je iets maakt, leer je ook te sturen.” Ook Mirjan Albers, adviseur educatie bij Cubiss (provinciale organisatie die organisaties zoals bibliotheken adviseert over en ondersteunt bij vraagstukken rond lezen, leren en informeren) wijst op het belang van zelf produceren. “Ik merk dat steeds meer kinderen en jongeren zelf gaan ontdekken. Dat zien we ook op scholen. Daar ontstaan medialabs die kinderen uitdagen om zelf aan de slag te gaan. Wij stimuleren scholen, bibliotheken en pabo's ook om dat te doen. Spelenderwijs leren kinderen zo veel meer.” SEXTING
Maar meer zelf produceren beschermt je nog niet tegen andere gevaren op het internet, vindt ook Mirjan Albers. Daarom: “Net zoals we jongeren proberen aan te zetten om zich veilig in het verkeer te bewegen, of niet met vreemden mee te gaan als ze buitenspelen, moeten we hen ook leren zich veilig online te bewegen. Jongeren kunnen het slachtoffer worden van leeftijdsgenoten, volwassenen of bedrijven met slechte intenties. Pesterijen, racisme en andere vormen van geweld komen online voor. Daarnaast komen jongeren ook in contact met nieuwe vormen van marketing en wordt hun persoonlijke informatie gebruikt voor het aanbieden
van gepersonaliseerde reclame. Daarover moet je jongeren voorlichten.” “Als ik voor een klas sta en dit onderwerp behandel, vraag ik leerlingen om zich voor te stellen hoe het zou zijn om in je nakie in een voetbalstadion te staan terwijl iedereen foto's van je maakt. Dan snappen ze het meteen. Wanneer het over mediawijsheid gaat, worden vaak de negatieve kanten van media benadrukt. Ik vind dat jammer, want er is ook heel veel positiefs mogelijk. Bij onderwerpen als sexting en online pesten is het heel belangrijk er over te blijven praten, zodat jongeren zich bewust worden van de effecten van hun gedrag." GEZOND KRITISCH
Vivian van Gaal beaamt dat en kiest voor een gezond kritische houding ten opzichte van de invloed van digitale media. “Een paar jaar geleden werden topmannen binnen de digitale wereld geïnterviewd. Steve Jobs bekende dat zijn kinderen niet op de iPad mochten. Evan Williams, één van de oprichters van Twitter, zei dat zijn kinderen de beschikking hebben over honderden boeken, in plaats van een iPad. Kortom: ik blijf er op hameren dat mijn kinderen ook wat anders doen. Dat is ook mediawijsheid. Op tijd het beeldscherm uitzetten.” A
Tekst Mijke Pol Illustratie Sarah Yu Zeebroek MEST nr 14
Media lab van Cinekid in Braban t Het Cinekid MediaLab is de grootste interactieve digitale speeltuin van de wereld. Een lab vol met de nieuwste games, virtual reality installaties, 3D-werelden, puzzelen, programm eren, de nieuwste apps en de leukste workshops om zelf aan de slag te gaan. Cubiss haalt dit najaar het Medialab naar Brabant. Het lab kan bezocht word en in Tilburg, Breda en Eindhoven, tijdens het Med ialab Festival.
MediaBattle - Omroep
Brabant
uwe Omroep Brabant de nie Vanaf september zendt et op inz ust bew die , uit tle jongerenquiz MediaBat z diawijsheid. Tijdens de qui het bevorderen van me en ond gev de en en inzett moeten jongeren media informatie beoordelen.
Nog tot 31 december 2016, de tentoonstelling WAANZIEN in het Bredase beeldmuseum MOTI. Centrale vraag: wat doet beeld met jou en wat doe jij met beeld? Petra Boers en Suzanne Hertogs (ook vormgever van MEST), de makers van boektijdschrift DUF, stelden met MOTI een tentoonstelling samen over de vele kanten van beeldcultuur. Ook de meest recente editie van DUF, Waanwijs, staat in het teken van mediawijsheid.
MEST nr 14
31
Van de ondergang gered D E P LO E G I N B E R G E I J K
De oude fabriek van weverij De Ploeg in Bergeijk is het enige industriële complex dat Gerrit Rietveld ooit ontwierp. Het unieke gebouw stond de afgelopen jaren te verpieteren, maar krijgt nu een nieuwe bestemming. Het bedrijf Bruns, dat onder andere musea inricht, wil het pand rond kerst dit jaar betrekken. De grootschalige restauratie startte in mei. Anke van Iersel maakte voor MEST een fotoserie.
‘De Ploeg’ is niet alleen bijzonder omdat het ‘een Gerrit Rietveld’ is, en de enige fabriek die hij ooit ontwierp. Ook de combinatie met de vormgeving van het groen door tuinarchitecte Mien Ruys maakt het complex uniek. Evenals de bijzondere, gebogen sheddaken. De fabriek, ontworpen voor de bekende stoffenproducent De Ploeg (nog steeds bestaand), ging open in 1958. De sheddaken zorgden voor voldoende licht; belangrijk als je met stoffen en weefgetouwen werkt. De maten van het gebouw waren afgestemd op de breedte van de enorme weefgetouwen; vorm volgt functie.
De Ploeg verliet het gebouw in 2007. Sindsdien stond het leeg, kreeg het in 2008 de status van rijksmonument, maar ondertussen kroop het onkruid over de daken. Het Bergeijkse familiebedrijf Bruns, onder andere bekend als inrichter van musea, kocht het complex eind 2015. Met financiële steun van de provincie en de gemeente Bergeijk. Het park van Mien Ruys krijgt een openbare functie, Bruns vestigt zich na de restauratie in het pand. Er komen werkplaatsen, kantoorruimtes, maar ook een ontvangstruimte en showroom. Met natuurlijk aandacht voor de geschiedenis van het complex en zijn ontwerpers. Meer info: www.deploeg.bruns.nl
MEST nr 14
33
34
MEST nr 14
MEST nr 14
35
36
MEST nr 14
MEST nr 14
37
Fotografie Anke van Iersel | Model Monique van Rooy | Stoel: Rietveld | Kussen: gemaakt van restanten meubelstoffen, o.a. van De Ploeg, www.kus-sen.nl
38
MEST nr 14
MEST nr 14
39
[advertentie]
Op zoek naar personeel om het nieuwe culturele seizoen goed mee te starten? Verspreid dan je vacature via MEST! WAT MOET JE DOEN?
• Mail je vacature, inclusief link, naar redactie@mestmag.nl
WAT DOEN WIJ VOOR JE?
• Wij maken je vacature mooi op • We plaatsen je vacature op Mestmag.nl, Facebook, LinkedIn en twitter • We bereiken zo meer dan 10.000 mensen
EN DAT HELEMAAL GRATIS EN VOOR NIKS!
De afgelopen tijd zochten deze organisaties via MEST hun nieuwe medewerkers:
WWW.MESTMAG.NL
facebook.com/MestMag
@mestmagazine
mestmagazine
linkedin.com/company/ mest-magazine
MEST nr 14
41
VERGETEN
HELDEN
Vergeten helden van Brabantse grond, die meer verdienen dan een voetnoot in de cultuurgeschiedenis. Een ereschavot.
Aflevering 6:
Dick Verdult
V
an experimenteel kunstenaar in de ondergrondse Hollandse klei tot muzikale volksheld in Latijns-Amerika. Geen doorsnee carrière. Bij Dick Verdult (1954) is niets doorsnee.
Eigenlijk is het ondoenlijk, een portret schrijven over deze man. Te breed, te ondoorgrondelijk, te goed ook. Onbegrijpelijk dat er in sommige, dubieuze kringen soms wat lacherig wordt gedaan over de geboren Eindhovenaar. Misschien is het zijn outfit, een skeletpak, of zijn vriendelijke, maar ook ietwat vage blik: aan een val uit de wieg hield hij een glazen oog over. In 1956 belandt Dick Verdult in Guatemala, vanwege een uitgezonden Philips-vader. Hij verhuist twintig jaar lang twintig keer. Via Argentinië naar Parijs, van San Francisco tot Zuid-Afrika. Om in de jaren tachtig weer thuis te komen in Eindhoven. Hier werkt Verdult aan een verdienstelijke carrière als homo universalis. Hij filmt punkbands voor tv-programma NEON, maakt linosneden en installaties met video, muziek en film. Verdult is een pionier in de ‘multimediakunst’, nog voordat het woord is uitgevonden. BETAALBARE WAANZIN
De eigenzinnige Eindhovenaar is oprichter en directeur van het Instituut voor Betaalbare Waanzin, dat behalve waanzin ook manipulatie, vaagheid, humor en engagement hoog in het anarchistisch vaandel heeft staan. Er volgen honderden crossmediale performances, installaties en andere activiteiten in binnen- en buitenland, van New York tot Barcelona. Als G-Force (‘de kracht van de zachte G’) maakt hij speelfilms, zoals Boer of Duty, ‘Brabants eerste gezellige oorlogsfilm’, waarin kunstenaars het Vietnam-drama op eigen wijze naspelen. Het werk van Verdult is geestig, intelligent en volkomen authentiek, verwant aan Dada en Fluxus, maar lastig te omschrijven. Maar met stads- en generatiegenoten René Daniëls en Henk Visch en geestverwant John Körmeling behoort hij tot het allerbeste van de Eindhovense kunstscene.
