Notitie Armoedebeleid: over kinderen, armoedeval en efficiÍntie Inleiding De rekenkamer van Leeuwarden presenteerde deze zomer een onderzoek over het armoedebeleid. Naar aanleiding van de behandeling in de raadscommissie hebben CDA, PAL GroenLinks en VVD met elkaar overlegd om te bekijken of een vereenvoudiging en verbetering van het armoedebeleid mogelijk is. Primair gericht om, als we daar mogelijkheden voor zouden zien, te werken naar een (initiatief)voorstel. Na gesprekken met de dienst Welzijn hebben we gemeend dat we onze gedachten hierover beter in kunnen brengen in de speciale bijeenkomst over het gemeentelijk armoedebeleid op dinsdag 27 november a.s. Genoemde drie partijen denken verschillend over armoedebeleid. Toch zijn er ook een aantal terreinen waarop we elkaar, op basis van de verkiezingsprogramma’s, kunnen vinden. Dit geldt met name op de volgende drie punten: - de specifieke aandacht voor huishoudens met kinderen, - de mogelijkheden voor werkenden met een minimum inkomen (beperking armoedeval), -
een efficiĂŤnte en doelmatige uitvoering (beperking van de kosten in % van het totale budget).
Onze overwegingen zijn bedoeld als toevoeging vooraf aan de discussie, in de hoop dat we zo een bijdrage kunnen leveren aan het nieuwe beleid. Huidige situatie Het aantal minima-huishoudens in de gemeente Leeuwarden bedraagt 7990 huishoudens, 16,5% van het totale aantal huishoudens. 20% hiervan zijn huishoudens met kinderen, in totaal 1624 huishoudens met 2801 kinderen. Al deze kinderen leven in een gezin met een laag inkomen, in een heel aantal gevallen in armoede. Armoede is een situatie waarin de middelen zo beperkt zijn dat mensen (en dus ook kinderen) uitgesloten zijn van deelname aan een minimaal aanvaardbaar levenspatroon. Er is sprake van sociale uitsluiting en niet volledig mee kunnen doen in de samenleving. Het armoedebeleid kent verschillende regelingen: 1. Individuele bijzondere bijstand; 2. Vergoeding categoriale bijzondere bijstand chronisch zieken en ouderen vanaf 65 jaar; 3. Collectieve zorgverzekering; 4. Langdurigheidstoeslag;
5. Kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen; 6. Zwemles-regeling; 7. Vergoeding identiteitsbewijs; 8. Participatie/Declaratieregeling. Naast deze gemeentelijke regelingen voor inkomensondersteuning krijgen de huishoudens met een laag inkomen ondersteuning van het Rijk door middel van zorg-toeslag, huurtoeslag, kindertoeslag en het kind-gebonden budget. Het effect van het rijksaandeel op het totale inkomen van gezinnen met kinderen bedraagt rond de 30% en van het gemeentelijk aandeel is dat maximaal 4,8%. Maar dan moet het gezin ook van alle regelingen gebruik maken. Dit betekent dat alle 8 armoede-regelingen samen maar een kleine bijdrage leveren aan het tegengaan van de armoede. Verder blijkt uit het rekenkamer-rapport dat van deze 8 regelingen de langdurigheidstoeslag de grootste en effectiefste bijdrage levert. CDA, PAL GroenLinks en VVD willen gezinnen met kinderen meer aandacht en ondersteuning geven. Dit om kinderen uit de armoede-situatie weg te halen en hun kansen voor de toekomst te vergroten. Uit het rapport van de rekenkamer blijkt echter dat een echtpaar met 2 kinderen per maand maar 10 euro aan gemeentelijke regelingen meer krijgt dan een echtpaar zonder kinderen en procentueel zelfs 0,2% minder. Een alleenstaande met 2 kinderen krijgt per maand maar 25 euro meer dan een alleenstaande zonder kinderen en procentueel evenveel. Wij vinden deze verschillen te klein. Een gezin met kinderen heeft veel hogere uitgaven, heeft veel meer onvoorziene uitgaven die moeilijk tot soms onmogelijk betaald kunnen worden uit het inkomen dat zij krijgen. En nogmaals: deze bedragen zijn gebaseerd op het gebruik maken van alle regelingen. Zit een gezin 4 jaar in de bijstand, kunnen ze geen gebruik maken van de langdurigheidstoeslag. Maken ze gebruik van de participatieregeling voor b.v. sport, dan kost het hen vanzelfsprekend meer dan dat omdat sportkleding en contributie hoger zijn dan 60 euro per jaar. Op deze manier doet het beleid geen recht aan het extra ondersteunen van huishoudens met kinderen. Wij willen hier graag verandering in brengen. Een andere uitkomst van het rapport is dat de overhead van de gemeente behoorlijk hoog is, namelijk 24%. Dit laatste betekent dat ongeveer Âź deel van wat we uitgeven aan armoedebeleid niet rechtstreeks naar de doelgroep gaat.
Kort samengevat: 1. We hebben 8 verschillende minima-regelingen; 2. Deze regelingen hebben een effect van maximaal 4,8% op het inkomen tegenover een effect van 30% van de rijksregelingen; 3. Van de gemeentelijke regelingen is de langdurigheidstoeslag het meest effectief; 4. De gezinnen met kinderen krijgen nauwelijks meer ondersteuning dan gezinnen/ alleenstaande zonder kinderen; 5. Ongeveer Âź deel van wat we uitgeven aan het armoedebeleid komt niet bij de doelgroep terecht. Overwegingen en voorstellen Het armoedebeleid kan zeker nog effectiever. Gezinnen met kinderen hebben het zwaar in deze tijden. Wij willen dat alle kinderen in de gemeente een goede start kunnen maken en alle kansen moeten kunnen krijgen op een goede toekomst. Dat betekent dat wij keuzes willen maken binnen het minima-beleid ten gunste van huishoudens met kinderen. Dit betekent eveneens dat we ook deze regeling(en) beter toegankelijk willen maken voor mensen die werken en een minimum inkomen hebben. Zeker in deze inkomensgroep is het naar ons idee belangrijk dat bij het aanvaarden van (laag) betaald werk zij niet direct worden geconfronteerd met het intrekken van regelingen. De stap naar betaald werk moet lonen, en (overbodig: dus) bij een eerste, soms ‘kleine’ stap niet met inkomens achteruitgang bestraft worden. Uit het rapport blijkt dat de langdurigheidstoeslag de meest effectieve ondersteuning biedt bij armoede. Nu hebben we in Leeuwarden deze regeling zeer sober vorm gegeven. Je komt pas in aanmerking voor deze regeling als je minimaal 5 jaar op 100% van de bijstandsnorm zit. Wij willen de meeste regelingen opheffen en het geld inzetten voor verruiming van de langdurigheidstoeslag. Alleen een beperkt deel van de individuele bijstand, de collectieve zorgverzekering en de kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen blijven bestaan. Op deze manier wordt de uitvoering van het armoedebeleid veel simpeler en kunnen de kosten voor de uitvoering omlaag. De gemeente hoeft dan alleen maar het inkomen en de duur van de bijstand te controleren. Het geld dat hierbij vrijkomt kan dan grotendeels weer ten goede komen aan de doelgroep. De langdurigheidstoeslag willen we versoepelen. Een gezin met kinderen krijgt een kortere wachttijd om hiervoor in aanmerking te komen. Daarnaast mogen gezinnen met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm meedoen, dat was 100% van de bijstandsnorm.
Voor gezinnen met kinderen willen we de langdurigheidstoeslag hoger maken dan gezinnen zonder kinderen. Hierdoor doen we recht aan het principe dat kinderen die opgroeien in armoede onze extra aandacht verdienen. We hopen op deze manier dat we gezinnen met kinderen een grotere steun in de rug te kunnen bieden dan we tot nu toe hebben gedaan. Bovendien kunnen we door eenvoudiger te werken besparen op de overhead en meer geld vrijmaken voor daadwerkelijk armoedebeleid.
Leeuwarden, 25 november 2012 Gea Dames (CDA), Harry Bevers (VVD) en Gerben Hoogterp (PAL Groenlinks)