Aeres Hogeschool Almere magazine 2020

Page 1

MAGAZINE 2020 | 01

Laat de stad leven Burgerparticipatie met een serious game

De Groene Long van Almere Makelaars in jong leren eten


“Heeft u ideeën op het gebied van voedsel, vergroening en verduurzaming van de stedelijke omgeving?” Laat het ons weten! Mail naar d.ekkel@aeres.nl

Colofon Redactie: Abeke Schreur Eindredactie: Kees de Rijk Fotografie: Tamara Hoornweg Photography, Peter Timmer, participatie-app © Maartje Heere, GainPlay Studio Vormgeving: Josta Bischoff Tulleken Concept en realisatie: MagSite, Wormer © Alle rechten voorbehouden. Deze tekst mag door derden gebruikt worden, mits de bron daarbij op correcte wijze vermeld wordt. De auteur heeft ernaar gestreefd een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen. Niettemin kan hij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor onjuistheden die mogelijk in deze uitgave voorkomen. Aan deze publicatie kunnen geen rechten ontleend worden. De auteur heeft getracht de rechten van de afbeeldingen te achterhalen en/of de bron van de afbeeldingen weer te geven en ernaar gestreefd een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen.

2

| Aeres Hogeschool Almere


Voorwoord

Laat de stad leven De wereld is in transitie en Aeres Hogeschool Almere wil hier een ­gerichte bijdrage aan leveren. Hoe creëren we een duurzame en ­vitale leefomgeving, nu en in de toekomst? Het onderzoek van Aeres Hogeschool Almere richt zich op voedsel en gezond leven, duurzaam­ heid en de groene stad. Het is van groot belang dat we steeds meer kennis hierover ontwikkelen en toepasbaar maken, juist ook voor het leefbaar houden van de stad. Het Team Praktijkgericht Onderzoek van Aeres Hogeschool Almere levert hieraan een actieve bijdrage en is daarmee een belangrijk onderdeel van onze hogeschool. Vanuit de lectoraten Groene & Vitale Stad en Voedsel & Gezond Leven worden allerlei initiatieven ontplooid die waardevolle kennis opleveren en nieuwe verbindingen creëren. Voor onze eigen stad Almere, maar ook voor onze studenten en de rest van de wereld. In september 2020 start het lectoraat Duurzame Verwaarding van de Groenstedelijke Ruimte. Daarnaast zijn twee lectoraten in ont­ wikkeling: Aquatische Ecologie en Duurzame Gewasbescherming. Ook gaan we werken met het concept research fellows, waarbij we internationaal spraakmakende onderzoekers koppelen aan Neder­ landse onderzoekers en hen samen gericht onderzoek laten doen. Dit magazine belicht een deel van de activiteiten van ons Team Praktijkgericht Onderzoek. Zie dit magazine ook als een oproep. Wij werken graag samen met externe partijen. Alleen samen kunnen we oplossingen vinden voor de vraagstukken waar we voor staan. Heeft u ideeën op het gebied van voedsel, vergroening en verduur­ zaming van de stedelijke omgeving? Laat het ons weten, en dan komen we graag met u in contact.

“Het is van groot belang dat we steeds meer kennis ontwikkelen over het leefbaar houden van de stad ” Wil Bekkering

Wil Bekkering, directeur Aeres Hogeschool Almere

3


16

6

“In de toekomst gaan we steden laten verwilderen” Gideon Spanjar

“Straks kunnen bewoners in 3D-visualisatie rondlopen door het groen in hun wijk” Dinand Ekkel

10

“We komen samen echt verder, dat is mooi om te zien” Marleen Warnaar

20

“De stad is het kernpunt, we gebruiken Almere als levend laboratorium” Sigrid Wertheim-Heck

4

| Aeres Hogeschool Almere


Inhoud

“Dit gebouw wordt de poort naar het nieuwe duurzame Almere” Wilco Scheffer

6 Burgerparticipatie met een serious game

24

10 Makelaars in jong leren eten 16 Innovatie in de groenstedelijke ruimte 20 Het bord van de stad 24 De Groene Long van Almere 30 Inclusiviteit in de voedseltransitie 32 Duurzaam Door programma Kennisnetwerk Voedsel Flevoland

32 “Juist het aangaan van nieuwe netwerken is de schakel in deze transitie” Henk Renting

30

“Ik besloot mijn onderzoek te richten op Syriërs, de grootste groep nieuwkomers in Almere” Anke Brons

5


Hoe laat je burgers succesvol meebeslissen over groene ruimte?

Burgerparticipatie met een serious game Groen in de stad draagt bij aan de gezondheid van de inwoners en aan hun welbevinden, blijkt uit onderzoek. De eigen wijk speelt daarin een belangrijke rol en is het onderzoeksterrein van het lectoraat Groene & Vitale Stad. Het is dus belangrijk om bewoners te betrekken bij veranderingen in hun wijk. Wat gebeurt er als je een app als instrument inzet voor burgerparticipatie?

6

| Aeres Hogeschool Almere


App wordt realiteit Dinand Ekkel is lector Groene & Vitale Stad bij Aeres Hogeschool Almere, Teun Aalbers is business developer en mede-eigenaar van GainPlay Studio, een bureau gespecialiseerd in gamification en zogenaamde ‘serious games’: games die een ander doel hebben dan puur vermaak. Aalbers: “Met games kunnen we bijdragen aan de realisatie van duurzame ontwikkeldoelstellingen, is mijn overtuiging. Voor het onderzoeken van het idee van een burgerparticipatie-app vonden we een partner in kennisinstituut Aeres.”

