Hoofdsponsor:
Het Gelders Orkest daar horen we
GEHOORD
DEC FEB
2010 2011
Hoofdsponsor:
Co-sponsor:
Mediapartners:
Het Gelders Orkest daar horen we
Gemeente Apeldoorn Gemeente Arnhem
Projectsponsors: Four Digits, Connexxion Partners: Allegro Automatisering, GE Artesia Bank, Wijnhandel Appeldoorn, Beekman & Partners, Bénard.Verstraaten Advocaten, Berns Museum Management, Breed, Buro voor de Boeg, CCV Holland B.V., Deloitte Accountants, Djam B.V., Electrabel Nederland N.V., Erku B.V., Eromes, Four Digits, Best Westernhotel Haarhuis, Den Hartog Heuff Notarissen, De heer H. Hierck en mevrouw J. van Nes, Hoes Errogas B.V., K+V Interim Management, Ondernemers Sociëteit KAN, Kiwa Gas Technology, N.V. Kema, MeerWaarde Management en Advies, Meeùs, Nysingh advocaten-notarissen, P2, Handelsonderneming PD, Peutz B.V., PriceWaterhouse Coopers, Q-Marq B.V., Rabobank Arnhem e.o., De heer B.R.C. de Roo, Saréco, Sequoia Vermogensbeheer, Synthon, Thoma TBB Bedrijfsmakelaars, Tien Organisatieadvies, Stipp B.V.
2
5
GEHOORD
pag. 6 Sjostakovitsj nr. Nikolai Alexeev dirigent pag. 12 Kerstconcert
Beethoven en Mahler
Antonello Manacorda dirigent Nathalie Stutzmann mezzosopraan
pag. 24 Familieconcert Het
verhaal van de soldaat
Jacob Slagter dirigent i.s.m. theatergroep Kwatta
pag. 26 Koorbegeleiding
Weihnachts Oratorium
Rob Vermeulen dirigent Bachkoor Nijmegen
pag. 28 Nieuwjaarsconcert Jonathan Schiffman dirigent CĂŠcile Huijnen viool pag. 36 Te gast:
NJO Symfonieorkest
Martin Sieghart dirigent Nino Gvetadze piano
pag. 42 Familieconcert
Kleurige Klanken
Ivan Meylemans dirigent Jeroen Kramer presentator
pag. 46 Brahms vs Strauss Damian Iorio dirigent Roeland Gehlen viool
pag. 54 Mahler nr. 3 Martin Sieghart dirigent Hermine HaselbĂśck mezzosopraan Nederlands Concertkoor Roder Jongenskoor
3
pag. 64 Sjostakovitsj nr. Nikolai Alexeev dirigent Natalia Gutman cello pag. 72 Zigeunerdansen Sascha Goetzel dirigent Liza Ferschtman viool pag. 80 CD-voordeel
pag. 84 Orkestbiografie pag. 87 Concertagenda
4
15
5
Sjostakovitsj nr. 5
Nikolai Alexeev dirigent
Apeldoorn
do. 9 december (Serie II) Orpheus, 20.00 uur Inleiding Jacob Jansen, 19.15 uur
Arnhem
vr. 10 december (Serie B) Musis Sacrum, 20.15 uur Inleiding Jacob Jansen, 19.15 uur Live cd-opname
6
Sjostakovitsj nr. 5
Programma Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975)
Kammersymfonie nr. 1 in C mineur, opus 110a (bew. R.Barshai)
zz zz zz zz zz
Largo Allegro molto Allegretto Largo Largo
pauze
Symfonie nr. 5 in d, opus 47
zz zz zz zz
Moderato Allegretto Largo Allegro non troppo
7
Nikolai Alexeev dirigent De in Sint Petersburg geboren en getogen Nikolai Alexeev studeerde bij Avenir Michailov en vervolgens bij Arvid en Mariss Jansons. Hij werkte enige tijd aan de Kirov Opera als assistent van Yuri Temirkanov en trok in 1982 de aandacht toen hij het Herbert von Karajan Concours te Berlijn op zijn naam schreef. Met het St. Petersburg Philharmonisch Orkest gaf Nikolai Alexeev concerten in o.a. Duitsland, Frankrijk en Amerika. Verder werkt hij regelmatig samen met het Russian National Orchestra, het Staats Academisch Symfonie Orkest en met het Bolsjoi Theater, waar hij jarenlang vaste gastdirigent was. In Nederland dirigeerde hij o.a. het Radio Filharmonisch Orkest, het Residentie Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Koninklijk Concertgebouworkest. Nikolai Alexeev is sinds het seizoen 2002-2003 vaste gast dirigent van Het Gelders Orkest. Hij legt zich bij Het Gelders Orkest vooral toe op het 19de- en 20ste-eeuwse repertoire uit zijn vaderland. In het seizoen 2010-2011 dirigeert hij naast een Prokofjev-programma de Vijfde en Vijftiende symfonie van Sjostakovitsj. Deze beide laatste werken worden ook live op cd vastgelegd als onderdeel van een opname van de complete symfonieÍn van deze componist.
8
Sjostakovitsj nr. 5 Een concert met enkel muziek van Dmitri Sjostakovitsj: naast de op cd op te nemen Vijfde symfonie komt ook een versie voor strijkorkest tot klinken van het Achtste strijkkwartet: de Kammersymfonie. En daarmee zet Dmitri Sjostakovitsj al in de eerste noten vanavond zijn handtekening: de noten D-Es-C-B klinken namelijk meerdere keren en vormen zo een ostinato-gegeven. D-Es-C-B, of in de Duitse benaming en transliteratie van het Cyrillisch: D-Es-C-H, respectievelijk Dmitri Schostakowitsch. Daarmee sloot de componist overigens aan bij een oude traditie, want zo is bij Johann Sebastian Bach vaker het thema b-a-c-h terug te vinden. In Sjostakovitsj’ Strijkkwartet opus 110 horen we bovendien citaten voorbijkomen uit andere werken van de componist. Niet alleen citeerde hij eerder geschreven symfonieën (nrs. 1, 8 en 11), maar ook een kamermuziekwerk als het Tweede pianotrio, alsmede het Eerste cello concert. Maar het meest karakteristieke wellicht is het citaat uit zijn opera Een lady Macbeth uit Mtsensk. Want het was nu juist deze opera die Sjostakovitsj op een enorme uitbrander van Stalin was komen te staan, en de scène die de componist aanhaalt is die waarbij de protagonisten naar een strafkamp in Siberië gezonden worden. Al met al is het werk dus een zeer persoonlijke getuigenis. Voeg daarbij de ondertitel ‘Ter nagedachtenis aan de slachtoffers van fascisme en oorlog’ en het moge duidelijk zijn dat dit strijkkwartet een buitenmuzikale boodschap uitdraagt. Niet voor niets beweerde Sjostakovitsj’ vriend en collega Lev Lebedinski dat Sjostakovitsj het Achtste strijkkwartet bedoeld had als zijn testament, in een periode dat hij overwoog een einde te maken aan zijn leven. Maar blijft
9
het daarbij? Volgens vrienden van de componist zou het ook een aanklacht geweest zijn tegen het Sovjet-regime. Zo tekende Solomon Volkov in zijn memoires van Sjostakovitsj een uitspraak op van de componist: ‘Het Achtste is een autobiografisch strijkkwartet, het citeert een lied dat alle Russen kennen: “Uitgeput door de ontberingen van gevangen zijn”.’ Maar hierbij moet opgemerkt worden dat de authenticiteit van de in 1979 gepubliceerde memoires is aangevochten, onder meer door Sjostakovitsj’ zoon Maxim. De versie van het strijkkwartet die u vanavond hoort, stamt als zodanig niet van Sjostakovitsj zelf: onder de naam Kammersimfonie opus 110a werd de door de componist geautoriseerde transcriptie voor strijkorkest van het Achtste strijkkwartet bekend. Deze populaire bewerking is van de hand van de onlangs overleden Rudolf Barshai, de grote Russische dirigent die hem vervaardigde voor zijn Moscow Chamber Orchestra. Niet alleen was Barshai een geweldige altviolist, ook stond hij aan de wieg van het roemruchte Borodin Kwartet en gold hij als vertrouweling van Sjostakovitsj. Hij onderhield een intensief contact met hem en bracht diens Veertiende symfonie in première. Het Strijkkwartet opus 110 ontstond tussen 12 en 14 juli 1960, dus in niet meer dan drie dagen tijd, hoewel er wel op gewezen is dat Sjostakovitsj er waarschijnlijk al langer ideeën voor had genoteerd. Maar snel geschreven of niet; het werk heeft een enorme populariteit verworven. Waarschijnlijk is het Achtste strijkkwartet, al dan niet in bewerking, de meest uitgevoerde compositie van Sjostakovitsj. Zo zijn er meerdere arrangementen van, onder meer van Russen als Lazar Gozman en Abram Stasevich, maar ook Rudolf Baumgartner en Lucas Drew waagden zich eraan. Het midden van de jaren dertig was niet de gelukkigste periode voor Dmitri Sjostakovitsj. Ondanks het aanvankelijke succes ervan was de eerder aangehaalde opera Een lady Macbeth uit Mtsensk in 1936 onverwachts door de Sovjet-autoriteiten in de ban gedaan. Er brak een zware tijd aan voor Sjostakovitsj, die aansluitend ook door de componistenbond werd veroordeeld; slechts een enkeling sprong voor hem in de bres. De opera en het eveneens bekritiseerde ballet De heldere beek werden van het repertoire genomen. De componist betoonde onderdanig zijn spijt en beloofde zich beter te houden aan de door de bolsjewieken voorgestane stijlprincipes. En zo ontstond de Vijfde symfonie, waar de componist aan werkte van april tot juli 1937. Uitgangspunt van Sjostakovitsj was dat hij, door voort te borduren op de taal van grote voorgangers als Tsjaikovski en Mahler, een muziek zou creëren die het publiek meteen zou begrijpen.
10
Sjostakovitsj nr. 5
Zelf zei hij over de achterliggende gedachte ervan: ‘Het thema van de Vijfde symfonie is de creatie van de mens. Ik zag de mens met al zijn ervaringen in het centrum van de compositie, die van begin tot eind lyrisch van vorm is. In de finale worden de dramatisch dichte impulsen van de eerdere delen getransformeerd tot optimisme en levensvreugde.’ Met zijn uitlatingen sloot de componist aan bij de beginselen van het sociaal-realisme van die dagen, de stijl die de Partij voorstond en die absoluut geen modernisme toestond. Maar in hoeverre Sjostakovitsj echt de uitgangspunten daarvan onderschreef zal wel nooit duidelijk worden: uitlatingen van zijn familieleden staan haaks op wat Volkov de componist in de mond legt, in de memoires. Daarin betoogt Volkov dat Sjostakovitsj zich nooit geconformeerd heeft aan de kunstopvattingen van de Sovjets. Hoe het ook zij, de Vijfde symfonie staat algemeen bekend als ‘het creatieve antwoord van een Sovjet-artiest op gerechtvaardigde kritiek’. Op 21 november 1937 beleefde de symfonie haar première bij het Philharmonisch Orkest van Leningrad onder leiding van de jonge Jevgeni Mravinski. Ze werd enthousiast ontvangen, Sjostakovitsj werd door de Partij weer in ere hersteld en vestigde zijn reputatie als symfonicus definitief. Niet voor niets hoorden de autoriteiten in deze symfonie vooral triomfalisme en optimisme. Het werk heeft als motto ‘Het bovenkomen van de persoonlijkheid’. Na de hopeloosheid en de angst van de eerste delen worden de overwinning en innerlijke vrede pas in het laatste deel bereikt. Tijdens dat laatste deel stond het première-publiek op, als een eerbetoon aan de componist. Laten we hem tot slot zelf aan het woord, zoals hij zich over de Vijfde symfonie uitgelaten zou hebben tegenover Volkov: ‘Ik denk, dat het iedereen duidelijk zal zijn wat er in de Vijfde gebeurt. De vreugde is geforceerd; onder bedreiging afgedwongen, net als in Boris Godoenov van Moesorgski. Het is alsof iemand je met een stok op je rug timmert en roept: “Het is jouw taak om te juichen, het is jouw taak om te juichen!” En daar sta je dan, wankelend op je benen, en marcheert verder, mompelend: “Onze taak is te juichen, onze taak is te juichen”.’ Frits de Haen
CD-voordeel
Zie bladzijde 80-81 voor HGO/Bergmann cd-voordeel.
11
Kerstconcert
Beethoven en Mahler
Antonello Manacorda dirigent Nathalie Stutzmann contralto
Arnhem
do. 16 december (Serie W) Musis Sacrum, 20.15 uur Inleiding Jacob Jansen, 19.15 uur
Nijmegen
za. 18 december (Serie 1) De Vereeniging, 20.15 uur
Voorprogramma: Het Groot Gelders Mahler Strijkorkest, 19.15 uur
Apeldoorn
zo. 19 december (Serie I) Orpheus, 16.00 uur Inleiding Jacob Jansen, 15.15 uur
Arnhem
zo. 26 december (Serie M) Musis Sacrum, 14.15 uur Feestelijke Kerstmatinee
12
Beethoven en Mahler
Programma Ludwig van Beethoven (1770-1827) Ouverture Egmont, opus 84
Gustav Mahler (1860-1911) Rückert-Lieder
zz zz zz zz zz
Blicke mir nicht in die Lieder! Ich atmet’ einen linden Duft! Um Mitternacht Liebst du um Schönheit Ich bin der Welt abhanden gekommen
Pauze
Ludwig van Beethoven (1770-1827) Symfonie nr. 7 in A, opus 92
zz zz zz zz
Poco sostenuto-vivace Allegretto Presto Finale: allegro con brio
Geniet na afloop van alle kerstconcerten van een drankje en een warm gesprek op het gezellige Winter Wonderplein voor de concertzaal.
13
Antonello Manacorda dirigent Aanvankelijk bekwaamde de in Turijn geboren Antonello Manacorda zich op de viool. Na zijn opleiding aan het conservatorium in zijn geboorteplaats afgesloten te hebben, volgde hij nog lessen bij onder anderen Herman Krebbers in Amsterdam. In 1997 richtte Manacorda met Claudio Abbado en enkele andere leden van het Gustav Mahler Jugend Orchester het Mahler Chamber Orchestra op, waar hij als concertmeester optrad. In 2002 besloot Manacorda zich op het dirigeren toe te leggen en volgde twee jaar lessen bij Jorma Panula. Dat leidde in 2006 tot zijn eerste vaste verbintenis als chef dirigent bij het ensemble I Pomeriggi Musicali in Milaan, waar hij deze functie nog steeds met groot succes vervult. Er volgden diverse uitnodigingen van orkesten als Orchestra della Svizzera Italiana, het Scottisch Chamber Orchestra en het Helsingborgs Symfoniorkester. Drie jaar geleden stond hij voor het eerst voor het orkest dat hij zelf had opgericht: het Mahler Chamber Orchestra. Maar ook opera laat Antonello Manacorda niet onberoerd. In de afgelopen jaren leidde hij producties in Florence, Milaan en Napels. Afgelopen voorjaar nog maakte zijn interpretatie van Mozarts Don Giovanni in het Teatro La Fenice in VenetiÍ grote indruk. Manacorda was in november 2009 voor het eerst te gast bij HGO. Het succesvolle debuut wordt met dit concert geprolongeerd.
14
Beethoven en Mahler
Nathalie Stutzmann contralto Veelzijdiger dan Nathalie Stutzmann (1965) kan een musicus nauwelijks zijn. Zij studeerde zang, piano, fagot, kamermuziek en directie, maar koos uiteindelijk voor de stem. Haar grote doorbraak was in 1985 met het winnen van het Internationale Gesangswettbewerbs Neue Stimmen. Hierdoor kreeg zij talloze uitnodigingen en concerteerde bij grote dirigenten als Simon Rattle, Seiji Ozawa, Colin Davis en Mark Minkowski. Het repertoire van Stutzmann is zeer breed. Zij is een bekend zangeres van barokmuziek, maar ook het Duitse en Franse lied, moderne muziek en opera behoren tot haar repertoire. In die laatste hoedanigheid zong zij talloze rollen bij de grote operahuizen. Ook haar uitgebreide discografie van meer dan 75 cd’s getuigt van haar veelzijdigheid. De laatste tijd heeft zij ook weer de viool opgepakt en ze staat sinds 2008 als dirigente voor het door haar zelf opgerichte ensemble Orfeo 55. Stutzmann is geliefd om haar warme vertolkingen van Mahler, getuige haar vele concerten met diens composities en haar opnames van de Tweede en Derde symfonie met Ozawa en Litton. In februari van het volgende jaar soleert zij in Amsterdam met Simon Rattle in Mahlers Derde symfonie en in november met dezelfde dirigent in de Achtste.
15
Beethoven en Mahler Republikein Vrijwel alle Nederlanders kennen het verhaal van de graven Egmont en Horne. Hoe zij, in tegenstelling tot Willem van Oranje, na de beeldenstorm van 1566 in Brussel bleven, vertrouwend op hun goede verstandhouding met Alva. Het liep anders af. Zij werden gevangengenomen en moesten hun streven naar morele en geestelijke vrijheid voor de Nederlanden met de dood bekopen. Het sprak tot de verbeelding van Johann Wolfgang von Goethe. Al in 1775 begon hij aan een treurspel in Shakespeariaanse stijl over graaf Egmont, maar tot een voltooiing kwam het pas in 1788. Het was een dramatisch werk, passend bij de Sturm und Drang-periode van zijn tijd. Kern van het stuk, hoewel historisch niet altijd even waarheidsgetrouw, was de politieke vrijheidsdrang van de hoofdpersoon, tot in de dood toe. En dat sprak weer tot de verbeelding van Ludwig van Beethoven. Hij was een echte republikein, koesterde duidelijk democratische gevoelens en zette zich regelmatig af tegen de politieke macht van koningen en adel. Toen hij dan ook in 1809 van het Weense Burgtheater het verzoek kreeg om voor een productie toneel足 muziek bij dit werk te schrijven, aarzelde hij geen moment. Zelfs was hij bereid af te zien van een honorarium. Goethe schijnt tevreden geweest te zijn met het werk van Beethoven. Maar hij had er ook wel op aangestuurd dat het stuk met muziek gelardeerd zou worden. Weinig kon Goethe toen bevroeden dat de toneelmuziek zijn stuk zou overvleugelen. Er werden van het lange toneelsruk door anderen zelfs inkortingen gemaakt, maar zodanig dat alle muziek van Beethoven er in opgenomen kon worden.
16
Innig, ingetogen en intens
Beethoven en Mahler
Nu zijn de noten van Beethoven wel van uitzonderlijke kracht. Dat is al duidelijk merkbaar in de Ouverture tot Egmont die in een notendop het hele verhaal vertelt: het lijdende onderdrukte volk, Egmont die vergeefs strijdt voor de goede zaak, het vallen van de executiebijl (met daarna een effectvolle stilte) en tot slot een profetische overwinningssymfonie.
Nadat Gustav Mahler in zijn jonge jaren de prachtige, soms naïeve, soms volkse poëzie van de bundel Des Knaben Wunderhorn had ontdekt, dompelde hij er zich jarenlang volledig in. Op de teksten schreef hij ettelijke liederen en ook in zijn Tweede, Derde en Vierde symfonie strooide hij kwistig met Wunderhorn-teksten. Maar na de Vierde kwam een ommekeer. Zijn volgende symfonieën waren louter instrumentaal en op het vocale gebied richtte hij zijn aandacht op iets geheel anders. Hij was in de ban gekomen van de dichter Friedrich Rückert (1788-1866). Tegenwoordig alleen bekend van zijn door diverse componisten getoonzette gedichten, behoorde hij in de 19de eeuw tot de bekendste Duitse schrijvers die vooral geliefd was om de poëtisch Oosterse invloeden in zijn werken. Hij was jaren professor Oosterse talen aan diverse Duitse universiteiten. Mahler was in deze tijd geheel in de ban gekomen van Alma Schindler, en zijn hartstocht voor haar wakkerde bij hem de interesse aan voor de zinnelijke, warmbloedige teksten van Rückert. Vijf liederen zette hij in eerste instantie op muziek. Niets daarin is meer te horen van de volksliedachtige sfeer die de Wunderhorn-liederen zo vaak kenmerkten. Mahlers stijl is hier innig, ingetogen maar vooral intens. In de orkestversie – hij schreef de liederen oorspronkelijk met piano begeleiding – is het vereiste ensemble maar klein. Het stijgt nooit boven de zanger uit waardoor het intieme karakter bewaard blijft. En Mahler weet juist door die kleine bezetting heel subtiel met klankkleuren te spelen. Hoewel al geschreven in 1901 vond de première van vier van de Rückert-Lieder plaats in 1905, samen met de Kindertotenlieder, eveneens op tekst van Rückert. Het lied Liebst du um Schönheit ontbrak op dit concert. Maar dit lied was dan ook een zeer persoonlijke gift aan zijn geliefde Alma. Volgens de overlevering had hij het verstopt in de partituur van Wagners Tristan und Isolde, die Alma op dat moment intensief bestudeerde. Zij was diep ontroerd en zong het lied in de dagen daarna voortdurend. Was dat de reden waarom
17
Mahler dit lied niet zelf orkestreerde? Dat werd pas jaren later gedaan door Max Puttmann, assistent van uitgever Kahnt, die de liederen als eerste publiceerde.
Benefietconcert Beethoven en Goethe mochten dan op artistiek vlak bewondering voor elkaar hebben, als persoon lagen ze elkaar beduidend minder. Dat bleek wel toen beide heren elkaar voor het eerst ontmoetten in het kuuroord Terpice in de zomer van 1812. Beethoven vond Goethe maar een conservatieve mondaine ijdeltuit, andersom was de schrijver van mening dat de componist een onbehouwen woesteling was die absoluut geen manieren kende. Enkele maanden daarvoor had Beethoven zijn Zevende symfonie voltooid, een werk dat bol stond van levensvreugde. Nu ging het de componist naar omstandigheden behoorlijk goed. Hij was de financiĂŤle dip van 1811 in Wenen, waarin binnen enkele dagen in maart het geld met 80% was gedevalueerd, weer te boven gekomen, zijn gezondheid was redelijk, maar bovenal mocht hij zich de beroemdste componist van het land noemen, ja zelfs van heel Europa. En Beethoven wist soms uitstekend wat de stadsbewoners van Wenen nodig hadden. De schrik van de Franse bezettingen van 1805 en 1809 zat er nog goed in bij de bevolking, dus een opkikker, zeker als deze negatieve gevoelens ten opzichte van Napoleon deden aanwakkeren, konden ze best gebruiken. Beethoven vond een prachtige aanleiding in de vorm van een benefietconcert voor de gewonde soldaten bij de slag van Hanau die eind oktober van dat jaar had plaatsgevonden. Daar hadden de Oostenrijkse troepen een poging gedaan om Napoleon, zich terugtrekkend na de verloren volkerenslag bij Leipzig, tegen te houden. Klapstuk van de avond was Beethovens spektakelstuk Wellingtons Sieg, waarin hij zeer plastisch de roemrijke zege van Wellington over de Franse troepen bij het Spaanse Vitoria in mei van dat jaar voorstelde. Het publiek was razend enthousiast.
Symfonisch ballet Tijdens het zelfde concert vond de première plaats van de Zevende Symfonie en ook hierover waren de luisteraars zeer te spreken. Hoe kon het ook anders. Beethoven had wel zeer aanstekelijke en vrolijke muziek geschreven met een gelukzalig dansend eerste deel, een flitsend scherzo en trio en tot slot een uiterst enerverende snelle finale. Maar het mooist vond men het tweede deel dat klonk als een ingetogen treurmars. Men zag het als eerbetoon aan de gesneuvelde soldaten van Hanau
18
Beethoven en Mahler
en het moest dan ook herhaald worden. Hoewel de symfonie uiteindelijk niet zo populair zou worden als de Derde, Vijfde of Zesde is het zeer geliefd werk dat behoort tot het standaardrepertoire van elk orkest. De opgetogenheid van de noten is daar zeker credit aan. Zelfs Wagner werd door die zonnigheid beroerd en noemde het werk met typisch romantische pathos de ‘apotheose van de dans’. Niet voor niets dat Beethovens Zevende verscheidene malen voor balletten gebruikt is. Het beroemde ikoon van de moderne dans, Isadora Duncan deed dat al in 1904, Léonide Massine gebruikte de muziek in 1938 voor het Ballet Russe de Monte Carlo, opvolger van Diaghilevs beroemde gezelschap. En in 1986 gebruikte Toer van Schayk, toen vaste choreograaf van Het Nationale Ballet, de volledige symfonie voor een van zijn meest spraakmakende balletten. Kees Wisse
CD-voordeel
Zie bladzijde 80-81 voor HGO/Bergmann cd-voordeel.
Liedteksten Rückert-lieder tekst: Friedrich Rückert 1. Blicke mir nicht in die Lieder Blicke mir nicht in die Lieder! Meine Augen schlag’ ich nieder, Wie ertappt auf böser Tat. Selber darf ich nicht getrauen, Ihrem Wachsen zuzuschauen. Deine Neugier ist Verrat! Bienen, wenn sie Zellen bauen, Lassen auch nicht zu sich schauen, Schauen selber auch nicht zu. Wann die reichen Honigwaben Sie zu Tag gefördert haben, Dann vor allen nasche du!
19
2. Ich atmet’ einen linden Duft! Ich atmet’ einen linden Duft! Im Zimmer stand Ein Zweig der Linde, Ein Angebinde Von lieber Hand. Wie lieblich war der Lindenduft! Wie lieblich ist der Lindenduft! Das Lindenreis Brachst du gelinde! Ich atme leis Im Duft der Linde Der Liebe linden Duft. 3. Um Mitternacht Um Mitternacht Hab’ ich gewacht Und aufgeblickt zum Himmel; Kein Stern vom Sterngewimmel Hat mir gelacht Um Mitternacht. Um Mitternacht Hab’ ich gedacht Hinaus in dunkle Schranken. Es hat kein Lichtgedanken Mir Trost gebracht Um Mitternacht. Um Mitternacht Nahm ich in acht Die Schläge meines Herzens; Ein einz’ger Puls des Schmerzes War angefacht Um Mitternacht. Um Mitternacht Kämpft’ ich die Schlacht, O Menschheit, deiner Leiden; Nicht konnt’ ich sie entscheiden Mit meiner Macht Um Mitternacht.
20
4. Liebst du um Schönheit Liebst du um Schönheit, O nicht mich liebe! Liebe die Sonne, Sie trägt ein gold’nes Haar! Liebst du um Jugend, O nicht mich liebe! Liebe den Frühling, Der jung ist jedes Jahr! Liebst du um Schätze, O nicht mich liebe. Liebe die Meerfrau, Die hat viel Perlen klar. Liebst du um Liebe, O ja, mich liebe! Liebe mich immer, Dich lieb’ ich immerdar.
Beethoven en Mahler
Um Mitternacht Hab’ ich die Macht In deine Hand gegeben! Herr! über Tod und Leben Du hältst die Wacht Um Mitternacht!
5. Ich bin der Welt abhanden gekommen Ich bin der Welt abhanden gekommen, Mit der ich sonst viele Zeit verdorben, Sie hat so lange nichts von mir vernommen, Sie mag wohl glauben, ich sei gestorben! Es ist mir auch gar nichts daran gelegen, Ob sie mich für gestorben hält, Ich kann auch gar nichts sagen dagegen, Denn wirklich bin ich gestorben der Welt. Ich bin gestorben dem Weltgetümmel, Und ruh’ in einem stillen Gebiet! Ich leb’ allein in meinem Himmel, In meinem Lieben, in meinem Lied!
21
Familieconcert
Het verhaal van de soldaat Ensemble uit Het Gelders Orkest Theatergroep Kwatta Jacob Slagter dirigent
Arnhem
di. 21 december (Serie F) Musis Sacrum, 14.15 uur
Apeldoorn
wo. 22 december Orpheus, 14.15 uur
24
Het verhaal van de soldaat
Programma Igor Stravinsky (1882-1971) L’histoire du soldat
Het verhaal van de soldaat Er was eens – zo vertelt een oud Russisch sprookje – een soldaat, die een lange weg naar huis moet afleggen. Onderweg ontmoet hij een oude vlindervanger, die graag zijn viool wil kopen. Gaat de koop door? En – zo ja – verkoopt de soldaat daarmee niet zijn ziel en zaligheid? Een instrumentaal ensemble uit Het Gelders Orkest met een handjevol blazers, twee strijkers en een slagwerker volgt de soldaat, een duivel en een prinses op de voet. Met muziek van Stravinsky’s L’histoire du soldat. Marsen, walsen, tango’s, ragtimes en koralen klinken op. En Theatergroep Kwatta vertelt het verhaal met spannende sfeerbeelden en animatie. Een magische voorstelling van ongeveer een uur. Buitengewoon geschikt voor het hele gezin!
