isolatie4all
editie
Prefab de toekomst?
Isolatietalent
Zella de Vreugd
Samenwerking
Doesburg Isolatie
In gesprek met Rob Engelaar
editie
Prefab de toekomst?
Isolatietalent
Zella de Vreugd
Samenwerking
Doesburg Isolatie
In gesprek met Rob Engelaar
FAMILIEBEDRIJF
De HANKO-FAMILY doet nét iets meer moeite om U te adviseren, ondersteunen en ontzorgen.
Het gaat om DEDICATION, daarmee maken we al ruim 45 jaar voor U het verschil!
•Van Rietschoten ontwikkelt thermisch-ontkoppelde constructies
•Van Rietschoten een begrip in specialistisch constructiewerk
•Dé allround constructeur van ijzersterk maatwerk
•Van Rietschoten beschikt over een grote voorraad voor snelle leveringen
•Gespecialiseerd in zetwerk tot 6 mm dikte over 3 meter
Positief nieuws in februari. Meer leerlingen melden zich aan voor technische – en zorg opleidingen bij ROC’s en MBO opleidingen.
De vele campagnes van brancheorganisaties, bedrijven , onderwijsinstellingen en overheden gaan langzaam resultaten boeken.
Het werken in de techniek wordt weer hip en vooral duurzaam.
Positieve verhalen delen helpt.
Een bezoek aan de Circulaire Oogst in januari jongstleden op de HAN University of Applied Sciences bij het Centrum Meervoudige Waardecreatie gaf het team van Isolatie4all een mentale boost.
Tim van Hattum, auteur van het boek Only Planet, sprak daar de studenten en genodigden toe en presenteerde zeven routes naar een duurzame toekomst. De manier waarop je dit wil bereiken is volgens de auteur door een positieve aanpak. Geen doemscenario’s, maar delen wat wel kan en aanreiken een toekomstvol perspectief.
Het team van Isolatie4all ziet veel positieve verhalen, werkzaamheden en projecten voorbij komen en gelukkig delen we deze met elkaar, de opdrachtgevers en beleidsmakers.
Isolatie blijft hot en kan zeker het verschil maken met kennis van zaken, goede medewerkers en visie op de toekomst. Dus het is tijd het ijzer nu te smeden, want dat is heet.
De VIB en Stichting OOI werken hieraan hard en roepen eenieder op om mee te praten. Wij werken hieraan graag mee en zien mooie voorbeelden dagelijks voorbij komen over kwaliteit, uitdagende projecten en inspirerende jobs. Lees deze Isolatie4all en opdrachtgevers krijgen een goede indruk van een eigentijdse isolatiesector.
UITGEVER: Yvonne van der Bend yvonne@isolatie4all.nl
HOOFDREDACTIE: Yvonne van der Bend (hoofdredacteur) yvonne@isolatie4all.nl
REDACTIEADRES:
Tituslaan 13, 6642 AP Beuningen
Tel. 024 67 76 930
Email. info@businessmedia4all.nl
WWW.BUSINESSMEDIA4ALL.NL
REDACTIE: Loet van Bergen, Chantal Fransen en Joep Peters redactie@isolatie4all.nl
FOTOGRAFIE: Henk van der Bend en Loet van Bergen
Coverfoto Louis Meulstee
VORMGEVING/OPMAAK: Esther Peters
REALISATIE DRUK & PRODUCTIEBEGELEIDING
Print Rendement, Henk van der Bend, Beuningen
ADVERTENTIE EXPLOITATIE/ ONLINE-ADVERTEERDERSSERVICE
Isolatie4all verschijnt vier maal per jaar. Voor meer informatie over advertentietarieven en/of online campagnes kunt u contact opnemen met Yvonne van der Bend, tel. 024 67 76 930 of mail info@isolatie4all.nl of yvonne@isolatie4all.nl
ABONNEMENTEN
Het tarief voor een abonnement is €26,50 en voor adressen in het buitenland wordt de porti toeslag voor het buitenland doorberekend. Interesse? Mail uw gegevens naar info@isolatie4all.nl
VERSPREIDING:
Isolatie4all heeft een oplage van 3000 exemplaren per editie en bereikt 4x per jaar o.a. beslissers op het gebied van thermische en akoestische isolatie voor zowel nieuwbouw als onderhoud in de chemische en petrochemische industrie, utiliteitsbouw, scheepsbouw, offshore, voedingsmiddelen industrie, producenten en leveranciers, adviseurs, installateurs, ingenieursbureaus, trainingsinstituten, scholen, opleidingen en technische diensten. Isolatie4all bereikt alle leden van de VIB op zowel directie als middel managementniveau en ook opdrachtgevers en partijen, die invloed
VISIE OP ONTWIKKELINGEN EN INNOVATIE
VISIE OP ENERGIE
KIJKJE OVER DE SCHUTTING
DOSSIER PREFAB
PRODUCTINFORMATIE
KNAUF
MABI - VAN STAVEREN Armacell Rockwool
uitoefenen op de sector; overheden, politiek, belangenbehartigers, etc. Relaties van Stichting OOI, CINI en NCTI ontvangen ook de uitgave.
Controlled Circulation; 500 exemplaren worden extra per editie in een wisselverspreiding verspreid onder installateurs, bouwbedrijven en aanpalende doelgroepen.
EDITIE 1 2023
©2023 Overname van artikelen/ foto’s is slechts mogelijk na verkregen schriftelijke toestemming van de uitgever
Isolatie4all is een uitgave van Businessmedia….4all
WWW.BUSINESSMEDIA4ALL.NL
www.isolatie4all.nl
Van der Hoek Brandwerende applicaties B.V. is een specialist met een zeer ruime ervaring en uitgebreide kennis in de applicatie van passieve bouwkundige brandpreventie.
Samen met partner SVT Products BV worden de brandwerende applicateurs regelmatig op de hoogte gehouden van de laatste innovaties en wordt er nieuwe kennis opgedaan op het gebied van passieve bouwkundige brandpreventie op de locatie van SVT Products.
Op 1 februari 2023 is Studio Veldhuis officieel geopend in het iTanks kantoor in het Directiegebouw op RDM! Ter ere van Leo Veldhuis, grote kracht van de isolatiebranche en de industrie. In Studio Veldhuis neemt iTanks podcasts op aan het prachtige meubilair waar Leo, zijn vader én zijn opa nog aan hebben gewerkt. Tom Mulder ging met Leo in gesprek en vroeg naar zijn Techniektrots!. Luister de podcast via bijgaande link op spotify: https://lnkd.in/eNMX2tDw
Het bedrijf breidt daarmee haar activiteiten in Nederland uit. Wiko Isolatietechniek en Steigerbouw is al 55 jaar een belangrijke speler in de isolatiessector en aanwezig in industriële sectoren zoals petrochemie, chemie, energie, food, jachtbouw, scheepsbouw, offshore en op- en overslag voor het uitvoeren van nieuwbouw-, renovatie- en/of reparatiewerkzaamheden. Hierdoor is Wiko, met vestigingen in Rotterdam en Amsterdam en 150 medewerkers, een passende aanvulling op de activiteiten van REMONDIS in Nederland.
De directie van Wiko zal ook na de overname met dezelfde visie en servicegerichtheid leiding blijven geven aan de organisatie. De directies van beide ondernemingen hebben op eind vorig jaar de overnamecontracten ondertekend en zien met veel vertrouwen deze samenwerking tegemoet.
Op deze manier blijft men altijd ‘’up to date’’ van de laatste ontwikkelingen en kunnen opdrachtgevers op de juiste wijze bediend blijven met een totaalconcept inzake bouwkundige brandpreventie.
Die dagen lang waren de deuren geopend voor eenieder die een kijkje wilde nemen achter de schermen bij Jörg Machines. Naast het uitgebreide assortiment aan machines deelden zij ook de vele nieuwe ontwikkelingen binnen de branche. Grote aantallen nieuwsgierige bezoekers mochten zij ontvangen. Jörg bedankt eenieder voor de de mooie dagen met een leuke terugblik op LinkedIn.
Rob Engelaar, COO van Bilfinger Industrial Services en Bilfinger ROB waar hij verantwoordelijk is voor de operatie Nederland, maakte 10 jaar geleden de switch naar de industrie, daarvoor werkte hij 20 jaar in de logistieke sector. De kennis en ervaring die hij in beide sectoren opdeed hebben hem een breed blikveld gegeven en daarmee een duidelijke mening over wat er speelt in onze branche en welke prioriteiten er te leggen zijn. Ik spreek Rob onder andere over de kansen die er nu in de markt liggen en de uitdagingen die er zijn om die kansen ook te kunnen pakken.
“Elke sector heeft zijn eigen kenmerken. Waar de logistiek sterk is in procesinrichting en dagelijks stuurt op het behalen van de meest optimale efficiency, ligt de blik van de industrie op vakmanschap en het optimaliseren van de veiligheid. Het is goed om je over branches heen te bewegen, het is iets wat ik met mijn eigen mensen ook oppak. Een horizontale ontwikkeling in je carrièrepad, daar kun je alleen maar veel van leren. Ook binnen Bilfinger zijn we breed georiënteerd, we hebben praktisch alle disciplines in huis. Isolatie, steigerbouw, schilderen, tracing en piping & mechanical: alle trades binnen de industriële dienstverlening hebben we onder onze paraplu. Met het multidisciplinaire dienstenpakket dat wij de markt bieden leggen we tevens de te behalen efficiencyslagen bij onszelf neer. Zo blijven we continu in beweging. Net zoals de branche zelf.”
“Er ligt op dit moment veel werk. In de Covid periode zijn er veel minder onderhoudswerkzaamheden verricht. Dit achterstallige onderhoud moet nu worden opgepakt. Daarnaast zorgen overheidsmaatregelen ervoor dat er een verduurzaamheidsslag gemaakt moet worden. Beide ontwikkelingen zorgen ervoor dat er de komende tijd veel werk te doen is. Nog meer als je je bedenkt dat er ook weer veel nieuwbouw wordt gestart. Onder andere bij Shell, Ineos en Neste staan er grote projecten op de planning. De vooruitzichten qua werk zijn dus heel goed. Alleen… de mensen zijn er niet voldoende om de werkzaamheden tijdig uit te voeren. Dat is een uitdaging.”
“Op alle niveaus, zowel bij de opdrachtgevers als bij de contractors, zijn ze er gewoon niet. Niet alleen bij de mannen in overall, maar ook in middenkaderfuncties is er onvoldoende instroom. En waarom? De verdiensten zijn goed, daar ligt het niet aan. Het lijkt alsof werken in de industrie gewoon niet aantrekkelijk gevonden wordt. En dat is een generiek Nederlands thema: de jeugd wil niet met zijn handen werken. De interesse in een technische opleiding is klein. Daar moet iets in veranderen. We hebben de handen simpelweg nodig. Zelf hebben we daar al allerlei kanalen voor aangeboord, maar dat heeft nog niet het gewenste resultaat opgeleverd. We blijven daardoor voorlopig nog afhankelijk van buitenlandse arbeidskrachten. Als ik kijk naar de isolatiebranche dan komt een groot deel van de isoleerders op dit moment
Fotografie: Bilfinger Industrial Services
Er is maar één prioriteit en dat is bemanning.
// De nieuwe veiligheidsnorm in technische isolatie
// Volledige reeks flexibele technische isolatie materiaal met extreem lage rookdichtheid (Euroklasse BL-s1,d0)
// ArmaFlex Ultima voldoet aan de eisen voor Green Building schema‘s
www.armacell.nl
uit landen als Polen, Litouwen, Roemenië en zelfs zover als Azerbeidzjan. Die grens van waar we ze vandaan moeten halen schuift steeds verder op. Een ontwikkeling die we ook vóór de Oekraïne crisis zagen. Ook de jongens uit Polen zoeken met de toegenomen welvaart daar steeds vaker naar werk dat zich niet buiten afspeelt. Komt bij dat het deel aan eigen Nederlandse werknemers snel vergrijst en binnen 5 tot maximaal 10 jaar zullen uitstromen.”
“We lopen tegen onze grenzen aan. De instroom aan vakmensen is praktisch nul. In de praktijk én aan de opleidingen. En dan lopen we ook nog eens tegen praktische problemen aan. Zo mag je in de industrie pas met 18 jaar een terrein op, terwijl de jongens en meiden al op hun 16e van het VMBO komen. In die twee jaar dat ze niet bij ons mogen komen, lopen we ze mis. In samenwerking met de overheid en de VIB zijn we nu bezig om te kijken of we met wat aanpassingen leerwerktrajecten kunnen creëren waarin het risico beperkt is en de afgestudeerde VMBO-ers toch binnen te trekken zijn. We hebben ze hard nodig om over een paar jaar ook de middenkaderfuncties gevuld te krijgen.”
“Waar voorheen de opleidingen geoutsourced werden, is de wens tot het zelf opleiden van personeel in deze tijd gegroeid. Via het Bilfinger Skills Center doen we twee dingen in ons opleidingscentrum Roosendaal: als de mensen nieuw binnenkomen worden ze hier getest om te zien wat het vakmanschapsniveau is, maar belangrijker nog is dat we onze eigen krachten en vaste pool van inhuurkrachten hier een bijscholingsprogramma laten doorlopen om hun vakmanschap en veiligheidsbewustzijn te vergroten. Niet uit controle, maar juist als waardering, wat uiteindelijk moet leiden tot een stukje retentie.”
We moeten Nederland aantrekkelijk maken en houden voor buitenlandse vakkrachten
“Zolang we nog onvoldoende Nederlandse instroom hebben om de arbeidsplekken die we nodig hebben in te kunnen vullen, blijven we afhankelijk van de vakkrachten uit OostEuropa. We moeten ervoor zorgen dat zij voor Nederland blijven kiezen. Het maakt hen namelijk niet uit waar ze in
Europa werken. Zij kijken naar het uurtarief en het aantal uren dat ze kunnen maken. Werken liever 50 uur, dan de voor ons gebruikelijke 40. Daar is het onderhoudsregime in Nederland niet op ingericht. Ze willen veilige werkomstandigheden en gerespecteerd worden om hun vakmanschap.”
“Goede woonomstandigheden zijn daarin net zo belangrijk. Daar waar in Noorwegen wooncomplexen zijn gerealiseerd die van alle gemakken zijn voorzien, wordt in ons land de huisvesting overgelaten aan de uitzendbureaus bij wie we de arbeidskrachten inhuren. Waarom zorgen we zelf niet voor goede huisvesting voor die mannen? Het zijn tijdelijke woonunits die nodig zijn om Nederland aantrekkelijk te maken als werkplek. Ze komen niet om zich te vestigen, ze komen puur en alleen om te werken. Zijn serieus en hebben een groot werkethos. We zijn afhankelijk van ze en moeten goed voor ze zorgen. Goede huisvesting is daar een groot onderdeel in.”
“In Nederland zien we het huisvesten van de buitenlandse krachten nog teveel als probleem. Ik pleit ervoor om het niet als probleem, maar als oplossing te zien. Wat we nu zien gebeuren is dat de vele mensen die nodig zijn voor de geplande turnaround bijvoorbeeld nu in vakantieparken verblijven. Waarom zou je daar geen flatgebouw voor bouwen? We zijn afhankelijk van deze mannen, het is zaak dat we goed voor ze zorgen, voordat ze straks niet meer voor ons kiezen en elders gaan werken. Ik bespreek dat ook met onze opdrachtgevers. Het boeiende aan de grote spelers in de industrie is echter dat ze hier tot op heden beperkt aandacht aan besteden, zolang het nog goed gaat. De arbeidskrachten zijn er immers nog. Het besef dat dat in de toekomst wel anders kan zijn begint nu gelukkig wel te komen. En we hebben ze nodig. Als ik als Bilfinger iets onder de aandacht breng bij de politiek dan spreekt dat niet zo luid als bijvoorbeeld een Shell dat doet natuurlijk. We moeten er met z’n allen voor zorgen dat we deze jongens binnenhalen en houden, zolang er nog onvoldoende Nederlandse krachten zijn om het vele werk dat er ligt te klaren.”
Rob Engelaar, COO van Bilfinger Industrial Services en Bilfinger ROB waar hij verantwoordelijk is voor de operatie in Nederland. Daarnaast is hij bestuurslid bij de Vereniging van Steiger-, Hoogwerk- en Betonbekistingbedrijven, VSB en het VIB. Eerder werkte hij in de logistieke sector voor bedrijven als PostNL en TNT.
Als we nu niets doen, komen ze straks niet meer
Er is veel te doen in de Isolatie industrie. Niet alleen in Nederland, maar in heel Europa is duidelijk geworden hoe groot de invloed van isolatie in de energie transitie is. Veel projecten op de planning, er moet veel gebeuren. Daar is iedereen het over eens.
De grote vraag blijft echter, wie gaat de projecten uitvoeren? Het antwoord lijkt relatief simpel, de felbegeerde isolatie monteur. Alleen wie is deze isolatie monteur, hoeveel lopen er rond en weet de rest van Europa ook dat wij deze monteur zo hard nodig hebben?
Het blijkt voor heel Europa een lastig vraagstuk, maar hoe komen we tot de oplossing?
Het belang van de monteur
Laten we allereerst stil staan bij het belang van de isolatie monteur, want wij zijn trots op de isolatie monteur! Zij dragen de energie transitie binnen de isolatie markt op hun schouders. Zij voeren het werk uit op de meest uitzonderlijke en lastige werkplekken. Zij staan in de kou, regen, of juiste op warmste dagen te isoleren. Zij hebben de kennis, weten wat er te doen staat en zijn de echte professionals in het isolatie vak. Zij zijn de toekomst waarmee wij, samen, de energie transitie echt kunnen starten.
In de toekomst hebben we nog veel meer van deze professionals nodig. Dus wat gaan we daarvoor doen? Natuurlijk het vak beter in the picture zetten! Het isolatie vak mag belangstelling krijgen en professionals mogen best laten zien wat zij kunnen. Denk bijvoorbeeld aan Facebook pagina’s zoals: “Benelux Isolatieprofessionals” of “Insulation Master Class”. Maar ook Branche organisaties kunnen hier veel aan bijdrage.
Dus volg de isolatie! Alle ontwikkelingen zijn te volgen via Social Media of of via Platform Isolatie4all, dat 24/7 in print, online en via de social media informeert.. Er staat een Europees kampioenschap gepland. Er is zelfs een plaatbewerking YouTube kanaal te volgen, namelijk Sheet Metal Workshop.
In deze column neem ik jullie in 2023 dus graag mee in de ontwikkelingen binnen de markt, welke events er op de planning staan en hoe wij de isolatie industrie bekend kunnen maken in de wereld.
Bestuurder Duurzame Inzetbaarheid FNV en voorzitter OOI namens FNV Metaal
Het bestuur van OOI is gelijkelijk verdeeld over een werkgevers- en werknemersdelegatie, waarom is dat?
OOI wordt paritair bestuurd. Het is wel zo zuiver om in het bestuur dan van gelijke omvang te zijn. Maar het is zeker niet zo dat wij verschillende belangen nastreven. We trekken samen op om zowel de medewerkers als de werkgevers zo goed mogelijk bij te staan en te ondersteunen. Als opleidingsinstituut, maar ook als sparringpartner en adviseur op het thema Duurzame Inzetbaarheid en maatschappelijke vraagstukken waar we ons in deze tijd voor gesteld zien.
Kun je daar iets dieper op ingaan?
Wat ik vooral zo mooi vindt om te zien is dat OOI, proactief te werk gaat om een zo breed mogelijke ondersteuning te bieden. Om een voorbeeld te geven: er bereiken ons signalen dat alcohol, drugs en middelengebruik een probleem begint te worden in de branche. We zijn hier actief op ingesprongen en hebben de samenwerking gezocht met het Trimbos instituut, waardoor we nu in staat zijn om de werkgever die met dit probleem te maken met praktische hulp te ondersteunen. Sowieso is onze blik nu gericht op hoe wij ervoor kunnen zorgen dat werknemers fit en vrolijk in het leven kunnen staan en hun werk kunnen doen.
OOI heeft zich doorontwikkeld. Het gaat uiteindelijk om de duurzame inzetbaarheid van vakkrachten. Een containerbegrip waar veel in samenkomt. Zo is het binnenkort mogelijk om via OOI een arbo adviseur in te zetten binnen jouw organisatie. Met oog op die gezonde en veilige werkplek zien we dat arbo eisen best ingewikkeld zijn en dat ze niet altijd de prioriteit krijgen die ze verdienen. Zeker in de kleinere organisaties waar er met weinig mensen veel werk verricht moet worden, ontbreekt het hen vaak simpelweg aan de tijd om zich hierin te verdiepen. Dan is het mogelijk om via ons een arbo adviseur in te schakelen. Datzelfde geldt voor praktijkbegeleiders en loopbaancoaches.
Samen de uitdagingen aangaan?
Er liggen veel uitdagingen: er is veel werk en te weinig instroom van nieuwe mensen. Daarnaast hebben we te maken met ouder wordende vakmannen voor wie het fysiek steeds zwaarder wordt om het werk te kunnen doen. Daar moeten we iets mee. En daar moeten we samen iets mee. OOI staat klaar om je te ondersteunen, met opleidingen intern of op locatie en met aanvullende ondersteuning van onze arbo deskundigen, praktijkbegeleiders en loopbaancoaches. Maak daar gebruik van!
Je ziet het niet altijd direct, maar we weten allemaal dat er medewerkers zijn die bepaalde middelen gebruiken. Vaak alleen in het weekend, maar soms ook door de week. Maar wanneer gaat iemand echt over de schreef? En als je vermoedt dat een medewerker regelmatig te veel drinkt of stiekem in zijn busje een joint rookt, wat mag je als werkgever doen? En hoe ga je het gesprek aan?
Het zijn deze en nog veel meer vragen waarover OOI in samenwerking met het Trimbos-instituut over in gesprek is met werkgevers in de sector. Vorig jaar heeft OOI uitgebreid onderzocht welke onderwerpen er spelen binnen de sector in het kader van ‘Fit en vrolijk door je loopbaan’. Het gebruik van verdovende middelen kwam daaruit naar voren als een van de aandachtpunten. Vanuit OOI is daarop contact gelegd met het Trimbos-instituut, de autoriteit in Nederland op dit gebied. Het Trimbos heeft prachtige instrumenten om werkgevers hierbij te helpen en daarom zijn we samen in gesprek met bedrijven om te horen welke van die instrumenten het beste passen bij onze sector en die vanuit OOI breed aangeboden kunnen gaan worden.
Wil je hier meer over weten? Neem dan contact met ons op. Ook de werknemers in de sector zullen de komende tijd regelmatig door OOI benaderd worden om ze te ondersteunen om fit en vrolijk door hun loopbaan te gaan. We hebben een leuke, eerste bewustwordingsfilm laten maken en daar zullen er meer van volgen. Check regelmatig mijnOOI.nl om te zien wat we allemaal ontwikkelen voor de sector.
Dit zijn ze! Deze twee jonge monteurs, Joey en Ryan, gaan in september naar Duitsland om Nederland te vertegenwoordigen bij de Europese kampioenschappen van FESI (Europese koepel van brancheverenigingen in de isolatie). Om deel te kunnen nemen mag je niet al te oud zijn; het idee is om jongere monteurs met elkaar te laten strijden om de eerste plaats en alle publiciteit te gebruiken om andere jongeren te inspireren voor het werk in de isolatiebranche.
Het is algemeen bekend dat er niet heel veel jonge monteurs rondlopen in de sector. Zowel in Nederland als in andere Europese landen is het een uitdaging om geschikte kandidaten te vinden. We waren daarom ook extra verheugd dat we dit jaar maar liefst vier kandidaten hadden!
We hebben dus een nationaal kampioenschap kunnen houden. Er kunnen helaas maar twee deelnemers mee naar Duitsland, maar de andere twee deelnemers zijn nog zo jong dat ze over twee jaar weer mee kunnen doen en dus een nieuwe poging kunnen wagen om mee te gaan naar de Europese kampioenschappen.
Wij wensen hierbij Joey en Ryan veel succes met alle voorbereidingen! We bedanken Bram en Rick voor hun deelname aan de voorronden en hopen hen over twee jaar opnieuw te mogen ontvangen bij de Nationale beroepenwedstrijd! We stellen het zeer op prijs dat Altrad Services BV, Isolatiebedrijf H.J. Crombach BV en Doesburg Isolatie BV hun medewerker(s) de kans hebben geboden om deel te nemen.
van start
De afgelopen jaren heeft OOI geïnvesteerd in samenwerking in de regio’s Rotterdam, Amsterdam en Groningen. Voor OOI is ZuidLimburg de vierde regio om de focus op te leggen. Belangrijkste thema is uiteraard de instroom van nieuwe medewerkers voor de sector. De samenwerking houdt in dat bedrijven uit de sector en organisaties die mensen naar de arbeidsmarkt begeleiden bij elkaar gebracht worden. We hebben ontdekt dat elke regio anders is georganiseerd en een andere aanpak kent. Voor Zuid-
Limburg hebben we besloten om samen te werken met een partij die daar gevestigd is en als vooruitgeschoven post van OOI dient. Op dit moment hebben vier bedrijven in de regio aangegeven de samenwerking te ondersteunen. De ervaring leert dat we ook het beste kunnen starten met een kleine groep enthousiaste bedrijven, om later andere bedrijven aan te kunnen laten haken.
We richten een kort traject in om mensen op te leiden tot een basisniveau, in combinatie met het werken in de praktijk. OOI verzorgt de cursussen en zal daarvoor in
IMI (21 dagen)
Startdatum 22 mei
IMI-A (11 dagen)
Startdatum in overleg
Praktijkbegeleider
Data in overleg
Isolatie Plaatwerk (14 dagen)
Startdatum in overleg
Opmeten Industrie Kort (4 dagen)
7, 13, 21 & 28 juni
Verwerker Armaflex 1 (1 dag)
26 april, 2 juni
Verwerker Armaflex 2 (2 dagen)
15 & 16 mei
Kennismaken met isolatietechniek (1 dag)
12 april, 5 juli
IMI (21 dagen)
Startdatum in overleg
de regio aanwezig zijn. Gedurende een aantal maanden zullen de nieuwe medewerkers ervaring opdoen en kennis maken met de sector. Belangrijk is dat bedrijven in de regio samen hierin optrekken en ook toezeggen dat bij gebleken geschiktheid de nieuwe medewerkers een baan krijgen aangeboden. Daarnaast legt OOI ook contacten met onderwijsinstellingen om het vak van isolatiemonteur onder de aandacht te brengen van jongeren.
Wil je meer weten of participeren, neem dan contact met ons op.
Verwerker Armaflex 1 (1 dag)
13 april
25 mei
29 juni
Verwerker Armaflex 2 (2 dagen)
8 & 9 juni
Basistraining Isolatiemontage Industrie/ Utiliteit (4 dagen)
17, 18, 20 & 21 april
15, 16, 19 & 20 juni
Basistraining isolatiemontage industrie/ utiliteit (4 dagen)
8, 9, 15 & 16 juni
Rockwool Teclit
31 mei
Montagetraining Elektrische Tracing
26 mei
Communicatietraining (4 dagdelen)
Data in overleg
Pottenbakkersweg 9
3449 HZ Woerden
Tel. 0181 - 659555
info@ooi.nl
Linkedin: #OOI Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Isolatie
www.ooi.nl / www.mijnOOI.nl
De redactie van Isolatie Magazine ging deze keer langs bij Dion Doesburg van Doesburg Isolatie BV in Winkel. Het bedrijf opgericht door de vader van Dion is in 1976 opgericht en gegroeid van een eenmansbedrijf naar een allround isolatiebedrijf met grote klanten door heel Nederland in de industrie en utiliteit.
Projecten
Ondertussen heeft Dion het bedrijf enkele jaren geleden overgenomen van zijn vader en zijn inmiddels ook zijn zonen Mauro en Ryan in de zaak gekomen. “Er werken hier 12 monteurs en daarnaast hebben we een flexibele schil van 16-20 monteurs die we inzetten bij grotere projecten”, vertelt Dion.
Groeiende markt
“In de industriële markt krijgen we steeds meer grotere projecten”, vervolgt Dion. “Dit gezien de ontwikkelingen in de markt in het kader van de verplichte energiebesparing in het bedrijfsleven en de utiliteitssector die energiebesparende maatregelen moeten nemen die zich binnen 5 jaar terugverdienen. Waar door de omgevingsdiensten streng op gehandhaafd gaat worden. Dat betreft niet alleen het isoleren van warmte- en koelleidingen, maar ook appendages die we isoleren met thermomatrassen.”
Zo wordt er gewerkt bij meerdere centrales in Nederland, waar men het jaar rond werk heeft. Dion noemt als voorbeeld de huisafvalcentrale in Alkmaar waar het bedrijf diverse leidingen, apparaten en ketelwanden binnen de centrale thermisch geïsoleerd heeft met isolatiemateriaal bestand tegen hoge temperaturen tot wel 400 graden Celsius en afgewerkt met plaatwerk. Projecten die vaak een combinatie zijn met grote revisie onderhoudstops in de fabriek. Waarbij het plaatwerk en isolatie gedemonteerd wordt en vervolgens de technische monteurs van het installatiebedrijf aan het werk gaan om de onderdelen te vervangen. Waarna wij vervolgens weer de leidingen afwerken met nieuwe isolatie en plaatwerk. Dit volgens de aangeleverde tekeningen of ingemeten
werk. Projecten die verlopen aan de hand van een scope waarin de volgorde van het project wordt beschreven inclusief de vereiste isolatiematerialen. Deze worden ruim van tevoren ingepland zodat we daar in onze planning rekening mee kunnen houden met de voorbereidingen en montage voor de inbedrijfstelling. Voor de isolatiematerialen werken we met verschillende leveranciers. Zelf zijn we bezig met een nieuwe uitdaging: het zelf vervaardigen van de matrassen voor het isoleren van de appendages. We zijn daarvoor een ruimte aan het inrichten met de benodigde apparatuur.
