contactpersoon Ans van den Berg telefoonnummer (06) 12 74 35 93 e-mailadres ansje.vandenberg@upcmail.nl betreft
College van Burgemeester en Wethouders
Kinderopvang in re-integratie trajecten datum 24 februari 2012
T.a.v. de heer A. Ekhart Postbus 21000 8911 DH Leeuwarden
Geacht college, Het CDA vindt het belangrijk dat vrouwen die van een bijstandsuitkering afhankelijk zijn geholpen worden om deel te nemen aan het arbeidsproces. Een goede kwalitatieve en toegankelijke kinderopvang is daarbij van groot belang. Veel vrouwen die een re-integratie traject volgen via de gemeentelijke Sociale Dienst krijgen ter bekostiging van de kinderopvang naast de kinderopvang-toeslag van de belastingdienst een aanvulling van de gemeente. De kinderopvang-toeslag van de belastingdienst wordt onder vermelding van het burgerservice nummer van het kind rechtstreeks overgemaakt op de rekening van de aanbieder van de kinderopvang. Aan het einde van een periode waarin er van opvang gebruik wordt gemaakt, wordt een restant bedrag vastgesteld dat in de meeste gevallen wordt aangevuld door de gemeente Leeuwarden. Door het inzetten van kinderopvang krijgt de vrouw de gelegenheid om te werken aan re-integratie onder andere via scholing en training. Helaas blijven veel vrouwen die hebben deelgenomen aan re-integratie zitten met een restschuld, omdat: 1. ze pas op het moment van beĂŤindiging van hun re-integratie de kinderopvang opzeggen terwijl een opzegtermijn van twee maanden geldt. Aangezien de bijdrage van de gemeente wordt stopgezet komen vrouwen hierdoor gemakkelijk in financiĂŤle problemen. Als blijkt dat de vrouw niet terugbetaalt vordert de aanbieder uiteindelijk via de deurwaarder. Door de gerechtelijke kosten wordt de schuld nog hoger; 2. op het moment dat vrouwen wegens ziekte of anderszins niet komen opdagen de kosten van kinderopvang wel in rekening gebracht worden, maar niet vergoed worden door de gemeente. Wat op zich logisch is (m.u.v. ziekte wegens of afwezigheid met gegronde redenen) maar veelal onduidelijk is bij de vrouwen zelf. Onze vragen: 3. kan het college bevorderen dat er goede afspraken worden gemaakt met de reintegratiebedrijven en de aanbieders van kinderopvang over de betalingen? 4. zijn er duidelijke protocollen of afspraken tussen de sociale dienst, reintegratiebedrijven en aanbieders van kinderopvang met vrouwen over de rechten en plichten rondom kinderopvang, zoals het op tijd opzeggen van de kinderopvang, het vervallen van het recht op doorbetaling van kinderopvang bij het niet op komen dagen,
afspraken rondom ziekte en kinderopvang? Worden gebruikers van de kinderopvang er ook actief op gewezen door de instellingen zodra deze situaties zich voordoen? 5. ziet het college een oplossing voor het probleem dat veel (met name van allochtone afkomst) vrouwen niet begrijpen hoe het betalen van kinderopvang normaliter werkt? Ook na het beĂŤindigen van het re-integratie traject? De toeslag van de belastingdienst kan ook rechtstreeks aan de vrouwen wordt overgemaakt. Veel vrouwen hebben al een schuld en voelen zich eerder genoodzaakt om de huur te betalen dan de kinderopvang. Daarvoor benutten ze dan soms de toeslag van de belastingdienst; 6. welke mogelijkheden ziet het college om meer duidelijkheid te verschaffen aan vrouwen en de negatieve financiĂŤle gevolgen te beperken indien de personen in kwestie geen moedwillige nalatigheid kunnen worden verweten? We ontvangen graag antwoord op de gestelde vragen binnen de afgesproken termijn.
Hoogachtend,
Ans van den Berg
Harry van der Molen
woordvoerder maatschappelijke ondersteuning
woordvoerder sociale zaken