Nachtvlinder
Lynn van hoof Uitgeverij De Onderste Plank
Dit is een proefversie van de dichtbundel “Nachtvlinder� door Lynn Van Hoof. Indien u vragen heeft over deze bundel, of op de hoogte wil blijven van deze bundel contacteer ons via Gabriel@lowar.com .
1
Woorden Bloeden Ik probeer mijn woorden Te vinden in de wind der Vergetelheid, maar bedenkt. Is het mogelijk onuitgesproken Woorden tot legenden te kneden Nog voor ze uitgevonden zijn? Laat nevelen misschien Nog even hangen, eenzaam Staart een woord de wereld In. Liefde. Ach, niemand Kent je. Kent mij. Mijn Pijn. Geheimen. Tranen Woorden willen, misschien Kunnen, uitdrukken. Voelen. Gevoelens. Het meisje kijkt op. Liefde Staart haar aan. Lege Ogen. Bloed sijpelt Langs handen Op leeg papier.
Als raaf zo zwart Ik zal mythen verkrachten, helden doen vallen en goden temmen. Het haviksoog zal sluiten, de hamer niet meer bliksemen en de brandende struik dooft. De witte duif wordt als raaf zo zwart.
Prinselijk vergeten Prinsje Onschuldig veertje Neerdwarrelend in de leegte Beroofd van eigenheid Prinsesje Lieflijk madeliefje Wiegend in het dorre Opgelost in vergetelheid Zie de kleuren De misselijke grijns Verborgen. Zie Maar kijk niet Hoor de noten De blikkerende tanden Gevijld. Hoor Maar luister niet Vergeet dromen Droom vergissingen Vergis het vergeten Vergeet te dromen Prinsje pijn Prinsesje venijn Droom niet Vergeet alles.
Het Einde Engelen zuchtend onder het gewicht Van een verziekte Aarde. God, hij kijk niet meer om naar zijn discipelen. Zij vieren het feest van de geboorte van zijn zoon, maar zien niet de pijn die heerst. Vermoorde zonen, verkrachte dochters en niemand, maar geen ziel, die denkt Het is gedaan met de schoonheid.
Goede avond Goedenavond, avond. Slok me op als de blinde haai. Verberg me als een kloek, moeder. Vergeef me als een dementievergissing. Laat me als een tranenrivierdal. Verstik me als de avond. Goede avond.
Diamanten Droog mijn tranen en draag ze als Diamanten naar warme kussens en frisse cocktailglazen naar stille gronden en flikkerende kleurschakeringen naar hoge dromen en verre waarheden naar diepe waters en Spiegelbeeldrimpels naar klassieke tijden en gevorderde toekomsten naar groten der aarde en hopende wensputten om ze dan neer te leggen in het zand van die ene plaats waar ik nooit was.
Stil Water Ik ben geen stil water ook niet zoet. Ik ben wel diep, donker, diep doods. Mijn strand is bezaaid met oliegestikte vogels die ik weg wil spoelen. Mijn water reflecteert al lang geen zon meer, maar verblindt zijn eigen pracht
Ruiter In het koninkrijk van de ruiter kent niemand het gezicht Hij voert zijn ros langs korte paden en lege stegen Het gedreun kaatst langs muren en vindt een weg Draagt verder het loden hart in het koninkrijk van de ruiter kent niemand het gezicht.
2
Spiritus Amicis Nooit heb ik begrepen Waarom het Opperwezen Je tien jaar geleden De adem benam Misschien wist Hij niet Wat jij betekenen kon Of dat jouw heengaan Een tranendal ontketenen zou Ik heb Hem er voor gehaat Nog steeds wil ik Zijn naam Niet horen, noch uitspreken Want Hij nam je van ons af Zoals Hij zovelen afneemt, Afgenomen heeft en afnemen zal Misschien weet Hij niet Hoe hard onze geliefden Door ons gemist worden.
Kleine ster Ze zeiden: 'Het leven gaat voort' Nee, het staat stil, moeilijk onder woorden te brengen niet weg te slikken. Je moest te vlug weg en liet ons vragend achter Bang dat je ons vergeten zou. Een kans kregen we niet We weten niet Hoe je ging zijn koppig, speels of vrolijk? We weten het niet Maar, kleine ster, uitdoven doe je niet Schitter hoog, zoals je hier ook zou doen.
Pijnwoestijn Eeuwenoude kraaien Cirkelen om me heen Als gieren met vonkende ogen Dorstig ben ik op zoek Dor en leeg landschap Doorkliefd door een lege rivier Met slechts ĂŠĂŠn dode boom Hoop vind ik hier niet Vruchtbare, tedere oase Schitterend in de zon Met verkoelende watervallen Weg wuif ik de hallucinatie Kreunend kruip ik verder Handen brandend aan het hete zand Hallucinaties hier Gieren daar Net wanneer je denkt Dat het echt niet erger kan Steekt er een zandstorm op En word je weer bedolven
Voor elkaar bestaan Kruipen naar elkaar betraande gezichten op zoek naar de verlichting van geest de verduistering van lichaam angstig bedorven in hun krot Handen vlechten vingers in elkaar verdorde ogen zien niet meer wat de wereld zijn kan voor hen, die liever stervend neergaan dan op te staan met het kruis.
Wolkdicht Jij, roze wolk hoog boven mij. Ook jij kent je regenbuien en donderwolken, je stormwinden en sneeuwstormen, je hagelstenen en hittegolven... Dus vertel me niet dat je enkel zonneschijn ziet.
Moordenaar! U bent een moordenaar! Getooid in de tuniek van tirannie beklad met de schreeuwen van uw slachtoffers. Begraaf uw hoofd in hun bloed en verdrink in hun verspilde tranen! Kruip in uw graf, -Waar de maden bezwijken en het gras niet durft groeien.maar vergiffenis krijgt u niet.
De laatste kraai Als een eenzame kerktoren, traditioneel Tussen glaswerk en stalen gebinten. Als een leeggetrokken magazijn, koud en Zonder voetstappen geen ziel kijkt om. Zo glijdt de kogelhuls langzaam langs dorre grassprietjes. Zo vliegt aan de horizon de laatste kraai gebroken weg.
Jij bent vergif Jij bent vergif sluipend door wat ooit van mij was, mijn gezichtsbedrog, een illusionist die met zichzelf moordt. Ik luister en leef in je zinnen, een verslavende nachtmerrie die als een school critici, mij niet meer redt. Mijn ongeboren kind, verspild tussen radioactief afval, een verdroogde vrucht nog voor het groeien kon.
Brug De brug breekt en waait in zand korrels uit elkaar steen voor steen bedorven cement, vertrappelde droom luister naar het zwijgend gedreun, knappende balustrade een kind stort als volwassene neer in het puin van zijn gevallen brug.
Verloren gebed Excentrieke sterrenkijkers, het werk van de vader uitpluizen in roestspijkers onder haar naam, volle maan. Een flits in het kader, een huil langs de laan, zijn pijnlijke schreeuw, beest, angstig leven in het duister. Het bijt, zij verbleekt niemand hoort zijn gefluister, een verloren gebed.
Rellen Het klopt me aan, bonkt tegen mijn slapen tussen mijn hersenlobben een hoefslag tegen mijn neus zaait paniek door lijf en leden, mijn nerven met toortsen, hooivorken ramt mijn poorten, verdedig ik mijn vesting dan slaan de stallen in vlam, paarden op hol en ik ik verberg me in de voorraadschuur, mijn verloren zin, zal later instorten en me verder vergeten.
3
Sprookje De doorn van haar roos prikt haar slapende hand, wit als sneeuw ligt ze met glazen muiltjes in de glazen kist. Ze tikt als dood de uren weg langs haar bloedrode kapmantel, het mandje rot weg in de stilte van de eeuwigheid. Geen fee weet raad, tranen stromen langs ontroostbare wangen, de heks lacht om wat lijkt een onuitwisbare dood. Maar er is nog die ene kus.
Herinnering Ik heb maar twee foto's van je. Eentje in het verboden trouwalbum. En eentje op je doodsprentje.
Duiker Duiker verdwijnt Vader verdwijnt In de golven Van de zee Van vroeger Beste vriend Blaffend naar De duiker die plots Verdwijnt In de golven Van de zee Van mij.
Kleurenschilderij Het gouden licht in stralenbundels. Compacte warmte, knapperig neerdalend op de zilveren wateren. Een lucht die fris rood en vlammend oranje kleurt, alsof het overschilderd wordt door het penseel van een heilige schilder. En zo, onder een katoenen lucht, kabbelt het water. Als een oaze van rust, poĂŤzie en vervreemding, klaar om de wereld in slaap te sussen.
Alsof... Het is Alsof de wereld aan je voeten ligt En je de wegen zelf hebt aangelegd. Alsof de lucht door jouw vingerknip Volledig op zal klaren. Alsof de adem die je in wolkjes uitblaast Mij zal zoenen en daar zachtjes zal sterven. Het is Alsof jij en ik goden zijn, in elkaar Verstrengeld, als lucht en aarde, Als water en vuur.
Spatie Punt Er is die ene droom waarin je me zachtjes vermoordt. Elke klinker en mede klinker vergaan onder jouw vinger. Alle komma's verdwijnen, waar leegtes verschijnen als eerste getuigen. Woord voor woord word ik uitgedund tot enkel spatie en punt.
4
Gouden kooi Delete controle, alternatieve atomen, de vleugels opgesloten op het einde van het thuisfront. Geef me de sleutel naar vrijheid en ik transformeer naar een motto klaar om nooit meer te zwijgen.
Spiegel Droom nooit van mooie eindes of prachtige Glimlachen in het bijzijn van betraande handen en nevelschimmen vertrouw nooit het gezicht achter je in de spiegel
Levensles Verjaagd en verslagen als uitschot dolend tussen levensdoel Filosofen in vele gedaanten en servanten richting doods doel besloten dat dood de levensles beslist.
Centraal zenuwstelsel Op het perron van Brugge, Berchem, Brussel, al dan niet centraal met een verslaving aan pijn in de hand, tussen de vingers. Zenuwen geprikkeld door sporen, glinstering in de ogen. Spoor me op en neem een sprong. Alsof nooit bestaat.
Gewetenschap Kinderstemmen galmen langs de muren van de gewetenskerk. Willen, maar niet mogen. (Want het is niet juist) Kattenogen bliksemen en vingertjes wijzen op de jonge, radde tongen. (Want zij menen niet) Regeltjes viseren speelse kittens. 'Volg de rij, volgens de wil van de verknochte maatschappij!' zegt moeder eed (Want zij weet best) Opstand, paniek! Breken van de linie. In koor: 'Gedoog niet ketens, omarm Ik, Ego!'
Nachtvlinder Nachtvlinder Verdronken in het speeksel Van de nacht Verdwaal niet in parken Met eenzame harten Waar ontvoering loert En hulpgeroep niet baat IJle stemmen doorklieven Je nevelige hoofd Waarvan je de raadgevingen Wegveegt in de vacht van de Wolf die over je waakt, Maar doodgeknuppeld wordt Door zij die je lichaam begeren.
Nawoord: Deze bundel kon tot stand komen dankzij mijn ontdekker Tom Driessen die me opnam bij het Collectief Dichterbij. Op die manier kwam ik terecht bij uitgeverij De Onderste Plank om deze eerste bundel uit te geven. Graag had ik Tom Driessen en Wim Paeshuyse bedankt voor hun hulp en steun bij het gehele proces. Ook bedank ik mijn ouders en vrienden voor hun onvoorwaardelijke steun en Greet Van Deun voor haar prachtige illustratie.