78
ŒUVRES
•
WERKEN
COLLECTION • COLLECTIE
Gustave Van Geluwe
20 • 01 • 2015
V
ENTE EILING
mardi - dinsdag
20 • 01 • 2015 - 19.00
78
ŒUVRES
•
WERKEN
COLLECTION • COLLECTIE
Gustave Van Geluwe
7 – 9, RUE ERNEST ALLARDSTRAAT (SABLON-ZAVEL) • B-1000 BRUXELLES - BRUSSEL T. +32 (0)2 511 53 24 • INFO@BA-AUCTIONS.COM WWW.BA-AUCTIONS.COM
Gustave Van Geluwe, amateur et mécène « Ce qu’on ne comprend pas, c’est que n’étant ni homme intéressé, ni marchand proprement dit (il vient de refuser de vendre un Permeke en Amérique malgré le prix sensationnel de plusieurs millions offert), on puisse tomber en amour… devant un Consagra, un Jorn. Bref devant tous ces barbouilleurs et ferrailleurs qui ornent la salle des informels. C’est inconcevable. Sans doute, M. Van Geluwe, trompé par son grand cœur (c’est un très généreux mécène) se sera-t-il dit, puisqu’il n’en fait aucune affaire d’argent, qu’il pourra toujours les revendre au poids, lui ou ses héritiers, quand la mode en sera passée. » lit-on dans la presse en 1960, lors de l’exposition de la Collection Van Geluwe au Musée d’Ixelles. Des décennies plus tôt, c’est dans son magasin de confection de la rue Royale que des clients s’offusquent devant des tableaux expressionnistes. L’enthousiasme de Van Geluwe les amadoue. Personnalités de tous bords se rendent chez leur tailleur autant pour renouveler leur garde-robe que pour découvrir et commenter ses dernières acquisitions ! Les œuvres d’art sont partout, dans le magasin, dans les cabines d’essayage, dans les ateliers, dans les couloirs, dans une réserve où discrètement il fait porter l’une ou l’autre œuvre achetée à titre d’encouragement à des artistes, nombreux, qui le sollicitent. Les œuvres qui entrent ne ressortent pas. Un choix est un choix. On sollicite le collectionneur pour un achat, pour une aide financière, pour une recommandation… On sollicite sa participation à des conseils d’administration, commissions d’achat, jurys, prix, etc. Beaucoup d’artistes, et souvent leurs familles, sont « habillés » par Van Geluwe. Ils ont chez lui une ardoise qu’ils épurent en apportant des toiles ou des dessins. Le mercredi, ses amis collectionneurs, artistes, conservateurs… se réunissent à l’étage, dans son appartement, en face du parc royal. Les discussions se prolongent… Elles se poursuivent le week-end dans sa villa de Boitsfort. Paul Delvaux y vient en voisin.
-4-
Gustave Van Geluwe est né à Mouscron en 1881. Il apprend le métier de chapelier et dès 1910, s’installe comme tailleur à la rue Royale à Bruxelles. C’est en Angleterre, où il est envoyé en mission pendant la Première Guerre, qu’il achète ses premières toiles. Il s’intéresse à Ensor, Wouters, Smits. Sa collection grandit. Les années 1925-26 marquent un virage : il se tourne résolument vers l’avant-garde, spécialement vers l’expressionnisme. Il fait la connaissance de quasiment tous les artistes de cette génération. Il est proche de Jean Brusselmans, de Constant Permeke… A son décès en 1962, sa collection comptera une cinquantaine de peintures de Brusselmans et autant de Permeke. En 1944, il vend une quarantaine d’œuvres acquises dans les premiers temps. Seul véritable élagage. Une nouvelle aventure l’attend. Celle de la Jeune Peinture Belge dont il sera un des fondateurs. Dès la fin de la guerre, il se passionne pour cette génération de jeunes artistes : Louis Van Lint, Antoine Mortier, Anne Bonnet, Mig Quinet, Willy Anthoons, Marc Mendelson, Lismonde… Il est attiré également par la jeune peinture française parmi lesquels Bazaine, Lapicque, Gischia… qui exposent à Bruxelles dès 1945. A partir de 1956, la « Collection Van Geluwe » est exposée à Verviers, Ostende, Anvers, Bruges, Deinze, Charleroi, Ixelles, ainsi qu’à Otterlo et Düsseldorf… La fermeture du Musée d’art moderne en 1959 éteint toute intention de legs de la part du collectionneur par ailleurs membre de la Commission pour la peinture moderne des Musées royaux des Beaux-Arts. L’histoire bégaie. Ses œuvres seraient-elles visibles aujourd’hui ? Quelques œuvres majeures ont rejoint des collections publiques pour acquitter les droits de succession. Plusieurs générations d’héritiers se sont ensuite partagés une des collections belges les plus importantes du 20e siècle. Il est remarquable que 50 ans après le décès du collectionneur un ensemble représentatif de ses engagements pour l’art soit présenté au public. C. F.
-5-
Gustave Van Geluwe, verzamelaar en mecenas “Wat men niet begrijpt is dat hij noch als geïnteresseerde, noch als feitelijke handelaar (hij heeft zopas de verkoop van een Permeke in Amerika geweigerd ondanks het sensationele bod van miljoenen) in vervoering geraakt door een Consagra, een Jorn. Kortweg door alle knoeiers en schroothandelaars die de zaal der informelen sieren. Het is ondenkbaar. De heer Van Geluwe misleid door zijn groot hart (hij is een zeer vrijgevig mecenas) zal gedacht hebben dat, gezien het voor hem geen geldkwestie is, hij of zijn erfgenamen het steeds per kilo zullen kunnen verkopen als de mode voorbij zal zijn”. Dit leest men in de pers van 1960 bij de tentoonstelling van de Collectie Van Geluwe in het Museum van Elsene. Tientallen jaren eerder staan klanten geschokt voor expressionistische schilderijen in de confectie magazijnen van de Koningsstraat. Het enthousiasme van Van Geluwe charmeert hen. Allerhande vooraanstaande figuren trekken naar hun kleermaker zowel om hun garde-robe te vernieuwen als om zijn nieuwste aankopen te ontdekken en te becommentariëren. De kunstwerken hangen overal, in de magazijnen, in de kleedcabines, in de ateliers, in de gangen of in een reserve waar hij heel discreet een of ander werk laat brengen dat hij van kunstenaars ter aanmoediging aankocht. Ze zijn talrijk, zij die op hem beroep doen. Gedane keuzes nemen geen keer en verworven werken gaan er niet meer buiten. De verzamelaar wordt aangesproken voor een aankoop, voor financiële hulp of voor een aanbeveling. Men verzoekt hem om in beheerraden te zetelen, aankoopcomités, jury’s of prijsuitreikingen. Veel artiesten, en vaak ook hun families, zijn gekleed door ‘Van Geluwe’. Naarmate ze doeken of tekeningen leveren, wordt hun schuld op het krijtbord kwijtgescholden. Op woensdag vergaderen zijn vrienden verzamelaars, kunstenaars, conservatoren in zijn appartement rechtover het koninklijk park. De discussies lopen uit en worden verder gezet in zijn villa van Bosvoorde. Paul Delvaux komt er als buurman. Gustave Van Geluwe is geboren in 1881 in Moeskroen. Hij wordt opgeleid als hoedenmaker en vanaf 1910 vestigt hij zich als kleermaker in de Koningsstraat in Brussel. Zijn eerste doeken koopt hij in Engeland waar
-6-
hij tijdens de eerste wereldoorlog op missie wordt gestuurd. Hij heeft interesse voor Ensor, Wouters, Smits. Zijn collectie breidt zich uit. De jaren 1925-26 zijn een ommekeer : hij richt zich resoluut tot de avantgarde en meerbepaald tot het expressionisme. Hij maakt kennis met quasi alle kunstenaars van deze generatie. Hij is bevriend met Brusselmans en Permeke. Bij zijn dood in 1962 bevinden er zich in zijn verzameling een vijftigtal schilderijen van Brusselmans en evenveel van Permeke. Een eerste reeks vroege aankopen worden in 1944 verkocht. Een nieuw avontuur volgt, met name dat van de “Jeune Peinture Belge” waarvan hij een van de stichters is. Na het einde van de oorlog is hij geboeid door de generatie jonge kunstenaars Van Lint, Mortier, Bonnet, Quinet, Anthoons, Mendelson, Lismonde… Hij is eveneens aangetrokken door de jonge Franse schilderkunst waaronder Bazaine, Lapicque en Gischia die in Brussel tentoonstellen vanaf 1945. Vanaf 1956 wordt de « Collectie Van Geluwe » tentoongesteld in Oostende, Verviers, Brugge, Deinze, Charleroi maar ook in Otterlo en Dusseldorf. De sluiting van het Museum voor Moderne Kunst in 1959 ontneemt de collectioneur elke intentie tot een legaat, hij is overigens lid van de commissie voor moderne kunst van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten. Zouden zijn werken vandaag zichtbaar zijn ? Enkele belangrijke werken kwamen terecht in publieke collecties ter betaling van successierechten. Meerdere generaties erfgenamen kwamen vervolgens in het bezit van een van de belangrijkste Belgische collecties uit de 20ste eeuw. Het is opmerkelijk dat meer dan 50 jaar na het overlijden van de verzamelaar een representatief geheel van zijn inzet voor de kunst opnieuw is verenigd en voorgesteld aan het publiek. Een unieke kans om een werk aan te schaffen afkomstig uit een legendarische collectie. C. F.
-7-
1 I
200 / 300€
Lot de livres Lot boeken - Alphabet sentimental mis en quatrains, illustré par Elisabeth Ivanovsky. Bruxelles, Éditions des Artistes, 1944. 26 planches illustrées en couleur. Ouvrage tiré à 330 exemplaires. Un des 300 sur vélin (nº 16). Exemplaire dédicacé par l’auteur à G. Van Geluwe. - On y joint douze ouvrages sur l’art dont la plupart dédicacées à G. Van Geluwe.
2 I
FRANS MASEREEL
200 / 300 €
Mein Stundenbuch. 167 gravures sur bois de Frans Masereel. München, Dr. C. Wolf & Sohn, 1920. Ex. 354/700.
3 I
MARIE CATHERINE / VIEIRA DA SILVA
300 / 500 €
Et puis voilà. Paris, Éditions Jeanne Bucher, 1951, 20x29. Illustré de 5 gouaches de Vieira da Silva. Ouvrage tiré à 186 exemplaires, un des 150 exemplaires sur Vélin de Rives (n° 88) signé de la main de l’artiste.
-8-
4 I
E. TIRIADE
800 / 1 200 €
Fernand Leger. Paris, Ed. Cahiers d’Art, 1928. Ex. 654/800.
5 I
GEORGES BRAQUE
300 / 400 €
Cahier de Georges Braque 1917-1947. Paris, Maeght, 1948, album in-folio. Exemplaire dédicacé par G. Braque à G. Van Geluwe en 1950.
-9-
6 I
MARCEL BROODTHAERS
800 / 1 200 €
Minuit. Poème illustré d’une peinture originale de Serge Vandercam. Bruxelles, George Hoyoux éditeur (Édit. des Artistes), 1960. H.C. Dédicacé : “A Monsieur Van Geluwe, très amicalement Serge V. M. B. avril 60”.
7 I
MARCEL BROODTHAERS
300 / 500 €
La Bête noire. Gravures [et mise en page] de Jan Sanders. S.l. (Imprimerie de René De Keersmaeker), 1961, in-12 à l’italienne. H.C. Exemplaire dédicacé par M. Broodthaers à G. Van Geluwe le 24 avril 1961.
- 10 -
8 I
MARCEL BROODTHAERS
300 / 500 €
Mon Livre d’Ogre. Suite de récits poétiques. Frontispice original de Serge Vandercam. Oostende, A l’enseigne de l’arquebuse du silence, 1957. Ex. 22/25.
9 I
MARCEL BROODTHAERS
600 / 800 €
Minuit. Poème illustré d’une peinture originale de Serge Vandercam. Bruxelles, George Hoyoux éditeur (Édit. des Artistes), 1960. Ex 15 portant la double impression “Minuit” en rouge sur la couverture.
