B Nieuws 03 2010-2011

Page 1

B NIEUWS

1 #03 11 oktober 2010

periodiek van de faculteit bouwkunde | tu Delft

Inhoud

WOULD A VERTICAL ALSO VILLAGE HAVE VERTICAL CHAIRS?

2/3 Nieuws Today we collect chairs... Indesem 2011 needs YOU! Onderzoek onder de loep Stylos prijsvraag: ontwerp een folly Column decaan

4 Nieuws Walk through the Vertical Village Border Conditions in book form

5 BK in Focus Student reps revisited

6/7 Interview Umberto Barbieri discusses his views on today's architectural discourse and his upcoming farewell speech.

8 BK in Focus Five Years After Katrina

9 Project [dis]continuity: interventions in historical Rottedam Graduation project Public Realm

10 Forum Opinie: Jan Molema Column Robert Nottrot

11 Streets of BK Do you think the €25 million from the ministry were well spent on this building?

12 Agenda

UMBERTO BARBIERI “De Master zoals die nu is, is een soort verlenging van wat je al doet in de Bachelor. Wat heeft dat voor zin?”


2 NIEUWS KORT NIEUWS

Studenten halen propedeuse in 1 jaar

B NIEUWS 03 11 OKTOBER 2010

CAN TOUCH THIS!

Het is niet niks: in één jaar je propedeuse halen. Zeker niet bij een vaak intensieve opleiding als een technische studie. De TU Delft is trots op haar studenten die zo snel en met goed resultaat hun ‘P’ hebben behaald en zet ze dan ook graag in het zonnetje. Op 13 november vindt op de TU Delft de P-in-1 ceremonie plaats. Tijdens deze academische plechtigheid worden eerstejaars studenten die in één jaar hun propedeuse hebben behaald in het zonnetje gezet.

Aangepaste openingstijden bibliotheek Tijdens de witte week en tentamenperiode van Bouwkunde heeft de BK bibliotheek aangepaste openingstijden. Maandag 18 oktober t/m donderdag 4 november zal de BK bibliotheek dan van 09.00 uur – 22.00 uur geopend zijn.

Jurydag Archiprix Bouwkunde Op 8 november vindt de Archiprix jurydag van de faculteit Bouwkunde plaats. Op deze dag presenteren de beste afstudeerders van het collegejaar 2009-2010 hun afstudeerproject aan een professionele jury. Vervolgens kiest deze vakjury de beste plannen uit, die vervolgens de faculteit vertegenwoordigen tijdens de landelijke Archiprix. De afstudeerplannen van de ‘beste afstudeerders’ van collegejaar 2009-2010 zullen in november ook twee weken lang te bezichtigen zijn voor medewerkers, studenten en andere geïnteresseerden.

photo: Melle de Winter

TODAY WE COLLECT CHAIRS... FOR THE FIRST TIME IN YEARS, THE FACULTY'S PRECIOUS COLLECTION OF CHAIRS, STARTED IN THE 1970S, IS ON PUBLIC DISPLAY. NOT ONLY AS A REMINDER OF HOW WE DESIGN, BUT ALSO HOW WE LIVE AND COLLECT. BK CITY – The chair collection of the faculty of Architecture, which was almost destroyed by the fire and heroically rescued by the firefighters is finally on display in its new home. It now stands opposite the wall of names on the first floor, filling “unused” space in the once empty corridor. Although the invitation of Paul Schnabel, a famous sociologist and the head of the Social and Cultural Planning Office (CPB) might seem strange at first, the speaker did make a few excellent points: firstly, the collection misses some undeniable masterpieces, such as the Eames Lounge Chair or the

Op 22 en 25 oktober wordt BK City weer twee dagen lang bevolkt door potentiële nieuwe Bouwkunde studenten. De TU Delft organiseert dan de bachelor open dagen. Tijdens informatiemarkten, rondleidingen, colleges en workshops maken de bezoekers kennis met de faculteit.

opendagen.tudelft.nl

While many architects in the audince gave a polite chuckle at the suggestion, there is space on the exhibition shelves for the collection to grow. Perhaps a willing student can donate his IKEA chair? (PS)

The chair collection of the Faculty of Architecture is on permannt display.

INDESEM 2011 NEEDS YOU! BY INDESEM COMMITTEE

archiprix.nl

Bachelor Open Dagen

Barcelona Chair. Secondly, in order to present a faithful picture of contemporary society and mass design, IKEA should be displayed alongside the Eameses and Breuer.

Indesem (international design seminar), is an intense workshop combined with lectures by internationally renown architects. This event takes place every two years at the faculty of Architecture TU Delft. Indesem has had the honor to host several known guests speakers and tutors, among them; Rem Koolhaas, Winy Maas, Jean Nouvel, Shigeru Ban, Michiel Riedijk, Kengo Kuma, Daniel Libeskind, Massimilano Fuksas, Herman Hertzberger and many more. The work of the organizing committee consists of making this week happen. As a group of students you can give your opinion on architecture by launching a contemporary theme and a design

task within this theme. Other important tasks are: making publications, organizing workshops and lectures which complement the main event. Organizing indesem takes half a year besides the regular study program, followed by half a year fulltime committee work. There is a fee of 15 ECTS – which you can use in the free choice of both the bachelor and the master – Besides, there are opportunities for gaining extra financial study compensation.

If you are interested, please contact us via info@indesem.nl or stop by at the Stylos office.


NIEUWS 3 ONDERZOEK ONDER DE LOEP DOOR DE BRAND IN MEI 2008 HEBBEN WE ALS FACULTEIT EEN JAAR UITSTEL GEKREGEN, MAAR NU ZULLEN WE ER TOCH AAN MOETEN GELOVEN: DE ONDERZOEKSVISITATIE 2010 IS EEN FEIT. Bij het schrijven van dit artikel ligt het visitatierapport (Architecture and the Built Environment – Research in Context 2003-2009)bij de drukker. In de derde week van oktober wordt deze verspreidt op de faculteit. Voorzitter van de visitatiecommissie is Peter Russell, decaan van de Bouwkunde faculteit RWTH Aken. “De internationale beoordelingscommissie zal het niveau van onderzoek toetsen op kwaliteit, kwantiteit, levensvatbaarheid en relevantie,” aldus Frank van der Hoeven, directeur onderzoek van de faculteit Bouwkunde en redacteur van het rapport. “Het is een belangrijk moment voor de faculteit. Je wordt beoordeeld en tegelijkertijd ter verantwoording geroepen.” Het belang voor de faculteit bij een positieve beoordeling is groot, zeker omdat het aanschrijven van fondsen bij o.a.

