Bricolage een antwoord op de Vlaamse woningbouwopgave
Bieke Van Hees 1
4
‘Als een Nederlander over ruimtelijke ordening in België hoort spreken, zal hij wellicht met zijn ogen knipperen. Bestaat in dit land wel zoiets als ordening? (…) Ordeloze ruimte lijkt me Belgischer. (…) Het Vlaamse land bestond uit weiden als wiegende zeeën en vredige dorpkens en steeën. Het was het land van de vreedzame brede natuur. Maar de dorpkens worden systematisch verminkt. (…) Op onze dorpspleinen hebben we de bomen gerooid, we hebben ze vol asfalt gesmeerd, desnoods over het kerkhof heen, dan konden de auto’s tot pal tegen de kerkmuur staan. De wandelpaadjes tussen velden en heggen, die zo praktisch waren om overal tussendoor te lopen zonder last te hebben van het autoverkeer, hebben we eerst listig laten verdwijnen en proberen we nu onder druk van groene kiezers weer aan te leggen voor veel geld. Een paadje is een milieuvriendelijke wandelinfrastructuur geworden, een boom een waardevol doch bedreigd landschapselement. Als je even niet kijkt, wordt hij omgehakt.
Het Belgisch labyrint, Geert Van Istendael
5
Bricolage een antwoord op de Vlaamse woningbouwopgave
Afstudeerproject Master Landschapsarchitectuur
Academie van Bouwkunst Waterlooplein 211-213 1011 PG Amsterdam The Netherlands T. (0031)(0)20 531.82.18 M. info@bwk.ahk.nl
Bieke Van Hees ....................................................... Cornelissteeg 17 2011 EA Haarlem M. vanheesbieke@hotmail.com T. (0031)(0)6 48.22.08.33
inhoud dankwoord
11
1 aanleiding en opgave
13
2 een gemeente als pilot
20
3 bricolage
26
4 landschappelijk en dorps wonen
32
5 watersysteem
38
6 netwerk
56
7 deeluitwerkingen
80
8 wie
94
colofon
101
10
dankwoord Alleen als je zelf bent afgestudeerd aan de Academie van Bouwkunst, kun je echt begrijpen hoe zwaar dit kan zijn. Bij de aanvang van het afstuderen, in februari 2012, had ik dan ook nog geen vermoeden van mij te wachten stond. Het hele afstudeertraject was dan ook een afwisseling van wild enthousiasme, moedeloosheid, vertwijfeling, doorzettingsvermogen en eindeloos doorwroeten. Dat dit proces ooit tot een goed einde is gebracht heb ik te danken aan een heleboel mensen. Ik neem dan ook graag de ruimte om hen hier te bedanken voor hun niet aflatende steun en geloof in mijn kunnen, vooral op de momenten dat ik het zelf niet meer zag zitten, en voor de vaak zo nodige afleiding, om er weer flnk tegenaan te kunnen.
Bedankt! commissieleden Marie-Laure Hoedemakers, Han Dijk, Karen de Groot en Boris Hocks toegevoegde commissieleden Jana Crepon en Sander Lap notuliste (en steun) Sanneke van Wjik atelier- en lotgenoten Steven Broekhof, Katherine Engelen, Immi Faustle, Wendy van der Knijf, Bas Schuit, Sanneke van Wijk en Yuka Yoshida helpers eindsprint Sanneke van Wijk, Remco van der Togt, Michiel van Zeijl, Claire Oude Aarninkhof, Bas Schuit, Iris Wijn, Katherine Engelen en Claire Laeremans
al mijn collega’s bij Strootman Landschapsarchitecten, maar in het bijzonder Matthijs Willemsen en Mathieu Derckx mijn vrienden en familie Wouter
11
1
aanleiding Vijf jaar geleden verhuisde ik naar Amsterdam om landschapsarchitect te worden. Naar Amsterdam omdat er in België geen mogelijkheid bestaat om een volwaardige Masteropleiding landschapsarchitectuur te volgen. Bij de aanvang van deze studie nam ik me voor om af te studeren op een opgave in Vlaanderen, om de opgedane inzichten en kennis uit Nederland toe te passen op de Vlaamse situatie. Door het wonen en werken in Nederland, ging ik anders naar België kijken. Dingen die voor mij heel gewoon waren, bekeek ik opeens met heel andere ogen: lintbebouwing, verspreide bebouwing, het gemak waarmee iedereen de auto neemt om naar de bakker te gaan terwijl het maar 10 minuten fietsen is, een eigen huis met een grote tuin. Voor de meeste Belgen is het heel gewoon… Vlaanderen Nevelstad Als we de kaarten van de Randstad en De Vlaamse Ruit naast elkaar leggen, valt op hoe de bebouwing in Vlaanderen veel meer verspreid is. In tegenstelling tot wat veel Nederlanders denken, komt dit niet door een gebrek aan beleid maar juist door het beleid zelf. Onder leiding van koning Willem I werden zowel in België als in Nederland reeds in de 19e eeuw de zogenaamde ‘steenwegen’ aangelegd om de steden beter in verbinding te stellen met het platteland en de arbeiders die daar woonden. Bij de aanleg van deze verbindingen werd vaak weinig rekenschap gegeven van de bestaande patronen in het landschap. Na de onafhankelijkheid van België in 1830 werd de Gemeentewet ingevoerd, die de gemeenten een sterke lokale autonomie toekende. Toen de ongebreidelde industriële revolutie in de 19e eeuw ook het platteland veroverde, ontstond de behoefte een specifiek beleid te ontwikkelen ter bescherming van de natuur en waardevolle landschappen. Tegen die achtergrond werd de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (1912) opgericht. Pas in 1931 kwam de Wet op het behoud van monumenten en landschappen. Later volgden de Wet-De Taeye en de Wet Brunfaut, die het mogelijk maakte om goedkope woningen te bouwen op het platteland. Hierdoor spreidde het bebouwd gebied zich verder uit over het landschap. De Opvulregel, die het toeliet de vrije ruimte van minder dan 70 meter tussen twee woningen te bebouwen, werkte de ‘verlinting’ van het Vlaamse landschap verder in de hand. Er ontstond een zogenaamde città diffusa of nevelstad, met een hoge bevolkingsdichtheid en een verstedelijkt uiterlijk. Het verschil tussen stad en platteland vervaagde.
12
20% De Randstad
25% De Vlaamse Ruit
Schaalvergelijking Randstad - Vlaamse Ruit uit After-Sprawl, Xaveer de Geyter, 2002
13
problematiek en kansen De afgelopen jaren is er veel onderzoek gedaan naar de verstelijkingsprocessen in het Vlaamse buitengebied. Vlaanderen wordt omschreven als ‘nevelstad’, als één grote stad , met overal woningen en een lappendeken van open ruimte. Het lijkt alsof een structuur ontbreekt en alsof het landschap er overal hetzelfde uitziet. Uit o.a. een studie van de Afdeling Mobiliteit en Ruimtelijke Planning van de Universiteit Gent (2009) blijkt echter dat het patroon veel complexer is dan vaak wordt aangenomen en wordt verder uitdiepend (kwalitatief) onderzoek aanbevolen. Stad versus buitengebied Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) hanteert het concept ‘Vlaanderen, open en stedelijk’. Dit concept, gebaseerd op de Nederlandse Vierde Nota, gaat uit van een sterke scheiding van stad en platteland. Het is wat de Vlaamse werkelijkheid betreft echter volledig achterhaald. In veel gebieden met een hoge densiteit is een terugkeer naar de tegenstelling tussen stad en platteland (zoals die in Nederland nog bestaat) niet meer reëel. De strikte scheiding tussen stad en platteland is hier vervangen door een gelijktijdige aanwezigheid van beide (De Geyter 2002). De vraag is hoe de aanpak van het RSV de verdere fragmentatie van het buitengebied kan tegenhouden in verstedelijkte en verstedelijkende gebieden waar vooral andere functies en activiteiten structurerend zijn voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Hier ligt een kans: het onderliggende landschap is weliswaar door de verstedelijking naar de achtergrond verdrongen, maar het is niet verdwenen. Het landschap heeft bij uitstek de potentie om te functioneren als drager van identiteit, herkenbaarheid en (nieuw) programma. Open Ruimte Ondanks de verstedelijkte aanblik van Vlaanderen, ligt er tussen de mazen van dit bebouwingspatroon een minstens zo grote oppervlakte aan onbebouwde ruimte, als contramal van de bebouwingsstructuur. Deze ruimte is vaak ontoegankelijk, onzichtbaar of ongebruikt en het gevolg van het opportunistisch landgebruik van het verleden. Het ene stukje werd gebruikt, het andere niet. Mijn vermoeden is dat dit fragmentarische aspect van het landschap een grote flexibiliteit waarborgt. Bricolage Niet het ontwerp maar het proces is bepalend geweest voor het aanzien van het Belgische platteland. Dankzij de laissez-faire politiek en een diepgewortelde cultuur van particulier initiatief, is er (altijd al) sprake (geweest) van een grote dynamiek op het platteland. Deze programmatische en ruimtelijke dynamiek bestaat vooral op een laag schaalniveau. Het platteland is in de woorden van Tania Vandenbroucke en Bruno De Meulder het ‘theater van de bricolage’. Anders dan in Nederland, waar de dynamiek zich op een hoger schaalniveau afspeelt, vragen oplossingen voor verdere verstedelijking van het platteland in Vlaanderen naar een ontwerp op het lage schaalniveau
14
Doctoraatstudie KULeuven, Lien Poelmans, 2010 >
1976
1988
2000
2050 ?!
15
1 linten slibben dicht met verdere verstedelijking en verstening van dorpskernen en het verder aan elkaar groeien van dorpen tot gevolg
1
2
2 minder ruimte voor water (door toename van verharding en bouwen in overstromingsgevoelige gebieden) en bijgevolg meer overstromingen 3 verdere versnippering van de onbebouwde ruimte leidt tot verlies van ecologische kwaliteit en versnippering van het recreatieve netwerk
3
16
4
4 ‘onzichtbaar’ landschap en een generieke mix van bebouwing leiden tot verlies van identiteit
Vlaanderen heeft
330.000 extra woningen nodig in 2030
17
de juiste manier om te kijken?
De Morgen, donderdag 29 maart 2012
of vertuind? In theorie zijn er nog voldoende bouwgronden beschikbaar tot 2025. In de praktijk worden deze bouwgronden echter niet gebruikt omdat de bouwgrond:
niet bereikbaar is
18
is gekocht voor de kinderen
vastgehouden wordt als belegging
op dit moment anders gebruikt wordt
Hoe kan het Vlaamse landschap weer beleefbaar worden en sturing bieden aan de woningbouwopgave van 330.000 nieuwe woningen voor 2030?
+ Verstedelijking en landschap zijn in Vlaanderen dusdanig met elkaar verweven dat ze niet meer los van elkaar beschouwd kunnen worden. Hier ligt de kans om aan de ontwikkeling van nieuw programma ook landschappelijke ontwikkeling te koppelen. Rode en groene ontwikkeling gaat hand in hand. Met 200 bouwvergunningen per dag kun je een groot deel van de landschappelijke structuur realiseren en tegelijk nieuwe, kwaliteitsvolle woonmilieus toevoegen.
19
2
gemeente als pilot Voor veel Vlamingen heeft de stad een negatief imago en is wonen in het buitengebied dan ook de ideale woondroom. De afgelopen jaren werd, vanuit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, ingezet op de herwaardering en de verdichting van grote steden als Antwerpen, Gent en Leuven. Dat heeft aantrekkelijke binnensteden gecreeerd, waar het opnieuw fijn wonen en werken is. Ondertussen gaat de versnippering van het buitengebied onverminderd door. Planologen, stedenbouwkundigen en ruimtelijk planners lijken niet in staat een oplossing te formuleren voor het complexe, versnipperde buitengebied. In Vlaanderen kennen gemeenten een grote lokale autonomie. Dit is een belangrijk uitgangspunt voor het kiezen van een gemeente als pillotlocatie. De gekozen gemeente Berlaar ligt tussen 2 kleine steden, Lier en Heist-op-den-Berg, en grenst bovendien aan de Grote Nete, ĂŠĂŠn van de belangrijke rivieren van Vlaanderen.
Lier Nete
Heist-op-den-Berg
beboste rivierduinen
20
0
2km
21
gemeente Berlaar Berlaar is een landelijke gemeente gelegen aan de Grote Nete. Het centrum ligt op een afstand van ongeveer 25 km van Antwerpen, ca. 18 km van Mechelen, 9 km van Heist-op-den-Berg en 6 km van Lier. Naast het centrum, bestaat Berlaar uit twee kleine gehuchten, Heikant en Gestel. Geografisch behoort Berlaar tot de Zuiderkempen, de grootste geografische streek in de provincie Antwerpen. Het landschap is zeer licht golvend en schommelt tussen ca. +3.5m (Netekant) en ca. +16 m (Leemputten) boven de zeespiegel.
De oppervlakte van de gemeente is 24 km2, waarvan 76% onbebouwd is. Het grootste deel van deze onbebouwde ruimte bestaat uit landbouwgrond.
1,2% recreatie 1,3% industrieterrein
1,5% militair gebied 5% bos- en park 18% bebouwd
73% landbouw
X 22
10.700
0
2km
23
18e eeuw
valleien als grote structuurdragers + kleine heiderelicten en boscomplexen
kleinschalig landschap opgebouwd uit een moza誰ek van akkers en weilanden, omzoomd door houtkanten, hagen en lanen
De ecologische, recreatieve en ruimtelijke relatie met de vallei en de zijlopen is verdwenen door de indijking van de Nete
Het landschap verliest identiteit door het verdwijnen van kleine landschapselementen
?
?
Het aan elkaar groeien van dorpen vermindert de zichtbaarheid, toegankelijkheid en betekenis van het achterliggende landschap
HiĂŤrarchie ontbreekt. Een fijnmazig langzaam-verkeersnetwerk ontbreekt.
open ruimten in een dorp vormen een belangrijke kwaliteit. Ze maken onderdeel van het gevoel van buiten wonen 25
3
Bricolage ~, Zelfst. Naamw. [mannelijk], faire du bricolage - knutselen; bricoler - sleutelen, opknappen, sleutelen aan Niet het ontwerp maar het proces is bepalend geweest voor het aanzien van het Belgische platteland. Er bestaat een grote dynamiek op het laagste schaalniveau. Door de verwevenheid van stad en platteland in Vlaanderen, zijn deze twee niet meer los van elkaar te onderscheiden. Bricolage is een antwoord op de verstedelijking van Vlaanderen. Wanneer we het schrikbeeld voor Vlaanderen projecteren om de testgemeente (zie kaarten op de pagina hiernaast), kunnen we zien dat ook hier de verstedelijking doorzet in de vorm van traditionele lintbebouwingen. De schaarse open ruimte in de reeds bestaande linten wordt steeds verder dichtgezet. De identiteit en betekenis van het achterliggende landschap gaan hierdoor verloren. Bricolage is een strategie om de leesbaarheid en herkenbaarheid van het landschap te vergroten door middel van volgende ingrepen:
•
herstellen en zichtbaar maken van het watersysteem om overstromingen te voorkomen en verstedelijking te sturen en ecologische verbindingen te waarborgen
•
aanbrengen van hiërarchie in het verkeersnetwerk aanbrengen en het aanvullen van missing links in het langzaamverkeersnetwerk
•
open plekken in het dorp nieuwe betekenis geven door ze op te nemen in het langzaamverkeersnetwerk en nieuwe (tijdelijke) functies toe te voegen
Deze ingrepen worden uitgelegd aan de hand van deze 3 thema’s: landschappelijk en dorps wonen, watersysteem als kapstok en netwerk
26
schrikbeeld voor Vlaanderen (boven) laat zich goed lezen op de schaal van Berlaar (onder)
27
Berlaar nu
2km km k 29 29
Berlaar 2030
0
2km 31
4
landschappelijk en dorps wonen Wanneer woon je nog in een dorp? Door de steeds verdere verstedelijking van de Vlaamse dorpen, in combinatie met de bestaande lintbebouwing, wordt de betekenis van het landschap voor het dorp steeds kleiner. Inzet is om deze relatie weer te herstellen. Het gaat hierbij om de betekenis van dorpsranden, hoe ziet de overgang dorp/landschap eruit, maar ook om de betekenis van open plekken in het dorp, moeten deze worden volgebouwd of kunnen ze bijdragen aan het gevoel van dorps wonen. Principes voor dorpsranden en deze open plekken bieden houvast, maar uiteindelijk vraagt elke plek om maatwerk. Vanuit de bestaande landschappelijke typologieen worden nieuwe woontypologieen ontwikkeld. Hieruit kan een nieuw woonlandschap ontstaan, als intermediair tussen dorp en landschap. Het landschappelijk raamwerk, dat bestaat uit verschillende onderdelen naargelang de plek, verbindt dorp en landschap opnieuw met elkaar.
20m
waterhoeve
32
20m
wonen in een kamer
100m
landgoed
principes dorpsranden
houtkant
pad
7m
2.5m 9,5m
nieuwe woning
houtkant
variabel
7m
pad 2.5m 9,5m
nieuwe woning variabel
voortuin 5m
ontsluitingsweg 3m
33
mogelijke (tijdelijke) invullingen dorpse open ruimten
bebouwde ruimte versus onbebouwde ruimte
34
pluktuin
dorpstuin
natuurbegraafplaats
kinderboerderij
natuurspeeltuin
schooltuin
maatwerk
1 het opvullen van onbebouwde ruimten in linten om dorpsranden af te maken
2 goed kijken welke open ruimten er in het dorp kunnen worden dichtgebouwd en welke bewaard moeten blijven
3 het afmaken van dorpsranden om een mooie overgang te maken tussen dorp en landschap
35
bestaande landschappelijke typologieen worden vertaald naar nieuwe typologiĂŤn, passend in het landschap
20m
20m
waterhoeve
+
+
wonen in een kamer
+
erfwonen
36
100m
landgoed
+
+
boswonen
+
+
principes landschappelijk raamwerk
zachte berm variabel
onverharde weg
zachte berm
onverharde weg
zachte berm
7m 13m
variabel
min. 3,5m
variabel
laan
houtkant
enkele bomenrij
onverharde weg
7m
min. 3,5m
karrespoor 3m
10,5m
houtkant
erftoegang
37
5
watersysteem Het watersysteem is op dit moment vrijwel onzichtbaar voor de dorpsbewoners, behalve wanneer er overstromingen zijn. Twee van de geplande woonuitbreidingsgebieden bevinden zich in overstromingsgebied. Dat is een aanleiding om te zoeken naar nieuwe woonlocaties. Tegelijk biedt dit een kans om het opwaarderen van het watersysteem te koppelen aan dorpsuitbreiding. Op niveau van de beken en zijlopen, is de gemeente verantwoordelijk. Voor het omgaan met sloten en zijlopen is grotere bewustwording noodzakelijk. Niet de sloten dicht betonneren, maar het water zichtbaar maken langs wegen, en grenzend aan privĂŠtuinen. Al deze kleine ingrepen samen, maken een robuust watersysteem, dat een kapstok is voor ecologie (met tal van nieuwe corridors en biotopen voor de doelsoorten), een kapstok voor het recreatieve netwerk (met oude wegen die het dorp weer met de rivier verbinden) en voor het water zelf (meer ruimte voor het water, betekent minder schade bij overstromingen). Voor elk schaalniveau is een principe bedacht.
Grote Nete
Berlaarse beek 38
L
M
Smetloop
Sloot langs Jansstraat
S
XS
0
2km
0
2km
recent overstroomde gebieden in relatie tot het dorp en bestaande woonuitbreidingsgebieden
missing links tussen ecologisch waardevolle gebieden 39
doelsoorten
dotterbloemen
moerasspirea
slangenwortel
pinksterbloemen
moerasspirea
slangenwortel
blauwborst
fazant
oeverzwaluw
ijsvogel
kwartelkoning
rietgors
40
pinksterbloemen
bont dikkopje
bosbeekjuffer
kleine ijsvogelvlinder
beekschaatsenrijder
porseleinhoen
beekrombout
modderkruiper
roerdomp
rivierdonderpad
beekprik
rietlanden
41
Bollaarloop
Kleine Nete Duwijkloop
Lispelerloop
Lindekensbeek
Rotbeek
Maasfortbeek
L
Netekanaal
Grote Nete
XL
Schollebeek
M Berlaarse Beek
Itterbeek
XS Galgebeek Haagbeek
Zuteweybeek
Holbeek
watersysteem nu
Visbeek
Bevelsebeek Heiloop Grote Nete
Kemelloop
Maasloop Gestelbeek
Wimpe Broekloop Geiten Smetloop
Heiloop
S
Leie Molenvennebeek
Herebeek
Huizebeek
Reetbeek
Goorheide
Verkensloop Dorpsloop
Notesloop
Statieloop
Bergebeek Laarloop
0
2km
2030 - een robuust watersysteem
0
2km
nu - een strak ingedijkte Nete
straks - een ecologisch waardevolle vallei met ruimte voor water en recreatie
46
relatie met de vallei herstellen door dijken plaatselijk te verlagen en de rechtstreekse verbinding met zijlopen weer te herstellen
+2,5m
maaiveld
-0,5m
grondwaterpeil
-3m -4m
rivierdijk
Nete
6m
12,5 - 25m
rivierdijk 6m
bestaande situatie
+1m
+0,7m
+0,5m
maaiveld -2m
grondwaterpeil
-3m drempel
natuurlijk reliĂŤf variabel
rivierdijk
Nete
6m
12,5 - 25m
rivierdijk 6m
lokale beschermingsdijk variabel
3m
voorstel
L
nu - de Berlaarse beek is nauwelijks zichtbaar en treedt regelmatig buiten zijn oevers
straks - een ecologisch waardevolle beek die zichtbaar is als waterbergende structuur
48
beken meer body geven zodat ze weer zichtbaar worden en een grotere rol spelen als ruimtelijk structurerend element