Meer participatie Aalbers: “Gemeenten gebruiken veelal enquêtes voor het realiseren van inspraak en moeten er hard aan trekken om een beetje betrokkenheid te genereren. Ik verwacht dat een app meer participatie genereert.’’ Het idee voor de ontwikkeling van een app dienden zij gezamenlijk in bij

de Ideeëngenerator van de Nationale Wetenschapsagenda. Aalbers: “Game-ideeën zijn nog vreemd en nieuw voor de meeste partijen.” De Ideeëngenerator is er speciaal voor risicovolle en kleinschalige projecten met een potentie voor maatschappelijke impact. Met de toegekende subsidie wordt de app nu realiteit.

Meedenken over invulling groene ruimte “Met de app laten we mensen op een nieuwe manier meedenken over de invulling van de groene ruimte in hun wijk. Als bijvoorbeeld in een wijk de riolering wordt vernieuwd, dan worden vaak ook andere zaken aangepakt. Hoveniers en architecten kunnen van alles verzinnen, maar het gaat er om dat bewoners zich prettig voelen in hun directe omgeving. We willen met deze app burgers meer bij die herinrichting betrekken, maar onderzoeken ook hoe mensen de app ervaren en wat het effect ervan is”, vertelt Ekkel.

»

“Straks kunnen bewoners in 3D-visualisatie rondlopen door het groen in hun wijk” Dinand Ekkel

7


“We willen dat de bewoner een goed geïnformeerde keuze maakt” Teun Aalbers

8

| Aeres Hogeschool Almere


Realiseerbare keuzes

Betrokkenheid

“De gemeente Apeldoorn wil graag meewerken aan dit onderzoek. De gemeente denkt mee in de keuzes die we voorleggen; deze moeten natuurlijk wel realiseerbaar zijn”, vertelt Ekkel. Aalbers: ”In de app gaan we goed inkaderen wat de opties zijn, we betrekken de groenbeheerders en wijkbeheerders hierbij. De app kent een spelelement en narratief element: we willen dat de bewoners een goed geïnformeerde keuze maken.”

Aalbers: “Als veel mensen hun voorkeuren aangeven in de app, dan krijg je veel perspectieven op de wijk, dat is een mooie democratisering van het proces. De keuzes zijn natuurlijk sterk vereenvoudigd, de bewoners zijn geen stedenbouwkundigen. Ik hoop op een grote groep mensen die de app straks downloadt en gebruikt. Ik verwacht dat de app het gevoel van betrokkenheid vergroot. Uiteinde­ lijk staat of valt dit instrument bij wat er met de input van de bewoners wordt gedaan. Als dat daadwerkelijk gebeurt, is de app voor alle betrokken partijen een succes.”

3D-visualisatie Ekkel: “Met deze app kunnen straks bewoners van de wijk Woudhuis in Apeldoorn in 3D-visualisatie rondlopen door het groen in hun wijk. Ze kunnen in de app hun eigen groene ruimte creëren, voorkeuren aangeven en zien wat andere bewoners prefereren.” Aalbers: “We kunnen de complexiteit van een vraagstuk heel toegankelijk inzichtelijk maken. Een stedenbouwkundige moet wikken en wegen met het beschikbare budget. Dat geldt dan ook voor de bewoners. Kies je bijvoorbeeld voor een verlicht fietspad, dan loopt de teller van je budget snel terug, dan is er geen ruimte meer voor een jeugdhonk of een hondenuitlaatplek. Zo ziet de bewoner meteen de consequenties van een keuze.”

Burgerparticipatie Ekkel: “In het najaar van 2020 starten we met het veld­ onderzoek, dan is de app klaar. We zitten regelmatig om tafel met wijkcoördinatoren en vrijwilligers. Ik heb de indruk gekregen dat iedereen zijn stinkende best gaat doen om ervoor te zorgen dat dit instrument door veel mensen wordt gebruikt. Vrijwilligers kunnen bijvoorbeeld ouderen helpen om hun voorkeuren aan te geven in de app. We kunnen zo heel zorgvuldig omgaan met burgerparticipatie.”

Groene ruimte

Interesse?

“Ik hoop dat we met deze app burgerparticipatie in optima forma kunnen realiseren. Het zou mooi zijn als in de toekomst iedere gemeente een app heeft voor het inrichten van de groene ruimte. Uiteindelijk vind ik het vooral belangrijk dat mensen meer gebruik gaan maken van de groene ruimte. Dat is precies waar het lectoraat voor staat: het stimuleren van het gebruik van de groene ruimte, omdat het zorgt voor fysieke beweging, sociale cohesie en vermindering van stress”, aldus Ekkel.

«

Bent u geïnteresseerd in de app of heeft u andere vragen over het lectoraat Groene & Vitale Stad, neem dan contact op met Dinand Ekkel d.ekkel@aeres.nl

9


Makelaars in Jong Leren Eten

10

| Aeres Hogeschool Almere


We willen een voedseltransitie onder jongeren teweeg brengen

“We stimuleren, faciliteren en verbinden” Nicolette van de Kamp

Het landelijke programma Jong Leren Eten heeft als missie om kinderen en jongeren van 0-18 jaar ‘voedselvaardiger’ te maken: leren om gezonde én duurzame voedselkeuzes te maken. Nicolette van de Kamp en Marleen Warnaar zijn de zogenaamde makelaars van dit programma voor de provincie Flevoland. “We proberen bij jongeren het maken van bewuste voedselkeuzes in het DNA te krijgen.”

