contactpersoon C. den Hollander telefoonnummer (058) 2889990 / (06) 18112821 e-mailadres cdhollander@leeuwarden.nl betreft
Aan het College van Burgemeester en Wethouders T.a.v. de heer G. Krol
schriftelijke vragen aan burgemeester en wethouders zoals bedoeld in artikel 41, eerste lid van het reglement van orde gemeenteraad van de gemeente Leeuwarden onderwerp Misbruik Omrin bussluis Greunsweg
Postbus 21000
datum
8911 DH Leeuwarden
14 januari 2010
Geacht College, Met enige regelmaat is onze fractie geconfronteerd met negatieve signalen over het rijgedrag van de chauffeurs van Omrin. Het betreft hier met name het te hard rijden door de woonstraten, wat aanleiding geeft tot verkeersonveilige situaties. Concreet werd deze week onze aandacht gevraagd door het wijkcomité Schepenbuurt voor het misbruik dat door de wagens van Omrin wordt gemaakt van de bussluis in de Greunsweg. Om zo via de Tjalkstraat van de milieustraat via de kortste route naar de stad te rijden. Het gebruik van de bussluis door wagens van Omrin is uiteraard niet de bedoeling. De Tjalkstraat is verboden voor vrachtverkeer. Er wordt bovendien (te) hard gereden door een buurt waar veel kinderen spelen. Door de bewoners wordt het rijgedrag als verkeersonveilig ervaren. In de afgelopen tijd is meermalen – onder meer via het beheersoverleg – bij Omrin aandacht gevraagd voor dit probleem. Dit leidt tot de toezegging dat de chauffeurs zullen worden aangesproken op hun gedrag, maar dat overigens de politie dan ook maar bekeuringen moet uitschrijven. In de praktijk betekent dit dat het probleem niet wordt opgelost. Dit geeft onze fractie aanleiding tot het stellen van de volgende vragen: 1. Is het college met ons van mening dat het gebruik van de bussluis in de Greunsweg door de wagens van Omrin niet geoorloofd is en het gebruik van de Tjalkstraat als sluiproute naar de stad ongewenst is? 2. Is het college het met ons eens dat van de directie van Omrin verwacht mag worden dat zij zèlf optreden tegen het ongewenste rijgedrag van hun personeel? 3. Is het college bereid om – nu langs andere wegen deze ongewenste situatie kennelijk niet valt te beëindigen - de directie van Omrin aan te spreken op maatregelen die daadwerkelijk een einde maken aan dit rijgedrag? 4. Kunnen er afspraken gemaakt c.q. bevestigd worden over de route die de wagens van Omrin dienen te rijden om de woonstraten in de Schepenbuurt te vermijden? 5. Overweegt het college - als uiterste maatregel - om op kosten van Omrin een zodanige fysieke maatregel te treffen aan de brengen bij de bussluis dat deze niet meer door de wagens van Omrin is te gebruiken. Zo nee, waarom niet?
Wij hopen dat u deze vragen binnen de vastgestelde termijn kunt beantwoorden.
Hoogachtend,
C. den Hollander Portefeuillehouder verkeer en vervoer