1:2
1:2
hooilanden variabel
bestaande situatie
1:2
1:8
oever variabel
weiland / akker
beek variabel
ruimte voor water
pad
variabel
2m
voorstel
M
beken nu
50
beken straks
hermeanderen van de beek aanleggen van wandelpaden langs de beek
crĂŤeren van ruimte voor water aanleg van poelen
accentueren van de beekvallei door het aanvullen van singels aan de rand
51
zijlopen zichtbaar en toegankelijk maken middels de verplichte mestvrije zone langs akkers en weilanden
nu - Smetloop maakt geen duidelijk onderdeel uit van het watersysteem
52
straks - naast extra ruimte voor water zorgt het toegankelijk maken van zijlopen voor een betere herkenbaarheid en vergroot de lokale betekenis
mestvrije zone 5m
weiland / akker
tuin 1,5m
2m
bestaande situatie
2,5m
1m
7m
mestvrije zone 5m
12 45
1:2
pad
weiland / akker
1,5m
voorstel minimaal
1:3
oever 2,5m
oever 1,5m
3,5m
struiken 3m
12m
mestvrije zone 5m
12 45
1:2
weiland / akker
voorstel ideaal
tuin variabel
pad 1,5m
1:10
oever 2,5m
1,5m
oever
tuin
10m
variabel
12m
S
sloten en greppels opwaarderen als wezenlijk onderdeel van het watersysteem
nu - sloot langs de Jansstraat voert water snel af en heeft geen ecologische meerwaarde
straks - sloot vormt een zichtbaar onderdeel van het watersysteem en draagt bij aan de bewustwording van lokale bewoners
rijbaan
bestaande situatie
1m
1m 3m
1m
rijbaan
voorstel
1m
1m
1m
3m
XS
6
netwerk Wanneer we de Ferraris kaart onder de huidige topografische kaart leggen, zien we dat het Middeleeuwse netwerk nagenoeg volledig is behouden en verhard. Hierdoor ontbreekt een essentiĂŤle laag in het langzaamverkeersnetwerk en zijn oude verbindingswegen omgezet in stenige lintverkavelingen. Vlaanderen is tegelijk reeds meerdere malen op de vingers getikt voor het niet halen van de fijnstofnormen. De inrichting van de infrastructuur in Vlaanderen heeft een duidelijk effect op de veiligheid, de luchtkwaliteit, het microklimaat en het ruimtelijk absorberend vermogen. inrichtingsprincipes Voor verschillende soorten wegen, steenweg, ontsluitingsweg en verbindingsweg, zijn inrichtingsprincipes ontwikkeld die de Vlaamse wegen stap voor stap kunnen transformeren. De voornaamste ingreep is de afname van het oppervlakte verharding, door ongebruikte of overbodige delen van de weg te vervangen door groenstroken, met energieleverende beplanting. Daarnaast worden bomen aangeplant, waar mogelijk, om de luchtkwaliteit te verbeteren. kruising van water en wegen Op de kruising van wegen en waterwegen heeft het water altijd voorrang. Laanbeplanting, bomenrijen en groenstroken worden onderbroken, zodat het water vanaf de weg maximaal beleefbaar is. De entrees van het dorp worden hierdoor geaccentueerd. Het wordt weer duidelijk wanneer je het ene dorp inrijdt, en het andere uitrijdt...
wegennetwerk - Ferraris 18e eeuw
56
wegennetwerk - 2013
=
De oppervlakte verharding van alle wegen in Vlaanderen bij elkaar bedraagt 569 km2. Dit is 3,5 keer de oppervlakte van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of 1,5 keer de aarde rond.
50
Veiligheid
Ruimtelijk absorberend vermogen
De Vlaamse wegen zijn vaak overgedimensioneerd. De brede en op het eerste gezicht overzichtelijke wegen nodigen uit tot harder rijden. Wegmarkeringen en paaltjes proberen tevergeefs de snelheid terug dringen. Hier is voldoende ruimte voor groen.
Meer groen in de straten doet de straten minder stenig lijken. Men ziet geen tunnel van bebouwing en verharding, maar steeds enkele huizen tegelijkertijd in een tunnel van groen.
Luchtkwaliteit
Microklimaat straat
Fijnstof wordt door bladeren uit de lucht gefilterd. Tijdens een regenbui spoelt het fijnstof van de bladeren waarna het zich in de bodem bindt en geen overlast meer geeft voor bewoners. Een goede toepassing van groen in de straat maakt Vlaanderen dus gezonder.
Groen in de straat reguleert de temperatuur waardoor de straten aangename plekken worden binnen het verstedelijkt Vlaamse landschap.