42
SEXY VOLKSMUZIEK
Niet minder indrukwekkend: zijn vrolijk elektronisch vervormde versie van de Colombiaanse cumbia, de meest sexy volksmuziek van Zuid-Amerika. Vanuit Argentinië stortte Verdult zich vanaf de eeuwwisseling als Dick El Demasiado (Dick de Mateloze) op cumbias lunáticas en cumbias experimentalis en toert hij als dj en met band langs volle zalen in Latijns-Amerika. Zes voortreffelijke cd’s maakte hij op het Tomenotalabel, waarvan vooral het briljante Sin pues nada uit 2006 van harte aan te bevelen is; integraal te beluisteren op YouTube. Als muzikant is hij een (cult)held in zuidelijk Amerika, Japan en Rusland, maar wordt hij volkomen genegeerd in Nederland. Verdult hoeft ook niet zo nodig. “Ik ben een veteraan die niet erkend wil worden.” In de ‘periferico’ voelt hij zich thuis. “Het voordeel van de periferie is dat het per definitie een onpeilbaar terrein is waar je lenig steeds andere vormen moet aannemen.” SALONFÄHIG
De Osse filmer en muzikant Luuk Bouwman, die eerder voor zijn gabberpunkband Aux Raus met Verdult muziekclips opnam in Zuid-Amerika, werkt aan een documentaire over de kunstenaar. Als kunstenaar lijkt hij de laatste jaren in Nederland toch warempel (weer) salonfähig te worden en wordt er door musea ineens van alles aangekocht. Wat tegenwoordig zijn vaste woon- en verblijfplaats is, is wat schimmig. Maar hij schijnt afwisselend te verblijven in Eindhoven (bij Artspace Flipside heeft hij een werkruimte c.q. mobiel atelier), in Spanje (het stoffige Calanda in Aragon, om filmmaker Luis Buñuel te eren, die daar werd geboren), en in Argentinië. Het Van Abbe wist Verdult al eerder op waarde te schatten, zij het volgens sommigen twintig jaar te laat. In 2011 werd hij in het gerenommeerde Eindhovense museum in acht zalen geëerd met een overzicht van zijn 40-jarige carrière. Tekst Dieter van den Bergh Illustratie Trumpstein & De Leijer MEST nr 14
Dick El Demasiado staat op 27 augustus op het (gratis, maar erg fijne) Zomerparkfestival in Venlo. MEST nr 14
43
STUDIO SMACK ‘VERBOUWT’ DE TUIN DER LUSTEN
“Wij zijn 44
MEST nr 14
evil” MEST nr 14
45
Studio Smack is een van de meest toonaangevende animatiestudio’s van ons land. Hun nieuwste werk is een ‘digitale verbouwing’ van de Tuin der lusten van Jeroen Bosch. Nog tot 31 december te zien in museum MOTI in Breda. “Misschien kunnen we in de toekomst kiezen of we een auto willen worden. Of een theepot.”
V
oor Greenpeace maakten ze prikkelende campagnefilmpjes over klimaatveranderingen. The Lion King without animals, bijvoorbeeld. Hun animaties wijzen geregeld op de sluimerende invloed van advertenties en beeldmerken. Ook hun nieuwste werk, een hallucinante variatie op Jeroen Bosch’ Tuin der lusten, houdt de toeschouwer een spiegel voor: de monsters die een enorm scherm bevolken in het Bredase MOTI, staan stuk voor stuk voor de uitspattingen van de 21-eeuwse westerse beschaving – van een hoerige Hello Kitty tot een op coke jagende piemelslang. Consumentisme, eigenliefde, escapisme, erotiek, het krioelt in de nieuwe Tuin der lusten allemaal door elkaar. VUNZIGE LIEDJES
In hun Bredase atelier, een open ruimte in een kunstenaarsloods aan het riviertje de Mark, vertellen Ton Meijdam, Thom Snels en Béla Zsigmond over hun werkproces. En over hoe ze elkaar leerden kennen als studenten aan kunstacademie St. Joost. Over de macaroni met smac die Meijdam en Snels toen veelvuldig aten, de vunzige liedjes, hoorspelen en melige nasynchronisaties van bestaande filmpjes waarmee ze zich bezighielden. Experimenteren, spelen en bier drinken, daar kwam het elke donderdagavond op neer. Tot de van oorsprong Hongaarse Zsigmond zich bij het duo voegde, de smac plaatsmaakte voor kip met hete paprika, en de ambitie groeide om gedrieën serieus aan de slag te gaan. Wat bracht jullie samen? zsigmond: “De speeldrift. En de verwondering. We verbazen ons graag over iets dat vanzelfsprekend lijkt. Iedereen moet slapen. Maar stel dat dat niet meer hoeft. Wat zouden de sociale gevolgen zijn? Iedereen twee banen? Iedereen een dubbelleven?”
een slankere kuit? En als je met de hele aardbol in de weer zou gaan, hoe zou die er dan uit zien? Wat als je de vijf machtigste landen ter wereld tien keer zo klein maakt? Dat werd uiteindelijk het uitgangspunt voor Pimp my planet (2010). Het hoofdpersonage heeft de aarde als een gigantisch touchscreen voor zich en verandert de bol naar hartelust.”
“Wat als je de vijf machtigste landen ter wereld tien keer zo klein maakt?” snels: “Zo gaat dat dus vaak: ideeën spugen en daar met z’n drieën onze gedachten over laten pingpongen.” zsigmond: “Op een gegeven moment zie je dan aan de lichaamstaal van de ander dat een idee echt begint te broeien.” meijdam: “Tegen die tijd zitten we ook niet meer, maar lopen we hardop pratend door elkaar. Als een Siamese drieling.”
“Van zulke gedachte-oefeningen houden we complete lijstjes bij, mochten ze een keer van pas komen. Een paar jaar geleden zaten we in de trein en hadden we het erover dat je tegenwoordig alles kunt pimpen, van je auto tot je lijf. Wat is dan de volgende stap? De laars van Italië is best een ouderwets model. Waarom die niet een wat puntigere hak geven, een dunnere neus,
46
MEST nr 14
ENGAGEMENT ALS BIJVANGST “Toen mijn dochter nog klein was zei ze dat ze later een auto wilde worden”
Maatschappelijk betrokken jongens dus, de gasten van Studio Smack. En toch: wil je dat Ton Meijdam (43), Thom Snels (37) en Béla Zsigmond (41) een vies gezicht trekken, dan moet je hen vooral geëngageerd noemen. Meijdam: “We zeggen met ons werk nooit: dit is moreel correct en dat niet. We willen hoogstens tot denken en discussies aanzetten.” zsigmond: “We zijn geen activisten maar ontdekkers. Onze projecten ontstaan uit verwondering, met engagement als bijvangst.” Het kenmerkt het gebrek aan pretenties bij het in Breda gevestigde Studio Smack, dat geldt als een van de meest getalenteerde en eigenzinnige Nederlandse animatiestudio’s van het moment. Hun werk, dat reikt van VPRO-intro’s tot de verbijsterende videoclip voor het nummer Witch Doctor (2015) van rockgroep De Staat, is figuratief en vervreemdend; gepolijst maar nooit gelikt. En onder de bevragende blik op de wereld schuilt altijd een consequent uitgewerkte gedachtekronkel.
ALPHA MALE
De drie van Studio Smack maakten in 2006 hun debuut met Kapitaal: een kortfilm die toont hoe de wereld eruit ziet als alleen de stortvloed aan merktekens en andere visuele boodschappen zichtbaar blijft. De Smackers, die zich sindsdien weigeren te rubriceren als kunstenaars, ontwerpers, filmmakers of verhalenvertellers, werken meestal in opdracht. De research en de schetsen aan het begin van een project doen ze samen. Nadat de tekenboeken naast elkaar zijn gelegd en de eerste resultaten besproken, geeft Meijdam vervolgens de richting aan. “Ton is onze alpha male”, aldus Zsigmond. “Hij ziet het snelst van ons of een idee werkt of niet en geeft vervolgens zijn ongezouten mening. Elkaar niet sparen: dat versnelt het creatieve proces aanzienlijk.” Zelf beschouwt Meijdam zichzelf ook als de technische nerd van het gezelschap. “Ik heb de meeste ervaring met 2D- en 3D-programma’s en ben autistisch genoeg om daar helemaal in te verdrinken. Dan zit ik achter mijn computer en weet ik soms ook niet meer waar zij mee bezig zijn.”
