3 minute read

AIN WONDRE STAD: Japke-d. Bouma

TEKST: ELLIS ELLENBROEK, FOTO: SIESE VEENSTRA

Groningen. Universiteit. Maar ook talloze straten, huizen, bruggen, pleinen waar herinneringen liggen. Bekende oud-RUG-studenten vertellen over hun speciale plek.

Japke-d. Bouma (Arnhem, 1970); columniste voor NRC, schrijfster; publiceert over hedendaagse kantoortaal en het moderne kantoorleven; studeerde economie van 1988 tot 1994; daarna postdoctorale opleiding journalistiek in Rotterdam; haar achtste boek Ik kan nu niet bellen want ik zit in een call is in oktober verschenen.

Speciale plek Paviljoen Duisenberg, Faculteit Economie en Bedrijfskunde (voorheen WSN-gebouw)

‘Hele nachten zaten we in kamer 501 van het WSN-gebouw’

FOTO JEROEN JUMELET

‘Economie was nog echt een mannenwereld. Ik zat als enige vrouw in de hoofdredactie van het Economisch Magazine, het blad van faculteitsvereniging EFV. Ik ging over de kopij. Wij hebben het blad van een onooglijk zwart-wit gestencild vodje getransformeerd naar een glossy. Met dank aan de jongen van de acquisitie die zo succesvol was in advertenties binnenhalen dat we het magazine fullcolour en op glanzend papier konden uitbrengen. Wel 64 pagina’s, geloof ik, belachelijk!

Mijn leven in de media is daar begonnen. Hele nachten zaten we in kamer 501 van het WSN-gebouw, in het hok waar ook de almanakcommissie zat, om de deadlines te halen. Koffie, mekaar wakker houden, lol, frustratie en pizza’s. Ik heb er het romantische beeld bij dat het moet hebben geleken op de sfeer waarin Facebook en Google begonnen zijn, vanuit een studentenkamer en een garage. De rebellenclub, en samen maakten we mooie dingen.

We kopieerden op de gang, maakten spreads om te kijken hoe het er allemaal uit zou komen te zien. Daarna moesten we alle pagina’s op van die floppy’s laden. Die leverden we de volgende ochtend af bij de drukker. Letterlijk afleveren. Op de fiets naar een of ander industrieterrein, in plaats van die hele berg kopij te mailen. Dat kon toen nog niet.

Met vijf mederedacteuren ben ik nog steeds bevriend. Onze appgroep heet “501”, naar het hok van toen. We gaan met elkaar op stap, eten, of zeilen. Met een van de mannen ga ik zelfs op vakantie. Toen we jaren geleden weer eens in Groningen waren, wilden we ook even bij onze vroegere redactieruimte kijken. Het WSN-gebouw is helemaal verbouwd, er is een gigantische campus gekomen, met zelfs een Albert Heijn. Het Economisch Magazine bestaat niet meer heb ik gehoord. Tegenwoordig maken we van elke scheet een foto met onze smartphones. Hadden wij maar ooit een foto gemaakt, van hoe we daar zaten in 501. Dat was fantastisch geweest.’

Foto: Siese Veenstra

This article is from: