1
Inspiratie voor ‘t leven
JAARVERSLAG 2011
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF STEDELIJK ONDERWIJS
JAARVERSLAG 2011
Inleiding............................................................................................................................................................................................. 4 Voorwoord door Frank Noten.......................................................................................................................................................... 6 Kwaliteit maakt talent...................................................................................................................................................................... 8 talent vernieuwt............................................................................................................................................................................. 20 iedereen welkom.............................................................................................................................................................................. 32 FinanciĂŤle transparantie................................................................................................................................................................. 38 focus op de werknemer................................................................................................................................................................... 44 we werken eraan............................................................................................................................................................................. 54 ondersteuning in woord en daad................................................................................................................................................... 66 organisatie in beweging.................................................................................................................................................................. 72 JAARREKENING 2011............................................................................................................................................................................ 82
7
Raad van Bestuur AG Stedelijk Onderwijs
Inleiding Amper een jaar geleden ging het AG Stedelijk Onderwijs echt van start. Het lijkt al een eeuwigheid geleden. Dat gevoel heb je altijd wanneer er veel gebeurt op korte tijd. In 2011 maakte het Stedelijk Onderwijs vordering op tal van domeinen. Het Masterplan schoolgebouwen werd vertaald naar de praktijk. Door de capaciteitsdruk springen de bijkomende plaatsen in onze basisscholen misschien wel het meest in het oog. Het Masterplan gaat echter om veel meer dan de uitbreiding van capaciteit, het staat ook voor duurzame, innovatieve en brede scholen. Samen met Eandis werden opnieuw energiezuinige ingrepen uitgevoerd, maar tegelijkertijd werd dit jaar ingezet op het betrekken en sensibiliseren van de schoolteams en leerlingen. Er werd eveneens vooruitgang geboekt in een aantal grote bouwdossiers zoals de Topsportschool, de kinder- en jongerencampus Hardenvoort en de Berenschool. De ontwerpen werden voorgesteld aan het grote publiek. De uitdaging van de demografische evolutie in de stad is geen zaak van het Stedelijk Onderwijs alleen, ook niet van de divisie Basisonderwijs alleen. Ook andere divisies denken creatief na over de capaciteitsuitbreiding en dragen hun steentje bij. Het bouwen van nieuwe scholen gebeurt zoveel mogelijk volgens het concept van de school van de toekomst. Dat betekent dat er rekening gehouden wordt met de heterogeniteit in de klassen. Het digitaliseren van de scholen is daarbij een belangrijk onderdeel. De eerste stappen werden gezet met digitale schoolplatformen en leernetwerken. De digitalisering is een uitdaging die ons nog enkele jaren zal bezig houden. In 2011 werd eveneens gewerkt rond de onderwijskwaliteit. Op basis van de doorlichtingsverslagen kregen sommige schoolteams sterke begeleiding om samen de kwaliteit te verbeteren. Twee scholen slaagden erin om het ESF-kwaliteitslabel te behalen. Ook kwaliteit en de transparante informatie hierover zullen in de toekomst een groot aandachtspunt blijven. Dit jaarverslag is slechts een beperkte weergave van de realisaties en vorderingen die het Stedelijk Onderwijs maakte. Het is onbegonnen werk om de inspanningen van de duizenden personeelsleden in beeld te brengen. Maar het geeft wel een indicatie van de performantie en ambitie van het grootste AG van de stad! Veel leesplezier.
Raad van Bestuur AG Stedelijk Onderwijs
“De digitalisering is één van de uitdagingen van de school van de toekomst.”
Frank Noten - Bedrijfsdirecteur Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen / voorzitter Directiecomité
Een verhaal van mensen Voorwoord door Frank Noten Het eerste werkjaar 2011 is het jaar van de grote realisaties. We plukten de vruchten van de nieuwe structuur die in 2010 in het leven werd geroepen, dankzij de vele inspanningen van de gedreven en competente medewerkers die onze organisatie rijk is. Net daarom getuigen in dit jaarverslag directeurs, leerkrachten en coördinatoren over wat de koerswijziging voor hen persoonlijk betekent. In 2011 is veel op ons afgekomen. Het was immers het eerste volledig werkjaar van het Stedelijk Onderwijs als autonoom gemeentebedrijf, en op veel sporen tegelijk scheerden we hoge toppen. Zo hebben wij als eerste in Vlaanderen een Topcultuurschool, en ook de plannen voor de nieuwe Topsportschool zien er schitterend uit! Iedereen heeft hard gewerkt om alle nieuwe leerlingen goed op te vangen en de geplande projecten uit het Masterplan te realiseren. In september 2011 hebben we maar liefs 608 extra plaatsen gecreëerd om het stijgende aantal leerlingen in het basisonderwijs op te vangen. We moeten elk jaar blijven bijbouwen en renoveren om die bijkomende capaciteit te voorzien. In 2012 zullen we dus blijven investeren in onderwijspatrimonium, maar we kunnen het capaciteitstekort niet alleen aanpakken. Samen met de andere onderwijsnetten besloten we om tot een gemeenschappelijke beheersmaatschappij te komen die in principe voor alle netten zal instaan voor de bouw van scholen. Dit Nederlands model houdt in grote lijnen in dat AG Vespa, het vastgoedbedrijf van de stad, hier optreedt als bouwheer voor elke nieuwe school. De uitdaging voor de toekomst? Dat is één allesomvattend Masterplan dat de noden en de perspectieven van alle netten bundelt. Daarvoor moeten ook wij onze krachten bundelen. Het is immers dankzij de inbreng van u en alle anderen dat we dit verhaal kunnen schrijven. Versie twee van ons eigen Masterplan speelt nog beter en adequater in op de vele uitdagingen en nieuwe maatschappelijke noden in onze stad. Er is veel aandacht voor innovatie, duurzaamheid en nieuwe partnerships. Als we gebouwen opknappen houden we ook rekening met het creëren van een meerwaarde voor de buurt. We willen de scholen na de lesuren ter beschikking stellen van buurtbewoners, organisaties en verenigingen. Zo zetten we meer in op het concept van de brede school dat we in nieuwe projecten verder willen uitbouwen.
9
Het Masterplan is een complex gegeven waarbij heel wat factoren meespelen. Dit verhaal gaat immers over meer dan stenen en centen. Het gaat in de eerste plaats om mensen: vooreerst om de kinderen zelf, en uiteraard de ouders, de leerkrachten, het ondersteunend personeel, de directies en de buurtbewoners. Het is essentieel om al deze rechtstreeks betrokkenen duidelijk te informeren over de projecten. Om daarnaast het brede kader te duiden, pakten we in 2011 de interne en externe communicatie van de realisaties van het Masterplan aan. Scholen zoals De Kameleon en De Bijenkorf verhuisden tijdelijk naar een andere locatie in de stad. De kleuters en leerlingen hebben mooie vooruitzichten op een volledig gerenoveerde school voorzien van technische vernieuwingen. Maar een verhuis betekent in de eerste plaats een extra inspanning. Daarom streven we ernaar tijdig, transparant en duidelijk te informeren. Evident is dat niet aangezien de realiteit vaak maakt dat we plannen moeten aanpassen, bijvoorbeeld omwille van externe factoren waar we als organisatie niet rechtstreeks een impact op hebben. Voor de leerkrachten is er het vernieuwde intranet dat langzaam maar zeker een gevestigde waarde wordt. Voor de externe communicatie krijgen de scholen ondersteuning van de afdeling Marketing & Communicatie die in 2011 volledig operationeel werd en voortaan verbindingsofficieren heeft in elke divisie. Kwaliteit in de organisatie, kwaliteit in de klas In 2011 was het adagium ‘temporiseren en consolideren’. We hebben verankerd wat we in 2010 in gang hebben gezet. We hebben solide funderingen en een krachtige organisatie voor de toekomst gecreëerd. Vanaf 2012 stellen we scherp op het onderwijs zelf, op de activiteiten in de klas. In 2011 is de doorlichting van het basisonderwijs door de Vlaamse onderwijsinspectie opgestart. Samen met de betrokken schoolteams bereidden onze pedagogische begeleiders deze diepgaande organisatiescans voor. Directies en leerkrachten kunnen na zo’n doorlichting ook rekenen op extra ondersteuning van deze pedagogische begeleiders. En met het nieuwe CIPO-instrument houden scholen op een uniforme wijze het hele schooljaar
door de vinger aan de pols. Door deze ondersteuning willen we kwaliteitsonderwijs garanderen volgens ons pedagogisch project. In 2012 en 2013 krijgen ook de andere divisies een doorlichting. Het afgelopen jaar behaalden weer twee scholen het ESF-kwaliteitslabel en we legden met andere scholen de basis om het label in 2012 te behalen. We rollen onze interne kwaliteitszorg verder uit, met meer collegiale visitaties en hecht teamwork. Leiderschap en teamwork vormen voor mij zelfs de hefboom naar de toekomst. Het is mijn wens dat we elkaar blijven inspireren, goede voorbeelden uitwisselen, en die opnieuw toepassen. Dat we met z’n allen mee op de kar van de School van de Toekomst springen. Zo verschuift de rol van de leerkracht steeds meer naar die van leercoach, waarbinnen zelfsturend leren en geïndividualiseerde leertrajecten hun plaats hebben. Om de onderwijsvernieuwing mogelijk te maken is een digitalisering van het onderwijs nodig. Op dit vlak hebben we in 2011 dan ook sterk geïnvesteerd. Meten is weten. In 2011 zijn we met de monitoring van managementinformatie gestart via het project SOMII – Stedelijk Onderwijs Management Informatie Implementatie. Dit project verzamelt managementinformatie die nu verspreid zit in uiteenlopende gegevensbanken in een datawarehouse. Het luik informatie over leerlingen, studierichtingen en organisatie is klaar. De scholen zullen hier niet langer te pas en te onpas over bevraagd worden, en wij kunnen de trends op de voet volgen en ons beleid aftoetsen aan de realiteit. We willen de komende jaren hetzelfde doen voor de cijfers over personeel, financiën en gebouwen. De vele realisaties in 2011 zetten ons alweer op de goede weg om de onderwijsreferentie in Vlaanderen te worden. En als het ons lukt, dan is het dankzij onze mensen, dankzij hun harde werk en inzet van elke dag.
Frank Noten
“Het adagium
voor 2012? Leiderschap en teamwork als hefboom voor de toekomst!”
1
23456789
Kwaliteit maakt talent Samen school maken
Elke divisie, elke scholengemeenschap en elke school streeft naar maximale topkwaliteit. Hiervoor kunnen zij rekenen op de permanente ondersteuning van de nieuwe stuurgroep Integrale Kwaliteitszorg. Dit leernetwerk en kenniscentrum staat in voor begeleiding voor, tijdens en na de doorlichtingen en helpt de scholen onder meer bij het behalen van het Europese ESF-kwaliteitslabel.
11
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
Kwaliteitsonderwijs door kwaliteitszorg Een betere ondersteuning voor meer kwaliteit De zorg voor kwaliteit is voor het Stedelijk Onderwijs een actieve bekommernis. De nieuwe stuurgroep Integrale Kwaliteitszorg (IKZ) werkte een elektronisch kwaliteitshandboek uit, samen met een methodiek voor zelfevaluatie en collegiale visitatie. Binnen de stuurgroep IKZ zetelt voor elke divisie een kwaliteitscoördinator, en de divisiedirecteur vervult een regisserende rol. Dit leernetwerk en kenniscentrum vormt de basis voor de ontwikkeling van een organisatiebreed kwaliteitssysteem, gebaseerd op de principes van het Europees Sociaal Fonds (ESF). Integrale Kwaliteitszorg binnen elke divisie Om de onderwijskwaliteit verder te verbeteren, nam het Stedelijk Basisonderwijs in 2011 meerdere maatregelen. De personeelsleden vulden kwaliteitsenquêtes in, een nieuwe adviesraad met zowel interne als externe stakeholders komt op regelmatige tijdstippen samen, en het procedurehandboek ‘den ABC’, dat in 2012 wordt uitgebracht, krijgt vorm. De scholengemeenschap West ging in de eerste helft van 2011 op het
intranet van start met het pilootproject ‘Digitaal Schoolwerkplan’, dat in de tweede helft van het jaar uitgerold werd naar alle scholengemeenschappen binnen de divisie. Het volwassenenonderwijs en het deeltijds kunstonderwijs brachten hun sterktes en zwaktes in kaart, en in de Academies krijgen de leerkrachten voortaan meer inspraak in het beleid. Ook het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) zette een belangrijke stap naar verdere kwaliteitsverbetering door zichzelf uitgebreid te evalueren. De resultaten van die evaluatie worden mee opgenomen in de strategische planning voor de periode 20122018. Daarnaast werd bij de scholen een tevredenheidsenquête gelanceerd die regelmatig zal herhaald worden en moet leiden tot een optimale dienstverlening. Van doorlichting tot kwaliteitsonderwijs Scholen worden in principe om de zes jaar doorgelicht. Elke school krijgt ondersteuning bij de voorbereiding van de doorlichting, bij de bespreking en verwerking van het doorlichtingsverslag én bij de opvolging van de aanbevelingen. Deze ondersteuning gebeurt door de coördinerend directeur van de scholengemeenschap, een pedago-
13
Nieuw analyse-instrument helpt scholen Elke school moet actief aan de slag met de aanbevelingen van een doorlichtingsverslag. Dat is mogelijk dankzij het CIPO-instrument (Context Input Proces Output), waarmee scholen en scholengemeenschappen op een uniforme wijze de vinger aan de pols houden. Zij kunnen met dit nieuwe systeem gegevens uit het doorlichtingsverslag isoleren en visualiseren, en dus de aanbevelingen beter opvolgen en implementeren. Scholen kunnen de tool bovendien tussen doorlichtingen door gebruiken voor zelfevaluatie, interne audits en visitaties. Op een overleg op het departement Onderwijs en Vorming van de Vlaamse overheid was er grote interesse voor de werkwijze van het Stedelijk Onderwijs. Momenteel is er een afgewerkt instrument voor het basisonderwijs, het buitengewoon onderwijs en het secundair onderwijs. Voor volwassenenonderwijs en het deeltijds kunstonderwijs wordt gemikt op 2012. Naast het CIPO-instrument werd de basis gelegd voor een opvolgtool. In 2012 zullen de coördinerend directeurs deze opvolgtool kunnen gebruiken om samen met de schooldirecties de punten uit het doorlichtingsverslag op te volgen en te rapporteren.
gisch begeleider van het Service- en Coördinatiecentrum (SCC) en een pedagogisch begeleider van OVSG op onderwijskundig vlak. De schoolteams krijgen daarnaast ook ondersteuning van de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming (IDPB) of de afdeling Patrimoniumbeheer van het SCC bij de voorbereiding van de doorlichting en bij de opvolging van de aanbevelingen wanneer het gaat om doorlichtingen met een focus op bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. Aanpak op maat van elke school In 2011 werden vijftien scholen van het basisonderwijs doorgelicht. Tien scholen kregen een gunstig advies op onderwijskundig vlak. Acht scholen kregen een gunstige beoordeling voor bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. Scholen met een gunstige beoordeling beperkt in tijd, of met een ongunstige beoordeling, krijgen begeleiding. Een verbeterplan helpt scholen met een gunstige beoordeling beperkt in tijd, of met een ongunstige beoordeling. Het verbeterplan voor scholen met een ongunstig advies wordt gecoördineerd door de afdeling Onderwijskwaliteit, Onderwijsvernieuwing en Organisatieontwikkeling (KWOROV) als het om een onderwijskundig advies gaat, en door de Interne Dienst voor Preventie en
Bescherming of de afdeling Patrimoniumbeheer als het een advies van veiligheid en gezondheid betreft. Met een gespecifieerd verbetertraject krijgt de school tijd om de werking aan te pakken. Daarbij worden binnen bepaalde thema’s de positieve punten zoveel mogelijk versterkt, en de verbeterpunten gelinkt aan concrete doelstellingen. Er ligt een sterke focus op de beleidskeuzes die de scholen maken, aangezien die een onmiddellijke impact hebben op de kwaliteit van het onderwijs. Begeleiding op maat van de school In 2011 vond ook begeleiding plaats die niet verbonden was aan de doorlichting van de inspectie. Zo begeleidde de afdeling KWOROV tien scholen en een externe begeleidingsdienst zorgde voor de begeleiding van twee scholen. Vijf van de tien intern begeleide scholen kwamen uit het basisonderwijs, vier uit het buitengewoon basisonderwijs en een uit het buitengewoon secundair onderwijs. Vier van deze tien begeleidingen kwamen er op vraag van de divisiedirecteur, en zes op vraag van de school. Alle trajecten zijn telkens op maat uitgewerkt. Twee van de tien begeleidingen hebben betrekking op het project ‘Draagkracht in Balans’. Voor dit project werden er vijf piloot-
Kathy Mertens - Directeur kleuterschool De Bijtjes
Een voorbeeldschool voor Vlaanderen Kleuterschool De Bijtjes kreeg na zes jaar opnieuw bezoek van de Vlaamse onderwijsinspectie. Voor Kathy Mertens die hier al zeven jaar directeur is, was dit haar tweede doorlichting. De Bijtjes is een hoofdschool met een vestigingsschool genaamd De Krekel, goed voor 15 kleuterklassen en 27 leerkrachten. Het zeer lovende verslag noemt De Bijtjes een voorbeeldschool voor Vlaanderen. Transparant en professioneel Volgens de directeur is het succes vooral te danken aan een transparant beleid en zeer professionele leerkrachten. “Dat zijn de belangrijkste twee zaken. Als directeur heb je een visie geënt op de visie van het Stedelijk Onderwijs. Voor De Bijtjes is dat ‘Samen leven in een school’, waarbij ieder met z’n eigen talenten op een veilige en uitdagende manier samen moet leven. Wij hebben leerlingen die heel specifieke zorgen vragen. Ons beleid daartoe is uitgestippeld in een schoolwerkplan. Maar dat beleid moet gedragen worden door de hele school, zichtbaar op elk niveau, tot bij de kleuters. Zoiets bereiken, kan enkel via een transparant beleid, waarbij je steeds zorgt voor de juiste communicatie op het juiste moment. Daarnaast zijn de leerkrachten natuurlijk heel belangrijk. Professionele leerkrachten,
die kwaliteit willen leveren. Dat betekent ook de juiste nascholingen om die kwaliteit op de werkvloer te versterken. Elke leerkracht heeft eigen talenten, en het is aan de directie om de juiste mensen op de juiste plaats te zetten en te investeren in kwaliteitsverbetering. Uit het verslag bleek duidelijk dat de schoolvisie goed werd doorgezet in de beleidslijnen en de acties van de leerkrachten en het zorgteam. Gezonde adrenaline Elke doorlichting geeft extra aandacht aan twee leerdomeinen; één waar de school sterk in staat, en een tweede waar ze het moeilijker mee heeft. Vanwege onze zeer diverse schoolpopulatie werken wij al dagelijks aan taal, en daarom kozen de inspecteurs voor andere domeinen. Muzische vorming werd tijdens de doorlichting getoetst als sterktepunt. Uit de functioneringsgesprekken van het vooronderzoek bleek dat onze leerkrachten dat heel graag geven. Wiskunde werd het tweede focusdomein. Ook al is dat voor een kleuterschool geen evident leergebied om effecten aan te tonen, toch hebben we het er prima van afgebracht. Het was natuurlijk wel spannend: twee externe inspecteurs die drie dagen lang alles nauwlettend in het oog houden, dat zorgt wel voor wat stress. Maar iedereen heeft zijn beste been-
15
15 scholen doorgelicht in 2011 Gunstig
Gunstig met beperking in tijd
Ongunstig
Onderwijskundig 10
tje voorgezet en de daarbij horende adrenaline positief aangewend. Boost op school Na de doorlichting volgt een gesprek waarbij het voorlopige verslag wordt toegelicht. Ik vond het zeer positief dat wij ook daar nog de kans kregen om iets ter discussie te stellen, met ondersteuning van het onderwijssecretariaat en een coördinator. Na een maand volgt dan het officiële rapport, dat ik persoonlijk heb gecommuniceerd naar alle leerkrachten, per graad. Daaruit heb ik de werkpunten gehaald die onze uitdagingen voor de komende zeven jaar vormen. Iedereen was heel enthousiast om met dat rapport aan de slag te gaan, er zijn meteen werkgroepen gevormd. We hebben er dus zin in, je merkt echt dat er na zo’n positieve doorlichting een echte boost is in de school!”
“het succes is vooral te danken aan een transparant beleid en de juiste communicatie.”
Bewoonbaarheid / Hygiëne / Veiligheid 2
3
scholen ondersteund in 2011. De pedagogische begeleiders van het SCC begeleidden twee van deze scholen en de pedagogische cel van het basisonderwijs nam drie begeleidingen voor haar rekening. De pedagogische begeleiders ondersteunden de scholen ook op andere domeinen, zoals het uitwerken van een zorgbeleid, overleg- en communicatiestructuur, gelijkgerichte onderwijsvisie en een gedragen actieplan. Een schoolgerichte begeleiding volgt een duidelijk stappenplan. Het Directiecomité keurde in 2011 vier procedurehandboeken goed die dit stappenplan beschreven. Europese kwaliteitsmeter: het ESF-label Het ESF-Kwaliteitslabel is een officiële erkenning die het Europees Sociaal Fonds toekent aan organisaties die aan de minimumvereisten van kwalitatief bedrijfsbeleid voldoen. Het Fonds geeft onder andere subsidies aan projecten die de Vlaamse arbeidsmarkt versterken, en ook scholen kunnen het label behalen. Hiervoor moeten ze slagen voor de kwaliteitsaudit, een diepgaand onderzoek dat nagaat of de school voldoet aan de Europese kwaliteitsnormen. Het label is drie jaar geldig, daarna volgt een opvolgaudit. Vier
8
5
2
scholen van het Stedelijk Onderwijs behaalden het label tot nu toe. Een organisatiebrede audit Chris Derboven, coördinator Integrale Kwaliteitszorg bij het Stedelijk Secundair Onderwijs, legt uit hoe de procedure in zijn werk gaat: “Op basis van een vooronderzoek beschrijft de school haar eigen sterktes en zwaktes op vlak van ‘leiderschap’, ‘beleid en strategie’, ‘mensen’, ‘middelen en partnerschappen’ en ‘processen’ in een kwaliteits-
chris derboven - Coördinator Integrale Kwaliteitszorg
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
paper. Daarin worden ook de resultaten rond ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ geëvalueerd, samen met de ‘tevredenheid van medewerkers en klanten’ – wat voor de scholen in de eerste plaats leerlingen, cursisten en ouders zijn, maar bijvoorbeeld ook werkgevers die stages aanbieden.” Op basis van feedback van het ESF zet de school zoveel mogelijk verbeteringen in gang. Daarna volgt een zelfevaluatie waarbij de school zichzelf voor elk aandachtsgebied moet plaatsen op één van de vijf opeenvolgende kwaliteitsniveaus gaande van zeer slecht tot zeer goed. Tijdens de audit zelf onderzoeken de auditoren alle resultaten aan de hand van gesprekken, interviews en eventueel bewijsmateriaal. Een school krijgt het ESF-Kwaliteitslabel wanneer ze voor alle organisatiegebieden een score van niveau twee of meer behaalt. Na de audit komt er een nieuwe beoordeling, gevolgd door bijkomende verbeteringen. Professionele scholen Het grote voordeel van het ESF-label is dat het schoolteam dankzij de externe feedback van auditoren en de begeleiding van de IKZcoördinator de juiste omkadering krijgt om zichzelf grondig te professionaliseren. Daar-
“Het schoolteam krijgt de juiste omkadering om zichzelf grondig te professionaliseren.”
Jeannine Peeters - Directeur buitengewoon secundaire school Stuivenberg
Stuivenberg behaalt kwaliteitslabel naast kunnen scholen met het label partner of promotor worden van Europese projecten. Tijdens het hele ESF-proces wordt het management van de school uitgebouwd. Aangezien er geen standaardformule is, gebeurt dit telkens volledig op maat van elke school en is het hele schoolteam er zoveel mogelijk bij betrokken. Zo wordt bijvoorbeeld omschreven wat het onderwijsdoel van de school is en waar ze binnen vijf jaar wil staan. De visie staat dus voorop, de sterktes
Buitengewoon secundaire school Stuivenberg verkreeg op 23 juni 2011 als eerste school voor buitengewoon onderwijs in Vlaanderen het ESF-label. Directeur Jeannine Peeters spreekt van een organisatiebrede inspanning: “Ons hele team heeft meegewerkt: de leerkrachten, de technisch adviseur-coördinator, de technisch adviseur, de ABO-coördinator (Alternerend Beroepsonderwijs), het personeelssecretariaat en zelfs de schoolorthopedagoog. De positieve effecten van dit label reiken ver. Doordat we voor ESF sterk hebben ingezet op kwaliteitszorg en management, scoorden we ook goed voor de doorlichting. Daarnaast gaan we onze stagebedrijven bevragen op een manier die beter aansluit bij de arbeidsmarkt. Met het kwaliteitsgroeimodel dat werd opgesteld voor ESF legden we ook doelstellingen vast rond samenwerkingscontracten met de buurt. Zo staat het dienstencentrum mee in voor feestelijke gebeurtenissen en komen bejaarden turnen bij ons op school. Bovendien konden we dankzij dit label instappen in het gesubsidieerde Europese project ‘Alternerend Beroepsonderwijs’ en zo meer kansen creëren voor onze leerlingen.”
17
worden versterkt, de zwaktes opgelost of gecompenseerd. De scholen staan er niet alleen voor: om de nieuwe doelstellingen te halen krijgen ze ondersteuning via allerhande tools en workshops. Leren werken met een managementinformatiesysteem is voor scholen bijvoorbeeld vaak een hele openbaring; ze kunnen daarmee hun doelstellingen gemakkelijker opvolgen en bijsturen. Nieuwe opportuniteiten om zinvol te innoveren worden zo sneller herkend. Hier wordt duidelijk dat een goed school足 beleid echt de kwaliteit van het onderwijs verbetert. Toekomst Leonardo Lyceum/Topsport en Leonardo Lyceum/SITO 5 behaalden als eerste in Vlaanderen het ESF-label in 2008. In 2011 kwamen daar CDO Noord en buitengewoon secundaire school Stuivenberg bij. Er werd ook een project gelanceerd voor acht nieuwe scholen om het ESF-label te halen. Zij krijgen hiervoor drie jaar de tijd, aangezien het label behalen veel inspanningen en intensieve begeleiding op maat vraagt. Toch hopen verschillende scholen het label al in 2012 te verkrijgen. De voorbereidingen voor de scholen De Wereldreiziger, Leonardo Lyceum/ SITO 7 Campus Stuivenberg en Campus Harmonie-Mercator, Leonardo Lyceum/Pierenberg, Leonardo Lyceum/ Quellinstraat, Leonardo Lyceum/CDO Berchem zijn volop aan de gang.
Koninklijke Balletschool Antwerpen Toptalent op een ‘Topcultuurschool’
Na de Topsportschool Leonardo Lyceum in Wilrijk, heeft het Stedelijk Onderwijs de eerste Topcultuurschool van het land. Die primeur is weggelegd voor de Koninklijke Balletschool Antwerpen. “We willen onze school uitbouwen tot een opleidingsinstituut dat uitmunt op wereldniveau en de leerlingen zoveel mogelijk dans- en podiumervaring laten opdoen met deelnames aan wedstrijden in binnen- en buitenland. Omdat we professionele dansers willen afleveren, beperken we het aantal nieuwe leerlingen met een jaarlijkse auditie en concentreren we ons uitsluitend op toptalenten. Dat is mogelijk dankzij het nieuwe statuut van Topcultuurschool dat ons in september 2011 werd toegekend”, zegt algemeen directeur Annick Liesenborghs. “Dat zorgt ervoor dat we niet langer afhankelijk zijn van het aantal leerlingen om onze leerkrachten, pianisten… tewerk te stellen. Sinds het schooljaar 2011-2012 zetten we maximaal in op individuele leertrajecten voor onze leerlingen. Zo kunnen ze hun dansopleiding combineren met een solide academische vorming. Bovendien hebben we nu een eigen kinesist en krijgen buitenlandse studenten extra taalondersteuning.”
Waar komen leerlingen van de koninklijke balletschool antwerpen terecht?
19 Annick Liesenborghs - Algemeen directeur Topcultuurschool
De omschakeling van de Koninklijke Balletschool Antwerpen is nog in volle ontwikkeling. De school zal als secundaire school beroep kunnen doen op dansleerkrachten en ondersteunend artistiek personeel vanuit een nieuwe juridische structuur in de vorm van een vzw. Hierin participeren zowel het AG Stedelijk Onderwijs als het Koninklijk Ballet Vlaanderen en het Conservatorium van de Artesis Hogeschool. Klassiek ballet De nieuw uitgetekende structuur laat een flexibeler beleid naar leerlingen en leerkrachten toe, wat onmisbaar is in een werelddiscipline als ballet. Artistiek directeur Michael Shannon licht toe: “Onze negentig leerlingen hebben een grotere garantie op doorstroming naar de professionele danswereld, kunnen veertig dagen per jaar deelnemen aan internationale projecten, en genieten van een versterkt individueel traject.” De grootste verandering is ongetwijfeld de stijging van het aantal uren ballet – voor de lagere jaren zijn dat er met twintig lesuren per week dubbel zoveel. “Terwijl leerlingen van topsportscholen vele uren trainen binnen de federaties, vinden onze trainingen plaats binnen de Koninklijke Balletschool zelf, omdat onze sector geen erkende federatie kent. Bovendien verdwijnt de disci-
pline modern ballet. Er worden nog wel een aantal uren modern ballet gegeven zodat de leerlingen kennismaken met de verschillende hedendaagse choreografen. Wie hoge toppen scheert in klassiek, heeft immers automatisch een stevige basis voor modern”, besluit Michael Shannon. Toptalent aantrekken Annick Liesenborghs: “Met de omschakeling verwachten we ook van de leerkrachten meer flexibiliteit. Als ambassadeur van de KBA hebben zij zich ertoe geëngageerd om de visie en de doelstellingen van de Topcultuurschool mee uit te dragen. Hiertoe willen we de samenwerking met het Koninklijk Ballet Vlaanderen en het Conservatorium optimaliseren, net als de uitwisselingsprogramma’s met internationale balletscholen en balletgezelschappen, de fondsenwerving en de dansinfrastructuur. Dankzij het statuut van Topcultuurschool kunnen we ook sneller inspelen op danstechnologische evoluties. We hebben alles in huis om toptalent binnen het team van leerlingen én leerkrachten aan te trekken.”
Michael Shannon - Artistiek directeur Topcultuurschool
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
Internationale projecten in 2011 Het Stedelijk Onderwijs werkt aan verdraagzaamheid en solidariteit over de landsgrenzen heen. Schoolteams en leerlingen moeten de kans krijgen om via projecten aan internationale uitwisseling te doen. Zo kunnen ze uitgroeien tot verantwoordelijke wereldburgers die mee bouwen aan de stad van morgen. Naast de al bestaande initiatieven rond internationalisering, gingen in 2011 tal van nieuwe projecten van start.
Comeniusprogramma. Eén multilateraal schoolpartnerschap waarin het Stedelijk Onderwijs betrokken is, is ‘Tick-tock! Tick-Tock! Klik, de momentopnamen van het dagelijks leven van de kinderen in heel Europa’, een samenwerking tussen vijf Europese scholen rond culturele gewoontes. Binnen dit project streven ruim zeshonderd leerlingen en vijftig leerkrachten naar meer verdraagzaamheid, samenhorigheid, technologiebeheersing en participatie van leerlingen. Het belangrijkste concept van het hele project is de analyse van het dagelijkse leven van kinderen in verschillende Europese landen.
Europese samenwerking Wat internationalisering betreft, staat het Stedelijk Onderwijs in voor verschillende, voornamelijk Europese uitwisselingsprojecten. Het Europese programma ‘levenslang leren’ biedt verschillende subsidielijnen via projecten zoals het Leonardo da Vinci-, Comenius- en Grundtvigprogramma.
Solidariteit In 2011 ondernam het Stedelijk Onderwijs verschillende initiatieven om solidariteit bij zowel leerlingen als cursisten en personeel te stimuleren. De belangrijkste zijn Projecten in het Zuiden, Twinning en Scholenbanden.
Het Leonardo da Vinciprogramma is een stageprogramma waarbij de nadruk vooral ligt op beroepsopleidingen. In 2011 liepen er binnen het Stedelijk Onderwijs 7 Leonardo Da Vinci-projecten. Daarnaast liepen er in 2011 elf multilaterale schoolpartnerschappen en vijf individuele studiereizen binnen het
Voor Projecten in het Zuiden ondersteunt de stad Antwerpen organisaties die projecten opzetten in het Zuiden. De voorwaarde is dat het initiatief plaatsvindt in een ontwikkelingsland en gekoppeld is aan een sensibiliserende activiteit in Antwerpen. Partnerlanden zijn Congo, Marokko en Ghana. In 2011 trok-
ken opnieuw twaalf leerkrachten naar Ghana in het kader van het IMPAKT-project om de samenwerking met de lokale leerkrachten verder uit te bouwen. Twinning heeft tot doel schoolpartnerschappen tussen Vlaanderen en Marokko te ontwikkelen, ondersteund door de Vlaamse overheid. In 2011 werden in partnerschap met Marokkaanse vzw’s uit Antwerpen verschillende samenwerkingen met Marokkaanse scholen aangegaan. Tot slot moedigen de diverse scholenbanden relaties aan tussen scholen uit het Noorden en het Zuiden. In mei 2011 vond samen met Green vzw een werkbezoek in Suriname plaats rond klimaatverandering. Naast de activiteiten voor leerlingen rond vriendschap, respect, vrede, afvalbeheer en vredeseducatie, konden de Belgische en Surinaamse leerkrachten ook onderwijsexpertise uitwisselen en een educatief pakket, een rondreizende tentoonstelling en workshops ontwikkelen. De scholen maakten nog gebruik van andere subsidies om internationale ervaring op te doen. Zo vonden onder meer een leiderschapstraining plaats in Istanbul en een bijscholing in Engeland rond vernieuwend ICT-gebruik in het onderwijs.
Projecten Comenius (16) Leonardo da Vinci (7) Grundtvig (2) Twinning en Scholenbanden (7) Projecten in het Zuiden (3) Andere subsidies (12)
21
1
2
23
3456789
Talent vernieuwt
De digitale koerswijziging
Naarmate de maatschappij verandert, veranderen ook de onderwijs noden. Scholen moeten leerlingen de kennis en vaardigheden meegeven die ze later zullen nodig hebben. Het Stedelijk Onderwijs wil hierin een voortrekkersrol opnemen, en zette daartoe in 2011 nadrukkelijk in op onderwijsvernieuwing. Die vernieuwing tekende zich onder meer af op het vlak van onderwijsaanbod en de digitalisering van de scholen. De digitale school stelt leerkrachten niet alleen in staat beter zicht te krijgen op de uiteenlopende talenten van hun leerlingen, maar laat hen ook toe op het vlak van lesniveau te differentiÍren.
Onderwijsvernieuwing Onderwijsaanbod De centra voor volwassenenonderwijs passen hun opleidingsaanbod continu aan op maat van wat de samenleving vraagt. Op die manier waken ze permanent over een klantvriendelijk en logisch opgebouwd aanbod. De verschillende opleidingen en centra werken ook steeds meer samen om een toekomstige schaalvergroting voor te bereiden. Nieuwe media Steeds meer investeert het Stedelijk Onderwijs in de ontwikkeling van digitale schoolplatformen. Het secundair onderwijs werkt intensief met een elektronisch rapport en een uitgebreid communicatiekanaal tussen leerkrachten, ouders en leerlingen. Leerkrachten gebruiken dit platform om activi-
Peter Haazen - Pedagogisch ICT-coördinator basis- en buitengewoon onderwijs
De digitale koerswijziging “De tijd dat de kinderen enkel een half uurtje op de computer mochten als tussendoortje, is voorbij. ICT is een gelijkwaardige en nieuwe werkmethode voor alle leerkrachten en leerlingen, met ongelooflijk veel toepassingen”, aldus Peter Haazen, overkoepelend pedagogisch ICT-coördinator van het Stedelijk Basis- en Buitengewoon Onderwijs. “Elke scholengemeenschap telt 1 ICT-coördinator. Ieder van hen staat in voor 15 à 20 scholen, goed voor minimum 500 computers, 10 tot 15 servers en 50 tot 150 digitale borden. Zij worden bijgestaan door een team van 4 technische ICT-coördinatoren. In alle leergebieden integreren we stelselmatig nieuwe technologieën volgens het Ontwikkelingsplan ICT. Dat geeft scholen de mogelijkheid om te werken aan een innovatief ICT-beleid waarbij het leren van de leerling centraal staat.”
Nieuwe digitale toepassingen in 2011 Digitaal prentenboek - Een van de veelgebruikte toepassingen is Fundels (bundels vol fun). “Om en bij de tachtig procent van de leerkrachten uit het kleuteronderwijs werkt reeds met Fundels. Ook in 2011 werden enkele nieuwe Fundels aangekocht, waardoor het Stedelijk Onderwijs in totaal over
dertien prentenboeken met digitale toepassingen beschikt. Fundels brengt bestaande prentenboekenverhalen tot leven op de computer en stimuleert daarbij de algemene vaardigheden van het kind zoals spreken, luisteren, tekenen, schrijven en lezen. Elke Fundel bestaat uit zes interactieve hoeken, die elk een uitbreiding vormen op het digitale boek: de kijkhoek, leeshoek, spelletjeshoek, activiteitenhoek, tekenhoek en auteurshoek. Hiermee kunnen de kinderen zelfstandig of in kleine
25
teiten te plannen, oefeningen aan te bieden en leervorderingen van de leerlingen op te volgen. Het secundair onderwijs maakt voortaan ook toetsen op via Smartschool. Het doel van al die projecten is nieuwe technologieën in de klas te gebruiken en al doende te evalueren en te implementeren. Er zijn daarnaast herstructureringsdossiers voorbereid om het aanbod te verfijnen en aan te passen aan nieuwe onderwijsbehoeften, zoals omgaan met sociale media. Het basisonderwijs en het buitengewoon onderwijs hebben een project uitgewerkt om een eigen digitaal schoolplatform te ontwikkelen, volledig in functie van hun specifieke noden en eisen. Dit platform zal binnen twee jaar volledig operationeel zijn.
groepjes aan de slag, en dat met een minimum aan begeleiding”, aldus Peter Haazen. Pedagogische nascholingen - Welke mogelijkheden biedt ICT nog meer in de klas? Daarop krijgen de leerkrachten een antwoord via intensieve pedagogische nascholingen. De mogelijkheden en programma’s die aan bod komen zijn legio: Fundels, digitale schoolborden, het tekenprogramma Tux Paint, de
Het buitengewoon onderwijs moderniseerde verder met smartboards, een digitale leerlingenkrant en het vernieuwingsproject ‘Klas van Morgen’.
onderwijsvernieuwing en -digitalisering te realiseren. Het maakt het ook mogelijk om andere diensten zoals toegangscontrole en gebouwenbeheer verder uit te bouwen.
Er zullen de volgende schooljaren in alle divisies steeds meer nieuwe media geïntegreerd worden om traditionele klassen om te bouwen naar moderne, inspirerende leeromgevingen.
In samenwerking met Digipolis, het Enterprise Architectuurbureau van het Stedelijk Onderwijs en de verschillende divisies bepaalde de afdeling ICT een gedifferentieerde standaard waaraan alle scholen op termijn moeten voldoen. De stuurgroep ICT bracht de huidige situatie in kaart en stelde per divisie een pilootschool aan om te kijken welke standaardvereisten er voor elke divisie zijn. Aan de hand van een uitgeschreven blauwdruk voor een gestandaardiseerde netwerkinfrastructuur werden de werken in deze pilootscholen opgestart.
IT voor de toekomst Begin 2011 legde het Stedelijk Onderwijs een investeringsfonds netwerkinfrastructuur en telefonie aan van 3 miljoen euro, over een periode van drie jaar, voor de implementatie van een stabiel en performant basisnetwerk voor alle scholen. Dat zorgt voor een optimale connectiviteit naar het internet, wat essentieel is om de gewenste
fotobewerkers Pictoselector en Fotoflexer, de digitale schoolplatformen Symbaloo, Yurls en Webpaden, Skype, het online toetsprogramma WRTS, veilig internetten en stop-motion filmpjes. “Stop-motion is een techniek waarbij de film beeld per beeld wordt opgenomen. Met een fotocamera en Playmobile maak je heel leuke cinema, waarbij de kinderen leren plannen en hun ruimtelijk inzicht, ICT-vaardigheden en verhaaltechnieken ontwikkelen.” In 2011 werden in totaal 24 pedagogische
nascholingen georganiseerd. Daaraan kon een leerkracht per vestigingsplaats en per niveau deelnemen. “Van de ruim 120 leerkrachten die zich inschreven, kregen we uitermate positieve feedback. Meer en meer vinden deze verschillende toepassingen hun weg in alle divisies. De ICT-coördinatoren gaven daarnaast een aantal pedagogische studiedagen op vraag van de scholen zelf. Zo maakten alle leerkrachten van die scholen kennis met de mogelijkheden van ICT.”
“We bouwen traditionele klassen om naar inspirerende leeromgevingen.”
Digitale leerplatformen - Leerkrachten en leerlingen krijgen via de digitale leerplatformen Symbaloo en Yurls toegang tot een soort van mini-internet aangepast aan de noden van de klas. “De afdeling ICT maakte in 2011 een handige startpagina voor beide platformen, op maat van de lagere scholen. Steeds meer leerkrachten maken hier gebruik van, omdat het zeer gebruiksvriendelijk is en zij van thuis uit toegang hebben tot Symbaloo en Yurls. In het najaar van 2011 is de basisschool Via
Louiza als pilootschool aan de slag gegaan met het betalend online leerplatform Gynzy. Een grote meerwaarde is dat Gynzy eenvoudige en leuke digibord-tools ontwikkelt die de leerkracht dagelijks kan gebruiken in de klas. Daarom zullen we Gynzy geleidelijk aan introduceren in alle scholen.”
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
Digitale klasse in het Stedelijk Onderwijs Jean-Paul Govaert - Directeur Lyceum Deurne
Lyceum Smartschool Lyceum Deurne introduceerde dit jaar iPads, iPods, en Apple computers in de klassen, met allerlei bijhorende pedagogische apps. De leerlingen en leerkrachten verkennen in zoveel mogelijk lessen de voordelen van deze digitale leermiddelen. Directeur JeanPaul Govaert zag in de digitalisering kans om vier van de kernprojecten van de school te verenigen en te versterken: ‘competentiegericht leren’, ‘individuele leertrajecten’, ‘samen tot aan de meet’ en ‘gelijke onderwijskansen’ passen volop in het digitale verhaal van de school. Zowel de link met de kennis
en leefwereld van de kinderen zelf, als de didactische mogelijkheden voor de leerkrachten, overtuigen Lyceum Deurne ervan zich volop te profileren als ‘smartschool’. Competentiegericht op de iPod “We begonnen eerst met de iPods omdat die het dichtste aanleunen bij de smartphones waar de leerlingen al mee werken. Er zit een heleboel kennis bij de leerlingen zelf: hoe ze met die technologie om moeten gaan, hoe ze informatie moeten opzoeken. Dit is hun leefwereld als digital natives. De leerlingen echter informatiebekwaam maken, bijvoorbeeld om de waarde van internetbronnen in te schatten, daar is een belangrijke taak voor de school weggelegd. Ook om de creativiteit van leerkrachten en leerlingen te stimuleren is het gebruik van interactieve apparatuur heel geschikt. We lanceerden bijvoorbeeld een poëzieproject waarbij actuele teksten opgezocht en omgezet werden in gedichten via sms-taal. Kennisverwerving gekoppeld aan het vermogen informatie kritisch te verwerken tot iets nieuws, dat is competentiegericht onderwijs in een notendop.” Leren op eigen tempo “Veel aandacht gaat ook uit naar de mogelijkheden die de digitale leermiddelen bieden tot het differentiëren van het leerproces. Iedereen kan binnen bepaalde leersoftware bijvoorbeeld oefeningen maken op zijn of haar eigen tempo. We proberen als school klassiek onderwijs te combineren met vernieuwende, leerlinggebonden leertrajecten. Onderwijs kan zo beter afgestemd wor-
27
Yves Libot - Directeur De Wegwijzer
den op de individuele noden en kenmerken van iedere lerende, waarbij de leerkracht eerder een coach in het geheel wordt. Tegelijk merken we natuurlijk dat er differentiatie en variatie moet zijn in de lesmethodes: frontaal lesgeven is één methode en geïndividualiseerd lesgeven via digitale toepassingen een totaal andere manier die ernaast kan. Wij streven er immers naar onze leerlingen zelfstandig en zelfsturend te leren werken als voorbereiding op verdere studie- en ontwikkelingsmogelijkheden in universiteiten, hogescholen en de beroepswereld.” Samen tot aan de meet “Dankzij digitale en interactieve toepassingen zijn de leerlingen veel geïnteresseerder in de leerstof. Wanneer we ze bijvoorbeeld korte spreekbeurten en interviews laten filmen, merken we dat leerlingen zichzelf echt willen verbeteren. Ze voelen zich uitgedaagd en zetten die filmpjes op facebook, op de schoolsite, of verdelen ze zelfs onder elkaar. Een leerling met spreekangst kan zo iets vier à vijf keer opnieuw opnemen, tot hij zelf tevreden is over het resultaat. Bij die leerlingen merken we dat ze hierdoor veel meer zelf praten. Bovendien zitten belangrijke didactische elementen als herhaling, reflectie en correctie als het ware ingebouwd in digitale leermiddelen.” Ieder kind een iPad? “Op onze school zitten ook leerlingen met een zwakkere socio-economisch achtergrond. Als school geloven wij dat dit soort ICT-vernieuwingen vanuit de school moet kunnen starten, omdat deze leerlingen anders gemakkelijk uit de boot vallen terwijl juist zij extra ondersteuning kunnen gebruiken. We zijn bijvoorbeeld aan het uitzoeken of we leasingcontracten kunnen afsluiten waarbij een leerling een iPad kan gebruiken en over een periode van drie jaar eigenaar wordt. Doordat we kosten zoals schoolboeken laten vallen, kan de maximumfactuur behouden blijven. Hierbij zou de school een stuk mee investeren zodat elke leerling, los van de sociaal-economische achtergrond, mee zou kunnen instappen. Natuurlijk is dat niet gemakkelijk, maar we willen wel nadenken over wat er mogelijk is.” In januari 2012 begint alvast een proefproject waarbij de school twintig nieuwe iPads kan gebruiken voor vijf weken, om de voordelen en mogelijkheden van een klas vol iPadleerlingen te verkennen.
de klas van morgen Yves Libot is directeur van de buitengewoon lagere school De Wegwijzer en volgt ook het ICT-beleid van de divisie Buitengewoon Onderwijs op. Hij legt uit dat digitale leermiddelen zeker voor kinderen met een beperking een bijzondere meerwaarde kunnen betekenen: “Toegankelijkheid en interactiviteit zijn voor deze kinderen heel belangrijk. Digitale tools geven hen meer kans tot initiatief en verhogen echt hun betrokkenheid. Bovendien is heel veel software naar verschillende niveaus aanpasbaar, zodat je veel beter op maat van elk kind kan werken. Daarnaast weten we dat deze kinderen ook buiten het onderwijs met digitale middelen in aanraking komen, en vinden we het de taak van de school om hen te leren die op een juiste manier te gebruiken.” Smartboards en iPads In 2011 won De Wegwijzer de wedstrijd ‘deklasvanmorgen’. De leerlingen maakten een filmpje waarin ze hun visie toonden van onderwijs in de toekomst, waarvoor ze uit papier en karton tablets, smartphones en
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
een smartboard knutselden. Ze zagen de klas dus digitaal, maar ook heel creatief en interactief. De toekomst bleek voor deze leerlingen dichterbij dan gedacht, want vandaag heeft hun school al vier echte smartboards en twintig iPads in de klassen. De directeur licht toe hoe verschillende projecten hiervoor samenkwamen: “Het eerste smartboard wonnen we als hoofdprijs voor ‘deklasvanmorgen’. Tegelijk liep echter ook al een aankoopplan van de school voor drie eigen smartboards en meer vaste pc’s in de klassen. De bedoeling is dat op termijn al onze klassen zo’n digitaal bord krijgen.” “Daarnaast wonnen we een project rond iPads bij Telenet Foundation, waardoor de leerlingen van de middengroep nu minimaal één maal per week een iPad mee naar huis kunnen nemen voor huiswerk en zelfstudie. We hebben ook de ouders mee betrokken in een opleiding over het gebruik van digitale middelen en internetgebruik thuis, en hoe je daar duidelijke afspraken rond kan maken.” De inzet van leerkrachten en leerlingen Wanneer een school initiatief neemt tot digitale onderwijsvernieuwing, gebeurt dat altijd in wisselwerking met de leerkrachten. “Enerzijds heb je immers
een aantal mensen nodig die sterk zijn in ICT en in de vertaling naar onderwijstoepassingen, maar anderzijds moet de school ook alle leerkrachten ondersteunen met extra opleidingen. Daarom hebben we op school bijna fulltime iemand in dienst voor het pedagogische ICT-luik, om zoveel mogelijk goede praktijkvoorbeelden en begeleiding te geven. De directie faciliteert hier dus zoveel mogelijk, door een beleid uit te stippelen of middelen te voorzien, maar je hebt uiteindelijk vooral leerkrachten en klassen nodig die er actief en enthousiast mee aan de slag gaan.” Toekomstdromen “We dromen binnen de divisie Buitengewoon Onderwijs van een echte ‘Klas van de Toekomst’, wat een open leercentrum zou kunnen zijn voor al onze scholen. Klassen kunnen dan de voordelen komen onderzoeken van een klaslokaal waar de technische mogelijkheden van vandaag volledig zijn geïntegreerd. De introductie van gaming in het onderwijs zou bijvoorbeeld onze kinesisten toelaten psychomotorische therapie te geven via Wii-toestellen. Natuurlijk is dat voorlopig allemaal nog toekomstmuziek, maar binnen de sterke tendens naar digitalisering in buitengewoon onderwijs denken we graag na hoe we met het Stedelijk Onderwijs voorop kunnen blijven.”
Aantal aangekochtE iPads en smartboards in 2011 Divisie Secundair
iPads
Smartboards
13
29
Volwassenenonderwijs
0
3
Basisonderwijs
7
79
Buitengewoon Onderwijs
0
21
Centrum voor Leerlingenbegeleiding
0
0
Deeltijds Kunstonderwijs
1
2
21
134
Eindtotaal
Leernetwerken Om de kennis binnen het Stedelijk Onderwijs beter uit te wisselen en te versterken, zijn in 2011 een aantal leernetwerken opgestart. Door die netwerken hebben scholen, divisies en afdelingen toegang tot meer interne expertise. Dat levert leerwinst, tijdwinst en extra professionalisering op. Binnen het vernieuwde leernetwerk voor technisch adviseurs delen alle technisch leidinggevenden kennis en ervaringen, en zoeken ze samen oplossingen voor gemeenschappelijke problemen. Het volwassenenonderwijs richtte leernetwerken op rond personeelsadministratie, financiën en marketing. De kwaliteitscoördinatoren binnen de stuurgroep Integrale Kwaliteitszorg (IKZ) focussen hun leernetwerk op de realisatie van een uniform kwaliteitssysteem voor heel het Stedelijk Onderwijs. De basisscholen startten leernetwerken met de secundaire scholen voor meer samenwerking en afstemming. Daarnaast organiseerden ze een pedagogische studiedag met overschrijdende workshops voor alle personeelsleden van SG Noord 1. Het deeltijds kunstonderwijs heeft meerdere vernieuwende projecten op-
29
gestart. Naast een nieuw aanbod voor kleuters en cross-overs binnen de hogere graad, zijn de belangrijkste leernetwerkprojecten de oprichting van Joepik en ‘Art in a Box’. Automatisering en professionalisering Om de realisatie van de strategische en tactische doelstellingen te optimaliseren, automatiseerde het Stedelijk Onderwijs in 2011 stapsgewijs verschillende kernprocessen. Dat gebeurde door de verdere configuratie van het bestaande intranet en door de implementatie van nieuwe systemen. Enkele voorbeelden van geautomatiseerde processen: • Aanvraag van een vaste benoeming via het intranet • Ontwikkelen van een servicedesk om een computerprobleem te melden • Registreren van inkomende en uitgaande zendingen • Systeem voor interne bestellingen en aanvragen • Systeem om auto’s en vergaderzalen te reserveren • Efias, een elektronisch systeem voor het verwerken van inkomende facturen • Hr-rekruteringsplatform
Competentiegericht leren Symposium Het symposium ‘SO-competent: competentiegericht onderwijs in de klas’ van 18 oktober 2011 was een groot succes. Maar liefst 249 leerkrachten en directies schreven zich in om inspiratie op te doen tijdens verschillende lezingen en tien workshops. Elke workshop was inhoudelijk gekoppeld aan één van
de krachtlijnen van de visietekst competentiegericht onderwijs. Het symposium zette de vernieuwingsbeweging van competentieleren voor alle divisies in gang. Kansrijk onderwijs voor elk kind Competentiegericht leren en onderwijzen streeft naar maximale ontplooiingskansen voor iedere lerende, op basis van diens kennis en vaardigheden. Er wordt expliciet
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
“De leerachterstand van de leerlingen werd teruggebracht van 50 naar 21 procent.�
gewerkt aan de ontwikkeling en de (h)erkenning van competenties door enerzijds kennis, vaardigheden en attitudes geĂŻntegreerd te verwerven en anderzijds door over de eigen competenties te reflecteren, evalueren en rapporteren. De lerende zelf staat dus centraal. Door te focussen op de kennis en vaardigheden die leerlingen nodig hebben om de uitdagingen van de hedendaagse maatschappij aan te gaan, werkt deze leervorm als hefboom om tot kansrijk onderwijs voor iedere lerende te komen. Individuele competenties en talenten worden immers op maat ontwikkeld. De brede tweede graad Een mooi voorbeeld van competentiegericht onderwijs is de brede tweede graad KSO/ TSO van het Stedelijk Instituut voor Sierkunsten en Ambachten (SISA). Het programma Kunst-Woord-Media is er voor de eerste en tweede leerjaren van de tweede graad. Het combineert de voormalige eerste leerjaren van de tweede graad audiovisuele vorming, beeldende en architecturale kunsten, fotografie en woordkunst-drama. Het breder gemeenschappelijk aanbod Kunst-WoordMedia maakt het mogelijk om via uitstel van studiekeuze de eigenlijke talenten van de leerling tijdens het eerste leerjaar van de tweede graad te ontdekken. Op het einde
van dat eerste leerjaar kan de studiekeuze dan gebeuren op basis van die individuele talenten. De resultaten van het project zijn duidelijk: de leerachterstand van de leerlingen werd teruggebracht van 50 procent mislukking naar 21 procent. Het aangepast programma kon rekenen op heel wat positieve reacties van ouders en leerlingen. Meer opvolging Sinds 1 september 2011 gebruiken alle basisscholen in het vijfde en zesde jaar de Basofiche. Deze persoonlijke informatiefiche werd uitgewerkt in functie van competentieontwikkelend onderwijs en evaluatie, en wordt ingevuld in dialoog tussen de school en de ouders. De leerling is eigenaar van de fiche en neemt die mee wanneer hij of zij van klas of school verandert met het oog op een vlotte doorstart en de voortzetting van zorg op maat. De fiche wordt in juni 2012 voor de eerste keer meegegeven met de leerlingen die de basisschool verlaten. De meeste scholen van het Stedelijk Onderwijs zijn aan de slag gegaan met werkvormen die competentieontwikkeling ondersteunen.
31
Art in a box In 2011 is het project ‘Art in a Box’ opgestart. Dit is een vernieuwende samenwerking tussen de divisies Basisonderwijs en Deeltijds Kunstonderwijs. Met ‘Art in a Box’ biedt de divisie Deeltijds Kunstonderwijs workshops aan die betrekking hebben op één of meerdere van de vijf disciplines: muziek, drama, beeld, beweging en media. De workshops worden via de website www.artin-a-box.be aangeboden aan de basisscholen van het Stedelijk Onderwijs. Het hoofddoel van deze samenwerking bestaat erin de muzische vorming binnen het basisonderwijs te stimuleren en te ondersteunen. Daarnaast streeft ‘Art in a Box’ ernaar de relatie tussen basisonderwijs en kunstonderwijs verder te ontwikkelen en te verdiepen, om op een efficiënte manier de kennis en expertise van leerkrachten uit te wisselen. In de toekomst zal het project ook samenwerkingsverbanden ontwikkelen met externe culturele partners zoals musea, theater, culturele centra... De drempelverlagende functie van ‘Art in a Box’ moet zo bijdragen aan de culturele emancipatie van alle kinderen binnen het Stedelijk Onderwijs. Sien Michiels, leerkracht in basisschool De Zwemschool, vertelt over de workshop die ze volgde met het derde leerjaar: “We kozen samen met de kinderen voor een workshop ‘animatiefilm’. In de voormiddag kregen we
les over de verschillende soorten tekenfilms en hoe die gemaakt worden. In de namiddag konden de kinderen en ikzelf vervolgens aan de slag met plasticine, camera’s en computers om onze eigen stop-motion filmpjes te maken. De kinderen waren erg enthousiast om iets volledig nieuws te kunnen doen. Ze kregen zo de kans een talent te ontdekken waar ze nog geen weet van hadden. Bovendien kunnen ze op die manier zien of deeltijds kunstonderwijs iets voor hen is. Door de workshop kon ik als leerkracht dan weer zelf kennismaken met deze vernieuwende en creatieve lesmogelijkheid.” “Art in a Box is zeker een nuttige aanvulling en ondersteuning voor de lessen muzische vorming. Aangezien ik ook een hele dag mee kon draaien, heb ik bovendien zelf veel bijgeleerd. Sommige dingen kan ik volgend jaar toepassen in mijn eigen klas - of ik zal in ieder geval minder angstig zijn om het te proberen!” “Ook de sterke organisatie van Art in a Box is een pluspunt: de website is heel eenvoudig en gebruiksvriendelijk. De zoektocht naar workshops kan bijvoorbeeld per leerjaar én per discipline. De workshop die ik koos werd ook volledig automatisch doorgestuurd naar de directie voor goedkeuring, en vervolgens terug naar mij. Je merkt echt dat Art in a Box voor kwaliteit staat, zowel voor de leerlingen als voor de school.”
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
joepie ik kan iets kruisbestuiving academie en basisschool Joepik staat voor ‘Joepie ik kan iets’ en is een gezamenlijk initiatief van de Stedelijke Academies voor Muziek, Woord, Dans en Beeldende Kunsten Merksem. Met Joepik wil de wijkafdeling van de Academies Merksem kinderen vanaf een heel jonge leeftijd al de kans geven om hun ‘creatieve ik’ te verkennen. “Met dit vernieuwende concept kunnen kinderen al vanaf vier jaar proeven van diverse disciplines”, vertelt Rebecca De Clerc, de nieuwe stafmedewerker die in 2011 samen met zes andere stafmedewerkers van start is gegaan. De functie van stafmedewerker werd in 2011 gecreëerd om de directies te ondersteunen bij de realisatie van diverse projecten.
Rebecca De clerc - Stafmedewerker
Op woensdagnamiddag is er het creatief bad voor vier- tot zevenjarigen. Zowel muziek, woord, dans, media als beeldende kunst staan op het programma. Aanvullend kunnen kinderen van zes tot zeven jaar kiezen voor het instrumentenbad en in kleine groepjes klarinet, viool of piano leren spelen. “Joepik biedt
plaats aan zestig kinderen. Elke leerkracht is gespecialiseerd in een discipline, wat niet wil zeggen dat de kinderen zich moeten beperken tot een welbepaalde discipline. Integendeel, het vernieuwende aan Joepik is nu net dat zij de mogelijkheid krijgen om van alles te proeven, waardoor ze spelenderwijs datgene vinden wat het beste bij hen past. Zo krijgen de kinderen tijdens het instrumentenbad van de herfstvakantie tot de kerstvakantie begeleiding in hun zoektocht naar het instrument dat hen goed ligt. Na de kerstvakantie gaan ze daarmee aan de slag.” Samenwerking rond muzische vorming In de nieuwe wijkafdeling Joepik werkt de Academie Merksem nauw samen met de vlakbij gelegen school Het Groene Eilandje die vorig schooljaar de deuren opende. Gedurende twee momenten per week krijgen de kinderen uit de eerste twee leerjaren muzische vorming van de leraars-kunstenaars uit de Academie samen met hun eigen klasleerkracht. “Deze kruisbestuiving tussen de leerkrachten van de basisschool met hun pedagogische expertise, en de academieleerkrachten met hun muzische expertise, is een schot in de roos. Het Masterplan voorziet tegen september 2015 trouwens een kinder- en jongerencampus op Hardenvoort, waar Het Groene Eilandje een nieuwe plaats zal krijgen als volwaardige basisschool. We voorzien een nog nauwere samenwerking tussen de basisschool en de Academie, waardoor de kinderen gemakkelijker en meer gebruik kunnen maken van de specifieke infrastructuur van Joepik. Samen met buitenschoolse kinderopvang, die daar reeds gehuisvest is, en de toekomstige middenschool, zullen de twee gebouwen de eerste Antwerpse kindercampus vormen.”
33
Ingeborg de grauwe - Moeder leerling Joepik
Een artistieke zoektocht voor elk kind Ingeborg De Grauwe schreef haar dochter Linde in voor het allereerste creatieve bad van Joepik. “Wij wonen hier op een boogscheut vandaan. In de Academie voor Muziek, Woord en Dans van Merksem waar mijn man lessen contrabas volgt, kreeg hij een folder over Joepik mee. Dit nieuwe concept sprak ons meteen aan. Sinds september volgt onze dochter van vier, Linde, al vioolles. Maar Linde is een bezige, creatieve bij en wij vinden het echt belangrijk dat zij zichzelf in meerdere disciplines kan ontplooien. Tijdens het creatieve bad kan ze knutselen, dansen, boetseren, artistiek werken rond verhalen… het is leuk om te zien waar haar interesses naar uitgaan. Dat is een zoektocht voor haar en een grote verrassing voor ons als ouders. De groep wordt vaak gesplitst zodat de kinderen kunnen kiezen uit twee totaal verschillende activiteiten.” Met kleinere groepen is er ook meer ruimte voor individuele begeleiding. Linde startte samen met een buurmeisje en een vriendinnetje uit haar klas met Joepik. “Tijdens de eerste woensdagnamiddag bleek al dat er ook twee andere kleuters uit de Koeienschool zich hadden ingeschreven. In deze buurt is geen groot aanbod aan creatieve opleidingen voor kinderen, daarom is Joepik voor veel kinderen en gezinnen een mooi initiatief. Ik ben echt blij dat kinderen vanaf vier jaar in de Academie terecht kunnen, want dat is niet evident. Terwijl je toch nooit te jong bent om creatief bezig te zijn?”, aldus Ingeborg De Grauwe.
12
3
456789
Iedereen welkom
Sociale ondersteuning voor scholen en ouders
Het Stedelijk Onderwijs wil eerlijke ontplooiingskansen bieden met aandacht voor elk individu. Het bieden van onderwijs op maat van elk kind vergt enorm veel inspanningen van een schoolteam. Daarnaast is het essentieel elk kind gelijke kansen te bieden. Enkel zo kunnen ze uitgroeien tot verantwoordelijke wereldburgers die mee bouwen aan de stad van morgen.
35
peter vinken - Directeur basisschool De Luchtballon
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
meer draagkracht voor mensen Een sterk veranderde schoolcontext
“Vijf pilootscholen krijgen drie jaar tijd en extra middelen.”
“De eerste stap binnen het project ‘Draagkracht in Balans’,” zo vertelt Peter Vinken van basisschool De Luchtballon, “is identificeren wat de redenen zijn voor de overschrijding van die draagkracht. Op onze school verdubbelde bijvoorbeeld het leerlingenaantal op vijf jaar tijd, met een grote instroom van leerlingen die een bepaalde extra onderwijsbehoefte hebben. Dat kan zijn omdat ze bijvoorbeeld kampen met leerstoornissen, een taalachterstand, of omdat ze uit een kansarm gezin komen… Voor de school is het belangrijk dat we in staat zijn extra zorg en begeleiding aan die leerlingen te bieden, maar tegelijk voor elk individueel kind onderwijs op maat kunnen blijven garanderen. Draagkracht in balans Het project ‘Draagkracht in Balans’ wil de draagkracht van de scholen versterken en in balans brengen met de specifieke grootstedelijke problemen waarmee ze geconfronteerd worden. Het gaat daarbij vooral om kinderen met specifieke onderwijsbehoeften – die bijvoorbeeld niet het Nederlands als thuistaal hebben, uit een sociaal bedreigde situatie komen of die later dan gebruikelijk instromen in het onderwijssysteem. Binnen dit project krijgen vijf pilootscholen drie jaar tijd en extra middelen om opnieuw een evenwicht te brengen tussen de draaglast en draagkracht van een school. De scholen zijn Villa Stuivenberg, De Vlinders, De Kangoeroe, Fruithof en De Luchtballon. De verworven ervaring en kennis kunnen in een later stadium vertaald worden naar andere scholen. Aangezien het de doelstelling van het Stedelijk Onderwijs is om maximale
Interne werkgroep Eenmaal de problemen in kaart waren gebracht, hebben we met het team bepaald welke acties er al lopen, en wat de school nog graag wil doen. De eerste taak van onze werkgroep, met begeleiding van de pedagogische cel, was prioriteiten stellen en doelstellingen uitwerken. Aangezien we als ambitieus team op verschillende domeinen aan verschillende projecten willen werken, moesten we een meerjarenplanning opstellen. Dat maakte de interne werking van de school meteen vlotter, omdat we niet alleen zicht krijgen op wat we willen doen, maar ook op wat we kunnen doen en wanneer. Brugfiguren Vanuit de pedagogische cel is een driejarig initiatief gelanceerd waarbij drie van de scholen (Villa Stuivenberg, De Luchtballon en De Vlinders) een eigen brugfiguur krijgen. Dat is een fulltime schakelper-
soon tussen de school enerzijds en de ouders en de buurt anderzijds, gefinancierd met middelen van de divisie Basisonderwijs. Een brugfiguur kanaliseert onder andere sociale vragen van ouders waar de school graag antwoord op wil bieden, maar die niet tot de kernwerking van onderwijs behoren. Daarnaast zet de brugfiguur ook initiatieven op in de buurt om een actieve, brede schoolwerking te optimaliseren en te blijven garanderen. Zo zijn er bijvoorbeeld sportactiviteiten, buurtpoetsprojecten, initiatieven met Kinderwerking rond opvoedingsondersteuning, en nauwe banden met het dienstencentrum. Op die manier helpt de brugfiguur ons te blijven focussen op het pedagogische aspect zonder de sociale banden met de ouders en de buurt te verliezen. Leerlingen centraal Als je op de zorgvragen van meer individuele leerlingen een antwoord wil geven, moet je daar als school ook het pedagogisch-didactisch kader op afstemmen. Alles wat je als school doet is uiteindelijk bedoeld om leerlingen meer leer- en gedragswinst te bezorgen. Wanneer de brugfiguur bij een aantal taken van GOK-leerkrachten, zorgleerkrachten en directie assisteert, of de stuurgroep geeft mee vorm aan een beter klasmanagement, dan komt er gewoon meer tijd vrij voor het kernteam om de klasvloer meer te gaan ondersteunen. Dat komt ten goede van de kinderen. Het is niet de vraag: ‘wie wat doet op een school?’, maar wel of je op die manier een beter antwoord kan geven op de zorgbehoeften van een individueel kind. Als leerkrachten daarin terug sterker staan, dan is het project geslaagd.”
37
ontplooiingskansen voor elk kind na te streven, wordt de draagkracht van een school als overschreden beschouwd wanneer leerkrachten door een te grote draaglast niet meer voldoende hulp op maat van individuele leerlingen kunnen bieden. Twee soorten pilootscholen Onderzoek binnen het project wees uit dat er twee soorten pilootscholen zijn. Bij scholen van de eerste categorie is het een combinatie van heel veel factoren die extra druk creëert, en dus zijn specifieke projecten en een oplossing op maat noodzakelijk. Scholen van de tweede categorie zijn niet mee geëvolueerd met hun gewijzigde instroom van leerlingen. Hier wordt het team een andere kijk op hedendaags onderwijs en zorg aangeboden vanuit meerdere invalshoeken, zoals diversiteit, klasmanagement, onderwijsmethodiek, zorgbegeleiding, participatie, en professionalisering. Beleidsondersteuning Om de scholen ondersteuning te bieden bij de uitvoering van de verschillende projecten, werd een overkoepelende stuurgroep opgericht binnen de pedagogische cel. Die werkt in een sturende en regisserende functie samen met lokale werkgroepen die
binnen de scholen zelf aan de slag gaan. Daarnaast kunnen de scholen ook rekenen op ondersteuning van de onderwijssecretariaten. Focus op resultaten op de klasvloer In het eerste projectjaar werd de ‘Index voor Inclusie’ hertaald, een instrument waarmee de omgang van scholen met diversiteit in kaart wordt gebracht. Vanuit een analyse van de beginsituatie van de pilootscholen werden doelgerichte acties voorzien zoals geïntegreerd zelfstandig werken en het gebruik van coöperatieve werkvormen. De projectgroep heeft daarnaast een adviestekst opgesteld waarin regelgeving werd opgenomen over personeelsbeleid en anderstalige nieuwkomers. Ook werden de mogelijkheden bekeken om de ‘Draagkracht in Balans’-scholen buiten de capaciteitsproblematiek te houden. In september 2011 startte de uitvoering van de actieplannen en de selectieprocedure van brugfiguren, die in scholen uit de eerste categorie worden aangesteld om de draagkracht van de school te verhogen. Sociale rol Het Stedelijk Onderwijs heeft een projectgroep opgezet om kinderarmoede in de scho-
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
“Ruim negentig gezinnen die voor preventieve begeleiding in aanmerking komen, werden bezocht.”
len actief te detecteren, te remediëren en te voorkomen, om zo op een sociaal verantwoorde manier met onbetaalde schoolrekeningen om te gaan. Hiervoor is er sinds begin 2011 een actieve samenwerking tussen de scholen, de afdeling Financiën en het OCMW. Het Stedelijk Onderwijs heeft een substantieel bedrag aan openstaande rekeningen van ouders en leerlingen. Bij de opstart van het project werd een top tien samengesteld van scholen waar de grootste bedragen openstonden. Vaak zijn dit ook scholen met een grote sociale diversiteit en veel armoedecriteria. De eerste helft van het jaar is vooronderzoek gevoerd en zijn een aantal conclusies geformuleerd. Op basis van die conclusies werken vier pilootscholen sinds september samen met het OCMW om gezinnen met een achterstal van minstens een jaar, preventieve begeleiding en ondersteuning te geven. In 2011 werden zo meer dan negentig gezinnen bezocht. Daarnaast werden de voorbereidingen voor een secundaire school met dertig dossiers al opgestart.
Het OCMW in een bemiddelingsrol Wanneer een school een gezin doorgeeft, gaat het OCMW op huisbezoek om te onderzoeken welke sociale problemen aan de oorzaak liggen van de onbetaalde rekeningen. Vervolgens wordt advies gegeven aan de school, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen gezinnen die niet kunnen betalen en gezinnen die niet willen betalen. Voor de grootste groep, de gezinnen die niet kunnen betalen, wordt de juridische procedure vermeden, en stelt het OCMW alternatieven
voor. De uiteindelijke keuze om met dat gezin een bepaalde piste te nemen, gaande van een afbetalingsplan tot het aanspreken van sociale fondsen of een kwijtschelding, ligt dan bij de school. Hefbomen voor gelijke kansen Kinderen kunnen nooit het slachtoffer zijn van de financieel-maatschappelijke situatie van hun ouders. Om deze kinderen te ondersteunen, werkt het Stedelijk Onderwijs ook samen met de organisaties Diesterweg’s
39
Marijke Cassiers - Beleidsadviseur OCMW Antwerpen
actieve detectie van kinderarmoede Marijke Cassiers, beleidsadviseur bij OCMW Antwerpen, wijst erop dat een huisbezoek niet alleen met betrekking tot de openstaande schuld een positief effect kan hebben, maar dat vooral ook een aantal andere zaken in gang worden gezet. Breder dan onbetaalde rekeningen “Je merkt dat een aantal communicatieprocessen tussen school en ouders niet altijd goed verlopen. De gezinnen zijn vaak heel dankbaar dat dit opgepikt wordt en dat ze voor hun eigen situatie hulp krijgen aangeboden. Ouders kunnen bijvoorbeeld worden verwezen naar het OCMW om een inkomen te krijgen of er kan schuldbemiddeling opgestart worden, waardoor de situatie in het gezin stabiliseert en ze op langere termijn uit de armoede kunnen raken.” Voor de selectie van gezinnen wordt vaak naar meer inhoudelijke doelen gekeken dan louter naar rekeningen. Marijke Cassiers merkt op dat hier een belangrijke rol is weggelegd voor het schoolpersoneel: “Onbetaalde schoolrekeningen kunnen een indicatie zijn, maar er zijn ook andere signalen voor kinderarmoede. Kinderen hebben bijvoorbeeld geen
Hulpkas en Koninklijk Kledingwerk. Diesterweg’s hulpkas levert sinds 1894 financiële hulp aan leerlingen uit het stedelijk leerplichtonderwijs voor bijvoorbeeld deelname aan openluchtuitstappen. Elke vraag wordt met zorg en in overleg met de betrokken schooldirecteur bekeken en behandeld. Koninklijk Kledingwerk of kortweg ‘Het Kledingwerk’ zorgt ervoor dat minder gegoede leerlingen uit het Stedelijk Onderwijs voorzien zijn van degelijke nieuwe kledingstukken en schoenen. Het Stedelijk Onderwijs is beide organisaties bijzonder dankbaar voor de inspanningen die zij reeds jaren leveren.
boterhammen mee, hebben in de winter kapotte schoenen of sandalen aan, kunnen niet mee op schoolreis, of ouders komen nooit naar oudercontacten. Een school moet altijd breed blijven kijken naar zijn leerlingen om dat soort dingen op te pikken. Daarom bieden we ook vorming voor leerkrachten aan. We merken soms dat het schoolteam niet getraind is om met armoede om te gaan, terwijl dat in een grootstad wel nodig is. Wij kaderen dan wat armoede is, hoe zich dat vertaalt in een scholencontext, en hoe leerkrachten daar op een positieve manier mee aan de slag kunnen.” Beleidsadvies Daarnaast is het OCMW ook gevraagd beleidsadvies voor scholen te verstrekken, wat heel breed kan gaan. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de facturatie niet klantvriendelijk is waardoor die voor iemand uit een ander land niet duidelijk is. Of misschien is het drankenbeleid op een bepaalde school niet democratisch genoeg, waardoor onnodige kosten veroorzaakt worden. We zien wel dat er heel wat maatregelen zijn die maken dat kinderen gemakkelijker op schoolreis mee-
kunnen. De grote kosten zitten vaak in andere zaken, zoals opvang en middagblijven. Aangezien kansarme gezinnen vaak ook grote gezinnen zijn, loopt dat vaak ontzettend op.” Een maatschappelijke langetermijnvisie De conclusie is voor beide partijen, het Stedelijk Onderwijs en het OCMW, heel duidelijk: er moeten meer bruggen geslagen worden tussen welzijn en onderwijs. Het is een samenwerking die cruciaal is als het om kinderen gaat: “Als die kinderen niet goed presteren en op straat komen, verhoogt het risico op werkloosheid, armoede, moeilijkheden met zingeving en identiteit, straatjongeren, criminaliteit en minder economische slagkracht. Dit raakt mensen, het gaat over het leefbaar maken en houden van een maatschappij. We kunnen dus zeker spreken van preventie, want als je hier goed werk levert, maak je de stad leefbaarder op lange termijn.”
“Dit raakt mensen, het gaat over het leefbaar maken van een maatschappij.”
123
4
41
56789
FinanciĂŤle transparantie Een antwoord op de noden
De financiĂŤle verzelfstandiging is een feit. De facturatie van de nutsvoorziening is volledig gescheiden van de Stad Antwerpen en het Stedelijk Onderwijs investeerde sterk in capaciteitsuitbreiding, modernisering van de onderwijsinfrastructuur en energiebesparende maatregelen. De scholen evalueerden het nieuwe financiĂŤle organisatiemodel, en de registratie en facturatie van het leerlingenverbruik kent voortaan een vereenvoudigde webapplicatie.
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
2011, de financiële verzelfstandiging Het Stedelijk Onderwijs legde voor de eerste keer een geïntegreerde jaarrekening neer over een volledig boekjaar van 1 januari 2011 tot 31 december 2011. Deze jaarrekening vormt de vergelijkingsbasis voor de komende boekjaren. De jaarrekening is de consolidatie van zowat 150 individuele boekhoudingen. Alle scholen voeren de boekhouding nu op een uniforme manier. De boekhouddossiers van de scholen werden bottom-up geconsolideerd tot één jaarrekening per divisie, om vervolgens tot één geconsolideerde jaarrekening op het niveau van het Stedelijk Onderwijs te komen. De budgetwijziging 2011 en de budgetopmaak 2012 werden bottom-up samengesteld en tijdig ingediend en goedgekeurd door de bevoegde organen. Ook hier worden ruim 150 individuele budgetten samengevoegd tot één budget per divisie om vervolgens tot één budget op niveau van het AG Stedelijk Onderwijs te komen. Bij de budgetwijziging en -opmaak werden alle scholen gestimuleerd om gedetailleerde investeringsplannen op te stellen, met als doel gerealiseerde financiële ruimte uit het verleden aan te wenden voor eigenaarsonderhoud,
43
Gert Raats - Directeur Scholengroep Burchtse Weel
Een transparant en gemeenschappelijk verhaal Gert Raats is directeur van de Scholengroep Burchtse Weel en zetelt voor de divisie Buitengewoon Onderwijs in de stuurgroep Financiën, die maandelijks bijeenkomt. “Het is uitermate belangrijk dat informatie en beslissingen doorstromen naar de werkvloer. Een conditio sine qua non voor een geslaagde werking”, aldus de directeur. Daarom nam hij het initiatief om binnen de divisieraad Buitengewoon Onderwijs een uiteenzetting te organiseren over het budgetteringsproces 2011. Financieel directeur Gonda Verhaert gaf tekst en uitleg, en die transparantie werd zeer positief onthaald. “In de stuurgroep zetelen een à twee directeurs per divisie. Maar in de divisieraad van het Buitengewoon Onderwijs zijn achttien scholen vertegenwoordigd, die allemaal baat hebben bij een totaaloverzicht van de beschikbare middelen en uitgaven van het AG Stedelijk Onderwijs. Dat zorgt voor openheid en binding met de realiteit. Dankzij de verzelfstandiging krijgen de directeurs immers eindelijk zicht op het totaalplaatje: we kennen de beschikbare budgetten, hebben onze zeg in de uitgaven en dragen er mee de verantwoordelijkheid voor. Zo heeft de Scholengroep Burchtse Weel zelf de beslissing genomen om geld uit zijn spaar-
pot te investeren in een nieuwe laag verf voor de schoolmuren en nieuwe speeltuigen voor de kleuters. Dat was vroeger ondenkbaar.” De divisie Buitengewoon Onderwijs heeft in 2011 ook drie beleidsvoorbereidende werkgroepen opgericht: Financiën, ICT en Onderwijskwaliteit. “Hiermee willen we nog meer werknemers betrekken bij de beleidsbeslissingen. De divisie brengt deze werkgroepen op de hoogte en zij leveren op hun beurt advies vanuit de praktijk van alledag. Daarnaast hebben we ook een schooloverschrijdend overleg gelanceerd, voor thema’s zoals communicatie en taalbeleid. Beide vormen een brug tussen de directeurs en de scholen. Deze ingrepen moeten uiteindelijk leiden tot een overkoepelende visie die door iedereen maximaal gedragen wordt.”