57
hiĂŤrarchie in het wegennetwerk door beplanting
0
2km
aanvullen van missing links in het langzaamverkeersnetwerk
0
2km
kruising water - wegen
0
2km 63
hierarchie aanbrengen door met beplanting een duidelijk onderscheid te creeren tussen steenwegen, (secundaire) ontsluitingswegen en (lokale) verbindingswegen.
landschap toegankelijk maken en hiermee ontbrekende schakels in het langzaamverkeersnetwerk opvullen
op de kruising tussen waterlopen en wegen is het landschap maximaal beleefbaar. Water heeft hier altijd voorrang op de weg
kleine verblijfsplekken vormen een belangrijke schakel in de verbinding tussen dorp en landschap
64
Principeprofiel STEENWEG (N-weg) - in de dorpskern
berm
voortuin
1m
fietspad
kasseien
rijbaan
kasseien
fietspad
1.5m
2.5m
7.2m
2.5m
1.5m
weiland / akker
16.2m
bestaande situatie
voortuin
trottoir fietspad 1m
principeprofiel
1.5m
groenstrook 2.6m
rijbaan
groenstrook
7m
2.6m
fietspad trottoir 3m
kavel
1m
16.2m
N
Liersesteenweg voor
66
Principeprofiel STEENWEG (N-weg) - buiten de dorpskern
voortuin
berm 1m
fietspad
kasseien
rijbaan
kasseien
fietspad
1.5m
2.5m
7.2m
2.5m
1.5m
weiland / akker
16.2m
bestaande situatie
voortuin 1m
principeprofiel
fietspad
groenstrook
1.5m
2.6m
rijbaan
groenstrook
fietspad
7m
2.6m
3m
16.2m
N
kasseien worden vervangen door groenstrook met laanbeplanting
68 Liersesteenweg na
strook van hergebruikte kasseien accentueert de ‘onzichtbare’dwarsverbindingen
69
huidige situatie Smidstraat
70
Principeprofiel ONTSLUITINGSWEG
voortuin
berm 1m
fietspad
kasseien
rijbaan
kasseien
fietspad
1.5m
2.5m
7.2m
2.5m
1.5m
weiland / akker
16.2m
bestaande situatie
voortuin 1m
principeprofiel
fietspad
groenstrook
1.5m
2.6m
rijbaan
groenstrook
fietspad
7m
2.6m
3m
16.2m
O
enkele bomenrij langs secundaire toegangswegen
elzensingels langs de randen om bebouwingsrand te verzachten
de auto is te gast halfverharde paden vormen een belangrijke schakel in het langzaamverkeersnetwerk
Smidstraat na
zicht behouden op de kerktoren
Vallei van de Broekloop wordt verbreed en tot aan de rand van het lint gebracht. Hier ontstaan relatief natte graslanden, met o.a. pinksterbloemen.
vergroten zichtbaarheid watersysteem door verbreden bestaande sloten 73
huidige situatie Bastijnstraat
74
Principeprofiel VERBINDINGSWEG
zachte berm 2.5m
zachte berm 2.5m
rijbaan
harde berm
7m 13m
2.5m
rijbaan
zachte berm
7m 13m
2.5m
voortuin
voortuin
V
76 Bastijnstraat na
kasseien worden vervangen door groenstrook met laanbeplanting
77
bestaand schuurtje transformeert tot schuilplek en opslag voor een lokale vereniging
een eenvoudig zitelement nodigt uit tot samenkomst
een ontmoetingsplek voor bewoners en recreanten
verbinding met tussen steenweg en achterliggend landschap wordt geaccentueerd door de aanleg van kasseistroken
alleen bestemmingsverkeer
79
7
deeluitwerkingen Op basis van de ontwikkelde principes zijn twee deeluitwerkingen gemaakt voor de gemeente Berlaar: Berlaar noord Aan de noordkant vormt het nieuwe woonlandschap een intermediair tussen het dorp Berlaar en de rivier de Nete. Hier ontstaat een interessant woonmilieu, met een grote ecologische waarde en meer ruimte voor water. Nieuwe bewoners werken samen met natuurorganisaties en waterschap, om hun droomhuis te realiseren en tegelijk te bouwen aan het landschap. Berlaar west De westkant van Berlaar kenmerkt zich door versnipperde linten en nieuwe woonwijken. Hier worden nieuwe woningen niet in lint gebouwd maar in samenspraak met boeren op de tweede linie zodat de ruimte langs het woonlint open blijft. Het verbreden van de beek en de aanleg van wandelpaden wordt meegenomen in de ontwikkeling.