het NWO (Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) mede getoetst wordt aan die visitatiescore. In de visitatie werken de TU Delft en de TU Eindhoven overigens samen. In feite staat het niveau van het Nederlandse onderzoek van de beide studies Bouwkunde ter discussie. Het eindoordeel van de verschillende onderdelen (zoals OTB, Berlage instituut en de faculteiten) vindt plaats op een schaal van 1 tot en met 5 (Het cijfer 1 staat voor onderzoek van nationaal gering belang, 5 voor internationaal topniveau). Als ambitieus, internationaal georiënteerde faculteit wil je zeker een 4 scoren. Van der Hoeven verwacht veel van deze visitatie: “De criteria hebben we voor het eerst kunnen verruimen, in deze visitatie

nemen we zaken als reputatie, tentoonstellingen, evenementen en de maatschappelijke impact mee.” Dat was voorgaande jaren niet altijd mogelijk. De verwachting is dat we hier ons voordeel mee kunnen doen. Als je er al wat over kunt zeggen.” Van der Hoeven spreekt de hoop uit in ieder geval eerlijk en beter te worden beoordeeld. De afgelopen jaren is daar hard voor gepleit met het oog op de verhouding tot andere faculteiten. De faculteit Bouwkunde is door zijn mix van disciplines moeilijker te plaatsen binnen de TU Delft. Het is de verwachting dat de potentie en reikwijdte van de faculteit op onderzoeksgebied nu beter in kaart gebracht worden. De uitslag van de visitatie zal begin 2011 bekend zijn.

Het visitatierapport digitaal: bk.tudelft.nl/onderzoeksvisitatie

STYLOS PRIJSVRAAG: ONTWERP EEN FOLLY STYLOS ZAL DIT JAAR WEER EEN PRIJSVRAAG ORGANISEREN VOOR EEN BOUWWERK BIJ DE FACULTEIT BOUWKUNDE. JIJ KUNT HIER ALS STUDENT AAN MEEWERKEN! DOOR STYLOS Ongeveer 15 jaar geleden ontstond bij Stylos het idee om studenten een paviljoen te laten ontwerpen en bouwen ter verbreding van hun studie. Dit heeft geleid tot 3 paviljoens in de afgelopen 15 jaar. Na de brand in de oude faculteit aan de Berlageweg wil Stylos zo'n project opnieuw opzetten, alleen ditmaal op kleinere schaal: het komende studiejaar wil Stylos een folly op het voorplein van de faculteit laten ontwerpen en realiseren. Voor het ontwerp van de folly zal een prijsvraag worden uitgeschreven waar alle Bouwkundestuden-

ten, alleen of in een groep, deel aan kunnen nemen. De wedstrijd zal eind oktober van start gaan met een open ideeënprijsvraag. In januari worden vervolgens uit alle inzendingen 5 winnende ontwerpen gekozen. Deze winnende teams zullen worden uitgenodigd om deel te nemen aan het vervolgtraject. In dit vervolgtraject worden de ideeën uitgewerkt tot een definitief ontwerp. Uit deze definitieve ontwerpen zal ook weer een winnaar worden gekozen, en deze folly wordt daadwerkelijk gerealiseerd.

MEEDOEN Lijkt het je leuk om jouw stempel te drukken op het voorplein van Bouwkunde en deel te nemen aan de wedstrijd, of wil je meer informatie? Ga dan naar stylos.nl of kom langs op Stylos!

Onder een folly verstaat men over het algemeen een ‘bouwwerk zonder functie dat slechts is gebouwd als ornamenteel element’. Toch zijn er follies die wel doelbewust zijn gebouwd om een statement te maken en een bepaalde gedachte over te brengen. De Stylos folly moet dan ook een uithangbord worden voor de faculteit en voor Stylos. Via de folly willen we een visie op de buitenwereld kenbaar maken, vooral op het gebied van duurzaamheid. Naast het neerzetten van een duurzaam project hopen we met deze prijsvraag studenten te laten ervaren hoe het is om tijdens hun studie een bouwkundige opgave van ontwerp tot uitvoering mee te maken.

COLUMN

Wenend op een gekleurd stoeltje Iedereen heeft de kranten gelezen, de 25 miljoen die ons is beloofd door het ministerie wordt teruggevorderd op grond van een voorgenomen besluit van staatsecretaris van onderwijs Van Bijleveldt. Reden voor de terugvordering is dat de universiteit het geld heeft gekregen om te besteden aan nieuwbouw voor Bouwkunde. Vrij vertaald betekent dit alles dat er een overijverige ambtenaar is geweest die in de beschikking het woord nieuwbouw vond, hierdoor wakker werd en weer 25 miljoen vond. Haal je de koekoek: dit zou dus geen nieuw gebouw zijn. Kom eens een keer kijken, wij zijn een schoolvoorbeeld geworden van hoe je van een bestaand gebouw een nieuw gebouw kunt maken. De bewuste ambtenaar is hier zeker nog nooit geweest? Zijn wereld bestaat alleen uit oude en nieuwe gebouwen en het past niet in zijn denkraam dat een oud gebouw ook wel eens in een nieuw gebouw kan transformeren. Hij moet echt eens een keer langskomen (want ongetwijfeld zal het wel weer een haantje zijn), hij zal dan niet alleen zien dat we een nieuw gebouw hebben gemaakt, maar ook een voorbeeld van hoe hergebruik tot bijzondere architectuur kan leiden. Kortom, het is niet alleen een nieuw gebouw maar ook een icoon geworden. Hij zal dan overtuigd geraken van de grote impact die het gebouw op de mensen en organisatie heeft. Hij zou tenslotte wenend op een gekleurd stoeltje beseffen, dat het maatschappelijke vraagstuk van hergebruik juist nu in deze tijd steun en stimulans behoeft.

Wytze Patijn Decaan faculteit Bouwkunde


4 NIEUWS

B NIEUWS 03 11 OKTOBER 2010

BORDER CONDITIONS IN BOOK FORM THE FIRST BOOK IN THE “ARCHITECTURAL PRODUCTIONS” SERIES WAS PUBLISHED AND LAUNCHED A FEW WEEKS AGO. THE BOOK WAS COMPILED BY THE BORDER CONDITIONS STUDIO FROM THE CHAIR OF PUBLIC BUILDING.

WALK THROUGH THE VERTICAL VILLAGE AFTER AN EVENTFUL OPENING AND SEVERAL PUBLICATIONS, THE WHY FACTORY WILL SHOW ANOTHER "PRODUCT": WINY MAAS’ DREAM FACTORY INTRODUCES THE VERTICAL VILLAGE. BK CITY – “In many Asian cities the old densely populated urban areas are replaced by repetitive tower blocks” says Alexander Sverdlov, lecturer and researcher at the Why Factory. “The Vertical Village is an attempt to create something better” Vertical Village’s purpose is to create a collective building under contemporary neoliberal conditions. “The name in itself is a paradox. Villages aren’t vertical, and in a real village everyone has their own plot of land, which they can use however they want without regard to their neighbors,” Sverdlov explains further. "Yet villages have always captured the human imagination as a pastoral, community-oriented living."

BK CITY – On 23 September, the book 'Border Conditions' was launched in the presence of the dean and professor Umberto Barbieri. This book, supposedly the first in a series from the Department of Architecture, documents the studio’s efforts to understand the architectural, cultural and societal conditions in contemporary cities. “When the studio Border Conditions first started, we began concentrating on actual divisional borders and conflicts like the one in the city of Nicosia in Cyprus” says Marc Schoonderbeek, coordinator of the studio and the editor of the book, “but now our approach has widened to include many kinds of spatial and and social boundaries and fringes.

The exhibition will feature 5 MSc2 projects on Vertical Village from last year. These proposals not only give a possible form to the Vertical Village, but also strategies of building it up. A tower that grows like a coral, feeding on itself, as the households literally move to live on top of their neighbor’s flat, after times growing to large dimensions. Another strategy assembles a set of highly customized units based on the lifestyle of their inhabitants close together, while another project proposes a technical infrastructure for literally creating different climates for different inhabitants. The exhibition is two fold. Next to the more specific models of the studio, a grid of 36 pixelized wood models show the result of an intensive workshop between the Why Factory and the Berlage Insitute. These included a gradual build up of vertical villages block by colored block executed by different groups, each group arranging their blocks according to a specific set of criteria. The models systematically explore the possibilities of evolutionary vertical urbanism. After being shown at the faculty, the exhibition will be displayed at the Museum of The Tomorrow in Taipei, a temporary museum on Vertical Village Vertical Villages designed by MVRDV. Exhibition is cu rrently open for Whether the proposals are in fact realistic or viewing in the fantastical is irrelevant. Qualities such as Oostserre. inspiring and thought provoking are just as, if not more important to the work of the “factory”.(PS)

This book shows the way in which we approach architectural problems both within the existing city fabric and at the boundaries by analyzing the physical, political and social context.” Indeed, the book shows the studio’s unique approach to design and analysis organized into different topics in different cities, ranging from Berlin to Rotterdam. In short, all different locations where various forms of segregation and fragmentation

occur. The lecture by Jean-Louis Cohen, a French architect and architectural historian, on his research on the physical and social peripheries of Paris and Strasbourg and he Elzas region, illustrates this approach. The second lecture, by the Dutch architect Ton Venhoeven, however stressed sustainability as the future of architectural education, which probably means that one single approach is probably not the answer to the question anyways. The book itself is not only aimed at the students of Border Conditions. “We hope that other students can read the book and apply our approach to analysis and design in their own work,” says Schoonderbeek. The book includes a selection of projects and analyses from the studio, organized into several topical chapters. Moreover, the book includes a few more theoretical essays that shed light on the philosophy and techniques used by the studio, as well as introductory statements to each chapter. As for other books set to come from the department of Architecture, the future is less than certain. “We were able to finance our book because it was conceived a couple of years ago, when our faculty still had the resources”. The other books in the 'Architectural Productions' series, by chairs of Building Typology and Interiors, are well underway, although more publications are uncertain, even if, as Schoonderbeek confesses, Border Conditions has enough new material for a second book. (PS)

Border Conditions Marc Schoonderbeek (ed.) Amsterdam: Architecture & Natura Press, 2010 Purchase the book at stockum.nl


BK IN FOCUS 5

STUDENT REPS REVISITED THIS SUMMER, THE ROOMS OF THE STUDENT REPRESENTATIVES, THE STUDENT/ PRACTICE ASSOCIATIONS AS WELL AS THE FORMER FSR-ROOM, WERE REFURBISHED TO ACCOMMODATE EXTRA STUDIO SPACE FOR BOUWKUNDE STUDENTS. B NIEUWS MADE AN OVERVIEW OF THE NEW LOCATIONS.

BouT

02 BOSS

01 +

Architecture

Building Technology

01 ARGUS FSR

Urbanism

Forum

BG +

Real Estate & Housing

Polis

8

BG

NEW LOCATIONS ARGUS: the Architecture department's student/practice association, is up and running after a period of silence. Located at BG+.Oost.802 BOSS: Real Estate and Housing's student/practice association has been granted a space within their own department, room 02.West.610 BouT: Building Technology's student/practice association. Also granted a space within their own department on the second floor: 02.West.090 Forum: the student/practice association for Housing. They reside at BG+.Oost.090 FSR: the faculty student council, representing student interests in the determination of policy in the faculty management team. Found at BG+.Oost.080 Polis: Urbanism's student/practice association. They can be found at BG+.Oost.160 Argus, Forum, FSR and Polis are clustered together on the same floor.

BY MARCELLO SOELEMAN The initial plan was to relocate all student/practice associations to a mezzanine floor, located on the East wing, near the hand drawing rooms and the former computer rooms, past the toilets, up the wooden stairway. That this location isn’t particularly easy to find is apparant in this long explanation and accordingly, the practice associations weren’t that keen on moving there. Still, student council FSR and the student/practice associations ARGUS, Forum and Polis have been allocated office spaces on this mezzanine floor. Not surprisingly, reactions from the associations concerning the new spaces have been lukewarm. The practice associations are quite satisfied with the workspaces themselves and the good atmosphere on the work floor, enhanced by the nearness to the other associations. However, the associations worry that it’s not easy for students and colleagues to find them. If people are specifically looking for them then they can be found, but the out-of-the-way location prevents students or employees from 'discovering' the associations and casually dropping by . In that sense, BouT and BOSS are in a better position. Those two associations are located in offices on the second floor, in close proximity to the departments of BT and RE&H respectively. This offers them better contact possibilities with both students and employees of the departments, while at the same time heightening their visibility amongst their target group and having a better finger on the pulse. Were they lucky? Or perhaps more assertive towards the planners of the refurbishments? The latter seems to be the case. BouT for example knew that the space they now occupy would fall vacant, so they did all they could to obtain it – and they succeeded. Again unsurprisingly, both associations are now quite content with their new spaces, in the midst of the action. So, still wondering where the associations and the student council are located now? Use the handy map on this page to navigate your way to your association of choice.


6 INTERVIEW

B NIEUWS 04 11 OKTOBER 2010

VERLICHTE IDEALEN OP 20 OKTOBER HOUDT HOOGLERAAR ARCHITECTONISCHE COMPOSITIE (PUBLIC BUILDING) UMBERTO BARBIERI ZIJN AFSCHEIDSREDE. B NIEUWS GING IN GESPREK MET EEN PROFESSOR DIE STEEDS DE LINK NAAR HET VERLEDEN CENTRAAL HEEFT GESTELD. DOOR ANNA GHIJS

BIOGRAFIE Umberto Barbieri (1945, Italië) is sinds 2002 hoogleraar aan de faculteit. Hij bekleedt de leerstoel Architectonische Compositie, voorheen Utiliteitsbouw. Eind jaren zestig verruilde Umberto Barbieri Italië voor Nederland, waar hij afstudeerde in architectuur aan de TU Delft. Na zijn afstuderen heeft Barbieri gewerkt als docent in Delft en aan de Academies van Bouwkunst in Tilburg en Rotterdam. Verder was hij visiting professor in Milaan, Venetië en Berlijn. Behalve een carrière in het onderwijs heeft hij een lange loopbaan als architect. Hij werkte veelvuldig samen met Aldo Rossi, Giorgio Grassi en Jo Coenen en had daarnaast met Eric Hulstein zijn eigen praktijk onder de naam Studio di Architettura. Bekende projecten van zijn hand zijn onder andere de nieuwbouw van het Bonnefantenmuseum, woningbouw op het Slachthuisterrein in Den Haag en het Monumento Urbano in Zaandam.

U hebt zelf Bouwkunde gestudeerd in Delft. Kunt u iets vertellen over uw studententijd? Wisten jullie dat ik 5 jaar redacteur van B Nieuws ben geweest, van 1974 tot 1979? Het was toen een roerige tijd op Bouwkunde. Aan de ene kant had je een democratiseringsproces en aan de andere kant had je een richtingenstrijd. In deze strijd vormde de ene kant de oudere garde met Aldo van Eijck en Herman Hertzberger en hun groep en de andere kant waren onder andere Carel Weeber en de zogenaamde ‘linkse intelligentia’ van Bouwkunde. B Nieuws stond in die strijd in het midden. In tegenstelling tot nu was B Nieuws in die periode veel meer betrokken bij de discussie over architectuur. Ik zat in de redactie met Harm Tilman, de huidige hoofdredacteur van ‘De Architect’ en met Pauline Koppen die nu architect is in Rotterdam. De redactie was een afspiegeling van de architectonisch-maatschappelijke diversiteit van Bouwkunde. Ik zat aan de kant van de linkse intelligentia, van Carel Weeber. Pauline Koppen was studentassistente en studeerde af bij Carel Weeber en Herman Hertzberger. Harm Tilman was een stedenbouwkundige. We hadden toendertijd een redactieraad die bemiddelde tussen de onafhankelijkheid van de redactie en het toenmalige bestuur van Bouwkunde. Er waren aan de lopende band ruzies! Nu is er nog steeds een redactieraad. Het bestuur van toen is

vervangen door de management machine anno 2010 waar je soms als redactie tegenaan loopt. En er zijn soms… …aanvaringen. Toen waren het politiek getinte aanvaringen. In die tijd waren de studenten, beter gezegd de elite van de studenten, behoorlijk gepolitiseerd. Er waren dus twee grote groepen, je zou kunnen zeggen de meer conservatieven die aan de kant stonden van Herman Hertzberger en Aldo van Eijck en de meer progressieven aan de kant van Weeber. In uw intreerede in 2002 hebt u het gehad over het gebrek aan een ‘leidinggevende gedachte’ in de architectuur. Kunt u daar meer over vertellen? In ons vak is er geen sprake meer van een leidinggevende gedachte waartegen men zich zou kunnen verzetten. Zo’n gedachte is altijd aanwezig geweest in de architectuur. Een paar architecten bepaalden een hoofdlijn en men volgde deze lijn of verzette zich er juist tegen. In de hedendaagse architectuur is er sprake van een soort kosmos waarin een heleboel stelsels zijn. Het grappige is, wil deze kosmos overeind blijven, dan moeten die stelsels elkaar zo min mogelijk beïnvloeden, want anders krijg je botsingen en explosies. Deze kosmos heeft een bepaalde orde. Iedereen draait met zijn eigen snelheid en heeft zijn eigen positie enzovoort. Ik vergelijk de hedendaagse architectuur met zo’n model. Iedereen doet nu zijn eigen ding. Iedereen heeft zijn eigen kosmos. Een idee is niet beter of slechter dan een ander idee maar het is een idee met een eigen logica, met een eigen ruimte, met een eigen thematiek enzovoort.

Kunt u een tipje van de sluier oplichten over waar u het over gaat hebben in uw afscheidrede? Mijn afscheidsrede gaat in op het feit dat de logica van de architectuur nog steeds kracht ontleent aan de wijze waarop het model van de stad wordt opgevat. Dit klassieke model, uit de Renaissance, was alomvattend: ‘la citta ideale’, of de ideale stad. Alle architectuur wordt hierin keurig en netjes gepositioneerd. Dit model heeft gewerkt tot aan de moderniteit. Vervolgens is een nieuw model ontstaan, vanuit de gedachten van waarden, eruditie en ordening, waarin andere parameters bestaan. Het is ontstaan in tijden van moderniteit, functionaliteit en productiviteit. Dat model heeft zich doorgezet tot vandaag de dag. Tegelijkertijd zijn er vanuit enkele grote internationale debatten een paar posities ontstaan. Aan de ene kant de ‘nostalgia’. Hierin positioneer ik de gedachten van Aldo Rossi en de Analoge Stad. De Analoge Stad heeft weliswaar niet de gestrengheid van het model van de ideale stad maar zij houdt wel rekening met het feit dat het klassieke model uit elkaar is gevallen en dat de ideale stad toch nog een soort leitmotiv kan zijn met betrekking tot de mogelijkheden van de architectuur tot de ordening van het stedelijke artefact. Aan de andere kant heb je het model van de ‘verdampte stad’. En dat is het model van Koolhaas. Hij aanvaardt dat het klassieke paradigma weg is. Er is een onverschilligheid ten opzichte van ordeningsprincipes van ruimte. Zijn model bestaat uit getallen en bewegingen. Zoveel mensen, zoveel water, zoveel lucht, zoveel


7 en de rest van de wereld. Het is nog steeds van groot belang dat in dit gebouw de meeste geavanceerde technieken onderwezen worden, in het kader van economie, in het kader van ecologie enzovoort. Dus dat betekent dat je dat aspect niet moet verwaarlozen in dienst van de showbusiness. We hebben een opleiding die, God weet waarom, gesplitst is in de Bachelor en de Master. Je zou daar gebruik van kunnen maken door in de Bachelor vooral de technische, wetenschappelijke kant van het vak in concrete termen te onderwijzen. Vervolgens kunnen de studenten na die Bachelor van school af, want ze kunnen een gebouw maken. Ze beheersen dan de technische tools. Het is makkelijk om te checken en te constateren. Vervolgens zou je je in de Master moeten richten op een totaal ander type opleiding die meer gericht is op hoe je een impact kan maken in die showbusiness wereld. Wat zijn de wetten die er gelden? Hoe moet ik er dynamiek in brengen? De showbusiness heeft ook dynamiek nodig, het is niet statisch.

