B Nieuws 01, 2012-2013 - 03 September

B NIEUWS

#01

03 SEPTEMBER 2012

PERIODIEK VAN DE FACULTEIT BOUWKUNDE | TU DELFT

IN SEOUL, EVERTHING AGES Two teams of Bouwkunde Delft won the Vertical Cities Asia Competition. PAGINA 8

4 Review

10/11 Research

12-13 BK in Focus

Teacher of the Year Reinout Rutte keeps students awake.

Top down or Buttom Up? Top down and bottom up!

The (new) Berlage The laboratory meets the forum.

2 NIEUWS

B NIEUWS 01 3 SEPTEMBER 2012

KORT NIEUWS

OdC Bouwkunde verwelkomt nieuw lid Peter Teeuw De Onderdeelcommissie (OdC) van de faculteit Bouwkunde zwaait bij de start van het nieuwe academisch jaar het lid Tahl Kaminer uit. Zijn plaats wordt ingenomen door nieuw lid Peter Teeuw. Peter werkt als universitair hoofddocent bij de afdeling Architectuur. Peters aandachtsgebied binnen de OdC wordt ‘personeel’.

odc.bk.tudelft.nl

BK bibliotheek nu ook toegang tot Avery Index Sinds deze zomer hebben medewerkers en studenten via het campus netwerk of vanuit huis via VPN toegang tot een nieuwe bibliografische database: de Avery Index. De Avery Index biedt toegang tot wereldwijd gepubliceerde artikelen over architectuur, design, archeologie, stadsplanning, interieur, landschapsarchitectuur en monumentenzorg.

STEEOWEE BK DISTRICT

onderzoek.bk.tudelft.nl

Vrije werkruimte Dit jaar heeft de faculteit tijdelijk vrije werkruimte voor medewerkers en studenten ingeroosterd in BK City. Deze werkruimte is tijdelijk beschikbaar tot de start van BK City STAY fase 2 werkzaamheden. De vrije werkruimte is te herkennen aan een banner met de tekst ‘VRIJE WERKRUIMTE’. De ruimte kan door alle gebruikers van het pand worden gebruikt voor presentaties, peilingen, overleg en als werkruimte. De ruimte is niet te reserveren! LET OP! Deze vrije werkplekken zijn slechts tijdelijk beschikbaar. Later in het jaar zullen deze werkplekken niet meer beschikbaar zijn in verband met werkzaamheden BK City STAY.

Rectification The Conference of EAAE/ISUF New Urban Configurations will be held at 16–19 instead of 10-13 October.

newurbanconfigurations.nl

Delft — Whazzup! 211 enthousiaste eerstejaars genoten eind augustus in het zomerweer van de SteeOwee. Met het thema 'BK District' sneed Stylos dit jaar de stedelijke problematiek van ghetto's en gansters aan. De studenten konden meedoen aan graffitiworkshops, free-runnen en breakdance. Ook werd er gebouwd: tijdens een baksteenworshop moesten de eerstejaars met maximaal 100 bakstenen een zo groot

mogelijke overspanning te maken.

Inschrijvingen Dit jaar hebben ongeveer 300 eerstejaars zich gemeld op Bouwkunde. Dat is 136 minder dan vorig jaar. Tevens verrijken 192 internationle studenten de faculteit. Daarvan voert China met 50 studenten de ranglijst aan en bezet Griekenland met 27 studenten een goede tweede plek.

NIEUWS 3

SECOND HAND CITIES

RE-THINKING PRACTICE IN TIMES OF STANDSTILL

BY IVAN THUNG

FOR THOSE WHO HAVE MISSED IT: IT’S CRISIS, AND UNFORTUNATELY, IT HASN’T SPARED URBANISM. PROJECTS ARE GETTING DELAYED, CANCELLED, AND A LOT OF PROJECTS DO NOT EVEN GET INITIATED AT ALL. HOW SHOULD THE PROFESSION DEAL WITH THAT? Those are the issues this year's Urbanism Week deals with and the theme was fittingly chosen to be ‘Second Hand Cities: rethinking practice in times of standstill’.

A full week will be filled with inspiring workshops, lectures and discussions on urbanism in times of crisis.

National and international key figures in the field of urbanism and architecture will visit the faculty 24-28 September to attend.

Issues that this years’ Urbanism Week deals with are: what is the role of the citizen these days? What is the best way of engaging with citizens and getting them involved in projects? In times of standstill, alternative ways to engage with these problems have to be found.

Santiago Cirugeda, for example, discusses how one can exploit legal loopholes to help citizens intervene in their neighbourhoods.

planning could be replaced by citizens’ initiatives.

ZUS (Zones Urbaines Sensibles), a Dutch architecture office that has had success with the ‘Luchtbrug’ in Rotterdam, will give workshops and lectures on how to finance projects with crowd funding.

A more philosophical approach characterises the work of Atelier d’Architecture Autogérée, which draws heavily on the work of contemporary French philosophers for the theoretical underpinning of their work.

After the lectures there will be discussions about ‘the boundaries of the profession’ of urbanism and how we could envision future cities.

Do you want to know all about the state of today’s urbanism and its future? Register now at urbanismweek.nl and attend!

Other speakers discuss to what extent governmental

Speakers above: Mariolle, Doepel, van Boxel, Koreman, van Dorst, Cirugeda, Jonauski, Vanstiphout, Petcou. Below: Busquets, van Dongen Habraken, Petrescu, de Lange, Trienekens, Haccou, Ovink, Muliuolyte.

24 - 26 SEPT

FRIDAY 28 SEPT

Workshops o.a by AAA, Zus, Veldacademie, Michiel de Lange Tjeerd Haccou.

12:00-13:00 Registration 13:00-14:00 Joan Busquets Changing times: Spoorzone Delft?

14:15-15:15 Wouter Vanstiphout Boundaries of the urban profession Duzan Doepel (DoepelStrijkers) Sustainability & Social Participation 15:30-16:30 Henk Ovink, Architectuur Beleid 2012-2015 Frits van Dongen Conditions of the current city 16:45-17:30 Debate 1: Frits van Dongen, Wouter Vanstiphout, Joan Busquets Debate 2: Henk Ovink, Duzan Doepel

THURSDAY 27 SEPT 12:00-13:00 Registration 13:00-14:00 John Habraken Setting the boundaries for public participation Atelier D’Architecture Autogéreé Participation of citizens in shaping cities 14:15-15:15 Santigio Cirugeda Subversive Strategies for Urban Occupation Rudy Stroink 15:30-16:30 Marjolein Pijpers–van Esch Practice and education Bart Reuser 16:45-17:30 Debate 1: Marjolein Pijpers-van Esch, AAA Debate 2: John Habraken, Santiago Cirugeda

COLUMN

Spelen De Olympische Spelen liggen nog vers in het geheugen. Een paar weken lang overspoelden tienduizenden sporters, begeleiders, toeschouwers en het medialegioen de stad Londen. En wat hebben onze jongens en meiden het prima gedaan. Hulde aan deze fantastische sporters. Maar wat zijn de Spelen ook een waanzinnige logistieke operatie én ruimtelijke opgave. Ook Londen werd weer volledig op z’n kop gezet. Tijdens de Spelen meten zich dan ook niet alleen de beste sporters, maar ook de beste ontwerpers met elkaar.

Londen zag haar Spelen als ware ‘legacy games’; ze moesten er onder andere voor zorgen dat oostelijk Londen – niet de beste buurt van de stad to put it mildly – een oppepper krijgt. Infrastructuur (kilometers glasvezel!), gebouwen en een park waren hiervoor de fysieke ingrediënten. Met als speciale opgave: voorkomen dat gigantische stadions na de spelen als witte olifanten nagenoeg ongebruikt en in een niemandsland (blijven) staan. Tijdelijke aanbouwen en tijdelijke ‘venues’ werden daarom ingezet. Met als hoogtepunt het beachvolleybal stadion. Een tijdelijke zandbak; vrijwel in de achtertuin van Buckingham Palace. Geweldig!

En wat blijkt; de omvangrijke ruimtelijke plannen voor oostelijk Londen zijn ook nog eens ‘made in Holland’. KCAP van Bouwkunde alumnus Kees Christiaanse ontwierp het Legacy Masterplan.