wonen
+
+
+
zachte berm
onverharde weg
zachte berm
7m 13m
variabel
variabel
laan
erfwonen
onverharde weg
zachte berm
min. 3,5m
variabel
enkele bomenrij
+
+
+
+
boswonen
houtkant
onverharde weg
7m
min. 3,5m 10,5m
houtkant
karrespoor 3m
erftoegang
houtkant
pad
7m
2.5m 9,5m
nieuwe woning
houtkant
variabel
7m
pad 2.5m 9,5m
nieuwe woning variabel
dorpsranden
80
voortuin 5m
ontsluitingsweg 3m
water
netwerk
+1m
+0,7m
+0,5m
maaiveld -2m
grondwaterpeil
-3m drempel
natuurlijk reliĂŤf
rivierdijk
Nete
6m
12,5 - 25m
rivierdijk
lokale beschermingsdijk voortuin
variabel
6m
variabel
fietspad
groenstrook
1.5m
2.6m
rijbaan
groenstrook
fietspad
7m
2.6m
3m
3m
1m
N
L
16.2m
1:2 1:8
oever
beek
ruimte voor water
pad
variabel
2m
voortuin variabel
variabel
voetpad 1.5m
groenstrook
rijbaan
fietsstrook
1.5m
6.5m
fietsstrook
berm
voortuin
1.5m
13.5m
O
M
mestvrije zone 5m
12 45
1:2
pad
weiland / akker
1,5m
1:3
oever 2,5m
oever 1,5m
3,5m
struiken 3m
tuin variabel
12m
minimaal zachte berm 2.5m
mestvrije zone 5m
zachte berm
7m 13m
2.5m
voortuin
V
12 45
1:2
pad
weiland / akker
rijbaan
1,5m
1:10
oever 2,5m
1,5m
oever
tuin
10m
variabel
12m
ideaal
S
rijbaan 1m
1m
1m
3m
XS
81
huidige situatie
NU de relatie tussen dorp en rivier is verstoord er zijn weing ecologische verbindingen tussenruimte is nauwelijks toegankelijk
82
Berlaar Noord
max 2 woningen / ha afstand tussen 2 woningen minimaal 30m +
+
+
+
geen bouwregels - 2 lagen + kap max. evenveel bos als open ruimte aanhechting dmv laan / enkele bomenrij / houtwal nieuwe paden tussen dorp en rivier keerkade als structurerend element minimale ontwikkeleenheid 5ha. - max 20ha
STRAKS nieuwe natuur vormt de schakel tussen dorp en rivier de woningen zijn opgenomen in de bosstructuur
83
0 84
50
100
500m
85
boswonen aan de noordkant van Berlaar een nieuw woonlandschap als schakel tussen dorp en rivierlandschap
87
NU lint dreigt dicht te groeien beek biedt onvoldoende ruimte voor water en is niet herkenbaar vanaf de invalswegen tussenruimte is nauwelijks toegankelijk
88
Berlaar west
max. 0,5 wo / ha max. 3 woningen per kavel
+
+
max. diepte 40m
+
max. oppervlakte 1500m2 afstand onderling min. 100m opstrekkende verkaveling omzetten in natuur of extensief beheer houtkant rond kavel onverhard pad naar woning + doortrekken tot aan beek zelfvoorzienend
+
+
+
+
STRAKS nieuwe woningen niet in lint bouwen maar op 2e linie zodat ruimte langs lint open blijft nieuwe woningen maken om water te bergen, ecologische doelstellingen te realiseren en het recreatief netwerk uit te breiden
89
huidige situatie
90
0
50
100
500m
91
erfwonen aan de westkant van Berlaar nieuwe woningen vergroten de betekenis van het achterliggende landschap
93
8
wie? Bouwen aan het landschap gaat natuurlijk niet vanzelf. De bekende baksteen in de maag van veel Vlamingen biedt echter een kans om mee te liften. Bijna elke Vlaming droomt ervan om zijn eigen, liefst vrijstaande, huis te bouwen. Door bepaalde voorwaarden te verbinden aan het bouwen van dat huis, bouwt elk huis op zijn beurt weer mee aan het landschap, in plaats van er afbreuk aan te doen. Een boer die wil uitbreiden, moet bijvoorbeeld bos aanplanten, een particulier wiens tuin grenst aan een zijloop moet bij uitbreiding van z’n bestaande woning, ook ruimte geven aan die zijloop, en een groep gezinnen kan hun nieuwe droomhuis in het bos realiseren, in alliantie met waterschappen en bosbouwers. Nu gaat iemand die een huis wil bouwen naar de gemeente, waarop deze vervolgens beslist om extra verkavelingen aan te spreken. Straks dienen verschillende actoren samen een plan in om hun doelen te realiseren, of dat nu om een huis gaat, of een nieuwe bosstrook, of een meanderende beek...
Als lid van de jeugdbeweging, staan we midden in het sociale leven van het dorp. We hebben nood aan een nieuw lokaal en een fijnmazig fietsnetwerk. Zo kunnen onze leden veilig naar ons terrein komen.
Als tuinder vind ik het belangrijk dat er genoeg uitbreidingsmogelijheden zijn voor m’n bedrijf! Daarnaast heb ik ook baat bij een goed functionerend watersysteem.
Als lokale ondernemer ben ik nauw betrokken bij het dorp. Investeringen in de kwaliteit ervan versterkt de band met bestaande én nieuwe klanten.
Bert, 29 jaar Nele, 21 jaar LOKAAL ONDERNEMER LEIDING KLJ
Als veehouder én eigenaar van een B&B vind ik een aantrekkelijk en afwisselend platteland belangrijk. Ik wil ook helpen bij het beheer hiervan. Toch heb ik ook mijn grond nodig voor mijn koeien.
Als va afg gro en be wo
Als natuurgids pleit ik voor een robuuster watersysteem en beter verbindingen tussen de waardevolle plekken in onze gemeente. Zowel natuur als landbouw kunnen hier voordeel uit halen.
Karel, 37 jaar Jan, 53 jaar Walter, 52 jaar TUINDER LANDBOUWER BURGEMEESTER
alle actoren hebben een ander belang
94
Als burgemeester ondersteun en faciliteer ik nieuwe ontwikkelingen op voorwaarde dat er ook kwaliteit aan het landschap is toegevoegd. Daar worden alle inwoners en recreanten beter van.
Johan, 48 jaar NATUURGIDS
Maria, 74 jaar GEBOREN EN GETO
s één van de oudste inwoners an Berlaar zag ik het dorp de gelopen jaren flink veranderen en oter worden. Veel open plekken n verbindingen zijn verdwenen. Ik egrijp ook dat niet alles weer ordt zoals vroeger...
OGEN
Vanuit economisch oogpunt is het ook voor ons bedrijf interessant om te investeren in onze vestigingsplaats. Een representatieve omgeving heeft immers ook effect op ons cliënteel.
Als paardenhouder vertegenwoordig ik een nieuw soort eigenaar in het landbouwgebied. Ook ik pas mijn bedrijf landschappelijk in, en zet graag in op het toevoegen van ruiteren andere recreatieve routes.
Danny, 41 jaar PAARDENHOUDER
Vera, 39 jaar ONDERNEEMSTER
Als ik naar school fiets moet ik allerlei drukke wegen kruisen en kan ik zelden over een fietspad fietsen. Een fijnmaziger netwerk kan zowel door bewoners als recreanten gebruikt worden.
Als beheerder van het watersysteem pleit ik voor het verbreden van beken en zijlopen. Een goed waterbeleid voorkomt overstromingen én heeft ecologische kwaliteit. In combinatie met wonen kunnen we ook nieuwe woonmilieus maken.
Stef, 11 jaar Luc, 43 jaar FIETST GRAAG WATERBEHEERDER
Als jong gezin zijn we op zoek naar een betaalbare kavel om op te bouwen. We willen onze kinderen graag opvoeden in een groene omgeving, dus bouwen we graag mee aan het landschap.
An & Dries, 28 en 32 jaar WILLEN GRAAG EEN HUIS BOUWEN
95
zo wordt er nu gebouwd
96
en zo gaat het straks...
97
ontwikkelscenario’s
uitbreiding bedrijf kweker werkt samen met natuurorganisatie,waterschap en recreanten om de uitbreiding goed in te passen en te compenseren
stopzetting bedrijf de kweker is zelf verantwoordelijk voor het afbreken van de bedrijfsbebouwing maar mag wel een nieuwe woning bouwen in het bos achter het perceel
nieuw landgoed de boer ontwikkelt op zijn land een aantal nieuwe woningen. Het terrein van de jeugdbeweging wordt geintegreerd. 98
330.000 woningen lijkt veel... de oppervlakte van Vlaanderen is 13.522km2 20% van de beschikbare bouwgronden liggen in de stad er zijn dus nog 264.000 woningen die in het buitengebied terechtkomen dat zijn 19 woningen / km2 Berlaar is ongeveer 25 km2 groot en zou dus 475 woningen moeten bouwen dat zijn er 27 per jaar daarmee is 1,7% van de Vlaamse woningbouwopgave opgelost
99
100
colofon Literatuur • AWJGGRAUADVVTAT, The Ambition of the territory, Vlaanderen als ontwerp, 2013 • Bervoets W., Het Vlaamse Platteland, Agora, jaargang 28, nr.1, 2012 • Braem Renaat, Het lelijkste land ter wereld, 2010 • Couvreur, M., Regionaal Landschap Rivierenland vzw, mei 2010 • De Geyter X., After-Sprawl, Nai Uitgevers Rotterdam, 2002 • De Meulder B. e.a., Sleutelen aan het Belgische stadslandschap, Oase 52, 1999 • De Meulder B., Vandenbroucke T., Het Leie-Schelde-interfluvium: theater van de bricolage, Oase 63, 2003 • Departement RWO, http://www.rwo.be/Default.aspx?tabid=12321&articleType=ArticleVie w&articleId=8415, geraadpleegd op 23 februari 2012 • LA4Sale, Kleine Kernen Kookboek, Amsterdam, 2002 • Leinfelder H., Dominante en alternatieve planningsdiscoursen ten aanzien van landbouw en open ruimte in een Vlaamse verstedenlijkende context, 2007 • Leinfelder H., ‘Open ruimte als publieke ruimte in een verstedelijkende ruimtelijke context, • Lola Landscape Architects, Stadsrandenatlas van de zuidvleugel, Rotterdam, 2011 • Renard P., Een eeuwenoud recept, interview met Joachim Declerck, AWB, Ruimte 2012 • Ryckewaert M., De minimale rationaliteit van de woonpatronen in Nevelstad Vlaanderen, Oase 60, 2003 • Uyttenhove, P.; Herfotografie en transformatie, of het ongeschreven scenario van het landschap in Recollecting Landscapes : herfotografie, geheugen en transformatie 1904 1980 - 2004 ; A&SBooks Gent, 2006 • Van Dooren N., Sprong naar het landschap, Blauwe Kamer, nr.5, oktober 2009 • Van der Ploeg J., Landschappelijk wonen, 2012 • Van Gerrewey Ch., Vlaanderen als stedelijke nevelvlek, RektoVerso, 2013 • Van Istendael G., Het Belgisch Labyrint, Uitgeverij Atlas Antwerpen, 2011 • Vanautgaerden L., Smets B., Het Vlaamse restgebied: ontdekking van het andere landschap, i.o.v. de Vlaams Bouwmeester, 2007 • Vlaamse Overheid, Afdeling Ruimtelijke Planning, Beleidsplan Ruimte, Groenboek Vlaanderen in 2050, mensenmaat in een metropool? , 2012 • Waterwegen en Zeekanaal, Vallei van de Grote Nete Toeristisch-recreatieve visie, 2013 • Structuurplannen van de gemeenten Berlaar, Duffel, Heist-op-den-Berg, Lier, Putte en Sint-Katelijne-Waver Beeldmateriaal Kaarten op basis van oorspronkelijk kaartmateriaal van het Nationaal Geografisch Instituut en Regionaal Landschap Rivierenlandschap Google - p. 14, 35, 36, 38, 39, 44, 46, 50, 55 | Google Earth - p. 18-21 | Streetview - p.64,68 Facebookpagina Ugly Belgian Houses - p. 14 (rechts onder) Al het overige beeldmateriaal is eigendom van Bieke Van Hees en mag niet zonder toestemming en vermelding woren overgenomen.
101
102