13 minute read

Typisch Den Bosch

Next Article
Straatpraat

Straatpraat

Eric Alink is journalist en stadschroniqueur van Den Bosch. In ieder nummer van THUIS gaat hij in op een typisch Bossche plek, gebouw of gebruik. Net wat opvalt. En wat Den Bosch tot Den Bosch maakt.

Straatnamen (1)

Zeggen straat- en wijknamen iets over haar bewoners? Ik vermoed van wel. In Monnickendam vind je de Mauwlaan, in Katwijk de buurt Tranendal en in Eindhoven de Vrijstraat, waar veel kinderen schijnen te wonen. Andere adressen die nieuwsgierigheid wekken: de Guus Gelukstraat in Almere, de Verdrietweg in Brakel en het steegje Tussen Hel en Vagevuur in Enkhuizen. Wat in Nederland ontbreekt, is de Liefdestraat. Die vind je alleen in de Belgische stad Tienen. Meer vrolijks bij de zuiderburen: de Kwalletjesdreef, de Bekaflaan en de Zondernaamstraat. Ook de stadsplattegrond van Den Bosch is een feest. Hier vind je het Peter de Gekstraatje, een steegje tussen Orthenstraat 65 en 67, dat zijn naam dankt aan een merkwaardige stadshuisbediende uit de zeventiende eeuw. Mooi is ook straatnaam De Diepte op Noord, want oppervlakkigheid is er al genoeg in het leven. Verder kreeg ik als scholier – het is waargebeurd – een van m’n eerste hartstochtelijke zoenen in het Paradijsstraatje, dat halverwege de Verwersstraat ligt. Die liefde heeft bijna vijf jaar geduurd, tot zij in een appel beet. Maar niet alleen relaties kunnen vergankelijk zijn, ook namen van straten. Eentje die naar groene zeep en schrobborstels rook, was de Huisvrouwenstraat, vlakbij het Prins Hendrikpark. In 1977 is ze gesloopt. Tijd voor de Huismannenstraat? De mooiste Bossche straatnaam vind ik Het Rechte Pad, dat langs het Paleis van Justitie loopt. Het Rechte Pad is smal, maar daarvoor waarschuwden kerkelijke leiders al. Blijkbaar is het nog steeds moeilijk om op Het Rechte Pad te blijven, want naast het straatnaambordje hangt een grote beveiligingscamera. Nog een minpuntje: het Rechte Pad is louter voor voetgangers en fietsers. Dat is spijtig voor automobilisten die zich aan de wet willen houden. Mocht u zich een keer vervelen: zoek een stadsplattegrond en dwaal met uw ogen langs straten, singels, lanen, pleinen en wegen. Als een naam u niets zegt, zoek hem dan op. Maak er een familiespel of quiz van. Keuze in overvloed, want Den Bosch telt inmiddels 2.102 straatnamen. Een suggestie voor straatnaam 2.103: de Ik Wil Hier Nooit Weg.

‘Wij willen bewoners van de Kloostertuin samenbrengen’

In 1836 kwam Mieke de Bref als eerste zuster naar het Sint-Jozefklooster in Schijndel. Anno 2020 staat aan de Mieke de Brefstraat appartementencomplex Kloostertuin. Het oogt van buiten én binnen als een modern klooster. Er is een prachtige tuin en er zijn gemeenschappelijke ruimtes die uitnodigen tot samenzijn. Eens bedoeld voor de zusters, nu een wens van de bewoners. We spreken Jan, Corrie en Rien, leden van de bewonersvereniging Kloostertuin. “Een van de belangrijkste doelen van onze vereniging is om mensen samen te brengen.”

Samen leven

Het kloosterleven gaat om samen leven. Een aantal jaar leefden ‘gewone’ bewoners en zusters samen in het nieuwe complex Kloostertuin. Maar, zodra in het oude klooster – het ‘Moederhuis’ – ruimte vrijkwam nam een van de zusters uit het appartementencomplex die plek in. Inmiddels zijn alle zusters teruggekeerd naar het Moederhuis. “Met de ene zuster hadden we wat meer dan met de andere,

maar dat is normaal”, geeft Jan aan. “Nu is het contact met de zusters eigenlijk helemaal weg.” De bewonersvereniging gaat daarom op zoek naar een nieuw gevoel van samenzijn in de Kloostertuin.

Gemeenschappelijke ruimtes

Het complex is ervoor gemaakt. Corrie, Jan en Rien laten ons een van de gemeenschappelijke ruimtes zien. Die doet denken aan een kapel. Een kastje en een tafel met wat stoelen vormen de inrichting. Op de tafel liggen een paar tijdschriften en staat een Kletspot – een pot met kaartjes met vragen die je elkaar kunt stellen om in gesprek te komen. “Als we hier stroom zouden hebben, gingen we hier vaker zitten”, zegt Jan. “Stel ik zet hier koffie en zit hier met mijn krantje, dan krijg ik zeker aanloop.” Maar voorlopig zitten de stopcontacten op slot. Jammer, vindt Jan. “Ik wil best verantwoordelijk zijn voor het sleuteltje van zo’n stekkerdoos. Dan draai ik het als we hier klaar zijn weer op slot.” En daar proberen ze BrabantWonen al een tijdje van te overtuigen. >

Nieuwe bewonersvereniging

Reden genoeg voor Jan om een bewonersvereniging op te richten. “Wij willen meedenken, plannen maken”, legt hij uit. “We hadden al een nieuwjaarsreceptie. En we denken aan kaartavonden en bingo.” Maar er zijn ook andere ideeën. “Ik hou van koken, dus ik zou best in een gemeenschappelijke ruimte een warme lunch willen maken voor de oudere bewoners”.

Samen in de tuin

“In de tuin kunnen we ook meer samen doen. Bijvoorbeeld met een jeu de boulesbaan”, vervolgt Jan. “En met meer plantenbakken. Hoge, zodat de vaak oudere bewoners ze zelf kunnen onderhouden.” De bankjes die er nu staan, worden eigenlijk niet gebruikt. “Ze staan ver uit elkaar. Dat is onhandig. Liever zien we ze samen, met een tafel erbij. Een van de bewoners, Sjef, laat zien dat dat werkt. Hij zet bij mooi weer zijn tafel en tuinstoelen op het gras. Vaak komen mensen dan even bij hem zitten.”

Een nieuwe gemeenschap

Het voorbeeld van Sjef laat zien dat de bewoners van de Kloostertuin al een mooie gemeenschap vormen. Corrie, Rien en Jan kunnen samen van ieder appartement opnoemen wie er wonen. Ze nemen ons mee op een rondje door het complex en stellen ons voor aan Riek, een van de oudste bewoners. Riek woont naast Marietje, die ongeveer van dezelfde leeftijd is. “Ik doe veel samen met Marietje”, vertelt Riek. “Wij hebben nog samen op de huishoudschool gezeten. Toen Marietje aan het verhuizen was, ben ik even binnengelopen. Ze sprong een gat in de lucht toen ze erachter kwam dat ik haar nieuwe buurvrouw was.”

‘We hoeven ook weer niet alles te delen’

We zitten een poosje in het appartement van Jan en Corrie. Het valt het op dat de afzuiging aan staat. “Dat is om de knoflookgeur van de buren buiten te houden,” vertelt Corrie. Ze staat op om de afzuiger uit te zetten. “We werden een keer in de ochtend wakker van de geur van knoflook in het appartement”, legt Jan lachend uit. “Toen ben ik even beneden gaan vragen of er gekookt werd. Niet erg, natuurlijk, maar we hoeven ook weer niet alles te delen.” Corrie is net gaan zitten als de knoflookgeur inderdaad merkbaar wordt. “Hm”, zegt ze, terwijl ze weer opstaat, “ik zet hem toch maar weer even aan!”

Een warm afscheid

Terwijl we bij Riek staan te praten, komen er een aantal andere bewoners langs. Met iedereen maken we een praatje. Het is duidelijk dat de bewoners van de Kloostertuin veel voor elkaar over hebben. De sfeer in het complex is rustig en harmonieus – net als in een klooster. Terug in de hal voor ons afscheid kijken we nog eens goed om ons heen. We zien een tafeltje met Paasthema en vrolijke versieringen aan de muur. Ze staan symbool voor het ontstaan van het nieuwe samenleven in de Kloostertuin. “Mooi hè”, zegt Jan trots. “Zo brengen we hier samen wat leven. Jullie zijn altijd welkom om het nog eens te komen bekijken.”

Contactloos repareren

Het is begin april 2020. De afdeling dagelijks onderhoud van BrabantWonen is verlaten. Je kunt er een speld horen vallen. De planners zitten thuis. De vakmannen ook. Alleen voor spoedreparaties gaan zij op pad. Maar even verderop, bij het servicebureau, blijven de telefoontjes gewoon binnenkomen. Thuis volgt John de groeiende berg reparatieverzoeken. “Na de eerste maatregelen tegen corona was er vooral onrust en drukte. Toen werd het heel stil.”

Lege planning, leeg kantoor

“Het was echt vreemd. Op de afdeling dagelijks onderhoud is eigenlijk altijd druk. Vakmannen beginnen hun dag samen met een kopje koffie. De rest van de dag klinken telefoontjes met bewoners. We praten met aannemers. Chauffeurs komen bestellingen brengen bij het magazijn. Maar in april was de planning leeg, en zat iedereen thuis”, vertelt John.