Musici uit Het Gelders Orkest Jacob Slagter dirigent Theatergroep Kwatta: Josee Hussaarts regisseur Jawi Bakker acteur (poppenspeler) Willem Schouten acteur (poppenspeler) Barbara Kroon vormgeving Sien van Leeuwen vormgeving
25
Koorbegeleiding
Weihnachts Oratorium
Bachkoor Nijmegen Rob Vermeulen dirigent
Nijmegen
Do. 23 december
De Vereeniging, 20:15 uur
26
Weihnachtsoratorium
Programma Johann Sebastian Bach (1685-1750) Weihnachtsoratorium
zz Cantates 1 t/m 4 zz Openingskoor cantate 5 Op de valreep voor Kerst brengt Bachkoor Nijmegen delen uit één van Bachs meest geliefde werken. Het ‘Weihnachtsoratorium’ is niet als één geheel geschreven. Bach componeerde in totaal zes cantates voor de gehele periode van Kerst 1734 tot en met Driekoningen 1735. Bachkoor Nijmegen vertolkt vanavond de eerste vier cantates en het openingskoor uit deel 5. “Jauchzet, frohlocket, auf, preiset die Tage!” Voor meer informatie over het Bachkoor en de solisten verwijzen wij u graag naar www.bachkoor-nijmegen.nl
27
Nieuwjaars concert
Jonathan Schiffman dirigent CĂŠcile Huijnen viool
Arnhem
wo. 5 januari (besloten) Eusebiuskerk, 19.45 uur
Apeldoorn
do. 6 januari (Serie I) Orpheus, 20.00 uur
Inleiding Jochem van der Heide, 19.15 uur
Doetinchem
vr. 7 januari (Serie D) Schouwburg Amphion, 20.00 uur Inleiding Jochem van der Heide, 19.00 uur
Nijmegen
za. 8 januari (Serie 2) De Vereeniging, 20.15 uur
Inleiding Jochem van der Heide, 19.15 uur Vriendenarrangement
Arnhem
wo. 12 januari (Serie W) Musis Sacrum, 20.15 uur
Inleiding Jochem van der Heide, 19.15 uur
Ede
do. 13 januari (Serie E) Cultura, 20.15 uur
Inleiding Jochem van der Heide, 19.15 uur Aangepast programma*
Zutphen
vr. 14 januari (Serie Z) Hanzehof, 20.00 uur
Inleiding Jochem van der Heide, 19.00 uur
Winterswijk 28
za. 15 januari (Serie W) Theater De Storm, 20.15 uur
Inleiding Jochem van der Heide, 19.30 uur
Nieuwjaarsconcert
Programma Leonard Bernstein (1918-1990) On the town: Three dance episodes
Darius Milhaud (1892-1974) La Création du Monde
zz zz zz zz zz zz
Ouverture Le chaos avant la création La naissance de la flore et de la faune La naissance de l’homme et de la femme Le désir Le printemps ou l’apaisement
Pauze
Kurt Weill (1900-1950)
Kleine Dreigroschenmusik-suite
George Gershwin (1898-1937)
Fantasy on Porgy and Bess Sweet en Low Down
Geniet na afloop van alle nieuwjaarsconcerten van een drankje en een warm gesprek op het gezellige Winter Wonderplein voor de concertzaal.
* Ede: Vanwege podiumoppervlakte zal Gershwin worden vervangen door een nader te bepalen werk.
29
Jonathan Schiffman dirigent “Een naam om te onthouden”, schreef de pers nog niet zo lang geleden over de Amerikaanse dirigent Jonathan Schiffman. En bepaald niet ten onrechte, want hij is momenteel één van de meest veelbelovende dirigenten. Als vijfjarige begonnen op de cello, studeerde hij piano en compositie onder meer aan de Yale University. Daar had hij ook de leiding over het Yale Bach Society Orchestra & Chorus. Een studie directie volgde aan de Julliard School of Music in zijn geboorteplaats New York. Zijn succesvolle debuut als dirigent bij het Fort Worth Symphony Orchestra leidde tot vele engagementen. Na twee seizoenen assistentschap bij Kurt Masur en Ivan Fischer werd hij in 2007 benoemd tot chef-dirigent van het Orchestre Lyrique de Région Avignon-Provence. Inmiddels is zijn lijst van gedirigeerde orkesten aanzienlijk, waaronder het Orchestre National de France, het Symfonieorkest van Helsingborg en het BBC Scottisch Symphony Orchestra. Het repertoire van Schiffman is uitgebreid, al heeft hij een speciale voorliefde voor hedendaagse muziek. Dat is mede ingegeven door zijn studie compositie, en zijn activiteiten als componist. Dit jaar is Schiffman voor het eerst te gast bij Het Gelders Orkest.
30
Nieuwjaarsconcert
Cécile Huijnen viool Cécile Huijnen studeerde bij Davina van Wely aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en daarna bij Jaap van Zweden. Zij won een aantal prijzen; op veertienjarige leeftijd de derde prijs van het Sweerts de Landas Viool concours, vijf jaar later de tweede prijs op het Berlage Concours en in 1987 de hoofdprijs van het Oskar Back Vioolconcours, waarbij ze tevens de Badingsprijs ontving. In 1990 studeerde zij cum laude af, waarbij haar tevens de Nicolai Prijs en de Fock Medaille werden toegekend. Datzelfde jaar werd ze aangesteld als eerste concertmeester van het Nederlands Balletorkest en sinds 2000 is zij in dezelfde functie verbonden aan Het Gelders Orkest. Bovendien is zij een veelgevraagd gastconcertmeester bij een groot aantal orkesten in binnen- en buitenland, zoals het Radio Filharmonisch Orkest, het Residentie Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, de Filharmonie van Vlaanderen, The Sydney Symphony Orchestra, en Symfonica Toscanini o.l.v. Lorin Maazel. Tournees met vele kamermuziekensembles, in zowel barok, romantisch als hedendaags repertoire brachten haar over de hele wereld. Daarnaast treedt ze regelmatig op als solist. Zo profileerde zij zich de laatste jaren onder leiding van dirigenten als Thierry Fischer, Roy Goodman, Nikolai Alexeev en Jaap van Zweden met vioolconcerten van o.a. Stravinsky, Barber, Sjostakovitsj en Korngold. Bovendien vertolkte zij vele viool-, en dubbel vioolconcerten met het voormalige Nederlands Balletorkest bij balletten van choreografen als Hans van Manen, Jirí Kylián en Ohad Naharin. Nog steeds soleert ze veelvuldig tijdens tournees van het Nederlands Dans Theater.
31
Nieuwjaars concerten Toen aan het begin van de 20ste eeuw de jazz en allerlei andere vormen van lichte muziek sterk in opkomst waren, bleken deze nieuwe genres een inspiratiebron voor veel componisten. Dit nieuwjaarsconcert laat vier van hen horen die elk op hun eigen manier grensoverschrijdende muziek schreven.
Stappen in New York Leonard Bernstein was de absolute ‘American Dream’ in muzikaal opzicht. Als zoon van Joodse Oekraïense immigranten wist hij zich op te werken tot een muzikant die in het lichte en klassieke genre weldra aan de top van het Amerikaanse muziek leven stond. Als klassiek dirigent maakte hij furore met de New York Philharmonic Orchestra waarvan hij jarenlang chef-dirigent was. In het populaire circuit maakte hij zich onsterfelijk met grote muzikale theaterwerken als Candide en West Side Story. Maar hoe jazzy die werken ook mogen zijn, de klassieke achtergrond verloochent Bernstein niet. Ook in zijn grote musicalhit On the Town is dat onmiskenbaar. De musical begon zijn bestaan immers als ballet. In 1944 schreef Bernstein voor het American Ballet Theatre muziek voor een ballet van de beroemde choreograaf Jerome Robbins met de titel Fancy Free. Het was een vrolijk verhaal over drie matrozen van de Amerikaanse marine die een dagje gaan stappen in New York. Producers op Broadway zagen er wel een musical is. De componist liet zich overhalen en schreef nog in datzelfde jaar On the Town. Het publiek was laaiend enthousiast. Bernsteins naam als musicalvedette was in één klap gevestigd, juist in dezelfde tijd dat hij ook met de New York Philharmonic op klassiek gebied zijn eerste grote successen had behaald.
32
Het was in 1920 dat Milhaud voor het eerst kennismaakte met de jazz. In dat jaar hoorde hij in Londen Billy Arnold die net vanuit Amerika in de Engelse hoofdstad was neergestreken en speelde in het Hammersmith Palais de Dance. Milhaud was zo verrukt dat hij de bakermat van de jazz wilde bezoeken en in 1922 naar New York vertrok. Daar hoorde hij in de straten en kroegen van Harlem de ‘authentieke’ jazz. Hij nam zijn indrukken mee naar Parijs en verwerkte ze in verscheidene composities, waarvan La Création du Monde één van de eerste was. In Parijs was er rond die tijd een grote belangstelling ontstaan voor de zwarte cultuur in de wereld. Jazz was populair, maar ook de Afrikaanse cultuur mocht zich verheugen in een grote belangstelling. Men ervoer die als exotisch, sensueel, soms barbaars en appelerend aan het ‘oergevoel’. Niet voor niets dat een erotische donkere danseres als Josephine Baker in Parijs op handen gedragen werd en ook Milhaud haar shows bezocht. Het was in deze sfeer dat La Création werd geschreven voor het Ballet Suédois, een toen geliefd balletgezelschap in de Franse hoofdstad. Het ballet vertoont naast jazzinvloeden duidelijk inspiratie vanuit de oorspronkelijke Afrikaanse cultuur. In zes in elkaar overlopende scènes vertelt het de scheppingsmythe op basis van Afrikaanse volksverhalen. Daarbij maakt de componist gebruik van ritmes, melodieën en klanken uit de jazz, maar probeert ook de Afrikaanse wortels van deze muziek in zijn compositie door te laten klinken. Daarin werd hij goed geholpen door de enscenering van metershoge gestileerde Afrikaanse godenmaskers en kostuums die de dansers een exotisch, bijna abstract uiterlijk gaven. De bezoekers van de première op 25 oktober 1923 waren nogal gechoqueerd door wat zij zagen en de voorstelling liep uit op een schandaal. Overigens een schandaal dat Milhaud geen windeieren legde want La Création werd over de jaren één van zijn populairste balletten.
Nieuwjaarsconcert
Afrikaanse scheppingsmythe
Sarcastische maatschappijkritiek Kurt Weill, geboren in het Duitse Dessau, had zijn wortels in de klassieke muziek. Hij studeerde bij onder anderen Humperdinck en Busoni en schreef enkele klassieke werken, waaronder een vioolconcert, een symfonie en in 1926 een opera Der Protagonist. Maar in 1927 nam zijn carrière een andere wending. In dat jaar ontmoette hij de schrijver
33
Bertold Brecht. Samen maakten zij voor een festival in Baden Baden een korte eenakter getiteld Das kleine Mahagonny, dat een groot succes werd. Enkele jaren later zou dit werk de basis vormen voor de veel grotere productie Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny. Componist en schrijver bleken elkaar uitstekend aan te voelen en toen Weill van het roemruchte Theater am Schiffbauerdamm in Berlijn het verzoek kreeg een nieuw theaterwerk te schrijven, stond het buiten kijf dat Brecht het libretto zou maken. Het werd een sarcastisch verhaal, gebaseerd op een Engelse komische opera uit 1728, The Beggar’s Opera, die speelt in de sloppenwijken van Londen. Het duo maakte er een bijtend satirisch stuk van, waarin zij hun kritiek op de maatschappij en politiek van die dagen in Duitsland tussen de twee Wereldoorlogen, duidelijk lieten horen. De muziek van de Dreigroschenoper, zoals het stuk heette, was gebaseerd op de stijlen die populair waren in de Duitse revueshows uit die tijd: een mengeling van jazz, schlager, operette en een vleugje klassiek. Het succes was groot en het betekende voor Weill een definitieve doorbraak. Nog in hetzelfde jaar dat de musical ontstond, schreef Weill een instrumentale suite uit het werk voor concertant gebruik onder de titel Kleine Dreigroschenmusik. Op luchtige wijze laat hij hierin de bekendste melodieën voorbijkomen. Met de komst van het nazisme was het afgelopen met de Duitse carrière van Weill. Zijn muziek werd als ‘entartet’ bestempeld en verboden. Al in 1933 emigreerde hij via Parijs naar de Verenigde Staten. Daar vergaarde hij grote roem met diverse musicals waaronder de Threepenny Opera. Het was een bewerking van de Dreigroschenoper, maar nu gebracht als een echte Amerikaanse Broadway-show. Van politiek engagement was daarin echter geen sprake meer.
Gershwins vioolconcert Ook het leven van George Gershwin speelde zich af op de scheidslijn tussen licht en klassiek. Zijn muzikale opleiding was grotendeels klassiek, maar zijn eerste baan was in het lichte genre. En hoewel hij bekendheid kreeg met zijn songs en musicals, bleef hij grote belangstelling voor klassieke muziek houden en schreef ook een aantal belangrijke klassieke werken. Zo ontstond zijn verlangen om een echte opera te schrijven. Het resultaat was Porgy and Bess dat hij in 1935 voltooide. Met dit werk deed hij een ultieme poging om klassieke muziek met lichte muziek en jazz te verbinden. Aanvankelijk wilde men slechts de populaire kant van het werk zien. De eerste grote productie vond plaats op Broadway in New York, maar wel in de
34
Nieuwjaarsconcert
vorm van een musical. Het succes was enorm en er volgden 124 voorstellingen plus een tournee langs diverse grote Amerikaanse steden. Ook bij hernieuwde producties in 1942 en 1952 hield men vast aan de musicalvorm. Pas met de befaamde productie door de Houston Grand Opera in 1974 werd het stuk volledig als opera uitgevoerd, exact zoals Gershwin het bedoeld had. Het mag dan zijn dat de musicalversie niet de oorspronkelijke bedoeling van de componist weergaf, het droeg wel enorm bij tot het grote succes van Porgy and Bess. Nummers als Summertime en It Ain’t Necessarily So werden al gauw evergreens en kregen een plaats in het Great American Songbook. Er volgden talloze bewerkingen en veel jazz musici namen de songs op het repertoire. Maar ook in symfonische sfeer werden etterlijke arrangementen gemaakt, niet in de laatste plaats door Gershwin zelf. Eén van de nieuwste arrangementen werd onlangs gemaakt door Alexander Courage in opdracht van en in samenwerking met violist Joshua Bell. Beiden vonden het een gemis dat Gershwin wel ooit een pianoconcert had geschreven maar nooit een vioolconcert. Zij kwamen op het idee een bewerking te maken van highlights van Porgy and Bess voor vioolsolo en orkest. Een volledig vioolconcert is het niet, maar de arrangeur neemt ruimschoots de tijd om de solist in alle bekende melodieën te laten schitteren. Daarbij wordt violistische virtuositeit zeker niet geschuwd. Het is volgens Joshua Bell dan ook een “unieke gelegenheid om als violist op hoog niveau de muziek van Gershwin te spelen”. Kees Wisse
CD-voordeel
Zie bladzijde 80-81 voor HGO/Bergmann cd-voordeel.
35
Te gast:
Njo symfonieorkest Martin Sieghart dirigent Nino Gvetadze piano
Arnhem
zo. 16 januari Musis Sacrum, 14.15 uur
36
NJO Symfonieorkest
Programma Sergej Rachmaninov (1873-1943) Pianoconcert nr. 2 in c, opus 18
zz Moderato zz Adagio sostenuto zz Finale: allegro scherzando Pauze
Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) Symfonie nr. 11 in g, opus 103
zz zz zz zz
Adagio: The Palace Square Allegro: 9 January Adagio: In Memoriam Allegro non troppo: Tocsin
37
Martin Sieghart dirigent Na ruim vijf succesvolle seizoenen als chef-dirigent is Martin Sieghart sinds januari 2009 benoemd tot honorair gastdirigent van Het Gelders Orkest. Zijn interpretaties van de symfonieën van Mahler en Bruckner, van Mozarts Da Ponte-opera’s en van werken van o.a. Schönberg en de Strauss-familie hebben hem tot een bij het orkest geliefde dirigent gemaakt. Maar ook het publiek sloot Martin Sieghart massaal in het hart. Al voor zijn benoeming tot chef-dirigent in 2003 was Martin Sieghart een graag geziene gastdirigent bij Het Gelders Orkest. Hij startte zijn carrière in zijn geboorteplaats Wenen, waar hij cello, piano en directie studeerde. In 1975 werd hij benoemd tot solocellist van de Wiener Symphoniker, het orkest dat hij in 1986 voor de eerste maal dirigeerde. Daarna was hij o.a. chef-dirigent van het Stuttgarter Kammerorchester en het Bruckner Orchester in Linz. Hij leidt de dirigentenklas van de Musikuniversität te Graz en is chef-dirigent van het Kammer orchester des Wiener Konzert-Verein. Martin Sieghart maakte met Het Gelders Orkest cd-opnamen van symfonieën van Schubert en Brahms en van Das Lied von der Erde van Mahler. Van laatstgenoemde componist werkt hij met Het Gelders Orkest aan een registratie van de complete symfonieën. In het seizoen 2010-2011 staan de Derde en de Vijfde op het programma. Daarnaast dirigeert hij een Beethovenprogramma met diens Tweede symfonie en Eerste pianoconcert.
