Trendrapport ov brabant 2014

Page 1

Bussen in Brabant Trends in het regionaal OV 2007-2013 Provincie Noord-Brabant

1


Voorwoord Een paar maanden voordat de nieuwe OV-concessie van start gaat, is een goed moment om even terug te kijken naar de staat van het regionaal openbaar vervoer in Brabant. We hebben in dit tweede trend足rapport alle cijfers voor 2013 en de jaren daarvoor weer overzichtelijk voor u bij elkaar gezet. En ik kan met een gerust hart stellen: het gaat nog steeds goed met het openbaar vervoer in Brabant. Sterker nog, we hebben op veel aspecten een stijgende trend te pakken. Ook in 2013 zagen we een verdere groei van het aantal reizigers met het regionaal openbaar vervoer van ruim 4%. Ten opzicht van 2007 is het aantal reizigers gegroeid met 21%. Daarbij valt op dat met name het aantal reizigers op de HOV-lijnen en de doorstroomassen flink toeneemt. Reizigers stappen dus graag in een comfortabele bus die vaak rijdt en die hen zonder veel omwegen snel naar school of naar het werk brengt. Dat bevestigt ons in de keuze dat HOV-lijnen en doorstroomassen de ruggengraat van ons OV-netwerk zijn.

Maar het belangrijkste van alle cijfers: hoe tevreden zijn onze klanten? De Brabantse busreizigers geven het openbaar vervoer een rapportcijfer van een 7,4. Hetzelfde als in 2012. Dat is een dikke voldoende maar we blijven met goede dienstverlening, een betrouwbare dienstregeling en uitgebreide reizigers足 informatie streven naar verbetering. Mooie uitgangspunten en voornemens die we vast willen houden als op 14 december 2014 na een lange voorbereiding de nieuwe OV-concessie ingaat. De overgang naar een nieuwe concessie levert gebruikelijk enige onrust en onwennige situaties op voor de reizigers. Dat proberen we te voorkomen door een goede voorbereiding met de vervoerder. Ik heb er alle vertrouwen in dat we eind 2015 wederom tevreden terug kunnen kijken op de staat van het openbaar vervoer in Brabant. We zullen het in het volgende trendrapport gaan zien.

Ruud van Heugten, Gedeputeerde Mobiliteit

OV-trends Brabant 2013

2


Inhoudsopgave

Voorwoord

2

5. OV-chipkaart

13

Inhoudsopgave

3

6.

Brabants tarievenhuis

17

1. Werkgebied

4

7.

Hoogwaardig Openbaar Vervoer

18

2. 2.1 2.2 2.3

De reiziger 5 Aantallen reizigers 5 Aandeel keuzereiziger in de bus 6 Marketing 6

8. Maatwerkoplossingen 21 8.1 Regiotaxi 22 8.2 Buurtbus 23 8.3 Kostendekkingsgraad 24

3. 3.1 3.2 3.3

Dienstregelingsuren en materieel 9 Dienstregelingsuren 9 Schone bussen 10 Toegankelijk OV 10

9. 9.1 9.2 9.3 9.4

4. Reizigersinformatie

Kwaliteit 25 Betrouwbaarheid 25 Klachten 26 Klantwaardering 28 Sociale veiligheid 32

12 Eindnoten

OV-trends Brabant 2013

3

33


1 Werkgebied In Noord-Brabant is het regionaal Openbaar Vervoer per bus in 2006 openbaar aanbesteed in de vorm van 2 percelen: grofweg verdeeld over westelijk Noord-Brabant: perceel 1 en Oostelijk NoordBrabant: perceel 2 (excl. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE): dit Kaderwetgebied is een zelfstandige vervoersautoriteit). Perceel 1 is relatief groot en perceel 2 relatief klein qua gebiedsoppervlakte. Dat is bewust gedaan om zo ook kleinere aanbieders een kans te geven mee te dingen naar het busvervoer in Brabant. De percelen zijn onderverdeeld in 4 concessiegebieden. De gehanteerde concessiegrenzen zijn voor een groot deel gelijk aan al bestaande administratieve gebiedsindelingen, zoals de COROP regio’s* en de Gebiedsgerichte Aanpak gebieden (de GGA-regio’s). Dit is gedaan om de inrichting van het OV-systeem zoveel mogelijk aan te sluiten op de bestaande ruimte­ lijke inrichting van de stedelijke regio’s in Brabant. * De indeling in COROP-gebieden is een regionaal niveau tussen provincies en gemeenten in. De naam COROP is een afkorting van COördinatiecommissie Regionaal OnderzoeksProgramma. Deze commissie ontwierp de indeling in 40 COROP-gebieden in Nederland in 1971.

OV-trends Brabant 2013

4

Het vervoer op de as Breda-Oosterhout-Utrecht is via een aparte lijnconcessie geregeld vanwege het daar beoogde en gerealiseerde Hoogwaardige OV, met speciale bussen en een snelle directe verbinding. Perceel 1 bevat de concessies: West-Brabant, Midden-Brabant en de lijnconcessie Breda-Oosterhout-Utrecht, deze concessies worden uitgevoerd door Veolia Transport Nederland. Perceel 2 bevat de concessie Oost-Brabant en De Meierij, uitgevoerd door Arriva Nederland.


2 De reiziger

Aantal busreizigers in Brabant t.o.v. 2007 140%

Percentage

120%

2.1 Aantallen reizigers Meer reizigers De kwaliteit van de bereikbaarheid per OV in Noord-Brabant kan o.a. worden afgemeten aan de groei van het aantal busreizigers. Het aantal bus­reizigers is gestegen vanaf 2009. In 2009 is de toename 12% vergeleken met 2007 en in 2010 21%. Na een terugval in 2011 en 2012 is het aantal reizigers in 2013 verder gestegen met ruim 4% t.o.v. 2012. De groei t.o.v. 2007 is dan 21%. Het aantal reizigers is dan terug op het niveau van 2010, terwijl het aantal gereden dienstregelingsuren (DRU’s) ongeveer gelijk bleef aan het aanbod in 2010. Er waren in 2013 ca. 28,5 miljoen reizigers. Met de OV-chipkaart legden deze reizigers in totaal een reisafstand af van ca. 230 miljoen kilometer, een stijging van 4% t.o.v. 20121. De grafiek boven toont de ontwikkeling sinds 2007 van het totaal aantal busreizigers, inclusief reizigers die met een ritkaart of dalurendagkaart reisden. De grafiek daaronder toont het aantal dat in 2012 en 2013 met de OV-chipkaart reisde.

OV-trends Brabant 2013

100%

100%

99%

112%

121%

112%

121%

116%

80% 60% 40% 20% 0%

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Brabant totaal Bron: Chauffeurstellingen en OV-chipkaartdata Arriva en Veolia, bewerkingen: Provincie Noord-Brabant

Aantal ritten met OV-chipkaart Brabant

30 mln

Aantal

25 mln 20 mln

2012

15 mln

2013

10 mln 5 mln 0 mln Totaal Oost-Brabant West-Brabant Bron: OV-chipkaartdata Arriva en Veolia, bewerkingen: Provincie Noord-Brabant

5


2.2 Aandeel keuzereiziger in de bus

36,0% 35,1% 35,0%

35,1%

34,0% 33,0%

33,4%

33,7%

33,4%

33,0%

32,4%

32,4%

(excl. SRE)

31,1% 31,0% 30,0% 29,0% 2006 2007 2008 (Bron: Klantenbarometer OV)

2009

2010

2011

35,1% van de busreizigers geeft in de Klanten­ barometer OV 2013 aan dat zij die busreis ook met de auto had kunnen maken. In 2007 was dit 33%; het aandeel keuzereizigers in de bus is daarmee met 2,1% toegenomen.

Goed bezig BUS Goed bezig BUS is de paraplu voor alle reiziger­s­ informatie en de marketing van het busvervoer.

6

Alle concessies Noord-Brabant

32,0%

2.3 Marketing

In haar Visie OV heeft de provincie Noord-Brabant vastgelegd dat zij het OV meer vraaggericht en verbindend wil inrichten en daarmee de keuze­­ reiziger wil verleiden tot meer gebruik van het OV.

OV-trends Brabant 2013

% busreizigers dat aangeeft de reis ook met de auto te kunnen maken

Percentage

Oorzaken voor de waargenomen reizigersontwikkeling kunnen zijn: • investeringen in verbeteringen in het aanbod (realisatie van doorstroomassen OV en Hoogwaardig OV-lijnen en het Basisvoor­ zieningenniveau OV); • 2010 was een jaar met relatief veel vorstdagen, ijsdagen en sneeuwdekdagen (bron: KNMI seizoensoverzichten 2007-2012). Op dat soort dagen wordt meer met de bus gereisd; • de in 2009 en 2010 uitgevoerde pilot met Goedkoop OV voor 12-65 jarigen zorgde voor een bescheiden groei van het aantal door reizigers gemaakte ritten. De terugval in 2011 is mede te wijten aan het beëindigen van deze pilot medio 2010. Daarnaast zorgde de volledige overgang op het OV-chipkaartsysteem in november 2011 tijdelijk voor een flinke terugval in reizigersaantal.

2012

2013


De provincie werkt daarbij samen met de vervoerders Veolia en Arriva en het Reizigersoverleg Brabant (ROB).

Deze Mei-vakantie eropuit met het hele gezin? Kinderen t/m 11 jaar reizen in Brabant GRATIS mee!

De activiteiten zijn gericht op service aan de rei­zigers en het werven van nieuwe reizigers. Daarbij worden verschillende doelgroepen onderscheiden. Voorbeelden van uitgevoerde acties zijn ondermeer • voor forenzen: de Busbox, een totaalpakket waarmee bedrijven hun medewerkers stimuleren om met de bus te reizen; • voor scholieren: direct mailing aan leerlingen van groep 8 van basis­scholen die mogelijk met de bus naar de middelbare school zullen gaan; • voor senioren: voorlichtingsbijeenkomsten over reizen met OV-chipkaart, in samen­werking met de Katholieke Bond voor Ouderen (KBO); • voor sociale en recreatieve reizigers: acties met attractieparken en rond evenementen, zoals het bloemencorso.

www.goedbezigbus.nl

Altijd 40% korting in de daluren? Koop vóór 15 juli € 11,per ja ar Dalkorting voor je OV-chipkaart en maak kans op een tablet* * Kijk voor de voorwaarden op goedbezigbus.nl

In de keuze van de communicatiemiddelen wordt steeds meer nadruk gelegd op digitale, online middelen zoals de website van Goed bezig Bus, Facebook en Twitter. In het voorjaar van 2013 is de Brabant OV-APP gelanceerd. Deze APP biedt een reisplanner, actuele vertrektijden, Points Of Interest, Brabants nieuws, Goed Bezig BUS nieuws en Wandelroutes nabij OV-haltes. OV-trends Brabant 2013

7


Campagnes In 2012 en 2013 is via de Klantenbarometer OV aan de busreiziger in de Brabantse concessies gevraagd naar de naamsbekendheid van de campagne­ activiteiten onder de noemer: “Goed Bezig Busâ€?. Die bekendheid varieert flink tussen de concessies. In De Meierij kende 24% van de respondenten de slogan in 2013, terwijl op de Brabantliners

dit percentage op 55% lag. De Brabantliners zijn de lijnen 400, 401 en 402 op de route Breda-OosterhoutUtrecht en v.v. De relatief grote bekendheid op de Brabantliners is te danken aan een hoog aandeel vaste reizigers. Gemiddeld genomen is de bekendheid toegenomen: van 32% in 2012 naar 39% in 2013.

Bekendheid campagne 80% 70%

Percentage

60% ja

50%

nee

40%

weet niet

30% 20% 10% 0% 2012 2013 Wbrab en Breda

2012 2013 Brab liners

2012 2013 Oost brab

Bron: Klantenbarometer

OV-trends Brabant 2013

8

2012 2013 Mbrab en Tilburg

2012 2013 Meijerij en Den Bosch


3 Dienstregelings­uren en materieel 3.1 Dienstregelingsuren

hout, en door andere meevallers qua rijtijden, die het gevolg waren van infrastructurele aanpassingen. De kosten per DRU stegen in de periode 2007-2013 met 17%, voornamelijk als gevolg van de jaarlijkse prijsindexering. Deze kosten zijn ook gestegen omdat er veel is geïnvesteerd in Hoogwaardig Openbaar Vervoer en in de Schoolliner, waarvoor een hoger DRU-tarief geldt.

Een Dienstregelingsuur (DRU) is een rekeneenheid op basis waarvan de provincie Noord-Brabant de OV subsidie bepaalt en waarmee de inzet van OV per lijn wordt uitgedrukt. Als een bus 60 minuten wordt ingezet voor OV zoals afgesproken in de Dienstregeling spreken we van 1 DRU.

Dienstregelingsuren o.b.v. Dienstregeling

OV-trends Brabant 2013

9

1.200.000 1.000.000 Aantal dienstregelingsuren

Meer busvervoer Het aanbod van busvervoer is in de periode 2007-2011gestegen. Dat blijkt uit het aantal ingeplande Dienstregelingsuren (DRU’s) op jaarbasis. Dit aantal nam in die periode met ca. 20% toe. In 2013 was de stijging ca. 18% t.o.v. 2007. Deze stijging is een direct gevolg van de investeringen in de gewenste kwaliteitssprong, zoals die door Provinciale Staten in 2006 zijn vastgelegd. Daarvóór werd juist bezuinigd op het aanbod. In 2012 bleef het aanbod gelijk aan 2011. In 2013 daalde het aanbod in DRU met 2%. Dat komt door kortere rijtijden voor de Brabantliner en lijn 10 in Ooster-

Perceel 1

800.000

Perceel 2

600.000 400.000 200.000 0 2007 2008 2009 Bron: Provincie Noord-Brabant

2010

2011

2012

2013


3.2 Schone bussen

Voor meer informatie: www.brabant.nl/ subsites/zero-emissie-busvervoer.aspx

Brabant bust duurzaam! Het beleid heeft als doel een schoon en verantwoord OV-wagenpark. Volgens de concessie-eisen bij de lopende OV-concessies moeten vanaf 1 januari 2009 alle nieuwe bussen in de Brabantse concessies voldoen aan de emissie-eisen volgens de Europese EEV norm. EEV staat voor “Enhanced Environmentally friendly Vehicle”. Dat is een vrijwillige norm die tegelijk met de Euro III-norm van kracht werd. De EEV-norm is scherper voor de uitstoot van fijnstof dan de vanaf 2009 geldende Euro V-norm. Vanaf 1 januari 2014 is Euro VI de norm voor nieuw aan te schaffen bussen met brandstofmotor.

3.3 Toegankelijk OV Toegankelijke haltes Toegankelijke haltes zijn haltes die aangepast zijn voor reizigers die moeilijk ter been zijn, blinden en slechtzienden en reizigers met kinderwagens. In het Nationaal Mobiliteits­beraad zijn afspraken gemaakt over het toegankelijk maken van haltes. Milieuvriendelijkheid wagenpark OV concessies, voorjaar 2013 aandeel van het wagenpark naar milieuklasse 100%

Sinds enkele jaren zijn alle bussen in Brabant EEV-proof of zelfs duurzamer.

90%

Elektrische bussen Het busvervoer in Brabant kan nog schoner en zuiniger. In 2025 willen we alleen nog bussen hebben die geen schadelijke stoffen uitstoten. Daarom zijn kleine proeven gestart in ‘s-Hertogenbosch met elektrisch aangedreven bussen. Die ervaring breiden we uit naar een of meerdere grotere pilots in de reguliere dienstverlening. De voorbereidingen lopen. Uiteraard kunnen deze pilots pas starten als de gunning definitief is geworden. Zo doen we kennis en ervaring op met nieuwe technieken. OV-trends Brabant 2013

10

Procent

80% 70%

Oost-Brabant en Meierij

60%

West- en Midden-Brabant

50%

Brabantliner Nederland

40% 30% 20% 10% 0% overig

Euro II

Euro III

Bron: Vervoerders KPVV

Euro IV

Euro V

EEV

Euro VI Elektrisch


De aangepaste bushaltes hebben een verhoogde opstapplaats. Daardoor kunnen reizigers gelijkvloers instappen. De oprit is breed genoeg voor rolstoelen. Ook zijn er aanpassingen zoals blindegeleidelijnen. Van de belangrijkste, zogenoemde geprioriteerde haltes, moet in 2015 43% toegankelijk zijn. Dat betreft 1.378 haltes. Tegen die tijd is er voor gemiddeld 68% van de reizigers sprake van toegankelijk openbaar vervoer per bus. Feitelijk is dan 48% van alle 3.774 haltes in Brabant toegankelijk of beperkt toegankelijk. Dat is meer dan beoogd, omdat ook een aantal niet-geprioriteerde haltes toegankelijk zijn gemaakt. In 2013 zijn er 1224 geprioriteerde haltes toegankelijk.

Overigens gelden deze maatregelen niet voor de buurtbussen. Voor dit type bussen bestaat op dit punt geen verplichting volgens het geldende programma van eisen bij de OV-concessies. In de grafiek is (cumulatief) te zien hoeveel geprioriteerde haltes in de jaren 2008 t/m 2013 reeds zijn aangepast.

Bushalte toegankelijkheid voor geprioriteerde haltes 1600 1400

OV-trends Brabant 2013

11

1378

1200 Aantal haltes

Toegankelijk materieel Alle bussen die in Brabant volgens de reguliere dienstregeling rijden, zijn sinds 2007 toegankelijk en voldoen aan de landelijke en Europese eisen voor toegankelijkheid. Het busmaterieel bestaat vanaf 2007 volledig uit de zogenoemde “lagevloerbussen” of “low-entry” bussen. Zo zijn de normale bussen voor reizigers met functiebeperkingen over de gehele reisafstand toegankelijk. Deze maatregelen hebben zich vertaald in de klantwaardering voor het gemak van instappen: een constant hoog waarderingscijfer sinds 2007*.

1096

1000

1224

aantal toegankelijk gemaakte bushaltes

800 779 600

603

400 200

doel 2015

466 288

0 2008 2009 Bron: Provincie Noord-Brabant

* Klantenbarometer 2013

2010

2011

2012

2013


4 Reizigersinformatie We maken in Noord-Brabant een kwaliteitsslag in het Openbaar Vervoer, onder meer door de reiziger goed en real-time te informeren over (wacht)tijden. De verwachting is dat daarmee het gebruik van het OV zal toenemen. Vanaf 2009 is de provincie daarom gestart met de plaatsing van DRIS-panelen bij bushaltes. DRIS staat voor Dynamisch Reis Informatie Systeem. Dit zijn panelen waarop online én real-­time informatie wordt gegeven over de aankomsttijden van de stads- en streekbussen in Noord-Brabant.

Vertrouwen in DRIS-info gestegen Sinds 2010 wordt via de landelijke Klantenbarometer OV-enquête jaarlijks een extra vraag in Brabant gesteld: “Vertrouwt de reiziger op de actuele vertrektijden, die elektronische informatieborden (DRIS-panelen) tonen?” 50 Procent van de respondenten antwoordde hierop ‘ja’ in 2010. Dit aandeel is in 2013 gestegen naar 58,3%.

OV-trends Brabant 2013

Vertrouwen DRIS informatie 100%

7%

90%

6% 9%

20%

80% % respondenten

Plaatsing DRIS-panelen op koers In Brabant zullen in totaal 190 DRIS-panelen worden geïnstalleerd. Momenteel zijn 170 panelen operationeel. In 2013 zijn er 6 panelen geplaatst, die in de loop van 2014 in bedrijf worden genomen. In 2014 worden 7 nieuwe panelen geplaatst en er zijn plannen voor de plaatsing van nog eens 8-10 panelen.

70%

27%

6% 16%

20%

5% 12%

25%

23%

60%

niet gezien

50%

nee

40%

ja

30% 51%

20%

57%

59%

58%

2011

2012

2013

10% 0% 2010 Bron: klantenbarometer 2013

12

weet niet


5 OV-chipkaart Ontwikkeling gebruik OV-chipkaart In Noord-Brabant is het gebruik van de OV-chipkaart sinds juli 2010 mogelijk. Met het afschaffen van de strippenkaart en de volledige invoering van de OV-chipkaart op 3 november 2011 gebruikt nog maar ca. 10% van de instappers in 2013 een kaartje op de bus. In 2012 was dit nog ongeveer 15%. Voor die tijd kocht nog ruim 50% van onze bus足reizigers een kaartje op de bus.

Hoge waardering gebruiksgemak OV-chipkaart De waardering van het gebruiksgemak van de OV-chipkaart is sinds 2010 flink gestegen naar een 7,6 landelijk en een 8 in Brabant in 2013.

Waardering gebruiksgemak OV-chipkaart 10 9 8

Rapportcijfer

7

6,8

7,1

7,32

7,5

7,8

7,6

8

6,66

landelijk

6

Brabant gemiddeld

5 4 3 2 1 0 2010 Bron: Klantenbarometer 2013

OV-trends Brabant 2013

13

2011

2012

2013


Persoonlijke of anonieme OV-chipkaart? Uit analyse van het OV-chipkaart gebruik blijkt dat 76% van de Brabants OV-chipkaart reiziger in 2012 een Persoonlijke (P-)kaart heeft aangeschaft (inclusief Studenten OV Vrij Reizen) en 24% een Anonieme (A-)kaart. In 2013 blijkt dit onveranderd. Met de A-kaart werd in 2013 maar 10% van het aantal ritten gemaakt, terwijl dit percentage in 2012 op 12% uitkwam. Echter: het grootste deel van de P-kaarthouders heeft er geen reisproduct op staan en reist gewoon op saldo. Op P-kaarten zijn - vaak goedkopere - reisproducten te plaatsen.

Waardering van het gemak bij aanschaf van een vervoersbewijs/laden reissaldo 10 9 8

7,1

7 Rapportcijfer

Hoge waardering van gemak bij laden reissaldo Een jaar na de invoering van de OV-chipkaart is de waardering voor het gemak bij het opladen van saldo vergeleken met het gemak bij aanschaf van een vervoersbewijs. De waardering van de reiziger is in 2012 terug op het oude hoge niveau van 7,5 en in 2013 is die waardering zelfs hoger. In 2011 lag de score in Brabant op 7,0. Deze lagere waardering heeft waarschijnlijk te maken met de onbekendheid met het toen nieuwe OV-chipkaartsysteem.

7,6

7,5

7,8

landelijk Brabant gemiddeld

5 4 3 2 1 0 2010 Bron: Klantenbarometer 2013

2011

2012

2013

verhouding gebruik van Anonieme en Persoonlijke OV-Chipkaart in Brabant Verhouding gebruik van Anonieme en Persoonlijke OV-Chipkaart incl. producten, excl. SOV Vrij in Brabant incl. producten, incl. SOV Vrij

90%

90%

88%

76%

76%

10%

24%

24% 12%

2013 Kaarten

14

7,3

7,0

7,0

6

2012

OV-trends Brabant 2013

7,5

10%

2012

2013 Ritten

p-kaarten a-kaarten


Bekendheid Brabantse kaartproducten

45 40 35 30

2011

25

2012

20

2013

15 10 5 0 vrij busreizen 34% korting 40% dalà 81,70 euro voor 12-18korting per maand jarigen met een voor voor 12-18- persoonlijke 10,90 euro jarigen chipkaart per jaar

Brabantse reiziger beter bekend met Brabantse reisproducten In de jaarlijkse Klantenbarometer OV is in 2011 voor het eerst in Brabant aan de reiziger gevraagd of hij/zij de Brabantse tariefproducten kent.

OV-trends Brabant 2013

Een aantal van deze producten richt zich specifiek op jongeren. De introductie van Brabant Vrij voor 16-17-jarigen in 2013 valt samen met een afname van de bekendheid van de andere producten voor deze doelgroep: het Maandjeugdabonnement en de Korting voor 12-18-jarigen. 7 tot 11 procent blijkt deze pro­ducten te kennen. Dit komt in de buurt van het aandeel van de jongeren in de responsgroep.

percentage van de respondenten

Ontwikkeling gebruik Brabantse reisproducten Het gebruik van het dalkortingsproduct vertoonde vanaf april 2013 een licht dalende lijn: eind 2013 waren er circa 18.000 OV-chipkaarten met dal­kortingsproduct in gebruik, tegenover circa 20.000 eind 2012. De populariteit van het jeugdmaand­ abonnement is in 2013 fors gedaald: eind 2013 waren er circa 1.500 OV-chipkaarten met een jeugdmaand­abonnement in omloop tegenover circa 3.600 in 2012. Deze daling is voornamelijk te wijten aan de introductie van het (veel goedkopere) product Brabant Vrij 16-17-jarigen in april 2013. Eind 2013 waren er circa 5.400 OV-chipkaarten met Brabant Vrij 16-17-jarigen in gebruik. Uit nader onderzoek van de provincie Noord-Brabant blijkt ook dat de verkoop van ritkaartjes is gedaald in 2013 mede vanwege overstappen op reizen op saldo met de OV-chipkaart en door introductie van de dalurendagkaart. Daaruit blijkt ook een lichte verschuiving in de verkoop van dalurenkorting naar dalurendagkaart.

Bron: Klantenbarometer 2013

15

wagenverkoop kaartje van 3,50 euro per rit

daluren- Brabant dagkaart Vrij voor 16-175,50 euro jarigen

geen van deze kaartprodukten


geworden in 2013. Bijna 40% kende dit ritkaartje in 2012, in 2013 is dit aandeel gezakt naar 28%.

De dalurendagkaart is ook in 2013 geĂŻntroduceerd en blijkt meteen redelijk goed bekend, terwijl het al eerder beschikbare dalkortingsproduct op OV-chipkaart in bekendheid daalde van 2012 op 2013. Ook het â‚Ź 3,50 ritkaartje is minder bekend

OV-trends Brabant 2013

16


6 Het Brabants tarievenhuis De provincie en het SRE hebben het afschaffen van de strippenkaart per 3 november 2011 gebruikt om een nieuw tariefmodel in te voeren: één gezamenlijk tarievenhuis voor heel Brabant. Dit was het eerste volledig nieuwe tarievenhuis op basis van de OV-chipkaart in Nederland. Elders in Nederland werden de huidige zone- en sterabonnementen op de chipkaart gezet en werd niet meteen voor een nieuw tariefmodel gekozen.

Bij de ontwikkeling van de tariefstructuur hebben de provincie en het SRE rekening gehouden met de resultaten van de grootschalige pilot met goedkoop openbaar vervoer (GOV). Deze pilot is in de periode van mei 2008 tot juli 2010 gehouden en heeft geleid tot meer reizigers in de dalperiode. Bestaande reizigers (vooral kinderen en 65-plussers) zijn meer gaan reizen. Voor de OV-chipkaart is een regionaal dalkortingsproduct ontwikkeld. Daarnaast is er een leeftijdkorting voor reizigers van 12 tot en met 18 jaar. Deze groep kan ook gebruik maken van een maandabonnement voor een vaste prijs, dat aantrekkelijk is bij reizen boven de 20 km. Naar aanleiding van een motie van Provinciale Staten van NoordBrabant is begin april 2013 het product ‘Brabant Vrij 16-17-jarigen maand’ toegevoegd aan het Brabants tarievenhuis. Dit product is bedoeld om de bus ook voor 16- en 17-jarige MBO-scholieren betaalbaar te maken. OV-trends Brabant 2013

17

Het Brabants tarievenhuis ziet er per 8 april 2013 als volgt uit: Het Brabants tarievenhuis (2013) Reizen op saldo Vaste voet: € 0,86 Kilometertarief: € 0,137 Maandjeugdabonnement € 81,70 per maand voor onbeperkt reizen door Brabant (alleen 12-18 jaar). Brabant Vrij 16-17-jarigen maand € 40,85 per maand voor onbeperkt reizen door Brabant voor 16- en 17-jarigen. Impulskaartje € 3,50 per rit (papieren kaartje, verkoop op de bus).

Korting reizen op saldo • Leeftijdskorting Reizigers van 4 t/m 11 jaar en 65 + krijgen landelijk 34% korting. In Brabant geldt dat ook voor reizigers van 12 tot en met 18 jaar. Vastrecht Alle reizigers krijgen voor € 10,90 per jaar 40% korting in de daluren. Deze korting mogen zij stapelen met de leeftijdskorting.


7 Hoogwaardig Openbaar Vervoer Hoogwaardig openbaar vervoer heeft hoogwaardige infrastructuur waarover met hoge betrouwbaarheid en concurrerende reistijd ten opzichte van de auto, grote groepen mensen via een herkenbaar systeem reizen. In Brabant kennen we twee soorten: De Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV-)as en de Doorstroomas. Een HOV-as onderscheidt zich van een DoorStroomAs (DSA) doordat naast een goede doorstroming en hoge gemiddelde snelheid, extra kwaliteit wordt geboden in de vorm van vrijliggende infrastructuur, hogere betrouwbaarheid en zo mogelijk herkenbare, comfortabele voertuigen en haltes. De HOV-assen hebben tijdens de spits bij voorkeur een interval van 10 of 7,5 minuten. Dat leidt tot een frequentie van 6 of 8 bussen per uur.

Snelle en comfortabele verbindingen De provincie realiseert samen met gemeenten en het SRE een aantal HOV-lijnen en Doorstroomassen. Ze sluiten over het algemeen goed aan op de belangrijkste spoorverbindingen en vormen samen met de trein de ruggengraat van het OV-netwerk. Aantrekkelijke HOV-stations met goede overstapvoorzieningen voor fiets, auto en trein horen daarbij. Gerealiseerd zijn de Brabantliner

OV-trends Brabant 2013

18

tussen Breda/Oosterhout en Utrecht (lijnen 400, 401 en 402), de HOV-verbinding tussen EttenLeur, Breda en Oosterhout (bestaande uit de Volans-lijnen: 126, 127, 311, 312, 316) en de DSA tussen Tilburg, Waalwijk en Den Bosch (bestaande uit de lijnen 300, 301 en 302). In ontwikkeling is de HOV Noordoost Brabant, die volgens planning vanaf 2015 met ingang van de nieuwe dienstregeling gaat rijden.


De grafiek geeft het percentage van alle reizigers in perceel 1 weer, dat gebruik maakt van de HOV- en DSA-lijnen. Er is een duidelijke groei waarneembaar vanaf 2008 en 2009, de periode waarin de Volans en lijn 300 hun intrede deden. De DSA bundel Tilburg-Waalwijk-Den Bosch is sindsdien verder geoptimaliseerd wat heeft geresulteerd in de aanvullende lijnen 301 en 302 op lijn 300. Daarnaast is de Brabantliner-formule vanaf 2013 uitgebreid met een directe ochtendspits- en avondspitsverbinding Breda-Gorinchem (lijn 402).

In 2007, voorafgaand aan de omvorming van een aantal lijnen tot HOV/DSA, reisde nog 10% van alle busreizigers in perceel 1 op die lijnen (exclusief Brabantliner). In 2012 is dat aandeel gegroeid tot 17%. De groei naar 21% in 2013 komt vooral doordat de DSA-lijnen 301 en 302 zijn gaan rijden. Deze lijnen vervangen lijn 137, reden waarom de reizigers op deze lijn zijn meegeteld in het totaal aantal reizigers in HOV/DSA lijnen. De Brabantliner heeft een aandeel van 3% op het totaal aantal reizigers en is door de jaren heen stabiel.

Lijnen met Hoogwaardig OV/Doorstroomassen OV in Veolia concessies Brabant: aandeel in totaal aantal reizigers alle lijnen 25

% t.o.v. totaal

20 HOV/DSA lijnen (excl. Brabantliner)

15 Brabantliners

10 5 0

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Bron: chauffeurstellingen vervoerder, bewerking provincie Noord-Brabant

OV-trends Brabant 2013

19

2013


Er is dus sprake van concentratie van de busreiziger op HOV- en DSA-assen. Ook de komende jaren zullen er op deze lijnen verbeteringen plaatsvinden. Zo is in Breda een busbaan langs het spoor in voorbereiding en wordt de doorstroming in de binnenstad geoptimaliseerd.

OV-trends Brabant 2013

20

Ook in Etten-Leur is een busbaan aangelegd langs de Parklaan. Oosterhout krijgt een nieuw eigentijds busstation waarin de Volans en de Brabantliner een volwaardige plek krijgen. En in Waalwijk zal nabij de woonwijk “landgoed Driessen� binnenkort een DSA-waardige halte worden aangelegd.


8 Maatwerk­oplossingen

OV-trends Brabant 2013

21

Gemiddelde bezetting per rit volgens tellingen op NVS Gemiddelde bezetting per rit volgens tellingen op NVS telpunten telpunten 16

passagiers

Brabant werkt aan een kosteneffectief OV-netwerk. Daarvoor wil zij het dit netwerk vraaggericht inrichten: voor lijnen waar nauwelijks vraag naar is, wordt gekeken of een maatwerkoplossing kan worden gevonden en voor dikke lijnen wordt Hoogwaardig OV geboden. De gemiddelde bezetting per rit, zoals geteld bij de jaarlijks terugkerende NVS tellingen, geeft een indicatie voor het effect van dit beleid. Hoe hoger de bezetting van een rit, hoe efficiënter en daarmee kosteneffectiever het OV-aanbod. De gemiddelde ritbezetting daalde in de jaren 2009 tot 2011 in perceel 2 en van 2010 op 2011 in perceel 1. Dit is te verklaren doordat het voorzieningenniveau in 2009 en 2010 in beide percelen is uitgebreid naar meer DRU’s. De frequentie van busritten is daarmee opgevoerd. Dat vertaalde zich niet direct in evenredige groei van het aantal reizigers; daar is een periode van enkele jaren voor nodig. Een tweede reden is dat de NVS-tellingen in de maand november worden uitgevoerd, de maand waarin in 2011 ook de OV-chipkaart volledig is ingevoerd. Dat ging gepaard met een (tijdelijke) vraaguitval van soms meer dan 25%.

14

13,49

12

12,79

10

11,15

13,54 12,3 9,78

11,48

11,79

11,74

10,45

10,92

11,29

9,33

9,69

8,51

8

Perceel 1 Brabant

6

Perceel 2

4 2 0 2009

2010

2011

2012

Vanaf 2012 hersteld de vraag zich en neemt de gemiddelde ritbezetting toe. In 2013 werden gemiddeld 11 passagiers per rit vervoerd.

2013


Waar regulier lijngebonden OV niet loont is in Brabant in de afgelopen jaren in collectief vervoer voorzien door de inzet van buurtbus en regiotaxi. In de komende jaren zullen deze vormen van vervoer een belangrijke vangnetfunctie blijven vervullen voor gebieden met een lage vraag.

8.1 Regiotaxi De regiotaxi is in Brabant (excl. SRE-gebied) al jaren een begrip. In de jaren 2010, 2011 en 2012 is de klant­-tevredenheid onderzocht in de vier onderscheiden regiotaxigebieden: Den Bosch, Noordoost-Brabant, Midden-Brabant en West-Brabant. De regiotaxi-gebruiker waardeert de regiotaxi in deze gebieden vrij constant met een 7,5 tot een 8,2, met uitzondering van Midden-Brabant, daar ligt de score tussen de 7 en 7,5. Omdat het hier een deur-tot-deur service betreft, is het tegelijkertijd een relatief dure oplossing. De groep Vrije Reizigers per regiotaxi bedraagt in 2013 ca. 0,8%1 van alle busreizigers (in regulier busvervoer, buurtbus

OV-trends Brabant 2013

22

Regiotaxi Regiotaxi is een landelijk gekozen benaming voor systemen waarin de taxi per zitplaats wordt verhuurd. De provincie draagt met de regiotaxi zorg voor een openbaar aanbod van deur tot deur als aanvulling op het lijngebonden OV (vangnet oplossing), daar waar de vraag structureel te laag blijft. De regiotaxi is hier, in tegenstelling tot het lijngebonden OV, een vraaggestuurd product. De groep OV reizigers die op deze wijze gebruik maakt van de regiotaxi, ter vervanging van lijngebonden regulier OV, noemen we de “Vrije Reizigers”. De regiotaxi is aanvullend vervoer onderaan in de hiërarchie in het OV-netwerk (trein, bus, buurtbus, regiotaxi). De gemeenten bekostigen het vervoer van personen met een indicatie voor een vervoersvoorziening op basis van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). De regiotaxi wordt voor het grootste deel voor dit doel ingezet. Omdat dit voornamelijk een gemeentelijke verantwoordelijkheid betreft, laten we deze groep hier buiten beschouwing.

en regiotaxi samen): het gaat om ca. 230.000 ritten voor OV-reizigers. Het aantal Vrije reizigers is in de afgelopen jaren gestaag gedaald. In 2007 waren dit er nog ca. 650.000. De kosten (subsidie) bedragen in 2013 ruim € 6,3 mln (in 2012: € 7,8 mln).


8.2 Buurtbus De buurtbus in Brabant is al jarenlang een begrip. De eerste buurtbussen gingen in 1977 van start als succesvol experiment, ontstaan vanuit lokale initiatieven, soms vanwege bezuinigingen op de reguliere buslijnen. Door de jaren heen is ‘de buurtbus’ uitgegroeid tot een groot en goed georganiseerd netwerk van enthousiaste vrijwilligers. De buurtbus zorgt ervoor dat ons platteland nu goed bereikbaar is met openbaar vervoer en heeft vooral een sociale functie. Ook naar de toekomst toe zal de buurtbus een belangrijke rol vervullen als gezocht wordt naar maatwerkoplossingen voor de minder bevolkte gebieden. Buurtbussen in de Brabantse concessies verreden in 2013 ca. 150.000 DRU’s. Een buurtbus reed gemiddeld in 2013 per lijn 3.751 DRU’s, tegen gemiddelde kosten per lijn van ca. € 62.000. 1,7 Procent van alle bus- en (vrije OV-)regiotaxireizigers (in 2013 ca. 527.000 reizigers) in Brabant maakt gebruik van de buurtbus.1 De kosten van buurtbuslijnen t.o.v. de totale exploitatiekosten zijn in 2013: 2,5%.1

OV-trends Brabant 2013

23

Aantal reizigers in Noord-Brabant in reguliere bus, buurtbus en regiotaxi in 2013 (excl. SRE, reizigers obv OV-chipkaartdata opgehoogd met wagenverkopen) 1,8% 0,8% Vrije Reizigers regiotaxi Regulier OV Buurtbus

97,4% Bron: beheersorganisaties regiotaxi Den Bosch, Noordoost-Brabant, Midden-Brabant en West-Brabant; bewerkingen provincie Noord-Brabant

De buurtbussen zijn sinds 6 april 2013 volledig voorzien van OV-chipkaart apparatuur.


8.3 Kostendekkingsgraad De kostendekkingsgraad voor de Vrije Reiziger per regiotaxi was 44% in 2013 (bron: beheerorganisaties regiotaxigebieden).

De kosten per busreiziger bedragen in 2013 voor de reguliere buslijnen € 3,40, voor buurtbussen is dat € 4,74. Voor de Vrije Reiziger in de regiotaxi zijn de kosten per reiziger: € 14,64. Het gaat hier om de bruto kosten, zonder rekening te houden met de reizigersopbrengsten die daar tegenover staan.2

Kosten per reiziger in 2013 in Noord-Brabant (excl. SRE, reizigers obv OV-chipkaartdata opgehoogd met wagenverkopen)

OV-trends Brabant 2013

24

16,-

14,64

14,12,10,Euro

De reizigersopbrengsten zijn wel verdisconteerd in de kostendekkingsgraad. Voor 2013 is die berekend uit de verhouding geplande exploitatiekosten en de reizigersopbrengsten op die lijnen. De kostendekkingsgraad voor het reguliere busvervoer was 61% in 2013, exclusief buurtbuslijnen. Inclusief buurtbuslijnen was de kostendekkingsgraad in 2013 60%. Deze is gestaag verbeterd sinds 2011, na het beëindigen van de GOV-pilot.3 De opbrengsten voor de buurtbus zijn gebaseerd op de opbrengsten uit OV-chipkaartgebruik, opgehoogd met 10% uit losse kaartverkoop (bron: OOVI). Voor buurtbussen is de kostendekkingsgraad dan 18%.

8,6,-

4,74

4,-

3,40

2,0,-

Kosten per reiziger in de buurtbus

Vervoerkosten per Vrije Reiziger regiotaxi

Kosten per reiziger regulier busvervoer

Bron: beheersorganisaties regiotaxi Den Bosch, Noordoost-Brabant, Midden-Brabant en West-Brabant; bewerkingen provincie Noord-Brabant


9 Kwaliteit 9.1 Betrouwbaarheid Minder rituitval Rituitval heeft te maken met de betrouwbaarheid van de dienstregeling. Veel uitval veroorzaakt ongemak voor de reiziger en is slecht voor het imago van het OV. Het doel is de rituitval tot een minimum te beperken. De grafiek toont de rituitval, uitgedrukt als percentage van het totaal aantal vastgestelde DRU’s.

2013 is de rituitval in perceel 2 verminderd naar 0,2%. Uitgevallen ritten worden overigens niet door de provincie vergoed aan de vervoerder.

Rituitval (in DRU’s t.o.v. geplande DRU’s volgens de Dienstregeling)

OV-trends Brabant 2013

25

0,40% 0,35% Perceel 1 (concessies: West-Brabant, Midden-Brabant, Breda-Oosterhout-Utrecht)

0,30% Percentage

De belangrijkste redenen voor het optreden van rituitval zijn technische storingen aan de bus, ongeval of aanrijding, geen chauffeur of ziekte chauffeur, vertraging en slechte weersomstandigheden (sneeuwval, dit speelde in versterkte mate in 2010). In perceel 1 is de rituitval sinds 2007 flink gedaald. De Brabantliners – onderdeel van perceel 1 – kenden in 2013 een relatief hoge rituitval van 0,2 % van de geplande Dienstregeling. Dit kwam vooral door de complete afsluiting van de A27 op 8 mei 2013 en fileproblematiek op de A27 het hele jaar door. In perceel 2 is de rituitval sinds 2008 ongeveer gelijk gebleven. In perceel 2 had het OV te maken met werkzaamheden en geopende bruggen over de ZuidWillemsvaart, wat soms leidt tot uitval van ritten. In

0,25% 0,20%

Perceel 2 (concessies: Oost-Brabant, de Meierij)

0,15% 0,10%

Perceel 1+2 totaal

0,05% 0,00% 2007

2008

2009

2010

2011

Bron: Aririva + Veolia, bewerkingen door Provincie Noord-Brabant

2012

2013


Klachten in stuks Brabant

9.2 Klachten

9000

Om de percelen onderling te kunnen vergelijken is het aantal klachten afgezet tegen het aantal gereden DRU’s. Ook dan blijkt dat het aantal klachten flink is gedaald, van 213 in 2007 naar 117 in 2013 voor perceel 1 en van 529 naar 218 in perceel 2. Het aantal klachten is in de beschouwde periode gedaald met 45% in perceel 1 en met 59% in perceel 2. Het aantal klachten per DRU lag in 2007 in perceel 2 wel een stuk hoger dan in perceel 1. De daling van het aantal klachten kan waarschijnlijk worden toegeschreven aan een betere prestatie van de vervoerders en een betere dienstregeling. In het eerste jaar van de – toen nog nieuwe – concessie­ periode in 2007 moest veel worden bijgesteld in de dienstregeling; in 2008 is er een staking geweest, die toen voor veel extra klachten zorgde.

OV-trends Brabant 2013

26

7992

Aantal

7000

6705

6000

5320

5000

4915

4000

4409

4632

4789

3000 2000 1000 0

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Bron: Arriva + Veolia, bewerkingen: Provincie Noord-Brabant

Aantal klachten per DRU Perceel 2 600 aantal DRU x 50.000

Aantal klachten Een belangrijke indicator voor de kwaliteit van het OV is het aantal klachten dat reizigers indienen over hun busreis. Er is vanaf 2007 een dalende trend waar te nemen in de absolute klachtenaantallen. Vergeleken met 2007 is het aantal klachten in 2013 met 40% gedaald. In 2013 zijn 3% meer klachten binnen­gekomen dan in 2012.

8000

529

500

415

400 300 200

Perceel 1 213

264 177

205 139

129

100 0

202

195

218 117

107 116

2007

2008

2009

2010

2011

Bron: Arriva + Veolia, bewerkingen: Provincie Noord-Brabant

2012

2013


Sindsdien is de rituitval flink gedaald en het aanbod van busvervoer uitgebreid. Ook is het materieel sterk verbeterd, vergeleken met de beginjaren van de lopende concessies. Ten slotte is er de afgelopen jaren veel extra aandacht geweest voor de klantvriendelijkheid van de chauffeur.

Aard van de klachten De diagrammen tonen de top tien van klachten­ categorieÍn waarover het meest geklaagd werd: het betreft ruim 90% van het totaal aantal klachten dat vervoerders ontvingen in de periode 2010-2013. De meeste klachten die binnenkwamen gingen over het uitvallen van de rit, voorbijrijden van de halte en punctualiteit (te vroeg of te laat vertrekken). Ook houding en gedrag van de chauffeur is relatief vaak het onderwerp van de klachten.

Klachten naar categorie top 10 periode 2010-2013 Brabant totaal

4%

2% 4% 3%

4% 33% 8%

11%

14%

Niet verschenen/niet gestopt Optreden chauffeur Punctualiteit Overige Rijgedrag Afhandelingskwaliteit reacties Overbezetting Route/omleiding Aansluiting Informatievoorziening

17%

Bron: Arriva en Veolia, bewerkingen: provincie Noord-Brabant OV-trends Brabant 2013

27


9.3 Klantwaardering Algemeen oordeel verbeterd In 2013 bleef het algemeen klantenoordeel met een 7,4 voor heel Nederland gelijk aan 2012 en dat geldt ook voor Noord-Brabant en voor het SRE. De Meierij scoort net als vorig jaar het beste van de Brabantse concessies (exclusief SRE) met een 7,6. Vergelijkbare concessies scoorden een 7,5.

Klantenbarometer De klantenbarometer is een landelijke ingezette, jaarlijkse enquĂŞte, die de klantwaardering van het OV meet in de verschillende concessiegebieden. In november 2013 zijn 89.817 bruikbare enquĂŞtes afgenomen op 6.493 ritten in 77 onderzoeksgebieden (veelal concessiegebieden). In Brabant gaat het om de concessiegebieden: West-Brabant, Midden-Brabant en de Brabantliner van Veolia en de Meierij en Brabant-Oost van Arriva. Hoewel het om een momentopname gaat, is de Klantenbarometer OV sinds jaar en dag een algemeen geaccepteerd instrument om de klantwaardering te meten.

Algemeen klantenoordeel 10 9

Klantwaardering

8 7

2007

6

2008 2009

5

2010

4

2011

3

2012

2

2013

1 0 De Meierij

MiddenBrabant

WestBrabant

Brabantliner

Bron: Klantenbarometer 2012

OV-trends Brabant 2013

28

OostBrabant

SRE

Nederland


Wisselende waardering op onderdelen

Klantwaardering op deelaspecten Noord-Brabant

De waardering van gebruikers van OV is niet over hele linie constant.

10,0

informatie bij vertraging / problemen

9,0

Informatie bij vertragingen scoort traditiegetrouw laag. Brabant scoort daarop nog iets slechter dan Nederland gemiddeld. In 2013 is de waardering voor informatie bij vertragingen net als in voorgaande jaren opnieuw gestegen: landelijk met 0,3 punten, in Noord-Brabant met 0,2 punten. In Brabant is dat waarschijnlijk mede te danken aan de invoering van het Dynamische Route Informatie Systeem (DRIS) en de bijbehorende panelen bij de bushaltes. Ook de (landelijke) ontwikkeling van APP’s met informatie over online-vertrektijden (zoals OV Beta en de Brabant OV-APP) is hierbij van belang. De beoordeling in Brabant met een 4,9 in 2013 is echter nog steeds onvoldoende.

Klantwaardering

8,0

prijs stiptheid frequentie

7,0 6,0

veiligheid - OV algemeen

5,0 4,0

gemak van instappen

3,0

comfort (samengesteld)

2,0

overstaptijd t.b.v. aansluiting

1,0 0 2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Bron: Klantenbarometer 2012

Klantwaardering op deelaspecten Nederland 10,0

informatie bij vertraging / problemen

9,0

De waardering van de prijs in Noord-Brabant is in 2009 sterk verbeterd, om daarna weer te dalen in 2010 en 2011. De in 2009 en 2010 uitgevoerde pilot Goedkoop Openbaar Vervoer heeft in eerste instantie flink bijgedragen aan de hoge waardering. In 2011 is de waardering voor het tarief verder gezakt ten opzichte van 2010: met 0,3 tot 0,4 punt. Opvallend is dat de waardering in 2012 in alle

Klantwaardering

8,0

prijs stiptheid frequentie

7,0 6,0

veiligheid - OV algemeen

5,0 4,0

gemak van instappen

3,0

comfort (samengesteld)

2,0

overstaptijd t.b.v. aansluiting

1,0 0 2007

2008

Bron: Klantenbarometer 2012

OV-trends Brabant 2013

29

2009

2010

2011

2012

2013


Brabantse concessies stijgt met 0,2 tot 0,3 punt, mogelijk door een grotere bekendheid met de Brabantse kaart- en reisproducten voor de OV-chipkaart (‘Het Brabantse Tarievenhuis’). Ook van 2012 op 2013 is die waardering gestegen met 0,2 tot 0,6 punt. De tarieven worden in de Brabantse concessies Brabantliner, Brabant-Oost en Meierij hoger gewaardeerd dan in vergelijkbare concessiegebieden elders in Nederland.

OV-trends Brabant 2013

30

In 2012 is aan de busreiziger voor het eerst gevraagd naar de waardering van de beschikbare tijd om over te stappen op een andere buslijn of de trein. Een goede aansluiting van bus en trein is ook een belangrijke doelstelling in de OV Visie van Noord-Brabant. De Brabantse busreiziger beoordeelt de overstaptijd voor aansluiting op een volgend vervoermiddel met een 6,2 in 2013 en dat was net iets lager dan in 2012. Voor heel Nederland was de score in 2013 eveneens een 6,2.


9.4 Sociale veiligheid

Absoluut aantal incidenten ivm veiligheid (AB codes) 450 409

400 350 Aantal incidenten

Het OV-beleid van de provincie is erop gericht dat het OV sociaal veilig is en blijft. Sinds 2008 is het aantal ernstige incidenten i.v.m. de sociale veiligheid (codes A en B) toegenomen. In 2012 is dit aantal afgenomen ten opzichte van 2011. In 2013 is dit aantal verder gedaald naar 199.

300 250 200

320

280

Perceel2 212

150

50

239

262 201

150

200 145

79

196

170

121

120

117

100

Het aanbod van OV en het aantal reizigers groeide echter ook in de periode 2007-2013. Als we het aantal AB incidenten uitdrukken per aangeboden DRU, dan zien we een daling optreden van 25 in 2007 naar 15 in 2013.

Perceel1

317

199 125 74

62

0 2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Bron: Arriva en Veolia, bewerkingen: provincie Noord-Brabant

Veel incidenten worden veroorzaakt door overlast van uitgaanspubliek op de nachtbussen op de lijnen naar Eindhoven. Een andere oorzaak is het invoeren van Happy Hour in Breda en incidenten in Tilburg in 2008 en 2009.

Incidenten ivm veiligheid (AB codes) per 100.000 DRU’s

Aantal incidenten per 100.000 DRU

70

63

60

54

51

48

50

Perceel1

42

40 30 20

Perceel2 26 25 25

30 24 18

10

21

23 18

13

13

2009

2010

13

19 15 13

7

0 2007

2008

2011

Bron: Arriva en Veolia, bewerkingen: provincie Noord-Brabant

OV-trends Brabant 2013

Brabant totaal

31

2012

2013

Brabant


In de Brabantse concessies (exclusief het SRE) is het aantal incidenten met codes A en B van 2011 op 2013 met ruim de helft (51%) verminderd. In perceel 2 was de reductie 69% en in perceel 1 26% (bron: provincie Noord-Brabant).

Incidenten in de A-categorie betreffen mishandeling, geweldspleging en vandalisme. Code B betreft schelden, lastigvallen, zwartrijden en misbruik van voorzieningen, zoals de noodrem. Op 1 september 2011 is – mede vanwege de groei van het aantal ernstige incidenten – de pilot “Verbeterd Toezicht” van start gegaan in drie gebieden: Randstad-Noord, Noord-­ Brabant (inclusief SRE) en Zuid-Holland, als uitvloeisel van de landelijke Aanpak Sociale Veiligheid. Deze pilot voorziet in de inzet van extra toezichthouders in zogenaamde “vliegende teams“, concessiegrens-overstijgend toezicht en een uniform en gebruiksvriendelijk meldsysteem. Het doel is om het aantal incidenten met codes A en B met minimaal 20% terug te dringen. De landelijke pilot werd op 1 februari 2013 afgerond. Gelet op de bereikte resultaten heeft de provincie Noord-Brabant besloten deze pilot in Noord-Brabant gedurende 3 maanden voort te zetten: van 1 februari tot 1 mei 2013. De vermindering heeft er bovendien toe geleid dat de provincie ook in 2014 de inzet van twee extra concessiegrens-overstijgende toezichthouders mogelijk maakt.

OV-trends Brabant 2013

32


Verantwoording gebruikte databronnen aantal reizigers, kaartopbrengsten en kostendekkingsgraad 1 De busvervoerders tellen maandelijks het aantal passagiers in de bussen, op alle lijnen op vaste telpunten. Voor de periode 2007 tot en met 2011 zijn deze telcijfers gebruikt. Het OV-Chipkaartsysteem is pas operationeel sinds nov. 2011, maar kan veel betrouwbaarder cijfers leveren over het OV gebruik. Daarom gebruiken we vanaf 2012 reizigersaantallen (en reizigerskilometers) o.b.v. deze nieuwe bron. Om toch een trend sinds 2007 te kunnen tonen heeft de provincie de chauffeurstellingen omgerekend. De jaren 2012 en 2013 zijn gebaseerd op OV-chipkaartdata, aangevuld met het aantal ritten waarbij een papieren kaartje is gekocht (berekend uit de inkomsten uit wagenverkoop). De verhouding t.o.v. de chauffeurstellingen in 2013 is toegepast op de chauffeurstellingen in de jaren voor 2012. 2 De kosten per reiziger voor buurtbuslijnen en reguliere buslijnen zijn gebaseerd op de kosten volgens de geplande Financiele Omvang en de reizigersaantallen volgens het aantal CI, geregistreerd in het OV-chipkaartsysteem,

OV-trends Brabant 2013

33

opgehoogd met 10% wagenverkoop. Hierdoor is sprake van een trendbreuk t.o.v. de in de vorige rapportage genoemde kengetallen, die voorheen werden berekend op basis van de zogenaamde chauffeurstellingen. 3 In de opbrengsten zitten de opbrengsten zoals we die gerapporteerd krijgen van de vervoerders (inclusief SOV, WROOV en opbrengsten uit de stores en webshop van de vervoerders), en inclusief inkomsten via Connexion uit CCV en webshop van TLS. Omdat inkomsten vanuit SOV en Connexion pas in de loop van 2014 worden verrekend, zijn hiervoor schattingen gedaan. De kosten betreffen alleen de kosten van de geplande exploitatie van het regulier OV, exclusief andere exploitatiegerelateerde kosten, zoals sociale veiligheid, distributiekosten vervoersbewijzen en kosten van concessiebeheer en exclusief bijdragen aan regiotaxi. De in de Visie OV opgenomen streefwaarde voor de K/D graad van 65% is gebaseerd op deze definitie van de K/D graad.


Colofon dit is een uitgave van de Provincie Noord-Brabant www.brabant.nl info@brabant.nl

juli 2014

OV-trends Brabant 2013

34



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.