Stilte voor de storm

Het was de stilte voor de storm. Dat merkte John begin mei, toen het team weer op gang kwam. “Ineens moest de planning weer gevuld worden. Dat was echt heel hectisch. Zoiets heb ik nog niet eerder meegemaakt. Ik ben heel trots op ons team. We belden op een dag soms met wel 350 bewoners. Ik ben blij dat de planning nu weer lekker vol zit. En dat reparatieverzoeken meestal weer snel worden opgepakt.”

Veel begrip

“Gelukkig was er veel begrip bij bewoners”, vertelt John. “De meesten vonden de duidelijkheid fijn: even helemaal geen reparaties, dat is helder. Maar er waren ook vragen, zoals: wanneer komen jullie dan wel? Het antwoord op die vraag konden we niet altijd geven.”

Nieuwe normaal

Nu draait het team weer bijna als normaal. Nou ja, een nieuw normaal. Bewoners merken dit als ze een reparatieverzoek doen. John: “We stellen bewoners een aantal keer controlevragen: wanneer ze een verzoek doen, zodra we een afspraak plannen, en als de vakman bij hen thuis komt. De vakmannen hebben hesjes aan. En ze nemen pionnen mee, en desinfectiemiddelen. Wanneer de vakman aan het werk is, vragen we bewoners om in een andere ruimte te blijven. Contactloos repareren noemen we dat.”

Blijf op de hoogte Wanneer de richtlijnen van het RIVM veranderen, passen wij onze dienstverlening aan als dat nodig is. Kijk voor de laatste stand van zaken over onze dienstverlening op onze website.

Huurverhoging nodig om te bouwen aan de toekomst

De jaarlijkse huurverhoging viel dit jaar middenin coronatijd. Dat voelde voor veel mensen tegenstrijdig. Onze directeur Rob Bogaarts begrijpt dat. Hij legt uit: “De crisis komt hard aan, vooral bij zelfstandigen en mensen die hun baan kwijtraakten. Een klein groepje huurders kreeg daardoor plotseling te maken met minder of zelfs helemaal geen inkomen. Dan helpt een algemene maatregel zoals het afschaffen van de huurverhoging niet. We kozen voor maatwerk en zochten samen met deze mensen naar een oplossing die bij hen past, zoals een betalingsregeling.”

Per 1 juli ging de huurverhoging dus toch door. “Dat is nodig”, vertelt Rob, “om te kunnen blijven investeren in de woningen. De coronacrisis is nog lang niet voorbij en we moeten ook naar de toekomst blijven kijken. Er is een lange wachtlijst van mensen die op zoek zijn naar een goede en betaalbare woning. Daarom moeten we blijven bouwen. En de huizen die er al zijn duurzamer maken, bijvoorbeeld met zonnepanelen en isolatie. Maar dat wordt elk jaar een beetje duurder, omdat álles duurder wordt door inflatie.”

Wel hielden we de huurverhoging zoals altijd zo laag mogelijk. Verreweg de meeste huren verhogen we alleen met de inflatie. “We denken op deze manier het beste voor iedereen te kunnen doen. We blijven in contact met mensen die het door deze coronacrisis financieel heel moeilijk hebben en werken tegelijkertijd aan meer goede woningen voor iedereen.”

Geldproblemen? Meld het op tijd. We komen er samen uit! Wat kunnen mensen doen die door de crisis de huur niet kunnen betalen? Rob: “Mensen die in de problemen komen, doen er goed aan om ons te bellen. Hoe eerder, hoe beter. Dan gaan we samen op zoek naar oplossingen.”

Net waar je van hou(d)t

Bijzonder houten woonproject aan de Mozartsingel

Aan de Mozartsingel in ’s-Hertogenbosch start in november dit jaar de bouw van een bijzonder woonproject voor jongens en meiden met een beperking. In het gebouw komen achttien appartementen over twee verdiepingen, met gemeenschappelijke woonruimten en 24-uurs begeleiding. Zes van de appartementen zijn speciaal ontworpen voor mensen met een rolstoel.

Het gebouw is bijzonder vanwege de woonvorm, maar ook omdat we het helemaal circulair ontwikkelen – we hergebruiken zoveel mogelijk bouwmateriaal. In het project werken we stevig samen met woonzorgstichting WonenZoals, WY.architecten, Hendriks Coppelmans Bouwgroep en verschillende adviseurs. Na de zomerv akantie volgend jaar verwachten we de bewoners én hun begeleiders welkom te kunnen heten.

Warme uitstraling

Bij een gebouw denk je al snel aan gewapend beton en baksteen. In dit geval onterecht, want zowel de dragende constructie als de gevel van dit nieuwe gebouw bestaat voor het grootste deel uit houtelementen van Cross Laminated Timber (CLT). Dat bestaat uit ‘geweven’ lagen hout die net zo sterk, of zelfs sterker zijn dan beton! Behalve stevigheid, heeft het als voordeel dat het goed isoleert en een warme uitstraling heeft. Het woonproject krijgt daarnaast regenwateropvang, waarmee bijvoorbeeld de toiletten worden doorgespoeld. Verder krijgt het dakbedekking van gerecycled bitumen en isolatie van houtvezel. En een gevel met koud gevormd keramisch materiaal van snoeiafval van Nederlandse bomen. Het worden Nul Op De Meterwoningen, dus het gebouw gaat net zoveel energie opwekken als de bewoners verbruiken.

Samen met de buurt

WonenZoals en gemeente ’s-Hertogenbosch selecteerden uit vijf mogelijke locaties de meest ideale plek voor het project. Daarna organiseerden de gemeente en BrabantWonen buurtbijeenkomsten om samen met omwonenden tot het beste ontwerp te komen. De architect maakte een maquette met appartementenblokjes, waaruit drie opstellingen kwamen. Deze werkten we uit op papier. Projectleider Marijn van Zelst, die ook betrokken is bij kernteam Duurzaamheid binnen BrabantWonen: “Zo’n intensief voortraject maakte ik nog niet eerder mee. Meestal beginnen we een project met de stedenbouwkundige en is de huurder er pas later bij betrokken. Maar de reacties van de betrokken mensen zijn heel bijzonder, we kregen vrijwel iedereen mee in de plannen. Ook buurtbewoners geven nu al aan: ‘als er een openingsfeestje is zijn we van de partij’.”

‘De reacties van de betrokken mensen zijn heel bijzonder’

Hans van den Elzen, Hendriks Coppelmans Bouwgroep

“De basis voor dit woonproject ligt bij een groep ouders. We begonnen WonenZoals omdat we iets te zeggen willen hebben over waar en met wie onze kinderen komen te wonen. We wilden niet afhankelijk zijn van in welke woonvoorziening een plekje vrijkomt. Met de gemeente kwamen we na veel wikken en wegen tot deze locatie: vlakbij winkels, cafeetjes en een park. Ook bij keuzes voor het ontwerp hebben we veel overlegd. De jongeren in een rolstoel krijgen een ruimer appartement dan de ‘lopers’. We letten op de breedte van de deuren en gangen, hoge en lage keukens, maar denken ook na over hoeveel parkeerplaatsen nodig zijn. Samen met de architect, aannemer, adviseurs en BrabantWonen bekijken we uitgebreid wat we willen en wat kan binnen de kaders. Uiteraard kijken onze kinderen ook mee. Of ze ernaar uitkijken? Mijn zoon kan niet wachten!”

“Bij de meeste projecten met woningcorporaties krijg je pas met bewoners te maken bij de oplevering of in de nazorg. Het leuke aan deze samenwerking is dat je vanaf het begin weet voor wie je het doet. We kijken ook of we de jongeren kunnen betrekken in het bouwtraject, of ze bijvoorbeeld mee kunnen werken als ze dat leuk vinden. Het woonproject is een hele mooie uitdaging, omdat het helemaal van hout is en we voor ieder onderdeel bekijken wat de meest duurzame oplossing is. Ik verwacht dat we in de toekomst meer in hout gaan bouwen. Niet alleen voor noodunits, zoals je nu vaak ziet. Hout is serieus constructiemateriaal met een warmere uitstraling. En architecten kunnen er iets bijzonders van

Frank Vos, WonenZoals

maken.”

Sander Leistra, WY.architecten

“We werken volgens een circulaire aanpak. Die vraag kregen we niet direct, dat is in het proces zo ontstaan. Marijn van BrabantWonen heeft zich ervoor ingezet om dit project anders dan op de traditionele manier aan te pakken. Uiteindelijk moet je het gewoon dóén. Maar ik zeg ook eerlijk: zo’n project vergt heel veel uitzoekwerk. Je hebt te maken met technische en veiligheidseisen, aanpassingen die speciaal voor deze doelgroep nodig zijn en met het feit dat het om sociale huurwoningen gaat. Dan kun je niet kiezen voor te dure oplossingen. Van het resultaat verwacht ik dat er volgende zomer een open en optimistisch gebouw staat. We houden het houtwerk zoveel mogelijk zichtbaar: in de ontmoetingshal, de woonkamer en zelfs in de woningen werken we het plafond alleen af met een lichte beits. We zijn virtueel in 3D alvast door het gebouw heengelopen; het geeft een warme en prettige sfeer. De jongeren wonen straks op een hele mooie plek!”

This article is from: