Contactpersoon R.F.Douwstra telefoonnummer (06) 46 02 35 27 e-mailadres fdouwstra@raadleeuwarden.nl betreft College van Burgemeester en Wethouders T.a.v. wethouder I. Diks Postbus 21000 8911 DH Leeuwarden
Gladheidbestrijding datum 28 december 2010
Geacht college, “Bij gladheidbestrijding in Friesland wordt te weinig rekening met ouderen gehouden. Het gewestelijk bestuur van de ANBO maakt zich ‘grote zorgen'”. Zo kopte de Leeuwarder Courant 15 december 2010. Naar aanleiding van eerdere gesprekken tussen de CDA fractie en betrokkenen blijkt dat deze ‘grote zorgen’ ook leven in onze eigen gemeente. Het CDA vindt het beheer van de openbare ruimte een belangrijke gemeentelijke taak. Op dit moment richt het strooibeleid zich voornamelijk op hoofdroutes en minder, tot niet, op loop- en fietspaden in buurten, bij scholen, winkelcentra en bejaardentehuizen. Naast het gemeentelijke strooibeleid zijn er ook burgers die een stuk eigen verantwoordelijkheid (willen) dragen. De insteek van de CDA fractie is om te zoeken naar de balans tussen de gemeentelijke verantwoordelijkheid en de eigen verantwoordelijkheid van de Leeuwarder burger. Het CDA wil, daar het winterseizoen pas net begonnen is, graag de aandacht voor de gladheidbestrijding vragen en stelt derhalve onderstaande vragen aan het college. 1. 2. 3.
4.
5. 6.
Heeft het college kennis genomen van de zorgen van de ANBO aangaande de gladheidbestrijding? Zo ja, op welke manier probeert het college deze zorg weg te nemen? Waarom wordt er minder aandacht besteed aan het strooien op looppaden in de hierboven genoemde gebieden? Is dit een bewuste keuze? Wordt bij het uitzetten van de strooiroutes ook specifiek aandacht geschonken aan gebieden waar veel ouderen en minder mobiele personen wonen? Daar waar men gebruik moeten maken van de looppaden om bijvoorbeeld bij een winkelcentrum te komen? Is het college het ook eens met de CDA fractie dat er een oplossing moet komen voor situaties waarin bovengenoemde faciliteiten niet meer bereikbaar zijn voor ouderen, minder mobiele- en overige burgers uit onze stad? En dat er een oplossing moet komen voor het dreigende isolement van die groep die door gladde looppaden hun huis niet meer uit kunnen komen? Wat vindt het college van de gedachte om wijken een eigen voorraad zout te geven om delen van hun eigen wijk te gaan bestrooien? Welke mogelijke andere faciliteiten biedt het college de burger om de gladheid in de bovengenoemde gebieden tegen te gaan.
We ontvangen graag antwoord op de gestelde vragen binnen de afgesproken termijn. Hoogachtend,
Friso Douwstra Portefeuillehouder Beheer Openbare Ruimte