Boerenbusiness editie 4

Page 1

2E JAARGANG NUMMER 04 BOERENBUSINESS 2012 WWW.BOERENBUSINESS.NL PRIJS â‚Ź 4,75

Analyse

Interview

Boer in Business

Verhoudingen Ernst Andres, Schone koers op pachtmarkt topman van van Marcel verharden K+S KALI Hurkmans p8

p18

p52

Verder Patatje oorlog bij Agrico

p12

Expansie agrofood in China p24 Proef voor meer marge

p42

Topkok O'Shea over vlees p48 Verraderlijke granenmarkt p58

ICT-revolutie maakt alles anders

Effect vergelijkbaar met komst tractor in jaren vijftig

2E JAARGANG NUMMER 04 BOERENBUSINESS 2012


Boerenbusiness slijpt de ondernemersgeest Op boerenbusiness.nl houden we u continue op de hoogte van de laatste marktprijzen en ontwikkelingen in de agribusiness, financiĂŤn en politiek. Voor het slijpen van de ondernemersgeest zeker een dagelijks bezoek waard. Bezoek onze website:

www.boerenbusiness.nl



Colofon Uitgave: Het magazine Boerenbusiness is een uitgave van DCA Multimedia in Lelystad Bezoekadres: Middendreef 269, 8233 GT, Lelystad

Inhoud Nummer 04, april 2012

Postadres: Postbus 2298, 8203 AG, Lelystad Tel: 0320 - 269 526 Mail: info@dca-markt.nl Internet: boerenbusiness.nl Uitgevers: Kees Maas en Edwin Burgers Redactionele doelgroep: Topondernemers in de veehouderij, akkerbouw en agribusiness. Oplage: 23.600 exemplaren

18

Getergde telers, een rechtszaak, een directeur én een voorzitter van de raad van beheer die beide opstappen. Wat ging er mis bij Agrico?

K+S KALI GmbH topman Ernst Andres over de afzet en prijs op de kalimarkt, het landbouwbeleid en de mondiale voedselproductie.

Het patatje oorlog bij Agrico

Frequentie: Tweemaandelijks, 6 keer per jaar Hoofdredactie: Eric de Lijster Redactie: Daniëlle Ballast, Herma van den Pol en Clarisse van der Woude Tel: 0320 - 269 526 Mail: redactie@boerenbusiness.nl Design: Aleksander Willemse (art director en coverfoto) Daniëlle Ballast (vormgeving) Jeroen Rebergen (vormgeving) Advertenties: Commercieel Manager: Peter Wolfs Relatiebeheer/marketing: Masja Kerver Tel: 0320 - 269 526 Fax: 0320 - 269 521 Mail: sales@boerenbusiness.nl

Adreswijziging of vragen? Mail naar: sales@boerenbusiness.nl

Copyrights: Het auteursrecht op dit blad en de op de daarin verschenen artikelen wordt door de uitgevers voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, vermenigvuldigd, gekopieerd of worden opgeslagen in een databank zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever. Aansprakelijkheid: Boerenbusiness magazine wordt met grote zorgvuldigheid en naar beste weten samengesteld. Uitgevers en auteurs streven naar juistheid en volledigheid van informatie. Uitgevers en auteurs aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die het gevolg is van handelingen gebaseerd op informatie uit het magazine.

4

12

2012/04

Interview: Ernst Andres

52

Marcel Hurkmans

Zijn droom, het fokzeugenbedrijf van zijn vader overnemen, spatte door de varkenspest uiteen. Maar die teleurstelling is Marcel Hurkmans alweer lang te boven. In de lege stallen startte de boerenzoon SkyClean Europe, een gevelreinigingsbedrijf dat in korte tijd uitgroeide tot een miljoenenbusiness.


Inhoud

24

42

48

Westerese producten zijn gewild in China., volop kansen voor de Nederlandse agrofood. Waarom worden die maar mondjesmaat benut?

CZAV experimenteert: het direct aanbieden van eigen producten aan de consument. Verbetert dit de ketenpositie van agrarische ondernemers?

Jack O’Shea is een van de topslagers in Europa. Boerenbusiness spreekt hem over de vleesindustrie.

Nederland mist boot naar China

Proef voor groter deel van koek

Tien vragen aan Jack O’Shea

8 Pacht: mismatch tussen vraag en aanbod

Dat de agrarische pacht in Nederland niet goed functioneert, daar zijn pachters en verpachters het wel over eens. Maar hun oplossingen voor verbetering lopen nogal uiteen.

29 Vaste prijs met certificaat

Het eerste Melkprijs Garantiecertificaat was nog niet vers van de pers of de zuivelmarkt begon langzaam aan een daling. Aris van Ommeren, mede-directeur bij Dairy Trading Online over nieuwe methode om prijsrisico’s af te dekken.

32 Coverstory: ICT revolutie maakt alles anders

ICT staat aan de vooravond van een grote doorbraak in de landbouwsector. In hoog tempo vinden nieuwe technieken hun weg naar de akker. Aan agrarische ondernemers om hier in te stappen.

40 Genetisch groeien 30 Deflatie goed voor landbouw?

Veel economen waarschuwen voor het gevaar dat de prijzen gaan dalen: deflatie. Waar moet de agrarische ondernemer rekening mee houden als dit gebeurt?

Het Amerikaanse Monsanto is bekend door zijn genetisch gemodificeerde gewassen. Ondanks de weerstand daar tegen groeit het bedrijf als kool. Deze trend lijkt zich voort te zetten.

58 Graanprijzen koersen op verraderlijke markt

De graanprijzen waren het afgelopen jaar onderhevig aan volatiliteit en stegen mede daardoor tot recordhoogten. Welke richting denken analisten dat de graanprijzen dit jaar gaan bewegen?

En verder in dit nummer:

7 Editorial Eric de Lijster • 17 Office van WUR-topman Aalt Dijkhuizen • 23 Nice to know • 39 Business Internet • 47 Visual weidegang • 51 Buiten bij Rovospa in Spanje • 58 Opinie Hans Verkerk • 61 Gadgets • 62 Trends en markttendensen. 2012/04

5


Slagvaardig doorgroeien met ■ een sterk bouwplan ■ fiscale creativiteit ■ het nemen van risico’s ZODRA het kan Ik groei als ondernemer!

Voor meer informatie:

De Ciolos-scan geeft inzicht in uw toekomstige situatie!

T: 058 - 288 78 87

Kijk op www.acconavm.nl voor meer informatie. @: agro@acconavm.nl

Ruimte voor onder nemen !

www.acconavm.nl

Toekomstig GLB: wat betekent dit voor mijn inkomenstoeslag?


Boerenbusiness Editorial

Van handen in de klei naar vingers op de iPad

B

ent u al actief op Twitter, Facebook, Hyves, Youtube of LinkedIn? Volgens onderzoek is die kans best groot, want ongeveer de helft van de agrarische ondernemers blijkt gebruik te maken van deze zogeheten sociale netwerken. En dat aantal neemt toe, zo merken we ook op onze website Boerenbusiness.nl. Zo melden zich dagelijkse nieuwe volgers aan op onze twitteraccount @boerinbusiness en worden de diverse marktfora op onze website druk bezocht door agrarische ondernemers die met elkaar de markt willen bespreken. Dat zie je ook terug in het onderzoek van AgriDirect, die aangeeft dat een kleine driekwart van de agrarische ondernemers de social media gebruikt om meer kennis over de agrarische markten op te doen. Ruim tweederde checkt de social media om te zoeken naar bedrijfsbenodigdheden en machines. Melkveehouders zijn het actiefst op social media: iets meer dan de helft van hen is er regelmatig te vinden. Bij varkens- en pluimveehouders ligt dit met 41 procent een stuk lager. Akkerbouwers doen hier niet veel voor onder, maar maken geen dagelijks gebruik van social media. Daarbij moeten we het e-mailverkeer ook niet vergeten. Hoewel deze vorm van berichtenverkeer nog geen vijftien jaar oud is, lijkt hij het inmiddels te gaan afleggen tegen de sms, tweets of whatsapp. Overigens heeft nog slechts 10 procent van de bevraagde agrarische ondernemers een smartphone, maar dat aantal gaat met het stijgend aanbod aan iPhones en Android-toestellen alras toenemen. Van de bezitters van een smartphone scant een kleine kwart wel eens een QR-code, zoals u ook bij de artikelen in deze Boerenbusiness kan vinden. Kortom, agrarische ondernemers informeren en communiceren steeds meer digitaal en dat is een goede zaak. Want de digitalisering gaat zich niet alleen beperken tot de informatie en communicatie. Ook in de bedrijfsvoe-

ring gaat de komende jaren een ware ICT-revolutie plaatsvinden, zo kunt u in dit nummer lezen. Dat is natuurlijk al een tijdje aan de gang, met de opkomst van precisielandbouw met GPS en het gebruik van melkrobots. Een doorbraak is echter op handen. GPS is allang geen speeltje meer om recht te kunnen ploegen, alhoewel een deel van de akkerbouwers deze statusverhogende eigenschap wel als prettig zullen ervaren. Het gebruik van perceel gegevens op basis van data van satellieten, sensoren en camera’s worden straks gemeengoed in de boekhouding en administratie. De vertraging zit hem alleen in het feit dat het aanbod aan gegevens en data nog niet wordt gedeeld tussen de diverse partijen in de keten, wat de snelheid van innovatie in de ICT nu niet bepaald ten goede komt. Als dat gaat veranderen, en daar heeft het alle schijn van, kan het opeens snel gaan. Dan ontwikkelt de agrarisch ondernemer zich meer en meer van vakman tot technoboer. Iemand die teelten en bedrijfsprestaties optimaliseert door het gebruik van de modernste technieken. En niet meer het oude bekende spuitboekje gebruikt, maar keurig alle gewasbeschermingsgegevens direct op zijn tablet als een iPad intikt. En dit soort gegevens zijn weer geïntegreerd met andere programma’s, zodat de tijd dat u dezelfde gegevens tien keer moet invullen voorbij is. Dit soort ontwikkelingen volgen wij als Boerenbusiness op de voet. Want niets is leuker als u straks na het invullen van uw bedrijfsgegevens op de smartphone of tablet direct doorschakelt naar Boerenbusiness.nl voor het volgen van de laatste ontwikkelingen op de agrarische markten. Tekst: Eric de Lijster (Hoofdredacteur) Foto: Aleksander Willemse Meer weten: boerenbusiness.nl

2012/04

7


Pacht: De mismatch tussen vraag en aanbod 8

2012/04


Boerenbusiness Analyse BLHB-voorzitter Piet van der Eijk

Dat de agrarische pacht in Nederland niet goed functioneert, daar zijn pachters en verpachters het wel over eens. Maar hun oplossingen voor verbetering lopen nogal uiteen. ‘Als we niet ingrijpen, doen we in feite aan stervensbegeleiding.’

O

m situaties van uitbuiting zoals die zich in de 19de eeuw voordeden tegen te gaan, is de bescherming van pachters in 1937 wettelijk geregeld in de Pachtwet. Pachtbescherming geeft zekerheid voor de (verre) toekomst. Dat is van groot belang voor de landbouwontwikkeling, want alleen op basis van zekerheid kan een ondernemer immers investeren. In 2007 is de Pachtwet tegen het licht gehouden en is de systematiek aangepast. Sindsdien komt de pachtprijs tot stand op basis van een complex aantal factoren. Daarin spelen onder andere ‘het gemiddelde agrarische bedrijf ’, het opbrengend vermogen van de grond (de zogenoemde ‘grondbeloning’) en ‘regionormen’ een rol. Bovendien wordt de pachtprijs mede gebaseerd op een regionale indeling in veertien pachtprijsgebieden. En waar een regio grenzen heeft, zijn er automatisch ook grensgevallen. Vragen om problemen, zou je denken. En die zijn er dan ook. In 2007 en 2009 zijn de pachtprijzen soms met tientallen procenten gestegen. In 2011 is de grondbeloning in twaalf van de veertien pachtprijsgebieden met tien procent naar boven bijgesteld als gevolg van de - op de gestegen grondprijs

gebaseerde - rendementseis voor de verpachters. Daar is de Bond van Landpachters (BLHB) bij monde van de begin maart aangetreden voorzitter Piet van der Eijk vanzelfsprekend niet blij mee. ‘Het komt er op neer dat de verpachter zijn

‘In mijn overtuiging is er geld en grond genoeg’ veilige belegging fors in waarde ziet stijgen en zich vervolgens jaarlijks door de pachter, ten laste van diens inkomen, dividend laat uitkeren. Een situatie waar iedere belegger jaloers op zou zijn.’ Correctie op grondbeloning De correctie van de grondbeloning met tien procent had de BLHB niet voorzien. De landpachters hadden gemikt op een gelijkblijvend niveau of zelfs een lichte daling van de pachtprijs. Voor 2012 zijn ze er evenmin gerust op, want waar de pachtprijs wordt afgeleid van een vijfjaarsperi-

Grondgebruik naar eigendom en pacht

Ontwikkeling areaal eigendom en pacht 1985 - 2010 (1.000 ha.) Eigendom Erfpacht Pacht, totaal w.v. reguliere pacht teeltpacht eenmalige pacht geliberaliseerde pacht 6 jaar of korter geliberaliseerde pacht langer dan 6 jaar Overige gebruikstitels (waaronder grondgebruiksverklaringen) Totaal

Bron: CBS-Landbouwtelling/LEI

1985 1.220 55 727 727 17 2.019

1995 1.288 74 562 562 42 1.965

2005 1.133 36 503 394 35 73 251 1.922

2010 1.065 36 507 350 15 88 42 3 264 1.872

ode, telt voor de nieuwe berekening het voor de landbouw uitstekende jaar 2010 mee. ‘Op deze manier keert het systeem zich tegen ons’, zegt Van der Eijk. ‘Ik houd mijn hart vast voor 2012, zeker voor de akkerbouwgebieden.’ Hoewel de BLHB-voorzitter meent dat op een aantal aspecten van de pachtprijsberekening wel wat aan te merken is, blijft hij van mening dat de reguliere pacht de beste waarborg biedt voor een duurzaam grondgebruik. ‘De pachter geniet wettelijke bescherming en het rendement voor de verpachter is verzekerd’, aldus Van der Eijk. Iemand die het daar volstrekt niet mee eens is, is Erik Somsen, bestuurslid van de Federatie Particulier Grondbezit en in het dagelijks leven directeur Landelijk Vastgoed van ASR, met zo’n 31.000 hectare de grootste particuliere grondbezitter in Nederland. ‘Het huidige systeem is failliet’, zegt hij. ‘Het aandeel reguliere pacht is gedaald tot onder de twintig procent van het totale areaal. Het is een gesloten systeem waarin geen sprake is van nieuwe toetreders, omdat verpachters geen nieuwe grond in reguliere pacht uitgeven. Als we niet ingrijpen, doen we in feite aan stervensbegeleiding.’ Grijze pacht een groot probleem Dat het aandeel reguliere pacht afneemt, is niet onlogisch. Een partij die landbouwgrond te verpachten heeft, kiest tegenwoordig niet voor reguliere pacht omdat dan de Pachtwet van toepassing is. Ingevolge die wet kan de pacht van generatie op generatie overgaan. Een particuliere grondeigenaar zoals een boer zal zijn grond niet in reguliere pacht uitgeven, want dan zadelt hij zijn nageslacht met een blijvende pachtverplichting op. Ook zakelijke grondeigenaren zitten daar niet op te wachten. Om dit praktische probleem op te lossen, is de pacht in 2007 voor een deel geliberaliseerd. Er zijn twee vormen van niet-reguliere pacht geïntroduceerd, de ene korter dan zes jaar, de 2012/04

9


Fortifying Crops Sterkere gewassen,

Improving Nutrition

verbeterde voeding

Science For A Better Life Science For A Better Life

In de hele wereld worden gewassen bedreigd door ziektenthe en plagen. Vaak wordt gevaar nog All around world, harvests aredat under threat verergerd door droogte, extreme hitte of verzilting van from pests and disease. In many regions, these de bodem, waardoor enorme oogstverliezen kunnen dangers are also compounded by enduringly ontstaan.

poor conditions such as drought, excessive

heat Bayer and CropScience soil salinization, resulting in huge zoekt permanent naar duurzame oplossingen waarmee deze problemen losses. Bayer CropScience is working toverminderd minivoorkomen kunnen worden. Zoals de ontwikkeling mizeofthese problems and find lasting solutions – van teelten en rassen die beterthat aansluiten op productive plants and varieties are better

omgevingsfactoren, minder vatbaar zijn voor extreme klimaatomstandigheden en die dus een betere to the stressesgaranderen. of climate extremes. productie

suited to their environment and more resilient

Bayer CropScience also cultivates and pro-

Tevens cultiveertseeds en produceert Bayer CropScience duces high-quality for crops, including zaden van hoge kwaliteit voor teelten zoals tomatoes, carrots, cucumbers, onions and tomaten, komkommer, meloenen melons, and peen, conducts researchuien intoenboosting

en voert onderzoek uit naar verbetering van gewaseigenschappen. Met als doel betere oogsten en Withvoldoende the goal of achieving long-term improvehoogwaardig voedsel voor mensen overal ments in human nutrition. www.bayer.com ter wereld.

properties of crops that are beneficial to health.


Analyse

andere langer. Op de laatste variant is de pachtprijssystematiek van toepassing, op de eerste niet. Daarmee lijkt de niet-reguliere pacht korter dan zes jaar aantrekkelijk voor verpachters, maar helaas geldt dat niet voor pachters. De agrarisch ondernemer die eventueel gegadigde zou kunnen zijn voor de pacht, is niet gebaat bij een kortdurende pacht. Die heeft een langere horizon nodig. Hier is dus sprake van een mismatch tussen vraag en aanbod. Deze onvolkomenheid van het systeem werkt een pachtvorm in de hand die ‘grijs’ of ook wel ‘zwart’ wordt genoemd. Deze vorm van pacht is verboden, maar vindt op grote schaal plaats. Zo’n

‘Grijze pacht ondermijnt het systeem’ 14 procent van het areaal, meer dan 260.000 hectare, wordt illegaal verpacht. De BLHB is er niet blij mee, en de FPG nog minder. ‘Grijze pacht is een groot probleem’, zegt Erik Somsen, ‘het ondermijnt het systeem.’ De FPG pleit er daarom voor om het mogelijk te maken dat nieuwe pachtovereenkomsten met een looptijd langer dan zes jaar tegen vrije prijzen tot stand kunnen komen. ‘Pacht moet niet een vorm van sociaal beleid zijn maar moet ingebruikname van landbouwgrond faciliteren. In ons voorstel krijgen ook jonge boeren weer een kans. In mijn overtuiging is er geld

genoeg en er is ook grond genoeg’, aldus Somsen. Van der Eijk meent dat geliberaliseerde pacht misschien interessant is voor institutionele beleggers, voor particuliere verpachters is het geen oplossing. ‘Voor hen is het grote nadeel de fiscale waardering tegen 90 procent van de vrije waarde in box 3 tegen 50 procent van de vrije waarde bij regulier verpachte grond. Dit scheelt bij een grondprijs van 50.000 euro per hectare tegen 1,2 procent heffing al 240 euro per hectare.’ Alternatieve financieringsvorm Een verregaand geliberaliseerde vorm van financiering van landbouwgrond is erfpacht, die per definitie een looptijd langer dan 26 jaar kent. Erfpacht is eigenlijk helemaal geen pacht, maar een zakelijk recht, dat op zo’n twee procent van het landbouwareaal van toepassing is. Zeker nu de erfpachtvergoeding, de canon, op een historisch laag niveau staat kan erfpacht een alternatieve financieringsvorm zijn. In zijn rol als directeur van ASR Vastgoed is Somsen een warm pleitbezorger van erfpacht. Van der Eijk van de BLHB maakt wel de kanttekening dat er deskundigheid nodig is voor het opstellen van een goede erfpachtovereenkomst. Hij zegt: ‘Problemen ontstaan vaak door een te hoge aanvangscanon of indexatie daarvan, het ontbreken van een terugkooprecht of een goede regeling voor het einde van de overeenkomst, zoals nu in Flevoland het geval is.’ Somsen zegt de eerste te zijn om te erkennen dat je een erfpachtcontract zakelijk en goed moet structureren. Wel constateert hij nog de nodige onbekendheid. ‘Als ergens sprake is van

een pachtverhoging van 25 euro is voor sommige landbouworganisaties de wereld te klein. Maar als je, zoals ASR in februari deed, de canon met 0,3 procent verlaagt wat pachters per hectare jaarlijks 150 euro scheelt, dan hoor je ze niet.’ Alle mogelijke alternatieven voor agrarische pacht ten spijt, de conclusie is volgens de twee meest betrokken partijen dat het huidige systeem niet goed werkt. Geen nood zou je denken, want bij de herziening van het pachtprijzenstelsel is bepaald dat er een evaluatie komt. Het ministerie van Justitie zou dat oppakken, maar toont tot dusverre geen interesse onder verwijzing naar het geringe aantal zaken dat bij de Grondkamer is aangebracht. Wie het met de berekende pachtprijs oneens is, kan dit immers bij de Grondkamer aanvechten. Die toetst vervolgens uitsluitend of de juiste systematiek is gehanteerd. Als een torenhoge pachtprijs technisch verdedigbaar is, klop je dus vergeefs aan en kan je een gang naar de Grondkamer besparen. ‘Op die manier is het typisch een kip-ei verhaal’, zegt een insider. ‘Theoretisch zou de politiek dit moeten oppakken. Maar een liberaal kabinet zegt liever: jullie zijn volwassen partijen, los het onderling maar op. Onder een links kabinet zou er waarschijnlijk al lang actie zijn ondernomen, want linkse mensen vinden pachters zielig en zijn dus veel sneller geneigd om hen bescherming te bieden.’ Tekst: Dirk van der Lit Foto: Richard van Hoek Meer weten: b lhb.nl asrvastgoedlandelijk.nl

Erfpachtproblemen in Flevoland Begin maart van dit jaar ontstond er flinke commotie onder zo’n tachtig Flevolandse boeren over de vernieuwing van hun erfpachtcontract met het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (RVOB, de voormalige Domeinen), onderdeel van het ministerie van Financiën. De door het RVOB berekende canon voor het nieuwe erfpachtcontract liet een forse stijging zien van naar verluidt soms meer dan duizend euro. In een aan één van de erfpachters verstuurde brief, in het bezit van Boerenbusiness, meldt het RVOB dat hun vastgoeddeskundigen de vrije agrarische verkeerswaarde van de erfpachtgrond op 74.000 euro per hectare hebben vastgesteld. ‘De daarvan afgeleide canon is gebaseerd op 3 procent van 80 procent van de waarde hetgeen neerkomt op 2,4 procent of wel 1.776 euro per hectare’, schrijft het RVOB. Dit bedrag komt fors hoger uit dan de voor het gebied in kwestie vastgestelde regionorm van 1.041 euro. De aangeboden canon valt zo hoog uit, omdat volgens instructie van de staatssecretaris van Financiën het RVOB ‘marktconforme voorwaarden’ hanteert. Dat gebeurt dan wel volgens de maximumvariant. Ter vergelijking: ASR Vastgoed baseert de canon niet op 80 maar op 70 procent van de

grondwaarde, terwijl ook het canonpercentage van 2,25 procent lager is wat leidt tot een canon van 1.165 euro per hectare. De berekeningswijze van het RVOB kan een canon die nu nog 700 euro bedraagt zomaar laten stijgen naar 1.800 euro. Daarbij komt de vrees dat door indexering de canon op de helft van het contract misschien al 2.300 of 2.400 euro bedraagt. Voor de Flevolandse ondernemers valt te hopen dat de soep niet zo heet wordt opgediend, anders zijn ze mogelijk genoodzaakt hun bedrijf te beëindigen. Of ze nemen de gok en tekenen een nieuw contract. De zekerheid dat een faillissement in ieder geval een rechtsgeldige mogelijkheid is om onder het erfpachtcontract uit te komen, is in dat verband een schrale maar vooral wrange troost. Een woordvoerster van het RVOB bevestigt het aflopen van de erfpachtcontracten. Ze noemt de voorgestelde canontarieven ‘geen eindbod’ en zegt dat het overleg met betrokkenen voortduurt. ‘Wat de uiteindelijke canontarieven worden, is nu nog niet duidelijk. Dat ze hoger uit vallen dan voor de voorbije periode van veertig jaar lijkt ons niet onlogisch. We verwachten voor de zomer duidelijkheid te kunnen geven.’

2012/04

11


Boerenbusiness Review

12

2012/04


Boerenbusiness Review

Het patatje oorlog bij Agrico Getergde telers, een rechtszaak, een arbitrage­ procedure, een directeur én een voorzitter van de raad van beheer die beide opstappen: de verkoop van de fritesaardappelenpoot van Agrico aan Aviko dreigt uit te lopen op een heus drama. Wat ging er mis? Wie is er verantwoordelijk? Hoe loopt dit af? Een reconstructie.

H

et stond er echt. ‘Dat kan toch niet, dat bestaat niet!’ Het is al weer anderhalf jaar geleden maar Jacques Petit, akkerbouwer in het Limburgse Voerendaal, kan het zich nog goed herinneren: de verbazing en woede die hij voelde toen hij begin november 2010 een brief kreeg van Agrico. De aardappelcoöperatie had met Aviko overeenstemming bereikt over de verkoop van de fritesannex industrieaardappelentak, meldde Agrico. De telers die fritesaardappelen leverden aan Agrico, van wie veruit de meesten tevens lid van de coöperatie, konden onder dezelfde condities meeverhuizen. Petit, zelf lid en leverancier van fritesaardappelen aan Agrico, was stupéfait. In het diepste geheim en geheel buiten hem om had de coöperatie de Limburgse teler overgeleverd aan één fabriek, terwijl hij juist bij Agrico zat omdat hij zich niet wilde binden aan één fabriek. Petit (66) is gehecht aan het coöperatiebeginsel. Uit principe en omdat de ervaring leert dat de financiële opbrengst per hectare bij levering op contractbasis aan de industrie vaak het laagst is. ‘Het was fatsoenlijker geweest als de directie en raad van beheer ons als telers vooraf hadden gevraagd welke kant wij op wilden’, aldus de teleurgestelde Petit, die Agrico inmiddels de rug heeft toegekeerd. Petit, sinds 2002 lid van de

coöperatie, is niet de enige. Een groot deel van de Limburgse leden-fritesaardappelentelers is niet meeverhuisd. Nog eens zestig van de in totaal 185 akkerbouwers zijn zo kwaad dat ze een stichting hebben opgericht die juridische stappen tegen Agrico voorbereidt. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Wie is er verantwoordelijk? Komt het ooit weer goed

‘Het gaat ons niet zozeer om die rotcenten’ tussen de coöperatie en de verbolgen fritesaardappeltelende leden? Reconstructie van een drama met een open einde. Voorgeschiedenis: er moest iets gebeuren Dàt er iets moest gebeuren met de fritesaardappelenhandel, dáár was iedereen bij Agrico het wel over eens. De omvang van het areaal was de afgelopen jaren zo geslonken dat de commerciële slagkracht van de fritespool was gedecimeerd. In 2006 omvatte de pool nog maar 2.500 hectare tegen 9.000 hectare een aantal jaren daarvoor.

Dat ging ten koste van de prijzen. Voor de grote patatbakkers Farm Frites, McCain, Aviko en Lamb Weston/Meijer - was de Agrico-pool geen partij meer. Onder de fritesaardappeltelers en de andere leden leidde dit tot toenemende bezorgdheid. Steeds meer leden verkochten hun fritesaardappelen buiten de coöperatie om. Dat gebrek aan loyaliteit zette kwaad bloed bij de zittenblijvers. ‘Tijdens ledenvergaderingen hadden ze het hoogste woord, maar intussen verdeelden ze een steeds groter deel van de koek onder andere afnemers’, schetst één van de pootaardappeltelers die anoniem wil blijven. De telers van poot- en tafelaardappelen zagen de krimp met leden ogen aan. Legde de fritespoot niet een te zware druk op de organisatie?, vroegen zij zich af. Om verder wegkwijnen van de fritesaardappelenhandel tegen te gaan, introduceerde Agrico in 2006 een speciale bodemgarantieregeling: telers die hun areaal via de coöperatie verkochten konden rekenen op een gegarandeerde bodemprijs. Dit resulteerde in een tijdelijke opleving. Het poolareaal steeg tot maximaal 5.600 hectare. Maar in 2010 was dat alweer geslonken tot 4.000 hectare, waarvan tweederde bij leden en eenderde van contractanten en aankopen uit het buitenland. 2012/04

13


Review

Contacten SPA resulteren in verkoop Ook is in 2009 mede op initiatief van LTO, NAV en VTA tevergeefs geprobeerd om een landelijk poolfonds van de grond te krijgen: Stichting Poolfonds Aardappelen (SPA). Toen de geïnteresseerden één voor één afhaakten bleven alleen Agrico en Aviko nog over. Die contacten resulteerden in de verkoop om niet van de fritesaardappelenhandel van Agrico aan Aviko, de tien betrokken werknemers inbegrepen.

‘Met duizend leden discussiëren, werkt niet’ Telers die meeverhuisden konden bij Aviko rekenen op ‘vergelijkbare’ contracten met ‘aantrekkelijke voorwaarden’, aldus het persbericht waarin Agrico de transactie wereldkundig maakte. Daar dachten de meesten van de 185 ledentelers duidelijk anders over. Op een tumultueuze informatiebijeenkomst op 15 november in Swifterbant spuiden zij hun onvrede. Ze voelden 14

2012/04

zich miskend, vonden de handelswijze in strijd met de coöperatiegedachte en meenden dat de directie en raad van beheer, het gremium dat waakt over de belangen van de leden, hun belangen hadden verkwanseld. Ook de verhuizing van de bestaande pool per 1 januari naar Aviko was de leden-telers een doorn in het oog. Dat zou ten koste gaan van de prijs, vreesden zij. Ledenraad vleugellam Directievoorzitter Ineke Mastenbroek en voorzitter van de raad van beheer Herman Vermeer, beiden in Swifterbant present, toonden zich verrast. ‘Dat de onvrede zo diep zat, hadden we niet voorzien’, meldde Mastenbroek daags na de bijeenkomst. Vermeer stelde de gang van zaken te betreuren. ‘Procedureel gezien is de juiste weg bewandeld, maar emotioneel gezien deugde het niet’, aldus de voormalige voorzitter in december 2010 tegenover Agrarisch Dagblad. Op zich heeft Vermeer gelijk. De ledenraad heeft een mandaat namens de ledenvergadering en die raad had zich met de deal akkoord verklaard. Maar de leden van de ledenraad hadden weinig keuze. Ze moesten vooraf tekenen voor geheimhouding. Dat maakte overleg met de achterban - lees: de gedupeerde leden-telers - onmo-

gelijk. Tot grote frustratie van sommige leden van de ledenraad. ‘Als ik had geweten dat het zou gaan over de verkoop van de fritestak had ik niet getekend’, zegt Taco Brouwer, destijds lid van de ledenraad. De pootaardappelenteler uit Creil zette zijn handtekening in de veronderstelling dat de raad zou worden geïnformeerd over een fusie tussen Agrico en HZPC. Volgens Brouwer is er binnen de raad stevig gediscussieerd, maar was de deal niet meer terug te draaien. Helemaal ongevoelig voor de kritiek bleken directie en raad van beheer niet. Begin december stapte Mastenbroek op. Ook werd het akkoord aangepast. Agrico hield de regie over de vermarkting van de oogst van 2010; de pools gingen pas over naar Aviko met ingang van de oogst 2011. Verder krijgen de leden-fritesaardappeltelers de komende vier jaar een deel van de winst van de Agrico-dochters nabetaald en kunnen telers vier jaar Agrico-pootgoed aanschaffen tegen bijzondere condities. Geen genoegen met knieval Met die toezeggingen wilde Agrico tegemoet komen aan de kritiek van de leden-telers. Maar dat pakte anders uit. Een deel van die leden-telers nam met deze knieval geen genoegen. Zij legden Agrico een groot aantal vragen voor, onder


Review

Akkerbouwer en voormalig Agrico-lid Jacques Petit: ‘Het was fatsoenlijker geweest als de directie en raad van beheer ons als telers vooraf hadden gevraagd welke kant wij op wilden.’

hebben ontvangen. Van alle pools kwamen die van Agrico als slechtste uit de bus, leerde onderzoek van Boerderij.

meer over hun rechtspositie. Die zijn in hun ogen onvoldoende beantwoord, iets wat Agrico tegenspreekt. ‘Alle informatie waar ze recht op hebben, hebben ze gekregen’, aldus Agrico-directeur Jan van Hoogen. Voor de leden-telers vormde dit aanleiding tot verdere actie. Zestig van hen besloten woensdag 15 maart 2012 in Swifterbant tot de oprichting van de Stichting belangenbehartiging leden industrieteelt Agrico. Die wil de kwestie voor de rechter brengen. De stichting beticht Agrico van onbehoorlijk bestuur. Ook wil zij dat gedupeerde leden-telers die hun lidmaatschappen willen beëindigen een deel van het eigen vermogen van de coöperatie krijgen, al is dit niet het belangrijkste. ‘Het gaat ons niet zozeer om die rotcenten. Ook zijn we niet op zoek naar slachtoffers. Een correcte besluitvorming staat voor ons voorop’, benadrukt Jan Veenink, één van de initiatiefnemers. Los van de stichting wacht Agrico nog een tweede procedure. Zeventien telers van wie hun aardappelen deel uitmaakten van de Agricofritespool op het moment van de verkoop aan Aviko zijn bij het Instituut voor Agrarisch Recht in Wageningen een arbitragezaak tegen Agrico begonnen. Zij eisen onder meer compensatie voor de lage prijs die zij voor hun aardappelen

Unieke zaak in coöperatieland Belangrijke vraag is natuurlijk: hoe heeft het zover kunnen komen? Temeer omdat het een unieke zaak betreft in coöperatieland. Het gebeurt zelden dat een grote groep leden een coöperatie voor de rechter daagt. Dat houdt mede verband met de democratische organisatiestructuur en de zorgvuldige besluitvorming. Zeker bij ingrijpende kwesties gaan coöperaties doorgaans niet over een nacht ijs. Ook wel logisch: de coöperatie, dat zijn de leden. Daarin snijden, riekt naar automutilatie. Heeft Agrico bij de verkoop van de fritesaardappelentak tegen deze coöperatieprincipes gezondigd? Herman Vermeer meent van niet. De vorig jaar april vertrokken voorzitter van de raad van beheer vindt dat hem en zijn collega’s geen blaam treft. Hij onthoudt zich van verder commentaar, omdat hij veel van de betrokken leden/akkerbouwers in zijn andere werkzaamheden nog regelmatig tegenkomt. ‘We kunnen het uitstekend met elkaar vinden, we hebben het alleen niet over aardappelen. Die afspraak heb ik gemaakt en daar houd ik mij aan.’ Ook Ineke Mastenbroek, één van de andere hoofdrolspelers, wil verder geen vragen beantwoorden. Agrico zelf persisteert. Ook in de toekomst gaat Agrico haar leden niet vooraf informeren of raadplegen bij ingrijpende kwesties als de verkoop van een voor hen cruciaal coöperatieonderdeel. ‘Met duizend leden discussiëren, werkt niet, daar hebben we de ledenraad voor’, aldus directeur Van Hoogen. Hoop dat de coöperatie

de rebellerende leden-telers alsnog financieel tegemoet komt door hen een deel van het coöperatievermogen mee te geven als zij hun lidmaatschap willen beëindigen, biedt de nieuwe Agrico-directeur evenmin. ‘Een nieuw lid betaalt geen entreegeld en als het lidmaatschap eindigt,

Gebrek aan loyaliteit zette kwaad bloed bij de zittenblijvers heeft hij geen aanspraak op het vermogen van de coöperatie. Dit is bij een voetbalclub bijvoorbeeld niet anders.’ Kortom, vooralsnog blijft de verkoop van de fritespoot van Agrico een boek met een open einde. Het finale oordeel is aan de rechter. Agrico-lid en voormalig deelnemer aan de fritespool Jacques Petit gelooft het allemaal wel. Hij heeft inmiddels een poolcontract bij de Duitse aardappelhandel Weuthen, onderdeel van RWZ. Je bent coöperatieman of je bent het niet.

Tekst: Jan Smit Foto: Daniëlle Ballast, Twan Wiermans Meer weten: a grico.nl boerenbusiness.nl/aardappelmarkt iar.nl

2012/04

15


Heeft u uw prijsrisico afgedekt? Handel in agrarische termijncontracten. Op Eurex Exchange. U loopt prijsrisico’s op aardappelen, biggen en varkens en op boter en magere melkpoeder. U kunt deze onvoorspelbare risico’s afdekken op de agrarische termijnmarkt van Eurex Exchange. Zodat u zich kunt concentreren op uw bedrijf en uw productie. Ontdek Eurex Exchange.

www.eurexchange.com/agriculture

Geen handel zonder voorkennis GKC_Campagne_adv.Boerenbusiness.indd 1

Groen Kennisnet Alles over Voedsel en Groen voor bedrijf, onderwijs, onderzoek en samenleving op www.groenkennisnet.nl. Uw kwaliteitsselectie uit 350.000 kennisbronnen via Zoeken Groen Kennisnet: • • • •

Artikelen Nederlandstalige vakbladen Onderzoeksrapporten Websites Video’s

&

Dagelijks actueel nieuws over voedsel en groen

21-03-12 10:59


Boerenbusiness Office

Foto: Aleksander Willemse

Het kantoor van: Eigenaar: Aalt Dijkhuizen Bedrijf: Wageningen UR Ruimte: Op 1 januari is de organisatie overgegaan naar een andere locatie in Wageningen en heeft Dijkhuizen dit kantoor in gebruik genomen. De vergadertafel doet tevens dienst als bureau. ‘ Ik houd van een overzichtelijk en opgeruimd kantoor. Als een van de eersten binnen deze organisatie werk ik zo min mogelijk met papier, daarvoor heb ik een iPad en een draagbare pc, dit werkt efficiënt en bespaart ruimte. Ik zou hopeloos ontredderd zijn als ik steeds tussen grote stapels papier moest zoeken, daar kan ik niet tegen. Persoonlijk tintje: ‘De voorwerpen aan de wand maken geven dit kantoor een persoonlijk tintje. Zo heb ik een schilderij gekocht met een prachtige wolkenlucht en in het klein koeien in de wei. Als koeienliefhebber en zoon van een melkveehouder mogen deze dieren natuurlijk niet ontbreken. Ook een foto van mijn woonplaats Wijk bij Duurstede en een Karlsson klok heb ik aan de muur hangen. Plaats aan tafel: ‘Ik zit altijd op dezelfde plek. Op deze manier zie ik wie er binnen komt en hoeven mensen niet tegen mijn rug aan te kijken. Daarnaast is het prettig omdat mensen makkelijk een plek aan tafel vinden, ze hoeven niet om me heen te lopen en het verdeelt makkelijk bij meerdere mensen. 2012/04

17


Boerenbusiness Interview

18

2012/04


Boerenbusiness Interview

K+S KALI GmbH is in Europa de grootste producent van kalium- en magnesiumhoudende meststoffen. Topman Ernst Andres over de afzet en prijs op de kalimarkt, het Europees landbouwbeleid en de mondiale voedselproductie. ‘Veel akkerbouwgebieden hebben een kaligebrek.’

Ernst Andres, topman K+S KALI GmbH

Geen kalitekort als prijs de productie toestaat

M

et een brede glimlach wijst dr. Ernst Andres vanuit zijn kantoor naar buiten. Een rij treinsporen vormt zijn voornaamste uitzicht van de tweede etage van het hoofdkantoor van K+S KALI GmbH, dat op een steenworp staat van het treinstation van het Duitse Kassel. ‘Elke dag zie ik hier wel een paar vrachttreinen met kali van ons voorbij komen. Natuurlijk vind ik dat een prachtig gezicht.’ Een andere blikvanger in zijn kantoor is een groot fotoschilderij van het voormalige World Trade Centre in New York, een herinnering aan zijn verblijf van 2001 tot en met 2004 als directeur van de verkooporganisatie van K+S KALI in de Verenigde Staten. De aanslag op de Twin Towers heeft Andres niet ‘live’ meegemaakt. Hij zat toen in Chicago. De gevolgen wel. ‘Mijn appartement was dichtbij de Twin Towers en ik was vergeten het raam dicht te doen. Ik trof een ravage aan toen ik even naar binnen mocht om enkele persoonlijke spullen op te halen.’ Sinds 2007 is Ernst Andres de topman van K+S KALI GmbH, een onderneming van de K+S Gruppe. Vooral dankzij de sterke prestatie van de meststoffendivisie, die profiteerde van de hogere prijzen voor kali, heeft K+S Gruppe in 2011 een omzet geboekt van 5,2 miljard euro. Dit is 11 pro-

cent meer dan in 2010. De operationele winst is het afgelopen jaar met 37 procent gegroeid tot 976 miljoen euro, het op één na beste resultaat in de geschiedenis van het bedrijf. ‘K+S KALI bepaalt circa 70 procent van het resultaat van de totale groep’, aldus Andres. Verschil met grootmachten Jaarlijks produceert het bedrijf 7 miljoen ton kalimeststoffen uit zes mijnen in Duitsland en een extra productielocatie. K+S Kali is één van de grootste productenten van kali in de wereld, achter enkele grote Russische en Canadese kaligiganten. Het profiel van K+S Kali is echter uniek, benadrukt Andres. ‘Waar andere concurrenten zich beperken tot kali 60, hebben wij een veel groter portfolio aan producten en blends. Niet alleen met kali, maar ook met bijvoorbeeld magnesium en zwavel. Ons voordeel is dat wij deze stoffen in onze mijnen uit het ruwe kalizout kunnen winnen.’ Daarbij spelen productieomstandigheden wel een rol, legt Andres uit. De kosten voor het winnen van de kali zijn in Duitsland relatief hoog, ook doordat het concern veel investeringen moet doen voor het milieu. Bijvoorbeeld om te voorkomen dat het rivierwater in de buurt van de mijnen door het zoute afvalwater onnodig wordt

belast. ‘Wij willen daardoor zo veel mogelijk producten met een hoge toegevoegde waarde uit onze grondstof halen’, aldus Andres. Een ander verschil met de andere kaligrootmachten is volgens Andres de centrale positie van K+S KALI op de Europese markt. De Europese boeren willen kleinere hoeveelheden kali dan hun collega’s in bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Brazilië, waardoor K+S KALI werkt met een fijnmazig logistiek netwerk. K+S KALI ziet Europa als één markt met verschillende behoeften. ‘Reken maar na, 27 landen met diverse klimaateigenschappen en uiteenlopende gewassen. Bovendien is de structuur van de bedrijven tussen bijvoorbeeld West- en OostEuropa zeer uiteenlopend. ‘Voor de Europese markt verwacht K+S KALI een stabiele of een lichte toename van de kaliafzet. ‘De gevestigde landen gaan waarschijnlijk iets minder afnemen, deels doordat relatief veel organische mest wordt aangewend. ‘Dat is echter niet voldoende’, oordeelt Andres. ‘In veel akkerbouwgebieden is er een gebrek aan kali. Aanvullende supplementen zijn vaak noodzakelijk.’ Sterke ontwikkeling Polen in landbouw Nederland is door de relatief geringe oppervlakte geen grote, maar toch belangrijke markt voor 2012/04

19


Interview

K+S KALI, geeft Andres aan, maar ‘jullie lopen wel voorop met hoge teeltopbrengsten in bijvoorbeeld granen, aardappelen en suikerbieten.’ Hij ziet ook Nederlandse boeren uitwaaieren naar Polen en andere landen in Oost-Europa om daar bedrijven te beginnen. ‘Zij nemen hun ervaring met de verfijndere technieken mee. Dit soort professionals zijn een goed voorbeeld voor andere ondernemers in hun omgeving. Zeker als zij ook nog eens kali gaan gebruiken’, lacht Andres. In een regio als Centraal- en Oost-Europa ziet de topman veel potentie voor de afzet van kali in de komende jaren. In landen als Tjechië, Slowakije en Hongarije staat het gebruik van kali in teelten nog in de kinderschoenen. ‘Al bouwen we in Hongarije al een aardige positie op met een hoger kaliverbruik. Maar we hebben een lange weg te gaan. Polen klimt sterk op met de ontwikkelingen in de landbouw, merkt Andres.

‘We moeten steeds dieper graven naar kali’ ‘Als meerdere verwerkers van agrarische producten opschuiven naar Centraal-Europa, kan dit een boost geven aan de landbouw. Dan hebben ze niet alleen dit product nodig, maar ook een goede kwaliteit.’ De echte groeimarkten voor K+S KALI liggen echter overzee, meent Andres. In landen als Brazilië, Noord-Amerika, India, China en Maleisië. ‘Of bijvoorbeeld Indonesië, want voor het winnen van palmolie is kali een belangrijke groeistof voor de palmbomen’, zet Andres uiteen. ‘Voor ons is het belangrijk kali niet alleen op het Noordelijk halfrond af te zetten, maar zeker ook ten zuiden van de evenaar. Zo kunnen we de afzet van kali over de seizoenen spreiden.Het delven van het ruwzout in zes mijnen brengt hoge vaste lasten met zich mee. Dan is het belangrijk een continue verkoop van kali te hebben, ook om deze kosten te dekken.’ Twintig jaar vooruitkijken Marketing voor het product alleen is niet genoeg, ook verder kijken naar de ontwikkelingen op de lange termijn. ‘Als we investeringen doen, dan kijken we meer dan twintig jaar vooruit. Onze investering in een nieuwe mijn in Canada kost 20

2012/04

zeker 3,25 miljard Canadese dollar. Vanaf 2015 kunnen we daar jaarlijks 2,8 miljoen ton ruwzout winnen. Dat zijn besluiten waarbij je niet over één nacht ijs gaat. Dan moet je goed weten hoe de markt er in de toekomst globaal uit ziet’, vertelt Andres. ‘Daarom investeren we niet alleen in afzet en productontwikkeling, maar ook in kennis en efficiency in de akkerbouw. Om die reden hebben we wereldwijd een kennisnetwerk opgezet voor het verbeteren van de opbrengsten in bijvoorbeeld groenten in China en aardappelen in India.’ De kennis om de teelten te verbeteren is veelal aanwezig, schetst Andres. ‘Maar hoe krijgen we de know-how bij de boer, dat is de grootste uitdaging. We leven tegenwoordig in een digitaal tijdperk, dus dan moet het toch lukken.’ Andres ziet nog veel groeipotentie voor K+S KALI. ‘China is op zich goed georganiseerd, maar kleinschalig. Met de groei van de welvaart, neemt daar ook het gebruik van meststoffen toe. In Afrika zie je nog zeer grote verschillen in economische groei, infrastructuur en onderwijs. Hoe beter deze factoren zijn georganiseerd, des te hoger de groeipotentie van de landbouw en dus de afzet van kali.’ Voor 2050 moet de mondiale voedselproductie met minstens 50 procent toenemen om de wereldbevolking van voedsel te blijven voorzien. Gaat dat lukken? Andres aarzelt even. ‘We maken een goede kans. We hebben de technologie, de uitdaging is die op de goede plaats te krijgen. Een belangrijk onderdeel vanuit ons perspectief is natuurlijk de bodemvruchtbaarheid. Om die te behouden, of in gebieden ook te verbeteren, heb je mineralen nodig. Van het beschikbare areaal ter wereld komt 40 tot 60 procent mineralen tekort. Daar zijn mineralen en supplementen nodig om de grond in optimale conditie te brengen en te behouden.’ ‘Maar’, zo vult Andres aan, ‘je moet bij het ontwikkelen van de voedselproductie in minder ontwikkelde gebieden ook de handel en verwerkende industrie aldaar organiseren. Anders treedt er geen ontwikkeling op.’ Ook in het onderzoek kijkt K+S KALI naar de voedselproductie. ‘We doen onderzoek naar kali- en magnesiumproducten die planten beter bestand maken tegen droge omstandigheden. De beschikbaarheid van water is nu al een belangrijk vraagstuk in de voedselproductie.’ Landbouw niet onze taak De Europese Unie kan een beslissende bijdrage leveren aan de voedselproductie op de wereld,

Ernst Andres Dr. Ernst Andres is in 1995 geboren in het Duitse Düdelsheim. Na te zijn afgestuurdeerd als agrarisch wetenschapper met een doctoraat in Göttingen, ging hij aan de slag bij Kali und Salz AG als adviseur in 1984. In 1985 werd Andres hoofd van de afdeling Meststoffen voor agrarische gewassen. Daarna had hij onder meer de leiding over de relatiebeheer in Oost-Europa en was hij hoofdverantwoordelijk voor de productmarketing. In 2001 werd Andres de baas over het verkooporganisatie van meststoffen van K+S KALI GmbH in New York. Drie jaar later keerde hij in Kassel als operationeel manager van K+S KALI terug op het hoofdkwartier in Kassel. Sinds 1 januari 2007 is hij daar de topman. Andres is getrouwd en heeft twee kinderen.

vindt Andres. Een groot deel van de concurrentiekracht hangt echter af van het Europese Landbouwbeleid. ‘Landbouwpolitiek is niet onze taak’, zo reageert Andres op de voorstellen van het nieuwe Europese Landbouwbeleid. Als leverancier van meststoffen wordt hij niet vrolijk van de plannen om land braak te leggen, ‘terwijl er een groeiende vraag naar voedsel is op deze wereld.’ Europa importeert jaarlijks nutriënten van 35 miljoen hectare landbouwgrond voor levensmiddelen en voer. Voor een goede balans moeten deze nutriënten ook weer ter beschiking worden gesteld, maar daarin zijn wij niet zelfvoorzienend. Wil je dat risico lopen in een wereld waarin voedselzekerheid steeds belangrijker wordt’, zo vraagt Andres zich af. De topman van K+S KALI kijkt optimistisch naar afzet en prijsvorming van de kaliproducten. ‘De vooruitzichten zijn positief. De prijzen van de meeste agrarische grondstoffen zijn door de bank genomen goed. Daarom rekenen we ook op een groei in de wereldwijde vraag naar kali met stabiele prijzen.’ Enkel in India zegt Andres rekening te houden met een tijdelijk teruglopende vraag, omdat daar subsidies aan boeren door de overheid zijn teruggeschroefd.


Interview

Op grote prijsdalingen hoeven agrarische ondernemers niet te rekenen, geeft Andres aan. In 2007 stegen de kaliprijzen fors, onder meer door de hoge prijzen van granen en een capaciteitsoverstijgende vraag van de industrie. Daardoor werd de productie van de meststoffen verhoogd. Maar een jaar later kelderden de afzet en de prijzen tot ontzetting van Andres. ‘Het heeft ons twee jaar gekost om daar van deze situatie te herstellen. We hebben daarna ons beleid aangepast.’ Stoppen is kapitaalsvernietiging De kalimarkt is zeer concurrerend, benadrukt Andres. Om de kosten van de mijnbouw te beheersen, loopt de productie continue door. ‘We kunnen niet zo maar tijdelijk stoppen met produceren. Dat zou pure kapitaalsvernietiging zijn. Maar in 2008 en 2009 is de consumptie abrupt gestopt, zodat we de productie moesten verminderen. Iedereen had voldoende kali, er zat geen beweging in de markt. Pas in de loop van 2009 kwam er weer wat beweging in de markt. Voor ons was dit een zeer zware periode.’ Kaliproducenten hebben de voorraden daarop verkleind, schrijft Rabobank in een rapport, zodat zij beter kunnen reageren op prijs-

bewegingen in de markt. Dit betekent volgens de bank dat een deel van de prijsrisico’s wordt afgewenteld op de agrarische ondernemers, die afhankelijk van de markt hun prijs zien stijgen of dalen. ‘Bekijk het vanuit onze positie’, reageert de met de conclusies uit het rapport geconfronteerde Andres. ‘Wij hebben een redelijke kaliprijs nodig om onze investeringen en onze kosten te dekken. Bovendien is K+S Gruppe een beursgeno-

‘Een uitdaging om de knowhow bij de boer te krijgen’ teerd bedrijf en zijn wij aan onze aandeelhouders verplicht een goed rendement te behalen. Willen agrarische ondernemers ook in de toekomst over kalimeststoffen kunnen beschikken en een mooie oogst behalen van goede kwaliteit, dan moet daar een prijs voor worden betaald. Het overaanbod heeft gedurende vele jaren geen acceptabele prijs toegestaan. Alleen door de sterke vraag in de

laatste jaren, konden de dringend noodzakelijke prijsverhogingen worden doorgevoerd.’’ In tegenstelling tot andere minerale grondstoffen dreigt er geen schaarste aan kali. ‘Er dreigt geen tekort als de prijzen de productie toestaan’, zegt Andres. Hij verklaart: ‘Wereldwijd is in de depots voldoende kali opgeslagen. De plaatsen op de wereld waar het te vinden is, zijn bekend. Alleen de bereikbaarheid wordt een probleem. We moeten steeds dieper graven en dat gaat hogere investeringen vergen. De best bereikbare voorraden zijn inmiddels aangeboord, maar qua hoeveelheid kunnen we nog eeuwen door.’ Want dat is K+S KALI zich ten allen tijde van bewust, zo vult Andres aan: ‘een natuurproduct als kali kent een scala aan toepassingen. Via de bodem en gewassen komen essentiële mineralen in onze producten die wij maken verderop in de keten ook in het lichaam van mensen en dieren terecht. Dat schept een grote verantwoordelijkheid, waarvan wij ons bewust zijn.’ Tekst: Eric de Lijster Foto: K+S KALI Meer weten: k -plus-s.com boerenbusiness.nl/mestmarkt

2012/04

21


(Advertorial)

WEERRISICO.NL

Goed beschermd tegen weerextremen Akkerbouwer Kees Deijkers: Met zijn weersverzekering voor regenoverlast stopt hij. “De verzekering keert pas uit bij de door de maatschappij bepaalde neerslagnormen. Daarnaast staan de weerstations waarop de verzekering zich beroept bij vorstschade niet in de polis vermeld. En dan geldt eerst nog een eigen risico”, aldus Kees Deijkers uit Zevenbergsche Hoek. Nadat de akkerbouwer met zijn weersverzekering wederom buiten de criteria voor schade valt, zoekt hij een andere manier om de schade te compenseren. Hij sluit dit jaar op www.weerrisico.nl een regencertificaat af. “Bijna ieder jaar heb ik rond 10 juni forse wateroverlast. Daarom heb ik precies voor mijn situatie een certificaat samengesteld; voor 40 mm in twee weken op de weerpaal Gilze-Rijen. De korte periode houdt de premie laag. Precies op 14 juni was er sprake van overvloedige regenval en het certificaat keerde het vooraf vastgestelde bedrag uit. “Een mooi systeem”, vindt Deijkers. Hij gaat er dan ook zeker mee door. Daarbij volgt de akkerbouwer de voorspellingen en weermodellen op de voet. “Tot twintig dagen voor ingang kun je een certificaat afsluiten, dat betekent dat je tijdens het seizoen nog kunt schakelen en verwachte risico’s kunt afdekken. Nu bepaal ík de locatie, tijdsduur, type schade en hoogte van de uitkering.”

Voor meer informatie of vragen: Bel naar 0320-269520 of mail naar info@dca-markt.nl

Weercertificaten van DCA Weerrisico staan voor:  Eenvoudig af te sluiten via www.weerrisico.nl  Tot 20 dagen afsluitbaar  Indienen claims niet nodig  Gegarandeerde uitkering  Automatische en vlotte uitbetaling  Dekking van Zwitserse via verzekeringsmaatschappij  Ondernemer stelt certificaat zelf samen


Boerenbusiness Nice To Know

Akkerbouwbedrijf telt 41 hectare

Een doorsnee akkerbouwbedrijf heeft vorig jaar bijna 41 hectare bewerkt. Dit is 5,5 hectare meer dan in het jaar 2000. Nederland telde in 2011 nog 11.900 akkerbouwbedrijven, tegen 14.800 in 2000. Hiermee daalde het aantal akkerbouwers in deze periode met 20 procent, terwijl de akkerbouwbedrijven maar 6,5 procent grond inleverden. In Groningen hebben de akkerbouwers door de bank genomen de grootste bedrijven. In deze provincie boert een doorsnee akkerbouwer op 71 hectare. Drenthe volgt met 61 bunder. In Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg zijn drie akkerbouwbedrijven ongeveer even groot als één Groningse akkerbouwer.

Gras en schapen in Friesland

12 miljoen Hollandse varkens

Op 1 december 2011 waren er in Nederland 12,1 miljoen varkens. Dat is een fractie minder dan een jaar eerder. In de periode tussen 1 december 2007 en 1 december 2011 schommelde het aantal varkens tussen de 11,7 en 12,2 miljoen dieren. Op elke vier Nederlanders zijn er nu ongeveer drie varkens. De stabilisering van het aantal varkens in de laatste vijf jaar volgt na een periode van flinke krimp. In 1997 telde Nederland nog 15,2 miljoen varkens. Zeven jaar later waren er dat nog 11,2 miljoen. Hiermee verminderde de varkensstapel in deze periode met ruim een kwart.

53 procent van de landbouwgrond in Nederland bestaat uit grasland. In 2011 was dit in Friesland ruim 81 procent. Friesland is goed voor 185.000 hectare grasland. Hiermee is dit de provincie met de grootste oppervlakte aan weilanden. Friesland is ook de belangrijkste schapenprovincie. Van de bijna 1,1 miljoen schapen in Nederland loopt 18 procent in Friesland rond.

Op de lijst met de 10 schapenrijkste gemeenten staan 6 Friese gemeenten. Dit zijn Súdwest Fryslân, Littenseradiel, Tytsjerksteradiel, Dongeradeel, Kollumerland en Nieuwkruisland en Weststellingwerf. De gemeenten Texel, Steenwijkerland, Beemster en Eemsmond completeren deze lijst.

Dubbel zo veel geiten in tien jaar

Ondernemers blijven verbreden

Het aantal geiten op landbouwbedrijven is in de periode 2000 tot en met vorig jaar ruimschoots verdubbeld van 179.000 tot 380.000 dieren. Verreweg de meeste geiten worden gehouden voor de melkproductie. In 2000 waren dit er 98.000, tegen 251.000 in 2011. Vorig jaar zijn op 570 boerenbedrijven melkgeiten gehouden, tien jaar ervoor waren dit nog 840 bedrijven. Het aantal melkgeiten per bedrijf is in deze periode dus explosief gestegen. Een doorsnee melkgeit had in 2000 nog 116 soortgenoten in de stal, vorig jaar waren dit er grofweg 440. Inmiddels is 85 procent van alle melkgeiten te vinden op een geitenbedrijf met meer dan 500 melkgeiten.

Het aantal agrarische bedrijven met verbredingsactiviteiten neemt weer toe. In 2011 had bijna 30 procent van de agrarische bedrijven één of meerdere vormen van verbreding. In 2008 was het aandeel nog 15 procent. Vooral agrotoerisme, zorglandbouw en loonwerk voor derden komen steeds vaker voor. Door de economische crisis gaan agrarische bedrijven steeds meer op zoek naar mogelijkheden om hun inkomen te verbeteren. Hierdoor spreiden zij risico’s tegen lage prijzen voor de landbouwproducten. Het verbreden is zichtbaar bij vrijwel alle vormen, waaronder verkoop aan huis, stalling van goederen of dieren, loonwerk voor derden en agrotoerisme. Vooral loonwerk voor derden laat een sterke groei zien. Bron: CBS Illustraties: Daniëlle Ballast / Shutterstock Meer weten: b oerenbusiness.nl/nieuws/top5 cbs.nl

2012/04

23


Luiheid vertraagt succes Nederlandse agrofood in China 24

2012/04


Boerenbusiness Analyse

De koopkracht van de Chinese bevolking neemt flink toe en dat beïnvloedt het consumptiepatroon. De belangstelling voor westerse levensmiddelen krijgt een flinke impuls, niet in de laatste plaats door een reeks voedselschandalen. Volop kansen dus voor de Nederlandse agrofood. Maar waarom worden die kansen slechts mondjesmaat benut?

E

erst een citaat: ‘De Nederlandse levensmiddelenindustrie benut volop de kansen op internationale groeimarkten als China en India. Niet alleen grote ondernemingen, maar ook het MKB doet het internationaal opvallend goed dankzij onderlinge samenwerking en het slim gebruikmaken van de internationale faciliteiten van de Nederlandse overheid.’ Het in dit citaat geschetste beeld berust helaas niet op waarheid. Het is een toekomstbeeld in de vorm van een wenkend perspectief. De passage is ontleend aan het hoofdstuk ‘De levensmiddelenindustrie in 2028’ van het in november 2010 gepubliceerde rapport De stille kracht: Route voorwaarts voor de Nederlandse levensmiddelenindustrie. De opstellers van dit rapport luidden de noodklok over de toekomst van de industrie: de kennisvoorsprong lekt weg, de logistieke infrastructuur is niet goed en geopolitieke veranderingen vormen een bedreiging. Exotische producten Anno 2012 is het pijnlijk om te constateren dat met de verschuiving van het mondiaal economisch zwaartepunt naar het oosten, de Nederlandse agrofood die beweging vooralsnog niet ook heeft gemaakt. ‘Wie een supermarkt in Shanghai bezoekt, kan zelf zien dat de bood-

schappende stedeling in deze stad toegang heeft tot de meest exotische buitenlandse producten’, zegt Lilian Kranenburg die met ChinaMoves bedrijven ondersteunt die in China actief willen worden. ‘Hammen uit Parma, Catalaanse chorizo, mosterd uit Dijon, Belgische bieren en chocolade van Neuhaus. Nieuw-Zeelandse poedermelk en Evian bronwater. Het aanbod is indrukwekkend, maar Nederlandse producten zijn, op kaas na, hoegenaamd afwezig.’ Hagelslag, boter, biscuits en zoetwaren van Nederlands fabricaat; ze ontbreken in het assortiment. Nederlandse fabrikanten van premiumproducten lijken daarmee een interessante markt te laten liggen. Twintig bedrijven uit de nieuwe Food Top 100 van vakblad EVMI en Nyenrode Business Universiteit zijn actief in China. De bovenste tien zijn er vrijwel allemaal gevestigd, van de tweede helft uit de Food Top 100 slechts een enkeling. De subtoppers lijken de weg naar China maar moeilijk te vinden. Hoe komt dat? Henk Terol, met zijn bureau Admarcom actief als zelfstandig consultant in de levensmiddelenindustrie, heeft daar wel ideeën over. ‘Wij denken nog steeds tamelijk arrogant dat we het wonder van Europa zijn. We willen best naar China, maar dan wel met het orderboek onder de arm. Verder zijn we niet alert, niet geïnteresseerd in de Chinese cultuur en hebben we er geen net-

werk. Wat dat betreft, ben ik erg teleurgesteld in het Nederlandse bedrijfsleven. Op een paar positieve uitzonderingen na is er vooral sprake van luiheid en laksheid.’ Andere Europese landen hebben de zaken veel voortvarender aangepakt, meent Terol. ‘België heeft er het grootste perencontract ooit afgesloten. En ook Franse producten zijn goed vertegenwoordig in China, mede dankzij de sterke positie die supermarktketen Carrefour er heeft.’ Uitleggen en aanpassen In het beeld van lui en laks herkent Kranenburg zich niet, maar dat andere Europese landen succesvoller zijn is ook haar ervaring. Ze constateert dat men in Nederland minder snel dan elders de krachten bundelt. ‘Voedselfabrikanten uit landen als Italië en Frankrijk slagen er wel in om in de chiquere supermarkten Franse en Italiaanse kennismakingsweken te houden. Ze organiseren tal van demonstraties en proeverijen.’ Dat is ook noodzakelijk, meent Kranenburg. ‘Ondernemers die denken dat het volstaat om een container koekjes via een agent naar een supermarktketen te sturen, slaan de plank mis. Als men niet bereid is het product ter plaatse uit te leggen en aan te passen aan lokale voorkeuren, dan staat het lang op de plank en is de kans groot dat de uiterste houdbaarheidsdatum overschre2012/04

25


Analyse

den wordt.’ Een bedrijf dat volgens Kranenburg perfect begrepen heeft hoe je de vertaalslag maakt naar lokale voorkeuren is fastfoodketen Kentucky Fried Chicken. ‘In China zijn ze succesvol met de verkoop van speciaal voor die markt ontwikkelde sojasnacks die je buiten dat land nergens kunt krijgen.’

Topsector agrofood Het kabinet heeft de sector agrofood vorig jaar aangewezen als een van de negen topsectoren die ons land nieuwe welvaart moeten brengen. Die uitverkiezing is niet verwonderlijk, want de sector is goed voor tien procent van de nationale economie. In 2011 beliep de agrarische export een bedrag van € 72,8 miljard, negen procent meer dan de € 66,6 miljard in 2010. De uitdaging is de Chinese export te vergroten. Dat zoiets heel goed mogelijk is, zien we bij de uitvoer van varkens. Niet in de laatste plaats omdat Chinezen veel meer dan in de traditionele markten belangstelling hebben voor wat wij als bijproducten beschouwen: oren, poten, snuiten en staarten. Dat de export van Nederlands varkensvlees naar China sinds een klein jaar op gang is gekomen, is het resultaat van lange onderhandelingen.

26

2012/04

Anders dan op de verzadigde Europese markt liggen de groeikansen voor de Nederlandse agrofood met name in de zogenoemde BRIClanden: Brazilië, Rusland, India en China. Helaas blijkt uit eind vorig jaar door het ministerie van Economische Zaken gepubliceerd onderzoek dat het Nederlandse bedrijfsleven bepaald niet indrukwekkend presteert als het gaat om de export naar deze landen. Nederland voert 2,9% van de totale goederenexport naar de BRIClanden uit, terwijl dat percentage voor de gehele EU op 6,3 ligt. Met een positieve blik kan je stellen dat er nog veel groeipotentie zit in onze export naar genoemde landen. Er is in ieder geval een flinke achterstand goed te maken. Want waar Nederland achterblijft bij het Europese gemiddelde, concludeerde adviesbureau KPMG in februari van dit jaar dat Europese retailers en producenten van levensmiddelen in vergelijking met bijvoorbeeld hun Noord-Amerikaanse concurrenten de boot naar opkomende markten dreigen te missen. Voor de Nederlandse industrie wordt dat dus een dubbele inhaalrace. Bureaucratische hordes Gelukkig steekt de overheid de helpende hand toe, onder andere met de subsidieregeling Package4Growth die ondernemingen financiële ondersteuning biedt voor het inhuren van extern advies. Met regelmaat gaan er ook handelsmissies richting China. Handelsmissies zijn nuttig, zegt Kranenburg, maar ze plaatst daar wel een kanttekening bij. ‘Door de overheid georganiseerde

missies gaan vaak naar de allergrootste steden zoals Sjanghai of Beijing. Als nieuwkomer in China moet je daar meteen met de hele wereld concurreren en dat is eigenlijk niet te doen.’ Ze pleit er daarom voor de blik te richten op steden in het tweede of derde echelon. ‘Daar zit ook meer dan voldoende potentie.’ Terol benadrukt dat een eenmalige deelname aan een handelsmissie niet volstaat. ‘Chinezen willen je vaker zien, je hand schudden en je in de ogen kijken. Het zijn onderzoekende mensen: ze willen zeker weten dat je het serieus meent.’ Gidi Dekker van de in Amsterdam gevestigde G&C Group bevestigt dat. Dekker en zijn compagnon begonnen twee jaar geleden met hun bedrijf dat zich richt op het ondersteunen van agrofood bedrijven op de Chinese markt. Inmiddels werkt het tweetal – beiden hebben een agrarische achtergrond – met drie vaste medewerkers in China. Dekker, die zelf de helft van het jaar in China doorbrengt, licht toe: ‘Wij leggen verbinding tussen Europese en Chinese bedrijven. Wij brengen onze kennis en ons netwerk in. Nu begeleiden we bijvoorbeeld een Europese onderneming die een productiefaciliteit voor taugé op wil zetten in Beijing. Maar we bemiddelen ook voor Chinese inkopers die op zoek zijn naar kwalitatief goede producten in combinatie met de bijbehorende technologie.’ Naast particuliere bemiddelaars zijn in opkomende markten de relatief onbekende Netherlands Business Support Offices actief. Zij bieden hulp bij het nemen van bureaucratische hordes of het vinden van lokale partners.


Analyse

Dat laatste is erg belangrijk: wie denkt op eigen houtje het wiel te kunnen uitvinden komt bijna altijd bedrogen uit. Aardappelsector kansrijk Is het MKB en China een weinig kansrijke combinatie? Kranenburg is het daar niet mee eens, Dekker evenmin. ‘Dat is echt een vooroordeel’, zegt hij. ‘Het gaat er niet om hoe groot je bent, maar om hoe je benadering is. Een goede voorbereiding is cruciaal.’ De Zwolse MKBonderneming Kaldi, met veertig Nederlandse winkels actief in koffie en thee, is een goed voorbeeld van een bedrijf dat niet terugschrikt voor een Chinees avontuur. De afgelopen jaren heeft Kaldi vier winkels in China geopend en dat smaakt naar meer. Het bedrijf wil vanaf 2013 in vijf jaar tijd maar liefst vierhonderd winkels in China openen. Een ambitieus plan, dat zo serieus wordt aangepakt dat zelfs op directieniveau de Chinese taal wordt geleerd. Dat laatste hoeft Yanchun Xiao niet meer te doen. De geboren Chinees is als internationaal account manager werkzaam bij Van Luin Foods, één van de grotere naar China exporterende

Food Top 100 & China De foodomzet van de 100 Nederlandse topbedrijven bedraagt samen 110 miljard euro. Dit groeide in drie jaar tijd bijna 20%. Eén op de vijf ondernemingen in de Nederlandse Food Top 100 is actief in China. De top-10 is er vrijwel geheel actief. Welke activiteiten ontplooien zij in de Volksrepubliek? » Unilever (1) heeft China op de radar vooral voor nonfood. Bereikt 5,7 miljoen consumenten met het merk ‘ Comfort’. » Heineken (2) heeft een paar minderheidsdeelnemingen in China. » FrieslandCampina (3) is met een verkoopdochter actief in China (voorheen ook productie)

Nederlandse bedrijven. Ook Xiao benadrukt dat een goed netwerk en hechte samenwerkingsverbanden met lokale partners in China minimale voorwaarden zijn voor succes. Van Luin Foods, dat in 1992 in China actief werd, opereert er inmiddels met een verkoopkantoor met tien medewerkers. Het bedrijf brengt er met name diepvriesvlees aan de man en is daarnaast actief als importeur van Chinees fruit voor de Europese markt. Xioa wil niet kwijt welk deel van de omzet met deze activiteiten is gemoeid. “Het is onze ambitie om uit te groeien tot één van de grootste spelers op het gebied van import en export met China”, is het enige wat hij er over wil zeggen. Ten slotte, welke segmenten zijn kansrijk voor Nederlandse bedrijven? Dekker van de G&C Group: ‘Er is in China behoefte aan een breed scala aan goede en veilige producten. Meer concreet ligt er een geweldige kans voor de Nederlandse aardappelsector. China is de grootste aardappelproducent ter wereld, maar de kennis is beperkt. Daarom is het basisproduct aardappel doorgaans niet geschikt voor verwerking tot andere producten, zoals frites. Met Nederlandse knowhow valt er absoluut geld te verdienen in China.’