Thom
MEST nr 14
Ton
Béla
47
“Misschien kunnen we in de toekomst kiezen of we een auto worden. Of een theepot” TUIN DER LUSTEN
De rolverdeling wisselt ook per project. Thom Snels werkt meestal mee aan het design en verzorgt vaak het geluid en de montage. Maar het ontwerp van de personages uit De Tuin der lusten liet hij vooral aan zijn collega’s over, omdat hijzelf aanvankelijk met de afwerking van een ander project bezig was. “Toen zij hun wezens klaar hadden, heb ik ze in loops in de tuin geplaatst, en ervoor gezorgd dat iedere herhaling een bepaalde timing en snelheid kreeg.” Jullie zijn ook vaak zelf te zien in jullie films. Ik zag Ton regelmatig opduiken, bijvoorbeeld als de man die in Pimp my planet de aarde opkalefatert. snels: “Klopt, maar tot nu toe had ik de grootste rol: de duizenden halfnaakte mannen die in onze videoclip van Witch Doctor als een menselijke draaikolk rond de zanger van De Staat dansen, die ben ik allemaal. We hebben de clip gemaakt met kunstenaar Floris Kaayk, in het gebouw van kunstacademie St. Joost. Voor de clip stelde de afdeling Animatie haar motion capture-pak ter beschikking: zo’n met receptoren uitgedost duikpak dat lichaamsbewegingen naar de computer stuurt. In dat pak heb ik alle danspassen uitgevoerd. Vervolgens ben ik digitaal overgetekend en vermenigvuldigd tot tweeduizend boos kijkende, bonkende kerels.”
48
meijdam: “In het begin stoorden we ons eraan dat die mannetjes iets onwerkelijks hadden, dat ze zo gameachtig bleven. Het lukte ons niet ze helemaal realistisch te krijgen. In het totaalbeeld bleek dit juist de kracht van de clip te zijn. Veel sterker dan met echte mensen. Vervreemdend, killer. Dat is dan een cadeautje dat je meekrijgt vanuit een technische beperking.”
Is er zoiets als een typische Smack-stijl? zsigmond: “We maken in elk geval krachtige beelden die in één oogopslag duidelijk zijn en vaak iets metaforisch of iconisch hebben.” snels: “Bewegende affiches, zo zijn ze om die reden wel eens genoemd.” COCA-COLA IN JE HOOFD
Neem bijvoorbeeld het prachtige Branded Dreams, Smacks voorlaatste project, dat een droombos toont waar alle wezens door de huisstijl van Coca-Cola zijn gemuteerd: lieveheersbeestjes en paddenstoelen dragen de sierlijke witte lijnen van het logo, een spin bouwt zijn web in de vorm van de klassieke CocaCola-fles. meijdam: “Branded dreams gaat over de vraag of we technologische toepassingen willen waarmee ze beelden en misschien zelfs ideeën in ons hoofd kunnen stoppen. En of we al die logo’s en labels wel in onze hoofden willen hebben. Natuurlijk wil je dat niet, maar zodra je dat zegt, besef je dat het al te laat is: Coca-Cola zit allang in je hoofd. Tot en met dat bekende kerstliedje. Ik hoef het maar te zeggen en je hoort het al.”
MEST nr 14
Als animatiemakers stoppen jullie óók beelden in de hoofden van jullie publiek. snels: “Ja, wij zijn evil.” meijdam: “Dat doen we eerder om een vraag uit te lokken. Of vaststaande ideeën te laten wankelen. Als maker is het bijna noodzakelijk om een hoofd vol beelden te hebben.” snels: “Dat hoort bij ons werk. We zuigen zoveel mogelijk beelden op tot het een soort gehakt wordt.” meijdam: “En daar poepen we dan weer iets nieuws uit. Veelal wordt dat dan iets met een maatschappelijke reflectie.” INTERNATIONALE CONTACTEN
In de nabije toekomst willen de Smackers onder meer een videogame produceren, maar daar willen ze in dit stadium nog niets over kwijt. Verder leverde het succes van de Witch Doctor-clip hen veel nieuwe internationale contacten op, waaronder een agent in Londen. meijdam: “We zijn heel benieuwd wat ons dat gaat bieden. Die man is de voormalige agent van filmmaker Michel Gondry, nota bene een van onze grote voorbeelden.” snels: “We hebben veel voorbeelden. Genoeg om een gymzaal mee te vullen.” zsigmond: “Ik hou wat dat betreft erg van serieuze science fiction-literatuur. Stanisław Lem, Philip K. Dick, dat soort werk.” meijdam: “Ik laat me vooral inspireren door massagedrag. Door technologische ontwikkelingen, en wat daarvan de sociale gevolgen kunnen zijn. Ik zag laatst een aflevering van de documentaireserie The Dark
Net. Daarin deed iemand een opmerkelijke uitspraak: ‘Ik heb een lichaam van vlees en bloed, maar ik kan natuurlijk niet de rest van mijn leven mens blijven’.” “Die vent was nu al bezig zich in iets anders te veranderen door allerlei zaken in zijn lijf te implementeren. Dan heb je als kijker je oordeel al snel klaar: ‘Doe even normaal man!’ Maar de documentaire toont het allemaal neutraal en zonder oordeel, en gaandeweg denk je: waarom ook niet? Waarom zou je niet een bionisch hart hebben? Zoiets inspireert mij enorm.” snels: “Toen mijn dochter nog klein was zei ze dat ze later een auto wilde worden.” zsigmond: “Daar zit wel iets in. Misschien kunnen we in de toekomst kiezen of we een auto worden. Of een theepot.” A Tekst Kevin Toma Beeld Studio Smack
TENTOONSTELLING NIEUWE LUSTEN IN MOTI In het kader van het Jheronimus Bosch 500-jaar vroeg het Bredase museum MOTI een aantal kunstenaars om een hedendaagse variant te maken op Tuin der lusten (1480-1490); het meesterwerk van Jeroen Bosch dat geen onderdeel uitmaakte van de Nederlandse Bosch-expositie. Behalve Smack vertaalden ook kunstenaars Eelco Brand, Floris Kaayk en het duo Persijn Broeren en Margit Lukács het schilderij naar het heden, waarbij Smack het middenpaneel van het drieluik voor zijn rekening nam. In hun eigen woorden stellen de Smackers het Paradijs voor als een “bonte dwangbuis”, en als een “verderfelijke speelplaats vol menselijke excessen, met aan de horizon de metropool van de toekomst als bron van het kwaad.” Nieuwe Lusten, tot 31 december 2016 in MOTI. www.motimuseum.nl.
MEST nr 14
49
HET
LICHT
In deze rubriek herenigen we een docent met een oud-leerling. Als eerbetoon aan de docent(e) die met zijn/haar passie voor cultuur het leven van tenminste één voormalig leerling voor altijd veranderde.
“Altijd blijven geloven dat het mooiste nog moet komen” Dertig jaar geleden ontmoetten Harmut Kowalke (75) en René Knip (52) elkaar op kunstacademie St. Joost in Breda. Harmut leidde de afdeling grafische vormgeving en bewonderde Renés zeldzame begrip van de relatie tussen beeld en taal. René leerde van Harmut dat het gaat om verwarring. En om het proces, niet om het eindresultaat.
E
r is een vriendschap tussen hen ontstaan, waarin ze niet oordelen en weinig verwachten, vertelt René. Soms zien of spreken ze elkaar veel, dan weer periodes een stuk minder. Hij vindt het fijn dat Harmut voor dit gesprek naar zijn nieuwe huis in Bloemendaal is gekomen, zodat hij dat aan hem kan laten zien. René: “Eigenlijk wilde ik zanger worden, of acteur. Maar ik werd afgewezen door de toneelschool van Maastricht. En later ook door de Hotelschool. En door de Rietveldacademie. Na omzwervingen door Frankrijk en een jaar rechten studeren, wist ik dat ik toch iets moest met mijn creativiteit. Dan maar straatarm en naar de kunstacademie.” VRIJGEZEL
Harmut: “In het tweede jaar kwam je zomaar een les binnenvallen, met een map geloof ik.” René: “Ik had eigenlijk de vrije grafische richting gekozen, maar mijn docent daar, Chris Brand (onder andere bekend van het Volkskrantlogo – red). adviseerde me eens bij jouw afdeling te gaan kijken.” Harmut: “Ik zag meteen de kwaliteit in je schetsen.” René: “We raakten al snel bevriend. Jij was vrijgezel. Je woonde in Amsterdam, maar had een appartement in Breda. Doordeweeks leefde je met de studenten.” Hartmut: “Dan bespraken we werk in café De Bommel, schuin tegenover de academie.” NOOIT EEN CIJFER
René: “Je bent een ras-docent, een mentor. Iemand die een ander glans gunt. Iemand die nooit geïnteresseerd is in het eindresultaat. Dat interesseert je geen donder. Iemand die vooral wil weten: wat houdt je bezig, wat boeit je nú. Jij wilt jonge mensen op een spoor zetten zodat ze zelf verder kunnen.” Hartmut: “Bij lesgeven is het belangrijk dat de hiërarchie niet verticaal is, maar horizontaal. Dat je de jongelui collega’s noemt, een primus inter pares bent. In mijn eigen opleiding werd ik vroeger niet beoordeeld op mijn eindresultaat, maar op aanwezigheid.”
50
René: “Terecht. Ik heb later, toen ik zelf les ging geven, ook nooit een cijfer gegeven. Het eindresultaat is nooit heel goed of heel slecht. Het is wat het is. Een tijdelijk resultaat. Je moet altijd blijven geloven dat het mooiste nog moet komen.” Hartmut: “Klopt.” PSYCHISCH STERK GENOEG
René: “Het gaat erom richting te geven aan talent en passie. Hoe word je psychisch sterk genoeg om te komen waar je heen wilt? Welke vaardigheden moet je ontwikkelen? Daarom is het zaak zo snel mogelijk te stoppen met een onderwijssysteem vol beoordelingen.” Hartmut: “René viel als leerling op omdat hij als geen ander begreep dat beeld en taal verband houden. Zonder taal kunnen wij een beeld niet begrijpen. Je spelt een beeld talig.” René: “Nu ben ik ruimtelijk grafisch ontwerper en letterontwerper.” Hartmut: “Jij ziet de letter niet als een autonoom iets. Met jou heb ik nooit discussie gehad over vorm en inhoud.” René: “Wie de vorm verknalt, verknalt ook de inhoud. Goede visuele communicatie moet zichzelf uitleggen.” VERWARRING ALS DIDACTISCH CONCEPT
Hartmut: “Weet je nog dat je me ooit vroeg in een café bij jou en een meisje aan tafel te komen zitten? En toen zei je tegen haar: ‘Hartmut hanteert verwarring als didactisch concept�.” René: “Haha, dat herinner ik me nog, ja. Van jou leerde ik dat als je creatief werkt, je onorthodox moet kunnen denken, niet vast moet zitten aan dingen als een vakgebied. Ik ben een huis-tuin-en-keuken-boeddhist. Dat heb ik van jou afgekeken. Ik heb mijn lievelingsboerderij weggedaan om voor vrouw en kind hierheen te verhuizen en merk dat ik nog steeds in staat ben me te onthechten. Dat geeft me een rustig gevoel.” Tekst Esther Wittenberg Fotografie Anke van Iersel
MEST nr 14
MEST nr 14
51
KENJEZELF KIT-SESSIE 9
MET JEROEN DE LEIJER EN WIM DANIËLS
DAT WAT JE NIET
Z O E K T
ZORGT ERVOOR DAT JE IETS TEGENKOMT WIM DANIËLS
Jeroen de Leijer, naast briljant tekenaar ook spiritueel gids en bedenker van de Kenjezelf Kit, ontvangt een bekende culturele Brabander op zijn sofa. Aan de hand van de Kenjezelf Kit biedt hij haar of hem de unieke mogelijkheid middels de spirituele kaarten te komen tot een bijzondere mate van zelfreflectie. In deze aflevering: Wim Daniëls, taalprofessor, schrijver en cabaretier. Begin dit jaar kwam zijn literaire debuut uit: De tambour-maître. 52
(Aarle-Rixtel, 1954) is schrijver en taaladviseur. Hij is schrijver van woordenboeken, boeken over taal, jongerenromans, informatieve boeken en verhalenbundels. Wim geeft ook veel lezingen en voordrachten. Hij had een gesproken column in het VARAradioprogramma Spijkers met koppen. Ook was hij geregeld te gast bij het tvprogramma Pauw & Witteman. Hoewel Wim nooit in Helmond heeft gewoond, was hij in 2015 ‘Helmonder van het jaar’. In dat jaar won hij ook de Brabant Bokaal, voor zijn verdiensten voor de Brabantse cultuur.
MEST nr 14
JEROEN DE LEIJER (Hilvarenbeek, 1969) “De Kenjezelf Kit is een methode die ik heb ontwikkeld om met 48, intuïtief getekende kaarten, onbestemde momenten te duiden en te laten voor wat ze zijn. Tijdens momenten die geen bestemming hebben, is er ruimte voor rust en contemplatie.”
MEST nr 14
53
W
im Daniëls kijkt peinzend naar de vijver in zijn tuin. We zitten in de ruime woonkamer, met een kop kamillethee. Op de salontafel staat een schaal koekjes. Geen droge kaakjes, maar bokkenpootjes, kletskoppen en gangmakers. Wim is eentalig opgegroeid in Aarle-Rixtel. Thuis werd louter dialect gesproken, het is zijn moedertaal. Dat verklaart wellicht zijn fascinatie met taal. J: “Praat je nog veel in dialect?” W: “Thuis wel, met mijn vrouw Wies. We hebben elkaar plat leren kennen en dan blijf je plat praten met elkaar.”
Weer tuurt Wim naar de vijver in zijn tuin. J: “Heb je veel onbestemde momenten?” W: “Te weinig. Althans, dat zeggen mensen in mijn omgeving. Ik heb ontzettend veel ideeën die ik wil uitwerken. Er zijn weinig momenten dat ik niet aan het werk ben. Ik vind op het terras zitten bijvoorbeeld echt zonde van mijn tijd. Wat ik wel doe is ergens met een omweg naartoe fietsen. Omwegen leveren vaak wel iets op.” J: “Qua inspiratie bedoel je?” W: “Ja. Datgene wat je niet zoekt zorgt ervoor dat je iets tegenkomt waar je wel wat mee kunt. Dus ik zoek het onbestemde op om er een bestemming aan te geven. Een bestemd onbestemd moment. Maar misschien moeten onbestemde momenten onbestemd blijven en maak ik oneigenlijk gebruik van het onbestemde moment.”
“Had je dit antwoord verwacht?”, vraagt Wim. Koortsachtig probeer ik een verband te zien tussen wat Wim zojuist gezegd heeft en zijn werk. “Nee”, beken ik. “Misschien heeft het ermee te maken dat ik een boek aan het lezen ben van een Vlaamse journalist die middels een doosje bonbons toegang krijgt tot de familie van Assad. De vreselijke situatie in Syrië wordt in dat boek op een heel bijzondere manier beschreven.” Dat verklaart veel, zo niet alles. De recente ervaring van het lezen van het boek zal op energetische wijze nog in Wim’s systeem zijn blijven hangen. Die ervaring is er nu uitgekomen middels deze kaart. VERBORGEN SCHAT
DOOD Ik geef Wim de kaarten en vraag of hij een kaart uit de stapel wil trekken. De kaart die uit de stapel komt is ‘verborgen schat’. Ik vraag Wim wat hij in de kaart ziet. “Een doodshoofd dat de mond is gesnoerd. Er groeien bloemen uit de holtes die in het doodshoofd zijn ontstaan. Je bent dood en zelfs dan mag je niks meer zeggen. Dat is curieus. Ik zou zeggen dat dit een illustratie is die thuishoort in een dictatuur waar mensen het zwijgen wordt opgelegd. En men ook liever niet wil dat zelfs iemand die dood is iets te zeggen heeft. De bloemen op de kaart komen maar half tot wasdom.”
Even is het stil. 54
WIEL
VERGANKELIJKHEID Evengoed, hoe zit het met de dood die hier nu grijnzend tussen ons op tafel ligt? J: “Hoe ga je om met je eigen vergankelijkheid? Zullen je boeken blijven bestaan?” W: “Dan moeten het wel heel goede boeken zijn. Van alle boeken die ik geschreven heb, zullen er een paar zijn die nog een paar jaar meegaan.” Voor een veelschrijver als Wim, die meer dan honderd boeken op zijn naam heeft staan, is dat een onthutsende uitspraak, vind ik. J: “Zie je dat echt zo?” W: “Het is niet zo dat er een boek is waarin ik schrijf hoe het verder moet met de wereld en dat generaties na mij dat boek moeten lezen om te weten hoe ze het moeten aanpakken. Als je kijkt welke boeken uit de middeleeuwen of de 16e of 17e eeuw nog echt voor de mensen leven, dat zijn er maar héél weinig. Zelfs iemand als Multatuli is voor een deel vergeten. Nee, daar maak ik me geen illusies over. De omloopsnelheid van boeken is gigantisch groot geworden. Als je geluk hebt staat je boek twee of drie jaar in de boekwinkel. En dan is het afgelopen. Er zijn boeken van mij die nu al vijftien tot twintig jaar meegaan, maar dat zijn woordenboeken. Woordenboeken gaan heel lang mee. Ik kan me voorstellen dat een woordenboek waar ik aan mee heb gewerkt nog vijftien tot twintig jaar meegaat.” WIELFAN Opgelucht gaan we naar de volgende kaart. “Dit is een fantastische kaart”, zegt Wim uitgelaten. MEST nr 14
“Ik heb er meteen positieve associaties bij, omdat ik er een wiel in zie. Overigens, een wiel dat niet helemaal rond is. Het is een fase tussen het vierkante en het ronde wiel. Ze zijn hier bezig met de uitvinding van het wiel, zou je kunnen zeggen.” “Ik hou erg van wielen. Ik ben een enorme wielfan en daaruit vloeit voort dat ik een grote wielerfan ben. Ik hou heel erg van de fiets. Meer nog dan van wielrennen.” J: “Het mooie van de fiets is dat je zelf zowel de motor als de passagier bent.” W: “Precies! De fiets, dat is zo’n curieuze, late uitvinding. Dat snap je bijna niet. De trein bestond al toen de trapfiets nog moest worden uitgevonden. Voor die tijd had je wel de loopfiets, maar daar zaten geen trappers aan. In mijn laatste boek, De tambour maître, heb ik een hoofdstuk gewijd aan de familie die in 1864 de trapfiets heeft uitgevonden, de familie Michaux. Ik heb mij daar helemaal in verdiept. De familie Michaux kwam eigenlijk uit Bar le Duc en is in Parijs neergestreken.” J: “Dat kom ik vaak tegen in je werk, dat je je afvraagt: ‘Hoe is dat gekomen?’ En vervolgens op zoek gaat.” W: “Ja, waarom ziet iets eruit zoals het eruit ziet. Dat vraag ik mij vaak af. Ik ben soms heel erg geïnteresseerd in iets of iemand en dan wil ik daar ook alles van weten. Omdat ik zoveel van wielen houd heb ik mij ook verdiept in smeden. Vanuit
“Misschien moeten onbestemde momenten onbestemd blijven en maak ik oneigenlijk gebruik van het onbestemde moment”
hun smidsfunctie waren smeden al bezig met wielen. Het wiel op deze kaart is wel zo’n wiel dat bij een smid terecht komt. De smid legde ijzeren banden om houten wielen. De fiets is dan ook uitgevonden door een smid en veel smeden, zeker in Brabant, zijn fietsenmaker geworden.” ASSOCIATIEVE TERZIJDES Het is een van de vele associatieve terzijdes die Wim tijdens het consult te berde brengt. Moeiteloos hopt hij van het ene naar het andere onderwerp om uiteindelijk uit te komen bij de uitvinding van de fiets. Wim vertelt hoe de loopfiets in 1864 door de familie Michaux is omgebouwd tot trapfiets en hoe dat zo gekomen is. Een toevallige ontmoeting van de hoofdpersoon met een jongen die in een weiland een vlieger laat vieren heeft grote gevolgen. De wentelende beweging van de handen van de vliegerende jongen zorgt voor een eureka-moment bij de fietsenmaker in spé.
J: “Is het echt zo gegaan met de uitvinding van de fiets?” W: “Nee, natuurlijk niet, maar als er tijdens mijn onderzoek iets is wat ik niet weet, terwijl ik wel veel van het onderwerp ben gaan houden, dan wil ik er zelf bij gaan fantaseren.” J: “Om zo het wiel rond maken als het ware.” W: “Inderdaad!”
FASHION VICTIM MEST nr 14
DE KOMMA De derde en laatste kaart. W: “Een personage dat enigszins anders is vormgegeven. Grotesk, daar hou ik wel van. Het is een vrouw, die schuil gaat achter vlakken. Een ceintuur, een armband... horloge. Accessoires.” J: “Hou je van accessoires?” W: “Nee, ik heb zelf geen ring of horloge. Ik draag wel een bril.” J: “Dat is meer een prothese.” W: “Ja, om de wallen onder mijn ogen te verbergen.”
J: “En in de taal? Hou je van accessoires in de taal?” W: “Ik hou meer van het karige. Ellenlange beschrijvingen, daar houd ik niet zo van. Een schrijver als Couperus is niet aan mij besteed. Hoewel hij wel goede en prachtige dingen heeft gezegd over de komma. Volgens hem maakt de komma, en goed gebruik daarvan, je halve stijl.” J: “Ik las ergens dat je je twee jaar hebt bezig gehouden met de komma.” W: “Ja, maar ik zeg er wel altijd bij dat ik toen onder behandeling van een psychiater stond.” J: “Twee jaar, dat is vrij lang.” W: “Ja, maar ik onderzocht ook belendende percelen van de komma. In die twee jaar tijd heb ik ook het vraagteken bestudeerd en ben ik bezig geweest met de Spaanse taal. Waarom staat het vraagteken daar omgekeerd vooraan in de zin? Dubbele punten, daar heb ik me ook mee bezig gehouden. En ik heb me verdiept in de tijd dat er nog helemaal geen leestekens bestonden, in de Griekse oudheid.” KIKKERVISJES J: “Was er ook een reden waarom je zo geobsedeerd was door de komma?” W: “Die psychiater zei uiteindelijk dat mijn obsessie voor de komma kwam omdat ik vroeger thuis kikkervisjes heb gekweekt. Afgelopen tijd had ik kikkervisjes in de vijver. Ik was er veel mee bezig, maakte er foto’s van en zo... Ze zijn allemaal opgegeten door de vissen. Jammer hè.”
De rechthoekige vijver in Wim zijn tuin ligt er verlaten bij. Als een leeg vel papier. W: “Nu ben ik bezig met een boek over de oermoeder en hoe de mannelijke zaadcel de vrouwelijke zaadcel vindt. Zo’n zaadcel lijkt ook net een kikkervisje.” A
Tekst en illustraties Jeroen de Leijer 55
Er zijn duizenden meisjes Die in deze “doodgewone” omstandigheden leven En dan, dan vraag ik me af Of we ze niet “doodgewoon” zijn vergeten
56
MEST nr 14
KUNSTBENDE-FINALIST SELMA OUEDDAN
Een authentiek mirakel van veertien Selma Oueddan (14) stond zondagmiddag 24 april voor het eerst op een echt podium, met een gedicht. In de Brabantse finale van de Kunstbende. Ze maakte indruk, won, en deed zaterdag 18 juni mee aan de landelijke finale. Als deze MEST wordt gedrukt, weten we nog niet of ze gewonnen heeft (zie onze site), maar daar zetten we wel op in. MEST-hoofdredacteur Stan van Herpen zat in de jury en interviewde Selma enkele weken later. “Ik wil de kinderen laten zien, die worden vaak vergeten.”
E
lf meisjes en opvallend genoeg maar één (rappende) jongen, allemaal tussen de 13 en 17 jaar oud. Dat maakt twaalf deelnemers in de categorie Taal, finale Brabantse Kunstbende. Een voor een stappen ze op het kleine podium, bedeesd wiebelend, prutsend aan de microfoon, schuw wegkijkend. Of oogsteun zoekend bij familie, want daar zit het in dit bijzaaltje van poppodium Willem II in Den Bosch vol mee, op zondagmiddag 24 april. Ik was al een paar keer eerder bij regionale finales van de Kunstbende en weet: kwaliteit is – te vriendelijk gezegd – niet altijd vanzelfsprekend. Maar direct na de Brabantse finale schrijf ik op Facebook: ‘Ik vreesde een middag van wankele, zoete gedichten en verhalen waarin tieners struikelen over grote thema’s als liefde, dood en onrecht. Maar er voltrok zich een mirakel: ze waren vrijwel alle twaalf goed’. WAT ANDERS Maar eentje van hen was zonder twijfel de beste. Als Selma Oueddan op het podium aan haar gedicht begint, wil ik al na de eerste minuut weten wie ze is. Niet omdat ze het enige meisje met een hoofddoek is, maar vanwege de sociale bewogenheid van haar woorden en de passie in haar voordracht. Donkere, priemende ogen kijken onbevreesd het publiek in, haar woorden klinken rauw, haar idioom authentiek. Volgens mij staat ze voor het eerst op het podium, en heeft ze zelf geen idee hoe goed ze is.
MEST nr 14
Selma Oueddan, zo’n drie weken later: “Nee, dit zag ik echt niet aankomen. Ik wilde gewoon podiumervaring opdoen.” Daar zit geen greintje valse bescheidenheid bij blijkt later, als ze uitlegt hoe ze achteloos op de planken belandde. Eind februari meldde ze zich aan voor de Kunstbende, na een tip van haar docente tekenen. Een paar weken later begon ze voor het eerst aan een gedicht. “Ja, sinterklaasgedichtjes had ik wel eens gemaakt natuurlijk. Voor de Kunstbende wilde ik wat nieuws proberen.” EEN ANDERE WERELD Ruim drie weken na die memorabele finale zitten we aan de eettafel in haar ouderlijk huis in Breda-Noord. Elk compliment wordt met verbazing ontvangen. Aan deze tafel schrijft ze het liefst, vertelt ze, in het hoekje tegen de muur aan, met de kast in haar rug. “Zodra ik begin, zit ik in een andere wereld. Dan moet je me eigenlijk niet storen. Ik schrijf ook vaak in gedachten. In de klas bijvoorbeeld. Dan hoor ik helemaal niks meer.”
Moeder Iman staat nog in de keuken, maar schuift even later ook aan. Nadat jurylid Teddy Tops bekend had gemaakt dat Selma als eerste van de regionale Kunstbende-finale was geëindigd, vloog ze direct haar moeder in de armen. Iman: “Ik was erg emotioneel. Ze staat daar heel dapper, maar in mijn ogen is ze natuurlijk mijn kleine meid. En och, niemand zag waarschijnlijk hoe zenuwachtig ze was. Maar ik zag die borstkast steeds op en neer gaan.”
57
58
MEST nr 14
Doodgewoon Sa-cha
heel doodgewoon in haar oren na
Een doodgewone naam voor een doodgewoon meisje
Ze woont in een doodgewoon vluchtelingenkamp
met de doodgewone leeftijd
Net buiten Palestina
Twaalf jaar
En terwijl ze zich doodgewoon afvraagt waar haar grote broer blijft
Maar is zij ook zo doodgewoon?
Maakt ze poppen van stenen en takjes En wil ze weten wanneer Amin weer thuiskomt
Ze is een dochter van ouders die elkaar
Maar dan kan de leiding van het kamp
niet zonder haat in de ogen kunnen kijken
niets anders zeggen dan “strakjes”
En terwijl zij ruziemaken
Allemaal heel doodgewoon.
Elkaar met woorden en porseleinen borden proberen te raken
Ro-za
Verkrampt Sacha’s maag van de pijn
Nog een doodgewone naam voor een doodgewoon meisje
Ze doet al maanden - heel doodgewoon - aan de lijn
met de doodgewone leeftijd
Wanneer meneer Van Dale op antwoord wacht
Elf jaar
Speelt Sacha met haar passer Maar is zij ook zo doodgewoon? Dan zit er plotseling een diepe, bloedrode kras op haar hand Dan krijgt ze namen naar haar hoofd geslingerd
Ze is een dochter van ouders die
Die zijn bedacht om
al op zoek zijn naar een man voor haar om mee te trouwen
Mensen als dat doodgewone meisje
Maar de uitverkoren bruidegom
Te breken, te kleineren en dood te steken
Had doodgewoon haar vader kunnen zijn
Maar dat zij niet de enige is, is ze allang vergeten
En voor trouwen vindt ze zichzelf veel te klein
Allemaal heel doodgewoon.
Ze wil eerst leren over taal en rekenen
Sa-ra
met daartussendoor een beetje gym en handarbeid
Een doodgewone naam voor een ander heel
Dan zou ze striemen op haar rug krijgen
doodgewoon meisje
Ook al heeft ze het doodgewone recht
met de doodgewone leeftijd
Haar mening niet te hoeven verzwijgen
Tien jaar
En naar school gaan kan ze wel vergeten
Maar o wee als ze dat hardop zei
Want kennis blijft voor haar iets wat ze nooit zal weten Maar is zij ook zo doodgewoon?
Allemaal heel doodgewoon.
Ze is een dochter van dode ouders
Er zijn duizenden meisjes
die doodgewoon zijn doodgeslagen
Die in deze ‘doodgewone’ omstandigheden leven
door Israëlische soldaten
En dan, dan vraag ik me af
En wanneer ze probeert te slapen
Of we ze niet ‘doodgewoon’ zijn vergeten
Galmen de geluiden van huilende mensen brekende botten en schietende geweren
MEST nr 14
Selma Oueddan
59
[advertenties]
Nieuwe Gezichten Op Facebook en op Mestmag.nl presenteert MEST de Nieuwe Gezichten uit de Brabantse culturele sector. Atlas Initiatief, Social Label, Lola Gielen, Firma Vruchtvlees – Get A Room, Dukebox en 100 Days Down 100 Days Up gingen je voor. Wil jij jezelf ook voorstellen en in een keer een groot nieuw publiek bereiken? Kijk op mestmag.nl/nieuwegezichten
Instafette Wekelijks lenen wij ons Instagram account uit aan iemand die werkt in de Brabantse culturele scene. Hiermee geven we onze lezers een kijkje in het werkende leven van bijvoorbeeld een kunstenaar, beleidsmedewerker of marketeer bij een culturele instelling. En: we bieden jullie de kans om ons platform te gebruiken (op een voor jou relevant moment). WAT LEVERT DIT JOU OP?
Je kunt het MEST-publiek bereiken met jouw werk. Als je dit slim inzet, doe je dat bijvoorbeeld in de week voorafgaand aan een première, een festival of in ieder geval in een drukke en interessante week. Zo kun je laten zien wat jouw werk allemaal inhoudt achter de schermen. Iedere maandag kondigen we ook op Facebook en Twitter aan wie er die week ons instagram-account beheert. MEEDOEN?
In principe wordt het stokje wekelijks overgedragen, maar ben je zelf al fervent Instagrammer en wil je wel meedoen aan dit project? Stuur dan een mailtje naar sanne@mestmag.nl. facebook.com/MestMag
CROWDFUNDING IN BRABANT
Er wordt heel wat gecrowdfund in Brabant. Op Mestmag.nl vind je de projecten die op dit moment financiering zoeken. Deze projecten kunnen jouw steun goed gebruiken! Mestmag.nl/crowdfunding Neem een kijkje en doneer! Ps. Ben je zelf aan het crowdfunden en staat je project er niet bij? Neem dan contact op met redactie@mestmag.nl
mestmagazine
goirlesedijk 12b 5081 nd hilvarenbeek
10 07 tm 9 10 2016
klanken van een oude piano dré didderiëns Een expositie over de leegte die er kan ontstaan bij mensen door het oud worden en de betekenisloze herinneringen die overblijven en daardoor een nieuwe relatie aangaan met de omgeving. hilvariastudios.nl / fb hilvariastudiosfoundation
“Ik werd bang van je. Je leek echt heel boos”
OPGEKROPTE WOEDE Oueddan is een Marokkaanse naam, Selma’s ouders zijn er geboren, Selma’s wieg stond gewoon in Breda. Het schrijven begon toen ze in 2009 voor het eerst een dagboek kreeg; sindsdien is ze eigenlijk nooit meer opgehouden. “Als ik eenmaal aan het schrijven ben, kan ik moeilijk stoppen.” Met een grijns: “Beginnen is lastiger.”
Ze zit in het derde jaar van het Stedelijk Gymnasium Breda, met alles behalve een lui pakket. Want: “Bètavakken liggen me ook wel.” Zelfbewuste blik, maar soms kijkt ze even verlegen weg. Ze begon fictieverhalen te schrijven toen ze zag dat haar vriendinnen in de brugklas dat ook deden. En nog steeds doen. Ze verzinnen vampierenverhalen, of ‘fanfictie’. “Een vriendin van me schrijft allemaal verhalen met One Direction in de hoofdrol.” Selma neigt meer naar wat zwaardere thema’s. “Ik merk dat ik makkelijk verbanden kan leggen tussen verschillende onderwerpen. Dat helpt bij het schrijven. En andersom helpt het schrijven bij het leggen van verbanden.”
BANG Haar vriendin Mandy zag Selma voor het eerst het gedicht Doodgewoon voordragen tijdens een generale repetitie. En zei tegen haar: “Ik werd bang van je. Je leek echt heel boos.” Selma: “Dat snap ik wel. Bij die laatste zinnen word ik ook heel boos. Daar zit veel frustratie in. Als ik schrijf, ontspan ik. En als ik opgekropte woede voel, kan ik die van me afschrijven.”
Ze zit bij de debatclub van haar school. Daar behandelen ze ook vaak vluchtelingenkwesties. “Alle landen in de wereld hebben het kinderrechtenverdrag ondertekend, maar dat verdrag leven ze lang niet allemaal na. Daar word ik dan boos om.” Verontschuldigende lach: “Ik vind het gewoon niet eerlijk.” Dan: “Ik wil onrecht laten zien, mensen een spiegel voorhouden. Aandacht vragen voor kinderen, die vaak worden vergeten.” Moeder Iman, juriste: “Ik herken wel wat van haar passie ja.” Ze was ook ontroerd omdat haar jongere zoon eigenlijk de meest extraverte van de twee is. “Selma is over het algemeen tamelijk bedachtzaam. Op het podium laat ze een andere kant van zichzelf zien.” DOKTER “Mijn hoofd zit altijd vol verhalen.” Ze wijst naar dat hoofd. “Daar gaat het voortdurend van de hak op de tak.” Of ze al durft te dromen over een toekomst als schrijver? “Daar denk ik wel eens over na ja. Maar eerlijk gezegd denk ik over erg veel na op dit moment.” Weer die lach. “Maar als ik nu zou moeten kiezen, dan word ik later schrijver. Of dokter.” A
Tekst Stan van Herpen Fotografie Judith Dekker
KUNSTBENDE ATELIERS Selma deed als voorbereiding op de Kunstbende mee aan de Kunstbende Ateliers. Gemotiveerde leerlingen uit het voortgezet onderwijs in NoordBrabant krijgen sinds kort op school de kans om zich onder begeleiding van een expert/kunstenaar voor te bereiden op de Brabantse finale van de Kunstbende.