- 11 -
10 I
MARCEL BROODTHAERS
500 / 700 €
La Bête noire. Gravures [et mise en page] de Jan Sanders, illustré d’un dessin original de Jan Sanders. S.l. (Imprimerie de René De Keersmaeker), 1961, in-12 à l’italienne. H.C. Exemplaire dédicacé par M. Broodthaers à G. Van Geluwe le 12 mai 1961.
11 I
MARCEL BROODTHAERS
500 / 700 €
Minuit. Poème avec illustration de Serge Vandercam. Bruxelles, George Hoyoux éditeur (Édit. des Artistes), 1960. H.C. Ex. portant la double impression “Minuit” en rouge sur la couverture. Dédicacé : “A Gustave Van Geluwe grâce à qui Bruxelles est une ville respirable Serge V. M. Broodthaers”.
- 12 -
12 I
CONSTANTIN MEUNIER (1831-1905)
800 / 1 200 €
Trois mineurs Drie mijnwerkers Crayon gras sur papier. Cachet d’atelier en bas à droite. Zwart potlood op papier. Onderaan rechts atelierstempel. 34,5 x 38,5 cm (jour / dag).
13 I
JAKOB SMITS (1855-1928)
Deux enfants pelotant la laine Twee kinderen die de wol ontwarren Crayon noir sur papier. Signé en haut à droite. Zwart potlood op papier. Boven rechts gesigneerd. 21 x 25,5 cm (jour / dag).
Intérieur de G. Van Geluwe à Boitsfort, avec le dessin de J. Smits à gauche de la porte. Interieur van G. Van Geluwe in Bosvoorde, met de tekening van J. Smits links van de deur.
- 13 -
1 000 / 1 500 €
14 I
JAKOB SMITS (1855-1928)
15 I
400 / 500 €
ISIDORE OPSOMER (1878-1967)
La ferme et le puits d’eau Het huis met de waterput
Le port de Willemstad De haven van Willemstad
Sanguine sur papier. Signé en bas à gauche. Sanguine op papier. Onderaan links gesigneerd.
Aquarelle sur papier. Signé en bas à droite. Aquarel op papier. Onderaan rechts gesigneerd.
21 x 26,5 cm (jour / dag).
34 x 49,5 cm (jour / dag).
400 / 500 €
Exposition / Tentoonstelling : 1960, Ixelles, Musée, Collection G. Van Geluwe, 15/1111/12/1960.
I
sidore Opsomer était un habitué des salons du mercredi chez Gustave Van Geluwe. Une estime réelle liait les deux hommes. Essentiellement portraitiste, Opsomer réalisa deux portraits du collectionneur.
sidore Opsomer was een habitué op de woensdagse salons bij Gustave Van Geluwe. Een wederzijdse waardering verbond de twee mannen. Opsomer was voornamelijk portretkunstenaar en hij maakte twee portretten van de verzamelaar.
I
- 14 -
16 I
FERDINAND SCHIRREN (1872-1944)
Corbeille de fleurs à l’éventail noir Bloemenmand met zwarte waaier Encre de Chine et pastel sur papier. Signé en bas à gauche. Oost-Indische inkt en pastel op papier. Onderaan links gesigneerd. 50,5 x 67,5 cm (jour / dag).
- 15 -
3 000 / 4 000 €
17 I
CONSTANT PERMEKE (1886-1952)
18 I
1 200 / 1 500 €
CONSTANT PERMEKE (1886-1952)
1 200 / 1 800 €
Nu marchant (1938) Stappend naakt (1938)
Nu au torse bombé Naakt met gebogen torso
Fusain sur papier. Signé à droite au milieu. Houtskooltekening op papier. Rechts in het midden gesigneerd.
Fusain et crayon noir sur papier. Signé en bas à droite. Houtskool en zwart potlood op papier. Onderaan rechts gesigneerd.
45 x 32 cm.
48,5 x 31,5 cm.
Expositions / Tentoonstellingen : 1986, Oostende, Provinciaal Museum voor Moderne Kunst, Retrospectieve Permeke, 20/12/1986-1/3/1987. 1987, Ferrara, Palazzo dei Diamanti. 1987, Hannover, Kunstverein, Retrospectieve Constant Permeke, 25/4-8/6/1987.
Expositions / Tentoonstellingen : 1957, Rotterdam, Museum Boymans, Tentoonstelling Permeke, 23/12/1957-9/2/1958. 1986, Oostende, Provinciaal Museum voor Moderne Kunst, Retrospectieve Permeke, 20/12/1986-1/3/1987. 1987, Hannover, Kunstverein, Retrospectieve Constant Permeke, 25/4-8/6/1987.
L
a collection Van Geluwe comptera une cinquantaine de peintures de Permeke, autant de dessins – des fusains de nus principalement – et quelques sculptures.
e collectie Van Geluwe bevatte een vijftigtal schilderijen van Permeke, evenveel tekeningen – hoofdzakelijk naakten in houtskool – en enkele beeldhouwwerken.
D
- 16 -
19 I
CONSTANT PERMEKE (1886-1952)
La tête du semeur Het hoofd van de zaaier Terre glaise. Signé. Kleigrond. Gesigneerd. H. 39 cm.
- 17 -
3 000 / 5 000 €
20 I
CONSTANT PERMEKE (1886-1952)
Marine au point du jour Zeegezicht bij het ochtendgloren Huile sur toile. Signé en bas à gauche. Olieverf op doek. Onderaan links gesigneerd. 50 x 70 cm.
- 18 -
4 000 / 6 000 €
21 I
CONSTANT PERMEKE (1886-1952)
1 000 / 1 500 €
Nu enfilant un bas Naakt die een kous aantrekt Craie noire sur papier brun. Signé en bas à gauche. Zwart krijt op bruin papier. Onderaan links gesigneerd. 39 x 26,5 cm.
22 I
FERNAND LEGER (1881-1955) (d’après / naar) gravé par François Villon
2 500 / 3 500 €
Femme à la cruche (1928) Vrouw met kruik (1928) Aquatinte en couleurs sur papier. Signé en bas à droite. Kleuraquatint op papier. Onderaan rechts gesigneerd. 47 x 30,5 cm (planche / plaat).
23 I
EUGENE VAN MIEGHEM (1875-1930)
1 500 / 1 800 €
Petit rôdeur des bassins Jonge zwerver langs de kade Monotype rehaussé à la gouache. Monotype opgewerkt met gouache. 17 x 21 cm (sans cadre / zonder lijst).
- 19 -
24 I
HENRI RAMAH (1887-1947)
2 000 / 3 000 €
Portrait de Gustave Van Geluwe (double face) Portret van Gustave Van Geluwe (dubbelzijdig) Huile sur toile. Olieverf op doek. 157 x 125,5 cm.
Expositions / Tentoonstellingen : 1945, Bruxelles, Palais des Beaux-Arts, Les compagnons de l’art. 1947, Bruxelles, Galerie Georges Giroux, L’art vivant dans les collections privées belges, 2/6-19/6/1947, H.C. 1960, Ixelles, Musée, Collection G. Van Geluwe, 15/1111/12/1960. 1961, Oostende, Museum voor Schone Kunsten, Het Vlaams expressionisme, 15/7-31/8/1961. 1967, Bruxelles, Hôtel Charlier, Rétrospective Ramah, 7/10-5/11/1967, n° 81. 1970, Leuven, Universiteitshal, Expressionistische schilders van België, 15/1-11/2/1970.
«
L
a toile ressemble à une palette rayonnante où les tonalités vives s’interpénètrent en de prodigieux croisements de nuances, où les volumes paraissent à première vue dissous mais qu’un accent de couleur plus vive, une masse plus dense, quelques traits, pour peu qu’on l’observe, formulent un filigrane. » P. Roberts-Jones, Bonjour Ramah, dans introduction au catalogue de l’exposition rétrospective Ramah, Hôtel Charlier, Saint-Josse-ten-Noode, 1967, p. 11.
Lit. : P. Roberts-Jones, Ramah, (Monographies de l’art belge). Bruxelles, 1968, p. 12, repr. n° 23.
«
V
oortaan gaat het doek meer gelijken op een veelkleurig schilderspalet, waarop de levendige tinten zich mengen tot wonderlijke kleurenschakeringen, de volumes op het eerste gezicht vaag blijven, maar een kleurig accent, een dikkere verflaag of enkele borstelstreken volstaan om bij nader toezien een filigraan te doen ontstaan. » P. Roberts-Jones, Retrospectieve Ramah, Hotel Charlier, Sint-JoostTen-Noode, 1967.
- 20 -
- 21 -
25 I
GUSTAVE DE SMET (1877-1943)
4 000 / 5 000 €
Femme au manteau rouge Vrouw met rode mantel Gouache sur papier. Signé en bas à droite. Gouache op papier. Onderaan rechts gesigneerd. 54 x 33,5 cm.
Expositions / Tentoonstellingen : 1957, Brugge, Groeningenmuseum, Hedendaagse Vlaamse Meesters. Verzameling G. Van Geluwe, 14/4-16/6/1957, cat. n° 4. 1959, Deinze, Museum, Les peintres de Lathem dans la collection Van Geluwe, 25/4-18/5/1959. 1959, Boitsfort, Maison Haute, Exposition Gust De Smet, 24/10-8/12/1959, n° 36. 1961, London, Crane Kalman Gallery, L’art moderne belge, 7/1961. Lit. : P. Boyens, Gust. De Smet. Kroniek - Kunsthistorische analyse, Antwerpen, 1989, p. 442, n° 1251.
- 22 -
26 I
CONSTANT PERMEKE (1886-1952)
3 000 / 5 000 €
Trois personnages (ca. 1925) Drie personages (ca. 1925) Fusain et gouache sur papier. Signé et situé Vevey en bas vers la gauche. Houtskool en gouache op papier. Onderaan links gesigneerd en gesitueerd Vevey. 51 x 65 cm.
Exposition / Tentoonstelling : 1929, Antwerpen, Feestzaal, Kunst van Heden Salon 1929, 27/4-2/6/1929.
- 24 -
27 I
JEAN BRUSSELMANS (1884-1953)
2 000 / 3 000 €
Nu de dos Naakt op de rug gezien Huile sur toile marouflée sur panneau. Signé et daté 1907 en bas à droite. Olieverf op doek gekleefd op paneel. Onderaan rechts gesigneerd en gedateerd 1907.
B
russelmans occupait une place importante dans la collection Van Geluwe. Les deux hommes s’étaient rencontrés vers 1926, sans doute à la côte belge. On a pu dénombrer une dizaine d’aquarelles et eaux-fortes, et une quinzaine de peintures datées de 1903 à 1950.
79 x 72 cm.
Expositions / Tentoonstellingen : 1955, Charleroi, Cercle Artistique, XXIXe Salon, Rétrospective Jean Brusselmans, cat. n° 27. 1955, Knokke, Casino, L’impressionnisme en Belgique avant 1914, 7-8/1955. 1979, Bruxelles, Crédit Communal, Le fauvisme brabançon, 12/5-1/7/1979, cat. n° 5, repr. p. 77. 1980, Brugge, Stedelijke Musea, Retrospectieve tentoonstelling Jean Brusselmans, cat. n° 9, repr. p. 140.
russelmans speelde een belangrijke rol in de collectie van Van Geluwe. De twee mannen ontmoetten elkaar vermoedelijk aan de Belgische kust in 1926. Een tiental aquarellen en etsen werden geteld alsook een vijftiental schilderijen gedateerd tussen 1903 en 1950.
B
- 25 -
28 I
50 000 / 70 000 €
RIK WOUTERS (1882-1916)
Nu couché de dos (1910) Liggend naakt op de rug gezien (1910) Huile sur toile marouflée sur panneau. Signé en bas à gauche. Olieverf op doek gekleefd op paneel. Onderaan links gesigneerd. 47 x 79 cm.
Inv. Nel Wouters 26/33 Inv. R. Avermaete p. 204
Provenance / Herkomst : Ancienne collection Mme Georges Giroux, Bruxelles. Ancienne collection René Lust. Expositions / Tentoonstellingen : 1922, Bruxelles, Galerie Georges Giroux, Rik Wouters, 1-15/4/1922, n° 41, Nu. 1934, Bruxelles, Palais des Beaux-Arts, Le nu dans l’art vivant, 17/2-18/3/1934, n° 97, Nu allongé. 1935, Bruxelles, Palais des Beaux-Arts, Rik Wouters, 16/11– 22/12/1935, n° 38, Nu couché. 1946, Mechelen, Stedelijke feestzaal, Rik Wouters, 21/96/10/1946, n° 27, Nu couché. 1946, Rotterdam, Museum Boymans, Rik Wouters, 11/1017/11/1946, n° 28, Liggend naakt. 1946, Den Haag, Gemeente Museum, Rik Wouters, 21/118/12/1946, n° 28, Liggend naakt. 1947, Boitsfort, Maison Haute, Rik Wouters, 18/109/11/1947, n° 36, Nu bleu. 1956, Tournai, Musée des Beaux-Arts, Maîtres de l’art contemporain, 22/9-21/10/1956, n° 94, Nu couché sur fond bleu. 1957, Antwerpen, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Rik Wouters, 17/07 – 15/09/1957, n° 30, Liggend naakt op blauwe achtergrond. 1958, Léopoldville, Stanleyville, Bukavu, Elisabethville, Grandes figures de la peinture belge du demi-siècle, 1012/1958. 1979, Bruxelles, Passage 44, Crédit Communal de Belgique, Le fauvisme brabançon, 12/5-24/6/1979, n° 32, Nu couché sur fond bleu, ill. p. 77. 1981, Bruxelles, Galerie CGER, Le nu dans l’art moderne belge, 26/6-23/8/1981, n° 73, Nu couché sur fond bleu, ill. p. 195. Lit. : R. Avermaete, Rik Wouters, Bruxelles, 1962, p. 140. O. Bertrand, Rik Wouters, les peintures. Catalogue raisonné, Antwerpen, 1995, n° 47, p.54. M. Eemans, Le nu de Rops à Delvaux, Bruxelles, 1981, p. 113.
- 26 -
- 27 -
29 I
FRITS VAN DEN BERGHE (1883-1939)
20 000 / 30 000 €
“Magicien” (1928) Huile sur papier marouflé sur panneau. Signé en bas à droite. Olieverf op papier gekleefd op paneel. Onderaan rechts gesigneerd. 50 x 34 cm.
Provenance / Herkomst : Anciennes collections / Voormalige collecties P. G. Van Hecke, W. Schwarzenberg, E.L.T. Mesens. Expositions / Tentoonstellingen : 1928, Bruxelles, Galerie L’Epoque, 25 œuvres nouvelles de F. van den Berghe, Arbres singuliers. 1928, Paris, Galerie Manteau. 1948, Gent, Cercle artistique et littéraire, F. van den Berghe, n° 38. 1952, Knokke, Casino, G. De Smet & F. van den Berghe. 1953, Oostende, Kursaal, Art fantastique, n° 78, repr. 1954, Hasselt, Onder de Toren, F. van den Berghe, n° 56. 1954, Maastricht, Bonnefantenmuseum, F. van den Berghe, 7/8-29/8/1954, n° 16, Magiër. 1954, Tilburg, Paleis-Raadhuis, F. van den Berghe, n° 17. 1955, Oslo, Belgisk Kunst, n° 5, Magie. 1957, Amsterdam, Stedelijk Museum, F. van den Berghe, n° 33. 1957, Knokke, Casino, F. van den Berghe, n° 38. 1959, Antwerpen, A.C.W zaal, Rétrospective F. van den Berghe, n° 12. 1959, Bruxelles, M.R.B.A., Œuvres de F. van den Berghe appartenant à la collection G. Van Geluwe, n° 4. 1960, New York, Art belge, Magicien. 1960, Ixelles, Musée, Collection G. Van Geluwe, 15/1111/12/1960. 1961 Bruxelles, Galerie le Zodiac, Frits Van den Berghe, 7/4-20/41961, Magicien. Lit. : E. Langui, Frits Van den Berghe. L’homme et son œuvre, Anvers, 1968, p. 309, n° 271.
- 28 -
30 I
MAURICE SCHELCK (1906-1968)
31 I
1 000 / 1 500 €
“Les ruines de l’idéal”
JAMES ENSOR (1860-1949)
1 200 / 1 500 €
“Chaumières” “Hutten”
Huile sur toile. Monogrammé en bas à gauche. Contresigné et titré au dos. Olieverf op doek. Onderaan links gemonogrammeerd alsook op de rugzijde gesigneerd en getiteld.
Eau-forte. Signé, daté 1888 et contresigné. Ets. Gesigneerd, gedateerd 1888 alsook op de rugzijde gesigneerd.
100 x 80 cm.
Taevernier n°50.
- 30 -
32 I
JAMES ENSOR (1860-1949)
33 I
800 / 1 200 €
GEORGES GRARD (1901-1984)
1 000 / 1 500 €
“L’adoration des bergers” “De aanbidding van de herders”
Masque mortuaire de Constant Permeke Dodenmasker van Constant Permeke
Vernis mou. Signé et daté 1888 ; contresigné et annoté au dos ‘vernis mou’. Vernis mou. Gesigneerd en gedateerd 1888 ; op de rugzijde gesigneerd met annotatie ‘vernis mou’.
Bronze à patine brune. Bruin gepatineerd brons. H. 28 cm.
Taevernier n°58.
- 31 -
34 I
CONSTANT PERMEKE (1886-1952)
7 000 / 10 000 €
Le cirque (ca. 1921) Het circus (ca. 1921) Expositions / Tentoonstellingen : 1950, London, Roland Browse & Delbanco Gallery, Painting by Permeke, cat. n° 7. 1951, Charleroi, XXVe Salon des Beaux-Arts, Rétrospective Constant Permeke. 1953 (?), Mexico City, Constant Permeke. 1953, Köln, Dessins de Permeke. 1953-1954, Verviers, Dessins de Permeke. 1954, Gent, Cercle Artistique, Dessin de Permeke, 19/122/1/1954. 1955, Antwerpen, Cinquantenaire de l’Art Contemporain, 14/5-22/6/1955, cat. n° 75. 1956, Düsseldorf, Otterlo, Oostende, Antwerpen, Collection G. Van Geluwe, cat. n°75. 1957, Kortrijk, Atelier Veranneman, Hommage à Permeke, 9-26/2/1957. 1957, Brugge, Groeningenmuseum, Hedendaagse Vlaamse Meesters. Verzameling G. Van Geluwe, 14/4-16/6/1957, cat. n° 53. 1957, London, Tate Gallery, Constant Permeke, 12/1115/12/1957. 1957, Rotterdam, Museum Boymans, Constant Permeke, 23/12/1957-9/2/1958, cat. n 15. 1960, Roma, L’Attico, Constant Permeke, 3-4/1960. 1960, Wien, Galerie Würthle, Constant Permeke, 1/625/6/1960. 1965, Santiago de Chili, Dessins et aquarelles belges, 26/1026/12/1965, cat. n° 60. 1986, Oostende, P.M.M.K., Retrospective Constant Permeke, 10/1986-3/1987. 1987, Hannover, Retrospective Constant Permeke. 1990, Gent, M.S.K., Vlaams Expressionisme in Europese Context, 12/2-10/7/1990.
Crayon et fusain sur papier. Signé en bas à droite. Potlood en houtskool op papier. Onderaan rechts gesigneeerd. 62,5 x 73 cm.
- 32 -
- 33 -
35 I
JAMES ENSOR (1860-1949)
170 000 / 250 000 €
“Le salon bourgeois” (première version / oorspronkelijke versie) Huile sur toile. Signé et daté 1880 en bas à gauche. Olieverf op doek. Onderaan links gesigneerd en gedateerd 1880. 66 x 57 cm.
Provenance / Herkomst : Anciennes collections / voormalige collecties Fr. Franck, Antwerpen ; L. Bogaerts, Bruxelles ; L. Franck, Antwerpen/London/Paris. Expositions / Tentoonstellingen : 1910, Rotterdam, Rotterdamse Kunstkring, n° 6, Intérieur 1881. 1910, Antwerpen, Cercle Royal Artistique, Littéraire et Scientifique, n° 6. 1914, Venise, XIe Esposizione Internazionale d’Arte. 1920, Bruxelles, Galerie Georges Giroux, n° 18, 1881. 1925, Basel, Kunsthall, Ausstellung Belgischer Kunst, n° 62, Salon bourgeois 1880. 1926, Paris, Galerie Barbazanges, p. 19, 1881. 1927, Hannover, Kestner-Gesellschaft, n°3. 1927, Berlin, Galerie Paul Cassirer. 1927, Dresden, Galerie Neue Kunst Fides. 1928, Paris, Musée du Jeu de Paume, L’art belge depuis l’impressionnisme, n° 76, Petit salon bourgeois. 1929, Bruxelles, Palais des Beaux-Arts, n° 99. 1932, Paris, Musée du Jeu de Paume, n° 66, Petit salon bourgeois. 1933, Antwerpen, K.M.S.K., Exposition de la Collection François Franck, n° 79. 1945, Bruxelles, Galerie Georges Giroux, Hommage à Ensor, n° 16. 1949, Charleroi, Cercle Artistique, XXIIIe Salon annuel des Beaux-Arts, Rétrospective Ensor, Mars 1949. 1949, Liège, Société Royale des Beaux-Arts, Salon Quatriennal, n° 4. 1950, Boitsfort, Maison haute, n° 3. 1950, Lyon, Musée des Beaux-Arts, La peinture belge contemporaine, n° 39.
1951, Antwerpen, K.M.S.K., n° 10. 1951, New-York, Boston, Cleveland, St Louis, Work of James Ensor, 1951-52, n° 10. 1956, Verviers, Düsseldorf, Otterlo, Oostende, Antwerpen, Schilderijen en beelhouwwerk uit de verzameling G. Van Geluwe, cat. n° 2. 1960, London, Marlborough Fine Art, James Ensor 18601949, Retrospective Centenary Exhibition, 7/4-28/5/1960, cat. n° 12. 1960, Oostende, S.M.S.K., n° 23. 1976, Stavelot, Musée de l’Ancienne Abbaye, n° 6. 1977, Chicago, The Art Institute of Chicago, James Ensor Exhibition, 6/11/1976-3/1/1977, cat. n°4. 1981, Tel Aviv Museum, 22/9-7/11/1981, n° 5. 1983-84, Hyogo, Kanagawa, Miyagi, Saitama, n° 20. 1986-87, Hamburg, Kunstverein, n° 8. 2010, Oostende, Muzee, En visite chez Ensor - Bij Ensor op bezoek, 13/2-29/8/2010. 2010, Bruxelles, ING, Ensor démasqué, 7/10/201013/2/2011. Lit. : E. Verhaeren, James Ensor, Bruxelles, 1908, p. 109, ill. p. 30. G. Le Roy, James Ensor, Bruxelles, Paris, 1922, p. 175, ill. p. 38. J. E. Payro, James Ensor, Buenos Aires, 1943, pl. 16 (ill.). F.-C. Legrand, Ensor cet inconnu, 1971, n° 35. R. L. Delevoy, Ensor, Anvers, 1981, p. 60, n° 38 (ill.). X. Tricot, James Ensor. Sa vie, son œuvre. Catalogue raisonné des peintures, Bruxelles, 2009, p. 264, n° 168 (repr.).