“Het is uitermate belangrijk dat informatie en beslissingen doorstromen naar de werkvloer.”
modernisering van de onderwijsinfrastructuur en capaciteitsuitbreiding. Elke divisie wordt op maat begeleid in het budgetproces. Via bilaterale gesprekken worden de ingediende budgetten gemotiveerd en verantwoord. De boekhoudcoördinatoren vervullen hier een belangrijke brugfunctie tussen het Service- en Coördinatiecentrum (SCC) en de divisies. In 2011 kreeg het SCC een geoptimaliseerde financiële werking. Zo maakt men voortaan analytische boekhoudplannen van de transversale processen op, waarbij uitgaven gekoppeld worden aan doelstellingen en specifieke projecten. De afdeling Financiën zal deze performantie nog verder verfijnen. Verder werden er deelbegrotingen per transversaal proces opgemaakt en opgevolgd. Patrimonium in cijfers Een financiële opvolgingstool voor de meerjarenplanning van het onderwijspatrimonium maakt het mogelijk dat sinds 2011 elk project in detail wordt opgevolgd. Van de 156 projecten toont de tool het type investering – er wordt een onderscheid gemaakt tussen permanente capaciteit, tijdelijke capaciteit, onderhoud en herstellingen, tijdelijke huisvesting, campus – de geraamde kostprijs, de goedgekeurde budgetten en de effectieve uitgaven, de doorlooptermijn, en de financieringsbron (AG Stedelijk Onderwijs, Stad Antwerpen, Vlaamse overheid). De afdeling Financiën werkt hiervoor intensief samen met de afdeling Patrimoniumbeheer. Bij de budgetwijziging van 2011 werden 83 projecten gelanceerd.
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
Kwartaalrapportering als knipperlicht De divisies rapporteren sinds 2011 per kwartaal. Dat vormt de basis voor de externe halfjaarlijkse rapportering, en heeft bovendien een knipperlichtfunctie: wanneer budgetten dreigen overschreden te worden, kan op tijd worden ingegrepen. Idealiter sluiten de geraamde financiële middelen nauw aan bij de realisaties. De financiële uitdaging voor het Stedelijk Onderwijs is om zoveel mogelijk financiële marge te creëren voor de realisatie van het Masterplan, extra capaciteit en andere noden. Daaronder vallen de modernisering van de schoolinfrastructuur en -uitrusting, het eigenaarsonderhoud en tijdelijke extra loonkosten. Onafhankelijke EGW De facturatie van de nutsvoorzieningen werd uitgezuiverd en volledig gescheiden van de facturen voor elektriciteit, gas en water (EGW) van de Stad Antwerpen. Maar liefst 867 meterstanden verspreid over al onze schoolgebouwen werden geïnventariseerd en overgedragen. De duizenden facturen die dat met zich meebrengt, worden voortaan integraal aan de afdeling Financiën bezorgd. De impact van de energiebesparende maatregelen kan hierdoor gemonitord worden, en dat moet resulteren in een lagere energiefactuur. Het AG Stedelijk Onderwijs
45 verdeling werkingsopbrengsten
Investeringen 2011 per divisie
Leerlingenbijdragen Toelagen en subsidies van de Stad Antwerpen en de Vlaamse overheid Andere
Werkingstoelagen per divisie
Stedelijk CLB Deeltijds Kunstonderwijs Volwassenenonderwijs Buitengewoon Onderwijs Secundair Onderwijs Basisonderwijs Service- en Coördinatiecentrum
Basisonderwijs Secundair Onderwijs Buitengewoon Onderwijs Deeltijds Kunstonderwijs Stedelijk CLB
12
86
2
02 3
3
8
12
72
56
31
10
12
%
%
%
% %
%
%
%
%
%
%
%
%%
beschikt voor de REG-investeringen over een enveloppe van 40 miljoen euro in de periode 2010 tot en met 2013. In 2011 werd een eerste schijf van 2,3 miljoen euro geïnjecteerd in grote energieprojecten van Eandis. De lening, verschaft door de Stad Antwerpen, wordt afbetaald met de lagere uitgaven aan energie door deze REG-investeringen. Feedback van de scholen Het project Opti-fin is het nieuwe financiële organisatiemodel met uniforme en gebruiksvriendelijke procedures, een consequente toepassing van de boekhoudprincipes en een beleidsrapportering in functie van de behoeften op elk niveau. Opti-fin werd in 2011 geëvalueerd door de eindgebruiker: de scholen. Aan de hand van focusgroepen stelden alle divisies verbeteringen voor. Die werden uiteengezet in een Actieplan. Sommige actiepunten, waaronder de aanpassing van de goedkeuringsmatrix, werden in datzelfde jaar reeds gerealiseerd. Er is voortaan één aankoopproces, ongeacht of het gaat om aankopen van dagelijkse werking of investeringen. Dat laat de divisiedirecteuren toe om efficiënter aankopen te doen.
%
Optimale inzet van middelen Het volwassenenonderwijs heeft het adviseursbedrijf PwC onder de arm genomen om naast de financiële middelen ook de besteding van lestijden en omkadering te analyseren en aanbevelingen te doen voor een nieuwe financiële structuur. De divisie investeerde onder meer in de corporate branding van het volwassenenonderwijs, omdat de centra met een merk naar buiten willen treden. En dus hebben zij baat bij een gemeenschappelijk beheer van de financiële middelen. Er werden bovendien stappen gezet om de begrotingen van de verschillende centra transparanter te maken en op elkaar af te stemmen. Factuur per kind Binnen de divisie Basisonderwijs werd het pilootproject rond de webapplicatie leerlingenfacturatie goed ontvangen. Dankzij deze applicatie wordt de individuele debiteurenopvolging uniform voor alle basisscholen. Door een gebruiksvriendelijke registratie en facturatie van het leerlingenverbruik, waaronder drankjes en voor- en nabewaking, is een gedetailleerd overzicht per kind mogelijk.
Investeringsfondsen op divisieniveau De uitbouw van de divisiewerking laat zich ook voelen op financieel vlak. In 2011 beslisten de divisies om fondsen voor gemeenschappelijke investeringen aan te leggen waaraan alle scholen en centra een bijdrage leveren. Hierdoor is de divisie in staat om grotere investeringen te doen en de gereserveerde middelen gericht in te zetten waar de nood het hoogst is. In deze fondsen worden investeringen voor huurdersonderhoud, eigenaarsonderhoud, energiebesparende maatregelen en databekabeling aangelegd. Zo werd er in 2011 bijvoorbeeld het investeringsfonds DIVINVEST van de divisie Secundair Onderwijs in het leven geroepen.
“In 2011 werd 2.300.000 euro geïnjecteerd in grote energieprojecten.”
1234
5
47
6789
Focus op de werknemer De kracht van samenwerken
De kracht van het Stedelijk Onderwijs zijn de mensen die de organisatie dag in dag uit vorm geven – leerkrachten en directeurs, maar ook poetspersoneel, projectleiders, kinesisten, administratief assistenten‌ Een zeer diverse organisatie die er dagelijks voor zorgt dat de ruim 52.000 leerlingen en cursisten in de beste omstandigheden les kunnen volgen. Om de medewerkers alle kansen te geven, zijn er tal van welzijnsinitiatieven, specifieke trajecten en coaching.
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
De samenstelling van het personeel Eind 2011 telde het Stedelijk Onderwijs 6.291 medewerkers. Die worden opgedeeld in twee categorieën: het gesubsidieerd en niet-gesubsidieerd personeel. De eerste groep telde 5.548 medewerkers in 2011, de tweede groep 743. Eind 2010 waren er 578,5 voltijdse functies (VTE), tegenover 525,95 in 2011. In vergelijking met 2010 is er dus een daling van het aantal VTE’s. De verklaring hiervoor is enerzijds de overheveling van poetspersoneel, dat na natuurlijke uitstroom vervangen wordt door een externe partner. Anderzijds is de daling toe te wijzen aan de overzetting van de contractuelen (administratief personeel van het basisonderwijs dat op contractuele basis werd aangesteld) op werkingsmiddelen naar een gesubsidieerde functie. Door de overzetting van deze laatste categorie hebben deze collega’s nu ook een duidelijker stelsel en meer zekerheid gekregen. Tegelijk was er een verschuiving zichtbaar naar hogere profielen. Een jaar van professionalisering Human Resources investeerde in 2011 sterk in de professionalisering van online rekrutering, functioneringsbegeleiding en in de uitbouw van de interne jobmarkt. De intern verruimde
arbeidsmarkt zal zorgen voor meer jobmobiliteit tussen het AG Stedelijk Onderwijs en de Stad Antwerpen. Er werd met NGA-Acerta (North Gate Arinso) een partner gevonden die in de toekomst als sociaal secretariaat dienst zal doen en er werd een Externe Dienst voor Preventie en Bescherming (IDEWE) aangesteld. IDEWE zal onder meer optreden als vertrouwenspersoon en psychische en medische hulp bieden. Fase twee van e-recruitment Na de succesvolle proef vorig jaar werd in 2011 via de online rekruterings het sollicitatieproces verder geautomatiseerd en geprofessionaliseerd voor zowel de kandidaten als voor de rekruteerders. Voor sollicitanten biedt dit een heel eenduidige manier van solliciteren, omdat het hele proces nu binnen één online omgeving plaatsvindt, of je nu spontaan wil solliciteren of reageren op een vacature, documenten verzenden of de status van een sollicitatie wil controleren. De rekruteerder kan dankzij de nieuwe database ook gemakkelijker kandidaten zoeken, en heeft via de personeelssoftware WIS@ toegang tot alle relevante gegevens. Er is ook een link gelegd met de website van de VDAB, zodat een vacature automatisch wordt doorgestuurd.
5.548 743 gesubsidieerd personeel
niet-gesubsidieerd personeel
1.446
4.102
168
575
mannen
vrouwen
mannen
vrouwen
freia nuijten - Directeur basisschool Het Baronneke
Inlooptraject leidinggevenden Nadat ze elf jaar als leerkracht werkte in basisschool Het Baronneke werd Freia Nuijten er in 2011 directeur. Daartoe doorliep ze het nieuwe opleidingstraject voor beginnende leidinggevenden.
Dit hele systeem levert bovendien veel meer informatie en gegevens op, zodat er nu sneller kan worden bijgestuurd. Rekrutering en beoordeling directie Competentiegericht rekruteren heeft in 2011 heel wat draagvlak gewonnen. Binnen de cel Rekrutering en Selectie worden alle leidinggevenden nu door twee certified assessors geselecteerd. Het uitgangspunt is het beste in mensen naar boven te halen, en zoveel mogelijk overeenstemming tussen de vaardigheden en gedragskenmerken van een kandidaat en het vooropgestelde competentieprofiel te vinden. Dat wil eigenlijk zeggen dat de juiste man of vrouw steeds vaker op de juiste plaats belandt. In de permanente zoektocht naar leidinggevenden slaagden het afgelopen jaar 22 kandidaten in de selectieprocedure. Wie binnen het Stedelijk Onderwijs intern wil groeien naar een leidinggevende functie wordt via een nieuw traject voor leidinggevenden begeleid en voorbereid op een assessment. Dit traject geeft bijvoorbeeld leerkrachten de kans om te ontdekken wat de job van directeur precies inhoudt. In een parcours van
“Ik speelde al langer met het idee misschien ooit directeur te worden, maar zonder concrete plannen. Uit interesse had ik zelf al een cursus coaching van nieuwe leerkrachten gevolgd, georganiseerd door de mentorencel. Daardoor was ik naast leerkracht ook halftijds beleidsondersteuner en zorgcoördinator. Toen onze directeur Rudi Van Oostveldt vorig jaar coördinerend directeur werd, vroeg hij me of ik hem wilde opvolgen. Het was ook hij die me aanraadde deel te nemen aan het inlooptraject voor leidinggevenden.” Een brede, duidelijke voorbereiding “Het inlooptraject kan je opdelen in drie delen, die je in groep doorloopt. Een eerste deel bereidt je voor op het assessment zelf. Je leert er bijvoorbeeld wat de bedoeling van een postvakoefening is, welke leiderschapskenmerken er getest zullen worden, en wat de formele voorwaarden zijn. Het schept dus duidelijke verwachtingen en je weet wat er gebeurt als je niet slaagt.” “Een tweede deel gaat over schoolvernieuwing en het pedagogisch project van het Stedelijk Onderwijs, over de waarden waar je als directeur met je school voor staat. Dat vind ik zelf heel positief, omdat er echt getoond wordt wat de visie is die je moet kunnen meegeven en uitstralen. Als kandidaat ga je daar zelf over nadenken, wat heel zinvol is.” “Het laatste deel volg je als startende directeur en gaat over administratieve zaken zoals de wetgeving rond personeelsbeleid, maar geeft ook competentietraining. Het
49
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
was echt heel nuttig te leren hoe je een productief functioneringsgesprek voert, of hoe je mensen goed kan coachen.”
duidelijk naar voren kwam en waaraan je nog moet werken. Ik kon mezelf zeker in dat rapport herkennen en heb er veel uit geleerd.”
cursustraject voor beginnende leidinggevenden Secundair Onderwijs Basisonderwijs Stedelijk CLB Deeltijds Kunstonderwijs Volwassenenonderwijs Totaal aantal directeurs per divisie 36
“Achteraf kan ik zeker zeggen dat het cursustraject een hele goede voorbereiding vormt. Er is natuurlijk een verschil tussen zo’n cursus en de realiteit, maar je weet in ieder geval veel beter waar je aan begint.” Een assessment gericht op de praktijk “Het assessment zelf duurt twee dagen. Naast enkele algemene testen zoals een postvakoefening, krijg je op de eerste dag twee praktijkgerichte cases. Eerst moest ik een les op video bekijken en daarrond een coachinggesprek voorbereiden voor die leerkracht. Daarna word je gebrieft over een moeilijk gesprek – een slechtnieuwsgesprek – dat je moet voeren met een ouder of een leerkracht. Zeker een levensechte oefening dus, ook al is de persoon in kwestie een acteur.” “Wanneer je slaagt voor de eerste ronde moet je op de tweede dag een personeelsvergadering voorbereiden en voorzitten. Daar zitten dan mensen van HR, een coördinerend directeur en de divisiedirecteur, die collega’s spelen in een rollenspel. Het is natuurlijk weer hun taak om de opdracht zo uitdagend mogelijk te maken.” “Na afloop krijg je een rapport waarin per geteste competentie staat wat er
Een persoonlijke coach en een hechte scholengemeenschap “Het is gelukkig niet zo dat je voorbereid wordt op een job als directeur en je vervolgens zomaar losgelaten wordt. Meteen nadat je aan de slag gaat, begint immers een individueel coachingtraject. Zo krijg je als beginnend directeur tijdens het eerste jaar vijf keer persoonlijke begeleiding die focust op de werkpunten uit het assessmentrapport. Met je coach kan je ook bespreken wat er tijdens dat jaar concrete knelpunten zijn en waar je ondersteuning kan vinden.” “Bovendien kan je ook altijd terugvallen op andere ervaren directeurs in de scholengemeenschap, je kan altijd iemand bellen met je vragen. En om de twee weken is er een vergadering met alle directeurs, ook daar kan je ervaringen uitwisselen. Je staat dus eigenlijk nooit alleen.”
“Dankzij het cursustraject weet je veel beter waar je aan begint.”
Buitengewoon Onderwijs
76
5
19
12
16
2
7
3
3
Aantal deelnemende directeurs per divisie 9
16
vier dagen komen alle gewenste competenties en leiderschapskenmerken aan bod en kunnen kandidaten zelf nagaan waar hun sterke en minder sterke punten liggen. Door dit voorbereidingstraject weten potentiële kandidaten beter waar ze aan toe zijn. Eenmaal aan de slag krijgen beginnende leidinggevenden sinds 2011 één jaar individuele coaching, waarbij op basis van het assessmentrapport ondersteuning op maat wordt geboden. Er werden zo vijtien coachingtrajecten opgestart. Meer ervaren leidinggevenden kunnen al sinds 2010 via intervisiegroepen ervaringen uitwisselen. Het buitengewoon onderwijs beschikt sinds kort ook over een Draaiboek dat verplichtingen, aanwijzingen en tips geeft voor beginnende leidinggevenden. Jobmobiliteit In 2011 stroomde 17 procent van het personeel van het Stedelijk Onderwijs, dat deelnam aan het assessment voor leidinggevende functies, effectief door naar een leidinggevende functie. De selectieprocedure voor leidinggevenden is aangepast om
doorstroming te stimuleren. Om tot een volwaardig loopbaantraject te komen, wordt in 2012 bovendien een loopbaancel opgericht. Dat moet ertoe leiden dat mensen hun job in onderwijs nog diverser en boeiender zullen kunnen invullen. Zeker tussen scholen onderling liggen daar nog heel wat opportuniteiten. De interne jobmobiliteit verbeterde in 2011 ook doordat het personeel van het Stedelijk Onderwijs kon deelnemen aan vacatures van de stad en omgekeerd. De divisie Basisonderwijs ging van zeven naar vijf scholengemeenschappen zodat het personeel gemakkelijker anciënniteit kan opbouwen, wat belangrijk is voor een vaste benoeming. De vijf scholengemeenschappen zijn: Noord 1, Noord 2, Oost, Zuid en West. Sociale tewerkstelling Het Stedelijk Onderwijs heeft in 2011 convenanten afgesloten met het OCMW en het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie om 25 mensen die moeilijk werk vinden in een leertraject van een
51
Sinds de rekruteringswebsite online is gegaan in 2011
353
1.033
5.426
75%
vacatures geplaatst
gerichte sollicitaties
spontane sollicitaties
jonger dan 35 jaar
jaar op te nemen. Een jobcoach zorgt voor begeleiding en een maximale doorstroming naar de reguliere arbeidsmarkt. Procedure Evaluatie Personeel Stedelijk Onderwijs (PEPSO) In de vernieuwde PEPSO is de evaluatieprocedure voor het Directiecomité en de coördinerende directie een pak transparanter en gelijkvormiger gemaakt. De regels zijn bovendien een stuk strikter geworden dan bijvoorbeeld voor leerkrachten, die om de vier jaar worden geëvalueerd, terwijl er voor de managementfuncties is gekozen om jaarlijks een 360° evaluatie te doen. Dat betekent dat voor zo’n evaluatie alle medewerkers worden geconsulteerd. Zo wordt er korter op de bal gespeeld om mensen gerichter en sneller te kunnen helpen bij het uitvoeren van hun job. Elektronische loonbrief Voor honderd werknemers met administratieve profielen startte er een pilootproject dat de loonbrief en alle attesten digitaal beschikbaar maakt. De bedoeling is dat dit met ondersteuning vanuit de schoolsecreta-
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
riaten wordt uitgebreid naar alle profielen, zodat alle nietgesubsidieerde medewerkers hun loonbrief in 2012 online kunnen raadplegen. Vakbondsoverlegstructuur Vooraleer het Stedelijk Onderwijs een beslissing neemt over bijvoorbeeld de vakantie- en verlofregeling, de bezoldigingsregeling, de pensioenregeling of de organisatie van de sociale diensten, wordt steeds met de vakorganisaties onderhandeld in het Bijzonder Comité (BC) en het Afzonderlijk Bijzonder Comité (ABC). Voor andere materies is er overleg in de organen Hoog Overlegcomité (HOC) en Afzonderlijk Hoog Overlegcomité (AHOC). Het BC en het HOC richtte het Stedelijk Onderwijs als Autonoom Gemeentebedrijf op voor zijn niet-gesubsidieerd personeel. Het ABC en AHOC richten zich op het gesubsidieerd personeel van het Stedelijk Onderwijs. Om het vakbondsoverleg beter te structureren, besliste het
Stedelijk Onderwijs samen met de representatieve vakorganisaties om deze vier organen samen te voegen tot twee organen: het ABC en het HOC. In het SOC, het Speciaal Overlegcomité, overlegt het Stedelijk Onderwijs ten slotte met IDEWE en met alle vakorganisaties die zowel het gesubsidieerd als niet-gesubsidieerd personeel vertegenwoordigen, over materies als veiligheid, milieu en preventie. Volgende vakorganisaties zijn vertegenwoordigd in het ABC en het HOC: de Christelijke Onderwijscentrale (COC), het Christelijk Onderwijzersverbond (COV), het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV), de Algemene Centrale der Openbare Diensten (ACOD) en het Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt (VSOA) en de sector Onderwijs van deze laatste twee (ACOD Onderwijs, VSOA Onderwijs). In de protocollen staat of de vakorganisaties akkoord zijn dan wel of zij een afwijkend standpunt innemen. In 2011 waren er 31 protocollen
instroom van leidinggevenden
uitstroom van leidinggevenden # geslaagden op werfreserve
# kandidaten
niveau & VTE in ondersteunende diensten
Vacature
Divisie
Uitstroom
Divisie
Instroom VTE
Uitstroom VTE
Directeur en adjunct-directeur
SEC
20
8
Directeur
SEC
1
A
17,35
6,00
Directeur
DKO
13
3
Directeur
DKO
0
B
12,66
7,84
Directeur
BASIS - BuBaO
36
6
Directeur
BASIS - BuBaO
6
C
10,05
8,09
Directeur en adjunct-directeur
VWO
21
4
Directeur
Buso
1
D
0,95
6,41
Coördinerend directeur
SEC
1
0
Coördinerend directeur
SEC
1
E
27,75
23,17
Divisiedirecteur
CLB
5
1
Divisiedirecteur
CLB
1
Eindtotaal
68,76
51,50
# directies
Opleidingsniveau
53
Stedelijk Onderwijs brengt mensen samen In 2011 organiseerde het Stedelijk Onderwijs verschillende events voor interne netwerking. Op 14 januari werd een feestelijke nieuwjaarsreceptie ‘Glansrijk in Wit en Zwart’ gehouden in ‘den Bosuil’. Daarnaast werd een familiedag georganiseerd op het domein Diesterweg op 28 augustus, voor alle personeelsleden van het Stedelijk Onderwijs. In een ontspannen vakantiesetting maakten zij kennis met elkaars families. Ook het symposium ‘competentiegericht onderwijs’ op 18 oktober kon rekenen op veel belangstelling; tien workshops en verschillende lezingen gaven leerkrachten de inspiratie om competentieleren in hun eigen klassen te integreren. Tijdens de ‘Dag van het DKO: Lof der Zotheid’ sloegen de leerkrachten van de Academies de handen in elkaar, met als afsluiter een ‘Nacht van het DKO’. De centra van het volwassenenonderwijs zetten tijdens de week van het VWO samen hun deuren open voor potentiële cursisten. Op events als de ‘Dag van de Directeur’, ‘Dag van de Leerkracht’ en ‘Week van het Stedelijk Volwassenenonderwijs’ werden de collega’s in de bloemetjes gezet en konden ouders, leerlingen en cursisten een kijkje achter de schermen nemen.
leeftijdscategorieën in ondersteunende diensten
LEEFTIJDSCATEGORIEËN GESUBSIDIEERD PERSONEEL Leeftijd
Aantal medewerkers
Leeftijd
Aantal medewerkers
<= 30
1.318
< 30
31 - 40
1.568
31 - 40
111
41 - 50
1.271
41 - 50
219
51 - 64
1.379
51 - 65
363
65 + Eindtotaal
12 5.548
65 + Totaal
49
1 743
voor akkoord in het ABC en acht in het HOC, waaronder aanpassing van het PEPSO (met opmerking van de vakbonden), bijkomende functiebeschrijvingen in het secundair onderwijs, de car policy en herstructureringen in de scholengemeenschappen van het basisonderwijs. Er waren ook meningsverschillen. Eén dispuut resulteerde in een staking op 23 maart 2011. Aanleiding voor de staking waren de vastgelopen onderhandelingen over de prestatieregeling voor het gesubsidieerd
personeel. Na de staking werden meerdere openbare hoorzittingen georganiseerd over het wegwerken van de verschillen op de werkvloer. Gelijkheid voor alle personeelsleden Het Stedelijk Onderwijs is van mening dat iedereen die eenzelfde opdracht vervult, gelijk behandeld moet worden. Concreet wil het Stedelijk Onderwijs de drie volgende punten opnemen in de arbeidsvoorwaarden: het op elkaar afstemmen van de prestaties van de klasvrije gesubsidieerde personeelsleden die vanuit een verschillend statuut dezelfde opdracht uitoefenen als niet-gesubsidieerde personeelsleden. Daarnaast zijn ook duidelijke afspraken over de werkuren noodzakelijk: de school kan haar personeelsleden vragen om deel te nemen aan schoolgebonden activiteiten. Tot slot wenst het Stedelijk Onderwijs dat collega’s bereid zijn een bijdrage te leveren om de klassen klaar te maken voor een nieuw schooljaar, zoals de meesten reeds doen. Tweede pensioenpijler Het verschil tussen het wettelijk pensioen na een loopbaan als statutair (gesubsidieerd personeel) of als contractueel medewerker (niet-gesubsidieerd personeel) is groot. Omdat het Stedelijk Onderwijs voor alle personeelsleden meer gelijkheid nastreeft, wil het
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
Personeelsbudgetten per proces Operationele Eenheid Omschrijving Basisonderwijs Buitengewoon Onderwijs Secundair Onderwijs
Bedrag Kost
Percentage kost
Referentiejaar
140.777,97
0,56%
2011
26.774,02
0,11%
2011
286.750,73
1,14%
2011
Volwassenenonderwijs
268.115,78
1,07%
2011
Deeltijds Kunstonderwijs
944.033,91
3,75%
2011
Buitengewoon Onderwijs/Busbegeleiders
828.682,07
3,29%
2011
Koninlijke Balletschool
620.381,84
2,47%
2011
MPI (Medisch Pedagogisch Instituut)/Auticant
240.073,15
0,95%
2011
1.703.036,75
6,77%
2011
510.344,33
2,03%
2011
10.222.883,29
40,64%
2011
614.475,27
2,44%
2011
4.637.451,72
18,44%
2011
635.731,96
2,53%
2011
MPI (Medisch Pedagogisch Instituut)/Mytyl Patrimoniumbeheer/Administratie&Exploitatie Patrimoniumbeheer/Administratie&Exploitatie/POETS Patrimoniumbeheer/Administratie&Exploitatie/POETS/ploegleiders Patrimoniumbeheer/Onderhoud Patrimoniumbeheer/Vastgoed&Projecten SCC/Beleidsondersteuning
533.774,60
2,12%
2011
SCC/Financiën
608.441,35
2,42%
2011
SCC/Human resources
763.642,86
3,04%
2011
88.296,99
0,35%
2011
SCC/Human resources/pensioenen SCC/ICT
71.874,78
0,29%
2011
SCC/IDBP
64.529,78
0,26%
2011
SCC/KWOROV
529.179,65
2,10%
2011
SCC/Marketing & Communicatie
162.144,98
0,64%
2011
SCC/Onthaal Tijdelijke dienstverlening Eindtotaal
59.989
0,24%
2011
590.363,16
2,35%
2011
25.151.749,94
100%
Stedelijk Onderwijs dit verschil verkleinen. Daarom werd beslist voor de niet-gesubsidieerde medewerkers een tweede pensioenpijler op te zetten, aanvullend op het pensioen betaald door de werkgever. Dit aanvullend pensioen wordt opgebouwd met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2010. De opstart van de tweede pensioenpijler wordt het komende jaar uitgevoerd. Diversiteit Het Stedelijk Onderwijs kijkt samen met de Stad Antwerpen hoe onderwijs nog beter kan scoren op diversiteit. Als antwoord op de oefening met de diversiteitstool Diversoscoop in 2010 is dit jaar de aanstelling van een diversiteitsmanager binnen de afdeling Kwaliteitszorg en Onderwijsvernieuwing goedgekeurd. In 2012 zal die het diversiteitsbeleid verder verfijnen en lokale projecten in scholen uitbouwen. In 2011 is binnen het volwassenenonderwijs een bijzonder grote inspanning geleverd om de wachtlijsten voor ‘Nederlands voor anderstaligen’ weg te werken. Voor het studiegebied NT2 hebben een vijfduizendtal cursisten uit meer dan honderdveertig landen zich aangemeld. Er is daartoe extra personeel aangeworven, en er zijn ruim vijftig extra klassen ingericht. ‘Goed bezig?’ ‘Goed bezig?’ is de overkoepelende titel voor alle initiatieven in verband met welzijn. Het moet een merknaam worden waar het Stedelijk Onderwijs allerlei welzijnsonderdelen in kan bundelen, zoals het alcohol- en drugsbeleid, het aanwezigheids- en het attentiebeleid.
55
â&#x20AC;&#x153;5.632 cursisten uit 142 landen volgen de NT2 opleiding in Antwerpen.â&#x20AC;?
Voor het aanwezigheidsbeleid en ziekteverzuim zijn er procedures ontwikkeld die focussen op re-integratie van langdurig zieken. Daarvoor is er steeds multidisciplinair overleg tussen een externe arbeidsgeneeskundige dienst, HR en de betrokken leidinggevende waar het probleem zich voordoet. Er werd ook een beleid rond alcohol en drugs ontwikkeld en uitgerold, met onder andere een visietekst en een procedurehandboek. Dat legt uit hoe je met die problematiek om kan gaan, wat je moet doen, en waar je terecht kan als je ermee te maken krijgt. Dit jaar is ook de aftrap gegeven voor het attentiebeleid, waarbij het Stedelijk Onderwijs er echt voor wil zorgen dat de belangrijke momenten in iemands leven niet onopgemerkt voorbijgaan. Een geboorte, overlijden, of een andere grootse gebeurtenis in iemands leven verdient immers passende aandacht.
12345
6
57
789
We werken eraan
Masterplan: matrix voor de toekomst
Het Stedelijk Onderwijs wil met het Masterplan meer dan zesduizend extra plaatsen creĂŤren in het basisonderwijs. Dit Masterplan gaat echter om veel meer dan uitbreiding van capaciteit. Het staat ook garant voor duurzame, innovatieve en brede scholen. In 2011 kwamen er 608 plaatsen bij, en werd de fundering gelegd van zeer innovatieve projecten waaronder de Topsportschool.
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
Het Masterplan Het Stedelijk Onderwijs wil met het Masterplan een gestructureerd antwoord bieden op de spectaculaire aangroei van de Antwerpse bevolking van de jongste jaren en de achterstand in het onderhoud van zijn gebouwen. De cel Vastgoed en Projecten van de afdeling Patrimoniumbeheer leidt de uitvoering van dit plan in goede banen en wierf hiervoor in 2011 drie bijkomende projectleiders aan. Alle grote projecten voor de periode 2010-2025 zijn opgenomen in een meerjarenplanning. Actualisering van het plan Het Masterplan vormt een coherent en consistent plan om de huisvestingsproblematiek aan te pakken. Het is echter nog niet alomvattend. Het is gebaseerd op een denkoefening voor alle schoolgebouwen in functie van capaciteit en mogelijkheden. Bijsturingen en aanpassingen op regelmatige basis zijn nodig. In het vierde kwartaal van 2011 keurde het DirectiecomitĂŠ de eerste review goed. Het Masterplan voorziet in een investering van 500 miljoen euro voor nieuwbouw, uitbreiding, grondige renovatiewerken, beperkte renovatie- en opfrissingswerken en renovaties rond Rationeel Energieverbuik (REG). Het Masterplan biedt dus een strategie op lange termijn, maar het
59
Stedelijk Onderwijs evalueert en actualiseert het plan om de zes maanden in functie van nieuwe inzichten en financiële middelen.
problemen snel en efficiënt op. Daarnaast bieden vijf technische experten ondersteuning in hun vakterrein.
Afdeling Patrimoniumbeheer: een nieuwe structuur Het organogram van de afdeling Patrimoniumbeheer kreeg in 2011 met drie aparte cellen definitief vorm: naast de cel Vastgoed & Projecten staat de cel Onderhoud die verantwoordelijk is voor het technische onderhoud van de gebouwen; de cel Exploitatie ontfermt zich hoofdzakelijk over breed gebruik, energiebeheer en -monitoring, logistiek en schoonmaak. De afdeling Patrimoniumbeheer wordt sinds maart 2011 geleid door een directeur, Karl Cools, die eveneens zetelt in het Directiecomité. Niet onbelangrijk, gezien het hier gaat om een patrimonium van meer dan 250 gebouwen met een gemiddelde projectinvestering van 25 miljoen euro per jaar.
De cel Onderhoud verrichtte in 2011 in totaal 8.300 interventies in diverse schoolgebouwen. Buiten de technische interventies voert de cel Onderhoud eveneens kleinere aanpassingswerken en verbeteringsprojecten uit. Zo zullen tegen eind 2012 alle scho-
Cel Onderhoud Zes gebouwbeheerders hebben in 2011 het team van de cel Onderhoud vervoegd. Voor de schooldirecties vormen zij een uniek aanspreekpunt voor alle vragen en opmerkingen over het technische onderhoud van de vestigingen. Elke gebouwbeheerder is verantwoordelijk voor een bepaalde regio, en lost
len vrij zijn van loden leidingen en wordt gestart met de plaatsing van rookdedectoren. Beide projecten werden in 2011 versneld opgestart. Alle onderwijsniveaus investeerden ook in kleine energiebesparende maatregelen, waarvoor de cel Onderhoud in samenwerking met Werkhaven in eerste instantie een inventaris opmaakte. Reeds in 46 scholen werden energiebesparende maatregelen uitgevoerd, zoals het plaatsen
van thermostatische kranen, het vervangen van energievretende apparaten en het aanbrengen van folie achter de radiatoren. In 2011 bedacht de cel Onderhoud samen met Marketing & Communicatie en partner Eandis de sensibiliseringscampagne ‘Energiecoole school’. Die campagne gaf scholen tips over zuinig omgaan met energie. Begin 2012 staat de uitrol van de campagne gepland.
masterplan: facts & figures 2011
608
59
8
20
16
9
18,6
369
extra plaatsen in het basisonderwijs
projecten reeds opgeleverd
projecten opgestart door Patrimoniumbeheer
afgeronde REG-projecten
nieuwbouwprojecten opgestart
afgesloten contracten voor groene investeringen (in miljoen euro)
grote renovaties opgestart
CO2-reductie (aantal ton)
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
Matrix Topsportschool
SO creëert extra capaciteit
SO innoveert
SO gaat breed
SO wordt duurzaam
+ 116 leerlingen
Het matrixmodel combineert vier maatschappelijke doelstellingen – het Stedelijk Onderwijs (SO) innoveert, wordt duurzaam, creëert capaciteit, gaat breed – met vier technische pijlers – het Stedelijk Onderwijs bouwt campussen & scholen, renoveert, gaat groen, zoekt partners. Alle projecten binnen het Masterplan zijn een weloverwogen en bewuste keuze en moeten een oplossing bieden voor twee acute problemen: het capaciteitsprobleem en de verslechterende staat van de schoolgebouwen. In het plan is ook een toekomstgerichte visie op onderwijs verweven, met een vernieuwende pedagogische aanpak en een efficiëntere onderwijsorganisatie. Dankzij het Masterplan is het Stedelijk Onderwijs ondertussen uitgegroeid tot dé onderwijsreferentie in Vlaanderen.
SO bouwt scholen & campussen
Gevolg: extra capaciteit basisonderwijs Merksem
Flexibele ruimtes
Passiefhuisstandaard
Flexibel gebruik
Natuurlijke lichtinval
Oplevering 2014
SO renoveert
SO gaat groen
SO zoekt partners
Complex toegankelijk voor universiteit Antwerpen, sportclubs en publiek
61
Basisschool Berendrecht
SO bouwt scholen & campussen
SO creĂŤert extra capaciteit
SO innoveert
SO gaat breed
SO wordt duurzaam
Uitbreiding functionaliteit
Eerste nieuwe school SO volgens passiefhuisstandaard
kleuter + lager + kinderdagverblijf Oplevering 2014 Campus 3.000 m²
SO renoveert
SO gaat groen
SO zoekt partners
Samenwerking AG Kinderopvang
Brede school voor DKO, Kinderopvang, sportverenigingen, andere partners
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
Cel Vastgoed & Projecten De belangrijkste activiteit van de cel Vastgoed & Projecten is de uitrol van de projecten en de actualisatie van het Masterplan. Daarbij coördineert deze cel de grote energiebesparende maatregelen met onze partner Eandis. Het Stedelijk Onderwijs wil evolueren naar een minimaal energieverbruik in haar patrimonium. Dit door sensibiliseringscampagnes en kleine ingrepen, maar ook door grote energiebesparende maatregelen. Hiervoor
sloot het Stedelijk Onderwijs in 2011 een samenwerkingscontract af met netbeheerder Eandis. Dit partnership omvat 92 projecten, met een totale investeringskost van 18,6 miljoen euro. Dat geld wordt geïnvesteerd in zonnepanelen, relighting, dakisolatie, stookplaatsrenovatie en vervanging van stoominstallaties, buitenschrijnwerk en beglazing. Negen projecten werden al afgerond. De jaarlijkse energiebesparing bedraagt minstens 89.263 euro en de bijhorende CO2-uitstoot is met maar liefst 369 ton per jaar gedaald, wat overeenstemt met de jaarlijkse uitstoot
van 36 huishoudens. In het vierde kwartaal van 2011 sloot het Stedelijk Onderwijs een bijkomende overeenkomst met Eandis af voor de plaatsing van fotovoltaïsche panelen en dakisolatie in 26 schoolgebouwen. De investeringskost bedraagt minstens 5,8 miljoen euro. Er werden reeds twee projecten uitgevoerd, namelijk in het Leonardo Lyceum Esemnegen aan de Boomsesteenweg en de scholencampus aan de Grote Steenweg. Hier werden in totaal 1.133 vierkante meter zonnepanelen geplaatst, die samen jaarlijks 141.000 kWh besparen.
9 uitgevoerde REG-projecten
CO2-reductie (ton/jaar)
Gemiddelde terugverdientijd (jaar)
Totale energiebesparing (kWh/jaar)
Stookplaatsrenovatie & stoomvervangingen (5 projecten)
Zonnepanelen (2 projecten)
Relighting (2 projecten)
326
39
4
18,88
21,5
33,75
1.785.268 141.000 13.732
“Het Stedelijk Onderwijs wil een minimaal energieverbruik in haar patrimonium.”
Cel Exploitatie De cel Exploitatie groepeert buiten een aantal bestaande opdrachten zoals de schoonmaak van de scholen en de opvolging van de energiekosten, ook een aantal nieuwe activiteiten. Voor de nieuwe activiteiten zoals ‘brede scholen’ – de scholen maximaal inzetten voor activiteiten buiten de schooluren door andere partijen – werden nieuwe voltijdse medewerkers aangetrokken. De cel is nog in opstartfase, maar boekte reeds enkele belangrijke resultaten. De overdracht van de schoolgebouwen kwam in 2011 in een stroomversnelling: het Autonoom Gemeentebedrijf heeft erfpacht op 156 schoolgebouwen voor een periode
63
van 99 jaar en heeft daardoor recht op subsidies van het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs. Aansluitend bij deze overdracht wordt een gebruikersconvenant opgemaakt met afspraken over de exploitatie van het gebouwenonderhoud. De convenant schept duidelijkheid tussen gebruikers van een gebouw, hun rolverdeling en wie de factuur betaalt.
Capaciteitsprojecten kleuters
leerlingen
De Kleine Muze (+72 plaatsen)
Hét Talent (+24 plaatsen)
De Kleine Beer (+100 plaatsen)
Het Groene Eilandje (+75 plaatsen)
Lamolientje en Alberreke (+34 plaatsen)
Het Vosje (+50 plaatsen )
De cel Exploitatie startte in 2011 ook met een reorganisatie van de schoonmaakafdeling; die bestaat uit zowel personeel van een schoonmaakbedrijf als eigen personeel. Voortaan zal het eigen personeel schoonmaken in alle basis- en kleuterscholen, ook die van het buitengewoon basisonderwijs. Het schoonmaakbedrijf staat in voor de resterende gebouwen. Er vielen geen naakte ontslagen, wel zal een gedeelte van het schoonmaakpersoneel op andere locaties ingezet worden. De nieuwe overeenkomst voor het schoonmaakbedrijf is een resultaatsverbintenis waarbij het schoonmaakbedrijf het Stedelijk Onderwijs nette scholen garandeert. Verschillende methodes voor extra capaciteit 608 plaatsen erbij Het Masterplan wil tegen 2018 meer dan 6.200 extra plaatsen in het basisonderwijs creëren. Op 1 september 2011 werden nog eens 608 nieuwe plaatsen gecreëerd: • Onrechtstreeks ontstonden er 253 plaatsen doordat alle administratieve diensten van het basisonderwijs verhuisden naar ‘Het Anker’. Ook alle vergaderingen
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
vinden voortaan plaats in dit kantoorgebouw in de Lamorinièrestraat. Dankzij deze hele operatie kwamen er in verschillende scholen lokalen vrij die vandaag plaats bieden aan nieuwe klassen. • Rechtstreeks kwamen er op zes verschillende locaties 355 extra plaatsen bij. In bestaande kleuteren lagere scholen werden vijf verbouwingsprojecten uitgevoerd. Tevens werd een opstartschool gecreëerd, De Kleine Muze, die in 2012 zal uitgroeien tot een autonome school. Met de herstructurering van dertien scholen, creëerde het basisonderwijs bovendien een betere doorstroming, zodat ouders die hun kinderen in de kleuterschool inschrijven, verzekerd zijn van een plaats in de lagere school. Complementaire methodes Net zoals vorig schooljaar gebruikte het Stedelijk Onderwijs complementaire methodes voor extra capaciteit. Dat gaat van uitbreiding in bestaande lokalen over extra klassen creëren tot de uitbreiding via mobiele klasunits, grote verbouwings- en uitbreidingswerken en de creatie van nieuwe scholen. De cel Vastgoed & Projecten ontfermde zich in 2011 over 59 effectieve bouwprojecten, waarvan er zestien werden opgeleverd. Acht nieuwbouwprojecten werden opgestart. Hieronder vallen de opstart van het project kindercampus Berenschool, thematische campus Topsportschool, en de aankoop van het Winterthurgebouw in Berchem op 14 januari 2011 voor de divisie Volwassenenonderwijs.
65
De Kleine Muze: opening van een nieuwe school Basisschool De Kleine Muze opende in 2011 de deuren. Het nieuwe schoolteam geeft er les volgens de Daltonprincipes van zelfredzaamheid, zelfwerkzaamheid en participatief leren, en schenkt veel aandacht aan ouderparticipatie. Het is de tweede basismethodeschool van het Stedelijk Onderwijs. Extra klassen De Kleine Muze startte op 1 september 2011 met twee kleuterklasjes en een eerste leerjaarklas, goed voor 72 nieuwe plaatsen. De komende vier jaar zullen er jaarlijks twee klassen bij komen, waardoor er op termijn 240 plaatsen bij gecreëerd worden. De renovatie van dit gebouw, voorheen onderdeel van het Stedelijk Handelsinstituut Merksem, verloopt in twee fasen. De eerste fase werd afgerond vóór de opening en omvat een gloednieuwe turnzaal en nieuwe vloeren, verwarming en verlichting. De klaslokalen werden opnieuw bepleisterd en geschilderd. De totale investering bedraagt hier 430.000 euro.
Een nieuw team Directeur Willy Tysmans kon voor de samenstelling van het nieuwe schoolteam op veel enthousiasme rekenen: “Elke leerkracht van het Stedelijk Onderwijs kon zich kandidaat stellen. Het is leuk om in een nieuwe school te starten: als leerkracht kan je vanaf nul de klas inrichten, een aantal lijnen mee uitzetten, en een stuk mee de visie van de school bepalen. Uit de kandidaten hebben we uiteindelijk drie uitstekende leerkrachten geselecteerd.Daarnaast zijn er ook nieuwe leerkrachten voor levensbeschouwelijke vakken en een turnleerkracht voor zowel de lagere als de kleuterschool gestart. Alleen de onderhoudsploeg die al in de gebouwen werkte, is dezelfde gebleven. Positief domino-effect We bieden niet alleen plaats aan nieuwe kleutertjes, maar geven met onze nieuwe klassen de naburige scholen meer ademruimte. Er was in deze buurt echt behoefte aan meer capaciteit voor basisonderwijs, vooral omdat het voor jonge kinderen lastig is om zich ver te verplaatsen. Dankzij onze vernieuwde gebouwen konden we bovendien tijdelijk plaats verschaffen aan de kleuterschool en het kinderdagverblijf van basisschool Crea16, die zelf momenteel haar gebouwen renoveert. Je ziet dat één nieuwe school al snel positieve effecten heeft voor een pak andere scholen.”
Mobiele klasunits: een tijdelijke oplossing voor De Kameleon Omwille van een grondige renovatie verhuisden alle kleuterklassen van de kleuterschool De Kameleon, goed voor 320 kleuters, naar een tijdelijke locatie. Het Stedelijk Onderwijs vond in de lokalen van de basisschool Pierenbergstraat een oplossing voor twee klassen. De overige tien kleuterklassen kregen een tijdelijk onderkomen in de tuin van het Lyceum Esemnegen aan de Boomsesteenweg. De tijdelijke schoolinfrastuur voor deze kleuterklassen, de slaapklas, de administratie
en de leraarskamer bestaat uit 51 mobiele klasunits: 36 klasunits werden herplaatst en 15 nieuwe werden aangekocht. De kostprijs bedroeg 677.534 euro. Winterthurgebouw Het Stedelijk Onderwijs kocht voor de divisie Volwassenenonderwijs in januari 2011 het voormalige Winterthurgebouw voor 6,5 miljoen euro. In afwachting van een volledige renovatie van dit gebouw trokken in september al de eerste gebruikers in. Naast de directies en back office-diensten van de centra
evolutie capaciteit leerlingen basisonderwijs
De grafieken geven de evolutie weer van het aantal kinderen dat binnen het Stedelijk Onderwijs wordt opgevangen. Het startpunt van deze evolutie is september 2010. Dankzij de aanmelding van in te schrijven kleuters en kinderen in een centraal computersysteem (CAR) werd de omvang van het capaciteitsprobleem in Antwerpen in alle ernst duidelijk. Tegen 1 september 2010 creëerden we 760 nieuwe plaatsen. In 2011 (CAR2 2011) werd deze inspanning verdergezet met 715 extra plaatsen. Tegen 1 september realiseerden we 608 nieuwe plaatsen door verhuisbewegingen en verbouwingsprojecten. Daarna breidden we de bestaande capaciteit nog uit met 107 plaatsen. Ook in 2012 zullen extra inspanningen moeten leiden tot een verdere uitbreiding van onze opvangcapaciteit voor het schooljaar 2012-2013.
kleuteronderwijs
lager onderwijs 11.919
11.735
11.610
11.329
Schooljaar 2010-2011
Schooljaar 2011-2012
Schooljaar 2010-2011
Schooljaar 2011-2012
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
Pestalozzi en Nijverheidsschool, is hier ook de divisiewerking gecentraliseerd die voordien op drie verschillende locaties zat. Na de renovatiewerken zal het Winterthurgebouw ruimtelijk verbonden zijn met het aanpalende schoolgebouw aan de Grote Steenweg
dat al langer eigendom van het Stedelijk Onderwijs was en dat, naast deeltijdse beroepsopleidingen, vooral opleidingen van het volwassenenonderwijs huisvest. Zo zal op termijn één grote campus van het Stedelijk Volwassenenonderwijs ontstaan. De
divisie Volwassenenonderwijs peilde zowel bij cursisten als personeel naar de gewenste voorzieningen op deze nieuwe campus. De renovatiewerken moeten de campus voorbereiden op nog meer cursisten en opleidingen voor deze divisie die vandaag al de grootste aanbieder van opleidingen voor volwassenen in Antwerpen is. Op vraag van de ouders De Montréalstraat heeft er een middenschool bij sinds september 2011. Deze Daltonschool biedt de opleiding WetenschapTechniek aan voor het eerste middelbaar, en
komt hiermee tegemoet aan een jarenlange vraag van ouders, leerlingen, leerkrachten en directies. De nieuwe middenschool zal met de naburige Zwemschool een kinderenen jongerencampus vormen. Met deze vernieuwing krijgen kinderen uit de wijk Luchtbal de mogelijkheid om rechtstreeks door te stromen van het lager naar het secundair onderwijs. En dat is wenselijk: de komst van jonge gezinnen in de buurt is duidelijk merkbaar aan het stijgende aantal leerlingen in De Zwemschool, Sportomundo en Willem Tell.
De nieuwe Berenschool Architectenvennootschap Planners won in 2011 de ontwerpwedstrijd voor de bouw van de unieke kinder- en jongerencampus Berenschool, die in 2014 de deuren opent voor 112 kleuters en 154 leerlingen uit het lager onderwijs. Binnen dit nieuwe concept krijgen het deeltijds kunstonderwijs en het kinderdagverblijf Neuze Neuze een vaste plek. Na de schooluren zullen Kind & Gezin en enkele buurt- en sportverenigingen toegang krijgen tot de turnzaal en enkele lokalen waaronder het crea- en het computerlokaal. De architect houdt rekening met een capaciteitsuitbreiding van zes extra klassen die plaats bieden aan zo’n 150 leerlingen. De nieuwe Berenschool is de eerste school in Antwerpen volgens de passiefhuisstandaard en verbruikt dertien keer minder energie. Voor de bouw van de nieuwe basisschool, met een oppervlakte van drieduizend vierkante meter, is een budget van 6,8 miljoen euro voorzien.
67
Frans Van Den Wyngaert - Directeur Topsportschool
Een ultramoderne Topsportschool “Wij hebben de knoop doorgehakt: de architect en het ontwerp voor de nieuwe Topsportschool zijn bekend. Op de site van Fort VI in Wilrijk verrijst in het najaar van 2014 een ultramoderne topsportschool. We zetten de deuren open voor onze huidige en nieuwe federaties, voor lokale sportclubs en studenten van de Universiteit Antwerpen. Met de allernieuwste sportaccommodatie, flexibele zalen, een fitness, ruimtes voor kinesitherapie en zelfstudie… is dit een ontwerp om U tegen te zeggen, volledig volgens de duurzame principes van het passiefhuis”, aldus directeur Frans Van Den Wyngaert. Iedereen welkom Het Leonardo Lyceum Topsportschool telt 116 leerlingen in de tweede en derde graad van het secundair onderwijs die reeds zes jaar gehuisvest zijn in modulaire klasunits op de gronden van de Universiteit Antwerpen. Voor de leerlingen, ouders en leerkrachten zijn er echter mooie vooruitzichten: in 2014 komt op deze zelfde locatie een hypermodern complex waar talentvolle jongeren kunnen uitgroeien tot echte topsporters. “We creëren een Topsportschool waar de acht federaties (judo, taekwondo, tennis, badminton, voetbal, zwemmen, ski, snowboarden) heel het jaar door, ook in de vakanties en de weekends, terecht kunnen voor trainingen, wedstrijden, vergaderingen… in een ultramoderne accommodatie. We mikken ook op nieuwe federaties, zoals die voor basketbal, hockey of golf. In het nieuwe ontwerp is immers ruimte voorzien voor maar liefst tweehonderd leerlingen met een topsportstatuut, en de oefenvelden van deze drie laatste federaties liggen op een boogscheut hiervandaan.”
Alles in 1 huis Hoe ziet de Topsportschool van de toekomst eruit? “Op de benedenverdieping heb je kleedkamers, een uitgekiende sporthal en twee gevechtssporthallen – voor judo en taikwando – die tot één grote trainingszaal omgevormd kunnen worden. De leerlingen beschikken op de eerste verdieping over een grote fitnessruimte en een cafetaria. Voorlopig eten we nog in de klassen, dus deze vernieuwing wordt met open armen ontvangen. We voorzien ook zalen voor kinesitherapie waar de sporters kunnen revalideren. Een verdieping hoger tref je een open studeerruimte, waar de leerlingen vrij op hun laptop kunnen werken. Het grootste voordeel is dat we niet langer op verplaatsing moeten naar de sporthal Kattenbroek in Edegem. Elke twintig minuten die een topsporter in de bus zit, betekent twintig minuten minder lang trainen”, weet Frans Van Den Wyngaert, zelf gewezen Belgische voetbalscheidsrechter. Hij werd in 1997, ’98 en ’99 uitgeroepen tot Scheidsrechter van het Jaar. De keuze van de jury “Het was belangrijk dat het ontwerp van hoogstaand niveau zou zijn. Daarom hebben we gekozen voor een open oproep via de Vlaamse Bouwmeester. De jury koos het ontwerp van Compagnie O als winnaar, onder meer omdat de architect naast de ideale sportaccommodatie en de zeer lage energiebehoefte, ook een antwoord biedt op tal van randvoorwaarden zoals de hoge grondwaterstand, het militaire erfgoed, de vleermuizenbiotoop en de aanwezige vliegroute. De totale kost van het project bedraagt 12.733.979 euro. Hierin zijn zowel de investeringskost en eerste uitrusting inbegrepen, als de studiekosten en erelonen, en de begeleidingskost van de bouwheer.” De mobiele klasunits waar de leerlingen voorlopig nog les krijgen, gaan niet verloren. Zij zullen na 2014 extra capaciteit creëren voor het kleuter- en basisonderwijs. “We investeren met dit project niet in slechts één school, maar in de toekomst van meerdere scholen.”
123456
7
69
89
Ondersteuning in woord en daad Correct, snel en transparant
De afdeling Marketing & Communicatie staat met zijn vernieuwde werking de scholen in woord en daad bij in zowel hun interne communicatie, externe communicatie als perswerking. Dankzij de noodplanprocedure van het Stedelijk Onderwijs worden de directeurs voortaan van een zware verantwoordelijkheid ontlast tijdens crisissituaties. Daarnaast is 2011 ook het jaar van de nieuwe merkenarchitectuur en de nieuwe huisstijl.
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
ivo davids - Procescoördinator Interne Dienst voor Preventie en Bescherming
In 2011 kreeg de afdeling Marketing & Communicatie een gloednieuwe werking, met aan het hoofd een marketing- & communicatiemanager, Frederik Picard. Hij legde de basis voor een daadkrachtige strategie die een antwoord biedt op de vraag: wat kan deze afdeling extra aanbieden aan het communicatie- en marketingproces van de scholen? Hiervoor slaat een heel team de handen in elkaar. Elke divisie kreeg één of twee marketing- & communicatiemedewerkers. Zij worden ondersteund door drie centrale marketing- & communicatiemedewerkers, die over divisies heen projecten uitwerken. Daarnaast werd de afdeling uitgebreid met een archief- en informatiebeheerder en een ‘runner’ die de praktische opvolging van acties doet. Eén van de centrale marketing- & communicatiemedewerkers werkt uitsluitend rond de uitvoering van het Masterplan. Een goede communicatie is hierbij van cruciaal belang, en zorgt ervoor dat directies, leerkrachten en ouders tijdig en correct geïnformeerd worden over bijvoorbeeld een verhuis, renovatiewerken en de bouw van nieuwe scholen. Crisiscommunicatie De belangrijkste realisatie in 2011 is de procedure voor crisiscommunicatie in het noodplan van het Stedelijk Onderwijs. De afdeling
De noodplanprocedure in de praktijk Met dagelijks bijna meer dan vijftigduizend leerlingen en cursisten en meer dan zesduizend werknemers op de scholen van het Stedelijk Onderwijs, kan er al eens iets mislopen. Kleine incidenten worden snel opgevangen en rechtgezet. Maar wat doet een school als er een brand uitbreekt, kinderen onwel worden na het middageten, of een schoolbus bij een ongeval betrokken raakt? Directies en leerkrachten handelen naar eigen inzicht, maar zij hebben geen specifieke opleiding gekregen om pers en ouders te woord te staan. De nagelnieuwe noodplanprocedure brengt raad. “Onze noodprocedure was te globaal en onvoldoende aangepast aan de snelle media van vandaag,” vertelt Ivo Davids, procescoördinator bij de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming (IDPB). “We hebben in 2011
stappenplannen uitgewerkt voor wat de leerkrachten en directies moeten doen bij bijvoorbeeld brand, noodweer, geweld of voedselvergiftiging. Via een centraal noodnummer kan de school onze hulp inroepen. Wij nemen dan zoveel mogelijk van de zorgen over en bieden ondersteuning waar nodig. Bij kleine en grotere incidenten raden we aan om preventief de cel Marketing & Communicatie op de hoogte te stellen, zodat zij de communicatie kunnen voorbereiden. Wanneer het incident vervolgens de pers bereikt, zijn er in dat geval al teksten en instructies beschikbaar over wat er best wel en niet wordt gezegd, bijvoorbeeld om redenen van privacy of veiligheid.” Ivo Davids vertelt hoe de noodplanprocedure werd uitgerold bij een busongeval: “Toen een schoolbus met 24 kinderen van het buitengewoon onderwijs niet tijdig kon remmen, kwam het tot een kop-staartbotsing. Drie kinderen hadden een bloedneus en de chauffeur en de busbegeleider waren zeer licht verwond. De schade viel mee, maar omdat het om een schoolbus ging, schakelde de stad Antwerpen het Ge-
meentelijk nood- en interventieplan in. Voor de school in kwestie creëert zo’n situatie enorm veel druk.” “Gelukkig werd via de noodprocedure onze Interne Dienst voor Preventie en Bescherming meteen gewaarschuwd, en contacteerde die de school, de divisiedirecteur en de cel Marketing & Communicatie. Hierdoor konden we tijdig informatie verzamelen en beschikbaar maken. We vermeden paniek en foute informatie bij de ouders en de pers, en verminderden de druk voor de school. Daarnaast vingen we de ouders persoonlijk op in het ziekenhuis, en werd de dag nadien het incident uitgelegd en besproken in de klas. Tot slot verstuurden we brieven naar de ouders van de betrokken leerlingen, en ook naar alle andere ouders. Crisiscommunicatie trekken we dus door tot in de nazorg. Dankzij dit noodplan werden vijf interventies en een bommelding in 2011 snel en correct opgevolgd. We houden van alle incidenten een logboek bij, zodat we de procedure nog verder kunnen verfijnen.”
71
Marketing & Communicatie staat voortaan in voor alle interne en externe communicatie bij crisissituaties. De communicatiespecialisten beschikken over heel wat expertise rond crisiscommunicatie, onder meer met de pers, en ontlasten de directeurs van een zware verantwoordelijkheid. Zij hebben samen met de afdeling Interne Dienst voor Preventie en Bescherming (IDPB), het noodnummer 0499 99 99 10 gelanceerd en de perswerking geprofessionaliseerd.
Preventie en bescherming De afdeling IDPB ondersteunde de scholen en het Service- en Coördinatiecentrum (SCC) in 2011 op verschillende domeinen. Ze kregen daarbij hulp van de Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (IDEWE). De milieucoördinator van IDPB hielp drie scholen aan nieuwe milieuvergunningen, begeleidde twee scholen met aanpassingen aan hun milieuvergunningen en werkte een rollend milieuprogramma uit voor vier scholen.
interventies en opleidingen idewe Opgeleverde bedrijfsbezoeken Medische onderzoeken
54 1.825
Psychosociaal welzijn Interventies stressbeleid
49
Interventies ongewenst en grensoverschrijdend gedrag op het werk
12
Interventies verzuimbeleid Interventies alcohol/drugsbeleid Vaccinaties Opgemaakte brandverslagen Geslaagde deelnemers opleiding preventiemedewerker Deelnemers opleiding kleine blusmiddelen Begeleidingen ter voorbereiding van de doorlichtingen in het Basisonderwijs
6 6 1.824 54 85 198 25
In 2011 vonden binnen het Stedelijk Onderwijs drie ernstige arbeidsongevallen plaats in praktijklokalen hout en metaal. Hierbij waren twee personeelsleden en een cursist betrokken. Naar aanleiding daarvan nam het Stedelijk Onderwijs aanvullende verbeterinitiatieven voor het machinepark. Daarnaast werden in 2011 de voorbereidingen opgestart voor een sensibiliseringscampagne rond een veilige werkhouding in praktijklokalen. Merkarchitectuur Met een doordachte merkarchitectuur dragen de scholen een gemeenschappelijk verhaal, dat evenwel divisie-eigen is, onder de overkoepelende structuur van het Stedelijk Onderwijs. Deze positionering en de verfijning van de architectuur per divisie, heeft een grote invloed op alle organisatorische en marketingcommunicatie. Een eerste toepassing is de nieuwe huisstijl van het Stedelijk Onderwijs, zichtbaar op alle gedrukte communicatiedragers, websites en gevelsignalisaties. Daarnaast zorgt een herwerking van de merkarchitectuur voor een logischer verhaal over de organisatie aan de buitenwereld. Het deeltijds kunstonderwijs (DKO) werd naar de buitenwereld toe omgedoopt tot de Academies en in de externe communicatie is de term basisonderwijs (BAO)
vervangen door kleuterschool, lagere school of kleuter- en lagere school. Voor ouders is het zo onmiddellijk duidelijk over welke soort school het gaat. Intern gebruikt het personeel nog steeds de termen DKO en BAO, en dus zijn deze benamingen ook in dit jaarverslag zo opgenomen. Ook het volwassenenonderwijs investeerde in 2011 sterk in communicatie, met een herstructurering van het opleidingsaanbod, de aanwerving van een halftijdse marketing- & communicatiemedewerker en de zoektocht naar een gemeenschappelijke naam en branding. De verdere uitrol van de nieuwe merkarchitectuur, de nieuwe identiteit en naamgeving van het volwassenenonderwijs staat gepland in 2012. Interne communicatie Met een goede interne communicatie zorgt het Stedelijk Onderwijs voor een transparant beleid en verhoogt het de betrokkenheid van alle scholen en personeelsleden. In 2011 kreeg het intranet een eerste facelift met een e-loket met elektronische formulieren, Webshop, IT-service platform… Aanvragen voor opleidingen en het plaatsen van bestellingen kan heel eenvoudig via het e-loket. Via het serviceportaal kan de surfer problemen melden, verzoeken indienen en eventueel een klacht formuleren. Voor acute computerproblemen is er een nieuwe telefonische helpdesk.
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
Deeltijds kunstonderwijs: informatiecampagnes 2011 De divisie Deeltijds Kunstonderwijs maakte in 2011 de verschillende Academies meer kenbaar en zichtbaar met events, brochures, websites en gadgets. • De campagne ‘Goesting’, die erop gericht was volwassenen kennis te laten maken met de Academies, was een schot in de roos. De aftrap gebeurde door een flashmob in de Stadsfeestzaal op de Meir, waar maar liefst 120 leerkrachten, cursisten en sympathisanten aan deelnamen. Met de actie konden geïnteresseerden, wanneer ze de flashmob via de website www.kunstdatkanikook. be deelden op Facebook, een gratis inschrijving winnen in de Academie van hun keuze. • De affichecampagne ‘Kunst… dat kan ik ook’ had voor de derde maal met succes plaats. Alle zes- en achtjarige inwoners (instapleeftijd in de Academies) van Antwerpen kregen een affiche in de bus en de kinderen van het Stedelijk Basisonderwijs gingen er in de klas mee aan de slag. Op de affiche konden ze hun artistiek talent loslaten. De hoofdprijzen van deze kindercampagne waren gratis opleidingen en knutselkoffers. • Tijdens de ‘Dag van het DKO: Lof der Zotheid’ zetten meer dan 1.600 leerlingen en tweehonderd leerkrachten de creativiteit van de Academies in de kijker voor een groot publiek. Aansluitend vond de eerste Nacht van het DKO plaats als slotfeest voor alle medewerkers van het DKO die elkaar zo op een informele manier beter konden leren kennen. • Voor de derde keer op rij namen alle elf Academies gezamenlijk deel aan de Cultuurmarkt in Antwerpen. Om het publiek warm te maken voor één van de vele kunstopleidingen, was er een artistiek programma met muziek, woord en dansoptredens en kon je deelnemen aan verschillende workshops. Geïnteresseerden kregen uitleg bij het aanbod, en een leuke gadget.
De interne nieuwsbrief ‘De Optimist’ heet nu ‘Sonar’, en de scholen bepalen mee de inhoudstafel. Deze nieuwsbrief vervijfvoudigde zijn lezersbereik. Er zijn ook divisiespecifieke nieuwsbrieven. Daarin schrijven de leerlingen al eens mee een verhaal van hun school. Zo kunnen binnen de divisie Buitengewoon Onderwijs alle leerlingen artikels, video’s of foto’s indienen voor de digitale leerlingenkrant ’t Buitengewoontje. Deze krant evolueerde van een periodieke oplage naar een interactieve krant waar de leerlingen dagelijks nieuwtjes op posten. Zo weten zij meer over de eigen school, maar ook over de andere scholen binnen de divisie, en verbeteren zij tegelijkertijd hun taal- en ICT-vaardigheden. Externe communicatie Informatie moet relevant zijn, correct en op maat van de doelgroep. Dat is het uitgangspunt van de afdeling Marketing & Communicatie, en die lijn trekt ze door in al haar communicatiecampagnes. De divisie Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) stelde de folder ‘Het CLB in vijftien vragen’ samen, en verdeelde die onder alle ouders van leerlingen in het Stedelijk Onderwijs. In de online communicatie werden de eerste stappen gezet voor de ontwikkeling van een corporate website van het Stedelijk Onderwijs waarbinnen alle scholen hun eigen schoolwebsite krijgen, aangepast aan de informatienoden van de ouders of leerlingen. In 2011 maakte een publieksonderzoek duidelijk welke informatie ouders prioritair vinden, zoals bijvoorbeeld het aanbod van de scholen en de mogelijkheden tot voor- en nabewaking. Op basis van die resultaten worden de websites opgebouwd. Een project dat in fasen loopt, en dat volgend schooljaar van start gaat.
Petra Van de Velde - Directeur buitengewoon lagere school De Bijenkorf
Hoe laat je ouders weten dat een school verhuist?
In de pers De perswerking is in 2011 verder geprofessionaliseerd. Een nieuwe uitgebreide database van 650 perscontacten en een contract met de digitale persdatabank Mediargus zorgt voor een goede opvolging van de persberichten. De interne communicatie van de persacties verloopt via een dagelijkse knipselkrant op de homepage van het intranet. De afdeling Marketing & Communicatie verstuurde 43 persberichten, wat resulteerde in minstens 295 artikels over het Stedelijk Onderwijs of haar scholen in de algemene pers.
aantal door AG SO verstuurde persberichten volgens thema Activiteiten en eenmalige events in scholen
9
Solidariteit
5
Kwaliteitsvol onderwijs
5
Goede prestaties scholen en leerlingen
4
Diversiteit
4
Capaciteitsprobleem
3
Energie en duurzaamheid
2
Internationalisering
2
Creativiteit in het Stedelijk Onderwijs
2
Veilige en propere schoolomgeving
2
Crisiscommunicatie
2
Competentiegericht onderwijs
2
Opleidingen in de kijker
1
De kinderen van de buitengewoon lagere school De Bijenkorf verhuisden na de kerstvakantie naar een voorlopige school, toen de renovatie van hun vertrouwde school begon. Om de ouders stapsgewijs bij de hele operatie te betrekken, werkte De Bijenkorf samen met de afdeling Marketing & Communicatie. Resultaat: een reeks van persoonlijke brochures, tevreden ouders en trotse kinderen. Professionelere communicatie Directeur Petra Van de Velde vertelt: “Onze school telt ongeveer dertig verschillende nationaliteiten. Dat betekent natuurlijk dat we altijd al heel alert omspringen met communicatie, om taalbarrières te overbruggen. Omdat de verhuis van één school naar een andere school sowieso geen eenvoudige zaak is, werkten we deze keer intensief samen met de afdeling Marketing & Communicatie. Voor elke fase van ons avontuur lieten we een folder drukken. De eerste ‘De Bijenkorf Verhuist’ kreeg een vervolgverhaal met ‘De Bijenkorf Verbouwt’. Als afsluiter komt er binnenkort ‘De Bijenkorf: Een nieuwe school’. Het zijn allemaal zeer visuele folders met helder, aangepast taalgebruik en veel pictogrammen. Op de achterkant zetten we telkens een aantal vertalingen. Om de puntjes op de i te zetten, laten we de folders steeds nalezen door de cel Diversiteit van de stad.
Een sterkere band tussen ouders en school “Duidelijke en correcte informatie was onze prioriteit, maar tegelijkertijd zagen we de kans de band met de ouders te versterken. Zo plaatsten we bij de eerste folder foto’s van al onze veertig medewerkers en de directie. Kinderen toonden fier de folder aan hun ouders om hun juf aan te duiden. Die betrokkenheid zorgde voor een sterkere communicatie. Zelf merk ik bijvoorbeeld dat mensen uit de buurt mij sindsdien veel beter herkennen en aanspreken.” “Op de tweede folder plaatsten we de kinderen zelf. Die hangt bij veel ouders nog steeds aan de muur om andere ouders te tonen waar hun kind naar school gaat. Ouders voelen zich actiever betrokken bij de communicatie, en daardoor bij de school. We waren blij met de extra ondersteuning en expertise van de afdeling Marketing & Communicatie. Want samen creëerden we een persoonlijkere en kwaliteitsvollere communicatiecampagne, waardoor de boodschap veel beter aankwam. Een echte meerwaarde dus!”
“Kinderen toonden fier de folder aan hun ouders”
73
1234567
8
75
9
organisatie in beweging Trendsetter in Vlaanderen
De Private Stichting Stedelijk Onderwijs maakt sinds 2011 deel uit van het Autonoom Gemeentebedrijf. De organisatiestructuur blijft evolueren, en brengt meer autonomie en bewegingsruimte voor de scholen. Het Stedelijk Onderwijs gaat hierover in dialoog met alle stakeholders: van leerkrachten over ouders tot de burgers van Antwerpen.
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
Een zelfstandige en flexibele organisatie Het Antwerpse onderwijsbeleid is met de verzelfstandiging van het Stedelijk Onderwijs ingrijpend veranderd, en geldt als een trendsetter in Vlaanderen. Het Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen kreeg een flexibele en moderne structuur, en is in staat om haar toekomst in eigen handen te nemen. Een autonome structuur geeft meer bewegingsruimte, en biedt de organisatie tal van voordelen zodat ze haar scholen kan blijven versterken. Minder bureaucratie, sneller en efficiënter inspelen op kansen die zich voordoen, meer ruimte om gebouwen te renoveren, meer mogelijkheden om een sterk en vernieuwend onderwijs uit te bouwen, efficiënter en voordeliger materiaal aankopen... Uiteindelijk komen die – en dat is ook het doel – zowel de leerlingen en cursisten als het onderwijzend en ondersteunend personeel ten goede. Private Stichting Stedelijk Onderwijs Het AG Stedelijk Onderwijs heeft in 2011 de Private Stichting Stedelijk Onderwijs opgericht, om ook de vzw’s en de feitelijke verenigingen waarvan de werkingen verband hielden met het Stedelijk Onderwijs, een plaats te geven in de nieuwe structuur van het autonoom gemeentebedrijf. Alle entiteiten werden gescreend en ofwel werden ze vereffend, ofwel werden ze ondergebracht in het AG SO zelf, ofwel in deze nieuwe structuur: de Private Stichting. Deze quasi holdingstructuur brengt een aantal voordelen met zich mee. Vooreerst is er een grotere flexi-
77
biliteit mogelijk op vlak van personeel, commerciële activiteiten en subsidies. Bovendien wordt de organisatie an sich meer transparant en beter beheersbaar. De Raad van Bestuur van de Private Stichting bestaat uit de bedrijfsdirecteur AG SO, de financieel directeur AG SO en de voorzitter van de Raad van Bestuur van het AG SO. Er kunnen evenwel geen beslissingen genomen worden vanuit deze Private Stichting of de onderliggende structuren zonder dat de volledige Raad van Bestuur van het AG Stedelijk Onderwijs zijn goedkeuring geeft. Eén voormalige vzw werd omgevormd tot Stedelijk Onderwijs Creaties Antwerpen (SoCRA), het nieuwe kenniscentrum van het Stedelijk Onderwijs. In deze nieuwe structuur zijn vijf activiteiten gehuisvest die niet tot de kernactiviteiten van het Stedelijk Onderwijs behoren: het contractonderwijs dat op vraag van derden leertrajecten en leermiddelen ontwikkelt; het project Art in a Box; de ESF-fondsenwerving; opleidingen, seminaries en congressen voor eigen personeel en derden; en de uitgeverij van het AG SO. De Raad van Bestuur van de Private Stichting SoCRA bestaat uit de bedrijfsdirecteur AG SO, de financieel directeur AG SO en de
divisiedirecteurs van het volwassenen- en deeltijds kunstonderwijs. In 2012 zal de werking ook naar secundair onderwijs worden uitgebreid en zal de divisiedirecteur secundair onderwijs ook in de Raad van Bestuur worden opgenomen. SoCRA maakt nu deel uit van de Private Stichting, maar deze Stichting kan op termijn ook participaties nemen in andere structuren, zoals publiekprivate samenwerking, kortweg PPS. Eén van de doelstellingen voor het schooljaar 2012-2013 is immers inzetten op strategische partnerships. De Private Stichting Stedelijk Onderwijs legt hiervoor de basis. In 2011 werden ook voorbereidingen getroffen om een vzw Ballet Institute of Flanders (BIF) op te richten en te integreren in de Private Stichting Stedelijk Onderwijs. Medestichters hier zijn het Koninklijk Ballet Vlaanderen en de Artesis Hogeschool. Raad van Bestuur De Raad van Bestuur van het AG Stedelijk Onderwijs neemt strategische beslissingen met betrekking tot de organisatie. De bevoegdheden werden onderverdeeld volgens twee parameters, namelijk de inhoud van de bevoegdheid en de financiële gevolgen
van elke beslissing. De Raad van Bestuur beslist onder meer over de strategische doelstellingen op het niveau van de organisatie; de principiële beslissingen over het Masterplan en grote investeringsdossiers (boven de 250.000 euro); de beheersovereenkomst, het financieel plan en het jaarverslag. En ook over de goedkeuring van school-, centrum- en academiereglementen; het oprichten, sluiten of fusioneren van instellingen en programmaties van studierichtingen; structurele samenwerkingsverbanden met derden; alle collectieve regelingen inzake personeel en de aanstelling en het ontslag van de bedrijfsdirecteur, alsook de leden van het Directiecomité. De Raad van Bestuur is een onmisbare schakel tussen het stadsbestuur en het Stedelijk Onderwijs, en is dan ook samengesteld uit vertegenwoordigers van de Antwerpse meerderheidspartijen en van de oppositie. De Raad bestaat uit elf leden: Robert Voorhamme, Arthur Vandervee, Guy Lauwers, Leen Verbist, Fauzaya Talhaoui, Freya Piryns, David Dogge, Kristof Waterschoot, Caroline Drieghe, Peggy Pooters en Staf Wouters. Eind 2011 werden Freek Van Looveren (Groen) en Güler Turan (sp.a) aangesteld
nieuwe private stichting stedelijk onderwijs
AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF STEDELIJK ONDERWIJS
PRIVATE STICHTING STEDELIJK ONDERWIJS
BIF VZW
SOCRA VZW
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
ter vervanging van Freya Piryns en Leen Verbist. Zij nemen hun functie op vanaf 1 januari 2012. Het Directiecomité Het Directiecomité is verantwoordelijk voor alles wat er in het Stedelijk Onderwijs gebeurt en zorgt er samen met de procescoördinatoren en stuurgroepen voor dat de hele organisatie dezelfde koers vaart. Het Directiecomité heeft beslissingsbevoegdheid over alle elementen van het dagelijks bestuur zoals de goedkeuring en opvolging van de strategische doelenboom, de transversale processen en projecten, en de interne organisatiestructuur; het opstellen en opvolgen van het budget op organisatieni-
veau; allerlei aanstellingen, bevorderingen en ontslagen en andere personeelsgebonden materies; en de uitvoering van principiële beslissingen inzake Masterplanning, nieuwbouwprojecten en renovatieprojecten. Het Directiecomité van het Stedelijk Onderwijs bestaat uit de directeurs van de zes divisies, financieel directeur Gonda Verhaert, directeur Patrimoniumbeheer Karl Cools en bedrijfsdirecteur Frank Noten, die tevens voorzitter is.
& communicatie, informatie- en communicatietechnologie, patrimoniumbeheer, interne dienst preventie en bescherming, en ook onderwijskwaliteit, onderwijsvernieuwing en organisatieontwikkeling. Aan het hoofd van elke afdeling staat een procescoördinator die ondersteuning krijgt van een bijbehorende stuurgroep. In die stuurgroep zijn dan weer alle divisies vertegenwoordigd. Deze structuur over de divisies heen zorgt voor een efficiënte en slagvaardige organisatie.
Het Service- en Coördinatiecentrum Het Service- en Coördinatiecentrum (SCC) staat in voor alles wat gemeenschappelijk is over de divisies heen. Specifiek gaat het hier om human resources, financiën, marketing
Opvolgen strategische doelenboom Het Stedelijk Onderwijs werkt met een doelenboom om alle strategische en tactische doelstellingen geïntegreerd aan te pakken. Dat resulteert in meer divisie- en
afdelingsoverschrijdend samenwerken om onderwijskundige uitdagingen doeltreffend aan te pakken. Elke divisie of afdeling werkt met een eigen operationeel plan dat alle doelstellingen, projecten, processen, audits en verbeterprojecten bevat. Deze plannen worden ter goedkeuring voorgelegd aan het Directiecomité en de Raad van Bestuur. De opvolging en bijsturing van de operationele planning gebeurt via een rapporteringsproces. Het projectbureau begeleidt en ondersteunt de werking hiervan. Het bureau bracht in 2011 voor het eerst de samenwerking tussen de diverse divisies, cellen en projecten in kaart. Het bureau zorgt ervoor dat het Stedelijk Onderwijs zich aansluit op de regelgeving over
mannen en vrouwen in het bestuur
De leden van het directiecomité met hun eigen functie en hun bijkomende functie als regisserend directeur
Raad van Bestuur
Frank Noten
Bedrijfsdirecteur, voorzitter Directiecomité
Gonda Verhaert
Financieel Directeur
Robert Scheltjens
Divisiedirecteur Basisonderwijs
Regisserend Directeur voor Human Resources
Mark Wouters
Divisiedirecteur Secundair Onderwijs
Regisserend Directeur voor ICT
Patrick Huygen
Divisiedirecteur Buitengewoon Onderwijs
Regisserend Directeur voor Patrimoniumbeheer
Patrick Mariën
Divisiedirecteur Volwassenenonderwijs
Regisserend Directeur voor Interne Dienst Preventie en Bescherming
Marc de Hertogh
Divisiedirecteur Deeltijds Kunstonderwijs
Regisserend Directeur voor Marketing & Communicatie
Wim Van Rompu
Divisiedirecteur Centrum voor Leerlingenbegeleiding
Regisserend Directeur voor Kwaliteitsmanagement
Karl Cools
Directeur Patrimoniumbeheer
Directiecomité
Regisserend Directeur voor Strategisch Management
79
de beleids- en beheercyclus van de stad Antwerpen en de Vlaamse overheid. Daarnaast zorgt het voor meer expertise rond proces- en projectmanagement in de organisatie. In 2011 werden diverse opleidingen PRINCE2™ projectmethodiek georganiseerd. Een veertigtal medewerkers behaalden de Europees erkende APMG-accreditatie als PRINCE2™ Foundation projectleider. Organisatiebeheersing en Organisatieontwikkeling Een significant onderdeel van het organisatiebeheersings- en ontwikkelingsmodel is het adequate klanten- en stakeholdersma-
nagement. Het komt erop neer dat het Stedelijk Onderwijs een continue kwaliteit in zijn dienstverlening wil bewaken. En dat in dialoog met alle stakeholders: ouders, leerlingen, leerkrachten, gemeenteraadsleden, burgers van Antwerpen, de stedelijke en Vlaamse overheden… Het Stedelijk Onderwijs wil tegemoetkomen aan de behoeften van deze klanten, en schenkt hoge prioriteit aan zijn servicebeleid, samenwerking en klanttevredenheid. De ambitie hierin is dat de duizenden medewerkers zich hierdoor betrokken voelen, met plezier gaan werken en trots zijn op de organisatie.
