MOTIE CULTURELE OMVORMING De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag 27 juni 2011 behandelende het voorstel/visiedocument 'culturele omvorming cultuureducatie', CONSTATERENDE dat de collegepartijen hebben afgesproken in deze collegeperiode structureel 12 miljoen euro te gaan bezuinigen om de gemeentefinanciën op orde te houden; dat in het collegeprogramma “Doorpakken in Nieuwe tijden” 2010-2014 een taakstelling op de subsidie voor cultuureducatie is opgenomen van 920.000 euro; dat in het collegeprogramma afgesproken is deze taakstelling op het cultuurbeleid in te vullen door een omvorming van de gemeentelijke cultuureducatie. OVERWEGENDE dat de primaire taak van de gemeente op het gebied van cultuureducatie eruit bestaat dat zij elk kind in staat stelt in aanraking te komen met kunst en cultuur; dat het collegevoorstel een aantal krachtige elementen bevat zoals de vormgeving van de kennismakingsfase op de scholen, de inzet van cultuurcoaches en de invoering van een digitaal platform voor culturele ondernemers op het gebied van cultuureducatie; dat het collegevoorstel onvoldoende duidelijkheid geeft op de punten van een centrale locatie als uitvalsbasis voor culturele ondernemers en de aansturing en inhoudelijke ondersteuning van de cultuurcoaches die het ‘kunstmenu plus’ inhoud geven; dat het visiedocument van het college en het daarin voorgestelde scenario ‘Balans’ als uitgangspunt zal dienen, maar dat het noodzaak is dat op basis daarvan het college een uitwerking van dit visiedocument aan de gemeenteraad voorlegt, inclusief financiële onderbouwing; dat het plan van Parnas (Kunstplein) een aanzet geeft tot de vorming van een centrale locatie en borging van de aansturing van cultuurcoaches. DRAAGT HET COLLEGE OP Voor 1 november 2011 met een uitwerking van het visiedocument te komen, met de volgende uitgangspunten: ·
dat het college komt met een concreet voorstel om een centrale locatie als stedelijke voorziening voor cultuureducatie te realiseren waar vraag en aanbod elkaar kunnen ontmoeten, cursisten zich kunnen ontwikkelen en waar de synergie plaatsvindt die de ontwikkeling van nieuwe activiteiten mogelijk maakt. Dat daarbij samenwerking gezocht wordt met gemeentelijke en provinciale instellingen;
·
dat het college een onderbouwing geeft van de omvang (in fte’s) van de vereiste inzet van de cultuurcoaches. Daarbij onderbouwt zij hoe de kennismakingsfase en oriëntatiefase wordt vormgeven en hoe deze praktisch en inhoudelijk wordt ondersteund. Ondersteuning van de cultuurcoaches wordt ondergebracht bij een professionele deskundige slanke organisatie die tevens de centrale locatie faciliteert en zorg draagt voor het bij elkaar brengen van vraag en aanbod;
·
dat het voorstel voorziet in regie op de totale leerlijn (kennismaken, oriënteren, verdiepen en talentontwikkeling) als ook in voldoende breedte van het aanbod en de borging van kwaliteit voor cultuureducatie en laat zien hoe deze fasen op elkaar aansluiten;