Hoe start ik een buurtmoestuin? Heb je je een een plek plek en en medebuurtbewoners medebuurtbewoners gevonden? gevonden? Heb
Aan de de slag slag dan dan maar! maar! Aan
Hieronder vind vind je je tips tips voor voor de de aanleg aanleg Hieronder en het het onderhoud onderhoud van van je je moestuin. moestuin. en
De plek
1
2
Kies een plek waar je groenten, kruiden en bloemen veel zon krijgen.
Maak de tuin niet te groot, dan groeit het boven je hoofd. Te klein is ook niet leuk, er moet wel wat te oogsten zijn. Ga uit van ongeveer 4 tot 6 m2 per persoon in het begin. Als je meer ervaring hebt, kun je steeds iets meer proberen.
3 Betrek de mensen die mee willen helpen in het ontwerp en het teeltplan. Bedenk samen waar je welke groenten, kruiden en bloemen wilt hebben.
4 Zorg voor voldoende paadjes, zodat je overal vanuit hurkstand bij kunt met je handen.
6
Zijn er mensen bij met een lichamelijke beperking? Dan is het handig om bakken op hoogte te maken. Dit kan ook van bijvoorbeeld oude materialen, van hout en tegels.
5 Doe eens gek, en bedenk ook andere vormen behalve vierkant of rechthoekig.
7 Bewaar je gereedschap op een plek die voor je moestuinpartners toegankelijk is.
8 9 Het is handig om je groene afval in een composthoop te verwerken.
Heb je een grotere tuin? Dan is een poort ook leuk. Van bijvoorbeeld twee kastanjepalen met een oude plank erboven en de naam erop. Of een wilgentenen poort, of ‌
De aanleg
Teeltbedden
Haal de graszoden tot ca. 10-15 cm diepte weg, op de plek waar je de teeltbedden wilt hebben. Stort hier nieuwe teeltaarde in. De graszoden kunnen gecomposteerd worden of op een andere plek hergebruikt.
Paadjes
Voor de paadjes kun je van alles gebruiken: gras, hergebruikte tegels, schors, schelpen, ...
Omheining
Wil je een kleine omheining? Die maak je door het plaatsen van een haag van bijvoorbeeld lavendel, buxus, liguster of haagbeuk. Je kunt ook van hergebruikte tegels een muurtje stapelen of metselen, van wilgentenen een heg vlechten of een dikke boomstam neerleggen.
Compost
Maak een compostbak, bijvoorbeeld van hergebruikte planken, palen en gaas. Het moet in ieder geval gaten hebben, zodat de compost kan ‘ademen’. Je kunt het ook gewoon op een hoop gooien; werkt ook prima. Twee hopen werkt het beste. Dan kun je alles na één jaar omscheppen en kan het nog een jaartje rusten. Gebruik de oudste hoop voor compost op de teeltbedden. Compost is de beste mest die er is.
Onkruid
Onderhoud
Onkruid bestaat natuurlijk niet, maar het zijn planten die je niet op die plek wilt hebben. Hoe haal je het weg? In de winter is het niet nodig om te spitten. Dan verstoor je de bodem teveel en zullen je groenten en kruiden minder goed groeien. Het beste is – als je erg veel last hebt van onkruid – om de teeltbedden met karton te bedekken. In de zomer kun je het onkruid tegen gaan, door bijvoorbeeld gemaaid gras tussen de groenten te leggen. Staat er toch onkruid, dan is het het beste om te wieden met de hand, of eventueel heel voorzichtig te schoffelen.
Groenbemesters
In plaats van de bodem in de winter afdekken, is het leuk om in het najaar groenbemesters te zaaien, zoals bijvoorbeeld bijenvoer, winterrogge of diverse soorten klaver. Die zorgen ook weer voor meer voedsel in de bodem. In de lente spit je de groenbemester ondiep onder. Als je zorgt voor een goed evenwicht in de tuin, is het heel simpel; de natuur regelt het vanzelf.
Bemesting
Het beste is om natuurlijke mest te gebruiken, bijvoorbeeld koemest of paardenmest. Dat kan ook in de vorm van gedroogde korrels. Beter voor de planten en beter voor de bodem. In de winter kun je met groenbemesters als gele mosterd, winterrogge en klaver voor extra stikstof zorgen. Ook je eigen compost is heel goed voor de bodem en de planten. Bovendien gebruik je je eigen afval weer.
En vooral:
Maak het gezellig met elkaar! Ga samen de tuin in, vier feestjes en deel je ervaring en foto’s via de Lekker Groen-pagina op Facebook! www.facebook.com/lekkergroen
Voor meer inspiratie:
www.groendichterbij.nl (oa kaart met locaties van buurtmoestuinen in Nederland) www.buurtmoestuin.nl (oa. kaart met locaties van buurtmoestuinen in Nederland)
Handleiding teeltplan Wanneer zaai ik wat? Op een teeltplan staat waar je wat wilt zaaien en wanneer je dat moet doen. Maak samen met je mede-moestuinierders een plattegrond van je moestuin en schrijf daarin welke groenten,
Makkelijke groenten sla radijs rucola Sperziebonen op stam of stok aardappel pompoen courgette suikermais (winter)wortel rode bieten andijvie snijbiet
kruiden en bloemen je wilt zaaien en planten. Zet er ook de tijd bij. Begin met de makkelijke planten:
Makkelijk fruit
aardbei braam framboos kruisbes zwarte bes rode bes misschien kun je ook wel een fruitboom, als appel, peer of pruim planten. Ook notenbomen, zoals hazelaar, walnoot en tamme kastanje zijn erg lekker.
Makkelijke 1-jarige (snij)bloemen afrikaantje oost-indische kers goudsbloem zonnebloem papaver cosmea
Meerjarige kruiden
(voor op een vaste plek)
Makkelijke 1-jarige kruiden dille basilicum venkel
Zaaidiepte
Vuistregel is om even diep te zaaien, als de zaden dik zijn.
In een rijtje
Zaai zoveel mogelijk in een rijtje. Dan zie je goed wat onkruid is en wat groente. Zet er een stokje bij met de naam.
Natuurlijk kun je de natuur (de tijd) een handje helpen door binnen voor te zaaien. Zoek zaaikalenders op op internet.
Zaden bewaren
Zaden kun je goed zelf oogsten en bewaren voor het jaar erop. Dat scheelt weer in de kosten en is nog leuk ook! Hoe doe je dit? Laat ĂŠĂŠn plant van bijvoorbeeld sla, broccoli,
bieslook salie oregano lavendel tijm rozemarijn peterselie
radijs en wortel bloeien. Dit heet ook wel doorschieten. De bloemen worden zaadjes en als de zaadjes rijp zijn kun je ze plukken. Ook zaden van pompoenen, courgettes of van snijbloemen kun je makkelijk verzamelen. Droog de zaden een paar dagen goed op een krant. Berg ze daarna op in een zakje of envelop op een donkere, droge en koele plek (ideaal is ca. 10-15 graden).
De planten een handje helpen GEZONDE EN STEVIGE PLANTEN
1. wisselteelt 2. combinatieteelt 3. door te wieden en niet te spitten 4. door natuurlijke vijanden te lokken, zoals vogels en egels.
WISSELTEELT
1. Wisselteelt
Wisselteelt betekent dat je groenten van dezelfde plantenfamilie elk jaar op een nieuw stuk grond zet om ziekten en plagen te voorkomen.
De plantfamilies
A
1. Koolgewassen – bijv. bloemkool, boerenkool, broccoli, koolrabi, paksoi, radijs, rode en witte kool. 2. Peulvruchten – bijv. doperwten, kapucijners, slabonen, snijbonen en tuinbonen 3. Aardappelachtigen – bijv. aardappel, tomaat, aubergine, paprika en peper 4. Overig: blad, wortel, knol en vrucht – bijv. andijvie, bleekselderij, courgette, sla, mais, wortelen, spinazie en pompoen
B kruiden
C
D
Hoe werkt het? Een wisseling van vier jaar is prima. Bijvoorbeeld op vier veldjes met de vier verschillende plantfamilies: kool, peul, aardappel en overig. Elk jaar draai je een veldje door.
Jaar 1
A = koolgewassen B = peulvruchten C = aardappelachtigen D = overig
Jaar 2
A = overig B = koolgewassen C = peulvruchten D = aardappelachtigen
Vanwege de beschikbare voedingsstoffen en de worteling van de planten is het het beste deze volgorde aan te houden:
Jaar 3
A = aardappelachtigen B = overig C = koolgewassen D = peulvruchten
Jaar 4
A = peulvruchten B = aardappelachtigen C = overig D = koolgewassen
COMBINATIETEELT 2. Combinatieteelt
Sommige planten helpen tegen schadelijke insecten. Zo is Oost-Indische kers een prima lokkertje rond planten die gevoelig zijn voor insecten. Verder worden de wilde afrikaan en goudsbloem gebruikt bij aaltjesgevoelige planten, zoals tomaat, aardappel en aubergine. Ui, knoflook en prei verspreiden een geur die wortelvliegen op afstand houdt. Plant ze naast de wortel. Ook veel kruiden, zoals rozemarijn, borage en dille houden plaagdieren uit de buurt.
3. Bodem gereed? Niet meer spitten
Op een gezonde bodem groeien gezonde planten. Daarom kun je beter niet meer spitten als de bodem klaargemaakt is. Dan verstoor je de bodem teveel. De bodem is heel waardevol, omdat er allerlei schimmels, bacteriĂŤn en andere diertjes in zitten, die samenleven met de wortels van de plant en zorgen voor een goede bodemstructuur. Wied onkruid het liefst met de hand of gebruik een schoffel als het om grotere vlakken gaat.
4. Lok natuurlijke vijanden
Lok vogels en egels naar je tuin door bijvoorbeeld een haag van struiken te planten of een takkenril te maken. Die kan gelijk dienen als hek. Vogels en egels eten dieren die je niet in de tuin wilt hebben.