8 minute read
Brand in een cacaoloods
Foto: Dimi Vercammen
28.05.2020 - Haven van Antwerpen BRAND IN EEN CACAOLOODS
Advertisement
Op 28 mei 2020, omstreeks 23.40 uur, ontving de seinkamer van Brandweer Zone Antwerpen de melding van een loodsbrand met zichtbaar vlammen uit het dak. De loods bevindt zich in vogelvlucht op 800 meter van de kazerne Post Noord. De inhoud van de loods was op dat ogenblik nog niet bekend. Later bleek het om een opslag van grote hoeveelheden koffie- en cacaobonen (> 4000 ton) te gaan. Cacao bevat 10 tot 20 % vet en is uiterst brandbaar. Door de hitte van de brand ontstaat er een stroperige massa die moeilijk te blussen is.
Onze Nederlandse brandweercollega’s zijn de laatste 20 jaar minstens vijf keer geconfronteerd geweest met een brand in een cacaoloods in de haven van Amsterdam. Die interventies duurden meerdere dagen. Vaak is het verplaatsen van de
Foto 1: Indeling loods met bijhorende inhoud per vak. De rode lijnen geven de stapeling van het bulkgoed aan. De toegangen zijn per sector aangegeven
goederen de enige oplossing om de brand efficiënt te blussen. Het aanpakken van een cacaobrand is dus een langdurige interventie met een belangrijke logistieke belasting voor de brandweer.
SITUERING
De cacaoloods in Antwerpen is 360 m lang, 70 m breed en ongeveer 10 m hoog. In het dak bevinden zich verschillende lichtstraten (Zie fig. 1). De loods is voorzien van 2 brandmuren. De brand ontwikkelde zich voornamelijk in het gedeelte aan de linkerzijde van het gebouw.
De indeling van de loods was initieel onbekend en dit maakte de verkenning bijzonder moeilijk. Bij aankomst van de gebouwverantwoordelijke kregen we bijkomende informatie. Met de gegevens die tijdens de interventie verzameld werden, konden we de loods als volgt voorstellen: zie foto 1.
Bij aankomst werden vooral vlammen uit het dak aan de A-zijde vastgesteld. De brand situeerde zich hoofdzakelijk ter hoogte van de cellen 4, 5 en 6. Aan de cellen 1, 2 en 3 werden beperkte brandjes vastgesteld.
ALARMERING
De melding van de loodsbrand (BR industrie) komt binnen bij seinkamer van Brandweer Zone Antwerpen rond 23.40 uur. Binnen de 2 minuten worden volgende eenheden van de 2de compagnie uitgestuurd: Autopompen: AP 1 Noord - AP 1 Berendrecht - AP 1 Lillo - SAP Linkeroever (schuimautopomp) Technische Steungroep: SIW PN (snelle interventiewagen) - IGS voertuig (Post Berendrecht) Autoladders/ hoogwerkers: Hoogwerker 50m (PN) - Hoogwerker Linkeroever Commando: Commandowagen 1 (PN) - Wachtofficier 2 (in seinkamer)
Wachtofficier 2 beslist in de seinkamer om een eenheid grootwatertransport (GWT) (AP 2 Noord - Slangencontainer - Boosterpomp) te laten samenstellen op de oefenplaat van Post Noord. De adembeschermingswagen (ADB PN) wordt eveneens ter plaatse gestuurd. Het punt eerste bestemming (PEB) is afgesproken aan de ingang van het bedrijf. Na organisatie en afstemming met onderofficier van dag begeeft wachtofficier 2 zich ook ter plaatse.
INTERVENTIE
Het eerste beeld (23.55 uur) bij aankomst bevestigt vlammen op het dak over een afstand van 50 bij 20 meter, georiënteerd vanuit de AB-hoek. Een eerste prioriteit bestond uit het blussen van de dakbrand. Vervolgens werden de mogelijkheden bekeken om een veilige verkenning uit te voeren in de loods. De dakbrand was na een uur blussen onder controle. Een beeld uit de hoogte (via politieheli) leerde ons dat er verschillende brandhaarden zichtbaar waren in de loods. Verschillende lichtstraten hadden het reeds begeven, waardoor het leek dat het dak nog steeds in brand stond. De opgestelde ladderwagens bewaakten de situatie tot de binnenbrand onder controle was.
De verkenning van de loods was niet zonder risico omwille van de indeling van de loods in verschillende cellen, maar zeker ook door de aanwezigheid van hindernissen (zoals transportbanden, stapels met pallets, …) in de doorgangen. De adjudant van AP 1 Noord gaf het bevel tot normale afleg met dubbele O-bundel. De toegang (B1) werd door 1 Noord opengemaakt met behulp van een Halligantool. Deze toegang leverde evenwel geen veilige en bruikbare aanvalsweg. Bij het openen van de deur liepen ze recht op een betonnen wand (zie foto2). Deze muur bevond zich op anderhalve meter van de ingang en liep over de hele lengte van de B-zijde. De verkenning leerde dat er geen enkele optie was om een veilige binnenaanval te starten via de Bravo-zijde.
Langs de A-zijde bleek enkel toegang A1 voldoende mogelijkheden te bieden om een veilige binnenaanval op te bouwen. De dubbele deur van A1 werd opengewerkt. De gebouwverantwoordelijke informeerde ons over de aanwezigheid van een stalen dwarsbalk aan de binnenzijde om het openen van de deur tegen te gaan. De eenheid TSG gebruikte een haakse slijper om de scharnieren van de deur af te slijpen. De toegang gemaakt via A1 zorgde voor een aanvaardbare toegang naar de cellen 4, 5 en 6.
ANTIVENTILATIE
In navolging van vorige incidenten en “lessons learned” was het dan ook prioriteit om tijdens de initiële fase (instellen stoplijn dakbrand) te zorgen dat er antiventilatie behouden bleef zolang er geen duidelijke inschatting van omvang, compartimentering en brandregime was. Een gecreëerde stroming (door extra openingen te maken) zou een ventilatie-gecontroleerde brand dan ook mogelijk in die mate doen ontwikkelen dat de opgestelde stoplijn ontoereikend zou zijn. Bijkomend zou diezelfde ontwikkeling het risico hebben dat de brand zich binnenin zou verplaatsen naar de naastliggende magazijnen.
Tijdens de eerste inzet (prioriteit stoplijn dakbrand via ladders/hoogwerkers) werd door AP 1 Lillo in samenwerking met TSG Noord toegang D1 aan de laadkade opengebroken. Bij het openen van de deur werd een enorme inwaartse stro
Foto 3: Inzagen omgekeerde V-patroon
ming van verse lucht vastgesteld. Dit stond in contrast met de heersende windrichting en daarom werd besloten om deze meteen opnieuw te sluiten. Hierna werd geprobeerd zich toch toegang te verschaffen via deuren om zoveel mogelijk antiventilatie in stand te houden. Maar zoals eerder beschreven bleek dat elke deur vrijwel meteen doodliep op een wand van gestapelde betonnen blokken.
Om toch zicht op de brand te krijgen, werd na overleg beslist om de rolpoort A4 in te zagen met de rescuezaag. Een omgekeerd ‘V-patroon’ werd door TSG Noord ingezaagd, zoals te zien op foto 3. Deze actie werd nauwgezet opgevolgd door de eenheden aan Charlie-zijde die ondertussen zicht hadden op de brand binnenin. Korte tijd na het creëeren van deze opening werd stroming vastgesteld en gaven de eenheden aan Charlie-zijde aan dat de intensiteit van de binnenbrand toenam. Er werd meteen beslist om ook deze opening terug te sluiten door de gezaagde stukken als puzzelstukjes terug in de poort te steken wat de opening quasi helemaal dicht maakte. Nadat de dakbrand onder controle was, pasten we onze strategie aan om een defensieve binnenaanval te kunnen inzetten.
NAZORG
Loods Rond 03.00 uur was de brand volledig onder controle. We zagen op dat ogenblik nog steeds veel rookontwikkeling in de loods. Er waren geen vlammen meer zichtbaar in de verschillende getroffen cellen. Ter hoogte van cel 5, cel 4 en cel 2 lagen er waterstralen (LD 45mm). Om de loods veilig te kunnen betreden, was het noodzakelijk dat de zichtbaarheid verbeterde. We besloten om 2 grootdebietventilatoren in te zetten langs toegang C1. (foto 4)
Foto 4: plaatsing grootdebietventilatoren aan toegang C1
Effectgebied De rookontwikkeling veroorzaakte enige geurhinder in de richting van Linkeroever. Op advies van de AGS werd gevraagd om een sleepboot in te zetten om de rookgassen neer te slaan (foto 5) . De sleepboot was tijdens het motorkapoverleg reeds ter plaatse gevraagd door de DIR BW en lag standby in het nabijgelegen dok.
Ook collega’s van communicatie (D5) waren ondertussen aan de slag om crisiscommunicatie richting het effectgebied op te zetten. Zoals steeds werd er gevraagd om uit de rook te blijven en eventueel ramen en deuren te sluiten en ventilatie uit te schakelen. De woordvoerder-van-wacht van BZA kwam ter plaatse. Zij werd bijgestaan door collega’s in backoffice thuis.
LESSONS LEARNED
Sectorisatie Bij grootschalige incidenten hoort een duidelijke terreinindeling. In de praktijk is dit niet altijd even eenvoudig omdat incidenten zich geleidelijk uitbreiden en er hierdoor meer middelen op het terrein verschijnen.
Foto 6: Commandostructuur loodsbrand
Het gebruik van een duidelijke commandostructuur is hier cruciaal. Dit heeft echter alleen maar een kans op slagen als het terrein op een logische en duidelijke manier georganiseerd is. Dit draagt bij tot een efficiënte en resultaatgerichte inzet van de beschikbare operationele capaciteit.
Beeldvorming Interventies gaan steeds gepaard met chaos, onzekere of onvolledige informatie en de onderlinge afhankelijkheid van bepaalde factoren. Ook bij deze interventie hebben we gemerkt dat we door een scherpere beeldvorming (en informatieflow) meer vat op de situatie kregen. (foto 6)
INDELING LOODS
De specifieke indeling van de loods die bestond uit verschillende cellen was moeilijk te begrijpen zonder dat plan of schema. Toen de gebouwverantwoordelijke ter plaatse kwam hebben we een eerste beeld kunnen vormen van de indeling van de loods. Op het whiteboard van de commandowagen werd een eerste schets gemaakt (Foto 7). Naarmate er meer info beschikbaar kwam, werd het whiteboard als steun gebruikt om de inzet te coördineren.
Foto 8: Tactische situatieschets loodsbrand
OVERZICHT INGEZETTE MIDDELEN
Om een duidelijk overzicht te kunnen bewaren en te weten welke eenheden ingezet zijn en waar deze ingezet worden, is het noodzakelijk om het schema van de commandostructuur aan te vullen met een tactische situatieschets (sitac of tacsi) van het terrein. In de praktijk gebruiken we hier het whiteboard van de commandowagens voor. Nadien, om deze evaluatie te ondersteunen, werd de tactische schets digitaal herwerkt en kregen we volgend resultaat te zien op foto 8.
Op de schets zie je de stoplijn (lopende van toegang A4 naar C3) en worden ook de sectoren aangegeven. Alle eenheden en elementen die ter plaatse ingezet zijn, zijn op hun respectievelijke posities ingetekend. De symbolen voor de eenheden zijn conventioneel vastgelegd in de federale SOP ICS en werden ook voor deze tekening gebruikt.
Het gebruik van het whiteboard tijdens brandweerinterventies is een belangrijk hulpmiddel om de leidinggevenden te ondersteunen. Het draagt bij tot een betere beeldvorming en een anticiperende inzet. In een volgend artikel kom ik hier graag uitgebreid op terug.
Kapt. Dimi Vercammen Brandweer Zone Antwerpen