Schedelhof Charlotte Slegers
Het Schedelhof Charlotte Slegers
is een uitgave van Charlotte Slegers naar aanleiding van een schoolopdracht met als noemer
‘Collectie Collecties’. Het boek heeft een privé-verzameling, die een band heeft metAntwerpen, met meer dan 1200 schedels als ondeerp, mb. museum
Het Schedelhof.
Het boek, met één exemplaar, verschenen in november 2012, bevat foto’s, illustraties en tekst allen naar de hand van
Charlotte Slegers.
Inleiding
4 4
Ward Geldof en zijn vrouw zijn trotse eigenaars van een wel zeer bizar museum te Morkhoven, Antwerpen. In “Het Schedelhof’stellen zei de uit de hand gelopen hobby van Ward voor, namelijk meer dan 12.000 schedels en skeletten van dieren en mensen, groot en klein. Van de veldmuis tot een gigantische schedel van een olifant, elke groep van het dierenrijk wordt hier vertegenwoordigd.
5
6
Interview pagina 10
Het Gebit pagina 12
De Foetus pagina 16
Het Skelet pagina 19
7
8
Verzamelaar Ward heeft altijd in de Antwerpse Zoo gewerkt. Op een dag brak de pest uit bij de varkens. De exotische varkentjes hadden de dierentuin een hoop geld gekost en ze vonden het jammer om ze zomaar weg te doen. Iemand moest dus het vuile werk opknappen om die dieren op te zetten, met het risico natuurlijk om de varkenspest te krijgen. Ward nam die taak op zich, en zo is het hele verhaal begonnen. Wat eerst een hobby was, is uitgegroeid tot een verzameling van om en bij de 1200 schedels. Nu Ward 83 is neemt zijn vrouw(70) de taak van gids soms op zich. Beiden hebben ze de wereld rondgereisd om schedels en dode dieren te vinden. De meesten komen van Paraguay, Argentinië en Brazilië. Wel is het niet altijd even evident om zomaar de schedels mee op het vliegtuig te krijgen. Soms werden ze in beslag genomen door de douane omdat de papieren niet in orde waren, maar ook daar vonden zij een oplossing voor. Door hun vele reizen hebben Ward en zijn vrouw overal vrienden en kennissen, ook bij het leger en Artsen Zonder Grenzen. Daar die laatste 2 niet gecontroleerd worden bij het reizen, konden zij vaak schedels meebrengen naar België.
9
Interview
10
Hoe ben je hier ooit mee begonnen?
Ik heb altijd in de Zoo van Antwerpen gewerkt, toen daar ooit de pest uitbrak bij de varkens werd ik gevraagd om de dieren op te zetten omdat ze teveel waard waren om zomaar ‘weg te gooien’. Sindsdien werd ik meer en meer gevraagd voor zulke taakjes en is het dan ook mijn persoonlijke hobby geworden.
Hoe ga je precies te werk?
Vroeger deet ik alles zelf met de hand, nu heb ik speciale vleesetende kevers die in de eerste fase van het ontleden van de dieren het vlees wegeten. De snavels en gebitten van de dieren haal ik er wel eerst uit omdat die anders ook aangetast worden door de kevers. Wanneer het vlees verwijderd is kan ik mijn bijdrage doen. Ik kuis de schedels en botten met een speciaal product om ze hun mooie witte kleur te geven en lijm de gebitten en snavels weer aan het geraamte.
Die dode dieren, hoe kom je daar aan?
De dieren verkrijg ik op verschillende manieren. Ik reis vaak en breng zo meestal dieren zelf mee van Paraguay etc. Door die reizen heb ik ook veel mensen leren kennen die er voor mij meebrengen. Meestal zijn dit mensen van Artsen Zonder Grenzen of soldaten, zij worden namelijk niet gecontroleerd bij de douane en kunnen zo vanalles vervoeren. De laatste wijze waarop ik aan schedels kom is door dierenartsen. Wel kies ik de artsen zorgvuldig uit en zij weten ook dat ze mij enkel beesten mogen geven die op ‘natuurlijke’ wijze zijn ingeslapen (door overdosis slaapmiddel ), en niet door vergif. Wanneer het laatste het geval is, en de kevers doen hun werk, sterven zij uit. Dit is al eens eerder voorgevallen en toen had ik er nog maar 1000 in plaats van de gebruikelijke 100.000!
Al dat rottend vlees van die dieren, stinkt dat niet verschrikkelijk?
Ik ben die geur al gewoon, maar mijn vrouw kan het nog steeds niet uitstaan, wat ik natuurlijk ook wel begrijp. Telkens wanneer ik aan de dieren heb gewerkt moet ik mijn werkkleren buiten uitdoen, in een ton met zeep steken en meteen in bad. Zelfs dan hangt soms die doordringende geur nog in mijn kleren en huid.
Verdien je hier veel geld mee?
Nee, helemaal niet. Het moet een hobby blijven en geen business. Het museum is sowieso gratis toegankelijk voor iedereen, dus daar verdienen wij niks aan. We bieden de mensen hier ook altijd iets te drinken aan, daar worden we evenmin rijk van. Sinds een jaar of zes ben ik wel gerechtelijk aangesteld. Dat wil zeggen dat ik ook mensen opkuis die vermoord zijn teruggevonden en waarvan men de doodsoorzaak moet onderzoeken. Meestal zijn het lijken die in de Maas zijn gevonden. Ik ben blij dat ik de mensen daarmee kan helpen maar echt graag doe ik dat eigenlijk niet. Als het mensen uit de buurt zijn die ze hier binnenbrengen dan doet dat toch wel iets met mij. Ik volg moordzaken nu ook op de voet.
11
Het Gebit
12
Voor de kevers hun werk mogen doen en zich uitleven op de karkassen, worden de tanden van de dieren verwijderd. Meestal vallen deze vanzelf uit, maar de overblijvenden worden uit voorzorg verwijderd. Later worden deze weer op oorspronkelijke plaats in de mond van het beest gelijmd.
13 13 11
14
15
De Foetus
16
17
18
Het Skelet
19
De Rat
20
Bij de rat raken bij de voorpoten alleen de vingers de grond. In rust raken de hele voetzolen van de achterpoten de grond. Deze combinatie van teen- en zoolgangers is een compromis. Het maakt dat deze dieren redelijk snel kunnen rennen, maar zich toch ook behoorlijk kunnen afzetten.
21
De schedel van de mensapen is een hard omhulsel van vergroeide botten dat de grote hersenen omgeeft en beschermt. De bouw van de schedel laat zien dat een mensaap zijn ogen meer gebruikt dan zijn neus om informatie over de buitenwereld te krijgen. De ogen zijn omgeven door benige oogkassen en zitten aan de voorkant van het gezicht. Het gezicht is afgelapt, waardoor er weinig ruimte is voor de neus. De kaken van een mensaap zijn vrij goed ontwikkeld en bevatten 32 tanden en kiezen: grote, brede kiezen achteraan beitelvormige snijtanden voorin en puntige hoektanden tussenin. De lange hoektanden zijn wapens en als mensapen nerveus zijn geeuwen ze om deze tanden te laten zien.
22
De Aap
23
24
Walrus
Het meest opvallende kenmerk van de walrus zijn de lange slagtanden. Ze komen voor bij beide geslachten maar bij het mannetje zijn ze meestal langer, rechter en steviger. Over het algemeen worden de slagtanden zo’n vijftig centimeter lang maar er zijn uitzonderingen tot een meter waargenomen. Het exemplaar dat we hier zien is een mannetje. De kop van de walrus is vrij klein, alsook zijn oren en ogen.De walrus behoort tot de grootste leden uit de orde der roofdieren. Een volwassen dier weegt tussen de zevenhonderd en de tweeduizend kilogram. De mannetjes (stieren) zijn meestal veel groter dan de vrouwtjes (koeien). De stieren worden 280 tot 360 cm lang, gemiddeld 320 cm, en de koeien 230 tot 310 cm, gemiddeld 270 cm. Een stier weegt vaak meer dan een ton, gemiddeld zo’n 1270 kilogram, en een koe gemiddeld 850 kg. De walrus heeft een schouderhoogte van gemiddeld één meter. Walrussen hebben zeer beweegljke flippers waardoor ze aan land beweeglijker zijn dan bijvoorbeeld een zeehond. Het penisbot van de stieren is met een lengte van meer dan 60 cm het langste in het gehele dierenrijk, zowel in absolute lengte als ook in verhouding tot de lichaamsgrootte.
25
De Hoornigen
26
De Hertachtigen zijn herkauwende evenhoevigen, die zich kenmerken door het gewei van het mannetjeshert. Dat gewei wordt jaarlijks afworpen, waarschijnlijk om energie te besparen in voedselarme jaargetijden. Een nieuw gewei wordt meestal groter en complexer dan het vorige. De grootte en de complexiteit toont de gezondheid en zorgen voor dominantie.
27
28
Flamingo
Flamingo’s hebben een lengte van 140 tot 175 centimeter, inclusief kop en de nek. Zoals bij veel andere dieren, zijn de mannetjesflamingo’s groter dan de vrouwtjes. De flamingo behoort tot de waders, zoals de rode lepelaar. De achterpoten zijn lang en slank gebouwd. De tenen zijn lang of dragen zwemvliezen of lobben om tijdens het waden niet in de zachte bodem weg te zakken. Waders kunnen allemaal vliegen.
29
30
Slangen
Net als een hagedis kruipt de slang op zijn buik, waardoor de schubben afslijten. Doordat de schubben zijn verhoornd en niet kunnen groeien, moet een slang ze steeds vernieuwen, wat vervelling of ecdysis wordt genoemd. Als een slang vervelt, wordt de huid in één keer afgeworpen. Door te vervellen raakt de slang ook op de huid levende parasieten, zoals mijten en teken, kwijt. De afgeworpen huiden zijn binnenstebuiten gekeerd doordat de slang zijn huid als een sok afstroopt. Ook is de vervellingshuid ongeveer 10% langer dan de slang. Doordat het scharnierpunt van de onder- en bovenkaak relatief ver naar achter is geplaatst, kan een slang zijn bek verder opendoen dan bijvoorbeeld een hagedis. Het vermogen de bek zeer ver open te sperren stelt de slang in staat om prooien te eten met een grotere diameter dan het lichaam. Het skelet van een slang bestaat uit een schedel en een ruggengraat met zeer veel wervels; ongeveer 160 tot meer dan 400, afhankelijk van de soort. Behalve de eerste twee nekwervels draagt iedere borstwervel steeds twee ribben, die zeer flexibel zijn en in verbinding staan met de buikschubben. Een aantal slangen heeft gevorkte ribben aan de cloaca. De staartwervels dragen geen ribben en bij alle slangen ontbreken het borstbeen en het heiligbeen. Sommige slangen, zoals de boa’s, hebben nog wel restanten van een bekken en soms kleine flapachtige uitsteekseltjes van wat ooit achterpoten waren, slangen hebben echter nooit functionele poten.
31
Krokodil / Alligator
Het verschil tussen de schedel van de alligator en de krokodil is zeer miniem.Niet tegenstaande dat het er wel is, het verschil ligt namelijk in de neusholte, bij de krokodil is de neus een open gat, bij de krokodil is er een neusbeentje te herkennen.
32
33
De Vogel
De snavel van een vogel vertelt veel over de leefwijze. Zo hebben zaadeters een kegelvormige snavel, roof- en stortvogels een haakvormige snavel, insecteneters een korte, spitse snavel en vogels die hun eten in de grond of in het water zoeken een lange snavel. Eenden hebben een zeefsnavel om het voedsel uit het water te kunnen filteren. Bij vogels noemt men de streek tussen het oog en de wortel van de bovensnavel, de teugel.
Vogels zijn sterk aangepast aan het vliegen. Zo hebben moderne vogels geen tanden in de kaak maar een hoornsnavel, die lichter is, en een gespierde maag om te kunnen "kauwen". Beide eigenschappen kunnen we ook bij dinosauriĂŤrs vinden. Vele uitgestorven vormen hadden echter nog wel tanden. Bij de meeste vogels kan de bovenkaak naar boven buigen. Botten van vogels bevatten veel holtes, waardoor ze licht maar toch sterk zijn.
34
35
Colofon
is een uitgave van Charlotte Slegers naar aanleiding van een schoolopdracht met als noemer
‘Collectie Collecties’. Het boek heeft een privé-verzameling, die een band heeft metAntwerpen, met meer dan 1200 schedels als ondeerp, mb. museum
Het Schedelhof.
Het boek, met één exemplaar, verschenen in november 2012, bevat foto’s, illustraties en tekst allen naar de hand van
Charlotte Slegers. 36
37
is een uitgave van Charlotte Slegers naar aanleiding van een schoolopdracht met als noemer
‘Collectie Collecties’. Het boek heeft een privé-verzameling, die een band heeft metAntwerpen, met meer dan 1200 schedels als ondeerp, mb. museum
Het Schedelhof.
Het boek, met één exemplaar, verschenen in november 2012, bevat foto’s, illustraties en tekst allen naar de hand van
Charlotte Slegers.