Terugkijkend op de Spelen zijn we trots. We blinken uit in die ‘typisch Nederlandse’ sporten.

Zwemmen is in ons natte land bijvoorbeeld vrij essentieel.

Ook ruimtelijk ontwerp is in zekere zin typisch Nederlands.

En voor beide geldt: we moeten er veel - heel veelvoor over hebben om de beste te zijn. Laten we ons dus vooral inspireren door de Nederlandse sporters. ‘Winnen is belangrijker dan meedoen’. En daarbij: blijf genieten van je sport, ook op het allerhoogste niveau.

Op naar Amsterdam 2028 zou ik zeggen!

Karin Laglas

4 REVIEW

B NIEUWS 01 3 SEPEMBER 2012

THE BEST

STORYTELLER EACH YEAR, STUDENTS AT THE FACULTY OF ARCHITECTURE HAVE THE CHANCE TO VOTE THEIR FAVORITE TEACHER TO BECOME ‘TEACHER OF THE YEAR’ - A COMPETITION ORGANIZED BY STYLOS AND EDUCATIONAL & STUDENT AFFAIRS. IN JULY, THE WINNING TITLE OF 2012 WENT TO REINOUT RUTTE, AFTER A CLOSE COMPETITION WITH JOHN HEINTZ AND ENGBERT VAN DER ZAAG.

Reinout Rutte with his students in Rome during a study trip, April 2012

ENTHUSIASTIC, PASSIONATE AND A GREAT STORYTELLER WITH A BRILLIANT SENSE OF HUMOR - THIS IS HOW THE STUDENTS DESCRIBED THE BEST TEACHER IN THEIR EYES. B NIEUWS SAT DOWN WITH RUTTE AND FOUND SOMEONE WHO TRULY LOVES WHAT HE DOES.

BY WING (YINJUN WENG) You teach history at the Faculty of Architecture. Do you have a background as a historian?

Yes. I studied art history and history of architecture at the VU University Amsterdam and did my PhD research on the town planning history in the Netherlands and Belgium. Before I came to TU Delft eight years ago, I also worked at the ‘Ruimtelijk Planbureau’ (RPB - Netherlands Institute for Spatial Research). So, I am an architectural historian and a researcher, but I am not an architect.

How does it feel to work with all the architects in the faculty then? (laughing out loud) I enjoy it very much. Both my colleagues and students have a very different way of thinking about buildings and towns. While I look for stories and explore the historical developments, they are thinking in maps, drawings and diagrams. For me it’s an extremely positive thing, to have their visual perspective of looking at buildings and cities.

You were chosen as ‘Teacher of The Year’ by the students. Did you read the comments from the voters? How do you feel about the result?

It is a great pleasure to receive such a reward from the students.

Before I read their comments, I had assumed that it’d be mainly about the content and the structure of the lectures. I was surprised to be also given credits for things like being accessible and always answering emails, which are rather normal for me.

Almost every student mentioned your enthusiastic lectures and story-telling. What do you find important at giving a good lecture?

I didn’t study to become a teacher, but I did go through a good amount of lectures that bored me from time to time. That is why I became very conscious of the act of teaching when I became a teacher myself. I think it is important to understand the audience, in terms of their knowledge of the subject and their interests. For Bachelor 1 students for instance, I walk the students through ancient Greek

and Roman towns while explaining the spatial transformation of the cities. I use good story lines to make the information simple and comprehensive. As for the enthusiasm and passion, I think that’s also part of my personality. I like travelling and telling stories.

Where did you travel this summer?

Oh, nowhere. (laughing gently) Summer for me is the best time to do research. I prefer to travel in winter. Though I did one trip this summer. It was a special Dutch journey in the Golden Age, which I did in my study room. (At this point, Rutte pulled out his laptop and eagerly invited me onto a journey with him. It was a trip across the Netherlands through the eyes of Golden Age Dutch artists - from De Hooch’s Delft, through the sceneries by Jan van Goyen, to Haarlem’s landscape from Jacob van Ruisdael.) This is a magnificent piece of architectural and urban history derived from art history in a spatial sequence.

This seems more like a hobby of yours than a research.

It is both. Studying history is a

hobby of mine which luckily also turned into my career. I guess that is why I enjoy the work here so much, teaching the students is something I truly like.

Voice of the Students “When Mr. Rutte gives a lecture, the class is always packed with students. His stories are full of funny anecdotes and stories about his own travels. He is good at keeping order, that's why his classes are always well structured and nice to listen to.”

“Reinout reminds me a lot of my classics teacher, who accompanied us on a wonderful travel through Greece. He's a very enthusiastic storyteller, so that after the lecture series, you will have such a good set of notes that you can easily pass the exam.”

“Clear and very interesting lectures, always very helpful and approachable.”

“He always knows how to find the right balance between just lecturing the examination material and telling nice facts.

He has a clear voice and is very enthusiastic.”

UPCOMING 5

“HET BESTE ONTWERP MAAK JE ALS STUDENT” DOOR IVAN THUNG

VOOR GRAFISCH ONTWERPERS BESTAAT HET AL: VIA ONTWERPEN-VOOR-GELD.NL SCHRIJVEN BEDRIJVEN PRIJSVRAGEN UIT VOOR EEN NIEUW LOGO OF EEN NIEUWE HUISSTIJL. MEER DAN 22.000 FREELANCERS EN STUDENTEN STAAN INGESCHREVEN EN BEDRIJVEN HEBBEN ER IN TOTAAL AL 1.200.000 AAN PRIJSGELD UITGEKEERD. EEN ARTIKEL IN PANTHEON OVER ONTWERPEN-VOOR-GELD.NL EINDIGDE DAN OOK MET DE VRAAG: WAAROM BESTAAT DIT NOG NIET VOOR BOUWKUNDESTUDENTEN? Op 2 september lanceerden bachelor Bouwkundestudenten Job Wassenberg en Robert Luyt dan ook OntwerpCampus. OntwerpCampus is een website bedoeld om studenten, architectenbureaus en opdrachtgevers in contact te brengen.

Het Ontwerp-gedeelte bestaat uit ontwerpprijsvragen uitgezet door particulieren en organisaties. Studenten kunnen zich hiervoor inschrijven en zo meedingen naar een geldprijs. Talentvolle studenten heb vaak al de vaardigheden om in opdracht te werken, maar die ontwerpkracht blijft meestal beperkt tot schoolopdrachten of een stage. “Zonde,” vinden Luyt en Wassenberg. Wassenberg: “Ik hoor vaak op Bouwkunde dat het beste ontwerp van een architect is gemaakt als student. De student is dan nog niet gebonden aan limieten en kan zijn creativiteit de vrije loop laten.” Bovendien ervaart een student zo hoe prijsvragen in de praktijk werken. Luyt: “Contact met en feedback van de klant, prijsvraagstructuren. Het zijn allemaal ervaringen die erg leerzaam kunnen zijn. Daarnaast willen we de student, nadat hij heeft gewonnen, als een soort consultant betrekken bij het verdere ontwerpproces.”

architect aangesmeerd krijgt die is verbonden aan de kavelverkoop.

Opdrachtgevers weten dan niet goed wat hun opties zijn. Deze manier is eerlijker dan de traditionele manier.”

Over twee jaar... “... willen we alle onderwijsinstituten, Eindhoven, Twenten, HBO’s hebben aangeschreven en een grote database hebben opgebouwd, waar zoveel mogelijk studenten ingeschreven staan. Daarnaast willen we hetzelfde concept toepassen bij andere faculteiten, zoals industrieel ontwerpen.”

Het Campus-gedeelte van de website bestaat uit een database van studenten. De student schrijft zich gratis in en beschrijft zijn skills en interesses, zoals AutoCad, stedenbouw en architectuur en maakt een portofolio aan. Architectenbureaus kunnen in die database gericht zoeken naar studenten die geschikt zijn voor een stage opdracht. Luyt: “Op die manier keert OntwerpCampus de normale selectieprocedures voor stages om. Als een architectenbureau je vraagt voor een stage, dan weet je zeker dat je aan de criteria van de opdrachtgever voldoet en dus grotere kans op die stage maakt.”

