T{EER.BOMMEL EN HET NIEUWE DENKEN NRc-rt to
5689\&aar de ri.vierde Rommel in zeeuitmondt, ligt het vissersdorpjeKrabbezijl,dat vooral in de zomermaandeneen gezochteverblijfplaatsvoor vakantiegangersis. Eertijdslag de blanketop der duinendaar te blinkerenin de zonnegloed,terwijl de witte meeuwen bovenhet bredestrandscheerden.De groeiende staden detechnischevooruitgangeisenechterhun tol ._ en het is te begrijpendat de regeringdit braakliggendeterrein heeft aangewezenals stortplaatsvoor vuilnis. Er zi"jneehterlicden die bezwarentegendeze ontwikkehnghehb,eri...--. eu,eenvan hcn is,jamÍrer ge* noeg,heerBorrunei, Nog niet lang geledenbracht hij eenweekenddoor in het schilderachtigeplaatsje,maar gedurendeeen strandwandelinedeed-hij niet,veelandersdan de neus ophalenen rn.isr:c,epd llas.li,iJÊ :quÍiïlekraaienkrjksri,
Door Marten Toonder
28.06.'q
die de plaatsvan de meeuwenhaddeningenomen. 'In mijn jeugd', sprak hij bitter, 'was hier ailesan'ders en beter.Toen ik, als knaap, wel eensmet mijn goedevaderpootje ging baden,washet zandschoon. heel Maarnu is het dooral die afualenweggooiflessen akeligonderdevoeten,alsje begrijptwat ik bedoel.' 'u moetin 'Ach,' zeiTom Poes,die hemvergezelde, het hedenleven,heer Ollie. Alles verandertnu eenmaal.' Zo pratendehadden ze de plek bereikt waar de stadsreiniginghaarvuil plachtte ;ir+:"tÉÉ -'*íi degevcisvil blevenniet uii. - Een hief namelijk auto van.de gemeentereiniging juist op dat moruentronkendzijn stoitbakonihoogen lediededezerommelenden kletterendbovende hooft .
r C,i rtír*,1,: -r-IÍl rj -r' ' .
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5690 Dezen bevondenzich daardoor plotseling tot aan de hals in kwalijk geurendeprut, zodat het genot van de zilte zeeluchthun geheelverging.Gedurende enige tijd overstemdehet kwakken van neerstortend vuilnis het geruis van de branding en het krassender kraaien,maar toen trad er eengedrukte stilte in. 'Oempfl, sprak heer Ollie ten slotte.-'Vloegelwas hiel alleóbetèI...en ook andels...blmpf...Dit is geen oold vool... voor eenheer,Hoe worden we ooit weer
DENKEN
DoorMartenroon
schoon,Tom Poes?Zeg eenswat!' Met dezewoorden begonhij moeilijk en vol weerzin uit de afualte klimmen, terwijl hij enigegroenteresten van zijn gelaatverwijderde. Doch nu bleek hoe mooi alles in de natuur geregeldis. Want, terzich uit de vaalt wiil de besmeurdevakantiegangers veïhieven,reeser achterhen eenhogebrandingsgolf omhoog,die hen bruisend en schuimendoverspoelde en alle ongerechtigheidmet zich voerde.In plaats daarryantrad er nu echtereen anderverschijnselop.
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5691Zodlsmeerontwikkeldelezertjeszullenwetenois de zeeeenuit6jezochtestortplaatsvoor olie en andere vloeibare resten.Dit is dan ook de reden, dat Tom Poesen heerOllie zwart en glimmenduit het sopkwamen. 'Bllmpf, sprak heer Bommel, nadat hij enigetijd door schrapenen rochelenzijn mondholtegereinigd had.'Chlmps...Ik wil hierweg,Tom Poes!' Hij keek verslagennaar ziln eenszo frissejas en daarop snoof hij de lucht op. Het was begonnente misten;uit de zeewoeienklamme,grijzenevelsaanen de geurvan beded die over het verlatenstrandhing, werd sterker.
DENKEN
DoorMartenroond
'Ik wil weg', herhaaldeheer Ollie met klagende stem.'lk wil naarhuis.' 'Hm', zei Torn Poes.'We zijn hier nu eenmaal.Dit is misschienniet zo'n goeieplek, met al die fabrieken in de buurt: Als we eenbeetjenaarhet noordengaan, wordt het strandvanzelfschoner.Flihk stappen,heer Bommel,danwordt u weerwarm.' Heer Ollie gaf met tegenzintoe en eenkort poosje liepenze zwijgenddoor de toenemendernist langsde vloedlijn.Maar toen had hij er genoegvan. 'Ik wil naar huis'ozei hij klappertandend.'Kom mee,jonge wiend, we gaanlandinwaarts.Ik heb nog nooilz贸 naar eenwarm bad verlaned.l
HEER BOMMEL EN HET NIEUWE DENKEN
5692 Tom Poes sputterde niet meer teqen: waarschijnlijk kreeg ook trii genoegvan de góre'golven en de grijze nevels,die in de vallende schemering nog grauwer schenen. Zekeerden de zee dus de rug toe en besonnenin de richting van de duinen te loipen. i 'Daar rtinden,we ergenswe[ een p4d, dat weer paar de bewoondewereld voert', zei heer Bommel. Ffrj-tlot huiverendziin geoliedejas war dichrer om pich heenen vervolgde:1Ennaar eenrfarni bad. Dit alles is héél slecht voor iemand met miin sevoelie gestel.Zo'n verblijfaan zee kon wel eeni hët eindé van.m.ijnloopbaan betekenen,alsje begrijpt wat ik bedoel.' . 'Hm'i zei Tom Poes,maar verder kwam hij niet.
DoorMartenToonder
Tot zijn verbazing stonden ze plotselins opnieuw voor een bruisendegolflijn, die irit de mlst 'op hen toe spoelde. 'Hoe-hoe k-(an d-dat?' stameldeheer Ollie. .Wwe lopen toch l-landinw-waarts.D=dat weet ik zeker, zeg ntt z-zelfl' 'Ja':; gaf Tom Poes aarzelendtoe. 'Ik besriip het ggk-4lel. We moetenop een zandbank geríalii zijn, die bij hoogwaterdoor de zee omringd-wordt.' Heer Bommel zweegeven om dit [e laten inwerken en langzamerhandnam zijn gelaat een grauwe kleur aan. 'Een zandbank...'herhaaldehii toen met toonloze stem..'Doór zeeomringd. Mis-schien...misschien wordt hij wel overspoeldlt
HEER BOMMEL
EN HET NIEU\ryE DENKEN
5693 'Kom', zei Tom Poeso 'het wordt steeds donkerder. Misschien zít deze zandbank ergens nog aan het land vast. We kunnen het beste de vloedlijn volgen.' Heer Ollie wist ook geen beter plan en zo liepen ze terneergeslagenen kleumerig verder over het kleffe zand. Maar hoe ze ook keken, overal kabbelde de oliebranding, die door de reinigingsmiddelen uit de flessen hevig schuimde. 'stil 'Witter dan wit', prevelde heer Bommel voor zich heen. 'Mióschien dat ze ons er later verstild en' verschoond uit ophalen...' Zijn vreugdeloze overpeinzing werd gestoord door het eeluid van een bel en een dorre stem
DoorMartenroon
die vaas door de nevels tot hen kwam. 'Hoo! water!' riep de stem. 'De vloed komt hoog! Vóór zes uur binnen zijn!' Nï doemde er een schimmigegedaanteop, die zich in het gele licht van een olielamp over het natte zand bewoog. 'Voor zes uur 6innen zijn', sprak de verschijning, toen hij de ongelukkige wandelaarsgewaar werd. 'Wee degene die geen beschutting heeft. Kom mee, heren. Het is springvloedvandaag.' Met deze woorden' schuifeldehij snel het land op en Tom Poes en heer Ollie, . die hem _opgelucht volgden, zageí na een poosje een oude hut uit de mist te voorschijn komen.
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5694De vreemdelingopendede deurvanhetgebouwtje entrad binnen. 'Kom erin, heren',sprakhij. 'Dit is het huis van de strandvoogd- en die ben ik. Het huis blijft staan,zolang het niet wordt weggespoeld;en als het wordt weggespoeld,kan ik het met wrakhout weer opbouwen. Het arnbt brengt echterniet veel op en daarom heb ik hier ook maar eenreisbureaugevestigd.' 'Een reisbureau?'mompelde heer Bommel, bevreemdrondblikkend. Het geluidvan de brandingdrong dreigenddoor de dunnewandenheenende geurvanbederfkierdedoor de spletén.Maar het mistte hier niet en dat deediets van zijn moedterugkeren. 'Wat eenonzin', sprakhij dan ook afkeurend.'Een
DENKEN
DoorMartenroond
reisbureauop eenplek waarmennietafkan!' 'Ja', zei Tom Poes.'Als het werkelijk hoog water wordt, zal er niet veelvan dit huis overblijven.' 'Dat denk ik ook nieto,hernam de strandvoogd. 'Maar daarom is mijn reisbureaunu juist een uitkomst. Men moet wel reizen,of menwil of nietl' 'Toen ik jong was,was allesveelrirstiger',klaagde heer Bommel, maar het mannetjeliet hem niet uitspreken. 'Ia, ja', riep het met krassendestem. 'Sommigen verlangennaar woeger en anderenwachtenop later. Men heeft geenheden,hè hè! Maar het hedendient om te reizen,heren!Alles, wat u nu nog om u heen ziet,zalvergaan.Wemoetenvoort, andershebbenwe geentoekomst.'
HEER BOMMEL EN HET NIEUWE
5695 De strandvoogdtrok een boek uit een omgebouwde sinaasappelkisten begon er in te bladeren. 'Eens kijken', sprak hij. 'U moet dus op reis. Wat zal het zijn? Het zonnige zuiden kan ik u niet aanbieden. De verbinding is verbroken, vrees ik. En wat de overise windstrekenbetreft...' Hij zweegĂŠven,en in de stilte was het brullen van de golven buiten akelig hoorbaar. Ook was er een wind opgestoken,die huilend door de kieren van de wankele hut blies en de lamp deed schommelen. Heer Bommel huiverde. 'Ik wil naar huis', zei hij klagend. 'Ik wil niet op reis!' 'Dat is hetzelfde', hernam het mannetje. 'Maar n:mdatu seenenkelerichtine uit kunt. zitten we met
DENKEN
DoorMartenroon
een kleine moeilijkheid: we moeten het reizen door de ruimte vergeten.U kunt alleennog maar door de tijd. Ik kan u een mooie passagegeven, want de rnaanis vol - en dan is het springtij. Wat denkt u ervan?Een unieke gelegenheidom kennis te maken met het Nieuwe Denken in Novo, heren. En geheel kosteloos!' 'Ik wil echt liever naar huis!' herhaaldeheer Ollie bijna schreiend.'B-Bommelstein,be-bedoelik. Wwat jij, Tom Poes?' De gastheerschuddeechter somberhet hoofd. 'Er is geenkertze',verklaardehij met dorre stem. 'We zijn aĂ?hankelijk van de stroom - en die gaat alleen in de nieuwe richtine. Er is trouwens haast bij. De tijd dringt!'
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5696Nu, dat waswaar.Want nauwelijkswashetventje uitgesproken,ofde eerstegolvenvan de branding sloegenreedstegen het gebouwtje,zodat het houtwerk lelijk verzakte- en van de zandbankwasreeds lang niets meer te bekennen.Zover het oog reikte kolkten de golvenin het blekemaanlicht;slechtsenig afual duidde de plaats aan waat het strand gelegen had. Ook in de hut washet opkomendtij duidelijk waarneembaar.Door alle kierendrong de vloed naar binnen en weldrageraaktehet meubilairop drift. 'Het is zo ver', sprakde strandvoogd,zijn hoedopzettend.'Het zalu duidelijk zijn dat we uit het heden
DENKEN
DoorMartenroon
weg moeten. Blijft u vooral kalm, er is niets ongewoonsaande hand.Zo is het altijd met springtij.Gaat u rustigin een fust zitten,de stroomis gunstig.' Zo sprekendeweeshij op enkeleijzerenvaten,die tegende wand stonden. Heer Ollie, die zich op eendroog plekjehad teruggetrokken,keek er vol afgrijzennaar. Doch voordat hij een tegenwerpinghad kunnen maken, sloegeen zwareroller de voorgevelweg,zodathij plotselingtot aande ribbenin de brandingstond. 'Wel opschieten',drong de gastheeraan,terwijl hij heer Bommel in eenwankelendvat duwde. 'Het hedenis maarkort!'
HEER BOMMEL EN HET NIEUWE DENKEN o"".;;;;;;;l
5697Meteendaaropbleekreedshoeveelwaarheidde woorden van de eenvoudigeman bevatten. Een machtigedeining.die zacht-ies nadersleed.verhief zich plotselinghoog in de luèht. En voórdatiemand had kunnenz:ggen,.storttede roller zich op ipqr,o1l' het dak van de wankelewoning.De gevolgenbleven niet uit; het gebouwtjezaktein élkandlr--en toende waterrnassa zich gorgelendterugtrok,was er niets meerdat overeindstond.Wrakhouten armeliikmeu_ bilair drevenordeloosonder de blekemaanen eedurendeenigeogenblikkenzaghet eÍ naaruit, daï ook redertel(envan levenwasweggevaagd, Doch toen do_ ken er uit de brandingdrie ijièren fristenop. Tweeer-
van spoeddenzich, gedrevendoor wind en stroom, zeewaarts;het derdebleekdoor eenkettins aandebodemverankerdte zijn enbleefduswaarhe-twas. Het dekselvan dit derdevat nu, verhiefzichonder eenknarsendgeluid om doorgangte verlenenaan de hoedvande strandvoogd. Gedurendeeniseoeenblik_ ken oogdehet ventjede wegdrijvende to--nneina en Iuisterdehij naar het klaaglijk gêroepdat uit de achterste.opsteeg. Toen knikte hij goedkeurend. 'Wi9 in het hedenleeft, kan blijven waar hij is', sprakhij tot zichzelf.'Zoalsik. Maai de anderenrioetenvoort,daarlerenzevan.Goeiereis!HèhèhèhèI, En met dit akeligegelachsloothij zijn vat.
HEER BOMMEL
EN HET NIEU\ryE DENKEN
5698Over de zeereisdie heerOllie maakte,wil ik kort zrjn. De ontberingenvan eenfijngevoeligheerin een ijZerenfust, door ruwe golvenheenen weergekaatst, iijn niet te beschrijven.Daarom meld ik slechts,dat hèt vat bij het krieken van de morgen op de rotsach-tige kust vån het eiland Novo werd geworpen.Geduiendeenigetijdlag het daar,omspoelddoorde kabbelendezee.Doch toen begonhet al rollendte bewegen, er klonk wat gebonkdat hol door het metaalgalmde, en het dekselopendezich Nu vertoonrieook de inzitteirdezich aanhet milde zonlicht. 'Oempsjj...' sprak heer Bommel, een diepe teug oow...' zeeluchtinademend.'Twasjtewasj...
DoorMartenroon
Na dezewoordenkroophij plassenduitzijnomhulselen ging versuftin het schuimzitten. wasniet geheelonopgemerktgeZiin aanspoeling bleven.Van achterenigesteenklompenwerd hij door - enna enig talmennaeeninboorling gadegeslagen derdedezeop zachtevoeten.Heer Ollie had hemniet in de gaten,daarvoorhad hij hette druk met het tellen vanzfn kwetsurenen hetveizamelenvanzijn gedachten. 'Hoe fresjijk istit allesj',preveldehij stil voor zich heen.'Maar kleef nog, gloof ik... W-w-waar isj Tom Poesj?' Hij sloegmoeilijk de kijkers op en nu viel zijn glazigeblik op de naderendeweemdeling.
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5699 Deze bleef op enige afstand staan en keek nieuwsgierignaar heer Bommel, die zich op handen en voetenin het sop ophield. De ontberingenvan de afgelopenreis speeldenhem nog paÍten, maar het zien van eenlevendwezengaf hem nieuwemoed, 'Mijn naamis Bommel', sprakhij op zwakketoon. 'Olivier B. Bommel, eenheervan stand,die door de zeereisemstig geledenheeft...' Op het eenvoudigegelaatvan de inboorling tekende zich een diepe verbazirigaf, die door heer Bommel verkeerdwerd uitgelegd. 'Ik heb een teer gestel', vervolgde hrj. 'Daarom heb ik verzorgingnodig en versterkendvoedsel.Geld
DENKEN
DoorMartenroon
speeltgeenrol...' 'Wow, hé!'riep de andertemenduit. 'Wat'n gek, hé! Moet je mij hebben?Nou moetje es goedluisteren. Ik zalje wat vertellen.Je ziet er gek uit. Je bent anders.Je stinkt. En laten we nou wel wezen;iemand helpendoet alleeneenkneusje.' Heer Ollie zweegevenom het gehoordete laten inwerken,doch toen kwam hij plassendovereind,terwijl eenfrons zijn gelaatverduisterde. 'Zo ben ik nog nooi! aangesproken!'riep hij verontwaardigd. 'Welk een groÍheid! Is dit soms het Nieuwe Denken, waar die strandvoogd het over had?'
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5700 Hil deed een pasje voorwaarts en stak een strengewijsvingeruit. 'Ik zal me ernstig over u beklagen bij de overheid', hernamhij. 'U bekladt de goedenaam van uw land!' De inboorlingkromp ineenonderde berispingen omdat de angst hem blijkbaar te veel werd, sperde hij de mond openen begonluidkeelsom hulp te roepen. Dit had onmiddellijk gevolgen.Uit allerlei hoeken en gaten stroomdenomwonendennaderbij, die
DENKEN
DoorMartenroon
luide van hun misnoegenblijk gaven. 'Het is Nul Negen!' riep er een. 'Hij heb herrie met een rare barrel!' 'Kijk es, wat eenjassie!'schreeuwdeeen ander. 'Laten we nou wel wezen.Dal gaatzo maar niet!' 'lk zal je wat vertellen'olulde eenderdeaan. 'Eén tegenéénis geenstijl. Laten we hem gaanrimpelen!' Dit voorstel vond veel bijval en evenlater was de heer dan ook omringd door eenjoeaangespoelde lende menigte.
HEER BOMMEL
EN HET NIEU\ryE
5701 Voordat heer Bommel wist wat er gebeurde, stortte dezezich op hem'en nu ontstond er een ongelijk gevecht.Boven de rauwe kreten van de inboorlingen steeghet hulpgeroepvan de ongelukkige schipbreukeliÍrgeenzaamop. Gelukkig was er hulp bij de hand. Niet ver vandaar stond een politieagentzijn ronde te doen, en omdat hij de wetten op zijn duimpje kende, wachtte hij rustig totdat het oploopje er genoeg van had. Pas toen het getier zich verwijderde, wendde hij zich om en slenterdenaderbii. . 'Is dat klop!' sprak hrj vormelijk. 'Eigen schuld.
DENKEN
NfRc- Hb
DoorMartenroond
e .a 7- ' q 7
Je geeft aanstoot.Doorlopen.' Heer Ollie opendemoeilijk een dichtzittend oog. 'Ikkik w-werd aan-aangevallen...'stamelde hij. 'Het is vr-w-vreselijk!Ik wil een aanklachtindienen tegen die l-lafaards!}det z'n allen tegen één...' Het sezicht van de beambtebetfok. 'Waidenk je wel?' woeg hij. 'Natuurlijk met z'n allen tegen één. Anders kan je toch niet winnen? Mot je mij hebben?Nou moet je es luisteren.Ik zal je wat vertellen.Je bent een rare. Je ziet er gek uit. Geef me je nummer maar. Ik ga jou es haarfijn uitpluizen.'
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5702HoewelheerBommel ernstigbezeerdwas in de vechtpartijstondhij waardigop om de politiebeambte op zijn plaatste zetten. 'Het is heeltreurig, wat hier gebeurt',sprakhij. 'In plaatsdat meneenbezoekendheergulverwelkomten verpleegt,slaat men hem onder ruwe taal tegen de grond. En wat doet de politie? Die wacht totdat de misdaadgepleegdis. Is dat ordehandhaven?' 'Orde... eh... wat?' gromde de agent. Hij krabde zich onder de pet om beter na te kunnendenken- en hoe meerhij dat deed,hoe meerzijn gĂŠlaatbetrok.
DENKEN
DoorMartenroon
'Orde?'riep hij ten slotteboos.'Ik zaljou eswat vertellen,metje durepraat.Jehoeftmij m'n vak niet te leren. Ik zorg, dat de lol van de Novo's niet gestoord wordt.Dat is orde!' 'D-dat wist 'Oh...'zei heerOllie,terugkrabbelend. ik niet. Dit is een vreemdland voor mij, dat moet u nietvergeten.' 'Daar hebikje!' snauwdede ander.'Jij bentanders! Dat dacht ik direct al. Jij hoort hier niet thuis. Ik zal jou eswat vertellen.Jij gaatmet memeenaarhetbero. Jegaatje nummeropgeven.'
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5703Heer Bommelwerd eenkaal en hol gebouwbinnengeleid,waareenmeerderevan muziekgenoot, 'Zo', sprakdeagent,'vertelhet nou maar esaande sersjant.Hij kan beter met durepraatjesomgaandan ik.' toe. 'Daar heb ik 'En ofo gaf de hogergeplaatste mijn vertaalmesjientje voor. Wat isje nummeren wat doe je al zo? Wat moet dat geruitejasje?Langzaam praten.' 'Ik ben een heer en geennummer', zei heer Ollie. 'Mijn naam is Bommel en ik ben hier in dit land onheusbehandeld.' Daarop verteldehij in korte trekken wat hem was overkomen,waarbij hij niet weinig gehinderdwerd door de zanger,die op het televisieschermaan het
DENKEN
DoorMartenroon
werk was.De sergeantluisterdeechteraandachtigen druktevan tijd tot tijd op eentoetsvan het toestelletje dat op zijn bureaustond. Toen heerOllieten slotteuitgeputzweeg,druktehij een knop in en nu begon een metalen stem uit een luidsprekertje te dreunen. 'Heer,' sprak de stem,'uitslover.Denkt achterstevoren. Stand;slechtsoort. Teer gestel;kneusje.Lafinzicht.' heid:verstandig Het apparaatwasnog langniet uitvertaald,dochde agenten de sergeantbarsttenin zo'n luid gelachuit, dat het niet langerverstaanbaarwas. 'Nou, jij bent er eentje!'sprakde hoogstgeplaatste beambteten slotte.'Rijp voor de school.Brenghem weg,Nul Dertig!'
HEER BOMMEL
EN HET NIEU\ryE DENKEN
5704De agent greepheer Ollie in de kraag en voerde hem naar buiten. Daar hingen enige omstanders rond, die de beklagenswaardigenieuwsgierig gadesloegen. 'Een heel raren,verklaardede ambtenaar. 'Hijzegl, dat hii een omgekeerddenkendeuitslover is, zeglhij. Een slechtsoort,zegt hii. Hrj is eenkneusje, zegthij.' 'Dat heb ik niet gezegd!'riep heerBommel. De politiebeambte duwdehem hoofdschuddendin een gereedstaandvoertuig en begon op enige knoppen te drukken. 'Het is maargoed'datjehierbent terechtgekomen', zei hij. ,'$ier in Novo zullen we je wel gladstrijkeq,
DoorMartenroon
Houjevast!' Deze laatstewaarschuwingwas rvel テ考edig, want na het indrukkenvテ。n de laatsteknop zette de wagenzich metzテウ'n sn竄ャlheidinbeweging,dat deinzittendenachteroverwerden gedrukt. 'Pas op!' riep heer Bommel nog. 'Er komt verkeer van rechts.' Het wasechterreedste laat.Het voertuigwaarinhii gezetenwas,boordezich met eendaverendeslagdoor de voorligger heen, zodat die in stukken uit elkander spatte. hebbenaltijd voorrang', legdezijn 'Pliesiewagens begeleiderrustiguit. 'Dat moet iedereenweteg.'
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5705 Tom Poes was een eind verder op de kust aangespoelddan heer Ollie, maar omdat hij een gunitigè stroom had gehad, was het nog nacht, toen hij uit zijn fust kroop. 'Zo,' 'prevelde hij, 'dit is dus Novo. Ik zal goed opletten,want hier moet veel te leren zijn. Maar eèrst moet ik zien dat ik wat te eten krijg; die zeereis was geen lolletje.' Met deze gedáchteliep-hij naar een.woning, die zich niet ver vandaar in het maanlicht aftèkende. en klopte aan. Na enig wachten werd de deur voorzichtig ge-
DENKEN
DoorMarlenroon
opend en de bejaarde bewoner vertoonde zich vreesachtigop de drempel. 'Oooh... eh;..' sprak deze. 'Een rarel Eh... je hebt toch geen...èh... gevoel voor humor?'' 'Ik weet niet wat u bedoelt',zei Tom Poes.'Ik ben hier in de buurt aangespoelden ik ben niet zo goed op de hoogte met het Nieuwe Denken, ziet u?' 'Aangespoeld?'herhaalde de grijsaard. 'Dat is verdacht. Maar kom er even in. Ik eh... ik dacht dat je mijn huis om'wilde gooien. Laten we nou wel wezen. We moeten met onze tijd meegaan.'
HEER BOMMEL
EN HET NIEU\ryE DENKEN
5706 Tom Poes stapte het kale vertrek binnen en keek nieuwsgierig om zich heen. Maar veel tijd daarvoor kreeg hij niet. De bejaardegastheerboog zich over hem heen om hem door zijn brilletje nauwlettend op te nemen. Het was duidelijk dat de oude zenuwachtigwas, 'Net wat ik dachi!' sprak hrj beverig. 'Je bent anders. Dat is gevaarlijk voor mij. Laten we nou wel wezen. Vanavond liepen er nog een paar jongens van de Hopbende om mijn huis heen. Die zijn altijd op een Verzetjeuit.' Wat hij daarmee bedoelde zal de lezertjes duidelijk zijn, wanneer ze eeà blik naar buiten werpen. Want daar bewogen zich in het maanlicht een
DoorMartenroo
paar figuren die loerend naar het verlichte huisje keken. 'Die ouwe Nulnul Zevenenvijftig', sprak er een. 'Hij is nog op. Laten we een lolletje hebben.' 'Wow', gaf de ander toe. 'Laten we een lolletje hebben.' Mèt deze woorden greep hij een boomstam en begon die in de richting van het huisje te slepen. De gevolgen waren al spoedig merkbaar. Want voordat Tom Poes em nadere uitleg had kunnen wagen, kwam het zwaÍe vooÍwerp met zoonkracht tegen de deur aan dat de wand geheel doorboog. 'Daar heb je het', jammerde de gastheer opspringend.'Eengrapje.'
HEER BOMMEL
EN HET NIEU\ME
5707De dreun werd door anderegevolgd,zodat de muur ernstigescheurenbegonte vertonen.De gastheertrok zich schuwin eenhoek terug, waar hij met een gemaakte glimlach naar zijn splijtende woning keek. 'Eengrapje',preveldehij met trillendelippen. 'Jongens van de Hopberide.Willen een verzetje.Jeugd moetzich uitleven.Laten we nou wel wezen...' 'Uitleven,hè?'zeiTom Poes,die hetgedaverbegon te vervelen.'Dan weetik nog ietsleukers.' Met dezewoorden opendehij de deur, net op het moment dat dejongensvan de Hopbendeer met hun balk tegenaanwilden rammen.Nu zeechtergeenhin-
DENKEN
N Rc-Hb
DoorMaÍenroond
tq .o 7.' q 7
dernis meer op hun weg vonden, daverdenze ongeremd het kale interieur binnen. De voorste trachtte nog af te remmen,maar hun snelheidwas zó groot, dat ze in galop het vertrek doorkruistenen met een zwaredreun tegende overliggendewand stieten.Op dezeklap was het eenvoudigemetsêlwerkniet berekend.Het boog door en storttetoengedeeltelijkin, de beide grappenmakersonder het puin bedelvend.Nu viel er eenstilte, die slechtsverbrokenwerd door het suizelenvan de wind en het rollen van de branding. De bewonerhiefvoorzichtighet gelaatop van achter de stoeldie hij als schild gebruikteen keekverwezennaarhettoneeltje.
HEER BOMMEL
EN HET NIEU\ryE DENKEN
5708De maanscheenvredigdoor de ingestortemuur naarbinnen,maarde rust werdalweerverstoorddoor eenbeginnendebewegingin de pglnmassa-. 'W-íaarom hebjeàaf gedaan?'woegde grijsaard bijna schreiend.'Nir hebbèndiejongenszich pijn ge' daan!' 'Hun eigen schuld', zei Tom Poes. 'Als u me nu evenhelptfzullenwezemet diebalkhet huisuitjagen' endan...' De anderliet hemechternietuitspreken. 'Ik dacht het wel!' riep hij klagènd. 'Je hebt leÍ! Maar daarvanzijn we hiei niet gediend.T.atenwe wel wezen!Dat leidialleen maar tot ellende.Die jongens
DoorMartenroon
verveeldenzich. Haddenzin in eenverzetje'Hoe gaat dat?' oEenmooi verzetje',zei Tom Poes. 'Zemoetenzichtbch ergensuitleven',jammerdede oude. 'Dat doen ze graaghier, btj mtj. Het geettnog een móoi doel aan mijn leven. Wat moet je verder wanneerje oud bent?Jij bent onsociaal!Ga weg!' Tom Poes keek aarzelend naar de puinhopen, waaruitde ionsensvan de Hopbendezich begonnen op en liep loste maken.T'oenhaaldehij de schouders het huis uit, dat al spoedigachterhem in elkander werd qeslasen.Hii begon te begrijpen.dat hij nog maarieini! inzichiin fietNieuweDenkenhad.
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5709 Toen hij een eindje langs het strand gelopen had, ging hij dan ook op een steen zitten om na te denken. 'Het is niet zo gemakkelijk',mompeldehij. 'Iemand helpen is hier gevaarlijk.Moed is dom in dit land, want je kunt er narigheid van krijgen. En kapot maken is grappig.Hm...' Op dat moment hoorde hij achter zich een schuifelendgeluid en toen hij zich verschrikt omdraaide, zag hij een groot gelaat, dat hem zonder uitdrukking aankeek. 'Hela!' riep hij opspringend.'Wat wil je?' 'Niets', sprak het hoofd met doffe stem.'Ik ben geen grappenvan plan. Ik ben veel te blij.' Met deze woorden verhicf het zich, totdat het
DENKEN
DoorMartenroon
op de rots stond en toen stapte het voorzichtig nàar beneden.Tom Poeszag íu, dat het een klein figuurtje was, dat e€n groot masker droeg, zodat het nogal in zijn bewegingenbelemmerdwerd. 'Eindelijk iemand die ook anders is', zei de vreemde gedaante.'Daarom ben ik blij.' 'Hm,' zei Tom Poeso'die vermomming van jou vind ik maar een slechte,hoor. Iedereenkan zieno dat je gezichtnamaakis.' 'dat"eeeft toch niet?' riep de ander verbaasd uit. 'Heí gaat erom hoe je èr van buiten uitziet. Wat er binnen in zit is van geen belang.Maar nou moet je eenshoren. Misschienkan je me helpen. Ik ben hier maar als vrouw alleen. En omdat ik een vreemdeben, kan ik niets beginnen.'
HEER BOMMEL
EN HET NIEU\ryE DENKEN
5710 'Waarmee kan ik je helpen?' vroeg Tom Poes. 'Ik weet nog niet zo veel van het Nieuwe Denken en ik moet zelf ook nog leren.' 'Daar gaat het niet om', zei het masker met doffe steri. 'Ik zit in de war over mijn verloofde. Hii is eewoon. maar ik ben anders.Dat is natuurlijli ee[. Daarom hebben ze hem opgepakt; hij is naar de Aanpasserij gebracht. Dat was te verwachten. Maar het is wel heel moeilijk voor mij als meisje alleen in een vreemd land.' 'Dat lijkt mij ook', zei Tom Poes. 'Maar wat kan ik eraan doen? Ik ben maar een vreemdeling - zonder masker nog wel.' 'rile willen vluchten', legde de dame uit. 'Naar
DoorMartenroon
een ver land met achterlijke wetten. Maar eerst moet mijn lieve Nulnegen Nul weer vrij zijn. Negenoogienoem ik hem. Leuk, hè?' - 'Erg leuk', nlompeldeTom Poes. 'Hm, ik zal zien wat ik voor je doen kan. Maar eerst moet ik een soort vermomming hebben.' 'Dat kan!' riep het meisje uit. 'Ik heb nog een hoofd over! Kom maar mee!' Zo sprekendesprong zij op en sloeg een weg in die naal het binnenland leidde. Tom Poes volgde haar met gemengdegevoelens.Hij begon zorgen over heer Ollie te krijgen, want hij weesdedat die het moeilijk zou hebben, als hij ook in deze buurt geland was.
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5711Het was een langewandelingen de zon kwam al op, toen er eindelijk een huis in het zicht kwam. 'Het is mijn zondagsehoofd', sprak de dame met doffe stem onder het masker.'Het is heel mooi uitgevoerd,met echt haar. Zolangje het op hebt, zal je geenlast krijgen. Het bewijst, dat je aangepastbent, voel je wel?' 'Hm', zei Tom Poes. 'Aangepast aan wat? Zo'n hoofd bewijst niets, zou ik denken. Maar ik ben maar eenvreemdelinghier.' ,l^ ^ .l^ ^ :^ +^ ^ - ^l- ^- , gaf - ^Cl^+ het -meisje zuchtend toe. Ja, Ă dat zeker', ^: - : ^ - - ^ L +^ - l ben je 'Je praat erg stom. Houd je mond maar zoveelmo. gelijk, dan val je niet zo op. Voor mij is de hoofdzaak, datje mijn lieve Negenoogieuit de Aanpasserij -haalt.Kom maar binn_en.'
DENKEN
DoorMartenroond
Tom Poesvolgdehaar en niet lang daarnatrad hij weer naar buiten in de woege morgenzon. Maar ach, wat was hij veranderd! Zijn gezicht was weliswaar geheel aangepast,maar daaronder was het donker en benauwd, zijn gezichtsveldwas erg beperkt en eenz\rtaathoofd had hij er ook in. Vervuld yan z\ttaarĂ?noedigegedachten liep hij de weg op, zonderacht te slaanop de goedewensendie zijn gastvrouwhem nariep. 'Nulnegen Nul uit de Aanpasserijhalen', mompelde hij binnenshoofds.'Negenoogje.Wat ben ik begonnen?Ik zou het nooit beloofd hebben als ik niet bang wasodat heerBommel daar.ookmoet zijn. En in deze uitrusting kan ik het tenminste uitvinden.'
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5712Hij schrok op uit zijn gepeins,toen hij achter zich eensnelnaderendgeloeivernam.Zonder erbij te denkenspronghij opzij van de wegaf, en dat waszijn ibehoud. Want op hetzelfde moment raasde een weemd voertuiglangshemheenodat eenbreedspoor van uitlaatgassen en stofwolkennaliet. ; In een flits zag hij, dat er twee inzittendenwaren. De enedroegeenuniformpeten de anderekwamhem bekendvoor. 'Zagje dĂe geruitejas?'riep eenopgewondenvoorbijganger,eeneindjeverderop. 'En dat hoofd!' vuldede tweedeaan.'Die eaatnaar de Aanpasserij. Dat is vast!'
DENKEN
DoorMartenroon
'Het is te hopen', meendede eerste.'Als zulke lui vrij kondenrondlopen zou onzeKul Tuur gauw verdwenenzijn. Laten we nou wel wezen.Terug naar de OudeTijd. En waarzijn we dan?' 'Nergens',gaf de andertoe. 'Dan moet er weergewerkt worden.En gedacht.Ofhoe zedat noemden.Je weetwel.' Tom Poes had het gesprekuit de verte gevolgd, doch nu luisterdehij niet langer. 'Die wagen gaai near de plaats waar ik wezen moet',dachthij. 'Ik zalproberenhet spoorte volgen.' En met dit voornemenbezieldbegonhij achterhet voertuigaante hollen.
HEER BOMMEL EN HET NIEUWE DENKEN
Door Marten Toonder
NRC- H b
5713 Fleer Bommel was langs Tom Poes geraasd, zonder hem te herkennen - en dat wÍrs geen wonder. Het aanpassingshoofd van zijnjonge vriend verborg diens bekende gelaatstrekken,en bovendien had heer Ollie het te druk metzijn eigenzorgen. 'Dit is geenrijden!'riep hlj uit. 'Houd dan tenminstehet stuurvast!' 'Niks stuur', gromde de opbrengendebeambte. 'Sturenis te rnoeilijk. Daar hebbenwe hier mesjienes voor. Elektrieke golven, of hoe ze dat noemén.Je weetwel.' 'Dat is gemakkelijkgezegd!'riep heerBommelbitter uit. 'Maar waar sturendie eolvenons dan heen? Het is mijn recht als heer om-dat te weten! Ik wil
mijn rechtskundigeraadsman spreken. Ik heb invloedrijke relaties - en die zullen zorgen dat mij recht geschiedt.Men kan iemandvan mijn standniet op klaarlichte dág tegen de verkeersregelsin ontvoeren!' Nu raakte de begeleiderzijn geduldkwijt. 'Scheiuit| snauwdehij. 'Ik word moe vanje praat. Reuzemoe. Ik houd er niet van. Je wilt me zekerlaten denken, hè? Zodat ik fouten maak, hè? Niks hoor. Vy'ezijn er trouwens.Daar is de Aanpasserij.' Hij weesop eenhogemuur, waar het voertuigmet grote snelheidop afkoerste. Gelukkig opendezich automatischeenhek in het metselwerk,zodat het gevaar van eenbotsingvermedenwerd.
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5714Het voertuig raasdeeenruime binnenplaatsop en hield toen uit zichzelfstil voor eengroot, kaal gebouw. 'We zijn er', sprakde agentopgewekt,terwijl hij uitstapte.'Gelukkigis er net op tijd geremd.Dat valt dus alweermee.Kom er maaruit.' 'Het bevalt me hier niel',zei heer Ollie aarzelend. 'Dit lijkt me te veelop eengevangenis.Ik wil mijn advocaatspreken.' 'Kom-er nou uit!' herhaaldede ander ongeduldig. 'Dit is gewoonmaar de Aanpasserij.Er zalje niks gebeuren.Alles is hier alleenmaar in je eigenbelang.In dit land makenwe iedereengelukkig.' 'M-maar wat waren dat dan voor figuren, die ik daarnetzag?'hieldheerBommelaan.'Ze lekenergop alsu begrijptwat ik bedoel.'' dwangarbeiders,
DENKEN
DoorMartenroond
'0, die', zei de beambteonverschillig.'Dat waren kneusjes,laten we wel wezen.Die worden eenbeetje aangepast.Kom er nou maar uit. Er zalje niks gebeuren.Op miin erewoord.' DezelaåtsteverzekeringsteldeheerOllie eenbeetje gerust.Hij staptèuit het voertuigen Strektede benen. Op hetzelfdemoment zwaaidede agent een grote vuist omhoog,zodatde ongelukkigegetroffenonderuitzakte. 'Die is tenminsterustig', steldede ordebewaarder tevredenvast,terwijl hij weerin zijn wagenstapteen op eenknop drukte. Het voeriuigstoofloeiendweg;heerBommelin ecn stofirolk achterlatend.Hij bleef echter niet lang alleen.Uit het gebouwsneldeneenpaar onaangepaste figurentoe om bijstandte verlenen.
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5715De Aanpasserijwas een heel nuttige instelling, die geleidwerd door eenpaarliedenvan naam,LoosgeestVijftien en Zagtbol Negen geheten.Het waren zogenaamdegeleerden,die de kunst van het lezenen schrijvenmachtigwarenen uit de oudeboekenmenig ideehaddenopgedaan.Bij dezegeletterdennu werd heer Bommel binnengedragenen voorzichtig op een bankgelegd. 'Een treffendgevalvan vreemdeling',sprak LoosgeestVijftien, terwijl hij een injectiespuitwlde. 'Ergensmoetenwij voorzichtigzijn. Dus.' .'Kalmeren',vuldeZagtbol Negenaan.'Ikbedoel... kalmeren.De Kul Tuur wordt gauw bedorvendoor vreemden.Kalm latendenken,dus.HĂŠĂŠl kalm.' 'De hersensgoeddoorspoelen',mompeldede eer-
DENKEN
DoorMartenroon
steen hij hield zijn injectiespuittegenhet licht om de inhoud te monsteren.'Ergenshet brein wassen.Mijn idee.' Het is duidelijk, dat het er niet goed uitzag voor heerOllie. Maar gelukkigwasTom Poesonderweg,al had die dan ookgeenidee,hoe hij te werkzou moeten gaan. 'Het zal niet makkelijk zijn', mompeldehij onder het.geperstepapier. 'Heer Ollie is er net binnengebracht en bovendienzit NulnegenNul er gevangen. De vraag is hoe ik die twee uit die Aanpasserijkrijg. En hoe kom ik er binnen?' Hij werd in zijn gedachtengestoorddoor het naderendegebrulvan eender voertuigen,die.in Novo het landschapsierden.
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5716Tom Poeshield de pasin en draaidemoeilijk het zware hoofd om. Door zijn mondspleettrachtte hij 'eenblik op de inzittendete werpen,maardezemaakte het hemgemakkelijkdoor naasthemte remmen. 'Hoy', sprakhij beleefd,terwijl hij hetportier opende. 'Een rare,zo te zien.Aangepast,durf ik wedden. Wat benjij er voor eentje?Kan je zingen?Brengje wat nieuws?Zet dat maskereensaf. Misschienkan ik je ontdekken.' Tom Poesaarzelde.Zijnewaringenin dit land hadden hem achterdochtiggemaakten daaromdeedhij voorzichtigeenpasjeterug.
DENKEN
DoorMartenroon
'Weesmaar niet bang', hernamde onbekende.'Ik beneenIdoolmaker.Altijd op zoeknaarnieuwtalent. Je kent dat. We hebbenhier veel behoefteaan ontspanning.Er wordt hier niet gewerkt,zodoende.Idolèn moetenwe hebben.Zet dat ding maar af, ik zalje nietverraden.' Tom Poesgehoorzaamde,doch nu maaktede ander eenontevredengebaar. 'Nee'ozei hij. 'Niets voor mij. Een kale troep. Ik zoek iemand met persoonlijkheid.Een jas bijvoorbeeld.Als je zo iemand kent, moet je het zeggen.Ik maakhemgrootnman!'
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5717'Ken je zo iemand?'drongde vreemdelingaan. 'Je kunt het mij rustig zeggen.Ik zal hem niet verraden.En jou natuurlijk ook niet, hahaha.Erewoord!' Deze woorden brachten Tom Poes op een idee waarmeehij geenkwaadkon, naarhij meende. 'Ik weetwel zo iemand', zeihij nadenkend.'Het is eenwiend van mij, die eenruitjesjasdraag!.Hij ntin de Aanpasserij.Wat dat voor iets is, weet ik niet, maar...' 'De Aanpasserij!'riepdeanderuit. 'Natuurlijk! Dat had ik kunnenweten!'
DENKEN
DoorMartenroon
Met dezewoórden spronghij in zijn voertuig,terwijl hij snerpendop eenpolitiefluitje blies. 'Veiligheidvoor alles',zei hij, het portier sluitend. Tom Poeskeekde weggierendewagenonthutst na en greepnaarzijn masker. 'Erewoord', preveldehij bitter. 'Het was dom van mij om daaropte vertrouwenin dit land van het Nieuwe Denken.Ik kan beterzorgen,dat ik wegkom.' Het wasechterte laat. Van achterde rotsenraasde een mobiel vaà de politie nader;aangeloktdoor het gefluit.
HEER BOMMEL EN HET NIEUWE DENKEN NRC - hlb
5719Toen heer Bommel tot bezinningkwam en de ogen opsloeg,zaghij twee figuren die-zichdreigend over hem heen bogen. Hun witte jassen verrieden hem, dat hij geleerdenvoor zich had en vâ‚Źrontrust schoothij overeind. 'W-w-waar ben ik?' stameldehij. 'Ik b-ben niet zziek, bedoelik... Het was de po-politie! Ga weg met die spuitjeslIk heb geendokter nodig. Ga weg!' 'V/ij zijn geendoktersn,zei Zagtbol Negenmisprijzend.'Dit hieris dusde Aanpasserijen we gaanalleen maar evenje brein wassen!' 'Ergensevende hersensspoelen',vulde Loosgeest Vijftien aan. Dezeuitleg gaf heerOllie zijn kracht geheelterug.
Door MartenToonder
2.o8 .' j
'Hier wordt niet gewassenof gespoeld',,sprakhij waardig.'Een heervan mijn standkomt altijd proper en fris voor de dag,dat moestu weten.Er is eenmisverstandin het spel.Breng me naar de directeur-geneesheer!' De beide geleerdenlieten onthutst hun prikgerei zakkenen kekenelkanderwat besluiteloosaan.Voordatzeechtertot eendaadhaddenkunnenkomen,trad er eennieuwefiguur binnen,die opgewektgroette. 'Hoy', riep hij vanuit de deuropening.'Ik zie het al. Netwatikzocht. Eengeruitejas!Wat eenpersoonlijkheid!' 'Zietuwat ik bedoel?'woeg heerBommel,terwijl hij zich voorzichtigvan de bank liet zakken.
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5720 De beide geletterden schonken hem echter geen aandacht meer; ze luisterden oplettend naar de nieuw aangekomene,want de Idoolmaker was een vooraanstaandiemand op het eiland Novo. En hoewel hij lezen noch schrijven kon, en dus geen geleerde was, werd hij door iedereen met grote voorkomendheid behandeld. 'Die daar heeft wat', sprak hij. 'Met hem kan ik iets nieuws brengen. Een nieuwe richtine. Daar is behoefteaan] 'Tiai mompelde Zagïbol Negen weifelend, 'maar hij is ergens zo anders, hè?' 'Helemaal niet aangepast', lulde Loosgeest Vijftien aan.
DENKEN
DoorMarrenroon
oDaaromjuist', riep de ldoolmaker, die kortweg Im genoemd werd. 'We hebben iets nieuws nodig. We lopen dood, mannen. Open staan. Dat is het werk. Kijk maar in je boekjes, hahaha!' 'Ik weet het ergens niet', prevelde Loosgeest. 'Een Kul Tuur waar te veel vreemdeinvloeden in komen, gaat eraan. Dat heb ik dus ergens gelezen.' Maar de Idoolmaker luisterde niet meer. Hij liep opgewekt naaÍ de deur toe en trok heer Bommel met zich mee. 'Kom, jongeno, sprak hij hartelijk. 'Ik heb je net op tijd ontdekt. Je toekomst is gemaakt. Kan je zingen?Met? Des te beter.'
ITEER BOMMEL
EN HET NIEU\ME DENKEN
5721Hij duwde zijn gast het voertuig in, dat buiten wachtte,en hemam: 'Zo, ga maar lekker zitten, dan zal oom Im eensgauweenpersoonlijkheidvanje maken.' 'Een Bommel is altijd een persoonlijkheid',verklaardeheerOllie waardig.Doch de anderdrukte op een knop, zonder aandacht aan zijn woorden te schenken,en dewagenzettezichloeiendin beweging. Het hekwerd net op tijd geopendop dezelfdewijze als we reedseerderhebbenwaargenomen,maarhet werd niet direct weer gesloten.De kettinggangèrdio voor het automatischebewegenzorgde,keek het mobiel dromerigna en schuddehet hoofd. 'SommigeAnderenkrijgen toch maar alle kansen', mompeldehij. 'En andereAnderenmoetenzich aan-
DoorMartenroon
passen...' Hij zweegplotselingen staardevèrwezennaar een kleinefiguur die langsde muur nadersloop. 'J-jij hier?'stameldehij. 'H-hoe durfje dat?' Tom Poes keek hem door het masker even verbaasd aan, doch toen begreephij plotseling wie hij voorzichhad. 'Jij bent vast NulnegenNul', zei hij. 'Negenoogle, metanderewoorden.' Op. het horen van de stem zakte de hekkesluiter weerIn. 'Je lijkt ergop iemanddie ik ken', zei hij mat. 'Ik weet wie je bedoelt',gaf Tom Poesvoorzichtig toe. 'Want ik heb haar maskergeleend.En ik heb beloofd, dat ik zou proberenje hier uit te krijgen.'
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5722 De hekbewaker keek treurig naar de ketting die hij droeg en schudde het hoofd. 'Hier kom ik nooit uit', zei hij op droeve toon. 'Ik houd van een Ander en daarom ben ik anders. Laten we nou wel wezen.' 'Ik wil het toch proberen', zei Tom Poes. 'Maar eerst m贸et ik weten of je hier iemand in een geruite jas langs hebt zien komen.' 'Ja'o mompeldede ander lusteloos.,'Hij zat in de wagen van Im. Reed die kant op, naar de stad. Waar de Treffers vandaan komen. Je weet wel!' Tom Poes wist het niet, maar hij besloot om het uit te gaan zoeken en daarom liep hij na een korte groet de kant uit die hem gewezenwas. Zodoende kwam hij al gauw tussen enige kale ge-
DENKEN
DoorMartenroon
bouwen terecht, die met luidsprekers verrijkt waren. Een hard muziekachtig geluid schalde over het kale toneel en een huilerige stem riep daar onverstaanbare woorden doorheen. 'Als dit Treffers zijn, ben ik op de goede weg', sprak Tom Poes tot ziclurclf. 'Nu' moet ik alleen heer Ollie nog zien te vinden.' Toevallig bevond heer Bommel zich niet ver vandaar. Hij was uit het tot stilstand gekomen voertuig gestapten feek met glazige ogen naar de schallendeluidsprekersdie aan een gevel hingen. 'Wat is dat voor lawaai?' vroeg hij. 'Dat is een Treffer', legde'Im uit. 'Maar dat soort heeft binnenkort afgedaan. We gaan iets nieuws brengen;jij en ik.'
HIER BOMMEL EN HET
NIEUWE
5723Hij sloegvertrouwelijkzijnarm om de schouders fvan zijn beschermelingen voerde hem met zachte [dranghet gebouwbinnen.Om hem heentoeterdeen fdreundehet, zodat de onthutste heer horen en zien fvergingen.Maar ten slotte betradenze een vertrek lwaarinstilteheerste. i . 'Hier makenwe persoonlijkheden',verklaardezijn fgids.'Daar staje vàn te kijkén, hè?Vroegermoesten Dewerkenen doenom iemandte zijn. Maar dat is alle;maalniet meernodig.Ouderwets,voelje wel?' 'Ik... eh... vind het hier niet zo prèttig', zei heer Bommel,beklemdnaar de omrineendeinstrumenten
DENKEN
DoorMartenroon
kijkend. 'Dat komt wel', sustede ander. 'Om te besinnen gaanwe_jeeensuitproberen.De Kul Tuur uitJe bhzen,voelje wel?Dit isje leraar.Doeje best.' Met dezewoordenverliet hij de zaalen nu trad de aangeduideonderwijzervoorwaarts. 'Wat kanjezoal?'vroeg die. 'Pingelen,tjingelenof slaan? En wat isje tekst?' , 'Onzin', zei heer Ollie uit de hoogte. 'Ik ben een heervan stand- en miin goedevadeiwasaltiid teeen dit soort dingen. 'Besèhaáfdpiano-onderwijsis-genoeg',zei hij altijd, en daarheb-ikmij aangehóudeá.'
HEER BOMMEL
EN HET NIEU\ryE DENKEN
DoorMartenroo
v 5724'Dietekstis wel goedgek',mompeldede leraar. 'Maar nog eenbeetjeslap.We zullenhet wat bijpunten.En dan stelik slagwerkvoor.' HeerBommelbegonte begrijpendat hij hierin een muzieKabriekgeraaktwaseneengroteschrikmaakte zichvanhemmeester. stem.'Ik kan . 'Ik wil niet', riep hij met overslaande
Met dezewoorden trad hij op de beweesdeheer toe,greephemom het middel entilde hemmet eengemakkelijkezwaaibovenhet hoofd. 'Slagwerk!'mompeldehij. 'De grotetrom, dat geeft eenvolle klank.' En voordat heerOllie ietstot zijn verweerhad kunnen inbrengen,werd hij midden op eenbovenmaatse drum geworpen.Het vel barstte,zodat hij tot aan de nlel.'Een beetje plankenvrees?'vroeg de onderwijzer okselsin het instrumentwegzonk,en daar zat hij nu. 'Dat hebbendebesten,latenwenou wel De schokbrachthemechterweertotzichzelfenzodra deelnemend. wezen.Maar dat gaaĂ?er gauwgenoeguit. Evengoed hij zich het onwaardigevan zijn positiebewustwerd, ontstakhij in grotewoede. aanpakken.'
HEER BOMMEL EN HET NTEUWEDENKEN NR c-l'll'
Door Marten Toonder
>g
(\'
"a:
N\
5725Uitzínnígvandrift, poogdehij zich uit hetinstrument te bevrijden,zodat zijnvoetgetrappelhol door het koper weergalmde. Toen dit echterniet hielp, begonhij met de l'uisten op het trommelvel te beuken, en machteloos te schreeuwen. riephij.'Kwilleruit!' 'Woeaaaah!' 'Een aardigritme'osprakde leraar.'Een beetjehot; daarhoudikwel van.' Hij bukte zich om eentrompet op te rapenen daarmeezettehij zich gemakkelijknederom er lucht in te blazen. 'Eruit!' loeide heer Ollie. 'Kwilleruit! D-dit is egeenbe-behandeling!Als mijn goedevader dit eeis
had gezien!Maakmelos!Je zult s-spijt krijgenl De toornvan eenBommelis...oempf!' Hij zweegevenom ademte halen,doch de muziekonderwijzer,die de melodieinmiddelsgevondenhad, namhetthemavanhemover.En daardemusicerende heeronvermoeiddoorgingmet het bebeukenvan het trommelvel vormde het geheeleen trefïend samenspel. 'Een lekkere biet', mompeldede Idoolmaker, die het gebodenein de luisterzaalop eentelevisiescherm volgde.'Er zitpit in. De tekst is nog steedswat slap, maartoch...diejongenkomt erwel.We zullenhet'De Torenvan Bommel'noemen.Het wordt eentoppop, dat is zeker.Een nieuweklank.'
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5726Heer Bommels muziekoefeningenbleven ook buiten het gebouw niet onopgemerkt.Door middel van krachtigeluidsprekerswerd het geluid tot ver in de omtrek weergegeven.En daar vooral het drumwerk goed tot zijn recht kwam, stroorgden de luisteraarsal spoedigvan allekantentoe. 'Een nieuwebiet!'verklaarde eenvan hen, die gehoor voor muziekhad. 'En die tekstdoet het wel.' 'Moet je horen', vulde een ander aan. 'Kwilleruit. Maar wat is eengoedevader?' 'Lekker gek!' meendeeen derde. 'Iets hoeft toch niet altijd ietste betekenen.Laten we nou wel wezen.'
DENKEN
DoorMartenroon
En opgeruimdbegonhij de melodiemeete fluiten. Nu verscheeride Idoolmaker in de deuropening. Hij wierp eenblik op de luisteraarsen nam toen het woord. 'Ja, jongenso,sprak hij. 'We gaan iets helemaal nieuws brengen.Wij hier'in Novo houden van het Nieuwe Denken.Nou, dit is nieuw.En ik zalje eswat vertellen.Ik zal je eentip geven.Geruitejassenwordenin!' Dit bericht veroorzaakteenigeberoeringonder de kleine menigte: en Tom Poesodie intussenin de buurt geraaktwas,werd er door aangetrokken.
HEER BOMMEL
EN HET NIEU\ryE
DENKEN
DoorMartenroon
5727Fnige ogenblikkenluisterdehij oplettend naar krachterÍvan de solist waren inmiddelsechteruitgehet gedreun van de grote trom, die op eentonige put. Hij staakÍehet beuken en begon zich met v'erdoóh krachtige wijze bespeeldwerd. Daar boven-uit trokken gelaatuit het trommelvel los te maken. Dit schreeuwde een rauwe stem onsamenhangende ziendebesloot de lerdar het optreden met een loeiwoorden als: 'Goede vader... heer niet aandoen... endeuithaal en daarop staakteook hij het schuiven haalme eruit...ik zalje.,. wat ik bedoel'.zodathij al van zijn instrument. spoedigbegreep,dat het heer Bommel was die daar 'Niet slecht,laten we rilel wezen',sprak hij. 'Maar musiceerde. Zonder bedenken sloop hij naar de nou moetje es horen.Die tekst...' achterkant van het gebouw, waar hij een blik om 'Ik moet niets horen3,riep heer Bommel rood, 'U zich heen wierp om zich ervan te overtuigen dat hij bent geenheer! Ik heb er genoegvan!' alleenwas. Toen wierp hrj vlug het maskeraf. Zo roepende greep hij een slagbas;die daar in 'Daar is een soort kelderraampje',mompeldehij. een hoek stond en tilde die dreigend boven het 'Met een beetjegeluk zal ik de plek waar heer Ollie hoofd. De onderwijzer hief verrast zijn trompet op zit, wel kunnenvinden.' oÍn de slag af te weren, maar op dat moment klonk Dat was inderdaadniet moeilijk, want de muziek- er plotseling een luide stem. zaal bevond zich in het midden van het gebouw en 'Niet doen', riep Tom Poes. 'Dat zou jammer de wanden lieten tamelijk veel geluid door. De zijn!'
HEERnOMMNT,EN
HET NIEU\ryE
5728Heer Bommel liet. zijn instrument zakken en staarde ongelovig naar de onverwachtebezoeker. De leraar maakte daar gebruik van om zích naar Tom Poeste haasten. 'Net op tijd', sprak hij. 'Mrjn leerling wilde net een foute slag met de slagbasgeven. Fn dat is geen werk. Eén tegen êén, dat gaat niet, laten we nou wel wezen. Ken je hem?' 'Zo'n beetje wel', zei Tom Poes. 'Hij kan wel wat, maar ik vond dit erg knap. Binuen een paar dagen is dit soort muziek in. Het lijkt me het einde om zo'n goeie leraar te hebben!' Deze woorden deden de afgematteonderwijzer veel genoegen.,,Eenbrede glimlach verscheenop zijn trekken en hij blies zich een weinig op:
DENKEN
ooo'ptartenroond
'Heel gewoon', verklaardehij. 'Vakwerk, weet je wel? Maar nou moet die kennis van je een beetje rileksen.' Hij wendde zich voldaan om en verliet het vertrek om ergens een verfrissing te gaan gebruiken en Tom Poes haastte zich naar heer Ollie. 'Jonge vriend', sprpk deze op klagende toon. 'Waar heb je al die tijd gezeten?Als je eens wist wat ik allemaal heb meegemaakt.Ik heb...' 'Ik kan het me voorstellen',zei Tom Poes haastig. 'Maar daar hebben we nu geen tijd voor. Ik heb een plan, maar dat is alleen maar uit te voeren wanneer u meewerkt. zonder boos te worden. Nu kunt u laten zien wat een heer van uw stand bereiken kan!'
HEER BOMMEL
EN HET NIEU\ryE DENKEN
5729W at er tussenhen besprokenwerd, zal heĂ? veronsleren.Maar eenvan de volg van dezegeschiedenis gevolgenwas,dat heerOllie in hetvervolgvol overtuiging in de grotedrum plaatsnam en daarmet gebalde vuisteneen straf ritme deedhoren, dat hij met ongeschooldestembegeleidde.Zijn tekst bleef eenbeetje slap, doch de kundige muziekleraaroverspoeldehet geheelmet eenloeiendgeschuifvan zijn trompet, zodat het geheelzeerbewedigendte noemenwas. Het was vooral nieuw - en het valt dan ook niet te verwonderendat'De Toren van Bommei' al gauw een toppop was,terwijl heerOllie zelf eenvoorbeeldvoor
DoorMartenroo
de bevolking werd. Wanneer zijn programma door en luidspremiddel van openbaretelevisieschermen kers het straatbeeldlulde, zag men mâ‚Źer en meer in geruitejassengekledekijkerstussendemenigte.Maar denieuwerichtingwerd niet overalmetblijdschapbegroet.Vooral in de meerontwikkeldekringenstietzij op tegenstand. 'Ik ziedaardatjij dusook al zo'n geruitejas draagt', sprakde geleerdeLoosgeestVijftien in de Aanpasserij. 'Je laat ergensje hersensspoelendoor die vreemdeling.Dat is gevaarlijk.Wat moet er zo van onzeKul Tuur terechtkomen?'
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5730'Ik draagduswat ik wil!' verKaardeZagtbolNegenop fiere toon. 'Ik ga met mijn tijd mee.Het Nieuwe Denkenis altijd nieuw.Dus.' 'De gevolgenvan die nieuwetrend zulleneenbeetje veelte gekzijn!' riep LoosgeestVijftien uit. 'Hij komt uit vreemdestreken.Ergenskunnenwe op die manier onzeKul Tuur niet zuiverhouden.En dan nog wel geruitejassen.Waar moet het op die manierheenmet de Aanpassing?' Dat was inderdaadde waas. Niet alleenwerd het straatbeeldmeeren meerdoor-ruitiestextielbeheerst, doch ook zagmener vreemdelingeídie schaamteloos
DENKEN
DoorMartenroond
zondermaskerrondliepen.Het is dan ook geenwonder, dat de overheidzich zorgenbegonte maken. 'Dat wordt herrie', zei de agentNul Dertig zorgelijk. 'Als het er nou éénis, wil ik er nog wel de knuppel op leggen.Maar de straatloopt vol met dat soort slabbers.Wat moet ik ermee,sersjant?Dit lijkt op vroeger,latenwenouwelwezen.Mij nietgezien.Voormij is dit niet het NieuweDenken.' 'Mijn idee',gafzijn meerderetoe. 'Die lui gaanpret maken.Moet je esluisteren.Ik weetwat. We gaaneen beetjemet vakantietot de lol over is. Daar horen we nietmeerbij.'
HEER BOMMEL EN HET NIEUWE DENKEN RC-l-lb
5731Reedsenkeledagendeedheer Bommel nu wat Tom Poeshemgevraagdhad.De gevolgenblevenniet uit, want zelfszijn ontdekker,die hemop eenavondte etennoodde,droegeengeruitejas. 'Het gaatgoed,jongen',sprakde gastheer''Jebent lekker inl Nirg eventjesen je bent een idool. Dat is waarwe heenmoeten;latenwe nou wel wezen.' 'Ja', gaf heer Ollie toe. 'Dat is te zeggenwat is eieenidool?' eenliik - 'Nbu. kijk', legdede anderuit. 'Moetje horen.Een idool is In, voel je wel?Wat die doet, doet iedereen. piip biivoorbeeld.Die is goed. Die brengenwe Die -iri. Róken was slecht,maar als jij een pijpje ook schuift,dan is het eentrend.'
Do.orMartenToonder
tb',08. '
Heer Bommelwierp eenverrasteblik op zijn rookgerei.en eenglimlachverhelderde zijn trekken. " 'Dat is ook]zo',gaf hij toe. 'Een heergeeftaltijd een eoedvoorbeeld.Daar kan menzich aanhouden,alsu 6esriintwat ik bedoel.Miin goedevaderzei...' íSóàar tekstentot dè uizending'.onderbrakde i. Idoolmaker.'Tegenmij kanje gewoonpraten.Maar nou moetje esluisteren.Vanavond,hè?Vanavondga ik ie aan het publiek voorstellen.In de Gehoorzaal vaí Novo. Dán gaathet erom,jongen.Dat moettop zijnl' Heer Bommelkeekwat verbaasd,maar het gezicht vanTom Poes,diebij deingangstond,nam eenzorgelijke uitdrukkingaan.
IilEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5732'Op-Top',verduidelil茂te Im, terwijl hij opstond en zijn hoed opzette.'Nou moetje es goedluisteren. Dat moet goed zijn. Dat moet z贸 ontzettend revze goed zijn, dat je de einde-top haalt! Toppop. Afgesproken?Tot straksdan.' Met dezewoordenverliet hij opgeruimd de eetzaal en liet heerBommelonthutstbij de restenachter. 'Vanavondgaat het e( dus om', zei Tom Poes.'In die Gehoorzaalzullenveelaanhangersvan het Nieuwe Denken komen- en dat is uw kans.Dan moet u een goederedevoeringhouden. Zegvooral, dat die Aanpasserijen die heleIdoolbewegingonzinzijn.' 'Ik weet wat mij te doen staat', sprak heer Ollie
DENKEN
DoorMartenroon
knikkend.'Maar toch...eh...Somsdenk ik... Ik bedoel....eh...Waaromis het onzin,wanneermen een Bommelalsvoorbeeldkiest?' 'Als we dezeliedenwillen helpen,moetenwe een einde maken aan het Nieuwe Den\en', drong Tom Poesaan. 'Want dat is geendenken,alleenmaar naapen-en u bentde enigediedaarwataankandoen.n De Idoolmaker, die natuurlijk niets wist van deze opruiendetaal, had inmiddelsde uitgangvan het gebouw bereikt en daartrof hij enigewienden aan. 'Het gaat goedo,verzekerdehij. 'Na vanavondzal hetnog betergaanen devolgendeweekzittenwein de bovensteTrend-Top!'
I
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5733 Men moet zo'n uitvoering in de Gehoorzaal van Novo niet te laagaanslaan.Iedereendie Iemand is, gaat daar naar toe om op de hoogte van het Nieuwe Denken te blijven en om zodoendete weten,wat hij denkenmoet. Toen de avond dan ook was gevallen en de lichten die om eenbeeltenisvan heerBom. mel waren aangebracht,aan- en uitflitsten, bewoog zich een dichte menigtevoor de ingang van het gebouw. Voor eenweemdelingbood het eerlenigszins eentonigeaanblik. Alle bezoekersdroegendezelfde geruitejassenen ook overigenswas er in hun uiterlijk weinig afwisselingte bespeuren.Maar allen werden ze bewogendoor eensterkeontroering,die door grote bewegingen luid geschreeuwtot uitdrukking
DENKEN
DoorMartenroon
kwam. Het was duidelijk, dat heer Ollie In was. Toen het voertuig van de Idoolmaker dan ook voorreeden zich opendeom de bekendepopfiguur te laten uitstappen, ontstond er een wild gedrang. Heer Bommel wierp een bevreesdeblik op de omstandersen trachtte onopvallendde ingangte bereiken. Dat viel echterniet mee;krachtigehandentrokken aan zijnjas en het getier dat de lucht vulde, belemmerdezijn gedachtenloop,Maar hij zette moedig door. ?Hier moet een boodschapdoorgegevenworden', preveldehij met opeengeklemde kaken.'Deze lieden moeten door een mooi voorbeeld tot beter denken worden gebracht.Ik zie mijn plicht.'
HEER BOMMEL
EN HET NIEU\ryE DENKEN
5734Heer Ollie geraakteuiteindelijk,met behulpvan de Idoolmaker,op het toneel.En daarademdehij verlicht op. In de zaalachterhet gordijn spoeldehet publiek schreeuwendenjoelend naar binnen,maar hier washet vredig,zodat hij zijn gedachtenterugvond. 'Een boodschap',preveldehij. 'Van eenheer.Over naรกpen.' 'Zitje tekstgoed?'vroegzijn ontdekkergespannen. 'Ileb je lekker de zenuwen?Maak je vooral druk,jongen, dat gaat er altijd in. Nou moet je es luisteren. Springmeteenin die drum. Dat is eengoeiegangmaker. En dan De Toren van Bommel,je weetwel...' 'Weesgerust',sprakheerOllie glimlachend.'Ik ken
DoorMartenroo
mijn taak. En het is niet de toren, maar de toorn. De toorn van eenheer,alsu begrijptwat ik bedoel.' 'Als het maai zit', zei de ander,niet geheelgerust. Toen repte hij zich achter de coulissen,want op dat moment spletende gordijnen vaneen,zodat de fiere gedaantevan de kunstenaarzich aan het publiek vertoonde. De verstildeglimlach plooide nog steedszijn trekkenenzijnverschijningmaaktezoveelindruk, dat een diepestilteoverhetgehoornederdaalde.In plaatsvan echterspontaanin degrote trom te springen,zoalsde verwachtingwas,deedde optredendeheereenpasje voorwaarts.
HEER BOMMEL
EN HET NIEUIVE DENKEN
DoorMartenroon
*@ @,íd
5735 'Geachtetoehoorders',begon hij. 'Zo zijn we dus bijeengekomenom te luisteren naar de boodschapdie ik, alsheeren alsBommel,u brengenzal. Ik zie áijn taak, als u begrijpt wat ik bedoel.Even kijken...waarwasik?Het naiipen,juist. Kijk, mijn goede vaderzeialtijd...' In de zaalbegonhet rumoerigte worden.Er stegen kreten op als: 'Het slagwerk!','Waar is de biet?' en dergelijkè.De ldoolmàker, die met de muziekleraar tussende coulissentoekeek,begonhet dan ook warm te krijgen. 'Hij vergeetde instrumentatie!'fluisterdede onderwijzei en áe ander voegdeer nerveusaan toe: 'Zijn tekstis altijd al slapgeweest.Hij moet het van het rit-
me hebben,laten we nou wel wezen!Wat mankeert hem?' 'Ikwil maarzeggen,'hernamheerBommelmetverheÍIing van stem, 'dat die hele Aanpasserijonzin is. Eenheeris eenheer- en daaris er maaréénvan.Een heergaatdapperzijn eenzameweg.Onverschrokken beschermthij dezwakkeenbestrijdthij het onrecht...' 'Dat wordt te gek!' sisteIm en de onderwijzertrad snel.tevoorschijn. 'Dan maar weer zoals de eerstekeer', mompelde hij. 'Dat doethetnogwel.' Met dit voornemenhief hij de solist hoog op en wierp hem met een fraaie boog midden in de grote trom.
IHEER
BOMMEL
EN HET NIEU\ryE DENKEN
DoorMarrenroon
3,f$,',ey
5736 Dit maakte een plotseling einde aan heer Ollies toespraak.Niet alleen omdat de ondergane behandelinghem danig schokte,maar ook oÀdat het publiek in grote opwinding geraakte. 'Laatmelos!' brulde heer Bommel in srote ldrift. 'Kwilleruit!' '- Zo roepende beukte hij met beide vuisten-op het gebarstentrommelvel en stampte hii met dê voeten tegen de binnenkant van hêt koperen vat, zodat een dof ritme de grote ruimte vulde. Op de maat daarvan rezen de toeschouwersovereind om het aanwezige meubilair in puin te slaan. Lampen kwamen kletterend omlaag, stoelen'vlo-
gen door de lucht en hier en daar was het ritmische geknerp van meegebrachtezaagieshoorbaar. 'De Toren van Bommel!' schreeuwdede menigte. 'Kwille ruit - kwille ruit! Lekkere biet!!' 'De toorn van een Bommel!' brulde heer Ollie daar tussen door. Maar de geestdrift was te hoog gestegen,er was niemand meer die naar hem luisterde-en het krakend geluid van de vernietiging overstemde zijn woorden. 'Nou gaat-ie goed!' sprak de onderwi.izertussen de coulissen. 'Maar hii moet niet inzakken. laten we wel wezen.'
HEER BOMMEL EN HET NIEUWE DENKEN
Door Marten Toonder
NRc- Hla
5737Heer Bommelswoededuurdemaar kort. Het drongmet eenschoktot hemdoor,dat hij geenmooi voorbeeld gaf en daarom beheerstehij met grote moeitezijn ontstemming. 'Halt!'riephij metkrachtigestem.'Stilte,bedoelik. Wij moeteneensevenrustigmet elkanderspreken...' Het publiekvond het natuurlijk vervelend,dat er zo plotselingeen einde aan het musicerenkwam. Er daaldedan ook eenregenvan rottend ooft en ledige flessenop het zangpodiumneder.De kunstenaarliet zichhierdoornietafschrikken. 'Ik moet mijn boodschapbrengen',preveldehij, zichmet enigemoeiteuit zijn instrumentlosmakend. 'Er ligt eentaakvoor me...'
Hij sprongop het toneel,maar helaas,eenonbekendehand opendeop dat momenteenluikje in de vloer, zodat de concerlgeveronverwachtuit het gezicht verdween.Een hoge kreet en een donderende slagwarende laatstegeluidendie men van hemvernam;daaropnamende geluidenuit de zaalde overhand. HeerOllie hoordeze slechtsvaag.Een schemerige duisternisomringdehem,toen hij tot zichzelfkwam - enhij waszichbewustvaneenhand,diehemdriftig aande kraagsjorde. 'Kom gauw,heerOllie', hoordehij Tom Poeszeggen.'We moetenopschietenlEr is geentijd te verliezen,wantbinnenkortwordt alleshierafgebroken...'
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
wasnog slechtshet ver5738Op de televisieschermen laten toneel zichtbaar, dat langzamerhandmet ontbindendevruchten en versplinterdemeubelsbedekt werd.Maar de boodschapdievan het tafereeluitging, bleefnietonbemerkt. In de Aanpasserijbijvoorbeeld had de geleerde ZagtbolNegenzich meestergemaaktvan de sleutels en die zwaaidehij nu geestdriftigheenen weer. 'Aanpassenis onzin!' riep hij frer. 'Ik zie dus mijn taakl Alle hekkenopen en iedereeneruit. Dan zal je pasechtietsziengebeuren! NieuwDenken!' Z.ijn collegaechterkeerdede beeldbuisde rug toe en schuddeafkeurendhet hoofd. 'Fout', sprakhij. 'Die biet deugdeergensniet. Dat is geenNieuw Denken,het is oud! Het woordoheer'
DENKEN
DoorMartenroon
gelezen.La' hebikeensergensin eenverbodenboekje ten we wel wezen,we gaandeverkeerdekant op!' Maar de ander luisterde niet. Zwaaiendmet zijn sleutelssneldehij de gangin om zich naar de vertrekken van de patiĂŤntente begeven.En voordat LoosgeestVijftien maatregelenhad kunnen nemen,werden de hekkenvan de nuttige instellinggeopendom doorgangaanallerleikneusjesen gâ‚Źestelijkmisvormdente verlenen. Nu werdde stilleavondluchtverscheurddoor dravendevoetstappen,opgewondenkretenen het gerinkel van eenketting.Dit laatstewerdveroorzaaktdoor de portier, die tot nu toe voor het hek gezorgdhad en diebekendwasonderde naamNegenoogie.
