5 minute read

Het donkerste don ker

Leren leven met verlies

HOE ZIJN JULLIE DE ROUW AANGEGAAN?

Advertisement

MERLIJN:

‘Ik heb tien jaar niet gerouwd. Natuurlijk heb ik de eerste twee jaar wel veel gehuild, maar al snel heb ik een muur om mezelf heen gebouwd; ik sloot mezelf af voor alles wat met mijn vader te maken had. Tot ik in 2020 mijn boek Nu ik je zie schreef en de documentaire over mijn vader maakte: ik werd keihard de rouw ingeduwd. Ik ging in acht maanden tijd door een rouwproces van tien jaar heen. Nu dit boek geschreven is en we interviews en boekpresentaties doen, merk ik dat rouw iets is waar je constant doorheen gaat en misschien wel nooit uitkomt. Het zijn constant nieuwe fases, waar je keer op keer weer tegenaan loopt.’

ISA:

‘Merlijn sloot zich helemaal af en ik ging er meteen vol in. Ons vangnet was gigantisch. Van lieve familie en vrienden tot wildvreemden die heel onverwachte, warme reacties gaven. In die twaalf jaar ben je niet constant met rouwverwerking bezig, dat zijn allemaal korte intense periodes. Ik heb ook nog stukjes die ik eerder niet durfde te voelen. Of stukjes die ik eng vond. Ik denk dat het leven zo werkt: je krijgt het als je het aankunt. Dat had ik niet allemaal kunnen voelen in het begin. Ik had twee kleine kinderen en ik moest door met mijn leven.’

HEB JE SPIJT VAN HOE JE HEBT GEROUWD, MERLIJN?

‘Ik kan het uitstellen van rouw niemand aanraden. Ik durfde me niet te uiten, niet op school en niet bij de psycholoog, alleen bij mijn moeder. Dat is de reden waarom ik zo vastzat. Ik was puber, in een nieuwe stad, ik had geen vrienden. Het was veel tegelijk om mee om te gaan. Spijt heb ik niet, omdat ik denk dat dit mijn weg is geweest.’

JIJ ZAG MERLIJN STEEDS MEER VASTLOPEN, ISA.HOE GING JE DAARMEE OM?

‘Om ons heen zag ik het misgaan bij andere jongens die niet zoiets ingrijpends hadden meegemaakt. Ik ben altijd op mijn gevoel afgegaan en keek ook telkens naar Merlijn of wij samen nog op dezelfde lijn zaten. Het is als puber ook belangrijk om te laten weten dat je iets niet wilt. Natuurlijk vond ik het moeilijk dat Merlijn nergens mee naartoe wilde. In het begin vond ik dat hij mee moest, maar ik voelde heel veel weerstand bij hem. Toen moest ik mezelf opzijzetten en denken: volgens mij voel ik dat ik hem moet laten. Hij moet weten dat het oké is; ook al vinden andere mensen het stom dat hij er niet bij is. Jammer dan. Ik vind het goed, ga lekker je eigen gang. En ik bleef hem natuurlijk, op afstand, wel in de gaten houden. Zolang wij in gesprek bleven was het goed.’

Fragment Uit Het Boek

Isa: ‘Op den duur merk je dat je een geliefde nog net zo mist als voorheen – of misschien nog wel meer – maar het wordt wel draaglijker. Maar dat gebeurt niet vanzelf. Je moet door je pijn heen, door het donkerste donker dat je kent, want alleen dan ga je weer een beetje licht zien. Het is een wond die af en toe verzorging nodig heeft. Met muziek, tranen, foto’s en mooie herinneringen die je in de loop van de tijd meer dankbaar dan verdrietig zullen maken.’

Je bent niet alleen is verkrijgbaar in paperback, als e-book en als luisterboek. Uitgeverij Boekerij, boekerij.nl

WAAROM NA DE BOEKEN EN DOCUMENTAIRES NU EEN BOEK OVER ROUW EN VERLIES ?

MERLIJN:

‘We merkten dat de boeken en documentaire veel losmaakten bij mensen. We kregen honderden vragen over depressie en rouw, en hoe wij dat hebben aangepakt. Ik ben geen expert, maar zocht een vorm om antwoord te geven vanuit onze ervaringen. Zo ontstond het idee voor dit boek. Ik wilde het samen met mijn moeder schrijven, omdat we vragen van jongeren en ouders binnenkregen. Mijn moeder was niet direct enthousiast…’

ISA:

‘Ik wilde niet weer door die fases van rouw heen. Ik wilde het achter me laten en verder gaan met leven. Ik ben hier natuurlijk ook doorheen gegaan toen ik in 2013 mijn boek Toen ik je zag schreef voor mijzelf/vrouwen/ partners, die leven met iemand met een depressie. Ook dat maakte veel reacties los. Maar ik kan natuurlijk wel bedenken dat ik niet meer terug wil in de tijd, maar zo werkt het leven niet. Ik was om toen Merlijn zei dat we het zouden doen om andere mensen te helpen.’

EEN BELANGRIJK ONDERDEEL

VAN DIT BOEK ZIJN DE INTERVIEWS MET ANDERE

BEKENDE NEDERLANDERS.

ISA:

‘We hadden zelf nog veel vragen over rouwverwerking en stelden die aan bekende Nederlanders die in hun familie ook een ingrijpend verlies hebben meegemaakt. Zo is er een mooie, emotionele serie verhalen ontstaan over verschillende vormen van rouw. Interviews met Kluun en zijn dochter Eva, met Humberto Tan, met Xandra en Lola Brood, en met Marjan Huydts over haar dochter Frédérique. We gingen ook in gesprek met Edwin Spee en Julian van de Kamp, kort nadat ze hun vrouw en moeder Bibian Mentel verloren.’

MERLIJN:

‘Al snel werd duidelijk dat het verdriet bij Julian nog heel vers was. Hij bleef zijn emoties tonen en liet het allemaal gaan. Ik vond dat zo inspirerend. Het was alsof ik naar mezelf keek, maar hij deed alles wat ik niet kon doen, omdat ik mezelf helemaal afsloot na het verlies van mijn vader. Ik denk dat jonge mensen die dit boek lezen net als ik zullen denken: zo kan het dus ook. Het is niet erg als je alles laat gaan en toegeeft aan het verdriet. Sterker nog, het is denk ik de beste manier om erdoorheen te komen.’

Tips bij rouwverwerking

Iedereen rouwt op zijn eigen manier. Alles is daarbij goed. Blijf dicht bij jezelf en doe wat goed voelt voor jou.

• Het kan fijn zijn om met mensen te praten over je gevoel en het verlies. Neem de tijd om te rouwen, rust uit en zorg voor jezelf;

• Schrijf een brief aan degene die overleden is. Het van je af schrijven kan helpen;

• Schakel een rouwcoach of psycholoog in als rouwen niet lukt;

• Zorg voor ontspanning, doe dingen die je leuk vindt, ga naar buiten voor een strandwandeling of fietstocht;

• Accepteer hulp en blijf in contact met anderen.

Zo help je iemand die rouwt

• Maak een appgroep met vrienden en maak daarin een schema om te koken, op te passen et cetera. Zo kan iedereen een steentje bijdragen wanneer het uitkomt;

• Geef aandacht en erken het verdriet. Laat een huilbui of woedeuitbarsting gaan zoals die gaat;

• Laat merken dat je aan de ander denkt. Niet alleen rondom het overlijden, maar ook in de maanden daarna. Vraag op een willekeurig moment: hoe gaat het eigenlijk met je? En niet alleen op de sterfdag of verjaardag. Verwacht niet altijd een reactie terug;

• Blijf in contact met elkaar, ook al wijst de ander het af. Er komt een moment dat er wel behoefte is aan een goed gesprek;

• Deel herinneringen aan de overleden persoon;

• Geef het boek Je bent niet alleen cadeau. Lezen over ervaringen van anderen kan helpen.

This article is from: