13282a-v8_13282a.qxp 27-2-13 13:23 Pagina 32
4 Nacht, en eindelijk de eenzaamheid waarnaar ze had verlangd. De laatste gast was aangekomen, de stemmen waren verstomd, de televisies uitgezet. De Lijsterbes was stil, maar in haar hoofd was het een tumult. Ze ging op bed zitten en probeerde zich te ontspannen, maar het was zinloos. Ze kwam bijna onmiddellijk weer overeind. Ze keek op de klok: één uur. Ze was al sinds elf uur in haar kamer en had nog steeds haar kleren aan, was nog steeds aan het ijsberen. ‘Ga dan tenminste in je bed liggen,’ zei ze tegen zichzelf. Ze trok haar kleren uit, gooide ze op de stoel en bleef naar haar spiegelbeeld kijken. Haar gezicht zag er bleek, afgetrokken uit, bijna buitenaards. Er liep een rilling langs haar rug. Ze keek om zich heen, onderhand voor alles op haar hoede, inclusief dit nieuwe huis. Ze kon nog steeds niet zeggen wat haar niet aanstond aan De Lijsterbes. Ze zou het er heerlijk moeten vinden. Haar ouders waren er weg van en Tom ook, en ze begreep best waarom: een romantisch plattelandshotel uit de veer-
32
13282a-v8_13282a.qxp 27-2-13 13:23 Pagina 33
tiende eeuw. Het was een prachtige plek. Zij had zich er van het begin af aan niet op haar gemak gevoeld, maar ze had niks gezegd. Ze trok haar nachthemd aan, liep naar het raam en gluurde tussen de gordijnen door. Eerst was alles zwart, maar toen haar ogen aan de duisternis gewend waren, zag ze het laantje dat zich uitstrekte naar het dorpsplein, de huizen aan weerszijden met hun lage muren en voortuintjes, zelfs de bloembakken. En verder weg de schimmige contouren van De Gekroonde Roos, de basisschool en de oude kerk van Hemloo. Het bos was te donker om te kunnen onderscheiden. Er werd op de deur van haar kamer geklopt. Ze staarde naar de deur en spitste haar oren. Weer geklop. Ze haalde diep adem, liep naar de deur en deed hem open. ‘Maja,’ zei een stem. Ze liet zich tegen de deurpost zakken. Het was Tom, in zijn pyjama. ‘Gaat het, zus?’ Ze trok hem de kamer in en deed de deur achter hen dicht. ‘Waarom slaap jij niet?’ zei ze. ‘En jij?’ Ze antwoordde niet. ‘Sorry dat ik vanavond zo bot tegen je deed,’ zei Tom. Ze haalde haar schouders op. ‘Sorry dat ik wegliep. Het was niet m’n bedoeling om je te laten schrikken.’ ‘Je hebt jezelf nog het hardst laten schrikken,’ zei Tom. ‘Maar ik was wel bezorgd om je. Nog steeds.’ ‘Er is niks aan de hand.’ ‘Wel. Je hebt de hele tijd lopen ijsberen.’ ‘Hoe weet jij dat?’
33
13282a-v8_13282a.qxp 27-2-13 13:23 Pagina 34
‘Ik hoorde je. Ik kon ook niet slapen. Ik heb wat door De Lijsterbes lopen dwalen en nagedacht over wat je de politie hebt verteld. Toen hoorde ik je heen en weer lopen, dus kwam ik kijken of alles in orde was.’ ‘Bedankt.’ Ze keek weg. ‘Tommy?’ ‘Ja?’ ‘Ik weet dat je het niet gelooft van die lichamen. Ik neem het je niet kwalijk. Pap en mam ook niet. Zij geloven er ook niks van.’ ‘Dat hebben ze niet gezegd.’ ‘Maar het is wel zo. Het geeft niet. Ik begrijp het. Het klonk vast belachelijk wat ik heb verteld. Vooral als de politie niks heeft kunnen vinden.’ ‘Zus?’ Ze keek hem weer aan. ‘Het maakt niet uit of we je geloven of niet,’ zei hij. ‘Het enige wat telt is dat we elkaar niet afvallen, oké?’ ‘Ja, ik weet het.’ Ze trok hem naar zich toe en ze hielden elkaar een paar tellen vast. Hij maakte zich weer los. ‘Ik wil je iets vertellen,’ zei hij. ‘Wat dan?’ ‘Over die agente. Annie Bernard.’ Maja verstrakte. ‘Wat is daarmee?’ ‘Ik vertrouw haar niet,’ zei Tom. ‘Weet je nog toen we terugkwamen, dat ze ons in de receptie opwachtte?’ ‘Ja.’ ‘En dat ze een en al vriendelijkheid was? En dat pap zei dat jij eerst iets moest eten en dat ze in de lounge mocht wachten als ze wilde? En dat zij zei dat het oké was om in de receptie te blijven? Weet je nog?’
34
13282a-v8_13282a.qxp 27-2-13 13:23 Pagina 35
‘Ja, ja.’ ‘Nou, dan zal ik je wat vertellen.’ Tom boog zich naar haar toe. ‘Toen wij met z’n allen in de keuken zaten zag ik haar.’ ‘Ik dacht dat de keukendeur dicht was.’ ‘Dat was hij niet. Hij stond een beetje open. Ik weet niet wie van ons als laatste binnenkwam...’ ‘Mam.’ ‘Dan heeft zij hem niet goed dichtgedaan, en ik kon door de kier via de gang helemaal tot in de receptie kijken. Ik merkte pas dat de deur openstond toen we al een tijdje bij je zaten. Ik kon zien wat die politievrouw aan het doen was. Weet je wat ze deed?’ Tom wachtte niet op een antwoord. ‘Ze doorzocht de receptie. Ik kon haar duidelijk zien. Ze tilde dingen op, keek achter vazen, onder kussens.’ ‘Zag ze dat je keek?’ ‘Ik denk het niet.’ ‘Hoelang was ze ermee bezig?’ ‘Weet ik niet. Zoals ik al zei merkte ik pas dat de deur op een kier stond toen we al een tijdje in de keuken zaten. Het is mogelijk dat ze al die tijd aan het rondneuzen is geweest zonder dat ik het doorhad. Misschien zelfs al voordat we uit het bos terug waren. Ze wachtte ons op, weet je nog?’ ‘Heb je het aan pap en mam verteld?’ ‘Nee,’ zei Tom. ‘Vind je dat ik dat had moeten doen?’ ‘Ik weet het niet.’ Tom gaapte. ‘Het zal wel niks te betekenen hebben,’ zei hij. ‘Misschien doen politiemensen dat nou eenmaal, rondsnuffelen. Ze denken vast dat het hun goed recht is. Ik kan
35
13282a-v8_13282a.qxp 27-2-13 13:23 Pagina 36
me niet voorstellen dat die vrouw een boef is. Maar ik vertrouw haar niet.’ Hij gaapte weer. Maja legde een hand op zijn arm. ‘Ga naar bed, Tommy. Ik voel me beter.’ ‘Zeker weten?’ ‘Ja. Bedankt dat je zo goed voor me zorgt. Zoals altijd.’ Tom zei niets. Ze aarzelde. ‘Je hebt me niet in de steek gelaten,’ zei ze. ‘Op het pad.’ ‘Wel.’ ‘Nee, niet. Ik heb jou in de steek gelaten. Door weg te rennen. Het was niet jouw schuld wat er is gebeurd. Het was mijn schuld.’ Ze zoende hem op zijn wang. ‘Slaap lekker, zus,’ zei hij. Ze sloot de deur en luisterde naar het wegstervende geluid van Toms voetstappen. Ze was nog steeds niet toe aan haar bed. Ze wist dat het geen zin had. Ze was nog onrustiger dan daarvoor. Er klopte allemaal niets van; niets leek echt. Misschien hadden de anderen gelijk dat ze haar niet geloofden. Misschien had ze het zich echt allemaal ingebeeld: niet alleen Annie Bernards terugkeer uit de dood, maar ook de andere gedaanten in het bos. Ze trok haar ochtendjas aan. Er was iets wat ze kon doen. Waarschijnlijk was het tijdverspilling en ze vond het een beetje eng om haar kamer uit te gaan, maar ze moest het erop wagen. Voorzichtig deed ze de deur open en stapte over de drempel. Het was donker in de gang, maar tastend naar houvast ging ze op pad. Ze wist nog niet waar alle lichtknopjes in
36
13282a-v8_13282a.qxp 27-2-13 13:23 Pagina 37
De Lijsterbes zaten, maar aan het eind links zat er in ieder geval een. Daar was het. Ze stak een hand uit om het licht aan te doen, maar bedacht zich. Ze wilde de anderen niet wakker maken, en trouwens, ze wilde nu ook niet de aandacht op zichzelf vestigen. Ze kwam bij de trap en ging voorzichtig op gevoel omlaag. De gangen beneden waren ook donker. Ze sloop de receptie in en bleef bij de balie staan. Er leek niets overhoop gehaald te zijn. De pennen en potloden stonden in de beker, de agenda lag precies waar haar vader hem had neergelegd. Ze keek om zich heen. Alles zag er normaal uit, maar ze moest het grondig aanpakken, en deze keer zou ze wel het licht aandoen. Ze draaide het knopje om. In het plotselinge schijnsel voelde ze zich kwetsbaar, maar ze vermande zich en keek om zich heen. Annie Bernard was naar iets op zoek geweest. Waarnaar? Nergens zag ze ook maar iets van een aanwijzing. Alles was nog precies zoals daarvoor. Ze liep naar de schilderijen tegen de achtermuur. De agente had ernaar staan kijken toen ze waren thuisgekomen in De Lijsterbes. Maar in de oude aquarellen kon ze niets ontdekken wat enige opheldering gaf. Dit sloeg nergens op. Ze kon hier de hele nacht blijven staan zonder dat het iets uithaalde. Ze deed het licht uit – en plotseling zag ze iets glinsteren. Op de vloer, pal onder de foto van de kerk van Hemloo, lag iets kleins en glimmends. Ze bukte zich.
37
13282a-v8_13282a.qxp 27-2-13 13:23 Pagina 38
Het was niet nodig om het licht weer aan te doen. Het voorwerp lag tussen de opstaande haren van het tapijt en lichtte op in de duisternis. Toen ze vooroverboog zag ze wat het was. Het hoefijzertje. Ze sloot haar hand eromheen en stond op. Op dat moment voelde ze een koude luchtstroom bij de voordeur vandaan komen. Ze keek om en zag in het glas iets geels weerkaatsen vanaf het laantje. Het bleef een tel hangen en was toen verdwenen. Ze ging haastig terug naar haar kamer, deed de deur achter zich dicht en ging op bed zitten. Ze hijgde. Ze wachtte en dwong zichzelf te kalmeren. Toen opende ze haar vingers en keek naar het hangertje op haar handpalm. ‘Je bestaat,’ mompelde ze. Ze ging met een vinger langs de gebogen lijnen. ‘Je bent echt.’ Ze zag de gedaanten in het bos weer voor zich. ‘En zij zijn ook echt. Ik heb ze gezien.’ Ze sloot haar vingers rond het hangertje. ‘Jij bent het bewijs.’ Ze klemde het stevig in haar hand. Ze moest het bewaren, ook al was het niet van haar. Maar niemand mocht het weten. Ze keek snel om zich heen. Onder het kussen, onder het matras, in een la – geen van die plekken leek veilig. Het in haar zak stoppen was ook riskant. Ze dacht een moment na, ging toen met haar hand naar de plint achter het hoofdeinde van het bed en trok aan de rand van het tapijt. Tot haar opluchting gaf het mee en er kwam een knoestige plank tevoorschijn. Ze voelde aan de zijkant en bad in stilte dat hij los lag. En inderdaad. Ze tilde de plank net hoog genoeg op om in het gat te kunnen kijken. Eronder bevond zich de vol-
38
13282a-v8_13282a.qxp 27-2-13 13:23 Pagina 39
maakte schuilplaats: donker en droog, een klein geheim kastje. Ze liet het hangertje erin vallen, legde de plank en het tapijt weer terug en ging buiten adem op haar bed liggen. Toen hoorde ze het. In de stilte. Kras, kras, kras. Ergens vlakbij. Ze kwam trillend overeind. Maar alles was weer stil.
39