Cruciaal is om genoeg opdrachtgevers mee te krijgen. Hoe pakken jullie dit aan?

Luyt: “We benaderen nu zoveel mogelijk eigenaren van vrije kavels in Nederland persoonlijk. Met behulp van een database bellen we ze gewoon af—agressieve marketing, dat klopt. Wij hebben meerdere particuliere opdrachtgevers gesproken die vinden dat werken met een architect vaak moeilijk kan zijn. Als een opdrachtgever met eigen ideeën aankomt zegt een architect vaak: “leuk en aardig, maar we gaan het toch anders doen.” Echter, als een opdrachtgever via een prijsvraag al meerdere ontwerpen heeft gezien, geeft dat hem houvast en een sterkere uitgangspositie bij verdere gesprekken met een uitvoerend architect.”

In de architectuurwereld wordt de prijsvraagcultuur vaak bekritiseerd. Hoe staan jullie hier tegenover?

Bij ondernemen stuit je vaak op zaken waar je geen verstand van hebt. Hoe los je dat op?

Luyt: “Je moet jezelf gewoon in het diepe gooien. Daarnaast zijn er op de TU veel mensen die je willen steunen bij het proces. Een voorbeeld: toen we de algemene voorwaarden schreven, heb ik een docent bij wie ik een minor recht heb gevolgd gevraagd of zij het wilde nakijken. Daar wordt heel positief of gereageerd.”

Ondernemen kost tijd. Wat gaat voor: studie of onderneming?

Wassenberg: (lacht) “Dat zien we dan wel weer. Ik vind het zeker belangrijk om de studie af te maken. Er gaat wel veel tijd in dit project zitten. In de zomervakantie draaiden we zeker een 40-urige werkweek.

Yes!Delft ontraadde ons dit project omdat zij ons te jong vonden. Maar wij willen juist nu beginnen omdat je nu nog zoveel nuttige contacten hebt binnen de faculteit en het Delftse studentenleven.”

Voor meer informatie: ontwerpcampus.nl

Luyt: “Volgens mij zijn prijsvragen tijdens een crisis juist noodzakelijk.

Een opdrachtgever wil weten waar hij voor betaalt. Wat er nu gebeurt, bijvoorbeeld bij vrije kavels, is dat een onwetende opdrachtgever een

6 BK IN DEPTH

B NIEUWS 01 3 SEPTEMBER 2012

GROENE CAMPUS AAN DE TU DELFT DOEN MAAR LIEFST 700 WETENSCHAPPERS BIJ VERSCHILLENDE FACULTEITEN ONDERZOEK NAAR DUURZAAMHEID. DE TU DELFT WIL DEZE KENNIS NU BUNDELEN EN TOEPASSEN IN DE GREEN CAMPUS. GREEN VILLAGE, DE PILOT VAN GREEN CAMPUS, IS IN JUNI VAN DIT JAAR GESTART MET EEN LAUNCH EVENT. GREEN CAMPUS WORDT EEN GROEN DORP OP HET VOORMALIGE BOUWKUNDETERREIN. HOE ZIET DE TU DELFT CAMPUS ER OVER 20 JAAR UIT? B NIEUWS SPREEKT EROVER MET AD VAN WIJK, BUITENGEWOON HOOGLERAAR FUTURE ENERGY SYSTEMS EN OPRICHTER EN AANJAGER VAN HET GREEN CAMPUSPROJECT. DOOR MANON SCHOTMAN Het Green Campusproject, het project dat van de TU Campus een groene campus wil maken, is veelomvattend en kent een aantal hoogtechnologische eyecatchers zoals een ‘Energy gateway’ en een energiewal. Maar er is ook ruimte voor restaurants, bedrijven en een hotel. Het doel van het project is het bevorderen van innovatie door de samenwerking tussen bedrijven en wetenschappers, het levendiger maken van de campus en het bereiken van een breed publiek. Opvallend is dat de Green Campus geen financiële steun nodig heeft, maar zichzelf kan bedruipen door samenwerking met bedrijven. Het plan is nog in de conceptfase, en in het pilotproject Green Village worden alle grote plannen eerst uitgebreid getest voordat ze in het groot worden uitgevoerd op de campus.

Windturbine Een van de opvallendste ‘bewoners’ van de toekomstige Green Campus is een reusachtige windturbine [zie afbeelding] of ‘Energy gateway’, naar het ontwerp van Florian Heinzelmann, PhD’er bij Bouwkunde. De turbine moet een icoon langs de A13 worden. Van

Wijk: “We laten daarmee niet alleen zien dat windenergie ‘werkt’, maar ook dat het ontwerp mooi kan zijn. Zo’n turbine heeft dan ook een uitstraling naar de omgeving.” De 'Energy gateway’ wordt bovendien multifunctioneel. Het gevaarte wekt niet alleen energie op, bovenin is plaats voor een vergaderruimte met uitzicht over de hele TU Campus. Het plein aan de voet van de turbine kan bovendien gebruikt worden als openluchtcinema of –discotheek.

LED-verlichting zal hierbij een grote rol spelen.

Energiewal Een ander opvallend project is de energiewal; een multifunctionele geluidswal aan de A13. De wal weert niet alleen geluid, maar bevat ook zonnecellen en kleine windturbines om energie op te wekken. Bovendien vangen de elektrostatische draden in de wal het door auto’s geproduceerde fijnstof. LED-verlichting op de wal voorziet autogebruikers van vervoersinformatie of reclame.

Van Wijk: “En het ultieme idee is dat de energiewal ‘weet’ wie wie er langsrijdt, door gegevens van de mobiele telefoon, zodat je gepersonalificeerde reclame kunt maken.”

Parkeergarage Verder is de Green Campus straks een parkeergarage voor brandstofcelauto’s rijker. Deze garage wekt eveneens energie op. De energie van de motor wordt gebruikt om huishoudens in de omgeving van stroom te voorzien.

Van Wijk: “Je hoeft als bezoeker dan niet meer te betalen voor het parkeren, maar je krijgt betaald om te parkeren. Het energiebedrijf huurt jouw auto om elektriciteit te produceren in deze garage.

Een futuristisch idee om de elektriciteitsvoorziening en de transportvoorziening steeds meer in elkaar te schuiven.”

Green Village Dit klinkt misschien als een verre toekomstdroom. En het klopt dat veel technologie eerst nog goed moet worden uitontwikkeld. Om deze ontwikkeling mogelijk te maken creëert de TU Delft daarom ‘een testlab’ voor de grote innovaties van de Green Campus: Green Village. Er zullen hoogtechnologische labs zijn, maar er komen ook studentenwoningen, ruimtes voor bedrijven, een hotel en restauratieve voorzieningen.

Er is zelfs nog ruimte voor andere initiatieven. Van Wijk: “Medewerkers kwamen zelf al snel met de vraag naar een crèche. Kan die

ook niet op de Green Village komen?” Wat er uiteindelijk precies in de Green Village komt is dus nog open.

Net als de Green Campus moet ook de Green Village uiteindelijk zichzelf bedruipen. Van Wijk: “Door verschillende bedrijven gebruik te laten maken van ‘het dorp’, hopen we dat zij ook hun klanten mee nemen en events organiseren. Green Village moet zo steeds meer een showcase voor duurzaamheid worden en nieuwe bedrijven en gebruikers aantrekken.” Green Village komt op het oude bouwkundeterrein, waar in eerste instantie zo’n 25 tijdelijke zeecontainers worden geplaatst, die volledig zelfvoorzienend zijn. Ze hebben geen enkele leiding naar elders en zorgen zelf voor hun energie, water en rioolvoorziening. Begin 2013 zullen de eerste zeecontainers te aanschouwen zijn. Hoe het er precies over 20 jaar uit zal zien is nog onduidelijk, maar de plannen zien er veelbelovend uit.

Voor meer info: the-green-campus.com

7

SCHOOL IN GHANA DOOR MANON SCHOTMAN

WAT IS DE BESTE MANIER OM JE BOUWKUNDIGE KENNIS AAN DE PRAKTIJK TE TOETSEN? BOUW EEN SCHOOL IN GHANA, DAN HELP JE GELIJK DE MEDEMENS. Een groep van 17 studenten van TU Delft roeivereniging Proteus bouwt in het kader van het 13de lustrum een school in Ghana. De roeiers zijn verdeeld in een ontwerpteam van vier bouwkundestudenten, die voor het ontwerp van de school zorgen, en een bouwteam van 15 studenten die de school daadwerkelijk gaan bouwen.

Het voorlopige ontwerp voor de school is juli 2012 klaar; de studenten denken nu na over hoe ze de school precies gaan opbouwen en welke details daarbij horen. Dit blijkt moeilijker dan gedacht. Een van de problemen is dat het onduidelijk is welke materialen in Ghana aanwezig zijn en welke niet. Marissa van der Weg, derdejaars bouwkundestudent en lid van het ontwerpteam: “Daar moet je toch iets verder over nadenken dan bij een project op bouwkunde. In Nederland zoek je gewoon op internet welke materialen er zijn er en waar je ze kunt krijgen. Maar in Ghana werkt dat net even anders.”

Omdat het niet duidelijk is welk bouwmateriaal in Ghana te krijgen is, maakt het ontwerpteam twee ontwerpen: één variant met leem en één met betonblokken. De variant met leem heeft de voorkeur van de studenten. Anders dan wat je met de romantiserende Europese bril zou denken, gebruiken de kleine gemeenschappen in Ghana zelf echter geen traditionele materialen of bouwwijzen. Ze bouwen vooral betonnen gebouwtjes met daken van golfplaat. Deze gebouwen zijn vaak niet aangepast aan het lokale klimaat. “Het klimaat in die hutjes is zo slecht, dat de mensen meestal liever buiten gaan zitten.”, zegt Marissa. “We willen de bewoners graag laten zien dat ze met leem, aarde en andere goedkope materialen iets waardevols kunnen maken.”

In een land waar het altijd gemiddeld 30 graden is, moeten gebouwen vooral goed tegen de warmte geïsoleerd worden. Het ontwerpteam moet hiervoor andere middelen inzetten dan ze in ontwerpprojecten bij bouwkunde doorgaans deden. Om tegen de verzengende zon te isoleren, heeft het team daarom bijvoorbeeld een tropendak ontworpen.

Dat is een vrij simpel, dubbel dak, waarde wind door kan waaien en zo de warmte in het gebouw kan worden afgevoerd[zie afbeelding].

Twee andere aspecten waar de studenten bij het ontwerp en bouwen van de school mee te maken krijgen, maar die bij bouwkunde doorgaans geen rol spelen, zijn een schaarste aan tijd en geld. In november gaan vijftien mensen 75 dagen naar Ghana en het team hoopt dan een groot deel van de school te kunnen bouwen. Omdat het programma nogal veelomvattend is (theorielokalen van 150 m2, een werkplaats, een machinehal van 200 m2 en een ‘samenkomstplek’ van 100 m2) en ze niet weten of ze al dit programma in deze korte tijd kunnen realiseren, werken ze in modules. Een groot risico van dit soort projecten is namelijk dat de bouwwerken die voor de Afrikaanse bevolking worden gebouwd, vaak niet afkomen. Overal in Afrika staan nu onafgemaakte gebouwtjes, die daar door welwillende organisaties zijn neergezet, maar door tijdgebrek niet zijn afgemaakt en dus niet worden gebruikt .

Proteus heeft nu ongeveer de helft van de 30.000 euro die het team voor het project schat nodig te zijn, ingezameld. Dit geld hebben zij ingezameld door onder andere het winkelende publiek in supermarkten in de omgeving hun statiegeldbonnetjes te laten doneren. Het team zoekt echter nog naar sponsors en donateurs.

Voor meer info: teamghana.nl

8 PROJECT

Open Ended City

B NIEUWS 01 MAAND 2011

Claudio Saccucci, Stef Bogaerds, Erjen Prins, Jan Maarten Mulder and Samuel Liew Architecture is by its very nature a product of its broader socio– economic and political context Spurred by what has been dubbed the Bilbao effect, developers and city planners have come to see iconic architecture as playing a central role in attracting such investment in the form of tourism and big money. Resulting in the production of architecture that is in favour of visually consumable forms.Our aim is to propose a development that is able to retain the authenticity of the city while extending the dialogue between what is already existing and what is to come.

The idea of community is being explored through the programmatic circles as a means to organize programs in a meaningful way which would provide for the needs of an ever ageing population in a walkable radius. The potential of these communities is that they disperse functions as opposed to creating agglomerations of one particular kind of activity. At the heart of the communities are the hybrid centers which cater for elderly healthcare/education/housing and the changing demographic balance of elderly and children. Serving as a catalyst for urban regeneration and growth, these centers will attract more people to live in surrounding areas while serving the people and facilitating exchange.

By prioritizing the long term growth of Yongsan in the design process, the strategy primarily focuses on creating conditions and rules that will guide the growth of the city, by varying the permeability of the block and certain conditions such as the penetration of sunlight to the street level, the height of buildings, setbacks, plot coverage according to the specificity of the site. This broad framework allows for the preservation qualities that make cities interesting and at times unpredictable and unique places. By doing so, we allow the city to take on a life of its own.

RESISTING TO DESIGN

BY DAPHNE BAKKER

YOU MIGHT SAY THAT THE NUMBER TWO IS A LUCKY ONE FOR THE MSC3 STUDIO VERTICAL CITIES ASIA: BOTH TU DELFT TEAMS WINNING FIRST PLACE IN THE COMPETITION'S SECOND INSTALLMENT, AFTER TU DELFT WON SECOND PLACE THE PREVIOUS YEAR. BUT LUCK HAD NOTHING TO DO WITH IT. The MSc3 studio was brought to life two years ago after the TU Delft, along with nine other universities, was invited to participate in Vertical Cities Asia, an international design competition. The competition will be held annually for five years and each edition will have a theme centered on Asia. This years theme was entitled Everybody Ages and

challenged its participants to come up with a solution for the rapid growth of elderly within Asia, specifically Yongsan, part of Seoul Metropolitan City, Korea. From the four groups who participated in the studio, two were selected to present their proposals and both were awarded with the first place.

Mitesh Dixit, the main mentor who guided both groups to victory, was involved from the beginning of the studio. However, his involvement did rely on chance; Roza Matveeva, his girlfriend happened to come across the poster advertising the competitions first installment while walking around in Delft. Interested, he emailed Kees Kaan, who then offered Dixit the job to teach the studio based on Dixit’s professional background in Asian and large-scale projects.

Though achieving second place in the first edition is still quite a feat, Dixit has made improvements which have been quite fruitful: he devoted more time, he was better organized and there was a better mixture of students within the groups. “First time there were too many architecture students. This time was much better, because we had more urbanism students and different types of architecture students. So it’s not a coincidence that the groups that did the best had the best mix of disciplines. The two tend to complement each other really well: the urban designers tend to overthink and the architects tend to overproduce.”

9

Lifetime City Laura Dinkla, Katerina Salonikidi, Maria Stamati, Johnny Tascon and Qiu Ye Walking through the city of Seoul you see all the people around you.

They eat, drink, laugh. They walk into shops or sit on a bench in a park. They live and they grow old in a city that lives and grows. Not just everyone ages, but everything ages. Our design will make sure that this is still possible in the future. When even more people live in the city and grow old. People will be able to live in Yongsan during their whole lifetime. It becomes a Lifetime City: Yongsan.

This Lifetime City will face some challenges. As Korea has flourished in the 20th century, the economy and population grew. During the growth the borders of Seoul didn’t expand: the city densified. At the same time the elderly population has grown. The effect is enormous: estimations say that in 2050 more than 50% will be 55 years or older.

This fact influences the design. Basic urban services need to be accessible to everyone. Therefore walking distances have become a tool for locating basic destinations such as the grocery shop, the hair salon, the community centre, the station, the park, a friend’s home and so on.

The new high density in Yongsan does not need to be the result of a process of wiping out urban life, that has evolved through years in the form of neighbourhoods, and replacing high-rise serialized apartment and office complexes, as happened before in Seoul. In order to face the social challenges of ageing in Seoul, we propose a city where in the existing structures form the basis for the new high density neighbourhoods. Functions, shapes, voids, centralities and densities created different atmospheres in different places. We identified the characteristics in Yongsan and used them as a starting point for the design of the site, the design of a new lifetime city.