MEST nr 14
De school organiseert zo’n Kunstbende Atelier, waarbij de talentontwikkeling van de leerlingen centraal staat. Talentontwikkeling in taal, theater, film, expo, dans, muziek, mode en voor dj’s, de categorieën van de Kunstbende. Kunstbalie (provinciaal expertisecentrum voor kunsteducatie en kunstbeoefening) en Kunstbende ondersteunen de school daarbij.
Het Kunstbende Atelier resulteert in kunstwerken en performances die de leerlingen presenteren tijdens de Brabantse finale van de Kunstbende.
Meer info? Mail met Marlon van Casteren van Kunstbalie: marlon.van.casteren@kunstbalie.nl
61
GOED
GRUT
De leukste muziekfestivals in de zomer (volgens ons dan)
GOUD VAN OUD IN DE PEEL
Nirwana Tuinfeest Lierop, 26-28 augustus www.nirwanatuinfeest.nl
Vannstein
Foto: Stephan Vanfleteren
H
et Nirwana Tuinfeest in Lierop is zo’n festival waar ze altijd één must see of curiositeit neerzetten, zodat je toch weer moet afzakken naar de vochtige Peel. We noemen een Liquido, Shane MacGowan, Toy Dolls, Fisher-Z, Sepultura en Big Country (vorig jaar). Dit jaar weer zo’n act: The Stranglers. Speelden jaren geleden voor een ton aan guldens op Pinkpop en kregen dat bedrag keurig contant in een koffertje mee naar huis. Om – zo gaat de mare – het verdiende loon direct te investeren in golden brown en white lady. Een combi-ticket kost je vijftig piek, maar dan krijg je er wel bandjes bij als Golden Earring, Therapy?, Danko Jones, Peter Pan Speedrock en Guano Apes. En ook nog Pearl Jamming, Frendz Ferdinand en Vannstein trouwens.
Roland van Campenhout
KAMPEER, CONSUMEER EN TOILETEER
H
et idee is prachtig: betaal van te voren een vast bedrag en drink, eet, kampeer, toileteer en consumeer muziek zoveel je wilt; zie ook de pionierende Piet Naus Memorial in Leveroy. Net als bij dit illustere Noord-Limburgse festival begin juni is er ook op het Woolstock Festival beperkt plaats en is het ‘ergens in een wei’, maar dan in de buurt van Tilburg. Het affiche voor de derde editie liegt er niet om: acidrockband Electric Moon (D), Rotterdamse stonerrockers The Machine, Stef Kamil Carlens van Zita Swoon en dEUS, muzikant/cabaretier André Manuel, de Vlaamse gitaardinosauriër Roland Van Campenhout, Flip en de Noormannen, de Bossche polderpolkaband Straf. Met meer dan twintig acts veel groter dan de twee voorgaande edities: als dit maar niet een staaltje ‘aan eigen succes ten onder’ wordt... Woolstock, 26 en 27 augustus, ergens in een wei bij Tilburg. Passe-partout €90. www.woolstock.nl
62
MEST nr 14
MODERNISTISCHE WERELDREIS
M
undial in de Spoorzone in Tilburg: het modernste wereldmuziekfestival van Nederland. Of nee, van Europa! Die stelling durven we wel aan. Een fraai affiche wederom dit jaar. Met naast usual suspects als rappers Typhoon, Ronnie Flex, Lil’ Kleine en de Zuid-Afrikaanse held Jack Parow, popartiesten als Wende, Hindi Zahra en My Baby, balkanbeatkanon Shantel en internationale danceiconen (Modestep) ook rauwe Toeareg-rock, Antwerpse hiphop (Tourist LeMC), joodse reggae (Matisyahu), Braziliaanse afrobeat, Libanese jazz, psychedelische mamborock (Orkesta Mendoza), Ghanese highlife, Mongoolse punkrock, Groenlandse droompop en ‘electropical’ uit Colombia. Minder tropisch, wel veelbelovend: de Tilburgse accordeonist Oleg Fateev op winterreis door Rusland met reisjournalist Jelle Brandt Corstius. Festival Mundial, 25 en 26 juni Spoorzone Tilburg www.festivalmundial.nl
Wat er niet meer op pastte A Woo Hah! (2 juli, Tilburgse Spoorzone), volgens kenners het leukste hiphopfestival van Nederland met o.a. Mac Miller en Opgezwolle A ‘Cultuur- en foodfestival’ Fabrique Magnifique (Veghel 22-24 juli) A Festival Onderstroom (Vlissingen 7 juli) A Rosrock op 2 en 3 juli in Rossum met tussen de appelbomen The Nozems (uit Hedel, terug van heel ver weggeweest), Peter Pan Speedrock (PPSR), Death Alley A Sjock (rawk ’n roll op de Poeyelheide in Gierle), ook weer met PPSR. En o.a. Flogging Molly A ’s Werelds grootste hardcorefestival Dominator (Eersel, 16 juli) A Dynamo Metal Fest (16 juli IJsbaan Eindhoven), met o.a. Textures, Life of Agony en Anthrax A Last but not least, alleen al vanwege de locatie: Misty Fields, afgelegen in een mistige wei en bij een bosschage op de Peel, het eerste weekend van september. De muziek is vooral Bels, dus gewoon goed. Niet vergeten: tent en muggenstick.
Orkesta Mendoza
Textures
ZON, STRAND EN REGGAE, IN EINDHOVEN
B
rabants meest relaxte festival Reggae Sundance is terug, na een (15e) jubileumeditie met veel stormschade (2014) en een hierdoor noodgedwongen pauzejaar. Van Eersel weer terug in Eindhoven ook, waar het ooit begon. Al is het festival deze keer maar een dag. Op het programma o.a. Ivoriaan Tiken Jay Fakoly, Julian Marley, Nature, Taffari en The Congos. Aan headliners wordt nog gewerkt.
Julian Marley MEST nr 14
Reggae Sundance: 13 augustus, landgoed Landsard Beach Eindhoven, vlakbij Eindhoven Airport. www.reggaesundance.nl
63
DE ZONE
Locaties met een toekomst. Dichter en fotograaf adopteren een plek.
beelden We kijken zwart wit tv, zeg ik tegen een scherm met talloze pixels hier en daar zie ik schapen in de weide waar hekken sluiten, hoogspanning stijgt en iedereen vindt er iets van maar ik denk aan hoe het hier ooit is geweest want als je goed kijkt zie je nog altijd de sporen van hoe wij toen zelf onze vrijheid verloren vaak vertellen we clichĂŠs over vrede en hoe die dan altijd bij jezelf begint maar de grote vraag is of we er ook van leren en een zwart-wit beeld ooit vol kleuren zal zijn
Bomkraters Wij wisten het niet, maar in de Loonse en Drunense Duinen, aan de kant bij Kaatsheuvel en de Efteling, ligt het bezaaid met bomkraters. Overblijfselen uit de Tweede Wereldoorlog. Toen lag hier een Duitse Munition Ausgabe Stelle, een munitiedepot, van meerdere hectaren groot. Toen de Duitsers zagen dat ze de oorlog hier niet gingen winnen, bliezen ze alle munitie op. Op Dolle Dinsdag, 5 september 1944.
De dichter Romy van Dongen (17) uit SprangCapelle won al diverse schrijfwedstrijden. Zoals de eerste prijs van de grootste schrijfwedstrijd van Nederland, Talent voor Taal, eind 2015, met haar verhaal Buitenspel.
Gedicht Romy van Dongen Fotografie David Stevens
64
MEST nr 14
MEST nr 14
65
FIJNE TIPS VAN DE
MENSEN
ESTHER WITTENBERG journalist TIPT Vanaf september, De laatste dagen van de zomer van Panama Pictures; poëtisch, rauw, op het snijvlak van dans, circus en muziektheater.
STAN VAN HERPEN hoofdredacteur MEST TIPT Paris, Texas, Down by Law, Breaking the waves, Dancer in the dark; allemaal Robby Müller, de beste cameraman ooit. Retrospectief in Eye. Nog t/m 4 sept.
JEROEN DE LEIJER tekenaar TIPT Overzichtsexpositie modeontwerper Bas Kosters. Werk wringt, swingt, schuurt en maakt vrolijk. Museum voor Moderne Kunst Arnhem.
SUZANNE HERTOGS grafisch ontwerper TIPT Valkhof Festival Nijmegen (16-22 juli). Gratis, supermooie locatie, veel bandjes. O.a. John Coffey, Drive Like Maria, Flying Horseman, Bazart.
MARIA VAN DER HEYDEN fotograaf, beeldredacteur TIPT Expositie Awoiska van der Molen, galerie Kristoff de Clerck in Gent. Opschieten, want loopt nog maar t/m 26 juni.
THOMAS SNOEIJS journalist TIPT The Bricks That Built the Houses, debuutroman van 30-jarige poëet en rapper Kate Tempest. Feest voor generatiegenoten.
ANNEKE VAN WOLFWINKEL journalist en schrijver TIPT Kunstenaars reageren op religieus werk van Hendrik Wiegersma. Illustraties bij de apocalyps zijn een openbaring. Deurne, t/m 23 oktober.
JANINE HENDRIKS grafisch ontwerper TIPT Expo Bewogen beweging bij de Verbeke Foundation, Antwerpen. Kinetische installaties van Theo Jansen (strandbeesten) en Zoro Feigl (die gaat hard). Tot eind oktober.
ERIK VAN DER BURGT fotograaf TIPT Onlangs gestart, project Borealis van Jelle Brandt Corstius en fotograaf Jeroen Toirkens. Vier jaar lang verkennen ze de bossen boven de poolcirkel.
journalist, muzikant TIPT Langverwachte terugkeer van de Sonsbeek-tentoonstelling. Mooiste park als spraakmakende beeldentuin. 4 juni t/m 18 sept, Arnhem.
IS EEN UITGAVE VAN bkkc, Cubiss, Erfgoed Brabant, Kunstbalie, met medewerking van het Prins Bernhard Cultuurfonds en de Provincie Noord-Brabant. Oplage: 4.500 MEST verschijnt medio eind maart, eind juni, begin oktober en eind december. ISSN 2214-451X
HOOFDREDACTIE Stan van Herpen, redactie@mestmag.nl VORMGEVING Janine Hendriks en Suzanne Hertogs BASISONTWERP GOOD Inc. www.goodinc.nl Luis Mendo + Masaya Takeda
CONTACT Redactie magazine en website: redactie@mestmag.nl Abonnementen, adreswijzigingen of nazendingen: www.mestmag.nl of info@mestmag.nl Advertenties: www.mestmag.nl/adverteren iris@mestmag.nl
REDACTIEADRES MEST, Postbus 72, 5000 AB Tilburg www.mestmag.nl
EINDREDACTIE Dieter van den Bergh en Stan van Herpen BEELDREDACTIE Maria van der Heyden
Aan dit nummer werkten verder mee: Eric Alink, Erik van der Burgt, Romy van Dongen, Anke van Iersel, Joost Heijthuijsen, S. Lloyd Trumpstein, Bart Smout, Lucas de Waard, Sarah Yu Zeebroek, Thomas Snoeijs, David Stevens, Kevin Toma, Esther Wittenberg, Anneke van Wolfswinkel, Milan Vermeulen, Jeroen de Leijer. LITHOGRAFIE Plusworks Amsterdam DRUKWERK PreVision Eindhoven PAPIER Reviva Offset FONTS
Macula, Brandon Text, Miller Text en Miller Display.
KEVIN TOMA
ABONNEMENTEN Een abonnement kost € 30,- voor vier nummers per jaar. Aanmelden kan via www.mestmag.nl. Ook voor vragen, adreswijzigingen of nazending van een editie kun je op de site terecht. Abonnementen worden aangegaan tot wederopzegging. Opzegging kan schriftelijk, per mail (info@mestmag. nl) of via de website tot uiterlijk één maand voor het einde van de lopende abonnementsperiode. COPYRIGHT Alle zorg is besteed aan het achterhalen van de rechthebbenden. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen contact opnemen met de redactie. © Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder nadrukkelijke toestemming van de uitgevers.
MEST #15 VERSCHIJNT BEGIN OKTOBER 2016 www.mestmag.nl
66
MEST nr 14
JONG OP
DE COVER
“We zijn allemaal sukkels. We durven het alleen niet toe te geven” Ze schrijft poëtische popparels en is actief als stiekeme stoepkrijter. Met Spreken met suiker levert ze een geraffineerde luisterplaat af. Een kijkje in de hersenkroeg van de Eindhovense singer-songwriter Iris Penning.
w
ie? Iris Penning, geboren 5 juli 1993, woont in Eindhoven.
Kennen we haar ergens van? Naar eigen zeggen heeft Iris in ieder kroegje van Noord-Brabant gespeeld. Drankliefhebbers moeten haar dus zeker kennen. Andere feiten: ze deelde het podium met Spinvis, stond in de finale van De Grote Prijs van Nederland en deed mee aan De Popronde. Ook stond ze op TEDxAmsterdam. Begin dit jaar verscheen haar tweede album Spreken met suiker. En, snoepgoed voor het gehoor? Zeker. Muziekmagazine OOR schreef: Spinvis knikt instemmend, Ramses Shaffy en Maarten van Roozendaal zien van bovenaf dat het goed is. Koesteren die plaat’. Spinvis, Shaffy en Van Roozendaal. Toe maar. Blijft ze er nuchter onder? Tijdens het interview dronk Iris perensap. Wijn en whisky zijn haar favoriete alcoholische dranken, maar met mate. Zelf zegt ze: “Al die complimenten zijn mooi, maar ik hoef geen grote doorbraak. Liever ga ik gestaag vooruit, zodat er altijd wat te wensen en te hopen valt.” Hoe klinkt haar muziek? Persoonlijk, intiem, poëtisch. Dromerig met dichterlijke wijsheden. Zelf omschrijft Iris haar muziek als “een zoektocht naar de kale waarheid en de poëtische verbeelding daarvan.” De teksten staan bij haar voorop. Voorbeelden graag. Wat dacht je van een regel als: ‘Heb je geen doel, dan verdwaal je nooit’. Of: ‘Wie ben jij als niemand kijkt?’ Nog eentje dan: ‘Alles kookt in mijn hersenpan en van binnen ging ik dood, van geluk of verwarring’. Mooi hoor. Ook stoepkrijtend kan Iris goed uit de voeten, begrijp ik? Jazeker. Als stiekeme stoepkrijter kalkt Iris heel Eindhoven vol openhartige ontboezemingen. Zoals: Ik durf me niet te dun te vinden, omdat de rest zich te dik vindtˇ.
MEST nr 14
“Het is toch fijn om te weten dat ook Robbie Williams weleens zijn sleutels vergeet?”
Waarom? “Stoepkrijten is de meest kleurrijke vorm van vandalisme. Je wordt er kruimelcrimineel van.” Maar die criminaliteit dient een doel. Iris wil graag dat mensen wat meer van zichzelf laten zien, dat ze zich niet voortdurend opdoffen met mooie woorden. Dat zou het leven een stuk prettiger maken. Ze wil dus eigenlijk dat we vaker zónder suiker spreken? Precies. Spreken mét suiker is wat we altijd al doen. Doodvermoeiend, volgens Iris. “We zijn allemaal sukkels”, vindt ze, “we durven het alleen niet toe te geven. Maar het is toch fijn om te weten dat ook Robbie Williams weleens zijn sleutels vergeet?” Ja, ik voel me nu al beter. Wanneer wist Iris dat ze muzikant wilde worden? Op haar veertiende. Dat is wel heel concreet. En toch is het zo. Op haar veertiende had ze geen zin meer in school. Dus ging ze niet meer. Haar vader gaf haar toen een gitaar, kijken of ze dat leuk vond. Iris was meteen verliefd. “Ik deed niks anders meer dan zingen en muziek maken. Mijn vrienden werden gek van me.” Waar haalt ze de ideeën voor haar liedjes vandaan? Uit haar eigen hoofd. Iris houdt ervan om andere mensen en haar eigen gedachten te observeren. Gewoon, even niets doen en luisteren naar de stemmen in haar hoofd. Dat zijn er een hoop. Niet voor niets omschrijft ze haar hoofd als een hersenkroeg. “Alle hoekjes van mijn gedachten staan op de plaat. Als je goed naar de teksten luistert, kom je veel over mij te weten.” Is ze weer terug naar school gegaan? Ja hoor. Na een jaartje veelvuldig spijbelen keerde ze weer terug. Haar ouders hebben het even moeilijk gehad, maar zijn nu reuzetrots. Dat gitaartje heeft haar toch verdomd ver gebracht. Tekst Bart Smout Fotografie Milan Vermeulen (cover en achterpagina)
67
Iris Penning
{ zie ook pagina 67 }