38
NJO Symfonieorkest
Nino Gvetadze piano “Deze pianiste heeft een prachtige tooncultuur, een grote innerlijke poëzie”. Lovende woorden voor pianiste Nino Gvetadze (1981) die tijdens het Internationale Franz Liszt Piano Concours in 2008 maar liefst drie prijzen in de wacht sleepte (tweede juryprijs, persprijs en publieksprijs). Het was haar grote doorbraak in een verbluffende carrière die begon in haar geboorteplaats Tbilisi, Georgië, aan het Staatsconservatorium. In 2003 verhuisde zij naar Nederland waar zij onder de vleugels van Paul Komen in Den Haag en Jan Wijn in Amsterdam verder studeerde. Nog maar een jaar in Nederland won zij al diverse prijzen tijdens het concours van de Young Pianist Foundation. Inmiddels heeft zij al bij veel grote Nederlandse orkesten gesoleerd. Daarnaast gaf zij recitals in de topzalen van ons land zoals het Concertgebouw in Amsterdam, De Doelen in Rotterdam en de Dr. Anton Philipszaal in Den Haag, waar zij de afgelopen twee jaar ‘artist in residence’ was. Inmiddels heeft zij enkele bijzondere cd-producties op haar naam staan zoals de pianomuziek van Moesorgsky, een viool-pianorecital met de befaamde Haagse violiste Frederieke Saeijs en een opname met werk van haar Georgische pianodocent Nodar Gabunia.
39
NJO Symfonieorkest:
de Nederlandse Orkest- en Ensemble-Academie Het NJO, de Nederlandse Orkest- en Ensemble-Academie, stelt al meer dan vijftig jaar getalenteerde toekomstige beroeps足 musici in de gelegenheid zich onder leiding van hooggekwalificeerde coaches en dirigenten te bekwamen in samenspel. Essentieel voor de activiteiten van het NJO is dat coaching en masterclasses altijd gevolgd worden door de presentatie aan het publiek. De projecten die door het NJO worden georganiseerd vormen een onmisbare aanvulling op het muziekvak足 onderwijs en begeleiden de jongprofessionele musicus waar mogelijk en waar nodig als die zijn eerste schreden zet in de beroepspraktijk. Nationaal en internationaal heeft het NJO de reputatie concerten te verzorgen op het allerhoogste niveau. Het NJO wordt regelmatig uitgenodigd op te treden in de abonnementenseries van de professionele orkesten en in de belangrijkste concert足 zalen in binnen- en buitenland. Daarnaast organiseert het NJO elke zomer een eigen festival in Gelderland. De NJO Muziekzomer is het podium voor de vele ensembles die worden voorbereid tijdens de NJO Summer Academy. Het NJO Symfonieorkest treedt als gast op in de programmering van Het Gelders Orkest. Een toelichting op het programma is te vinden op de website van Het Gelders Orkest.
40
Onder de kerstboom: Muziek, een prachtig cadeau voor de kerst. Wat dacht u van de fraai vormgegeven cadeaubon waarmee u uw moeder, buurvrouw of vriend één of twee concertkaarten naar keuze cadeau kunt doen? Of een van deze echte kerstcd’s: Tsjaikovski’s Notenkrakersuite of Mahlers Lied von der Erde met Christiane Stotijn. U vindt 101 leuke (kerst)cadeau’s bij ons in de winkel:
webshop.hetgeldersorkest.nl.
Miniseries U kunt inmiddels voor alle concerten van Het Gelders Orkest uw concertkaarten bestellen in de webshop van Het Gelders Orkest. Bovendien hebben we een aantal thematisch samengestelde mini-abonnementen voor Arnhem en Nijmegen in de shop gezet. Voor als u het liefst Beethoven hoort. Of liever alleen Mahlerconcerten bezoekt. Of onze eigen musici wilt horen soleren.
Kijk snel op etgeldersorkest.nl p.h ho webs
41
Familieconcert
Kleurige Klanken
Ivan Meylemans dirigent Jeroen Kramer presentator
Nijmegen
za. 22 januari (Serie F) De Vereeniging, 16.00 uur
Arnhem
zo. 23 januari (Serie F) Musis Sacrum, 14.15 uur
42
Kleurige klanken
Programma zz Nader te bepalen
Kleurige klanken Een schilder beschikt over een heel palet aan kleuren, een componist ook: klankkleuren. Hoe anders klinkt een stuk voor strijkers wanneer het door koperblazers wordt gespeeld? Valt het wel op wanneer een melodie niet door de cello gespeeld wordt maar door een fagot? Zie hier de ingrediënten voor dit heerlijke familieconcert waar Ivan Meylemans de scepter zwaait.
Muzikaal avontuur voor jong en ouder Aanstekelijke muziek, dirigenten van topklasse, verrassende gasten en schitterende verhalen, dat zijn de ingrediënten van de familieconcerten van Het Gelders Orkest. Een avontuurlijk programma van ongeveer een uur in een sfeervol aangeklede concertzaal. Uitermate geschikt voor kinderen, mèt ouders èn grootouders.
43
DAVID FRAY, PIANO woensdag 1 december, concertzaal, 20.15 uur
Mozart Beethoven J. S. Bach Mozart Beethoven
Sonate nr. 9 in D, KV 311 Sonate nr. 15 in D, opus 28 ‘Pastorale’ Prelude en Fuga nr. 24 in b, BWV 869 Sonate nr. 8 in a, KV 310 Sonate nr. 21 in C, opus 53 ‘Waldstein’
David Fray werd al vergeleken met de legendarische Glenn Gould. Zijn verschijning en karakter lijken op die van Ivo Pogorelich, maar zijn pianospel heeft iets magisch en onvoorspelbaars, net als dat van Gould.
CONCERTGEBOUW KAMERORKEST dinsdag 7 december, concertzaal, 20.15 uur
dirigent en Barnabás Kelemen, viool solist (Artist in Residence) Weiner Mozart Schubert Bartók
Divertimento nr. 1, opus 20 Vioolconcert nr. 5 in A, KV 219 Rondo in A, D. 438 (viool en orkest) Divertimento
Een orkest met louter leden van het Koninklijk Concertgebouworkest, in 2008 uitgeroepen tot het beste orkest ter wereld!
NEDERLANDS KAMERKOOR Het verloren land van Henegouwen zaterdag 4 december, concertzaal, 20.15 uur
dirigent
Paul Van Nevel
Werken van onder meer: Richard de Loqueville ( ?-1418) Gilles Binchois (rond 1400 - 1460) Guillaume Dufay (1397?-1474) Mabriano de Orto (c.1460-1529) Johannes Tinctoris (c.1435-1511) Het land van Henegouwen was in de periode 1400 tot 1580 een van de meest belangrijke en rijke voedingsbodems voor het ontstaan van de polyfone koorzang. Dit programma is een staalkaart van wat de Zuidelijke Nederlanden in de gloriedagen van de 15e eeuw te bieden hadden op muzikaal terrein. www.nederlandskamerkoor.nl
Kaartverkoop en informatie: www.mssa.nl of 026-443 73 43
Brahms vs Strauss
Damian Iorio dirigent Roeland Gehlen viool
Nijmegen
vr. 28 januari (Serie 1) De Vereeniging, 20.15 uur Inleiding Jacob Jansen, 19.15 uur Relatieconcert Stichting Partners Muzikale proeverij- instapconcert
Arnhem
zo. 30 januari (Serie M) Musis Sacrum, 14.15 uur
Inleiding Jacob Jansen, 13.15 uur Muzikale proeverij- instapconcert
46
Brahms vs Strauss
Programma Johannes Brahms (1833-1897) Vioolconcert in D, opus 77
zz Allegro non troppo zz Adagio zz Allegro giocoso, ma non troppo vivace Pauze
Richard Strauss (1864-1949) Aus Italien
zz zz zz zz
Auf der Campagna In Roms Ruinen Am Strande von Sorrento Neapolitanisches Volksleben
Muzikale proeverij
Nog nooit een klassiek concert bezocht? Kom dan proeven bij Het Gelders Orkest en bezoek een instapconcert, samen met onze musici! Zij ontvangen u voor aanvang van het concert en vertellen u van alles. Over hun instrumenten en het symfonieorkest. Over de rol van de concertmeester en de dirigent. En ook over het concert dat u gaat bezoeken. Tijdens de pauze in het concert en na afloop zoeken zij u weer op. Om onder het genot van een drankje al uw vragen te beantwoorden. En nader kennis te maken. Ook uitermate geschikt als uitje met uw jaarclub, familie, vrienden van vroeger of uw collega’s. Voor meer informatie en boekingen: www.hetgeldersorkest.nl/concerten/instapconcerten.
47
Damian Iorio dirigent Geboren in Londen koos Damian Iorio aanvankelijk voor de viool. Daarvoor volgde hij een opleiding in Engeland en de Verenigde Staten. Hij stapte over op directie en studeerde in Sint Petersburg bij Alexander Polishchuk en de legendarische Ilya Mushin. Van 1999 tot 2005 was Iorio chefdirigent van het Moermansk Symfonie Orkest. Met dit ensemble gaf hij veel succesvolle concerten in Rusland en Scandinavië. Maar ook als gastdirigent groeide zijn reputatie. Zo stond hij voor het London Philharmonic Orchestra, het Philharmonisch Orkest van Sint Petersburg, het Deens Radio-orkest en in Nederland het Radio Filharmonisch Orkest. Ook op operagebied is Damian Iorio actief. Zo verzorgde hij de Russische première van The Man Who Mistook His Wife for a Hat van Michael Nyman. Zijn debuut bij de Central City Opera Denver met Brittens The rape of Lucretia brachten hem lovende kritieken. Momenteel woont Damian Iorio in Italië waar hij furore maakt bij operahuizen in onder meer Milaan (Scala), Pisa en Florence. Voor zijn activiteiten bij het Orchestra Sinfonica di San Marino werd hij in dat land geridderd. Damian Iorio stond al eerder voor HGO. In het vorig seizoen dirigeerde hij met succes twee producties: in november 2009 en april 2010.
48
Brahms vs Strauss
Roeland Gehlen viool Roeland Gehlen werd in Schinnen geboren. Hij studeerde bij Nilla Pierrou in Maastricht, bij André Gertler in Brussel, en aansluitend bij Thomas Brandis aan de Hochschule der Künste in Berlijn, waar hij zijn solistendiploma haalde. Hij won verschillende prijzen bij nationale en internationale concoursen (zoals b.v. het Oskar-Back-concours in Amsterdam, eerste prijs, het internationale Lipizzer-concours in Italië , en het internationale Szymanowski-concours in Brussel). Van 1994 tot 1997 was Roeland Gehlen vaste remplaçant bij de Berliner Philharmoniker. Van 2000 tot 2004 was hij eerste concertmeester van de Bochumer Symphoniker, en sinds 2004 is hij eerste concertmeester van Het Gelders Orkest. Hij treedt regelmatig als solist op in Nederland en Duitsland. Zijn talrijke kamermuziekconcerten brachten hem naar de muziekcentra van Europa, in o.a. Duitsland, Italië, Frankrijk, Spanje, Portugal en Polen, als ook naar Japan, USA, Brazilië en Argentinië. Hij maakte de laatste jaren verschillende opnames voor o.a. de Bayerische Rundfunk en de SWR. Roeland Gehlen speelt op een viool van Jean-Baptiste Vuillaume.
49
brahms vs strauss Ook als Brahms een soloconcert schreef, schreef hij een symfonie. Want een Brahmscompositie is nu eenmaal symfonisch doorwrocht. Het kan lyrisch klinken, lieflijk, geestig, meditatief, spits-Hongaars: alles stoelt op een hechte structuur, is stevig doordacht, vol verwijzingen vooruit, achteruit en het wemelt van de dwarsverbanden en diagonalen. Brahms’ Vioolconcert heeft dan ook bijna meer van een symfonie dan van een concert waarin de solist naar hartelust kan schitteren, virtuositeit komt er nauwelijks aan te pas, het aandeel van het orkest is groot. En bovendien: zoals het zeker niet een soloconcert maar wel een goede symfonie betaamt, had het oorspronkelijk vier delen. Tussen Adagio en Allegro giocoso kronkelde nog een scherzo. Al met al vond men gekscherend dat Brahms’ Vioolconcert meer een concert tegen de viool was dan er voor, tot iemand zei dat het niet zozeer een concert tegen de viool was alswel tegen het orkest, ‘en de viool wint’.
Geen niemendalletje Niet echt een luchtig niemendalletje dus, dit concert. En het was nog wel ontstaan na een reis door zonnig Italië, tijdens een verblijf aan de Wörtersee in Karinthië, ‘rondom [mij] het blauwe meer, alle bergen sneeuwwit [...] en de bomen zachtgroen,’ zoals Brahms zei. Nu, meerblauw, sneeuwwit en zachtgroen is het Vioolconcert óók. Brahms schreef het in de periode van zijn leven dat hij het gelukkigst was. Inmiddels een veertiger had hij zijn aanvankelijke onzekerheden overwonnen, zijn creativiteit verkeerde op een hoogtepunt en hij werd al min of meer beschouwd als de grootste Duitse componist sinds Beethoven. Roem, eer en succes waren hem ten deel gevallen.
50
Het Vioolconcert schreef Brahms voor de violist Joseph Joachim, al sinds zijn jeugd zijn boezemvriend en een van de grootste violisten van die tijd. Brahms schreef het werk ook een beetje met Joachim: lange brieven laten zien dat de componist vaak bij de Hongaarse violist (die zelf ook goede vioolconcerten componeerde) te rade ging. Zo voorkwam Joachim dat de orkestpartij de solist ‘wegspeelde’, zorgde hij ervoor dat Brahms’ geniale muzikale ideeën ook violistische ideeën werden, bedacht hij alternatieven voor enkele compositorische knelpunten en betuigde hij Brahms zijn dankbaarheid als violist door, zoals dat in de tijd van de grote Klassieken nog gebruikelijk was, een schitterende cadens te schrijven (voor het eerste deel).
Brahms vs Strauss
Te rade
Broek De première met uiteraard Joachim als solist was op Nieuwjaarsdag 1879 in Leipzig. Die première was, om het wat oneerbiedig te zeggen, iets... wel, je broek zakte ervan af. Brahms dirigeerde zelf. Hij was zich in die tijd juist wat onconventioneler, om niet te zeggen slordig, gaan kleden. Zijn broek, niet overdreven op maat gekocht, had hij vlak voor het concert nog snel even met zijn stropdas opgebonden. Maar tijdens het concert zakte het ding hoe langer hoe meer richting aarde en kwam er steeds meer Brahms te zien en steeds minder broek. De nogal stijve Leipzigers hielden hun hart vast. Het zou toch niet gebeuren dat straks tijdens de finale het lastige kledingstuk op ‘s componisten enkels lag…? Men keek, men vreesde, en vergat uit angst naar de muziek te luisteren. Aan het eind van het concert had zich het drama met de broek weliswaar niet tot het bittere einde voltrokken maar bleek wel dat de muziek volkomen aan het publiek voorbij was gegaan. Het applaus was matig en verried vooral gevoelens van opluchting. Pas later, toen Joachim het in het Crystal Palace in Londen uitvoerde, was het Vioolconcert een groot succes. Er stond een keurig geklede dirigent op de bok. De Italiaanse ziel: wie grijpt hem in zijn lurven? Is het alleen de Italiaan gegeven, Italië uit te beelden? Welnee, een beetje romantische toerist-componist kan het ook. Van lichte ontvlambaarheid voor het land getuigt bijvoorbeeld Berlioz’ zwierige Ouverture Le Carnaval Romain; Mendelssohn, een kalmere natuur, componeert in zijn Italiaanse symfonie een
51
heel zuidelijke saltarello, Tsjaikovski een uitbundig Capriccio Italien en Elgar zijn In the South. En Richard Strauss, die als 22-jarige door Italië reist? ‘Ik heb nooit veel vertrouwen gehad in die inspiratie door de schoonheden der natuur’... Typisch de jonge Strauss: anders willen zijn dan de anderen. Maar – je kunt je dwars opstellen, Italië grijpt je toch: ‘Toen ik in de ruïnes van Rome verkeerde, kwam ik erachter dat het anders zat, de muzikale ideeën drongen zich in groten getale aan mij op.’ Vervolgens komt er dan een symfonie, Aus Italien, die tot in detail geïnspireerd lijkt door wat Italië de jonge Strauss te vertellen had.
Realistisch missertje Er zijn vier delen. Auf der Campagna: ‘De weidse uitgestrektheid van de Romeinse Campagna badend in het zonlicht, zoals je dat ziet vanuit de Villa d’Este in Tivoli.’ In Roms Ruinen: ‘Fantastische beelden van vergane glorie, gevoelens van melancholie en smart temidden van de schitterende zonneschijn van het heden’. Am Strande von Sorrento: ‘De tedere muziek van de natuur die het innerlijk oor hoort in het ruisen van de wind door de bladeren, in vogelzang en in alle delicate stemmen van de natuur, en in het verre murmelen van de zee vanwaar een eenzaam lied het strand bereikt.’ In de finale Neapolitanisches Volksleben, maakt Strauss een vergeeflijk realistisch missertje: in de veronderstelling dat hij wat echte folklore te pakken heeft, wil hij het Napolitaanse volksleven authentiek uitbeelden met het liedje ‘Funiculì, Funiculà’. Dat bleek echter geen volksliedje, maar een fris gecomponeerd populair liedje uit die tijd. Niettemin: Strauss gaat er Italiaans-enthousiast mee aan de haal.
Programmamuziek Strauss dirigeerde op 2 maart 1887 in München zelf de première. Dat was geen avond die even ongemerkt voorbij ging. Strauss was in zijn geboortestad geen onbekende; er was al veel van hem uitgevoerd, onder meer twee eerdere symfonieën. Ze waren in het conservatieve Beieren goed ontvangen omdat het degelijke, ‘klassieke’ werken waren in de traditie van Brahms. Er was in die tijd nogal wat te doen over een moderne tegenstroming in de muziek, de zogenaamde ‘programmamuziek’ waar componisten als Liszt en Wagner voor tekenden. Hierbij ging het niet om de muziek an sich, maar om het uitbeelden van een bepaalde literaire of poëtische idee, een natuurtafereel, een bijzondere persoonlijkheid etc. Strauss’ kersverse Aus Italien leek met zijn schildering van het droomland achter de Alpen gevaarlijk naar deze nieuwlichterij over te hellen. Vooral het
52
Trots
Brahms vs Strauss
deel Am Strande von Sorrento met de in onze oren magische klankschildering van de glinsterende cascaden van violen en fluiten die het weerkaatsen van het zonlicht op de golven uitbeelden. (Zulke ‘Tonmalerei’ zou korte tijd later Strauss’ grootste kracht worden met symfonische gedichten als Don Juan en Tod und Verklärung).
Het rumoerde op die bewuste avond soms in de zaal. Vader Strauss was bezorgd over de weg die zijn spruit was ingeslagen. Maar in hoofdzaak was Aus Italien een succes. Vond de jonge componist zelf ook: je trof hem na afloop in de kleedkamer met een stralend gezicht op een tafel zittend, de benen vrolijk over de rand bungelend. En aan een vriendin schreef hij: ‘Sommige mensen applaudisseerden wellustig, anderen zaten luid te sissen maar uiteindelijk nam het applaus de overhand. Ik was reusachtig trots. Dit is het eerste werk van mij dat op tegenstand van de massa stuit dus dan moet het wel van enig belang zijn…’ Stephen Westra
CD-voordeel
Zie bladzijde 80-81 voor HGO/Bergmann cd-voordeel.
53
Mahler nr. 3
Martin Sieghart dirigent Hermine Haselbรถck mezzosopraan
Nederlands Concertkoor Roder Jongenskoor
Apeldoorn
do. 3 februari (Serie II) Orpheus, 20.00 uur
Inleiding Maarten Brandt, 19.15 uur
Arnhem
vr. 4 februari (Serie B) Musis Sacrum, 20.15 uur
Inleiding Maarten Brandt, 19.15 uur Live cd-opname
Nijmegen
za. 5 februari (Serie 2) De Vereeniging, 20.15 uur Inleiding Maarten Brandt, 19.15 uur
54
Mahler nr. 3
Programma Gustav Mahler (1860-1911)
Symfonie nr. 3 in d
zz zz zz zz
Kräftig entschieden Tempo di Menuetto; sehr mässig Commodo; scherzando; ohne Hast Sehr misterioso langsam, durchaus ppp ‘Aus tiefen Traum bin ich erwacht’ zz Bimm, bamm, bimm, bamm Es sungen drei Engel; Lustig im tempo und keck im Ausdruck Und sollt’ich nicht weinen, du gutiger Gott! zz Langsam, Ruhevoll, Empfunden
Geen pauze
In Arnhem en Nijmegen staat voorafgaand aan het concert een drankje voor u klaar.
55
Martin Sieghart dirigent Na ruim vijf succesvolle seizoenen als chef-dirigent is Martin Sieghart sinds januari 2009 benoemd tot honorair gastdirigent van Het Gelders Orkest. Zijn interpretaties van de symfonieën van Mahler en Bruckner, van Mozarts Da Ponte-opera’s en van werken van o.a. Schönberg en de Strauss-familie hebben hem tot een bij het orkest geliefde dirigent gemaakt. Maar ook het publiek sloot Martin Sieghart massaal in het hart. Al voor zijn benoeming tot chef-dirigent in 2003 was Martin Sieghart een graag geziene gastdirigent bij Het Gelders Orkest. Hij startte zijn carrière in zijn geboorteplaats Wenen, waar hij cello, piano en directie studeerde. In 1975 werd hij benoemd tot solocellist van de Wiener Symphoniker, het orkest dat hij in 1986 voor de eerste maal dirigeerde. Daarna was hij o.a. chef-dirigent van het Stuttgarter Kammerorchester en het Bruckner Orchester in Linz. Hij leidt de dirigentenklas van de Musikuniversität te Graz en is chef-dirigent van het Kammer orchester des Wiener Konzert-Verein. Martin Sieghart maakte met Het Gelders Orkest cd-opnamen van symfonieën van Schubert en Brahms en van Das Lied von der Erde van Mahler. Van deze componist werkt hij met Het Gelders Orkest aan een registratie van de complete symfonieën. In het seizoen 2010-2011 staan de Derde en de Vijfde op het programma. Daarnaast dirigeert hij een Beethovenprogramma met diens Tweede symfonie en Eerste pianoconcert.
56
Mahler nr. 3
Hermine Haselböck mezzosopraan “Een mezzosopraan met een zeldzaam barnsteengouden gloed in het lage register dat naadloos aansluit bij een trefzeker en helder hoog register,” zo typeerde het invloedrijke tijdschrift Opera now het stemgeluid van de Oostenrijkse zangeres Hermine Haselböck. Zij ontwikkelde haar zangtalent bij grote namen als Rita Streich en Ingeborg Ruß aan de conservatoria van Wenen en Detmold. Maar ook de masterclasses bij Marjana Lipovšek en Christa Ludwig waren voor haar een grote inspiratiebron. Hermine Haselböck heeft tijdens haar carrière een omvangrijk repertoire opgebouwd, waarin opera en oratorium een belangrijke plaats innemen. Zo soleerde zij in een opname van de Mis in As van Schubert met het Oostenrijks Radio Orkest onder leiding van Martin Sieghart. Maar ook het lied ligt haar na aan het hart. Haar debuut-cd met liederen van Alexander Zemlinsky uit 2004 werd bekroond door de Oostenrijkse omroep en het Alexander Zemlinsky Fonds in Wenen. Hermine is een veelgevraagde Mahler-zangeres. Naast vele concerten maakte zij van Das Lied von der Erde een cd-opname.
57
Mahler nr. 3 Ontstaan De Derde symfonie (1896) van Mahler is met haar speelduur van ongeveer 100 minuten zijn omvangrijkste compositie. Er zijn minstens vijftien (!) titellijsten in omloop, variërende van ‘Das glückliche Leben’ tot ‘Die Fröhliche Wissenschaft: Ein Sommermorgentraum’. De overkoepelende grondgedachte is de natuur (de bloemen, de dieren en de mens) en het meta fysische (de engelen, God, de Liefde). Verder opvallend is de scheidslijn tussen het wijds geproportioneerde openingsdeel en de overige vijf delen, wat tenslotte heeft geleid tot de onderverdeling in een ‘Erste’ en een ‘Zweite Abteilung’. Aanvankelijk had de Derde symfonie moeten eindigen met een zevende deel. Daarvan zijn twee titels bekend: ‘Was mir das Kind erzählt’ en ‘Das himmlische Leben’. Later is dit, een al uit 1892 daterend lied op een ‘Wunderhorn’-tekst voor sopraan en piano, verhuisd naar de Vierde symfonie. De muzikale thematiek van de liedfinale van laatstgenoemd stuk treffen we reeds in het tweede – tempo di menuetto – en vijfde deel – ‘Es sungen drei Engel einen süssen Gesang’ – van de Derde symfonie aan.
Bont- en veelkleurigheid Het eerste deel overtreft met zijn speelduur van ruim een half uur alle openingsdelen van Mahlers symfonieën. De resterende vijf delen zijn overzichtelijker van structuur dan de grillige ‘Erste Abteilung’. Zo is er geen groter contrast denkbaar dan tussen het ‘Kräftig. Entschieden’ en het ranke, bekoorlijke menuet, dat wordt gevolgd door een scherzo met twee trio’s. Het vierde deel met altsolo is een zetting van het befaamde ‘Mitternachtslied’ uit Friedrich Nietzsches ‘Also sprach
58
Mahler nr. 3
Zarathustra’, terwijl het hier naadloos bij aansluitende kortste deel – voor altsolo, dames- en jongenskoor plus orkest – is gebaseerd op een tekst uit Des Knaben Wunderhorn. Hierna wordt de symfonie afgesloten door een monumentaal adagio. Opmerkelijk zijn enorme contrasten in sfeer en temperament, de veelkleurigheid, de bontheid en niet in de laatste plaats het confronterende van de talrijke elkaar deels vaak overlappende stijlelementen, uiteenlopend van mars tot koraal en van lied tot dans.
Reine kwart Belangrijk voor de thematische opbouw van het gehele werk is dat de hoofdthema’s hetzij met een reine kwart beginnen dan wel zich rond dit interval ophouden. Dit gaat niet alleen voor Mahlers eigen melodieën op, maar tevens voor de (bijna) citaten, zoals de ‘Weckruf’ waarmee het eerste deel start en die duidelijk herinnert aan het hoofdthema uit de finale van Brahms’ Eerste symfonie. Te denken valt voorts aan een ontlening uit Liszt’s Rhapsodie Espagnole voor piano – beginnend met een dalende opgevulde reine kwart – in de beide ‘Posthoorn’-episodes uit het Derde deel en uiteraard aan het eresaluut naar het Largo assai uit Beethovens Strijkkwartet, opus 135 in het slotadagio. Ook het in het Scherzo geparafraseerde Wunderhornlied Ablösung im Sommer (1888: “Kuckuck hat sich zu Tode gefallen”) heeft het kwartinterval als kern. Het gaat telkens om simpele thematische formules die zich juist daarom prima lenen voor verwerking in een complexe opbouw. Hieruit valt tevens de dwingende samenhang van de symfonie als geheel te verklaren.
Imaginair theater Het eerste deel is zeer theatraal van karakter. Duidelijk is dat de door acht hoorns unisono voorgedragen ‘Weckruf’ het vertrekpunt is waarop de meeste in de symfonie voorkomende melodieën zijn terug te voeren. Het verstommen ervan in de geheimzinnige sonoriteiten van lage koper blazers en grote trom suggereert eerder een slot- dan een beginfase: het is net alsof de muziek al uren aan de gang is, alvorens wij begonnen te luisteren. Tijdens de hieruit ontspruitende en stroef overkomende marsepisode wordt een kolossale energie gebundeld, die tegelijkertijd weer wordt ondermijnd, zo haaks zijn de middelpuntzoekende en -vliedende krachten op elkaar gemonteerd. Deze retoriek van een betoog, dat aan zichzelf dreigt te bezwijken, komt
59
nog dramatischer tot uitdrukking gedurende het gedeelte, waarin een solotrombone een ‘redevoering’ houdt, die echter niet bij zijn stemligging past. De rampzalige gevolgen blijven niet uit en zijn tirade culmineert in een ware explosie van het orkest, op het hoogtepunt waarvan de schrille tonen van de trompet, die al voorheen hoorbaar waren, al het voorgaande teniet doen. Andere marsformules in dit breed ademende deel worden getypeerd door een soort ‘operette’-toon. Tegen het slot van de doorwerking bijvoorbeeld worden er vele verschillende marsontwikkelingen in gang gezet, die elkaar op een zodanige wijze overlappen dat er een ‘polyfonie van gebeurtenissen’ ontstaat.
Breuk Het schijnbaar ‘onschuldige’ menuet is heel gracieus van opzet en laat na de expansieve ‘Erste Abteilung’ aanvankelijk een ontspannen indruk achter. Tot tweemaal toe wordt het echter onderbroken door een stormachtig couplet. Door een muziek die wordt geschraagd door een nerveuze onderstroom, welke op haar beurt het vredige ‘landschap’ bedreigt. In deze passages klinken elementen die uit het reeds gesignaleerde Wunderhornlied Das himmlische Leben afkomstig zijn. Het derde deel kan zowel in termen van een scherzo met twee trio’s worden beschreven als in die van een rondovorm. Opnieuw blijkt dat Mahlers vormconcept even dubbelzinnig is als de muziek en de daarin vervatte beelden. De ondertoon van het scherzando wekt vage associaties met Beethovens Pastorale en de thema’s zinspelen op het kinderlied, met als uitkomst een melodiek die sterk aan ons onbewuste horen appelleert, waardoor het is alsof we de thema’s herkennen zonder er evenwel precies de vinger op te kunnen leggen. Het hoofdthema is een vrije variant van het Wunderhornlied Ablösung im Sommer en biedt een arsenaal aan mogelijkheden tot het ontstaan van afgeleide melodieën en motieven. Heel verrassend is het ogenblik waarop de snit van het geheel zinspeelt op wereldlijke renaissancistische muziek, en wel tijdens de maten die het eind van het eerste ‘trio’ met de rentree van het scherzogegeven verbinden. De ‘trio’s zelf zijn vermaard vanwege het schitterende aandeel van de posthoorn (‘Flügelhorn’), die ‘aus weiter Ferne’ (dus van achter het podium) excelleert in smeltende en uiterst melancholieke melodieën. Deze verliezen zich allengs in een ongrijpbare en nevelige oneindigheid, waarmee tenslotte de overrompelende coda korte metten maakt.