Dit in eerste instantie op basis van klein werk en aanpassingen aan de matrassen tot hoe ze nu momenteel worden aangeleverd. Uiteraard zal dit ook zijn tijd nodig hebben. Op deze manier zijn we minder afhankelijk van onze leveranciers en past bovendien in onze bedrijfsvoering om meer met eigen prefab te gaan werken”, aldus Dion.
Prefab hee t de toekomst
“De focus bij ons op Prefab ligt vooral op het vervaardigen van het plaatmateriaal voor het afwerken van de isolatie”, ligt Dion toe. “Gemiddeld draaien we er zo’n 25 tot 30 ton per jaar aan aluminium door. Successievelijk hebben we in de afgelopen jaren onze werkplaats verder gemoderniseerd en geautomatiseerd omdat het belangrijk is om in deze markt bij te blijven. Om al het werk goed aan te kunnen, hebben we vorig
jaar augustus geïnvesteerd in een MABI Bingo 2 EVO die ingezet wordt voor de prefabricage van aluminium plaatmateriaal voor de afwerking van de isolatie. Een meer dan welkome aanvulling op ons dienstenpakket en onze productiecapaciteit”, noemt Dion. “In die zin zijn we echte MABI-fans en hebben meerdere MABI-machines staan o.a. voor het knippen en afwerken van het plaatmateriaal. Mijn vader is in 1998 begonnen met automatiseren door te investeren in één van de eerste machines van Mabi de 16Z en tot de nieuwe machine kwam, heeft de oude machine tot tevredenheid gewerkt. Met deze machine kunnen we de eerste 10 jaar weer vooruit.”
Een machine die volledig past in onze bedrijfsvoering
“Bij de aanschaf van deze prachtige MABI Bingo 2 EVO zijn we niet over een nacht ijs gegaan. Daarbij zijn we door MABI goed geadviseerd. Waarbij er goed is gekeken naar de activiteiten van ons bedrijf en waar de behoefte lag. Wat een praktische tool is noemt Dion de volautomatische coil wisseling. “We hebben nu achter de machine zes coils aluminium staan in verschillende materiaaldiktes en uitvoeringen in glad of stucco plaatmateriaal. Via het scherm of op project locatie kunnen we alle projecten programmeren en de machine voert
'Prefab heeft bij ons de toekomst'
vervolgens automatisch zijn werkzaamheden uit zoals het automatisch walsen en voren van de kokers, passtukken en segmenten inclusief duidelijke opdruk en het volautomatische labelsysteem wat de montage vergemakkelijkt.
Het was wel even wennen in het begin om de machine goed te leren kennen. Medewerkers van MABI hebben onze medewerkers in twee weken tijd geleerd hoe ze de machine kunnen bedienen, welke bewerkingen er allemaal mogelijk zijn en hoe ze de machine kunnen programmeren. We maken nu van alle features gebruik. Zo is de machine uitgerust met de doorontwikkelde software MABI Evo-Net-Mobile. Hiermee worden de gegevens via mobiele apparaten direct op de bouwplaats geregistreerd en in de werkplaats naar de machine worden verzonden. Deze MABI is op de toekomst voorbereidt en biedt voor ons de mogelijkheid om onze bedrijfsvoering verder te automatiseren. Want daar gaat het volgens Dion wel steeds meer naar toe. “Zeker gezien de tekorten in personeel, biedt automatisering een oplossing. Dat neemt niet weg dat wij blijven investeren in personeel en opleiding. Want isoleren blijft toch nog steeds deels handwerk.”
Onderzoeks- en rapportageverplichting van energiebesparende maatregelen
De Onderzoeksplicht voor isolatiemaatrelen geldt voor de bedrijven met een energieverbruik van 10 miljoen kWh of 170.000 m3 aardgas(equivalent) *1. De asset owner wordt geacht om te rapporteren over de uitgevoerde maatregelen, de geïnventariseerde kosteneffectieve maatregelen; wat in feite het besparingspotentieel is. Deze rapportage moet uiterlijk 1 december 2023 zijn ingediend en iedere 4 jaar worden bijgewerkt. Een indrukwekkend aspect, zeker voor bedrijven die minder goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden van energiebesparing met thermische isolatie en de geldende wet- en regelgeving.
Voor dit laatste deel heeft VIB geprobeerd handreikingen te laten opnemen in de zogenaamde Erkende Maatregelen Lijsten EML. Een onderneming kan via de EML snel en eenvoudig de generieke controlepunten doornemen om zo te kunnen beoordelen of de energiebesparende maatregelen wel zijn toegepast in het bedrijf en de aanwezige installaties.*2
energieadviseur en de asset owner (opdrachtgever) is op dit moment als volgt:
- opdrachtgever: heeft veelal beperkte kennis en gaat uit van aanbiedingen van de isolerende partij;
- isolerende partij: heeft de praktijkkennis en is bekend met diverse materialen en systemen;
- adviseur: is gericht op energiebesparing, veelal gebaseerd op isolatiewaarden;
- fabrikanten: hebben kennis van materialen en eigen rekenmodellen.
Bij de Onderzoeksplicht wordt de Isolatiescan expliciet genoemd in de maatregelen. Deze Onderzoeksplicht richt zich op het in kaart brengen van CO2-reducerende maatregelen in industriële bedrijven met fysieke processen. De genoemde scans worden door RVO uitgewerkt op basis van de ministeriële richtlijnen voor industriële isolatie. De nieuwe situatie maakt dat de partijen -hiervoor genoemd- hun rol moeten herijken en zien waar de beste resultaten zijn te behalen in de samenwerking. Deze samenwerking levert immers een basis voor de succesvolle uitvoering van de nieuwe regelgeving.
VIB neemt haar verantwoordelijkheid als sector en doet als vereniging van isolatiebedrijven dan ook een krachtige oproep naar haar leden om dit mede in te vullen. De markt zal daarnaast open moeten staan voor de energiebesparing door goede isolatie. Veelal valt de asset owner terug op de isolatiesector om de kennis en expertise over isolatietoepassingen. De energieadviseur kan daarentegen ook een belangrijke ketenpartner zijn in dit proces.
De relatie tussen de isolatiebedrijven en leveranciers, de
'Veelal valt de opdrachtgever terug op de isolatiesector om de kennis en expertise over isolatietoepassingen'
VIB en FedEC (federatie van energieadviseurs) zijn hierover in gesprek. Men denkt gezamenlijk na over het opzetten van voorlichtings- en opleidingsmogelijkheden over isolatieprestaties op basis van goede isolatie en het geven van voorlichting over werkwijzen bij het aanbrengen van isolatiematerialen. Dat is belangrijk bij het uitvoeren van een isolatiescan. Het is de wens van zowel VIB als FedEC dat die voorlichting breed kan worden ingezet voor asset owners, energieadviseurs en inspectiediensten. Essentieel daarbij is om onderscheid te maken in doel-groepen bij de kennisoverdracht.
Feitelijk moet er rekening worden gehouden met vier niveaus qua opleiding en achtergrond bij de doelgroepen.
MBO-opleidingen
Deze opleidingen zijn veelal gericht op praktische vaardigheden en geven studenten de kans om hun vaardigheden (verder) te ontwikkelen in een bepaalde werksetting.
HBO-opleidingen
Deze opleidingen zijn veelal gericht op technische vaardigheden en theoretische kennis en geven studenten de kans om zich (verder) te specialiseren in een specifiek gebied.
Vakopleidingen
Deze opleidingen zijn veelal gericht op het aanleren van specifieke vaardigheden.
Erkende opleidingen in de branche Specifieke opleidingen en cursussen gericht op het voldoen aan de eisen van de branche.
M.b.t. de doelgroepen die praktisch zijn opgeleid gaat VIB in samenwerking met OOI de opleidingsmogelijkheden onderzoeken. Het Opleidings- en Ontwikkelingsfond voor de Isolatiesector kan worden aangesproken voor financiële ondersteuning van opleidingen en trainingen voor werknemers. Het fonds is opgericht door werkgevers- en werknemersorganisaties en wordt gefinancierd via een premieheffing bij bedrijven in de sector. OOI biedt opleidingen en trainingen die zich richten op de specifieke behoeften van de sector, zoals technische vaardigheden. OOI is een onafhankelijke organisatie die is opgericht om specifieke doelen te bereiken, zoals het verhogen van de arbeidsproductiviteit, het verminderen van werkloosheid en het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. OOI kan ook gelden verstrekken aan individuele werknemers om hen te helpen hun vaardigheden te verbeteren of aan werkgevers om hen te helpen hun werknemers op te leiden. Op dit moment onderzoekt OOI mogelijkheden over het geven van praktische voorlichting over energiescans.
Voor de doelgroepen op een hoger opleidingsniveau
zal FedEC via haar leden een plan ontwikkelen. De achterban van FedEC bestaat uit meer theoretisch geschoolden. In het voorlichtingstraject over energiescans zullen voor deze doelgroep de energietechnische aspecten en specificaties van isolatiematerialen worden uitgediept.
De uitdaging is dat de afnemersmarkt van de isolatiesector, dat wil zeggen adviseurs, consultants, ontwerpers, opdrachtgevers en isolatierichtlijnen zoals CINI, gaan zien als een zinvolle en toepasbare bijdrage bij het realiseren van hun klimaatdoelstellingen, het gebruik van de assets en het hanteren van onderhoudsrichtlijnen. Isolatie wordt over het algemeen als sluitpost gezien en komt daardoor in de meeste gevallen pas aan het einde van het bouwtraject in beeld. Dat heeft tot gevolg dat leidingen soms te dicht op elkaar zijn geplaatst waardoor isolatie niet goed is aan te brengen. En ook in de onderhoudsen gebruiksfase van installaties is voldoende kennis van isolatie noodzakelijk. Wanneer isolatie beschadigd of vochtig is wordt de beoogde energiebesparing niet gerealiseerd en is adequaat onderhoud van de isolatie noodzakelijk geworden. Daarmee samenhangend geldt ook dat het ontstaan van corrosie onder isolatie (CUI)*3 moet worden meegenomen in het ontwerp van de installatie en inspectie daarop onderdeel moet uitmaken van een onderhoudsplan. Deze aspecten zullen door de energieadviseur moeten aangehouden tegen de kennis en ervaring van het isolatiebedrijf dat de werkzaamheden zal gaan uitvoeren.
Theoretische kenniselementen moeten worden bepaald in het voorlichtingstraject over isolatie. Vandaar het onderscheid tussen de praktische en theoretisch lijnen zoals hiervoor aangegeven.
'VIB en OOI zien kansen voor voorlichting over energiescans'
De wetgever heeft bepaald dat de besparingsmaatregelen door de asset owners moeten worden toegepast. Vanuit de overheid zijn er beleidsambtenaren die hierover voorlichting geven. Door als isolatiesector en energieadviseurs samen te werken met deze groep van functionarissen moet er een beleidsmatige verankering worden gelegd naar de wijze van inspecteren.
Daarom zal contact gezocht worden met de partijen die weten hoe dit alles werkt in de markt en hoe dit zich vertaalt naar het isolatiebedrijf. Hierbij kan gedacht worden aan het vinden van:
1. gezaghebbende instanties en personen die de leef- en denkwereld van de opdrachtgever kennen qua ontwerp en voorschriften (vaak technici en adviseurs);
2. beleidsambtenaren met kennis van het werkterrein van voorlichting over energiebesparing;
3. isolatiebedrijven die weten wat de vraag uit de markt is en hun kennis daarbij succesvol willen en kunnen toepassen.
De doelen vanuit de isolatiesector bij de inzet van de isolatieexperts zijn:
- versterking van het imago van de sector richting opdrachtgevers vanuit onafhankelijke bronnen;
- aansluiting bij de wet- en regelgeving vinden en dit weten te hanteren waardoor er urgentie wordt gevoeld bij de eindgebruiker die moet beslissen over de aanschaf van isolatie in de utiliteit;
- rolmodellen creëren van bedrijven binnen VIB die men kan benaderen;
- voorbereiding en uitvoering van presentaties en informatiebijeenkomsten voor een brede groep van betrokkenen zoals hiervoor is aangegeven.
Tijdens de ontbijtsessie op 12 oktober jl. werd tijdens de beurs Industrial Heat and Power het wettelijk kader gepresenteerd vanuit RVO, waarna Ron Ongenae namens FedEC het praktische speelveld uiteen heeft gezet.
Opdrachtgever: veelal beperkte kennis en gaat uit van aanbiedingen isoleerders
• Isoleerder: praktijkkennis en bekend met diverse materialen en systemen
• Adviseur: gericht op energiebesparing, veelal gebaseerd op isolatiewaarden
• Fabrikanten: kennis van materialen en eigen rekenmodellen
• Aandachtsgebieden:
- bestaande aandachtspunten: corrosie onder isolatie, veiligheid, kosten
- nieuw aandachtspunt: energiebesparing
De zaal werd via een drietal stellingen aangesproken om te reageren op de inleidingen. Een levendige discussie ontstond tussen het podiumforum en de zaal. Op het podium reageerden vertegenwoordigers van RVO, FedEC en VIB op de stellingen en de reacties uit de zaal.
Eén van de conclusies was dat partijen (adviseurs en contractors in de isolatie) elkaar lastig weten te vinden. Voor regulier onderhoud ligt het niet altijd in de logische lijn der verwachtingen om vanuit de adviessector een meerjarig inspectieprogramma op te zetten voor isolatie. Een isolatiebedrijf is daarnaast gezien geen handhavende instantie. Anderzijds eist het bevoegd gezag dat nu wel in 2023. Dus is de vraag hoe je dit met elkaar kan invullen.
Een lijst met contactpersonen die voor langere tijd als aanspreekpunt kunnen functioneren tussen beide partijen zou goed zijn. Dat legt een druk op de isolatiesector die binnen de keten deze rol verder zal moeten vormgeven in een zekere continuïteit. Daarnaast zal de adviessector moeten onderzoeken welk businessmodel voor hun bedrijven past bij deze aanpak.
De ontbijtsessie, die goed werd bezocht overigens bracht de consequenties van de nieuwe wet- en regelgeving over de rapportageverplichting heel helder in beeld. Komende maanden zal met een kernteam worden gewerkt aan concrete stappen om te komen tot een goede afstemming met de drie partijen: bevoegd gezag, adviessector en isolatiebedrijven.
1 https://www.rvo.nl/onderwerpen/energiebesparingsplicht-2023/ onderzoeksplicht-energiebesparing-vanaf-2023.
2 https://www.rvo.nl/sites/default/files/2022-10/Basislijst%20energiebesparende%20maatregelen.pdf
3 https://www.worldclassmaintenance.com/project/corrosie-onderisolatie/
4 www.ooi.nl (OOI)
Hygienic Design Network (HDN*1)) zet zich in voor de herkenning van technische maatregelen die nodig zijn op het gebied van proceshygiëne m.b.t. bereiding van voedingsmiddelen en halffabricaten. Om de kwaliteit van de werkzaamheden in dit verband te borgen kan het zinvol zijn volgens het hygiëne platform HDN om vakbekwaamheidseisen te formuleren.
Dit geldt ook op het gebied van isolatietechniek in hygiënische omgevingen. Vaak blijft isolatie in relatie tot hygiëne (onterecht) onderbelicht. HDN wil daarom een richtlijn opstellen die kan worden gebruikt wanneer isolatiemaatregelen in de voedingsmiddelenindustrie worden uitgevoerd. Hiervoor zouden we graag in contact willen komen met de uitvoerende bedrijven en contactpersonen met kennis van de isolatietoepassingen in de omgeving waar hygiënemaatregelen nodig zijn. In die gesprekken willen we vaststellen wat er speelt op dat gebied. We denken daarbij aan het vastleggen van de noodzakelijke maatregelen en een best practice om dat uit te voeren. Wellicht komt daar de eventuele behoefte voor erkenning van het vakmanschap bij. Dit zou kunnen in een mogelijke aanvullende opleiding of andere erkenning voor de personen, het opgeleverde object of uitvoerend bedrijf. Daarnaast is er vanuit de engineeringszijde behoefte aan een concrete omschrijving om tijdens het ontwerp al aan te kunnen geven wat nodig is en hoe dit nader te specificeren.
Wat VIB betreft is dit een kans om e.e.a. zodanig aan te pakken, dat dit vanuit de isolatiebedrijven en toeleveranciers kan worden versterkt. Vandaar onze vraag om medewerking binnen de isolatiesector om hieraan vorm te geven.
We willen graag op basis van de hygiënische eisen een passende isolatie technische oplossing genereren. Andersom is het zo dat het de kans biedt om nu zelf de lat op een bepaalde hoogte te kunnen leggen. Toeleveranciers hebben de verantwoordelijkheid om dit te doen, maar komen door commerciële druk hier vaak niet aan toe of het wordt onvoldoende op waarde geschat. Met alle mogelijke gevolgen van dien.
Graag willen wij met u in contact komen om over de nadere uitwerking van dit project van gedachten te wisselen. U kunt zich opgeven via info@isoleren.nl.
Voetnoten
1 https://www.hdn4food.com/
Wat innovaties betreft zijn er binnen de isolatiebranche in de afgelopen jaren verschillende tools op de markt gekomen die de productiviteit verhogen en de efficiency verbeteren en uiteindelijk dus zorgen dat je als bedrijf winstgevend blijft met tevreden opdrachtgevers.
Digitalisering en automatisering in de isolatiebranche gaan een steeds belangrijker rol spelen en zullen in de toekomst het concurrentievoordeel bepalen. In dit kader zijn de o.a. de isolatiescan, de TBI app, de infrarood warmtescan, TIP Check, Steiger App, ArboTechniek Veiligheidsapp zijn belangrijke ontwikkelingen
De overheid heeft recent de isolatiescan geïntroduceerd. Een tool waarmee bedrijven kunnen vaststellen of ze alle maatregelen hebben genomen die technisch en economisch haalbaar zijn op het gebied van technische isolatie en zich binnen vijf jaar terugverdienen. Deze scan bestaat uit: een inventarisatie van installaties en leidingen die voor isolatie in aanmerking komen en een specificatie van besparingsmaatregelen. De Isolatiescan maakt onderdeel uit van het eLoket formulier voor de Onderzoeksplicht. Meer informatie over de Isolatiescan op https://www.rvo.nl/onderwerpen/energie-besparenindustrie/isolatie
Met de TBI-App kunnen isolatiebedrijven snel bedrijven controleren en inschatten hoeveel energie- en geld besparend potentieel een technisch isolatiesysteem te bieden heeft. De App biedt een conservatieve schatting van de hoeveelheid energie die een component verliest. Bovendien toont het de potentiële besparingen als geïsoleerd of als een verbeterd isolatiesysteem wordt geïnstalleerd. De besparingsschattingen worden gegeven in een bereik dat de prestaties van een typisch basis- en een realistisch goed isolatiesysteem evalueert. De schattingsmethode is gebaseerd op: EiiF's uitgebreide TIPCHECK-ervaring en ISO 12241. TBI-App biedt naast de mogelijkheid om potentiële energie- en CO2-besparingen in te schatten ook informatie over veiligheidsproblemen. De TBI-app is te downloaden in de Google Playstore.
Hoe je met thermografie warmte lekken opspoort?
Thermografie wordt vooral veel toegepast als het gaat om isolatie. Dan is bij uitstek temperatuur van belang en kan eenvoudig worden gezien of er plaatsten zijn waar warmte weglekt of juist warmte binnenkomt. Misschien is een bepaald deel van de muur niet geïsoleerd of onvoldoende goed geïsoleerd. Ook kunnen hiermee hot spots worden gedetecteerd, alsmede reeds geïsoleerde delen waarvan de isolatie onvoldoende of verouderd is. Ook als het gaat om lekkages kan thermografie handig zijn. Aangezien water verkoelend werkt zal een lekkage vaak duidelijk te zien zijn op beelden van een infraroodcamera.
Bilfinger Industrial Services heeft met de Scaffolding App de digitale werkbon geïntroduceerd. Deze innovatie maakt het mogelijk met behulp van
scant het object of de installatie en de maatgevende omgeving on site. Deze scan wordt vertaald naar een 3Dmodel waarbij de engineer de steiger modelleert in deze 3D-omgeving. De output is een zeer accuraat montageschema van de steiger, inclusief omgeving, in 3D. Waardoor de efficiency toeneemt evenals tijdsbesparing en de totale engineeringskosten.
Meer informatie: https://www.ibnl.bilfinger.com/innovaties/productinnovaties/3d-scanning/
Hoe met TIPCHECK de bestaande installaties te evalueren
smartphone of tablet alle informatie rond een steigerbouw project in één digitaal dossier up-to-date te houden. De Scaffolding App stelt data beschikbaar via een digitale werkbon. De voorman completeert deze data op site met bijvoorbeeld afmetingen, type steiger en foto’s. Administratie en facturering vinden grotendeels geautomatiseerd plaats. Snel, efficiënt en foutloos.
Meer informatie: https://www.is-bnl.bilfinger.com/innovaties/procesinnovaties/scaffolding-app/
Traditionele steigerbouw in een complexe omgeving brengt praktische uitdagingen met zich mee.
Of een steiger volgens plan wel of niet goed past is soms een kwestie van enkele centimeters. Het beschikken over goede informatie van de installatie is dan zeer belangrijk. In sommige situaties is de tekening van het object, het omliggende leidingwerk en ander equipment aanwezig conform de werkelijke situatie. In andere situaties bestaat er geen tekening of klopt deze niet met de huidige werkelijkheid. Als voorloper in steigerbouw heeft Bilfinger op eigen initiatief een nieuwe methode ontwikkeld om steigers te engineeren, namelijk via 3Dscanning en werkt als volgt. Een laser
Met TIPCHECK is het mogelijk om thermische energie-audits uit te voeren die berekenen hoeveel energie en geld een industriële installatie verliest met zijn huidige isolatiesysteem (inclusief niet-geïsoleerde onderdelen). Het resultaat: een op maat gemaakt isolatievoorstel die de ecologische en financiële waarde van industriële isolatie aantonen, wat tegenwoordig een moderne, kosteneffectieve en eenvoudig haalbare eerste stap is om duurzaamheidsdoelstellingen te bereiken met een terugverdientijd van slechts één jaar of zelfs minder. De TIPCHECK Audit wordt uitgevoerd door de Europese Industriele Isolatie Federatie (EIIF)door gecertificeerde TIPCHECK-Ingenieus die officieel zijn opgeleid en gekwalificeerd door EIIF.
Meer informatie op: https://www.eiif.org/tipcheck
Veiligheid gaat in de isolatiebranche boven alles
Met de vorig jaar geïntroduceerde ArboTechniek Veiligheidsapp kunnen vakmensen in de installatie- en isolatiebranche informatie raadplegen en toepassen over hoe veilig en gezond te werken. Over allerlei thema’s vind je stappenplannen voorzien van handige afbeeldingen. Zo kun jij altijd, ook op het laatste moment, checken hoe het ook alweer zat.
Uniek aan de app is dat een aantal vakmensen uit de branche actief meewerkte aan de ontwikkeling ervan. De app – die voortdurend zal worden bijgewerkt op basis van ontwikkelingen in de branche en feedback van eindgrebruikers – is geheel gratis te gebruiken.
Meer informatie over de app: https://www.arbotechniekveiligheidsapp.nl/
THERMISCHE EN BRANDWERENDE ISOLATIE
Hightemperature
Koudetechniek
Tracing
ONZE VESTIGINGEN
ISOPARTNER Papendrecht (hoofdkantoor)
Noordhoek 33
3351 LD Papendrecht
Tel: + 31 (0)78 615 00 44 sales.papendrecht@isopartner.nl
ISOPARTNER Schaijk
Hoogschaijksestraat 15
5374 EC Schaijk
Tel: +31 (0)486 46 86 00 schaijk@isopartner.nl
PASSIEVE BRANDBESCHERMING (PFP)
ISOPARTNER Schiedam
`s-Gravelandseweg 246
3125 BK Schiedam
Tel: +31 (0)10 208 54 00 sales.schiedam@isopartner.nl
AKOESTISCHE ISOLATIE AFDICHTING, BESCHERMING, FILTRATIE
ISOPARTNER Groningen
Koldingweg 8 9723 HK Groningen
Tel: +31 (0)50 549 43 89 groningen@isopartner.nl
WWW.ISOPARTNER.NL
Wegens vergevorderde leeftijd van de DGA van een Isolatiebedrijf in de regio Zuid Holland.
• Bestaat sinds 1955
• Werkzaam: utiliteit, scheepsbouw, machinefabrieken, lichte industrie
• Eigen matrassen werkplaats
Omzetindicatie
€ 750.000,-- - € 900.000,--
Samenwerking is bespreekbaar
Uw reacties onder vermelding van uw naam, bedrijfsnaam en telefoonnummer
zien wij graag tegemoet per mail: H.Burry@kpnplanet.nl
ISOPARTNER Wieringerwerf
Westrak 210
1771 SV Wieringerwerf
Tel: +31 (0)227 60 47 47 sales.wieringerwerf@isopartner.nl
Koude isolatie
Thermische isolatie
Geluidsisolatie
Brandwerende isolatie
Steigerbouw
Isolerende coatings
Isolatie matrassen
Heat tracing
Turn-key oplossingen
Inspectie, engineering en thermografie
Mkb-ondernemingen waarvan de energiekosten een relatief groot deel uitmaken van de totale omzet, kunnen vanaf dinsdag 21 maart de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) aanvragen.
De TEK-regeling is een tijdelijke tegemoetkoming voor energieintensieve mkb-bedrijven, voor de gestegen gas- en elektriciteitskosten. De tegemoetkoming kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd en loopt van 1 november 2022 tot en met 31 december 2023. Mkb-ondernemingen waarvan de energiekosten minimaal zeven procent van de omzet bedragen en die voldoen aan de overige voorwaarden van de regeling, ontvangen een vergoeding van maximaal € 160.000. De compensatie bedraagt vijftig procent van de energiekostenstijging boven een vastgestelde zogenoemde drempelprijs.
Voorwaarden
De TEK-vergoeding is bedoeld voor energie-intensieve mkbbedrijven die voldoen aan de mkb-definitie, met maximaal 249 medewerkers en hoogstens € 50 miljoen omzet en/of een balanstotaal van maximaal € 43 miljoen. De subsidie is gebaseerd op gemodelleerde verbruiks- en prijsgegevens en dus niet op het daadwerkelijke gebruik en de actuele prijs van energie. Hierdoor kunnen aanvragen sneller worden behandeld. Stichtingen, verenigingen en overige instellingen die voldoen aan de voorwaarden kunnen de regeling ook aanvragen. Verwachting is dat enkele tienduizenden bedrijven en organisaties ervoor in aan-
merking komen. Na een positief besluit volgt binnen twee weken een voorschot. Ondernemers dienen uiterlijk 31 mei 2024 een vaststellingsverzoek in, waarna de definitieve subsidie wordt bepaald.
Informatie
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert de TEKregeling uit in opdracht van het ministerie van EZK. Op de RVOwebsite kunnen aanvragen worden gedaan en is meer informatie te vinden.
Grafisol is perfecte isolatietechniek. Dat spreekt van zelf. Grafisol kent geen gewone projecten, alleen kritisch vakwerk dat perfectie verdient. Grafisol-specialisten zetten trots hun handtekening op uw project. Opdrachtgeverd van dichtbij en veraf kiezen de zekerheid van Grafisol, gewoon voor perfect isolatiewerk.
Isolatiebedrijf ,, Grafisol’’ is gespecialiseerd in
•warmte-isolatie
•koude-isolatie
•cryogene isolatie
• geluidisolatie
•isolatieplaatwerk
•brandwerende isolatie en doorvoeringen
•Wij zijn VCA gecertificeerd
•Wij zijn een erkend leerbedrijf.
•Wij verrichten ook brandwerende applicaties.
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) verplicht bedrijven en instellingen om energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder uit te voeren. Deze energiebesparingsplicht geldt voor locaties van bedrijven en instellingen die per jaar vanaf 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 aardgas(equivalent) gebruiken. Heb je een energiebesparingsplicht dan moet daar eens in de 4 jaar over gerapporteerd worden. Via de informatieplicht energiebesparing of, als de locatie vanaf 10 miljoen kWh elektriciteit of 170.000 m3 aardgas(equivalent) verbruikt via de onderzoeksplicht energiebesparing. Voor grote ondernemingen en maatschappelijke instellingen met een economische activiteit geldt volgens de Europese Richtlijn Energie-Efficiëntie, de EED-auditplicht.
Frerik van de Pas uitvoeringscoördinator van de informatieplicht energiebesparing en Jaap Blacquière uitvoeringscoördinator voor de onderzoeksplicht energiebesparing die geldt voor de grotere bedrijven zetten de maatregelen en verplichtingen nog eens op een rij.
Jaap: “Wij zijn druk doende om alles aan RVO zijde dusdanig klaar te zetten dat de bedrijven ook aan de verplichtingen kunnen voldoen waarvoor zij zich gesteld zien. Wij hebben geen adviestaken, maar zorgen er wel voor dat wij ze alle informatie bieden, daarnaast hebben we een aantal tools ontwikkeld die ondersteuning kunnen bieden.”
zorgen er wel voor dat wij ze alle informatie bieden, daarnaast hebben we een aantal tools ontwikkeld die ondersteuning kunnen bieden.”
Wat is nieuw?
“De informatieplicht is een bekende plicht. Daar komt nu de onderzoeksplicht bij. Dat is een uitgebreidere verplichting dan de informatieplicht en geldt voor de grotere bedrijven met een hoger energieverbruik. Voor iedereen die onder een van de plichten valt geldt dat de rapportages op 1 december dit jaar bij ons binnen moet zijn.”
Frerik: “Zowel de informatieplicht als de onderzoeksplicht zijn rapportageverplichtingen die te maken hebben met de energiebesparingsplicht die al 25 jaar in de wet staat. De rapportages zorgen ervoor dat de handhavers van die wet niet actief op bezoek hoeft te komen om de benodigde informatie te vergaren. Het zal nu naar hen toegestuurd worden. Dat geeft veel sneller veel meer inzicht in wat er gedaan is en wat er nog aan moet gebeuren.”
“Gekoppeld aan de informatieplicht hebben we energiebesparende maatregelen in de vorm van EML lijsten in de wet gehangen. Een nieuwe versie wordt dit voorjaar gepubliceerd. In deze lijsten staan energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder. Er zijn lijsten opgesteld voor gebouwen, processen en faciliteiten, het is een hulpmiddel dat ondersteunt bij het opstellen van de rapportage. De verplichtingen die er zijn vragen nog altijd een flinke tijdsinvestering voor de ondernemer, maar we proberen om met kennisdeling, informatievoorziening en praktische hulpmiddelen het heel operationeel te maken.”
Andere hulpmiddelen zijn o.a.:
• Het stappenplan
Dit interactieve stappenplan laat je snel zien of en onder welke verplichting je valt en hoe de te nemen energiebesparende maatregelen gerapporteerd moeten worden.
• Wetchecker energiebesparing
Met deze tool check je snel aan welke verplichtingen de gebouweigenaar moet voldoen. Deze bevat ook ook energiebesparende verplichtingen voor bedrijven en organisaties voor vastgoed en mobiliteit.
• Technische kennisdossiers
Geven je inzicht in industriële technieken (zoals bijvoorbeeld isolatie) die je kunt gebruiken bij het opstellen van de onderzoeksrapportage.
• Sjablonen om het de ondernemer makkelijker te maken de rapportage onderzoeksplicht en/ of EED-Auditplicht in te dienen.
Ga voor een volledig overzicht van alle verplichtingen, handvatten en tools naar: rvo.nl/energiebesparingsplicht
“Ik zie een rol voor de isolatiebedrijven. Zij hebben detail kennis over de staat van de isolatie en mogelijke verbeteringen en kunnen die informatie met hun klanten delen voor het opstellen van de rapportage Onderzoeksplicht.” Jaap Blacquière
»Het niveau waar een gebouw wat brandveiligheid betreft aan moet voldoen, moet conform de relevante wet- en regelgeving zijn.«
zegt Amaya Osácar, Manager Brandveiligheid bij Knauf Insulation.
De meeste voorschriften zijn gericht op het ontwerp van het gebouw en op de gebruikte bouwmaterialen, maar houden geen rekening met het renoveren van een beschadigde constructie of het vermogen van een gebouw om snel te herstellen na een ernstige brand. Amaya’s oproep om de brandbestendigheid van gebouwen te verbeteren komt op een moment dat de Europese Unie werkt aan een herstelpakket van 750 miljard euro om de verzwakkende economie in Europa weer op te bouwen. Dat pakket bevat onder meer een enorme stimulans voor renovatieprojecten.
»Dit is een unieke kans om brandwerendheid op te nemen in het economisch herstel van Europa en in het toekomstige bouwbeleid«
Amaya Osácar - Manager Brandveiligheid, Knauf Insulation
»Herstellen van een brand is het echte bewijs van de brandwerendheid van een gebouw. Maar daar bestaat geen regelgeving voor. Als een bedrijf na een grote brand niet snel herstelt of een school niet snel weer opengaat, kan dat gevolgen hebben voor een gemeenschap.
»COVID-19 heeft duidelijk aangetoond wat de gevolgen zijn voor bedrijven die niet snel op crisissituaties konden reageren. Als het gaat om brand is het van vitaal belang om ons te richten op alle risicogebieden die niet onder de regelgeving vallen.«
Tot deze gebieden behoren volgens haar de manier waarop gebouwen worden gebruikt, de mate waarin het gebruik ervan is veranderd, en kwesties als onderhoud en lopend brandbeheer.
»Het heeft bijvoorbeeld geen zin om isolatie met een slecht brandgedrag te installeren om te voldoen aan energiebesparende bouwvoorschriften als dat de brandbaarheid van een gebouw vergroot,« verduidelijkt ze.
»Het gaat niet om meer geld uitgeven, maar om slim uitgeven en tijd en moeite te investeren in het beoordelen van alle risico’s en ervoor te zorgen dat gebouwen
beter zijn voorbereid op een brand, in plaats van alleen maar de regelgeving na te leven.«
Zo kan het volgens haar zinvol zijn om verder te gaan dan de minimale voorschriften voor de compartimentering van gebouwen, door het creëren van brandwerende zones om de functionaliteit van bepaalde ruimtes te beschermen nadat een bedrijf of openbaar gebouw door een brand werd getroffen. »Het grootste deel van het gebouw kan brandschade hebben, maar brandveilige zones kunnen het verschil betekenen tussen een bedrijf dat zich herstelt binnen een paar weken, in plaats van een paar maanden,« zegt Amaya. »Mensen onderschatten vaak hoe lang het duurt om weer aan de slag te gaan.«
Om te kunnen garanderen dat gebouwen brandbestendig zijn, moeten we kunnen anticiperen op risico’s voordat het te laat is en vragen stellen als: is het mogelijk de installatie van verlichting of elektrische draden te vermijden naarmate de tijd verstrijkt?
Hoe heeft het onderhoud de brandveiligheid van de structuur beïnvloed? Heeft een wijziging in het gebruik van het gebouw het brandrisico verhoogd? En als de brandvoorschriften geen gelijke tred konden houden met nieuwe, geavanceerde bouwmaterialen, zijn die materialen dan wel de veiligste keuze?
»Enkel het minimum doen om te voldoen aan de minimale brandvoorschriften en geen rekening houden met alle andere potentiële risico’s die beheersbaar zijn, zal onvermijdelijk gevolgen hebben voor de brandwerendheid,« zegt Amaya.
»Als een school of ziekenhuis getroffen wordt door een brand, volstaat het niet om te zeggen dat ‘alle voorschriften werden gevolgd’. In onze moderne samenleving wordt verwacht dat elke mogelijkheid werd overwogen. We moeten altijd zorgen voor de best mogelijke brandoplossingen voor onze gebouwen.«
Knauf Insulation produceert A1 en A2 brandveilige oplossingen voor alle bouwtoepassingen, waaronder steenwol en glaswol rollen en matten, Heraklith platen en panelen, isolatie voor HVAC-systemen, veiligheidsdeuren en garagepanelen.
WIJ GAAN NIET VOOR HALF WERK.
Juist omdat we een van de laatste schakels in de bouwketen zijn, is alles wat we doen én leveren gericht op de afronding van een project. Klein of groot. Hoe krap de deadline ook is. Zodat u verder kunt, geen kostbare tijd verliest en resultaat van de hoogste kwaliteit neerzet. Met een breed en specialistisch assortiment aan isolatiematerialen, goed onderbouwde adviezen, uitstekende service en slimme logistieke oplossingen zijn wij u van dienst. Daarom is SIG dé partner voor technische isolatie in Nederland en België.
Wij leveren niet alleen isolatiematerialen van gerenommeerde fabrikanten, maar beschikken ook over een eigen productielocatie in Waalwijk. Daar bewerken wij alle mogelijke isolatiematerialen, zodat ze voldoen aan uw eisen en wensen. Zo kunnen we isolatiematerialen maken die aansluiten op verschillende ondergronden. We passen technieken toe zoals lijmen, zagen en frezen van bijvoorbeeld PIR hardschuim, minerale wol en polystyreen (geëxpandeerd en geëxtrudeerd). De thermische en akoestische isolatiematerialen worden toegepast in de (petro) chemische en procesindustrie, offshore olie- en gaswinning, (industriële)koeltechniek scheepvaart en gebouwen. Ook voor OEM opdrachten bent u bij ons aan het juiste adres.
manager productie technische isolatieLEIDEN
Nieuwenhuizenweg 21
ISOLATEC HASSELT (BE)
Scheepvaartkaai 5c
WAALWIJK PRODUCTIE
Zijlweg 2
WAALWIJK Industrieweg 17
technischeisolatiespecialist.nl isolatec.be
De huidige problematiek in de huizenmarkt inspireerde Henny van Benthem, grondlegger van Sustainable Constructions, tot de ontwikkeling van lichtgewicht bouwblokken, gemaakt van duurzame materialen mét een hoge isolatiewaarde. Met de blokken is het mogelijk om al binnen een week een huis van 50m2 voor €70.000 casco neer te zetten.
De Cradle 2 Cradle gecertificeerde bouwblokken bestaan voor 90% uit lucht en zijn daardoor makkelijk hanteerbaar, waardoor er ook snel gebouwd kan worden. Ze zijn zo licht dat ze een minimale druk uitoefenen op de fundering uitoefenen waardoor volstaan kan worden met het storten van zand en puin als ondergrond. Ook daarmee is tijdwinst te behalen. De bouwblokken zijn hiermee uitermate geschikt om in te zetten bij het optrekken van noodvoorzieningen e.d.
77% circulair
Naast de bouwblokken worden de woningen gebouwd met funderingsbalken die gemaakt zijn van plastic afval en gevingerlast sloophout. De 100% recyclebare binnen- en plafondplaten worden gemaakt van restmateriaal uit de land- en tuinbouw. Door kritisch na te denken over elk aspect van de woning om te zien of het
ook ecologisch gerealiseerd kan worden is het gelukt om de woningen voor 77% circulair te maken. Wat inhoudt dat het aan het einde van zijn levensduur, die ook veel hoger is dan gemiddeld, makkelijk te demonteren, te hergebruiken en te recyclen is. Sustainable Constructions beschikt over een Madaster materialenpaspoort dat inzicht geeft in de materiële activa van de woning.
De CO2 uitstoot van de sustainable constructions woning ligt 33% per m2 lager in verhouding tot een reguliere woning. Een cijfer dat bepaald is aan de hand van het CO2 footprint onderzoek dat werd uitgevoerd door duurzaamheidsorganisatie ImpactNow. Deze significant lagere uitstoot per m2 is te verklaren door het feit dat er bij vrijwel alle onderdelen voor gekozen is voor een duurzaam alternatief. Bij de ma-
teriaalkeuze is daarbij niet alleen gekeken naar een lage CO2 uitstoot, ook de kwaliteit en energie/isolatieprestatie is daarin van belang. Er is een optimale balans gezocht tussen de CO2 footprint en de Energie Prestatie Coëfficient van de woning.
De bouwblokken bestaan voor 90% uit lucht, dat maakt ze niet alleen makkelijk hanteerbaar, het zorgt ook voor een hoge isolatiewaarde. Met het glasgranulaat dat gebruikt wordt onder de vloer en de dubbele beglazing van het vacuümglas voor de ramen wordt de isolatiewaarde van lucht gemaximaliseerd. Tel daar de isolerende werking van de verpulverde spijkerbroeken die eveneens in de woning constructie worden gebruikt bij op en we hebben met deze woning een constructie te pakken die ieders isoleerdershart sneller doet kloppen.
Staveren B.V. / NL
CHAPEAU: STAVEREN B.V.
STAVEREN B.V. EN MABI BINGO 16-Z CLASSIC
28 Jaar lang vertrouwde Isolatiebedrijf C.J. van Staveren B.V. te Hoogvliet, onder de rook van Rotterdam, op de MABI Bingo 16. «In die tijd heeft de machine altijd uitstekend en probleemloos zijn werk verricht, het is echt een topmachine», zegt bedrijfsleider Joey van Staveren. Toen het dan ook tijd werd om naar een nieuwe machine te gaan kijken, was de keuze snel gemaakt. «We hebben vervanging van de machine met de medewerkers van de werkplaats besproken en zij kozen unaniem, opnieuw voor de opvolger van de oude machine, de MABI Bingo 16-Z classic, in de hoop dat we opnieuw minimaal 28 jaar probleemloos kunnen produceren».
De charme van familiebedrijven is de vaak lange historie die over meerdere generaties loopt. Zo ook bij het in 1980 opgerichte Isolatiebedrijf C.J. van Staveren B.V. Staveren B.V. is één van Nederlands meest prominente landelijk opererende isolatiebedrijven met projecten in zowel de utiliteitsbouw (kantoren en datacenters), de scheepsbouw (zoals LNG-schepen) als in de offshore en petro- en chemische industrie. Daarbij biedt de onderneming met circa zestig personeelsleden een totaalpakket aan: van isolatie en steigerbouw, tot coating, tracing en brandwerende applicaties.
Bedrijfsleider Joey van Staveren (34) is de derde generatie in het familiebedrijf. Hij begon op zijn zestiende op de prefab-/plaatwerkafdeling en zal het bedrijf op termijn overnemen. Vader Coen van Staveren voert de directie en viert volgend jaar zijn vijftigjarig isolatiejubileum. Behalve de familie Van Staveren is er in de bijna 45-jarige bedrijfshistorie nog een constante factor; vanaf het begin vormt MABI, naar volle tevredenheid, het hart van de prefab- en plaatwerkafdeling.
Joey van Staveren zegt: «Ik weet nog hoe mijn vader mij in 1994 als jongetje van zeven, samen met mijn broer Wesley, meenam naar de vakbeurs EuroBlech in Hannover. We gingen er speciaal naar toe om een indruk te krijgen van de toen net gelanceerde MABI Bingo 16. Accountmanager Tore Schumann belichtte de kwaliteiten van de machine en zo werden we toentertijd in Nederland de eerste onderneming met een MABI Bingo 16. Uiteindelijk heeft deze machine, op twee reparaties na, 28 jaar bij ons probleemloos gedraaid en geproduceerd. Problemen en/of storingen waren er bijna niet en wanneer er wel een probleem of storing was konden wij dit veelal zelf oplossen met telefonische hulp van MABI. Je wilt op een machine kunnen vertrouwen en MABI heeft ons daarin nooit teleurgesteld».
Vervanging
Na bijna drie decennia kreeg de oude MABI Bingo 16 slijtageverschijnselen. Vervanging van onderdelen werd moeilijker en de software was niet meer up-to-date. Er moest een keuze worden gemaakt. Joey van Staveren: «Met een constante stroom aan opdrachten, draaien we een hoge productie, prefab- en plaatwerk. Je moet het dan niet zover laten komen dat de productie stagneert door een machinestoring. Dat wil en moet je ten alle tijde voorkomen!».
Kwaliteit en duurzaamheid
Wereldwijd draaien nog circa 400 exemplaren van de in 1994 gelanceerde MABI Bingo 16. Dat is extreem lang voor een productiemachine en zegt veel over de kwaliteit en duurzaamheid waarmee de MABI-machines worden geproduceerd. Joey van Staveren: «Een MABI machine is de top en hoger dan de top kun je niet komen».
Naadloze overgang naar de MABI Bingo 16-Z Classic De prefab-/plaatwerkers van Staveren B.V. kunnen door hun jarenlange ervaring lezen en schrijven met de MABI Bingo 16 en dat is met de nieuwe versie, de MABI Bingo 16-Z Classic ook zo. «De mechanica van de nieuwe generatie is min of meer hetzelfde. Alleen nieuwe software en wat kleine veranderingen in de omkasting onthullen dat het hier om de nieuwe generatie MABI Bingo 16-Z Classic gaat. De techniek heeft zich bewezen, dus was het voor ons een bijna naadloze overgang. Met de nieuwe software en een nieuwe uitstraling tillen ze de oude generatie naar het heden. De vorige machine hebben we in 1994 aangezet en een paar maanden geleden uitgezet. We hebben daarom ook bewust hetzelfde type machine gekozen. De MABI Bingo 16-Z Classic past mooi binnen ons bedrijf en in de werkplaats. We gaan ervan uit, dat we ook de komende 28 jaar geen problemen met deze machine hebben». Na die 28 jaar zal hoogstwaarschijnlijk de vierde generatie Van Staveren aan zet zijn. «Maar ik zal een positief advies geven wat betreft MABI», zegt Joey van Staveren lachend. «Dus het moet raar lopen, willen MABI en Van Staveren ook na 2050 niet samenwerken aan een goede toekomst».
De afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar het aandeel, de rol en het beeld van prefabricage in de bouw-, vastgoed- en installatiemarkt door USP Marketing Consultancy. Zowel nationaal als internationaal. Daarnaast is voor vakbeurs PREFAB een gerichte enquête naar álle aspecten van prefabricage in Nederland gehouden. Zo heeft in Nederland 93% van de bouwers ooit prefab elementen toegepast.
Bij onderzoeken enkele jaren geleden golden als voornaamste redenen om voor prefab te kiezen: slimmer en beter. Aspecten als snelheid en goedkoper werden in onderzoeken minder genoemd. Vandaag de dag zijn de redenen veel omvangrijker. Snelheid is voor opdrachtgevers belangrijk. Kwaliteit telt bij opdrachtgevers en aannemers. Ook het tekort aan arbeidskrachten is een motief dat steeds meer opgeld doet. Op zowel Europees als op nationaal niveau is er een sterke verschuiving gaande van losse elementen (geprefabriceerde slimme bouwmaterialen) naar geïntegreerde panels of elementen (geprefabriceerde bouwcomponenten). Dat geldt zowel voor de bouwsector als de installatiesector, waarbij losse installatieproducten tot systemen worden samengesteld.
Het blijkt dat er twee bewegingen zichtbaar zijn: een (grote) groep die uit zichzelf voor meer prefabricage kiest en daarnaast ook de samenwerking zoekt met andere partijen uit de keten om een extra dimensie aan prefab te geven. Daarnaast is er een groep die afwacht hoe de ontwikkelingen verlopen. 'Prefab is niets voor mij', zo hoor je vaak. Die groepen zijn over alle bouwpartijen herkenbaar, iets wat USP ook bij de introductie van BIM heeft gezien. Veel bedrijven hebben koudwatervrees om ergens mee te beginnen. Zij moeten of overtuigd raken van de voordelen van prefab (intrinsieke motivatie) of moeten ertoe gedwongen worden (eis opdrachtgever). Verder erkent een groot deel dat er binnen de bouw- en installatiesector sprake is van een gebrek aan kennis over prefabricagemogelijkheden. Hier zou dus meer aandacht aan gegeven kunnen worden, zodat de verschillende betrokken ketenpartners elkaar beter en sneller kunnen ondersteunen.
Voordelen van prefabricage op een rij.
De kwaliteit gaat omhoog: alles wordt van tevoren in de werkplaats
geassembleerd. Waardoor meer snelheid en minder verstoringen tijdens de bouw. Door betere voorbereiding en snellere plaatsing is de installateur veel sneller klaar. Dit heeft natuurlijk ook zijn doorwerking op andere partijen, ook zij kunnen sneller door.
Verhoogde veiligheid: werknemers hoeven niet meer continue (met zware machines) boven hun hoofd te werken of op gevaarlijke ladders: Verhoogde duurzaamheid: doordat alles al van tevoren is gemaakt, is er op de bouwplaats minder overtollig afval.
Minder opslag op de bouwplaats: geprefabriceerde onderdelen kunnen just-in-time geleverd worden. Hierdoor wordt de bouwplaats niet onnodig belast met bouwmaterialen en is ook nog goed voor het milieu door minder transport op de bouwplaats.
“Het is onlogisch dat wij als installateurs kanalen en leidingen naar een bouwplaats brengen en daar monteren, terwijl dat vloerveld al eerder naar die bouwplaats is gebracht”, zegt Gerben Geelen van de De Modulefabriek, onderdeel van Löwik Installatietechniek en Hegeman Bouwgroep. “Het is veel slimmer om die installatietechniek al in de vloerenfabriek aan te brengen en dan alles in één keer op de bouwplaats te monteren en aan te sluiten,”. “We gaan als installatiesector steeds meer prefabriceren in de richting van ‘plug & play-oplossingen’. Vooraf modules maken geïsoleerd en wel en die simpel aansluiten op de bouwplaats. Ook de aansluiting op de nutsvoorzieningen, zodat je onafhankelijk van de nutsbedrijven kunt bouwen. Dit alles om efficiënter te bouwen en de kosten te verlagen.”
Een ontwikkeling die volgens Gert Jan De Koning van IPCOM voor de isolatiebranche belangrijk is, is de toename van het gebruik van prefab materialen. “De krapte op de arbeidsmarkt voor technisch personeel leidt tot een toename van de vraag daarnaar. Er worden nu al complete huizen gebouwd met modulaire systemen, waarin de isolatie al is verwerkt. Ik heb in Engeland bedrijven gezien die zich helemaal hebben gefocust hebben op de aanleg van complete modulaire systemen van een ziekenhuis, waar het leidingwerk in één keer compleet geïsoleerd wordt aangeleverd. Op deze ontwikkeling zal de markt in de nabije toekomst ook zeker moeten ispelen.”
Dit zegt Sander Braam van Platform PREFAB. Hij denkt dat prefabricage een antwoord biedt op veel problemen die spelen in onze industrie zoals het tekort aan personeel. “Daarnaast denk ik dat je met prefabricage het bouwproces beter onder controle kunt houden. Waardoor betere kwaliteit, minder faalkosten en eveneens minder afval op de bouwplaats. “Ik zie momenteel dat prefabricage in de breedte van de bouw-, vastgoed en installatiesector wordt toegepast. Voor de isolatiebranche liggen er zeker ook kansen, maar dan is het is belangrijk dat de isolatiesector gaat kijken waar ze toegevoegde waarde kunnen leveren. Natuurlijk weet ik dat isoleren momenteel nog steeds handmatig gebeurt. En dat ook, net als
bij andere specifieke vakgebieden, niet zo gauw verdwijnen, is mijn verwachting. Maar binnen de isolatiebranche worden wel steeds meer stappen vooruitgezet zoals het prefab vervaardigen van het plaatwerk rondom de isolatie. Daar zie ik steeds meer bedrijven die zich specialiseren op dit gebied. Als Platform PREFAB zien we het belang om bedrijven bij elkaar te brengen dat we o.a. doen door ons jaarboek PREFAB en de vakbeurs PREFAB in oktober, die gelijktijdig is met de vakbeurs Industrial Heat en Power met de VIB als partner en waarbij alle sectoren zijn vertegenwoordigd. Hierdoor ontstaan mooie koppelingen tussen beide specifieke sectoren op het gebied van prefabricage. De ontwikkelingen op dit gebied gaan snel. Zeker in het kader van de energietransitie waar warmtenetten sterk in opkomst zijn die aangelegd worden met voorgeïsoleerde transportleidingen die in de fabriek machinaal worden vervaardigd en waar geen isolatiebedrijf aan te pas komt. Ik wil hier alleen mee zeggen dat je als isolatiebranche zeker niet moet afwachten, maar kijken waar de kansen liggen en dat kan betekenen dat je wellicht naar een andere bedrijfsvoering moet overschakelen”, aldus Sander.
Om efficiënter en sneller te kunnen bouwen en faalkosten tot een
minimum te beperken, kiezen steeds meer aannemers én installateurs voor prefabricage in een samenwerkingsverband tussen de verschillende ketenpartners dat zorgt voor lagere kosten over de gehele keten. Dit heeft voordelen voor elke schakel in de keten en heeft vaak ook een goede invloed op de prijs/kwaliteitverhouding van de producten die bij de klant terecht komen.
Een voorbeeld uit de praktijk waar isolatie Magazine al eerder over berichtte, is de samenwerking tussen Walraven, producent van installatiematerialen en Ettekoven Isolatie betreffende de ontwikkeling van een horizontaal distributiesysteem (HDS) volgens een geïntegreerde aanpak waarin koeling, verwarming, isolatie, sprinklermodules, kabelgoot, afsluiters, koppeling en verankering in één standaard aanbod is gegoten. Waarbij het gehele ontwerp-, productie-, leverings- isolatie- en montageproces op de bouwplaats is gestandaardiseerd. In dit systeem zitten isolatiecomponenten van Rockwool TECLIT die Rockwool en Isolatiebedrijf Ettekoven BV samen hebben ontwikkeld. Deze Rockwool isolatiemodules worden voor Walraven in de werkplaats van Ettekoven Isolatie geassembleerd. “Een belangrijk verschil met deze manier van isoleren is dat wij niet meer op de bouwplaats komen”, noemt Joop Ettekoven. “Alles wat we nu doen wordt onder geconditioneerde omstandigheden gedaan wat ten goede komt aan de kwaliteit. Door deze manier van samenwerken weten we ook precies wat het kost aan materialen en assembleren en kunnen we een 100% prijsgarantie afgeven.
De digitalisering in alle sectoren van de bouw en industrie neemt toe en kan een belangrijke ondersteuning zijn in de prefabricage van materialen in de installatie- en isolatiebranche.
Programma's als BIM zijn echter wijd verspreid en bekend in de bouw- en installatiewereld: 99% van de architecten en 79% van de aannemers is bekend met BIM - maar het gebruik ervan ligt lager: te weten 79% van de architecten en 42% van de aannemers. Daarbij zien de beginnende bedrijven BIM vooralsnog eerst als 3D-programma's of als ontwerpinstrument. BIM kan echter veel meer zijn dan dat, het is ook van belang voor verhoging van kwaliteit, betere planningen, kostenbeheersing, risicobeheersing, beteugelen van faalkosten en integratie van duurzaamheid (ook wel
benoemd als 4D, 5D, 6D of zelfs 7D). Met de verdere toename van digitalisering, zal dit ook voor een stimulans voor prefabricage zijn. Met de ontwikkeling van een trend, gaan bedrijven namelijk ook steeds meer de (oneindige) mogelijkheden verkennen.
Scan to BIM
De term “Scan to BIM” horen we steeds vaker in de bouwsector. Kort gezegd is het een verwijzing naar het proces van 3D lasers-
canning van een compleet gebouw, fysieke ruimte of installatie om vervolgens een digitale weergave ervan te creëren in BIM. De verzamelde informatie worden gekoppeld aan een 3D BIM-model. Kortom BIM is eigenlijk virtueel bouwen, je creëert een ‘as built’ situatie. De informatie is onmisbaar voor projectontwikkelaars, bouwers, architecten, installateurs, isoleerders adviseurs en (semi) overheden. Al deze partijen gebruiken de 3D BIM-modellen bij renovatie, transformatie en herinrichting. Uiteraard kan je het BIM-model ook gebruiken voor het onderhoud aan isolatie.
Binnen de isolatiebranche wordt nog niet veel gewerkt met BIM. “De isolatie-industrie kan hier een duidelijke leidersrol spelen en zich strategisch goed positioneren”, denkt Marcus Biland van Mabi. Digitalisering en automatisering in de isolatietechnologie gaan volgens hem daarin een steeds belangrijker rol spelen en zullen in de toekomst het concurrentievoordeel bepalen van innovatieve bedrijven. “De basis hiervoor is een effectieve planning van de productiecapaciteiten met als doel maximaal gebruik te maken van de machines en deze zo snel mogelijk bij de klant af te leveren. Het begint met de planning van nieuwe projecten en gaat verder met revisiewerk. Hier worden de nieuwe digitale meetsystemen gebruikt. Dit scheelt veel tijd voor de individuele gebruiker en maakt het werk veel gemakkelijker. Met state-of-theart technologie kunnen de gegevens direct worden ingelezen op de nieuwste plaatbewerkingsmachines en kan de productie starten”, aldus Biland.
In het proces van opmeten naar prefabricage van isolatiemateriaal heeft Schwartmanns Maschinenbau GmbH een laserondersteunde meetoplossing ISOdot ontwikkeld. Het is een nieuw systeem in de isolatietechniek voor de registratie van laserondersteunde meetgegevens. ISOdot wordt gebruikt in combinatie met de meetsoftware ISOconnect. ISOdot staat op een driepootstatief en kan tot 3 mm nauwkeurig meten op een afstand van maximaal 10 meter voor het meten van isolatieobjecten. De gemeten objecten (buizen, kappen, bochten etc.) worden direct overgebracht naar de ISOconnect software en kunnen worden overgebracht naar de werkplaats voor verdere verwerking via de cloud service of de eigen synchronisatiedienst. Deze data kunnen direct in de machines worden geladen voor de prefab productie.
Met de insulation app van Bilfinger heb je alle data van een isolatieproject digitaal beschikbaar. Het is een digitale oplossing voor het tekenen van prefab voor isolatiedoeleinden. Met behulp van
de app kiest de opmeter uit standaard isolatie vormstukken en geeft hij vervolgens de precieze maten aan in de app. Zo ontstaat een complete digitale 3D-tekening van de benodigde prefab isolatie vormstukken. Dit is een groot voordeel voor de opmeter, want tot nu toe kostte dat de opmeter extra handelingen. Bovendien is met één druk op de knop een duidelijk montageschema voor de isolatiemonteur uit te printen. Met de app heb je op deze manier sneller en nauwkeuriger inzicht in de voortgang van het project en de administratieve afhandeling ervan.
De redactie van Isolatie Magazine sprak met Rob Verbeek die 46 jaar in de Isolatiebranche heeft gewerkt bij allerlei bedrijven. Sinds kort is hij met pensioen. Gezien zijn ervaringen en kennis wil hij actief blijven in de isolatiebranche en heeft Rob als medeoprichter en beheerder sinds december 2022 het platform #BeneluxInsulationprofessionals gestart op Facebook.
“In de 46 jaar dat ik actief was in de Isolatiebranche heb ik zo'n beetje alles wat binnen de Utiliteitsbouw & Petrochemische industrie gedaan moest worden, zelf uitgevoerd. Vanaf het in de beginperiode aanbrengen van gips gemengd met asbest als afwerklaag op de isolatie tot en met alle huidige moderne isolatiemethoden voor zowel warmte-, koude- en geluidsisolatie en/of combinaties daarvan. Eveneens heb ik in mijn werkzame leven zo'n beetje alle taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden vervuld met betrekking tot de uitvoering daarvan zowel met ingeleend als eigen personeel. Terugkijkend op deze periode heeft het opmeten/tekenen altijd mijn voorkeur gehad”, aldus Rob.
Neerwaartse spiraal gaande met betrekking tot kwaliteit
“Zelf heb ik het geluk gehad toen ik op mijn 18de ben begonnen in de isolatiebranche stap voor stap werd begeleid en opgeleid door echte vakmensen conform het Meester/Gezel principe”, vertelt Rob. “Al werd die benaming niet formeel gebruikt, maar het kwam daar in die tijd wel op neer. De Meesters waren in beginsel veelal oudere collega's van Hollandse en/of Joegoslavische afkomst. In een latere fase kwamen daar de Duitse en Engelse vakmensen bij waarvan ik eveneens veel heb opgestoken. Inmiddels is er sinds ruim een decennia een neerwaartse spiraal gaande in ons vakgebied met name binnen de meeste grote isolatiebedrijven in de Petrochemische industrie) m.b.t. het kwaliteitsniveau in alle taken en verantwoordelijkheden. En is de huidige penibele situatie voor eenieder met echt verstand van zaken inzichtelijk geworden”, meent Rob.
“Klaarblijkelijk heeft de schaalvergroting, d.w.z. steeds meer disciplines binnen één mega bedrijf, indirect gestuurd door aandeelhouders en het veelal frequent wisselen van managing directors, zijn tol geëist”, vindt Rob. “Immers de echt grote onafhankelijke isolatiebedrijven van weleer - met directeur-eigenaren die ooit zelf in het vak met een gereedschapskist begonnen - zijn opgeslokt en verworden tot een onbekende en onbeminde isolatieafdeling van het grote multidisciplinaire geheel. Voorts is meer en meer de weg van 'goedkope' outsourcing in geslagen i.p.v. het koesteren, investeren, opleiden van het eigen personeel en het aantrekken van nieuw jong bloed wat vroeger de norm was.”
“Als vanzelfsprekend heeft ook gaandeweg de automatisering binnen ons vak plaatsgevonden. Wat zeker naast het onvermijdelijke ook een goede ontwikkeling is. Echter daar moeten wel kanttekeningen bij worden geplaatst. Toen het aluminium plaatwerk vroeger zijn intrede deed en de mensen daarin hun weg vonden m.b.t. het inmeten, tekenen en maken van de verschillende vormstukken. Dit gebeurde veelal op werklocaties van de fabrieken zelf of in kleine werkplaatsen geïnstalleerd in Romneyloodsen en/of in aanbouwtjes van houten schaftkeetjes. De isoleerders rommelden in beginsel zelf maar wat aan om het plaatwerk middels stukje voor stukje inmeten er iets 'moois' van probeerden te maken naar
tevredenheid van de klanten. Gaandeweg zijn er naar individuele voorkeuren en vaardigheden, specifieke functies ontstaan. Zoals de (leerling)opmeter, (leerling)isoleerder, (leerling)plaatopzetter & (leerling)plaatmaker. Deze functies bestaan, weliswaar met vele varianten in benamingen per bedrijf, overigens nog steeds. Door deze individuele specialisatie nam zowel de productie als ook de kwaliteit van het werk gaandeweg toe. Immers de isoleerders en plaatopzetters (voor zover daar een scheiding tussen was) bleven op hun werklocaties i.p.v. het onnodige heen en weer geloop van voordien tussen locatie en werkplaats. Nu wordt de isolatie vooraf opgemeten door de opmeter en de benodigde isolatiematerialen en het plaatwerk (vooraf geprefabriceerd) door de plaatwerker bij de isoleerder gebracht. Wat een enorme verbetering is.”
“Inmiddels zijn we zover dat, waar destijds de plaatwerker na ontvangst van een nieuw uit te voeren tekening automatisch zijn shag uit de zak haalde (roken deed bijna iedereen die tijd nog) al draaiende zijn sjekkie zich inlas in het door hem uit te voeren werkzaamheden. Betreffende het bepalen van de verschillende benodigde plaatafmetingen en aantallen daarvan. Het hakken (op een slagschaar), het maken van uitslagen, het handmatig walsen/krimpen/ rekken/voren/boren/ponsen voor het maken van de vormstukken. Tegenwoordig (zeker bij de grotere bedrijven) zijn veel van die plaatwerkers handelingen (voorzien van 'rust' momenten) komen te vervallen.”
Inmiddels is er binnen de Isolatiebranche veel veranderd en worden processen steeds meer gedigitaliseerd zoals het opmeten. Wat volgens Rob een misplaatste door het management verzonnen term is. “Het meten gebeurd immers nog steeds met een duimstok
'Digitalisering is funest voor de vaardigheden van de plaatwerker!'
en/of rolmaat. Daarbij wordt op locatie de inmeet data overgezet op een tablet, laptop of desktop en direct verzonden naar bijvoorbeeld een centrale werkplaats (die zich waar dan ook ter wereld kan bevinden) waar zich een machine bevindt die de data inlaadt in de machine en de vormdelen pasklaar uitspuugt. Waardoor de gemiddelde echte plaatwerker van weleer (die alle uitslagen kon en moest maken) is verworden tot een fabrieksarbeider die m.b.t. het reguliere werk, ik chargeer nu een beetje, dag in dag vrijwel louter kantjes staat te rekken, krimpen en zetten. Met als gevolg dat de echte vaardigheden van de plaatwerkers zoals o.a. het maken van uitslagen, stapsgewijs steeds meer uit het zicht raken en niet meer aan latere generaties kan worden overgebracht”, is Rob van mening. “Voorts is inmiddels het tekort aan echt vakkundige opmeters, monteurs en plaatwerkers dermate groot geworden dat alles wat een schroevendraaier vast kan houden, van waar dan ook buiten de Benelux met open armen ontvangen wordt.” Dit kan volgens Rob zo niet langer doorgaan.
“Enige jaren geleden heeft dhr. Ron Nuiten destijds Senior product manager insulation & development van BRAND energie & infrastructuur al eens, in een wat beperkte en op een wat gematigde 'wijze', zijn ideeën over de toekomst voor monteurs o.a. over BRAND’S wensen met betrekking tot IMI & IMA geventileerd in Isolatie Magazine. Helaas is daar nooit gevolg aan gegeven. Een en ander heeft er toe geleid tot de oprichting van het #BeneluxInsulationprofessionals platform en inmiddels de interesse heeft kunnen opwekken bij veel isolatie vakgenoten uit bijna 80 landen. Waarbij vooralsnog Nederland qua ledenaantal de boventoon voert, maar qua kennis en kunde de landen zoals Engeland, België, Duitsland, Joegoslavië, Turkije, de Scandinavische landen en vele anderen niet onderschat mogen worden. Er heeft onderling al veel kennisoverdracht plaatsgevonden. Inmiddels zijn we aangekomen in de fase dat wij onze contacten met o.a. het OOI, VIB, Fesi - en in de verdere toekomst mogelijk aan CINI en de grotere isolatie opdrachtgevers wat meer aandacht willen gaan schenken. Aanmelden op ons platform kan op Facebook.”
Benelux Isolatieprofessionals is een groep met het gemeenschappelijke doel om de Kwaliteit in de Utiliteit & Petrochemische Industrie naar een nog hoger plan te brengen, d.m.v. het onderling uitwisselen van ervaring(en) & ideeën in beeld & geschrift. Doelgroep; isoleerders & plaatwerkers maar tevens bedrijven, piping & equipment engineers, uitzendbureaus en/of afgevaardigden daarvan met affiniteit in onze isolatie Branche
Het verbetert het zicht en de ademhaling, waardoor de beschikbare tijd voor een veilige evacuatie bij brand wordt verlengd. Bij het ontwikkelen van oplossingen om gebouwen energie-efficiënter te maken, moet veiligheid voorop blijven staan. Brandincidenten kunnen grote schade aanrichten aan eigendommen, de bedrijfscontinuïteit aantasten, verwondingen veroorzaken of in het ergste geval dodelijke slachtoffers eisen. Het verhogen van de brandveiligheid in een gebouw helpt levens en activa te beschermen.
In juni 2020 is een wijziging van het Bouwbesluit 2012 in werking getreden dat de planning, uitvoering, renovatie en sloop van gebouwen en het gebruik van bouwproducten in Nederland regelt. In artikel 2.69a "Isolatie van elektrische kabels en leidingen" worden eisen gesteld met betrekking tot brand- en rookklassen. Volgens deze eisen moet in speciaal beschermde vluchtwegen worden voldaan aan rookklasse s1(L) en in andere ruimten aan rookklasse s2(L). De nieuwe eisen zijn van toepassing wanneer de leidingisolatie grenst aan de binnen- of buitenlucht. Indien de isolatie is verborgen in een andere constructie (bv. muur of plafond) zijn de eisen niet van toepassing.
De wijziging van artikel 2.70 bepaalt dat de bestaande vrijstelling voor brand- en rookklasse-eisen ook geldt voor het nieuwe artikel 2.69a. Dit betekent dat 5 % van de oppervlakte van alle onderdelen van het gebouw is vrijgesteld van de eis en dat maximaal 10 % van de totale oppervlakte van de onderdelen van een (afzonderlijke)
Een lage rookdichtheid is van vitaal belang bij een gebouwbrand: Bij een gebouwbrand is rook het grootste probleem voor zowel de mensen in het gebouw als de reddingsteams.
Het risico van een gebouwbrand kan nooit volledig worden uitgesloten. Als er brand uitbreekt, hebben mensen meestal maar 3 minuten om te ontsnappen. De meeste gewonden en doden bij brand worden niet veroorzaakt door brandwonden, maar door rookinhalatie. Rook verspreidt zich razendsnel en blokkeert vlucht- en reddingsroutes. Met ArmaFlex Ultima heeft Armacell een nieuwe veiligheidsstandaard gezet in technische isolatie. Op basis van de gepatenteerde ArmaPrene® technologie is het het eerste flexibele technische isolatiemateriaal ter wereld met brandklasse BL-s1,d0. In vergelijking met een standaard elastomeerproduct ontwikkelt het vlamwerende isolatiemateriaal 10 keer minder rook en biedt het meer veiligheid bij brand. Deze best-in-class oplossing geeft bewoners meer tijd voor een veilige evacuatie en vermindert het risico op gevolgschade door brand.
ruimte die niet door een beschermde vluchtroute loopt, is vrijgesteld met betrekking tot de rookklasse (s2).
Volgens deze wijzigingen in het Staatsblad 2020, 189 kan ArmaFlex Ultima (BL-s1) zelfs in speciaal beveiligde vluchtwegen worden geinstalleerd.
Bovendien: ArmaFlex Ultima voldoet aan de strengste milieueisen en bespaart bestekschrijvers tijd doordat het geaccrediteerd is in de belangrijkste groene bouwprogramma's zoals BREEAM, LEED en Well Building. Het product biedt een hoog niveau van veiligheid op ecologisch en gezondheidsgebied en is bekroond met het "Indoor Air Comfort GOLD" label van Eurofins. Dit label ondersteunt met name gezondheids- en milieuaspecten en bevordert een betere luchtkwaliteit binnenshuis. Eurofins certificeert bouwproducten met lage VOC-emissies (vluchtige organische stoffen) en combineert alle relevante Europese regelgeving door de strengste eisen in elk EU-land in één label onder te brengen. Dit maakt "Indoor Air Comfort GOLD" tot het meest ambitieuze label voor lage emissies in Europa.
Als eerste fabrikant van flexibele technische isolatiematerialen heeft Armacell Environmental Product Declarations (EPD) gepubliceerd die het milieueffect van zijn oplossingen illustreren. Met de nalevingsproductkaarten ondersteunt Armacell bestekschrijvers door in detail aan te geven welke bijdrage Armacell-producten kunnen leveren in de verschillende regelingen voor groen bouwen.
De gepatenteerde ArmaPrene technologie biedt de hoogste brandnorm voor flexibele isolatie. Terwijl standaard elastomeerproducten met gebromeerde vlamvertragers de verbranding bij brand zeer doeltreffend afremmen, hebben ze de neiging veel rook te produceren. De baanbrekende technologie van Armacell lost dit conflict op: door de ontwikkeling van intrinsiek vlamwerende polymeren en door het gebruik van ablatieve beschermende additieven is het niet langer nodig om broomhoudende vlamvertragers toe te voegen. ArmaFlex Ultima behaalt de hoogste brandklassen zonder het gebruik van broomhoudende vlamvertragers en het materiaal is vrij van PVC, broom en antimoon. Het materiaal voldoet aan de strenge eisen van het Nordic Swan Ecolabel, het Zweedse SundaHus en is opgenomen in de lijst van Byggvarubedömningen (BVB) en het Zwitserse MinergieEco label.
'ArmaFlex Ultima voldoet aan de strengste veiligheidsen milieueisen'De zeer flexibele ArmaFlex Ultima is zeer eenvoudig te snijden en te installeren Rookarme ArmaFlex Ultima is de nieuwe veiligheidsstandaard in technische isolatie
Achter de glazen façade lijkt het object op een strak, glimmend ruimteschip, maar de vaste passanten langs het stadhuis van Beverwijk weten wel beter: onderdelen van de zichtbare WKOinstallatie zijn opnieuw geïsoleerd door ISOLATIE COMBINATIE BEVERWIJK. En het strakke, naadloze resultaat mag er wezen, dankzij de toegepaste TECLIT isolatie van ROCKWOOL. De verwerkers hebben hiervoor een dagcursus gevolgd bij OOI (Opleiding- en Ontwikkelingsfonds voor de Isolatiebranche) met wie ROCKWOOL een samenwerking heeft.
De koel- en verwarmingsinstallatie van de gemeente Beverwijk staat op een bijzondere plek. Op het Stationsplein naast het stadhuis, in een apart klein gebouw met een glazen pui is de WKO (Warmte Koude Opslag) in vol ornaat zichtbaar voor voorbijgangers. De koud- en warmteleidingen moeten geïsoleerd worden, om onderweg niet onnodig energie verloren te laten gaan en ongewenste condensatie tegen te gaan. De leidingen van deze WKO waren geïsoleerd met elastomeer isolatie, maar bij nader inzien heeft dat verkeerd uitgepakt.
Schade door UV-licht en hitte “Na elf jaar was de leidingisolatie inge-
deukt, vertoonde kraters en scheuren”, vertelt beleidsmedewerker bouwkunde Maarten Kos van de gemeente Beverwijk. “De elastomeer isolatie is teveel uitgehard onder invloed van hitte en UV-licht dat vrij door de glazen pui kan binnendringen. Bij het verwijderen van de isolatie zagen we dat sommige leidingen behoorlijk waren gecorrodeerd. Dat mag na elf jaar natuurlijk niet gebeuren. De combinatie van teveel zonlicht en waarschijnlijk een te geringe isolatiedikte heeft de schade veroorzaakt.”
Duurzaam, UV-bestendig en breed temperatuurbereik Logischerwijs moest de nieuwe isolatie
voldoen aan UV-bestendigheid. Maar de gemeente Beverwijk stelde meer eisen: behalve de koude leidingen (90% van de installatie) was het handig om ook de warmteleidingen met één isolatiesysteem uit te voeren. Bovendien moest het isolatiemateriaal duurzaam zijn en tegen een stootje kunnen. Op advies van Isolatie Combinatie Beverwijk kwam de gemeente uit bij de TECLIT koude-isolatie van ROCKWOOL. Deze isolatieproducten voldoen aan alle bovengenoemde eisen. TECLIT is uitermate geschikt voor temperaturen tussen 0 °C en 250 °C en bestand tegen UV-straling. Dankzij de hoge vormstabiliteit en drukvastheid zijn de pijpschalen en lamellendekens
uiterst duurzaam. Vanwege de speciale glasvezelversterking is de aluminium folie veel robuuster en stootvaster dan traditionele aluminiumlagen. Daardoor kan tijdens het gebruik, maar ook al in de installatiefase schade worden voorkomen. “In zo’n kleine werkruimte als deze in Beverwijk, is schade aan het isolatiewerk zo gemaakt”, vertellen mede-eigenaar Ricardo Doesburg en projectleider Jerry van der Meij van Isolatie Combinatie Beverwijk. “Mocht dat onverhoopt gebeuren, dan is een scheurtje zo te herstellen met de TECLIT Alutape die ROCKWOOL meelevert en de isolatie is vervolgens weer gegarandeerd dampdicht.”
En wat bij dit project niet onvermeld en onderschat mag worden is de esthetische factor. “De WKO-installatie staat op een beeldbepalende zichtlocatie”, zeggen Ricardo en Maarten. “Wanneer je TECLIT goed toepast is het een echte eyecatcher. Menigeen heeft de vernieuwde isolatie van de WKO in Beverwijk al gezien en staat versteld van het strakke, naadloze en glimmende resultaat. Alsof ze naar een zilverkleurig ruimteschip kijken”, glimlacht Ricardo. De isolatiespecialist had al eerder TECLIT verwerkt bij de WKO in het ziekenhuis in Alkmaar. Daarbij ervoeren de isoleerders het verwerkingsgemak.
“De lamellendekens en pijpschalen van steenwol met een aluminiumfolie toplaag kunnen op maat worden gesneden en vastgezet met de TECLIT Alutape. Naden en verbindingen die in het isolatiewerk met TECLIT ontstaan worden ook met die Alutape afgeplakt. Daarmee wordt het werk visueel één geheel met een mooi, strak en naad-
loos resultaat tot gevolg”, zegt Jerry van der Meij tevreden.
Ondanks dat ROCKWOOL uiterst gedetailleerde montage- en verwerkingsvoorschriften verstrekt voor al haar isolatieproducten en de adviseurs van ROCKWOOL bij projecten op locatie nuttige adviezen en aanwijzingen geven, vond het bedrijf het een meerwaarde dat verwerkers van TECLIT getraind worden in een professionele verwerking. Daarom heeft ROCKWOOL een samenwerkingsverband opgezet met het OOI om een dagcursus TECLIT isoleren aan te bieden.
Isolatie Combinatie Beverwijk heeft de twee isoleerders naar de cursus gestuurd. “Wij vinden het belangrijk dat onze medewerkers professioneel werk afleveren. Vooral het isoleren van de lastige stukken, zoals segmentbochten, T-stukken, flenzen en afsluiters is iets wat je onder de knie moet krijgen en ROCKWOOL adviseert dat verwerkers van TECLIT naar die dagcursus gaan. Dat vind ik een prima zaak; daarmee steekt ze haar nek uit voor goed geschoolde medewerkers. En ook positief is dat ROCKWOOL de cursus betaalt”, vertelt Ricardo.
Coördinerend docent en opleidingsadviseur Martin Witter van OOI geeft de cursisten les in de fijne kneepjes van het isoleren met TECLIT en wat bijzondere aandachtspunten zijn.
“ ’s Morgens starten de cursisten met theorie: waar bestaat het product uit, wat zijn de eigenschappen en kenmerken, enzovoort”, vertelt Martin. “Vervolgens gaan we met z’n allen naar de werkplaats om praktijkervaring op te doen met het isoleren van bijvoorbeeld T-stukken, verlopen en het meten hoeveel isolatie je nodig hebt en hoe je segmentbochten moet maken. Na afloop krijgen de cursisten een cer-
Martin Witter van OOItificaat en zijn ze gecertificeerd TECLIT isoleerder. Dit geeft vertrouwen in het bereiken van een goed en kwalitatief hoogstaand eindresultaat.”
Teamprestatie
Alle relevante onderdelen van de WKO-installatie zijn ingepakt met TECLIT, waarna de installatie weer in bedrijf is genomen. Zowel de gemeente Beverwijk en Isolatie Combinatie Beverwijk zijn uitermate content met het resultaat. “Het is een teamprestatie geweest waar we trots op mogen zijn”, besluiten Jerry en Ricardo.
Projectgegevens:
Opdrachtgever : gemeente Beverwijk
Isolatiespecialist : Isolatie Combinatie Beverwijk
Gebruikte producten : TECLIT® PS 200 pijpschaal, LM 200 lamellendeken en Alutape
Meer informatie ROCKWOOL TECLIT
cursus:
T. +31 (0)181 - 65 95 55
E info@ooi.nl
www.ooi.nl
Voor meer informatie over de producten en klantsupport van ROCKWOOL:
T +31 (0) 475 35 36 18
E cs@rockwool.com
www.rockwool.nl
“Dagcursus TECLIT isoleren geeft verwerkers vertrouwen in een goed eindresultaat”
Met de komst van de Europese verplichting voor duurzaamheidsrapportage – Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) – moeten bedrijven zich verantwoorden over de milieu- en sociale impact van hun bedrijfsactiviteiten. Vervolgens zijn ze verplicht om deze informatie te laten toetsen door een accountant. Dit geldt in ieder geval voor het grotere mkb. Het is slechts een kwestie van tijd voordat de rest van het mkb er mee te maken krijgt. In dit artikel beschrijven we wat dit betekent voor uw bedrijf? En, hoe kunt u nu alvast aan de slag kunt gaan om te voldoen aan deze verplichting/vragen van klanten en leveranciers?
De CSRD wordt door de EU ingezet om een impuls te geven aan een duurzaam Europa en duurzame economische groei. Deze wet heeft tot gevolg dat bedrijven verplicht worden om integraal te rapporteren. Dat wil zeggen dat naast de financiële verslaglegging ook de duurzaamheidsprestaties concreet gemaakt moeten worden. De wet geldt vooralsnog voor bedrijven die voldoen aan twee van de drie onderstaande criteria:
- Omzet: €40 miljoen of meer
- Balanstotaal: €20 miljoen of meer
- Medewerkers: 250 of meer
In eerste instantie zou de wet ingaan op 1 januari 2023. Dit is uitgesteld naar 1 januari 2024. Al verschuift de deadline, toch is het verstandig én vooral interessant om nu al voorbereidingen voor de CSRD te treffen. Het belangrijkste argument is dat samenwerkingspartners, die wel aan de CSRD moeten voldoen, steeds kritischer zullen gaan kijken naar hun toeleveranciers/afnemers.
Zij moeten namelijk niet alleen rapporteren over hun eigen duurzaamheidsprestaties, maar ook over hun rol in de keten. Om hun data op orde te krijgen, zullen ze u waarschijnlijk ook vragen gaan stellen over bijvoorbeeld uw duurzame inkoop, CO2-emissies, LCA’s etc. Als u uw gegevens niet op orde heeft en uw concurrent wel, dan bestaat de kans dat u buiten de boot valt. “We kunnen het heel ingewikkeld maken, maar ondernemen op een uitgeputte aarde is geen optie. Daarom is
duurzaam ondernemen, samen met een inzet voor een inclusieve samenleving en een sterk verdienmodel topprioriteit,” - Ingrid Thijssen, voorzitter VNO-NCW.
Daarnaast geeft de CSRD u handvatten om toekomstbestendig ondernemen concreet te maken. Bijvoorbeeld door;
1. De basis van de CSRD is het meervoudige waardecreatiemodel van IIRC . Daarbij wordt gekeken naar de impact van uw bedrijf op zes vormen van kapitalen. Dus niet alleen op financieel en geproduceerd kapitaal maar ook op intellectueel, menselijk, sociaal netwerk en natuurlijk kapitaal. Hoe meer waar-
den u creëert op deze zes vormen van kapitaal voor de langere termijn, hoe groter de kans op succes (lees: winstgevender zijn, zo blijkt ook uit onderzoek) naar de toekomst toe.
2. De introductie van het begrip ‘dubbele materialiteit’; wat is de impact van uw bedrijf op de wereld en welk impact heeft de wereld op uwbedrijf? Dit wordt geduid met de termen ‘Inside out’ en ‘Outside in’. Zo worden de risico’s voor uw bedrijf vanuit een breder perspectief in kaart gebracht en kunt u daarop tijdig anticiperen.
3. Het opstellen van een langetermijnstrategie voor meervoudige waardecreatie geeft u voordeel bij het aanvragen van leningen, garanties of investeringen. Voor banken en investeerders vormen bedrijven met een dergelijke strategie minder risico. Voor jong talent zijn dit de bedrijven waar ze willen werken. Voor overname zijn dit dus ook vaak aantrekkelijkere bedrijven.
Met onderstaande 4 stappen, weet u wat u kunt doen om verschillende vormen van kapitaal te vernieuwen, in stand te houden en meer positieve impact voor de maatschappij te creëren.
1. Grote beetjes eerst
Vanuit het meervoudige waardecreatiemodel bepaalt u waar u nu staat, welke impactgebieden prioriteit krijgen en welke KPI’s daarbij horen.
2. Verrijking van verschillende rollen binnen uw bedrijf Verschillende rollen binnen uw bedrijf - bv communicatie, marketing, hr, productie, finance – kunnen hun rol verrijken d.m.v. het meervoudige waardecreatiemodel.
Iedere discipline concretiseert zijn/haar bijdrage aan de impactgebieden. Vervolgens wordt dit samengebracht en worden er afspraken gemaakt over invulling van de KPI’s, kwaliteit & betrouwbaarheid van data en plek in de managementrapportage etc.
3. Icoonprojecten: in- en extern
Vanuit de impactgebieden formuleert u samen met uw medewerkers – en wellicht ook ketenpartners - onderscheidende projecten met financiële en niet-financiële doelstellingen, bijvoorbeeld op het gebied circulaire economie, inclusiviteit, en/of de menselijke maat.
4. Het integrale verhaal delen
Om anderen te activeren en inspireren, deelt u uw eerlijke en transparante verhaal. Dit hoeft geen epistel te worden van tientallen pagina’s, maar een communicatiemiddel waarmee u uw ‘vonkje’ kunt overbrengen op anderen in uw omgeving.
De basis van de CSRD – het IIRC Waardecreatiemodel –staat uitgelegd in het boek ‘Impactvol ondernemen in de praktijk. Zelf verantwoordelijkheid nemen en samenwerken: Zo doe je dat!’ waar Elise Vonk co-auteur van is. Elise Vonk is duurzaam ondernemer en technisch bedrijfskundige en expert op het gebied van MVO communicatie. Het boek is te koop bij Dekker v.d. Vegt te Nijmegen of via Bureauom.com. In aanvulling op het boek is er ook de podcast ‘Elise in MVO-land’ voor en door ondernemers met duurzame ambities. Bezoek www.vonk-mvo.nl
1
“Op dit moment ben ik mij aan het oriënteren op wat ik zou willen doen. Ik heb International Business gestudeerd en studeer nu Strategisch Management. Daarnaast heb ik een cursus Chinees opgepakt en ben ik 3,5 jaar geleden een schoonheidssalon begonnen. Het ondernemerschap zit me in het bloed. Binnen Altisol ben ik mij voornamelijk aan het oriënteren. Ik kijk op de achtergrond mee, terwijl ik in mijn achterhoofd heb dat ik dit bedrijf dat nu 62 jaar bestaat ook wil voortzetten. De schoonheidssalon is niet iets wat ik mijzelf voor de rest van mijn leven zie doen. Ik wil vooral met data en strategie bezig blijven.”
2
“We hebben een geweldig bedrijf. Het is mooi te zien hoe we vanuit een specialisatie in de tuinbouw nu ook actief zijn in de mijnbouw. Naast de hoofdvestiging in Honselersdijk, hebben we vestigingen in Suriname, waar 80 mensen voor ons actief zijn, en Canada met een team van 8. We werken voor bedrijven in 40 landen. Die internationale activiteit trekt me aan. Maar ik zie ook dat het heel hard werken is. Mijn pa werkt al zolang ik hem ken elke dag van 5.00 tot 20.30 uur. Dat is misschien niet het meest aantrekkelijke vooruitzicht… Uiteraard zou het, door wat zaken uit handen te geven, ook wel anders georganiseerd kunnen worden. De branche zelf is eigenlijk voor mij persoonlijk niet zo van belang. Het gaat mij meer om de werkzaamheden.”
moet doen om serieus genomen te worden. Ben mij er vooral van bewust dat ik vakinhoudelijk heel goed moet weten waar ik het over heb. Die mannen kunnen je echt wel in de maling nemen. Dat is prima, maar ik weet wel dat ik eigenlijk al met 1-0 achter sta wat dat betreft. En ik weet dat ik me moet bewijzen door hard te werken en ervoor te zorgen dat ik weet waar ik het over heb. Ik geloof niet in positieve discriminatie. Ik vind dat de keuze moet uitgaan naar diegene die het meest geschikt is voor de functie. Neemt niet weg dat je als vrouw wel wat extra stappen te zetten hebt.”
4 5
“De snelheid van de innovaties die worden doorgevoerd fascineren mij. De machines die ingezet worden, de materialen, de culturele verschillen van het internationaal zakendoen. Er zijn zoveel aspecten die mij prikkelen. Uiteindelijk is het Altisol, het bedrijf dat mijn opa heeft opgezet, dat mijn aandacht heeft. Ik zou dat bedrijf graag voortzetten.”
De isolatiebranche is een fascinerend speelveld waar ik mij op termijn zeker wel een rol in zie spelen. Maar die eerste stappen op de werkvloer om te zien en te begrijpen hoe de klussen in elkaar steken. Begrijp wel dat het daar begint.
VOOR
“Als vrouw zie ik wel wat uitdagingen. De isolatiebranche is toch een mannenwereld. Dat betekent dat ik extra mijn best
MET ISOVER® TANKCALC
Welke afmeting de opslagtank ook heeft of wat de inhoud ook is, met de tankisolatietool TankCalc vinden we altijd de meest energie- en kostene ciënte isolatieoplossing voor uw project.
benelux.saint-gobain-technical-insulation.com/ isover-tankcalc