Boven: Koolhaas en Vriesendorp: Flaglant Delit (1975) Onder: La Città Ideale

“ARCHITECTUUR IS EEN SHOW GEWORDEN. DAT IS GEEN MOREEL OORDEEL MAAR EEN CONSTATERING.” beweging, zoveel auto’s enzovoort. Dat verhaal maakt het mogelijk dat binnen een chaotische context architectuur ontstaat. Dat betekent dat de architectuur, door het teloor laten gaan van het stedelijke model in formele zin, in staat is binnen die situatie alles te doen wat zij wil. De betekenis is niet meer alleen gericht op het object zelf maar ook op de wijze waarop op het object gereageerd wordt. En dat betekent dat de waarde van het object afhankelijk is van hoe dat object in de discursieve activiteiten van de mode opgenomen wordt. Ik illustreer dit aan de hand van een tendens in de modewereld. Een model wordt ingehuurd om een jurk te tonen. Maar steeds vaker gaat het meer om het

model dan om de jurk. De modellen zijn belangrijker geworden dan datgene waar ze voor ingehuurd zijn, namelijk het tonen van een jurk. Daar vergelijk ik de tendensen in de architectuur een beetje mee en daar wil ik het over hebben in mijn rede. U bedoelt dat de architect tegenwoordig belangrijker is geworden dan het werk dat hij doet? Ja, absoluut. Er wordt niet meer gevraagd wat een gebouw betekent, wat het is, maar men vraagt welke plaats het inneemt in het oeuvre van een architect. Welke impact heeft zo’n object op de mode, wat zijn de publicatiemogelijkheden ervan? Ik heb ontwikkelingen gevolgd rondom de hele Biënnale van Venetië.

Rem Koolhaas heeft er de Gouden Leeuw gekregen. Maar als je de motivatie van de Gouden Leeuw leest gaat het helemaal niet in op de intrinsieke waarde van zijn architectuur, of over zijn bijdrage aan het architectonisch discours, maar over de positie die zo’n figuur inneemt in de ‘showbiz’. Architectuur is een show geworden. Dat is geen moreel oordeel maar een constatering. Hoe ziet u dit in verhouding tot architectuuronderwijs? Als mijn analyse, of zelfs een deel daarvan waar is dan heeft dat wel grote invloed op de wijze waarop je het onderwijs moet inrichten. Onderwijs zou je moeten aanpassen aan de stand van zaken binnen je eigen discipline en de verhouding tussen die discipline

Het is noodzakelijk dat mensen die zich bezig houden met onderwijs zich ook bezig houden met het feit dat de gespletenheid van de opleiding van invloed is op de wijze waarop je onderwijs inricht. Het is hier een beetje soft. De Master zoals die nu is, is een soort verlenging van wat je al doet in de Bachelor. Wat heeft dat voor zin? Het is bijvoorbeeld absurd dat we hier nog aan het vechten zijn voor wat men noemt leerstoelen, die de fundamenten van de architectuur aan de studenten moeten doceren. Wij zijn een drijvende bak. We hebben geen fundamenten meer. Ik vind dat Delft in dat licht nogal onbestuurd is. Het heeft geen idee meer. Ik bedoel, je moet niet een richting kiezen, je moet juist een onderwijskundig model ontwikkelen. Dit model moet volgen op een fatsoenlijke reflectie en reactie op wat gaande is in ons vak.

AFSCHEIDSREDE afscheidsrede Umberto Barbieri: Citta’ Ideale 20 oktober 2010, 15:00, Aula TU Delft


8 BK IN FOCUS

B NIEUWS 01 JANUARI 2010

FIVE YEARS AFTER KATRINA THE HURRICANE IS LONG GONE, BUT THE AFTERMATH, IT SEEMS, WILL GO ON FOREVER. AS NEW ORLEANS IS LOOKING FOR WAYS – MOSTLY MEANS AND MONEY – TO OVERCOME THE DISASTROUS FLOODS THAT HIT THE BIRTHPLACE OF BLUES FIVE YEARS AGO, PLANS FOR REBUILDING THE CITY ARE UNDERWAY. TU DELFT WILL CONTRIBUTE. BY MARCELLO SOELEMAN We know the figures are horrific: 1836 people lost their lives and an additional 135 are still missing. 1.3 million people were evacuated, some never to return. An estimate of the US Geological Survey states that hurricanes Katrina and Rita flooded 217 square miles (562 square km) of land. The disaster’s price tag, being the most expensive disaster in US history, tops off at a whopping 81 billion dollars – eclipsing the second-costliest hurricane, Andrew (which hit Florida in 1992), at ‘only’ 26.5 billion. Much criticism has befallen the US government (with George W. still occupying the Oval Office at the time) for its shortcomings in aiding the affected area. Criticism concentrated on the slowness of response, leaving many deprived of shelter, food and water, which in turn led to chaos, looting and violence. The infamous 2010 Deepwater Horizon oil spill didn’t help matters in New Orleans, as public attention was diverted to BP and its shenanigans, further delaying aid to the area. All these factors resulted in the rather shameful fact that to this day, thousands of displaced New Orleans residents still live in ‘temporary’ accommodations (read: trailers) and that the population of the city as of 2009 is only 320,000, dropping from 480,000 in 2005. There is however cause for hope. Many efforts are being undertaken to improve the situation in Louisiana State, concentrating on both immediate relief and long-term planning. Not long after Katrina had subsided, Louisiana delegates visited the Netherlands to watch and learn how the Dutch protect their mainland from

One of the Masterplans of the Dutch Dialogue group Outfall Canals. Image courtesy of Outfall Canals, dutchdialogues.com

flooding: much like a large portion of the Netherlands, 49% of the land area of New Orleans is at or below sea level. And as the city is built on soft sand, silt and clay, it continues to sink while the coastline erodes. The delegates’ visit to the Netherlands has resulted in the initiation of the Dutch Dialogues project. Dutch Dialogues is a conglomeration of Dutch engineers, urban designers, landscape architects, city planners and other experts that work together with their Louisiana peers to provide

INFORMATION For the opinion article of Han Meyer, visit tudelft.nl Information on Dutch Dialogues: dutchdialogues.com

long-lasting solutions for the city in the Mississippi delta. Professor of Urbanism at the Faculty of Architecture Han Meyer published an opinion article concerning the rebuilding of New Orleans on the Reuters blog, which was subsequently published on the TU Delft main website. It can still be found on the front page of the TU Delft website. The article describes the aim of the Dutch Dialogues “to provide long-term recommendations for enhancing flood protection infrastructure, reduce subsidence (sinking, ed.), restoring wetlands and boosting ecosystem resiliency along the Gulf coast.” This is to be achieved by a “combination of a ‘safety first’ strategy with an improvement of the quality of the urban environment,” roughly entailing the construction and reinforcement of storm surge barriers, coupled with a ‘Living with the Water’ principle: no longer seeing

the water as an element to keep out but integrating it in the area by means of canals, lakes and wetlands in and around New Orleans. Meyer: “In November, there will be an open competition for a Masterplan, focusing on the rebuilding of New Orleans. With Dutch Dialogues, we are entering this competition as a consortium of, amongst others, architectural professionals, civil engineers, materials scientists and private parties.” If the Dutch Dialogues group is elected to further develop their design, the project will continue. Meyer: “I am absolutely sure that a more vibrant, thriving and safer New Orleans is not only possible but also feasible. Consigning the city to becoming a historical artifact (…) would be shortsighted and a major mistake.”


PROJECT 9

[DIS]CONTINUITY: INTERVENTIONS IN HISTORICAL ROTTERDAM ROTTERDAM IS THE CITY IN THE NETHERLANDS WHICH IS PARTICULARLY KNOWN FOR ITS MODERN AND EXPERIMENTAL ARCHITECTURE. TRENDS AND THEORIES OF ARCHITECTURE AND URBAN PLANNING FROM THE LAST SIX DECADES CAN BE PERCEIVED BY WALKING IN THE CITY. BY PHILIP MANNAERTS, TEERA DHANAMUN AND JUE QIU But Rotterdam can also recite another story, the one of the city that is lost. At the beginning of WWII, the whole city centre was bombed and almost completely destroyed by the subsequent fire. The government made the resolute decision to build a new city centre, following the principles of a so called modern metropolis. Today, the city seems to be burdened by the loss of its rich history, but also by the effects of the radical changes made 60 years ago. In the shape of statues, literal references are made to the tragic event of the ‘bombing blitz’. The rich history of the city however, is wiped out and forgotten. On a shorter timescale, a different phenomenon can be noticed. Certain locations have been subject to a swift succession of unrelated events. The Binnenrotte, for example, has been facing different spatial conditions during the last two centuries. From a canal, to a viaduct, to the current square: a deserted open space that now and then turns into a lively market. Because of this hybrid manifestation, next to spatial characteristics, the fourth dimension, the one of time, became significant for the research and design strategy.

Two City Offices. Above: designed by Jue Qiu Below: designed by Teera Dhanamun

An analysis of the morphological growth of the city centre, from the 17th century to 2010, was linked to the resulting spatial characteristics. For important zones in the perception of the city, we determined the specific intervention that defined its history of development. Our interference became a combination of emphasizing existing urban structures and restoring a former ambience into the current condition. By implementing characteristics of historic Rotterdam in a contemporary manner, a sense of continuity is created. The interventions have the lost history as a starting point, are adjusted to today’s prospects and are attuned to the transformations of the future. The general appearance of the design location is - in contrast with the rest of Rotterdam - dominated by monumental buildings, like the city house and post office. It creates a receptive, historical ground to graft on, but is also a delicate environment to deal with. A new building should not only be a ´solid´ that can house a broad diversity of functions, but also offer long lasting connections within the existing urban fabric, with the exciting life of the city. Our hybrid ensemble connects the entire program of the building to the public domain of the city, and creates interesting interfaces and relations inside. The different functions of the building - a hotel, pop stage and city office - are tied together in a scheme like a ‘rugby scrum’. The places where they overlap, can be interpreted as the hybrid, most public spaces of the scheme. The masterplan also shows the possibility of a collaboration between three designers. Following a prearranged set of rules, every single function can be executed individually, while the inherent quality is preserved. From this masterplan three designs were developed, two distinctive city offices by Jue Qiu and Teera Dhanamun, and a hotel by Philip Mannaerts.

Graduation project: Architecture – Public Buildings – Public Realm Tutors: Susanne Komossa, Nicola Marzot, Jelke Fokkinga This project will be submitted for the Archiprix

Below: hotel designed by Philip Mannaerts


10 FORUM COLUMN

Blote kindertjes in het gras Als docent verkeer ik in de gelukkige omstandigheid dat ik mag participeren in het idealisme van mijn studenten. Zij zijn toekomstgericht en bedenken plannen om de wereld te verbeteren. Tijdens assistentie leg ik, als knuppel in het hoenderhok, mijn al geleefde verleden naast hun gedroomde toekomst, beweer stellig dat verbetering van de wereld hoofdzakelijk gevonden moet worden in verandering van de mentaliteit van de mensen en niet slechts in fysieke oplossingen en vertel vervolgens over de sobere jaren ‘50 van de vorige eeuw. Winter. Als ik van mijn slaapkamer naar buiten wil kijken moet ik een gaatje blazen in de ijsbloemen op het raam. Er staan twee auto’s in de straat. In onze Delftse School doorzonwoning is alleen de woonkamer warm. Het stralen van de kolenkachel werkt magnetisch. Na het schaatsen warmen we onze tintelkoude vingers en genieten van thee en speculaasjes. Mijn moeder verzamelt warmte onder haar rok door deze voor de kachel iets op te tillen. De oranjerode gloed achter het mica kachelruitje prikkelt tot fantaseren. Subliem intiem zit iedereen om de kachel te lezen (in boeken uit Tomado rekjes) of te luisteren naar een hoorspel over de (gloeilampen-)radio. Mijn vader vult de kachel met antraciet uit de kolenkit. De slakken en de as worden in de donkere ochtend door mijn moeder over het ijs op de stoep gestrooid. In het kolenhok liggen aardappels, sterappels, goudrenetten en stoofperen. Onder de trap staan de weckflessen met blote kindertjes in het gras, eieren en zelfgemaakte jam. De fles levertraan is daar ook. Iedere ochtend staan wij in de rij voor een eetlepel unaniem walgen. Voor de aanmaak van vitamine D zitten we bloot voor de hoogtezon, met donkere brilletjes op. Dagelijks komt de melkboer, de bakker en de groenteboer langs. De melk gaat in een kan, het brood in een trommel en de groente in schalen. De schillenboer haalt de restanten op. We eten een maal per week vlees. De jus is voor de hele week. Aan tafel praten mijn ouders; wij alleen als ons iets gevraagd wordt. Bescheidenheid is een deugd. Onze Hevea sandalen en de step wachten op de zomer.

Robert Nottrot Delft, 27 september 2010

@

B NIEUWS 03 11 OKTOBER 2010

Deep-rooted sentiments? Interesting views? Use forum as your discussion platform! Send your articles and letters to bnieuws-bk@tudelft.nl. Texts may be edited for length or clarity.

Het vraaggesprek Het vraaggesprek, dat ‘het decanaat’ van deze faculteit voor B Nieuws met hun baas voerde, is onthullend.1 Het voert ons een ridder van de droeve figuur op, een Caballero de la Triste Figura. Een man, die in zijn eigen werkelijkheid leeft. Een werkelijkheid, waarin de ander fout is of fout handelt. Van hoog tot laag lijkt tegen hem te zijn; hij wordt de laan uitgestuurd, terwijl hij het toch zo goed doet. Zijn adviescommissie OdC is tegen hem, wil niet luisteren, weet niet waarover ze praat, heeft geen visie en kijkt niet naar de toekomst zoals hij. In de wandelgangen van de faculteit “waar vernieuwing niet wordt geaccepteerd”, wordt alleen maar onzin verteld, omdat men de feiten niet kent. Hoe zou men ook. Hij is degeen, die de waarheid in handen heeft. Hij is er vanzelfsprekend van overtuigd, dat het goed is wat hij doet. Hij, de ridder in een slechte variant van Don Quijote. Zo wil het vraaggesprek. In een toespraak tijdens een zeer rumoerige Kerstviering in de hal van het in mei 2008 afgebrande échte gebouw van Bouwkunde sprak een jonge Wytze Patijn bijzondere woorden. Ongeveer als volgt: “Toen ik eind jaren zestig hier kwam studeren, was het ‘one man, one vote’. Dat is het nog steeds, alleen ben ik nu de énige man met een stem.” Zou hij toen al niet meer geweten hebben, hoe Bouwkunde in elkaar steekt? Vrijwel niemand luisterde, ook niet naar zijn vriend Jules Deelder, die vervolgens plaatjes en praatjes verkocht, die ook al niemand wilde. Ieder ander in die onvergetelijk mooie hal was meer in zichzelf of andere aanwezigen geïnteresseerd en in de slechte gratis wijn en hapjes, waarmee ons verder de mond gevuld werd. Niemand, ook ik niet, protesteerde toen hardop, omdat de decaan ons lekkere brokjes gaf. Al een hele tijd heb ik de indruk gehad en die wordt helaas door het vraaggesprek versterkt, dat Wytze (en zijn Sancho’s) er zijn eigen werkelijkheid op na houdt. Dat ik zo

denk, heeft natuurlijk ook met mijn eigen ervaringen aan de Faculteit te maken. Een korte verklaring is hier op zijn plaats: Sinds ik begin november 1962 hier met mijn studie begon, bleef ik Bouwkunde trouw. Na 46 jaar kreeg ik eind 2009 van mijn leidinggevenden te horen, dat mijn contract met RMIT op aanwijzing van onze decaan beëindigd moest worden. Reden: de bezuinigingen.

enzovoort. Er is niets van over en er wordt nog steeds niets hersteld. Er zou een flink bedrag voor herinvestering beschikbaar komen, maar wij hebben daar niets meer over gehoord. Ach Wytze en jouw gedienstig ‘decanaat’, wie is er tegenwoordig nog geïnteresseerd in een Gaudí of Duiker nietwaar? In ons roemrijke verleden? Jullie willen het verleden van de toekomst. Why?

Maar, met RMIT en mijn Stichting Analyse van Gebouwen STAG waren wij een bijna geheel extern gefinancierd project over de geschiedenis van Bouwkunde aan het afronden: Moderniteit in een behoudende omgeving. Jan Albarda en De Groep van Delft.2 Op 7 juni j.l. hebben wij in aanwezigheid van velen ons boek gepresenteerd en openden wij de tentoonstelling in Bacinol II. Niet in de faculteit dus en zonder de uitgenodigde, officiële afvaardiging van de faculteit, zonder decaan, zonder rector, zonder afzegging hunnerzijds. Een gotspe. Men had verplichtingen elders. Gij geleuft’t!

Tenslotte: Waarom heeft het ‘decanaat’ gemeend zijn vraaggesprek te moeten publiceren? Het kan immers alleen maar tot nog groter droevenis stemmen: een decaan, die optimistisch en vol goede bedoelingen begon, aan wie ook ik het een en ander te danken heb, maar die nu ontslagen wordt en nóg sneller weg moet dan hij voorzag, die klaarblijkelijk nog steeds niet begrijpt waarom hem dit gebeurt. Het is het ergste dat je in een baan kan gebeuren.4 Ik kijk maar naar mijzelf.

Er was natuurlijk meer. Ik was te lastig, zoals er gelukkig meer zijn aan deze faculteit. Drukte de decaan met de neus op sommige feiten, de waarheid en niet de door hem gewenste werkelijkheid. Dat moet je dus niet doen! In een brief schreef hij mij eens: “De commissie wetenschappelijke integriteit meent dat er geen sprake is van conceptueel plagiaat, in de zin van het overnemen van ideeën van anderen. (...)”. Dat was correct. Maar het door de decaan genoemde verslag van onderzoek bevatte meer. De betreffende onderzoekscommissie Ciewi had het College van Bestuur het volgende gemeld: “Bij de passages (…), is sprake van tekstueel plagiaat en derhalve van een inbreuk op de wetenschappelijke integriteit.”3 Had Patijn dat niet gelezen? Of moet hij gewoon eens een goeie bril kopen?

Met dank aan de academische gastvrijheid, waarvan mijn stichting en ik wel nog jaren hopen te mogen genieten.

dr. ir. ing. Jan Molema Veertig jaar verbonden geweest aan de faculteit der Bouwkunde

1

B Nieuws 02 / 2010, p. 3

2

Raadpleeg hierover het internet.

3

Uit het advies van de betreffende

onderzoekscommissie. Uit prudentie laat ik een aantal gegevens achterwege. Gegevens afkomstig van de klager in kwestie. 4

Ik plaats decanaat tussen aanhalingstekens,

omdat Wikipedia mij meldt: “Een decanaat of dekenaat is een bestuurlijke en territoriale eenheid binnen de rooms-katholieke Kerk. Het is de bestuurslaag tussen het bisdom en de parochies. Een dekenaat bestaat uit een aantal parochies, en binnen een bisdom zijn er een aantal dekenaten. De geestelijke die aan het hoofd hiervan staat, is in de hiërarchie van de rooms-katholieke Kerk een deken.” En verder: “Vanaf de jaren zestig zette de secularisatie in. In Nederland, maar ook in de rest van WestEuropa ging dat gepaard met ontkerkelijking. Werden voorheen dekenaten opgesplitst

En dan nog wat: bij de brand van Bouwkunde gingen ook van mij en mijn Stichting Analyse van Gebouwen veel kostbare zaken, waaronder 4 tentoonstellingen met 11 maquettes, verloren: Gaudí, Duiker, Wiebenga, Het Nieuwe Bouwen

vanwege de omvang van het aantal kerkgangers, nu werden ze om dezelfde reden weer samengevoegd. In de meeste bisdommen in Nederland is het beleid om de dekenaten geleidelijk aan op te heffen, om te voorkomen dat de kerk organisatorisch topzwaar worden.” Tja, wat parabel!


STREETS OF BK CITY 11 IN EVERY ISSUE, WE ASK ONE QUESTION TO PEOPLE WE MEET IN THE CORRIDORS OF BK CITY. THIS TIME THE QUESTION WAS:

WAS THE €25 MILLION FROM THE MINISTRY WELL SPENT ON THE CURRENT BUILDING?

Bram Aalders, MSc4 Hybrid I don’t think the money was that well spent. The acoustics and sun are not well managed in this building, which can lead to unpleasant working conditions. We don’t need an iconic building; we need a building that functions well.

Qing Chang, MSc1 Dwelling The building is very flexible and that is really great. I like that the building looks old on the outside, but it looks new when you enter it. I think the money was well spent, but perhaps there could be some minor improvements made, like microwaves for students in the pantries, for example.

Pierijn van der Putt, Coordinator Dwelling MSc1/2 Yes and no. Everyone seems to like the building, but using it is not always easy. More money could have gone to measures against bad acoustics, some people can go nuts working here. I have no idea of the legalities surrounding the gift from the ministry; the money’s gone and if we have to give the money back, people might lose their jobs. COLOFON

Jaap Bijstra, MSc2 Building Technology I think that the money was well spent. Look at the glasshouses and the street! They really complete the whole building. I think the interior is more impressive than the exterior, which is not very iconic. Especially with those coloreful windows

B Nieuws is a three-weekly periodical of the Faculty of Architecture, TU Delft.

0031 (0) 6 347 443 25 bnieuws-bk@tudelft.nl bnieuws.wordpress.com b-nieuws.bk.tudelft.nl issuu.com/bnieuws

Editorial Advice Board Marten Dashorst Ania Molenda Robert Nottrot Linda de Vos

Faculty of Architecture, BK City, Delft University of Technology Julianalaan 134, 2628 BL Delft room BG.Midden.140

Editorial Board Anna Ghijs Anne de Haij Simon Scheepens Peter Smisek Marcello Soeleman

Cover illustration A Vertical Village MSc-2 project by Rajiv Sewtahal, Riemer Postma and Yushang Zhang Photo by Frans Parthesius

Elmer Verkaak, BSc5 I think the building is very beautiful, but the furnishings are too chique. I think that too much money was spent on nice chairs. The money would be better spent on more educational space and facilities. Nevertheless, I think it still is the most beautiful building on the campus.

Wendy Verweij, MSc4 Materialisation TALL I can see that the outside world might not understand the faculty and the way it has been done, but I like it. I prefer working here over working in the old faculty. I really like the furniture and I wouldn’t change a thing even if I had the chance.

Print Drukkerij Tan Heck, Delft Contributors Indesem 2011 Stylos Wytze Patijn Philip Mannaerts Teera Dhanamun Jue Qiu Robert Nottrot Jan Molema

Marieke Klijn BSc4 There isn’t really enough space, but that is perhaps something that can be fixed by the admissions policy of the school. I’ve also heard that the installations in the building aren’t particularly sustainable and balanced. Some spaces are too hot, while some are too cold. Otherwise I think the building is typically “Bouwkunde”. You can see all the ducts and constructions, so it’s really an educational building.

Jilske Eelkje Kuperus, BSc 3 There is never really enough space, so I think that the money would have been better spent at providing the students with more space. But on all other accounts, I think the building is certainly very successful.

Next deadline Wednesday 20 October, 12.00 PM B Nieuws 4, 1 November 2010 Illustrations only in *.tif, *.eps or *.jpg format, min 300 dpi Unsollicited articles can have a maximum of 500 words, announcements 50 words.

The editorial board has the right to shorten and edit articles, or to refuse articles that have an insinuating, discriminatory of vindicatory character or contain unnecessary coarse language. The editorial board informs the author(s) concerning the reason for its deciscion, directly after is has been made.


AGENDA B NIEUWS 03 11 OKTOBER 2010

Survey: Save the Library

SPOTLIGHT!

Due to budget cuts at the faculty of Architecture, our library's existence has been brought into question. In order to establish whether the libary is well-used and considered beneficial to the faculty, an online survey has been made. You, the library's users, can give your opinion on the necessity and usefulness of having a library at the Faculty of Architecture.

WEEK 42 Farewell speech

The link to the survey can be found in your TU Delft webmail, or go straight to tinyurl.com/bklibrary

20.10.2010 Prof. ir. S.U. Barbieri neemt afscheid als hoogleraar Architectonisch Ontwerpen aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. BK City / 15:00 / €0 bk.tudelft.nl

Fill in the survey before 15 October 2010 at tinyurl.com/bklibrary

Citta Ideale: Afscheidsrede prof.ir. S.U. Barbieri

Party

Bouwpub: Pubquiz

WEEK 41 Lecture

Herman Hertzberger: Ruimte en Leren 11.10.2010 Herman Hertzberger geeft een lunchlezing over zijn boek “Lessen in architectuur: ruimte en leren”. Zaal A / BK City / 12:45 / €0

Seminar

New Economies, the importance of place 13.10.2010 Op 13 oktober organiseert de Master City Developer (samenwerking TU Delft en Erasmus Universiteit) een seminar “New Economies, the importance of place”. Het seminar is onderdeel van een reeks “Nieuwe strategieën voor stedelijke gebiedsontwikkeling”. Rotterdam / 9:00 - 14:30 / €195 mastercitydeveloper.nl

20.10.2010 Kom gezellig naar de Bouwpub om mee te spelen! Bouwpub / BK City / 16:00 20:00 / €0

Lecture

TENTOONSTELLINGEN

The Liberal Monument: Alexander D’Hooghe 21.10.2010 A lecture and roundtable discussion in celebration of the release of “The Liberal Monument” by Alexander D'Hooghe. Berlage Institute / Rotterdam / 19:00 - 21:00 / €0 berlage-institute.nl

Open Day

BSc Open dagen 22.10.2010 - 25.10.2010 Tijdens informatiemarkten, rondleidingen, colleges en workshops kunnen middelbare scholieren kennis maken met de bacheloropleidingen van de TU Delft. BK City / €0 bk.tudelft.nl

Architecture of Consequence

WEEK 43 Lecture

Architecture and the Homogenization of Representations 28.10.2010 George Baird will explore the ways in which a sense of collectivity is constructed through architectural form and its meaning in the increasingly homogenised cities and places of today's global age. De Dépendance, Centrum voor Stadcultuur / Rotterdam / 20:00 - 22:00 / RSVP belage-institute.nl, nai.nl

Architectuurcentrum Nijmegen / tot 21 oktober / architectuurcentrumnijmegen.nl

Music, Space & Architecture

Architectuurcentrum Amsterdam / tot 13 november / arcam.nl

12th International Architecture Exhibition

Venetië / Italië / tot 21 november / labiennale.com

Koolhaas Houselife A film by Ila Beka & Louise Lemoine NAi Maastricht / tot 31 oktober / bureau-europa.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.