60
Het vierde, vijfde en zesde deel volgen zonder onderbreking op elkaar. Daaruit zou kunnen worden afgeleid, dat dit drieluik de status heeft van een finale, waardoor deze delen een fraai tegenwicht vormen met het extreem lange eerste deel. Deze indruk wordt nog versterkt door de thematische samenhang, die niet alleen met het eerste deel, maar tevens tussen de delen vier, vijf en zes onderling bestaat. In het sobere en indringende gedicht van Nietzsche is de ‘boodschap’ van de symfonie vervat: wanneer de duisternis het diepst is en de tragiek het meest intens, is het moment van de doorbraak naar een nieuwe spirituele dimensie zeer nabij. Het verlangen naar dàt ogenblik is door de dichter prachtig tot uitdrukking gebracht door de zinsnede “Alle Lust will Ewigkeit, will tiefe, tiefe Ewigkeit.” Als ergens de drijfveer van het creatieve proces subliem is verwoord, dan ongetwijfeld hier. Van cruciale betekenis is de pendelende secunde-figuur, die in het eerste deel de oerchaos verbeeldde van waaruit het symfonische betoog in beweging werd gezet. Het motief dat opklinkt bij de woorden “Tief ist ihr Weh” wordt in het Zesde deel nader uitgewerkt. Het vijfde deel, het ‘Armer Kinder Bettlerlied’ kringt rond het onderwerp ‘zonde’ en ‘vergeving’ in het licht van Petrus’ verloochening van Christus en het overtreden van de Tien Geboden. De ‘onschuld’ van het tweede deel, het tempo di menuetto, is nu van een religieus gewaad voorzien, getuige het feit dat de onbekommerde inslag schijn is: na de woorden van de alt “und erbarme dich über mich” krijgt het geheel zelfs de allure van een beklemmende processie. Als contrasterende gedachte fungeert muziek die Mahler later in het teken van de ‘Himmlische Freude’ staande finale van zijn Vierde symfonie zou gebruiken. Deze religieus getinte beeldspraak dient geen doel op zich, maar is een middel om de impressie van gebrokenheid op de luisteraar over te brengen. Juist dit geeft aan die beelden zo’n grensverleggend karakter, en dat strookt volledig met het verborgen ‘programma’ dat aan de symfonie in haar totaal ten grondslag lijkt te liggen en dat men zou kunnen verwoorden als het via een breuk komen tot een nieuwe heelheid.
Mahler nr. 3
Verborgen programma
Vrijheid Het bereiken van laatstgenoemde staat wordt in het afsluitende grootse adagio beschreven. De thema’s van het
61
eerste deel en het ‘Mitternachtslied’ keren hierin niet alleen terug, maar fungeren als spil voor een ontwikkeling waarin de spanningen soms tot het bijna ondraaglijke worden opgevoerd. In Mahlers manuscript staan de volgende zinsneden uit Des Knaben Wunderhorn bij de aanhef van het Adagio neergeschreven: “Vater, sieh an die Wunde mein! Kein Wesen lass verloren sein!” Deze wonderschone muziek is doordrenkt van het besef, dat naarmate het licht het felst is de duisternis het meest nabij is. En speciaal ook dat de duisternis de fase is, welke doorlopen moet worden alvorens dat licht wezenlijk kan worden bereikt. De conclusie is dan ook gewettigd het Adagio niet alleen als een ‘exegese’ van de hele symfonie te zien, maar bovendien als de onontkoombare consequentie van het vierde deel. Het hoofdthema is een haast onverhulde repliek op het reeds genoemde Largo assai uit Beethovens Opus 135 en dat is beslist geen toeval. Zeker niet indien men zich voor ogen houdt dat dit Kwartet tot een groep composities behoort waarin – evenals in Mahlers Derde symfonie – de gebrokenheid nadrukkelijk in het middelpunt staat en de muziek dus als de neerslag kan worden gezien van het proces waarmee vernieuwing gepaard gaat. De voorwaarde voor vernieuwing is per definitie het afsterven van het oude: “Weh spricht; vergeh!”. Alleen dan komt er ruimte voor ‘Lust’. De ‘Lust’ die kan gelden als de kracht die de mens bewust maakt van zijn bestemming, namelijk de ‘Ewigkeit’, lees: de vrijheid in de puurste en meest omvattende zin en die zo glansrijk doorklinkt in de laatste maten van het adagio, waarmee Mahler zijn fenomenale symfonische epos afsluit. Maarten Brandt
CD-voordeel
Zie bladzijde 80-81 voor HGO/Bergmann cd-voordeel.
62
Tekst uit Friedrich Nietzche ‘Also sprach Zarathustra; O Mensch! Gib Acht! Was spricht die tiefe Mitternacht? “Ich schlief, ich schlief-, aus tiefem Traum bin ich erwacht:Die Welt ist tief, und tiefer als der Tag gedacht. Tief ist ihr Weh-, Lust-tiefer noch als Herzeleid. Weh spricht: Vergeh! Doch all’ Lust will Ewigkeit-, -will tiefe, tiefe Ewigkeit!”
Mahler nr. 3
‘Aus tiefen Traum bin ich erwacht’
‘Bimm, bamm, bimm, bamm Es sungen drei Engel’ Tekst uit Des Knaben Wunderhorn Es sungen drei Engel einen süßen Gesang, mit Freuden es selig in dem Himmel klang. Sie jauchzten fröhlich auch dabei: daß Petrus sei von Sünden frei! Und als der Herr Jesus zu Tische saß, mit seinen zwölf Jüngern das Abendmahl aß, da sprach der Herr Jesus: “Was stehst du denn hier? Wenn ich dich anseh’, so weinest du mir!” “Und sollt’ ich nicht weinen, du gütiger Gott? Ich hab’ übertreten die zehn Gebot! Ich gehe und weine ja bitterlich! Ach komm und erbarme dich über mich!” “Hast du denn übertreten die zehen Gebot, so fall auf die Knie und bete zu Gott! Liebe nur Gott in all Zeit! So wirst du erlangen die himmlische Freud’.” Die himmlische Freud’ ist eine selige Stadt, die himmlische Freud’, die kein Ende mehr hat! Die himmlische Freude war Petro bereit’t, durch Jesum und allen zur Seligkeit.
63
Sjostakovitsj nr. 15
Nikolai Alexeev dirigent Natalia Gutman cello
Arnhem
vr. 11 februari (Serie A) Musis Sacrum, 20.15 uur Inleiding Michel Khalifa, 19.15 uur Live cd-opname
Nijmegen
zo. 13 februari (Serie M) De Vereeniging, 14.15 uur Inleiding Michel Khalifa, 13.15 uur
64
Sjostakovitsj nr. 15
Programma Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) Celloconcert nr. 1 in Es, opus 107
zz Allegro zz Moderato- cadenza- pi첫 mosso zz Allegro con moto Pauze
Symfonie nr. 15 in A, opus 141
zz zz zz zz
Allegretto Adagio Allegretto Adagio- allegreto
65
Nikolai Alexeev dirigent De in Sint Petersburg geboren en getogen Nikolai Alexeev studeerde bij Avenir Michailov en vervolgens bij Arvid en Mariss Jansons. Hij werkte enige tijd aan de Kirov Opera als assistent van Yuri Temirkanov en trok in 1982 de aandacht toen hij het Herbert von Karajan Concours te Berlijn op zijn naam schreef. Met het St. Petersburg Philharmonisch Orkest gaf Nikolai Alexeev concerten in o.a. Duitsland, Frankrijk en Amerika. Verder werkt hij regelmatig samen met het Russian National Orchestra, het Staats Academisch Symfonie Orkest en met het Bolsjoi Theater, waar hij jarenlang vaste gastdirigent was. In Nederland dirigeerde hij o.a. het Radio Filharmonisch Orkest, het Residentie Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Koninklijk Concertgebouworkest. Nikolai Alexeev is sinds het seizoen 2002-2003 vaste gast dirigent van Het Gelders Orkest. Hij legt zich bij Het Gelders Orkest vooral toe op het 19de- en 20ste-eeuwse repertoire uit zijn vaderland. In het seizoen 2010-2011 dirigeert hij naast een Prokofjev-programma de Vijfde en Vijftiende symfonie van Sjostakovitsj. Deze beide laatste werken worden ook live op cd vastgelegd als onderdeel van een opname van de complete symfonieÍn van deze componist.
66
Sjostakovitsj nr. 15
Natalia Gutman cello In eerste instantie kreeg Natalia les van haar stiefvader en grootvader. Na haar studie aan het conservatorium in Moskou vervolmaakte zij haar opleiding bij Mstislav Rostropovitsj. Met de eerste prijs op het ARD-concours van München in 1967 begon definitief haar wereldcarrière, waarin zij optrad met grote orkesten als het Koninklijk Concertgebouworkest, het Chicago Symphony Orchestra en de Berliner Philharmoniker. Naast het spelen van de grote solowerken met orkest heeft Natalia Gutman een grote voorliefde voor kamermuziek, waarin zij concerteerde met musici als Martha Argerich, Yuri Bashmet en Svjatoslav Richter. Ook met haar echtgenoot, de violist Oleg Kagan speelde zij, tot zijn overlijden in 1995 veelvuldig samen. Het repertoire van Gutman is zeer uitgebreid en omvat, naast romantische ook moderne composities. Vele Russische componisten schreven werken voor haar, waaronder Alfred Schnittke die zijn Eerste cellosonate en Eerste celloconcert aan haar opdroeg. Samen met haar man Oleg Kagan stichtte Natalia Gutman het Internationale kamermuziekfestival Musikfest am Tegernsee, waar jaarlijks musici van het allerhoogste niveau verschijnen om met elkaar te concerteren. Het inmiddels tot Oleg Kagan Musikfest omgedoopte festival vindt nog steeds elk jaar plaats onder haar bezielende artistieke leiding. Natalia Gutman trad voor het laatst op met HGO in 2006, toen, ook onder leiding van Nikolai Alexeev. Nu geeft zij akte de presence met een celloconcert van Sjostakovitsj, waarvan zij al in 1988 een veelgeroemde opname maakte.
67
Sjostakovitsj nr. 15 Elke keer als je achtergrondinformatie verzamelt over Dmitri Sjostakovitsj, dringt de vraag zich op. Hoe stond de componist nu precies tegenover het Sovjet-regime? De geleerden zijn er nog niet uit. Lange tijd werd ‘Mitja’ door de Russen zelf naar voren geschoven als een ambassadeur van het communisme en socialistisch realisme. Een te gekleurde voorstelling van zaken, zo meende men in het Westen. Toen in 1979 een boek over de componist op de markt kwam, waarin hij geportretteerd werd als een dissident, die met zijn muziek stiekem de totalitaire machthebbers aan de kaak stelde, werd dit aan deze zijde van het (voormalige) IJzeren Gordijn dan ook warm onthaald. Toch bleek ook dit boek ongenuanceerd en onbetrouwbaar. De waarheid zal, zoals zo vaak, wel ergens in het midden liggen. Duidelijk is in elk geval dat Sjostakovitsj steeds weer worstelde met de politieke situatie in zijn land. Toen hij in de jaren dertig met zijn opera Een lady Macbeth uit Mtsensk op de proppen kwam, haalde hij zich de toorn van Stalin op de hals en kwam hij snel met een symfonie als ‘antwoord van een Sovjetkunstenaar op terechte kritiek.’ Hoewel hij daarna verschillende hoge functies kreeg, bleef lange tijd de angst voor de partijleiding bestaan en kon de componist de ene dag op een voetstuk staan om een volgende keer weer in ongenade te vallen. Nadat in 1953 tiran Stalin overleed, leek met de komst van de nieuwe partijleider Nikita Chroetsjov het artistieke landschap in Rusland veel meer te ontdooien. In het voorjaar van 1958 vaardigde men zelfs een nieuw decreet uit dat een ‘historisch’ besluit uit 1948 verving. Schoorvoetend werd toegegeven dat de beoordeling van verschillende componisten (onder wie Sjostakovitsj en Prokofjev) ‘ongefundeerd en ongerechtvaardigd’
68
Sjostakovitsj nr. 15
was. Sjostakovitsj componeerde inmiddels onverdroten verder. Nadat hij met zijn Elfde symfonie uit 1957 veel succes oogstte, schreef hij in 1959 zijn eerste werk voor cello en orkest. Inspiratiebron vormde het Symfonische concert, op. 125 dat Sergej Prokofjev in 1951 had geschreven voor Mstislav Rostropovitsj. De beroemde cellist had in de jaren veertig bij Sjostakovitsj compositie en instrumentatie gestudeerd en was inmiddels bevriend geraakt met de componist, met wie hij herhaaldelijk diens Cellosonate uitvoerde. Rostropovitsj had al eens heimelijk bij Dmitri’s vrouw geïnformeerd hoe hij de componist moest overhalen een concert voor hem te schrijven, waarop zij hem had geadviseerd vooral niets te vragen. Dit bleek te werken: in de zomer van 1959 was het raak en schreef Sjostakovitsj zijn Celloconcert in Es-groot, op. 107 voor de cellovirtuoos; zeven jaar later zou nog een tweede volgen. Naar verluidt studeerde Rostropovitsj opus 107 binnen vier dagen in. Speelde in Sjostakovitsj’ Eerste pianoconcert de trompet een belangrijke bijrol, in het Eerste celloconcert is de hoorn prominent aanwezig. Het vitale eerste deel is – om Sjostakovitsj’ eigen woorden aan te halen – ‘een Allegretto in de stijl van een vrolijke mars’. Een belangrijke rol speelt een motief van vier noten, dat lijkt te verwijzen naar de noten, D – Es– C en H (de Duitse benaming voor de B). Deze noten staan in veel van Dmitri’s werken voor de muzikale handtekening van de componist (D - SCHostavitsj). Geheel anders van toon is het zangerige en elegische tweede deel, dat eindigt met een klankrijke dialoog tussen celesta en de hoge cellotonen. Het derde deel, een uitgebreide lyrische solocadens, leidt naar de levendige en groteske finale, waarin Sjostakovitsj het de solist – zwakjes uitgedrukt – zeker niet gemakkelijk maakt. De eerste vier noten van het deel ervan zouden op een satirische wijze een favoriet lied van Stalin in herinnering roepen. We horen verder een Oosters aandoend rondothema, veel energieke passages en de terugkeer van thematiek uit het eerste deel. In de zomer van 1971 voltooide Sjostakovitsj zijn laatste grote orkestwerk: de Symfonie nr 15, in A-groot, op. 141. Na zijn Tiende symfonie uit 1953, had hij een tweetal symfonieën geschreven met een min of meer programmatische inhoud die verwees naar de revolutiejaren 1905 en 1917 en twee vokaal-symfonische werken. Met nummer 15 besloot Sjostakovitsj zijn indrukwekkende symfonische
69
oeuvre weer met een puur instrumentaal werk. De symfonie is een amalgaam van traditionele symfonische elementen, echo’s van Sjostakovitsj’ eerdere werken, citaten van collega-componisten, een combinatie van tonale en twaalftoonsmuziek, sobere efficiëntie, humor en desolaatheid. Het aanvankelijke idee om een ‘opgewekte’ symfonie te schrijven horen we vooral terug in het vrolijke eerste deel, dat Sjostakovitsj lardeert met motieven uit Rossini’s beroemde Willem Tell-ouverture. De componist beschreef dit Allegretto als een verwijzing naar de kindertijd, en noemde het zelf een ‘speelgoedwinkel’. Roept dit deel Sjostakovitsj Negende symfonie in herinnering, in het ernstige tweede deel klinkt de sfeer van het eerste deel uit diens Zesde door. In een kort Scherzo presenteert de componist een twaalftoonsthema en zet hij met de tonen D, Es, C, H, opnieuw zijn handtekening. Aan het begin van de finale citeert Sjostakovitsj een passage uit Wagners Walküre, die in die opera klinkt als Brünnhilde over de dood zingt: ‘wer mich erschaut, der scheidet vom Lebenslicht’. Het citaat vormt het begin van een introverte afsluiting, die leidt naar een passacaglia – het deel waarin een basthema steeds herhaald wordt. Verder keren eerdere thema’s terug, duikt het motief B-A-C-H (Bachs naam in notennamen) herhaaldelijk op, en passeert een citaat uit Wagners Tristan und Isolde de revue. In het coda speelt het slagwerk een belangrijke rol vlak voor alles voorbij is en de luisteraar met vragen achterblijft. Waarom gebruikte Sjostakovitsj al deze citaten in deze symfonie? Is het werk een uitbeelding van zijn leven van zijn jeugd tot en met de dood? Heeft het werk een verborgen programma? We weten het niet. Niet lang na de voltooiing van de symfonie zou de componist getroffen worden door een tweede hartinfarct. In de jaren die nog volgden zou hij nog slechts enkele werken op papier zetten. Dirk Luijmes
CD-voordeel
Zie bladzijde 80-81 voor HGO/Bergmann cd-voordeel.
70
71
Sjostakovitsj nr. 15
Zigeunerdansen Sascha Goetzel dirigent Liza Ferschtman viool
Nijmegen
do. 17 februari De Vereeniging, 20.15 uur (Serie 1) Inleiding Kees Wisse, 19.15 uur Adoptieconcert Dirkzwager
Enschede
vr. 18 februari Nationaal Muziekkwartier, 20.15 uur
Arnhem
zo. 20 februari (Serie M) Musis Sacrum, 14.15 uur Inleiding Kees Wisse, 13.15 uur
72
Zigeunerdansen
Programma Johannes Brahms (1833-1897) Hongaarse dans nr. 5
Pablo de Sarasate (1844-1908)
Zigeunerweisen
Georges Bizet (1838-1875)
PrĂŠlude uit Carmen
Pablo de Sarasate (1844-1908) Carmen-Fantasie
Pauze
Richard Wagner (1813-1883)
Vorspiel und Liebestod uit Tristan und Isolde
Richard Strauss (1864-1949)
Suite uit Der Rosenkavalier
73
Sascha Goetzel dirigent Het Gelderse publiek kon in december 2009 voor het eerst kennis maken met de Oostenrijkse dirigent Sascha Goetzel, een debuut dat met deze productie geprolongeerd wordt. Goetzel begon zijn carrière als violist bij de Wiener Philharmoniker. Daar ontstond zijn passie voor het dirigeren. Hij studeerde aan de Sibelius Academie onder de vleugels van Jorma Panula en volgde op diens uitnodiging lessen van Seiji Ozawa in Tanglewood. Daarna kreeg hij invitaties van talloze orkesten waaronder het City of Birmingham Symphony Orchestra, het Berliner SinfonieOrchester en het Sjanghai Symfonieorkest om er maar enkele te noemen, en is inmiddels uitgegroeid tot een geliefd gastdirigent. Daarnaast verzorgt hij regelmatig operaproducties bij de Wiener Staatsoper en Volksoper en was te gast in het befaamde Mariinsky Theater in Sint Petersburg. Momenteel is Sascha Goetzel chefdirigent bij het Kuopio Symfonieorkest en het Borusan Philharmonisch Orkest van Istanbul. Tevens verleent hij zijn medewerking aan het Internationales Orchesterinstitut Attergau, een kweekvijver voor talentvolle orkestmusici onder de vleugels van de Wiener Philharmoniker. Tot slot mag vermeld worden dat Sascha Goetzel een succesvol arrangeur is, die onder meer voor Ensemble Wien, Ramòn Vargas en José Carreras heel wat mooie arrangementen op zijn naam heeft staan.
74
Zigeunerdansen
Liza Ferschtman viool 2006 was voor de violiste Liza Ferschtman een bijzonder jaar. In november ontving zij de Nederlandse Muziekprijs 2006. Zelf zei zij daarover in haar dankwoord: “Deze prijs heeft mij het vertrouwen gegeven om mijn vleugels uit te slaan, verder te dromen en meer te durven willen”. De eerste vleugelslagen maakte Ferschtman, dochter van befaamde Russische musici, als vijfjarige onder leiding van Philip Hirschhorn. Later studeerde ze bij Herman Krebbers en volgde masterclasses bij onder meer Igor Oistrach. Ze vervolmaakte haar studie aan het Curtis Institute of Music in Philadelphia. Haar talent en vakmanschap zorgden ervoor dat zij in Nederland en ver daarbuiten een graag geziene en gehoorde soliste werd op de grote concertpodia. Zo had zij in 2008 in het Concertgebouw een serie van vier carte blancheconcerten in de Robeco Zomerconcerten. Daarnaast heeft ze ook haar sporen verdiend met diverse cd’s. Bijzonder was haar opname met de vioolconcerten van de Nederlandse componist Julius Röntgen. Vorig jaar verscheen haar cd met solowerken van Bach en Ysaÿe, een opname die door het befaamde vioolmagazine The Strad warm werd aanbevolen. Al weer enige tijd is Liza Ferschtman artistiek directeur van het Delft Chamber Music Festival, dat haar voorgangster Isabelle van Keulen heeft opgericht en heeft gemaakt tot het belangrijkste kamermuziekfestival van Nederland.
75
Zigeunerdansen De folkloristische muziek was in de 19de eeuw een belangrijke inspiratiebron voor componisten. Het was de eeuw van de ontdekking en bestudering van de culturen van verre landen, van opgravingen, geschiedschrijving en van reislust. De muziek van de zigeuners inspireerde Johannes Brahms tot zijn Hongaarse dansen, de gevierde Spaanse vioolvirtuoos Pablo Sarasate tot zijn beroemde Zigeunerweisen en Georges Bizet tot zijn populaire opera Carmen. Wagner verdiepte zich in Tristan und Isolde in een middeleeuws, en tegelijk – het gaat over de liefde – tijdloos verhaal. En Richard Strauss voert de luisteraar in zijn opera Der Rosenkavalier, waaruit vandaag een suite klinkt, mee naar de vorstelijke balzalen van de rococo.
Johannes Brahms’ Hongaarse Dansen Toen Johannes Brahms voor het eerst een bezoek bracht aan Wenen was hij enthousiast over de volksmuziek die overal in de stad te horen was. Er waren ‘vliegende kapellen’, die van kroeg tot kroeg trokken, en in het Prater trad een Hongaarse dameskapel op waarnaar Brahms graag luisterde. In 1869 ontstonden Brahms’ eerste op bekende melodieën gebaseerde Hongaarse dansen in een zetting voor piano vier handen. Ze werden zo populair dat de componist er nog meer verzamelingen op liet volgen. Enkele dansen heeft de componist in 1874 ook voor orkest bewerkt, waarvan nr. 5 op het programma van vandaag staat. Brahms’ succes werd echter overschaduwd door het protest van Hongaarse musici, zoals de violist Eduard Reményi, die de auteursrechten van de melodieën voor zichzelf opeisten. Onterecht, zoals de met Brahms bevriende violist Joseph Joachim meende: ‘Deze melodieën zijn muzikaal gemeengoed.
76
Zigeunerdansen
Ongetwijfeld heeft Brahms ook een paar daarvan van Reményi gekregen, want ze hielden beiden van Hongaarse muziek. Maar Brahms was sowieso een vlijtige verzamelaar van volkswijsjes en zo’n goede kenner, dat hij het advies van de niet zo precieze Hongaar voor zijn zettingen zeker niet nodig had.’ In Brahms hartstochtelijke Hongaarse dansen manifesteert zich de geest van een tijdperk – een tijdperk waarin de volksmuziek nog deel uitmaakte van een levendige muziekcultuur, waarvan de charme ook door de componisten is ontdekt. De 19de eeuw was ook de eeuw van de virtuozen, van Liszt, Paganini en de in 1844 in Pamplona geboren Spaanse violist Pablo Sarasate. Zijn muzikaal talent had hij misschien van zijn vader meegekregen, die leider was van een militaire fanfare. Sarasates carrière is die van een wonderkind. Op vijfjarige leeftijd leerde hij viool spelen en reeds na drie jaar, op zijn achtste, gaf hij zijn eerste openbare concert. Met de financiële steun van de Spaanse koningin Isabella kon het jongetje aan het Parijse conservatorium zijn studies voortzetten. In 1859 – Pablo Sarasate was toen 15 jaar oud – begonnen zijn tournees door heel Europa; hij veroverde zelfs de harten van het verwende Weense publiek. Sarasates composities, zo ook zijn bejubelde Zigeunerweisen en meer nog zijn Carmen-Fantasie, getuigen van zijn ongelooflijke speeltechniek. Ook weerspiegelen de werken zijn fascinatie voor de folkloristische muziek. In het bijzonder die van de zigeuners, met wier kunst de Spaanse violist en componist al van jongs af aan vertrouwd was. In zijn gepassioneerde Zigeunerweisen en de Carmen-Fantasie naar melodieën uit Georges Bizets gelijknamige opera, heeft hij de zigeuner violisten willen evenaren en wellicht nog willen overtreffen. Carmen behoort tot de weinige opera’s die van de hoogste muzikale kwaliteit en toch erg populair zijn. Deze opera van de Fransman Georges Bizet, zijn beste, fascineert niet alleen door haar meeslepende muziek maar ook door haar exotische decor. De handeling speelt zich af in het Spaanse Sevilla; op straten, in kroegen en in de arena’s van de stierengevechten. Zigeuners, fabriekwerksters, sigarettensmokkelaars, straatjongetjes en stierenvechters bevolken het bonte toneel. Carmen, een mooie temperamentvolle zigeunerin en femme fatale, verleidt twee mannen en wordt op het eind van de opera door een van de twee rivalen neergestoken.
77
De Spaanse sfeer wordt reeds in de Prélude van de opera opgeroepen door pikante Habanera- en Seguidilla-ritmes. De Duitse filosoof Friedrich Nietzsche begroette de opera als een welkome Franse tegenhanger van Wagners zwaar op de hand liggende muziekdrama’s. ‘Deze muziek lijkt me volmaakt. Ze is luchtig, soepel en geraffineerd. Ze is vriendelijk en zweet niet. Het Goede is licht, al het Goddelijke loopt op zachte voetjes.’ ‘Kind! Deze Tristan wordt iets verschrikkelijks! Deze laatste akte!!! Ik vrees dat deze opera verboden wordt.’ Dit schreef Richard Wagner aan Mathilde Wesendonck, zijn tijdelijke geliefde – of het ging om een platonische geïdealiseerde liefde of een werkelijke relatie weet men niet precies. De extatische klanken van Tristan und Isolde, waartoe Mathilde hem heeft geïnspireerd, hebben toch ook een sterke erotische lading. De opera gaat terug op Gottfried von Strassburgs in 1210 geschreven gelijknamige epos. Ongehoorde harmonieën, een zich steeds uitbreidend en nergens aankomend akkoord als uitdrukking van een oneindige Sehnsucht – het zogeheten Tristan-akkoord – kenmerkt het Vorspiel van de opera. Dit Vorspiel is de hele opera in een notendop. Dezelfde harmonieën keren ook in de laatste scène, Isoldes Liebestod, weer terug. Op het Tristan-akkoord, een voortdurend veranderende schimmige klank, borduurden componisten die in de 20ste eeuw op zoek waren naar een nieuwe, atonale klanktaal – zoals Schönberg – voort. Tristan und Isolde is de meest revolutionaire opera die uit Wagners pen vloeide. En wellicht de meest aangrijpende. ‘De volgende keer schrijf ik een Mozart-opera!’ verkondigde Richard Strauss na zijn opera Elektra. Inderdaad is in Der Rosenkavalier niets meer overgebleven van de zware Elektraharmonieën. Alles is welluidendheid, gratie en bekoorlijkheid. De opera uit 1910, die gebaseerd is op een libretto van Hugo von Hoffmannsthal (1874-1929), ontwikkelt zich tot een turbulente komedie. Het vermakelijke verhaal speelt zich af aan een vorstelijk hof in de tijd van de rococo. Het toneelbeeld wordt bepaald door gepoederde en pruiken dragende hovelingen. Een Feldmarschallin en haar jonge minnaar Octavian zorgen voor verwarring in het adellijke wereldje. Octavian heeft zich namelijk, na een liefdesnacht met de Feldmarschallin, bij de onverwachte binnenkomst van baron Ochs von Lerchenau snel als kamermeisje moeten vermommen. Omdat de baron op
78
Christiane Schima
Zigeunerdansen
slag verliefd wordt op dit ‘kamermeisje’ alias de ‘Rosenkavalier’ moet het spel verder gespeeld worden. Strauss heeft uit deze amusante opera 35 jaar na haar ontstaan in 1945 een sprankelende orkestsuite samengesteld.
CD-voordeel
Zie bladzijde 80-81 voor HGO/Bergmann cd-voordeel.
79
HGO/Bergmann cd-voordeel Op deze cd’s krijgt u 10% korting bij Muziekhandel Bergmann in Arnhem. Natuurlijk kunt u ook voor andere werken bij Bergmann terecht. U vindt de winkel op nr. 19 in de Koningstraat in Arnhem, tel. 026-442 30 14 of www.bergmann.nl.
Shostakovich: Symphony No. 5 in D minor, Op. 47 Bergmann cd-voordeel bij ‘Sjostakovitsj nr. 5’
Mark Wigglesworth dirigent BBC National Orchestra of Wales (Label: Bis) Bergmann cd-voordeel bij ‘Kerstconcert Mahler en Beethoven’
Beethoven: Symphonies Nos. 5 & 7
Carlos Kleiber dirigent Vienna Philharmonic Orchestra (Label: DGG)
Kleine Dreigroschenmusik
Bergmann cd-voordeel bij ‘Nieuwjaarsconcert’ Werner Herbers dirigent Ebony Band (Label: Channel classics)
Brahms: Violin Concerto in D major, Op. 77 Bergmann cd-voordeel bij ‘Brahms vs Strauss’ Claudio Abbado dirigent Gil Shaham viool Berliner Philharmoniker (Label : DGG)
80
Mahler: Symphony No. 3 in D minor Bergmann cd-voordeel bij ‘Mahler 3’
Simon Rattle dirigent Brigit Remmert mezzosopraan City of Birmingham Youth Chorus City of Birmingham Symphony Orchestra & Chorus (Label: EMI)
Shostakovich: Symphony No. 15 in A major, Op. 141 Bergmann cd-voordeel bij ‘Mahler nr. 15’
Mikhail Pletnev dirigent Russian National Orchestra (Label: Pentatone)
Sarasate: Carmen Fantasy, Op. 25, Zigeunerweisen, Op. 20 Bergmann cd-voordeel bij ‘Zigeunerdansen’
Placido Domingo dirigent Sarah Chang viool Berlin Philharmonic Orchestra (Label: EMI)
81
Biografie Het gelders orkest Stevig verankerd in de Gelderse en Nederlandse samenleving geeft Het Gelders Orkest een groot aantal concerten per seizoen op de belangrijke podia in Nederland. Het orkest etaleert zich daarnaast graag met tournees en concerten in het buitenland. Daarmee is Het Gelders Orkest een van de meest actieve Nederlandse orkesten, en vervult het een ambassadeursrol zowel in als buiten Nederland. Dit maakt HGO tot ÊÊn van de toporkesten van Nederland. Passie is een sleutelbegrip voor Het Gelders Orkest. Het orkest investeert in de ontwikkeling van creativiteit en dynamiek in de organisatie. Enthousiaste, jonge en getalenteerde musici weten we hiermee aan ons te binden. Naast de vele symfonische concerten geven de speciale kamermuziekconcerten unieke kansen voor de musici en werken we aan de toegankelijkheid van het veelzijdige klassieke repertoire. Deze intieme concerten brengen musici en publiek letterlijk en figuurlijk dichter bij elkaar. Vanuit maatschappelijk oogpunt beschouwt het orkest het als zijn taak om de passie voor live klassieke muziek over te dragen op zowel jong als oud. Daartoe organiseert het orkest jaarlijks een groot aantal familieconcerten, educatieconcerten en speciale participatieprojecten voor amateurs en neemt het jaarlijks meerdere (live) cd’s op. Het orkest voelt zich in zijn missie gesteund door een trouw publiek en een steeds groter wordende groep Vrienden, Partners en Mecenassen. Hoofdsponsor van Het Gelders Orkest is Teijin Aramid B.V.
84
1ste viool
altviool
Cécile Huijnen 1ste 1ste concertmeester Roeland Gehlen 1ste 1ste concertmeester Rémy Baudet 2de 1ste concertmeester Jelena Risti´ c 1ste 2de concertmeester Alexej Pevzner 2de 2de concertmeester Farinaz Kherad Picheh Janneke Roelofs Anna Wiersum Sylvia van der Grinten Aimée Broeders Pieternel van Lent Alexander de Blaeij Melanie Jansen Ewoud Mahler Mara Milkelsone-Mahler
Bart Peters aanvoerder Meintje de Roest aanvoerder Eileen McEwan plv. aanvoerder Elka Berberich plv. aanvoerder Wouter van Ettinger Marieke Wenink Peter van Praagh Wim Traa Jan Willem van der Eyk Marian van den Berg
2de viool Marjolein van Dingstee aanvoerder Cindy Albracht aanvoerder Arthur Orneé plv. aanvoerder Bert Neisingh Saskia Bos Martijn Tjoelker Christien Gerritsen Marjo Finke Wouter Schmidt Michaela van Buuren Mark Levin Eva Bengtsson Boukje Raes Eszter Frauenholz Marte Straatsma
Biografie Het Gelders Orkest
Orkestbezetting
violoncello René Berman solo-cellist Maike Reisener solo-cellist Ran Varon plv. aanvoerder Inge Grevink plv. aanvoerder Liliana Rupp Joke den Heijer Eveline Rosenhart Mariëlla Duindam Agaath Kooistra
contrabas Aristotelis Potamianos aanvoerder Hans Blok plv. aanvoerder Joost Hillen plv. aanvoerder Jacinta Molijn Peter Rikkers
85
fluit
trompet
Peter Verduyn Lunel 1ste fluitist Eveline Poser plv. 1ste fluitist Heleen de Witte Gudrun Bourel piccolo誰st
Tonnie Kievits 1ste trompettist Bob Koertshuis 1ste/plv. 1ste trompettist Jacq Sanders
hobo
Jilt Jansma 1ste trombonist Christian Ansink plv. 1ste trombonist Dick Bolt bastrombonist
Bram Kreeftmeijer solo-hobo誰st Jeroen Soors solo-hobo誰st Arthur Mahler Sigurd Smit
trombone
tuba
klarinet
Arjan Stroop 1ste tuba誰st
Oscar Ramspek 1ste klarinettist Arno Stoffelsma plv. 1ste klarinettist Irene Teepe
slagwerk
fagot Mette Laugs 1ste fagottist Joop Bremer
hoorn Stefan Blonk 1ste hoornist Laurens Woudenberg 3de/plv. 1ste hoornist Syta IJpma Kirsten Jeurissen Jose Luis Sogorb Jover
86
Mark Voermans 1ste paukenist/ aanvoerder slagwerk Peter Wolterinck plv. 1ste paukenist/ 1ste slagwerker Jan Roel Hamersma
harp Diana de Vries 1ste harpist
Concertagenda Sjostakovitsj nr. 5 Apeldoorn
do. 9 december (II-3) Orpheus, 20.00 uur
Inleiding door Jacob Jansen om 19.15 uur € 17,50 | € 31,Kaartverkoop: 0900 - 123 01 23 of www.orpheus.nl
Arnhem
vr. 10 december (B3) Musis Sacrum, 20.15 uur
Inleiding door Jacob Jansen om 19.15 uur € 17,50 | € 32,50 | CJP/tot 16 jaar 50% korting Kaartverkoop: 026 - 443 73 43 of www.musissacrum.nl
Kerstconcerten
Beethoven en Mahler Arnhem
do. 16 december (WW) Musis Sacrum, 20.15 uur
Inleiding door Jacob Jansen om 19.15 uur € 23,50 | € 37,50 | CJP/tot 16 jaar 50% korting Kaartverkoop: 026 - 443 73 43 of www.musissacrum.nl Adoptieconcert Stichting Partners
Nijmegen
za. 18 december (1-2) De Vereeniging, 20.15 uur
Voorprogramma: Het Groot Gelders Mahler Strijkorkest, 19.15 uur € 22,50 | € 37,50 | CJP/tot 16 jaar 50% korting Kaartverkoop: 024-322 11 00 of www.keizerkarelpodia.nl
87
Apeldoorn
zo. 19 december (I-3) Orpheus, 16.00 uur
Inleiding door Jacob Jansen om 15.15 uur € 17,50 | € 31,Kaartverkoop: 0900 - 123 0123 of www.orpheus.nl
Arnhem
zo. 26 december (M3) Musis Sacrum, 14.15 uur
€ 22,50 | € 37,50 | CJP/tot 16 jaar 50% korting Kaartverkoop: 026 - 443 73 43 of www.musissacrum.nl
Familieconcert
Het verhaal van de soldaat Arnhem
di. 21 december Musis Sacrum, 14.15 uur
€ 7,50 tot 16 jaar | € 22,50 Kaartverkoop: 026 - 443 73 43 of www.musissacrum.nl
Apeldoorn
wo. 22 december Orpheus, 14.15 uur
€ 10,- tot 16 jaar | € 15,Kaartverkoop: 0900 - 123 0123 of www.orpheus.nl
Koorbegeleiding
Weihnachts Oratorium Nijmegen do. 23 december De Vereeniging, 20.15 uur
€ 25,25 CJP/Collegekaart | € 27,50 Kaartverkoop: 024 - 322 11 00 of www.keizerkarelpodia.nl
Nieuwjaarsconcerten Arnhem wo. 5 januari Eusebiuskerk, 19.45 uur (besloten concert)
Apeldoorn
do. 6 januari (I-4) Orpheus, 20.00 uur
Inleiding door Jochem van der Heide om 19.15 uur € 17,50 | € 31,Kaartverkoop: 0900 - 123 0123 of www.orpheus.nl
88
Doetinchem
vr. 7 januari (D3) Schouwburg Amphion, 20.00 uur
Inleiding door Jochem van der Heide om 19.00 uur € 27,50 | CJP/tot 12 jaar € 16,Kaartverkoop: 0314 - 376 000 of www.amphion.nl
Nijmegen
za. 8 januari (2-2) De Vereeniging, 20.15 uur
Inleiding door Jochem van der Heide om 19.15 uur € 17,50 | € 32,50 | CJP 50% korting Kaartverkoop: 024 - 322 11 00 of www.keizerkarelpodia.nl Vriendenarrangement
Arnhem
wo. 12 januari (WW) Musis Sacrum, 20.15 uur
Inleiding door Jochem van der Heide om 19.15 uur € 20,- | € 32,50 | CJP/tot 16 jaar 50% korting Kaartverkoop: 026 - 443 73 43 of www.musissacrum.nl
Ede
do. 13 januari (E2) Cultura, 20.15 uur
Inleiding door Jochem van der Heide om 19.15 uur € 23,50 | CJP € 18,Kaartverkoop: 0318 - 672 800 of www.cultura-ede.nl
Zutphen
vr. 14 januari (Z3) Hanzehof, 20.00 uur
Inleiding Jochem van der Heide om 19.00 uur € 25,50 Kaartverkoop: 0575 - 51 20 13 of www.hanzehof.nl
Winterswijk
za. 15 januari (W1) Theater De Storm, 20.15 uur
Inleiding door Jochem van der Heide om 19.30 uur € 28,50 Kaartverkoop: 0543 - 51 92 85 of www.theaterdestorm.nl
Te Gast:
Njo Symfonieorkest Arnhem zo. 16 januari Musis Sacrum, 14.15 uur
€ 17,50 | € 32,50 | CJP/tot 16 jaar 50% korting Kaartverkoop: 026 - 443 73 43 of www.musissacrum.nl
89
Familieconcert
Kleurige klanken Nijmegen za. 22 januari De Vereeniging, 16.00 uur
€ 7,50 t/m 16 jaar | € 22,50 Kaartverkoop: 024 - 322 11 00 of www.keizerkarelpodia.nl
Arnhem
zo. 23 januari Musis Sacrum, 14.15 uur
€ 7,50 tot 16 jaar/CJP | € 22,50 Kaartverkoop: 026 - 443 73 43 of www.musissacrum.nl
Brahms vs Strauss Nijmegen vr. 28 januari (1-3) De Vereeniging, 20.15 uur
Inleiding door Jacob Jansen om 19.15 uur € 17,50 | € 32,50 | CJP 50% korting Kaartverkoop: 024 - 322 11 00 of www.keizerkarelpodia.nl Relatieconcert Stichting Partners Instapconcert*
Arnhem
zo. 30 januari (M4) Musis Sacrum, 14.15 uur
Inleiding door Jacob Jansen om 13.15 uur € 17,50 | € 32,50 | CJP/tot 16 jaar 50% korting Kaartverkoop: 026 - 443 73 43 of www.musissacrum.nl Instapconcert*
Mahler nr. 3 Apeldoorn
do. 3 februari (II-4) Orpheus, 20.00 uur
Inleiding door Maarten Brandt om 19.15 uur € 17,50 | € 31,Kaartverkoop: 0900 - 123 0123 of www.orpheus.nl
Arnhem
vr. 4 februari (B4) Musis Sacrum, 20.15 uur
Inleiding door Maarten Brandt om 19.15 uur € 22,50 | € 37,50 | CJP/tot 16 jaar 50% korting Kaartverkoop: 026 - 443 73 43 of www.musissacrum.nl Live cd-opname
90
Nijmegen
za. 5 februari (2-3) De Vereeniging, 20.15 uur
Inleiding door Maarten Brandt om 19.15 uur € 22,50 | € 37,50 | CJP 50% korting Kaartverkoop: 024 - 322 11 00 of www.keizerkarelpodia.nl
Sjostakovitsj nr. 15 Arnhem vr. 11 februari (A3) Musis Sacrum, 20.15 uur
Inleiding door Michel Khalifa om 19.15 uur € 17,50 | € 32,50 | CJP/tot 16 jaar 50% korting Kaartverkoop: 026 - 443 73 43 of www.musissacrum.nl Live cd-opname
Nijmegen
zo. 13 februari (M2) De Vereeniging, 14.15 uur
Inleiding door Michel Khalifa om 13.15 uur € 17,50 | € 32,50 | CJP 50% korting Kaartverkoop: 024 - 322 11 00 of www.keizerkarelpodia.nl
Zigeunerdansen Nijmegen
do. 17 februari De Vereeniging, 20.15 uur (1-4)
Inleiding door Kees Wisse om 19.15 uur € 17,50 | € 32,50 | CJP 50% korting Kaartverkoop: 024 - 322 11 00 of www.keizerkarelpodia.nl Adoptieconcert Dirkzwager
Enschede
vr. 18 februari Nationaal Muziekkwartier, 20.15 uur
€ 10,50 | € 36,50 Kaartverkoop: 053 - 485 85 00 of www.muziekkwartier.nl
Arnhem
zo. 20 februari (M5) Musis Sacrum, 14.15 uur
Inleiding door Kees Wisse om 13.15 uur € 17,50 | € 32,50 | CJP/tot 16 jaar 50% korting Kaartverkoop: 026 - 443 73 43 of www.musissacrum.nl
* Instapconcert ‘Muzikale proeverij’ Een speciaal arrangement voor nieuwkomers. Kijk op www.hetgeldersorkest.nl/concerten/instapconcerten
91
Colofon Gehoord is een uitgave van Het Gelders Orkest
Samenstelling en eindredactie:
Marco van Es, Christine Fleischhacker, Het Gelders Orkest Vormgeving: Buro voor de Boeg, Rotterdam
Aan dit nummer werkten mee: Maarten Brandt, Frits de Haen, Dirk Luijmes, Christiane Schima, Stephen Westra, Kees Wisse en Willemijn Brakenhoff.
Fotografie: Marco Borggreve, Steven Walthem, Bokkie Vink, Eneharry, J.F. Leclercq, Guy Vivien, George Wellmans, Kurt Pinter, Beni Kaufmann en Nic Limper. Bureau Het Gelders Orkest Postbus 1180 6801 BD Arnhem telefoon 026 - 789 01 30 e-mail: info@hetgeldersorkest.nl www.hetgeldersorkest.nl Š Het Gelders Orkest, Arnhem, november 2010
92
25 50V777 Omslag 7_004
04.05.2009 13:19:59
Pdf_Moni
The best things in life are created in harmony Working together as a real team not only makes the work itself more pleasurable, it delivers a better end product every time. In music and in business. That’s why Teijin Aramid, one of the worlds biggest producers of the ultra strong, lightweight and sustainable aramid fiber focuses on partnership with its customers. To create the best and most sustainable solutions. Time and time again. Teijin Aramid is the main sponsor of the Arnhem Philharmonic Orchestra since 2002.
www.teijinaramid.com