Aeres logische partner Jong Leren Eten is een initiatief vanuit het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en wordt uitgevoerd in samenwerking met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Per provincie is er een multidisciplinair team. Van de Kamp (docentonderzoeker / projectleider bij Aeres Hogeschool Almere): “Als kennis­ instituut gericht op een groene en gezonde leefomgeving zijn we een logische partner in dit pro­gramma. Als onafhankelijke kennisinstelling kunnen we een verbindende spilfunctie vervullen tussen de diversiteit aan Flevolandse partijen en organisaties.” » 11


Meewerken aan missie “Onze functie als makelaar is het stimuleren, faciliteren en verbinden. Stimuleren van regionale voedselprogramma’s en educatie, partijen en netwerken faciliteren die hierin al proactief opereren en mensen verbinden om synergie te bereiken. Van kinderopvang en basis- en voortgezet onderwijs, tot ondernemers en overheden”, vertelt van de Kamp. Warnaar (projectleider van Aeres (v)mbo Almere): “Aeres heeft een groot netwerk van partijen die actief zijn rond voedselproductie en -consumptie, en het inrichten van een groene en gezonde leefruimte. Al deze partijen zijn van grote waarde om mee te werken en denken in onze Jong Leren Eten-missie”.

Groene en witte kant “We zijn op veel borden aan het schaken”, vertelt Van de Kamp, “het werkveld wordt daarmee enorm vergroot. En studenten van (v)mbo en hbo laten we actief partici­ peren in dit programma.” Warnaar: “Er is een mooie wisselwerking tussen de groene en ‘witte kant’. Aeres heeft een groot groen netwerk, GGD Flevoland vertegen­ woordigt het netwerk vanuit de gezondheidssector, de ‘witte kant’. De uitwisseling van deze netwerken kan

12

| Aeres Hogeschool Almere

“We komen samen echt verder, dat is mooi om te zien” Marleen Warnaar


heel stimulerend werken. Het zijn doorgaans twee aparte speelvelden, maar eigenlijk niet van elkaar te scheiden. Het is daarom ook mooi dat dit programma vanuit beide ministeries is omarmd.”

Aanhaken bij initiatieven Warnaar: “We haken aan bij initiatieven die al goed lopen; wat zijn de beste voedseleducatie-programma’s die we in Flevoland hebben? We leggen de nadruk op ervarings­gerichte voedseleducatie: moestuinieren, koken, in contact komen met voedselondernemers. Om zo kinderen en jongeren voedsel te laten beleven en ervaren via het o ­ nderwijs.” Van de Kamp: “We kunnen leren van gemeentes waar het goed gaat en succesfactoren delen. Ook kijken we waar het nog niet goed gaat. Hoe kunnen we bijvoorbeeld meer koks krijgen om kinderen te leren koken of educatieboeren opleiden om schoolgroepen te ontvangen? We kijken echt regionaal naar behoeftes en kansen, toewerkend naar logische verbindingen en mogelijkheden tot samenwerking.”

Voedseleducatieprogramma voor basisscholen Van de Kamp: “Met ingang van het nieuwe schooljaar is er een voedseleducatie-aanbod voor alle basisschoolkinderen in Flevoland. Wij hebben geholpen om per gemeente hier de juiste partijen voor in hun kracht te zetten en een gezamenlijk voedseleducatienetwerk te vormen. Daarbij zijn we in gesprek met gemeentes, om dit initiatief te omarmen en te borgen binnen hun beleid. Uitgangspunt is dat alle kinderen in Flevoland gebruik moeten kunnen maken van voedseleducatie. Het zelf ervaren en beleven is daarbij van essentieel belang; je gaat spinazie en spruitjes eerder waarderen als je ze zelf hebt zien groeien.”

Reële opdrachten Warnaar: “Het Technasiumnetwerk in Flevoland ondersteunen we vanuit Jong Leren Eten met het organiseren van

» 13


reële opdrachten voor een voedselvraagstuk. Leerlingen van de vijf Technasia gaan dit jaar aan de slag met het doorontwikkelen van de Flevour Foodbox, in opdracht van lokale voedselondernemers. De Technasia zijn enthousiast om jaarlijks een voedselcasus aan te pakken. Ook werken we komend schooljaar onder leiding van het Aeres Burger Lab mee aan het ontwerpen en realiseren van een duurzame en gezonde voedselomgeving van de school. Het is mooi om te zien hoe betrokken leerlingen en studenten zijn als het om voedsel gaat.”

Praktische doorvertaling Van de Kamp: “In de samenwerking met gemeentes en provincie denken we actief mee over de praktische doorvertaling van beleidsthema’s in relatie tot voedsel, gezondheid en duurzaamheid. De praktijkkennis en ervaring die we opdoen en het brede samenwerkingsnetwerk kunnen we binnen de hele onderwijskolom -hbo, mbo en voort­ gezet onderwijs- in Flevoland ontsluiten en verbinden.”

Ambities Verbinding Warnaar: “De verbinding tussen de verschillende partijen, daar gaat een grote kracht vanuit. Iedereen is gewend om op z’n eigen manier te werken, voor het delen van kennis en kunde is vertrouwen nodig. We komen samen echt verder. Het is mooi dat wij hierin verbindend kunnen zijn en we proberen partijen daarbij echt in hun kracht te zetten. In de wetenschap dat wij het op een gegeven moment los moeten laten, dan moet ‘het’ staan. Van de Kamp: “Daarin ligt onze grootste uitdaging. De basis is de samenwerking. Kennis is er, de producten zijn er, maar samen de schouders er onder zetten, daar gaat het om. Verbinding is er ook met andere programma’s, waaronder Duurzaam Door. Zo kunnen we allerlei initiatieven aan elkaar verbinden en kunnen er zoveel mogelijk mensen en partijen aanhaken.”