Klachtenbehandeling: het Vraag- en MELDPUNT Binnen deze constructieve dialoog is ruimte voor alle klachten, meldingen, vragen en suggesties. Die worden nauwkeurig geregistreerd en behandeld via het Vraagen Meldpunt. Naast het bewaken van de doorlooptijd en het borgen voor uniforme behandeling, staat dit systeem in voor het verzamelen van voorstellen tot verbetering. Op die manier kan de organisatie zich blijven moderniseren door de signalen van alle stakeholders.
“De structuur over de divisies heen zorgt voor een slagvaardige organisatie.”
Leden van de Raad van Bestuur met hun eigen functie
de processen en de bijhorende afdelingen binnen het Service- en Coördinatiecentrum
Carine Sneyers
Secretaris
AG SO
Procesgebied
Afdeling
Procescoördinator
Robert Voorhamme
Voorzitter
sp.a
Human Resources
HR
Jan Torfs
David Dogge
Bestuurder
CD&V / N-VA
Informatie- en Communicatietechnologie
ICT
Tom Bombeke
Leen Verbist
Bestuurder
sp.a
Guy Lauwers
Bestuurder
sp.a
Kwaliteit, Organisatie en Onderwijsvernieuwing, uitgebreid met beleidsinformatie en internationalisering
KWOROV
Piet Van den Bussche
Arthur Vandervee
Bestuurder
Open Vld
Preventie en Bescherming
IDPB
Ivo Davids
Fauzaya Talhaoui
Bestuurder
sp.a
Patrimoniumbeheer
Exploitatie
Tarik Van Ballaer
Kristof Waterschoot
Bestuurder
CD&V / N-VA
Onderhoud
Rony Lenaerts
Staf Wouters
Bestuurder
Vlaams Belang
Vastgoed en projecten
Ilse Verlegh
Freya Piryns
Bestuurder
Groen
Caroline Drieghe
Bestuurder
Vlaams Belang
Juridische ondersteuning
Beleidsondersteuning
Karolien Naert
Peggy Pooters
Bestuurder
Vlaams Belang
Marketing & Communicatie
Marketing & Communicatie
Frederik Picard
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
In 2011 kwamen er 64 klachten en 23 meldingen binnen, tegenover 43 klachten en 20 meldingen in 2010. In 2011 waren er opvallend minder signalen rond financiën. Er waren echter veel meer meldingen en klachten over gedrag en functioneren van personeel. Een derde van alle klachten bleek na behandeling evenwel ongegrond. Een klacht is een signaal van een stakeholder waaruit blijkt dat het Stedelijk Onderwijs niet aan de verwachtingen heeft voldaan, terwijl een melding betrekking heeft op elk signaal van een stakeholder over het functioneren van de organisatie – er is geen sprake van ontevredenheid of schuld.
Waarover gaan de klachten en meldingen? Meldingen: • inrichting van de infrastructuur (9%) • onderhoud van het patrimonium en kleine werken, zoals de staat van sanitaire voorzieningen, verwarmingsproblemen… (39%) Klachten: • gedrag van personeel in scholen, academies en centra (33%) • beleid, procedures of reglementen. Voorbeelden zijn aflevering van fiscale attesten, regeling rond opvang… (14%) • integriteit: het vermoeden van schending van psychische of fysieke integriteit of discriminatie (14%)
In totaal kwamen 41 meldingen en klachten bij het Stedelijk Onderwijs terecht via externe partners: 11 via de Ombudsvrouw (27%), 7 via het kabinet Onderwijs (17%), en de overige via het klachtenmanagement van de Stad Antwerpen, het meldpunt discriminatie of een vakorganisatie. De overige 46 meldingen en klachten werden binnen de organisatie gemeld via e-mail (54%), telefoon (26%), brief (13%) of persoonlijk bezoek (7%). Ofwel rechtstreeks bij de bedrijfsdirecteur (26%), bij de coördinator vraag- en meldpunt op organisatieniveau (19%) of binnen de divisies en het SCC (8%).
In totaal kwamen 62% van deze meldingen en klachten van ouders, leerlingen of cursisten. Ze signaleerden vooral situaties over hun school, centrum of academie (41%). Het ging daarbij over zowel de regeling van opvang, vragen over begeleiding van leerlingen, als de manier waarop gecommuniceerd wordt. In 22% van de gevallen was de werking van de medewerkers van hun school, academie of centrum het onderwerp van de melding of klacht.
Meldingen werden behandeld binnen de termijn van gemiddeld twaalf werkdagen, voor klachten bedroeg dit achttien werkdagen.
Van externen (buurtbewoners, comités…) kwamen 12 signalen (of 14% van het totaal). Zij stelden zich vragen bij het algemeen beleid, bij het beleid van een specifieke instelling of bij de staat en het onderhoud van de gebouwen.
Beoordeling klachten en meldingen Opvallend in deze cijfers is: • Dat 31% van de klachten ongegrond bleek na een analyse van de situatie.
Het eigen personeel uitte 21 signalen (of 24% van het totaal) en ging net iets vaker ten rade bij de vakbond, kabinetten of ombudsvrouw dan binnen de eigen organisatie. Van die klachten en meldingen handelden er 8 over het personeelsbeleid (evaluaties, opvolging van procedures, regelingen rond pensioen…), 6 over het functioneren van collega’s of hiërarchisch oversten, en 4 over het onderhoud, de schoonmaak en de voorzieningen van het patrimonium.
Dit onderscheid valt te verklaren door het feit dat er bij meldingen vaak een onderzoek van de situatie gebeurt, en er bijgevolg minder bemiddeling en opeenvolging van acties nodig is voor een adequate afhandeling.
beoordeling klachten en meldingen Beoordeling Gegrond Gegrond, gecorrigeerd
Klacht
Melding
5
1
6
0
Terechte opmerking
11
14
Ongegrond
20
6
Betwist
14
0
6
0
Stopgezet Onbevoegd
2
2
Eindtotaal
64
23
81
RAAD VAN BESTUUR
BELEIDSONDERSTEUNING
SCHOLENGEMEENSCHAPPEN
TRANSVERSALE PROCESSEN
DIRECTIECOMITÉ
SERVICE- EN COÖRDINATIECENTRUM ONDERWIJSKWALITEIT, ONDERWIJSVERNIEUWING EN ORGANISTIEONTWIKKELING
HUMAN RESOURCES
INFORMATIE EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE
MARKETING & COMMUNICATIE
FINANCIËN
PATRIMONIUMBEHEER
INTERNE DIENST PREVENTIE EN BESCHERMING
(KWOROV)
(HR)
(ICT)
(MC)
(FIN)
(PB)
(IDPB)
DIVISIE CENTRUM VOOR LEERLINGENBEGELEIDING (CLB)
DIVISIE BASISONDERWIJS
DIVISIE BUITENGEWOON ONDERWIJS
DIVISIE SECUNDAIR ONDERWIJS
NOORD 1
BUITENGEWOON SECUNDAIR
LEONARDO
BEELDENDE KUNSTEN
NOORD
MUZIEK / WOORD / DANS
NOORD 2 OOST ZUID
BUITENGEWOON LAGER
WERKING VANUIT CLB
WEST
SCHOLEN / CENTRA / ACADEMIES
DIVISIE VOLWASSEN ONDERWIJS
DIVISIE DEELTIJDS KUNSTONDERWIJS
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
114 instellingen in 2011
Aantal instellingen Basisonderwijs Aantal instellingen Buitengewoon Onderwijs Aantal instellingen Secundair Onderwijs Aantal instellingen Volwassenenonderwijs Aantal instellingen Deeltijds Kunstonderwijs
Dit toont aan dat er vaak grote onduidelijkheid heerst, die door een duiding van de procedures of regelgeving kon worden opgehelderd. • Dat in 22% van de meldingen het resultaat betwist wordt: gevallen waarbij de melder niet tevreden was met het oordeel van de inrichtende macht; in deze gevallen de school, het centrum, de academie of de dienst. • Dat 61% van de meldingen terechte opmerkingen zijn, waar het AG SO effectief verbeteringen moest aanbrengen. Vaak waren deze wel al opgenomen in bestaande planningen.
62
18
Aantal instellingen waar leerlingen of cursisten les volgen (toestand op 1 februari 2012). Voor het buitengewoon onderwijs zijn er twee MPI’s bijgeteld die sinds 2009 geen leerlingen meer in het systeem WIS@ hebben staan.
17 11 6
Thematisch overzicht klachten en meldingen Klacht
Melding
Beleid, reglementen en procedures
9
5
Orde- en tuchtmaatregelen
1
2
Integriteit
9
0
Resultaten leerlingen/cursisten
2
0
Begeleiding en ondersteuning leerlingen/cursisten
3
0
Communicatie van school/centrum/academie
5
0
Capaciteitsproblematiek
2
0
Patrimonium - infrastructuur
4
2
Patrimonium - onderhoud en kleine werken
2
9
Financiën (facturen/wedde)
1
2
21
0
Personeelsbeleid
7
3
Samenwerking scholen/stadsdiensten/externen
2
0
68
23
Functioneren en gedrag personeel
Totaal
leerplichtonderwijs
Aantal kleuters Aantal lagere schoolkinderen Aantal leerlingen Buitengewoon Onderwijs Aantal leerlingen Secundair Onderwijs 20.114 19.438 9.934 9.551 7.661
7.597
10.180 9.887
2.031
Schooljaar Schooljaar 2010-2011 2011-2012
2.049
Schooljaar Schooljaar 2010-2011 2011-2012
Schooljaar Schooljaar 2010-2011 2011-2012
Alle leerlingenaantallen geven volgens de officiële norm de situatie weer op 1 februari van het betreffende schooljaar, behalve voor het volwassenenonderwijs, waar als norm de referteperiode van 1 april tot en met 31 maart geldt. In 2011 besliste het Directiecomité over deze uniforme wijze van normering voor leerlingenaantallen. De cijfers verschillen in dat opzicht van de cijfers uit het eerste jaarverslag van het AG SO. Voor het buitengewoon onderwijs worden de dubbele inschrijvingen van GON-leerlingen en leerlingen van de ziekenhuisschool nu niet meer meegeteld. Verder wordt voor het deeltijds kunstonderwijs niet langer het aantal unieke leerlingen voor de hele divisie geteld, maar wordt het aantal unieke leerlingen per scholengemeenschap opgeteld. Voor het volwassenenonderwijs wordt als norm de officiële referteperiode van 1 april tot en met 31 maart genomen en niet langer het schooljaar.
83
buitengewoon onderwijs
deeltijds kunstonderwijs
Aantal kleuters Aantal lagere schoolkinderen Aantal leerlingen secundair
Aantal cursisten beeldende kunsten
1.973
1.835
2.049
2.031
Totaal: 3.224
853
839
Totaal: 3.372 788
787
1.117
1.114
387
378 95
123
6
79
78
0-18 Schooljaar 2010-2011
18-24
Schooljaar 2011-2012
25-39
40-64
65-79
+80
0-18
18-24
Schooljaar 2010-2011
volwassenenonderwijs
65-79
+80
Schooljaar 2011-2012
Aantal cursisten woord-muziek-dans
4.183
4.005 Totaal: 13.727
Totaal: 14.301 Totaal: 5.929
3.678 2.901
261 40-64
Schooljaar 2010-2011
65-79
556
523
279 8 80+
93 18
51
10 18-24
851
797 518
169
Totaal: 6.197
4.199
3.111
25-39
40-64
6.819
6.500
18-24
25-39
DEELTIJDS KUNSTONDERWIJS
Aantal cursisten
18
133
85
6
25-39
40-64
Schooljaar 2011-2012
65-79
80+
0-18
18-24
25-39
40-64
Schooljaar 2010-2011
65-79
579
60
2 +80
1 0-18
18-24
25-39
40-64
Schooljaar 2011-2012
65-79
+80
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
12345678
9
jaarrekening 2011
Financieel jaarverslag AG SO van de Raad van Bestuur aan de Gemeenteraad
Het Stedelijk Onderwijs wil zoveel mogelijk financiële marge creëren om haar voortrekkersrol in het Vlaamse onderwijslandschap op te nemen en mee het hoofd te bieden aan de uitdagingen voor de toekomst. Permanent wordt gezocht naar manieren om mensen en middelen efficiënter en effectiever in te zetten. 2011 is het eerste jaar waarin er een geconsolideerde jaarrekening wordt voorgelegd die twaalf maanden bestrijkt en zowat alle financiële processen van AG SO bevat. 2011 is de vergelijkingsbasis voor de toekomst.
85
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
rek. nr. naam rekening
ag so
balans na winstverdeling (31/12/2011) ACTIVA 21/28
VASTE ACTIVA
35.740.329,77
21
II
ImMateriële vaste activa (toelichting I)
22/27
III
Materiële vaste activa (toelichting II)
35.642.402,26
A. Terreinen en gebouwen
11.472.398,96
22
91.230,01
1. terreinen en gebouwen in eigendom
8.553.326,62
2. Terreinen en gebouwen in erfpacht
2.919.072,34
23
B. Installaties, machines en uitrusting
8.269.157,76
24
C. Meubilair en rollend materieel
5.184.066,85
25
D. Erfpacht, leasing en soortgelijke rechten
26
E. Overige materiële vaste activa
27
F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen
28
IV
Financiële vaste activa (toelichting III)
280
A. Deelnemingen (toelichting III.A.1. en III.B)
281
B. Vorderingen (toelichting III.A.2.)
284/8 29/58 29
C. Overige
VLOTTENDE ACTIVA V
290
14.136,68 10.702.642,01 6.697,50
6.697,50
39.061.156,53
Vorderingen op meer dan één jaar A. Werkingsvorderingen
291
B. Overige vorderingen
3
VI
Voorraden en bestellingen in uitvoering
40/41
VII
Vorderingen op ten hoogste één jaar
79.273,37 13.077.956,10
40
A. Werkingsvorderingen
6.342.005,24
41
B. Overige vorderingen
6.735.950,86
51/53
VIII
Geldbeleggingen (toelichting IV)
54/58
IX
Liquide middelen
490/1
X
Overlopende rekeningen (toelichting V)
21/58
TOTAAL ACTIVA
24.914.157,33 989.769,73
74.801.486,30
87
BASIS
SECUNDAIR
BUO
DKO
VWO
CLB
SCC
5.793.485,69
3.771.920,42
1.110.855,68
808.088,49
1.235.174,60
140.908,56
3.255,33
16.922,21
16.804,67
13.137,16
14.537,18
204,07
22.879.896,33 26.369,39
5.790.230,36
3.754.998,21
1.094.051,01
794.951,33
1.220.637,42
140.704,49
22.846.829,44
228.156,28
373.385,04
22.439,58
48.740,99
17.281,67
10.782.395,40
228.156,28
373.385,04
22.439,58
48.740,99
17.281,67
2.229.068,78
2.535.421,75
2.317.842,44
605.816,57
606.821,99
780.407,71
64.346,81
1.358.500,49
3.013.894,87
1.062.739,63
465.794,86
139.388,35
422.599,92
76.357,68
3.291,54
12.757,46
1.031,10
8.553.326,62
348,12 10.702.642,01 6.697,50
6.697,50
8.949.840,76
5.232.871,00
2.767.421,93
1.121.820,79
3.465.377,99
298.348,83
21.656.654,00
2.673,60
14.834.024,79
2.303.321,13 2.303.321,13 45.073,37
34.200,00
1.054.113,46
807.083,72
163.305,41
44.293,86
583.058,87
763.195,34
655.448,85
123.147,05
12.031,67
369.701,30
290.918,12
151.634,87
40.158,36
32.262,19
213.357,57
2.673,60
10.415.543,76
5.437.210,59
4.219.056,78
2.555.752,60
1.046.320,50
2.828.913,18
282.793,58
6.261.370,13
155.195,58
161.657,13
48.363,92
31.206,43
19.205,94
12.881,65
561.259,08
14.743.326,45
9.004.791,42
3.878.277,61
1.929.909,28
4.700.552,59
4.418.481,03
439.257,39
44.536.550,33
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
rek. nr. naam rekening
ag so
balans na winstverdeling (31/12/2011) PASSIVA 10/15
EIGEN VERMOGEN
10
I
Fondsen van het schoolbestuur
12
III
Herwaarderingsmeerwaarden
13
IV
Reserves
130
Reserve conform art. 46 van de statuten
133
Beschikbare reserves
14
V
Overgedragen resultaat (-)(+)
15
VI
Investeringssubsidies (toelichting VI)
16
VOORZIENINGEN
160/5
VII
1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen
162
2. Grote herstellings- en onderhoudswerken
1.030.422,12 21.886.442,49 24.478.599,31
B. Voorzieningen voor schenkingen en legaten met terugnemingsrecht (toelichting VII)
168
SCHULDEN VIII
170/4
22.240.490,89
Schulden op meer dan één jaar (toelichting VIII)
2.131.838,49
A. Financiële schulden
2.130.557,31
170
1. Achtergestelde leningen
172
2. Erfpacht, leasing en soortgelijke schulden
173
3. Kredietinstellingen 4. Overige leningen
174
2.130.557,31
B. Werkingsschulden
175
D. Overige schulden
178/9 42/48
22.916.864,61
3. Overige risico’s en kosten (toelichting. VII)
163
17
5.165.531,49
A. Voorzieningen voor risico’s en kosten
160
17/49
52.560.995,41
IX
Schulden op ten hoogste één jaar (toelichting VIII)
42
A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen
43
B. Financiële schulden
1.281,18 18.792.726,40 664.182,66
1. Kredietinstellingen
430/8
2. Overige leningen
439 44
C. Werkingsschulden
45
E. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten
450/3
1. Belastingen
454/9
2. Bezoldigingen en sociale lasten
46/48
11.508.142,39 4.407.031,01 115.131,81 4.291.899,20
F. Overige schulden
2.213.370,34
Overlopende rekeningen (toelichting IX)
1.315.926,00
492/3
X
10/49
TOTAAL PASSIVA
74.801.486,30
89
BASIS
SECUNDAIR
BUO
DKO
VWO
CLB
SCC
12.843.490,70
7.460.100,71
3.545.700,96
1.660.805,56
2.966.049,40
417.350,65
1.814.388,22
1.658.021,52
646.218,66
350.424,55
576.293,01
120.185,53
23.667.497,43
9.097.392,06
4.273.698,05
2.157.731,33
786.230,20
2.666.346,40
214.592,97
397.990,37
213.751,01
107.886,56
34.267,40
133.317,32
10.729,64
132.479,82
8.699.401,69
4.059.947,04
2.049.844,77
751.962,80
2.533.029,08
203.863,33
3.952.215,14
1.931.710,42
1.528.381,14
741.750,97
524.150,81
87.231,35
82.572,15
19.582.802,47
1.899.835,75
1.544.690,71
332.576,65
269.103,72
1.734.503,19
21.906,74
20.869.052,90
1.281,18
4.433.878,44
4.084.694,96
(363.821,36)
2.130.557,31
2.130.557,31
1.894.339,97
674.247,75
272.736,71
181.277,08
1.655.072,18
1.281,18
2.303.321,13
20.491,52
16.222.418,83 664.182,66
1.822.773,90
487.137,23
246.218,62
123.938,33
1.474.349,36
20.491,52
9.018.924,24 4.407.031,01 115.131,81 4.291.899,20
71.566,07
187.110,52
26.518,09
57.338,75
180.722,82
5.495,78
870.442,96
59.839,94
87.826,64
79.431,01
14.743.326,45
9.004.791,42
3.878.277,61
1.929.909,28
4.700.552,59
2.132.280,92 134,04
439.257,39
212.755,63
44.536.550,33
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
rek. nr. naam rekening
ag so
RESULTATENREKENING (van 01/07/2011 tot 31/12/2011) 70/74
Werkingsopbrengsten
75.199.625,92
70
I
A. Leerlingenbijdragen
8.656.614,50
71
B. Voorraadwijzigingen (toename +, afname -)
72
C. Geproduceerde vaste activa
73
D. Toelagen, subsidies en soortgelijke van overheidswege (toelichting X, A)
74
E. Andere werkingsopbrengsten (toelichting X, B)
60/64
II
Werkingskosten (-)
60
A. Verbruikte goederen
61
B. Diensten en diverse goederen
64.775.615,40 1.767.396,02 73.359.225,79 2.617.474,36 34.793.958,09
610
Huur
1.442.520,61
611
Onderhoud en herstellingen
1.026.111,10
612
Nutsvoorzieningen
8.662.799,61
613
Administratiekosten
1.597.188,48
614
Verzekeringen
615
Gereedschappen, materialen en benodigdheden
616
Overige leveringen en diensten
617
Uitzendkrachten en ter beschikking stellingen
619
Leerlingenactiviteiten en projecten
62
C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
630
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op vaste activa
145.206,96 5.073.045,00 11.413.664,44 2.560.303,86 2.873.118,03 30.025.697,25 4.685.654,74
E. Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en werkingsvorderingen 631/4
(toevoegingen +, terugnemingen -) (toelichting x,c)
635/8
(toevoegingen +, bestedingen en terugnemingen -) (toelichting x, D)
64
3.877,17
G. Andere werkingskosten
1.232.564,18
III
Werkingsoverschot (+)
1.840.400,13
75
IV
FinanciĂŤle opbrengsten
65
V
FinanciĂŤle kosten (-)
70/65
VI
Overschot uit de gewone activiteiten (+)
76
VII
Uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XI)
4.650.752,58
66
VIII
Uitzonderlijke kosten (toelichting XI)
2.539.322,25
IX
Overschot van het boekjaar (+)
6.362.679,62
70/64 64/70
(+) Werkingstekort (-)
65/70
70/66 66/70
2.450.633,90 39.784,74 4.251.249,29
Tekort uit de gewone activiteiten (-)
Tekort van het boekjaar (-)
91
BASIS
SECUNDAIR
BUO
DKO
VWO
CLB
SCC
12.169.573,97
7.484.477,75
2.254.891,69
1.297.394,48
1.257.111,50
250.921,18
51.066.909,43
3.773.324,23
2.128.229,29
377.782,76
244.262,66
961.240,45
15.320,51
1.157.066,37
8.193.638,83
4.798.975,61
1.755.110,18
902.334,13
169.340,53
235.550,53
48.829.257,51
202.610,91
557.272,85
121.998,75
150.797,69
126.530,52
50,14
1.080.585,55
11.302.400,67
6.905.194,82
1.902.971,96
909.831,67
1.535.718,48
247.841,26
51.137.611,23
209.581,74
20.191.471,28
626.620,02
1.718.602,80
91.804,89
65.935,16
114.511,49
8.754.315,53
3.318.221,32
1.339.948,48
534.341,42
874.675,09
33.348,68
93.788,87
8.789,10
48.467,86
17.138,36
375.159,82
372.921,98
129.762,31
81.294,77
58.936,20
9.898,34
45.273,41
4.058,62
417.432,52
506.122,72
161.703,14
57.274,31
153.506,45
1.119,38
17.874,04
4.288,78
376,00
82,55
2.893.867,48
543.062,41
475.616,60
129.470,48
215.417,03
15.065,65
800.545,35
2.402.795,08
611.187,73
309.790,82
148.150,19
265.958,41
86.626,81
7.611.805,40 1.124.009,54
1.240.987,74 11.330,83
402.651,96 8.603.569,24
44.020,38
257.128,96 121.466,21
1.199.101,71
62.332,53
32.362,34
48.884,08
41.688,34
51.925,32
1.421.592,52
1.065.657,63
213.576,77
20.423,73
121.947,75
612,75
29.306,88 30.025.697,25
1.496.509,71
1.438.485,19
367.845,91
212.398,96
3.597,17
465.407,62
37.073,22
667.934,13
280,00
424.955,41
429.885,51
99.775,51
97.156,13
80.844,28
1.186,30
252.508,57
867.173,30
579.282,93
351.919,73
387.562,81
(278.606,98)
3.079,92
(70.701,80)
634.221,38
749.455,82
294.759,45
147.098,62
68.542,89
29.497,18
537.072,55
2.318,03
2.099,08
108,86
93,74
1.784,45
3,00
33.377,58
1.499.076,65
1.326.639,67
646.570,32
534.567,69
(211.848,54)
32.574,10
432.993,17
142.979,35
263.264,12
15.107,61
43.413,17
58.879,22
817,20
4.126.982,13
142.987,01
242.641,51
3.720,34
38.756,36
210.852,04
1.499.068,99
1.347.262,28
657.957,59
539.224,50
(363.821,36)
1.910.378,98 33.391,30
2.649.596,32
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
rek. nr. naam rekening
ag so
RESULTATENREKENING (van 01/07/2011 tot 31/12/2011) TE BESTEMMEN WINST/VERLIES A
Te bestemmen overschot Te bestemmen TEKORT
70/66
1. Te bestemmen overschot van het boekjaar
66/70
Te verwerken tekort van het boekjaar (-)
790/690
2. Gecumuleerd overschot van het vorige boekjaar
690/790
Gecumuleerd tekort van het vorige boekjaar (-) B
792
Reservebewegingen
(6.362.679,62)
1. Onttrekking aan de reserves
692
2. Toevoeging aan de reserves (-) C
693
Over te dragen resultaat 1. Over te dragen overschot (-)
793 794
6.362.679,62
2. Over te dragen tekort D
Tussenkomst in het verlies van het boekjaar
(6.362.679,62)
93
BASIS
SECUNDAIR
BUO
DKO
VWO
CLB
SCC
1.499.068,99
1.347.262,28
657.957,59
539.224,50
-363.821,36
33.391,30
2.649.596,32
(1.499.068,99)
(1.347.262,28)
(657.957,59)
(539.224,50)
(33.391,30)
(2.649.596,32)
(1.499.068,99)
(1.347.262,28)
(657.957,59)
(539.224,50)
(33.391,30)
(2.649.596,32)
363.821,36 363.821,36
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
74,8 miljoen euro
balanstotaal, waarvan de helft bestaat uit vaste activa
2011
is de vergelijkingsbasis voor de toekomst.