- 34 -
- 35 -
C’est de 1880 à 1885 que James Ensor produisit ses toiles les plus belles. Son œuvre n’est point une moisson d’été ni une vendange d’automne ; c’est avant tout une germination de printemps. Emile Verhaeren 1908
Le Salon Bourgeois (première version) 1880 James Ensor compare l’académie bruxelloise à ‘une boite à myopes’… en réalité il a du mal à admettre que ces quelques années furent des plus instructives. Après trois années d’étude (d’octobre 1877 à juillet 1880), il s’en va prématurément après avoir affiné sa technique et constitué un vaste réseau culturel. Avec ses compagnons d’étude, il a probablement dû discuter des nouvelles tendances parisiennes : l’importance de la touche picturale, la rapidité de l’exécution, l’influence de la lumière, la théorie des couleurs, et ces ombres qui peuvent tourner au noir mais tout aussi bien au violet ou au vert… Bref : des discussions sur l’impressionnisme antiacadémique. « Le Salon Bourgeois » fut réalisé quelques mois après son départ de l’académie. Il est indéniable que, du point de vue de la technique, de la couleur et du contenu, il ne s’agit plus en rien d’un travail d’étudiant. De retour à Ostende, il s’installe au dessus du magasin familial et part à la recherche de la lumière. Celle qui ‘mange les formes’ et ‘contient l’arc-en-ciel’. Il y travaille dans une mansarde avec d’un côté, vue sur mer. Néanmoins, son attention est attirée par tant d’objets différents disséminés dans les différentes chambres. Il représente une chaise, un abat-jour, une draperie. Il demande à sa sœur Mitche de prendre la pose ou encore représente ses amis peintres Willy Finch et Théo Hannon en pleine activité. Ce sont des études de personnages isolés, situés dans un décor peu défini. En 1880, âgé d’à peine vingt ans, ses petites recherches et ses plus grands tableaux aboutissent à une composition importante, complexe et osée : « Le Salon Bourgeois ». Le tableau est tout en suggestion, beaucoup d’éléments y sont presque immatériels, plus suggérés que définis. Dans la tradition du réalisme belge, il part d’un fond de couleur brune, mais le résultat final n’a plus rien à voir avec cette tendance alors toujours persistante. Nous sommes à mille lieues d’un intérieur statique et faussement douillet. Le salon vibre et les touches appliquées au couteau sont spontanées et fraîches. De la fenêtre à la table, la lumière sautille et entraîne la cheminée et le fauteuil dans sa danse, (le même fauteuil qui servira plus tard pour le portrait de son père). La lumière sur les tablettes est encore empâtée et rayonnante mais s’affaiblit en tirant des lignes blanches sur la table ronde et laisse, ici et là, quelques reflets. L’espace s’illumine et vibre. Le tapis est un assemblage chaleureux de nuances brunes. Le vert des losanges est complémentaire aux touches rouges du bureau. L’ensemble est peint avec souplesse et rapidité, à tel point que les lignes qui structurent le tapis sont littéralement grattées dans la peinture. Ensor représente ce qu’il voit et non ce qui est. Les deux miroirs sont des éléments actifs, la touche blanche dans celui de droite forme un trait d’union entre les deux fenêtres, alors que l’autre encadre l’abat-jour au dessus de la table.
- 36 -
Le placement du modèle dans la composition indique qu’Ensor souhaitait un accent de couleur à cet endroit précis. Le cardigan rouge rétablit l’équilibre visuel en répondant à l’intensité de la touche blanche sur la fenêtre. Il y a clairement un contact visuel entre la femme et le peintre. Des petits points rouges indiquent ses lèvres, nez et oreilles. Le ‘bleu Ensor’ caractéristique est utilisé pour la jupe et les cheveux.
J. Ensor jouant de la flute / speelt fluit, ca. 1880 (coll. archives / archief J. Ensor)
Durant ces années, il dessine dans son atelier les « types ostendais », tels que des pêcheurs ou des domestiques. En même temps, il peint ici un intérieur cossu habité par une dame de la bourgeoisie. Cette femme, c’est sa sœur Mitche. Elle porte la même tenue que dans son « portrait au parasol ». La présence, et parfois la confrontation, des classes opposées que sont la bourgeoisie et le prolétariat, sera une constante dans son œuvre. Dans la deuxième version du « Salon Bourgeois » (collection du Musée des Beaux-Arts d’Anvers) qu’il peindra une année plus tard, l’atmosphère est toute différente. Tandis que dans la première version dominent frivolité, énergie et joie de vivre, en 1881, l’ambiance devient plus symboliste. On n’y ressent aucun contact entre les deux protagonistes du tableau. L’espace y est moins animé par la lumière et les objets sont d’avantage nommés, définis. Les miroirs, par exemple, y reflètent réellement des objets. Dans cette seconde version, tout est donc plus concret. Le tapis est dense et les parties sombres chargent l’ensemble d’une tension diamétralement opposée à la vitalité de la version originale. Parfois, Ensor clarifie les titres de ses œuvres en ajoutant le qualificatif ‘impression’. Il prétendra toujours avoir été le premier impressionniste belge. Ce qui ne sera jamais démenti par ses collègues et lui donnera une certaine autorité lors des expositions des XX. Ses techniques et styles impressionnistes susciteront de fortes critiques, des critiques qu’il utilisera plus tard comme preuve de sa propre clairvoyance et de son importance. Son influence sur la génération des impressionnistes belges, comme des générations d’artistes suivantes, n’est pas à sous-estimer. Ce tableau, qui est son premier tableau impressionniste, explique à quel point l’influence du maître subsistera sur la peinture moderne, son impact sur un peintre comme Rik Wouters est exemplaire. Emile Verhaeren (1908) déclare que « La mangeuse d’huîtres » de 1882 est la première peinture impressionniste dans histoire de l’art belge. Cependant Ensor n’aurait jamais pu créer ce chef d’œuvre sans la connaissance, la compétence et la joie dont témoigne cette première version du « Salon Bourgeois » de 1880.
Patrick Florizoone, 2014 Archives James Ensor
- 37 -
C’est de 1880 à 1885 que James Ensor produisit ses toiles les plus belles. Son œuvre n’est point une moisson d’été ni une vendange d’automne ; c’est avant tout une germination de printemps. Emile Verhaeren 1908
Le Salon Bourgeois (oorspronkelijke versie) 1880 De Brusselse academie vergelijkt James Ensor met ‘une boite à myopes’, een kot voor bijzienden... in feite heeft hij het moeilijk toe te geven hoe vormend deze paar jaren wel zijn geweest. Na drie studiejaren (van oktober 1877 tot juli 1880) vertrekt hij er vroegtijdig, maar naast techniek heeft hij er ook een rijk cultureel netwerk opgebouwd en heeft hij er waarschijnlijk met zijn medestudenten gediscussieerd over de nieuwe wind die in Parijs waait: het belang van de schildertoets, de snelheid van uitvoering, het belang van het licht, de kleurentheorieën en dat schaduwen zwart maar ook paars of groen of... kunnen zijn ; kortom discussiëren over het anti-academische impressionisme. We kunnen niet anders dan beamen dat Le Salon Bourgeois, gemaakt enkele maanden na zijn vertrek uit de academie, noch technisch noch coloristisch noch inhoudelijk het werk zou kunnen zijn van een dilettant. Eenmaal terug thuis in Oostende blijft hij wonen, boven de winkel, bij zijn ouders, zus en tante en zal hij op zoek gaan naar licht, het licht ‘qui mange les formes’, dixit Ensor en ook de regenboog in zich heeft. Hij werkt er op een mansardekamer met zijzicht op de zee, maar zijn aandacht wordt getrokken door zoveel verschillende objecten, allen interessant om te tekenen of te schilderen, die zich in de vele kamers bevinden. Hier schildert hij een stoel, daar een lampenkap, ginder een draperie. Hij laat zijn zus Mitche gewillig een pose aannemen of schildert zijn vrienden medeschilders Willy Finch en Theo Hannon tijdens hun activiteit. Het zijn geïsoleerde figuurstudies met meestal geen of weinig entourage. In 1880, James is dan pas 20 jaar oud, komen die onderzoekende schilderijtjes van objecten en de grotere figuurschilderijen samen in één grote compositie, complex en gedurfd: Le Salon Bourgeois. Het is een heel suggestief schilderij, veel elementen zijn er bijna immaterieel en worden vooral gesuggereerd in plaats van gedefinieerd. Nog volledig in de traditie van het Belgisch realisme vertrekt hij van een bruine fond, maar het eindresultaat staat mijlenver van deze nog courante kunstrichting....het staat ver af van een statisch en illusoir huiselijk interieur. Het salon vibreert en de toetsen aangebracht met het paletmes zijn spontaan en fris. Het licht danst vanuit het raam naar de tafel en blijft onderweg haperen aan schouw en zetel (de zetel waarin hij zijn vader portretteert). Waar het licht op de vensterbanken nog pasteus en stralend is aangebracht, is het uit gedeemsterd wanneer het witte strepen op de ronde tafel trekt en nog her en der reflecties nalaat. Die heldere stroom doet de ganse living oplichten en vibreren. Het tapijt is geschilderd met talrijke warme schakeringen van bruin en de groene ruiten zijn qua kleur complementair met de rode toetsen op de bureaupoot en de enkele horizontale rode lijntjes op de tafelpoot . Het geheel is met zoveel souplesse en snelheid geschilderd dat hij het nodig acht om met de punt van zijn paletmes structurerende lijnen te trekken in het tapijt dat een zeer beweeglijke consistentie heeft. Hij schildert een visuele realiteit, geen fysieke materie.
- 38 -
De twee spiegels zijn actieve elementen in het interieur, deze aan de rechterzijde heeft een witte toets als trait d’union tussen de twee ramen, de andere kadreert de lampenkap boven de tafel. De rechtstaande pose van de vrouw met waaier wijst erop dat Ensor op die plaats een bijzondere kleurentoets wenste. Het rode vestje is een soort tegenhanger van de felle witte toets op het raam, het visuele evenwicht is hersteld. Er is een duidelijk contact tussen de vrouw en de schilder die naar elkaar kijken. Met fijne rode stipjes zijn haar lippen, neus en oren aangegeven, haar rok en haar worden met het typische ‘bleu Ensor’ geschilderd. Waar hij in dezelfde periode op zijn zolderatelier de ‘Oostendse types’ tekent, dat zijn eerder volkse figuren als vissers, huispersoneel, enz., schildert hij hier een burgerlijk interieur met een dame uit een betere klasse. Deze vrouw, zijn zus Mitche, heeft hij reeds in dezelfde kledij afgebeeld in haar portret met parasol. Deze twee klassen, bourgeoisie en proletariaat zullen in een verschillende werken van zijn oeuvre vertegenwoordigd blijven en soms geconfronteerd worden. In de tweede versie van Le Salon Bourgeois (collectie Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen) die hij één jaar later schildert is de sfeer gans anders, waar hier frivoliteit, energie en levenslust spreken wordt de sfeer in 1881 meer symbolistisch. Er is geen contact meer met de twee voorovergebogen figuren en het licht krijgt veel minder toegang tot de ruimte en geeft minder leven aan de dingen. De voorwerpen zijn meer benoemd, bijvoorbeeld, de spiegels zijn echte spiegels geworden die voorwerpen reflecteren. Alles wordt meer fysiek, het tapijt wordt compacter en onheilspellender en samen met de aanzienlijk donkere partijen beladen ze het geheel met een gespannen sfeer die lijnrecht staat tegenover de vitaliteit van de oorspronkelijke versie. Soms verduidelijkte Ensor de titels van zijn werken door toevoeging van de kwalificatie ‘impression’. Hij zal zich er altijd op beroepen de eerste Belgische Impressionist te zijn, zijn collega’s zullen dat ook beamen en bij de tentoonstellingen van Les XX zal hij daarmee heel wat autoriteit bekomen. Het is onder andere door zijn impressionistische stijl en techniek dat hij fel zal bekritiseerd worden, kritiek die hij later zal gebruiken als bewijs van zijn gelijk en belang. Zijn invloed op de generatie Belgische impressionisten is niet te onderschatten, ook op latere generaties is zijn invloed onmiskenbaar. Dit schilderij, het aller vroegste impressionistische schilderij, maakt duidelijk hoe zijn invloed nog lang nazindert, de invloed op oa. Rik Wouters is voorbeeldig. Emile Verhaeren (1908) verklaart de “Oestereetser” uit 1882 als het vroegste impressionistische schilderij in de Belgische kunstgeschiedenis, maar dat meesterwerk zou Ensor niet hebben kunnen schilderen zonder de kennis en kunde en vreugde die hij tentoonspreidt in deze eerste versie van Le Salon Bourgeois uit 1880. Patrick Florizoone, 2014 James Ensor Archief
- 39 -
36 I
HENRI EVENEPOEL (1872-1899)
400 / 600 €
Main et deux visages Hand en twee gelaten Craie noire sur papier. Zwart krijt op papier. 19 x 12 cm (jour / dag).
37 I
CONSTANTIN MEUNIER (1831-1905)
200 / 300 €
“Sur le ponton, Charbonnage Flénu” Crayon sur papier. Titré, daté ‘août 88’ et cachet d’atelier en bas à droite. Potlood op papier. Onderaan rechts getiteld, gedateerd en atelierstempel. 45,5 x 30,5 cm (jour / dag).
- 40 -
38 I
1 000 / 1 500 â‚Ź
CONSTANTIN MEUNIER (1831-1905)
Le semeur De zaaier Craie noire sur papier. MonogrammĂŠ en bas vers le milieu. Zwart krijt op papier. Onderaan in het midden gemonogrammeerd. 47 x 21 cm (jour / dag).
- 41 -
39 I
GUSTAVE DE SMET (1877-1943)
6 500 / 9 000 €
Femme au chapeau (1937) Vrouw met hoed (1937) Huile sur toile. Signé en bas à droite. Olieverf op doek. Onderaan rechts gesigneerd. 65 x 54,5 cm.
Provenance / Herkomst : Ancienne collection O. Lejeune. Expositions / Tentoonstellingen : - 1945, Liège, Salon. - 1961, Antwerpen, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Retrospectieve Gustaaf De Smet, n° 259. Lit. : P. Boyens, Gust. De Smet. Kroniek - Kunsthistorische analyse, Antwerpen, 1989, p. 422, n° 1056.
- 42 -
- 43 -
40 I
JEAN BRUSSELMANS (1884-1953)
2 000 / 3 000 €
“Portrait de Monsieur Levacq, peintre du dimanche” Huile sur toile marouflée sur panneau. Signé et daté 1912 en bas à gauche. Le peintre L. Levacq était avec L. Decœur, R. Bertels et A. Van Sassenbrouck membre du cercle artistique “Le Clan du Paruck” sous la direction de J. Brusselmans. Olieverf op doek gekleefd op paneel. Onderaan links gesigneerd en gedateerd 1912. De schilder L. Levacq was samen met L. Decœur, R. Bertels et A. Van Sassenbrouck lid van de kunstkring “Le Clan du Paruck” o.l.v. J. Brusselmans. 34,5 x 28,5 cm.
- 44 -
41 I
JAMES ENSOR (1860-1949)
15 000 / 20 000 €
“Le Combat des pouilleux Désir et Rissolé” “Het gevecht van de luiskoppen verlangen en gebakken” Pointe-sèche sur simili Japon rehaussée à l’aquarelle. Signé, daté 1888 et titré. Droge naald op simili Japon opgewerkt met aquarel. Gesigneerd, gedateerd 1888 en getiteld. 229 x 280 mm. Taevernier nr. 19.
Provenance / Herkomst : Galerie Appolo, Bruxelles-Brussel. Anciennes collections / Voormalige collecties : Grubben ; Mlle Boogaerts
- 45 -
42 I
SERGE CREUZ (1924-1996)
43 I
350 / 500 €
SUZANNE VAN DAMME (1901-1986)
200 / 350 €
Portrait de Gustave Van Geluwe Portret van Gustave Van Geluwe
Portrait de Madame Van Geluwe (hiver 1935-36) Portret van Mevrouw Van Geluwe (winter 1935-36)
Huile sur toile. Signé et daté (19)55 en haut à droite. Olieverf op doek. Boven rechts gesigneerd en gedateerd (19)55.
Huile sur toile. Signé en bas à droite. Olieverf op doek. Onderaan rechts gesigneerd.
78 x 78 cm (sans cadre / zonder lijst).
80,5 x 65 cm.
Exposition / Tentoonstelling : 1955, Bruxelles, Galerie Georges Giroux, Serge Creuz, n° 8.
«
S
es portraits, par leur fidélité au modèle, la calme connaissance du métier, révèlent une intelligence que rien ne déconcerte mais qui sait prendre possession de tout ce qu’elle considère. Nous retrouvons toujours la même lucidité, la même humilité vis-à-vis du réel, pour tout dire en un mot, la même maîtrise. » Roger Bodart, Suzanne Van Damme, Monographies de l’art belge, Anvers, 1953.
I
l existe une vingtaine de portraits de Gustave Van Geluwe. Ils sont signés Ramah, Brusselmans, Permeke, Tytgat, Puvrez, Creuz, Opsomer… Chacun à sa manière, chacun dans facture, dévoile une facette d’une relation intime, tout en gardant le secret d’un colloque singulier.
r bestaan een twintigtal portretten van Gustave Van Geluwe geschilderd door Ramah, Brusselmans, Permeke, Tytgat, Puvrez, Creuz, Opsomer… Elk van deze portretten ontsluiert op zijn manier een aspect van een intieme relatie maar behoudt tegelijk het geheim van een bijzondere samenspraak.
E
« Et Monsieur Van Geluwe ? Le plus accueillant des mécènes, le plus aimable des hommes. Creuz lui impose un visage carré où chaque trait exprime la volonté. » Charles Bernard, dans La Nation Belge, Bruxelles, 18 /11/1955.
- 46 -
«
44 I
CONSTANT PERMEKE (1886-1952)
4 000 / 5 000 €
Paysage flamand Vlaams landschap Huile sur panneau. Signé en bas à droite. Olieverf op paneel. Onderaan rechts gesigneerd. 39,5 x 49 cm.
Exposition / Tentoonstelling : 1954, Gent, De Smet, Permeke, Van den Berghe.
- 47 -
45 I
EDGARD TYTGAT (1879-1957)
1 200 / 1 800 €
“Près de Furnes” (Abbaye des Dunes) “Près de Furnes” (Abdij ten Duinen) Aquarelle sur papier. Signé, daté 1935 et titré en bas à droite. Aquarel op papier. Onderaan rechts gesigneerd, gedateerd 1935 en getiteld.
Expositions / Tentoonstellingen : 1936, Bruxelles, Palais des Beaux-Arts, Les peintres W. Paerels, E. Tytgat. Le sculpteur H. Puvrez, cat. n° 32. 1941, Verviers, Société Royale des Beaux-Arts, Edgard Tytgat, cat. n° 20.
25 x 33,5 cm (jour / dag).
Lit. : A. Dasnoy, Edgard Tytgat. Catalogue raisonné de son œuvre peint, Bruxelles, 1965, p. 239 cat. n° 664, repr. p. 272.
G. Van Geluwe & E. Tytgat
- 48 -
46 I
EDOUARD GOERG (1893-1969)
2 000 / 3 000 €
“Les baigneurs” Huile sur toile. Signé en bas à gauche, titré et daté (19)25 au dos. Olieverf op doek. Onderaan links gesigneerd alsook gesigneerd, getiteld en gedateerd (19)25 55 x 46 cm.
- 49 -
47 I
CONSTANT PERMEKE (1886-1952)
2 500 / 3 500 €
Tête de gendarme (ca. 1928) De veldwachter (ca. 1928) Fusain sur papier rehaussé à la sanguine. Signé en bas à droite. Houtskool op papier opgewerkt met sanguine. Onderaan rechts gesigneerd. 64 x 51 cm.
Expositions / Tentoonstellingen : 1929, Antwerpen, Exposition art contemporain, n° 148. 1930, Bruxelles, Palais des Beaux-Arts, Permeke, cat. n° 319. 1956, Düsseldorf, Otterlo, Oostende, Antwerpen, Collection G. Van Geluwe, 14/4-22/5/1956, cat. n° 80. 1957, Brugge, Groeningenmuseum, Hedendaagse Vlaamse Meesters. Verzameling G. Van Geluwe, 14/4-16/6/1957, hors cat. 1957, Rotterdam, Museum Boymans, Tentoonstelling Permeke, 23/12/1957-9/2/1958. 1958, Léopoldville, Stanleyville, Bukavu, Elisabethville, Grandes figures de la peinture belge du demi-siècle, 10-12/1958. 1959, Antwerpen, K.M.S.K, Retrospectieve Constant Permeke, 28/06-31/08/1959, cat. n° 232, repr. p.45. 1960, Roma, L’Attico, Constant Permeke, 3-4/1960. 1960, Wien, Galerie Würthle, Constant Permeke, 1/625/6/1960. 1965, Santiago de Chili, Dessins et aquarelles belges, 26/1026/12/1965, cat. n° 61. 1987, Oostende, Provinciaal Museum voor Moderne Kunst, Retrospectieve Permeke, 20/12/1986-1/3/1987.
- 50 -
- 51 -
48 I
FRITS VAN DEN BERGHE (1883-1939)
30 000 / 40 000 €
“La parade des filles” (1932) Huile sur toile. Signé en bas à droite. Olieverf op doek. Onderaan rechts gesigneerd. 70,5 x 66 cm.
Expositions / Tentoonstellingen : 1957, Dublin, Living Art. 1959, Bruxelles, M.R.B.A., Œuvres de F. van den Berghe appartenant à la collection G. Van Geluwe, n° 18. 1959, Deinze, Museum, Les peintres de Laethem dans la collection Van Geluwe, 25/4-15/5/1959. 1959, Antwerpen, A.C.W zaal, Rétrospective F. van den Berghe, n° 15. Lit. : E. Langui, Frits Van den Berghe. L’homme et son œuvre, Anvers, 1968, p. 313, n°391.
E
n 1959, peu de temps avant la fermeture du Musée d’art moderne, les Musées royaux des Beaux-Arts de Belgique présentent l’exposition des « œuvres de Frits Van den Berghe appartenant à la collection Gustave Van Geluwe ». Ils ne possèdent alors qu’une seule toile de l’artiste. En 1963, les Musées achèteront deux tableaux aux héritiers de Van Geluwe, qui s’acquittent du payement des droits de succession. ort na de sluiting van het Museum voor Moderne Kunst in 1959 organiseerden de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België de tentoonstelling “Werken van Frits Van den Berghe uit de collectie Gustave Van Geluwe”. Op dat ogenblik is er slechts een enkel doek van de kunstenaar in hun bezit. Als aflossing van de betaling van successierechten zullen de erfgenamen Van Geluwe in 1963 twee schilderijen aan de Musea verkopen
K
- 52 -
- 53 -
49 I
RIK WOUTERS (1882-1916)
5 000 / 6 000 €
Tête de femme (Nel) (1907) Vrouwenhoofd (Nel) (1907) Plâtre d’atelier. Atelierplaaster. Un autre exemplaire reproduit dans / Een ander exemplaar is afgebeeld in N. Wouters, La vie de Rik Wouters à travers son œuvre, Bruxelles, 1944, pl. III, n° 5. H. 38 cm.
- 54 -
50 I
JEAN BRUSSELMANS (1884-1953)
4 000 / 5 000 €
Le moulin De windmolen
B
russelmans occupait une place importante dans la collection Van Geluwe. Les deux hommes s’étaient rencontrés vers 1926, sans doute à la côte belge. On a pu dénombrer une dizaine d’aquarelles et eaux-fortes, et une quinzaine de peintures datées de 1903 à 1950.
Huile sur toile. Signé et daté 1925 en bas à gauche. Olieverf op doek. Onderaan links gesigneerd en gedateerd 1925. 54 x 60 cm.
russelmans speelde een belangrijke rol in de collectie van Van Geluwe. De twee mannen ontmoetten elkaar vermoedelijk aan de Belgische kust in 1926. Een tiental aquarellen en etsen werden geteld alsook een vijftiental schilderijen gedateerd tussen 1903 en 1950.