14

| Aeres Hogeschool Almere

Warnaar: “We zitten in een transitie, landelijk en wereldwijd. Er gebeurt echt wel wat. En aan de andere kant kan je door de stad lopen en denken ik zie het niet. Dan zie je scholieren die rondlopen met blikjes energydrank en een frikandelbroodje. In Almere heeft 19% van de kinderen en jongeren tot 19 jaar overgewicht, met ernstige gevolgen voor hun gezondheid, op korte en lange termijn. Dit is een ingewikkelde opgave omdat er heel veel partijen bij betrokken zijn. De eerste termijn van Jong Leren Eten ronden we dit jaar af, maar we mogen door en dat is mooi want we hebben nog veel ambities.” Warnaar: “We nodigen iedereen uit die ambities heeft en actief is binnen het voedselvaardiger maken van de Flevolandse Jeugd contact met ons te leggen. Wij willen graag verbinden, faciliteren en mogelijk maken. Samen komen we verder.” «


Interesse? Bent u geĂŻnteresseerd in het programma Jong Leren Eten in Flevoland? Neem contact op met Nicolette van de Kamp n.van.de.kamp@aeres.nl of Marleen Warnaar m.warnaar@aeres.nl

15


Innovatie in de groenstedelijke ruimte

16

| Aeres Hogeschool Almere


Nieuw lectoraat zoekt inventieve oplossingen voor verbeteren leefbaarheid

Gideon Spanjar start 1 oktober 2020 als lector van een nieuw lectoraat gericht op innovatie van de groenstedelijke ruimte. Een lectoraat in samenwerking met de gemeente Almere en provincie Flevoland, dat wordt opgericht midden in corona-tijd. Spanjar: “Juist in deze tijd zien we dat de huidige inrichting van de leefomgeving ons niet meer past, het is tijd dat de natuur de stad weer in komt en we aantrekkelijke verbindingen en verblijfsplekken creëren.”

Klimaatadaptatie, biodiversiteit en circulariteit Klimaatadaptatie, biodiversiteit en circulariteit zijn de drie thema’s waar het lectoraat zich mee bezighoudt. Spanjar: “Hittegolven en plensbuien wisselen elkaar af; onze steden kunnen het zichtbaar niet meer aan. Op vitale plekken in de stad, zoals winkel- en stationsgebieden, brand je op zomerse dagen weg en valt er door de focus op mobiliteit, weinig te beleven. Daar is het niet alleen nodig om schaduw­ plekken te creëren maar ook meer belevingswaarde toe te voegen om leegstand op te vangen en economische activiteiten en maatschappelijke functies te ondersteunen. Zeker in coronatijd, nu we veel buiten willen zijn. Daarvoor moeten we versneld innovatieve oplossingen bedenken die samengaan met de andere actuele opgaven van de stad.”

» 17


Water slim gebruiken “Als de buien komen, hoe voeren we het water dan weer af? De stad bestaat voor een groot deel uit asfalt, steen en beton. Het zorgt dat het water snel wordt afgevoerd, maar het is lastig te verwerken als al het water gelijktijdig in het riool belandt en heel erg zonde. Als je het water (langer) kan vasthouden, als een spons, kun je het later gebruiken voor bewatering van planten of voor verkoeling, bijvoorbeeld. De opgave zit ‘m in het op een grote schaal vergroenen van de stad maar lokaal altijd te kijken hoe precies.”

Steden laten verwilderen

Interesse?

“Natuur in de stad is nu vaak schraal. Als we meer werken met inheemse planten, krijgen ook meer soorten dieren een plek in de stad. Je ziet nu een ontwikkeling in het ­buitengebied, waar we nature-based solutions inzetten om ons aan te passen aan een veranderend klimaat. De volgende stap kunnen we zetten in de steden. Als we water laten infiltreren in de grond of vasthouden dan komt dit de biodiversiteit ten goede. De natuurlijke dyna­ miek van het water heeft ook hoge recreatieve waarde. Met andere woorden, ik verwacht dat we in de nabije toekomst niet alleen steden gaan vergroenen, maar ook verwilderen, om een aantrekkelijke leefomgeving te creëren. Dan kunnen we massaal wildlife spotten in de stad, kinderen en ook volwassenen vinden dat fantastisch.”

Wilt u meer weten over

Corona geeft urgentie “Corona laat de urgentie zien van circulariteit. Wat kunnen we lokaal hergebruiken zodat we minder materialen hoeven te importeren? Gerecycled hout is bijvoorbeeld te gebruiken voor het realiseren van (tijdelijke) verblijfs­ plekken door het maken van plantenbakken met pergola’s en bankjes. Als mensen aangename loopverbindingen en verblijfsplekken dichtbij hebben, dan zullen zij waarschijnlijk minder geneigd zijn om te gaan reizen met alle

18

coronarisico’s van dien. Wat corona in combinatie met de weerextremen van deze zomer ons dus doet inzien, is dat we de druk op de aarde dienen te verminderen door lokaal de kringloop weer rond te maken. Ik zie kansen om kleinschalig te experimenteren met het hergebruik van materialen in Almere en de rest van Flevoland. Waar kunnen we het verschil maken? En waar kunnen we mogelijk de drie thema’s -klimaatadaptatie, biodiversiteit en circulariteit- samen laten komen?”

| Aeres Hogeschool Almere

samenwerkingsmogelijkheden of heeft u andere vragen over dit nieuwe lectoraat, neem dan contact op met Gideon Spanjar g.spanjar@aeres.nl


“In de toekomst gaan we steden laten verwilderen” Gideon Spanjar

Noodzaak vergroenen en verwilderen De stad ontwikkelt de komende jaren nieuwe woonmilieus en gaat ook de hoogte in. De Floriade dient bijvoorbeeld na de expo in 2022, een state of the art stadswijk te worden. In 2030 zijn er in Almere volgens de Woonvisie 2020-2030 (concept) tussen de 17.500 - 24.500 nieuwe woningen nodig en tegelijkertijd is er het streven om het groene karakter van de stad te behouden. Het is dan van belang om een hoogwaardig groen netwerk te ontwik­ kelen dat volledig is geïntegreerd met wonen en werken.”

Onmisbare schakel De groenstedelijke ruimte is een onmisbare schakel om de leefbaarheid te verbeteren en de stad toekomstbestendig te maken. Het lectoraat speelt graag een verkennende rol bij het ontwerpen en monitoren van experimentele gebiedsontwikkelingen en het innoveren van bijbehorende governance arrangementen. Ik zie veel kansen om dit met studenten en in samenwerking met praktijkpartners te doen.” «

19


Het bord van de burger is het centrale ijkpunt

Het bord van de stad

20

| Aeres Hogeschool Almere


Welke relaties zijn er tussen voedselvoorziening, voedsel­ consumptie en gezond leven? Het lectoraat Voedsel & Gezond Leven probeert hier antwoorden op te vinden. Sigrid WertheimHeck (lector) vertelt over de onderzoeken binnen dit lectoraat: “We willen naar een duurzaam en gezondheid bevorderend voedselsysteem voor elke inwoner van de stad.”

Bevorderen van duurzame en gezonde leefstijlen “Dit lectoraat kent drie lijnen”, vertelt Wertheim-Heck, “voedsel en stedelijke ontwikkeling, leefstijlen en regio­ nale voedselsystemen en duurzaam regionaal voedsel­ ondernemerschap. In alle drie de lijnen staan de burgers in de stad centraal. De gemeente Almere heeft burgerkracht hoog in het vaandel. Ook in het lectoraat is de actieve betrokkenheid van burgers van essentieel belang in het richting- en vormgeven aan passende voedselvoorzienings­ structuren die een duurzame en gezonde leefstijl toegankelijk maken voor alle inwoners van de stad. We onder­ zoeken de mogelijkheden voor brede burgerparticipatie in de voedseltransitie. Iedereen eet, dus in de voedsel­ transitie draait het om ‘voor en door’ alle inwoners.”

Relatie tot het achterland “We zien in de wereld een bevolkingstoename en een proces van verstedelijking, er moeten steeds meer mensen gevoed worden. Waar het sterk geglobaliseerde voedselsysteem heeft geleid tot een ontkoppeling van voedselproductie en consumptie, zien we nu dat veel steden wereldwijd er naar streven om een herverbinding tot stand te brengen met meer lokaal georiënteerde voedsystemen.”

Bijzondere situatie Almere “Almere in de agrarische polder Flevoland lijkt bij uitstek geschikt voor een lokaal georiënteerd voedselsysteem. Echter, in het specifieke geval van Almere is er wat bijzonders aan de hand.»Flevoland is in de jaren ‘50 ontstaan

» 21


vanuit het idee van nooit meer honger. Almere is ontwikkeld als overloopgebied van Amsterdam. Historisch is er geen verbinding tussen stad en land. De grootschalige en intensieve akkerbouwsector is sterker verbonden met buitenlandse markten via de haven van Rotterdam, dan met de nabijgelegen steden Almere en Lelystad. Hoewel verklaarbaar vanuit internationale ketens en seizoens­ gebonden productie, is het lastig uit te leggen dat er uien uit Nieuw-Zeeland in de winkel liggen, terwijl de uien in Flevoland net geoogst zijn. Een stedelijk voedselsysteem is verbonden met heel veel andere systemen, het is zinvol om met een brede blik te kijken. Binnen het lectoraat werken we daarom interdisciplinair samen met partijen uit bedrijfsleven, beleid en onderzoek.”

Almere als levend lab “We onderzoeken een breed gebied, maar de stad is het kernpunt, waarbij we Almere gebruiken als levend laboratorium. We onderzoeken problemen en gaan op zoek naar oplossingsrichtingen. Belangrijke vragen die binnen het lectoraat aan bod komen zijn: Hoe organiseer je een meer regionaal georiënteerd voedselsysteem met economische levensvatbaarheid? Welke bijdragen levert een regionaal voedselsysteem aan het vergroten van de duurzaamheid? In hoeverre zet het aan tot gezondere consumptie­patronen? Welke bevolkingsgroepen bereik je daarmee? Hoe kan voedselveiligheid van regionale

22

| Aeres Hogeschool Almere

systemen worden geborgd? We kunnen experimenteren in de stad en samenwerken met bewoners. De uitdaging is natuurlijk mondiaal, wat we hier onderzoeken is vaak ook op andere plekken toepasbaar.”

Bijsluiter voor schepsnoep “Het is belangrijk dat mensen gezonder gaan eten. Als je bij de drogist een pakje paracetamol haalt, word je gevraagd of je bekend bent met de bijwerkingen van het middel. Dat gebeurt niet als je schepsnoep koopt, terwijl daar veel gezondheidsnadelen aan kleven. Met studenten ­kunnen we experimenteren met bijvoorbeeld een bij­ sluiter voor schepsnoep. Hoe reageren kopers wanneer de medewerker van de drogist vraagt of de klant bekend is met de gezondheidsnadelen van snoep? Of we kunnen experimenteren met een leegstaand pand in de stad, en bewoners vragen: als dit een voedselwinkel is, wat moet er dan in staan?”

Flevolandse ui “Als je de stad meer wil voorzien van regionaal voedsel, is het belangrijk dat het aanbod divers genoeg is. Flevoland is zeer succesvol in het telen van aardappels, peen en ui. Als je diversiteit wil creëren moet je ofwel de groot­ schalige landbouw opbreken of op zoek gaan naar andere mogelijkheden. Almere is de op vier na meest diverse stad


“De stad is het kernpunt, we gebruiken Almere als levend laboratorium” Sigrid Wertheim-Heck

in Nederland wat betreft culturele achtergrond van haar ­inwoners en de etnische diversiteit zal de komende decennia verder toenemen. Dat is een interessante ontwikkeling, ook omdat andere culturen anders omgaan met voedsel. Deze diversiteit aan omgangsvormen hebben we onderzocht aan de hand van het Flevolandse product ‘ui’.”

Koken met ui “Een ui wordt in alle keukens wereldwijd gebruikt, maar is als smaakmaker in geen enkel land als typisch cultureel product geclaimd. Studenten van onze hogeschool hebben 25 Almeerse huishoudens in diverse samenstellingen en met diverse achtergronden gevraagd om een gerecht te maken met ui. De studenten hebben meegegeten en de huishoudens geïnterviewd over hun voedselconsumptiepatronen. Dat leverde mooie verhalen en beelden op, waar we een expositie van hebben gemaakt in het gemeentehuis.”

Eigen gedrag Uiteindelijk draait het in de voedseltransitie ook om eigen gedrag. Ik merk zelf hoe lastig het kan zijn om bijvoorbeeld lokaal te kopen. In de stad waar ik woon is er markt op zaterdag, de dag dat ik mijn kinderen coach op het hockeyveld. Dat gaat dus niet. In deze coronatijd zie je wel een verandering in hoe mensen boodschappen doen door het thuiswerken. Corona kan in dat opzicht ook kansen bieden voor de voedseltransitie.” «

Interesse? Wilt u meer weten over de onderzoeken van het lectoraat Voedsel & Gezond Leven, neem contact op met Sigrid Wertheim-Heck s.wertheim-heck@aeres.nl

23


We willen met dit pand een statement maken

De Groene Long van Almere Als je als groenste hogeschool van Nederland een nieuw pand betrekt, wil je natuurlijk dat het duurzaam is en een gezonde en inspirerende werk- en leeromgeving biedt voor studenten en medewerkers. Aeres Hogeschool Almere kiest voor een open ontwerp waarin groen, gezondheid en duurzaamheid centraal staan en dat ook visueel aantrekkelijk is voor de omgeving. Het gebouw wordt een voorbeeld voor duurzaam bouwen en draagt de bijnaam ‘Groene Long’. Wil Bekkering en Wilco Scheffer vertellen over dit bijzondere gebouw.

Prettig leefklimaat “We willen met dit pand een statement maken”, vertelt Bekkering (directeur Aeres Hogeschool Almere), “alles moet zo duurzaam mogelijk zijn en we vinden het belangrijk dat dit pand ook bijdraagt aan het omgevingsklimaat. Dankzij twee groene gevels is het gebouw visueel aan­ trekkelijk en groen draagt bij aan een prettig leefklimaat. Om die reden komt er ook in het gebouw veel groen.”

Poort naar het nieuwe duurzame Almere Wilco Scheffer maakte het ontwerp voor het pand, samen met zijn collega Gert Jan Samsom. Scheffer (directeur en architect bij BDG Architecten): “Steeds meer groen verdwijnt in de stedelijke omgeving, omdat er steeds meer wordt gebouwd. Dit pand wordt de poort naar het

24

| Aeres Hogeschool Almere

nieuwe Almere, het staat voor de zoektocht naar hoe we steden en gebouwen meer leefbaar kunnen maken. Het is in feite één groot onderzoeksobject. We hebben een architect in dienst die ook omgevingspsycholoog is, aan het ontwerp liggen wetenschappelijke principes ten grondslag over welbevinden.”

Welbevinden “We gaan voor een Well-certificering, dat draait om welbevinden voor de gebruikers. Het gaat bijvoorbeeld over luchtverversing, verlichting, uitstraling, materiaalgebruik en gezond eten in de kantine. Het is vrij uniek dat een schoolgebouw van deze omvang een dergelijk certificaat krijgt,” vertelt Bekkering.

»


“Dit gebouw wordt de poort naar het nieuwe duurzame Almere” Wilco Scheffer

25


26

| Aeres Hogeschool Almere


Scheffer: “Sowieso is het uniek dat zoveel duurzame elementen in een gebouw van deze schaal samenkomen, ook voor ons als architectenbureau is dit een sleutelproject.”

Groen dak Scheffer: “Het gebouw krijgt groene gevels, een groen interieur en een groen dak. Het dak is een kunstwerk op zich. Water wordt opgevangen en een computer bepaalt hoe het water wordt afgevoerd, het zorgt er onder meer voor dat het groen op de gevels groen blijft. Om het gebouw is er een arboretum met bomen op alfabet. We bouwen in het vak van de ‘L’, op het dak komt een liquidambar, die boomsoort staat ook op het maaiveld.”

»

27


Effect op studenten onderzoeken Bekkering: “De lokalen gaan we anders inrichten dan gangbaar in een schoolgebouw. De les van morgen kent een diversiteit aan werkvormen, dan werk je in groepjes, dan weer klassikaal, zittend of staand. We gaan in zoveel mogelijk leslokalen een fotowand plaatsen met een groene afbeelding en er komen veel planten. Wat voor effect dit heeft op studenten gaan we onderzoeken. Om die reden realiseren we ook een lokaal zonder groen. Zo kunnen we onderzoeken in welke omgeving een student beter kan leren.”

Doelstelling: circulair en duurzaam Scheffer: “Een van de doelstellingen van dit gebouw is dat het circulair is. De materialen kunnen worden hergebruikt of gedemonteerd. Daarnaast komen er bijvoorbeeld zonnepanelen op het dak en bijzondere zonnepanelen op de gevels. Deze panelen zijn deels transparant, je kunt er

doorheen kijken. Het gebouw is getoetst op circulariteit en scoort heel hoog voor een dergelijk gebouw. We zijn op zoek gegaan naar zo min mogelijk belasting van het milieu.”

Onderdeel van Flevo Campus Het gebouw is onderdeel van Flevo Campus, een terrein waar onderwijs, onderzoek en wetenschap samenkomen. Flevo Campus is niet alleen voor studenten en onderzoekers, maar ook voor inwoners van Almere en daarbuiten om kennis te maken met en mee te denken over het stedelijk leven van de toekomst. Bekkering: “Het is onze nadrukkelijke wens dat dit gebouw ook open staat voor geïnteresseerden. We willen het verhaal van het gebouw graag vertellen. Daarom gaan we bijvoorbeeld werken met QR-codes op verschillende plekken in het gebouw die een uitleg geven van het waarom van allerlei elementen. Het wordt echt een pand waar mensen iets te zien hebben en iets kunnen leren.”

Inkrimpen tijdens Floriade Het nieuwe gebouw verrijst op het terrein waar in 2022 de Floriade plaatsvindt, de internationale wereldtuinbouwtentoonstelling. Bekkering: “Het thema van de Floriade is stedelijke voedselvoorziening. Tijdens de Floriade verlaten we tijdelijk de benedenverdieping van ons pand, zodat onze school kan fungeren als ontvangstgebouw. Wij zullen als studenten en medewerkers het tijdelijk met wat minder ruimte moeten doen, maar we delen ons gebouw graag voor dit doel.”

Verbinding “Als het meezit gaan we in het najaar van 2021 verhuizen”, vertelt Bekkering., “Ik nodig iedereen die nieuwsgierig is naar deze vernieuwende vorm van bouwen uit om ons gebouw te bezoeken. We houden van verbinding en dat kan ook op deze manier.” 28

| Aeres Hogeschool Almere

«


“Het wordt echt een pand waar mensen iets te zien hebben� Wil Bekkering

29


Bijdragen aan de voedselstrategie van Almere

Inclusiviteit in de voedseltransitie Hoe betrek je mensen meer bij de transitie? En hoe kun je participatie inclusiever maken? Hoe gaan specifieke culturele minderheidsgroepen om met duurzaamheid en gezond eten? Anke Brons is promovendus binnen het lectoraat Voedsel & Gezond Leven en doet hier onderzoek naar. Brons: “Syriërs zijn in Almere de grootste groep nieuwkomers onder de immigranten, ik besloot om op deze groep mijn onderzoek te richten en de nieuwkomers te vergelijken met Syriërs die al 15 à 20 jaar in Almere wonen. Hoe eten mensen? Hoe doen ze boodschappen? Welke rol speelt duurzaamheid daarin?”

“Ik besloot mijn onderzoek te richten op Syriërs, de grootste groep nieuwkomers in Almere” Anke Brons

30

| Aeres Hogeschool Almere


Bittere komkommer

Syrische immigranten “Het merendeel van de onderzochte Syrische immigranten wist niet wat duurzaamheid betekent. Stel, de gemeente of landelijke overheid zou een campagne voeren om duurzaam eten te bevorderen, dan zou dat bij het merendeel waarschijnlijk niet aanslaan, omdat het geen thema voor hen is. Maar kijk je naar hun gedrag, dan zitten daar zeker duurzame elementen in. Ze eten vaak vers, onbewerkt, ze halen lokaal vlees en kaas bij de boer en ze eten vaak met de seizoenen. Veel Syriërs kochten verse melk bij de boer om daar labmeh, een kaassoort, van te maken. Vervolgens zijn boeren deze kaassoort gaan maken om te voldoen aan de vraag, ik vind dat een mooie ontwikkeling.”

Diabetici

“Het onderzoek onder diabetici was onderdeel van een Europees onderzoek van Green Health Solutions. Dit bedrijf onderzoekt de gezondheidseffecten van bittergourd, een bittere komkommer die volgens volkswijsheid een positief effect heeft op de suikerbalans. Wij kijken naar de consumptiekant; hoe kan zo’n product worden ingepast in een voedingspatroon?”

Voedselstrategie gemeente Almere “De gemeente Almere ontwikkelt een voedselstrategie, daar hoop ik met mijn onderzoeken aan bij te kunnen dragen. Duurzame voeding ligt me na aan het hart en ik denk dat we niet alleen aan de aanbodkant, maar ook aan de consumptiekant nog veel kunnen bereiken. Wat ik wel merk: hoe meer je weet van de duurzame kant van voeding, hoe ingewikkelder het wordt. Maar wat in ieder geval geldt: hoe verser hoe beter en eet mee met de seizoenen, daarmee draag je bij aan een duurzame toekomst.” «

“Ik heb mijn onderzoek ook gericht op mensen met diabetes 2. Diabetes is een voedsel-gerelateerde ziekte. Ik vroeg me af hoe dit van invloed is op iemands voedselroutine. Onze studenten hielpen met de interviews, heel fijn om het op die manier in te bedden in het onderwijs. We hebben kwalitatief onderzoek gedaan met interviews, meegaan met boodschappen doen en samen koken. Ook onder deze groep waren er veel mensen die niet wisten wat duurzaamheid is. Veranderingen die men doorvoerde waren vanuit gezondheidsredenen, maar kennen wel een duurzame component.”

