Rembrandt magazine t/m 5 oktober 2014 / Reizende tentoonstelling langs vijf musea met meer dan honderd etsen van de meester zelf
H 7,95
23 maart 2013 t/m 28 juli 2013
Westfries Museum Hoorn
Geestig, gedreven & manipulatief
De beroemdste etsen
Hans Goedkoop
‘Ik ben verbluft dat ik zoiets moois in huis heb’
Sacha de Boer
‘Rembrandt heeft mij als fotograaf beïnvloed’
Marcel Wanders
8 7 1 8 1 82 565003
002 1 3
de grappigste de pikantste de duurste
‘Rembrandt is mijn superoom’
www.rembrandtinzwartwit.nl
Rembrandt ontleed
BP
Bewaarexemplaar / Rembrandt in Zwart-Wit / 23 maart 2013 t/m 28 juli 2013 / Westfries Museum Hoorn
Rembrandt in Zwart-Wit
THE NEXT GENERATION RANGE ROVER landrover.nl/rangerover
Min./max. gecombineerd verbruik: 7,5-13,8 l/100 km, resp. 13,3-7,2 km/l, CO2-uitstoot resp. 196-322 g/km. 3 jaar fabrieksgarantie tot 100.000 km. Consumentenprijs vanaf € 114.400 incl. BTW en BPM. Leaseprijs vanaf € 2.177 p.m. excl. BTW
LRNLHOC2W022_RR_Nationaal_Rembrandt_297Hx460_RUG_2x4_IC.indd 2
06/03/13 14:32
(bron: Land Rover Financial Services, full operational lease, 48 mnd., 20.000 km/jr.). Prijs- en specificatiewijzigingen voorbehouden. Kijk voor meer informatie op www.landrover.nl
LRNLHOC2W022_RR_Nationaal_Rembrandt_297Hx460_RUG_2x4_IC.indd 3
06/03/13 14:33
Ruim 4000 exclusieve huizen op Toplocaties.nl Tijdloos_Spread_Advertentie_Toplocoaties_26FEB13.indd 1
08-03-13 10:15
Tijdloze huizen Toplocaties.nl presenteert het meest exclusieve huizenaanbod van Nederland en BelgiĂŤ. Van tijdloze grachtenpanden tot moderne landhuizen. Kijk binnen in de mooiste huizen en laat u inspireren. Toplocaties.nl is onderdeel van woonmagazine Residence.
Vind uw exclusieve huis op www.toplocaties.nl Volg ons:
Tijdloos_Spread_Advertentie_Toplocoaties_26FEB13.indd 2
08-03-13 10:16
6 | Rembrandt Magazine inhoud
24
48
29 10 Een onweerstaanbaar aanbod Voorwoord namens de Rembrandtpartners, colofon en medewerkers.
14 In ’t kort Weetjes, feiten en activiteiten rondom Rembrandt.
18 Meesterwerken op tournee
29 De schoonheid van de ets
De expositie‘Rembrandt in Zwart-Wit’ trekt tot oktober 2014 langs vijf historische steden. De museumdirecteuren verheugen zich.
Verzamelaar Jaap Mulders, de drijvende kracht achter ‘Rembrandt in Zwart-Wit’: “Rembrandt zou nu fotograaf zijn geweest.”
24 Etsen voor dummies Een kijkje in de gereedschapskist van Rembrandt.
35 Etsen kijken De mooiste etsen volgens de verzamelaar.
50 50 Sacha de Boer De fotografe (en nieuwslezeres) over Rembrandts fotografische kwaliteiten.
54 Leven en werk in licht en donker Kunsthistoricus Gary Schwartz probeert de kunstenaar te doorgronden. Wat voor man was hij?
48 Portrettengalerij
60 Lezersaanbieding
Wie speelden een rol in Rembrandt’s leven?
Een ets in huis met heel veel korting.
CULTUUR MA AK T JE RIJKER PARTNER VAN DE MUSEUMKAART
Sleutel tot 400 schatkamers Geef ‘m cadeau De Museumkaart biedt toegang tot 400 musea. Met de Museumkaart steunt u de deelnemende musea. Verkrijgbaar à € 44,95/€ 22,50* (excl. adm. kosten) online, via 0800-0203388 en bij 150 grotere musea. * prijswijzigingen voorbehouden
www.museumkaart.nl
MuseumKaartAdv230x297.indd 1
28-01-2013 10:44:16
8 | Rembrandt Magazine inhoud
92
85
63 63 Een echte Rembrandt aan de muur Bij Hedy d’Ancona hangt hij op de wc. Hans Goedkoop erfde hem van zijn vader. Een portret van vijf trotse etsbezitters.
68 Echt, een beetje echt of vals? Kunsthistoricus Erik Hinterding van Het Rijksmuseum onderzocht 18.000 etsen van Rembrandt en deed opmerkelijke ontdekkingen. Hoe stel je de echtheid vast?
74 De favoriete ets van‌ onder meer Marcel Wanders en Nelleke Noordervliet.
80 Een goed gesprek
85 Rembrandt is de naam. Aangenaam.
94 For kids only Wil jij ook goed leren tekenen of een leuk boek winnen? Blader dan naar bladzijde 94!
Vijf portretten.
91 Column
Ivo Niehe belt aan bij de meester.
Raymond van den Boogaard, redacteur cultuur bij NRC Handelsblad.
83 Column
92 Uitblinkers
Nederlands bekendste Rembrandtdeskundige Ernst van de Wetering.
De duurste, de pikantste, de beroemdste ets.
97 Shopping Van zeventiende-eeuwse oorhanger tot een kunstwerk van chocola.
Al 27 jaar dé specialist Rusland Oekraïne Georgië Armenië Baltische landen
Vraag nu de gratis brochure aan!
2013
Arm enië • Geo rgië • • Oek raïn e tisc he land en Rus land • Bal
telefoon: 020 – 2012777 | e-mail: info@bolsjoj.nl | internet: www.bolsjoj.nl
089-028_Adv. Bolsjoj.indd 2
29-01-13 15:19
10 | Rembrandt Magazine Colofon
Colofon Rembrandt Magazine is een eenmalige uitgave van Jaap Mulders, Westfries Museum Hoorn, Het Markiezenhof Bergen op Zoom, Stedelijk Museum Zutphen, Museum Gouda en Gemeentemuseum Het Hannemahuis Harlingen. Rembrandt Magazine verschijnt ter ere van de reizende expositie ‘Rembrandt in Zwart-Wit: meer dan honderd etsen van de meester zelf’.
Harlingen
Hoorn
Productie en realisatie Pelican Custom BV Postbus 69530 1060 CN Amsterdam Telefoon: 020-7581000 www.pelicanmags.nl Account director Jeannette Stavorinus Hoofdredactie Lieke Lemmens Projectmanagement Kyra Hartlief Sofie Vermooten Art direction Willemijn Siebrand Eindredactie Marike Popma Medewerkers Annemiek Biersma, Koos Breukel, Merlijn Doomernik, Hotze Eisma, Rianne Landstra, Jaap Mulders, Koosje Mulders, Ivo Niehe, Lenny Oosterwijk, Mariëlle Osté, Matthijs Rhee, Leo Alexander Schlangen, Gary Schwartz, Loekie Schwartz, Simone Simon, Corné van der Stelt, Hugo Thomassen, Jaap van der Veen, Sofie Vermooten, Tiana Wilhelm, Koos de Wilt Marketing Ilse Franckaert Brigitte Londt Schultz Sales Marije Beucker Andreae, Bouke Brinksma, Diederick Evers, Vivian Gorissen, Paul Laurey, Saskia Moeskops, Simone Simon Productie Daniëlle van Tol Lithografie True Colours Nederland
Overname uit of vermenigvuldiging van deze uitgave is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever.
Zutphen Gouda
Bergen op Zoom
Rembrandt in Zwart-Wit is tot stand gekomen met steun van: ABN AMRO, Cultuurfonds Bank Nederlandse Gemeenten, Mondriaan Fonds, Prins Bernhard Cultuurfonds, VSB Fonds, EP: Beerepoot Hoorn, Deen supermarkten
AA_black-whiteC.eps ABN AMRO black-white for coated paper Width shield: 20 mm Overlap: 0,05 mm
Voor hun bijdrage aan de tentoonstelling en/of Rembrandt Magazine danken de Rembrandt-partners: Museum Het Rembrandthuis, Rijksmuseum, Mariette de Groot Inlijsten, De heer E. Douwes sr., Harlingseboys, Camuse, DeepWeb.
Rembrandt Magazine | 11 voorwoord
Rembrandt
Een onweerstaanbaar aanbod
in Zwart-Wit
Icoon, legende, passie. Woorden die tot de standaard vocabulaire van de meeste glossy tijdschriften lijken te behoren. Te pas, maar vaker te onpas worden zij toegeschreven aan personen, zaken en bezigheden die deze status (nog) niet verdienen.
23 maart 2013 – 28 juli 2013 Westfries Museum Hoorn www.westfriesmuseum.com
Het omgekeerde is aan de hand bij Rembrandt. Zijn positie als legendarische Hollandse meester uit de zeventiende eeuw, met iconische kunstwerken op zijn naam als De Nachtwacht en De Anatomische Les, is al eeuwen onbetwist. Het maakt dat ‘Rembrandt’ synoniem geworden is aan ‘excellente kunstenaar’. Zo noem je een zoektocht op televisie naar aanstormend beeldend kunsttalent dan ook ‘De nieuwe Rembrandt’, zodat iedereen begrijpt hoe hoog de lat ligt. Uit Rembrandts werk spreekt passie; het laat hartstocht en lijden zien. Steeds met een scherp oog voor al wat menselijk is. Dat geldt voor zijn schilderijen en tekeningen, maar zeker ook voor zijn etsen. Toch zijn deze minder bekend. Ten onrechte, vinden wij.
meer dan honderd etsen van de meester zelf is te zien in deze musea:
6 augustus 2013 – 10 november 2013 Het Markiezenhof – Bergen op Zoom www.markiezenhof.nl 23 november 2013 – 23 februari 2014 Stedelijk Museum Zutphen www.museazutphen.nl 8 maart 2014 – 22 juni 2014 Gemeentemuseum Het Hannemahuis Harlingen www.hannemahuis.nl 1 juli 2014 – 5 oktober 2014 Museum Gouda www.museumgouda.nl
Verzamelaar Jaap Mulders deed ons – vijf museumdirecteuren – een onweerstaanbaar en ruimhartig aanbod: samen een reizende tentoonstelling maken met meer dan honderd etsen van de meester zelf. Als ‘Rembrandt-partners’ hebben wij met groot plezier gewerkt aan de expositie Rembrandt in Zwart-Wit, die van maart 2013 tot oktober 2014 langs vijf prachtige historische steden trekt. Elk museum geeft een eigen kleur aan de presentatie van de etsen en stelt daarbij een specifiek onderwerp centraal. De samenwerking maakte het mogelijk om veel meer uit de kast te trekken op educatief gebied, en qua randprogrammering en promotie dan waar wij afzonderlijk toe in staat zouden zijn geweest. Een verrijking in alle opzichten. Dit magazine is daarvan een voorbeeld. Het laat zien hoezeer Rembrandt en zijn etsen tot de verbeelding spreken. Mede namens Pelican Magazines wensen wij u veel leesplezier, en graag tot binnenkort in onze musea! De Rembrandt-partners:
Jaap Mulders, Hugo ter Avest, Ad Geerdink, Gerard de Kleijn, Wim Reijnders, Tiana Wilhelm Bekijk ook de website: www.rembrandtinzwartwit.nl
12 | Rembrandt Magazine Medewerkers
GARY SCHWARTZ
Willemijn Siebrand KOOS BREUKEL Art director
Fotograaf
RIANNE LANDSTRA
raakte in de ban van Rembrandt toen hij in 1968 als redacteur werkte aan een boek over de kunstenaar. Sindsdien schreef hij diverse boeken over Rembrandt, zijn etsen en schilderijen. Daarnaast was hij uitgever en oprichter van CODART, een internationaal netwerk van museumconservatoren van Nederlandse en Vlaamse kunst. Voor Rembrandt Magazine schreef hij ‘Leven en werk in licht en donker’. “Verzoeken om over Rembrandt te schrijven of spreken neem ik vaak aan, omdat het altijd tot nieuwe inzichten leidt. Ook gaf ik graag gehoor aan deze uitnodiging uit respect voor de toewijding van verzamelaar Jaap Mulders aan Rembrandt de etser.”
is art director van interieurtijdschrift Residence. Zij verzorgde ook de art direction van dit Rembrandt Magazine. “Als vormgever heb ik een zwak voor mooie dingen. Het was dan ook een feest om mee te mogen werken aan een tijdschrift geheel gewijd aan Rembrandt en zijn etswerk. Want als er iemand oog had voor schoonheid, dan was hij het wel. Heel bijzonder dat zijn werken zelfs na vierhonderd jaar nog wereldwijd worden bewonderd. Jammer dat Rembrandt Magazine een eenmalige uitgave is; we zouden met gemak nog veel meer mooie nummers over hem kunnen maken.”
is fotograaf van de gewone mens en van beroemdheden. Een verschil van aanpak tussen deze groepen valt uit zijn portretten niet op te maken. Hij fotografeerde vijf jongens en mannen die de naam Rembrandt dragen, in zijn Amsterdamse studio annex woonkamer. “In heel veel van Rembrandts werken lijkt het of er een sluiter in zit, net als bij een camera. Het lijken momentopnamen. En dat is heel bijzonder in een tijd dat de fotografie nog niet bestond. Daarnaast vind ik de verbazing en verwarring in zijn zelfportretten mooi. Nieuwsgierigheid is voor mij heel belangrijk; je blijven verbazen. Rembrandt had dat denk ik ook.”
werkt als interieurstylist voor diverse magazines en richt daarnaast huizen in. ‘Home is where your heart is’ is daarbij haar credo. Samen met fotograaf Hotze Eisma verzorgde zij de fotografie van Rembrandts etsgereedschap, dat te zien is in het huis waar de kunstenaar bijna twintig jaar woonde; nu Museum Het Rembrandthuis in Amsterdam. Ze was er vooral onder de indruk van de prachtige stijlkamers, waarin allerlei exotische objecten te zien zijn die Rembrandt verzamelde. “Hij moet dat met heel veel liefde hebben gedaan en het geeft inspiratie en rust om van te genieten.”
Kunsthistoricus
Stylist
DE KUNST VAN HET BELEGGEN Haal meer uit uw vermogen. Uw vermogen vraagt voortdurend aandacht. Uw wereld kan er morgen anders uitzien, zowel zakelijk als privĂŠ. Het is daarom belangrijk om goed voor ogen te hebben wat u wilt bereiken. Zodat u later kunt doen waar u vandaag over droomt. Bespreek samen met uw adviseur uw persoonlijke koers. Kijk voor meer informatie op abnamro.nl
800010026 BS 230x297 Adv Rembrandt.indd 1
19-02-13 16:00
14 | Rembrandt Magazine in ‘t kort
Lekkere leeskost
Het leven van Rembrandt – als schilder, etser maar ook als persoon, als geliefde en als vader – is een favoriet onderwerp voor schrijvers. Er zijn overzichtsboeken van al zijn grafische werk, maar ook romans waarin het liefdesleven van de meester centraal staat. Tips voor een zondagmiddag met boek op de bank.
Rembrandt Etchings Deze tweedelige set telt meer dan 100 pagina’s en 500 illustraties over de etsen uit de beroemde collectie van verzamelaar Frits Lugt. Prentenconservator van Het Rijksmuseum Erik Hinterding wordt gezien als een van Nederlands grootste etskenners. Erik Hinterding, Uitgeverij Thoth, € 95,-. ISBN 9789068684179
Rembrandts vrouwen Zijn grote liefde Saskia Uylenburgh, minnares Geertje Dircx en dienstmeid Hendrickje Stoffels lieten Rembrandts hart sneller kloppen. Dit boek schetst een portret van de vrouwen die een grote rol speelden in zijn leven en vaak de inspiratiebron waren voor zijn werk. Christoph Driessen, Uitgeverij Bert Bakker, € 19,95. ISBN 9789035136908
in ’t kort Weetjes, feiten en activiteiten rondom Rembrandt Etsen voor beginners
De vijf deelnemende musea van Rembrandt in Zwart-Wit organiseren allerlei activiteiten rondom de expositie. Zo krijgen bezoekers de gelegenheid zelf de burijn en etsnaald ter hand te nemen. Er worden verschillende workshops georganiseerd onder leiding van enthousiaste, ervaren etsers. Kijk voor meer informatie op www.rembrandtinzwartwit.nl. Ook in Museum Het Rembrandthuis in Amsterdam worden het hele jaar door etsworkshops gehouden. Na een rondleiding door het museum kan een eigen prent thuis aan de muur worden gehangen. Op tijd reserveren. € 70,- per persoon. www.rembrandthuis.nl
Beleefroute
De schilder en het meisje De jonge Elsje, die van Scandinavië naar Amsterdam verhuist, wordt in 1664 ter dood veroordeeld. Haar levensloop komt samen met die van de tweede hoofdpersoon; een oudere, anonieme schilder die vol verdriet zit om zijn overleden vrouw. Op een tragische dag ‘ontmoeten’ zij elkaar. Margriet de Moor, Uitgeverij De Bezige Bij, €23,90. ISBN 9789023457497
Zijn hoogtijdagen als kunstenaar zijn bij iedereen bekend, maar niet iedereen kent de duistere kant van Rembrandt. Met de wandelroutes van BeleefRoutes leert u Rembrandt kennen als boef. Zo liet hij roddels verspreiden over zijn minnares Geertje Dircx, na een ruzie over alimentatie van 200 gulden per jaar. € 1,79 via de iTunes AppStore. Meer informatie vindt u op www. beleefroutes.nl
Rembrandt Magazine | 15 in ‘t kort
Kunst 2.0
Altijd al eens zelf willen etsen? Of al het werk van de meester thuis nog eens rustig bekijken? Een top-3 van kunstige apps voor smartphone en tablet.
1. MuseumApp In deze app zijn interactieve toers over cultuur te beleven, waaronder toers door Museum het Rembrandthuis, maar ook het Maritiem Museum Rotterdam. De toers, vol historische foto’s, video, geluid, tekst en opdrachten, bevinden zich zowel buiten op straat als binnen in de expositieruimtes. Navigeer van locatie naar locatie, ontdek culturele plekken in de stad en leer de verhalen achter de collecties kennen. Voor iPhone en Android.
2. Etchings Etsen anno nu. Geen etsplaat in het zuur, maar foto’s bewerken op een iPhone. Upload een eigen foto in de app en vervolgens zijn er maar liefst acht verschillende lagen aan te brengen. Het resultaat is een ets in kleur of zwart-wit, bijvoorbeeld in postzegelstijl. € 0,99 in de iTunes AppStore.
3. artDatabase Een overzicht van maar liefst 25.000 kunstobjecten van veertig kunstenaars, waarin Rembrandt natuurlijk niet ontbreekt. Waar zijn zijn werken geschilderd? Hoe groot zijn ze? Waar zijn ze te bezichtigen? Maar ook worden leuke feiten, biografieën en nieuwtjes over de kunstenaars gegeven. Gratis in de iTunes AppStore. Eenmaal gedownload kunt u de Rembrandt-catalogus in de AppStore aankopen voor € 1,79. Via Google Play is alleen de hele serie catalogi te downloaden voor € 5,-.
foto: Jacob Marrel
Online kunst kijken
Tijdens de tentoonstelling Rembrandt in Zwart-Wit kunnen bezoekers met behulp van een tablet hun eigen kunstcollectie samenstellen en zelfs op Facebook plaatsen. Zo laat u ook anderen online kennismaken met Rembrandts etsen. Smaakt die online kunst naar meer? Ook Het Rijksmuseum heeft een groot deel van zijn collectie digitaal beschikbaar gesteld op www.rijksmuseum.nl/rijksstudio. Liefst 125.000 afbeeldingen van kunstwerken zijn er te bekijken en op groot formaat te downloaden, waar u dan de gekste dingen mee kunt doen. Zo kunt u De Nachtwacht op een smartphone-hoesje zetten, uw huis behangen met een geliefd kunstwerk of zelfs uw auto laten bestickeren.
Wist u dat...
...een Noorse kunstgalerie een ets van Rembrandt is kwijtgeraakt, doordat ze die per gewone post hadden laten versturen vanuit Engeland om geld te besparen? Toen de galerie het pakketje op kwam halen bij het postkantoor, bleek de ets verdwenen. De verloren ets toont de Amsterdamse schrijfmeester Lieven Willemsz. van Coppenol uit 1658. Het kunstwerk is volgens de galerie tussen de 5.500 en 6.800 euro waard. De Noorse postdienst wilde hooguit 136 euro schadevergoeding betalen. “We hebben de galerie aangeraden om voorwerpen die zo veel waard zijn, op een betere manier te versturen en een goede verzekering af te sluiten”, aldus een woordvoerder van het postbedrijf in een reactie.
16 | Rembrandt Magazine in ‘t kort
Schilderen met smaken
Wat is de overeenkomst tussen Rembrandt en een chef-kok? Ze creëren beiden kunstwerken. Deze restaurants lieten zich inspireren door de kunstenaar.
Restaurant Hendrickje Stoffels Oude Doelenkade 3-5 in Hoorn
In de schilderachtige omgeving van de haven in Hoorn, met uitzicht op de Hoofdtoren en de zeesluis. De gerechten komen uit de Franse, Mediterrane en oosterse keuken. Leuke optie, voorafgaand aan het diner, is de tocht over het IJsselmeer op het schip ‘Juffer van Rijn’, met aperitieven en amuses. Bezoekers van Rembrandt in ZwartWit in Hoorn krijgen op vertoon van hun entreebewijs een speciale vierde gang geserveerd, geïnspireerd op het eten uit de tijd van Rembrandt. Reserveren: 0229-210417 of www.hendrickje-stoffels.nl
Dinercafé De Nachtwacht Groenmarkt 13 in Meppel
Alle gerechten in dit dinercafé hebben een link met Rembrandt. Qua naam dan, want hier eet u een Bathseba (tarte tartin met boerenbrie, wilde spinazie, rode ui, pompoen en walnoten), Belsazar
(wilde eendenborst met een gekonfijt boutje en een rode portsaus) of Het Joodse Bruidje (zalmfilet op een plankje van red cederhout met oosterse marinade, paksoi en cashewnoten). De soepen op het menu heten Titus en Cornelia. Bij ieder gerecht wordt een bijpassend biertje aanbevolen. Reserveren: 0522247340 of www.denachtwachtmeppel.nl
Rembrandt aan Zee C.F. Zeiler Boulevard 3-5 in Bergen Aan Zee
Na het overlijden van haar vader, die Rembrandt heette, opende Pauline van der Gulik met haar partner deze lounge in kunstenaarsdorp Bergen. Aan de boulevard is het met lekker weer – want alleen dan is de lounge open – genieten op het terras. Op het menu staan pizza’s, pannenkoeken en borrelhapjes. Een ontspannen sfeer en perfect voor een dag aan het strand op een zomerdag.
Kleurrijke site in zwart-wit
Primeur: alle schilderijen bij elkaar
In het voormalige Amsterdamse hoofdpostkantoor, nu winkelcentrum Magna Plaza, worden reproducties van alle 325 aan Rembrandt toegeschreven schilderijen op ware grootte tentoongesteld. De samenhang en chronologie tussen de schilderijen wordt uitgelegd door Rembrandt-expert en columnist van dit magazine, Ernst van de Wetering. De benedenruimte van het gebouw, gelegen in hartje Amsterdam, werd voor de tentoonstelling ingrijpend verbouwd. Voor De Nachtwacht, Rembrandts beroemdste en grootste doek, werd zelfs een extra verdieping bijgebouwd. Veel van de schilderijen zijn digitaal hersteld met behulp van de nieuwste technieken. De tentoonstelling is in elk geval de komende vijf jaar te zien. Magna Plaza, Nieuwezijds Voorburgwal 182 in Amsterdam – op 50 meter van de Dam en het Koninklijk Paleis. Entree: € 14,50 per persoon. www.rembrandtallhispaintings.com
Rembrandt Magazine uit en nieuwsgierig naar meer? Kijk dan eens op www.rembrandtinzwartwit.nl. Niet alleen kunt u daar Rembrandts etsen tot in detail bekijken dankzij de zoomfunctie, u vindt er ook een filmpje hoe een ets precies gemaakt wordt en een agenda met interessante activiteiten rondom de expositie. En natuurlijk kunt u er terecht voor meer informatie over de tentoonstelllingen in de musea in Hoorn, Bergen op Zoom, Zutphen, Harlingen en Gouda.
Wist u dat...
De naam Rembrandt staat voor ‘raadgever met het zwaard’? Het Germaanse regin betekent ‘raad’, brand betekent ‘vlammend zwaard’.
CHRISTIE’S AMSTERDAM voor al uw schilderijen
DE MEESTER VAN HET GEBORDUURDE LOOF (actief in Brussel 1480-1510) Adam en Eva in de Tuin van Eden Christie’ s Amsterdam, 20 november 2012 Wereldveilingrecord € 1.420.200
Informatie: 020 5755255 infoamsterdam@christies.com www.christies.com
Rembrandt.indd 1
06-03-13 20:38
r e t s e e M rken e w p o rnee u to
en rganiser o n e n e g een gesla at deze collectie n i n e d n d ha bben de is voor het eerst n eigen draai e h r a a l e hu et re verzam Rembrandt. H n, die allemaal e i l u c i t r n re va n pa directeu ea en ee n honderd etsen m s u u e s m u e m s tte de er da erland Vijf Ned stelling van me agazine ontmoe on M een tento rdt. Rembrandt . wo itie getoond n aan de expos eve zullen g
Tekst Lieke Lemmens Fotografie Merlijn Doomernik
Rembrandt Magazine | 19 de expositie
WESTFRIES MUSEUM HOORN 23 maart 2013 t/m 28 juli 2013
D
‘Iedere bezoeker krijgt een tablet mee met filmpjes van de verzamelaar, in feite je digitale gids’
e tentoonstelling Rembrandt in Zwart-Wit: meer dan honderd etsen van de meester zelf is als eerste te zien in Hoorn. Het Westfries Museum is een museum van de Gouden Eeuw: in de zeventiende eeuw maakte West-Friesland dankzij de handel een enorme bloeitijd door. Hoorn was een belangrijke handelsstad en een internationaal knooppunt voor de VOC. Het museum is gevestigd in een van de mooiste monumenten van de stad, een imposant gebouw uit 1632 aan het centrale stadsplein. Voorbij de voordeur stap je als bezoeker de Gouden Eeuw binnen. De ruimtes stralen een weldadige sfeer uit en dat wordt versterkt door de tentoongestelde objecten. Hoewel de collectie op een vrij klassieke manier gepresenteerd wordt, profileert het museum zich met verrassende tentoonstellingen. Museumdirecteur Ad Geerdink: “We proberen altijd een brug te slaan tussen de belevingswereld van onze bezoekers en de verhalen uit de Gouden Eeuw. Zo hebben we onlangs een 3D-tentoonstelling georganiseerd, waarbij bezoekers (met een 3D-bril) op tv-schermen stadsgezichten kregen te zien. Ook hebben we in het museum een rechtszaak op touw gezet die draaide om de – toen in de stad actuele – kwestie of de zeventiende-eeuwse koopman Jan Pieterszoon Coen nog wel een standbeeld verdiende in Hoorn. Bezoekers traden daarbij op als jurylid.” De Rembrandt-tentoonstelling bestaat uit een kerncollectie van tachtig etsen. De selectie is gemaakt en ter beschikking gesteld door Jaap Mulders, particulier verzamelaar en de initiator van de expositie. Rembrandts totale grafische oeuvre omvat zo’n 290 etsen, waarvan hij er 144 in zijn bezit heeft. Daarnaast heeft elk museum een thema gekozen waar extra aandacht aan wordt besteed. Geerdink: “Wij hebben gekozen voor het dagelijks leven. De etsen die dit thema illustreren, zijn alleen hier in Hoorn te zien. Dat past goed bij ons museum. Onlangs hebben we nog een tentoonstelling gewijd aan eet- en drinkgewoonten in de Gouden Eeuw. Maar sowieso is Rembrandt natuurlijk een icoon van dat tijdperk. Ook de vernieuwende manier waarop de tentoonstelling wordt aangepakt, sluit heel mooi aan bij de handtekening van ons museum. We gaan er niet vanuit dat bezoekers al zoveel weten van Rembrandts etswerk dat je het alleen maar hoeft op te hangen met een kaartje erbij. Bij binnenkomst krijgt iedere bezoeker een tablet mee waarop filmpjes te zien zijn van de verzamelaar. Hij fungeert in feite als digitale gids. Met veel passie en kennis laat hij je
Ad geerdink Favoriete ets “De zeug (1643), omdat Rembrandt een ogenschijnlijk triviaal onderwerp – een varken dat geslacht gaat worden – zo virtuoos weergeeft. De emotie is van de blik van het varken af te lezen, iedere haal is raak.” Favoriet museum “Ik vind het geweldig hoe het Drents Museum met de eigen collectie een plek heeft veroverd in de internationale museumwereld. Door trouw te blijven aan zichzelf en door duidelijke keuzes te maken.” Droomtentoonstelling “Een overzichtstentoonstelling van het werk van Jan Albertszoon Rotius, de ‘Rembrandt van Hoorn’. Hij was misschien minder grensverleggend dan Rembrandt, maar een ongelooflijk goed vakman en ondergewaardeerd als kunstenaar.”
de rijke wereld achter de etsen ontdekken. Je wordt als bezoeker bovendien uitgedaagd om te onderzoeken of een ets echt is of vals. Het antwoord kun je aanvinken op de tablet, waarna je een reactie krijgt met tekst en uitleg. Het etswerk wordt dus via verschillende verrassende invalshoeken benaderd. Een uniek concept, waarmee we echt iets nieuws toevoegen en mensen helpen alles uit de expositie te halen wat erin zit. De etsen zijn natuurlijk eerder getoond, maar op deze manier gaan ze veel meer leven. We laten daarnaast negen bronzen beelden zien van kunstenares Anat Ratzabi, waarbij Rembrandts etsen haar inspiratiebron vormden. Want het gaat er in feite vooral om wat de etsen vandaag de dag nog met ons doen, en wie erdoor worden geïnspireerd.”
20 | Rembrandt Magazine de expositie
HET MARKIEZENHOF – BERGEN OP ZOOM 6 augustus 2013 t/m 10 november 2013
H
et Markiezenhof is het grootste stadspaleis in ons land, en een van de mooiste in Europa. Gebouwd aan het einde van de vijftiende eeuw, was het een woonpaleis en bestuurlijk centrum van de heren en markiezen van Bergen op Zoom. De binnenplaats die te bereiken is via een toegangspoort in de imposante voorgevel, doet on-Nederlands aan, met zijn arcade van Vlaamse accoladebogen. Hier ontvingen de stichters van het paleis, leden van het adellijke geslacht De Glymes, de meest vooraanstaande gasten uit heel Europa: koningen, keizers, geleerden en kunstenaars. Het Markiezenhof is dé trekpleister van Bergen op Zoom, een stad die overigens rijk is aan monumenten. Tegenwoordig is het een museum en geeft het onderdak aan het regionaal archief. Het museum profileert zich aan de hand van drie pijlers. Het toont in de eerste plaats de geschiedenis van het gebouw, zijn bewoners, de stad en de regio. Daarnaast bezit het een grote collectie internationale politieke spotprenten en cartoons. Tot slot is de bovenste verdieping geheel gewijd aan de geschiedenis van de kermis, met een miniatuurkermis en verschillende attracties. Het Markiezenhof organiseert bovendien uiteenlopende tentoonstellingen die aansluiten op een van deze pijlers. Vorig jaar nog werd uitgebreid stilgestaan bij het achthonderdjarig bestaan van de stad. Directeur Wim Reijnders verheugt zich op de komst van de Rembrandt-expositie. “Bergen op Zoom is een middelgrote provinciestad met een prachtige historische kern, waar Rembrandt uitstekend bij past. Als je terug in de tijd wilt gaan, kan dat hier. Rembrandts gave om menselijke emotie weer te geven, heeft hem groot gemaakt. Waar zijn tijdgenoten zo natuurgetrouw mogelijk te werk gingen, nam hij veel meer vrijheid. Hij zette lijntjes ogenschijnlijk kriskras neer. Je zou misschien zelfs kunnen zeggen dat hij een pre-impressionist was. Heel bijzonder. Als bezoeker kun je de etsen sterk ingezoomd bekijken op de tablet. En helemaal uniek is dat je aan het eind van je bezoek je favoriete etsen kunt delen met je vrienden door ze op Facebook of Twitter te plaatsen.” Het Markiezenhof zal naast de kern-collectie twintig landschapsetsen van Rembrandt belichten. Reijnders:
‘sommige tafereeltjes die Rembrandt maakte, zijn in de omgeving van amsterdam nog te vinden’ Wim reijnders Favoriete ets “De landschapsets Het Melkboertje (ca. 1650). Het Amsterdamse IJ en de bootjes in de verte bestaan uit een paar dunne lijntjes, en zijn toch direct herkenbaar. Hoewel je het landschap nu niet meer terug herkent, bestaat de weg die is afgebeeld, de Diemerdijk, nog steeds.” Droomtentoonstelling “Een overzichtstentoonstelling van Albrecht Dürer. Een absolute topkunstenaar van zijn tijd! Hij is in Bergen op Zoom geweest en heeft deze omgeving in zijn werk gebruikt. Zijn werk zou in het Markiezenhof uitstekend op z’n plaats zijn.” Favoriet museum “Het Musée D’Orsay, in een voormalig treinstation in Parijs. De kunstwerken komen zeer goed tot hun recht in dit bijzondere, historische gebouw.”
“Ik vind het fascinerend dat we ons een goed beeld kunnen vormen van het historisch landschap mede dankzij deze etsen. Nederland zag er in de zeventiende eeuw natuurlijk compleet anders uit, het landschap is volledig geëxploiteerd. Maar ommige tafereeltjes die Rembrandt maakte, zijn in de omgeving van Amsterdam nog te vinden. Schitterend dat die natuur uit het verleden er nog steeds is. Dat moeten we koesteren.” Bezoekers van de tentoonstelling kunnen het museum – met als topstuk de enorme Christoffelschouw uit 1521 – en de archieven bezoeken en hebben daarnaast ook toegang tot de expositie Stereotypen en Vooroordelen, een cartoonfestival waar honderd tekeningen uit de hele wereld worden getoond.
Rembrandt Magazine | 21 de expositie
STEDELIJK MUSEUM ZUTPHEN 23 november 2013 t/m 23 februari 2014
D
e entree naar de stad. Zo ziet Tiana Wilhelm het Stedelijk Museum Zutphen. Sinds vijf jaar is zij directeur van de twee gemeentelijke musea: het Stedelijk Museum Zutphen en Museum Henriette Polak. “Een erfgoedmuseum en een museum voor moderne kunst; ik vind het een onweerstaanbare combinatie.” Geboren en getogen in Den Haag, woont Wilhelm inmiddels al enkele jaren in het oosten van het land. “Gelderland heeft een grote rijkdom aan natuur, cultuur en geschiedenis. Zutphen is daarvan een mooi voorbeeld: een schilderachtige Hanzestad met veel facetten. Een briljant aan de IJssel. Zutphen behoort tot de tien oudste steden van Nederland; we hebben dan ook veel materiaal om uit te putten. Onze collectie bestaat uit zo’n 30.00 objecten en 500.000 afbeeldingen, waaronder een omvangrijke fotoverzameling. Topstuk daarvan is de oudste in Nederland gemaakte foto uit 1839. De collectie stelt ons in staat om het verhaal van Zutphen – verleden, heden en toekomst – op heel veel verschillende manieren te vertellen.” Het Stedelijk Museum Zutphen is gehuisvest in een Dominicanenklooster uit de dertiende eeuw. De ruimte waarin de etsen te zien zullen zijn, bevindt zich in de vleugel die dienst deed als slaapzaal voor de kloosterbroeders. Toen de gelegenheid zich voordeed om een samenhangende collectie van Rembrandts etsen te tonen, hoefde Wilhelm niet lang na te denken. “Weinig kunstenaars spreken zo tot de verbeelding. Hoewel hij als etser minder bekend is dan als schilder, roepen zijn etsen toch vaak een ‘o ja-gevoel’ op. De etsen zijn heel toegankelijk. Rembrandt schetste het leven van alledag, maar ook als hij bijbelse taferelen verbeeldde, deed hij dat niet op een verheven en afstandelijke manier, maar toonde hij juist het menselijke gezicht. Letterlijk en figuurlijk. Dikwijls weet hij je te raken door de blik van zijn personages. It’s all in the eyes. Die onthullende blik waar ook fotografen naar op zoek zijn. We sluiten ons in Zutphen aan bij de gedachte van de verzamelaar dat Rembrandt een fotograaf avant la lettre was. Natuurlijk, de techniek was nog niet uitgevonden, maar zijn manier van kijken, het ‘betrappen’ van het onderwerp, heeft veel weg van de benadering van een fotograaf. We gaan daar tijdens de tentoonstelling ook nader op in.” Zoals elk museum heeft ook het Stedelijk Museum Zutphen een thema gekozen waar extra aandacht aan wordt besteed. “Wij focussen ons op het Nieuwe Testament. Musea zijn verhalenvertellers, en het bijbelverhaal is toch het verhaal der verhalen. Bovendien is de expositie hier rond de feestdagen te zien. Dat geeft het een bijbelse kleuring. Ik zie het al voor me: Zutphen in de sneeuw en Rembrandt in het museum, wat wil je nog meer?”
‘Rembrandt was een fotograaf avant la lettre’ Tiana Wilhelm Favoriete ets “Moeilijk, maar ik kies voor het Zelfportret, fronsend (1630), ons tentoonstellingsbeeld. Voor mij is het de ‘G-Star Rembrandt’. Zeg nou zelf, hij ziet er toch uit alsof hij een spijkerbroek van G-Star zou dragen onder zijn schilderskiel?” Favoriet museum “Gemeentemuseum Den Haag; het eerste waar ik als kind herinneringen aan heb. Verder heb ik een zwak voor de National Portrait Gallery in Londen. Ik heb Engelse taal- en letterkunde gestudeerd en in dit mooie, intieme museum kom ik al mijn helden tegen. Zij hebben ook een erg goed educatief programma.” Droomtentoonstelling “Ik zou graag in Museum Henriette Polak een tentoonstelling willen maken over beeldhouwer Fred Carasso en schilder en auteur Carlo Levi. Beiden politiek actieve Italianen met een boeiend levensverhaal, die aansprekend werk maakten en veel mensen inspireerden.”
22 | Rembrandt Magazine de expositie
GEMEENTEMUSEUM HET HANNEMAHUIS – HARLINGEN 8 maart 2014 t/m 22 juni 2014
H
et Hannemahuis is het kleinste museum van de vijf, maar daarmee niet minder indrukwekkend. Het bevindt zich in de binnenstad van het Friese Harlingen in een voormalige patriciërswoning. Het pand werd in de achttiende eeuw voorzien van een statige klokgevel, maar de oudste delen dateren uit het midden van de zestiende eeuw. Het werd generaties lang bewoond door de koopmansfamilie Hannema. In 1957 stichtte Leendert Hannema, de laatste telg uit dit koopmansgeslacht, het Hannemahuis, en legde er de basis voor het museum. Inmiddels is het in handen van de gemeente. Bij binnenkomst waan je je al direct in vervlogen tijden: de museumkamers zijn met veel zorg en met authentieke meubels en materialen ingericht. Daarbij wordt overigens volop gebruikgemaakt van de huidige digitale mogelijkheden. Directeur Hugo ter Avest zwaait er al sinds 1986 de scepter, daarbij ondersteund door drie bevlogen medewerkers en vele vrijwilligers. “Het Hannemahuis verbeeldt de geschiedenis en cultuur van Harlingen en zijn inwoners. We verzamelen onder meer Harlinger aardewerk, tegels, maritieme voorwerpen, meubels en zilverwerk. Daarnaast hebben we onlangs de fundamenten blootgelegd van een achttiendeeeuwse jeneverstokerij, die eeuwen onder de vloer lag verscholen. En we bezitten diverse eeuwenoude schilderijen met Harlingse taferelen en van Harlingse schilders, waarvan Jacob Adriaensz Backer de bekendste is. Hij heeft een omvangrijk oeuvre nagelaten, waarvan wij twee stukken in huis hebben.” Hoewel Harlingen centraal staat in de collectie, maakt het museum ook uitstapjes via uiteenlopende tentoonstellingen. “We willen Harlingers ook laten zien wat er nog meer te koop is in de wereld. Ik was dan ook direct enthousiast over de expositie van Rembrandts etsen. Het was een kans die we direct hebben aangegrepen. Het is voor het eerst dat er in NoordNederland zoveel etsen van Rembrandt tegelijk te zien zijn.” De vaste kern van de tentoonstelling bestaat uit tachtig etsen. “Hier in Het Hannemahuis leggen wij daarnaast een speciaal accent op Rembrandts zelfportretten, door vijftien extra etsen te laten zien. Friesland heeft een rijke portrettraditie,
die teruggaat tot de zestiende eeuw. Wij hebben er ook een paar in de collectie. Dat sluit dus mooi aan. Bovendien zal de sfeer van de expositie verschillen per museum. Hier zal een een moderne zaal worden omgetoverd tot een passend decor voor de etsen. Ook gaan we zeker iets doen met zeventiende-eeuws Harlingen en met Jacob Backer. Het aardige is namelijk dat hij een tijdgenoot was van Rembrandt. Ze hebben elkaar ongetwijfeld gekend, al was het maar omdat Backer een schilderij maakte voor dezelfde zaal in de Amsterdamse Kloveniersdoelen als waarvoor Rembrandt zijn Nachtwacht maakte. Tijdens de expositie zal Jacob Backer dan ook zeker als verbinding fungeren, tussen Rembrandt en de Harlinger kunstgeschiedenis. Een invalshoek waarmee we het palet willen verbreden.”
Hugo ter Avest Favoriete ets “De Goudsmid (1655). Ik ben als kunsthistoricus afgestudeerd op zeventiende-eeuwse schilderkunst met afbeeldingen van zilveren voorwerpen. In het algemeen spreken de etsen die niet al te gelijkmatig zijn, mij het meest aan. Alsof ze op een sigarendoosje zijn getekend. Daarin herken je de hand van de meester.” Favoriet museum “Lastig, vanwege de grote diversiteit in musea. Het Guggenheim Museum in Bilbao komt als eerste in me op. maar ik vind het vooral belangrijk dat een museum de liefde voor het vak ademt.” Droomtentoonstelling “Ik zou heel graag het volledige oeuvre van Jacob Backer naar Harlingen halen. Helaas is dat een brug te ver, omdat je met bruiklenen van over de hele wereld te maken hebt.”
‘ Het is voor het eerst dat er in noord-Nederland zoveel etsen van Rembrandt tegelijk te zien zijn’
Rembrandt Magazine | 23 de expositie
MUSEUM GOUDA
1 juli 2014 t/m 5 oktober 2014
H
et historische Catharina Gasthuis bevindt zich pal naast de Geertje – de min van zijn zoon Titus – laten opsluiten in de vrouwenSint-Janskerk, nabij de haven van Gouda, en biedt sinds 1947 gevangenis.” Bezoekers van de tentoonstelling zullen de gelegenheid huisvesting aan Museum Gouda. Het vindt zijn oorsprong in de krijgen een aantal etsen zelf vast te houden. “Dat gebeurt uiteraard met vijftiende eeuw, toen er een plek naast de kerk nodig was voor de opvang handschoenen aan en onder begeleiding van een vrijwilliger, die meteen van behoeftigen. Het museum typeert zich als een museum tussen hemel iets over de ets kan vertellen. In musea mag je doorgaans niets aanraken, dus dit is een unieke kans om de etsen heel aandachtig te bekijken. Het en aarde. Directeur Gerard de Kleijn: “Museum Gouda zit als complex is onze taak als museum dat te vergemakkelijken. Als wij erin slagen van geschakelde gebouwen ingeklemd tussen het havenkwartier en de de tijd even stil te zetten en mensen een paar uur van iets eeuwenouds Sint-Janskerk, de langste kerk van Nederland en beroemd om haar zestiende-eeuwse gebrandschilderde ramen, de Goudse Glazen. te laten genieten, is de tentoonstelling wat mij betreft meer dan geslaagd.” // Die verwijzen in de geschiedenis natuurlijk naar boven. Aan de andere kant is Gouda ontstaan aan de haven en groot geworden dankzij bier, turf en tabakspijpen. Maar ‘tussen hemel en aarde’ slaat niet alleen op de plek die we innemen in de stad, maar ook op twee specialisaties van ons museum: religieuze kunst en Gouds plateel, sieraardewerk. We hebben een uitgebreide, fraaie collectie zestiende-eeuwse religieuze kunst. In de Gasthuiskapel bevinden zich nog altaarstukken die de Beeldenstorm hebben overleefd. Hoewel er destijds veel verloren is gegaan, heerste hier een tolerant klimaat: de stad Gouda stond bekend om zijn verdraagzaamheid en gewetensvrijheid. Denkers uit die tijd kwamen hierheen om hun boeken te laten drukken, waar dat bijvoorbeeld in Amsterdam of Delft niet mocht. Gouda was een ketternest in die tijd. De andere specialisatie is onze collectie Gouds plateel. Daar heeft Gouda een behoorlijke naam in opgebouwd.” Volgens De Kleijn past de tentoonstelling goed bij zijn museum. Gerard de Kleijn “Rembrandt maakte een ongeëveFavoriete ets naarde reeks bijbelse taferelen. “Adam en Eva (1638). Hun lichamen zijn verre van perfect, Zo is er een prachtige ets van de slonzig bijna. Heel bijzonder.” Favoriet museum onthoofding van Johannes de “Museum Belvédère in Heerenveen. Vanwege de architecDoper, een verhaal dat terug is tuur van het museum, de ligging in de natuur, de vrijwilte zien in de Sint-Janskerk. We ligers die er werken, de fantastische Friese collectie zullen dan ook in het bijzonder en de gastvrije sfeer.” aan zijn bijbelse voorstellingen van Droomtentoonstelling Nieuwsgierig naar “Ik zou een kunstenaar als Couzijn van Leeuwen graag uithet Oude Testament veel aandacht de tentoonstelling? nodigen om zijn werk tentoon te stellen in het voormalige, geven. Hoewel Rembrandt zeer Kijk voor meer informatie op: sprookjesachtige Stadhuis van Gouda.” waarschijnlijk nooit in Gouda is www.rembrandtinzwartwit.nl geweest, heeft hij hier wel zijn ex
‘ Bezoekers krijgen de gelegenheid om de etsen vast te houden’
etsen voor dummies Het maken van een ets is een tijdrovend en gecompliceerd proces. Hoe werkt het? Kijk mee in Rembrandts gereedschapskist.
3
Fotografie Hotze Eisma Styling Rianne Landstra Met dank aan Museum Het Rembrandthuis
2
1
5 6
Rembrandt Magazine | 25 etsgereedschap
4
Een koperen etsplaat (1) wordt gepolijst en voorzien van een etsgrond – een mengsel van was, hars en asfaltpoeder waarin de afbeelding wordt getekend. Koper was ook in de zeventiende eeuw een kostbaar metaal. Het kwam dan ook regelmatig voor dat kunstenaars een gebruikte plaat ‘recycleden’ door de achterzijde te gebruiken voor een nieuwe ets. Als de voorstelling klaar is, gaat de plaat in een bad van bijtend zuur. Op de plekken waar de etsgrond is weggekrast, bijt het zuur het koper weg, waardoor een groef ontstaat. Nadat de plaat is schoongemaakt, wordt de etsinkt (2) aangebracht. Met een tampon (3) wordt de inkt verdeeld over de etsplaat en in de geëtste lijnen ‘geduwd’. Op de geïnkte plaat wordt een vel vochtig gemaakt etspapier (gemaakt van lompen) gelegd. De etspers (4) drukt het papier krachtig op de geïnkte etsplaat, die met zijn voorstelling naar boven ligt. Het etspapier ligt tussen de etsplaat en een stuk vilt (5). Het papier zuigt de inkt als het ware uit de groeven: de afdruk (6) is klaar. De voorstelling is in spiegelbeeld ten opzichte van die op de etsplaat.
26 | Rembrandt Magazine etsgereedschap
1
2
17
14
18
12
19
15
16
13
Pak etspapier (1) – etspapier moet bestand zijn tegen vocht en de fijnste details van de etsplaat op kunnen nemen. Houtjes met touwtje (2) – om de etsplaat uit de zuurbak op te kunnen tillen. Opgerold vilt (3) – waarmee de etsplaat gepolijst wordt voordat de ets op de plaat wordt aangebracht. Flesje met gekookte lijnzaadolie (4) – ingrediënt voor de etsinkt. Tarlatan (5) – kaasdoek met een erg open weving waarmee de overtollige inkt van de etsplaat wordt verwijderd. Ciseleerhamer (6) – wordt gebruikt om deuken en putten te verwijderen en de etsplaat vlak te maken. Etsnaald (7) – hiermee wordt de afbeelding in de etsgrond getekend. Burijn (8) – hard en vlijmscherp gereedschap met V-vormige punt waarmee strakke lijnen rechtstreeks in de koperplaat worden gestoken. Er wordt dus geen zuur gebruikt. Droge naald (9) – scherpe, harde kraspen waarmee de voorstelling direct in de metalen etsplaat wordt gekrast. Ook hier wordt geen gebruikgemaakt van zuur. De droge naald creëert wat rafelige, fluwelen lijnen. Polijst- en schraapstaal (10) – met het
Rembrandt Magazine | 27 etsgereedschap
4 3
5
6
7
9 8
10
11
scherpe, puntige linkerdeel kunnen bramen van de etsplaat worden verwijderd. Het polijststaal (rechts) wordt gebruikt om kleine krassen en beschadigingen weer glad te polijsten. Zuurbak (11) – deze wordt gevuld met zuur waarin de etsplaten ondergedompeld worden. Hoe langer de plaat in het zuurbad ligt, hoe dieper de groeven. Bolletje zachte etsgrond (12) – een zuurbestendige laag die op de etsplaat wordt aangebracht. In die laag wordt een voorstelling getekend met een etsnaald. Etsplaat (13) – de voorstelling is in dit geval al in de etsplaat gebeten. Bijenwas (14), asfaltpoeder (15) en pijnboomhars (16) – ingrediënten voor de etsgrond. Beender zwart pigment (17) – ingrediënt voor de etsinkt. Poetsdoek (18) – wordt gebruikt voor het verwijderen van overtollige inkt van de afgeschuinde kant van de etsplaat. Die schuine kant zorgt ervoor dat de ‘moet’ te zien is; de kenmerkende ingedrukte rand van de etsplaat in het papier. Etsplaat (19) – voorzien van etsgrond, waarin nog geen voorstelling is getekend met de etsnaald.
JAMBO.NL
SAFARI IN AFRIKA?
BIJ JAMBO SAFARI CLUB ZIJN DE MOGELIJKHEDEN EINDELOOS, PRIVÉ REIZEN GEHEEL CONFORM UW EIGEN WENSEN! DÈ AFRIKA S P EC I A L I ST !
KENIA • MADAGASKAR • TANZANIA • SEYCHELLEN MAURITIUS • OEGANDA • ZIMBABWE • BOTSWANA NAMIBIË • MOZAMBIQUE • ZUID-AFRIKA • ZAMBIA
VRAAG DE BROCHURE AAN OP WWW.JAMBO.NL OF BEL 020-2012740. 076.063.Jambo.2013.230x297.indd 1
06-12-12 13:56
man met een missie Rembrandt-verzamelaar Jaap Mulders
Zestien jaar geleden kocht hij een originele etsplaat van Rembrandt, en inmiddels bezit hij bijna de helft van diens gehele ets-oeuvre. Verzamelaar en initiator van ‘Rembrandt in Zwart-Wit’ Jaap Mulders over zijn fascinatie voor de kunstenaar, zijn enthousiasme over de tentoonstelling en zijn ambitie om de ets van zijn elitaire imago af te helpen.
Tekst Simone Simon en Lieke Lemmens Fotografie Lenny Oosterwijk
‘ Het is een misvatting dat je alleen van etsen geniet als je er verstand van hebt’
Rembrandt Magazine | 31 Interview Jaap mulders
“E
igenlijk zijn we van nature allemaal verzamelaars. Kijk maar naar het succes van de EK voetbalplaatjes. En wanneer ben je eigenlijk een verzamelaar? Een verzameling ontstaat heel geleidelijk. Toen ik zo’n zes etsen van Rembrandt had, bezocht ik eens een tentoonstelling waar er dertig hingen. Ik herinner me nog goed hoe veel ik dat vond.” Inmiddels bezit Jaap Mulders 144 etsen van Rembrandt; bijna de helft van diens 290 etsen tellende oeuvre. We spreken de voormalig ondernemer en oud-directeur van Het Nationale Ballet in zijn huis, idyllisch gelegen op een eilandje in de Vecht. Zestien jaar geleden stuitte Mulders in de galerie van een bevriende kunsthandelaar min of meer bij toeval op een etsplaat van Rembrandt. Het feit dat die koperplaat in handen van de meester was geweest, fascineerde hem enorm. “Bij een afdruk weet je nooit helemaal zeker of hij door Rembrandt zelf is gemaakt. Van de etsplaat weten we het wel. Er zijn maar ongeveer vijfentachtig etsplaten bewaard gebleven. In feite zijn ze dus zeldzamer dan zijn schilderijen, waarvan er ruim driehonderd zijn. En toch zijn ze veel goedkoper. Relatief gezien dan, want het was een vrij dure aanschaf. Maar voor een echte Rembrandt wel betaalbaar. Ik ben niet eens zozeer voor de afbeelding gevallen, een portret van de excentrieke predikant Johannes Uytenbogaert. Het ging me puur om de spanning: Rembrandt heeft dit écht vastgehad. Ik beschouwde het als een curiositeit. Vergelijk het met de boekenkist waarin Hugo de Groot vluchtte uit Slot Loevestein. Bovendien vond ik Rembrandt wel een fascinerende, aparte vent. Ik heb ooit zelfs een concept bedacht voor een tv-programma over Rembrandt.”
Hebberigheid “In diezelfde periode bezocht ik een tentoonstelling van getekende en geëtste landschappen in het Groninger Museum. Ik stond in het midden van de zaal en een paar etsen sprongen er wat mij betreft meteen uit; die vond ik mooier en leuker dan de andere. Toen ik dichterbij kwam, ontdekte ik dat die landschappen nou net allemaal van Rembrandt waren. Dat was een bijzondere ervaring.” Zijn eerste ets kocht Mulders op de kunst- en antiekbeurs Tefaf in Maastricht. In dit geval was het wel ‘het plaatje’, een Amsterdams landschap, waar hij voor viel. “Amsterdam is mijn geboorte- en lievelingsstad. Maar ik vond vooral de manier waarop hij gemaakt was, prachtig.” Vrij kort daarna kocht Mulders bij dezelfde handelaar zijn tweede ets. In de daaropvolgende jaren schafte hij gemiddeld een à twee etsen per jaar aan. “Vooral zijn herkenbare stijl sprak me erg aan. En nu nog steeds trouwens. Neem bijvoorbeeld de ets Drie huizen: de compositie ervan is zo briljant. Hetzelfde geldt voor De Molen. Hij tekende die aan de zijkant, terwijl iedere andere kunstenaar de molen in het midden zou plaatsen. Maar Rembrandt koos juist voor het perspectief van de wandelaar. Op zijn landschapsetsen zie je overigens altijd personen. Hij was overduidelijk gefascineerd door gewone mensen.” Op een gegeven moment kwam er een omslagpunt. Mulders omschrijft het als een roes waarin je terechtkomt. “Het verzamelen an sich gaat ineens spelen. Je groeit als het ware in je verzamelaarsrol. Er komt een soort hebberigheid om de hoek kijken. Mijn vrouw wordt er soms gek van... Terwijl mijn beste vrienden tot een paar maanden geleden niet eens van mijn verzameling afwisten. Ze zagen de etsen natuurlijk wel hangen, maar dachten misschien dat ik ze in de souvenirwinkel van het Rembrandthuis had gekocht. Ik bewaar een deel in een opslag; te veel daglicht is schadelijk. Ik koop mijn etsen voornamelijk van
handelaren zoals Douwes Fine Art in Amsterdam en Helmut Rumbler in Frankfurt. Dan loop je minder risico dan op een veiling. Daar kan het namelijk nog weleens gebeuren dat de beschrijving achteraf niet blijkt te kloppen. En ik beschouw mezelf absoluut niet als een kenner. Er zijn hordes mensen die veel meer weten van de etsen dan ik. Neem Erik Hinterding (onderzoeker bij het Rijksmuseum, zie p.74 – red.): hij bekeek duizenden etsen. Het is voor mij nog best lastig een zeventiendeeeuwse en een twintigste-eeuwse afdruk uit elkaar te houden. Iemand
‘Rembrandt zou in onze tijd fotograaf zijn geweest’ zou mij in de maling kunnen nemen door een ets op oud papier af te drukken. Sommige kopieën zijn onwaarschijnlijk nauwkeurig gemaakt. Maar ik ken Rembrandts etsoeuvre natuurlijk wel goed. Als ik een afdruk tegenkom die niet afkomstig is uit de reeks van vijfenachtig bewaarde etsplaten, dan is de kans heel groot dat hij uit de tijd van Rembrandt komt. Ik ben op een gegeven moment ook catalogi gaan kopen. De eerste catalogus van Rembrandts etswerk dateert al van 1751. In de loop der tijd zijn er nog veel meer verschenen, de een beter en completer dan de ander. Maar het is tekenend voor de aandacht die er al vroeg was voor zijn werk. Ik heb ook mijn eigen catalogus, waarin ik alle gegevens over de etsen bijhoud: de beschrijving, de verschillende afdrukken, etsen die omstreden zijn, de afmetingen van kopieën. Ik heb vanaf 2002 bijgehouden welke etsen wereldwijd zijn geveild en tegen welke prijs. Ik ga volgende week naar een veiling in Londen, en mijn catalogus neem ik mee. Zo weet ik precies of een ets eerder is geveild en wat hij toen heeft opgebracht. Met andere woorden, of het verantwoord is om een bod uit te brengen. Ik stel daarbij voor mezelf wel een grens. Je moet daar vrij streng in zijn. Als een ets aan mijn neus voorbijgaat hoop ik simpelweg dat ik ’m in de toekomst nog eens tegenkom.”
Bedelaars Van alle etsen die op de markt komen, gaat het in slechts twintig procent van de gevallen om zeventiende-eeuwse afdrukken. Het grote merendeel is dus na Rembrandts dood afgedrukt. Mulders heeft ook een paar achttiende-eeuwse drukken in zijn collectie. “Die zul je niet op de Tefaf tegenkomen; daar worden alleen afdrukken van Rembrandt zelf verkocht. Of dat ook daadwerkelijk zo is, is weer wat anders. Het kan mij eerlijk gezegd niet schelen of Rembrandt hem zelf heeft afgedrukt. Als het maar een goede afdruk is. Maar als ik een ets niet kan traceren, zal ik ’m niet zo snel kopen. Dan kan hij ook uit een oude catalogus komen. Daarvan zijn er een paar honderd gedrukt: de afdrukken zijn eruit gesneden en op de markt gebracht. Een aantal etsen zit niet in mijn collectie, zoals De drie bomen en De drie kruizen, hoewel ze er qua oeuvre wel in thuis horen. Ze komen af en toe op de markt, en ik heb ook al een paar keer de kans gehad ze te kopen.
32 | Rembrandt Magazine Interview Jaap mulders Maar ik vind ze veel te duur. Bij een handelaar kom je algauw boven de paar ton uit, op een veiling op minimaal 80.000 euro. Dat heb ik er niet voor over. Voor dat bedrag kan ik een paar afdrukken aanschaffen die ik veel leuker en mooier vind. Ik heb relatief weinig portretten. Ik heb natuurlijk het portret van Johannes Uytenbogaert en daarnaast
‘Er zijn zo ontzettend veel grapjes in de afbeeldingen verwerkt’ misschien nog twee of drie andere, maar Rembrandt heeft er een stuk of twintig gemaakt die regelmatig op de markt komen. Maar ze spreken me minder aan dan bijvoorbeeld zijn etsjes van bedelaars. Die zijn me dierbaarder en vind ik spannender.” Het is een grote misvatting dat je alleen maar van Rembrandts etswerk kunt genieten als je er verstand van hebt. Dat is pertinent onwaar. Er zijn zo ontzettend veel grapjes en dingetjes in verwerkt. Ik heb het initiatief genomen voor de tentoonstelling Rembrandt in Zwart-Wit omdat ik mensen wil laten zien hoe ongelooflijk mooi zijn etsen zijn.
Ik ben me ervan bewust dat er een elitair imago aan kleeft. De etsen zijn natuurlijk niet in kleur, dus dat maakt ze voor veel mensen al minder aantrekkelijk dan zijn schilderijen. Maar hoewel iedereen Rembrandt als schilder kent, is zijn etswerk eigenlijk veel grootser. Zijn observatievermogen was zijn grote kracht. Hij legde niet zoals zijn tijdgenoten de belangrijke momenten vast, maar hij koos juist het moment daarvoor of daarna. Alsof hij een foto maakte en net te laat op het knopje drukte. Rembrandt zou in onze tijd ongetwijfeld fotograaf zijn geweest. Op een van mijn favoriete etsen, Adam en Eva (zie p.36 – red.), weet je niet zeker wat er aan de hand is. Wat gebeurt er met de appel? En wat doet Adams hand daar? Het is niet geposeerd, Rembrandt maakte gewoon een foto. Hij probeerde het ook niet mooier te maken dan het was: je ziet twee gewone mensen, met een buikje en hangende borsten. Niet bepaald ons schoonheids-ideaal. In zijn tijd was er geen schilder die dat zo liet zien. Daarom is Rembrandt voor mij een fotograaf. Sommige vrouwen uit zijn naaktstudies keken ook wat verschrikt ‘in de lens’. Alsof hij ze betrapte op een onbewaakt ogenblik. Dat was in die tijd hoogst ongebruikelijk; naakten keken altijd zedig van zich af. En kijk eens naar al die gekke koppen in zijn zelfportretten. Het is duidelijk dat hij gelaatsuitdrukkingen uitprobeerde, en daar vervolgens een ‘snapshot’ van maakte. Ik hoop dat we met de tentoonstelling een breed publiek aanspreken. Die is te zien in vijf kleinere musea buiten de Randstad, allemaal in historische steden. Dat is een bewuste keuze geweest: in de grotere steden is al zo veel van Rembrandt te zien. Bovendien huizen deze musea allemaal in historische panden uit de tijd van Rembrandt of daarvoor. Dat maakt het bezoek aan de expositie extra bijzonder.”
Vals of echt Mulders geeft niet alleen zo’n honderd etsen uit zijn collectie in bruikleen, hij is ook nauw betrokken bij de totstandkoming van de tentoonstelling. Hij combineert daarbij zakelijk instinct met aanstekelijk enthousiasme en grote toewijding. “We gaan de etsen niet
‘Het kan mij niet schelen of Rembrandt de ets zelf heeft afgedrukt. Als het maar een goede afdruk is’
Rembrandt Magazine | 33 Interview Jaap mulders alleen maar ophangen zonder er verder iets mee te doen. Wij gaan het anders doen en gebruikmaken van de huidige technieken. Over twintig of dertig etsen is een heel vermakelijk en boeiend verhaal te vertellen. Dat doe ik zelf, via filmpjes die te zien zijn op tablets die bezoekers meekrijgen bij de entree. Sommige etsen zijn ook tamelijk klein. Op de tablet kun je de afbeelding vergroten, zodat je hem goed kunt bekijken. Maar er komt bijvoorbeeld ook een kopie van een ets van twintig euro tussen te hangen om mensen aan het denken te zetten. Schilderijen zijn namelijk echt óf vals. Bij etsen is dat niet zo simpel. Je moet je afvragen of de ets door Rembrandt
zelf is gemaakt. En is hij door hem afgedrukt? Door hem aangepast, of door anderen? Het was niet ongewoon dat Rembrandt zijn etsen afdrukte, vervolgens veranderingen in de afbeelding aanbracht en daarna nieuwe afdrukken maakte. We spreken dan over verschillende staten van een ets. Een fotografische kopie is natuurlijk hartstikke vals, die is niet in contact geweest met de etsplaat. Maar qua compo-sitie komt zo’n kopie wel dichterbij dan een afdruk die de plaat wél heeft gezien maar die veel later is afgedrukt. Wat echt is en wat niet, daar kun je dus lang over praten. Ik zou zeggen: als je ’m mooi vindt, koop dan gewoon die ets van twintig euro.” //
M U S EU M H E T R E M B R A N D T H U I S Dagelijks open van 10 tot 18 uur
Hoe leefde Rembrandt? Waar schilderde en etste de beroemdste kunstenaar van Nederland zijn meesterwerken? Het historische interieur van Rembrandts huis is in oude glorie hersteld en ingericht met voorwerpen en kunstwerken uit de tijd van de meester. Dwalend door de zeventiende-eeuwse vertrekken waant u zich even terug in Rembrandts tijd.
Speciale tentoonstellingen Dagelijkse etsdemonstraties
Jodenbreestraat 4, Amsterdam www.rembrandthuis.nl
Rembrandt
in zwart-wit Tien favorieten van verzamelaar Jaap Mulders
Zelfportret, leunend op een balustrade (1639)
Ets en droge naald, 205 x 164 mm Er zijn bijna dertig etsen van Rembrandt waarvan wordt aangenomen dat het zelfportretten zijn. Op veel daarvan experimenteert hij met gezichtsuitdrukkingen. En hoe kun je die nou beter maken dan door jezelf een spiegel voor te houden, een gekke bek te trekken en dan een tekening of ets te maken? Maar dan wel op een klein etsplaatje, want koper was ook toen al een kostbaar materiaal. Op dit portret van 1639 zien we iets heel anders. Hier zet hij zich neer als een voornaam persoon, bijna achteloos leunend tegen een muurtje. Op dat moment was Rembrandt al een redelijk bekend schilder, maar toch komt het best arrogant over. Het aardige is dat we vrij precies weten hoe Rembrandt op het idee van dit portret gekomen is. Nieuwsgierig? Bekijk het filmpje via Layar. Download de Layar-app (geschikt voor iPhone en Android) en scan vervolgens deze pagina met uw smartphone.
Ets, 162 x 116 mm Deze ets is om twee redenen bijzonder. Ten eerste vanwege de timing. Rembrandt kiest hier voor het moment waarop Adam de appel gaat aannemen. Hij heeft de fatale stap nog niet gezet en zou nog terug kunnen, maar de kijker weet al dat hij dat niet zal doen. Het tweede speciale aan deze ets is de manier waarop Rembrandt Adam en Eva hier uitbeeldt. Geen strakke lijven met platte buiken of gespierde ledematen zoals je die bij bijna alle andere kunstenaars tegenkomt. Het lijken eerder twee mensen die de jeugd al achter zich hebben gelaten. Er is zelfs weleens gesuggereerd dat Rembrandt hier een extra boodschap in heeft verstopt: door het aannemen van de appel verliest de mensheid zijn jeugdige onschuld definitief. Overigens heeft Rembrandt al zijn naakten, vooral de vrouwen, heel realistisch afgebeeld. Er hangen op de expositie meerdere voorbeelden van. De vrouwen met bollende buikjes, de mannen met verre van atletische lichamen. Tot ver in de twintigste eeuw is Rembrandt daarvoor sterk bekritiseerd door voorname kunstkenners. Het werd als het ware als een smet op zijn verder vrij smetteloze blazoen gezien. Tegenwoordig wordt hij juist geroemd om zijn realisme.
Collectie Museum Het Rembrandthuis
Adam en Eva (1638)
Rembrandt Magazine | 37
Collectie Museum Het Rembrandthuis
tien favoriete etsen
Gezicht op Amsterdam (ca. 1640-1641)
Ets, 112 x 153 mm Rembrandt waagt zich pas laat in zijn carrière aan landschappen, en waarschijnlijk is deze ets de eerste in de serie geweest. Van links naar rechts zien we de Haringpakkerstoren, de Oude Kerk, de Montelbaanstoren, de magazijnen van de Oost-Indische Compagnie, de windmolen op het Rijzenhoofd en de molens die tot de Blauwbrug liepen. Aangezien Rembrandt alles zo precies heeft weergegeven, vermoeden we dat hij de skyline ‘in het veld’ in de etsplaat heeft gegrift en later in het atelier de voorgrond heeft afgemaakt, al zijn daar geen harde bewijzen voor. Het kan best zijn dat hij op locatie eerst een tekening heeft gemaakt die later verloren is gegaan. Uit de positie van de torens en molens kunnen we opmaken waar hij ongeveer gezeten moet hebben. Dat was op de huidige Hoogte Kadijk ten noordoosten van de Sint Anthonispoort, ofwel de huidige Waag. De nieuwe magazijnen van de West-Indische Compagnie, gebouwd in 1642, en het Waleneiland, aangelegd in 1644, staan nog niet op deze panoramakiek en dus weten de datering van 1640 vrij zeker.
38 | Rembrandt Magazine tien favoriete etsen
Rembrandt Magazine | 39 tien favoriete etsen
De Honderdguldenprent (ca. 1648)
Ets, droge naald en burijn, 278 x 388 mm Waarschijnlijk is over geen enkele ets zoveel geschreven als over deze ‘Honderdguldenprent’. Niet alleen vanwege de grootte (het is de op zes na grootste ets van Rembrandt), of vanwege de merkwaardige naam, maar vooral vanwege de compositie. Rembrandt is erin geslaagd om alle elementen uit het negentiende hoofdstuk van het Evangelie van Mattheüs af te beelden en toch een coherent geheel neer te zetten. Bovendien weet hij een prachtig contrast tussen licht en donker te bereiken; een effect waar hij ook met zijn schilderijen zo beroemd door is geworden. Hij doet dit door alle technieken te gebruiken die hij voorhanden heeft; de etsnaald, de droge naald en de burijn. Sommige onderdelen zijn heel precies uitgewerkt, andere zijn veel meer in een ruwe staat gebleven. Maar waarom heet deze ets nou ‘De Honderdguldenprent’? Daar zijn twee plausibele verklaringen voor. De eerste is dat er voor afdrukken van deze ets al in de tijd van Rembrandt honderd gulden werd betaald. Dat weten we dankzij brieven uit die tijd. De tweede verklaring maakt het nog wat bonter en veronderstelt dat Rembrandt op een veiling zelf honderd gulden zou hebben geboden om een afdruk terug te kopen. Er zijn geen bewijzen van, maar het klinkt wel leuk. In ieder geval weten we zeker dat de prent in zijn eigen tijd al zeer gewaardeerd werd.
40 | Rembrandt Magazine tien favoriete etsen De barmhartige Samaritaan (1633)
Ets en burijn, 258 x 218 mm In onze tijd zou dit tafereel waarschijnlijk ‘De barmhartige Palestijn’ hebben geheten. Joden en Samaritanen konden het niet bepaald goed met elkaar vinden. Het is dan ook niet te verwachten dat de joodse koopman, die beroofd en toegetakeld naast de weg ligt, wordt geholpen door de Palestijn, pardon, Samaritaan. De Samaritaan legt de koopman echter op zijn paard en neemt hem mee naar een herberg, waar hij zelfs het logies voor hem betaalt. In de Bijbel wordt beschreven dat dat pas de volgende dag gebeurt, maar Rembrandt vat het allemaal in één plaat samen. Behalve dat altijd weer imponerende verhaal zijn er nog twee redenen waarom deze ets bijzonder is. Waarschijnlijk heeft Rembrandt de knecht die de koopman vasthoudt, in de loop van het proces iets naar links verplaatst om beter bij het hoofd van het paard te passen. Maar hij is vergeten dat ook te doen met het linkerbeen van de man, dat nu onder de buik van het paard iets te veel naar rechts staat. Niets menselijk is Rembrandt kennelijk vreemd. En dan is er natuurlijk het poepende hondje. Hoe aandoenlijk en alledaags. Alsof Rembrandt de knop op de camera indrukte precies op het moment dat het hondje aan zijn behoefte begon.
De blinde Tobit (1651)
Collectie Museum Het Rembrandthuis
Ets en droge naald 160 x 129 mm Rembrandt was gefascineerd door een aantal hoofdstukken uit de Bijbel, waar hij tientallen schilderijen, tekeningen of etsen over maakte. Het verhaal van de oude Tobit is zo’n onderwerp. Omdat hij blind en daardoor armlastig was geworden, stuurde die zijn zoon op reis om een oude schuld te innen. De zoon werd vergezeld door zijn hond en de aartsengel Rafaël. Onderweg trouwde de zoon met een ver familielid, ondanks het feit dat al haar vorige echtgenoten, liefst zeven, stierven in het huwelijksbed. Met hulp van Rafaël slaagde de zoon erin het onheil af te wenden. Hij overleefde de huwelijksnacht en ging met zijn bruid terug naar huis, met het opgehaalde geld en de gal van een vis om de blindheid van zijn vader te genezen. Genoeg drama om een hele tv-serie van te maken. Van de bijna dertig afbeeldingen die Rembrandt van verschillende momenten in dit verhaal maakte, is dit misschien wel de meest aangrijpende. Opnieuw pakt hij een ongebruikelijk moment: niet de zoon die zijn vader in de armen valt, maar net een minuut of wat eerder als de vader hoort dat zijn zoon (met de reddende engel) in aantocht is. Hij loopt naar de deur, in zijn enthousiasme het spinnewiel omver gooiend. Het lijkt wel of hij in zijn opwinding ook nog te veel naar links loopt en naast de deur uit gaat komen. En dan is er dat hondje. Is dat de hond van de oude man die opschrikt van de plotselinge bewegingen van zijn baas? Of is het wellicht de hond van de zoon die zijn baasje vooruit is gesneld en voor de vader het teken is dat zijn zoon eraan komt?
42 | Rembrandt Magazine tien favoriete etsen De vlucht naar Egypte: op een plaat van Seghers (ca. 1653)
Ets, burijn en droge naald, 212 x 284 mm Als u denkt dat photoshoppen een typisch eenentwintigste-eeuws verschijnsel is, dan hebt u het mis. Rembrandt was een groot bewonderaar van het werk van Hercules Seghers, die in zijn tijd als een groot vernieuwer van de etskunst werd gezien. Rembrandt had maar liefst acht landschappen van hem in zijn bezit. Mooier nog, hij had ook een etsplaat van hem. Deze plaat toont de jonge Tobias en de aartsengel Rafaël in een fraai heuvelachtig landschap. Rond 1653, als Rembrandt als kunstenaar op zijn hoogtepunt is, haalt hij een trucje uit dat als photoshoppen avant la lettre kan worden beschouwd. Hij polijst twee figuren weg en beeldt daarvoor in de plaats de Heilige Familie uit, met een ezel op de vlucht naar Egypte. Waarom Rembrandt een bestaand werk op deze manier ‘gebruikte’, weten we helaas niet. Misschien was het een puur financiële kwestie. Rembrandts bankrekening was toen al op een bedenkelijk laag niveau en korte tijd later zou hij zelfs failliet gaan. Misschien had hij dus uit geldnood naar een bestaande plaat gegrepen om daarmee de dure aankoop van een nieuwe plaat te vermijden. En het zou bijna 350 jaar duren voordat er royalty’s werden betaald door de eerste photoshoppers.
Collectie Museum Het Rembrandthuis
44 | Rembrandt Magazine tien favoriete etsen Diana badend (ca. 1631) Ets en burijn, 178 x 159 mm Dat het hier om de godin van de jacht gaat, is wel zeker, getuige de pijlkoker die geheel links is afgebeeld. Rembrandt was ongeveer vijfentwintig jaar en woonde nog in Leiden toen hij deze indringende ets maakte. Misschien had hij nog niet zoveel ervaring met vrouwen en heeft hij op basis van zijn fantasie de vrouw een nogal mollig buikje gegeven. Aan de andere kant zou hij dit in latere jaren vaker doen. Niets mooier dan de werkelijkheid, gewoon natuurlijk weergegeven. Opvallend is dat de vrouw als het ware ‘recht in de camera’ kijkt en niet het hoofd heeft afgewend, zoals in die tijd gebruikelijk was. Het lijkt wel of zij betrapt is door paparazzi; een zeventiende-eeuwse versie van de Kate Middletonfoto’s dus.
Collectie Museum Het Rembrandthuis
Een boer, uitroepend; ‘tis vinnich kout’ - Een boer, antwoordend: ‘Dats niet’ (1634) Ets, beide 112 x 39 mm
Er is geen twijfel over het jaargetijde waarin deze twee boertjes hun commentaar op de weersomstandigheden geven. Als de zeventiendeeeuwse versie van de bekende Unox-kreet (‘Koud, hè?’) van het linker mannetje al niet genoeg is, dan geeft het schaatsertje op de achtergrond voldoende zekerheid. Hoewel het tafereel op zichzelf niet zo bijzonder is, zijn drie andere zaken dat wel. Allereerst de combinatie: twee losse prentjes die zonder twijfel bij elkaar horen. Dan de teksten die erbij staan, wat nergens anders gebeurt. En ten slotte de opstelling van de boertjes; met hun ruggen naar elkaar toe. Niet de gebruikelijke manier om een puntige conversatie te voeren. Heeft hij even over het hoofd gezien dat de twee figuren door het afdrukken andersom komen te staan of is dit weer zo’n typisch Rembrandteske vernieuwing? Opmerkelijk is ook dat Rembrandt deze twee zelf op één blad heeft afgedrukt waarbij ze wel degelijk tegenover elkaar staan.
46 | Rembrandt Magazine tien favoriete etsen
Rembrandt Magazine | 47 tien favoriete etsen
De fluitspeler (‘Uylenspiegel’, 1642)
Ets en droge naald, 116 x 143 mm Zo op het eerste gezicht een idyllisch plaatje, nietwaar? Een jongen die op een fluit speelt, waarschijnlijk met de bedoeling het meisje ernaast te vermaken. Maar als je beter kijkt, dan blijkt het boordevol erotische verwijzingen te zitten. In de tijd van Rembrandt waren dit soort dubbele bodems in schilderijen en tekeningen heel gewoon en wisten de meeste kijkers de symbolen snel te herkennen. Zo zien we op de achtergrond wat schapen en geiten, beesten die geacht werden een sterke seksuele drift te hebben. En dan die tas. Die lijkt zo onschuldig, behalve als je weet dat het woord ‘tas’ in die tijd ook werd gebruikt om een frivole vrouw en zelfs de vrouwelijke geslachtsdelen aan te geven. De uil werd beschouwd als een teken van losse zeden. Dat zou op de jongen kunnen slaan, want de bloemenkrans van het meisje is juist weer een symbool voor de maagdelijkheid en kuisheid. Het meest sprekend zijn toch de jongen en het meisje zelf. Hij richt zijn fluit (ook nu nog een symbool voor het mannelijk geslachtsorgaan) op het meisje, zij houdt haar benen net zo’n beetje uit elkaar dat hij zo onder haar rokken kan kijken. Het plaatje had zo in de zeventiendeeeuwse Playboy kunnen staan.
48 | Rembrandt Magazine portrettengalerij
Johannes Uytenbogaert Johannes Uytenbogaert (1608-1680) was belastinginner, en in zijn vrije tijd een verwoed kunstverzamelaar. Rembrandt etste in 1639 zijn portret. Wellicht was het een geschenk voor bewezen diensten; Uytenbogaert regelde de betaling van twee schilderijen die Rembrandt voor het stadhouderlijk hof in Den Haag had gemaakt.
Gerard de Lairesse De schilder Gerard de Lairesse (1640-1711) kwam in 1665 berooid in Amsterdam aan. Hij kreeg onderdak bij een kunsthandelaar, maar vestigde zich na korte tijd als zelfstandig kunstenaar en maakte snel carrière. Rembrandt heeft hem in zijn beginjaren in Amsterdam geportretteerd.
Jan Six Rembrandt en Jan Six (1618-1700) kwamen omstreeks 1645 met elkaar in aanraking. De steenrijke Six was bezig een kunstverzameling op te bouwen. Rembrandt portretteerde hem in schilderij, tekening en prent. In 1652 verkocht Rembrandt hem enkele schilderijen, waaronder het portret van Saskia op de rechterpagina.
Hendrickje Stoffels Hendrickje Stoffels (1626-1663) vond omstreeks 1647 een betrekking in het huis van Rembrandt. Ze kreeg een verhouding met hem, waaruit hun dochter Cornelia werd geboren. Aangenomen wordt dat Hendrickje model voor Rembrandt heeft gestaan, zoals voor deze Badende vrouw. Zij bleef tot haar dood zijn levensgezellin.
Constantijn Huygens Constantijn Huygens (1596-1687) was secretaris van stadhouder Frederik Hendrik en geniet nu nog bekendheid als dichter. Daarnaast was hij een kunstliefhebber. In 1629 begon hij aan een beschrijving van zijn leven. De schilderkunst kwam daarin uitvoerig ter sprake. Hij voorspelde de nog jonge Rembrandt een gouden toekomst.
Nicolaes van Bambeeck
De koopman Nicolaes van Bambeeck (1596-1661) woonde met zijn vrouw schuin tegenover Rembrandt. In 1640 investeerden zij – tegelijk met Rembrandt – in het bedrijf van de kunsthandelaar Hendrick Uylenburgh, voor wie Rembrandt had gewerkt. Bij het opstellen van het contract moet de portretopdracht tot stand zijn gekomen.
Titus Titus van Rijn (1641-1668) trad in de voetsporen van zijn vader, die hem in de teken- en schilderkunst onderwees. Werk van Titus is niet bekend, maar enkele schilderijen van zijn hand worden in zeventiende-eeuwse documenten genoemd.
Saskia Uylenburgh Rembrandt ging in 1633 in ondertrouw met Saskia Uylenburgh (1612-1642), dochter van een gewezen burgemeester. Zij trouwden in het jaar daarop. Van hun kinderen zou slechts hun zoon Titus de volwassen leeftijd bereiken. Saskia overleed in 1642, pas 29 jaar oud.
portretten
galerij Wie stonden er dicht bij Rembrandt? Tekst Jaap van der Veen, Museum Het Rembrandthuis
Johannes Cornelisz. Sylvius De hervormde predikant Johannes Sylvius (1564-1638) en zijn vrouw Aeltje Uylenburgh hebben in het leven van Rembrandt en Saskia een grote rol gespeeld. Bij hun ondertrouw stond Sylvius haar bij en naderhand trad hij enkele malen op als getuige bij de doop van hun kinderen. In 1638 doopte hij zelf een dochtertje van de twee.
Abraham Francen De apotheker en medicus Abraham Francen (1612-na 1672) stond in de jaren vijftig en zestig in nauw contact met Rembrandt. Francen stond borg voor diens zoon Titus en was voogd van Rembrandts dochter Cornelia. Op deze prent is hij in zijn kunstkamer afgebeeld, omringd door zijn schatten.
50 | Rembrandt Magazine INTERVIEW SACHA DE BOER
‘ Rembrandt zou vast jaloers zijn op onze wonderkastjes’ Nieuwslezeres én fotografe Sacha de Boer heeft niet alleen een prettige stem, maar ook een scherp oog. Zo zeer zelfs dat zij in maart 2013 aankondigde de NOS-nieuwsdesk te verlaten en zich volledig te richten op fotografie. In haar portretten en reportages vangt ze regelmatig – soms volledig intuïtief – het licht waar Rembrandt beroemd mee is geworden. ‘Rembrandt Lighting is een begrip in de fotografie.’
Tekst Leo Alexander Schlangen Fotografie Corné van der Stelt
52 | Rembrandt Magazine INTERVIEW SACHA DE BOER Rembrandt maakte mensen niet mooier dan ze waren. En jij?
“Je stuurt natuurlijk wel. Kin omhoog, rechtzitten, schouder indraaien et cetera. Maar bepaalde kenmerken horen gewoon bij iemand. Voor een boekcover moest ik bijvoorbeeld een portret van acteur Gijs Scholten van Aschat maken. Hij heeft een lui oog. Ik vind het flauw om dat door een bepaalde belichting te benadrukken. Ik heb het zo opgesteld dat het niet te veel opviel, maar dat je het wel bleef zien. Kortom, dat soort zaken wil ik niet benadrukken, maar ook niet ontkennen.” Rembrandt wordt wel gezien als een photoshopper avant la lettre. In hoeverre mag je volgens jou een foto manipuleren of bewerken?
“In de kunstfotografie mag alles, vind ik. Bij nieuwsfoto’s moet je uiterst zorgvuldig zijn. Een organisatie als World Press Photo is heel streng op dat gebied. ‘Gij zult niet toevoegen of weglaten’ is het adagium. Er ontstond ooit tumult over een groepsportret van een stel rugbyers. Ze stonden voor een schutting. Het enige wat de fotograaf had gedaan – uit esthetisch oogpunt begrijp ik hem wel – was het wegshoppen van een paar voeten van een voorbijganger die toevallig aan de andere kant van die schutting voorbijliep. Zelfs dat vond men te ver gaan.” Hoe belangrijk is licht voor je?
‘Het licht uit de Gouden Eeuw wordt steeds vaker toegepast door fotografen’
W
anneer besloot je fotograaf te worden?
“Al heel vroeg. Op m’n zevende kreeg ik een Agfa Clack camera, en ik was acuut verkocht. Een prachtig zwart kastje waarmee ik in Artis dieren kon vastleggen en mee naar huis nemen. Magisch! Bovendien hadden we een buurman die fotograaf was. Het had iets adellijks, de naam, en dan al die spannende apparatuur. Hij bekeek ook mijn foto’s en gaf adviezen. Tijdens mijn puberteit is fotografie altijd blijven sluimeren. Uiteindelijk koos ik voor een studie psychologie en later communicatiewetenschappen, en niet voor de fotovakschool of Rietveld Academie. Maar ook als student ben ik blijven fotograferen.” Hanteer je in je portretten een bepaalde stijl?
“Een portret is, in tegenstelling tot mijn reportages, volledig geregisseerd. Ik wil een persoon zo mooi mogelijk laten zien, maar wel in zijn of haar eigen schoonheid. Ik gebruik bijvoorbeeld nauwelijks make-up en photoshop amper. Ik zoek naar een combinatie van pure schoonheid en karakter. Ik houd in mijn foto’s doorgaans ook niet van lachende mensen. Een voorzichtig lachje zoals bij de Mona Lisa van Leonardo da Vinci is veel mysterieuzer.”
“Héél belangrijk. Het leidt me af als er geen mooi licht is, ook bij de NOS op televisie. Als fotograaf ben ik erg gecharmeerd van de manier waarop oude meesters als Rembrandt, Vermeer en Caravaggio met licht omgingen. Ze gebruikten vaak maar één lichtbron, zoals het raam aan de linkerkant in verschillende Vermeers. Rembrandt deed het ook. Het gezicht werd aan één kant belicht, zodat er op de andere wang een forse schaduwpartij ontstond die werd opgelicht door een driehoekige lichtvlek onder het oog. Dat geeft karakter aan een gezicht. Ik gebruik die techniek ook graag, soms in combinatie met een reflectiescherm. Daarmee kan ik de schaduwpartij een beetje afzwakken en details aan die kant van het gezicht ophalen. Mensen zien in mijn werk vaak iets klassieks. Dat komt dus door Rembrandt en Co.” Rembrandt heeft de hedendaagse fotografie beïnvloed.
“Mij in elk geval. De term Rembrandt Lighting is sowieso een begrip in fotografie. Het is een van de vijf basislichtopstellingen voor een studiofotograaf. De populariteit ervan schommelt overigens behoorlijk. Ik ben een aanhanger van het eerste uur, maar veel fotografen en kunstenaars vonden het licht uit de Gouden Eeuw een tijd lang kitsch. Ik zie het nu steeds vaker toegepast worden.” Door wie zoal?
“Hendrik Kerstens is zo’n fotograaf. Het is net of je naar een schilderij van Vermeer zit te kijken. Hij fotografeert voornamelijk zijn dochter Paula, maar geeft een verrassende draai aan zijn foto’s door haar bijvoorbeeld een wit plastic zakje op het hoofd te zetten in plaats van een klederdracht kapje. En ook in de intense en verstilde portretten van Marie Cecile Thijs zie je het licht van de Hollandse meesters duidelijk terugkomen. Nee, Rembrandt was zo slecht nog niet.” Heb je het moeten leren, die manier van belichten?
“Gek genoeg deed ik het op jonge leeftijd al, toen ik me nog helemaal niet verdiept had in een kunstenaar als Rembrandt. Kennelijk deed ik het toen intuïtief. Dat doe ik nog steeds. Onlangs gebeurde
Rembrandt Magazine | 53 INTERVIEW SACHA DE BOER het weer in India tijdens een reportage over sloppenwijken. Een vrouw deed een deur open en er ging bij mij meteen een rood lampje branden: ‘Afdrukken!’ Vaak weet ik zelf niet eens waarom ik schiet, het gaat onbewust. Pas naderhand zie ik dat ik exact het ‘Rembrandtlicht’ heb gevangen. Inmiddels durf ik blindelings op het rode lampje in mijn hoofd te vertrouwen.”
een aantal portretten maken. Presidenten als Kennedy, Clinton en ook Obama hebben het presidentschap weer rock ’n roll gegeven.” Heb je hem al benaderd?
“Nee joh, dat vind ik veel te eng.” Wanneer kunnen we jouw werk weer ergens bewonderen?
Je fotografeert wel vaker mensen op een onbewaakt ogenblik?
“Dat gebeurt regelmatig. Het levert soms heel karakteristieke, spontane beelden op. Dat is het voordeel van een fotograaf; we kunnen heel veel beelden schieten, en achteraf kiezen. Rembrandt moet jaloers op onze wonderkastjes zijn geweest. Hij legde niet het volledig geregisseerde grand moment vast, maar juist het moment vlak ervoor of erna. In zijn werk De Staalmeesters zie je een man die op het punt staat te gaan zitten, zijn achterste zweeft nog boven de stoelzitting. Gedurfd en goed gevonden. Maar ik vraag me dan meteen af: was dat geposeerd? Of gebeurde het tijdens de poseersessie in een flits en maakte hij een foto in zijn hoofd die hij later bij het uitwerken gebruikt heeft?”
“Volgend jaar komt er een expositie van de foto’s in het kader van PS Camera; een project van fotograaf Koos Breukel die allerlei vakgenoten heeft gevraagd foto’s te maken met een analoge camera van een andere fotograaf. Ik mocht aan de slag met de Leica van Ata Kandó, een legendarische Hongaarse die dit jaar honderd wordt.” //
Kijk je graag naar schilderijen?
“Ik vind het prettig om te doen. Maar wel met een kleine afwijking, want het liefst sta ik er letterlijk met m’n neus bovenop – tot grote ergernis van suppoosten. Als je namelijk goed in de ogen van de geportretteerde kijkt, kun je soms ontdekken op welke manier de schilder het licht heeft gebruikt. Soms zie je een heel raam in een oog weerspiegelen. Bij foto’s in tijdschriften is dat trouwens nog veel duidelijker. Is er een spot gebruikt? Een softbox met of zonder grid? Een reflectiescherm? En zo ja, waar staat dat dan? Fascinerend vind ik dat. Als je de ogen van een fotomodel bestudeert, dan zie je er rondom reflecties in. Ze hebben aan alle kanten reflectieschermen geplaatst om schaduwen te vermijden en een strak, supermooi gezicht te krijgen.” Welke Rembrandt heb je onlangs nog gezien?
“Soms heb ik geen tijd om een museum te bezoeken en gebruik ik een handige app op m’n telefoon. Daarmee kun je schilderijen uit de hele wereld bekijken. Zo stuitte ik laatst op De Filosoof, een portret van een man die voor een raam zit in een waaier van prachtig licht. Grappig genoeg heb ik zelf ook ooit in een soortgelijke ruimte foto’s gemaakt. Alleen had ik toen geen filosoof bij de hand.” Rembrandt had ten opzichte van zijn tijdgenoten een andere kijk op wereld. Heb jij dat ook?
“Dat moet je aan anderen vragen. Daarvoor kan ik niet genoeg afstand van mijn werk nemen. Ik hoor weleens van mensen dat ze mijn foto’s herkennen door de specifieke lichtval, schaduwwerking en compositie. Kennelijk zit er wel iets eigens in.” Wat maakt een fotograaf goed?
“Iedereen kan ergens naar kijken, zijn blik richten op iets. Maar niet iedereen ziet er iets in, ontvangt iets. Een goede fotograaf wel. Of het nou om licht, situatie, compositie of iets anders gaat; die pakt het op.” Wie zou jij graag nog willen portretteren?
“Barack Obama staat hoog op mijn lijstje. Ik zou het liefst een tijdje als een fly on the wall van het Witte Huis willen zitten en ongemerkt
Sacha de Boer is als fotograaf aangesloten bij Beeldagent, met haar fotokunstcollectie en voor opdrachtverzoeken op maat. www.sachadeboer.com
Leven en werk in licht en donker Dat Rembrandt een groots kunstenaar was, was al bij zijn tijdgenoten bekend. Maar wat voor man was hij? Naar verluidt was hij ijverig, ambitieus en geestig. Maar hij vertoonde ook wangedrag naar opdrachtgevers en familieleden, manipuleerde schuldeisers en deed er alles aan om zijn werken in het topsegment te houden. De van oorsprong Amerikaanse kunsthistoricus en Rembrandt-kenner Gary Schwartz probeert de kunstenaar te doorgronden. Vertaling Loekie Schwartz
Rembrandt Magazine | 55 Rembrandt in zijn tijd
R
embrandt van Rijn, laatstwonend ‘op de roose graft teghen ouer het dool hof’, werd op 8 oktober 1669 naar zijn gehuurde graf in de Westerkerk gedragen door zestien collega’s uit het Sint-Lucasgilde, waarvan de kunstenaar – hoewel niet altijd even trouw – sinds 1634 lid was geweest. Een lang ziekbed was hem bespaard gebleven. Op 2 oktober had hij nog bezoek gehad van de Amsterdamse winkelier en amateurhistoricus Pieter van Brederode, die alle tijd had genomen om de ‘Antiquitite en Rarityten over langh vergadert bij Rembrant van Rym’ te bewonderen. Dat klinkt alsof hij door de kunstenaar zelf was ontvangen. Twee dagen later meldde Rembrandts verre neef Nicolaes Sebastiaenszoon Vinck in zijn genealogische notities: ‘den 4 8b is overleden neeff Rembrant van Rhijn schilder.’ (8b is een afkorting voor oktober.) Wat zouden familie en collega’s gezegd hebben bij de begrafenis? Zijn gildebroeders wisten dat de man wiens kist zij droegen, een van de grootste kunstenaars van zijn tijd was. Jan Lievens, Rembrandts oude makker uit Leiden, had misschien tegen Rembrandts beste Amsterdamse leerling Ferdinand Bol opgemerkt: ‘Wist je dat Kardinaal Mazarin een portret door Rembrandt heeft van een pasja zoals hij? Zou iemand zich in deze kerk realiseren dat de koningen van Frankrijk en Engeland, de groothertog van Toscane en de keizer in Wenen zelfportretten van Rembrandt in hun verzameling hebben? Om maar te zwijgen van zijn geëtste zelfportretten? Wie heeft die niet? Niemand van ons is zo bekend als hij.’ Wat ze in Amsterdam misschien niet wisten, was dat Rembrandt al jaren een begrip was bij kunstliefhebbers in het buitenland. In 1640 verscheen zijn naam voor het eerst in druk. Dat was toen de Engelsman Peter Mundy over de Nederlanden schreef: ‘A propos de schilderkunst en de liefde van dit volk voor schilderijen, denk ik niet dat die ergens anders wordt overtroffen. Er zijn in dit land heel veel uitstekende meesters geweest die deze kunst hebben beoefend, en ook vandaag nog sommigen, zoals Rimbrantt’. Mundy noemt alleen ‘Rembrandt’; al in 1640 stond die naam voor grootheid in de schilderkunst. De vroegste vermelding van zijn prenten verscheen in het jaar daarop, in Matthias Merians Duitstalige uitgave van de Piazza Universale van Tommaso Garzoni. Merian benadrukt dat Rembrandt etsen maakt en niet werkt in de oudere techniek van het graveren. In 1662 spreekt John Evelyn in zijn historie van de prentkunst over de ‘onvergelijkbare Reinbrand, wiens etsen en “gravings” een bijzondere geest ademen.’ In feite was het verzamelen van Rembrandts etsen een internationale rage, van Polen tot Sicilië en in alle landen daartussen. Rembrandts biograaf Arnold Houbraken schreef later nogal honend over die fanatieke collectioneurs, en bovendien nam hij het de kunstenaar kwalijk dat hij inspeelde op hun gretigheid: [Rembrandts subtiliteit als etser] bragt hem grooten roem en niet min voordeel by: inzonderheid ook het kunsje van lichte verandering, of kleine en geringe byvoegzelen, die hy aan zyne printjes maakte, waar door dezelve andermaal op nieuw verkogt werden. Ja de drift was in dien tyd zoo groot dat zulke luiden voor geen regte lief hebbers gehouden wierden, die het Junootje met en zonder ‘t kroontje, ‘t Josephje met het wit en bruine troonitje en diergelyke meer, niet hadden. Ja het Vrouwtje by de kachel, schoon van zyn geringste, moest elk met, en
zonder ‘t witte mutsje, met, en zonder het sleutelkacheltje hebben, ‘t geen hy door zyn zoon Titus (kwamsuis te gering voor hem) liet uitventen. In dit verhaal wordt een aantal thema’s opgevoerd dat we telkens weer tegenkomen in geschriften en documenten over Rembrandt: groot talent, dubieus gedrag jegens opdrachtgevers, manipulaties van vooral familieleden en enorme faam. Laten we die thema’s nader bekijken en zien hoever we daarmee komen in het doorgronden van de kunstenaar.
Talent
Rembrandts woonhuis aan de Jodenbreestraat in Amsterdam
Rembrandts bewonderaars zijn van meet af aan onder de indruk van zijn talent en zijn ijver. Hij werkte aan een stuk door. Constantijn Huygens, die hem opzocht en hem steunde toen hij begin twintig was, vond zelfs dat hij en Jan Lievens zo hard werkten dat het slecht was voor hun gezondheid. Hij had zich overigens geen zorgen hoeven maken. Beiden leefden meer dan tweemaal langer dan de gemiddelde Hollander uit hun tijd. Het meest karakteristieke van Rembrandts werk is zijn gebruik van licht en donker – zijn chiaroscuro. Daarmee geeft hij zijn figuren en composities volume en diepte en bereikt hij effecten die los van al het andere ongelofelijk boeiend zijn. Wie aandachtig kijkt, ziet op vrijwel
Al in de zeventiende eeuw was het verzamelen van Rembrandts etsen een internationale rage
56 | Rembrandt Magazine rembrandt in zijn tijd
der Schilderkonst van 1678 De Nachtwacht de hemel in, maar kon niet nalaten tot slot te zeggen: ‘…Schoon ik wel gewilt hadde, dat hy ‘er meer lichts in ontsteeken had.’ De Nachtwacht is een oefening in chiaroscuro. Zoals de God van het Oude Testament was ook Rembrandt in staat om het licht van het duister te scheiden en uit beide complete werelden te scheppen. Niets demonstreert dit beter dan twee etsen voor Jan Six, zijn belangrijkste Amsterdamse opdrachtgever. In 1645 maakte Rembrandt het kleine landschap Het bruggetje van Jan Six (afb.2). Het tafereeltje is Detailbeeld van de derde staat zo licht en vrijwel schaduwloos dat de streken van de etsnaald bijna te tellen zijn. Over de prent bestaat een anekdote: Rembrandt wedde dat hij een ets kon maken in de tijd dat de knecht nodig had om een pot mosterd te halen voor het diner bij Jan Six op de buitenplaats. Waar gebeurd of niet, het verhaal laat ons Rembrandt op zijn best zien – geestig, vol artistieke durf en virtuositeit en in vriendschappelijke omgang met zijn voorname metgezel.
(1) Medea: of de bruiloft van Jason en Creusa (1648), eerste van de vijf staten
elk schilderij en elke prent hoe het licht wordt ontleed in eindeloos gedetailleerde spiegelingen en brekingen. Schaduwen worden tot in het oneindige gemoduleerd om niet alleen volumes te suggereren, maar ook stemmingen en symbolische elementen. Het licht en donker van De Nachtwacht, en waarschijnlijk ook van ander werk, gaf ook al in het verleden aanleiding tot – soms weinig lovende – discussie. Rembrandts leerling Samuel van Hoogstraten prees in zijn Inleyding tot de Hooge Schoole
Rembrandt wedde dat hij een ets kon maken in de tijd dat de knecht nodig had om een pot mosterd te halen
Twee jaar later maakte Rembrandt de magnifieke portretten van Jan Six (afb. 3) waarin zwart in alle gradaties de volumes modelleren en werelden van donkerte scheppen. Het enige licht komt door het open venster waar Six staat, met een omgevouwen boek in zijn handen. Het is schitterend hoe het papier een tweede lichtbron wordt: Jan Six’ gezicht baadt in het weerkaatste licht en het lijkt alsof de tekst hem inspireert. Op deze manier maakt Rembrandt symbolisch en picturaal gebruik van licht en donker. Een bravourestukje als dit, zo krachtig van concept en zo rijk aan visuele effecten helpt ons Rembrandts grootheid begrijpen en waarderen.
Opdrachtgevers Jan Six was het soort mecenas waar kunstenaars van dromen: een erudiet persoon die de beeldende kunsten een warm hart toedroeg en bereid was goed geld te betalen voor opdrachten en aankopen. Meer dan tien jaar noemde hij Rembrandt zijn vriend en dankzij die vriendschap produceerde Rembrandt een aantal van zijn beste werken. Het absolute hoogtepunt is het geschilderde portret van Jan Six uit 1654. Het hangt nog altijd thuis bij diens directe erfgenamen, die ook nog de koperen plaat van Rembrandts portret van hun voorouder in bezit hebben. Dit zegt iets over de betekenis voor een kunstenaar van een goede beschermheer, niet alleen voor opdrachten maar ook voor zijn latere roem. Nog zo’n buitengewoon product van hun samenwerking was de frontispice die Rembrandt maakte voor de uitgave van Jan Six’ toneelstuk Medea (afb. 1). Dit was dezelfde prent waarvan Houbraken had gezegd dat verzamelaars ‘het Junootje met en zonder ’t kroontje’ wilden bezitten. Op de eerste twee staten draagt de godin Juno, rechts op de plaat, een plat
werden zijn etsen voor een te laag bedrag verkocht, dan kocht hij ze ogenblikkelijk weer terug In zijn jonge jaren nam een opmerkelijke Hagenaar Rembrandt onder zijn vleugels: Constantijn Huygens, secretaris van stadhouder Frederik Hendrik. Voor het hof schilderde Rembrandt portretten, mythologische voorstellingen en een serie schilderijen van de geboorte en dood van Christus. Hij putte daarbij uit het repertoire van grote Italianen als Titiaan en de Vlaming Rubens en plaatste zich daarmee heel bewust in dat verheven gezelschap, waar hij altijd gebleven is. Na een aantal jaren verzuurden Rembrandts relaties met Huygens en Six, zoals dat gebeurde met al zijn relaties met beschermers, ook die uit de zakelijke en financiële wereld. De Duitse schilder Joachim von Sandrart die Rembrandt leerde kennen tijdens zijn verblijf in Amsterdam, schreef over diens wangedrag jegens opdrachtgevers en over zijn gebrek aan zakelijkheid: ‘Zeker is dat wanneer hij zich had weten te gedragen tegenover de mensen en zijn zaken verstandig had aangepakt, hij zijn rijkdom nog aanmerkelijk had kunnen vergroten…’. Dat zijn oordeel juist was, wordt bewezen door documenten waaruit blijkt hoe Rembrandt zijn opdrachtgevers beledigt of voor het gerecht daagt, zich arrogant opstelt naar klanten, schuldeisers, leerlingen en justitie en zijn schulden niet betaalt, zelfs als hij die in schilderijen mag voldoen. Dit soort laakbaar gedrag wordt soms in één adem genoemd met kritiek
op zijn werk dat zijn arrogantie zou weerspiegelen. Wat Sandrart niet wist, was dat het Rembrandt allang niet meer ging om ‘zijn rijkdom te vergroten’, maar om, ondanks zijn grote inkomsten, zijn schuldeisers een stap vóór te blijven. Toen hij een duur huis kocht in een goede buurt, nu het Museum Het Rembrandthuis, was de verkoper
(2) Het bruggetje van Jan Six (1645)
Collectie Museum Het Rembrandthuis
hoofddeksel. Op de derde staat is dat vervangen door een kroon. Betekent dat, zoals Houbraken suggereert, dat Rembrandt een slaatje probeerde te slaan uit de gretigheid van zijn trouwste verzamelaars? Of was het een onderonsje tussen hem en Jan Six, die zelf de etsplaat in zijn bezit had?
58 | Rembrandt Magazine rembrandt in zijn tijd
Collectie Museum Het Rembrandthuis
uitermate soepel met de afbetalingsvoorwaarden. Maar Rembrandt miste de aflossingen jaar op jaar, en kocht liever kunst en ‘Antiquitite en Rarityten’, zodat hij ten langen leste bankroet moest aanvragen. Alleen de schuldeisers met belangrijke bestuurlijke posities kregen alles terugbetaald. De anderen, onder wie Rembrandts zoon Titus, moesten zich tevreden stellen met een fractie van wat hij hen schuldig was.
Rembrandt en zijn familie Arnold Houbraken vertelt dat Rembrandt Titus etsen met kleine wijzigingen liet uitventen omdat hij daar zelf ‘kwansuis’ te goed voor was. Titus zal dat niet leuk hebben gevonden. Uit de documenten is een geval bekend waarbij Rembrandt zelf Titus’ verkooppogingen ondermijnde. Titus had van een Leidse uitgever de opdracht binnengehaald voor een portretgravure, maar Rembrandt leverde een ets, te fragiel voor de beoogde oplage, ondanks dat er uitdrukkelijk een gravure was gespecificeerd. ‘Myn vader snijt (graveert) so curieus als yemant’, schepte Titus op, woorden die hij later moest inslikken. Titus was de zoon van Rembrandts eerste en enige wettige echtgenote, de Friese burgemeestersdochter Saskia Uylenburgh. Hij was de enige van hun vier kinderen die niet als klein kind overleed. Na Saskia’s dood hield haar familie Rembrandt met argusogen in de gaten: in geen geval mocht hij Saskia’s erfdeel aan haar zoon verkwanselen. Binnen een paar jaar beschaamde hij haar laatste wil op desastreuze wijze. Hij ging een relatie aan met een zekere Geertje Dircx, die in huis kwam om voor Titus te zorgen. Hij schonk haar sieraden uit Saskia’s nalatenschap waaronder een waardevolle diamanten ring. Dat kwam aan het licht toen Rembrandt verliefd werd op een jonger dienstmeisje, Hendrickje Stoffels. Geertje werd zo des duivels dat ze Rembrandt voor de rechter sleepte. De kostbare geschenken waren het bewijs dat hij met haar wilde trouwen, vertelde ze het hof. De Uylenburghs waren furieus op Rembrandt. En toen Rembrandt merkte dat Geertje de juwelen naar de lommerd had gebracht, was hij op zijn beurt furieus op haar. Daarop liet hij zijn voormalige geliefde voor twaalf jaar opsluiten in het Goudse spinhuis. Toen een vriendin stappen ondernam om haar na vijf jaar vrij
Na een aantal jaar verzuurden Rembrandts relaties met zijn beschermers en contacten in de zakelijke en financiële wereld
(3) Portret van Jan Six, staande bij het venster (1647)
te krijgen, bedreigde een ziedende Rembrandt haar: ‘Bij aldien ghi heen gaet het sal u rouwen’, maar Geertje kwam wel vrij. Dit verhaal is tot in de jaren 1960 uit Rembrandts biografieën weggelaten, maar nu het wel bekend is geworden heeft het Rembrandts imago als mens geen goed gedaan. Het dwingt ons tot het inzicht dat de liefdevolle warmte die we ervaren in Rembrandts werk ergens anders vandaan komt dan uit de eindeloze diepte van menselijk gevoel, die we zo graag aan de kunstenaar toeschrijven. Wat zou zijn familie hebben gezegd bij zijn begrafenis? Dat is een pijnlijke vraag, omdat de voogden van Rembrandts twee erfgenamen – de vijftien jaar oude Cornelia, Rembrandts en Hendrickjes (onwettige) dochter, en zijn heel jonge kleinkind Titia, de dochter van Titus, die een paar maanden vóór Rembrandt was overleden – het met elkaar aan de stok hadden. Rembrandts nalatenschap was zo’n chaos dat de afwikkeling vijftien jaar duurde. Ongetwijfeld heeft hij door zijn genialiteit en zijn liefde de levens verrijkt van zijn vrouwen en kinderen, maar hij heeft ze ook immens veel verdriet gedaan met zijn onverantwoordelijke gedrag.
Onsterfelijke roem In 1666 bestelde de adellijke familie Sauli uit Genua twee kleine werkjes die, als ze bevielen, als model moesten dienen voor grote altaarstukken. Toen Rembrandt ze eindelijk, een halfjaar te laat, leverde, schreef de Italiaanse schipper – die door dat uitstel noodgedwongen de winter in Amsterdam had moeten blijven – aan de Sauli’s: ‘Hij vraagt nu 3000 gulden voor beide schilderijen, terwijl hij oorspronkelijk akkoord was met
Rembrandt Magazine | 59 rembrandt in zijn tijd
1200. Hij is onbetrouwbaar…’ In 1668 merkte de Engelse reiziger Edward Brown op dat er in Amsterdam Rembrandt-etsen te koop waren ‘maar zo buitengewoon duur dat ik de prijs niet betalen kon’. Ik citeer deze voorbeelden over de late Rembrandt om twee redenen: het laat zien dat hij aan het eind van zijn leven niet vergeten of uit de mode was geraakt, en omdat de desbetreffende documenten pas onlangs zijn opgedoken. Het ene komt uit een belangrijk mecenaatssegment, het tweede uit de open markt waar Rembrandt ook opereerde. Op beide terreinen deed Rembrandt zijn uiterste best om zowel zijn prijzen als de belangstelling voor zijn werk hoog te houden. In 1686 schreef de Italiaanse kunstenaar en historicus Filippo Baldinucci een prachtig absurd stuk over Rembrandt en de markt. Als Rembrandt te horen kreeg dat zijn etsen waar dan ook in Europa voor een te gering bedrag werden verkocht, dan reisde hij er ogenblikkelijk heen en kocht zijn werk terug, ongeacht de prijs. Dit verhaal mag absurd zijn, maar vast staat wel dat Rembrandt met zijn prijzen in het topsegment van de markt zat en er alles aan deed om ze daar te houden. We weten dat uit een ander recent teruggevonden document dat betrekking heeft op een van zijn beroemdste etsen, bekend onder de bijnaam De Honderdguldenprent. Die werd eind jaren 1640 voltooid en toont Christus te midden van de zieken, de armen predikend uitgestrekt (zie p.38 - red.). Die bijnaam klinkt zo modern dat vaak wordt gedacht dat hij later verzonnen is. Maar in feite werd de prent al vier of vijf jaar na zijn totstandkoming met dat bedrag geassocieerd. Op 9 juni 1654 stuurde een Antwerpse prenthandelaar een afdruk van de ets op zicht aan de bisschop van Brugge, en schreef: ‘Vooder is alhier de raerste print van Rembrant dier wtgaet, daer Criistus de melatsche geneest, en jck wete als datse in Hollant diversche keeren vercocht syn 100 gul[dens], ende meer…maer sy souden moeten 30 guldens costen, is seer schoon ende suyver.’ Deze brief wordt nu gezien als bewijs dat de prent in Holland werkelijk 100 gulden deed, maar het aanbod van de handelaar brengt me aan het twijfelen. Als dat werkelijk de marktwaarde was, waarom biedt hij hem voor slechts dertig gulden aan – iedereen weet dat hij er dan zelf hoogstens twintig voor had betaald? Ik geef de voorkeur aan de uitleg van Edmé-François Gersaint, in de eerste catalogus van Rembrandts etsen uit 1751 (tevens de eerste catalogus van het etswerk van een kunstenaar). Hij schreef dat Rembrandt deze prent met een Romeinse kunsthandelaar ruilde voor een aantal bladen van Marcantonio Raimondi, die samen 100 gulden moesten kosten. Dertig gulden is meer in lijn met het bedrag van 48 gulden dat achter op een bijzonder fraaie eerste staat op Japans papier gekrabbeld is in de Albertina, het Weense prentenkabinet. Het vermoeden blijft bestaan dat de titel Honderdguldenprent een verkooptruc was waar Rembrandt zelf achter zat. Had hij maar beseft dat manipulaties volstrekt niet nodig waren. De man die zijn leven lang zelf zijn ergste vijand was, heeft zo’n overvloed van meesterwerken nagelaten en zich vanaf zijn vroegste begin gemanifesteerd als een van de grootste kunstenaars uit de westerse wereld, dat ongeëvenaarde faam zijn natuurlijke erfdeel was.
Gary Schwartz is kunsthistoricus. Hij publiceerde onder meer ‘Rembrandt. Zijn leven, zijn schilderijen’ (1984), ‘De grote Rembrandt’ (2006) en voor het Rijksmuseum de bestseller ‘De Nachtwacht’ (2008).
Moniek Kramer schreef het scenario van de EO-dramaserie ‘Rembrandt en ik’. Momenteel is ze bezig met een film over ‘Engel des doods’ Lucia de B. Tekst Mariëlle Osté
Je hebt research gedaan naar Rembrandts karakter. Wat voor type was hij? “Ik vind hem op Jan Wolkers lijken. Hartelijk, gastvrij, veel aandacht voor de natuur, extreem zinnelijk. Een Bourgondisch mens. Hij had geen last van het calvinistische schuldbesef dat in Noord-Holland zo sterk leefde. Een anarchistische geest. Hij werkte keihard, maar leefde volop.” Hij was ook arrogant en lastig. “Vast. Hij was ook een beetje een snob. Hij wilde bij de betere kringen horen. Saskia was van betere komaf dan hij, dat vond hij geweldig. Hij smeet met geld, kocht de duurste jurken voor haar, trakteerde iedereen op eten, en betaalde vervolgens de rekeningen niet. Dan beloofde hij schilderijen, maar die kwamen dan vaak niet – of te laat. Dat vonden mensen natuurlijk vervelend. Hij kon overigens ook brutaal zijn en een woedeuitbarsting krijgen.” Divaverschijnselen? “Ja. Hij gedroeg zich soms als een pasja. Tegelijkertijd beeldde hij zichzelf grijnzend af met een dikke kop. Hij had zelfspot en was meestal vrolijk; nooit zwaar op de hand.” Heb je iets ontdekt wat je nog niet wist? “Ja. Hij durfde het lijden onder ogen te zien. De dood wasemt door zijn werk op een intrigerende manier. Hij onderzocht, opvallend rustig, het leven én de dood. Misschien zou hij in deze tijd een zenboeddhist zijn geweest.” Zou je kunnen vallen voor een man als hij? “Hij was een man van de liefde. Hield hij van een vrouw, dan hield hij ook met heel zijn wezen van haar. Na Saskia’s dood heeft hij lang getreurd en een jaar lang bijna niets gemaakt. Zelf houd ik van mysterieuze, ingetogen mannen. Rembrandt was het tegendeel: luidruchtig en aanwezig. Maar toch was het een enige man.”
Wim van der Meij
Drieluik Lindelaan, Oude beuk en Eikenlaan, etsen Stedelijk Museum Zutphen
Wim van der Meij is al ruim 35 jaar gepassioneerd etskunstenaar. Hij heeft een voorliefde voor landschapsetsen. Dit drieluik is een eerbetoon aan het Gelders natuurschoon. De Lindelaan ligt ergens in de Veluwezoom. De oude beuk staat op landgoed De Bramel bij Vorden. Van der Meij tekende hem in het laatste jaar dat de boom nog blad had; inmiddels is hij dood en zijn de takken afgezaagd. Ook de Eikenlaan is geïnspireerd op een landgoed bij Zutphen, vlak bij huize De Voorst. Formaat: drie etsen van elk 12,5 x 15 cm. Oplage: 50 exemplaren. Prijs: van € 255,- voor € 200,-. Bestellen: info@wimvandermeij.nl www.wimvandermeij.nl
Hermen Buurman
Geertje Dircx in het Spinhuis met Bijbel, foto Museum Gouda
Na de fotovakschool ontwikkelde Hermen Buurman zich tot begenadigd fotograaf. Zijn werk is geregeld te zien in galeries, maar ook in Museum Gouda. Deze foto verbeeldt Rembrandts geliefde Geertje Dircx, die hij naar verluidt liet opsluiten in het spinhuis in Gouda. De lichtval is een hedendaagse vertaling van de manier waarop Rembrandt speelde met licht. Formaat: 60 x 40 cm. Oplage: 25 exemplaren. Prijs: van € 350,voor € 250,-. Bestellen: hermen@hermenbuurmanfotografie.nl www.hermenbuurmanfotografie.nl
Peter Franssen
St. Antoniusstraat, ets Het Markiezenhof Bergen op Zoom
Peter Franssen vertelt met zijn etsen verhalen over wat hij doet en wat hem raakt. In dit geval bleef hij daarvoor dicht bij huis. Deze ets laat een straat in de oude binnenstad van Bergen op Zoom zien, waar zijn atelier te vinden is. Het subtiele licht en de schaduwen op straat vormden de inspiratie voor dit werk. Formaat: 40 x 35 cm. Oplage: 50 exemplaren. Prijs: van € 335,- voor € 250,-. Bestellen: post@peterfranssen.nl www.peterfranssen.nl
Leentje Linders
Lijnen in de tijd, 5), kleurets Westfries Museum Hoorn
Joost Witte
Het verlangen indiaan te worden, ets Gemeentemuseum Het Hannemahuis Harlingen
Joost Witte tekent droge naaldetsen. Voor deze ets liet hij zich inspireren door de inboedelbeschrijving die werd opgemaakt toen Rembrandt failliet ging. Daaruit blijkt dat zich in diens kunstkamer ‘indiaense waijers’ en een ‘indiaans mans cleet’ bevonden. Op deze prent lijkt een halffiguur in fantasiekostuum zo uit zo’n verzameling de etswerkplaats binnen te galopperen. Gemaakt vanuit verwondering dat bij Rembrandt inzicht in de ziel vaak gepaard ging met een onschuldige verkleedpartij. Formaat: vel 28 x 38 cm, afdruk 21,5 x 26 cm. Oplage: 55 exemplaren. Prijs: van € 350 voor € 300,-. Bestellen: www.joostwitte.nl
Leentje Linders werd bekend door haar virtuoze etsen vol aspecten uit de lucht- en scheepvaart. Bijzonder aan haar werkmethode is dat ze een moderne toepassing heeft gevonden voor de vijftiende-eeuwse etstechniek waar Rembrandt mee werkte. Deze ets heeft verschillende elementen; het vlaggenschip van Michiel de Ruyter, een scheepskompas, een gesigneerde brief van Maarten H. Tromp, de vliegboot Catalina en schepen van de Holland Amerika Lijn. Formaat: 65 x 50 cm, ets in zeven drukgangen. Oplage: 40 exemplaren. Prijs: van € 550,- voor € 295,-. Bestellen: info@wfm.nl www.leentjelinders.nl
Rembrandt Magazine | 61 Lezersaanbieding
r o o v f e i s u l c x n e a v
s r e t z d e l n a r b m e r gazine! Ma fessionele
o t o f f o s t g e n i t r o k t e m
o r p een
it hun naar u alen; e t s n u k h in huis nteerd ding. getale eerd tarief ie n b e n e uc saa sea r d u e e z m r e le f g ij n alle v n tegen een dt Magazine vroege an ie erke it s o Rembr deze w e t-exp t z d n e n u d k a r n Remb aken. U ikmaakt va u van de stwerk te m r e b r e e g r Te tu kun m een lling da regio o bij uw beste ld verme
Ad_Tableau 230x297+5.indd 1
Het Oikocredit Nederland Fonds is een sociaal-etisch beleggingsfonds. Het Oikocredit Nederland Fonds belegt het ingelegde geld voor 90% in Oikocredit. Stichting Beheer ONF is als beheerder van het ONF opgenomen in het register van de AFM.
Ondernemers zoals Perpetual zijn de economische aanjagers in Afrika. Kleine bedrijven kunnen starten èn groeien met een beetje (micro)krediet via Oikocredit. Zulke kredieten worden gefinancierd uit het Oikocredit Nederland Fonds. Als u daarin belegt, en dat kan al vanaf 200 euro, doet u aan ontwikkelingshulp anno NU. Want Afrika verdient geld met uw belegging. En u krijgt een eerlijk dividend: de laatste 10 jaar was dit 1,55%. Meer weten? Kijk op www.ontwikkelingshulp.NU
27-01-13 16:26
Een echte Rembrandt aan de muur
Ooit gekregen als cadeau van een geliefde, een dierbaar erfstuk of een bijzondere vondst tijdens een kunstveiling. Vijf trotse etsbezitters over hun Rembrandt. Tekst Lieke Lemmens en Sofie Vermooten Fotografie Hugo Thomassen
Corey Reardon Is: geboren in Amerika, maar woont al vijftien jaar in Nederland. Is CEO van een marktonderzoeks- en adviesbureau. Aan de muur: Johannes Uytenbogaert (1635) “Omdat ik in Amsterdam woon, dacht mijn kunstadviseur uit Aspen in de VS dat deze ets een mooie toevoeging zou zijn aan mijn collectie. Hij heeft hem op een veiling in 1995 op de kop getikt. Ik heb de Rembrandt toen als het ware gerepatrieerd naar waar hij vandaan kwam. Eenmaal thuis stond het werk een tijdje op de grond tegen de muur; ik had er nog geen goede plek voor gevonden. Toen ik een collega en kunstliefhebber vroeg of het voor Nederlanders erg beledigend zou zijn als ik hem op het toilet zou hangen, moest ze hard lachen. ‘Helemaal niet,
Rembrandt was immers zelf een piece of shit. Hij was nog zoveel mensen geld schuldig.’ Hij verdiende het volgens haar wel om op die plek te hangen. Ik heb geen specifieke interesse in Rembrandt, ik denk dan ook dat dit het enige werk van hem blijft dat ik aankoop. Ik verzamel voornamelijk kunst uit de twintigste eeuw: Damien Hirst, Francis Bacon, Peter Doig. Mijn laatste aankoop was een sculptuur van Richard Dupont. Al die kunst verdeel ik tussen mijn huizen in Amsterdam en Chicago. Deze ets past er niet helemaal tussen, maar toch waardeer ik hem heel erg.”
64 | Rembrandt Magazine ets aan de muur
‘Mensen kijken niet zo goed meer’
Hedy d’Ancona (met haar partner, kunstenaar Aat Veldhoen) Was: Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en voorzitter van de Hercules Segers Stichting, die de etskunst propageert. Is: bestuurder bij diverse culturele organisaties. Aan de muur: Het pissende mannetje (1631) en Het pissende vrouwtje (1631) “Op de ene afdruk staat een man te piesen en zie je zijn mooie straal op de grond terechtkomen. Hij staat er een beetje in zichzelf gekeerd, maar zeker niet zenuwachtig bij. De andere is van een vrouwtje dat op haar hurken zit te plassen en te poepen. Ze kijkt een beetje angstig om zich heen of er niet iemand aankomt. Het is een heel openhartige ets; ze heeft ook twee prachtige borsten die bijna uit haar jurk rollen. Mijn geliefde heeft deze twee etsen als cadeautje samen ingelijst. ‘Voor Hedy, van Rembrandt’ staat eronder. De afdrukken hangen heel toepasselijk op de wc. Rembrandt heeft veel schilderijen gemaakt van rijke mensen met maatschappelijke status, maar het leuke is dat dit ‘gewone’ tijdgenoten
zijn. Aat heeft mij, toen we elkaar net kenden, vaak meegenomen naar het Rembrandthuis. Hij was daar kind aan huis. Toen is mijn interesse in Rembrandt ontstaan. Ik kijk heel vaak naar de etsen. Het is zo ontzettend leuk hoe precies en fijn dat gedaan is, zo gedetailleerd. Maar reacties van bezoek krijg ik er niet vaak op. Het valt mij in het algemeen op dat mensen niet meer zo goed kijken. Dan heb ik het niet alleen over kijken naar kunst, maar ook naar de lucht, of de ondergaande zon. Mensen zitten ook in de trein altijd maar te lezen of naar hun telefoon te turen. Ik ben dat zelf beter gaan doen omdat ik met een beeldend kunstenaar samen ben. Door hem heb ik behoorlijk goed leren kijken.”
Rembrandt Magazine | 65 ets aan de muur
‘Ik ben verbluft dat ik zoiets moois in huis heb’
Hans Goedkoop Is: historicus en programmamaker en presentator van Andere Tijden en De Gouden Eeuw (NTR-VPRO). Aan de muur: De blinde Tobit (1651) “Ik heb deze ets geërfd toen mijn vader overleed, twee jaar geleden. Mijn opa was een verzamelaar van prenten en liet onder andere een aantal etsen van Rembrandt na. Hij kocht ze bij een kraampje in de Oudemanhuispoort in Amsterdam. Ongelooflijk dat die etsen daar zo open en bloot lagen! De blinde Tobit hing vroeger al bij ons thuis. Hij was er altijd, al sinds mijn geboorte. Hij maakte deel uit van het decor. Sinds hij in mijn eigen huis hangt, ben ik er opnieuw naar gaan kijken. En ook al is het hetzelfde werk als uit mijn kindertijd, het is alsof er een nieuwe dimensie bij is gekomen. De oude Tobit is tastend op weg naar de deur om zijn verloren zoon te verwelkomen. Daar zit natuurlijk een hele geschiedenis achter. Hij was vermoedelijk een
ingewikkelde vader. Die had ik zelf ook. Mijn vader was ook een beetje ziende blind voor wat er om hem heen gebeurde. Dat is op de een of andere manier wel passend. Enfin, de oude man mist de deur en lijkt te struikelen over het hondje van zijn verloren zoon. Dat is typisch Rembrandt; om de dynamiek van het moment te vangen waarin de situatie nog open ligt. Ik ben verbluft dat ik zoiets moois in huis heb. De ets is fenomenaal goed gemaakt. Dat gevoel voor drama, het gebruik van licht en donker, de verhalen die het oproept! Rembrandt moet een heel eigenwijze, lastige man zijn geweest met een hoog zelfbeeld die zich geen grenzen liet stellen. Maar hoe horkerig hij ook geweest mag zijn, zijn ets wordt er niet minder op. Misschien juist wel interessanter.”
66 | Rembrandt Magazine ets aan de muur
Evert Douwes
(met zijn echtgenote Jeanneke Douwes) Is: eigenaar van Douwes Fine Art in Amsterdam, de oudste kunsthandel van Europa (opgericht in 1805). Aan de muur: De heilige familie (1632) en De kolfspeler (1654) “In mijn studietijd in Londen was mijn bijnaam ‘Rembrandt’. Ik had lange haren, een baard en een snor en tekende ook een beetje in de sfeer van Rembrandt. Onze verjaardagen schelen maar een paar dagen. Alles bij elkaar voel ik me dus wel met hem verwant. Deze twee etsen zijn mij heel dierbaar. Ze laten zijn intieme en tekenachtige klasse zien. De heilige familie geeft een beetje zijn ziel weer; hij stond met veel passie en gevoel in het leven. De kolfspeler is een van de winterse taferelen die Rembrandt maakte. De conceptuele uitwerking van het onderwerp doet modernistisch aan. Ze zijn beide erg zeldzaam; een zeventiende-eeuwse afdruk van deze etsen kom je niet vaak tegen. Ze hangen in de hal, samen met een aantal andere Rembrandt-etsen. De drie bomen zou ik nog wel aan mijn collectie willen toevoegen. Dat vind ik een zeer doorwerkte, bijzondere ets waarin Rembrandts meesterschap optimaal naar voren komt. Als kunstkenner ken ik zijn oeuvre goed. Het werk dat we thuis hebben hangen, heb ik dan ook speciaal uitgezocht, en daar geniet ik volop van. Ik probeer me voor te stellen hoe Rembrandt er voorstond toen hij zijn etsen maakte. Was hij jong of oud, in goede doen of niet, was zijn eerste zoon net geboren, of zijn vrouw overleden? Allemaal elementen die, neem ik aan, van invloed waren op zijn gemoedstoestand, en daarmee op zijn werken. Ik zou deze etsen nooit verkopen. Mijn vrouw deelt gelukkig mijn passie voor kunst. Ik wil ze later doorgeven aan mijn kinderen. Ze hebben hun voorkeur al uitgesproken.”
‘In mijn studietijd was “Rembrandt” mijn bijnaam’
Rembrandt Magazine | 67 ets aan de muur
‘Ik wil later een huis vol kunst’
Michiel Hilhorst Is: salesmanager bij een bedrijf in promotionele producten. Aan de muur: Abraham verstoot Hagar en Ismaël (1637) en Adam en Eva (1638) “Je kunt deze etsen niet niet mooi vinden, lijkt me. Het was een afstudeercadeau van mijn ouders. Ik heb ze zelf uitgezocht bij een galerie en ik ben er nog altijd heel blij mee. De ets van Adam en Eva sprong er voor mij meteen uit. Die verboden tuin, dat gekke olifantje, die draak in de boom… Dit moest ’m zijn. Af en toe kijk ik of ik nog iets over het hoofd heb gezien in de tuin. De andere ets sprak me vooral aan vanwege het grappige, schattige hondje. Je voelt dat er iets belangrijks gebeurt op de ets, en toch kijk je direct naar het hondje dat zo achteloos de trap af komt zetten. Dat beide etsen een verhaal uit het Oude Testament verbeelden is toeval, hoewel ik het wel leuk vind om erover na
te denken. Zelf ben ik niet zo met religie bezig, hoewel ik moeite heb met het verhaal dat de mens zou zijn geschapen uit een rib. Dat levert soms interessante discussies op met vrienden die wel geloven. Ik zou later heel graag een huis vol kunst willen hebben. Ik ben een oppervlakkig kunstliefhebber hoor, maar ik houd erg van realistische werken waarop veel te zien is. Een portretschilderij kan prachtig zijn, maar toch kijk ik liever naar een stadsgezicht van Cornelis Springer of een schaatstafereel van Jacob Jan Spohler waarop je ineens ontdekt dat een schaatsertje onderuit gaat. Rembrandts etsen zijn ook behoorlijk realistisch. Ik kijk er nog altijd heel regelmatig naar.”
68 | Rembrandt Magazine echt of vals
‘ Ik zie direct of ik te maken heb met een moderne afdruk’
ECHT bijna ECHT ✓ een beetje echt vals Kunsthistorici Erik Hinterding en Jaco Rutgers deden de afgelopen jaren onderzoek naar ongeveer 18.000 etsen van Rembrandt en deden opmerkelijke ontdekkingen. Een gesprek met onderzoeker Hinterding over de geheimen van Rembrandts etspraktijk. Wanneer is een ets van Rembrandt echt, bijna echt, een beetje echt of vals? Met welke technieken is de echtheid van zijn etsen vast te stellen? Tekst Koos de Wilt Fotografie Merlijn Doomernik
70 | Rembrandt Magazine echt of vals
Koperplaat van De Besnijdenis in de stal (1654)
R
embrandt van Rijn is voor de meeste mensen in de eerste plaats een schilder, maar volgens Ernst van de Wetering, kunsthistoricus bij het Rembrandt Research Project, ervaar je het ware genie van Rembrandt juist in zijn etsen. Kunsthistoricus Erik Hinterding is Conservator Prenten bij het Rijksmuseum en een van de grootste kenners van Rembrandts etsen. Hij deed jarenlang onderzoek naar het enorme prentenoeuvre van de meester en begrijpt als geen ander wat de beroemde Rembrandt-kenner bedoelt: “Bij Rembrandts schilderijen moet je met röntgenapparaten onder de verf kijken hoe hij tot zijn uiteindelijke werk is gekomen. Bij zijn etsen zie je het ontstaan in de verschillende staten, in de verschillende fases van zijn werk. En dat maakt het werk zo bijzonder. Je ziet wat hij aan het doen is. Het aardige is dat Rembrandt de verschillende staten van zijn werk ook daadwerkelijk verkocht. Hij zette daarmee een trend. Tijdgenoten van Rembrandt deden dat nog af als een flauwe verkooptruc, maar feitelijk vonden verzamelaars het ontzettend leuk. Precies zoals tegenwoordige verzamelaars graag verschillende staten kopen van hedendaagse etsers.”
commercie Volgens Hinterding is Rembrandts internationale vroege faam voor een belangrijk deel niet zozeer gebaseerd op zijn schilderijen, maar op zijn etsen. In het buitenland waren immers vaak alleen de prenten bekend. Er is geen schilder die zo veel etsen heeft gemaakt als Rembrandt, volgens Hinterding: “Een paar fasen in zijn carrière was hij buitengewoon actief. Toen Rembrandt begin twintig was, maakte hij veel kleine etsen, probeerseltjes meer. Daarvan maakte hij er zo’n dertig per jaar. Als hij op zijn vijfentwintigste met de kunsthandelaar Hendrick Uylenburgh begint te werken, loopt dat terug naar vijf à tien per jaar, waarschijnlijk omdat hij het heel druk heeft met het schilderen van portretten en andere opdrachten. Maar als hij halverwege de dertig is en bezig is met De Nachtwacht, gaat hij daarnaast ook veel etsen.” Misschien, zo denkt Hinterding, is dat omdat hij naast het beroemde schuttersstuk ook andere inkomsten zocht. Dat Rembrandt met zijn etsen een aardig centje bijverdiende, blijkt wel uit de titel van een van zijn beroemdste etsen, De Honderdguldenprent, die hij rond zijn tweeënveertigste maakte. Deze afbeelding heeft zijn naam te danken aan een document
dat dateert van zes jaar nadat de prent tot stand is gekomen. Een Antwerpse handelaar die over de ets Christus geneest de melaatsen sprak, vertelde dat deze ets voor honderd gulden en meer werd verkocht in Holland. Hinterding: “Dat was natuurlijk een verkooppraatje, want hij bood de ets aan voor dertig gulden, maar het zegt ook hoeveel de etsen waard waren. Je kunt het vergelijken met de prijzen die op dit moment betaald worden voor grote namen in de hedendaagse kunst.” Van zijn beroemdste etsen De Honderdguldenprent, De drie kruizen en Jan Six maakte Rembrandt maakte relatief veel staten. Hij drukte ook de vroege staten in aanzienlijke aantallen af, vaak ook op Japans papier, wat erg kostbaar was. Het moest namelijk gewonnen worden uit een plant die alleen in het wild geplukt kon worden. In de achttiende eeuw is wel gedrukt op papier dat lijkt op Japans papier, maar als je goed kijkt, zie je dat het van hennep of iets dergelijks is gemaakt. Bij schilderijen gaat het volgens de onderzoeker vaak om heel veel geld, bij etsen blijft het beperkt. Hinterding: “Als je de goede afdruk hebt van zijn topwerken, dan heb je het over heel veel geld.” De ets van Jan Six is geveild voor 560.000 dollar. Waar zit het ’m het verschil in? Hinterding: “De waarde van een afdruk is afhankelijk van veel factoren: het papier dat gebruikt is, de conditie, hoe de ets langs de rand is afgesneden, de aard van de afbeelding, de datering, de signatuur, het aantal staten en afdrukken, de nabewerking van Rembrandt, de collectie waaruit de ets komt, en - niet te vergeten - de kwaliteit van de afdruk. Zeker als je er een paar naast elkaar legt, zie je dat verschil.” Het is niet voor niets dat bijvoorbeeld voor De drie bomen uit 1643 bedragen zijn betaald tussen de 25.000 euro voor een latere afdruk, en 300.000 euro voor een prachtige vroege afdruk.
Echt of niet? Bij een schilderij of tekening Van Rembrandt is het een simpel verhaal: het is óf door de schilder gemaakt aan wie het wordt toegeschreven, óf door iemand anders, gemaakt in het atelier zelf of misschien zelfs eeuwen later. Bij etsen is het niet zo zwart-wit. Het begint al bij de vraag wat nu het eigenlijke kunstwerk is. In feite zijn dat niet de prentjes waar we naar kijken, maar de etsplaten waarmee die plaatjes zijn afgedrukt. Alleen van die etsplaat weten we zeker dat die in handen van Rembrandt is geweest; de afdrukken kunnen vele jaren later zijn gemaakt. Overigens zijn er van die etsplaten slechts een kleine tachtig bewaard gebleven. Ze zijn daarmee veel zeldzamer dan een schilderij van de meester, waarvan er nog zeker driehonderd over de hele Westers papier
Japans papier
‘ ‘De Vingerafdrukken zouden van Rembrandt kunnen zijn’
wereld hangen, of een tekening waarvan er bijna duizend bewaard zijn gebleven. In de loop der tijd zijn er heel wat etsen eerst aan Rembrandt toegeschreven en later ‘afgevallen’. Anders dan bij schilderijen is er bij zijn etswerk weinig twijfel over wat nu wel of niet tot het oeuvre van Rembrandt moet worden gerekend. Hinterding: “Er zijn maar één of twee twijfelgevallen. Bij schilderijen kregen leerlingen vaak de opdracht om delen van het schilderij in te vullen. Bij etsen is dat niet praktisch; daar is het werk te klein voor. We weten dat Govert Flinck, Ferdinand Bol en Willem Drost ook etsten, maar je merkt direct dat het niet van Rembrandt zelf is. Je ziet het aan het handschrift. Flinck probeerde wel dicht bij Rembrandt te blijven, maar kon gewoon niet zo goed tekenen. Rembrandt kon drie streepjes zetten en je weet dan als kijker direct wat het is.” Bij de vraag of Rembrandt etsen echt zijn, gaat het er niet zozeer om of de afbeelding wel of niet van Rembrandt is, maar om de afdruk. Hinterding: “Een groot aantal afdrukken is bijna zeker door Rembrandt zelf gemaakt. We weten dat hij in zijn atelier in Amsterdam over een drukpers beschikte, en uit de gebruikte papiersoorten kunnen we opmaken welke afdrukken waarschijnlijk door hem of in ieder geval in zijn atelier zijn afgedrukt, en welke zeker niet. Niet onbelangrijk is dat Rembrandt vaak, na een serie afdrukken te hebben gemaakt, veranderingen aanbracht in de etsplaat; soms heel kleine, en dan weer zeer ingrijpende. De nieuwe afdrukken, de nieuwe staten, verschilden dan van de eerste serie.” Het grijze gebied begint vanaf 1656, als Rembrandt failliet wordt verklaard en als gevolg daarvan een groot aantal etsplaten in andere handen komt. Hinterding heeft zich onder andere over deze materie gebogen: “Je kunt niet onbeperkt afdrukken van één plaat blijven maken. De groeven in het relatief zachte koper worden geleidelijk minder diep. Daardoor worden de afdrukken steeds fletser en grijzer.
Om dat te corrigeren hebben de drukkers die de platen in bezit kregen, deze ‘opgewerkt’. Door de lijntjes weer open te maken, werd de plaat weer bruikbaar voor nieuwe afdrukken. Vaak werden daarbij ook heel wat lijntjes aan de tekening toegevoegd. Bij sommige platen zijn die ‘correcties’ nauwelijks zichtbaar, bij andere leverden ze behoorlijke verschillen met de oorspronkelijke versies op.”
Opgewerkt Al tijdens zijn leven waren de etsen van Rembrandt zo geliefd dat er door diverse kunstenaars kopieën van zijn gemaakt. Sommige daarvan zijn maar moeilijk van de originele etsen te onderscheiden. Intussen blijven er ongeveer tachtig platen in omloop en worden er van die platen afdrukken gemaakt, die natuurlijk al heel wat minder ‘echt’ zijn dan de afdrukken die Rembrandt zelf maakte. In de late achttiende eeuw, zo legt Hinterding uit, komen de overgebleven etsplaten in handen van een prentuitgeversfamilie in Parijs. Vader en zoon Basan besluiten tot een omvangrijke project, de uitgave van een compleet boek, een ‘recueil’ genaamd. Het is een album met etsen van Rembrandt en daaraan toegevoegd een stuk of wat kopieën van etsen waarvan de plaat niet meer bestond, en een paar etsen ‘in de stijl van Rembrandt’. Tot in het begin van de twintigste eeuw werd dit soort boeken uitgegeven. Voor bijna elke serie moesten de platen weer worden opgewerkt met het bovenvermelde resultaat. Veel van die boeken zijn in de loop der jaren uit elkaar gehaald om de etsen afzonderlijk te verkopen, maar er zijn ook complete boeken bewaard gebleven. Maar zijn deze afdrukken nu dan nog wel echte Rembrandts? Hinterding: “In de veilinghuizen van Londen, Berlijn en New York worden deze afdrukken als zodanig verkocht, en dat is goed te verdedigen. Het zijn immers nog steeds de door hem getekende taferelen en die blijven wonderbaarlijk mooi. Bovendien zijn ze gedrukt van Rembrandts eigen
72 | Rembrandt Magazine echt of vals etsplaten. Er zijn wel grote verschillen in kwaliteit van afdruk en papier, en dat uit zich dan ook in de prijzen die deze etsen op veilingen opbrengen. De meeste etsplaten zijn nu opgenomen in museumcollecties en zijn met een vernis beschermd, zodat afdrukken onmogelijk is. En dan zijn er de fotografische, haarscherpe kopieën die konden worden gemaakt toen in de twintigste eeuw de techniek van de fotogravure zich sterk ontwikkelde. Je zou deze best ‘vals’ kunnen noemen, maar gewoon ‘kopie’ is in deze gevallen een betere benaming. Een heel scherpe kopie van een vroege afdruk van een ets komt wat de afbeelding betreft veel dichter in de buurt van wat Rembrandt gemaakt heeft dan een afdruk van een door vele handen inmiddels veranderde originele etsplaat.” Soms drukken vervalsers een afgereden plaat af op oud papier. Je ziet dan gelijk dat het niet deugt. Maar als die vervalsers zo’n moderne plaat afdrukken op oud papier is het vaak moeilijker uit te maken, aldus Hinterding. “Toch zie ik dan wel dat de afbeelding wat platter, wat vlakker is. Ik zie direct of ik te maken heb met een moderne afdruk. Die afdrukken missen – hoe ik Zelfportret, in drie opeenvolgende staten dat noem – definitie. Ik heb een paar jaar geleden een dergelijke afdruk bekeken. Ik zag gelijk dat er iets niet klopte, maar na twintig minuten wist ik pas wat het was. Op de achterkant stond een stempel van Amand Durand, een negentiendeeeuwse Franse prentmaker die een fotomechanisch procedé had ontwikkeld om kopieën te maken. Wat je bij een normale ets ziet, is de ontstaans-geschiedenis. De geëtste lijnen zijn lekker dik en rijk, en de droge naald ligt er overheen, is dunner en geeft een beetje braam. Bij een reproductie is het plat, alles is hetzelfde, lijkt in één keer tot stand gekomen; je mist de differentiatie.”
ambachtsmerk. Mensen uit de tijd zelf wisten dan waar je moest zijn voor dat papier. Naast watermerken is het goed om het gezeefde papier zelf te bekijken. In de zeventiende eeuw zie je nog fijne structuur in het papier zitten van de koperdraden in de schepzeef van de papiermaker. In latere eeuwen liggen die draden wat verder uit elkaar, waardoor het water er sneller door kon lopen en waardoor de structuur van het papier wat minder fijn is. Ik zie in één oogopslag of het wel of niet een echte Rembrandt is. Ik heb heel veel afdrukken gezien, soms wel tweehonderd afdrukken van eenzelfde prent. Het enige wat ik doe is kijken of die hetzelfde is als degene die ik in mijn hoofd heb zitten. Ik heb daar geen watermerk voor nodig.” Het is volgens Hinterding een negentiende- en twintigste-eeuws idee dat de kunstenaar zelf de ets moet drukken. Hinterding: “Dat speelde helemaal niet in de zeventiende eeuw. De kunstenaar maakte de koperplaat en bracht ’m daarna naar de uitgever, die ermee aan de slag ging. Rembrandt deed het wel allemaal zelf, en daarin was hij uitzonderlijk. Op de afdrukken zie je soms vingerafdrukken. Die kunnen van hem zijn, want hij werkte niet zo schoon en efficiënt als een professionele plaatdrukker. Hij probeerde ook veel uit bij het afdrukken. In ons onderzoek zijn nu veel latere staten waarvan de druk werd toegeschreven aan Rembrandt zelf, ‘ontmaskerd’. Een deel van de ingrepen blijkt te zijn uitgevoerd met een zogeheten mezzotint wiegijzer, en soort halfrond plamuurmes waarmee de koperplaat wordt geruwd om slijtage te camoufleren. Postuum zijn er veel etsen met een wiegijzer opgewerkt. Licht geworden schaduwpartijen konden zo weer donker worden gemaakt. Dat wiegijzer was tijdens Rembrandts leven onbekend, en dus zijn alle afdrukken waar dat instrument is gebruikt, van ná 1669, het jaar dat de meester stierf. Je hebt dan wel een loep nodig, maar de postume afdrukken kunnen we zo goed ontmaskeren. Je ziet dan zigzaglijnen op het papier die langzaam naar beneden uitlopen. Mede door dit nieuwe inzicht zijn de 18.000 Rembrandt-etsen in openbare collecties nu veel duidelijker te verdelen in afdrukken die zijn gemaakt tijdens Rembrandts leven en die van daarna.” //
ACHT MANJAREN ONDERZOEK IN ZEVEN DELEN
Watermerken
Samen met Jaco Rutgers onderzocht kunsthistoricus Erik Hinterding zo’n 18.000 etsen om te komen tot zeven nieuwe delen van de Hollstein-reeks, waarin de Nederlandse prentkunst van 1450 tot 1700 per kunstenaar nauwkeurig in kaart wordt gebracht. Er wordt sinds 1949 aan deze reeks gewerkt en er zijn al 139 delen verschenen. De nieuwste zeven delen beschrijven alle prenten van Rembrandt. De nieuwe Hollstein-delen nemen de resultaten van onderzoek naar Rembrandts prenten mee, maar presenteren ook een rijke oogst aan eigen vondsten. Die is deels het gevolg van het gebruik van digitale fotografie. Digitale foto’s kunnen groot worden opgeblazen, waardoor gedetailleerde studie en het vergelijken van afdrukken aanzienlijk eenvoudiger is geworden.
Regelmatig krijgt Hinterding een vel onder ogen met de vraag of het een echte Rembrandt is. Vaak is het direct duidelijk: “Met watermerkonderzoek kunnen we soms achterhalen wanneer prenten ongeveer gemaakt zijn: vroeg, laat of postuum. Maar het is goed om in gedachte te houden dat watermerken niet waren bedoeld als teken van echtheid, maar als
Rembrandt. The New Hollstein Dutch & Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts, Erik Hinterding & Jaco Rutgers, Sound & Vision Publishers in nauwe samenwerking met Het Rijksmuseum, Ouderkerk aan den IJssel 2013.
D O U W E S F IN E A R T AMSTERDAM
LONDON S INCE 1805
REMBRANDT HARMENSZ. VAN RIJN (Leiden 1606 - 1669 Amsterdam) “STUDIES OF THE HEAD OF SASKIA AND OTHERS”, 1636 etching: 151 x 126 mm; with small margins; Wh-B. 365 (only state)
“THE WINDMILL”, 1641 etching: 145 x 208 mm; with good margins; Wh-B. 233 (only state)
“BEGGARS RECEIVING ALMS AT THE DOOR”, 1648 etching: 165 x 128 mm; with small margins; Wh-B. 176 (first state of three)
“CHRIST DRIVING THE MONEY-CHANGERS OUT OF THE TEMPLE”, 1635 etching: 136 x 169 mm; with wide margins; Wh-B. 69 (first state of two)
The largest selection of Original 17th century Rembrandt prints in The Netherlands: permanently for sale! F ive C e n t u r i e s o f I m p o r t a n t a n d F i n e I n t e r n a t i o n a l Pa i n t i n g s Re s t o r a t i o n a n d Va l u a t i o n D OUWES F INE A RT S TADHOUDERSKADE 40 NL -1071 ZD A MSTERDAM T EL . +31(0)20 - 664 63 62 F AX 664 01 54 E-MAIL: info@douwesfineart.com
INTERNET:
W W W .douwesfineart.com
De favoriete ets van… foto: ernie enkelaar
Tekst Mariëlle Osté
‘Rembrandt leefde geruime tijd vóór de grote preutsheid’ Nelleke Noordervliet
Schrijfster en kenner van de Gouden Eeuw. Favoriete ets: Het Ledikant (1646) “Zie je die muts over de bedrand? Die man kwam eraan en dacht: zo, ik heb er zin in. In een vluggertje, zo te zien. Het daglicht valt naar binnen. Dus ze vrijen overdag, gewoon even tussendoor. Ze doen hun bovenkleren niet uit, dat was vast en zeker veel te koud. En het leuke is, die vrouw ligt zichtbaar te genieten. Wie goed kijkt, ziet dat zij drie armen heeft. Alsof ze eerst twee armen om de man had geslagen en er toen eentje neerlegde. Haar ene hand in totale overgave, haar andere hand omknelt nog de bil van de man. Het was in die tijd heel gebruikelijk dat vrouwen werden afgebeeld als levende wezens die genieten van seks. Rembrandt leefde immers geruime tijd vóór de grote
preutsheid. Ik vind het zo’n leuk en intiem tafereel. Zo gewoon, zo van het leven zelf. Dat was populair in die tijd, en Rembrandt deed daaraan mee. Er was echt een traditie in de teken- en schilderkunst om het leven van alledag uit te beelden. De een doet dat bonkiger dan de ander, en Rembrandt deed het met heel veel liefde. Met deze ets als hoogtepunt. Hij heeft ook fantastische taferelen geëtst van mensen die hun behoefte doen op straat. Deze ets maakt een gewoon vrijpartijtje ontzettend intiem. Het heeft iets eigens. Alsof het vandaag was. De ets straalt uit wat ik zo graag betoog: dat de mensen in de zeventiende eeuw niet anders waren dan de mensen nu.”
Rembrandt Magazine | 75 de favoriete ets van
Wim van der Meij
Etser. Favoriete ets: De drie bomen (1643)
Collectie Museum Het Rembrandthuis
“Als ik met mensen praat over kunst, en etsen in het bijzonder, pak ik er altijd deze ets bij. Wat mij betreft niet alleen de mooiste ets van Rembrandt, maar ook een van de beste etsen gemaakt door wie dan ook. Een fantastische sfeer. Dreigend, bijna huiveringwekkend, melancholiek. Er nadert onweer. Het is vermoedelijk einde zomer. Links zie je al regen, rechts nog de zon. Waanzinnig knap. Ik weet namelijk als landschapsetser hoe moeilijk het is. Niet altijd doet het materiaal wat je wilt; de koperplaten en naalden kunnen weerbarstig zijn en ook de werking van het etswater is nooit helemaal voorspelbaar. De sfeer van onweer creëren is heel moeilijk. Hij moet aan deze ets wel vijftig of zestig uur gewerkt hebben. Als je goed kijkt, zie je heel veel details. Linksonder zitten een visser en een vrouw; achter de bomen rechts zie je een mannetje tekenen. In de verte een stad, ik denk een fantasiestad. Het water zal het IJsselmeer zijn. Rembrandt zwierf met zijn tekenspullen vaak in het land rond Amsterdam. Deze prent
kan mij telkens weer ontroeren. Dat gevoel gaat niet alleen over kunst; ik heb dat ook in een landschap. Het heeft te maken met een verlangen, iets uit de prille jeugd, iets met diepte, een stad in de verte. Je zou dat romantisch kunnen noemen. In die betekenis is De drie bomen voor mij een romantische ets. Maar de combinatie van romantiek met dreiging maakt hem magnifiek.”
‘Ik weet als landschapsetser hoe Waanzinnig knap zijn werk is’
76 | Rembrandt Magazine de favoriete ets van
Saskia Roos
“Ik heb een prent gekocht bij Het Rembrandthuis van deze ets omdat ik, net als de vrouw van Rembrandt, Saskia heet. Of ik op haar lijk? Nee, helemaal niet; ik heb geen krullen... Ik ben in de oorlog geboren en mijn ouders noemden mij Saskia omdat het een echt Hollandse naam is, als blijk van verzet tegen de bezetting. Ik vond het leuk om zo’n Hollandse afbeelding van Saskia te hebben. Ik houd enorm van alle etsen en schetsen van Rembrandt. Ik vind het heel knap hoe hij met een paar lijntjes zo’n losse tekenachtige stijl laat zien. Deze ets is een perfect voorbeeld daarvan. Het is echt een studie, ik veronderstel voor zijn Zelfportret met Saskia, een ets die hij in dat zelfde jaar maakte. Als je goed kijkt naar Saskia, dan zijn ze op die twee prenten bijna gelijk, zij het elkaars spiegelbeeld. Iets ander haar, iets minder uitgewerkt in de studie. Maar met dezelfde blik. De originele koperplaat van deze ets is bewaard gebleven en aanwezig in Het Rembrandthuis. De plaat is in uitstekende conditie. Er is nooit aan geknoeid door latere bezitters, wat bij veel van zijn koperplaten wel is gebeurd. De plaat is met moderne fototechnieken gekopieerd, en daarna afgedekt met lak. De prenten worden nu van de kopie gemaakt. Er zijn tal van oude afdrukken van deze ets bewaard gebleven, uit Rembrandts tijd, maar ook uit de achttiende en negentiende eeuw. De mijne is een nieuwe druk. Esthetisch verschil? Ja, een originele druk is gemaakt door Rembrandt. Je ziet direct het verschil met een moderne druk, hoe goed ook gedaan.”
‘heel knap hoe hij met een paar lijntjes zo’n tekenachtige, losse stijl laat zien’
collectie Museum Het Rembrandthuis
Papierrestaurator voor o.a. Museum Het Rembrandthuis. Favoriete ets: Schetsblad met vijf koppen van Saskia en één van een oudere vrouw (1636)
Rembrandt Magazine | 77 de favoriete ets van
Marcel Wanders
Is als designer bezig met een boek over de eregalerij van het Rijksmuseum. Favoriete ets: Zelfportret, fronsend (1630) “Een intiem werkje. Het is maar zeven bij zes centimeter. Juist omdat het zo’n klein dingetje is, spreekt het me aan. Rembrandt moet het gemaakt hebben in een verloren uurtje, tussen de havermout en de aardappelen door. Hij oefende veel met zelfportretjes. Ik ben als kunstenaar en ontwerper in dat oefenproces geïnteresseerd. Ik ben ook de hele dag aan het tekenen en denk dan al schetsend na over hoe iets uiteindelijk moet worden. Die tussenstadia leveren onbelangrijke, maar intieme werken op. Of ik deze ets een prominente plek in huis zou geven? Nee, maar ik denk daar ook niet zo over na. Ik koop een schilderij niet voor boven de bank en ik heb jaren een Picasso op het toilet
gehad. Het gaat om het gevoel. Ik bewonder deze ets enorm. Je ziet dat het is opgebouwd uit kleine krasjes. Er zijn maar twee soorten lijntjes: rechte lijntjes voor zijn romp en gezicht, kromme lijntjes voor de structuur van zijn haar. Dit zelfportret geeft mij een gevoel van verbondenheid met een creatieve geest. Ik ben echt geïnteresseerd in die man, zoals ik in meer grote kunstenaars ben geïnteresseerd. Hoe vulde hij zijn dagen? Hoe ontwikkelde hij zijn vaardigheden? Die verbondenheid voelt alsof ik deel uitmaak van een grote creatieve familie. Verbonden door een kern van passie, ook al krijg je ruzie. Rembrandt is dan eigenlijk mijn superoom.”
foto: Erwin olaf
‘Rembrandt is mijn superoom’
78 | Rembrandt Magazine de favoriete ets van
Emmah Gateru
Zaalwacht Museum Het Rembrandthuis. Favoriete ets: Bedelaarsfamilie aan de deur van een huis (1648) de vrouw. Zij ontvangt het geld. Dat kan betekenen dat hij arm en hulpeloos is, en dat zij hem met haar kinderen helpt om medelijden te wekken. Maar het kan ook andersom zijn: de man helpt de vrouw een volledig gezin te zijn. Ik denk graag over die dingen na.”
‘Er is weinig veranderd, alleen gaan mensen nu naar het UWV’
Collectie Museum Het Rembrandthuis
“Ik werk al dertien jaar als zaalwacht en kijk de hele dag naar werk van Rembrandt. Hij heeft het straatleven uit die tijd zo geweldig mooi verbeeld! Deze bedelaarsfamilie treft mij omdat de ets gaat over medeleven. Ik kijk naar die baby op de rug en dat kind ernaast, en denk: je zult maar niet in staat zijn om voor je twee kinderen te zorgen. Het gezin klopt vermoedelijk aan met het idee: wij zijn arm en jij bent rijk, geef ons iets. Dat is begrijpelijk. Natuurlijk geeft de man hun iets. Er is sindsdien weinig veranderd. Alleen gaan mensen nu naar het UWV. Dat is misschien beter en eerlijker voor iedereen, maar het idee dat we elkaar helpen is daardoor minder zichtbaar. Het gevoel van die rijkaard en die bedelaars, en het idee dat je je samen door het leven slaat, is weg. Ik zou graag willen dat dat terugkeert. Als je goed kijkt, zie je dat de man veel ouder is dan
COMPLICATION MOON 20024
een goed gesprek Na decennialang interessante figuren uit het heden in beeld te hebben gebracht, is het de grote droom van presentator en programmamaker Ivo Niehe om de Groten uit het rijke Nederlandse verleden aan de televisiekijker voor te stellen. En gewoon op een ochtend met camera- en geluidsman aan te bellen bij bijvoorbeeld Rembrandt van Rijn. Hoe zou zo’n ontmoeting eruit zien?
December, 1642 Fijn dat we mochten komen, meneer van Rijn, ondanks alle problemen van het afgelopen jaar. Nog gecondoleerd trouwens, met Saskia.
“Tja, het was geen beste tijd. Het is alweer zes maanden geleden, maar het wil nog steeds niet echt tot me doordringen. Zegt u trouwens maar Rembrandt hoor, dat ben ik gewend.” Het moet een zwaar verlies zijn.
“Ze tobde al jaren met haar gezondheid en opeens ging het hard. De doktoren hebben haar niet kunnen redden. Tot echt werken kom ik nog steeds niet. Gelukkig heb ik kleine Titus nog. En ik wandel veel, hier buiten de stad, in de natuur. En dan maak ik ook nog etsen. Soms samen met mijn leerlingen. Gelukkig maar, want de zaak moet natuurlijk wel gewoon doorgaan.” U bleek al zeer jong over een groot tekentalent te beschikken. Speelde uw vader daarin een rol?
“Dat hebben mensen ervoor over. En dan heeft u wel een echte Rembrandt, gesigneerd. En ik heb ook mijn kosten, materiaal, personeel…” U heeft net het opdrachtschilderij van Banning Cocq af, dat wij tegenwoordig kennen als ‘De Nachtwacht’.
“De Nachtwacht? Hmm...” Geeft dit doek u veel voldoening?
“Eerlijk gezegd was ik blij dat het af was. Ik was er behoorlijk op uitgekeken. Maar Banning Cocq heeft wel netjes betaald. Dat is toch altijd weer afwachten. Je maakt een contract en ze mogen in termijnen betalen, maar of ze dat ook doen…” Klopt het dat u het in drie delen geschilderd hebt?
“U heeft uw huiswerk goed gedaan! Ik ben begonnen met het middengedeelte, daarin heb ik alle personen horizontaal opgezet. Daarna heb ik de onderkant gedaan en vervolgens het bovengedeelte. Als u het trouwens wilt zien – het hangt in De Kloveniersdoelen, hier vlakbij.”
“O nee, allerminst. Vader wist als molenaar heel goed de kost te verdienen, maar artistiek, nee… Ik denk dat ik dat meer heb van mijn moeder, een heel intelligente en creatieve vrouw.”
Ik ken het al. en velen met mij, u bent in onze tijd wereldberoemd.
Ik zie dat u uw schilderijen niet alleen maakt.
zijn er eigenlijk weleens vervalsingen van uw werk gemaakt?
“Nee, dat zou ook niet kunnen. Ik heb zoveel opdrachten. Dit is een echt bedrijf, mijn leerlingen helpen mij. Ze beginnen als loopjongen: verf maken, doeken klaarmaken. Na een tijdje mogen ze achtergronden schilderen, natuurlijk wel precies zoals ik het wil. Daardoor kun je zien dat zo’n doek uit mijn atelier komt, uit de school van Rembrandt.” Dus u hoeft er alleen nog uw naam onder te zetten?
“Was dat maar waar! Nee, de belangrijkste gedeelten van zo’n doek doe ik helemaal zelf.” Hoeveel doeken maakt u nou per jaar?
“Een stuk of zes, zeven. En dan natuurlijk nog de etsen. Die verkopen momenteel heel goed, vooral buiten de Republiek.” Als ik nou een portret van mezelf zou willen laten maken door u, hoeveel kost me dat dan?
“U? Een portret van uzelf?” ja, of vindt u dat geen goed idee?
“Eh ja, natuurlijk, u ziet er hoogstens nogal eh... opmerkelijk uit. Maar wat kost het… Nou, alleen het gezicht zo’n honderd gulden. En als u er helemaal op wilt: zeshonderd.” Zo! Dat is niet echt goedkoop. Dat is omgerekend naar onze valuta vandaag de dag toch al gauw een ton.
“Kijk eens aan. Dat zal ik mijn opdrachtgevers eens vertellen.”
“Vervalsingen, ach, zo zou ik het niet noemen. Kopiëren, is een beter woord – en dat gebeurt overal. Ik kopieer zelf ook wel eens wat van mijn collega’s, zo bijzonder is dat niet.” O ja, van wie dan?
“Euh… zeg, wilt u nog wat drinken? Een maltbiertje, een Vlaams honingwijntje, een rijnwijntje?” Heeft u ook gewoon water?
“Water? Als u uw leven liefhebt, raad ik u dat van harte af. Geertje, heb je een maltbiertje voor meneer?” In onze tijd zijn we gewend ook persoonlijke vragen te stellen. hoe hebt u het verlies van uw Saskia verwerkt?
“U durft wel zeg. Maar goed, als gezegd, mijn wandelingen in de natuur houden me zo’n beetje overeind. En het alledaagse werk. Ik denk veel aan haar, aan betere tijden. Maar Geertje maakt ook veel goed.” Ja, die Geertje, wat voor soort verhouding hebt u eigenlijk met haar?
“Dat gaat u geen barst aan. Daar zeg ik niets over. Het wordt trouwens tijd dat ik weer aan het werk ga, ik heb het druk genoeg. Geertje, laat jij de heren even uit? Tot ziens, meneer Ivo.” //
Rembrandt Magazine | 81 ivo niehe
©Teylers Museum Haarlem, aangekocht in 1871
‘U durft wel zeg’
zelfportret met platte muts (ca. 1642)
MG1308_advertentie_RM_WTK_OL.indd 1
07-03-13 23:59
Rembrandt Magazine | 83
Aan de keukentafel
heerste, kunnen bij kaarslicht zijn gemaakt. Wat deden de Hollanders tijdens de lange donkere herfst- en winteravonden? Ze zaten meestal thuis in de keuken – de enige plek waar het permanent warm was – te lezen, te schrijven of zich gezamenlijk met zang of spel te amuseren. En de kunstenaars tekenden; het Terborch-archief met zijn vele tekeningen bevat prachtige voorbeelden van zulke avondbezigheden. Zo kunnen we ons ook Rembrandts avonden in zijn grote keuken in het Rembrandthuis voorstellen. Zijn tijdgenoten hebben getuigd hoe verbazend vlijtig hij zijn kunst bedreef. Dus zal hij op die avonden wel getekend hebben. Of geëtst? Etsen was een vorm van tekenen. En zo moet Rembrandt het ook opgevat hebben: als het produceren van vermenigvuldigbare tekeningen. Beroepsgraveurs werkten wél bij daglicht. Graveren met de burijn was uiterst precies werk, waarbij je sterk egaal licht nodig had. Maar vele van Rembrandts etsen zijn vluchtig gekrabbeld, waardoor ze vaak de indruk wekken slechts gedeeltelijk voltooid te zijn. Rembrandts etsen vertonen een verbazingwekkende diversiteit in doorwerktheid en mate van informaliteit die goed rijmt met de stelling dat Rembrandt ze bij kaarslicht aan de keukentafel maakte, krassend op de etsplaat. Hij maakte slechts een beperkt aantal, zeer ver doorgewerkte grote etsen, zoals zijn portretten en enkele reproductieprenten naar eigen schilderijen. Bij die projecten stellen we ons voor dat hij ze bij daglicht in het atelier uitvoerde. Het is opvallend dat Rembrandt in de periode waarin hij enkele van zijn meest doorwerkte etsen maakte, zoals De Honderdguldenprent en Jan Six, nauwelijks of heel weinig schilderde. Zouden we ons dus inderdaad de voorstelling mogen maken dat Rembrandt de meer schetsmatige etsen in de avonduren bij kaarslicht op de plaat bracht? //
‘Bracht hij zijn etsen ’s avonds bij kaarslicht op de plaat?’
Ernst van de Wetering is kunsthistoricus en een van de bekendste Nederlandse Rembrandt-kenners. Deze column is voortgekomen uit zijn werk aan het tweede hoofdstuk van A Corpus of Rembrandt Paintings Deel V.
foto: Hollandse Hoogte
D
e wereld van Rembrandt is zo groot dat zich bij de bestudering daarvan specialismen hebben ontwikkeld. Zo zijn er specialisten op het gebied van Rembrandts biografie, zijn tekeningen, zijn etsen en zijn schilderijen. Ik behoor tot de laatstgenoemde categorie. Wanneer ik over Rembrandt als etser schrijf, begeef ik me dus buiten mijn eigen terrein. Maar dat blijkt soms toch iets op te kunnen leveren wat tot nog toe aan de aandacht was ontsnapt. In de periode 1640-’42 was Rembrandt met De Nachtwacht bezig en daarnaast met een aantal andere, zeer ambitieuze schilderijen. Toch ging zijn productie van etsen onverminderd door. In die twee jaren maakte hij er niet minder dan dertig. Dat valt des te meer op, omdat Rembrandt in die tijd veel in een atelier elders in de stad moet hebben gewerkt. Noch De Nachtwacht, noch het monumentale portret van dominee Anslo en zijn vrouw pasten immers in het atelier in zijn huis aan de Breestraat. Zou hij dus in een hoekje van dat externe atelier, of in zijn atelier aan huis tussendoor op etsplaten hebben zitten werken terwijl hij eigenlijk bezig was met het schilderen aan grote, tijdrovende opdrachten? Dat is onwaarschijnlijk, omdat hij het kostbare daglicht nodig had bij het werken op zijn doeken en panelen. Schilderen is immers alleen mogelijk bij goed daglicht, omdat je anders de juiste kleuren en kleurverhouding niet kunt treffen. De vraag naar de tijdverdeling tussen etsen en schilderen deed me ineens denken aan Rembrandts leerling Samuel van Hoogstraten in zijn leerboek over de schilderkunst. Daarin adviseert hij de lange avonden te besteden aan het tekenen van eigen inventies. Dat gebeurde dus bij kaarslicht of een andere bron van kunstlicht. Onder de dertig bovengenoemde etsen bevinden zich drie etsen van figuren die aan tafel zitten te werken, te kaarten of te poseren bij kaarslicht. Dat betekent nog niet dat Rembrandt slechts incidenteel bij kaarslicht werkte. Ook zijn geëtste landschappen, historiën en dergelijke waarin daglicht
Column
AANGENAAM BERGEN OP ZOOM Halverwege wereldsteden, waar Brabant Zeeland kust, ligt Bergen op Zoom. Bergen op Zoom behoort tot een van de oudste steden van Nederland. Smalle straatjes, oude pleintjes en eigenzinnige monumenten vertellen het verhaal van een rijk en bewogen verleden, dat al meer dan achthonderd jaar terug gaat. De historische binnenstad vormt een uniek decor voor leuke winkeltjes, cafeetjes en sfeervolle restaurants. Theater van het Goede Leven Winkelen, lekker eten en drinken, cultuur opsnuiven of één van de vele evenementen meepakken? Het kan allemaal in de 800 jaar oude bruisende binnenstad van Bergen op Zoom. En voor wie meer de rust wil opzoeken, biedt de gevarieerde natuur in Bergen op Zoom alle ruimte. Laat je verrassen door de vele mogelijkheden! Monumenten Het rijke verleden van Bergen op Zoom is nog overduidelijk af te lezen aan de vele fraai gerestaureerde gebouwen. In het compacte stadscentrum staan meer dan 800 monumenten, waarvan er ruim 200 op de rijksmonumentenlijst staan. Het oudste monument van de binnenstad is de Lievevrouwepoort, ook wel de Gevangenpoort genoemd. Rondom de Grote Markt zijn nog meer fraaie monumenten te zien: de Sint Gertrudiskerk, stadsschouwburg De Maagd en het monumentale stadhuis. Stadspaleis het Markiezenhof Het pareltje van Bergen op Zoom is Het Markiezenhof, dit is het voormalige woonpaleis van de heren en markiezen van Bergen op Zoom. Vandaag de dag is het één van de fraaiste stadspaleizen van west-Europa. Achter de imposante gevel met felrode vensterkorven vindt u een intrigerend complex van zalen, stijlkamers, galerijen, traptorens, binnenplaatsen en tuinen. Tegenwoordig is Het Markiezenhof een museum en geeft het onderdak aan het regionaal arhief. In het prachtige complex komt u alles te weten over de geschiedenis van stad en streek. Ontdek bovendien de rijke historie van de kermis en de wisselende exposities met internationale politieke spotprenten en cartoons. Ga op avontuur en ervaar de elegante levenswijze van de vroegere bewoners.
Kom kijken naar de voorstelling in mijn mooie Stadspaleis
rem bran dt
is de naam, aangenaam.
In Nederland lopen ruim tweehonderd mannen rond met de naam Rembrandt. Elk jaar komen er gemiddeld drie bij, met af en toe een uitschieter: in 2010 bijvoorbeeld werden twaalf kleine Rembrandtjes aangegeven bij de burgerlijke stand. Tekst Lieke Lemmens en Sofie Vermooten Fotografie Koos Breukel
86 | Rembrandt Magazine rembrandt is de naam
Rembrandt Hazeleger (10) Zit in groep 7 van de basisschool.
‘ Vrienden roepen als grap: Ren! Brand!’
“Rembrandt is voor mij gewoon een naam, zoals alle namen. Ik denk er niet veel over na. Mijn moeder heeft hem bedacht, en mijn vader vond het meteen ook een mooie naam. Ik ben niet vernoemd naar Rembrandt van Rijn, maar als je zo heet, denken mensen er natuurlijk wel meteen aan. Soms vragen andere kinderen aan me of ik goed kan schilderen. Ik vind dat niet erg, behalve als ik in een slechte bui ben. Ik vind mijn naam heel mooi, dus het maakt me niet uit hoe mensen reageren. Ik houd overigens wel van tekenen. Vooral striptekenen vind ik heel leuk. Dat doe ik vaak, vooral als ik van mijn ouders niet op de computer mag. Ik heb sowieso veel hobby’s: aikido, lezen, boogschieten, gitaarspelen. En ik wil op piano. Ik ken Rembrandt van Rijn niet zo goed, maar ik weet wel dat hij De Nachtwacht heeft geschilderd. En dat hij goed was in het tekenen van schaduwen en licht. Toevallig heet m’n zusje trouwens Lux, wat licht betekent. Vrienden noemen me vaak Rem of Remmie. En als ze een grapje willen uithalen, roepen ze: Ren! Brand!”
Rembrandt Magazine | 87 rembrandt is de naam
Rembrandt Smids (38) Oprichter van een interactief strategiebureau.
‘ door mijn naam ben ik extraverter geworden’
“Mensen denken bij het horen van mijn naam natuurlijk aan de schilder. Maar als mijn vrienden iets in de krant lezen over Rembrandt, denken ze aan mij. De associatie met de naam verandert. Je krijgt altijd een reactie als je je voorstelt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een Jan. Je valt op. Ik vind dat heel prettig, en handig. Ik hoef mijn achternaam bijna nooit te gebruiken. Ik ben er, denk ik, extraverter door geworden. Mijn ouders wilden een Hollandse, maar internationaal bekende naam. Toen mijn zus op vakantie een keer mijn naam riep, dachten mensen dat ze niet helemaal goed was. Sindsdien is ze me vaker Rem gaan noemen, dat was veiliger. Amerikanen vragen weleens wat mijn voornaam is nadat ik me heb voorgesteld. Ze denken dat Rembrandt de achternaam was van de schilder. Vincent vind ik een heel mooie naam, maar toch hebben we onze zoon niet zo genoemd. Dan lijkt het net alsof je ergens een lijn in wilt trekken. Hij heet Casper. Op de basisschool had ik een vriendje dat Vincent heette. Toen we ons op zeilkamp samen voorstelden, werden we wel gek aangekeken.”
88 | Rembrandt Magazine rembrandt is de naam
Rembrandt Roskam (61) Medewerker documentaire informatievoorziening bij een groot waterleidingbedrijf. “Ik schaam me diep dat ik nog nooit De Nachtwacht heb gezien. Ik vind Rembrandts schilderijen wel mooi hoor, maar ik heb verder niet echt iets met hem. Wel vind ik het nog altijd bijzonder om Rembrandt te heten. Ik krijg er veel reacties op, meestal positieve. Mensen vinden het een mooie, klassieke naam en vragen geregeld hoe ik eraan kom. Dat is me helaas niet helemaal duidelijk. Ik heb het mijn ouders wel gevraagd, maar nooit antwoord gekregen, zoals trouwens op zoveel dingen niet. Ik heb onlangs de kronieken van mijn overleden vader doorgeworsteld, maar blijf steeds steken op Brand, in plaats van Rembrandt. Zo heetten mijn grootvader en overgrootvader namelijk. Waarschijnlijk komt het van IJsbrand. Ik vermoed dat ze Brand geen mooie naam vonden, maar mij wel wilden vernoemen. Ik ben maar een keer in mijn leven een andere Rembrandt tegengekomen. Dat was geen succes. We waren allebei vrijwilliger tijdens de Vierdaagse van Nijmegen; hij als arts, ik als buschauffeur. Hij kon niet geloven dat ik ook Rembrandt heette, ik was tenslotte ‘maar een buschauffeur’. Vrienden of familieleden korten mijn naam nooit af, en ik heb zelf ook altijd vastgehouden aan Rembrandt. Ik had ooit een vriendin die me Rem begon te noemen, maar dat is snel uitgeraakt. Mijn vrouw noemt me dan ook altijd bij mijn volledige naam. Ze kijkt wel beter uit.”
‘De Nachtwacht heb ik nog nooit gezien’
Rembrandt Magazine | 89 rembrandt is de naam
Rembrandt Heerkens Thijssen (27) Trainee bij een groot levensmiddelenconcern. “Ik ben vernoemd naar mijn vader, die ook Rembrandt heet; mijn opa was antiquair. De naam is mijn vader zo goed bevallen dat hij mij ook zo genoemd heeft. Dat vind ik bijzonder, hoewel ik niet van plan ben hetzelfde te doen. Ik ben erg trots op mijn naam. Hij past goed bij me. Mensen vinden het een chique naam, en het brengt aanzien met zich mee. Het is toch een icoon van Nederland, het staat voor dé schilder van de Gouden Eeuw. Dat is wel iets waar je trots op mag zijn. Ik kom nooit een andere Rembrandt tegen, behalve mijn vader dan. Toen ik op sociale netwerken actief werd, voegden allerlei andere Rembrandts mij toe. Ik stuurde hier en daar een berichtje, maar ik heb niet het gevoel dat we door onze naam direct een band hebben. Ik denk dat Rembrandt past bij mensen die niet heel introvert zijn. Ik vind het zelf ook leuk om aandacht te krijgen voor mijn naam en erover te vertellen. Als ik vertel hoe ik heet, heb ik meteen een goede introductie. Hier staat iemand. En hoewel ik er helemaal geen invloed op heb, matcht dat wel met mijn karakter. Mensen vragen altijd verder. Heel flauw: of je kunt schilderen, of je Van Rijn heet van je achternaam. Sommige mensen vragen of Van Gogh mijn achternaam is, die hebben het niet helemaal begrepen.”
‘Mijn vader heet ook Rembrandt. Mijn opa was antiquair’
90 | Rembrandt Magazine rembrandt is de naam
Rembrandt Lageschaar (2) op de foto met zijn opa, opera-zanger Ernst Daniël Smid (60) “Als je Rembrandt zegt, waar ook ter wereld, weet iedereen wie je bedoelt. Het is een grote naam voor zo’n klein kindje, maar hij wordt natuurlijk een keer groot. Mensen vinden het een heel mooie naam, maar zeggen soms ook: ‘Dat doe je zo’n kind toch niet aan.’ Dat heeft ook te maken met waar mijn dochter en schoonzoon wonen; in de Achterhoek. Daar zijn de doorsnee namen Jan, Henk en Piet. Als je in zo’n boerenbuurt met Rembrandt aankomt, een beetje een artistieke naam die getuigt van inspiratie, vindt men dat bijzonder. Mijn dochter is nu weer zwanger en heeft de naam Hendrikje door haar hoofd laten gaan, maar vond het toch iets te veel van het goede. Het wordt wel weer een naam die niet vaak voorkomt. Deze Rembrandt is heel extravert. Hij is niet bang, danst veel en is ongelofelijk nieuwsgierig. Hij stapt op alles en iedereen af en vindt alles leuk. Het is een eigenzinnig joch, dat nu al weet wat ie wil. Dat past wel bij zijn naam.”
‘Het is een grote naam voor zo’n kindje’
Rembrandt Magazine | 91 column
Rembrandt de verslaggever “J
e schrijft gewoon op wat je ziet.” Dat was het advies van mijn eerste baas in de journalistiek, toen hij mij opdroeg voor het eerst een reportage te schrijven. Het advies hielp mij als jonge, aankomende verslaggever over mijn schroom heen, mijn indrukken genoeg te vertrouwen om ze wereldkundig te maken. Maar het is natuurlijk niet zo zwart-wit. Goed kijken is belangrijk om ergens een indruk van te krijgen, en die indruk door te geven aan de krantenlezer op een manier die hem het idee geeft dat hij ergens zelf bij is geweest. Maar alleen kijken is niet voldoende voor een lezenswaardige reportage, een indrukwekkende foto, of – in het geval van Rembrandt – een ets die je bijblijft. Beeldende kunst, fotografie en geschreven journalistiek produceren immers geen kopieën van de werkelijkheid, hoezeer de bedrijvers ervan misschien ook de indruk willen wekken dat ze de werkelijkheid hebben ‘betrapt’, of een ‘objectief beeld’ geven. Zelfs in het kleinste prentje, een haastig genomen kiekje of een kort berichtje schuilt een element van keuze, van visie. En zelfs dat is nog niet voldoende. Voor een echt goed verhaal is het noodzakelijk dat de anekdotische inhoud van iets refereert aan een ander, groter verhaal. De strijd van een volk of een individu tegen onrecht bijvoorbeeld, de vergaande incompetentie of wreedheid van machthebbers of desnoods de Europese eenwording. ‘Grote verhalen’ zijn dat, waar de kleine inpassen en waaraan ze ook hun betekenis ontlenen. Een groot verhaal kan van alles zijn: een ideologie, een collectief zelfbeeld, een ideaal of een geschiedsopvatting. Met die grote verhalen gaat het de laatste tijd niet zo goed. Uit de politiek is ideologie grotendeels verdwenen – politiek debat bestaat niet meer uit grootse vergezichten maar uit gedetailleerd gezemel over hoe de dingen een beetje beter georganiseerd kunnen worden. Ook het geloof in vooruitgang is op de terugtocht, nu zich donkere ecologische wolken over de aarde samenpakken en onze welvaart afneemt. De grote verhalen van deze tijd bestaan misschien wel, maar dan hebben ze vaak iets tuttigs: een bepaalde norm bijvoorbeeld, waarin iedereen mooi is, elk huis origineel is ingericht en iedereen van lekker eten houdt.
Natuurlijk was Rembrandt geen verslaggever, maar een kunstenaar. Toch heb ik de neiging om zijn etsen te zien als een soort verslaglegging van zijn tijd, omdat ze vaak zo snel, bijna terloops gemaakt lijken, zonder de grote investering in tijd en materiaal die voor zijn beroemde schilderijen noodzakelijk was. Dat voorlopige, snelle, heeft hij met de hedendaagse journalistiek gemeen. Wat maakt de etsen zo interessant? Kun je er een ‘groot verhaal’ in ontdekken? De norm is in elk geval niet dat iedereen mooi moet zijn. Het tegendeel is vaak het geval: het wemelt van de vetkwabben, rimpels en onverzorgde baarden. Misschien is dat op zich wel een ideologie: de visie dat de mens, een onvolkomen wezen, in wezen een vertederende stumperd is. Eén groot verhaal is in die etsen natuurlijk nadrukkelijk aanwezig: de Heilige Schrift. Een bloot meisje is al vlug niet zomaar een bloot meisje, maar Eva in de Hof van Eden, een man met paard al vlug de Barmhartige Samaritaan. Gelukkig voor Rembrandt bevat de Bijbel oneindig veel verhalen en verhaaltjes die je in beeld kunt bevolken met zeventiende-eeuws uitziende figuren. De Bijbel, als een in de samenleving breed gedeelde verzameling van verhalen, verwijzingen en zingevingen; dat is Rembrandts ‘grote verhaal’. We kunnen de ontkerstening van Nederland niet terugdraaien – en wat mij betreft hoeft dat ook niet zo nodig – maar als stuurloze, eenentwintigste-eeuwse journalist kan ik de zeventiende-eeuwse kunstenaar best een beetje benijden.
‘Rembrandts etsen hebben dat terloopse en snelle van de hedendaagse journalistiek’
Raymond van den Boogaard is redacteur cultuur bij NRC Handelsblad.
UITBLINKERS De duurste, de pikantste, de zeldzaamste
Rembrandt heeft zich bijna heel zijn leven bezig gehouden met de prentkunst. Hij liet een indrukwekkend oeuvre van zo’n 290 etsen na en wordt algemeen gezien als de grootste etskunstenaar ooit. Hoewel iedere ets een eigen verhaal vertelt, springen sommige eruit. Ieder om z’n eigen reden.
In de jaren negentig werd een laatste staat van de ets van Jan Six (1647) geveild voor 560.000 dollar, het hoogste bedrag ooit betaald. Het gros van Rembrandts etsen brengt maximaal 20.000 euro op. De duurste in Rembrandts tijd was zonder twijfel de Honderdguldenprent (1646). De waarde van een afdruk wordt onder meer bepaald door het papier, de afbeelding, de datering, de kwaliteit van de afdruk en het aantal staten.
Collectie Museum Het Rembrandthuis
Collectie Museum Het Rembrandthuis
De duurste
De pikantste Rembrandt heeft verschillende erotische etsen gemaakt. Het monnikje in het koren (1644) dat de liefde bedrijft, is een van de meest expliciete. Daarnaast maakte hij – zoals in de zeventiende eeuw gebruikelijk – verschillende etsen met erotische verwijzingen.
De grootste
De beroemdste Het is misschien wel een beetje de Nachtwacht onder zijn etswerk, dit Zelfportret leunend op een balustrade (1639). Had Rembrandt kunnen vermoeden dat deze ets, waarin hij zichzelf neerzette als grandseigneur, zo’n grote bekendheid zou verwerven?
De ets Christus voor Pilatus (1636) meet bijna 55 bij 45 centimeter, min of meer te vergelijken met vier A4’tjes. Dat is uitzonderlijk groot vergeleken met de meeste etsen van zijn hand. De afbeelding toont Christus, door soldaten bespot ten overstaan van Pontius Pilatus en het volk.
De kleinste Formeel is dat Hoofd van een oude man met dikke neus, een uiterst zeldzame ets van nog geen 6 cm2. Deskundigen zijn het er nog altijd niet over eens of deze aan Rembrandt kan worden toegeschreven. De kleinste ets waar wel zekerheid over bestaat, is Hoofd van een man met hoge muts (1629) van 8 cm 2.
Rembrandt Magazine | 93 uitblinkers
De meest omstreden In de loop der tijd zijn er heel wat etsen aan Rembrandt toegeschreven, maar later weer van het lijstje afgevoerd. En andersom. Over een aantal etsen zijn de geleerden het nog steeds niet helemaal eens, zoals deze versie van De onthoofding van Johannes de Doper (ca. 1625). Misschien heeft hij alleen de opzet gemaakt en is de plaat vervolgens uitgewerkt door een van zijn leerlingen, mogelijkerwijs Johannes van Vliet.
De meest geliefde
De zeldzaamste
Van de proefdruk van de Gebaarde Oude man met hoog voorhoofd (1626) is slechts één afdruk bekend. Die is in het bezit van het Rijksmuseum.
Collectie Museum Het Rembrandthuis
We zullen er wel nooit achterkomen welke ets favoriet was bij de kunstenaar zelf. Maar het is waarschijnlijk dat de etsen met Saskia speciaal voor hem waren, zoals Saskia met parels in het haar (1634). Aan De Honderdguldenprent heeft hij jaren gewerkt, dus ook die moet voor hem een speciale betekenis hebben gehad.
Rembrandt maakte (voor zover bekend) zijn laatste ets, van de beroemde medicus Jan Antonides van der Linden (1665), toen hij negenenvijftig jaar was; vier jaar voor zijn dood.
Collectie Museum Het Rembrandthuis
Collectie Museum Het Rembrandthuis
De laatst gemaakte
De grappigste Net als zijn tijdgenoten was Rembrandt niet vies van poep of pies. Riolering was er nog niet, mensen lieten hun ontlasting soms de vrije loop op straat of in de gracht. Het uitbeelden van de dagelijkse werkelijkheid was in de Gouden Eeuw heel gewoon. Maar voor ons zijn dit Pissende mannetje en Pissende vrouwtje (1631) natuurlijk twee grappige tafereeltjes.
De plaat van Abraham onthaalt de drie engelen (1656) werd in 1997 bij veilinghuis Christie’s ontdekt. De achterkant van de koperplaat was beschilderd door Pieter Gysels, een leerling van Rembrandt.
Collectie Museum Het Rembrandthuis
Collectie Museum Het Rembrandthuis
De laatst ontdekte
Met dank aan Bob van den Boogert, Museum Het Rembrandthuis.
for kids only Sieb, hoe ben jij tekenaar geworden? “Ik kan me niet herinneren dat ik ooit níet heb getekend. Vanaf het moment dat ik een vetkrijtje en potlood vast kon houden ben ik begonnen, en nooit meer gestopt.”
“Door je iets voor te stellen wat je heel graag wilt tekenen, of iets na te tekenen wat je heel erg leuk of mooi vindt.”
Digitale speurneus
A=E
“Ik probeer alles uit om te zien welk materiaal het beste past bij de tekening die ik wil maken. Dat kan inkt zijn, of ecoline, aquarel, vetkrijt, acrylverf, houtskool, olieverf, kleurpotlood, pastelkrijt...”
Ik wil later ook tekenaar worden. Heb je tips?
Waan je tijdens de tentoonstelling Rembrandt in Zwart-Wit een echte detective, op zoek naar echte of juist valse kunstwerken! Nou ja, vals. Wanneer kun je een ets vals noemen? Tijdens de tentoonstelling kun jij met een tablet het museum rondlopen. Bekijk daarna het filmpje waarin de expert vertelt wat hij vindt. Zo kom je steeds meer te weten over het maken van Rembrandts etsen. Ook kun je een eigen virtuele rondgang maken en allerlei opdrachten uitvoeren, zoals een foto- en een kleuropdracht. Aan de slag speurneus!
-T
“Door heel goed om je heen te kijken of inspiratie op te doen door naar een kunstwerk of film te kijken, een boek te lezen of naar leuke of spannende muziek te luisteren.”
Welke materialen gebruik jij voor het tekenen?
Hoe begin je aan een tekening?
Rebus
Hoe bedenk je leuke onderwerpen voor een nieuwe tekening?
“Het allerbelangrijkste is dat je er heel veel plezier in hebt. Daarnaast moet je heel veel oefenen, eindeloos lang, net als bij een muziekinstrument of bij sport. Daardoor word je steeds beter.”
Rembrandt is zo beroemd dat je bij alleen zijn voornaam al weet om wie het gaat. Best bijzonder, want andere beroemde kunstenaars noemen we bij hun hele naam. Denk maar eens aan de schilder Vincent van Gogh. Andere schilders kennen we juist weer alleen bij hun achternaam, zoals Rubens of Vermeer. Maar Rembrandt had ook een tweede naam. Weet jij welke? Los de rebus op en vind het antwoord!
-VI
-ON
G=N
Antwoord: Harmenszoon - IlLustratie: Annemiek Biersma
foto: LABORATORIVM - tekening: Sieb Posthuma
Veel mensen kennen Rembrandt van Rijn van zijn schilderijen, maar hij kon ook heel goed tekenen. Sieb Posthuma is ook een bekende tekenaar. Hij heeft boeken gemaakt, maar werkte ook voor kranten en voor Sesamstraat. Hij weet dus hoe je een goede kunstenaar kunt worden!
Rembrandt Magazine | 95
Zoek de 5 verschillen! Een ets maken is heel bijzonder. Van een schilderij kun je maar één exemplaar maken, maar van een etsplaat kun je heel veel afdrukken op papier maken. Rembrandt maakte daar handig gebruik van. Hij maakte eerst een afdruk en veranderde daarna iets aan zijn tekening op de etsplaat. Daar maakte hij dan weer een afdruk van, en tadaa... hij had weer een heel nieuw kunstwerk om te verkopen. Slimme zakenman, die Rembrandt. Zie jij de vijf verschillen tussen deze twee afdrukken?
Antwoord: pannenkoek, jaartal, oog van kindje, voorwerp op de grond, lijntjes bovenin
for kids
Doe mee met de quiz! Rembrandt van Rijn maakte heel veel schilderijen, etsen en tekeningen. Hoeveel weet jij van hem? Doe mee met de quiz! Stuur je antwoorden en je naam, adres en leeftijd naar rembrandt@pelicanmags.nl. Wie weet, krijg jij één van de vijf boeken ‘Een hele kunst...’ toegestuurd! Daarin staan vijftig verhalen over kunstenaars als Rembrandt, maar ook over muzikanten, fotografen en architecten. Zo kom je meer te weten over wat kunst eigenlijk is.
Wat was het beroep van Rembrandts vader?
Waar woonde hij het grootste deel van zijn leven?
A Bakker B Molenaar C Schilder
A Amsterdam B Leiden C Haarlem
Hoeveel broers en zussen had Rembrandt?
Hoe heet Rembrandts beroemdste schilderij?
A3 B5 C9
Hoeveel etsen heeft hij ongeveer gemaakt? A 300 B 400 C 500
A Meisje met de parel B De Nachtwacht C De aardappeleters
Waarmee maak je een ets? A Met verf B Met inkt C Met potlood
Win!
Museum Henriette Polak
HĂŠt museum voor modern-klassieke schilder- en beeldhouwkunst in Nederland Charlotte van Pallandt Arie Schippers Jan Mensinga Piet Esser Wendelien SchĂśnfeld Wim Oepts Otto de Kat Theresia van der Pant Joop Sjollema Kees Maks Fred Carasso Constant Arie Kater Jan Wolkers Natasja Bennink Paul Citroen Norbert Olthuis Jeanne Bieruma Oosting Jan Bronner Johan Buning Kees Verwey
Willem den Ouden, zelfportret
Rmag_Polak_advertentie.indd 21
Zaadmarkt 88 | 7201 DE Zutphen www.museazutphen.nl
08-03-13 14:53
Rembrandt Magazine | 97 shopping
Klassiek Het kleurgebruik, het ontwerp en de (half)edelstenen van deze oorstekers zijn geïnspireerd op de juwelen die werden gedragen op Rembrandts schilderijen. Ontworpen door edelsmid Foufke Hartog. Oorsteker met granaat € 69,Met granaat en zoetwaterparel € 90,www.edelyn.nl / www.rijksmuseum.nl/webwinkel
Shopping voor Rembrandt-liefhebbers
Modern gereedschap Deze Rembrandt-vulpen van Visconti speelt met licht en donker, net als de meester zelf. Het omhulsel bevat subtiele kleurnuances. € 100,-, onder meer verkrijgbaar via www.lacouronneducomte.nl
Rembrandt 2.0 Een kleurrijk werk van Hubert Visser. De prijzen lopen uiteen van € 10,voor een kleine poster tot € 1.100,- voor een aluminium paneel achter acrylglas. www.werkaandemuur.nl/rembrandt
Vlammen Tulpen met vlammenpatroon waren zeer populair in de zestiende eeuw. Ze werden verkocht voor dezelfde prijs als een grachtenpand. Tegenwoordig bekend als Rembrandt-tulp en een stuk schappelijker geprijsd: € 12,- voor 3 bollen. www.pcnijssen.nl
Vuurvast Keramieken onderzetter van de ets Zelfportret met Saskia (1636). Set van drie verschillende etsafbeeldingen, Museum Het Rembrandthuis, € 13,65
98 | Rembrandt Magazine shopping
Om op te eten
Aan de muur
Beeldend kunstenares Anat Ratzabi ontwierp een serie bronzen beelden, geïnspireerd op Rembrandts etsen. De miniatuurversies zijn te koop zijn in de vijf musea waar de expositie Rembrandt in Zwart-Wit te zien is. Lekker alternatief en leuk om cadeau te geven is deze chocoladevariant. € 11,www.artsensation.eu
Wie een echte Rembrandt aan de muur wil hebben, hoeft niet de loterij te winnen. Via Museum Het Rembrandthuis koopt u handgedrukte etsen van een gereproduceerde etsplaat. Vanaf € 28,50
Droog Let goed op dat u nergens tegenaan botst, wanneer u Rembrandts etswerk bewondert aan de binnenkant van deze paraplu. Museum Het Rembrandthuis, € 24,50
Kleurstof Het assortiment Rembrandtaquarelverf bestaat uit tachtig kleuren met een maximale transparantie en de hoogste graad van lichtechtheid. Vanaf € 5,11 www.rembrandt.royaltalens.com
foto: hendrik kerstens
Gouden eeuw De succesvolle tv-serie De Gouden Eeuw is nu ook op dvd verkrijgbaar. Presentator Hans Goedkoop gaat onder meer met kunsthandelaar Jan Six XI op pad en verkent de waarde van Rembrandts werk. € 24,95. Ook de jeugdserie Welkom in de Gouden Eeuw is te koop. € 14,99 www.justwebshop.nl (vanaf eind april)
Beschermheer Deze moderne variant van Rembrandts zelfportret is niet alleen te bestellen als hoesje voor smartphone, laptop of iPad, maar ook als T-shirt, trui of tas. www.society6.com