BALANS AG SO heeft een balanstotaal van 74,8 miljoen euro. Activa De vaste activa bedragen zowat de helft van het balanstotaal en vertegenwoordigen de waarde van alle investeringen. In 2011 werd in totaal voor 21,5 miljoen euro geïnvesteerd. De helft daarvan zijn opgestarte investeringen in uitvoering van het Masterplan onderwijspatrimonium zoals: • 4,3 miljoen euro grote renovatieprojecten zoals Gloriantlaan, Eikenstraat, Constant Permekestraat, Speerstraat… • 2,7 miljoen euro investeringen in campussen zoals Masterplan Wilrijk, Kunstencampus Hardenvoort, Campus VWO Grote Steenweg. • 2 miljoen euro tijdelijke capaciteit zoals Bredastraat, Durletstraat, J. Grietenstraat, Krugerstraat, M. Montgomeryplein. • 0,8 miljoen euro in permanente capaciteit zoals Albertstraat, Biekorfstraat, Constitutiestraat. • 0,9 overige In 2011 werd tussen AG SO en IMEA een kaderovereenkomst gesloten, gericht op hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en energiebesparingen. Hier vloeiden twee projectovereenkomsten uit voort. De eerste overeenkomst heeft betrekking op energie-efficiëntie in vijftig gebouwen. De tweede overeenkomst regelt de plaatsing van fotovoltaïsche panelen en dakisolatie.
95
2
2,3
tijdelijke capaciteit
geïnvesteerd in energiebesparende (REG) investeringen
miljoen euro
uitgevoerde investeringen door de divisies Grote schilderwerken, bezettings- en renovatiewerken Inrichting en uitrusting van klaslokalen Computers, smartboards en toebehoren Schoolmeubilair
miljoen euro
In 2011 werd voor 2,3 miljoen euro geïnvesteerd in energiebesparende (REG) investeringen: • 1,7 miljoen euro in stookplaatsrenovatie en stoomvervangingen • 0,5 miljoen euro in fotovoltaïsche panelen • 0,1 miljoen euro in nieuwe verlichting en buitenschrijnwerk Deze REG-investeringen worden met een REG-lening met een looptijd van vijftien jaar gefinancierd. Het doel is de aflossing van de lening volledig te financieren met de besparing op de energiefactuur. In totaal is een investeringslening van 40 miljoen euro voorzien voor energiebesparende maatregelen voor de komende jaren. De divisies hebben in de loop van 2011 investeringsplannen opgemaakt in kader van huurders- en eigenaarsonderhoud, netwerkinfrastructuur, kleine energiebesparende maatregelen en modernisering van de schooluitrusting. Deze investeringsplannen werden in 2011 opgestart en worden in de komende jaren systematisch uitgevoerd. In 2011 investeerden de divisies onder meer: • 0,7 miljoen euro in grote schilderwerken, bezettings- en renovatiewerken • 1,4 miljoen euro in inrichting en uitrusting van klaslokalen
700.0000
1.400.000
1.600.000
1.2000.000
EUR
EUR
EUR
EUR
• 1,6 miljoen euro in computers, smartboards en toebehoren • 1,2 miljoen euro in schoolmeubilair
Passiva AG SO heeft een solvabiliteit (eigen vermogen/balanstotaal) van 70 procent.
De vlottende activa bestaan hoofdzakelijk uit vorderingen op ten hoogste één jaar en liquide middelen. De vorderingen op ten hoogste één jaar bedragen 13 miljoen euro. Het gaat hier hoofdzakelijk over: • 10,2 miljoen euro nog te ontvangen subsidies, voornamelijk dotaties van de stad (8,7 miljoen euro) waarvan de betaling vertraging kende. Voor de aankoop van het gebouw in de Lamorinièrestraat ontving AG SO een principiële subsidietoezegging van AGION voor 1,5 miljoen euro. • 1,8 miljoen euro vorderingen op leerlingenrekeningen en vorderingen op het Fonds voor inschrijvingsgelden (VWO) • 1 miljoen euro overige
Het eigen vermogen bestaat uit het startkapitaal van de voormalige gewone gemeentebedrijven, de reserves opgebouwd vanuit de resultaten van het huidige en de voorgaande boekjaren en de investeringssubsidies. De toename van de investeringssubsidies heeft betrekking op de investeringen 2011 in het masterplan en extra capaciteit. De stad Antwerpen financierde 12 miljoen euro, AGION beperkte zich voorlopig tot een tegemoetkoming in de aankoop van het administratief centrum van basisonderwijs. AG SO kan enkel AGION-subsidies indienen voor investeringen aan gebouwen waarvan AG SO eigenaar of erfpachthouder is. De overdracht van de gebouwen in erfpacht heeft vertraging opgelopen en kon pas eind 2011 voor de eerste gebouwen gebeuren.
AG SO heeft een hoge liquiditeitspositie, wat toelaat om de uitvoering van de investeringsplannen van de divisies en het masterplan deels met eigen middelen te financieren. Dit zal in de toekomst de verhouding vaste activa ten opzichte van het balanstotaal doen stijgen.
30 procent van het balanstotaal bestaat uit schulden. De schulden op meer dan één jaar hebben betrekking op de doorgeeflening van de stad Antwerpen voor de REG-investeringen. Deze lening wordt over vijftien jaar gespreid. Het aandeel dat in 2012 wordt betaald staat onder de post vervallen schulden. Meer dan 50 procent van de schulden zijn werkingsschulden, voor een bedrag van 11 miljoen euro openstaande en nog te ontvangen facturen eind 2012. De gemiddelde betalingstermijn (leverancierskrediet) bedraagt 42 dagen. Dit betekent dat AG SO gemiddeld binnen de voor-
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
70%
solvabiliteit (eigen vermogen/balanstotaal)
75,2
64,8
8,6
werkingsopbrengsten
toelage en dotatie
leerlingenbijdragen
miljoen euro
gestelde betalingstermijn van 45 dagen blijft. De sociale en fiscale schulden bestaan hoofdzakelijk uit de voorziening vakantiegeld die moet worden aangelegd, de nog te betalen functioneringstoelage en de tweede pensioenpijler voor het contractueel personeel. De overige schulden zijn schulden ten aanzien van de stad Antwerpen door te veel opgevraagde werkingsdotatie, en moeten gezien worden in samenhang met de werkingsvorderingen. RESULTATENREKENING Werkingsopbrengsten AG SO heeft in 2011 75,2 miljoen euro werkingsopbrengsten. 86 procent van de werkingsopbrengsten zijn afkomstig van subsidies en toelagen van de Vlaamse en stedelijke overheid. De lonen van het onderwijzend personeel zijn hierin niet begrepen aangezien deze geen financiële stroom voor AG SO genereren. Wordt de loonkost van het gesubsidieerde mee in rekening genomen, dan bedraagt het aandeel subsidies en toelagen 96 procent. De toelagen van de Vlaamse overheid bedragen 29,8 miljoen euro. Inclusief de loonkost van het gesubsidieerd personeel is dat 205,8 miljoen euro. • 25,8 miljoen euro werkingstoelagen basis-, secundair en buitengewoon onderwijs, deeltijds kunstonderwijs en centrum voor leerlingenbegeleiding
miljoen euro
• 1,7 miljoen euro werkingstoelagen medisch pedagogische instellingen • 1,5 miljoen euro voor busbegeleiding en sociaal abonnement gesubsidieerd personeel • 0,8 miljoen euro nascholingsgelden, ICT-coördinatie… • 194 miljoen euro loonkost gesubsidieerd personeel opgenomen in de toelichting van de jaarrekening De werkingsdotatie van de stad is 34 miljoen euro voor personeel, energie, patrimonium, verzekeringen en andere. De leerlingenbijdragen bedragen 8,5 miljoen euro, bestaande uit 2,3 miljoen euro opbrengst van inschrijvingsgelden van het volwassenenonderwijs, secundair en deeltijds kunstonderwijs, 4,4 miljoen euro uit leerlingenactiviteiten en -verbruik en 1,8 miljoen euro uit voor- en naschoolse opvang. De andere werkingsopbrengsten van 1,8 miljoen euro zijn opbrengsten uit onderwijsactiviteiten, nevenactiviteiten, huuropbrengsten en overige. Werkingskosten De werkingskosten bedragen 73,3 miljoen euro. Zowat 90 procent van de uitgaven zijn uitgaven voor bezoldigingen, diensten en diverse goederen. De verdeling moet genuanceerd worden omdat de loonkost van het gesubsidieerd personeel niet is opgenomen. Met inbegrip van de loon-
miljoen euro
kost van het gesubsidieerd personeel verhoogt het aandeel bezoldigingen tot 84 procent. Diensten en diverse goederen vertegenwoordigen dan 13 procent van de totale werkingskosten. De belangrijkste uitgaven voor diverse leveringen en diensten zijn: • 8,7 miljoen euro nutsvoorzieningen • 5 miljoen euro uitbesteding schoonmaak • 3,3 miljoen euro didactisch materiaal • 2,9 miljoen euro leerlingenactiviteiten (schoolreizen en uitstappen, projecten…) • 2,5 miljoen euro detacheringen departement onderwijs en interimpersoneel • 3,7 miljoen euro onderhoud en herstellingen, onderhoudscontracten, ploeg energiesnoeiers, gereedschappen, materialen, werkkledij… • 1,6 miljoen euro administratie- en communicatiekosten • 1,2 miljoen euro vrijwilligers • 0,9 miljoen euro leerlingenvervoer • 0,7 miljoen vorming en nascholing De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen bedragen 30 miljoen euro (224 miljoen euro inclusief gesubsidieerd personeel): • 29,3 miljoen euro niet-gesubsidieerd personeel • 0,7 miljoen euro sociaal abonnement gesubsidieerd personeel
97
1,8
73,3
1,8
6,4
andere werkingsopbrengsten
werkingskosten
werkingsresultaat
resultaat van het boekjaar
miljoen euro
miljoen euro
De afschrijvingen bedragen 4,7 miljoen euro. De andere werkingskosten zijn kosten voor opendeurdagen, feestelijkheden, roerende voorheffing, afvalstickers en diverse activiteiten. Werkingsresultaat Het werkingsresultaat van AG SO is positief en bedraagt 1,8 miljoen euro. Alle divisies met uitzondering van het volwassenenonderwijs en het Service- en Coördinatiecentrum (SCC) hebben een positief resultaat. Financieel resultaat De financiële opbrengsten bedragen 2,5 miljoen euro, waarvan 2,2 miljoen euro betrekking heeft op de investeringssubsidies. De financiële kosten zijn bankkosten en kosten van verwijlintresten ten gevolge van de vertraging in overname van facturen nutsvoorzieningen. Meer dan achthonderd energiemeters moesten van de stad naar AG SO worden overgedragen. Resultaat uit de gewone activiteiten Het resultaat uit de gewone activiteiten bedraagt 4,2 miljoen euro. Enkel de divisie Volwassenenonderwijs heeft een negatief resultaat. Dit is onder meer te verklaren door de hoge afschrijvingen van investeringen waar geen investeringssubsidies tegenover staan en de hogere afdrachten voor werking en personeel aan het SCC.
miljoen euro
miljoen euro
Uitzonderlijk resultaat De uitzonderlijke opbrengsten en kosten zijn hoofdzakelijk vergoedingen en uitgaven voor gedane engagementen vóór de verzelfstandiging. Daarnaast is een rechtzetting op het Fonds voor inschrijvingsgelden 2010 van het volwassenenonderwijs geboekt.
Kwijting De bestuurders en het college van commissarissen vragen aan de gemeenteraad om kwijting te verlenen over de uitoefening van de mandaten gedurende dit boekjaar.
Resultaat van het boekjaar AG SO sluit het boekjaar met een positief resultaat van 6,4 miljoen euro af. Enkel de divisie Volwassenonderwijs sluit af met een negatief resultaat. Bij de budgetrondes 2011 werd een tekort gebudgetteerd. Het volwassenenonderwijs heeft voldoende reserves om dit tekort op te vangen. In 2012 en 2013 worden alle financiële stromen in kaart gebracht en geanalyseerd met als doel het tekort structureel aan te pakken.
Robert Voorhamme Arthur Vandervee Voorzitter Ondervoorzitter
Bestemming van het overschot Het overschot van AG SO wordt naar de reserves overgebracht. Deze reserves worden als fonds beschouwd voor de realisatie van het masterplan onderwijsinfrastructuur, de inhaalbeweging eigenaarsonderhoud en de modernisering van de bestaande schoolinfrastructuur en –uitrusting en specifieke noden met betrekking tot de capaciteitsuitbreiding en voor het divisieoverschrijdend solidariteitsfonds.
Antwerpen, 25 mei 2012
Stedelijk Onderwijs Antwerpen
Verslag van het college van commissarissen aan de Gemeenteraad van de stad Antwerpen over de jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2011 van het Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over jaarrekening, evenals over de vereiste bijkomende vermeldingen. Verklaring over de jaarrekening zonder voorbehoud Wij hebben de controle uitgevoerd van de jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2011, opgesteld overeenkomstig het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel, met een balanstotaal van € 74.801.486,30 en waarvan de resultatenrekening afsluit met een overschot van het boekjaar van € 6.362.679,62. Verantwoordelijkheid voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening Het opstellen van de jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur. Deze verantwoordelijkheid omvat: het opzetten, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of het maken van fouten bevat; het kiezen en toepassen van
geschikte waarderingsregels; en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van het college van commissarissen Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en volgens de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Overeenkomstig deze controlenormen hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter verkrijging van controle-informatie over de in de jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De keuze van deze controlewerkzaamheden hangt af van onze beoordeling alsook van onze inschatting van het risico dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of het maken van fouten. Bij het maken van onze risico-inschatting houden wij rekening met de bestaande interne controle van het autonoom gemeentebedrijf met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening ten einde in de gegeven omstandigheden de gepaste werkzaamheden te bepa-
len, maar niet om een oordeel te geven over de effectiviteit van de interne controle van het autonoom gemeentebedrijf. Wij hebben tevens de gegrondheid van de waarderingsregels, de redelijkheid van de betekenisvolle boekhoudkundige schattingen gemaakt door het autonoom gemeentebedrijf, alsook de voorstelling van de jaarrekening, als geheel beoordeeld. Ten slotte hebben wij van de Raad van Bestuur de voor onze controlewerkzaamheden vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie een redelijke basis vormt voor het uitbrengen van ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening afgesloten op 31 december 2011 een getrouw beeld van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van het autonoom gemeentebedrijf, overeenkomstig het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel. Bijkomende vermeldingen Het naleven door het autonoom gemeentebedrijf van de wetten en decreten die op haar van toepassing zijn, alsmede van de statuten, vallen onder de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur.
99
Het is onze verantwoordelijkheid om in ons verslag de volgende bijkomende vermeldingen op te nemen die niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de jaarrekening te wijzigen: • Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang wordt de boekhouding gevoerd overeenkomstig de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. • Wij dienen u geen verrichtingen of beslissingen mede te delen die in overtreding zijn met met de statuten of de wetgeving van toepassing op de Autonome Gemeentebedrijven. Antwerpen, 1 juni 2012 College van commissarissen Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA vertegenwoordigd door
Ömer Turna Vennoot
Commissarissen Gemeenteraadsleden
Suzette Verhoeven
Eva Mangelschots
Stedelijk Onderwijs Antwerpen rek. nr. naam rekening
ag so consolidatie
basis
secundair
buo
DKO
VWO
CLB
SCC
77.006.104
11.556.040
7.445.520
2.209.795
1.231.452
1.200.371
254.671
53.108.255
BOEKHOUDKUNDIG RESULTAAT BUDGET 2012 Bedrijfsopbrengsten 700 Opbrengsten uit leerlingenactiviteiten
1.632.644
888.329
594.655
132.000
1.000
2.660
14.000
-
701 Inschrijvingsgelden
2.219.477
-
150.000
-
151.578
655.144
-
1.262.755
702 Middagstudie
1.102.581
1.030.803
6.428
65.350
-
-
-
-
664.336
663.836
-
500
-
-
-
-
2.855.401
985.059
1.592.220
186.420
33.202
58.500
-
-
224.093
1.245
85.448
-
36.000
101.400
-
-
45.301
20.771
8.000
-
180
16.350
-
-
29.346.886
6.866.134
3.674.140
1.298.083
158.622
-
230.071
17.119.835
703 Voor- en naschoolse opvang 704 Verk. van goederen & materialen bestemd vr verkoop 705 Verkopen van boeken en cursussen 706 Overige leerlingenbijdragen 730 Werkingstoelagen 731 Bijzondere werkingsmiddelen
712.247
89.506
163.169
248.872
13.632
191.567
5.500
-
732 Projectmatige subsidies
534.249
138.031
261.149
26.170
36.400
57.500
-
15.000
733 Dotatie van de stad
35.103.582
500.900
322.500
122.100
690.248
50.900
5.100
33.411.835
739 Overige toelagen en subsidies
301.462
223.812
38.200
31.950
-
-
-
7.500
743 Verkopen goederen & diensten uit de onderwijsact.
506.705
-
392.855
53.850
-
60.000
-
-
744 Omzet nevenactiviteiten
342.173
141.522
77.111
42.900
63.290
2.350
-
15.000
745 Sponsors, giften, schenkingen en legaten
379.915
3.995
24.560
1.600
21.000
-
-
328.760
746 Huuropbrengsten gebouw, terreinen, lokalen & materialen
343.630
-
4.560
-
26.300
-
-
312.770
749 Diverse werkingsopbrengsten
691.421
2.096
50.525
-
-
4.000
-
634.800
Bedrijfskosten
78.616.268
11.903.186
7.172.018
2.313.278
1.022.493
1.629.082
284.745
54.291.466
600 Aankopen van grondstoffen
378.158
26.279
323.879
-
-
28.000
-
-
601 Aankopen van hulpstoffen
443.665
124.349
212.086
69.200
-
38.030
-
-
1.562.495
445.580
1.023.837
40.300
29.700
23.078
-
-
332.126
700
226.526
-
36.000
68.900
-
-
1.834.935
31.470
74.165
9.380
20.460
16.960
-
1.682.500
604 Aankopen van goederen en materialen voor verkoop 605 Aankopen boeken en cursus voor verkoop 610 Huurlasten 611 Onderhoud en herstellingen
2.163.297
639.276
391.169
225.290
92.401
84.862
9.000
721.300
612 Nutsvoorzieningen
9.104.253
41.190
36.823
4.540
-
-
-
9.021.700
613 Administratiekosten
1.811.654
391.544
547.609
250.700
67.697
150.479
64.000
339.625
101
rek. nr. naam rekening
ag so consolidatie
basis
secundair
buo
DKO
VWO
CLB
SCC
BOEKHOUDKUNDIG RESULTAAT BUDGET 2012 614 Verzekeringen 615 Gereedschappen, materialen en benodigdheden 616 Overige leveringen en diensten 6160 Dienstverlening, bijdragen en lidgelden
258.800
1.030
24.344
5.500
926
-
-
5.173.591
3.028.404
520.672
527.960
108.800
243.455
10.000
227.000 734.300
12.365.670
2.466.735
576.266
334.195
194.509
189.634
93.000
8.511.330
344.193
65.255
22.387
3.805
29.116
2.100
15.000
206.530
2.227.987
1.128.590
37.117
43.500
25.280
12.000
3.500
978.000
6162 Vergoedingen (Intellectuele en buitenlandse prestaties)
113.480
2.500
-
-
24.480
-
-
86.500
6163
826.225
256.770
153.157
78.100
54.813
52.184
30.000
201.200 24.000
6161 Erelonen (Revisor, jurist, externe expertise, etc)
Nascholing
6164
Dienstverplaatsing
170.932
14.900
49.592
49.590
1.000
17.850
14.000
6165
Leerlingenvervoer
961.105
808.155
-
124.150
3.800
-
25.000
-
6166
Veiligheid & EHBO
433.041
9.955
12.876
6.400
5.960
5.850
2.000
390.000 167.500
6167
Publiciteit
459.797
14.950
176.947
3.100
26.100
70.700
500
6168
Receptie & representatiekosten
161.750
48.020
32.320
6.750
15.460
19.200
500
39.500
6169
Overige
6.667.160
117.640
91.870
18.800
8.500
9.750
2.500
6.418.100
617 Uitzendkrachten en ter beschikk. gestelde personen
2.932.134
1.683.250
86.800
159.700
54.350
227.850
50.000
670.184
619 Kosten van leerlingenactiviteiten
2.734.690
1.241.324
1.162.971
200.900
56.700
46.795
6.000
20.000
19.916.360
-
-
-
-
-
-
19.916.360
3.593.000
-
-
-
-
-
-
3.593.000
185.460
-
-
-
-
-
-
185.460
623 Andere personeelskosten
2.031.480
-
-
-
-
-
-
2.031.480
624 Ouderdoms- en overlevingspensioenen
3.336.400
-
-
-
-
-
-
3.336.400
630 Afschrijvingen,waardeverminderingen vaste activa
7.404.110
1.538.025
1.608.827
394.788
233.387
435.912
47.245
3.145.927
620 Bezoldigingen en rechtstreekse soc. voordelen 621 Werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen 622 Werkgeverspremies vr bovenwettelijke verzekeringen
637 Voorzieningen voor andere risico's en kosten 640 Werkingsbelastingen 643 Giften en schenkingen 644 Diverse werkingskosten
verwacht bedrijfsresultaat van het kalenderjaar
-
-
-
-
-
-
-
-
189.475
67.140
56.806
26.900
7.712
6.717
500
23.700
43.260
23.170
15.180
300
1.200
1.910
-
1.500
821.256
153.722
284.059
63.625
118.650
66.500
5.000
129.700
-1.610.165
-347.146
273.502
-103.483
208.960
-428.711
-30.074
-1.183.211
Stedelijk Onderwijs Antwerpen rek. nr. naam rekening
ag so consolidatie
basis
secundair
buo
DKO
VWO
CLB
SCC
3.416.077
630.088
520.157
200.546
106.678
56.228
24.483
1.877.898
BOEKHOUDKUNDIG RESULTAAT BUDGET 2012 Financiële opbrengsten 751 Opbrengsten uit vlottende activa
115.760
6.940
23.102
13.750
6.193
19.775
1.000
45.000
753 Investerings- en intrestsubsidies
3.297.401
621.432
497.055
186.596
100.485
35.453
23.483
1.832.898
2.916
1.716
-
200
-
1.000
-
-
757 Diverse financiële opbrengsten
Financiële kosten 650 Kosten van schulden 657 Diverse financiële kosten
verwacht financieel resultaat van het kalenderjaar Uitzonderlijke opbrengsten 764 Andere uitzonderlijke opbrengsten
Uitzonderlijke kosten 664 Andere uitzonderlijke kosten
Verwacht uitzonderlijk resultaat van het boekjaar 2012 Verwachte winst/verlies van het boekjaar 2012 voor resultaatverwerking
123.219
1.218
1.406
200
-
345
-
120.050
118.050
-
-
-
-
-
-
118.050
5.169
1.218
1.406
200
-
345
-
2.000
3.292.858
628.870
518.751
200.346
106.678
55.883
24.483
1.757.848
184.735
70.435
3.000
-
-
104.800
6.500
-
184.735
39.796
70.435
-
39.796
3.000
27.296 -
-
-
27.296
-
-
104.800
7500 -
6.500
-
7.500
-
5.000 -
5.000
144.939
70.435
-24.296
-
-
97.300
6.500
-5.000
1.827.632
352.158
767.957
96.863
315.638
-275.528
908
569.637
103
rek. nr. naam rekening
ag so consolidatie
basis
secundair
buo
DKO
VWO
CLB
SCC
38.324.080
-
-
-
-
-
-
38.324.080
investeringsbudget 2012 investeringsubsidies 150 Investeringsdotatie 2011 stad Antwerpen 150 Schuldvorderingsstaat < 2011 stad Antwerpen 153 AGION
Investeringsbudget
13.412.108
-
-
-
-
-
-
9.123.543
-
-
-
-
-
-
9.123.543
15.788.429
-
-
-
-
-
-
15.788.429
50.414.559
3.881.563
3.937.522
918.150
729.900
534.875
123.800
13.412.108
40.288.750
210 Kosten van onderzoek en ontwikkeling
433.500
-
-
-
-
-
-
433.500
218 Softwarelicenties
120.694
1.960
31.434
5.800
26.500
9.500
-
45.500
220 Terreinen
-
-
-
-
-
-
-
-
221 Gebouwen
-
-
-
-
-
-
-
-
222 Bebouwde terreinen
-
-
-
-
-
-
-
-
223 VA in erfpacht: gebouwen
20.173.766
173.766
-
-
-
-
-
20.000.000
224 VA in erfpacht: onroerend door bestemming
17.529.900
179.000
711.000
75.000
44.900
-
-
16.520.000
225 VA in erfpacht: onderhouds- en investeringswerken
3.551.758
994.058
449.000
93.000
45.000
5.000
20.000
1.945.700
230 Installaties
2.844.195
481.300
825.795
289.100
154.200
-
81.300
1.012.500
765.400
48.250
617.200
76.350
3.600
20.000
-
-
1.955.189
944.022
614.717
119.800
63.450
193.000
1.000
19.200
231 Machines en gereedschappen 232 Uitrusting en inrichting 233 Computers
791.173
189.493
324.530
66.900
27.650
163.500
3.500
15.600
234 Boeken bestemd voor verhuur
53.346
-
51.346
-
2.000
-
-
-
236 Muzisch materieel
91.000
-
-
-
91.000
-
-
-
1.880.488
843.313
279.000
175.700
271.600
131.875
18.000
161.000
241 Rollend materieel
174.700
12.700
22.000
10.000
-
-
-
130.000
242 Kantooruitrusting
48.950
13.200
11.500
6.500
-
12.000
-
5.750
251 Installaties, machines en uitrusting leasing
-
-
-
-
-
-
-
-
252 Meubilair en rollend materieel leasing
-
-
-
-
-
-
-
-
500
500
-
-
-
-
-
-
240 Meubilair
260 Overige materiĂŤle vaste activa
Colofon De teksten van dit jaarverslag zijn geredigeerd door Cantilis (Sybil Van Torre, Debby Burssens en Pascal Van Wambeke) en het Stedelijk Onderwijs Antwerpen (Sacha Jennis). Cantilis stond eveneens in voor het concept en de vormgeving. De coรถrdinatie van het geheel gebeurde door Cantilis in samenwerking met het Stedelijk Onderwijs Antwerpen (Sacha Jennis). Verantwoordelijke uitgever: Frank Noten, Bedrijfsdirecteur Stedelijk Onderwijs Antwerpen. Fotografie door Elisabeth Verwaest, Cantilis en het Stedelijk Onderwijs, met dank aan de bereidwillige medewerking van alle leerlingen, leerkrachten, directies en het ondersteunend personeel. Het Stedelijk Onderwijs Antwerpen dankt alle betrokken divisies en ondersteunende diensten voor hun medewerking bij de totstandkoming van dit verslag. Wettelijk depot: D/2012/0306/140
0800 23019 www.stedelijkonderwijs.be info@so.antwerpen.be