Interesse? Wilt u meer weten over onderzoek naar inclusiviteit in de voedseltransitie? Neem contact op met Anke Brons a.brons@aeres.nl

31


Door netwerken te versterken versnellen we de voedseltransitie

Duurzaam Door Kennisnetwerk Voedsel Flevoland Duurzaam Door is zowel een landelijk als regionaal programma opgezet om de transitie naar duurzaamheid te versnellen. Docentonderzoeker Henk Renting van Aeres Hogeschool Almere is projectleider van het nieuwe programma Kennisnetwerk Voedsel van Duurzaam Door in Flevoland: “partijen verbinden, dat is de kern.�

32

| Aeres Hogeschool Almere


“Juist het aangaan van nieuwe netwerken is de schakel in deze transitie” Henk Renting

Verbinden van bestaande netwerken “In dit programma werken we samen met o.a. Aeres (v) mbo, Aeres Hogeschool Dronten, IVN, het programma Jong Leren Eten, de GGD, Flevo Campus, vijf gemeenten en de provincie Flevoland maar ook met ondernemers­ netwerken als Flevofood en Pioniers van de Toekomst”, vertelt Renting. “We verbinden bestaande netwerken vanuit het idee dat er dan minder dingen dubbel worden gedaan en dat partijen meer in hun kracht komen. We hebben met diverse partijen gecheckt of men deze diagnose van de huidige situatie deelt. Dat was het geval. Er gebeurt veel, maar initiatieven zijn onvoldoende op elkaar afgestemd en mensen zijn niet altijd op de hoogte van wat er verder gebeurt.”

» 33


Start in coronatijd

Regionale Kenniswerkplaats

“Op 1 maart zijn we formeel gestart met dit programma, midden in coronatijd. Dat was wel een uitdaging. Eén van de onderdelen van het programma is het organiseren van kenniscafé’s; fysieke bijeenkomsten waarbij partijen elkaar kunnen treffen. Dat was niet mogelijk. De coronatijd heeft ons wel geleerd dat er virtueel meer mogelijk is dan we voorheen dachten, misschien organiseren we in de toekomst een virtueel café, als live bijeenkomsten niet mogelijk zijn. We konden wel van start met gesprekken met de gemeenten in Flevoland. Lokale overheden spelen een belangrijke rol in dit verhaal. Iedere gemeente op een eigen manier. Noordoostpolder en Dronten kennen vooral de productiekant, dat is anders dan Almere en Lelystad. We kijken naar initiatieven die al spelen, bijvoorbeeld Flevofood, de Lelystadse Boer en de Almeerse Stadsboerderij, en hoe deze in elkaar grijpen.”

“Een van de onderdelen van dit programma is de Regionale Kenniswerkplaats. Hierin leggen we de verbinding tussen onderwijs (voortgezet onderwijs, mbo en hbo) en onderzoek en (onderzoeks-)vragen vanuit de praktijk. Als bijvoorbeeld een voedselondernemer iets wil laten onderzoeken, kan het onderwijs hier een rol in spelen. Dat gebeurde al wel hapsnap, door dit structureler aan te pakken kunnen we vragen van ondernemers en andere partijen uit het werkveld beter matchen.”

Kaart van het voedsellandschap “We zijn nu het voedsellandschap van Flevoland in kaart aan het brengen, zodat we goed in beeld hebben welke partijen er allemaal actief zijn en op welke manier. Vervolgens kunnen we kijken hoe dit aanhaakt bij de agenda’s van de lokale overheden en waar kansen liggen voor versterken van de transitie.”

34

| Aeres Hogeschool Almere

Voedseleducatie “We willen in de hele provincie Flevoland een slag maken met boerderij- en voedseleducatie en daar een goede structuur voor neerzetten. Eind september lanceren we een boekingssysteem hiervoor. IVN Flevoland, Stad & Natuur in Almere en het programma Jong Leren Eten zijn hier ook bij betrokken net als organisaties van boeren die aan de slag willen met educatie.”

Duurzame en gezonde voedselomgeving op scholen “Een ander project binnen dit programma richt zich op scholen. Er komt steeds meer besef dat het gedrag van mensen niet alleen wordt beïnvloed door de informatie die zij ontvangen, maar ook door de fysieke omgeving. Het is een hele menselijke reactie dat als je regelmatig ­ongezonde voeding aangeboden krijgt in je omgeving,


dat je zelf in die richting doorgaat. We gaan met een school een pilot uitvoeren en met docenten en lokale ondernemers in gesprek over gezonde en ongezonde triggers. Zo kunnen we toewerken naar een gezamenlijke buurtaanpak. Het idee is dat deze aanpak ook toepasbaar is op andere scholen en buurten.”

Systeemuitdaging Deze voedseltransitie is een systeemcrisis en een systeem­uitdaging. Het gaat niet alleen om het veranderen van de landbouw of het veranderen van consumenten­ gedrag. Alles grijpt in elkaar. Om oplossingen te realiseren moet je op verschillende velden tegelijk schakelen. Daarbij is het de uitdaging om voorbij de usual suspects te raken en ook nieuwe partijen te verbinden die zich met de gewone burger bezig houden.”

Urgentie “Het besef dat we een stap verder moeten komen met de transitie naar een duurzaam voedselsysteem is sterker geworden door corona. Ik heb de indruk dat mensen nog meer inzien dat er nieuwe netwerken nodig zijn. Je ziet ook nieuwe initiatieven ontstaan van lokale voedsel­ ondernemers, de Flevour Box bijvoorbeeld, daarbinnen hebben partijen samengewerkt die dat voorheen niet deden. En juist het aangaan van nieuwe netwerken is de schakel in deze transitie.” «

Interesse? Wilt u meer weten over Duurzaam Door in Flevoland, neem contact op met Henk Renting h.renting@aeres.nl

35


“Heeft u ideeën op het gebied van voedsel, vergroening en verduurzaming van de stedelijke omgeving?“ Laat het ons weten! Mail naar d.ekkel@aeres.nl

Stadhuisstraat 18, 1315 HC Almere 088 020 6300 | aereshogeschool.nl/almere

“Het wordt echt een pand waar mensen iets te zien hebben” Wil Bekkering, directeur Aeres Hogeschool Almere


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.