» CSM (7) heeft er een dochteronderneming voor bakkerijproducten en melkzuur.

Daar is China-consultant Henk Terol het van harte mee eens. Hij ziet vooral een uitstekende toekomst voor de export van levensmiddelen die toegevoegde waarde bieden, zoals convenienceproducten. ‘Chinezen werken zo’n beetje de klok rond, dus gemak vinden ze erg belangrijk’, zegt Terol. ‘Om die reden voorspel ik ook een gouden toekomst voor online retailing in China.’ Terol is ervan overtuigd dat er de komende tien jaar voor de Nederlandse agrofood nog heel veel te verdienen valt, maar dan is het wel zaak om doortastender te werk te gaan. ‘De afgelopen 25 jaar is China erin geslaagd om de wereld aan zijn voeten te krijgen. Het is ons in Nederland alleen een beetje ontgaan.’

Tekst: Dirk van der Lit Foto: 123RF Meer weten: c hinamoves.com admarcom.nl gcgroupbv.com

» IFF (35) heeft China als vijfde grootste markt met lokale productie en een ‘creative center’ sinds 2009.

» Hoogwegt Group (8) heeft er een handelsdochter.

» Acomo (40) importeert thee vanuit China.

» VanDrie Group (11) investeert in productie van kalfsvlees met een Chinese partner; ook maatschappelijk actief.

» Zeelandia (42) heeft er een 50%-deelneming in een productiebedrijf voor bakkerijingrediënten

» Loders Crocklaan (13) heeft er een handelsonderneming.

» ADM (58) heeft er een joint venture met verwerkingsactiviteiten.

» Nutreco (15) telt China als één van de drie ‘agri focus markten’(met Brazilië en Rusland), maar verdient er nog slechts 55 miljoen euro (bestemming) met al wel 686 man personeel.

» Lotus Bakeries (62) heeft er een exportpartner.

» Cargill (21) verwerkt er oliezaden; werkt met 2.5 miljoen boeren aan productiviteitsverbetering en is ook maatschappelijk actief in China.

» BestFresh Group (76) heeft er een deelneming via een Duitse dochteronderneming.

» Van Luin Foods (64) heeft er een kantoor.

» Nidera (5) heeft er een handelsonderneming. » DSM (6) is de Nederlandse topper in China en verdient er 14% van zijn totaalomzet, ofwel 1,6 miljard dollar. Werkt er aan een nieuw innovatiecentrum.

» Sara Lee International (25) heeft er enkele handels- en productieactiviteiten. » Ecoval Dairy Trade (28) heeft er een ver koopkantoor sinds 2009.

Met dank aan dr. ir. Onno van Bekkum, coöperatiedeskundige en eigenaar van CO-OP Champions (coopchampions.com) en samensteller van de Food Top 100.

2012/04

27


ForFarmers, een ambitieuze onderneming voor boeren met ambitie. Producent en leverancier van regulier en ecologisch voer en akker- en weidebouwproducten. Samen met onze boeren werken we aan een maximaal financieel resultaat. Ambitie hebben en het ook daadwerkelijk waarmaken, daar draait het om bij ForFarmers! Meer dan 10.000 ambitieuze boeren in Nederland en Duitsland profiteren van de resultaten die met ForFarmers producten gerealiseerd worden, want de ambitie van ForFarmers is een tevreden klant.

ForFarmers, Postbus 91, 7240 AB Lochem,T: +31 (0)573 28 88 00, info@forfarmers.eu, www.forfarmers.eu


Boerenbusiness Opinie

Vaste prijs met certificaat Het eerste Melkprijs Garantiecertificaat was nog niet vers van de pers of de zuivelmarkt begon langzaam aan een daling. Aris van Ommeren, mededirecteur bij Dairy Trading Online (DTO) schetst de nieuwe methode om prijsrisico’s af te dekken.

Tekst: Herma van den Pol Foto: Aleksander Willemse Meer weten: dairytradingonline.com

H

et eerste Melkprijs Garantiecertificaat was nog niet uitgegeven of de zuivelprijzen begonnen te dalen. Een daling die feitelijk al voor de feestdagen eind 2011 is ingezet, zoals op de spotmarkt was te zien. Deze vertaalt zich pas later in de melkprijs van de fabrieken. De bezitter van een garantiecertificaat is een jaar lang verzekerd van een prijs van 34 euro per 100 kg melk. Met de introductie van de garantiecertificaten heeft de melkveehouder een uniek instrument in handen gekregen om zelf invloed uit te oefenen op zijn inkomsten. De certificaten garanderen dat een melkveehouder de prijs ontvangt die bij het afsluiten van de certificaten is afgesproken. Die prijs wordt vastgesteld op basis van de garantieprijs van FrieslandCampina. Duikt de prijs onder de 34 euro dan krijgt de melkveehouder geld, blijft hij erboven dan moet de melkveehouder bijbetalen. Voor maart presenteerde de grootste Nederlandse zuivelaar een prijs van 34,25 euro, anderhalve euro minder dan in februari. Melkveehouders met een certificaat hadden dan een kwartje moeten toeleggen. De werking van certificaten blijkt geen problemen op te leveren. Melkveehouders begrijpen snel hoe het werkt. Met de certificaten krijgen veehouders voor het eerst de kans om zelf invloed uit te oefenen op de melkprijs. De boeren leverden tot dusver melk aan een fabriek, maar hoefden niet zelf over de prijs na te denken. Ze liepen een paar maanden achter de markt aan en hadden daarbij vaak de melkprijs van één of twee maanden geleden in het hoofd. Nu gaat het melkquotum er over een paar jaar af en wordt de markt vrijer. Zij moeten ze over de markt gaan nadenken. De ondernemers die een certificaat hebben afgesloten, denken al mee. Zo was al een tijdje zichtbaar dat prijzen van kaas,

boter en melkpoeder onder druk stonden. Een aantal melkveehouders zag dat en maakte de keuze. Net zoals bij het gebruik van een renteswap, een methode om renterisico’s af te dekken, verschillen de meningen. Zo heb je een groot aantal melkveehouders die de prijs niet wil vastzetten. Die zeggen: ‘als we variabel blijven, zitten we altijd goed’. Dat zie je ook bij de certificaten. Je hebt een groep die er niet over na denkt en je hebt een groep die een deel wil vastzetten. Ook is er een groep die denkt dat deze prijs hoger is, dan de markt gaat worden. Het grote verschil met de swap is dat melkprijsgarantie totaal iets nieuws is voor melkveehouders. Had een Melkprijs Garantie­ certificaat in 2009 kunnen helpen? Wanneer je op de voorhand de prijs had vastgelegd, had je de lage prijzen niet gehad. Het instrument is daarvoor bedoeld: het afdekken van de prijsrisico’s. Om het verschil te maken. Met een certificaat stel je de opbrengst van een bedrijf zeker. Op een gemiddeld bedrijf vormt krachtvoer maar een klein gedeelte van de kosten. Dat gaat in de toekomst waarschijnlijk veranderen wanneer de grote melkveebedrijven na het beëindigen van het quotum harder gaan groeien. Je zult grote bedrijven krijgen die niet grondgebonden zijn en gezinsbedrijven. Voor de niet grondgebonden bedrijven wordt de inkoop van voer op de lange termijn belangrijk. Daar komen ook producten voor om de prijs van krachtvoer vast te leggen. Voorlopig is het nog niet zo ver. Voor een bedrijf is het het beste zowel de opbrengst als de kosten vast te zetten. Dan kun je de marge uitrekenen. Wanneer kosten variabel blijven, kan je namelijk alsnog op een tekort uitkomen. Dat is toekomstmuziek, voor nu kan een garantiecertificaat het verschil maken. 2012/04

29


Boerenbusiness Finance

Dalende prijzen goed voor landbouw? Europa heeft een wonder nodig om dit jaar te ontsnappen aan een recessie en ook de VS en China krijgen tegenwind. Veel economen waarschuwen voor het gevaar dat de prijzen gaan dalen: deflatie. Waar moet de agrarische ondernemer rekening mee houden als dit gebeurt?

D

riekwart procent. Dat is hoeveel de Nederlandse economie krimpt dit jaar, volgens de rekenmeesters van het Centraal Planbureau (CPB). In de laatste maanden kromp de Nederlandse economie al, net als de Duitse. De Duitse en de Franse economieën groeien nauwelijks dit jaar, is de verwachting onder economen en analisten. Ten zuiden van de Alpen en de Pyreneeën komt economische groei zelfs nog alleen in de meest wilde dromen voor; daar is het de vraag hoe ernstig de krimp uitvalt. Buiten Europa is het beeld iets beter, maar bij lange na niet rooskleurig. De Amerikaanse economie draait redelijk, maar dat komt vooral doordat de overheid en de centrale bank de laatste tijd de economie op een nooit eerder geziene schaal hebben opgepept met belastingverlagingen en gelddrukken. Hoewel het niet waarschijnlijk is dat de belastingverlagingen ongedaan worden gemaakt – door de patstelling in Washington in de aanloop naar de Amerikaanse presidentverkiezingen dit najaar is het een misverstand te denken dat daarmee de Amerikaanse economie schadevrij blijft. Groei van een economie is niets anders dan de verandering van de waarde van alles wat er gedurende een jaar in een land wordt gemaakt, vergeleken met een jaar eerder. Omdat de groei

30

2012/04

dus een verandering weergeeft, is het voor het reilen en zeilen van een economie van belang hoeveel, zoals in dit geval, de belastingen veranderen en niet hoe hoog of laag die zijn. Krachtig shot adrenaline Toen de Amerikaanse overheid vorig jaar besloot de inkomstenbelasting te verlagen, werkte dat als een krachtige shot adrenaline voor de grootste economie ter wereld. Om hetzelfde effect te bereiken, moeten de belastingen dit jaar dus weer

‘2012 kan voor agrarische ondernemers een goed jaar worden’ fors omlaag. Alleen de verlaging van vorig jaar in stand houden, levert - in termen van groei 0,0 procent effect op. Immers, er verandert niets vergeleken met 2011. Vergelijk het met een fietser die eerst een lange tijd in een dal heeft gefietst en nu tegen een berg op moet. Hij moet twee keer zo

hard trappen om even snel te fietsen als in het dal. Uit China komen geluiden die erop wijzen dat de economische motoren voorlopig minder hard draaien. Peking kon aan het begin van de huidige economische crisis China beschermen door honderden miljarden dollars in de economie te stoppen. Het probleem is dat veel van dat geld naar onroerend goed is gegaan. Daardoor heeft China nu volgens velen te maken met een enorme zeepbel op de onroerend goed markt. En in het verlengde daarvan spookt het bij de Chinese banken. Die hebben miljoenen leningen in hun boeken die oninbaar zijn en dus moeten worden afgeschreven. In het Westen weten we maar al te goed hoe schadelijk het leeglopen van een zeepbel op de onroerend goed markt voor de banken en de gehele economie kan zijn. Daarnaast is China nog steeds voor een groot deel van zijn groei afhankelijk van het verkopen van eigen spullen in Europa en de Verenigde Staten. Minder economische voorspoed daar, betekent zo per definitie minder economische groei in China. Oliewaarschuwing op zijn plaats Een lagere economische groei is een abstracte benaming. Wat dat in feite betekent, is dat de vraag naar allerlei goederen en diensten, van


auto’s tot zaaimachines, afneemt of minder hard toeneemt dan voorheen. Behalve arbeid zit in alle goederen en veel diensten een ander gemeenschappelijk ingrediënt: grondstoffen zoals olie. Olie is één van de grondstoffen die zeer gevoelig is voor veranderingen in economische groei. De stelregel is dat slechtere groeivooruitzichten de olieprijs omlaag drukken. Die zou daardoor makkelijk van ruim boven 100 dollar nu ver daaronder kunnen zakken. Een waarschuwing is wel op zijn plaats. Behalve voor economische groei is de olieprijs ook uiterst gevoelig voor oplopende spanningen tussen Iran en het Westen en dreigingen van Iran de Straat van Hormuz af te sluiten. Door die straat komt zo’ n 40 procent van alle olietransport. Die dreiging noopt bedrijven en landen ertoe olie nu alvast te kopen op de beurs en zo de prijs vast te klinken. Alleen omdat velen dat doen, stuwt die vraag de olieprijs omhoog. Deze geopolitieke spanningen kunnen voorkomen dat de olieprijs al te veel zakt wanneer de economische vooruitzichten verslechteren. Voor agrarische ondernemer is een daling van de olieprijs uiteraard zeer goed nieuws. Zeker omdat bij een periode van deflatie wereldwijd, de voedselprijzen zeer waarschijnlijk veel minder hard dalen. Geopolitieke spanningen of

niet, minder economische groei of niet, het feit is en blijft dat de vraag naar voedsel groot blijft. Dit geldt vooral voor opkomende landen zoals China. In recessiemoeras zakken Vergeet niet dat als we het over minder groei hebben in het Westen, we al snel in recessiemoeras zakken. Dit komt doordat de groei in ons werelddeel tussen 1 en 2 procent ligt. In opkopende landen is het een heel ander verhaal. Daar dikken de economieën doorgaans met 8 procent of meer aan elk jaar. Een groeivertraging daar betekent slechts minder welvaarstsstijging en niet welvaartsdaling. Dat op zijn beurt houdt in dat mensen gewoon elke maand weer meer te besteden hebben. Een groot deel van die extra koopkracht gaat op aan ander en beter voedsel. Zo bezien, kan 2012 voor agrarische ondernemers wel eens een relatief goed jaar worden. Dankzij deflatie zien zij hun kosten dalen of niet al te veel stijgen. En omdat de voedselprijzen zich aan de deflatiemalaise kunnen onttrekken, is het goed voor te stellen dat de opbrengsten voor de agrarische ondernemer harder toenemen dan de kosten. Uiteraard heeft dit allemaal grote gevolgen voor het klimaat op de financiële markten, wat vooral voor de beleggende agrarische onder-

nemer natuurlijk een belangrijk vraagstuk is. Zijn er dan geen maren? Ja, best veel zelfs. De groei kan in opkomende landen zwaar tegenvallen bijvoorbeeld. Ook kunnen de centrale banken in het Westen een tsunami aan versgedrukt geld in gang brengen om deflatie te voorkomen of kan het protectionisme prominenter de markt voor voedselgrondstoffen beïnvloeden. En als de spanningen tussen Iran en het Westen uitmonden in een oorlog en/of de onrusten de kop opsteken in belangrijke olieproducerende landen zoals Saoedi-Arabië. Dan zijn, zoals de Engelsen dat zeggen, all bets off.

Tekst: Edin Mujagic* Foto: Shutterstock Meer weten: i nflatieblog.nl boerenbusiness.nl

*Auteur van onder meer ´Het inflatiespook: waarom de inflatie in Nederland
zal toeslaan en hoe u uw vermogen kunt beschermen´, oprichter van
www.inflatieblog.nl en monetair en macroeconoom aan de Universiteit van
Tilburg. 2012/04

31


Vergelijkbaar met introductie van de tractor in de jaren vijftig

ICT-revolutie maakt alles anders

32

2012/04


Boerenbusiness Coverstory

ICT staat aan de vooravond van een grote doorbraak in de landbouwsector. In hoog tempo vinden nieuwe technieken hun weg naar de akker. Zeker nu spelers in de keten samenwerkingen aangaan om de laatste hindernissen voor de ICT-revolutie uit de weg te ruimen, verandert de sector snel van gezicht.

A

grofood is één van de negen topsectoren waar Nederland vol op inzet. Voor de komende jaren is de agenda van deze topsector gedefinieerd en moet Nederland stappen zetten om in de internationale top te blijven. Specifieke aandacht is er binnen de agrofood voor zaken als robotisering, precisielandbouw en sensortechnologie. Niet geheel toevallig zijn dit net gebieden waar de ontwikkeling van IT een sterke rol bij speelt. De laatste jaren is het op dit vlak hard gegaan. Zaken die nog geen tien jaar geleden ondenkbaar waren of ‘niet voor de gewone boer’ zijn nu overal doorgevoerd. Toch is er technisch op dit moment nog meer mogelijk dan in de praktijk. Een standaardisatieslag en breed gedragen initiatieven zijn daarom nodig om werk te maken van agrofood als topsector. Landbouweconoom Krijn Poppe (LEI Wageningen UR) ziet in de ontwikkeling van ICT in de landbouw zelfs een parallel met de doorbraak van de tractor in de jaren vijftig. Poppe: ‘Dat was een ‘disruptive technology’ en ik heb het vermoeden dat dit nu opnieuw met de landbouw

aan het gebeuren is. Kijk om je heen: zaken als robotisering en precisielandbouw zijn zo langzamerhand onderdeel van de investeringsbeslissing bij boeren, het gebruik van melkrobots bijvoorbeeld.’ Technisch-economische ontwikkelingen volgen volgens de econoom vaak dezelfde stappen. Zo was de auto eerst een speeltje voor de rijken, vervolgens ontstond op basis van dezelfde techniek de tank en in de jaren dertig verschenen her en der rupsbandtractoren op het land. Op dezelfde manier maakte ICT de eerste ontwikkelingen door in toepassingen voor defensie, voordat microchips vanaf de jaren zeventig overal werden toegepast en volgens de Wet van Moore nog steeds elke anderhalf jaar in rekencapaciteit verdubbelden. Terugval halverwege de ontwikkeling Poppe ziet echter nog een tweede economisch verschijnsel, dat erop wijst dat er op het gebied van ICT veel gaat veranderen op korte termijn. Namelijk een terugval halverwege de ontwikkeling. ‘Aanvankelijk is iedereen veel te enthousiast

en krijg je bubbles op de aandelenmarkt, hypes. Een crisis ontstaat en nadenken over innovatie neemt toe. Om een nieuwe ontwikkeling in oude bedrijfstakken toe te passen zijn vaak andere, simpele zaken nodig. Zoals standaardisatie, verandering van wetgeving of het aanpassen van werkwijzen. De crisis maakt deze bespreekbaar.’ Volgens de economische lange golftheorie van ontwikkeling, financiële hype, crisis en vervolgens de mogelijkheid om techniek breed uit te rollen en toe te passen staat ICT aan de vooravond van een doorbraak. Poppe ziet dit ook terug bij zaken als het Elektronisch Patiënten Dossier en rekeningrijden. ‘Die bevinden zich midden in maatschappelijke discussies.’ Grootste driver in problemen oplossen Behalve ICT zijn ook biotechnologie en nanotechnologie ontwikkelingen die eraan zitten te komen, maar de taxatie van Poppe is dat deze nog in dezelfde fase zitten als ICT pakweg 25 jaar geleden. Beiden hebben het in zich om ook zo’n disruptive technology te zijn, maar voorlopig is ICT de grootste driver voor het oplossen van

2012/04

33


Coverstory huidige problemen in de voedselketen. ‘We gaan inefficiënt om met zaken als water en energie en we moeten straks 9 miljard mensen van voedsel voorzien’, zegt Poppe. Het inzetten van de Nederlandse overheid op negen topsectoren, waaronder agrofood en tuinbouw, past in dat plaatje. ‘Op de gebieden precisielandbouw, robotica en sensortechnologie zie je veel gebeuren. Maar er zijn ook kanttekeningen. De kunst is om sectoren aan elkaar te knopen. Er is in een aantal gevallen nog een slag nodig, met name bij boeren en coöperaties, een andere manier van werken.’ De econoom zegt agrarische ondernemers nog veel cijfers te zien overtypen, terwijl in grote bedrijven als Suiker Unie en FrieslandCampina nog maar weinig papier te vinden is. Hij noemt in dat licht een project dat LEI samen met Rabobank en enkele accountantskantoren uitvoert, waarin de partijen werken aan de nieuwe standaard XBRL, die het mogelijk gaat maken fiscale verslagen elektronisch aan te leveren voor bijvoorbeeld studiegroepen. ICT heeft bijgedragen aan globalisering en maakt nieuwe businessmodellen mogelijk. Een koolzaadteler kan bijvoorbeeld digitale foto’s van een ziektebeeld voorleggen aan een specialist in Frankrijk. Het LEI helpt dat realiseren in het Future Internet-programma van de EU. Kennis wordt zo bereikbaar voor grotere groe-

34

2012/04

pen. Datasets kunnen naar een specialist, of een landbouwbedrijf kan er bijvoorbeeld juist voor kiezen deze goedkoop te laten bekijken in een land als India. Het uitwisselen van gegevens wordt echter pas echt interessant als er sprake is van een breed

‘Het delen van data is nog niet helemaal doorgesijpeld in de landbouw’ gedragen standaard. In Nederland werken binnen de vereniging AgroConnect ondernemingen en organisaties binnen de agrofood-sector samen met automatiseerders aan het verbeteren van elektronische gegevensuitwisseling. Hoewel de huidige EDI-standaard nog altijd voldoet, en hier investeringen in zijn gedaan door veel partijen, is er de breed gedragen Leidraad Nieuwe Berichtontwikkeling Landbouw afgesproken. De kern hiervan bestaat uit afspraken over de methode om informatiestromen te modelleren en uit te werken, berichten te definiëren en aansluiting te zoeken op de op internatio-

nale leest geschoeide standaard UN/CEFACT. Nieuwe investeringen kunnen hier aan worden gekoppeld. Standaardisatie in data ‘EDI is een berichtenstandaard die in Nederland op dit moment veel toegepast wordt in de agrarische sector. UN/CEFACT en GS1 zijn standaarden die breder en meer internationaal worden toegepast’, zegt Hans Hulzebosch, projectmanager bij Hendrix UTD en voorzitter van AgroConnect. ‘Alle belangrijke partijen binnen de agrofood in Nederland hebben belang bij afspraken over gegevensuitwisseling om mede daarmee over bedrijfsgrenzen heen processen te integreren. Hetzelfde geldt voor automatiseerders, die betrokken zijn bij het maken van oplossingen.’ Voor de primaire en verwerkende industrie is volgens Hulzebosch het krijgen van data geen probleem, maar juist de interpretatie en verwerking daarvan. Daarom werkt AgroConnect aan het maken van afspraken over definities (semantiek), de juiste indeling van datavelden in berichten en de manier waarop berichtenuitwisseling moet plaatsvinden, bijvoorbeeld via webservices. In het verlengde daarvan liggen daarnaast nog vraagstukken over het delen en autoriseren van data, die ook om een gemeenschappelijke benadering vragen.