B
- 55 -
51 I
GUSTAVE DE SMET (1877-1943)
15 000 / 20 000 €
Nu assis à la chemise rose (1937) Zittend naakt met rose hemd (1937) Huile sur toile. Signé en haut à gauche. Olieverf op doek. Boven links gesigneerd. 65,5 x 48,5 cm.
Expositions / Tentoonstellingen : Bruxelles, Société auxiliaire des expositions du Palais des Beaux-Arts. 1942, Bruxelles, Galerie Apollo, Rétrospective G. De Smet, n° 16. 1947, Antwerpen, n° 18. 1950, Brussel, n° 76. 1951, Maastricht, n° 36. 1952, Bazel, Kunsthalle, Belgische Malerei 1910-1950, n° 91. 1953, Bruxelles, Innovation, Regards sur les richesses artistiques des provinces belges, 8/12-31/12/1953. 1954, Gent, De Smet, Permeke, Van den Berghe. 1954, Antwerpen, Art contemporain, 31/7-22/8/1954, n° 6. 1954, Eindhoven, Vlaamse expressionisten, 11/12/195416/1/1955, cat. n° 55. 1955, Sao Paulo, IIIeme Biennale du Musée d’Art Moderne de Sao Paulo, 29/9-12/10/1955, cat. n° 40. 1959, Deinze, Museum, Les peintres de Laethem dans la collection Van Geluwe, 25/4-15/5/1959. 1959, Boitsfort, Maison Haute, Exposition Gust De Smet, 24/10-8/12/1959. 1960, Liège, Musée de l’art wallon, 60ème anniversaire de l’œuvre des artistes, 7/5/1960-28/5/1960, n° 31. 1961, Antwerpen, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Retrospectieve Gustaaf De Smet, n°236. Lit. : P. Boyens, Gust. De Smet. Kroniek - Kunsthistorische analyse, Antwerpen, 1989, p. 422, n° 1063.
- 56 -
52 I
JAMES ENSOR (1860-1949)
53 I
1 500 / 2 000 €
JAMES ENSOR (1860-1949)
350 / 500 €
“Le Christ apaisant la tempête” “Christus bedaart de storm”
Matrice Drukvorm
Eau-forte et pointe sèche sur simili Japon. Signé et daté 1886 en bas à droite. Titré en bas à gauche et contresigné. Ets en droge naald op simili Japon. Onderaan rechts gesigneerd en gedateerd 1886, links getiteld alsook op de rugzijde gesigneerd.
Matrice pour le programme de “La Gamme d’Amour (Flirt de marionnettes) Ballet” au Théâtre Royal d’Ostende le 17 décembre 1932. Drukvorm voor het programma van “La Gamme d’Amour (Flirt de marionnettes) Ballet” in het Koninklijk Theater van Oostende op 17 december 1932.
153 x 230 mm. Taevernier n° 5.
30,5 x 22,5 cm.
L
e tableau “Le Christ apaisant la tempête” (1891) fut un des fleurons de la collection de Gustave Van Geluwe. Il l’offrit en 1957 aux “Amis de James Ensor” dont il était administrateur depuis 1952.
H
et schilderij “Christus bedaart de storm” (1891) was één van de parels van de collectie Gustave Van Geluwe. Hij schonk het in 1957 aan de “Vrienden van James Ensor” waarvan hij sinds 1952 bestuurder was.
- 58 -
54 I
CONSTANT PERMEKE (1886-1952)
3 500 / 5 000 €
Nu assis vu de dos Zittend naakt op de rug gezien Fusain sur papier. Signé en bas à gauche. Vers 1949. Dédicacé en bas à droite : “Voor uwe verjaardag Johnny 1949”. Houtskooltekening op papier. Onderaan links gesigneerd. Omstreeks 1949. Met opdracht onderaan rechts : “Voor uwe verjaardag Johnny 1949”.
Expositions / Tentoonstellingen : 1959, Antwerpen, Museum voor Schone Kunsten, Retrospectieve Constant Permeke, 28/06-31/08/1959, cat. n° 251. s.d., Bologna, Permeke 1997, Antwerpen, Campo & Campo, Tentoonstelling 100 jaar Campo.
100 x 76 cm.
- 59 -
55 I
CONSTANT PERMEKE (1886-1952)
6 000 / 8 000 €
Buste d’homme Mannenbuste Huile sur toile. Signé en bas à droite. Olieverf op doek. Onderaan rechts gesigneerd. 80 x 70 cm.
Expositions / Tentoonstellingen : 1986, Oostende, Provinciaal Museum voor Moderne Kunst, Retrospectieve Permeke, 20/12/1986-1/3/1987. 1987, Ferrara, Palazzo dei Diamanti.
C. Permeke & G. Van Geluwe
- 60 -
- 61 -
56 I
JEAN BRUSSELMANS (1884-1953)
15 000 / 20 000 €
“Neige rose” “Roze sneeuw” Huile sur toile. Signé et daté 1927 en bas à gauche. Olieverf op doek. Onderaan links gesigneerd en gedateerd 1927. 81 x 99 cm.
Expositions / Tentoonstellingen : 1931, Bruxelles, Palais des Beaux-Arts, Rétrospective Jean Brusselmans, cat. n° 39. 1955, Charleroi, Salle de la Bourse, Cercle Artistique et Littéraire, 29e Salon, Rétrospective Jean Brusselmans, cat. n° 48. 1957, Nieuwpoort, Museum Braecke. 1959, Charleroi, Palais des Beaux-Arts, Nouvelle sélection de la collection Van Geluwe, 3/1-1/2/1959, cat. n° 6, 1960, Eindhoven, Stedelijk van Abbe Museum, Brusselmans, cat. n°12. 1960, Amsterdam, Stedelijk Museum, Brusselmans, cat. n° 12. 1960, Breda, Cultuur Centrum De Beyerd, Brusselmans, cat. n° 12. Lit. : R.-L. Delevoy, Jean Brusselmans. Catalogue raisonné, Bruxelles, 1972, p. 227, n° 242 (repr. p. 331).
Intérieur de G. Van Geluwe à Boitsfort, avec à droite “Neige rose” Interieur van G. Van Geluwe in Bosvoorde, met rechts “Roze sneeuw”
- 62 -
- 63 -
57 I
RIK WOUTERS (1882-1916)
12 000 / 15 000 €
“Etude de femme en plein air” Aquarelle sur papier. Cachet de la Vierge Folle en bas à droite. Certifié au dos par Madame Rik Wouters avec l’inscription suivante : “Etude de femme en plein air (bas blancs) a été fait par Rik Wouters”. Aquarelle op papier. Stempel van de “Vierge Folle” onderaan rechts. Op de rugzijde voor echt verklaard door Mevrouw Rik Wouters met bovenstaande inscriptie. 23 x 30 cm (jour / dag).
Expositions / Tentoonstellingen : 1944, Antwerpen, Galerie Breckpot, Rétrospective Rik Wouters, 4/03-21/03/1944, n° 47.
- 64 -
58 I
CONSTANT PERMEKE (1886-1952)
Paysage flamand clair Helder Vlaams landschap Huile sur toile. Signé en bas à droite. Olieverf op doek. Onderaan rechts gesigneerd. 40,5 x 60,5 cm.
- 65 -
3 500 / 5 000 €
59 I
EDGARD TYTGAT (1879-1957)
4 000 / 6 000 €
“Contre-jour” (Portrait de Maya) Huile sur toile. Signé, daté 1919 et situé London en bas à droite. Contresigné, titré et daté au dos. Olieverf op doek. Onderaan rechts gesigneerd, gedateerd en gesitueerd London. Op de rugzijde gesigneerd, getiteld en gedateerd. 61 x 51 cm.
Expositions / Tentoonstellingen : 1954, Charleroi, Cercle Artistique et Littéraire. 1958, Bruxelles, Palais des Beaux-Arts, Art belge au Congo.
E. Tygat exécutant le portrait de G. Van Geluwe E. Tytgat schildert het portret van G. Van Geluwe
- 66 -
- 67 -
60 I
CONSTANT PERMEKE (1886-1952)
8 000 / 12 000 €
Paysage sous la neige Landschap onder de sneeuw Huile sur toile. Signé en bas à droite. Olieverf op doek. Onderaan rechts gesigneerd. 71 x 100 cm.
L
’artiste et le collectionneur se rencontraient souvent, chez Van Geluwe à Bruxelles et à Boitsfort, ou à Jabbeke chez Permeke. Une abondante correspondance éclaire leurs liens des plus amicaux. Permeke exprime avec fougue son estime pour Van Geluwe, parfois aussi sa déception ou même sa colère ; il parle de son travail, de sa famille, et souvent il demande son intervention et son aide. Même si la confrontation de deux tempéraments aussi entiers a pu, dans les dernières années, ternir leurs relations, Van Geluwe a toujours eu une profonde admiration et même une véritable passion pour l’œuvre de Permeke.
Provenance : acheté à Galerie Apollo en 1944. Herkomst : gekocht in Galerie Apollo in 1944. Expositions / Tentoonstellingen : 1956, New-Delhi, Exposition, 6/12/1956-31/1/1957. 1958, Léopoldville, Stanleyville, Bukavu, Elisabethville, Grandes figures de la peinture belge du demi-siècle, 10-12/1958. 1959, Antwerpen, Museum voor Schone Kunsten, Retrospectieve Constant Permeke, 28/06-31/08/1959, cat. n° 114. 1986, Oostende, Provinciaal Museum voor Moderne Kunst, Retrospectieve Permeke, 20/12/1986-1/3/1987. 1987, Hannover, Kunstverein, Retrospectieve Constant Permeke, 25/4-8/6/1987.
e kunstenaar en de verzamelaar ontmoetten elkaar vaak bij Van Geluwe in Brussel en Bosvoorde, ofwel in Jabbeke bij Permeke. Hun vriendschapsbanden worden in een uitgebreide briefwisseling toegelicht. Permeke uit vurig zijn bewondering voor Van Geluwe, maar soms ook zijn ontgoocheling en zijn woede ; hij vertelt over zijn werk, zijn familie en vraagt ook vaak tussenkomst en hulp. Hoewel hun relatie de laatste jaren bekoelde, toch behield Van Geluwe een diepe bewondering en een ware passie voor het werk van Permeke.
D
- 68 -
- 69 -
61 I
RIK WOUTERS (1882-1916)
15 000 / 20 000 €
Autoportrait Zelfportret Bronze à patine verte nuancée. Signé, ‘fondu par Verbeyst Bruxelles’. Groen gepatineerd brons Gesigneerd, ‘fondu par Verbeyst Bruxelles’. Provenance : acheté à Madame De Carnière (Nel Moreau veuve Rik Wouters) Herkomst : gekocht bij Mevrouw De Carnière (Nel Moreau weduwe Rik Wouters) H. 30 cm.
Exposition / Tentoonstelling : 1953, Bruxelles, Innovation, Regards sur les richesses artistiques des provinces belges, 8/12-31/12/1953. Lit. : R. Avermaete, Rik Wouters, Bruxelles, 1962, p. 215, Buste de Rik Wouters (un ex. : le tête seule H. 31 cm.)
- 70 -
- 71 -
62 I
MAURICE SCHELCK (1906-1968)
63
800 / 1 200 €
“Le merveilleux frisson”
LEON SPILLIAERT (1881-1946)
2 000 / 3 000 €
Portrait de Mme Marthe De Backer, Mme Gustave Van Geluwe (1926) Portret van Mevr. Marthe De Backer, Mevr. Gustave Van Geluwe (1926)
Huile sur toile. Monogrammé en bas à droite, contresigné et titré au dos. Olieverf op doek. Onderaan rechts gemonogrammeerd en op de rugzijde gesigneerd en getiteld.
Aquarelle bleue sur papier. Cette œuvre est reprise dans le catalogue raisonné de l’artiste en préparation par Anne Adriaens-Pannier. Blauwe aquarel op papier. Dit werk is opgenomen in de œuvrecatalogus in voorbereiding door Anne Adriaens-Pannier.
60 x 72,5 cm.
68 x 51,5 cm.
- 72 -
64 I
PABLO PICASSO (1881-1973) (d’après / naar) gravé par Jacques Villon
65 I
2 000 / 3 000 €
ALEXIS KEUNEN (1921-1990)
350 / 500 €
Composition surréaliste avec deux têtes Surrealistische compositie met twee hoofden
“Maternité” Encre de Chine et aquarelle sur papier. Signé en bas à gauche, situé et daté ‘Paris juin (19)49’ en bas à droite. Oost-Indische inkt en aquarel op papier. Onderaan links gesigneerd, onderaan rechts gesitueerd en gedateerd ‘Paris juin (19)49’.
Aquatinte en couleurs. Signé en bas à droite et numéroté 35/50. Kleuraquatint. Onderaan rechts gesigneerd. Genummerd 35/50. 65 x 42 cm.
35,5 x 51,5 cm (jour / dag).
- 73 -
66 I
PIERRE ALECHINSKY (1927)
12 000 / 15 000 €
“La voie d’eau” (1954) Huile sur toile. Signé et titré au dos. On y joint le certificat de l’artiste d.d. 27/06/1982. Olieverf op doek. Op de rugzijde gesigneerd en getiteld. Bijgevoegd certificaat van de kunstenaar d.d. 27/06/1982. 61 x 50 cm.
Expositions / Tentoonstellingen : 1955, Concours Godecharle, n°3 (ou 1?) 1955, Bruxelles, Palais des Beaux-Arts, Alechinsky, cat. n° 111.
- 74 -
- 75 -
67 I
LOUIS MOYANO (1907)
350 / 700 €
Cinq compositions Vijf composities Sable et huile sur toile. Cinq toiles signées et montées sur un panneau. Zand en olieverf op doek. Vijf gesigneerde doeken gemonteerd op een paneel. 16 x 24 cm (x3) ; 24 x 16 cm (x2).
D
ans un dernier coup de tête d’amateur ou coup de pouce de mécène, Van Geluwe acquiert vers 1960 près de 90 toiles de Louis Moyano. an Geluwe kocht omstreeks 1960 als laatste gril van een amateur of aanmoediging van een mecenas een negentigtal doeken aan van Louis Moyano.
V
- 76 -
68 I
LEON GISCHIA (1903-1991)
2 500 / 3 500 €
Nature morte au plateau bleu Stilleven met blauwe schaal Huile sur toile. Signé et daté (19)49 en bas à droite. Olieverf op doek. Onderaan rechts gesigneerd en gedateerd (19)49. 80,5 x 116,5 cm.
Provenance : Acquis en 1952 à Paul Haesaerts (sur compte “costumes”). Herkomst : In 1952 van Paul Haesaerts gekocht. Expositions / Tentoonstellingen : 1956, Düsseldorf, Collection G. Van Geluwe, 14/422/5/1956, cat. n° 70. 1956, Otterlo, Kröller Müller, Collection G. Van Geluwe, 1/6-15/7/1956, cat. n° 70. 1956, Oostende, Kursaal, Collection G. Van Geluwe, 20/721/8/1956, cat. n° 70. 1956, Antwerpen, K.M.S.K., Collection G. Van Geluwe, 25/8-30/9/1956, cat. n° 70. 1960, Ixelles, Musée, Collection G. Van Geluwe.
- 77 -
69 I
ANTOINE MORTIER (1908-1999)
6 000 / 8 000 €
“Les flambeaux” Huile sur toile. Signé en bas à gauche. Contresigné, titré et daté 1945 au dos. Olieverf op doek. Onderaan links gesigneerd alsook op de rugzijde gesigneerd, getiteld en gedateerd 1945. 73 x 100 cm.
Provenance : Acheté à A. Mortier en 1947. Herkomst : Gekocht bij A. Mortier in 1947. Expositions / Tentoonstellingen : 1946, Bruxelles, Galerie Apollo, Antoine Mortier, 5/117/1/1946, cat. n° 10. 1959, Charleroi, Palais des Beaux-Arts, Nouvelle sélection de la Collection Gustave Van Geluwe, 3/1/-1/2/1959, cat. n° 38. 1962, Den Haag, Gemeentemuseum, Belgische schilderkunst 1945-1962, 5/7-12/8/1962, cat. n° 94. 1966, Stavelot, Musée de l’Acienne Abbaye, Les Arts plastiques et la musique, 16/7-18/9/1966, cat. n° 109. 1969, Bruxelles, Palais des Beaux-Arts, Mortier, 25/1124/12/1969, cat. n° 4. 1972, Leuven, Stedelijk Museum, De overgang 1945-1972. Jonge Belgische Schilderkunst, 28/7-15/10/1972, cat. n° 91, repr. pl. XXXI. 1978, Bruxelles, Palais des Beaux-Arts, L’art en Belgique 1880-1950. Hommage à L. & P. Haesaerts, 27/5-23/8/1978, cat. n° 191. 1986, Bruxelles, Musée des Beaux-Arts de Belgique, Antoine Mortier, 20/3-11/5/1986, cat. n° 4 repr. 2012, Mons, Anciens Abattoirs, Antoine Mortier. La transfiguration du réel, 29/9/2012-6/1/2013, repr. p. 47.
A
ntoine Mortier, qui a appartenu peu de temps à La Jeune Peinture Belge, a trouvé très tôt chez Van Geluwe un soutien moral et financier. La première acquisition date de 1945. Une vingtaine de toiles suivront. Le collectionneur n’hésitera pas à aller à l’encontre de l’incompréhension presque générale de la critique. ntoine Mortier die slechts een korte tijd tot de groep “Jeune Peinture Belge” behoorde, kon al gauw op morele en financiële steun van Van Geluwe rekenen. De eerste aankoop dateert uit 1945 en een twintigtal andere doeken zouden volgen. De collectioneur aarzelde niet om tegen het overheersende onbegrip van de kritiek in te gaan.
A
Lit. : P. Fierens, Antoine Mortier, (Monographies de l’art belge), Bruxelles, 1956, pl. n° 2.
- 78 -
- 79 -
70 I
ANTOINE MORTIER (1908-1999)
71 I
200 / 300 €
ANTOINE MORTIER (1908-1999)
Composition (carte de vœux) Compositie (wenskaart)
Composition Compositie
Encre de Chine sur papier. Signé en bas à droite. Oost-Indische inkt op papier. Onderaan rechts gesigneerd.
Encre de Chine et gouache sur papier. Monogrammé en bas à droite. Oost-Indische inkt et gouache op papier. Onderaan rechts gemonogrammeerd.
18 x 13,5 cm (sans cadre / zonder lijst).
33,5 x 21,5 cm (sans cadre / zonder lijst).
- 80 -
400 / 600 €
72 I
LOUIS VAN LINT (1909-1986)
2 500 / 3 500 €
“Promenade à Fontainebleau”
T
out comme Permeke en son temps, Van Lint a connu son heure de gloire auprès de Gustave Van Geluwe. Il a sa première exposition personnelle au Palais des Beaux-Arts en 1941 et sans doute estce à cette époque qu’il fait la connaissance du collectionneur dont les premiers achats se situent dans les années 1943-1944. Van Lint participe en 1945 à la fondation de la Jeune Peinture Belge.
Huile sur panneau. Signé et daté (19)44 en bas à gauche. Titré et numéroté 39 au dos. Olieverf op paneel. Onderaan links gesigneerd en gedateerd (19)44 alsook op de rugzijde getiteld en genummerd 39. 39 x 50 cm.
et zoals Permeke in zijn tijd kende ook Van Lint zijn gloriejaren bij Gustave Van Geluwe. In 1941 heeft hij zijn eerste persoonlijke tentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten en in die periode maakt hij vermoedelijk kennis met de verzamelaar wiens eerste aankopen dateren uit 1943-1944. Van Lint is stichtend lid van de “Jeune Peinture Belge” in 1945.
N
Provenance : acquis de l’artiste. Herkomst : verworven bij de kunstenaar Exposition / Tentoonstelling : 1945, Bruxelles, Palais des Beaux-Ars, Louis Van Lint, 07/04-25/04/1945, cat. n°11.
- 81 -
73 I
MARTHE GUILLAIN (1890-1974)
400 / 500 €
Composition Compositie Encre de Chine sur papier. Signé en bas à droite Oost-Indische inkt op papier. Onderaan rechts gesigneerd. 53 x 36,5 cm (sans cadre / zonder lijst).
74 I
LOUIS MOYANO (1907)
450 / 600 €
Composition Compositie Sable et huile sur toile. Signé en bas à droite. Zand en olieverf op doek. Onderaan rechts gesigneerd. 92 x 73 cm (sans cadre / zonder lijst).
75 I
LILLY LEWY SCHULTE (1904)
800 / 1 200 €
“Le mouton gris” Huile sur toile. Signé, daté VI 1948 et titré au dos. Olieverf op doek. Op de rugzijde gesigneerd, gedateerd VI 1948 en getiteld. 61 x 50 cm.
Exposition / Tentoonstelling : 1957, Aix-la-Chapelle, Suermondt Museum, Lilly Lewy et Willibald Kramm.
- 82 -
76 I
LOUIS MOYANO (1907)
350 / 500 €
“Conte ultra bref - l’octopus” Huile sur toile. Signé en bas à droite, contresigné et titré au dos. Olieverf op doek. Onderaan rechts gesigneerd alsook op de rugzijde gesigneerd en getiteld. 61 x 50 cm.
77 I
JOSEPH VINCK (1900-1979)
400 / 500 €
Vue de ville Stadsgezicht Huile sur toile. Signé et daté (19)56 en bas à droite. Olieverf op doek. Onderaan rechts gesigneerd en gedateerd (19)56. 60 x 87 cm.
78 I
JEAN VAN WEL (1906-1990)
300 / 500 €
Les jockeys De jockeys Crayon et aquarelle sur papier. Signé en bas à droite. Potlood en aquarel op papier. Onderaan rechts gesigneerd. 24,5 x 34,5 cm (jour / dag).
- 83 -
CONDITIONS DE LA VENTE La participation aux enchères implique l’acceptation inconditionnelle des conditions de vente suivantes: Le plus offrant dernier enchérisseur sera l’adjudicataire. Il aura l’obligation de payer le prix d’adjudication de lot au comptant, majoré de 25% pour frais et T.V.A., sans préjudice du droit de suite lorsque celui-ci est applicable a l’œuvre. Il lui sera en outre réclamé la somme de 5 € par lot, acquis, au titre de frais de dossier. BA Auctions se réserve la faculté de refuser toute enchère, de procéder à toute décision, réunion ou retrait de lots sans devoir motiver sa décision. Les indications figurant dans les catalogues, annonces, brochures ou tous autres écrits émanant de BA Auctions, doivent être considérées comme de simples indications qui n’engagent en aucun cas la responsabilité de BA Auctions. Celle-ci ne garantit ni l’exactitude d’une déclaration relative à l’auteur, ni l’origine, la date, l’âge, l’attribution, la provenance, le poids ou l’état matériel du lot. Aucun employé de BA Auctions n’est autorisé à donner des garanties à cet égard. En conséquence, les acheteurs doivent s’assurer eux-mêmes avant la vente, de la nature des lots et de leur état matériel. Les bijoux et objets sous vitrine pourront être examinés par les amateurs avant la vente, sur rendez-vous uniquement. Les profits et risques passent à l’acquéreur dès l’adjudication. Il ne deviendra cependant propriétaire qu’au moment du paiement complet du prix et de ses accessoires. Toute réclamation doit, sous peine d’irrecevabilité, nous parvenir par lettre recommandée endéans les 10 jours de l’adjudication. En cas de contestation ou d’erreur d’adjudication, le lot sera recrié. I’huissier de justice ou le notaire instrumentant tranchera souverainement et sans appel tout litige pouvant survenir au sujet des enchères pendant la vente. Les acheteurs sont tenus de payer et de prendre livraison des lots leur ayant été adjugés dans les 5 jours ouvrables qui suivent la vacation. Passé ce délai, BA Auctions se réserve le droit, et ce sans mise en demeure préalable, soit de remettre en vente les lots payés, non-enlevés, soit de les faire transférer en garde-meubles aux frais, risques et périls de l’acheteur. Sans préjudice de poursuites en payement à charge de l’acheteur défaillant, les lots impayés dans le délai indiqué ci-dessus pourront être remis en adjudication sur folle enchère dès que BA Auctions l’estimera opportun. Dans ce cas, l’acheteur sera tenu de payer la différence de prix éventuelle ainsi que tous frais et débours relatifs aux ventes nécessitées pour pouvoir adjuger à nouveau le lot. Il ne pourra réclamer l’excédent s’il y en a. Les factures et relevés de compte sont payables au grand comptant. Toute somme non payée à son échéance porte intérêt de retard de plein droit et sans mise en demeure préalable au taux de 1% par mois. En outre, en cas de non-paiement à l’échéance, les montants dus sont majorés de plein droit d’une indemnité forfaitaire de 15% a titre de dommages et intérêts conventionnels, avec un minimum de 62 € et indépendamment des intérêts de retard. Tout adjudicataire est réputé avoir agi pour son propre compte et est tenu pour personnellement responsable du payement des lots qui lui auront été adjugés en quelque qualité que ce soit. Il devra en acquitter le montant en Euro ou chèque certifié avant leur enlèvement et dans le délai prévu pour celui-ci à l’article 6. En cas de payement par chèque non certifié, BA Auctions aura le droit de différer la délivrance des adjudications jusqu’a l’encaissement. Les objets resteront aux risques de l’acheteur pendant ce délai supplémentaire. Par décision de l’assemblée générale de la Chambre Syndicale des salles de Vente en date du 30 novembre 1984: - la scission des factures après la vente sera refusée, - seuls seront pris en considération les ordres d’achat remis à BA Auctions ou à son délégué. Conformément à la législation en matière de T.V.A., il est rappelé que ces factures devront être demandées par les acheteurs au plus tard le cinquième jour du mois qui suit la vente. Aucune facture ne pourra être rédigée après cette date. Nous demandons aux acquéreurs de procéder à l’enlèvement de leurs achats le plus rapidement possible afin de limiter les frais de stockage à leur charge. Les trois semaines de stockage suivant la vente sont gratuites. A partir de la quatrième jusqu’à la dixième semaine, nous compterons un montant de 15 € pour le stockage. Passé ce délai les frais seront de 10 € par mois augmenté des frais d’assurance calculés sur la valeur pour les objets et tableaux et 20 € par mois augmenté de frais d’assurance calculés sur la valeur pour les meubles. En cas de litige seuls les Tribunaux de Bruxelles seront compétents. CONFORMEMENT A L’ART. 21 LE PAIEMENT EN ESPECES EST LIMITE A 2999 € PAR BORDEREAU. Le prix de la vente par un commerçant d’un ou de plusieurs biens pour un montant de 3000 €, ou plus, ne peut être acquitté en espèces que pour un montant n’excédant pas 10% du prix de la vente et pour autant que ce montant ne soit pas supérieur à 2999 €, que la vente soit effectuée en une opération ou sous la forme d’opérations fractionnées qui apparaissent liées.
- 84 -
VERKOOPSVOORWAARDEN De deelname aan de veiling impliceert de onvoorwaardelijke aanvaarding van de volgende veilingvoorwaarden: De hoogste bieder zal de koper zijn. Hij zal de verplichting hebben de prijs van de toewijzing van het lot contant te betalen, te vermeerderen met 25% voor de kosten en de BTW, alsook het volgrecht wanneer dit van toepassing is. Bovendien zal hem, als dossierkosten, een bedrag van 5 € per lot aangerekend worden. BA Auctions behoudt zich het recht voor een bod te weigeren, hieromtrent een beslissing te nemen, de loten te groeperen of in te houden zonder haar beslissing te motiveren. De aanduidingen vermeld in de catalogus, de aankondigingen, de brochures of elk ander geschrift uitgaande van de veilingzaal dienen als aanwijzingen beschouwd te worden, die de verantwoordelijkheid van BA Auctions niet in het gedrang brengen. BA Auctions waarborgt niet de echtheid van een beschrijving met betrekking tot de auteur, de oorsprong, de datum, de ouderdom, de toewijzing aan of de echtheid van, het gewicht of de staat van het lot. De aangestelden van BA Auctions hebben noch de toelating, noch de bevoegdheid hieromtrent enige waarborg te verschaffen. Bijgevolg dienen de kopers zelf, voor de verkoop, zich te vergewissen van de aard van de loten en hun materiële staat. De juwelen en objecten in de vitrines kunnen door de kopers, voor de verkoop, enkel op afspraak, onderzocht worden. Vanaf de toewijzing worden de voordelen en risico’s aan de koper overgedragen. Hij zal nochtans pas eigenaar worden na de betaling van de volledige prijs en van de bijkomende kosten. Op straffe van onontvankelijkheid, moet elke klacht ons bij aangetekend schrijven bereiken binnen de 10 dagen na de toewijzing. In geval van vergissing of betwisting bij de toewijzing zal het lot opnieuw geroepen worden. De instrumenterende gerechtsdeurwaarder of notaris beslist, gedurende de verkoop, soeverein en zonder mogelijkheid tot beroep, over elke betwisting nopens de toewijzing. De kopers zijn gehouden de hun toegewezen loten te betalen en af te halen binnen de drie dagen die de verkoopdag volgen. Eenmaal deze termijn verlopen, behoudt BA Auctions zich het recht voor en dit zonder voorafgaandelijke ingebrekestelling, hetzij de niet afgehaalde loten opnieuw te koop aan te bieden, hetzij deze over te brengen naar een bergplaats op kosten, risico en gevaar van de ingebrekeblijvende koper. Onverminderd de vervolging in betaling lastens de ingebrekeblijvende koper, kunnen de onbetaalde loten na de hierboven vermelde termijn opnieuw te koop aangeboden worden, en dit bij rouwkoop en wanneer BA Auctions het gepast acht. In dit geval zal de koper ertoe gehouden zijn het verschil in prijs te betalen, alsook alle kosten en onkosten m.b.t. deze noodgedwongen verkoop. Hij zal geenszins aanspraak kunnen maken op het overschot, mocht dit bestaan. Facturen en rekeninguitreksels dien contant en bij ontvangst betaald te worden. Bij niet betaling op de vervaldag wordt van rechtswege en zonder ingebrekestelling de hoofdsom met 1% nalatigheidsintrest per maand verhoogd. Bij niet betaling op de vervaldag worden de verschuldigde bedragen eveneens en van rechtswege en zonder ingebrekestelling, verhoogd met een bijkomende schadevergoeding, conventioneel en onverminderbaar vastgesteld op 15% met een minimum van 62 €. Elke koper wordt geacht gehandeld te hebben in eigen naam. Hij is persoonlijk gehouden tot de betaling van de loten die hem toegewezen werden, welke ook zijn hoedanigheid moge zijn. Hij zal de prijs in Belgisch baar geld of gecertifieerde cheque betalen voor de afhaling ervan en binnen de termijn voorzien in artikel 6. In geval van betaling bij niet gecertifieerde cheque heeft BA Auctions het recht de levering van de toegewezen loten uit te stellen tot op het ogenblik van de inning van de cheque. De risico’s m.b.t. deze loten blijven, gedurende deze bijkomende termijn, ten laste van de koper. De opsplitsing van facturen na verkoop wordt geweigerd, enkel kooporders overhandigd aan BA Auctions of haar afgevaardigde komen in aanmerking. Overeenkomstig de wetgeving inzake B.T.W., wordt eraan herinnerd dat de facturen door de kopers dienen gevraagd te worden ten laatste voor de vijfde dag van de maand volgend op de verkoop. Geen enkele factuur wordt na deze dag opgesteld. In geval van betwisting zullen enkel de rechtbanken van Brussel bevoegd zijn. OVEREENKOMSTIG ART. 21 IS DE BETALING IN CONTANTEN BEPERKT TOT 2999 € PER AANKOOP. De prijs van de verkoop door een handelaar van één of meerdere goederen evenals de prijs van één of meerdere dienstprestaties geleverd door een dienstverstrekker, voor een bedrag van 3000 € of meer, mag niet in contanten worden vereffend uitgezonderd voor een bedrag dat 10% van de prijs van de verkoop, en voor zover dit bedrag niet hoger is dan 2999 €, ongeacht of de verkoop of de dienstprestatie plaatsvindt in één verrichting of via meerdere verrichtingen waartussen een verband lijkt te bestaan.
- 85 -
ENLEVEMENT DES LOTS: Mercredi 21 janvier 2015 Jeudi 22 janvier 2015 Vendredi 23 janvier 2015
!
de 10h à 13h et de 14h à 17h de 10h à 13h et de 14h à 17h de 10h à 13h et de 14h à 17h
Les lots non enlevés après ces dates seront transférés en garde-meuble aux frais des acheteurs
AFHALING DER LOTEN: Woensdag 21 januari 2015 Donderdag 22 januari 2015 Vrijdag 23 januari 2015
!
van 10u tot 13u en van 14u tot 17u van 10u tot 13u en van 14u tot 17u van 10u tot 13u en van 14u tot 17u
Na deze data zullen de niet afgehaalde loten overgebracht worden naar een opslagplaats op kosten van de kopers
- 86 -
Vente publique par le ministère de l’étude de Maître L. INDEKEU, Huissier de Justice à 1190 Bruxelles. Au comptant avec augmentation de 25% pour frais, 5 euro par lot, ainsi que le droit de suite s’il est applicable à l’œuvre. Veiling door tussenkomst van het kantoor van Meester L. INDEKEU, Gerechtsdeurwaarder te 1190 Brussel. Contante betaling met opgeld van 25% voor kosten, 5 euro per lot, evenals het volgrecht indien dit van toepassing is.
ATTENTION I OPGELET ! Vos ordres d’achats doivent nous parvenir, PAR ECRIT, 24H AVANT LA VENTE s.v.p. Uw aankooporders dienen ons SCHRIFTELIJK bezorgd te worden, en dit 24 U VOOR DE VEILING a.u.b.
- 87 -
INDEX ALPHABETIQUE I ALFABETISCHE INDEX ARTIST
N° CATAL.
Pierre Alechinsky......................................................................................66 Jean Brusselmans ...................................................................27, 40, 50, 56 Serge Creuz ..............................................................................................42 Gustave De Smet ..........................................................................25, 39, 51 James Ensor ...............................................................31, 32, 35, 41, 52, 53 Henri Evenepoel.......................................................................................36 Léon Gischia ............................................................................................68 Edouard Goerg .........................................................................................46 Georges Grard ..........................................................................................33 Marthe Guillain ........................................................................................73 Alexis Keunen ..........................................................................................65 Fernand Léger ..........................................................................................22 Lilly Lewy Schulte ....................................................................................75 Constantin Meunier .....................................................................12, 37, 38 Antoine Mortier............................................................................69, 70, 71 Louis Moyano ..............................................................................67, 74, 76 Isidore Opsomer.......................................................................................15 Constant Permeke ...........17, 18, 19, 20, 21, 26, 34, 44, 47, 54, 55, 58, 60 Pablo Picasso ............................................................................................64 Henri Ramah ............................................................................................24 Maurice Schelck .................................................................................30, 62 Ferdinand Schirren...................................................................................16 Jakob Smits ........................................................................................13, 14 Léon Spilliaert ..........................................................................................63 Edgard Tytgat .....................................................................................45, 59 Suzanne Van Damme................................................................................43 Frits Van den Berghe ..........................................................................29, 48 Louis Van Lint ..........................................................................................72 Eugène Van Mieghem ...............................................................................23 Jean Van Wel ............................................................................................78 Joseph Vinck ............................................................................................77 Rik Wouters ...........................................................................28, 49, 57, 61
- 88 -
7 – 9, RUE ERNEST ALLARDSTRAAT (SABLON-ZAVEL) • B-1000 BRUXELLES - BRUSSEL T. +32 (0)2 511 53 24 • INFO@BA-AUCTIONS.COM WWW.BA-AUCTIONS.COM