Beste Toonder-liefhebbers, Via deze mail wil u het beste wensen voor het nieuwe jaar! Moge 2021 een mooi jaar worden waarin we elkaar weer kunnen ontmoeten en in de thuis-perioden ons kunnen vermaken met de prachtige uitgaven die gepland staan. Ik heb er voor gekozen om u een digitaal kerstverhaal van heer Bommel te doen toekomen uit 1947. Ik was dit verhaal aan het opmaken voor Tom Poes avonturen band 30 die in mei uitkomt. Zoals u wellicht weet worden de ballonstrips en de geĂŻllustreerde verhalen hierin uitgegeven. Maar om te zorgen dat het geen kopie/ scan is van toen, worden alle tekeningen gerestaureerd, de teksten opnieuw gezet en gecorrigeerd. Ik ben erg benieuwd wat u van het resultaat vindt. Op deze weg wil ik de komende weken alle verhalen voor het eerste deel (het worden er maar liefst 4) aanpakken. Dus mocht u het leuk vinden, pak dan de oude Tom Poes weekbladen er eens bij of de integrale serie van uitgeverij Boumaar, dan kunt u het verschil zien in kleur, scherpte en leesbaarheid. Via deze link kunt het verhaal online doorbladeren en lezen: https://www.flipsnack.com/uitgeverijcliche/heer-bommel-de-kerstkalkoen.html Mocht dat niet werken, ik heb het verhaal als PDF ook toegevoegd aan deze mail, dan kan het ook via een fraai printje. Met vriendelijke groet, Ton Mackaaij Uitgeverij ClichĂŠ Boomstede 564 3608 BM Maarssen 06 54 61 34 85 email: info@uitgeverijcliche.nl bestellen: www.uitgeverijcliche.nl
de KerstKalKoen – Geïllustreerd verhaal uit Tom Poes weekblad, 1e jaargang, no. 5 –
T
om Poes en Olie B. Bommel waren in de Oude Schicht op weg naar Rommeldam waar heer Bommel voor de komende feestdagen inkopen wilde doen. Gelukkig was het mooi weer en lustig snorden ze over de ietwat hobbelige weg. ‘De Schicht loopt uitstekend, heer Ollie,’ zei Tom Poes. ‘Zeldzaam soepel! Je kunt merken dat hij net nagekeken is.’ ‘Wat je zegt, jonge vriend!’ antwoordde heer Bommel trots. ‘Hij is misschien wel niet zo mooi meer, maar eenvoud is een kenmerk van het ware. Een heer hecht zich trouwens aan zijn gebruiksvoorwerpen en bovendien wordt er door lieden van mijn stand veel aan antiek gedaan.’ Zo pratende kwamen ze in Rommeldam aan en reden van winkel naar winkel. Heer Bommel kocht zoveel dat ze tenslotte zelf haast niet meer in de Schicht konden. Zoveel pakjes lager er al in! ‘Ziezo, Tom Poes, nu komt de laatste, maar allerbelangrijkste inkoop,’ sprak heer Bommel opgewonden toen ze de laatste winkel binnenstapten. Daar zocht heer Bommel een prachtige kalkoen uit. ‘Dat is de mooiste kalkoen van heel Rommeldam, heer Ollie!’ riep Tom Poes bewonderend uit. ‘U hebt er kijk op!’ ‘Gevogelte is nu eenmaal mijn sterkste zijde, al zeg ik het zelf,’ sprak heer Bommel trots. ‘Kalkoenen zijn trouwens de heren onder het pluimvee. En nu naar huis, Tom Poes want het is al laat.’
Hij klemde het dier onder zijn arm zodat het niet kon ontsnappen en samen stapten ze naar buiten. ‘Dacht ik het niet!’ bromde commissaris Bulle Bas die buiten bij de Oude Schicht stond te wachten toen hij Tom Poes en heer Bommel uit de winkel zag komen. ‘Die auto kwam me al zo bekend voor. Hm! Heer Bommel! U kunt toch lezen! Parkeren is hier verboden. Al ken ik u nog zo goed, ik mag dit niet toestaan. Hm! Orde moet er zijn. Ook onder heren. Hm!’ Bulle Bas haalde zijn opschrijfboekje tevoorschijn en likte eens aan zijn potlood. ‘Hoe is uw naam, heer Bommel?’ vroeg hij toen. 2
‘Bommel,’ antwoordde heer Bommel bedremmeld. ‘Och, commissaris,’ zei Tom Poes beleefd. ‘Kunt u het voor dit keer niet door de vingers zien? Wij zullen het nooit meer doen.’ ‘Beter opletten in het vervolg, manneke,’ bromde Bulle Bas. ‘De politie dient de orde te handhaven. Hm! Enfin, genade voor recht. Voor dit keer komen jullie er met een waarschuwing af. Maar laat ik jullie vandaag niet weer op iets betrappen! Hm! Ik ben in functie. Vooruit maar.’ Dat liet de kalkoen zich niet tweemaal zeggen, want hij dook onder de arm van heer Bommel vandaan en ging er in volle vaart vandoor. ‘Help!’ riep heer Ollie geschrokken. ‘Houd de dief ! Hij is van mij! Blijf staan, dan kan ik je pakken. Je bent al betaald!’ En in de haast om het dier te grijpen liep heer Bommel de commissaris omver. ‘Eerst links, dan rechts kijken!’ riep Bulle Bas kwaad. ‘Geen tijd,’ riep heer Bommel gejaagd. ‘Nood breekt wet.’ Hij sprong in de Schicht, gaf gas en zette de achtervolging in. Op twee wielen ging
hij de bocht door, zag te laat een lantaarnpaal en liet deze links liggen. ‘Techniek tegen de natuur!’ juichte heer Ollie toen hij de kalkoen weer in het oog kreeg. ‘In een spannende wedstrijd kent een Bommel geen hindernissen!’ En op het laatste moment kon hij nog net een bakkersjongen ontwijken die een grote taart droeg. De jongen deed een luchtsprong en de mokkataart kwam met een klap op het hoofd van heer Ollie terecht. ‘Sabotage!’ riep heer Bommel boos en reed met een dreunende slag tegen een muur. Ontdaan stapte hij uit de in elkaar gedeukte Schicht, keek treurig naar de geschrokken bakkersjongen en schudde zijn hoofd. ‘Nu je toch niets meer te doen hebt,’ sprak heer Bommel, ‘kun je wel even op mijn wagen passen. Ik ben direct terug!’ Met grote sprongen rende hij nu naar de kalkoen, die voor de deur van een winkel stond. ‘Hier ben ik! Verroer je niet! Dan kan ik je pakken!’ riep hij bevelend en sprong op het dier af. Maar de kalkoen stoorde zich helemaal niet aan dat bevel en fladderde op het laatste moment weer weg. Heer Bommel, die net toesprong, vloog door de winkeldeur naar binnen, gleed uit en dook precies in een vat stroop. Kleverig en ontdaan kwam hij daar weer uit tevoorschijn. ‘Kom hier!’ riep heer Ollie, die niets meer zag, en stapte rinkelend door de winkelruit naar buiten. Recht in de armen van Bulle Bas. ‘Ik dacht dat het de deur was,’ riep heer Bommel verbaasd. ‘Neem me niet kwalijk. Een kleine vergissing.’ ‘Laat me los!’ gromde de commissaris kwaad. ‘Je belemmert een ambtenaar in de uitoefening van zijn functie! 3
slinger je op de bon, heer Bommel! Je naam en adres. Vlug!’ ‘Een zoekende bekeurt men niet. Als heer heb ik trouwens een jachtakte,’ zei heer Bommel gekrenkt. ‘Niks mee te maken!’ riep Bulle Bas. ‘Je verstoort de orde met een gans!’ ‘Kalkoen!’ riep heer Bommel boos. ‘Bommels houden zich niet met ganzen op.’ ‘Geen praatjes!’ bulderde de commissaris rood van drift. ‘Mee naar het bureau! In de cel!’ ‘Vooruit dan maar. Een heer voelt zich overal thuis,’ sprak heer Bommel waardig. ‘Hij schept zijn eigen sfeer. Maar schreeuw niet zo tegen me. Op deze manier komt er nooit vrede op de wereld.’ ‘Heer Ollie,’ fluisterde Tom Poes, ‘wees toch verstandig. U komt in moeilijkheden.’ ‘Mijn geduld is op!’ gromde Bulle Bas en keerde zich om naar de omstanders. ‘Doorlopen! Niet blijven staan!’ riep hij hen toe. ‘Goed,’ zei heer Bommel minzaam. ‘Zeg dat dan dadelijk. Dat is juist wat ik steeds wilde.’ ‘Halt!’ riep Bulle Bas haastig. ‘Hier blijven! Doorlopen! Eh... voor me uit lopen, bedoel ik. Volg me! Hm! Eh... geen gezeur verder. Kom mee!’ Zo stapten ze naar het bureau waar heer Bommel een bekeuring kreeg wegens het verstoren van de openbare orde in Rommeldam. Toen ook de schade betaald was en Tom Poes heer Bommel weer een beetje opgeknapt had kwam de commissaris de cel binnen. ‘U kunt gaan, heren,’ zei Bulle Bas opgewekt en keek op zijn horloge. ‘Hm! Mijn dienst is afgelopen, ik ga naar huis! Als ik de heren niet meer zie, wens ik u nu alvast plezierige feestdagen. Goedenavond, heren!’ Stomverbaasd keek heer Bommel Tom Poes aan toen ze het bureau verlieten. ‘Snap jij daar nu iets van, Tom Poes?’ riep
‘Ik kan niet!’ riep heer Ollie vertwijfeld. ‘Ik kleef !’ ‘Wat?’ schreeuwde Bulle Bas woest. ‘M’n uniform! Je bederft rijkseigendom!’ ‘Daar betaal ik belasting voor,’ zei heer Bommel, die nu ook kwaad werd. ‘Heer Ollie, wat ziet u er vuil uit,’ klonk opeens de stem van Tom Poes die naderbij gekomen was. ‘Tom Poes!’ riep heer Bommel, verwonderd de stroop uit zijn ogen wrijvend. ‘Waar heb jij die kalkoen vandaan?’ ‘Die zat voor de winkel waar u hem gekocht had, heer Ollie,’ antwoordde Tom Poes. ‘Geen geklets,’ gromde Bulle Bas. ‘Ik
4
hij uit. ‘Eerst bekeurt hij mij en even later wenst hij ons plezierige feestdagen.’ ‘Dat komt omdat hij nu niet meer in dienst is, heer Ollie,’ verklaarde Tom Poes. ‘Hij heeft nu niets meer met de politie te maken.’ ‘Gekke wereld,’ bromde heer Bommel. ‘Een heer weet er geen weg mee. Kom, jonge vriend, dan gaan we nu maar.’ Beladen met pakjes die ze uit de gesneuvelde Schicht opgediept hadden stapten ze vlug naar slot Bommelstein terug. ‘Eigenlijk is het toch wel een aardig beest, heer Ollie,’ zei Tom Poes, die de kalkoen nog steeds onder zijn arm droeg na een poosje. ‘Ik kan me haast niet voorstellen dat we die nu op gaan eten.’ ‘Hij heeft mijn Schicht vernietigd! Zo behandelt men geen heer,’ bromde heer Bommel en keek naar de kalkoen. ‘Hij heeft anders wel lieve ogen,’ voegde hij er peinzend aan toe. ‘Zou hij weten dat u hem gaat braden, heer Ollie?’ vroeg Tom Poes weer. ‘Hou op, Tom Poes!’ riep heer Bommel benauwd. ‘Je maakt me week. Daar is een Bommel veel te fijngevoelig voor. Geef hier dat beest! Ik laat hem lopen.’
‘Heer Ollie, moet dat arme dier de hele weg ook nog lopen voor hij de pan ingaat?’ vroeg Tom Poes verontwaardigd. Maar hij begreep allang wat heer Bommel wilde doen. Daarom was hij het gesprek ook begonnen. ‘Zwijg, stil, jonge vriend,’ mompelde heer Ollie geroerd. ‘Ik ben tot tranen toe bewogen. Nimmer komt dit lieve diertje in mijn pan. Een heer weet waardig te handelen als het moet!’ Hij nam voorzichtig de kalkoen van Tom Poes over, aaide het dier over zijn kop en zette het toen voorzichtig op de grond. ‘Ga heen en... eh... prettige Kerstdagen,’ sprak hij vriendelijk. ‘In het bos is het weliswaar koud, maar lang niet zo warm als in mijn braadpan!’ De kalkoen verdween hollend tussen de bomen en opgelucht stapten Tom Poes en heer Bommel verder. Ondanks de hoeveelheid pakjes. ‘Jonge vriend, sprak heer Bommel na een tijdje, ‘als ik geen heer was, dan werd ik padvinder. Iedere dag een goede daad. Er zit iets in. Werkelijk!’ Einde
5
UITGEVERIJ CLICHÉ ♦ BOOMSTEDE 564 ♦ 3608 BM MAARSSEN TEL. 030 2468 222 ♦ INFO@UITGEVERIJCLICHE.NL ♦ WWW.UITGEVERIJCLICHE.NL