Bv100

Page 1

c-H TONtr POES ENDETIJWISSELAAR 6. o[ , ' q q

DoorMartenToonder

/''.. zvz

4678 Ten zuiden van Kaap llozebek ligt het eiland Raap. IIet is klein en bergachtig, men zal er vergeefs naar fraaie wegen of moderne vormgeving zoeken en ook delfstoffen worden er niet gedolven. Maar het speelt een belangrijke rol in de wereldgeschiedenrs; want van hieruit worden sinds onheugelijke tijden de eb en de vloed veroorzaakt door de tijwisselaar. Het is een functie, die een hoog aanzien geniet onder de plaatselijke bevolking, maar die hier ten lande vrijwel onbekend is. Voor de ontwikkeling van de oplettende lezertjes lijkt het me dan ook nuttig om een ogenblik stil te staan bij de bezighedenvan deze functionaris. Op het ogenblik dat dit verhaal aanvangt werd het vak van tijwisselaar beoefend door een zekere Oene Horletoet. We zien hem hier doende met het trekken van een ronde lijn op het strand, terwijl zijn leerling

Kobbe Kobbema aandachtig toekijkt. ,,Trek terug, o vloed!" sprak de grijsaard met zware stem. ,,Niet verder omhoog.Laat de cirkel droog. De cirkel van Horletoet!" Hij trad achteruit en ieunde op de stok, terwijl hij dreigend naar de naderende golfjes staarde. Die rolden sissenden schuimend over het zand; maar verder dan de kring kwamen ze niet, En na enige tijd was het zelfs duidelijk te merken, dat het water aan het terugtrekken was. ,,Tot zover vanmorgen", hernam de tijwisselaar tevreden. ,,Dit zit er weer op." ,,Het is toch knap, Oene", zei de leerling. ,,Ik heb het nu al heel wat keren geziĂŠn, maar ik sta er altijd weer van te kijken. Ik zal het nooit leren. Hoe doe je het toch?" ,,Uch", zeĂ­ de ander bescheiden.,,Het is een gave."


TOTW POES ENDETIJWISSETAAR

DoorMarten Toonder

op scherpetoon. ,,Watik zie is schrompelen verslapping!" Ik zie een verblekingin de grond en een verbruining in het gewas.En ik ruik stofdwarrels!Het is, kort gezegd,te droog.Het wordt tijd om te schieten; er moet.regen komen!" ,,Natuurlijk",preveldeKobbe,,,er lnoet regenkomen. Ach,ik zal het nooit leren..." IIij slofte moedeloosachter de oudeaan - en zo verdwenenbeidenin het sruikgewas. Intussennaderdeachter de horizon een oud stoomschiphet eiland Raap.Het was de 'Albatros'die met en wierp een zoeken- enige passagiersen een lading sokken op weg was KobbeKobbemagehoorzaamde de blik in het rond. naarkaapHozebek. ,,Watzieje?" hernamzijn leermeester. Op de brug wierp de gezagvoerdereen blik op de ,,Zand", zei de leerling.,,Enrotsen- en wat planten. lucht en snoofeens. Gewoon,net als gisteren." ,,Dewind krimpt", sprakhij. ,,Er kon wel eensregen ,,Dat is eenjammerlijk antwoordl" riep de grijsaard komen."

4679 OeneHorletoetwierp eenlaatsteblik op de zee en knikte. ,,De eb komt door", mompeldehij tevreden,,,Wehebbenonswerk gedaan.Kom Kobbe." Zo sprekendewendde hij zich om en spoeddezich landinwaans,gevolgddoorzijn leerling. ,,Wat nu?" vroeg deze,,,Gaanwe nu een beetjerusten?Ik hebtrek in koffie, oene!" ,,Koffie!" zei de ander aĂ?keurend.,,Rust!je moet leren, dat er voor eentijwisqelaarnooit rust is, Kijk om je heen!"


TONfi POES ENDETIJWISSETAAR

DoorMartenToonder

vbrgist zióh niet meer. Ze zitten vol met fdne technischesnu$es,laat ik je dat vertellen"' Heer Ollie zakte onturoedigdterug en staarde bitter naar. de vriendelljke wolkjes die langs de blauwe lucht dreven. Ook OeneHorletoetkeek er naar vanaf een landtong' maar op zijn gelaatwas geenontstemmingt9 l9?9n' ,,oaarhangtvochtigheid,Kobbe",mompeldehij. ',De iunst is om het naar benedente krljgen;want hoogis droog,onthouddat." ,,Jà,bene", zei db leerling eerbiedig,,,Kanje erbij, ,,Regen?"herhaaldeheer Bommelopschrikkend.,,En denkje?" de zón sch{jnt!.Dat moet een vergissingzijn; in deze ,,waf moet, dat'moet", verklaardede grijsaard,,,en als ik er niet was zou er aooit regenkomen.Let op' buurt is het tochaltijd mooi weer?" ,,Op dit wordt een moeilijk schot waar j9 wat van kan le,,Dat zouje wel willen", sprak de gezagvoerder. dezebreedtekan het oudewijven regenen'meneet. ren." En praat me niet over vergissingen.Ik heb net het Zo sprekendelegdehij eenpijl op zdn boogen richtte op het zwerk' laatsteradioberichtbinnen;het weerkundiginstituut zorgvrrldig

4680 De passagiersvan de 'Albatf,os'zaten in ge'makkelijkehoudingenaan dek en het zal de oplettende lezertjesniet moeilijk vaÍlen in hen heer Bommel en Tom Poeste herkennerr, ,,Eenzeereisnaar het zuidenzal ons goeddoen",had heer Ollie gezegd.,,Geengetobmet het weer; zon en frisselucht, dat is wat we nodighebben." getroffen Geenwonderdan ook, dat hij onaangenaam wastoenkapiteinWal Rusklossendvan de brug daalde en uiuiep, dat hij regenverwachtte.


TOilfi POES ENDETIJWISSETAAR

468l Oene llorletoet trok de pees zover mogelijk terug en richtte de pijlpunt met grote nauwkeurigheid op een langsdrijvende vederwolk, Daarop liet hij los. ,,Dat is dat", sprak hij, terwijl hij de gonzende boog liet zinken. ,,Precies in de gevoelige plek. Dat wordt een fris buitje; let maar eensop." ,,Ja, Oene", zei de leerling volgzaam. ,,Een fris buitje. Mag ik ook eensregen schieten?" ,,Nog niet", hernam de tijwisselaar. ,, Daarvoor is de tijd nog niet gekomen; je bent nog te jong. Zeven jaren moet men leerling zijn en goed opletten. Want het is een moeilijk vak, dat men alleen kan leren door diepe aandacht en met groot gevoel voor de elementen."

DoorMartenToonder

,,Hoekan er nu regen.komen?"vroegheer Ollie, die l IIij had zichl niet ver van daar het eiland passeerde. naar de railing begeven en staarde fronsend naar het zwerk. ,,Ik vind, dat het mooi weer is", stelde hij vast. ,,En om de weerberichten geef ik niet. Dat is allemaal geknoei." ,,Hm", zei Tom Poes,,,de kapitein zegt..." ,,Acht wat", riep heer Bommel ongeduldig uit. ,,Ik 1 ben een volwassen heer, die al heel wat regen het I hoofd geboden heeft. tk heb een groot gevoel voor de I vriend en ik zeg..." elementen,;jonge I Op dat moment werd hij getroffen door een neerval- | lende regendruppel en terwijl hij onthutst terugdeins- | I de begon er een frisse bui neer te dalen.


TOI\/I POES ENDETIJWISSETAAR

4682. De regen kletterde neer op trei aet van de Albatros zodat de passagiershaastig dekking zochten. ,,Ik begrijp het niet", prevelde heer ollie ontstemd. ,,De lucht was daarnet nog blauw en op deze breedte is het weer altijd mooi, Dat staat in het reclamebiljet en daar houd ik mij aan. Maar nu regent het"' ,,Je kunt je beter aan de barometer houden, meneer", zei kapitein Wal Rus. ,,Als er een depressie aankomt moetje je was binnenhalen." ,,O", hernam heer Bommel mat' ,,Een depressie'Ja, ja. Iemand van mijn stand heeft daar veel hinder van. Maar wat heeft dat met het weer te maken?" ,,Kijk", hernam de gezagvoerder,die schik in het onderwerp had, ,,wanneer de luchtdruk hoog is op het ene punt en laag op het andere punt ontstaat er wind, vat je? Dat ding aan de wand geeft aan hoe hoog de

Toonder DoorMarten

druk is." Hij trad nu op het instrumenttoe en begonaan een levendigeuitleg over de werking, die heer Ollie grotendeelJontging.Maar hij was tochwel diep onderde indruk toen-deoudezeerobtenslottevoldaande hut verliet. ,,Ja", sprak hij, ,,dewetenschapis toch wel eenmooi iets, Tom Poes.IIet is goedom daar eensbij stil te staan. Dan weet men tenminste wat er gebeuren gaat." moet weten wat er gebeuren moet", verklaarde -Men de tiiwisselaar Horletoet. Hij liep met zijn leerling ouer het strand en keek voldaan naar de neerstromende regen. ,,Het regenschieten is een mooi iets, maar het rnoet met verstand gebeuren, want anders brĂŠng je de wind in gevaar."


TOM

tl, ?q ' 06 POES ENDETIJWISSETAAR MC

4683 Terwijl de regen op het dek kletrerde, daálde dan brak de zonwat waterigdoorde wolken. heer Ollie in het ruim af waar zijn bagagewas opge- ,,Hetwas maar een kleine bui", mompeldede tiiwis_ slagen. selaarteleurgesteld. ,,Ik heb hem nief zo geraaËtah de bedoelingwas. Misschienheb ik te veól gepocht; ,,Dit weer noodt tot studie en nadenken", sprak hij, een kist openmakend. ,,Ik ben blij, dat ik enkele we- dat mag volstrekt niet, Kobbe. Wanneer *len iets tenschappelijke boeken heb meegenomenop vacantie, goedswil doenmoetmen nederigbl!jven.,, jonge vriend. Ga zitten, dan zal ik je iets uitleggen ,,,Ja, Oene",zei de leerling. Hij had niet goedgeluisover het draaien van de aardas en het wentelen van terd, want aan de kim was eenrookpluimverscireoen de wolkenvelden, Als buiten de storm giert..." die zijn aandachttrok, ,,Het is geenstorm, heer Ollie", zei Tom poes.,,Alleen maai een buitje." ,,Daarvaaft een schipl" vewolgdehij opgewonden. ,,Staaknu eensevenje gebabbel",hernam heer Bom- ,,Ik wou,dat het hier kwam. Dan zoudènwá wat aan_ mel met verheffing van stem. ,,Wanneer men studeert spraakhebben!" kan men geen aanspraak velen!" ,,Eenschiy'', herhaaldeHorletoetmet wrangemond. Zo pratende sloeg hij op goed geluk een boek open en ,,Daarinschuilt gevaar!Daaropwonen lui met harde begon op gevoeligetoon te lezen. hartenen gevoeligehersens.Zulkeaanspraakis uit de Buiten begon de lucht weer op te klaren en zo nu en boze,leerling!"


TONtr POES ENDETIJWISSETAAR

4684 De Albatrosnaderdebij het passerenhet eisloeghet niet land tamelijk dicht en de gezagvoerder zonderzorgengade. ,,Eenslechteplek", sprak hij. ,,De kust ligt hier vol zandbanken." ,,Ja,kaptein",gaf de stuurmantoe. ,,Maarwe treffen het, Het begint hoog water te worden zodat we er weinig last van zullenhebben." De andergromdeiets en trok zich terug om zijn zeekaart te raadplegen. IntussenkeekKobbeKobbemavol verlangennaar het vaartuig. naderende ,,Eetis mogelijk,dat er lui met zachtehersensop zitten", zei hij, ,,maarik zoubĂŞsteenszo iemandwillen zienJKanjehet schipniet latenstgppen,Oene?"

DoorMartenToonder

,,Alleskan", verklaardezijn leermeester. ,,Maarhet is te gevaarlijk.We hebbenhet trouwensveel te druk; de regenis bijna afgelopenen nu moetenwe voor de spreidingvan het vocht zorgen.Kom,Kobbe.Let op!" Met dezewoordenrok hij een bamboefluituit zijn zak en begondaar eentonigop te blazen,terwijl hij met slependepassenlangs de planten liep die het suandbegrensden. ,,Kijk", sprak hij, ,,nu gaat het vocht in de bodem trekken.Een lagetoon zuigt het water neer zodathet bij de wortelskan komen,zieje wel?" ,,Wat knap, Oene", mompeldede leerling afwezig. ,,Maarhoekanje eenschiplatenstoppen?Niet, datje het gaatdoen,natuurlijk. Maar stel nu eens?IIoe zou je dat doen,Oene?" :.


TOI\/[ POES ENDETIJWISSEIAAR

pas 4685 oene Horletoet bewoog zich met. slepende hij langs de planten, terwijl .oP...ttn!o,ntg:-ytJÍ:dat ï"het fluiï bespèelde.Het was duidelijk zichtbaar' b.dem trok en dit vervulde de grijsaard ;;;;;á; grote voldoening' Maar zijn leerling had er ;;een geenaandachtvoor. Oe,,IIoe zou je zo'n schip nu kunnen laten stoppen, h{j. zeurde ne?" ,,Door de vloeá tegen te houden", zei de tijwisselaar' sestoordde pas inhoudend, ,,Met eb loopt een vaarïuis hier op àe zandbanken. Maar je let niet op maatie:ïo kom-ie er niet, Ik heb het vocht de grond in gehot.r, .n nu ga ik de planten oprichten'-Luistergoed"' IIij zette het instrument weer aan de lippen en,ontlokte er een hoge toon aan terwijl hij schommelend lanss de gewassenschreed. bleef echter staan' Besluiteloos keek ioËbe rólnt*a

hij een verhii ziin leermeester na en daarop richtte

kust iàïs,;ïiliiil-àp ál nrluoosdió dichtIangsde in zijn koerste. Toen verscneen er een lelijk lichtje oqen.

pr9-v:l+,e^lii lïï'punt n zullenzichwel optichten"i zie je niet alle 0a..o.t'0o." ze altljd. Maar zo'n boot toepassen' ï.n - en het wordt tijd, dat ik eens 8a se""it een leerling-tijwisselaar of ïrái * gËit*íirel' niet?" waterkant en ïo- *ompetetta sloop hij steels naar de raapteeen tak oP.

vloedbe,iiJii':ï1t""àt, iet ketett",hernamltii'zal ':lu hemtegenik Maar komen' te door ffi;;ffi*. houden."" gluurde iïi-u.n t.rturdigeuitdrukking op het-gelaat die zictr steedsvêrder riin I...*tuttti ilïsàA;; cirkel - èn daaroptrok hij. haastiS.een ue"twijaerOe gollJe' naderrollenct in heizand,vlak vooreen


TOI\tr POES ENDETIJWISSETAAR

4686 KobbeKobbematrok schielijkeenkring in het zand,vlak voor een naderrollendgolfje,en stak toen bezwerendeenhand op. stem,,,trek te,,Trekterug!"riep hij met overslaande rug, o vloed!Niet verderomhoog,laat de cirkel droog, de cirkel van Horletoetl" Ifet water wierp bruisendeen randjeschuimover de slordig getrokken lijn en de leerling-tijwisselaar haasttezich om de kring te herstellen,Opnieriwsprak hij zijn versjeuit en opnieuwspoeldede opkomende vloed er overheen.Maar toen dit zo enkele malen herhaaldwas begonhet water ontmoedigdterug te trekken. IIet is begrijpelijk,dat dit op de Albatrosniet onopgemerkt bleef. In plaatsvan veilig op hoogwater over de ondieptesheente varen liep het schipop eenzandbank.Dat gaf eenheleschok! ,,W-Watgebeurter?". stameldeheer Ollie, die zich plotselingop de vloer van de eetzaalbevond.De maal-

DoorMarten Toonder

tijd waar hij juist met gezondeeetlustaan had willen beginnenlag ordeloosom hem heen en Tom Poes maakte zich met enige moeite vrij uit het pas opgescheptevoedsel. ,,Blpl" zei hij, ,,Een aanvaring,denk ik. We liggen stil. We zijn gestrand!" ,,Eenrampl" riep heer Bommel,zich snel oprichtend. ,,In de reddingboten!Doe iets, jonge vriendl Volg me!" Zo roependehaasttehlj zich de trappen,op, die naar de brugleiddenen reedsvan verre was te merkendat ookdaarenigeverwarringheerste. bulde,,Watmoet dat?" hoordemen de gezagvoerder ren. ,,Overgehaalde turfkruier! Dat noemt zich een zeemant" ,,Het is de vloed; kapteinl" klaagdede stuurmaner met geknepenstemtussendoor. ,,Deeb, bedoelik. Ilet is laagwater..."


TOI\II POES ENDETIJWISSETAAR

4687 Heer Bommel en Tom Poesbegaven zich haastig naar de brug waar de gezagvoerder doende was zijn mening over het stranden uiteen te zetten. ,,Koploze draadnagel!"bulderde hij,',,Deze zandbank staat levensgroot op de kaart, maar als ik me een ogenblikje omdraai botder jij er met volle kracht bovenop. Denjij een stuurman?" ,,,Ja,k-kapitein", stamelde de aangesprokene,,,maar bij vloed is hier voldoende diepgang!Heus!" ,,Juist", hernam de gezagvoerder op zoete toon. ,,Maar na de vloed treedt meestal de eb in, stuurman! En eb betekent, dat het water dan lager komt. Lager, stuurman! Je weet wel; minder hoog. Het zakt als het ware, m'n jongen. Je hebt toch wel eens van eb gehoord?" Hij haalde diep adem en vervolgde met een stem die de lamp deed schommelen: ,,Lamgeslagendriekwart! Overgehaaldezèekadet!"

DoorMartenToonder

,,Is het zo erg, heer Rus?" vroeg heer Ollie verblekend. ,,Is er l-levensgevaar,als u begrijpt wat ik bedoel?" Nu wendde de kapitein zich tot zijn passagiers en zuchtte. ,,We zijn op een zandbank gelopen", verklaarde hij vol zelfbeheersing. ,,!at betekent, dat we tot vannacht zullen vastzitten, merieer, maar het is nieuwe maan - en omdat de vloed dan dus hoog komt, is er kans, dat we weer vlot zullen raken." ,,O", zei heer Bommel. ,,0, juist, ja. Dat van die zandbanken had ik al begrepen, hoor. Maar wat heeft de maan er mee te maken?" ,,De maan", sprak de oude zeerobvermoeid, ,de zon en de maan beheersen de bewegingen van eb en vloed. En als die twee elkaar Versterken, zoals met nieuwe maan... Ach wat, knobbel het zplf maar uit in die overgehaalde boeken van je, Knobbels. Ik heb er tabak van,..'1'


TONtr POES ENDETIJWISSETAAR

Toonder DoorMarten

even de benen strekken en het platgeslagendraadnagelgezichtvan die stuurman staat me tegen. Pakje paraplu, Blubbers. we gaan aan land." Ileer Bommel volgde hem met opgewekte pas naar het sloependekwaar de voortvarende zeerob een boot liet strijken. In plaats van een paraplu nam hij echter ,,De nieuwe maan!" riep Wal Rus uit' ,,Alsje tenminenkele leerzame boeken mee om zich al vertredende isl" wat dat ste weet nog wat te kunnen ontwikkelen. Want het ging niet ,,Natuurlijk weet heer Bommel dat", zei Tom Poes aan, dat zo'n ruwe zeebonk meer wist dan een heer; haastig. ,,Kunnen we niet even naar dat eiland gaan, zoals hij tot zichzelf zei. kapitein? We moeten toch wachten en het lijkt me Zo zagende eilanders dus even later een sloep het eiwel leuk om daar eens te Saan kijken"' gezagvoerder' naderen en dat gaf een hele beweging' Zelfs traland de gaan?" herhaalde eiland dat .,Naar den Horrel llork en leme legel naar buiten om de ,,Het eiland RaaP?Hm!" landing vanaf de havenkant te kunnèn gadeslaan' En Itil Oacirt een ogenblikje na en toen verzachtten zich wel wil ook daar kwám ook Kobbe Kobbema reeds aangesneld. hii. hernam ,,Ik zijï trekken.u.,,vooruit,

4688 ,,Vannachtkomt de maan", herhaaldeheer Ollie peizend. ,,En dan wordt het hoog water, ja, ja. Zo komen we dus weer vlot; net als ik al dacht. tuister je, 'Iom Poes?Dit is heel leerzaam..."


Ă?8 .a 6 DoorMartenToonder TOI\tr POES ENDETIJWISSETAAR t qv mc

4689 De naderingvan de sloepwerd door de eilangadegeslagen. gevoelens dersmet gemengde zo gromdede kleinste.,,Daarkomt ,,Vreemdelingen", de grote wereld met gladdetong en harsensvol bederf. Wat moet die hier? Dat geeft onheil, Ieme Iegel!" .,Ik zie dat zo somberniet, Horrel Hork", zei de grootste glimlachend.,,Hetlijkt me een verzetjetoe - en eengepasteonrpanningis noggeenonheil"' ,,Zois het!" riep KobbeKobbema.,,Vindenjullie het niet leuk? Ik heb nog nooit een vreemdelinggezien, zeg!En ik wil ook wel eenseengladdetong bekijken' Daaromheb ik dat schiplatenstoppen!" ,,Hebjij dat gedaan?"vroeg Horrel Hork ontstemd. .,WeetOeneHorletoetdaarvan?wat is dat voor een vrijpostigheid,Kobbema?Een leerling moet zevenjade lessenvolgen.."' en volgzaamheid ren in deemoed

,,Ach, laat hem", onderbrak de ander. ,,Ik zie dat zo somber niet, Horrel. Een leerling moet ook eens iets zelf kunnen doen. En er steekt niets kwaads in het stoppen van zb'n grote wereldboot. Niemand wordt daar minder van." ,,Onheil!" riep Hork uit. ,,Men mag niet met de krachten spelen - en ontspanning is heilloos!" ,,Het is een aardige ontspanning", zei kapitein Wal Rus, die met f,orse riemslagen naar de wal roeide. ,,Maar je moet wel oppassen;die lui van Raap zijn raar spul. Gooije overgehaaldeboeken dicht, Bobbels. Van al dat lezen krijgje weke hersens." ,,Mijn naam is Bommel", sprak heer Ollie waardig. ,,En lezen is heel nuttig, wat jij, Tom Poes? Het is goed om alles over de natuurkrachten te weten en men kan zich heel goed ontspannen terwiil men zich inspant. Als u begrijpt wat ik bedoel,"


DoorMartenToonder

4690 ,,Desloepnadert",zei l{orrel llork met sombere stem.,,Ik trek ne terug,Igel! Als er met de grote wereldgepraatmoetworden,kan eenanderdat doen. , Ik keermij af van het naderroeiende kwaad!" ,,Ik zie het zo somberniet", begonde anderonzeker, 'doch llork voer duister voort ,,Bedorvengedachten uit weke harsensover een gladdetong. Die roepen kwade krachten op, die ons in de duisterniszullen voeren.Onheil,Ieme lgel! 0nheill"

zien er helemaalniet gevaarlijkuit en het is toch,nuttig voor eenleerlingom iets van hardeharten en weke harsenste weten?Ach, wat kan het mij ook schelen? Oenezal tochwel boosziin." Met dezegedachtehaasttehij zich naar'deaanlegsteiger waar kapitein Wal Rus reedsdoendewas om de bootvastte leggen. Intussenhad OeneHorletoet,de tijwisselaar,de verlwijning van zijn leerling opgemerkt.Ongerustliet hij zijn werk in de steeken volgdede voetsporendie Zijn metgezelbetrok. Hij liet de neerslachtige woor- naar het strandvoerden.Zodoende kwam hii vanzelf den een ogenblikinzinken en liep toen met slepende bij de cirkel, die Kobbein het zandgetrokkeirhad en tred achterHorrel aan. Zo bleef KobbeKobbemadus de griisaardhield ontsteldde pasin. alleenachter. ,,Deleerling heeftde vloedopgehouden", preveldehij ,,Zouhet nu werkelijk erg z{jn, dat ik dat schip heb, verblekend.,,En daar ligt het vaartuig op een zandlaten stoppen?"vroegh{j zich af. ,,Dievreemdelingen bank.Ach,welkeramp zal onsnu treffenl'


T贸wfffiES

ETIJWISSETAAR

DoorMartenToonder

t,/,o

Lr'Z

4691 Kapitein Wal Rus klom op de aanlegsteiger, lingen op Raap komen. Hier gebeurt nooit iets." ,,Dat heb ik gernerkt", gaf de gezagvoerdertoe. ,,Julwaar hij door de eilandbewoner Kobbema begroet Iie hebben hier niet eens vloed! IIeb je vaker last van werd. zulk laag water als vandaag?" ,,Welkom op Raap, o vreemdelingen!" riep deze uit' ,,Nee, dat niet", zei de leerling-tijwisselaar. ,,Dit heb ..Jullie treffen het wel; want mijn leermeester, de tijik gedaan. Ik heb de vloed tegengehouden,want ik wisselaaroheeft juiqt het eiland opgefrist met een rehad zin in een verzetje." genbui!" Nu verloor de kapitein zijn geduld. .nunt" gromde de zeerob onthutst. Hij boog zich ,,Hier heb je een verzetje!" loeide hij, terwijl hij zijn naar de ander over en fronste wantrouwig de wenkschoen zo krachtig voorwaarts bewoog dat de ander brauwen. uit het gezicht verdween. ,,Wat is dat voor koek?" informeerde hij. getikt ,,Geen koek, o vreemdel" hernam Kobbe haastig' Nu werd hij echter berispend op de schouder plankier passagier, op het inmiddels ook zijn die Oedoor door vederwolk, geschoten uit een ,,Een regenbui, geraakt was. ne llorletoet. Ik ben zijn leerling." land,,Foei,heer Rus", sprak heer Ollie, ,,het ventje maakte Rus dreigend. Wal ,,overgehaald snauwde ,,2o", toch maar een grapje! In mijn boek staat, dat op deze iottengeklets tegen een eerlijk zeeman, huh? Maar ik breedte dikwijls laag water voorkomt. Dat had u, als laat me door jou niet door de pekel halen, maatje!" Kobzeevaartkundige, toch kunnen weten. U moet wat Kobbe riep willenl" niet ik ook zou dat maar ,,O, bema uit. ,,Ik vind het veel .te leuk, dat er vreemde- meer lezen,werkelijk!"


TOIW POES ENDETIJWISSETAAR

4692 KapiteinWal Russlikte moeilijk. Toenkeerde hij zich om en begon met zvvareschredennaar de eenvoudigeherberg te lopen die niet ver van de steiger oprees, ,,KomaanTom Poes",sprakheer Bommel.,,Latenwij thans dit eiland gaanbezichtigen.Er zal hier heel wat leerzaams en nuttigste zien ziin, vermoedik' En kijk, jti mag mijn boekendragen.Ik ben'blij, dat ik ze heb, want ze hebbenhun nut al bewemeegenomen zen,wat jij?" landinwàare Zo sprekendevolgdehij de gezagvoerder en Tom Poesslootzich bij het groepjeaan. De leerling-tijwisselaarstondpijnlljk getoffen bij het plankier. hli bitter, ,,Ilorrel llork had gelijk. ,,lahl:' Vreemdelingén -o*peldehebben weke harsensen harde harten. En hardezolen.En ik dachtnogwel, dat hun bezoek een verzetjezou zijn, Ach, ik zal het nooit leren."

DoorMarten Toonder

Hij was zo in zijn zorgenverdiept, dat hii niet,behem van achterennadermerktehoezdn leermeester de - en hij sc,hrokpasop toen dezeeenschraalkuchje liet horen. ,,ZoKobbe",zei de tijwisselaarmet dunnestem.,,IIeb je hard gewerkt?Eebje in deemoe$en oplettendheid mijn lessengevolgd?" "J-ja, Oene",riep de ander haastig.,,IIet was hèel knap,werkelijk!" ,,Jij bent ook heel.knap", hernam de grijsaard,,,Jij bent toch'degene,die.:achtermijn rug de vloed heeft nietwaar Kobbe?" tegengehouden, ,,J-ja", zei de leerling bedrukt. ,,Maar die vreemdeiing was er boosom, oene. Ik heb'gemerkt,dat lui van de grote wereld héél ruw zlin als ze kwaad worden!" ,;Zij niet alleen,KobbeKobbemal"riep de oudeknerookl" send.,,Jeeigenleermeester En hij voegdede daadbij het woord.


