Rembrandt magazine t/m 5 oktober 2014 / Reizende tentoonstelling langs vijf musea met meer dan honderd etsen van de meester zelf
H 7,95
één tentoonstelling
Bewaarexemplaar / Rembrandt in Zwart-Wit / één tentoonstelling in vijf musea t/m 5 oktober 2014
Rembrandt in Zwart-Wit vijf musea
Geestig, gedreven & manipulatief
Rembrandt ontleed
De beroemdste de grappigste de pikantste de duurste
etsen
Hans Goedkoop
‘Ik ben verbluft dat ik zoiets moois in huis heb’
Sacha de Boer
‘Rembrandt heeft mij als fotograaf beïnvloed’
Marcel Wanders
‘Rembrandt is mijn superoom’
r e t s e e M rken e w p o rnee u to
en rganiser o n e n e g een gesla at deze collectie n i n e d n d ha bben de is voor het eerst n eigen draai e h r a a l e hu et re verzam Rembrandt. H n, die allemaal e i l u c i t r n re va n pa directeu ea en ee n honderd etsen m s u u e s m u e m s tte de er da erland Vijf Ned stelling van me agazine ontmoe on M een tento rdt. Rembrandt . wo itie getoond n aan de expos eve zullen g
Tekst Lieke Lemmens Fotografie Merlijn Doomernik
Rembrandt Magazine | 19 de expositie
WESTFRIES MUSEUM HOORN 23 maart 2013 t/m 28 juli 2013
D
‘Iedere bezoeker krijgt een tablet mee met filmpjes van de verzamelaar, in feite je digitale gids’
e tentoonstelling Rembrandt in Zwart-Wit: meer dan honderd etsen van de meester zelf is als eerste te zien in Hoorn. Het Westfries Museum is een museum van de Gouden Eeuw: in de zeventiende eeuw maakte West-Friesland dankzij de handel een enorme bloeitijd door. Hoorn was een belangrijke handelsstad en een internationaal knooppunt voor de VOC. Het museum is gevestigd in een van de mooiste monumenten van de stad, een imposant gebouw uit 1632 aan het centrale stadsplein. Voorbij de voordeur stap je als bezoeker de Gouden Eeuw binnen. De ruimtes stralen een weldadige sfeer uit en dat wordt versterkt door de tentoongestelde objecten. Hoewel de collectie op een vrij klassieke manier gepresenteerd wordt, profileert het museum zich met verrassende tentoonstellingen. Museumdirecteur Ad Geerdink: “We proberen altijd een brug te slaan tussen de belevingswereld van onze bezoekers en de verhalen uit de Gouden Eeuw. Zo hebben we onlangs een 3D-tentoonstelling georganiseerd, waarbij bezoekers (met een 3D-bril) op tv-schermen stadsgezichten kregen te zien. Ook hebben we in het museum een rechtszaak op touw gezet die draaide om de – toen in de stad actuele – kwestie of de zeventiende-eeuwse koopman Jan Pieterszoon Coen nog wel een standbeeld verdiende in Hoorn. Bezoekers traden daarbij op als jurylid.” De Rembrandt-tentoonstelling bestaat uit een kerncollectie van tachtig etsen. De selectie is gemaakt en ter beschikking gesteld door Jaap Mulders, particulier verzamelaar en de initiator van de expositie. Rembrandts totale grafische oeuvre omvat zo’n 290 etsen, waarvan hij er 144 in zijn bezit heeft. Daarnaast heeft elk museum een thema gekozen waar extra aandacht aan wordt besteed. Geerdink: “Wij hebben gekozen voor het dagelijks leven. De etsen die dit thema illustreren, zijn alleen hier in Hoorn te zien. Dat past goed bij ons museum. Onlangs hebben we nog een tentoonstelling gewijd aan eet- en drinkgewoonten in de Gouden Eeuw. Maar sowieso is Rembrandt natuurlijk een icoon van dat tijdperk. Ook de vernieuwende manier waarop de tentoonstelling wordt aangepakt, sluit heel mooi aan bij de handtekening van ons museum. We gaan er niet vanuit dat bezoekers al zoveel weten van Rembrandts etswerk dat je het alleen maar hoeft op te hangen met een kaartje erbij. Bij binnenkomst krijgt iedere bezoeker een tablet mee waarop filmpjes te zien zijn van de verzamelaar. Hij fungeert in feite als digitale gids. Met veel passie en kennis laat hij je
Ad geerdink Favoriete ets “De zeug (1643), omdat Rembrandt een ogenschijnlijk triviaal onderwerp – een varken dat geslacht gaat worden – zo virtuoos weergeeft. De emotie is van de blik van het varken af te lezen, iedere haal is raak.” Favoriet museum “Ik vind het geweldig hoe het Drents Museum met de eigen collectie een plek heeft veroverd in de internationale museumwereld. Door trouw te blijven aan zichzelf en door duidelijke keuzes te maken.” Droomtentoonstelling “Een overzichtstentoonstelling van het werk van Jan Albertszoon Rotius, de ‘Rembrandt van Hoorn’. Hij was misschien minder grensverleggend dan Rembrandt, maar een ongelooflijk goed vakman en ondergewaardeerd als kunstenaar.”
de rijke wereld achter de etsen ontdekken. Je wordt als bezoeker bovendien uitgedaagd om te onderzoeken of een ets echt is of vals. Het antwoord kun je aanvinken op de tablet, waarna je een reactie krijgt met tekst en uitleg. Het etswerk wordt dus via verschillende verrassende invalshoeken benaderd. Een uniek concept, waarmee we echt iets nieuws toevoegen en mensen helpen alles uit de expositie te halen wat erin zit. De etsen zijn natuurlijk eerder getoond, maar op deze manier gaan ze veel meer leven. We laten daarnaast negen bronzen beelden zien van kunstenares Anat Ratzabi, waarbij Rembrandts etsen haar inspiratiebron vormden. Want het gaat er in feite vooral om wat de etsen vandaag de dag nog met ons doen, en wie erdoor worden geïnspireerd.”
etsen voor dummies Het maken van een ets is een tijdrovend en gecompliceerd proces. Hoe werkt het? Kijk mee in Rembrandts gereedschapskist.
3
Fotografie Hotze Eisma Styling Rianne Landstra Met dank aan Museum Het Rembrandthuis
2
1
5 6
Rembrandt Magazine | 25 etsgereedschap
4
Een koperen etsplaat (1) wordt gepolijst en voorzien van een etsgrond – een mengsel van was, hars en asfaltpoeder waarin de afbeelding wordt getekend. Koper was ook in de zeventiende eeuw een kostbaar metaal. Het kwam dan ook regelmatig voor dat kunstenaars een gebruikte plaat ‘recycleden’ door de achterzijde te gebruiken voor een nieuwe ets. Als de voorstelling klaar is, gaat de plaat in een bad van bijtend zuur. Op de plekken waar de etsgrond is weggekrast, bijt het zuur het koper weg, waardoor een groef ontstaat. Nadat de plaat is schoongemaakt, wordt de etsinkt (2) aangebracht. Met een tampon (3) wordt de inkt verdeeld over de etsplaat en in de geëtste lijnen ‘geduwd’. Op de geïnkte plaat wordt een vel vochtig gemaakt etspapier (gemaakt van lompen) gelegd. De etspers (4) drukt het papier krachtig op de geïnkte etsplaat, die met zijn voorstelling naar boven ligt. Het etspapier ligt tussen de etsplaat en een stuk vilt (5). Het papier zuigt de inkt als het ware uit de groeven: de afdruk (6) is klaar. De voorstelling is in spiegelbeeld ten opzichte van die op de etsplaat.
DE KUNST VAN HET BELEGGEN Haal meer uit uw vermogen. Uw vermogen vraagt voortdurend aandacht. Uw wereld kan er morgen anders uitzien, zowel zakelijk als privĂŠ. Het is daarom belangrijk om goed voor ogen te hebben wat u wilt bereiken. Zodat u later kunt doen waar u vandaag over droomt. Bespreek samen met uw adviseur uw persoonlijke koers. Kijk voor meer informatie op abnamro.nl
800010026 BS 230x297 Adv Rembrandt.indd 1
19-02-13 16:00
man met een missie Rembrandt-verzamelaar Jaap Mulders
Zestien jaar geleden kocht hij een originele etsplaat van Rembrandt, en inmiddels bezit hij bijna de helft van diens gehele ets-oeuvre. Verzamelaar en initiator van ‘Rembrandt in Zwart-Wit’ Jaap Mulders over zijn fascinatie voor de kunstenaar, zijn enthousiasme over de tentoonstelling en zijn ambitie om de ets van zijn elitaire imago af te helpen.
Tekst Simone Simon en Lieke Lemmens Fotografie Lenny Oosterwijk
‘ Het is een misvatting dat je alleen van etsen geniet als je er verstand van hebt’
Rembrandt Magazine | 31 Interview Jaap mulders
“E
igenlijk zijn we van nature allemaal verzamelaars. Kijk maar naar het succes van de EK voetbalplaatjes. En wanneer ben je eigenlijk een verzamelaar? Een verzameling ontstaat heel geleidelijk. Toen ik zo’n zes etsen van Rembrandt had, bezocht ik eens een tentoonstelling waar er dertig hingen. Ik herinner me nog goed hoe veel ik dat vond.” Inmiddels bezit Jaap Mulders 144 etsen van Rembrandt; bijna de helft van diens 290 etsen tellende oeuvre. We spreken de voormalig ondernemer en oud-directeur van Het Nationale Ballet in zijn huis, idyllisch gelegen op een eilandje in de Vecht. Zestien jaar geleden stuitte Mulders in de galerie van een bevriende kunsthandelaar min of meer bij toeval op een etsplaat van Rembrandt. Het feit dat die koperplaat in handen van de meester was geweest, fascineerde hem enorm. “Bij een afdruk weet je nooit helemaal zeker of hij door Rembrandt zelf is gemaakt. Van de etsplaat weten we het wel. Er zijn maar ongeveer vijfentachtig etsplaten bewaard gebleven. In feite zijn ze dus zeldzamer dan zijn schilderijen, waarvan er ruim driehonderd zijn. En toch zijn ze veel goedkoper. Relatief gezien dan, want het was een vrij dure aanschaf. Maar voor een echte Rembrandt wel betaalbaar. Ik ben niet eens zozeer voor de afbeelding gevallen, een portret van de excentrieke predikant Johannes Uytenbogaert. Het ging me puur om de spanning: Rembrandt heeft dit écht vastgehad. Ik beschouwde het als een curiositeit. Vergelijk het met de boekenkist waarin Hugo de Groot vluchtte uit Slot Loevestein. Bovendien vond ik Rembrandt wel een fascinerende, aparte vent. Ik heb ooit zelfs een concept bedacht voor een tv-programma over Rembrandt.”
Hebberigheid “In diezelfde periode bezocht ik een tentoonstelling van getekende en geëtste landschappen in het Groninger Museum. Ik stond in het midden van de zaal en een paar etsen sprongen er wat mij betreft meteen uit; die vond ik mooier en leuker dan de andere. Toen ik dichterbij kwam, ontdekte ik dat die landschappen nou net allemaal van Rembrandt waren. Dat was een bijzondere ervaring.” Zijn eerste ets kocht Mulders op de kunst- en antiekbeurs Tefaf in Maastricht. In dit geval was het wel ‘het plaatje’, een Amsterdams landschap, waar hij voor viel. “Amsterdam is mijn geboorte- en lievelingsstad. Maar ik vond vooral de manier waarop hij gemaakt was, prachtig.” Vrij kort daarna kocht Mulders bij dezelfde handelaar zijn tweede ets. In de daaropvolgende jaren schafte hij gemiddeld een à twee etsen per jaar aan. “Vooral zijn herkenbare stijl sprak me erg aan. En nu nog steeds trouwens. Neem bijvoorbeeld de ets Drie huizen: de compositie ervan is zo briljant. Hetzelfde geldt voor De Molen. Hij tekende die aan de zijkant, terwijl iedere andere kunstenaar de molen in het midden zou plaatsen. Maar Rembrandt koos juist voor het perspectief van de wandelaar. Op zijn landschapsetsen zie je overigens altijd personen. Hij was overduidelijk gefascineerd door gewone mensen.” Op een gegeven moment kwam er een omslagpunt. Mulders omschrijft het als een roes waarin je terechtkomt. “Het verzamelen an sich gaat ineens spelen. Je groeit als het ware in je verzamelaarsrol. Er komt een soort hebberigheid om de hoek kijken. Mijn vrouw wordt er soms gek van... Terwijl mijn beste vrienden tot een paar maanden geleden niet eens van mijn verzameling afwisten. Ze zagen de etsen natuurlijk wel hangen, maar dachten misschien dat ik ze in de souvenirwinkel van het Rembrandthuis had gekocht. Ik bewaar een deel in een opslag; te veel daglicht is schadelijk. Ik koop mijn etsen voornamelijk van
handelaren zoals Douwes Fine Art in Amsterdam en Helmut Rumbler in Frankfurt. Dan loop je minder risico dan op een veiling. Daar kan het namelijk nog weleens gebeuren dat de beschrijving achteraf niet blijkt te kloppen. En ik beschouw mezelf absoluut niet als een kenner. Er zijn hordes mensen die veel meer weten van de etsen dan ik. Neem Erik Hinterding (onderzoeker bij het Rijksmuseum, zie p.74 – red.): hij bekeek duizenden etsen. Het is voor mij nog best lastig een zeventiendeeeuwse en een twintigste-eeuwse afdruk uit elkaar te houden. Iemand
‘Rembrandt zou in onze tijd fotograaf zijn geweest’ zou mij in de maling kunnen nemen door een ets op oud papier af te drukken. Sommige kopieën zijn onwaarschijnlijk nauwkeurig gemaakt. Maar ik ken Rembrandts etsoeuvre natuurlijk wel goed. Als ik een afdruk tegenkom die niet afkomstig is uit de reeks van vijfenachtig bewaarde etsplaten, dan is de kans heel groot dat hij uit de tijd van Rembrandt komt. Ik ben op een gegeven moment ook catalogi gaan kopen. De eerste catalogus van Rembrandts etswerk dateert al van 1751. In de loop der tijd zijn er nog veel meer verschenen, de een beter en completer dan de ander. Maar het is tekenend voor de aandacht die er al vroeg was voor zijn werk. Ik heb ook mijn eigen catalogus, waarin ik alle gegevens over de etsen bijhoud: de beschrijving, de verschillende afdrukken, etsen die omstreden zijn, de afmetingen van kopieën. Ik heb vanaf 2002 bijgehouden welke etsen wereldwijd zijn geveild en tegen welke prijs. Ik ga volgende week naar een veiling in Londen, en mijn catalogus neem ik mee. Zo weet ik precies of een ets eerder is geveild en wat hij toen heeft opgebracht. Met andere woorden, of het verantwoord is om een bod uit te brengen. Ik stel daarbij voor mezelf wel een grens. Je moet daar vrij streng in zijn. Als een ets aan mijn neus voorbijgaat hoop ik simpelweg dat ik ’m in de toekomst nog eens tegenkom.”
Bedelaars Van alle etsen die op de markt komen, gaat het in slechts twintig procent van de gevallen om zeventiende-eeuwse afdrukken. Het grote merendeel is dus na Rembrandts dood afgedrukt. Mulders heeft ook een paar achttiende-eeuwse drukken in zijn collectie. “Die zul je niet op de Tefaf tegenkomen; daar worden alleen afdrukken van Rembrandt zelf verkocht. Of dat ook daadwerkelijk zo is, is weer wat anders. Het kan mij eerlijk gezegd niet schelen of Rembrandt hem zelf heeft afgedrukt. Als het maar een goede afdruk is. Maar als ik een ets niet kan traceren, zal ik ’m niet zo snel kopen. Dan kan hij ook uit een oude catalogus komen. Daarvan zijn er een paar honderd gedrukt: de afdrukken zijn eruit gesneden en op de markt gebracht. Een aantal etsen zit niet in mijn collectie, zoals De drie bomen en De drie kruizen, hoewel ze er qua oeuvre wel in thuis horen. Ze komen af en toe op de markt, en ik heb ook al een paar keer de kans gehad ze te kopen.
40 | Rembrandt Magazine tien favoriete etsen De barmhartige Samaritaan (1633)
Ets en burijn, 258 x 218 mm In onze tijd zou dit tafereel waarschijnlijk ‘De barmhartige Palestijn’ hebben geheten. Joden en Samaritanen konden het niet bepaald goed met elkaar vinden. Het is dan ook niet te verwachten dat de joodse koopman, die beroofd en toegetakeld naast de weg ligt, wordt geholpen door de Palestijn, pardon, Samaritaan. De Samaritaan legt de koopman echter op zijn paard en neemt hem mee naar een herberg, waar hij zelfs het logies voor hem betaalt. In de Bijbel wordt beschreven dat dat pas de volgende dag gebeurt, maar Rembrandt vat het allemaal in één plaat samen. Behalve dat altijd weer imponerende verhaal zijn er nog twee redenen waarom deze ets bijzonder is. Waarschijnlijk heeft Rembrandt de knecht die de koopman vasthoudt, in de loop van het proces iets naar links verplaatst om beter bij het hoofd van het paard te passen. Maar hij is vergeten dat ook te doen met het linkerbeen van de man, dat nu onder de buik van het paard iets te veel naar rechts staat. Niets menselijk is Rembrandt kennelijk vreemd. En dan is er natuurlijk het poepende hondje. Hoe aandoenlijk en alledaags. Alsof Rembrandt de knop op de camera indrukte precies op het moment dat het hondje aan zijn behoefte begon.
De blinde Tobit (1651)
Collectie Museum Het Rembrandthuis
Ets en droge naald 160 x 129 mm Rembrandt was gefascineerd door een aantal hoofdstukken uit de Bijbel, waar hij tientallen schilderijen, tekeningen of etsen over maakte. Het verhaal van de oude Tobit is zo’n onderwerp. Omdat hij blind en daardoor armlastig was geworden, stuurde die zijn zoon op reis om een oude schuld te innen. De zoon werd vergezeld door zijn hond en de aartsengel Rafaël. Onderweg trouwde de zoon met een ver familielid, ondanks het feit dat al haar vorige echtgenoten, liefst zeven, stierven in het huwelijksbed. Met hulp van Rafaël slaagde de zoon erin het onheil af te wenden. Hij overleefde de huwelijksnacht en ging met zijn bruid terug naar huis, met het opgehaalde geld en de gal van een vis om de blindheid van zijn vader te genezen. Genoeg drama om een hele tv-serie van te maken. Van de bijna dertig afbeeldingen die Rembrandt van verschillende momenten in dit verhaal maakte, is dit misschien wel de meest aangrijpende. Opnieuw pakt hij een ongebruikelijk moment: niet de zoon die zijn vader in de armen valt, maar net een minuut of wat eerder als de vader hoort dat zijn zoon (met de reddende engel) in aantocht is. Hij loopt naar de deur, in zijn enthousiasme het spinnewiel omver gooiend. Het lijkt wel of hij in zijn opwinding ook nog te veel naar links loopt en naast de deur uit gaat komen. En dan is er dat hondje. Is dat de hond van de oude man die opschrikt van de plotselinge bewegingen van zijn baas? Of is het wellicht de hond van de zoon die zijn baasje vooruit is gesneld en voor de vader het teken is dat zijn zoon eraan komt?
50 | Rembrandt Magazine INTERVIEW SACHA DE BOER
‘ Rembrandt zou vast jaloers zijn op onze wonderkastjes’ Nieuwslezeres én fotografe Sacha de Boer heeft niet alleen een prettige stem, maar ook een scherp oog. Zo zeer zelfs dat zij in maart 2013 aankondigde de NOS-nieuwsdesk te verlaten en zich volledig te richten op fotografie. In haar portretten en reportages vangt ze regelmatig – soms volledig intuïtief – het licht waar Rembrandt beroemd mee is geworden. ‘Rembrandt Lighting is een begrip in de fotografie.’
Tekst Leo Alexander Schlangen Fotografie Corné van der Stelt
64 | Rembrandt Magazine ets aan de muur
‘Mensen kijken niet zo goed meer’
Hedy d’Ancona (met haar partner, kunstenaar Aat Veldhoen) Was: Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en voorzitter van de Hercules Segers Stichting, die de etskunst propageert. Is: bestuurder bij diverse culturele organisaties. Aan de muur: Het pissende mannetje (1631) en Het pissende vrouwtje (1631) “Op de ene afdruk staat een man te piesen en zie je zijn mooie straal op de grond terechtkomen. Hij staat er een beetje in zichzelf gekeerd, maar zeker niet zenuwachtig bij. De andere is van een vrouwtje dat op haar hurken zit te plassen en te poepen. Ze kijkt een beetje angstig om zich heen of er niet iemand aankomt. Het is een heel openhartige ets; ze heeft ook twee prachtige borsten die bijna uit haar jurk rollen. Mijn geliefde heeft deze twee etsen als cadeautje samen ingelijst. ‘Voor Hedy, van Rembrandt’ staat eronder. De afdrukken hangen heel toepasselijk op de wc. Rembrandt heeft veel schilderijen gemaakt van rijke mensen met maatschappelijke status, maar het leuke is dat dit ‘gewone’ tijdgenoten
zijn. Aat heeft mij, toen we elkaar net kenden, vaak meegenomen naar het Rembrandthuis. Hij was daar kind aan huis. Toen is mijn interesse in Rembrandt ontstaan. Ik kijk heel vaak naar de etsen. Het is zo ontzettend leuk hoe precies en fijn dat gedaan is, zo gedetailleerd. Maar reacties van bezoek krijg ik er niet vaak op. Het valt mij in het algemeen op dat mensen niet meer zo goed kijken. Dan heb ik het niet alleen over kijken naar kunst, maar ook naar de lucht, of de ondergaande zon. Mensen zitten ook in de trein altijd maar te lezen of naar hun telefoon te turen. Ik ben dat zelf beter gaan doen omdat ik met een beeldend kunstenaar samen ben. Door hem heb ik behoorlijk goed leren kijken.”
Rembrandt Magazine | 65 ets aan de muur
‘Ik ben verbluft dat ik zoiets moois in huis heb’
Hans Goedkoop Is: historicus en programmamaker en presentator van Andere Tijden en De Gouden Eeuw (NTR-VPRO). Aan de muur: De blinde Tobit (1651) “Ik heb deze ets geërfd toen mijn vader overleed, twee jaar geleden. Mijn opa was een verzamelaar van prenten en liet onder andere een aantal etsen van Rembrandt na. Hij kocht ze bij een kraampje in de Oudemanhuispoort in Amsterdam. Ongelooflijk dat die etsen daar zo open en bloot lagen! De blinde Tobit hing vroeger al bij ons thuis. Hij was er altijd, al sinds mijn geboorte. Hij maakte deel uit van het decor. Sinds hij in mijn eigen huis hangt, ben ik er opnieuw naar gaan kijken. En ook al is het hetzelfde werk als uit mijn kindertijd, het is alsof er een nieuwe dimensie bij is gekomen. De oude Tobit is tastend op weg naar de deur om zijn verloren zoon te verwelkomen. Daar zit natuurlijk een hele geschiedenis achter. Hij was vermoedelijk een
ingewikkelde vader. Die had ik zelf ook. Mijn vader was ook een beetje ziende blind voor wat er om hem heen gebeurde. Dat is op de een of andere manier wel passend. Enfin, de oude man mist de deur en lijkt te struikelen over het hondje van zijn verloren zoon. Dat is typisch Rembrandt; om de dynamiek van het moment te vangen waarin de situatie nog open ligt. Ik ben verbluft dat ik zoiets moois in huis heb. De ets is fenomenaal goed gemaakt. Dat gevoel voor drama, het gebruik van licht en donker, de verhalen die het oproept! Rembrandt moet een heel eigenwijze, lastige man zijn geweest met een hoog zelfbeeld die zich geen grenzen liet stellen. Maar hoe horkerig hij ook geweest mag zijn, zijn ets wordt er niet minder op. Misschien juist wel interessanter.”
68 | Rembrandt Magazine echt of vals
‘ Ik zie direct of ik te maken heb met een moderne afdruk’
ECHT bijna ECHT ✓ een beetje echt vals Kunsthistorici Erik Hinterding en Jaco Rutgers deden de afgelopen jaren onderzoek naar ongeveer 18.000 etsen van Rembrandt en deden opmerkelijke ontdekkingen. Een gesprek met onderzoeker Hinterding over de geheimen van Rembrandts etspraktijk. Wanneer is een ets van Rembrandt echt, bijna echt, een beetje echt of vals? Met welke technieken is de echtheid van zijn etsen vast te stellen? Tekst Koos de Wilt Fotografie Merlijn Doomernik
86 | Rembrandt Magazine rembrandt is de naam
Rembrandt Hazeleger (10) Zit in groep 7 van de basisschool.
‘ Vrienden roepen als grap: Ren! Brand!’
“Rembrandt is voor mij gewoon een naam, zoals alle namen. Ik denk er niet veel over na. Mijn moeder heeft hem bedacht, en mijn vader vond het meteen ook een mooie naam. Ik ben niet vernoemd naar Rembrandt van Rijn, maar als je zo heet, denken mensen er natuurlijk wel meteen aan. Soms vragen andere kinderen aan me of ik goed kan schilderen. Ik vind dat niet erg, behalve als ik in een slechte bui ben. Ik vind mijn naam heel mooi, dus het maakt me niet uit hoe mensen reageren. Ik houd overigens wel van tekenen. Vooral striptekenen vind ik heel leuk. Dat doe ik vaak, vooral als ik van mijn ouders niet op de computer mag. Ik heb sowieso veel hobby’s: aikido, lezen, boogschieten, gitaarspelen. En ik wil op piano. Ik ken Rembrandt van Rijn niet zo goed, maar ik weet wel dat hij De Nachtwacht heeft geschilderd. En dat hij goed was in het tekenen van schaduwen en licht. Toevallig heet m’n zusje trouwens Lux, wat licht betekent. Vrienden noemen me vaak Rem of Remmie. En als ze een grapje willen uithalen, roepen ze: Ren! Brand!”
Rembrandt Magazine | 87 rembrandt is de naam
Rembrandt Smids (38) Oprichter van een interactief strategiebureau.
‘ door mijn naam ben ik extraverter geworden’
“Mensen denken bij het horen van mijn naam natuurlijk aan de schilder. Maar als mijn vrienden iets in de krant lezen over Rembrandt, denken ze aan mij. De associatie met de naam verandert. Je krijgt altijd een reactie als je je voorstelt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een Jan. Je valt op. Ik vind dat heel prettig, en handig. Ik hoef mijn achternaam bijna nooit te gebruiken. Ik ben er, denk ik, extraverter door geworden. Mijn ouders wilden een Hollandse, maar internationaal bekende naam. Toen mijn zus op vakantie een keer mijn naam riep, dachten mensen dat ze niet helemaal goed was. Sindsdien is ze me vaker Rem gaan noemen, dat was veiliger. Amerikanen vragen weleens wat mijn voornaam is nadat ik me heb voorgesteld. Ze denken dat Rembrandt de achternaam was van de schilder. Vincent vind ik een heel mooie naam, maar toch hebben we onze zoon niet zo genoemd. Dan lijkt het net alsof je ergens een lijn in wilt trekken. Hij heet Casper. Op de basisschool had ik een vriendje dat Vincent heette. Toen we ons op zeilkamp samen voorstelden, werden we wel gek aangekeken.”
UITBLINKERS De duurste, de pikantste, de zeldzaamste
Rembrandt heeft zich bijna heel zijn leven bezig gehouden met de prentkunst. Hij liet een indrukwekkend oeuvre van zo’n 290 etsen na en wordt algemeen gezien als de grootste etskunstenaar ooit. Hoewel iedere ets een eigen verhaal vertelt, springen sommige eruit. Ieder om z’n eigen reden.
In de jaren negentig werd een laatste staat van de ets van Jan Six (1647) geveild voor 560.000 dollar, het hoogste bedrag ooit betaald. Het gros van Rembrandts etsen brengt maximaal 20.000 euro op. De duurste in Rembrandts tijd was zonder twijfel de Honderdguldenprent (1646). De waarde van een afdruk wordt onder meer bepaald door het papier, de afbeelding, de datering, de kwaliteit van de afdruk en het aantal staten.
Collectie Museum Het Rembrandthuis
Collectie Museum Het Rembrandthuis
De duurste
De pikantste Rembrandt heeft verschillende erotische etsen gemaakt. Het monnikje in het koren (1644) dat de liefde bedrijft, is een van de meest expliciete. Daarnaast maakte hij – zoals in de zeventiende eeuw gebruikelijk – verschillende etsen met erotische verwijzingen.
De grootste
De beroemdste Het is misschien wel een beetje de Nachtwacht onder zijn etswerk, dit Zelfportret leunend op een balustrade (1639). Had Rembrandt kunnen vermoeden dat deze ets, waarin hij zichzelf neerzette als grandseigneur, zo’n grote bekendheid zou verwerven?
De ets Christus voor Pilatus (1636) meet bijna 55 bij 45 centimeter, min of meer te vergelijken met vier A4’tjes. Dat is uitzonderlijk groot vergeleken met de meeste etsen van zijn hand. De afbeelding toont Christus, door soldaten bespot ten overstaan van Pontius Pilatus en het volk.
De kleinste Formeel is dat Hoofd van een oude man met dikke neus, een uiterst zeldzame ets van nog geen 6 cm2. Deskundigen zijn het er nog altijd niet over eens of deze aan Rembrandt kan worden toegeschreven. De kleinste ets waar wel zekerheid over bestaat, is Hoofd van een man met hoge muts (1629) van 8 cm 2.
Rembrandt Magazine | 93 uitblinkers
De meest omstreden In de loop der tijd zijn er heel wat etsen aan Rembrandt toegeschreven, maar later weer van het lijstje afgevoerd. En andersom. Over een aantal etsen zijn de geleerden het nog steeds niet helemaal eens, zoals deze versie van De onthoofding van Johannes de Doper (ca. 1625). Misschien heeft hij alleen de opzet gemaakt en is de plaat vervolgens uitgewerkt door een van zijn leerlingen, mogelijkerwijs Johannes van Vliet.
De meest geliefde
De zeldzaamste
Van de proefdruk van de Gebaarde Oude man met hoog voorhoofd (1626) is slechts één afdruk bekend. Die is in het bezit van het Rijksmuseum.
Collectie Museum Het Rembrandthuis
We zullen er wel nooit achterkomen welke ets favoriet was bij de kunstenaar zelf. Maar het is waarschijnlijk dat de etsen met Saskia speciaal voor hem waren, zoals Saskia met parels in het haar (1634). Aan De Honderdguldenprent heeft hij jaren gewerkt, dus ook die moet voor hem een speciale betekenis hebben gehad.
Rembrandt maakte (voor zover bekend) zijn laatste ets, van de beroemde medicus Jan Antonides van der Linden (1665), toen hij negenenvijftig jaar was; vier jaar voor zijn dood.
Collectie Museum Het Rembrandthuis
Collectie Museum Het Rembrandthuis
De laatst gemaakte
De grappigste Net als zijn tijdgenoten was Rembrandt niet vies van poep of pies. Riolering was er nog niet, mensen lieten hun ontlasting soms de vrije loop op straat of in de gracht. Het uitbeelden van de dagelijkse werkelijkheid was in de Gouden Eeuw heel gewoon. Maar voor ons zijn dit Pissende mannetje en Pissende vrouwtje (1631) natuurlijk twee grappige tafereeltjes.
De plaat van Abraham onthaalt de drie engelen (1656) werd in 1997 bij veilinghuis Christie’s ontdekt. De achterkant van de koperplaat was beschilderd door Pieter Gysels, een leerling van Rembrandt.
Collectie Museum Het Rembrandthuis
Collectie Museum Het Rembrandthuis
De laatst ontdekte
Met dank aan Bob van den Boogert, Museum Het Rembrandthuis.