HEER BOMMEL
EN HET NIEUIVE
5739Tom Poeshad heerBommel door de achteruitsans oD straat sebrachten daar holden ze nu voort. Óm"tre'nheenwás de bevolkingdoendezich uit te leven,want het gebodeneop de televisiehad de gemoeÈrwarenvelendie,teleurgederensterkaaágegrepen. besteld door de nieuwe biet, door onlustg€voelens vangenwerdenop het zien van eengeruitejas...Daardooi ontstonden natuurlijk vele vechtpartijen en overal klonk getieren het geluidvan brekendevoorwerpen. 'Êoe vreselijk is dit alles', klaagdeheer Ollie, die zich radeloosvoorthaasttedoor het gebeuren''Revolutie, roof en plundering! Een omwentelingen dat
DENKEN
DoorMartenroon
door miin toedoen!Dit is heteindevaneenheer!' 'Het ii allemaaleenbeetjemat', sprakde Idoolmaker. die nog steedsnaast de muziekleraartussende coulissensónd. 'Ik weet niet of we het zullen halen. valt metegen.jongen!' De Gebeurtenis De onderwiizerliet eenvermoeideblik overhettoneel glijden. óat nu haast geheelmet vruchten en wrakhoutbedektwas. 'Het is de echtegeestniet', gaf hij toe. 'MisscLign was die Nul Bommel niet helemaalgekgenoeg.Zijn tekstwasslap,latenwe wel wezen.trkhad die trompet eronder moetengooien. Nu blijven de muren overeind.We halenhet niet, net zo jezegtt'
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5740Het waseb. De zeekabbelderustig op het verlaten strandvan het eilandNovo en de dunnesikkelvan de afnemendemaan bescheenhet tafereelmet een vaallicht. In ditbleke schijnselbewogendeuitgeputte gestaltenvan heer Bommel en Tom Poeszich zoekendlangsde waterlijn voort. 'Daar ligt een van de vaten', zei Tom Poes oplevend. 'Het tij is gunstigen alswe het nu in zeerollen, raken we in ieder gevalvan dit land weg,voordat de menigtehet in de gatenheeft.' 'We', sprakheerOllie bitter. 'Hoe kunnenwenu samen in dat enevat! Nee,jonge wiend, het is allemaal
DENKEN
DoorMartenroon
mijn schuld dat het zo verkeerdis afgelopen.Ga jij maarterugnaarde beschaafdewerelden laat mij hier achter...' in de eenzaamheid 'Dat is niet zoongoedidee'ozeiTom Poes.'Ze zoekenniet mij, maaru. Kruip er nu maarvlug in, voordat iemandu ziet!' Zo pratendewashij doorgelopenenzaghij tot zijn vreĂˆgdeachtereenrots het anderefust liggen.Maar heerBommelzagdat niet; hij stondgeschrokkennaar tweefigurente kijken die uit de nacht opdoemden, 'D-die hebbenmij gezien',fluisterdehij met bleke lippen. 'Ik moetzorgendat ik wegkom!'
HEER BOMMEL
EN HET NIEU\ryE DENKEN
5741 ln de vroege morgenuren van de volgende dag kon men op het strand van Rommeldam twee vooraanstaandefiguren waarnemen.Het waren de markies De Canteclaer en burgemeesterDickerdack, die dit recreatiegebiedkwamen bezichtigen voordat het toeristenseizoenaanbrak. 'Enigszins een bende', sprak de magistraat hoofdschuddend. 'Het riekt kwalijk', gaf de qdelman toe. 'Het grauw heeft daar nu wel niet zo gauw erg in, maar toch...' 'Ik moet mijn vuil toch ergenslaten!' mompelde de heer Dickerdack. iMaar ik geef toe, dat het een beetje uit de hand loopt. Het wordt steedserger.' De markies zweeg. Hij had zijn face-Ă -main aan de ogen gebracht en staarde nu naar twee firsten die door de vloed en de branding op het olie-
DoorMartenroon
strand geworpen werden. 'Afual van het land en aanslibsel uit de zee', mompelde hij toen. 'De overheid zal toch moeten ingrijpen, amice!' De ander knikte somber en begaf zich, gedreven door een begrijpelijke nieuwsgierigheid,naar de vaten, die zojuist waren aangespoeld.Ze bewogen zich een weinig - en uit een ervan klonk een krassenden bonkend geluid. 'Curieuso,prevelde de heer De Canteclaer,halt houdend. Hij keek oplettend naar het deksel van de ton, dat langzaam geopend werd om doorgang te verlenen aan de verflenste en vervuilde gedaante van heer Ollie. 'Parbleuo,hernam de edelman, 'het is werkelijk stuitend wat er allemaal aanspoelt! Zoals ik zei: het wordt tijd dat de overheid ingrijpt!'
HEER BOMMEL EN HET NIEUWE DENKEN
Door Marten Toonder
I
'Par exemple',sprak de markies.'Nu ziet ge waar5742HeerBommel keekverwardom zich heen.Onder hgm knerpten de glasschervenen om hem heen toe de verwaarlozingvan het strandleidt, amice!Een olie. Het zien verzamelplaatsvoor asocialen.Het is hoogst stuihing de geurvan afral en aangespoelde van de vertrouwde omgevingen de bekendeperso- tend!' De burgemeesterkeek onthutst toe, maar voordat nen die zich daarophielden,maaktehem niet blij. 'Tom Poes', riep hij klaaglijk. 'Waar ben je? Ik hij ziln meninghad kunnengeven,werd de stilte verbroken door eenluidruchtigebegroeting. voel me niet goed!' 'Negenoogie!' riep de gemaskerdehol en heer Nu opendeook het tweedefust zich en een kleine gedaantemet een opvallendmaskerop schoofnaar Bommel sprong met hernieuwde levenskrachten buiten. Op hetzelfdemomeĂ?rt werd er vanaf de zee overeind. 'Jongevrienden!' riep hij uit. 'Welkom in het vaeen luid geroepvernomen- en daar drevenop een derland!Nu is alle leedgeleden!' balk Tom Poesen eenvreemdelingnader.
HEER BOMMEL EN HET NIEUWE DENKEN c- Hb
: 5743 "V,laar komen ze vandaan?' vroes de heer : Dic[<erdack zich af. oZo\ er een schiftreuk geweest zijn? Of gewoon maar een feestje?' 'Niets van dat alles', sprak de markies koel. 'Daar is me die eh... Bommel met zijn trawanten aan het jutten, amice! Tussen het huisvuil moet veel waardevolsvoor dergelijke lieden schuilen.' Zijn krakende stem klonk raspend over het strand en heer Ollie staakte,onaangenaamgetroffen. zijn begroeting. 'Een heer jut niet!' riep hij uit. 'Dat moest u weten! Ik keer juist terug van een studie in het Nieuwe Denken, als u begrijpt wat ik bedoel.' Nulnegen Nul, die achter hem s!ond,. begreep de zin van het gesprokeneweliswaar niet, maar
Door MartenToonder
30.0Q. '
hij voelde, dat de stemming niet wiendschappelijk was. 'Moet je horen', zei hij, heer Bommel aanstotend. 'Laten we een lolletje hebben. We zijn vier tegen twee, dus dat zit wel goed.' 'Nee, eh... nèe', zei heer Ollie haastig. 'Geen lolletjes. Het Nieuwe Denken heeft hier nog niet zo'n ingang gevonden,bedoel ik!' De edelman wachtte het einde van dit gesprek niet af. 'Parbleu!' sprak hij. 'Van dat soort volk kan men van alles verwachten; zelfs lijfelijk geweld. Kom mee, amicâ&#x201A;Ź.' En met die woorden haastte hij zich met de magistraat naar de gereedstaandedienstauto.
HEER BOMMEL
EN HET NIEU\ryE DENKEN
5744 Na hun vertrek lag het strand stil naar olie en afual te geurenen heer Ollie wierp een beklemde blik om zich heen. 'Terug in het vaderland', mompelde'hij. 'Dat is toch ook niet alles,jonge wiend. Ik bedoel...' 'Wacht eens,'zeiTom Poes,'daar komt een.oude bekende aan! De strandvoogd,u weet wel!' En ia hoor. Van achter een der vuilnishopen verschĂŞeneen korte sedaantedie ferm met een bel klepelde. 'iioogwater!' riep de verschijning. 'De vloed komt hoog! Voor tien uur binnen zijn!' Heer Bommel bedacht zich niet en snelde naar Negenoogie en de gemaskerdedame, die in een
DoorMartenroon
intiem gesprekgewikkeld waren. oHorenjullie dat?' riep hij uit. 'De vloed komt op en dan worden we weer weggespoeldom het Neuwe Denken te leren... Ik wil naar huis, bedoel ik! Kom vlug mee - en zel dat masker toch af!' Zonder tiwachten of zijn woorden uitwerking hadden begon hij snel een vuilnisduin te beklimmen, gevolgd door Tom Poes. De beide vluchtelingen uit Novo liepen een beetje aarzelendachteraan. 'Naar huis', herhaaldede een. 'Wat is dat?' En de ander mompelde onder het karton: 'Masker afzetten!Dat gaat niet. Zonder.masker voel ik me te bloot.'
HEER BOMMEL
EN HET NIEUWE
5745 Tegen het vallen van de avond stond de bediendeJoost in een landerigehoudingin een hoek van zijn keuken. Op het fornuis pruttelden overkokende pannen en dichte dampen vulden het vertrekje met de verkwikkendegeur van gaarvoedsel. 'Het is zonde, als ik me zo mag uitdrukken', mompeldede trouwe knecht. 'Reedsdagenlang bereid ik iedere avond een voedzaammaal, zonder dat heer Olivier op komt dagen.Zo gaat dat nu altijd. Die maaltijden zijn goed en wel, maar ze zijn eenverspilling!Het wordt tijd, dat heer Olivier eens een beetje moderner gaat denken, wanneer ik zo vnj mag zijn.' Op dat moment werd hij in zijn sombergepeins
DENKEN
DoorMartenroon
gestoord door het geluid van stemmenbuiten. En toen hij zich uit een vensterboog, zaghij zijn meester met Tom Poes en twee vreemdelingendoor het maanlicht huiswaartskeren. 'Dag, Joost!' riep heer Bommel opgewekt.'Is het eten klaar?' 'Altijd', antwoordde de bediende, een weinig humeurig. 'Dat weet u toch? Ik vroeg me juist af, als het niet te impertinent is, of u niet een weinig eh... moderner wilde gaan denken.' Daar keek heer Ollie van op. 'Jij ook al?' antwoordde hij. 'Modemer denken? Dat is niets voor een heer van mijn stand,Joost! Ik kan het weten,want ik heb het bestudeerd!'
HEER BOMMEL EN HET NIEU\ryE DENKEN N Rc - Hb
5746Heer Bommelleiddezijn gastennaar de eetzaal en schonkeenglasin, om eendronk uit te brengen. 'Op de behoudenthuiskomst',besonhii. .W-elkom in Bommelstein, bedoelik. Ik hoopl dat iirllieie hier thuis zullen voelen.Ik doe het wel. Uetiiikt nu wel prettigom eenldool te zijn,maareenheermistin Novo tochwel veledingen.diehetlevenaangenaam maken.Watjij. Tom Poes?Welkeenarmoedévanideeën feb.pelwij aangetroffen- en welk eenpover taalgebruik. En dande manieren...' Hijpauzeerdeevenom eenteugte nemenen de dame, die eindelijk haar maskerhad afgezet,wiebelde wat ongemakkelijkop haar stoel.
Door MartenToonder
'Waar gaathet over?'vroegzezenuwachtig, 'Weet ik veel?' antwoorddeNegenoogie,-dienog steedsmet zijn voetketting sukkelde.Hil booe zicfr over de tafel en hernam:'Het lijkt me oniin. Eá er is niet eenseenbiet bij. Moet je luisteren.Als iedereen híerzo pÍaat, wil ik weerterug. Ik ben.hierniet gekomenom moete worden.Laten we nou wel wezen., 'Weesmaar niet bang',zei Tom poes seruststellend. 'Het zal wel meevállen. Jullie taal wórdt in dit land al veelgesproken.We beginnenhier ook nieuwer te denken.' EINDEVANDITVERHAAL