TOIVI POES ENDETIJWISSETAAR

4693 De opvarendenvan de Albatrostradende herberg binnen waar ze gemelijk werden begroetdoor Horrel Hork, die de kastelijnvan het eilandwas' Wat ko,,Vreemdelingen! ,,2o",sprakde ondernemer. meniullie doen?Ruziemakenen vechten,hè?" ,,rs dit de manier ,,gelát" gromdede gezagvoerder. waarop een eerlijk zeemanwelkom wordt geheten? Wij willen ons vertreden,meneer- en wii zoeken hier eenoorlamen geenPraaties!" ,,Ja, ja", hernamde waard. ,,Ik heb gezienhoe je KobbeKobbemavertredenhebt. Het was geenwerk; zoietsnemenwe hier nietl Alleende tijwisselaarmag zijn leerling berispenen niet de eerstede bestezeerob." DezewoordenontstemdenWal Rus; dat was duidelijk. ,,Wàt tijwisselaar?"rieP hij uit, ,,Begin jij nu ook al met dat gezever?"

DoorMartenToonder

,,Gezever?" herhaalde de herbergier rood wordend. Hij verliet zijn tapkast en stampte op zijn klant toe. ,,Luister eens,vreemde", sprak hij dreigend, 'jij moet een beetje oppassen!Wat weet jij van de krachten van eb en vloed? Wat weet jij van de wisseling der tijden? Jij bent maar een gladde veerman uit de grote wereld met weke kronkelharsens." ,,Zo,ben ik dai?" riep de gezagvoerder.,,Platgeslagen klinknagel! Hou me vast, meneer, of ik zal jou eens een splits in je uitgeplozentouvvwerk maken!" Zo sprekende liet hij zich van zijn kruk afglijden en terwijl hij zijn mouwen oprolde drong hij op de waard in. ,,Daar steekt ruzie op!" prevelde de tijwisselaar, die inmiddels ook de uitspanning genaderd was' ,,Ach, het is allemaal de schuld van mijn leerling, die in zijn domheid de vloed heeft tegenhouden..."


TOI\/I POES EN,DETIJW ISSETAAR @,

4694 Oene Horletoet betrad haastig de herberg en stak een hand op, ,,Halt!" riep hij bezwerend. ,,Maak toch geen ruzie! Het is allemaal de schuld van mijn leerling, die in zijn hoogmoed de vloed heeft tegengehouden. Maar ik zal het ongedaan makenl Vannacht zal ik voor hoog water zorgen!" Zijn vriendelijke woorden werden echter overstermd door het geroep van de gezagvoerderen de kastelein die elkander bittere verwijten deden. Heer Bommel besloot dan ook om tussenbeide te komen. ,,Heren toch!" sprak hij op aangename toon. ,,Laten we onze manieren niet vergeten. Het is allemaal een misverstand. Ons schip is een beetje op een zandbank gelopen omdat iemand de vloed heeft tegengehouden. Maar hier is iemand die hoog water wil maken en dan is toch alles in orde?"

DoorMartenToonder

\l

,,Gaweg, Blubbers!" loeide Wal Rus. ,,Hoogwater maken! Ze denken zeker, dat ze een overgehaalde garnaal voor zich hebben. Kom op, dan zal ik hier eins Iaag water maken!" ,,Ja, Ja", riep heer Ollie haastig, ,,Ik weet wel dat het onzin is en dat de nieuwe maan hoog water maakt. Maar dit zijn eenvoudigeeilanders, als u begrijpt wat ik bedoel.En daarom,.." Hij kon niet uitspreken want zljn woorden ontstemden Horrel Hork die hem toornig terziide stiet. Zodoende geraakte de ongelukkige heer in de baan van Kapitein Rus toen die een zware vuist uitstak - en hij tuimelde met een doffe slag ter aalde. ,,Hier heeft bemiddelen geen zin", prevelde OeneHorletoet. ,,Als men de bakens verzet, verloopt het getij;" En hij dook handig achter de tapkasr weg.


4695, Heer Ollie belandde dreunend op de grond een eerlijk zeeman het vak wil leren?" Er volgde geen tussen รกijn boeken. Maar zijn belezenheid baatte hem antwoord. De eilanders waren uitgeschakeld en Tom nu niet en er was niemand die acht op hem sloeg. BoPoes meende dat dit geen goed moment voor uitleg ven zijn hoofd ontbrandde een felle strijd tussen de was, herbergier en de gezagvoerder. ,,Goed", hernam de gezagvoerder.,,Dan gaan we maar weer eens verder." Hij stampte de tapperij uit, ,,Ik laat me niet dool de pekel halenl" loeide de laatste. ,,Is hier nog iemand die de vloed wil tegenhou- terwijl hij zijn mouwen begon neer te rollen en Tom Poes kwam achter de toonbank vandaan om heer Olden? Jij soms,uitgeplozen eind aanlegtros?" ,,Nee, niet Horrel, o vreemde!" riep de tijwisselaar lie op te beuren. vanachterde tapkast.,,Devloed is mijn taak..." ,,Hebt u zich bezeerd?" vroeg hij. ,,Kom, steun maar Op dat moment werd hij geroffen door een neersto- opmu." tende fles Raapbrand, zodat hij geheel uit het gezicht ,,Hrmpf", stamelde de aangesprokene.,,Blp-Oempfl" verdween, terwijl de herbergier tegelijkertijd naast ,,Ja, ja", zei Tom Poes. ,,Dit is allemaal erg verkeerd heer Bommel op het Handboek der Getijden sloeg. . aangepakt. Men moet erg voorzichtig zijn met bijge,,Had iemand iets?" vroeg kapitein Wal Rus, dreigend loof en zo. Voorzichtig, heer Bommel; hier is een trapje." rondkijkend. ,,Is er soms nog ergens een landhaai die


TOIW POES ENDETIJWISSETAAR

DoorMarten Toonder

t\\

4696 KapiteinWal Rus staptedreunendde herberg uit en berad het srand. Hier hield hij plotselingde pas in, zijn gelaatrimpelde zich en hij keek snuffelend rond alsofhij iets onaangenaams rook. ,,ZoektU iets?" vroeg Tom Poes,die op de achtergrond doendewas met het aĂ?kloppenvan heer Bommelsjas, ,,Zoeken?"gromde de gezagvoerder. ,,Nee,ik voel iets.Dewind looptoml" ,,Ik voel ook iets", preveldeheerOllie klagend.,.Ik zit vol blauweplekkenen mijn hoofd loopt om. Maar er is niemanddie zich daariets van aantrekt." ,,Daar is Bobbelsook!" riep de zeerobhonend uit, ,,Wil je een zeerlapje hebben?Hou op meneer,er is iets ergersaan de hand; er kon wel eensboosweer

komen! Ik ruik storm!" Heer Bommel verbleekte na dezewoorden - en in de herberg hief Oenelloletoet luisterend het hoofd op. ,,Boosweer?" herhaalde deze onthutst. ,,IIoe kan die vreemde storm ruiken wanneer ik er geen maak? wat weet die varensgezel van het wisselen der elementen?" Ilij liet de krachteloze gestalte van llorrel Hork op de grond vallen en spoeddezich naar de uitgang van de tapperij. Daar stond Wal Rus nog steedszorgelijk naar de lucht te staren. ,,De wind krimpt naar het Zuidwesten", hoorde hij hem mompelen, ,,En er zit regen in. Niet zo best, wanneer je met je schuit op een bank zit. Dat wordt een lelijk nachtje, jongens!"


rorl,t, POES TNDETUWISSTTAAR

4697 Eeer Ollie keek bedrenimeldnaar Wal nus gí wierp toen een blik op het zwerk. ,,zei u, dat het boos weer wordt?" vroeghij ontdaan.;,Bedoeltu storm?l' ,,Datbedoel.ik'l, gromdede gezagvoerder. ,,Stormen regen en.hoog water. Nieuwe.maanen krimpende wind. Trek je oliegoedmaar aan, Hommertt" ,,Mijn naam is Bommel", sprak heer Ollie klagenil. ,,En boosweer is niets voor iemand met mijn teer gè stel" wat jii Ton Poes?Laten we hier op heq eiland-, blijven íotdat het over is. Dat is mijn voorstelt'i, : ánker", riep de zee,,Eenvoorstelals eendoorgeroest rob. Maar jij mag wel hier blliven, meneêr. Ik vaar weg mêt hoogwater; weerof g€ent{€€r; Op de terugreis kan ik jullie dan wel komenophalen." ,,Goed, afgesproken", zei. heer .Brqgel- opge.f&.ht'.,

Toonde DoorMarten

,,Wij wachtenhier op u. Goeiereis, kapiteinl" Wal Rus groette wat schamperen stapte weg in de richting van de aanlegsteigerwaar ziin sloeplag. Op dgt moment sprong:er iernand uit de herberg en snelde haastig achter de verdwijnende gezagvoerde aan.Eêt was de tijwisselaar Ilorletoet die het,gesprek had opgevangen en er meer van wilde weten' ,,Eeu ogenblikje,o weerndeling", hijgde hii, toen hiJ de'andefhad ingehaald.,,U hebt kennisvan de getij' ik hoorde;'i den,zoals, ,,Allicht", zei de kapiièïn, achterdochtigeen blik opzij werpend.,,Eetis mijn vak." ,,U bent eenzeevaardeiuit de grote'weré1d",hernam Eorletoet ,,Dat dacht ilr tenminste.Maar wat weet U van !.oq,,wger?'rBel!Il somsook eentijwisselaat?"


TOITIT POES ENDETIJWISSETAAR

4698 KapiteinWal Ruslachtebulderend.,,Ofik een tijwisselaarben?" riep hij uit. ,,Iloor eensmeneer, iullie landkrabbengekwekhangt me niet uit de truil Ik ben eeneerlijk zeeman;en voor hoogwater heb ik de nieuwe maannodig en geentijwisselaar," OeneHorletoetverduwdezijn ontstemming. ,,Kennisvan de natuurkrachtenis niet iedereengege ven", sprak hij zachtmoedig. ,,U spotmet dingendie u niet begrljpt. Maar ik zou graag willen weten wat de maanmet de vloedte makenheeft,En hoe kunt U eenstormvoorspellen, die ik nogniet gemaaktheb?" Dezewagen bevielen de zeerob,Eij begon in korte uekken de werking der getijden uit te leggenen toen kreeg h!j, getroffen door de aandacht van zijn toehoorder, schik in zljn onderwerp, Terwijl hij met

DoorMartenToonder

bonkendestappen de aanlegsteigerbetrad, zette hij het waaien der passaatwindenuiteen. Hij behandelde deluchtdrukverrchillen en schilderdemet zware stem het ontstaanvan stormenen orkanen, ,,Debarometeris gevallen,meneert"riep hii tenslotte uit. ,,U kunt er donderop zeggen,dat het weerglasop half twaalf staat. En dat betekent dat vannacht de knopenvan m'n oliejasaf zullenwaaient" ,,De kapitein zegt, dat het slecht weer wordt", zei heer ollie op dat moment tot de hotelhouder llork. ,,IIet is niet prettig voor een heerwanneerzo'n schip gaatslingeren,als U begrijpt wat ik bedoel.En daar' om blijven we liever nog een beetje op dit eiland. Kunnenwe vannacht een kamer krijgen in Uw gast' vrije herberg?"


TOT\,[ POES ENDETIJWISSETAAR

4699 ,,Willen jullie hier blijven logeren?" vroeg Horrel IÍork vol aÍkeer.,,Dit is eengastvrijlogement, o vreemde.Maar lui uit de grotewereld,met gummiharsensen betonnenhartentrap ik net zo lief de deur uit. Jullie vriend heeft daarnetde vloer met mij aangeveegd en dat stondme tegen,Zoietsneemik niet!" ,,o, maar wij zijn anders",zei heerollie haastig.,,Kapitein Rusis eenbeetjedriftig en het ergerdehem dat hij voor de gek gehoudenwerd over het tegenhouden van de vloed en zo. Wij, uit de grote wereld hebben eengoedeontwikkelinggenoten,ziet U? Wii wetenallesuit onzeboeken,als U begrijptwat ik bedoel!" ,,Doedat drukwerk weg!" riep de herbergieruit. ,,Dat is een zwarte foliant uit de duistere buitenwereld vol bijgeloofen gladgepraat!" ,,Bijgeloof?"herhaaldeheer Bommelonthutst. ,,Wat bedoeltU?"

DoorMarten Toonder

,,Ik bedoel",hernam Hork, ,,dat het stuitend is om meergeloofte hechtenaan bedruktpapierdan aan de krachtenvan de geest." Daaropbooghij zich, getroffendoor de oplettendheid van zijn toehoorder,over de tapkasten zettein korte trekken uiteen hoe de vloed en het weder sinds onheugldketijden op het eiland Raapwerden bestierd dooreentijwisselaar, Zijn woordenmaaktenindruk. Heer Ollie sloot peinzendzijn boek en prevelde:,,Eentijwisselaar?Daar zit iets in, wat jlj, Tom Poes?" Intussenstond de tijwisselaar zelf op de aanlegsteiger en keek Wal Rus na, die met forse slagennaar zijn schiproeide. ,,IIet is vreemdetaal, die dezezeerobsprak",zo mompeldede grijsaard.,,Hétweer aflezenop een barometer? Daarzit iets in."


DoorMarknToonde

, 4700 Toen lrorrel sork óerkte, dat zijn gastlielangstelligg voor het besturen van de getijden had;'.bnq dooide hij, Eij nooddeheer Ollie aan een tafelqieen begonaan eendiepgaandeuitleg.' ,,Eet vak van een tijwisselaar is moeiliik," sprak hij. ,,Men moet gevoelhebben voor de krachten van de .,uatuur.Men moet weten wanneer droogtegewenstis, maar ook wannee{ het volk drelgt,te Verstarrén, Want dan is de tlid voor eenpassende'louterinigeke .,menen dan....,." :,,Wacht even,"zei Tom Poesdie bekoumerdmerkte, dat heer Ollie geheelin het gesprekopglng. ,,Wat u daar allemaalzegtis onzin, m€neerEork. De eb en'de vloed ontstaanvauzielfomdat het water aangetrokken wordt. Kijk, in dit boekstaat......" ,,Je $oort, jolge wiendll eei heeqEomnel strelg. En de.herbergierriep toornig uit: ,,Gaweg, gladtongt Voorjou is dit'gostvriie logemerfigeslotenl"

tom Poesliet zich zuchrcnd,mn zijn'kruk afglijdeu en liep naar buiten, waar de avond reeds begoir te vallen. ,,Hetis weer zo veri'prevelde hij. ,,Datwordt natuur lijk narigheid - e4.op dit eiland is er niemand die me strakshelpenkan." Op dat moment viel zijn blik op drÍlgnur van de tijwisselaarsleerlingKobbemadie verdrietig naar de zee zat te staren, ,,Daar gaat mijn leernreesterEorletoet," sprak hli op een klein zeilscheepJq=wdzend dat in de schemeruit' voer. ,,Eii heeft zijn-óÍen laten hangen naar die vreemdelingdie mii zo ruw nertredenheeft. Nu vaart hij achter hem aan zonder aa! zijn -werk te dcnken. Dat wordt naturulljk narigheid - en op dit eiland is niemand die me straks helpen wil. Iedereen is boos op mij ondat ik de vloed heb tegengehouden.".


NRC TONtr POES ENDETIJWISSETAAR btb

4701 ,,Iedereenis boosop mijl,, sprakKobbeKobbema op.droevige.Joon. ,,Devreemdelingenen mijn eigenvolk. Ach, ik ben maar een domnietiiwissêiaars_ lg9.ti"g, die zevenjarenin deemoeden oplettendheid zrJnressen-moet volgen.Maar nu vaart mijn leermeester uit en laat mij alleen achter. Wat moót er nu van het tij worden?" ,,Ach wat," zei Tom poes.,,Onzin;het tij regelt zich zelf wel, hoor,Je zult zien,dat het vanna-chtóokzorrder de tijwiselaar hoogwater wordt. rvráaf.jà-mÀar geenzorgen,En als ik jou was zou ik een anáer vak gaanleren." ,,Kwadepraat," hernam de ander betrekkend.,,Daar magik niet naar luisteren.Ach, wat zijn vreemdelinger toch domt Als ik vanmorgende vlo-edniet had te_

gengehouden zoujullie schipnier zjin gestrand.,' ,,Tochwel," zei Tom poes. ,,In het boek staat, dat laagwater in dezestrekenvaker voorkomt,,, 'Kobbemakeek hem boosaan en er verscheen een lelijk lichtje in zijn ogen. ,,2o,"preveldehii. ,,Staatdat in her boek?We zullen zien,we zullenzien.Wat kan het mij ook schelen?Iedereenis kwaaden lelijk tegenmijfze denkenzeker, dat ik tochmaardom ben.Maar ik zalze lerent," Na dezewoordenkeerdehij zich om en liep grimmig weg. 'Inmiddelshad de tijwisselaarHorletoetkoers sezer naar het gestrandevaanuig.Want de woordenvair de ge.zagvoerder hadden indruk op hem geniaakt en hii wilde het gesprekmeer diepgaandvooruetten.


TOl誰't POES ENDETIJWISSETAAR

4702 De tijwisselaar legde aan b{j een buitenboord hangendetouwladder en begonnaar boven te klimmen.

DoorMarten Toonder

uit. De barometer is gevallen als een anker zonder ketting; dat geeft zwaar weer, daar kun je donder op zeggen." hernam de ander peinzend.,,Een ,,Belangwekkend", ,,Uw schipligt hoogop de zanden,o weemde",sprak storm die komt, zonder dat ik hem gemaakthebl Als dattochwaaris,....." hij tot de gezagvoerderdie beweemd over de verNiet ver vandaar was KobbeKobbemainmiddels een schansingkeek. ,,De eb is laag - en dat is de fout van mijn onwaardigeleerling Kobbema.Maar U zegt, rommeligschuurtjebinnengetreden. dat het niet zijn schuld kan zijn. Dat geeft mij te den- ,,OeneHorletoet heeft vannacht hoog water beloofd", ken. IIet zou prettig wezen wanneer U gelljk hebt, preveldehij, terwijl h{j loerendrondkeek.,,Maar nu is hij weggegaan.Trouwens;h{i is boosop mij en hij want dezeschuld drukt mii. Wilt U mlj meer vertelheeft me lelijk behandeld,net als die weendeling. Ze len over de storm, die U op Uw weermachinehebt denken,dat ik een dommeleerling ben, die het nooit zieunaderen?" zal leren. Maar ik zal ze eenseen leqjegeven.Waar is ,,Daaris niks over te vertellen,Borrelvoet",zei Wal Rus. ,,Die overgehaalde storm komt - en daarmee de windmblen?"


TOIVI POES ENDETIJWISSEIAAR

DoorMartenToonder

Nu wilde het geval,dat heer Ollie met het hoofd vol gedachteneen avondwandelingmaakte en hem op en-igeafstandpasseerde. ,,Kijk, daar is dat aardigeventjewaar Wal Ruszo lelijk tegendeed",sprak hij tot zichzelf.,,Eet manneke geloof beweerde,dat hij de vloed had tege4gehouden, ik. Ik ga hem toch eensvragen,hoe men hoogwater maakt;dat lijkt me heelleerzaam." ,,Hetwas heelleerzaam",zei OeneHorletoet,afscheid nemendvan Wal Rus. ,,Ik hoef dus niet voor hoog water te zorgen,als ik u goedbegrepenheb. Uw schip komt vanzelfwel vlot!'l ,,Helemaalvanzelf,meneer!"beaamdede gezagvoerenspoed- der. ,,Doevooral geenmóeite,Vannachtwaaien we ffi1tÏr'#i;"rden verliethij hetgebouwqie de zich naar de zee,waar hij begonmet het trekken van dezezandbankaf als een lap uit een oud zeil; van eencirkel in het zand, daarkanje donderop zeggen." 47Og De schuurwaar KobbeKobbemain rondrommelde stond bekend als de tijwisselaarshut. Er werd daar menig wonderbaarwerktuig bewaarddat voor de uitoefeningvan het ambt onmisbaarwas en de leerling kooser met zorg enkeleuit. Zo wapendehij zich met eenregenboog en pljlen, hlj vatte eenwindmolen in de wist en voltooidezijn uiuusting met een gepuntetijtak. ,,oeneHorletoetheeft hoogwater beloofdaan de ruwe vreemdeling'f,preveldehij, terwijl een ongunstig lichtje in zijn ogenbrandde. ,,Vannachtzal het schip vlot komen", zei Oene.,,We


TONlt POES ENDETIJWISSETAAR

DoorMarten Toonder

iu\ --ffiH'

$'r'rĂˆ 4704 OeneHorletoetdaaldede touwladderaf met gernengde gevoelens. ,,Vaarwel",sprak hij. ,,WanneerU vannachtvanzelf vlot komt sta ik, als tijwisselaar,voor aap. Maar die kanswil ik lopen;ik doeniets;in het geheelniets.En ik benbenieuwdof het dan toch hoogwater wordt." ,,Dat wordt het, meneer!"beloofdede gezagvoerder. ,,Hoogwater en storm!" ,,We zullen zien", mompeldede grljsaard zuchtend. Eij maaktezijn scheepjelos en zette in de vallende koersnaar het eilandRaap,dat duisterin schernering de golvenlag, Ophet str4ndhad KobbeKobbemainmiddelszijn cirkel getrokkenen zdn gedichtopgezegd, Maar nu werd

hij gestoorddoor heer Bommel,die bevreemdnadert' rad. ,,Watdoeje daarjongevriend?" vroegdeze. De leerling keek verschrikt op, doch toen hij slechts bot onbegripop het gelaatvan de vreemdelinglas, bukte hij zich weer over zijn kring. ,,Ik maak laagwater", sprak hij, ,,Weesstil; want ik hebnogmeerte doen." Eeer ollie deinsdeontsteldachteruit,want nu nam het ventje een schroeĂ?bladaan een ijzerdraad ter hand dat hij met grotesnelheidbovenzijn hoofd liet ronddraaien. ,,De windmolenl" riep hij boven het gieren uit' ,,Ik maakstorm! Stormen laagwater;dat is hun strafl"


TOIVI POES ENDETIJWISSEIAAR

4705 Heer Bommelstaardeenigetijd zonderbegrip naar KobbeKobbemadie in de vallendeschemering eenpropelleraan eenijzerdraadbovenhet hoofd liet cirkelen, ,,Vreemd",preveldeheerOllie tenslotte.,,Watbedoelt het ventje?Waaromzegthet dat het stormmaakt?En dat kinderspeelgoed is tochgeenwindmolen?" Zo sprekendeopendehij zijn Handboekder Getijden en sloeghet hoofdstukop dat over storm handelde. Maar hoe hij ook zochtnergensvond hij eenhandleiding overde bereidingvan het verschljnsel. jonge ,,Watje daardoet,lijkt me onwetenschappelijk, vriend", sprak h{j niet onvriendelljk. ,,Het draaien met zo'n schroe{ieleidt tot niets, want het staat niet in mijn boek." De leerling keek niet op. Geheelverdiept ging hij voort met zijn wonderl{jke praktijken terwijl hlj

DoorMartenToonder

mompelde:,,Weesstil. Ik maakstorm en laagwaterl" HeerBommelliep peinzendheen.,,Hoeprimitief zijn toch nog", dachthij. ,,Bijgeloofen de eilandbewoners zwarte klrnst. Eigenlijk zou ik er iets tegen moeten doen,als heer zijnde. Ik wil dezeeenvoudigelieden niet ontstemmen,maar het maken van storm uit wraakstaatme tegen...." Op dat momentzag hij het scheepjevan de tijwisse' laar dat aan het einde van de oudesteigeraanlegde. Ă‹n omdat de storm hem dwars zat en hii de grijsaard voor een kenner van de ĂŞlementenaanzag,spoedde hij zich naar het plankier. ,,Kunt U me ook zeggenwat voor weer er komt?" woeg hii. ,,Zeker"',zei de ander,,,Stormen hoogwater. Dat zegt de kapitein uit de grote wereld tenminste. Maar ik doeer nietsaan."


TOI\,I POES ENDETIJWISSETAAR

4706 Die avondzatenheer Bommelen Tom poesna een eenvoudigemaaltijd aan een tafelqje in de her_ berg en luisterden naar de wind die buiten aanwak_ kerde. ,,8€t storïIt", zei Tom poes.,,Ik ben benieuwdof de Albaros vlot komt met het hogewater vannacht.hggr_Ollie toe,,,hetstormt.Maar of het hoog ,,Ja", Caf iwater wordt? De eenzegt,dat het laagwater bliift en d€ anderzegtdat de vloedhoogzal komenen aË heer izrJndestaat men daar tusseirin, als je begrijpt wat ik ibedoel." l,,Nee",zei Tom poesverwonderd, ,,dat snapik niet. Vannachtis het nieuwe maan en dan wordi het dus hoogwater,Dat staatin Uw boek.,' ,,Jij hoeft me niet te vertellen wat in mljn boek staat", hernam heer Bommelwat geprikkeldl,,Uaar

DoorMarknToonder

zo eenvoudigis het allemaal niet. De een zegt,dat er storm komt en de ander maakt storm en daí'zegt de eendat de storm ook zou zijn gekomenals hij nie"tge, maakt was door de ander entaarom zeg iË dat het helemaalniet zekeris dat de Albatrosvtot"tomt...,,, Zijn steeds zwakker wordend geprevel werd over_ stemddoor het aanzwellendrumóer buiten. Want het was nu ook begonnentê regenenen zware volkeu ven duisterdenhet zwerk terwSt de wind gierend over de zeebolderde. Irr dat noodweerboogWal Ruszich bekommerdover de.verschansing van zijn gestxandvaanuig. ,,Alle donderr", kon men de gezagvoáderhoren mompelen ,,Eet bliift laag waterl Wat is dat hier voor eenovergehaald tij?"


) ?Lí TOrVr POES ENDETIJWISSETAAR'JII;1-7

tegende Al4707 De stormjoegzwarewatermassa's batrosdie hoogop de zandbanklag' ,,Dit gaatfout, meneer!"schreeuwdede gezagvoerder bovenhet joelen der elementenuit. ,,Diegolvenbonken op mijn goeieschuit als stenenop een overgeWaaris het springtij?" haaldbenzineblik. "D-datis er niet", stameldede stuurmàn,glazigin de elementenblikkend. ,,Nee,dat zie ikl" Ioeidezijn meerdere.,,Hetwater blijfl hier evenlaagals het bodempjein mijn oorlamfles.Dat klopt niet, meneer.ÏIoe komt dat?" ..Het komt van de wind", hernam de stuurman,die naar een redelijke uitleg zocht. ,,De wind blaast de vloedterug,kapitein.Dat moethet zijnl" ,,Hetbtijft iaagwater", mompeldeOenellorletoet,die zich eenzaamlangs het strand bewoog.,,Ik had het

DoorMartenToonder

kunnen weten. Zondertijwisselaarz{jn de krachten der natuur stuurloos.I{et stormt zonder mijn windmolen, dat geef ik toe. Wat dat beteft, had die vreemdelingdus gelijk. Maar hij was fout toen hij meende,dat het vanzelf vloed zou worden. Dit zal hem een lesje geven!"Zo pratendenaderdede grijsaard de plek waar zijn leerling zich met de windmolen en de tijstok ophield.Toendezezijn meesterontwaarde raapte hij vlug zijn spullen bii elkander en trok zich terugin de luwte van enigerotsen. ,,Daaris oenel"preveldehij verschrikt,,,Diemagmij niet bezigzien want ik moetzevenjaar in ootmoeden oplettendheidzijn lessenvolgen voordat ik zelf iets magdoen.Maar hoekan ik nu de cirkel in standhouden?De cirkel van Horletoet?"


TONI POES ENDETIJWISSELAAR

\

4708 KobbeKobbemastond verscholenachter een gedaantevan zdn leerrotsblok naar de passerende meesterte kijken. ,,Nulooptallesfout", preveldehij bitter. ,,En het ging juist zo mooi! Ik heb de windmolenlaten gieren totpreciesop dat de storm losbrak,ik heb de regenboog eencumuluswolk gericht,zodater regenop de wind Maar nu kwam en ik heb de vloed tegengehouden, moet ik de cirkel in de steekraten omdat Oenedaar loopt.Nu zal het water doorbreken!" De tijwisselaarbewoogzich intussenpeinzendlangs het strand voort. IÍij was zo in gedachtenverdiept, dat hij de slordiggetekendekring niet opmerktedie

DoorMartenToonder

zich vlak íoor de.waterlijnbevond.De golvenrolden er aarzelendnaar toe en likten er aan met schuimrandjes.Er was echter niemand die hen met holle stembevalom terugte trekken of die verklaarde,dat dit de cirkel van Horletoetwas, Of het nu hierdoor kwam of dat de wind plotselingomliep,weet ik niet. Maar tóende schrielegedaantevan ile tijwisselaargepasseerdwas, sloegeen grote breker over de zandtekeningheenen wiste hem volkomenuit. ,,De vloed zet door", schreeuwdekapitein Wal Rus, die plotselingbemerkte,dat er bewegingin zijn schip kwam. ,,Alsde weerlichtnaar boven,stuurman!"bulderdehij. ,,Met dezewind wordenwe van de zanden geblazen als eentabakjeuit eendruilsnorl"


TON'T POES ENDETIJWISSELAAR

4709 Kapitein Wal Rus repte zich naar de brug. Maar voordathlj de tijd had gehadorn zijn oliejasaan te schieten werd z{jn schip reeds door een enorme golf van de zandbankgetild. ,,W-weddrijven weerl" riep de tweedestuurmandie de wachthad, ,,Devloedzetdoorl" ,,Daarkan,je donder op zeggenl"schreeuwdede gezagvoerderuiuinnig aan de telegraafrukkend. ,,Maar wat bedoelje met drijíen, meneer?Dit is eeneerlijke schuiten geenhoutvlotlWe moetenivarenlWaar is de meester?Waaromlooptdie kar niet?" Op dat momentbegonde schroefte werken. De Albatros zette zich kreunend in beweging en geholpen door de stormwind zette hij slingerend koers naar KaapHozebek,eenschuimbaanachterlatend. ,,Ik ben beniewdof het schip vlot is gekomen",zei heer Ollie, die bekommerdnaÊr het huilen van de

DoorMartenToonder

wind zat te luisteren. ,,Men kan nu wel zeggendat de maan de vloed maakt, maar weet men nu wel zeker dat de tijwisselaarhet niet doet?" Tom Poesschoof ongeduldigde boeken naar voren. Voordat hlj echter iets had kunnen zeggenwerd de deur opengerukten daar stond OeneEorletoet in een binnenvallende windvlaag. ,,Devloed heeft doorgezet",rÍep de grijsaard met dunne stembovenhet woedender elementenuit, ,,Dekapitein heeft getjk gehad;ik sta, als tijwisselaar hier lelijk t€ kijk," Met deze woorden sloot hij de deur achter zich en trad op het tafelqietoe. ,,Als men de bakensverzet,verloopt-hetgetij", hernam hij. ,,Maarik ben niet koppU. AIs het getij verloopt wil ik ook wel de bakensverzetten,Mag ik dat boek van U lenen?Ik wil lerenhoede eb en de vloedontstaan."


TOIW POES ENDETIJWISSETAAR

DoorMarten Toonder

,,De vloed heeft toch doorgezet",preveldehij. ,,Het schip is vlot gekomenen de vreemdelingenhebben geenlesjegehad.Ach, ik ben nog te jong om de elementente beheersen- en misschienwas het erg lelijk van mij om stormte maken.Men moetootmoedig zijn en daarommagmen geenwraak nemenzegtOene altijd, IIet is beterom het weer goedte maken,ge,,Datgebabbelvan dejongevriend klinkt nu wel heel loof ik." aardig",sprakhij tot zichzelf.,,Ik ben hem goedvoor- Met dezeen dergelijkegedachtenvervuld begaf het gegaanen hij heeft flink opgelet.Maar ik, als oudere ventjezich naar de tijwisselaarshut,waar het na een en wijzere,begin te twljfelen aan mljn eigenlessen. langetweestrljd vol ootmoedaankwam.De tijwisseDie oudedaar schijnt zoveelte zien in hogeen lage laar zat op eenkist eenboekte lezenen keek nauweluchtdrukken,dat hlj zijn baanjevan tijwisselaarer lijks op. aan wil geven.maar ik heb met mijn eigenogenge- ,,IIet spijt me, Oene",zei de leerling.,,Weesmaar niet zien hoe de jonge Kobbema,zijn leerling, de srorm boosmeer;het zal niet weer gebeuren," maaktel" ,,O,dar?"mompeldede grijsaard,,,Hethoeftje niet te De leerling zelf liep intussenbedrukt door het nood- spijten, hoor. Het vak van tijwisselaarbestaatniet, dat zie ik nu in." weer. 4710 Tom Poeswas bl{j, dat OeneHorletoetvan zijn bijgelovigepraktijken genezenwas. Opgewektopende hlj het Eandboekder Getijdenen begonhet ontstaan van orkanenen cyclonenuit te leggen.Heer Bommel uok zich echter aan een ander tafeltje terug en verviel in eendiepgepeins.


Tol\fi

POES ENDETIJWISSETAAR

47ll De storm gierde om het schuurtje,zodat de binten kraakten en het tijwisselaarsgerei heen en weer slingerde. Het gebrul van de branding klonk akelig luid en kwam steedsdichter blj, doch de tijwisselaarlas rustig in heer Bommelsboek en rookte zijn pdp, Het is te begri.ypen,dat een grote verslagenheid zich van de leerling meestermaakte. ,,Scheije er mee uit, Oene?"stameldehij. ,,Meenje het echt?Gaje de vloedniet tegenhouden?" ,,Nee",zei de grijsaard.,,Ik zie in, dat het hoogmoedig en ljdel werk is, De vloedregeltzich zelf." ,,D-dat is n-niet waarl" riep Kobbe Kobbemamet krassende stem. ,,Hooreenshoe het stormtl Dat is toch ook niet van' heb ik je", hernam de oude zelf gekomen?l",,Daar grijsaardglimlachend.,,Deorkaanis het bewijs,ventje. Die is ontstaanzonderdat ik met windmolensof

DoorMartenToonder

regenbogenheb gewerkt, Het is zoalshet hier in het boekstaat;allesregeltzichzelfen het ambt van tijwisselaaris bijgeloof." ,,M-maar,"stotterdede leerling haastschreiend,,,ik heb,zonderdatjij het wist...." ,,Stil nu", vermaandeOeneHorletoet,,,ik bestudeer de werkingvan het springtij enje stoortme." Kobbemaslikte moeilijk. Hij had op het punt gestaan om te bekennen,dat hij de storm gemaakthad, maar de houdingvan zijn leermeesterschrokhem af. Met een bangezucht wenddehlj zich om en opendede deur teneindehet optrekjete verlaten.Dochvol ontzettingbleefhij op de drempelstaan, ,,Het water klotst tegende hutl" jammerde hi, ,,CgauwOenelHoudde vloedtegenl" ,,Niet nodig", preveldede meester.,,Het is springtij, zoalsik al zei. Laatme met rust,leerlingl"


TOI\/I POES ENDETIJWISSETAAR

DoorMartenToonder

schuld van jullie harde harten en jullie gummiharsens!" ,,Welnee",zei Tom Poessussend,,,dat is rnaar bijgeloof,hoorl De stormis vanzelfontstaanen zal ook wel vanzelfophouden. tilietwaarheerOllie? Heer Bommel,die op de achtergrondaan een tafeltje zat, antwoorddeniet. ,,Destorm is niet vanzelfontstaan",preveldehlj binnensmonds. ,,Met mijn eigenogenheb ik gezienhoe wind en regenmaakte.Of was ,,froog?"riep nu de herbergieruit. ,,Hetis eenschan- de tijwisselaarsleerling del De tijwisselaarverzuimt zijn plichtl Hij laat het dat maar toeval,als iemand begrijpt wat ik bedoel? water maar over de akkerslopen en trekt zich terug Ach,wat staatmij nu te doen?" met eenboekt" ,,Ik weet,wat mij te doenstaat",sprak de leerling op ,,Maar.,." begonTom Poes;doch de ander liet hem dat momenttot zichzelf.IIij was door storm en regen naar een heuvelgelopenwaar de vloed bruisendteniet uitspreken. ,,En wie zijn schuldis dat?" riep hij. ,,Dat is jullie genopsloeg- en daartrok hij nu zijn cirkel. schuld!Jullie hebbenhem van zljn werk afgeloktmet ,,OeneHorletoetdoetzijn werk niet meer", mompelde jullie gladdeletterboekenlAls het mis loopt is het de hij. ,,Nuzal ik het wel moetenopknappenl" 4712 Ookin de herberggierdede wind door de kieren en reten van het houtwerk en ook hier was het gebuldervan de brandingduidelijk te horen. ,,Wateenweertje,hè?" zei Tom Poes,die het zwdgen van zijn metgezellenverdroot. Er kwam geen antwoord en daaromvervolgdehij opgewekt,,,De Albatos zal wel vlot gekomenzijn, denkt U ook niet? De vloedlijkt me hoogtoe,.,"


Tff TOIW POES ENDETIJWISSELAAR

47L3 Niet ver van de herbergbevondzich het eenvoudigehuisjevan leme legel,eeneilandbewonerdie naasthet verzorgenvan zijn akkertje,bij goedweer de visvangstbeoefende, Met eentevredenglimlachluisterdehij naar het loeien van de wind en het kletterenvan de regen, ,,we hebbenhet toch niaar goed", sprak hij' ,,Een gunstigewind voor de visvangstmorgenen wat voch' tigheidvoor het gewas." ,,Nou,maar die storm werkt op m'n zenuwen",zei zijn vrouw nerveusbreiend. ,,En heb je gezien,hoe hoogde vloedstaat?Ik vind het maar doodengl" ,,Kom,kom", sustede man, ,,Ik zie dat zo somber niet. Detijwisselaarzorgtheus\rvel,dat het water niet te hoogkomt. Nee,dit is een besteiland, En nu zijn er nog vreemdelingenook, dat geefteenseen verzette.

'ltït

DoorMarten Toonder

Zljn vrouw antwoorddeniet en na enig aarzelenver' volgdelegel: ,,Eigenlijkheb ik wel zin om nog eveÍI naar het caféte gaan,Het lijkt me nuttig om wat met die vreemden.tepraten;Horrel Hork zag dat zo somber, maar het is eengepasteontspanningom te weten hoeze in de grotewerelddenken,wat jij?" Mevrouwlegel liet haar breiwerk zakken,maar voordat ze ieB had kunnenzegge\zwaaidede buitendeur krakend open en een gierendewindvlaagsloegnaar binnen. In de openingstond llorrel Hork temidden van de elementen, ,,N'avondsamen",sprak hij op somberetoon, ,,De Met gladdetong vreemdelingenhebbengezegevierdl en harsensvol bederf hebbenze de duisternisover het eiland Raapgebracht.De tijwisselaarwerkt niet meer,Iemel"


TOT\/I POES ENDETIJWISSETAAR

4714 Ieme legel veerde ovÊreinduit zijn stoel en ookzijn vrouw liet haar breiwerk in de steek, ,,Watzegje?" Zo riepenzlj uit. ,,Werktde tijwisselaar niet meer?" ,,Nee",zei Hork op knarsendetoon, ,,De vreemden hebbenhem bewerkt met gladdepraat en boekenvol letterwerk. Het tij regelt zich zelf, zeggenzii en Oene Eorletoetheeft zich daar bij neergelegd.Eij doet niets meer;hij leest." Er viel óeir verslagenstilte die verbrokenwerd door de schellestemvan mevrouwlegel, ,,En de vloed dan?" jammerdeze. ,,Willenjullie beweren, dat die maar hoger en hoger komt zonder dat iemander iets aan doet? Zljn jullie kerels?Vooruit, hoqdthet tij tegen,alsje eenman bent,Iemel"

Toonder DoorMarten

,,Ik zie dat anders",begonhaar echtgenootzwakjes, dochnu verhief ook Horrel Hork zijn stemen samen met de vrouw veroorzaaktehij een geluid dat boven de stormwinduit buitende hut hoorbaarwas. Het toevalwilde, dat Tom Poesnog een klein rondje maakteom kennis te nemenvan een echt springtii' En het geluid van de jammerklachtendrong uit de opendeurtot hemdoor. ,,Onzin",sprakhij, de hut binnentredend.,,Julliehoeven je niet op te winden over de tijwisselaarhoor. Hebje dan niet gemerkt,dat het vanzelf al weer eb aanhet wordenis?" mededelingsloegiedereenmet stomDezeeenvoudige heid. ,,Eb?" mompelde leme tenslotte. ,,Yanzelf? Die vreemdelingen zijn toch eenmirakell" :


TOilT POES ENDETIJWISSEIAAR

4715 Met het intreden van de eb scheenook de storm zijn kracht te verliezen.De regenhield op, het wolkendek brak en bij het krieken van de ochtend reesde zonwaterigdochhelderbovende kim, In het licht hiervan kon men heer Bommeleenzaam dochopgeluchtlangshet strand zien wandelen, ,,Olliejongen",zo preveldehij, ,,dingen,die 's nachts zwart lijken, blijken overdaglicht te zijn. Dat zei mijn goedevaderaltijd en daar houdik mij aan.Wat kan het md eigenlijk schelenwie de vloed tegenhoudt?Als het maargebeurt,dat is de hoofdzaakl" Opdat momentwerd hij bij het rondenvan de waterlijn de tijwisselaarsleerlinggewaar. Het ventje stond op zijn stok geleundin de zee te staren en het was daar zo in verdiept,dat het heer Ollie's.naderingpas bemerktetoendezeachterhem halt hield. ,,Waaromkijk je zo pips,jonge vriend?" vroeg heer

DoorMarten Toonder

Bommelvriendelijk. ,,Alles is goed afgelopen,nietwaar?Nu dan!" ,,Sst!"sisteKobbema.Hd keekschichtigom zich heen en vervolgdefluisterend: ,,Ik heb de vloed en de Dat moestik wel, want Oene storm teruggedrevenl doethet niet meer.Maar ik rnaghet niet doen,omdat ik eenleerlingben.Niks vertellen,hoorl" Na dezewoordenspoeddehlj zich heenen heer Ollie vervolgdemet nieuwekommerniszijn wandelingtotdat hij de tijwisselaarshutbereikte. Daar was een kleine samenscholing rond de figuur van OeneHorletoet zichtbaaren de stem van de grijsaard schalde neuzelend doorde ochtendstond. ,,Hethelpt niet ofjullie aandringen,vrienden", sprak hij. ,,Ik doehet nièt meer,want het ambt van tijwisselaarberustop bdgeloof.Het wordt tijd, dat ook wij verlicht gaandenkerr.Geloofme, de getijdenkomen vanzelf."


TONfi POES ENDETIJWISSETAAR

DoorMartenToonder

,,Ik weethet niet", preveldehij. ,,Jepraat alsofik blij moestzijn, maar dat is niet zo,Ik weet het niet." ' ,,WatweetU niet?" vroegTom Poesonthutst. ,,IIoehet zit met die tdwisselaar",hernamheer Ollie bedrukt. Eij liet zich in het gras zakken en vervolgde met geknepenstem: ,,IIet is eigenldkeen geheim'je maglet dus niet verder vertellen.Maar Kobbeheeft vannachtde vloed teruggedrevenomdat Oenehet niet gevoelens en uiteen deed.Iemandmoesthet toch doen,alsje begrijptwat Het groepje ging met gemengde ik bedoell" Tom Poesliep opgewektop heerOllie toe. ,,dat begrljp ik nietl Die ,,Prettighè?" vroeghij. ,,U hebt hier met Uw boeken ,,Nee",zei Tom Poes.strenS, goedwérk gedaanwant het bijgeloof is echt wel uitge- Kobbemamoet ophouden;andersis er nog niets beioeid. Nu kan die oude Horletoetnuttig werk gaan wezenvoor die bijgelovigeeilandersl" ,,Juist", zei heer Bommel.,,Er is ook niets bewezen. doenen KobbeKobbemakan eengoedvak leren." Voor md ook niet. Komt de eb nu vanzelfof niet? Ik IÍeer Bommelzuchtteen sjokte moedeloosachter zijn weethet niet meer." jongevriend aan naar boven.

4716 lleer Bommelhield bekommerdde pas in en verviel tot tweestrijd terwijl de tljwisselaar zijn redevoeringbesloot. ,,Hetis uitl" sprakde grljsaard,,,Decirkel van lIorletoet wordt niet meer getrokken.Vannachtis geble' ken, dat de eb vanzelfwel intreedt. En daaromga ik eenakkertjebebouwen.Gain vrede."


TOI\/I POES ENDETIJWISSETAAR

4717 ,,Komt de eb nu vanzeUof niet?" vroeg heer Bommelterwiil hij met Tom Poeslangs de kustlijn wandelde.IIij liet dezevraag even inzinken en vervolgdetoen:,,Ik wil het zelfsruimer stellen;gaathet uit zichzelf regenen?En, om nóg verder te Saan: Steektde wind vanzelfop?" ,,Wat een onzin", zei Tom Poes, ,,Iedereenweet toch..." ,,Iedereenweet nietsl" onderbrakheer Ollie geprik' keld. ,,Maarik, als gerijpt heer,weet,wat ik heb gezien - en daarhoudik mij aanl" Zo sprekendewarèn ze het akkertjegenaderdwaarop Ieme legel zijn raapkoolstondte verzorgenen de eilanderhield hen met eenvriendelijkegtoetstaande' ,,Er kon besteenbuiqieregenvallen", sprakhij. ,,Dat stormpjevannacht heeft te kort geduurd;de grond is alweerdroog". ,,Misschienloopt de wind wel om", zei Tom Poes

DoorMartenToonder

troostend. ,,Ik zie dat anders",hernamde landbouwer,,,Volgens mij zou de tijwisselaarnu zijn regenboogter hand moetennemen.Maar hij doethet niet meer,zeglhij. En dat is de schuldvan jullie vreemdelingen.Jullie zorgenvoor eenverzetje,dat is waar; maar ik voel er voor om eensmet oene l{orletoette Saanpraten en hem op de droogtevan de kool te wijzen". ,,Dat moet je niet doen", zei Tom Poes,,,De regen komt vanzelf,dat zalje zien". Eet gesprekergerdeheerOllie,Hij liep broedenddoor totdat hij de tijwisselaarshutbereikte en daar zag hij de leerlingeenzaamvoor de deurzitten. ,,DagKobbema",zei heer Bommel.,,Jehebt vannacht knap werk gedaan;ik moet zeggeÍ,dat ik ervan sta te kijken, Nog sterker:ik heb mijn boekenterzijde gelegd.Maar nu moet er regenkomen,KobbelKan jd daarvoor zorgen,nuje meesterhet niet meerdoet?"


TOUT POES ENDETIJWISSETAAR

4718. Na het gesprekvan heerOllie met de tijwisselaarsleerlingpakte een donker wolkendekzich samen bovenhet eiland Raapen niet lang daarna viel de re8enin stromenneer, "IIet hemelwatervalt!" sprakHorletoet,die in het cafĂŠ eenkop koffie nuttigde.Hij wees.opeenlek in het dak en voegdeer met stemverheffingaan toe: "Merk je nu wel, dat het werk van een tijwisselaaronnodig is, Eork? De elementenkomen en gaan,zonderdat wij, nietigewormen,daarinvloedop hebben". "Nietige wormen?" herhaalde de herbergier ontstemd."Je spreektde gladdetaal van de weemdelingen,OenelJe brengtde duisternisover onseilandt" "Eolal" riep de anderuit. "Ik zie het licht van de we tenschaplHet bewifs is door dezeregenwederomgeleverdl" Nu kreeg heer Bommeler genoegvan. Hij schoofzijn

DoorMartenToonder

stoelbonkendachteruit en stond op. "Er is nietsbewezenl"zo riep hij uit. Een grote verbazing maaktè zich van de aanwezigen meester. "Wat is dat nu?" vroeg de djwisselaar, zich omwendend."Uhebt mij zelf uw wijze boekengegevenl" "Wat bedoelje, vreemdeling?"gromdeEorrel Eork. "Is dit gladdetaal uit je gummiharsens of ontdooitje hart?" "Ik bedoel",vervolgdeheer Bommelterugdeinzend," dat de regen niet vanzelf gekdmenisl Want Kobbe heeft met een pijl in een wolk geschotenomdat ik hem dat vroeg.KobbeKobbema,de leerling,alsjullie weten,wie ik bedoel..." IIij zweegbeklemd, want plotseling begreephij, dat hij ziin mond voorbij had gepraat.


' Torvr PoEs ENDETrJrssErAAR [t.

4719. Eeer Bommeldeinsdeverslagenachteruittotdat de houtenmuur hem in de rug dekte. "O_weel",preveldehd. "Ik had niet mogenzeggendat KobbeKobbemavoor de regengezorgdheeft. Het was eengeheim,als iemandbegrljptwat ik bedoell" "Jaja", sprak Horrel llork. "Ik heb genoeggehoordl Zieje nu wel, dat we niet zondertijwisselaarkunnen, IĂ?orletoet?Je moestje schamen,dat je het werk aan je leerlingoverlaatt" "Dommepraat", riep de grijsaardtoornig uit. "In de eersteplaats is de leerling te ver gegaan.Zevenjaren moethij in ootmoeden oplettendheidmijn lessenvolgen zonderzelf iets aan de elementente veranderen. En in de tweede plaats is het nutteloos en onzinnig wat hij gedaanheeft.Dat staatin de boekenl" "Het regent toch maar lekkerl" hernam de herbergier. "Dat is eenbewijs,of niet sorns?" "Heren t-toch". stameldeheer Ollie, die zich versla-

23, 07 DoorMartenToonder ,?q

genop zijn stoelliet zinken."Laten we de kwestienu eensrustigbekijkentHet gaatniet om dejongeKobbema, maar het gaatom de kwestievan weer makenof geenweer maken.Ik bedoeleh...zegjij toch ook eens wat, Tom PoeslJij weetwat ik bedoell" "Hm", zei Tom Poes."Op dezemanier komt er nooit een eindeaan het bijgeloof.U moet u er buiten houden,heerBommel!En Kobbemaookl" "Zo is het", gromdeHorletoetterwijl hij met bonkende passennaar de uitgangliep. "De leerling moet bâ‚Źstraft worden voor zijn opstandigheid.Hij moet onschadelijkgemaaktworden; dan pas kunnen we het bewijsleveren,dat de boekenniet liegenl" "Laat het venqjemet rustl" riep heer Ollie, hem volgend. Maar de grljsaard luisterde niet. Met opgetrokken schoudersen grimmig gelaatspoeddehd zich door de neergutsende regen,


TOI\'T POES ENDETUWISSEIAAR

4720 Heer Bommelhaasttezich achter de tijwisselaar aan het trapje af en plonsdespontsanin een van de diepeplassendie veroorzaaktwaren door de rijke regenval.Dit gebeurenzetteeendomperop zijn drift. "Oemps",preveldehij, verslagende pas inhoudend. "W-wat een waterl Dat was nu toch niet nodig geweestlMaar ach, Kobbemais nog maar een leerung - en hij d-drijft eenbeetjeover..." "wat staat u daar, heer ollie?" woeg Tom ?oesdie hemvolgde, "Gaatu eenbad nemen?" "schaamje", sprak heer Ollie op stille toon. "IIet is héél ongepastom grapjeste maken terwijl je oudere vriend en leidsman inwendige moeilijkheden verwerkt, Die Kobbema,hè? Die krijgt nu narigheidmet zijn leermeester.En het is mdn schuldl Maar wat moetik doen?" "Iaat nu maar", zei Tom Poes."Eet is toch goed,dat

Toonder DoorMarten

er eindelijk een einde aan het bijgeloofkomt? Stap uit die plas en kom weer binnen totdat de bui over is. Al dat vochtis elechtvoor uw gezondheid". Eeer Bommel klemde de lippen op elkaar en zette zich klotsendin beweging.Maar hij richtte zijn schre. den niet naar het café zoalshem was aangeraden.Integendoel.Vastberadenbegaf hij zich naar de heuvel waaropde tijwisselaarshutwas gelegen. "De jonge vriend is hol en oppervlakkig",sprak hij tot zichzelf. "IÍij begïijpt niet, dat het hier om diepere dingengaat.Dit is eenkosmischgebeurenen ik.,." Hij zweegverschrikt, want uit de hut die nu in het zicht was gekomen,werd de leerling Kobbemamet grotekracht weggeschoten. "Maak dat je wegkomtl" schaldede stem van Eorle. toet hem na, "Eier heb je niets meer te makenl Er moet een einde homenaari het bljgeloofl"


TOM

POES ENDETIJWISSETAAR

4121 De leerlingKobbemabelanddeklotsendin een plasen heerBommelhaasttezich naar hemtoe, "Vort metjou!" krastede tijwisselaarvanuit zijn hut. "Laat me je hier niet meer zienl Er wordt geentij meergewisseld, begrepen?" Na dezewoordenwiep hij de deur van zijn optrekje dreunenddicht en nu viel er een stilte in die slechts onderbrokenwerd door het suizelenvan de regenop het strand. "Het spijt me", zei heer Ollie op zachtetoon, "Het is alles mijn schuld, Eerst de boekenen het ongeloof waarmeeik Horletoettot dommewetenschapheb gehracht en nu heb ik mijn mond weer voorbijgepraat overde regenval,.," Het ventje wierp hem een hatendeblik toe en krabbeldeovereind, "Ik wist het", kraste hij. "En toch heb ik je vertrouwd.Ach,ik zal hetnooit leren". "Wachtnu even",riep heerBommel,want Kobbeliep

DoorMartenToonder

met grotepassenweg,"Luister nu tochl laten we rustig overleggen, want andersgebeurter iets vresel{jks. De elementenzijn ontketend,alsje begrijptwat ik bedoel!" De anderkeek echterniet om. Vol woedespoeddehij zich landinwaarts,waar Ieme Iegelzijn raapkoolverzorgde, "Moet je horen, Iemel" riep hij, de pas inhoudend. "Die regen,hè?" "Ja, die is fijn", zei de landbouwerglimlachend. "Een beetjehard, maar precieswat ik nodighad voor hetgewas". "Nou, je vergistje", hernam de leerling. "Het is te veel voor je gewas,Ik heb per ongelukeen staande wolk geraakten nu zal het doorgaanmet regenen. Want OeneHorletoetheeft me uit de hut verjaagden nu kan ik de windmolenniet meer gebruiken.En de tijstok ook niet. Je gewaszal van boven en van benedenverdrinken,Iemet"


TOM

POES ENDETIJWISSELAAR

4722 Ieme Iegel barsttein eensmakelljk gelachuit. ,,Ilahal",riep hij. ,,Scheinu uit metje windmolensen je tijstok en de rest. Het is allemaal bijgelovigeonzin. Dat heeft Oene zelf gezegd.En die kan het weten, want die is de tijwisselaarl" Nu begonKobbemakwaad te schreeuwen. ,,Scheizelf uit met je stommegelachl",zo riep hij. ,,Begrijpje dan niet, dat alles verlorengaat?Oenei$. met hun gladdeboein de ban van de vreemdelingen ken - en ik sta alleen voor het wisselenvan het tijt Enjlj bentte stomom te snappenhoeerg dat isl" Dezebrutale woordenontstemdende landbouwer,dat valt te begrijpen.Zijn gelaatbetrok en met een welge mikte voetleweging verwiiderde hij de leerling van zijn akker. ,,Vortl", riep hij hem na. ,,Vanjouw praat ben ik niet

Toonder DoorMarten

gediend,hoorl De weemdenbrengenhier wat vertier en Oeneweet wel wat hlj doet. Daar vertrouw ik op. ual." ca wegmetje opstandige Op dat moment werd hlj op de schoudergetikt door heerOllie,die stilletjesgenaderdwas, ,,U had dat niet moetendoen,goedevriend", sprak heer BommĂŠlop droevetoon. ,,Dejonge Kobbemais de enige hier die iets aan de ontketendeelementen kan doen,als u md volgenkunt. Maar nu hebt u hem verweemdl" liep met haten' Dat waswaar. De tijwisselaarsleerling de blikken weg en zijn handenbaldenzich in machtelozewoede. ,,Nu kan het me ook niets meer schelen",prevelde hij. ,,IIet is uitl Laatallesmaar vergaan."


TON'I POES ENDETIJWISSEIAAR

4723 De regen hield aan, In dichte stralen guute het hemelwaterop het eiland Raapen de landbouwer Ieme Iegel bewoogzich al spoedigsoppendtussenzijn gewas, ,,Dit is te veel", prevelde hij tenslotte ontmoedigd. ,,Zokan ik de kool niet onderhouden.In plaatsvan onkruid gtoeit er wier tussende planten." ,,Eigenschuld",zei heer Bommel,die ondereengrote leparaplupasseerde. ,,U hebt de tijwisselaarsleerling lijk bejegend." ,,Benje daar nu al weer,weemdeling?",vroegde ander ontstemd.,,Ik dacht dat lui uit de gtote wereld wat vertier gaven,maar nu zie ik het anders. Ze lopenzeurendrond," ,,Eoekan ik vertier geven,terwijl de wereld onderloopt?", hernam heer Ollie bedrukt. ,,De koffie smaakteme niet, want mijn gewetenplaagt me. IIet is de schuld van mijn gladdeboeken,dat de elemen-

DoorMartenToonder

" ten ongehinderdneerstorten. ,,In deze streken regent het vaker", zei Tom Poes handboek zegt..." troostend,,,Het ,,Achwat handboekl",riep heer Bommeluit. ,,IIet is éénuur. Nu moetde eb intreden.Maar wie gaatdaarvoor zorgen?" ,,Eet is één uur", sprak de herbergier.Hij stak zljn hoofd uit het raam en keek beschuldigendnaar de tijwisselaardie op de verandazaï.,,Zouieniet eenswat gaandoen?Devloedmoetterugl" ,,Datgaatvanzelf,Horrel", mompeldeHorletoet,al lezend,,,Letmaar eensopl" Maar zijn leerling dacht er heel anders over. Het ventje stond niet ver vandaar, tussen enkele rotsen verscholennaar de bruisendezeete k{jken en zag er onredderd uit. ,,Dit is het einde", preveldehet. ,,Als er nu geencirkel getrokkenwordt zal de wereldonderlopen."


TONfi POES ENDETIJWISSELAAR

DoorMartenToonder

\s;-

4724 De Albatroshad zijn lading gelostin KaapHozebeken bevond zich op de terugreis, Het was mooi weer;eenlangedeiningwiegdehet goedeschipvreedzaamover de oceaanen niets duidde er op, dat het eindevan de wereldop komstwas. ,,over een paar uren kunnen we het eiland Raapin de kijker hebben",mompeldekapitein Wal Rus, die peinzendover de brugrailingleunde.,,tĂ?et is bedonderd,dat we daar voor anker moeten,want die overIk gehaaldezandbankenbedervenmdn middagduqje' heb Blommersbeloofd,dat ik hem af zouhalen - en hlj is goedvan betalen,.Maarandersliet ik hem even graagop die rotshoopzitten,Eet is misselijkwerk nu de eb net heeftingezet."

vergistezich echter. Op het eiland De gezagvoerder was in het geheelgeensprakevan laagwater en heer ollie waseenvan de eerstendie dat in de gatenhad. Gekwelddoorzorgenbewooghij zich onderzijn paraplu over het verregendestrand,van tijd tot tdd een streepin het zandtrekkendom het vorderenvan het tij te meten.Dochtoen dezemerktekensde eenna de werd hij anderdoor de brandingwaren weggespoeld door een gote angstbevangen,Hij liet Tom Poesin de steeken draafdemet zo'n snelheidnaar de her' omsloeg. berg,dat zljn regenscherm ,,Komvlugl", riep hij tot de lezendet{iwisselaar.,,Het is al tweeuur en de vloedkomt nogsteedshogerl"


30.o7DoorMartenToonder Tonfi PoES ENDETIJWISSETAAR YJÍ' 26tr

4725 ,,K-kom g-gauwl",riep heer Ollie ademloos. ,,IIet is nogsteedsvloed!" ,,Watzoudat"?, vroegde tijwisselaar,eenaÍkeurende blik op de ontredderdeheer werpend. ,,Een zekere onregelmatigheidin het tij is niets bijzondersin deze sïreken. Dat staat in het handboek.Vroeger meende ik, dat het aan het tekken van een slappecirkel lag of aan het zwakkezeggenvan de speuk.Maar nu ik het licht gezienheb in uw wetenschappelljkeboeken begrijp ik, dat ik mij overgafaan hol bijgeloof." ,,Maar Oenetochl", riep de herbergiervol wanhoop uit het venster.,,Komtot inkeer vóór het te laat isl" ,,Nee!",hernam de grijsaardvastbesloten.,,Ik wens niet langer als tljwisselaar voor aap te staan tegenoverde geleerdewereldl" Zo sprekendehervatte hij de lezing van het Handboek der Getijden en heer Bommel wendde zich met een bangezucht om en begonlangshet strand te draven,

Tom Poes,die zolangop de landingssteigerplaats had genomenzaghem al rennend passerenen haaldeverbaasdde wenkbrauwenop. ,,Eetis erg met heèr Ollie", preveldehij. ,,Devloedis wel een beeqiehoog vandaag,dat is waar. Maar ik snaptoch niet waarom hij hier op het eiland zo biige lovig gewordenis. En waar zou hij nu zo vlug naar toegaan?" Nu, dat was niet moeilljk te raden. Eeer Bommelwas op weg naar de tijwisselaarsleerliug;want dat was de laatstefiguur die hier redding kon breugen,zoalshij begreep. ,,Kobbemal",riep hij, toen hij het ventje nssen enige .doeietsl Anders rotsblokkenontwaarde.,,Alsjeblieft, loopthet misl" Dochde leerling schuddemismoedighet hoofd. ,,Ik heb geentijtak meer", mompeldehij. ,,En iedereenis lelijk tegenme."


TONT POES ENDETIJWÏSSEIAAR

ezZO rnmidOelswas áó ethtros het eiland Raap wlj dicht genaderd.Als een donkerestreeplag het op de horizon en de stuurman, die zich maar al te goed herinnerde dat de omgeving door zandbankenontsierdwerd, wasaan het loden. prdzend.,,Je ,,Goedzo,maat", sprak de gezagvoerder leert het wel, hoor. Als je zo doorgaatword je mi' schiennogwel eenseenzeeman," De ander verbleekteeen weinig en looddemet dunne lippen voon. ,,Het bevalt me hier niets", preveldehij, ,,Er is iets geksmet dat eiland. Hier is het mooi weer - en daar regent het, En de vorige keer was het vloed terwijl we toch op eenbank liepen.En nu is het eb,maar..." ,,Donderrmeneerl", riep de kapitein. ,,Je praat te veell Eet is eb,jal En ik ben blij, dat je je die zandbanken herinnert. Kijk naar je dieplood,want een stranding kost tijd en geld. En dan praat ik niet eens

DoorMartenToonder

overmijn middagdutjel" ,,Jawel kaptein", hernam de stuurman,,,Maarnu is het eb en er is geenzandbankte bekennen.Er is hier ietsgeks;dat is vastl" 'HeerBommelhad de naderingvan het schip niet in de gaten. Op bewogentoon had hij de tijwisselaarsleerling op zijn plicht gewezenen hem duidelijk ge maakt, dat het lot van de aardbolvan hem, Kobbe Kobbema,aÍhing. uit' ,,Vergeetje grieven,jonge wiendl", zo riep-hli ...rru"istnïtioelensrnoeténwijken voor het algemeen 6ehnglrn alsje dan geentijstok meerhebi kanie het uk doen"' misscÍienmeidie aangespoelde gaf na lanle tweestriid toe - en zo kon ó. iàttri"g".ien later bezigzien met het trekken van áeo ttt* de cirkel van llorletoet.Maar ach,het was eenslappe cirkel.


TONT POES ENDETIJWISSETAAR

4721 Op de Albanoslooddede stuurmanernstigen nauwgezetvoort, Maar na een poosjeverĂŠcheener eenverbijsterdeuek op zdn gelaat. lip,,Ik weethet niet, kaptein",sprakhij met e'..rakke pen, ,,Er is hier iets onnatuurlijksgaande.IIet is eb, nietwaar?Maar er is nergenseenzandbankte bekennen!Mooi diepwater zouik zo zeggen..." uit en hij lachteschamper' ,,2o", nep de gezagvoerder ,,Zoujlj dat zeggen,hè? Zieje dezekaart, stuurmanf zeekaart.Zie je al dezefiguurEet is een zogenaamde tje$?Dat stellenzandbankenvoor, stuurmantWe varen nu boventwintig vaam water, schatik. Geefmij dat lijntje maar eenseven,meneer,dan zal ik je to nen hoemeneendieploodjezakkenlaat." Zo sprekendewierp de kapitein het touw buiten

boord,dochnu was het ook zijn beurt om vreemdop te kijken. ,,Donders",mompeldehlj in zijn snor. ,,Debodemis uit de zeegezaktl" ,,Zietu nu wel?", begonde anderverwdtend.Dochde gezagvoerder viel hem in de rede. ,,Ik zie niksl", bulderdehlj. ,,Naar de brug, stuur' sop, man?Stopde karl We varen hier op overgehaald meneerl" Tom Poes,die de naderingvan het schip vanaf de steiger had gevolgd,zag tot zijn verbazing het anker vallen en hij stondeen beetjeongerustop. ,,waaromdoen ze dat?", vroeg hij zich af' ,,Ze ziin toch nog veel te ver weg, zelfs alii het direct eb i I wordtl"


TONfi POES ENDETUWISSEIAAR

4728 OeneHorletoet,de tijwisselaar,voeldeeen vage onrustin zich opkomen.Hij legdezdn boekterzijde en begaf zich naar de landbouwer legel, die hij kendeals eenvolgzaamen helderdenkendiemand. ,,Kommee,Ieme",sprakhij. ,,Ik hebje hulp nodig." ,,Diekanje krijgqn", zei de ander.Eij verliet zijn verdronken koolbeddbnen volgde de grijsaard langs het strand, ,,Watvoor hulp, Oenè?",vroeghij. ,,Gaje toch weer het tij wisselen?" 'i ,.Integendeel",hernam de oude.,,Dat is uit de tijd. Nee,het gaatom de vreemdeling.Die pleegtverraad aan de wetenschap,Iegelt Ik voel het. Hij wil mij dwingen om terug te vallen in het duistere bdgeloof en toendat niet lulcteis hij naar mlin leerlinggegaan, dat wil ik wedden.IIij hardt Kobbemain het kwaadt" Zo sprekendewaren de beide eilanderseen rotspardjtje op het strand genaderd- en toen ze nu zwijgend

DoorMarten Toonder

voortslopenhoorden ze de stem van de tijwisselaarsleerlingwat beverigopklinken. ,,Trekterug,o vloed", zei hij. ,,Niet verder omhoog,.. Ach,ik weetniet of het gaat,vreemdeling.Dit is geen goedetiitak - en ik heb het vak niet goedgeleerd." ,,Iloudvol, jongevriend"' sprak nu heer Ollie bemoedigend.,,Ik geloofin je. Ik, die toch een wetenschap pelijk onderlegdheerben,sta achterje; laat datje tot steunzijn," Kobbemazuchttediep en vervolgde:,,Iaat de cirkel droog,o vloed,de cirkel van Horletoet." ,,Bedrogl",riep nu de tijwisselaar,voorwaarB tredend. ,,Dat is mijn cirkel nietl" En Iegel vulde aan: ,,IIet is mogelijk,dat de vreemdelingachterje staat, Kobbema.Maar wij staan achter hem - en wli zien het anders,IIéél andersl De wetenschapzal zegevieren overde domheidl"


DoorMarten Toonder

4729 Eeer Ollie staarde een ogenblik verbiisterd naarde rweeeilandbewoners, die Àreigendnaaeiáàn. jullie?',, stameldehd.-,,taat d; "W"-wat J;;g. _willen ÁoDDema met rust,hoor.Ik staachterhem...,, ,,Dat had je-gedacht,vreemdel,,,mompeldede landDouwerlegel, terwijl hij op ruwe w[jze een einde aan neerËommelsstandpuntmaakte, ,,Ik zie dat anders,,,vervolgdehij. ,,Je komt hier la-

bijgeloof. g* .ons.reiterrf aórer.iinilï ,ii" :h:l achterlijkheid je

om over hem rc kunnen ve-rmaken. Maar doorje eigenboekenhebbenwe tret ticht sàzjen en we n€menhet niet, wat jij, Oene?, ,,Zo is het", beaamdede tijwisselaar.Hij vatte zljn, leerling grimmig in de kraa! en het venrje, aái tesr"_ over een overmachtstond,boodgeenrcáensand;zo- dat het zondermoeiteweggedragrákon ;il;;. ,JR zre mun p[cht", hernam de leermeester..,Door

$$fel yan qepasrsrrafwerk zal ik je herscholen, KgbbetIk zalje leren om her tij met rujt rc laten.,, Zlin stem stierf weg achter een duinhelling etr nu zat heer Bommel eenzaamin de kring, die fóbbema ge_ trokkenhad om de vloedte keren.bm hem heennÍste de-regen en de schuimrandjesvan de branding spoeldenom zljn voeten. ,,Allesis afgelopen..., ik voel het,,,preveldede verslagenheer toen het water om zijn brèedbassinbegonte spoelen.IIij huiverde en zijn wezenlozeblik -rusne star op eennaderendegolf. ,,Devloedwordt niet meertegengehouden,,, fluisterde lU. ,,oe cirkel van Eorletoet zàl onderlopen- en danvergaatde wereld..," Op dat momentsloegde golf om en veegdede ring in nel zandgeheeluit.


TOIIIT POES ENDETIJWISSETAAR

4730 Tom Poes,die zich nog steedsop de landingssteigerbevoud,begonongerustte worden. De zee,die eerst rustig tegen de palen van het plankier had gespoeldkwam snel hoger - en de eerstegolven sloe genreedsover het houtwerk heen. ,,Dit is toch niet gewoon",mompeldeTom Poes.,,De eb had al een paar uren geleden moeten intreden. Maar het is nogsteedsvloed,en wat voor eenl" Eij stondop terwijl hij zorgelljk naar de watermassa's keek,die zich landinwaartsspoedden. ,,Eengewonespringvloedkan het niet zijn", hernam hij. ,,Daaris het de tijd niet voor want de maan is niet nieuw meer. En storm is er ook niet. Hier is iets vreemdsaan de ganglMaar wat"? Op dat moment werd hij de gestaltevan zijn vriend' gewaar, die zich met snelle, doch onvaste schreden langphet strand repte.

stem, ,,TomPoesl"riep heerBommelmet overslaande ,,doetoch ietsl Kobbemais gevangenen het tij komt steedshogeren nu is er niemandmeer, die de vloed tegenhoudt, We moeteniets doen,Tom Poes"l Tom Poeszweeg.Eij had willen zeggen,dat het tij zichzelfregelt maar plotselingwas hlj daar niet zo ze ker meer van eo een$ote tweestrijd maaktezich van hemmeester. De tijwisselaar had geenlast van zulke gevoelens.Hij had zijn leerling aan een tafeltje in de herberg gezet en legde het Eandboek der Getijden opengeslagen voorhet ventjeneer, ,,Dit hoofdstuk",zo sprakhij, ,,verklaarthoe de eb en de vloed door de zon en de maan geregeldworden, Schrdf het netjesover, Kobbe.Misschienzal je dan begrijpen,dat ingrijpen met eentijstok onzin is,"


n no NRC ENDETIJWISS'r,nnn TOIVI POES.' Trr\TT\TlÍTrrrr^rrco'T !16

6.dB

PoeslWe moetende tijwisselaarbekeren,voordathet te laat is!" Zo sprekendbetrad ook hij het lokaal en Tom Poes volgdehem zwijgend,want hij was nog steedsaan eentweestrijdten prooi. Zo stondenze even later met zijn drieën voor Oene Eorletoet,maar dezeliet zich niet uit het veld slaan. Ja, zozeerwas de grijsaard verhard door de gladde boeken,dat hij temiddenvan de woelendebaren en Op dat momentwerd de deur opengerukten te mid- de ronddrijvendeflessenrustig de armen kruiste en den van een bruisendewaterstroomsneldecaféhou- eendun lachjeliet horen. der lIork de gelagkamer binnen. ,,Armzalige,bijgelovigestakkersl",zo riep hlj uit, ,,Ik ,,De aarde vergaatt", riep de waard met bevende hebmedelijdenmet uw angsten ik wil u helpen.Niet stem.,,De harde harten en de zachteharsensuit de door het trekken van een cirkel in -het zand, maar grote wereld hebben ons in de duisternis gestort. door het voorlezenvan een hoofdstuk,dat over de eb Werp die gladdeboekenweg,o tijwisselaar- en doe en de vloedhandelt.Kom van die tafel af, Kobbe,en geefme het handboek." uw plicht! Mijn uitspanninglooptonder!" doch nu verloor de ,,Zelfsde herbergloopt onder!", riep heer Ollie, die De leerling wilde gehoorzamen, buiten naderde.,,Er moet iets gedaanworden, Tom herbergierzijn bezinning, 4731 De tijwisselaarsleerlingbegon zuchtend het Handboekder Getijdenover te schrijventerwijl zijn meestergrimmig toekeek.De regenkletterdeop het dak en de brandingsloegtegende fundamentenvan de herberg,maarHorletoetverzwakteniet. ,,Allesstaat beschreven",zo sprak hij, ,,en wat gedrukt is liegt niet. Het tij regelt zichzelf, Kobbe,onthouddat!"


TOIï,I POES ENDETIJWISSETAAR

DoorMartenToonder

/n€IEM ----!lbdÍ#-

4732 Toen de tijwisselaar zo rustig bleef staanin de brandingdie doorde herbergspoelde,verloor de caféhouderzijn bezinning. ,,Niksnutl", schreeuwdehij verhit. ,,IIebben we je daarvoorjarenlangloon betaald,om in de ure desgevaarsdoorjou in de steekte wordengelaten?Gaaan het werkl Eoudde vloedtegen- ofik slat" Met deze woorden greep hlj een ronddrijvend stuk hout dochde grljsaard wachtte hem niet af. ,,Geweldhoort bij bijgeloofl", riep hij bitter. ,,Deze primitieve samenleving begint me tegen te stáan. Kom Kobbema,volg mel" Eij greepde leerling bij de hand en repte zich de uitspanninguit, gevolgddoor de uitzinnige herbergier. ,,Kijk, kijkl", zei leme legel, die met zijn vrouw de berg beklom, ,,Daar loopt Hork achter Oeneaan. Zie je wel, dat die weemden nog eenseen verzetjege-

ven?" ,,Hebje dan geenhart, Ieme?", sprak de wouw bitter, ,,Devloed verdrijft ons uit ons huis, de tijwisseIaar verzaaktzijn plicht en jij noemt het een verzeqjel De weemden hebbenjou weke harsensen een hard gemoedbezorgdl Lachen terwijl de wereld vergaat, dàt hebbenzeje geleerdl" ,,Ach,wat heb ik gedaan?",mompeldeheer Bommel. ,,Doormijn gladdeboekenen gepraatheb ik de orde der dingenverstoord- en nu is het te laatl" Overmanddoor z{jn aandoeningstaarde hij naar de Ílessen Raapbrand,die de vloed hem tegen de tors spoelde.ïoen greephij het Handboekder Getijdenen begonhet in grote woedete verccheuren,terwijl Tom Poesin de deuropeningop bezinningaandrong. ,,Komgauw,heer Olliel", riep hij. ,,Eet eiland loopt onder,"


TOilT POES ENDETIJWISSETAAR

4733 Daartoe aangespoorddoor Mewouw Iegel hield leme de verhitte herbergierstaande. ,,Watgaje doenmet dat stuk hout, Hork?", vroeghij. ,,Ik ga de tijwisselaaraan het werk zettent",riep de ander. ,,IIij moet de cirkel van Horletoet trekken, voordathet heleeilandonderloopt!" ,,Dat is mannentaal!",riep de dame uit. ,,LaatOene voelen,dat hij nog plichten heeft tegenovereen zwakisl Slaer op, Horke vrouw die uit haar huis gespoeld rell" ,,Ik zie dit anders",zei Iegel betrekkend.,,LaatOene met rust, zegik. Hij is de tijwisselaaren hij weet wat hd doet.We moetenrespecthebbenvoor degenen,die we bovenonsgesteldhebben..." ,,Laatme los", gromdede herbergierdreigend,,,andersvallenhier de eersteklappenl" Nu klonk van benedende klagendestem van heer Bommelop.

DoorMarten Toonder

,,Herentochl", riep hij terwijl hij jachtig de berg beklom. ,,Niet vechten!We hebbenelkandernodig.Het gevaarnadert - en dat is de vloed!De wereld loopt onder!" Nu zullenoplettendelezertjeszich wellicht hebbenafgevraagdwat er intussen op de Albatros gebeurde, Want,zoalswe wetenlag het goedeschipreedsgeruime tijd in de buurt voor anker - en de vraag doet zich op of kapitein Wal Rusrustig bleef zitten terwijl de zeehet land verzwolg Nu, dat was niet het geval.De flinke zeerobwas druk doendegeweestmet lodingen,peilingen,bestekkenen weerberichtenen nu sloeghij door zijn kijker het ge. beurenop het eilandRaapgade, ,,Het gaat daar fout", mompeldehij. ,,Die aardkluit loopt onder terwijl de landrotten er rondspringenals overgehaaldegarnalen,Het wordt tijd, dat ik een sloepjelaat strijken."


TOM

POES ENDETIJWISSETAAR

4734 ,,Maak toch geen ruzie"l riep heer Bommel, haastigtussende eilandbewonersuedend, ,,Alles is al erg genoeg.Dit is een kosmischgebeurenen we moeten elkandefhelpen". ,,Houjij je er buiten, glibber"l riep mevrouw legel. ,,Jij met je gladdepraatjeslIk zal jou een kosmisch gebeurenlatenzien"l Zo sprekendevoegdeze de daad bij het woord en dit bracht ook haar echtgenoottot daden. ,,Hier wordt niet geslagen"lsprak hij terwijl hlj de herbergierkrachtigafstiet.,,Gooidat hout weg,Eork. Alsje aande tijwisselaarkomt, komje aan mij"l ,,Jezegthet"l brulde de waard,zijn knuppeldrillend. ,,Eet tij moet gewisseldworden; en als het niet goedschikskan, dan maar kwaadschiks"l ,,Ja", zei 誰om Poes,die een weinig terzijde stond.

DoorMartenToonder

,,Ja, het tij moet gewisseldworden. Of denk je nog steeds, dat het zichzelfregelt,oene"? vanachter ,,Vanzelf',sprakde grijsaardgeruststellend de rots waar hii zich met zijn leerling had teruggetrokken. ,,Datstaatin de boeken,jonge vreemdeling. En die liegen niet. Er bestaat een kosmisch evenwicht, nietwaar? U hebt mij dat zelf'uitgelegd". ,,Ja", mompeldeTom Poes,,,Dat dacht ik ook. Maar nu ben ik toch aan het twljfelen, om eerlijk te zijn. De vloed heeft haastde top van de berg bereikt en dat is toch niet gewoon.Als er niet gauwiets.gebeurtzullen we allemaalverdrinken,Oene"l ,,Hetgaatvlugger,dan ik dacht", mompeldekapitein Wal Rus, die met grote kracht een sloep door de golven trok. ,,Alsik niet vlug ben rakendie landkakelobbesente water"l


TOM

POES ENDETIJWISSETAAR

4735 Kapitein Wal Rus roeide met Srotekracht ziin sloepdoor de branding. De golven beukten tegen het hulkje en overspoeldebomenbemoeilijkten het voortgaan;maar de zeerobliet zich niet uit zijn koert brengen. Na enig getob legde h{i aan op het eiiand Raap en begonhij zijn vaartuig aan een boomstompte meren. Ach, van het eenszq welvarendeeiland was niet veel meer orer; slechts een bergtop stak nog boven de vloed uit, Op dezetop nu haddende eilandbewoners eenlaaBte toevluchtgezocht,maar in plaatsvan eens' gezindaan hun redding te werken gavende ongelukkigen zich over aan ruwe twist en gtote meningsver' schillen. ,,overgehaaldelandrottenl', mompeldede gezagvoerder misprijzend.,,springenhier rond als zandvlooien

DoorMartenToonder

in de regen.Maar ik heb geentijd om op hun gefladder te wachten of om mooiepraaqieste verkopen.We raken allemaal te water voordat ik een buiging gemaaktheb..." Zo sprekenderolde hij met geoefendebewegingenzijn mouwenop en zettezich de pet vaster op de schedel. ,,Gelukkig",hernamhij, ,,wordik niet voor niks Wallie de Vredestichtergenoemd.Die gavekomt nu mooi van pas," En terwijl hij met rustige ued de bergpiek beklom kalmeerde hij de vechtenden op krachtige wijze. Er klonken enige verraste kreten en ook werden er bonkendegeluidengehoord.Doch toe-nverstomdehet geruchten slechtshet dreigendegebruisvan de naderendevloedverbrakde stilte.


TOII'I POES ENDETIJWISSETAAR

Toonder DoorMarten

bijna schreienden zo roeide het Kobbegehoorzaamde 4736 OeneHorletoethad het gevechtvan achter zijn rotsblok zorgelijk gadegeslagen.Natuurlijk gaf ook tweetal even later over het klimmendetlj heen'dit hem de voortdurend stijgendevloed veel te denken; verhaaluit. Tom Poeskeekhen bekommerdna. maar toch wankeldehij niet. ,,,Wathier gebeurtis allemaal erg ouwetenschappe- ,,Alsde vloedwerkelijk van de tijwisselaara�hangt", 'lijkl", preveldehij, toenWal Rusiedereenhet zwligen zo mompeldehij, ,,danis er nu geenhoopmeer,want 'hadopgelegd.,,Datgaatzo niet." dan loopt de hele aarde onder water. Misschien had ,,N-nee",stameldeKobbe(obbema bleek. ,,Gaje het ik toch beter naar heer Ollie moetenluisteren. Maar tij wisselen,Oene?Ja, hè? De cirkel van Eorletoetl wacht eens; misschien is er nog een andere verklaring voor dezeweemdevloed. Een verklaring die niet Alsje vlug bent,kan het nog..." in het Eandboekder Getijdengenoemdwordt,'." Maar de tijwisselaar maakte snel een einde aan zijn hoop. Eij greepeen langsdrijvendetobbe en stapteer op dat moment onderbrak de stem van Wal Rus zijn overpeinzingen. in. ,,Lig daar ,,Kom leerlingl", sprak hij. ,,We kunnen niet langer ,,Zegeens,maatjel", riep de gezagvoerder. niet te koekeloerenals een schelvisop het drogetEelp blijven. Dezevechtendebarbarenzijn in staat om mij in de poel van m{jn oude bijgeloof terug te trekken. me liever eensom dezelandgarnalenaan boord te brengen,Schiet op; over vijf minuten loopt de branKom, we gaanonzeeigenweg,zodatik je in eenrusti' ge havenplaatshet ware licht zal kunnen laten zien." ding overhet eilandRaapheen."


TOr誰fi POES ENDETTJWTSSETAAR 誰,t' ':+誰

4737 Er was niet veel tijd meer om te praten of te denken.De vloed steegsteedssneller en Tom Poes haastte zich om de versufte eilandbewonerr, samen met Wal Rusin de sloepte laden.Ze waren maar net op tijd. Want nauwelijks had de gezagvoerderhet touw losgegooiden de riemen gegrepenof een hoge golf greephet vaartuigie en dreef het met grote snelheid naar de openzee.Klotsenden loeiendwervelde de brandingom de bergtiek heen,en toen heer Ollie de ogen opsloegzag hij dat de vloed bezig was het land te overspoelen. Met een schok rees hij op uit zijn ingezaktehouding en staardenaar het gebeuren. ,,W-waarb-benik?", zo stameldehij. ,,W-watis dat daar?" ,,Je bent hier, Blommersl",riep de kapitein, driftig

Door Marten roontler

aan de roeispanentrekkend. ,,En als je weer zitten kunt, kan je beter een riem pakkenl Roeienmaaqie, anders worden we naar die overgehaaldeberg geze genl" ,,w-wat is er t坦ch gebeurd?",hernam heer Ollie op klagendetoon. ,,W-waaris het eiland Raap,bedoel ik... alsu begrijpt,wat ik bedoel?" Op dat moment verdwenen de laatste overblijfselen van het land in een kolkende watermassaen nu drongde waarheidtot de geschokte heerdoor. ,,Devloedl",riep hij uit. ,,Devloedis niet tegengehoudenen nu is de aardeonderwater bedolvenl" ,,Kleel", snoofWal Rusal hijgend.,,Hetis geenvloed, maar eb, StommelslIIet water is niet over het eiland gelopen,maar het eilandis onderwater gezaktl"


TgyjoES

ENDETrJWrssErAAR '?;f,Ï iï

4738 De beklagenswaardige eilandbewoners werden aan boordvan de Albatrosgebrachten zodradat gebeurdwas lichtte het goedeschiphet anker om koers te zettennaar de vastewal. Nu bleek,dat Wal Rus een goedegastheerwas, want door middel van een voedzame,doch eenvoudige ,maaltijden eenfles Raapbrandrachtte hij zijn passagierr weer enigszinsop hun verhaalte brengen, en capucijnersmet spek", sprak hij op,,Erwtensoep geruimd.,,Dat zalsmaken,wat?" ,,Ik zie dat anders",preveldeIeme Iegel betrokken, ,,Mijn akker is weg.Wat moetik nu?" ,,Jekan ergensanderseennieuw akkertjebeginnen", zei Hork. ,,Dat is het ergsteniet. Nee,het ergsteis, dat de tijwisselaarde vloed niet heeft tegengehouden. Dit had allemaalniet hoevente gebeuren", ,,Nee",zei heerBommelmet stille stem.,,Dit had niet

Door Marten roonde

hoevente gebeurenen een feestmaaltijdis dit dan ook niet, heer Rus;zelfsal heeft de kok zijn bestgedaan." ,,Houdtoch op, Bobbelsl",riep de gezagvoerder een weinig kribbig uit. ,,Er was geenvloed;het eiland is alleenmaargezakt,meneer!" ,,Netwat ik dacht",zei Tom Poesknikkend.,,Dezeebodemwas vulkanischen in dezesteken gebeurthet vaker, dat eerteiland zo maar verdwijnt. IIeus,heer Ollie;allesis verklaard,als u het maar niet te plaatselijk ziet," Maar heerBommelschuddehet hoofd. ,,Allesverklaard?",preveldehij. ,,Watbenje toch onnadenkenden oppervlakkig,jonge vriendl Wat zou er gebeurdzijn wanneer Horletoetzijn tijstok en zijn windmolengebruikt had? Kun je me dat met zekerheid zeggen?" EINDEVAN DIT VERIÍAAT


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.