Hilary Duff is een veelzijdige actrice wier carrière begon met de Amerikaanse komedieserie Lizzie McGuire. Ze is een succesvolle muzikante en heeft wereldwijd meer dan dertien miljoen albums verkocht. Ook heeft ze een eigen kledinglijn ontworpen voor en een populair parfum uitgebracht met Elizabeth Arden. Hilary is actief betrokken bij de liefdadigheidsinstelling Blessings in a Backpack.
1 Ik kreeg geen lucht. Ik zat ingeklemd in een zee van mensen en hapte naar adem, maar kreeg geen lucht. De deinende massa straalde hitte uit en stonk naar zweet. Radeloos zocht ik naar een uitweg, maar het felle licht flitste aan en uit, waardoor ik gedesoriĂŤnteerd raakte. Ik had het niet meer. Ik ging vast flauwvallen. Ik ademde de vieze lucht diep in en deed mijn best mezelf gerust te stellen. Er gebeurde heus niks. Ik was hier veilig. Ik bevond me op de dansvloer van een van de exclusiefste clubs in Parijs. Mensen waren bereid de hele avond in de kou te staan om te kunnen zijn waar ik nu was. Het hielp niet. De technobeat dreunde door mijn hoofd, vijf noten die voortdurend werden herhaald totdat ik het wel kon uitgillen. De mensen drongen op en klemden me nog erger in, zodat ik mijn armen niet meer kon bewegen en nauwelijks mijn hoofd draaien. Opeens kreeg ik een visioen dat het altijd zo zou zijn, dat ik tot in alle eeuwigheid hier moest blijven, zo benauwd als in een doodskist. Zoals de doodskist van mijn vader. Had hij wel een doodskist? Was hij wel begraven? Wist iemand hoe hij was gestorven? Was hij alleen geweest, verdwaald in het oerwoud? Was hij aangevallen door wilde dieren? Was hij ontdekt en gemarteld? Had hij gehoopt dat we hem zouden redden voordat het te laat was?
ďœľ
Dat was de druppel. Ik ging hyperventileren. Ik sloot mijn ogen en wurmde mijn armen omhoog. Ik zwom wanhopig tussen de kronkelende lichamen door. Bijna barstte ik in tranen uit toen ik koele lucht op mijn gezicht voelde. Ik had het balkon bereikt. Wankelend liep ik naar een loveseat toe en leunend tegen de rugleuning zoog ik verwilderd de frisse lucht diep in. Ik was er weer, en met mij ging alles goed. Ik haalde nog eens diep adem, deze keer rustig, en keek uit over nachtelijk Parijs, met de Eiffeltoren badend in geel licht. Het was prachtig. Intuïtief tastte ik naar de camera in de tas bij mijn heup, maar natuurlijk had ik die niet meegenomen naar de club. Met een zucht bracht ik mijn hand naar de zilveren iris die ik altijd aan een ketting om mijn hals draag. Ik voelde aan de drie omhoog staande bloemblaadjes en de drie neerwaarts gerichte kelkblaadjes. ‘Die vertegenwoordigen vertrouwen, moed en wijsheid,’ had mijn vader gezegd toen hij op mijn vijfde verjaardag het kettinkje om mijn hals vastmaakte. ‘En daar heb je meer dan voldoende van, kindlief,’ was hij verdergegaan, voordat hij knielde en me strak in de ogen keek. ‘Maar wanneer het allemaal tegenzit en je het misschien vergeet, dan zal je ketting je eraan herinneren.’ ‘Clea? Gaat het wel met je?’ Met een glimlach draaide ik me om naar mijn beste vriendin die op vetersandalen met heel hoge hakken klikklakkend het balkon op kwam. Door die sandalen, de goudkleurige jurk, haar eindeloos lange benen en haar volle bos krullend rood haar zag Rayna eruit alsof ze zo uit een Griekse mythe was gestapt. ‘Ja, hoor,’ antwoordde ik om haar gerust te stellen. De plotselinge frons op haar voorhoofd toonde aan dat ze me niet echt geloofde. ‘Dacht je aan hém?’ Ik hoefde geen antwoord te geven. Ze wist het al omdat ze me aan de kleine iris zag voelen.
‘Het is erger wanneer je moe bent,’ zei ze. ‘Misschien kunnen we beter naar onze kamer gaan en...’ Voordat ze was uitgesproken, schudde ik mijn hoofd. Eigenlijk voelde ik me al beter. En ook als ik me niet beter had gevoeld, dan zou slapen toch niet hebben geholpen. In het afgelopen jaar kreeg ik dan juist nachtmerries waaraan ik totaal geen behoefte had. Bovendien wist ik heel goed dat Rayna hier zou weggaan als ik het haar vroeg, maar ik wist ook dat dat wel het laatste was wat ze wilde. Ze had nog maar drie dagen kerstvakantie voor de boeg, en ze moest nog helemaal terug naar de Vallery Academy in Connecticut om het laatste schooljaar af te maken. Ik wist precies hoe dat was, want het jaar daarvoor had ik ook nog op de Vallery Academy gezeten. Ik had heel erg moeten soebatten om mijn moeder over te halen mij thuisonderwijs te laten volgen. De kerstvakantie was geweldig geweest. Drie weken lang waren Rayna en ik overal naartoe gereisd, en ze zou het vreselijk vinden die paar laatste dagen te verpesten met iets slooms als rondhangen op een hotelkamer. ‘Het gaat prima met me,’ stelde ik haar gerust. ‘Ik moest er alleen even uit. Een luchtje scheppen. En Le Féroce is de hele nacht open, we beginnen nog maar net.’ ‘Yes!’ riep Rayna blij uit. Vervolgens boog ze zich naar me toe en fluisterde met een blik van verstandhouding: ‘Ik ga onze vriendjes wel even halen.’ Ik grijnsde terwijl ze klikklakkend terugliep door de glazen deur. Geweldig dat ze hen onze vriendjes noemde... We hadden hen pas een uur geleden aan de bar leren kennen. Ik ging op de loveseat zitten en keek weer naar het uitzicht, terwijl ik inwendig foto’s met een goede compositie zat te maken, en nadacht over opdrachten die ik kon aannemen wanneer ik weer thuis was. Hopelijk iets met betekenis, dacht ik.
Misschien iets over GloboReach, de liefdadigheidsstichting van mijn vader. In zijn laatste jaar had hij veel publiciteit gekregen vanwege de flesjes die hij had ontdekt. Het was net alsof iedereen was vergeten dat hij belangrijker dingen had gedaan, zoals mensenlevens redden. ‘Hier zijn ze!’ riep Rayna met een zwierig gebaar toen ze weer het balkon op stapte, met onze ‘vriendjes’ achter haar aan. ‘Pierre en Joseph.’ ‘Hoi.’ Ik lachte naar hen en nam het glas aan dat Joseph me aanbood. ‘Dank je wel.’ ‘De rien,’ zei Pierre in Josephs plaats, en hij liet zich op de zachte zitplaats naast de mijne ploffen.‘Het is een genoegen om voor twee zulke belles filles als jullie te zorgen.’ Hij zette twee drankjes op het tafeltje en riep vervolgens naar Rayna: ‘Viens, ma chérie! Viens!’ Met een speelse grom sloeg hij zijn armen om Rayna’s middel en trok haar op schoot. Wat dacht hij wel? Maar Rayna leek het niet erg te vinden, want giechelend ging ze schrijlings op hem zitten en keek hem gespeeld boos aan. ‘Je bent een stoute jongen,’ zei ze bestraffend. ‘Mais non!’ riep hij uit, en hij overhandigde haar een glas bij wijze van zoenoffer. ‘Pour toi,’ zei hij liefjes. ‘Merci,’ reageerde Rayna. Ze keek Pierre in de ogen en stak haar borsten vooruit om ze groter te laten lijken. Nadat ze een slokje had genomen, zette ze het glas weer neer. ‘Et pour toi,’ kirde ze, en vervolgens zoende ze hem intens. Fascinerend. Volgens mijn ouders heb ik geboft dat ik een paar van de beste acteurs op het toneel heb gezien. Maar Rayna die iemand verleidde, was beter dan al die grote namen. Alleen was ik niet zo zeker van haar keuze. Pierre was knap, de wereld zou serieus iets missen als hij geen mannelijk model was, maar hij was zo slank en hoekig dat ik vermoedde dat op
zijn schoot zitten en hem zoenen erg moest lijken op knuffelen met een stekelvarken. Het leek Rayna echter niet te deren. Ze verbrak de kus even om adem te halen, boog zich naar me toe en fluisterde iets te hard: ‘Pierre en ik zijn soulmates!’ Ik moest op mijn lip bijten om niet in lachen uit te barsten. Als ze het gewoon maar had gezegd om Pierre te laten weten dat hij zijn drankje niet aan haar verspilde, zou ik hebben kunnen lachen. Maar ik besefte dat Rayna het oprecht meende, net zoals ze het oprecht had gemeend bij Alexei, Julien, Rick, Janko, Steve en Avi. Alle jongens op wie ze de afgelopen drie weken halsoverkop verliefd was geworden. Zelf geloofde ik niet in soulmates. Rayna wel, en hoe! Ze is dol op de romantiek van een gloednieuwe relatie. Het is voor haar een opkikker. En elke keer dat ze wegzweeft, denkt ze echt dat ze deze keer de Ware heeft gevonden en dat het voor altijd is. Het maakt niet uit dat ze al zo vaak teleurgesteld is. Ze blijft optimistisch, ze blijft geloven in ware liefde. Ik heb daar niets mee, maar ik bewonder haar erom. ‘Fijn voor je.’ Ik lachte naar haar. Ik vond het echt fijn voor haar. Als ze gelukkig werd van een fantasietje met die hoekige jongen, moest ze maar blijven fantaseren. Ze lachte terug, en ging vervolgens weer zoenen met Pierre, waarbij ze zorgde niet te erg te worden geprikt door zijn kin en jukbeenderen. ‘Ahum.’ Joseph was naast me op de loveseat komen zitten. Hij fronste zijn wenkbrauwen. De arme jongen had natuurlijk verwacht van mijn volledige aandacht te mogen genieten. ‘Sorry,’ zei ik, en ik draaide me naar hem toe. ‘Gaat het wel met je?’ vroeg hij. Hij had een Brits accent. ‘Je zag er nogal onthutst uit toen je de dansvloer af liep. In paniek.’ ‘O ja?’ Ik kreeg een verontrustend visioen van een roddel-
blaadje met een grote kop: . ‘Denk je dat het iemand is opgevallen?’ vroeg ik. ‘In die menigte?’ Hij lachte. ‘Nee, alleen ons drietjes. Of ons tweetjes, eigenlijk, want Pierre had alleen oog voor de... Nou ja, voor je vriendin.’ Omdat hij zo goed opgevoed was, wilde hij niets zeggen over Rayna’s borsten en Pierres obsessie daarmee, dus maakte hij maar een hoofdgebaar. Eigenlijk vond ik dat wel leuk aan hem. ‘Het geeft niet, hoor,’ zei ik. ‘Ik snap wat je bedoelt.’ ‘Gelukkig!’ zei hij opgelucht. Terwijl we samen in lachen uitbarstten, vroeg ik me af of ik mijn mening over Joseph niet moest bijstellen. Ik had hem afgeschreven omdat ik dacht dat Pierre hem had meegenomen om de vriendin bezig te houden van het meisje dat Pierre zelf aan de haak wilde slaan. Misschien was dat niet helemaal waar. Over Josephs uiterlijk had ik niets te klagen. Hij was iets langer dan ik, had een bleke huid en donker haar, en een lok die steeds voor zijn ogen viel. Hij was slank, maar ook gespierd. Hij leek een beetje op... ‘Doe je aan voetbal?’ vroeg ik. ‘Je ziet eruit alsof je voetbalt.’ Geweldig. Nu klonk ik al net zo ranzig als zijn maatje Pierre. ‘Ik bedoel...’ ‘Nee, laat maar. En ja, ik speel voetbal. Ik ben geen prof of zo, maar gewoon...’ Joseph vertelde me over zichzelf, en ik luisterde, maar keek ook naar zijn ogen. ‘Ogen zijn de vensters van de ziel, Clea.’ Dat had mijn vader tegen me gezegd toen ik nog heel klein was. Tegen de tijd dat ik oud genoeg was om te beseffen dat het een cliché was, was het al ingesleten als pure waarheid. Joseph had blauwe ogen met een open, heldere blik. Misschien iets te helder. Ik wachtte totdat hij iets zei waardoor er
een vurige blik in zou komen, maar dat gebeurde niet. Toen hij vertelde dat hij twee jaar had uitgetrokken om te reizen en zichzelf te ontdekken, was ik klaar met hem. Voor mij is de Ware iemand die weet wat hij wil, niet iemand die op schattenjacht gaat om zichzelf te ontdekken. Rayna zou zeggen dat het niet uitmaakt omdat Joseph niet mijn droomman hoeft te zijn om een leuke nacht met hem te beleven. Misschien heeft ze wel gelijk. Maar ik werd al moe bij de gedachte aan alle energie die ik erin zou moeten steken om geïnteresseerd te lijken terwijl ik niet geïnteresseerd was. Joseph boog zich naar me toe, en de lok viel voor zijn ogen. ‘Zo, nu heb ik je álles over mezelf verteld. Nu moet jij me over jezelf vertellen, Clea Raymond.’ ‘Eh... Eigenlijk wil ik liever naar boven om te dansen,’ zei ik heel eerlijk. ‘Nou, dan doen we dat toch?’ reageerde hij. Ineens schudde ik mijn hoofd. ‘Eigenlijk wil ik het allerliefst een poosje alleen zijn,’ zei ik met een lach die hopelijk vriendelijk genoeg was. ‘Zeker weten?’ ‘Ja. Wacht maar niet op me. Ik wil je avond niet verpesten. Er zijn hier vast andere leuke meisjes.’ ‘O,’ zei hij, en hij stond op. Ik kromp in elkaar. Had ik hem gekwetst? Maar toen glimlachte hij. Misschien vond hij het niet fijn, maar hij snapte het wel. ‘Nou, leuk even met je gepraat te hebben.’ Hij stak zijn hand uit, en ik schudde die. Hij was best schattig, en ik hoopte dat hij die avond iemand anders zou leren kennen. Toen hij weer naar binnen was gegaan, tikte ik Rayna op haar schouder, en toen ik zeker wist dat ze het had gezien, ging ik de trap op naar boven. Ik voelde een windvlaag langs me heen gaan, en ik hui-
verde. Mijn zijden jurkje met spaghettibandjes was veel te koud voor de winter, zelfs met de terrasverwarming, maar het was een fijne jurk om in te dansen. Niet in die claustrofobische nachtmerrie beneden, maar écht dansen. Ik trok de balkondeuren open en voelde me meteen op mijn gemak. De kleine Upper Lounge van Le Féroce was precies het tegengestelde van de woeste bedoening beneden, veel meer mijn stijl. Het was er intiem, met subtiel licht, met fluweel beklede zitjes, en met kaarsen aan de muur. Verder was een grote toog van mahoniehout, een dansvloer en een klein toneel waar een geweldige zangeres nummers van Etta James te berde bracht. Ik voelde me thuis in deze prettige sfeer, en liep langs de dansende mensen totdat ik bij het toneel kwam, waar ik me door de muziek in vervoering liet brengen. Ik ben dol op dansen. Als het de juiste muziek is, kan ik er helemaal in opgaan, en dan vergeet ik alles een poosje. Voor mij is dansen wat yoga en meditatie voor Rayna is, denk ik. Het lijkt een beetje op wat ik voel als ik helemaal alleen tegen een rotswand klim, en ik me uitsluitend kan concentreren op waar ik mijn hand of voet nu weer moet zetten, en op de verslavende pijn in mijn spieren terwijl ik mezelf steeds hoger optrek. Wanneer ik dans, gaan mijn gedachten alle kanten uit. Deze keer dacht ik aan het gesprek met Joseph, en hoe dat zou zijn verlopen als het niet was beëindigd. Uit ervaring weet ik dat zijn volgende vraag waarschijnlijk zou zijn geweest: ‘En, hoe is het om de dochter van Victoria Weston te zijn?’ Het zou een malle vraag zijn, vooral van Joseph, die achteloos had verteld dat hij verwant was aan de Britse koninklijke familie, en dat familieleden van hem vaak in de Engelse roddelblaadjes stonden. Hij wist wat het was om in de schijnwerpers te staan. Maar het antwoord zou hem toch niet hebben
geïnteresseerd, hij zou het alleen maar hebben gevraagd om iets te zeggen te hebben. Rayna was dol op die vraag. Die werd haar ook vaak gesteld, maar dan anders, meer hoe het was om banden met de familie Weston te hebben. Het was een prima inkoppertje. Ze keek de jongen die het had gevraagd dan diep in de ogen en kirde betekenisvol: ‘De mensen... Ik leer zo ontzettend veel ongelooflijk leuke mensen kennen.’ Ik gaf dat antwoord nooit. Ik ben niet zo sociaal. Misschien vond ik het daarom prima om het laatste schooljaar thuisonderwijs te krijgen. Rayna zei dat zij zoiets niet zou kunnen. Ze zou alle dramatische gebeurtenissen op school veel te erg missen. Mij kon dat allemaal niets schelen. Niet dat ik niet op mensen gesteld ben. Ik zou niet willen leven zonder bepaalde mensen. Of althans, dat denk ik. Het afgelopen jaar heb ik ondervonden dat het leven gewoon doorgaat, ook zonder die bepaalde mensen. Maar leuk is anders. Een van de mensen die ik niet kan missen, is Rayna. Ik ken haar al vanaf mijn geboorte. Wanda, Rayna’s moeder, zorgt voor de paarden van mijn moeder. En dat is een drukke baan, Wanda zou het nooit kunnen doen als ze ook nog op en neer zou moeten reizen. Dus woont ze in een huisje op het terrein van ons huis, met George, de vader van Rayna. Mijn moeder en Wanda werden tegelijkertijd zwanger, en mijn vader zei dat hij gek van hen werd omdat ze allebei niet naar hem wilden luisteren en het rustiger aan wilden doen. Toen Wanda negen maanden zwanger was en een enorme buik had, waggelde ze nog rond, maakte de stallen schoon, voerde de paarden en roskamde ze en liet ze lopen aan de leiband. Mijn moeder zat toen nog in de landelijke politiek, en ook al hoefde ze niet ver te reizen, ze was toch heel vaak van huis. Voor mijn vader kwam het als een soort wonder dat ze thuis was op
het moment dat ze moest bevallen. Vijf minuten later bleek dat ook Wanda op het punt van bevallen stond. Omdat George op zijn werk was, moest mijn vader beide aanstaande moeders naar het ziekenhuis brengen. Op de achterbank hielden ze elkaar stevig vast. Twee kreunende vrouwen met een enorme buik die jammerden over het werk dat ze nu niet konden doen. Mijn vader reed plankgas naar het ziekenhuis, er vrijwel zeker van dat hij aan de kant zou worden gezet en wegens polygamie gearresteerd. Rayna en ik werden precies vijf uur na elkaar geboren, ik als eerste. En sindsdien zijn we onafscheidelijk. We zeggen wel eens dat we een tweeling zijn met verschillende ouders. De roddelblaadjes schrijven graag over het verschil in status tussen Rayna en mij. Maar voor mij is ze familie. Mijn ouders denken er ook zo over, en ze hebben er altijd voor gezorgd dat Rayna naar dezelfde dure scholen ging als ik, en dat ze altijd meeging in de vakanties. Voor de buitenwereld hoort ze niet echt bij de Westons. Ik weet eigenlijk niet of dat wel zo erg is. Ik ben een echte Weston, en dat betekent dat ik vanaf mijn geboorte ben achtervolgd door paparazzi, dat er werd gespeculeerd of mijn geboorte invloed zou hebben op de carrière van mijn moeder, en of ik in de voetsporen van mijn voorouders zou treden en ooit zorgen voor een betere wereld. Vanwege mijn achternaam stond er toen ik twee maanden in de brugklas zat een artikel met heel veel foto’s in People, met de kop: . De foto’s waren allemaal even afschuwelijk, gemaakt in de zomervakantie, toen ik op kamp was. Ik wist niet eens dat die foto’s waren gemaakt. Ik stond erop met warrig haar na het slapen, en met een bril met dikke glazen op, en met de naad van mijn broek tussen mijn billen. Het is voor een twaalfjarige erg goed voor haar zelfvertrouwen om die foto’s in de gangen op