Coverstory Standaardisatie in het verzamelen van data met betrekking op bijvoorbeeld grond, voeding en gewassen is een voorwaarde om de Nederlandse ambities voor agrofood als internationale topsector waar te maken. Hulzebosch: ‘Slim gebruikmaken van data en modellen, zodat iedere plant of dier de juiste oogstwijze of behandeling krijgt, dat wordt als precisielandbouw gezien. De innovatieve uitdaging is te komen tot het juiste gebruik van data om dat mogelijk te maken.’ Nog geen ICT-doorbraak op de akker De sensortechnieksystemen van het Emmense Dacom oogsten de laatste jaren veel bewondering en worden inmiddels op verschillende plekken ter wereld toegepast. Syntens Innovatie top 100 bekroonde het Dacom-systeem TerraSen zelfs met een eerste plaats. Volgens directeur Janneke Hadders heeft de voorspoed in het bedrijf alles te maken met een keten die steeds beter gaat werken. ‘De boeren blijven onze klanten, maar hun afnemers gaan steeds meer nadenken over het gebruik van grondstoffen. Zij willen bijvoorbeeld weten hoeveel waterverbruik nodig is geweest voor aangeleverde producten. Vanuit deze organisaties is er de stimulans onze producten bij de boeren te krijgen. De boer heeft dan praktisch advies, waarmee deze zijn marges kan verbeteren en de food processors hebben de gegevens op

metaniveau die ze nodig hebben.’ Van een doorbraak van ICT op de akker is volgens haar echter nog geen sprake. Wel staan we volgens Hadders aan de vooravond van deze revolutie. ‘We moeten eerst de IT-infrastructuur goed op poten zetten. Wat

‘Waarom gebruikt de akkerbouw de Wet van Moore eigenlijk niet meer?’ AgroConnect bijvoorbeeld doet, is wat dat betreft van essentieel belang.’ Typerend zijn de moeilijkheden die Dacom op dit moment nog zegt te hebben bij het krijgen van goede teeltgegevens voor gebruik in haar apparatuur. ‘Wat wij doen is het bij elkaar brengen van veel informatiebronnen, zoals teeltdata, weersvoorspellingen van Meteo Consult en data over grond. Maar waar in de consumentenwereld al heel anders wordt gedacht over het delen van data, is dat nog niet helemaal doorgesijpeld in de landbouw. Als dat doorbroken is, in combinatie standaardisatie van deze data, komt er een grote

bron kennis vrij. Het gaat er vooral om dat we de resultaten daarvan snel op de akkers krijgen, want de boer moet de gegevens op praktisch niveau kunnen interpreteren.’ De ontwikkelingen in sensortechniek gaan tegelijkertijd razendsnel. Een voorbeeld is het uitrekenen van de water footprint van een veld op basis van bodemvochtsensoren. Hadders: ‘Meer doen met de huidige software is vaak al snel mogelijk. De ontwikkeling van innovaties die je nu overal ziet is vooral ingegeven door ontwikkelingen in de markt. En dan kun je al snel meters maken.’ Efficiënte toepassingen Wie ook meters kunnen maken zijn de bestuurders van de tractoren op Koninklijke Maatschap de Wilhelminapolder, dat met een bezit van 1.850 hectare landbouwgrond één van de grotere Nederlandse landbouwbedrijven is. Alle machines hebben hier een op GPS-gebaseerd stuursysteem, waardoor ze steeds in juiste sporen werken. Het landbouwbedrijf deed onderzoek naar de efficiëntie van deze toepassing en kwam uit op een totale kostenbesparing van zo’n 15 procent. De winst zit in een lager brandstofverbruik, maar ook meer productiviteit en minder vermoeidheid bij de bestuurders. Directeur Jan Paul van Hoven ziet naast een technologische verandering ook een cultuurverandering. ‘Je kunt

Satellieten spelen een cruciale rol in de data uitwisseling in de agrarische sector

2012/04

35


Wat is uw energieverbruik? Hoeveel kunt u besparen? Wat zijn de investeringen en wanneer zijn die terugverdiend?

Samen energie besparen Ook in de agrarische sector wilt u de kosten verlagen, uiteraard zonder dat dit ten koste gaat van uw land en vee. Als kennispartner van Boerenbusiness weten we dat u als agrarisch ondernemer vaak eenvoudig op uw energierekening kunt besparen. E.ON geeft graag advies over bijvoorbeeld verlichting, koeling, veiligheid en het zelf opwekken van energie. Kees Maas: “E.ON gaf mij advies over energiebesparing.”

Meten en keuzes maken E.ON helpt ondernemers om efficiënt met energie om te gaan, zoals Kees Maas, eigenaar van Maasvlakte Agri vof. Bij dit akkerbouwbedrijf worden op een oppervlakte van 130 hectare verschillende gewassen verbouwd, zoals aardappelen, uien en tarwe. Voor stalling en onderhoud van tractoren en machines en voor de opslag van aardappelen zijn er diverse gebouwen in gebruik. En dat kost veel elektriciteit en gas. E.ON helpt Maasvlakte Agri om die energiekosten omlaag te brengen. Dit is een kwestie van meten, kritisch kijken en de juiste keuzes maken. Besparingsmogelijkheden Bij Maasvlakte Agri maakte E.ON eerst een scan van de gebouwen waarmee de besparingsmogelijkheden inzichtelijk werden. Denk aan isolatie van de schuurdeur, nieuwe EC ventilatoren (tot 20% besparing!) of het installeren van zonnepanelen. De heer Maas bleek zijn energiemanagement prima op orde te hebben en kon zich gaan concentreren op de

volgende stap: het zelf opwekken van energie via zonnepanelen. “Veel van de dingen die in het plan staan, wist ik al, maar het is erg fijn om het bevestigd te krijgen”, zegt Kees Maas. “Mijn energieverbruik is zeker niet extreem, maar als het minder kan, dan is dat altijd de moeite waard. E.ON is hier ingedoken en heeft advies gegeven over energieen kostenbesparende maatregelen. En de investeringskosten heb je er door een lager energieverbruik snel uit.”

Kees Maas: “Een simpele tip? Stel de bewaarcomputer zo in, dat hij de ventilatoren alleen in de daluren laat draaien. Met een maximum van een aantal uren per dag. Dat is de eerste besparing!”

BOERENBUREN KORTING Nu 50% korting als u samen met uw buurman de besparingsscan laat uitvoeren. De E.ON BesparingsService laat zien hoeveel energie u kunt besparen in uw bedrijf. Bespaar blijvend op uw energiekosten! E.ON BesparingsService • Persoonlijk bezoek • Duidelijke rapportage • Gezamenlijke aanpak Lees meer over deze aanbieding op www.boerenbusiness.nl/eon

Boeren-burenkorting Wilt u weten waar u kunt besparen? Maak dan gebruik van de E.ON BesparingsService, net zoals Maasvlakte Agri. Speciaal voor lezers van het Boerenbusiness magazine: nu 50% korting als u samen met uw buurman de scan laat uitvoeren. Lees meer op www.boerenbusiness.nl/ eon of neem contact op met Tijn van den Hoven, accountmanager agrarische markt via (040) 257 7724 of tijn.hoven@eon.com.

E.ON Benelux Dr. Holtroplaan 2-28 5652 XR Eindhoven

(040) 257 7600 zakelijk@eon.nl www.eon.nl/zakelijk


Coverstory

Precisielandbouw met computers brengt de informatie direct bij de agrarische ondernemer denken: ‘zo’n vent hoeft alleen maar het stuur vast te houden’. Ik zie hem echter niet als chauffeur, maar als machineoperator.’ Binnenkort start de maatschap een experiment waarbij enkele medewerkers een iPad meekrijgen om onderling informatie te delen. ‘Dat is vooral om te leren dat alles anders wordt. Ontwikkelingen raken in een stroomversnelling en dat maakt het mogelijk veel te doen tegen relatief lage kosten.’ Aanvankelijk begon De Wilhelminapolder, ruim vijftien jaar geleden, met het verbeteren van de bedrijfsautomatisering om de toenemende overheidsdruk rond onder meer milieueisen het hoofd te kunnen bieden. Toen afnemers begonnen met certificeringssystemen voor landbouwproducten had het bedrijf hierdoor al een kennisvoorsprong. Van Hoven zette zich in voor de ontwikkeling van een open standaard, webbased bedrijfsregistratiesysteem, waarvoor het de samenwerking opzocht met automatiseringsbedrijven als Vertis en Ordina. Niet-gebruikersvriendelijke software in de akkerbouw is Van Hoven al jarenlang een doorn in het oog. ‘Veel bedrijven werken met ontiegelijk verouderde software. Dat komt omdat het clubje gebruikers te klein is, daardoor is alle programmatuur out of date.’ Desalniettemin zijn sommige ontwikkelingen snel gegaan. Binnen het in 2004 begonnen project Kennis op de Akker deed De Wilhelminapolder al pogingen de sector mee te krijgen en stappen te maken naar precisielandbouw. Van Hoven: ‘Dat had veel voeten in de aarde. ‘Dat is niks voor gewone boeren’, werd toen gezegd. Maar in 2009 reed al bijna elke boer die een beetje technisch geïnteresseerd is in een tractor waar GPS op zat. Het is heel snel een commodity geworden, net zoals een cabine en airco dat al eerder werden.’ Techniek streeft mogelijkheden voorbij Door de snelle adaptatie van GPS in de land-

bouw is het besef ontstaan dat precisielandbouw een serieuze mogelijkheid is voor bedrijven, maar juist hier is de techniek de mogelijkheden voorbijgestreefd. Van Hoven: ‘Iedereen heeft GPS op de tractor, maar op je eigen desktop kun je niks met deze gegevens. Bijna geen boer kan bijvoorbeeld zijn eigen perceel intekenen op zijn computer.’ Hij noemt een programma van machinefabrikant John Deere, dat hier voor het eerst verandering in moet brengen. ‘Hiermee maken we een dataset van tachtig percelen voor vijf tractoren. Met alle richtingslijnen en ingetekende grenslij-

‘Veel bedrijven werken met ontiegelijk verouderde software’ nen.’ Het blijven echter los van elkaar werkende lapmiddelen, zolang grote partijen in de landbouw niet de handen ineen slaan. Het Programma Precisie Landbouw (PPL), waarin de grote coöperaties vertegenwoordigd zijn, en AgroConnect ziet Van Hoven als goede ontwikkelingen. Ook Ordina, dat met het platform Agrosense investeert in een open infrastructuur voor applicaties en het uitwisselen van gegevens, kan op goedkeuring rekenen. ‘Zo krijg je inzicht in waar we behoefte aan hebben en zo wordt precisielandbouw de gangbare landbouw van morgen. Maar daar zit ook het probleem van de kip en het ei. Partijen moeten AgroSense adopteren. Rabobank moet ook meedoen en de overheid ook. Wat te denken van bouwplannen die je overal twintig keer moet invoeren? De integratie

die daarvoor nodig is, kan je alleen door gezamenlijke initiatieven bereiken.’ Te lang stilgestaan Ondanks alle technologische ontwikkelingen valt er nog veel te wensen voor de komende jaren. Van Hoven ziet zelf nog veel ruimte voor verbetering in precisielandbouw en tracking and tracing. Tegelijkertijd is hij van mening dat de landbouw te lang heeft stilgestaan. ‘Quote me maar: waarom gebruikt de akkerbouw de Wet van Moore eigenlijk niet meer? We doen er niks mee, we denken dat alles goed blijft gaan. Maar de consument streeft een absolute beleving van veiligheid van voedsel na. Kijk maar naar de Q-koorts en de commotie rond de EHEC-bacterie. Tracking and tracing is ontzettend noodzakelijk.’ Hij geeft een praktisch voorbeeld uit zijn eigen bedrijf. ‘Ik koop bijvoorbeeld vijf ton kalkammon, maar waar is het precies gestrooid? Ruwweg kan ik het wel aanwijzen, maar niet zo exact als ik zou willen. En de regels rond mineralengebruik worden steeds strakker. Daar lig ik nu wakker van.’ Een techniek die ook nog ontbreekt is plaats specifiek zaaien, waardoor met name in de hoeken van percelen veel capaciteit onbenut blijft. IT staat misschien voor een definitieve doorbraak, maar dit zorgt tegelijkertijd wel voor nieuwe, volwassen verwachtingen van IT-systemen. Van Hoven: ‘We moeten af van het houtje-touwtjegebeuren. Ik blijf niet met onvolwassen GPS-systemen klooien, daar is in onze bedrijfsvoering helemaal geen tijd voor. Het moet goed zijn en het moet geïntegreerd zijn.’ Tekst: Koos Plegt Foto/illustratie: Aleksander Willemse Meer weten: a grosense.nl kmwp.nl dacom.nl lei.nl

2012/04

37


Haal het maximale rendement uit elke hectare! Het groeiseizoen begint weer.

Agroweer.nl daar kunt u op verbouwen!

Wat voor vakgerichte weersinformatie krijgt u bij een abonnement op Agroweer: • Tekst met landelijk weeroverzicht en lange termijn weerbericht (t/m 7 dagen vooruit) • Tabel en grafiek met 6-uurlijkse (6 dagen vooruit) en dagelijkse verwachting • Waarnemingen van het afgelopen 24 uur en van de afgelopen dagen • Het weer in uw postcodegebied

Powered by:

• Buienradarbeelden in detail op uw woonplaats • Satellietbeelden (zowel zichtbaarlicht als infrarood) • 4 laatste beelden per ½ uur

AGROWEER

• Weerkaarten (min. en max. temperatuur, luchtdruk en neerslaghoeveelheid) tot 9 dagen vooruit • Temperatuur op 1,5 meter en 10 centimeter • Dauwpunt, relatieve luchtvochtigheid en verzadiging deficiet • Windsnelheid, -richting en maximale windstoot • Globale straling, bewolkingsgraad, kans op neerslag en neerslagsom • Zon- en maanstanden • Dag- en maandoverzichten op plaatsnaam • Maandverwachtingen op video en in grafiekvorm Een abonnement AgroWeer kost slechts € 10,80 excl. BTW per maand

Wilt u op de hoogte worden gehouden van het laatste Agroweer? Meld u dan aan op de website: www.agroweer.nl of bel naar: 0320 - 269520


Boerenbusiness Internet

Internet en ondernemen Houd weersextremen onder controle

Hoewel we een horrorwinter niet hebben gezien, stellen weerprofessoren ons nu een spookzomer in het vooruitzicht. Oftewel een warme, natte zomer met zelfs kans op tornado’s. Dat de kans op weersextremen zoals droogte, wateroverlast of hitte toeneemt, is echter zonneklaar. Agrarische ondernemers kunnen zich eenvoudig indekken tegen extremen via weercertificaten op weerrisico.nl. DCA Kenniscentrum, die hiervoor samenwerkt met het Zwitserse Celsius Pro, heeft zelfs een groeiseizoen weercertificaat ontwikkeld waarmee akkerbouwers zich individueel gedurende het gehele groeiseizoen kunnen indekken tegen mogelijke schade aan de gewassen. www.weerrisico.nl

Brokkenmakers met eigen tv-kanaal

Oké, ze noemen zich de beste brokkenmakers van Nederland en de beste presentaties moeten ze leveren bij de melkveehouder, varkenshouder of pluimveehouder in de stal. Maar ForFarmers beseft als geen ander dat in het huidige tijdperk meer nodig is om als voerleverancier van blijvende toegevoegde waarde te zijn voor je klanten. Kennisoverdracht is een belangrijk pluspunt en daar is ForFarmers met haar website een flink eind mee op weg. Zo heeft het bedrijf naast het nieuws en de vernieuwingen in het productassortiment ook een heus tv-kanaal met reportages van bijeenkomsten, inclusief interviews. Handig voor de thuisblijvers. www.forfarmers.nl

Groene kennis binnen handbereik

Het aansluiten van de theorie op de praktijk is voor Wageningen UR altijd een grote uitdaging gebleken. De komst van internet heeft erin geresulteerd dat veel Wageningse kennis plots met enkele muisklikken binnen handbereik is. De website Groenkennisnet.nl is daar een exponent van. Deze staat boordevol informatie en nieuws voor onderwijs, onderzoek, bedrijfsleven, beleidsmakers en iedereen die er gebruik van wil maken. De naam kan een tikkeltje misleidend zijn, want het is zeker niet alleen kennis van natuur en platteland. www.groenkennisnet.nl

Kijkje in de Britse agrarische keuken

Wil je een kijkje in de Britse keuken, dan is het altijd interessant om de website van Farmers Weekly te raadplegen. Dan kon je bijvoorbeeld begin maart al lezen dat weeranalisten voor komende zomer vrezen voor droogte in het aardappelgewas, doordat akkerbouwers onvoldoende waterbuffers hebben kunnen opbouwen. Ook de Olympische Spelen in Londen deze zomer laat zich gelden, want daar moeten wel diervriendelijke Britse eieren worden gepresenteerd. Uiteraard ontbreekt marktnieuws niet en voor de liefhebbers: links onder staat een fotocollectie van verongelukte landbouwmachines, oftewel de Wreckers Yard Gallery. www.fwi.co.uk

Video’s http://bit.ly/A0tu3X

http://youtu.be/Lkn8CbNDPN0

In de jaren zeventig staat in de Nederlandse melkveehouderij de productie voorop. Om meer melk te produceren, wordt in de fokkerij overgeschakeld op de Amerikaanse Holsteins. Het tvprogramma Andere Tijden dook in deze periode van de Nederlandse fokkerijgeschiedenis. En de gevolgen die er nu van worden ondervonden.

Wie een blik op de toekomst wil werpen in de teelt van gewassen, kan eens kijken naar deze testvlucht van het BioScope consortium over een aardappelveld van Van den Borne. Even een perceel met een vliegtuigje scannen en je hebt een beeld over de gewasgroei voor op maat bemesting en gewasbescherming.

2012/04

39


Boerenbusiness Bedrijfsscan

Het Amerikaanse Monsanto is marktleider in genetisch gemodificeerde gewassen en continu bezig met innovatie. Het bedrijf groeit als kool, een trend die het concern wil voortzetten.

Genetisch groeien

W

aar Monsanto de naam deelt met het bedrijf dat oorspronkelijk in 1901 werd opgericht, is het concern in de huidige hoedanigheid ontstaan op 9 februari 2000 als afsplitsing van Pharmacia. Monsanto levert voor boeren diverse agrarische producten en is vooral groot geworden in genetisch gemodificeerde gewassen. Daardoor is het concern uitgegroeid tot één van de grootste zaadproducenten ter wereld. Inmiddels wordt 90 procent van de genetisch gemodificeerde zaden die in de VS worden gebruikt geproduceerd door Monsanto, zo blijkt uit recent onderzoek. Het bedrijf is verder de grootste producent van herbicide glyfosaat, dat verwerkt wordt in middelen als Monsanto’s paradepaard Roundup en andere merken. Met circa 21.000 mensen in dienst spendeert Monsanto dagelijks meer dan drie miljoen dollar aan onderzoek en ontwikkeling van gewassen. Monsanto schaart zichzelf tot de bedrijven die ervoor moeten zorgen dat er ook in de toekomst voldoende voedsel voorhanden is. De wereldpopulatie groeit, maar bruikbare landbouwgrond is schaars. Daarom heeft Monsanto zich ten doel gesteld om gewassen te ontwikkelen die meer opbrengsten realiseren op dezelfde hec-

tare grond. Met behulp van genetisch gemodificeerde gewassen kunnen boeren de opbrengsten van hun oogst verhogen. Groot deel van de taart Door gewassen resistent te maken tegen bepaalde ziekten, insecten of zelfs weersomstandigheden, is de kans namelijk groter dat de oogst een succes wordt. In 2010 werd er wereldwijd 160 miljoen hectare aan genetisch gemodificeerde gewassen geplant, een stijging van 8,1 procent ten opzichte van het jaar daarvoor. Een groot stuk van deze taart is voor Monsanto. Dat het Monsanto voor de wind gaat, blijkt wel uit de resultaten die het concern begin dit jaar naar buiten bracht. Over het eerste kwartaal van het boekjaar 2012 nam de omzet toe met 33 procent tot 2,44 miljard dollar. De brutowinst steeg met 33 procent tot 1,1 miljard dollar. Monsanto sprak mede daarom van een sterke start van het boekjaar, waarbij ook gewezen werd op de vroege orders van producten in de VS. Voor het hele boekjaar wordt verwacht dat de vrije kasstroom uitkomt tussen de 1,3 en 1,5 miljard dollar. Deze hoge verwachtingen zijn volgens Monsanto vooral te danken aan de sterke activiteiten in Brazilië en Argentinië, landen die het

1901 Historie

Monsanto opgericht door John Queeny. Naam komt van zijn vrouw.

1945

Monsanto produceert en verkoopt agrarische chemicaliën.

40

2012/04

bedrijf dankt ook bestempelt als groeimarkten. Op basis van de verwachtingen van de USDA en prognoses die zijn gepubliceerd door het Braziliaanse ministerie van Landbouw, wordt de gemiddelde groei voor grondstoffen in Brazilië in het komende decennium geraamd op bijna 27 procent. Ter vergelijking: voor de VS wordt voor dezelfde periode een groei verwacht van ‘slechts’ 8 procent. Monsanto kan zodoende profiteren van deze groeiende vraag naar zaden en gewasbeschermingsmiddelen in Latijns-Amerika. Doelwit milieuactivisten Monsanto is geregeld doelwit van antiglobaliseringsbewegingen en milieuactivisten. Als koploper in genetisch gemodificeerde zaden en de wereldwijde expansie hiervan, is Monsanto een mikpunt voor bewegingen die bezwaar maken tegen de genetische verandering van gewassen om ze bestand te maken tegen Roundup. Daardoor komt het concern ook in het nieuws door rechtszaken die hierover tegen Monsanto worden aangespannen of die het zelf begint. Het concern spendeert jaarlijks miljoenen dollars aan lobbyen en campagnebijdrages. Inmiddels heeft de US Department of Agriculture (USDA) aangegeven dat genetisch

2000

Het originele Monsanto fuseert en verandert zijn naam in Pharmacia Corporation.

2002

Monsanto en Pharmacia, dat in 2003 wordt overgenomen door Pfizer, splitsen.


Bedrijfsscan

Hugh Grant, voorzitter, president en CEO

Monsanto investeert dagelijks drie miljoen dollar in het verbeteren van de productie van gewassen

gemodificeerde gewassen sneller worden beoordeeld en zodoende ook eerder kunnen worden goedgekeurd. Hiervan kan Monsanto profiteren. Criticasters stellen echter dat de regel vooral is bedoeld om te voorkomen dat tegenstanders van gemodificeerde gewassen kritiek kunnen leveren. De Europese Unie is één van de weinige gebieden in de wereld, dat huiverig blijft voor genetisch gemodificeerde gewassen. In principe is deze teelt voor menselijke consumptie verboden. Zo heeft Frankrijk onlangs bijvoorbeeld een nieuw tijdelijk verbod ingesteld voor Monsanto’s MON810 genetisch gemodificeerde maïs, nadat een eerder moratorium in november vorig jaar nietig werd verklaard door een rechter. Frankrijk stelt dat het zich met de nieuwe maatregel conservatief opstelt om zo het milieu te beschermen. In Frankrijk worden er dit jaar verkiezingen gehouden en de publieke opinie is tegen genetisch gemodificeerde organismen, omdat zij een risico zouden vormen voor natuur en gezondheid. Monsanto gaf begin dit jaar al aan dat het niet zijn MON810 zou gaan verkopen in 2012 en daarna, maar als het tijdelijke verbod wordt opgeheven ontstaat er een andere situatie. Frankrijk behoort nog altijd tot één van de grootste graanproducenten ter wereld.

2003

Monsanto introduceert eerste genetisch gemodificeerd gewas: katoen.

2005

Focus op China en Brazilië Monsanto verplaatst inmiddels zijn focus richting China vanwege de aanzienlijke populatiegroei en toenemende welvaart in het land. Op basis van een nieuw ontworpen wetsontwerp in China overweegt het bedrijf zijn investeringen in het land te verhogen naar een soortgelijk niveau als in Brazilië. Sinds 2007 is de omzet van Monsanto in Brazilië gestegen met 77 procent tot 1,28 miljard dollar in 2010. Topman Robb Fraley stelt dat buitenlandse bedrijven, mede door het nieuwe wetsontwerp, worden aangemoedigd om met Chinese zaadproducenten samen te werken om zo de gewasrendementen naar een hoger niveau te tillen. Monsanto is daarom van plan om een partnerschap te starten met China National Seed, een onderdeel van Sinochem. China is de op één na grootste gewasverbouwer wereldwijd en biedt momenteel gunstige wetten alsook beschermingen die tegemoetkomen aan de zorgen over bescherming van intellectueel eigendom, aldus Fraley. Daarnaast gaat Monsanto dit seizoen op ongeveer 4.000 hectare proeven doen met nieuwe maïshybrides, die door genetische modificatie beter bestand moeten zijn tegen droge weersomstandigheden. Dit gewas is samen met BASF

Robert T. Fraley, uitvoerend Vice President

ontwikkeld. Het Duitse chemieconcern kondigde recent aan dat een van zijn belangrijkste ingre­ diënten gaat worden gebruikt in Monsanto’s zaadbehandelingen in Noord-Amerika. Monsanto’s Acceleron, dat gericht is op sojabonen en katoen, gaat BASF’s F500 gebruiken om zo ziektes onder controle te houden, om op deze manier gezondere planten en verbeterde oogsten te realiseren. Monsanto krijgt de exclusieve rechten om de nieuwe zaadbehandelingen aan de man te brengen. Deze stap past in Monsanto’s wereldwijde zaadbehandelingsplatform en zijn strategie om te investeren in biotechnologie. Monsanto weet zich staande te houden in deze economisch moeilijke tijden, waarbij de focus duidelijk ligt op innovatie. Mede daarom blijven de resultaten verbeteren en weet Monsanto in diverse markten en sectoren groei te bewerkstelligen. De toekomstplannen zijn dan ook een bevestiging van de solide positie die Monsanto in handen heeft. Dat gaat het bedrijf in de komende jaren verder uitbouwen.

Tekst: Christian Slagter Foto: Monsanto Meer weten: monsanto.com

2007

Monsanto vormt een samenwerkingsverband met het Duitse BASF.

Miljardste hectare biotech-gewassen geplant en geoogst.

2010

Monsanto neemt De Ruiter Seeds Group over.

2012/04

41


Experiment voor groter deel van de koek De rendementen in de agrofood zijn al jarenlang laag, zo stelt een rapport van Rabobank en het LEI. CZAV begon in haar AgriMarkt onlangs met een experiment: het direct aanbieden van eigen producten aan de consument. Kunnen agrarische ondernemers hun positie in de keten zo verbeteren?

42

2012/04

A

l jarenlang woedt er in de agrarische sector een discussie over de verdeling van marges in de keten. Vaak is de kritiek van boeren en de verwerkende industrie dat de machtige supermarkten de marges naar zich toetrekken, waardoor er voor de andere ketenschakels te weinig overblijft. De prijzenslag tussen de supermarkten heeft de te verdelen koek tussen alle ketenspelers ook niet groter gemaakt. De supermarkten verschoven de nadelen via lagere inkoopprijzen voor een groot deel naar de leveranciers in de agribusiness en dus ook indirect naar de agrarische ondernemers. Toch zijn er nog wel wat kanttekeningen te plaatsen. Zo is de logistiek lang niet altijd optimaal georganiseerd. Uit onderzoek door Wageningen UR blijkt bijvoorbeeld dat de logistiek rond de kleinschalige markt van streekproducten veel kostbaarder is, dan logistiek in de reguliere levensmiddelenketen. Bij sommige


Boerenbusiness Analyse

organisaties bedragen die zelfs een kwart van de omzet, terwijl dat in de reguliere handel rond de 6 procent ligt. Deels wijdt het rapport dit aan schaalgrootte, maar het suggereert ook dat er waarschijnlijk nog wel winst valt te behalen. Goedkope boodschappen Voor de foodsector als geheel merkte TNO in 2009 al op dat de logistieke kosten in Europa hoger liggen dan voor andere sectoren. Geconditioneerd transport en een groeiende vraag naar versproducten zijn hier mede de oorzaak van. Maar niet alleen is de organisatie van logistiek een probleem, ook is de agrarische sector kennelijk niet goed georganiseerd om tegenwicht te bieden aan de spelers aan het einde van de keten. De sector kan de tendens van kostenbesparingen doorbreken door zich te richten op de waarde die in de keten nog te is ontsluiten. Een gemiddeld Nederlands huishouden besteedde in 2009 voor 3.200 euro per jaar aan eten voor thuisconsumptie. Dit is 15,4 procent van het huishoudelijk totaalbudget, tegen 17,6 procent in 2000. Nederlandse consumenten zijn dus relatief minder gaan uitgeven aan voeding. In vergelijking met ons omringende landen zijn de boodschappen voor Nederlanders zelfs het goedkoopste. De voedingssector is erin in geslaagd om Nederlanders de goedkoopste boodschappen te laten doen. De agrofoodsector is efficiënter geworden, maar betaalbaarheid is maar één kwaliteitsaspect. Consumenten vinden andere zaken ook belangrijk, zoals smaak, gezondheid en gemak. En maatschappelijke waarden als dierenwelzijn, rechtvaardigheid en milieu spelen evengoed mee, al zijn deze minder vaak doorslaggevend. Deze opmerkingen maken Gé Backus en zijn medeonderzoekers Michiel van Galen en Jakob Jager al in hun onderzoek naar ketenrendementen in de Nederlandse agribusiness in de jaren 2000 tot en met 2009, dat zij voor LEI Wageningen UR in opdracht van de Rabobank uitvoerden. Het rapport dat van hen vorig jaar verscheen, is een actualisatie van eerder onderzoek uit 2007. Omdat het onderwerp in de afgelopen jaren steeds in de publieke belangstelling

bleef, vond Rabobank daarin een aanleiding om al na vier jaar het onderzoek te vernieuwen. Lage rendementen Het onderzoek van LEI Wageningen UR richtte zich op de ketens voor varkensvlees, zuivel, groente en fruit. De primaire sector in deze ketens wordt gekenmerkt door een laag rendement op het eigen vermogen. Gemiddeld realiseerden bedrijven met melkvee, varkens, glasgroenten, vollegrondsgroenten en fruit een REV van respectievelijk 0,2, -4,2, -0,8, -4,3 en -2,2 procent. Daarmee vertoont het rendement per saldo een vrij stabiel beeld, waarin de toe- en afnames over de twee onderzochte perioden slechts enkele procenten bedroegen. In de dierlijke agrofoodketen namen de gemiddelde rendementen op het eigen vermogen

Nederlanders doen de goedkoopste boodschappen (REV) in de tweede helft van het vorige decennium iets toe, terwijl er in de plantaardige agrofoodketen sprake was van iets teruglopende rendementen. Bij retailorganisaties was ook sprake van een afnemend REV in de periode 2001 tot en met 2009, maar het gemiddelde rendement op eigen vermogen bleef nog altijd hoger dan het gemiddelde REV van de verwerkende schakels. Opvallend is overigens hier de uitzonderingspositie van de groenteketen. Daar hebben de verwerkende industrie en groothandelaren een hoger rendement dan supermarkten, terwijl de daling van het gemiddelde REV in primaire groentebedrijven van alle sectoren juist het hoogst is. Toch liggen in de verwerkende industrie en groothandels de winstmarges en solvabiliteitspercentages nog altijd een stuk lager dan elders, wat vooral suggereert dat iedereen het zwaar heeft in deze keten, de supermarkten incluis.

Schaalvergroting en concentratie Kale cijfers vertellen natuurlijk maar een deel van het verhaal. Het LEI-rapport verklaart bijvoorbeeld het teruglopen van het rendement op eigen vermogen van de retail door een toename van het eigen vermogen in de periode 2005 tot en met 2009. Ondertussen namen de winstmarges toe. Het percentage eigen vermogen op primaire bedrijven nam af in het afgelopen decennium. En ook al is het goede nieuws dat de gemiddelde rendementen in zowel de primaire als nietprimaire toeleverende schakels in de onderzochte agrofoodketens vrij stabiel zijn gebleven, is het gemiddelde lage rendement van de primaire sectoren een signaal uit de markt om de structuur aan te passen. In hun conclusie merken Backus, Van Galen en Jager op dat in een aantal nietprimaire schakels, zoals retail en mengvoeder, de concentratie en schaalvergroting de afgelopen jaren groot is geweest. Bedrijven in deze bedrijfstakken hebben inmiddels een bijna optimale omvang. In de primaire landbouwsector daarentegen is de schaalvergroting en concentratie nog in volle gang. De onderzoekers wijten de achterstand aan vertragend landbouwbeleid en prikkels die agrarische ondernemers vanuit de vermogensmarkt krijgen om lang door te gaan. Door hun zwakke positie in de waardeketen kunnen veel primaire landbouwbedrijven alleen overleven door genoegen te nemen met een arbeidsbeloning, zonder rendement op het eigen vermogen. Toch is er ook een groep bedrijven die wel degelijk hoge rendementen weet te realiseren. De 20 procent primaire bedrijven met de hoogste rendementen met melkvee, varkens, glasgroenten, vollegrondsgroenten en fruit realiseerden in het afgelopen decennium een gemiddeld REV van respectievelijk 1,9, 1,2, 6,1, 4,6 en 2,7 procent. Dit wijst erop dat moderne, goed georganiseerde landbouwbedrijven ook in de huidige situatie kunnen renderen. Het blijft echter een minderheid en het signaal uit de markt dat er een verandering in structuur nodig is, blijft overeind. De auteurs van het LEI-rapport adviseren om de al in gang gezette investeringen gericht op het realiseren van meer toegevoegde waarde 2012/04

43


Allen voor één?

K+S KALI voor allen!

Sterke minerale meststoffen – natuurproducten Onze hoogwaardige kalium-, magnesium-, zwavel- en natriumhoudende minerale meststoffen zorgen voor een efficiënte en duurzame voedselproductie – elke dag, wereldwijd. Alle voedingsstoffen in onze producten zijn duurzaam – werken direct, snel en efficiënt. De competentie in Kalium en Magnesium

K+ S Benelux bv – Breda · telefoon +31 (0) 76 - 564 50 40 · www.kalibenelux.com Een onderneming van de K+S Gruppe


versterkt door te zetten. Zoals het rapport het verwoordt: ‘Wanneer agrofoodketens erin slagen gelijktijdig kwaliteitskenmerken als smaak, gezondheid en dierenwelzijn te verbeteren, zullen consumenten en afnemers dit eerder als extra toegevoegde waarde zien. Dan zal prijs een geringere weging krijgen.’ Grote deel toe-eigenen Wat voor primaire landbouwbedrijven ook een optie is om hun marges te verbeteren, is het zichzelf toe-eigenen van een groter deel van de keten. In dat licht zijn de activiteiten van coöperatie CZAV in het zuidwesten van ons land zeer interessant. Met het beheer van Agrimarkt heeft de coöperatie vijf supermarkten in eigendom. Jarenlang was het één van de winstmakers voor CZAV, maar het beleid was altijd wel om de dochterbedrijven zo autonoom mogelijk te laten opereren en zo concurrerend mogelijk te laten zijn ten opzichte van de concurrentie. Producten van eigen leden waren er tot voor kort niet veel te vinden. Tachtig procent van de aardappelen, groente en fruit kocht Agrimarkt via de groothandel in. Nu is daar verandering in gekomen en experimenteert CZAV met het rechtstreeks aanbieden van producten van de eigen leden. Vooral door direct communiceren van de lokale herkomst van de producten aan de consumenten, sinds december vorig jaar, trekt de omzet aan. Het retailmedium Distrifood vermeldde in februari jongstleden al dat Agrimarkt minimaal 10 procent pluste door afname van lokale telers.

Zelfs al waren de supermarkten in eigen beheer, prijstechnisch en logistiek was het voor Agrimarkt lange tijd het meest voordelig om aardappelen, groente en fruit via groothandels in te kopen. Toch zagen telers en Agrimarkt al lange tijd kansen om hun eigen product in de schappen te krijgen. De logistiek was de bottleneck, maar door een samenwerking met handelsbedrijf L. Maas & Zn uit Middelburg werd deze hindernis

‘Daar verwachten we nog wel last mee’ uit de weg geholpen. Om grote aantallen en een grote diversiteit in producten gaat het vooralsnog niet. Vanaf oktober leveren vijf groentelers hun producten aan Agrimarkt en sinds januari liggen appels en peren van Zeeuwse bodem in de winkel. De producten liggen naast importfruit in de winkel, maar krijgen extra aandacht door borden en folders in de winkel, die de klant wijzen op de lokale afkomst. Landelijk te complex? Is dit dan de oplossing? Voorlopig kijken andere coöperaties waarschijnlijk vooral met argusogen naar het Zeeuwse experiment. Iets waar Agrimarkt tegenaan loopt, is bijvoorbeeld het feit

dat veel telers al leveringsafspraken elders hebben. Op de website van CZAV zelf vertelde een woordvoerder van de supermarktketen onlangs al dat hij ‘daar nog wel last mee’ verwacht. De directe inkoop van Agrimarkt zet immers andere schakels buitenspel, waardoor het een concurrerende prijs kan geven en ook telers profiteren. Agrimarkt zegt prijsafspraken per seizoen te maken met de boeren zelf, die daarbij rustig boven de veiling gaan zitten omdat dit de supermarkt nog altijd voldoende marge geeft. Met lokaal aanbod denkt CZAV te voldoen aan een vraag van de consument, maar of op deze wijze de keten te herorganiseren is om de positie van agrarische ondernemers te versterken, is nog maar de vraag. Een voordeel is zeker het verkorten van de keten en het toevoegen van de kennis en kunde van moederbedrijf CZAV aan het overleg tussen supermarkt en boer. In het in Distrifood verschenen artikel over Agrimarkt vertelde commercieel directeur van Agrimarkt Wilfred van Elzakker het volgende: ‘Voor een landelijke keten is het te complex wat we nu uitvoeren met onze lokale leveranciers’. Dat geeft toch te denken.

Tekst: Koos Plegt Foto: Peter Roek Meer weten: l ei.nl agrimarkt.nl

2012/04

45


Master of Applied Science

Hbo Master volgen met uitstekende baanperspectieven? Kom naar onze open dag op: zaterdag

9 juni 2012

Een 1 jarig programma (12 maanden) • Persoonlijke ontwikkeling leidt tot een Master of Applied Science • Manager rol binnen de Master company • Unieke werkervaring • Hoog niveau bedrijfskundige ontwikkeling gebaseerd op sound research • Gevalideerd en geaccrediteerd door de Nederlands-Vlaamse organisatie NVAO Meer weten? Kijk op www.cah.nl De Drieslag 1, 8251 JZ Dronten, tel. 0321 - 38 61 00

e-Support

Een verzekeraar die direct hulp stuurt wanneer u in nood bent Waar vind je dat nog?

Automatisch signaal naar alarmcentrale na crash Veiligheid voor u en uw medewerkers Bij diefstal is uw auto snel weer terecht

Met het levensreddende e-Support van Univé bent u meer dan zakelijk verzekerd

Nu tijdelijk gratis inbouw e-Support (t.w.v. € 83,99 excl. BTW)

www.unive-preventie.nl

Daar plukt ú de vruchten van!


Boerenbusiness Visual

2012/04

47


Boerenbusiness Questions

Hij levert vlees aan driesterrenrestaurant The Fat Duck in Londen en leidt een slagerij in Brussel. Jack O’Shea is een van de topslagers in Europa. Boerenbusiness spreekt hem over de vleesindustrie.

Tien vragen aan Jack O’Shea Europese topslager en restauranteigenaar

J

ack O’Shea is een van de toonaangevende slagers in Europa. Het vak zit de Ier in het bloed. Al acht generaties zijn de O’Shea’s slager, de eerste slagerij werd in 1790 gestart in Tipperary, Ierland. Veertien jaar geleden vond Jack het tijd dat het hoogkwalitatieve vlees dat ze verkochten een groter publiek verdiende. Hij maakte de overstap naar het vasteland van Europa en opende een winkel aan de Rue Le Titien in Brussel. Ook levert O’Shea vlees aan de beste restaurants van London. Zo zijn alle eetgelegenheden van driesterrenchef Heston Blumenthal klant, waaronder The Fat Duck. Slagerij Jack O’Shea staat bekend om mooi gemarmerd Hereford-rundvlees. Het is afkomstig van O’Shea’s eigen veestapel van zo’n 3.000 runderen, die vrij grazen in de rust van Cork, in het zuidwesten van Ierland. Nederlanders komen er speciaal voor naar Rue Le Titien, vertelt de slager trots. Welke trends ziet u momenteel in uw winkel? ‘Er is een herwaardering van ouderwetse kost gaande. De klant raakt daardoor geïnteresseerd in vleesdelen die in de vergetelheid zijn geraakt, zoals stoofvlees. Uiteraard heeft dit met het heersende economische klimaat te maken. Die vergeten vleesdelen zijn de goedkopere stukken van het karkas.’ Hoe speelt u als ondernemer in op die trend? ‘In feite is het een win-win situatie. De klant

48

2012/04

betaalt minder en voor een slager is het een betere return on investment, je gebruikt immers het hele dier, niet alleen de duurdere stukken. Ook culinair is het voor de klant interessant. Die ontdekt nieuwe stukken vlees. Daarbij moet hij wel worden geadviseerd, veel mensen weten namelijk niet meer hoe je bijvoorbeeld een ossenstaart bereidt. Terwijl het een prachtig en smaakvol stuk vlees is. Ik speel daarop in door voorlichting te geven over ‘vergeten’ vleesdelen.’ Hoe denkt u dat een Nederlandse boer op de trend kan inspelen? ‘Voorlichten is een uitdaging voor iedereen in de vleesindustrie. Doordat zo lang de focus heeft gelegen op exclusieve vleesdelen, zoals rib eye en ossenhaas, die relatief eenvoudig te bereiden zijn, bestaat er een gebrek aan kennis bij de consument. Wat ik zei: wie kent de ossenstaart nog? Het is de verantwoordelijkheid van boer tot slager om de consument bewust te maken. Dat is goed voor ons, goed voor de klant en goed voor de aarde.’ U bent slager en staat dicht bij de consument. Heeft u tips hoe een agrarisch ondernemer beter kan inspelen op de markt? ‘Dat is een lastige. Boeren doen al zoveel. Ze laten het rund zo efficiënt mogelijk groeien. Ze zorgen voor mager vlees, omdat de klant dat wil, terwijl een beetje vet juist lekkerder is maar dit terzijde. Ze werken met talloze verschillende rassen en kruisingen. Twintig jaar geleden had je in Ierland

maar een paar rassen, nu is het aanbod aan rassen en kruisingen overweldigend… Het is gecompliceerd. Een boer werkt met levende wezens, hij kan de productie niet zomaar omgooien.’ Hoe kijkt u tegen de Nederlandse veehouderij aan? Is het te intensief of realistisch? ‘Ik weet er te weinig vanaf om algemene uitspraken te kunnen doen, ik kan wel voor mezelf spreken. Als slager is het mijn taak om te selecteren, en als topslager kies ik alleen het allerbeste wat de markt te bieden heeft. Daarin hebben jullie stappen gemaakt. Ik verkoop Nederlands kalf en die is absoluut fantastisch. De slechte reputatie die jullie hadden, hebben jullie totaal omgedraaid. Ook jullie lam is geweldig, zoals de Texelaar. Voor grootschalige rundvleesproductie is jullie landschap niet zo geschikt, dus importeren jullie veel rundvlees uit Ierland. Dat is slim, want in Ierland hebben we wél de ruimte. Jullie kracht is altijd geweest dat jullie inventief waren. Dat gaat ook nu weer gebeuren, vermoed ik. De nieuwe uitdaging is om kwaliteit te blijven leveren en toch aan massaproductie te doen.’ Kan dat? ‘Het moet wel. Je kunt de wereld niet voeden zonder massaproductie, tegelijk moeten we proberen de schade ervan te beperken. Daar ligt een taak, voor de boer, voor de slager en ieder ander die in de voedselketen werkt. Daarbij moeten we zeker niet beknibbelen op kwaliteit, want kwaliteit heeft de toekomst. Dat de klant interesse heeft in


Questions

de mindere vleesdelen doet daar niets aan af. Een ossenstaart is kwalitatief niet minder dan een rib eye, het is alleen een ander stuk van het beest.’ Hoe krijg je de Nederlandse consument aan kwaliteitsvlees in plaats van de Kiloknaller? ‘Dat gebeurt vanzelf. Laatst sprak ik op een bijeenkomst van de Chef ’s Irish Beef Club over gerijpt vlees. Daar liepen tientallen sterrenchefs rond en ik kon ze niets nieuws vertellen. Jullie hebben ontzettend veel kennis in huis. Die kennis raakt steeds meer verspreid dankzij kookshows op tv. In Engeland is het ook zo gegaan. Van oudsher zag men eten daar als iets wat je in leven houdt. Maar ineens was daar Jamie Oliver. Hij liet zien dat je van voedsel kunt genieten. Nu wordt er volop geblogd over goed eten, het is een lifestyle. Mensen weten veel, hun kennis is vergroot. En als je kennis hebt ga je op zoek naar kwaliteit.’

Speelt presentatie in de winkelschappen hierbij een rol? ‘Zodra de kennis bij de consument toeneemt, verandert de presentatie vanzelf. In de betere supermarkten zie je de laatste jaren speciale slagercounters met vakmensen, dat was tien jaar geleden ondenkbaar, toen was alles voorverpakt. De vakkenvullers hadden geen idee wat ze daar neerlegden.’ Wat zijn uw gedachten over de toekomst van vleesconsumptie? ‘We gaan minder vlees eten. We moeten wel gezien de groeiende wereldbevolking. Er zijn nu al ontwikkelingen gaande om nieuwe bronnen te vinden die in de menselijke proteïnebehoefte kunnen voorzien. Tegelijk gaan we beter vlees eten. Het wordt net als vroeger. Vlees wordt iets voor speciale gelegenheden. Dan wint het automatisch aan aantrekkingskracht.

Wat zijn de uitdagingen voor de vleesindustrie? ‘Minder slecht vlees produceren, meer goed vlees. Op aarde hebben we te weinig ruimte voor de productie van goederen die niet genoeg voedingswaarde hebben. Het is simpel: van die producten blijf je niet in leven. Kwaliteit maakt je sterker, je kunt er niet genoeg van hebben. Daarnaast kan de trend waar we het aan het begin over hadden nog worden geperfectioneerd. Marks & Spencers en AH zijn al goed bezig, die gebruiken nu een groot deel van het dier in plaats van de helft weg te gooien. Dat is pure winst. We moeten weer terug naar de basis, die zijn we kwijtgeraakt.’

Tekst: Harmen Lustig / PlusProject Foto: Clive Booth Meer weten: jackoshea.com

2012/04

49


Met ruim vijftig jaar ervaring als propaanleverancier in de agrarische sector, is Primagaz niet meer weg te denken uit Nederlands’ landelijke gebieden. Maar ook in de toekomst van onze energievoorziening speelt Primagaz een belangrijke rol. Het thema energie houdt de samenleving meer en meer bezig. Waar we nu nog gewend zijn gewoon de gaskraan open te draaien of onbeperkt elektriciteit te hebben, gaan we naar een toekomst toe waar we ook zelf verantwoordelijk zijn voor het opwekken van energie. Onze huidige centrale energievoorziening, gedomineerd door fossiele brandstoffen, zal moeten veranderen in een nieuwe efficiëntere en bovendien lokale energievoorziening. Voor verwarmingsdoeleinden gebruiken Nederlandse huishoudens weliswaar de schoonste fossiele brandstoffen, aardgas en – waar dat niet beschikbaar is – propaan.Propaan en aardgas hebben een zeer lage CO2-uitstoot en verwaarloosbare uitstoot van fijnstof. Bovendien is propaan een bijproduct bij de raffinage van olie. Wanneer het niet wordt gebruikt, wordt het afgefakkeld. Voor elektriciteitsopwekking daarentegen wordt nog vaak gebruik gemaakt van kolencentrales. Voor het realiseren van de gestelde klimaatdoelstelling is een overgang naar een andere wijze van elektriciteitsopwekking noodzakelijk. Het decentraal opwekken van energie is een oplossing voor deze problematiek. Niet alleen biedt het de mogelijkheid lokale passende oplossingen te zoeken met weinig tot geen gebruik van fossiele brandstoffen, ook wordt alle opgewekte energie optimaal benut. De landelijke gebieden spelen hierin een belangrijke rol. Voor deze nieuwe manier van kijken naar onze energievoorziening is een transitie nodig. Binnen Primagaz Nederland hebben wij deze transitie in gang gezet en proberen we stap voor stap de transitie van traditionele propaangasleverancier naar leverancier van energieoplossingen te maken. Zo bieden wij, naast propaan, duurzame energieoplossingen zoals zonnepanelen, warmtekrachtkoppelinginstallaties en gaswarmtepompen aan. Propaan is één van de brandstoffen die zeer geschikt is als back up brandstof, vooral in de buitengebieden. Voor agrarische bedrijven/ huishoudens biedt dit dan ook vele mogelijkheden.


Boerenbusiness Buiten

Naam: Mariska Vossen (31)

Bedrijf: Rovospa

Waar: Agramunt, Spanje

Soort bedrijf: Varkensbedrijf, 2500 zeugen en 25000 vleesvarkens

Zakenpartners: Frits Vossen is de eigenaar, Mariska Vossen is de bedrijfsleider

Afstand tot Utrecht: 1446 kilometer

Mariska Vossen groeide op tussen de varkens in het Limburgse dorpje Roggel, Nu runt de reislustige Mariska het varkensbedrijf van haar vader in het westen van Spanje.

Megabedrijf runnen in Spanje

D

e reislustige Mariska Vossen heeft wat van de wereld gezien. Op haar zestiende vertrok ze naar de VS, waar ze in de staat North Carolina een jaar lang op een high school zat. Ze liep stage in Guatemala, studeerde in Nederland Cultureel Maatschappelijke vorming en vertrok daarna in 2004 naar Spanje, om ontwikkelingsstudies in Barcelona te volgen. Om haar studie te bekostigen, verdiende ze geld bij op het varkensbedrijf van haar vader in Spanje, in de regio Catalonië. ‘Van kleins af aan liep ik al tussen de varkens op het bedrijf van mijn vader, dus nieuw was het niet.’ Tijdens haar verblijf ontmoette ze een leuke Spanjaard en werd ze verliefd. Ze besloot dan ook op het bedrijf te gaan werken, dat zo’n honderd kilometer van Barcelona verwijderd is. Mariska begon er als vakantiehulp, maar het beviel haar zo goed dat ze op een gegeven moment definitief in dienst van haar vader trad. Inmiddels is ze al een paar jaar bedrijfsleider van Rovospa, een samentrekking van Roggel, Vossen en Spanje. Vader Frits Vossen is de drijvende kracht achter het bedrijf in Spanje. Jarenlang hield hij varkens op zijn bedrijf in Roggel, en hij teelde kersen.

Door het biggenoverschot in 1994 kon hij kiezen: de biggen goedkoop verkopen in Nederland of op eigen risico zelf gaan afmesten in Spanje. Hij wierp een blik over de grens en zette in 1994 een varkensbedrijf op in Spanje, twee jaar later begon hij kersen te telen in het zuiden van Frankrijk, in Toulouse. Een andere dochter van Frits heeft hier een jaar gewerkt. Tien jaar lang hield hij biggen in Nederland en vleesvarkens in Spanje. Toen hij in 2003 gebruik kon maken van de opkoopregeling van de Nederlandse overheid, greep hij deze kans aan om een nieuwe uitdaging te beginnen. Frits brak de varkensstallen af, rooide kersenbomen en verplaatste de conservenfabriek naar Venlo. Hierdoor creëerde hij ruimte voor de bouw van vakantiewoningen in Roggel. In Venlo ligt het zwaartepunt nu op kersen en appels. In dit bedrijf, Kervo (Kersen Vossen), zwaait zoon Paul de scepter. De bedrijven in Frankrijk en Spanje stuurt Frits aan, op afstand. Eens in de drie weken reist hij af naar Agramunt, waar dochter Mariska zich ontwikkelt tot volleerd varkenshouder. Mariska noemt Frits vrolijk ‘mijn grote leermeester’ en is

blij dat hij haar met raad en daad bijstaat. ‘Ik hielp vroeger vaak mee in het bedrijf in Venlo, maar ik heb geen agrarische vooropleiding gevolgd. Ik leer iedere dag weer nieuwe dingen, en dat vind ik leuk. Een bedrijf leiden is machtig interessant.’ Ondernemen in het Zuid-Europese land is in sommige opzichten makkelijker dan in Nederland, zegt Mariska. ‘We houden 2500 zeugen en 25000 vleesvarkens. In Nederland kan dit ook, maar in Spanje tegen een duidelijk lagere kostprijs. Omdat met name hier arbeid, mestafzet en investeringskosten lager zijn.’ Ze moet hard werken om het varkensbedrijf te leiden en goede resultaten te behalen, Mariska vindt het naar eigen zeggen een uitdaging. Spanje bevalt haar goed. Inmiddels, na acht jaar in het land, met een man en kinderen, is ze er geworteld. ‘Ik wil voorlopig absoluut niet terug naar Nederland.’

Tekst: Ana Karadarevic Illustratie: Dimitry Hamelink Meer weten: boerenbusiness.nl/varkensmarkt

2012/04

51


Boer in Business

52

2012/04


Boer in Business

Kwaliteit leveren en blijven innoveren Zijn eerste droom, het fokzeugenbedrijf van zijn vader overnemen, spatte eind jaren negentig door de varkenspest uiteen. Maar die teleurstelling is Marcel Hurkmans alweer lang te boven. In de lege stallen startte de boerenzoon SkyClean Europe, een gevelreinigingsbedrijf dat in korte tijd uitgroeide tot een miljoenenbusiness.

S

amen met zijn vriendin woont Marcel Hurkmans (34) sinds vorig jaar weer op de boerderij. Aan de rand van natuurgebied De Maashorst onder de rook van Uden kocht hij een kleine, voormalige varkenshouderij met twee hectare grond en prachtig uitzicht over de landerijen. Als hobbyboer houdt Hurkmans er onder meer wat geiten en kippen. Met veel plezier. Als het even kan wil de Brabantse boerenzoon de komende jaren wat meer tijd aan zijn ‘nieuwe’ hobby besteden. Of dat gaat lukken, is de vraag. Hurkmans heeft het druk, razend druk. SkyClean Europe, het rond de millenniumwisseling door hem opgerichte bedrijf dat is gespecialiseerd in het reinigen van hoge industriële gebouwen, loopt als een trein. Tussen de 1 en 2 miljoen euro omzet op jaarbasis draait de onderneming inmiddels. Ook buiten Nederland is SkyClean volop actief, onder meer in Frankrijk, België en in Duitsland. De Engelse markt wordt sinds kort bewerkt door een eigen accountmanager. Zelf verkende de directeur-grootaandeelhouder onlangs voormalige Oostbloklanden als Polen, Hongarije en Tsjechië. Een veelbelovende markt waar logistiek vastgoed, een belangrijke doelgroep voor SkyClean, deze periode als paddenstoelen uit de grond schiet. SkyClean is kortom een succesverhaal. Dat had de jeugdige entrepreneur niet durven dro-

men toen hij de onderneming min of meer uit nood begon. Aan Boerenbusiness vertelt hij hoe hij het in relatief korte tijd zover heeft geschopt. Wat is zijn kracht? Waar wil hij met zijn bedrijf naartoe? En, heeft hij achteraf geen spijt dat hij destijds de varkensfokkerij van zijn vader niet heeft overgenomen? Met de ziel onder de arm En of een boer een band heeft met zijn dieren! Marcel Hurkmans weet daar alles van. In de zomer van 2007 werd het bedrijf van zijn vader in het Brabantse Loosbroek getroffen door de varkenspest. Er bleef maar een optie over: alle 225 fokzeugen moesten worden geruimd. Binnen een paar uur was het met veel zorg en liefde door vader opgebouwde levenswerk vernietigd. Marcel en broer Dennis boden bij de werkzaamheden de helpende hand. Hurkmans senior, destijds 55, liep de hele dag rond met zijn ziel onder de arm. ‘Hij was er erg emotioneel onder. Helemaal toen we, nadat het allemaal achter de rug was, ’s avonds een kijkje gingen nemen in de lege stallen. Dat had iets van een begrafenis.’ Voor Marcel waren de druiven eveneens zuur. Hij was net begonnen met zijn studie Veehouderij aan de Hogere Agrarische School en was de beoogde bedrijfsopvolger. Ruim een jaar stonden de stallen leeg. Van het geld van de opkoopregeling startte Hurkmans

Marcel Hurkmans Marcel Hurkmans (34) is de op een na oudste uit een gezin met drie kinderen. Hij is geboren in Loosbroek, waar zijn vader in 1978 een fokzeugenbedrijf begon. Hurkmans volgde het gymnasium in Heeswijk-Dinther en ging daarna naar de Hogere Agrarische School in Den Bosch met de bedoeling het bedrijf van zijn vader over te nemen. De varkenspest gooide roet in het eten. Na zijn geluk aanvankelijk te hebben beproefd als reiniger van varkensstallen, startte hij in 2000 het innovatieve gevelreinigingsbedrijf SkyClean. Dat werd een succes. Hij bracht het onder meer tot Meest veelbelovende Jonge Ondernemer 2005-2006 en won de Klankbordprijs Oostbrabant 2010 en de daaraan gelieerde landelijke Kleveringprijs 2011. Het bedrijf, inmiddels SkyClean Europe geheten, heeft zes medewerkers en is actief in vijf landen.

2012/04

53


Boer in Business

senior het bedrijf vervolgens weer langzaam op. Het lot was hem niet gunstig gestemd. Hij kreeg gezondheidsklachten, problemen met zijn longen en wel in die mate dat hij de stallucht niet meer kon verdragen. Zoon Marcel stond voor het blok. Wilde hij het bedrijf overnemen, dan moest dat per direct. Hij zag ervan af. Door de toenemende kosten en dalende marges had hij flink moeten investeren. In een sector die vreesde voor haar voortbestaan, durfde de middelste zoon die stap niet aan. Omdat broer Dennis van meet af aan had laten weten dat ook hij niets voelde voor de opvolging, moest vader het bedrijf noodgedwongen beëindigen. Wat nu?, was de grote vraag. Marcel en Dennis wisten raad; ze zouden beide voor zichzelf beginnen, Marcel met een bedrijfje gericht op het reinigen van varkensstallen, Dennis met een conferentieoord. Als bedrijfsruimte huurden ze ieder de helft van de lege stallen. Visitekaartje van 34 meter hoog Hurkmans Agriservices, het bedrijf van Marcel, maakte een matige start. Dit nog prille stalreinigingsbedrijf had veel concurrentie, van onder andere Poolse aanbieders die hun diensten tegen afbraakprijzen aanboden. Bovendien zag Marcel 54

2012/04

Hurkmans zich eerlijk gezegd ook niet tot aan zijn pensioen dagelijks met de hogedrukspuit door smerige varkensstallen banjeren. Hurkmans transformeerde zijn stalreinigingsbedrijf naar een innovatief gevelreinigingsbedrijf dat zich zou gaan richten op grote bedrijfspanden. In eerste instantie bestond de clientèle van SkyClean voornamelijk uit kleinere industri-

‘Zoek iets extra’s, reinig bijvoorbeeld ook even het fietsenhok’ ële bedrijven in het nabijgelegen Veghel. In die Brabantse plaats staat een pand dat qua hoogte en volume boven alles uitsteekt: de witte, maar liefst 34 meter hoge hal van transportbedrijf Kuehne + Nagel. Groot was de vreugde toen iemand van deze vestiging Hurkmans vroeg eens een offerte te maken om ook dit pand te reinigen. Zo’n opvallend gebouw, goed zichtbaar vanaf de A50: een

beter visitekaartje kon hij zich niet wensen. Helaas voor Hurkmans: Kuehne + Nagel vond de prijs te hoog. De jonge ondernemer zat echter niet bij de pakken neer. Hij bedacht een systeem om sneller en dus goedkoper grote oppervlakten te kunnen reinigen. Een systeem met grote ronddraaiende borstels zoals die ook worden gebruikt in een autowasstraat. Om gemakkelijk tot op grote hoogte te kunnen werken zocht hij contact met Willy Gaffert van transport en kraanverhuurbedrijf Gaffert, eveneens uit Veghel. Die reageerde enthousiast. Gaffert en Hurkmans hingen het borstelframe in een hydraulische kraan. Om dit prototype te testen klopten ze opnieuw bij Kuehne + Nagel aan. De logistieke dienstverlener wilde wel meewerken. Het resultaat, een hagelwitte metersbrede baan die scherp afstak bij de rest van het gebouw, was verbluffend. Kuehne + Nagel was om. Afstevenen naar nieuwe omzetrecord Voor het reinigen van grote, hoge panden als distributiecentra en fabrieken bleek het systeem een uitkomst. Andere methoden als abseilen en de hogedrukspuit waren duurder of gevaarlijk en leiden bovendien dikwijls tot slechtere resultaten. Tal van bedrijven, waaronder grote namen als DHL,


Boer in Business

Sligro, Miele en Dr. Oetker, zijn inmiddels klant. Zelfs bij Ikea heeft SkyClean laten zien wat het kan. Hurkmans: ‘Op een donderdag kregen we telefoon vanuit Frankrijk. Iemand van de Ikea-vestiging in Avignon. Dit pand zou de dinsdag daarop officieel zijn deuren openen. Door een mistralstorm zat het hele gebouw echter onder het saharazand. Of we in staat waren dit pand voor die tijd schoon te maken en, zo ja, of we dan diezelfde middag even een offerte wilden mailen. Vrijdagochtend kregen we een akkoord. ’s Middags hebben we alles ingepakt, zaterdagmiddag 5 uur waren we in Avignon. Maandagavond hebben we het hele pand schoon opgeleverd. Ze waren laaiend enthousiast.’ Wat de directeur-grootaandeelhouder betreft, is de groei nog lang niet ten einde. In 2011 was er als gevolg van de crisis weliswaar even een lichte teruggang, maar in 2012 lijkt SkyClean af te stevenen op een nieuwe recordomzet. Geheim van dit succes? ‘Blijven innoveren en kwaliteit blijven leveren’, klinkt het resoluut. Het eveneens in samenwerking met Gaffert ontwikkelde borstelsysteem om ook horizontale gevelbeplating optimaal te kunnen reinigen, is zo’n innovatie. Op dit systeem heeft het bedrijf patent aangevraagd. Kwalitatief goed werk levert Hurkmans eigenlijk al zijn hele leven. ‘Dat is ons met de paplepel ingegoten. Zorg dat ze tevreden over je zijn, zei mijn vader altijd. Als ik nu bezig ben voor mijn klanten hoor ik het mijn vader nog zeggen. Diezelfde boodschap geef ik mijn mensen nu ook mee. Zoek iets extra’s, reinig bijvoorbeeld ook

even het fietsenhok. Daar pluk je later de vruchten van.’ Het boerengevoel blijft Kwaliteit is essentieel, meent Hurkmans. Ook in de agrarische wereld. Die sector biedt volgens hem nog volop ruimte voor bedrijvigheid, als er maar oog is voor wat de consument wil. Daarmee wil hij niet zeggen dat alle boeren nu op de biologische tour moeten. Initiatieven op

‘Als je luistert naar de klant, kan je als boer prima de kost verdienen’ dit gebied vindt de voormalige boerenzoon heel nobel, maar of het haalbaar is om in de gehele vraag naar vlees te voorzien door louter biologisch te boeren, betwijfelt hij. Wat Hurkmans betreft is dat ook niet per se noodzakelijk. ‘Op het gebied van bijvoorbeeld dierenwelzijn en het gebruik van antibiotica hebben boeren inmiddels al behoorlijke stappen gezet. Waar het om gaat is dat je transparant bent, dat je luistert naar de klant. Dan kun je als boer in Nederland nog steeds uitstekend de kost verdienen.’ Een goede balans tussen efficiency en een duurzame bedrijfsvoering: daar gaat het om, vol-

gens de SkyClean-directeur. Dat geldt voor het hele bedrijfsleven, de agrarische sector incluis. ‘Je kunt bijvoorbeeld wel zeggen: we gaan in Nederland alle legbatterijen afschaffen, maar dat wordt vervolgens in Oost-Europa weer opgepakt. Daar schiet je dus per saldo weinig mee op. Een gematigde aanpak werkt veel beter.’ Hurkmans mag dan de afgelopen jaren zeven dagen per week druk zijn geweest met SkyClean, die agrarische wereld heeft nog steeds zijn interesse. ‘Het gevoel blijft’, zegt hij. Spijt dat hij zijn wortels destijds de rug heeft toegekeerd, heeft hij echter niet. Hij heeft een juist besluit genomen, vindt hij. ‘Je kunt wel iets willen, maar als het financieel niet haalbaar is, houdt het op.’ In Uden, op de vorig jaar met zijn vriendin gekochte voormalige boerderij, hoopt hij als hobbyboer weer wat van dat gevoel terug te vinden. Vader Hurkmans, 68 jaar intussen, is daar volop in geslaagd. De ouders van Marcel wonen nog steeds in Loosbroek bij de voormalige varkensfokkerij die een complete metamorfose heeft ondergaan en nu als Gastrijck De Heische Hoeve een geliefde locatie vormt voor onder meer vergaderingen en personeelsfeesten. Als greenkeeper en dierenverzorger komt Hurkmans senior daar volop aan zijn trekken. Tot grote vreugde van zoon Marcel. ‘Mijn vader heeft zijn geluk teruggevonden.’

Tekst: Jan Smit Foto: Aleksander Willemse Meer weten: skyclean.nl

2012/04

55


Goed

geraakt!

NIEUW De juiste chemie voor contact- en bodemwerking

BASF Nederland B.V., Divisie Agro, Postbus 1019, 6801 MC Arnhem. Telefoon (026) 371 72 71, www.agro.basf.nl Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor gebruik eerst het etiket en de productinformatie.


Boerenbusiness Opinie

Meststelsel beter voorbereiden Het ministerie van EL&I moet in het nieuwe meststelsel het idee van mestafzetovereenkomsten laten varen. Bovendien moeten alle belang­ hebbenden meepraten, vindt Hans Verkerk, secretaris meststoffendistributie bij Cumela Nederland.

Tekst: Ana Karadarevic Foto: Aleksander Willemse Meer weten: cumela.nl

‘I

n de visie op het nieuwe mestbeleid dat het ministerie vorig jaar presenteerde, staat dat de afzet door middel van mestafzetovereenkomsten moet gebeuren. Maar dat voegt niets toe, weten we uit ervaring. Tussen 2001 en 2004 was er een stelsel van mestafzetovereenkomsten, daarvan ging geen enkele sturende werking uit. Dit heeft de veehouderij veel geld gekost en het heeft niets opgeleverd. Als er nu weer een soortgelijk stelsel wordt ingevoerd, moet er sowieso een leverings- en afnameplicht gelden. Anders is voor mestproductie alleen in theorie afzet beschikbaar. Als je met mestverwerking en mestexport de druk van de markt haalt, is er voldoende ruimte om de overige mest in Nederland te plaatsen. Er zijn partijen die nu concreet investeren in manieren om mest te verwerken die dat een half jaar geleden nog niet deden. Het vooruitzicht op een vaste aanvoer van mest maakt investeren minder riskant voor bedrijven. Het ministerie van EL&I moet niet inzetten op een te hoog verplicht verwerkingspercentage. Voor varkens- en rundveemest is nu nog geen verwerkingscapaciteit beschikbaar. Het verplichte verwerkingspercentage moet afhangen van de ontwikkeling van het nietplaatsbare mestoverschot. Als je ervan uitgaat dat de sector niet heel hard gaat groeien, is er geen noodzaak voor een hoog verplicht verwerkingspercentage. Nu wordt alle geproduceerde mest namelijk ook gewoon geplaatst. Het echte probleem ligt in het feit dat er door initiatiefnemers van mestverwerking te weinig wordt nagedacht over de vragen: wie wil mijn mest kopen en wat voor eisen stelt mijn afnemer aan het product? Boeren zijn vooral druk bezig

met techniek en hoe ze zo goedkoop mogelijk de mest kunnen afzetten. Maar mest wordt business waar in de toekomst geld aan kan worden verdiend. Als de producenten, oftewel de boeren, erachter komen wat hun klanten willen. Wij wijzen het ministerie op die zaken, maar we zitten niet om de tafel om mee te praten over de uitwerking van het nieuwe beleid. Het ministerie overlegt achter gesloten deuren met LTO Nederland en de Nederlandse Varkenshouders Vakbond. We hebben een eigen uitwerking van het beleid op papier gezet en naar de drie partijen gestuurd. Eensgezind reageren ze geen van allen op onze visie. Er komt sowieso niets naar buiten over de gesprekken. De stelselwijziging die de minister voorbereidt, is best belangrijk. Het is gek om dan alleen te praten met de producenten van mest en niet met alle partijen in de mestketen. De vakbonden voor melkveehouders en akkerbouwers en Cumela Nederland moeten erbij betrokken worden, wij hebben namelijk ieder vanuit onze eigen rol inzicht in de mestmarkt. Die kennis is noodzakelijk om te kunnen sturen in de markt en dat wil de overheid nu juist graag. Bovendien moet het ministerie voldoende draagvlak gaan creĂŤren om voor elkaar te krijgen dat alle betrokken organisaties meedoen aan het nieuwe stelsel. Henk Bleker, staatssecretaris van landbouw, houdt wel erg strikt vast aan de invoeringsdatum van 1 januari 2013. Op deze manier is het stelsel misschien een maand eerder klaar, maar straks zijn er maanden nodig om zaken te repareren die nu over het hoofd worden gezien, omdat de ambtenaren alleen praten met de varkenshouders. 2012/04

57


Boerenbusiness Analyse

De graanprijzen waren het afgelopen jaar onderhevig aan volatiliteit en stegen mede daardoor tot recordhoogten. In welke richting denken analisten dat de graanprijzen dit jaar gaan bewegen?

Graanprijzen koersen

H

et Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA) heeft begin maart zijn oogstprognose voor graan voor dit seizoen verhoogd met ruim 5 miljoen ton. De USDA verwacht echter ook dat verbruik bijna 9 miljoen ton hoger gaat uitkomen dan de totale oogstopbrengsten. Het wereldwijde gebruik van tarwe als veevoer stijgt naar verwachting van 130,66 miljoen naar 131,06 miljoen ton, aldus USDA. De wereldwijde export van tarwe komt daarbij uit op 142,93 miljoen ton, waar niet zo lang geleden werd uitgegaan van 140,25 miljoen ton. De Amerikaanse voorraden komen eind mei naar verwachting uit op 825 miljoen bushels, 2,4 procent minder dan in februari werd geschat. De USDA verlaagde in zijn langverwachte Wasde Voertarwe per ton) Voertarwe (notering Rotterdam, € 300,00 € 250,00 € 200,00

€ 100,00

wk 27 wk 30 wk 33 wk 36 wk 39 wk 42 wk 45 wk 48 wk 51 wk 4 wk 7 wk 10 wk 13 wk 16 wk 19 wk 22 wk 25

€ 150,00

2006/07 2009/10

Bron: DCA Kenniscentrum 58

2012/04

2007/08 2010/11

2008/09 2011/12

rapport zijn schattingen voor de tarwevoorraden met 1,7 procent, waardoor de wereldwijde voorraden voor 31 mei 2012 geraamd worden op 209,58 miljoen ton. Analisten waren uitgegaan van een totaal van 212,83 miljoen ton. De verlaging reflecteert een opwaartse bijstelling voor de verwachtingen van voedsel, zaden en industrieel gebruik in China en een hoger verbruik in Australië, Iran en ZuidKorea. Door het rapport van de USDA stegen de maïs futures voor mei tot 6,45 dollar per bushel, ook geholpen door geruchten dat de VS meer gaat exporteren richting China. Voor tarwe steeg de prijs tot 6,43 dollar per bushel.

miljoen ton minder is dan aan het begin van het seizoen. Deze krimp is vooral te wijten aan een veel lagere productie in Zuid-Afrika en een hoger maïsverbruik in veevoer in de wereld, aldus de USDA. Een andere factor is dat de USDA volgens analisten de Chinese maïsoogst met maar liefst 14 procent te hoog heeft geschat, gezien de hogere import van ‘s werelds op één na grootste verbruiker van maïs. Hierdoor kunnen de mondiale voorraden verder onder druk komen te staan. Als grootverbruiker heeft China vanzelfsprekend veel invloed op de maïsprijzen. Wanneer China de kloof tussen de verwachte en feitelijke binnenlandse voorraad gaat opvulTarwevoorraad gaat stijgen len met de extra import van maïs, kan dit de Voor heel 2012 verwacht de USDA dat de tarwe- prijzen fors opdrijven. Analist Li Qiang van JC voorraad aan het eind van het seizoen is gestegen Intelligence (JCI) stelt dat de markten anticimet 5 procent ten opzichte van het begin van het peren op een hogere maïsoogst in China, maar 2006/07 2007/08 2008/09 2009/10 2010/11 seizoen. De voorraad kan 30,6 procent van het niet zo hoog als waar de USDA op rekent. De € 179,00 € 208,00 € 133,50 wk 27 dekken, ook wel de stocks-to-usejaarverbruik Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs ver- € 154,0 ratio Voor maïs ligt deze ratio veel wacht dat er sprake gaat zijn € 133,33 van een verdere € 157,0 € 183,00 € 210,00 wkgenoemd. 28 lager op 14,3 procent, ondanks dat er voor dit € 186,00 jaar krapte van Amerikaanse maïsvoorraden vanwege € 165,0 € 213,00 € 129,00 wk 29 wordt gerekend op een recordoogst. toenemende vraag naar ethanol. Mede daardoor € 190,00 € 131,33 wk Het30 verbruik is echter harder gestegen € 207,00 ten gaat Goldman Sachs uit van hogere maïsprijzen € 172,0 € 188,00 € 124,00 € 197,0 opzichte een om zo een limiet te realiseren voor de export. wk 31van de productie, met name door € 210,00 toename € 218,00 € 180,00 € 126,00 € 197,0 wk 32van het gebruik van maïs in ethanol. De maïsvoorraad daalt zodoende met bijna 1 Meevallende vorstschade € 235,00 € 175,00 € 120,00 € 185,0 wk 33 miljoen ton tot 124,5 miljoen ton, wat bijna 4,5 De analisten van Royal Bank of Scotland (RBS)

wk 34 wk 35 wk 36

€ 232,00 € 232,00 € 260,00

€ 176,00 € 176,00 € 165,00

€ 120,00 € 119,00 € 116,33

€ 180,0 € 194,0 € 191,0


op verraderlijke markt verwachten ondertussen dat de Amerikaanse tarwevoorraden in het lopende oogstjaar 2012-2013 gaan stijgen. Zij rekenen erop dat de tarweprijs dit jaar gemiddeld 14 procent onder het niveau van vorig jaar gaat uitkomen. Rabobank verwacht eveneens dat de tarweprijs in de komende periode gaat dalen. De Australische analisten van de Nederlandse bank gaan er van uit dat tarwe de komende maanden goedkoper wordt doordat de vorstschade in Europa en Azië meevalt. Verder is het transport van tarwe vanuit OostEuropa en de regio rond de Zwarte Zee weer op gang gekomen door de ingevallen dooi. Hierdoor komt er meer graan op de markt en dit gaat de prijs drukken. Daarnaast wijst de Rabobank erop dat de graanvoorraden ten opzichte van het verbruik toenemen, waardoor in het huidige seizoen 2011/2012 de eindvoorraad voldoende is om 31,7 procent van het jaarlijkse verbruik te dekken. Voor volgend seizoen verwacht de Rabobank dat deze stock-to-use-ratio stijgt tot 32,9 procent. De sojaprijs steeg op de termijnmarkt in Chicago sinds begin dit jaar met 12,5 procent, terwijl de maïsprijs met 4,3 procent toe nam en de tarweprijs op ongeveer hetzelfde niveau staat. Vorig jaar was maïs nog de grootste stijger van de agrarische grondstoffen, waarna tarwe deze rol aan het begin van dit jaar over nam. Soja wordt echter steeds duurder doordat de oogsten in

Brazilië en Argentinië door droogte tegenvallen. Daarnaast importeert China veel soja en wordt de prijs opgedreven doordat Amerikaanse boeren soja gaan zaaien, omdat dit momenteel meer oplevert dan maïs. Import veevoer risicovoller Maar wat heeft dit voor gevolgen voor de prijzen van veevoer. In ieder geval dreigt de prijs op te

Als grootverbruiker heeft China veel invloed op maïsprijzen lopen, doordat de import van veevoer in Europa risicovoller wordt. Maïs en sojabonen kunnen namelijk steeds vaker vermengd raken met transgene varianten, die niet worden toegelaten in de EU. Bovendien heeft de Europese Unie in 2011 één procent minder veevoer geproduceerd in vergelijking met 2010, waardoor het meer moet importeren. De grootste volumedaling was met 3

procent in rundveevoeder, als gevolg van droogte waardoor oogsten lager uitvielen. Dit jaar wordt verwacht dat er een stijging van 1 procent gaat zijn voor pluimveevoer, een stabilisatie in de productie van rundveevoer en een volumedaling voor varkensvoer van 0,5 procent. Veevoederproducenten verwachten in ieder geval dat de graanprijzen op het huidige hoge niveau blijven. Voerbedrijf De Heus verwacht zelfs dat de prijzen in de komende periode verder kunnen stijgen, al waarschuwen zij er wel voor dat de markten erg verraderlijk zijn. Al met al kan er gesteld worden dat de markt anticipeert op een verdere stijging van de graanprijzen, gestuwd door lage oogsten en krappe voorraden. Hier zijn de prijzen al deels op vooruit gelopen maar de rek lijkt er nog niet uit. Dit leidt tot hogere voerprijzen. Wanneer diverse oogsten echter meevallen zoals sommige analisten verwachten, kan er ergens halverwege dit jaar wel een correctie van de prijzen plaatsvinden.

Tekst: Christian Slagter Foto: Shutterstock Meer weten: boerenbusiness.nl/granenmarkt

2012/04

59


Grond-markt.nl Het grootste onafhankelijke platform van agrarisch onroerend goed!

- Grond markt nieuwsbrief

- Grond prijzen monitor

- Grond transacties

- Grond markt informatie

- Grond aanbod

Omdat uw buurman maar ĂŠĂŠn keer te koop is!

www.grond-markt.nl


Boerenbusiness Gadgets

Machine volgen met 1 scherm

Kverneland heeft nu de IsoMatch Tellus, een terminal waarop je met alle machines die zijn toegerust met Isobus kan communiceren. Met een touchscreen is via twee beeldschermen de prestatie van de trekker en het werktuig te volgen. Ook kan je berichten versturen en camera’s plaatsen Via het beeldscherm zijn de beelden op te roepen. Makkelijk voor lange werkdagen. Bron: Kverneland.nl

Test hooivocht, voorkom balen

Voor als je een beetje haast hebt met het persen van hooi, heeft John Deere een vochtmeter voor het gedroogde gras ontwikkeld. Daarvoor hebben ze niet stil gezeten, want in de meter is multi sensortechniek verwerkt, het heeft een groot LCD-scherm met een toetsenbord en een bandbreedte in het meten van vocht in het hooi van 8 procent tot over de 30 procent. Dit laatste hangt af van welk type balenpers er wordt gebruikt. De meter is zowel geschikt voor vierkante als ronde hooibalen. De bestuurder van de trekker kan elke drie seconden een nieuwe meting krijgen van het vochtpercentage. Daarbij kan hij zelf de limiet aangeven als het hooi te nat is om te worden geperst en opgeslagen. Bron: Deere.com

Internetten met je zonnebril

TrackJack houdt rit bij

Voor fans van de film The Terminator: de tijd dat je net als Schwarzenegger alles kan opzoeken met je stem en ogen komt dichterbij. Volgens geruchten werkt Google aan een bril met een display. Oftewel: een zonnebril waarmee je kan internetten en je e-mail checken. Deze bril beschikt eveneens over een kleine camera met flitser en kan worden bediend met je stem. Het hypermoderne snufje zou lijken op de bril Oakley Thumps (zie foto), waar je onder meer ook muziek mee kan luisteren. Volgens bronnen bevindt de bril zich in de testfase, het is onbekend wanneer je hem op kan zetten. Bron: Tweakers.net

GreenSeeker zoekt stikstof

Iedereen weet het: binnen een perceel kan de stikstofvoorraad sterk variëren. Dan kan je er voor kiezen alles lvolvelds te strooien, maar dat is zonde van de kunstmest en vanzelfsprekend van de centen. Daar heeft Homburg Machinehandel wat op gevonden. De GreenSeeker kan

APPS

Wil je als loonwerker weten waar je trekkers en werktuigen precies uithangen? Of ben je moe van het registreren van al je ritten met de leasewagen? Dan biedt de TrackJack uitkomst. Deze gadget maakt het mogelijk via GPS trekkers of auto’s te traceren, waardoor een ondernemer direct overzicht heeft van zijn trekker- en werktuigenpark en daar de logistiek in de werkzaamheden op kan afstemmen. TrackJack werkt via een persoonlijk internetaccount waar de locaties zichtbaar zijn op een plattegrond in Google Maps. Ook kan je de locatie van een machine per sms ontvangen. Bron: TrackJackeurope.com

met infraroodstraling planten detecteren die een stikstoftekort hebben. Deze planten krijgen dan direct stikstof toegediend in de juiste dosering. Met deze precisietechniek wordt de opbrengst van de gewassen geoptimaliseerd, vindt geen onnodige overbemesting plaats en zijn de kosten lager, claimt Homburg. Bron: GreenSeeker.com

Zon vangen

Effect nuttig insect

Water peilen

Bron: solidlinks.nl/ios/sola/

Bron: bayercropscience.nl

Bron: appvrienden.nl

Vaak vraag je je af: betaalt het zich terug als je zonnepanelen op je dak plaatst? En zijn er subsidies beschikbaar? Sola zoekt dit voor je uit. Leg je telefoon op het dak en Sola meet de hoek en richting van het dak. Met gegevens over de oppervlakte van het dak, krijg je een schatting van de energie die kan worden geproduceerd, hoeveel dit bespaart, en wat de installatie kost.

Het is belangrijk dat nuttige insecten in de gewasbescherming zo veel mogelijk worden gespaard. Bayer CropScience heeft daarvoor een app gemaakt die een overzicht biedt van de effecten van haar insecticiden op de belangrijkste insecten in de tuinbouw. Een kleur geeft aan wat het effect van een insecticide via bespuiting of, mits toegelaten, een druppelbehandeling is.

Als agrarisch ondernemer kan het soms heel handig zijn de waterstanden te weten van de watergangen bij je in de buurt. De water app laat je alle meetgegevens zien van meer dan 200 meetpunten in Nederland. Ook kan je 24 uur terug kijken en zit in de actuele stand maar een vertraging van ongeveer 20 minuten. Dankzij de gegevens van Rijkswaterstaat.

2012/04

61


Boerenbusiness Trends

Vrees voor dramatisch aardappeljaar als 2004 Aardappeltelers zien het schrikbeeld van het seizoen 2004 op zich afkomen. Behalve de lage marktprijzen, is de kostprijs voor telers in zes jaar tijd met 28 procent gestegen. Vooral grote bedrijven komen in liquiditeitsproblemen.

O

p de consumptieaardappelmarkt in Noordwest-Europa nam de prijsontwikkeling medio maart schrikbarende vormen aan. Afhankelijk van markt en ras brachten de aardappelen 3 tot 5 cent per kilo op. Telers moeten hun product afvoeren en een halve cent toe betalen. De situatie begint steeds meer op het dramatische jaar 2004 te lijken. En als je de teeltkosten meeneemt, is het resultaat nog rampzaliger dan in 2004. Toch ontstaat er vooralsnog geen paniek onder de telers, zoals acht jaar geleden. Dankzij de betere prijzen voor granen en suikerbieten staat bijvoorbeeld de Akkerbouw Index nog overeind. Volgens Bert Jan Aaling, sectormanager akkerbouw bij Rabobank, zijn de aardappeltelers somber. ‘Het was niks, het is niks en het zal niks

meer worden. Dat gevoel’, licht hij toe. Veel van zijn klanten leveren op contracten. Meeleveren brengt niet veel op. Maar voor akkerbouwers die alle producten vrij hebben, wordt dit het meest slechte jaar in twintig jaar tijd. Ook André Broeze, agrarisch adviseur van ABN Amro, merkt dat de redelijk positieve stemming waarmee klanten vanuit vorig jaar vertrokken weg is. ‘De agrarische sector wordt gekenmerkt door pieken en dalen, maar het lijkt de afgelopen jaren wel extremer te zijn geworden.’
De bank ziet dat bedrijven die de afgelopen jaren fors geïnvesteerd hebben, krapper in de liquide middelen zitten. ‘Het opvangen van tegenvallers uit eigen middelen is lastiger. We gaan in gesprek om te kijken hoe we dit jaar doorkomen’, geeft Broeze aan.

Normaal gesproken komt er bij het afleveren van aardappelen geld binnen, nu wordt de bankrekening amper aangevuld. ‘Ze gaan binnenkort het teeltseizoen weer in, moeten kosten maken, producten opslaan en ontvangen pas over een jaar weer inkomsten. En dan is het nog de vraag of het dan wel een goed jaar wordt.’

DCA spotnotering (in euro Melkper 100 kg)

NOP eierprijzen 62/63Eieren (in euro per 100)

Teeltkosten sterk gestegen Wat niet meehelpt, zijn de gestegen teeltkosten. Vooral van zaaizaad en pootgoed, gewasbeschermingsmiddelen, kunstmest en machines. Het LEI houdt de totale kosten van e akkerbouwgewassen sinds 1975 bij. Daaruit blijkt dat de kosten voor de teelt van consumptieaardappelen in 2004 lagen op 1.765 euro, tegenover 2.256 euro in 2010. Hierin zijn arbeid en pacht niet meegerekend.

TRENDS

jan.-12

jan.-11

jan.-10

jan.-09

jan.-08

jan.-07

jan.-06

jan.-05

jan.-04

jan.-03

jan.-02

jan.-01

jan.-00

€ 30,00

Hoge suikerprijzen zorgen voor een stijgende productie in suikerproducerende landen als India en Brazilië. De omzetting van suiker in ethanol is aantrekkelijk door hoge olieprijzen.

2012/04

jan.-00

£ 7,70 feb.-00 £ 7,67 € 20,00 € 10,00 mrt.-00 £ 7,83 € 0 apr.-00 £ 8,66 mei-00 2007£ 9,06 2008 2009 2010 2011 2012 jun.-00 £ 10,63 jul.-00 is onzeker £ 11,38 Melkmarkt Deaug.-00 melkmarkt is niet zeker van het prijs£ 11,29 verloop. Handelaren zijn daardoor terughoudend sep.-00 £ 11,74 met het innemen van posities. En daling van de melkprijs isokt.-00 daarmee een logisch gevolg. £ 11,76 nov.-00 £ 11,02 dec.-00 £ 10,95 € 40,00

Suikerproductie stijgt

62

€ 50,00

jan.-01

€ 14,00 € 12,00 € 10,00 € 8,00 € 6,00 € 4,00 € 2,00 € 0

2007

wk 1 wk 2 wk 3 wk 4 wk 5

2006 2010

2007 2011

2008 2012

2008

€ 29,00 € 27,50 € 28,30 € 28,50 2009 € 27,50

wk 1 wk 4 wk 7 wk 10 wk 13 wk 16 wk 19 wk 22 wk 25 wk 28 wk 31 wk 34 wk 37 wk 40 wk 43 wk 46 wk 49 wk 52

£ 40,00 £ 35,00 £ 30,00 £ 25,00 £ 20,00 £ 15,00 £ 10,00 £ 5,00 £ 0

wk 1 wk 4 wk 7 wk 10 wk 13 wk 16 wk 19 wk 22 wk 25 wk 28 wk 31 wk 34 wk 37 wk 40 wk 43 wk 46 wk 49 wk 52

Suiker (London daily price in cents per pound) Suiker

w

w

w

w

w

€ 26,50 w wk 7 eieren in zicht € 25,00 w Import Een stijging van de eierenprijs lijkt zich wk 8 € 24,75 w nog niet aan te dienen. Het hoge prijsniveau lijkt wkniet 9 te kennen. Voor invulling van de € 24,75 w zijn weerga vraag lijkt alleen wk 10import uitkomst te bieden. € 26,00w wk 11 € 27,50w wk 12 € 29,00w wk 13 € 26,25w wk 6


Trends Countus Akkerbouw Index 160 140 120 100 80 60

Fysieke opbrengst per ha (in kg)

2.500

55.000

1.600

Bron: LEI

Opbrengst per ha

€ 1,60

1 mnd 2,850

'03

2,770 2,600

€ 1,20

3 mnd

6 mnd

wk 1 wk 4 wk 7 wk 10 wk 13 wk 16 wk 19 wk 22 wk 25 wk 28 wk 31 wk 34 wk 37 wk 40 wk 43 wk 46 wk 49 wk 52

jan '12

jan '11

jan '10

jan '09

jan '08

jan '07

jan '06

jan '05

jan '04

jan '03

1 mnd

2,580

2006 2010

12 mnd

Rente kan nog dalen De consensus is dat de euriborrente nog iets kan dalen, onder andere onder invloed van de LTRO (goedkope leningen van de ECB). Ook de spaarrente daalt licht.

jul '03

2007 2011

2,520 2008

2012 2,180 2,130

2009

Groot aanbod varkens

2,120

Groot aanbod van varkens in Nederland. De opnamecapaciteit is beperkt: gevolg 2,130dalende prijzen. De Duitse markt staat haaks op die in 2,100 Nederland waar een verhoging wel mogelijk is.

2,090

jan '04

2,130 2,080

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

Hij raadt telers aan de markt te blijven analyseren. ‘Raadpleeg diverse bronnen. Ieder jaar is anders. Op een gegeven moment moet je genoegen nemen met de prijs en afscheid nemen. Prijzen kunnen zomaar kelderen. De Russische grens gaat dicht of er wordt iets ontdekt in een aardappel. Daarom moeten ondernemers goed kijken waarom de prijs hoog of laag is en zelf een strategie uitstippelen.’ Een die bij de ondernemer past benadrukt Broeze. Tekst: Clarisse van der Woude Meer weten: b oerenbusiness.nl lei.nl

Beurzen uien (in euro Zaaiuien per 100 kg)

3 mnd € 40,00 2,830 wk 1 € 30,00

6 mnd 2,760

12 mnd 2006 2,700 € 1,30

2,690 2,580 € 1,25 2,500 € 20,00 wk 2 € 10,00 wk 3 2,530 2,450 € 1,29 2,410 € 0 € 1,35 wk 4 2,530 2,470 2,450 € 1,35 wk 5 2,400 2,310 2,250 2006/07 2007/08 € 1,232008/09 wk 6 2009/10 2010/11 2011/12 2,150 2,080 2,010 € 1,30 wk 7 2,130 2,090 2,080 export stagneert € 1,30 wk Uien 8 2,140De afzet op2,170 2,280 verre bestemmingen € 1,32 wk 9 stagneert door het teruglopen in 2,150 2,180 van vraag 2,260 € 1,36 door wk 10 Deels wordt dit veroorzaakt afzetgebieden. 2,140 2,170 2,300 wk 11 kwaliteit en deels door aanbod € 1,39 van eigen oogst. 2,160 2,220 € 1,41 2,410 wk 12 2,150 2,200 € 1,44 2,380 wk 13 2012/04 63 2,090 2,120 € 1,42 2,220 wk 14

200

€ 1,23 wk € 1,16 wk € 1,17 wk € 1,21 wk € 1,23 wk € 1,23 wk € 1,24 wk € 1,24 wk € 1,24 wk € 1,23 wk € 1,17 wk € 1,17 wk € 1,17 wk € 1,17 wk

Powered by DCA Kenniscentrum

0

toegerekende kosten* Kosten per ha en prijs per Totaal 100 kg. Prijs per 100 kg

€ 1,40 € 1,00

1.000

wk 1 wk 4 wk 7 wk 10 wk 13 wk 16 wk 19 wk 22 wk 25 wk 28 wk 31 wk 34 wk 37 wk 40 wk 43 wk 46 wk 49 wk 52

€ 1,80 jan

1,000

€ 6,07

2004

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

40.000

€ 2,00

2,000

€ 10,76 € 11,18 € 10,37

1.300

Beurs varkensprijzenVarkens (in euro per kg geslacht)

3,000

€ 12,93

1.900

45.000

€ 19,26

€ 17,25

2.200 50.000

Euribor (in procenten) Rente 4,000

2010

Toegerekende kosten en prijs

De marges worden kleiner.’ Het zijn vooral de grote bedrijven die tegen financiële problemen aanlopen. Aaling: ’De bedrijven die de laatste jaren grote stappen hebben gezet en grond hebben aangekocht, kloppen bij ons aan. We merken het hoofdzakelijk aan de liquiditeit.’ Broeze bespeurt vooral onder polderboeren die forse investeringen hebben gedaan bezorgdheid. Wellicht dat de productie per hectare sinds rampjaar 2004 omhoog is gegaan; dat kan het verlies misschien nog enigszins compenseren’, suggereert Aaling.

5,000

2009

2008

2007

2006

20

2005

40

Maar tegen de verwachtingen in, is dat niet het geval. De cijfers van het LEI tonen vanaf 2004 een fysieke opbrengst aan van rond de 50.000 kg per hectare. De opbrengst van 2010 lag met 48.130 kg zelfs lager dan in 2004 toen een hectare 51.020 kg opbracht. Ook de rentedaling weegt niet op tegen de gestegen lasten.

Wil volgend seizoen beter verlopen, dan heeft de teler een goede afzetstructuur nodig. Maar dat wordt nog te weinig beseft, stelt Aaling. ‘Veel hangt af van hoe een teler zijn verkoop heeft geregeld. De ene klant weet precies wat hij doet, een ander wacht te lang op de termijnmarkt. Met als gevolg dat de stijgende lijn, weer daalt.’

6,000

Powered by DCA Kenniscentrum

Akkerbouw

180

2004

In zes jaar tijd groeiden de kosten bijna 28 procent. De gemiddelde kostenstijging over deze jaren is 4,4 procent. Een soortgelijke groei zou betekenen dat de kosten per hectare in 2015 uitkomen op 2.825 euro. Ook Harm Jan Schipper van Accon AVM signaleert de kostenstijging ten opzichte van 2004. ‘Brandstof is duurder, de prijs van pootgoed is zelfs extreem gestegen, dan begin je het seizoen al met een dure start in plantgoed. De kostenstijging van meststoffen viel mee.’
 Daarbovenop komen de gestegen grondkosten. Schipper gaat uit van minimaal 20 procent stijging voor huurland en 30 tot 40 procent eigen grond. ‘Consumptieaardappel- en uientelers krijgen rake klappen te verduren. Met name de grote jongens in Zuidelijk Flevoland en Zuidwest Nederland. Onder pootgoed- en zetmeelaardappeltelers valt het mee.’ 
ABN Amro-specialist Broeze noemt drie oorzaken van de gestegen grondkosten. ‘Pootgoed is een goed renderende teelt, dat brengt hogere grondkosten met zich mee. Daarnaast is de pachtverordening bijgesteld en de grondprijs gestegen. Allemaal elementen die de kostprijs zeker niet naar beneden drukken.


MF 5430

// 92 pk // 4WD // Nieuwe Steepnose motorkap // Dyna-4 transmissie

// Meer weten? Kijk op de actiesite of neem direct contact op met uw dealer.

www.mfactie.nl Actievoorwaarden van toepassing. Genoemde prijzen zijn netto, exclusief afleveringskosten en BTW. Actie is geldig t/m 15 april 2012, zolang de voorraad strekt.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.