But the most important factor that led the students to achieve first prize was their approach to the problem. In a way, this was an experiment for both Dixit and his students. He insisted that they resist the temptation to design till the absolute last moment. Instead, the students approach focused on investigative research, analysis, forensics and cultural anthropology of the site. Their process consisted of two things happening in parallel: the unlayering of the site and developing the perfect living situation in a vacuum.

The latter step involved broadening the theme. Dixit: “The theme of the studio was Everyone Ages, but we quickly realized that that was a bit limiting and we changed it to Everything Ages.” Then they asked themselves what do people need, what are the essentials to live in a city for their entire lives without being displaced. They developed this perfect unit for living with the right amount of density. Unlayering the site itself helped them recognize the problems specific to that area and once these problems were brought to light, solutions could be developed.

Bringing together both areas of research resulted in what Dixit describes as a corruption. “And the corruption is their project” he adds.

“You have this ideal situation, that was created in a vacuum, coupled with this quasi-objective analysis of the site. This process was super messy, difficult and painful but quite good.” Good in fact because it

resulted in complex and rich proposals that go against the current trend of realizing broad, generic urban interventions that can be reduced to a single sound bite.” I don’t think this is just some ‘silly school project’ that won some competition” adds Dixit. “I think what the students did is how we, the profession, should approach urbanism and architecture.”

On the 24th of September 2012, Mitesh Dixit will introduce the winning teams, who will present their proposals in the East Glass House (Oost Serre) from 12:45 till 13:45. This will be followed with a discussion lead by Deboarh Hauptmann, Director of Delft School of Design. For more info: bk.tudelft.nl verticalcitiesasia.com clausenkaan.nl

Mitesh Dixit Dixit graduated architecture at Washington University in St. Louis.

He joined Skidmore, Owings and Merrill.

Later Dixit joined the Office for Metropolitan Architecture (OMA), where he worked with founder Rem Koolhass on innovative projects such as the Taipei Performing Arts Center in Taiwan.

Design Director Dixit now works with Claus en Kaan in Rotterdam.

10 RESEARCH

B NIEUWS 01 3 SEPTEMBER 2012

TOP-DOWN OR

BOTTOM-UP?

TOP-DOWN OR BOTTOM-UP? THIS MIGHT BE ONE OF THE MOST HAUNTING QUESTIONS URBANISTS HAVE BEEN ASKING THEMSELVES. FOR THE PAST FIVE YEARS, JING ZHOU TOOK ON A RESEARCH ON DUTCH AND CHINESE NEW TOWNS, HOPING TO SHED SOME LIGHT ON THIS ONGOING PLANNING DILEMMA.

BY WING (YINJUN WENG) Your PhD research focuses on the new town planning in the Netherlands and China. What brought you to this topic?

After I finished my Master in Urbanism at TU Delft, I had the opportunity to work with the International New Town Institute (INTI) in Almere. It is an institute founded by the city planners of Almere to stimulate academic researches on new towns both in the Netherlands and abroad.

Waterfront Urban Design of Tongzhou Grand Canal, 2010

Having done earlier researches on the subject of urban renewal in China as well as Dutch social housing system, I was approached and later funded by INTI and the chair of Urban Design to carry out further studies on Chinese and Dutch new towns. This is how my PhD research was initiated five years ago.

Given the framework of INTI, the topic of studying new towns was imposed to me in the beginning. However, I soon identified a common problem among new town developments, which is a lack of cultural and social vitality, especially in urban public spaces. This allowed me to pinpoint my research to the urban vitality of new towns. What I then found out, through my literature studies on British and French new town practices, was that the approach of spatial planning, as well as the method applied by urban governments, are well related to the problem of urban vitality. So I am trying to integrate the aspect of urban management into this research as well.

Almere Cultural Map

What do you mean exactly by urban management?

I am looking at how these new towns are developed. In some cases, they are developed by top-down designs, which are initiated by the national government, implemented by the national planning department, and managed by city municipalities. Some on the other hand are built bottom-up. They are more organic. My research is comparing these two distinct types of approaches and their resulting effects on city forms, street lives, social organizations and cultural activities.

Almere is a case study you have chosen for the top-down approach. What did you find out from the development of Almere?

Almere is a typical example of a top-down planned city. Especially in the beginning of the project in the 60s, different government institutes and public organizations were involved in the planning process of Almere. Their cohesive collaboration led to a quite successful execution of the top-down plans in the first few decades.

Static Snapshots of an Urban District in Tongzhou

11 Since the 1990s however, more private organizations started to participate in the city development. Most notably in the past decade, empowering individual inhabitants in the city-making process has become a new theme and experiment in Almere. As you can see, the top-down planning that has dominated Almere's development for more than three decades has been gradually evolving into a new attitude that supports bottom-up urbanism.

Is the collaboration between public and private organizations also present in the execution of new town plannings in China?

How are the planning strategies carried out there?

In the case of Chinese new towns, the government intends to assert certain pressure and control on public organizations, state-owned factories as well as private organizations. However, it has not been very effective, even in the planned economy era.

Starting from the 90s and early 2000 however, China began to exhibit a planning pattern much more driven by the free market. The economic reform, originally put forward in 1978, did not take effect in the 80s. It wasn’t until 1992, when premier Deng affirmed the need to continue reforms during his tour to Shenzhen, that a more liberal and market-driven society started to emerge in China. It was also from then that the real estate industry started to grow exponentially.

Consequently, the government is now having a hard time dealing with the uprising of free market forces. In the last decade, the government began to fear that they had gone too far with the free economy, especially pressured by an increasing shortage of social housing and low-rent dwellings in the cities.

The authorities have therefore enforced much stricter regulations on real estate development, investment, bank loaning, etc.

Tongzhou is a new town you have selected as a case study in China. Is it a new town fully developed in a free market?

Neighborhood Comparison

Another important factor in self-developed cities is a responsive market, which is able to adapt the form and use of public spaces. This is not possible in cities, where everything is planned in a large scale at once.

Are you favoring a more bottom-up approach for new town planning?

No, I am actually trying to show the advantages of both top-down and bottom-up approaches, and hoping that cities can draw lessons from each other. On one hand, I don’t want to discard urban planning as a profession, because top-down actions are needed to have an efficient use of land, to take effective financial decisions and to coordinate between urban institutes. On the other hand, we do need to be more responsive to the market and the need of people, which requires flexibility in the planning framework.

‘...ONE RELIES ON THE WISDOM AND PARTICIPATION OF ALL ACTORS IN THE SOCIETY TO MAKE A NATURALLY DIVERSE AND RESPONSIVE ENVIRONMENT.’

Not in the beginning. Tongzhou was originally planned in the 1950s to be a satellite town around Beijing, in order to realize a spatial decentralization according to the Beijing master plan. I find it ironic, that even in the socialist communist era then, the Chinese government still failed to have control over the city development, and the Tongzhou new town plan was not carried through in the following decades.

However, from the 1990s to early 2000s, Tongzhou began to grow rapidly in a more market-driven and self-developed manner. The free economy, coupled with a lack of effective urban planning and management approaches in China, has brought about a lot of spontaneous developments in Tongzhou. The city exhibits an interesting diversity of social groups, commercial activities, street life, mixture of urban programs, as well as a variety of formal and informal public spaces, which one can hardly find in top-down planned or garden city type of new towns, such as Almere.

Do you think that the vitality you observed in Tongzhou is something one can plan in a top-down approach?

It is often attempted, but the results are rarely ideal. In Almere for example, the planners provided a very large percentage of green parks in between neighborhoods and urban nodes, but the spaces are not actively used. In many other top-down planned cities, there tend to be excessive public spaces. Planners can never precisely anticipate public activities or people’s behaviors.

To achieve this, it is crucial to understand that the flexibility does not only come from spatial planning, but also from management. You can plan a very strategic framework, but eventually you will need partners to carry out individual planning actions. How to coordinate them and keep a cohesive collaboration, while giving them a good amount of freedom at the same time, is an urban management issue. This is more of a combined field of urbanism, because one relies on the wisdom and participation of all actors in the society to make a naturally diverse and responsive environment.

For more info: Public Defense: 'Urban Vitality in Dutch and Chinese New Towns: A Comparative Study between Almere and Tongzhou' 12:30am | 11th September | Aula TU Delft

Biography Jing Zhou (born in Beijing, 1980) studied architecture and urban planning in Tianjin Unviersity, China. In 2004, she came to the Netherlands and followed the Urbanism Master programme in the faculty of Architecture at TU Delft. After graduating Cum Laude on the subject of sustainable urban renewal, she became a PhD researcher, funded jointly by the chair of Urban Design at TU Delft and the International New Town Institute (INTI) in Almere.

Her research project is a comparative study of Chinese and Western new towns, with special focus on the development of urban vitality. She also actively participates in the teaching and organizing of the master design studio in Delft.

12 BK IN FOCUS

B NIEUWS 01 JANUARI 2010

THE (NEW) BERLAGE EACH SEPTEMBER THE FACULTY OF ARCHITECTURE OPENS ITS DOORS TO NEW FACES. ALONG WITH THE USUAL SUSPECTS, FROM THE GREEN HIGH SCHOOL GRADUATES TO THE MORE SEASONED INTERNATIONAL MASTER STUDENTS, THIS ACADEMIC YEAR ALSO WELCOMES THE NEW INCARNATION OF THE BERLAGE INSTITUTE: THE BERLAGE CENTER FOR ADVANCED STUDIES IN ARCHITECTURE AND URBAN DESIGN (THE BERLAGE).

BY DAPHNE BAKKER When the Dutch government decided to cease funding for postgraduate institutions within the Netherlands, the Berlage Institute was dealt with a great challenge. But with the help of the TU Delft, an opportunity arrived to transition into an accredited postgraduate institution. Nanne de Ru, member of the executive board and board of directors along with Tom Avermaete, member of the program committee of The Berlage, spoke with B Nieuws about the process of transitioning and the hopes of both institutions for their symbiotic future.

The Transition As of 24 September the first ‘new’ students of The Berlage will arrive in BK City. The staff, the Advisory Board and the Board of Directors, consisting of Karin Laglas, Dick van Gameren and Nanne de Ru has worked this

Summer to guarantee a smooth transition from the cultural institution ‘Berlage Institute’ to the ‘new’, soon-to-be accredited The Berlage. De Ru: “One of the important tasks was and is of course to make sure that The Berlage remains a central international player in terms of education. Furthermore, we would like The Berlage to add as much value as possible to the faculty and vice versa. One of the other important questions is how this new Berlage is positioned vis a vis its international peers, other institutes that more or less function with the same sort of programme and the same sort of ambition as The Berlage.”

Intercultural dialogue The Berlage becomes a ‘new’ sort of institute, with new ambitions and perspectives. One of these ambitions is to increase the engagement with the

international architecture field. De Ru: “The Berlage was always very interesting for international students, since it allowed them access to the Dutch architecture scene and learn more about the Dutch ways of design and research. We would like to keep this, yet also allow The Berlage to become more of a gateway to different cultures. It’s not only non-European students coming to us to learn the Dutch approach anymore. It should become more interesting for European students or Dutch students to enter the Berlage to learn more about Asian and South-American culture as well. More and more young Dutch and European architects are looking towards these continents to try to find ways to interact and contribute there. The Berlage can be the link.”

Asian students standing out To be this place for intercultural dialogue, we’ll keep inviting and addressing the international students. And they’ll keep interested in The Berlage. For instance, students from China, flock toward The Berlage because it gives them an edge among their peers. “You have to realize the enormity of the Asian population, there are really a lot of architects.

From the position of the young

Asian architect, if you want to stand out, then you want to get a lead in having an excellent education. What makes Berlage stand out is that it has a very unique profile, doing research and design. And being quite small, exclusive to a certain extent, guaranteeing close contact with tutors and good possibilities to expand your network of knowledge and contacts.” For The Berlage the next ten years won’t be about educating the Asian students to adopt a Western outlook, but rather to “create something more than a European, Asian or South-American approach, but something hybrid, multicultural, a real dialogue.”

Exclusiveness To keep attracting these international students, The Berlage needs to remain exclusive. De Ru: “The Berlage was always a bit elite, in the sense that it was always outside of any other institute. It is important that it remains to a certain extent something exceptional. This is also reflected in the fees that students pay. So of course you expect a more intense, high pressure training that is cutting edge, and also maybe

BK IN FOCUS 13

more customized, personalized to the particular needs of that group.”

Changes The new ambitions of the Berlage will require change, but the strong and particular tradition of The Berlage is not to be forgotten.

According to Avermaete "students will be offered a new curriculum, but it will be based on several elements that were essential to The Berlage’s culture. These elements, research-led design studios, in-depth master classes with leading practitioners and scholars and the very specific and high profile lecture series, will all be continued, but we will make sure that it will comply to a full fledged post graduate diploma."

Evolution It’s a good thing to appreciate what we’ve got, but also to not hurry too much. “We are changing the institute’s direction, but this can’t be done overnight,” adds de Ru. “The staff has changed so there will be a continuous evolution. It’s not an entirely new beginning and we are not starting an entirely new institute. For the outside world, it might seem as if we are changing our complete identity. The truth is that we are now changing things in a more condensed time than before, when changes would have occurred over a longer period. But the changes we are going through

are changes that we needed. It's not a tabula rasa condition.”

Mature And not to forget, change was always part of The Berlage’s culture. "It was always a free school, doing things different from time to time.” says de Ru. “The Berlage was a very open structure. On the one hand, you could say it was rather disorganized, but on the other hand, it gave a lot of opportunity for self organisation. When I was studying there, I used this relative lack of structure to organize a lot of things myself. I travelled around the world to meet people I really wanted to meet. I could use The Berlage as a way to get people’s attention. I met my business partner there and I’m still working with him. I met Rem Koolhaas there and worked at AMO These things were all possible there. But the times are changing and The Berlage needs more structure in order to upgrade its level of excellence.

The way I see it, the Berlage has ‘matured’ and it is time to engage or connect with another institution. That’s why I have a feeling the transition of the institute is a very good step forward. In the end, it will deliver a better structure and in that way even more freedom.”

Financial challenges This all might sound like a smooth

transition, but “of course there are a number of things that are quite exciting about this change,” says de Ru. “The previous form of The Berlage wasn’t working anymore, because of the loss of subsidies. It means that it needs to be financially restructured; it has to have a neutral balance sheet. It is challenging to organize that in a way you can achieve excellence while keeping it running on solid financial ground.”

Independence Another challenge will be ensuring that The Berlage will remain an ‘independent institute’ within the faculty’s walls. “The Berlage has always been consciously independent from any other institute in Holland. It was not an academy or a university. It was basically a cultural research institution. Now Delft is taking it within its structure, which means it will have to become accredited and that’s quite a challenge.” Avermaete typifies this independence as The Berlage’s explorative approach and agrees they will have to work harder to maintain this characteristic, especially in this current economical and cultural situation.

position within the international field. It is a very international institute, with a long history of outstanding international connections. For the Berlage it is a very good environment to be embedded in." TU Delft is also a big forum of international students, tutors and debate.

Avermaete: "The Berlage can gain from these larger research projects and these larger debates which take place at the TU Delft. It’s like the larger forum is meeting the smaller laboratory." De Ru: “The Berlage is now 20 years old, it has matured. It’s time to engage with another institution, to connect its legacy with that of TU Delft and to ground itself more within the Dutch context.”

For more information: theberlage.nl bk.tudelft.nl powerhouse-company.com

The laboratory meets the forum But challenges bring opportunities as well. According to de Ru “one of the great things about Delft is that it has a very good

Tom Avermaete

Nanne de Ru

Avermaete is an associate professor of architecture at the Delft University of Technology. His research focuses on the public realm in relation to the architecture of the city in Western and non-Western contexts. He is the author of numerous titles, among them Another Modern: the Post-War Architecture and Urbanism of Candilis-Josic-Woods. He is also an editor of OASE Architectural Journal and the initiator of the exhibition In the Desert of Modernity: Colonial Planning and After.

De Ru is co-owner and partner of Powerhouse Company. Before founding the award winning Powerhouse Company in 2005 with fellow Berlage graduate Charles Bessard, de Ru worked at One Architecture and at OMA. De Ru has taught and lectured at schools across Europe and has published in international magazines. Powerhouse has undertaken international commissions ranging from furniture design to architecture, and from planning to research.

14 FORUM COLUMN

Energieneutraal Duurzaamheid is meer en meer een begrip binnen onze samenleving. De sector bouw zal in het jaar 2020 worden geconfronteerd met regelgeving waarin alle nieuwe gebouwen energieneutraal moeten zijn. Dit is van grote invloed op ons ontwerpproces. Het ontwerpen van een energieneutraal gebouw vraagt om een ontwerptraject waarbij vele fasen achter elkaar moeten worden doorlopen. De aaneenschakeling van al deze fasen (deelontwerpen) binnen dit traject maken het mogelijk om uiteindelijk tot een energieneutraal gebouw te komen.

Gedurende het lopende semester zal er op mijn website een blog zijn die wekelijks het ontwerptraject “OP WEG NAAR EEN ENERGIENEUTRAAL GEBOUW” doorloopt.

Bijvoorbeeld, door de gebouwvorm zo te kiezen dat het energieverlies in de winter zoveel mogelijk wordt voorkomen. Waarbij de juiste oriëntatie van het gebouw op de zon extreme opwarming in de zomer moet voorkomen. Door toepassing van nieuwe materialen, zoals phase changing material, zijn we ook in staat de energievraag te verminderen. Een slim ontwerp maken waar toepassingen als overstekken, gebouwmassa en lichttoetreding aan de noordzijde positief meewerken in de energie balans. Met dubbele façades de bouwfysische eigenschappen van je gebouw verbeteren en tevens zorgen voor warmteterugwinning.

Installaties als laagtemperatuurverwarming en vrije koeling kunnen dan voorzien in de nog benodigde energie. Door gebruik te maken van warmtepompen en energie bodemopslag komen we al een heel eind.

Als laatste stap maken we het gebouw zowel elektrisch als thermisch energieneutraal.

Door reacties en bijdragen van studenten op de blog kunnen we wellicht tot nieuwe inzichten komen. Door kennis te nemen van deze materie bereid je jezelf vast voor op opdrachten in deze richting tijdens de masterstudie. Daarnaast krijg je een beeld over de huidige vraag naar energieneutrale gebouwen en loop je voor op de komende regelgeving. Kortom, er worden nieuwe gebouwen verwacht die gezond, functioneel, flexibel maar ook duurzaam zijn. Door gebruik te maken van deze ontwerpmethode en de binnen onze faculteit aanwezige kennis hebben wij het antwoord op de vraag naar energieneutrale gebouwen binnen handbereik.

Leo de Ruijsscher leoderuijsscher.wordpress.com

B NIEUWS 01 3 SEPTEMBER 2012

@

Deep-rooted sentiments? Interesting views? Use forum as your discussion platform! Send your articles and letters to bnieuws-bk@tudelft.nl.

React on bnieuws.wordpress.com!

Should I stay or should I go?

It is an interesting fact that the number of Greek students enrolled at TU Delft has increased significantly since 2008. Last year, they represented the biggest percentage of international students, surpassing that of the Chinese.

One can come up with a plethora of reasons as to why a young and ambitious Greek would choose TU Delft in order to pursue his/her Masters degree. I will dedicate the former half of the article to elaborate on the above issue, and in the latter will discuss a separate issue, that of choosing to stay in Greece or to leave in order to pursue a career abroad.

During my first year at TU Delft, I came across two different groups of Greek architecture students - those who had already pursued their studies in Greece and gained their professional accreditation and, those who had finished their bachelor degree somewhere else in Europe (mostly in the United Kingdom) and had chosen TU Delft to complete their 5 year education. I feel that each group has different reasons for choosing Delft as their next educational experience.

I believe those already accredited with the license of a professional architect have three very good reasons to attend TU Delft. During a period of recession, where the construction industry is degrading day-by-day and the job opportunities are minimized, TU Delft offers an additional academic degree, with high global reputation, at an affordable overall cost compared to equivalent universities in the US and the UK. Moreover, the faculty of architecture offers a wide range of specializations that can yield an extensive understanding on a specific subject. Finally, I strongly believe that studying and living abroad for the first time gives the opportunity to obtain international experience, that can broaden one's horizons, at the very least via osmosis, in a multicultural academic environment.

On the other hand, TU Delft provides the students that have already studied abroad a new breedingground, by offering a flexible and more personal Master's degree compared to that of the UK. The

structure of the courses resembles that of British universities, ensuring smooth transition from one educational system to the other. Also, the fact that TU Delft is highly recognized in Greece facilitates the successful completion of the professional licensing process, in a country where bureaucratic obstacles can keep you unemployed for months.

Now, let’s assume that a Greek student has completed his/her studies at TU Delft and is confronted by the big dilemma - should I stay or should I go? Should I return to my country and participate in the efforts to change the socio-economic and political status quo, with the underlying risks of unemployment and adaptation, or should I stay abroad where I can fulfill myself, by being part of a more organized and valuebased system? Whichever the answer might be, I can say with confidence that Delft has armed its graduates with the right skills to be able to follow either choice.

For those students who feel like staying abroad, their Master's degree at TU Delft grants them a passport to numerous global destinations, in pursuit of an academic or professional career. TU Delft alumni are part of many international projects and are also highly recognized and appreciated. The faculty sustains very strong networks with many architecture firms, leading to opportunities for students to become part of the unique Dutch architecture scene. The advantages are clear when someone is exposed to a reality where innovation, effective collaboration between different disciplines, as well as in

depth academic research takes place.

It is very worrisome to me, however, if most of the young and educated Greeks decide never to return home. The Greek scientific community misses out on new and freshly educated minds, and thus enters a vicious cycle from which it becomes weaker, less influential and eventually loses its potential.

Greece is indeed experiencing a very deep crisis on multiple levels.

The word crisis, in Greek “krisi”, has a two-fold meaning. It means a condition of instability and danger, but also, very interestingly, it means judgment. It is in periods of crisis that it becomes crucial that we have and use good judgments; and who else if not young, ambitious, motivated and welleducated Greeks to do so.

We only need to love our "topos" which is so strongly linked with architecture. Technology today allows us to virtually be part of a society that is physically very far away. I would like to invite my fellow Greek students to actively participate in the building of the future of our country, either by returning back or by continuing to engage in research approaching the various aspects of the Greek reality, while being part of a more welcoming and innovative environment abroad.

Dimitrios Sotiropoulos is a Master student at the Architecture Department

*NEW CARTOONIST WANTED! Good at drawing? Always a cartoon lover? Wanna sketch something other than architecture for a small compensation? Post your work on our Facebook page (B_Nieuws) and apply to be our new cartoonist!

STREETS OF BK CITY 15 IN EACH EDITION, WE ASK STUDENTS AND TEACHERS AT TU DELFT A QUESTION FOR THEIR OPINIONS. THIS TIME WE ASKED THE FIRST-YEAR STUDENTS:

WHY ARCHITECTURE? WHY TU DELFT?

Jip Colenbrander I find buildings and structures very impressive and interesting, and it will be fun to be able to design them. With the future in mind, adapting abandoned and empty buildings to house new functions seems like a fun challenge.

Ilse de Jong I chose architecture, because it combines all my interest: art, technology and it touches on social aspects. There’s always a place where they are building, so I might not be able to work here, but I could always go to Brazil, for instance. I didn’t have a specific reason why I chose Delft, besides the fact that Eindhoven seems a bit depressing.

COLOFON B Nieuws is a four-weekly periodical of the Faculty of Architecture, TU Delft.

Faculty of Architecture, BK City, Delft University of Technology Julianalaan 134, 2628 BL Delft room BG.Midden.140 bnieuws-bk@tudelft.nl b-nieuws.bk.tudelft.nl

Thomas Drenth I like to build things, I guess.

To be in charge of projects and team work is very appealing to me. I’m not worried about my future job security, because if you’re good at something, you’ll always be able to find work.

Robin van Gameren Architecture is very interesting.

Other universities which offer degrees in architecture seem to have a more creative approach. I chose TU Delft to be able to combine creativity with technology.

Contributors Karin Laglas Editorial Board Leo de Ruijsscher Anne de Haij Koen Kaljee Wing (Yinjun Weng) Dimitrios Sotiropoulos Manon Schotman Claudio Saccucci Ivan Thung Stef Bogaerds Daphne Bakker Erjen Prins Jan Maarten Mulder Cover illustration Samuel Liew Open Ended City, by Claudio Laura Dinkla Saccucci, Stef Bogaerds, Erjen Katerina Salonikidi Prins, Jan Maarten Mulder Maria Stamati and Samuel Liew Johnny Tascon issuu.com/bnieuws

Ingmar Klappe My family advised me to pick something that I like, that interests me. Architecture has appealed to me for the past couple of years. The market might be struggling now, but I still prefer to learn something I will enjoy. Besides, engineers are always needed.

Lara Tjoa Li Ling TU Delft seems like a really fun university and it has a very good reputation. Architecture was always something I had been considering, because it’s very broad. You’re not just calculating all the time. Because of the current job market, I did think about signing up for Civil Engineering, but architecture won out in the end because it seems more interesting.

Qiu Ye Thomas de Bos Stylos Editorial Advice Board Marcello Soeleman Ania Molenda Robert Nottrot Linda de Vos, Pierijn van der Putt Print Drukkerij Tan Heck, Delft

Amanda Schuurbiers & Leonoor Mink By the time we’ve graduated, the crisis in the architectural field will probably be over.

“Bouwkunde” is a little bit of everything, from drawing to physics, everything that I enjoy.

There’s always the option of working abroad, where the situation might be better.

Alkim Ozturk Severin Architecture has always been a big passion of mine, so when the time came, the choice was obvious. Only Delft and Eindhoven offer degrees in architecture, but Delft is bigger and has a better reputation. In the future, if the job market hasn’t improved, I could always work abroad. I speak English and a little bit Arabic, so there might be jobs in the Arab Emirates.

Next deadline 14-09-12, 12.00 PM B Nieuws 02, October 2012 Illustrations only in *.tif, *.eps or *.jpg format, min 300 dpi

that have an insinuating, discriminatory or vindicatory character, or contain unnecessary coarse language.

The editorial board informs the author(s) concerning the reason for it’s deciscion, Unsolicited articles can have a directly after is has been maximum of 500 words, made. announcements 50 words.

The editorial board has the right to shorten and edit articles, or to refuse articles

AGENDA B NIEUWS 01 1 SEPTEMBER 2012

WEEK 36 PhD Defence

The roots of the Randstad 04.09.2012 Miss A.D. Brand will defend her doctoral thesis, ‘The roots of the Randstad. Governmental impact and urban hierarchy in the western part of the Netherlands between the 13th and 20th centuries’. Her thesis shows, among other things, that the competitive advantages that the government assigns to certain cities have had influence on the urban hierarchy in the Randstad.

TU Delft / Aula / 12:30 bk.tudelft.nl

Lezing

New licht op leegstand 05.09.2012 Jeanne Dekkers Architectuur (NL) & Camerlinck-Steenwegen ontwerpbureau (BE) presenteren op 5 september de resultaten van de studie ‘Nieuw Licht op Leegstand’ als basis voor een debat. Onderwerp van de studie is ontwerpend onderzoek naar de transformatie van (structureel) leegstaande kantoren.

Jeanne Dekkers Architectuur / Delft / 16:00 -18:30 jeannedekkers.nl

WEEK 37 PhD Defence

Urban Vitality in Dutch and Chinese New Towns 11.09.2012 Mrs. Ir. J. Zhou –architectural engineer – will defend her doctoral dissertation ‘Urban Vitality in Dutch and Chinese New Towns: A comparative study between Almere and Tongzhou’.

TU Delft / Aula / 12:30 bk.tudelft.nl

Lezing

Showcase for unsolicited architecture 11.09.2012 De deelnemende teams van de tweede ronde van de Studio for Unsolicited Architecture presenteren hun voorstellen aan het publiek. Het team van .

FABRIC, LOLA Landscape Architects en Studio 1:1 heeft onderzoek gedaan naar hoe grootschalige infrastructuur eveneens bijdragen kan leveren aan ecologische netwerken en presenteert hun voorstel voor het Ecologisch Energie Netwerk.

NAi / Rotterdam / 20:00 nai.nl

Conference

Verbonden met het landschap

Environment and Planning Act Conference

05.09.2012 Het Rotterdamse ‘Groen van Toen’ staat centraal in deze editie van de monumentenlezing. Eric Luiten (hoogleraar Erfgoed en Ruimtelijk Ontwerp, TU Delft), verankert het bestaande groen van Rotterdam aan de ruimtelijke ontwikkeling van de Hollandse stad, aan de hand van een overkoepelende typologie van stedelijke groengebieden.

Landschapsarchitect Peter Veenstra (LOLA Landscape Architects) zoomt in op de monumentale waarden van het typisch Rotterdamse stedelijk groen, zoals de naoorlogse wijken, de dijklinten en het buitengebied.

Arminius /Rotterdam /20:00 airfoundation.nl

10.11.2011 The Urban Area Development Practical Chair of TU Delft’s faculty of Architecture is organising a conference about the new Dutch Environment and Planning Act (Omgevingswet) on Wednesday 12 September 2012.

During the conference, government bodies, market players and academics will explore the possibilities offered by the new Environment and Planning Act. How can spatial development plans be realised more rapidly, with greater quality and more efficiently and economically in terms of the new act?

Galgenwaard Stadion Utrecht / 09:30 - 17:00 / RSVP bk.tudelft.nl

Lezing

SPOT !

T LIGH

Eindhoven op de kaart Stel, Eindhoven lag op een andere plek in de wereld; hoe zou de stad er dan uit zien? Een andere historie, een ander klimaat, een andere geografie, andere bewoners of een andere cultuur. Van 4 tot en met 23 september is in de Studio van het Van Abbemuseum de tentoonstelling 'Eindhoven op de kaart' te zien met de resultaten van een ontwerpwedstrijd voor een

WEEK 39 Conference

Urbanism Week 2012: ‘SECOND HAND CITIES'

WEEK 38 Lezing

Van Eesterengesprek #17: Woningtypologie in de jaren ‘50 en ’60 19.09.2012 Najaar 2012 zijn de thema’s van de Van Eesterengespekken gebaseerd op deze idealistische organisatie, die geloofde dat de mens door middel van een verantwoord interieur het beste uit zijn woning en uit zichzelf kon halen. Het devies was functionele en moderne woninginrichting, evenals de architectuur. In een drieluik zullen de woningtypologie, woningplattegronden en woninginrichting uit deze jaren aan bod komen.

Van Eesterenmuseum / Amsterdam /20:00 - 22:00 vaneesterenmuseum.nl

ander Eindhoven, geinitieerd door het Eindhovens Dagblad. De gefingeerde plattegronden op A0 formaat, ontworpen door een breed publiek, geven u een heel ander beeld van Eindhoven en haar omgeving. De inzending van Floris van der Zee en Rolf van der Leeuw, twee TU Delft studenten, behoort tot de vijftien geselceteerde projecten.

04.09.12 - 23.09.12 Van Abbemuseum, Eindhoven

24.09.2012 - 28.09.2012 After a successful first edition, from 24 to 28 September 2012 the second edition of the Urbanism Week will be held, organised by POLIS – platform for Urbanism TU Delft.

This year’s theme will be ‘Second Hand Cities, re-thinking practice in times of standstill’. The Urbanism Week is to explore alternative solutions to the same problems cities all over the world have been experiencing for the last years during this recession.

How does our profession need to change in these economic difficult times? Are we educating our next generation urbanists in the right way? What is the role of the citizen these days? What is the best way of engaging with citizens and getting them involved in projects? Should governments and authorities step aside and let civil initiatives take control over their environment?

BK City urbanismweek.nl

EXHIBITION Louis Kahn The Power of Architecture Louis Kahn (1901-1974) is regarded as one of the greatest, most influential architects of the twentieth century. He designed important and significant buildings with a great sense of space, light and material. His buildings uplift and inspire the people in them.

NAi / Rotterdam 08.09.12 - 06.01.13