Miljonair

Page 1

We gaan nog niet naar huis! Een derde van de mensheid is niet goed snik. Soms is het ook de helft, dat hangt van het weer af. Onzin? Kan iemand mij dan misschien even uitleggen waarom bijna alle voetgangers zodra de eerste regendruppel zich aandient een stompzinnig smoelwerk opzetten en hun schouders optrekken? Denken ze nu echt dat ze ook maar een spatje regen minder meekrijgen als ze zo’n dom gezicht opzetten en hun schouders optrekken? Dit is een retorische vraag met een heel erg treurig antwoord: ja, dat denken ze echt! Maar ook zonder neerslag is het niet-­‐goed-­‐snikgehalte zorgwekkend hoog. Want echt, je bent toch niet goed snik als je op het idee komt urinekleurige toiletreiniger te maken? En je bent niet goed snik als je die verbijsterende postercampagne van de stad Keulen bedenkt met een oude vrouw en de tekst: Alzheimer? Iedere dag telt! Bel voor informatie: 0221-­‐2217859519864. Nu kan iedereen zich er natuurlijk bij neerleggen dat de wereld nou eenmaal is zoals ie is, of je kunt ertegen in verzet komen. Persoonlijk heb ik besloten dat het niet volstaat om je er zoals iedereen alleen maar over op te winden. Ik heb besloten de strijd aan te gaan. Het is geen eenvoudige strijd, want mijn tegenstanders zijn statiegeldautomaten die in slakkentempo werken, soep-­‐in-­‐ zakfabrikanten, arrogante stratenvegers en de Deutsche Bank. Maar met wat systeem en een beetje volharding zal ik zegevierend uit deze strijd tevoorschijn komen en het stukje wereld om mij heen een heel klein beetje beter maken. En op een dag zullen ze dan zeggen: ‘Petje af voor wat die Peters heeft bereikt, dat hadden we niet verwacht.’ Zoals elke ochtend om 8 uur 44 sta ik bij mijn tramhalte, ik kijk naar de mensen die met hun stompzinnige smoelwerken en opgetrokken schouders door de regen strompelen en wacht op een wit-­‐rode naoorlogse tram van de Kölner Verkehrsbetriebe die mij naar mijn kantoor zal hotsen. Nog drie minuten, staat er op het informatiebord, maar dat kan bij de kvb alles betekenen tussen ‘voor je het weet’ en ‘nooit’. Zelfs als de tram in zicht verschijnt, is dat nog geen garantie dat hij ook daadwerkelijk de halte zal halen, want zo’n tram rijdt nu eenmaal op straat en dus is het niet ondenkbaar dat er een halve meter voor de halte ineens een dönerspies op de trambaan valt of dat een medewerkster van Uschi’s nagelstudio haar Smart in beschonken toestand midden op de rails heeft geparkeerd. ‘Twee minuten’ meldt het informatiebord inmiddels en ik word er en passant op geattendeerd dat Florian Silbereisen op 14 december in de Köln-­‐Arena optreedt. Nog een minuut tot de tram komt. Nog een maand tot Silbereisen. Vreugde en verdriet liggen soms zo dicht bij elkaar. Er is geen eenpersoonsplek meer vrij en dus ga ik naast een oudere heer in een plastic regenjack zitten. Hij ruikt naar natte teckel en houdt angstvallig een verkreukeld zakje van een bakkerswinkel op zijn schoot vast. Ik probeer hem te negeren en laat mijn blik door de wagen dwalen. Zoals elke


ochtend zie ik slechts samengebald ongeluk. Het is een feit: hoe vroeger je met de tram gaat, hoe ongelukkiger de passagiers. Dat komt omdat geen mens voor negen uur vrijwillig ergens heen gaat. Ze moeten. Omdat ze een paar jaar geleden tijdens de recessie een of ander belachelijk arbeidscontract hebben getekend waarin stond: Aanvang der werkzaamheden negen uur. En nu zitten ze in de tram. Dag in dag uit, week in week uit, jaar in jaar uit. Ik weet wel zeker: als de bestuurder voor de lol onze wagen langzaam de Rijn in zou laten rollen, dan zou niemand om hulp roepen of een raam kapotslaan met zo’n rood hamertje, ze zouden alleen maar apathisch zuchten: Ach nou ja, het zal wel goed zijn zo. Oké, als het in het weekend gebeurde, dan zou zo’n uitstapje in het water de stemming er wel in krijgen: En we gaan nog niet naar huis... Mijn muffende buurman haalt de helft van een broodje ei uit zijn bakkerszakje en loert even mijn kant op. Nee, wittebolletjesslikker, ik wil niet met je over voetbal ouwehoeren en ik ben al helemaal niet van plan om een hap van je prefabbroodje te nemen. Hartelijk dank. Bij de halte Universiteit stapt een luidruchtig stel jeugdige would-­‐be gangsta’s in en meteen keldert het gemiddelde iq in de tram met een puntje of twintig. Als een Pisa-­‐onderzoeker aan dat stel stompzinnig voor zich uit starende malloten ook maar één enkele vraag zou stellen, dan zou hij na het eerste antwoord met een kloeke sprong door het venster de tram in paniek verlaten. ‘Hé, heb je gehoord wat die Pisagast zei? De aarde is rond, man!’ ‘Echt waar? Te gek, hé!’ Schokkend en rammelend bereiken we de volgende halte.De teckel naast me springt overeind en weet nog net voor de deuren weer dichtgaan compleet met eierbroodje en een stukje ui in zijn mondhoek de tram te verlaten. Ik slaak een zucht van verlichting, schuif een plaatsje verder naar het raam en ben blij dat het nog maar één halte is tot mijn bestemming. Mijn kantoor ligt in een wijk die er het hele jaar door uitziet alsof er net een burgeroorlog heeft gewoed. Ik ben er inmiddels aan gewend. In Bagdad doet ook niemand moeilijk als er tijdens het nordic walking ineens een opgeblazen huis op de weg ligt. Ik zigzag me een weg langs gebroken bierflessen, pizzaresten en beduimelde bouwmarktfolders, worstel me langs haastige exprespostbodes op oranje fietsen en langs besnorde groente-­‐ en fruithandelaren van allochtone komaf. Vlak voor mijn kantoor dendert er een vuilniswagen van de gemeentelijke reinigingsdienst voorbij. Op de zijkant van de wagen staat in bierkratgrote letters: Voor een schoon Keulen. Voor u. Dat kun je natuurlijk ook een concept noemen: met hightech-­‐vuilniswagens voorzien van geniale marketingslogans steeds weer voorbij het afval rijden. Ze maken ondertussen vast ook nog digitale foto’s van het afval, waarna ze de aldus verzamelde gegevens in de prullenbak van hun computer


deponeren. Twee kapotte flesjes Beck’s later ben ik bij Shahins Web-­‐World, een sjofel Oriëntaals internetcafé dat net zo goed Duizend en één internet had kunnen heten. Shahin, de pachter, heeft mij tot op heden in elk geval niet duidelijk kunnen maken wat waterpijpen en Perzische tapijten met het World Wide Web te maken hebben. Misschien zijn het wlan-­‐waterpijpen die je op de bontgekleurde kussentjes kunt roken terwijl ze gewoon in het schap blijven staan. Met een zwierig ‘Morgen, Shahin!’ doe ik de deur open die is volgeplakt met posters voor Perzische disco-­‐events, en ik loop snel door naar computer 7, mijn stamplek. Het onovertroffen voordeel van mijn kantoor is dat ik hier van negen tot twaalf toegang heb tot het net voor slechts één euro. Bij twintig werkdagen per maand komt dat neer op een huurprijs van twintig euro, inclusief gas en elektriciteit. Shahin is een paar jaar ouder dan ik, van Perzische komaf, hij heeft belachelijk kort zwart haar en een vijfdagenbaardje dat altijd even lang is. Shahin en ik zijn zo ongeveer vrienden geworden sinds ik stamgast ben in de WebWorld. Overdreven actief is hij overigens niet, ook vandaag hangt hij weer aan zijn zelfgetimmerde barretje terwijl hij aan zijn waterpijp met appel-­‐teersmaak lurkt en een boek leest. ‘Morgen, Simon! Wat ben jij keurig op tijd vandaag!’ ‘Drukdruk! Wat lees je?’ ‘Het meten van de wereld.’ ‘En? Hoe groot is ie?’ Grijzend wijst Shahin naar een grote, goedkope plastic klok met Coca-­‐Colaletters. ‘Eigenlijk is het nog geen negen uur.’ Ik kijk op de klok. Het is inderdaad pas 8 uur 57. Zo vroeg ben ik nog nooit geweest. ‘Kom op, Shahin, die drie minuutjes. Ik heb het echt stikdruk’, smeek ik. ‘Vooruit dan maar, bichareh van me.’ ‘Noem me alsjeblieft geen bietsjaree als ik niet weet wat dat betekent!’ ‘Oké.’ Ik plof neer in een goedkope, piepende stoel en pak netjes mijn spullen uit: geel notitieboekje, twee balpennen van Sensationell, het nieuwe tv-­‐productiebedrijf van mijn maatje Phil, een banaan en een van de zes pakjes sinaasappelsap die de firma Sunkist me bij wijze van schadevergoeding heeft toegestuurd nadat ik bij hun consumentenhotline had beweerd dat ik me tijdens het joggen geprikt had aan het rietje. Ik trek het vettige toetsenbord naar me toe en tik zoals elke ochtend in de adresbalk van de webbrowser spiegel.de. Jawel, ik ben verslaafd aan spiegel.de. Waarschijnlijk een gevolg van het feit dat ik 11 september 2001 de hele dag in Phantasialand in Brühl heb doorgebracht en ’s avonds hogelijk verbaasd was dat ik de enige was die in de bioscoop zat om Airplane te zien. Sinds die


vreselijke dag ben ik voortdurend bang dat er iets ergs gebeurt en dat ik er niets van weet. Dat ik mijn oude kranten naar de papierbak breng net op het moment dat de veiligste kerncentrale van Duitsland in de lucht vliegt of dat ik net de volledige serie Stromberg bekijk terwijl het Amerikaanse leger Liechtenstein bezet. Vandaag is er niets gebeurd. Goddank. Gerustgesteld meld ik mij aan bij gmx en ik krijg zes nieuwe berichten gepresenteerd. Afzender: Jennifer Cooper Onderwerp: Safe and cheap Viaagraaaa Ontvangen: gisteren, 13:01 Afzender: Peter Ivan Selb Onderwerp: Deze pagina kan Daniel alleen maar aanraden! Ontvangen: gisteren, 14:34 Afzender: Ferrero consumenten... Onderwerp: Uw opmerkingen over Rocher-­‐Goldspot Ontvangen: gisteren, 15:45 Afzender: serviceletter@koelnticket Onderwerp: 10% korting bij het Winterfest der Volksmusik Ontvangen: vandaag, 06:47 Afzender: consumer@rewe.de Onderwerp: Neksteaks smaken... Ontvangen: vandaag, 08:48 Afzender: Amazon.de Onderwerp: Amazon aanrader: Hoe u alles in het leven... Ontvangen: vandaag, 09:01 Viaagraaaa? Met zes a’s? Inmiddels weet iedereen dat dit gewoon een belachelijke maar helaas effectieve poging is om alle spamfilters ter wereld te omzeilen. Zou die lettertruc ook lukken als je met een door de cia afgeluisterde mobiele telefoon een terreuraanslag voorbereidt? Als je met zo’n toestel een vriend in New Jersey belt en tegen hem fluistert: Hé, luister, Boooooob, wij plaaaaaatsen een boooooom in het hooooofd


van het Vrijheidsssssbeeeeeld... Ik ga maar eens een mailtje sturen aan de ciaaaaa om ze te waarschuwen. Anders doet niemand het. Ik noteer het idee in mijn notitieboekje en bekijk dan wat Daniel zo dringend aanraadt. Het is een nep-­‐Zwitsers horloge. Prullenbak! Dan klik ik op het berichtje van Ferrero. Twee dagen geleden heb ik die stompzinnige reclame Time for Gold van hen afgekraakt, waarin een yuppieachtige nep-­‐Bond genaamd Howard in zwart pak gouden Rocher-­‐parachuutjes laat neerdalen op een suffe poolparty, alleen maar omdat hij de blondine in dat kleine zwart bikinietje wil naaien. Hoeveel coke of crystal moet je eigenlijk gesnoven hebben om zulke zwakzinnige kul zelfs maar uit de printer van het reclamebedrijf te laten rollen? Je mag niet toelaten dat grote concerns dergelijke reclametroep gebruiken, anders denken die nog dat hun reclamefilmpje sensationeel is en dan moet je jarenlang avond aan avond naar zulke tenenkrommende clips kijken met teksten als ‘Schat, ik wil naar riu’ omdat je de afstandsbediening niet op tijd kunt vinden. Klik! Geachte heer Peters, Het spijt ons te moeten horen dat onze Time-­‐for-­‐Goldcampagne niet bij u in de smaak valt. Marketingonderzoek heeft echter uitgewezen dat onze klanten deze spot bijzonder kunnen waarderen. Wij hebben uw kritiek doorgestuurd aan het verantwoordelijke reclamebureau, dat ongetwijfeld binnenkort contact met u zal opnemen. Met vriendelijke groeten, Amina Ahues Consumer Relations Ferrero-­‐Rocher Ha! Die kritiek is aangekomen. Al is het maar een druppel op de gloeiende plaat: als nu eens een op de tien mensen die zich aan een tv-­‐reclame ergeren in plaats van naar de koelkast te lopen achter hun computer kruipen om bezwaar aan te tekenen, dan zou de televisiereclame in Duitsland er een stuk beter uitzien. Aha! Rewe heeft zich dus na een week ook eindelijk gemeld. Heel mooi. Klik! Geachte heer Peters, Het spijt ons zeer dat u klachten heeft over onze gemarineerde neksteaks. Wij willen u echter verzekeren dat het ons streven is de klant altijd hoogwaardige producten aan te bieden. Wij zijn u daarom zeer dankbaar dat u ons op de hoogte heeft gebracht van het feit dat onze neksteaks ‘naar versnipperde zwerfkat’ smaken en de lamsmedaillons als ‘postduiven die met gebruikte olie zijn dichtgeplakt’. Wij zijn zo vrij geweest om bij wijze van kleine schadevergoeding nog een selectie van onze andere producten naar het opgegeven adres te sturen. Met vriendelijke groeten,


Hugo Wolf Kwaliteitsbewaking Mecklenburger Kwaliteitsslagerij (nek, schouder en heup) Hallo? Ik ben zeker niet duidelijk genoeg geweest! Waarom zou ik me in hemelsnaam verheugen over een selectie andere producten zoals deze? Woedend over zoveel onbenulligheid druk ik op Beantwoorden. Net als ik wil beginnen te typen, dringt het vertrouwde geloei van bladblazers in de verte tot mijn gevoelige oren door. Ik draai me om naar Shahin, maar die lurkt onaangedaan aan zijn waterpijp en staart in zijn boek. Ook de twee uitgemergelde studenten die bij het raam zitten, lijken niks te merken. Maar goed, die zouden met hun donkere blowoogjes nog niet van huiswerk.de opkijken als er een brandende zeppelin op de kiosk aan de overkant zou neerstorten. Ik vlieg naar het raam en druk mijn neus tegen de ruit. Ja hoor: de grote drie van de afdeling special effects van de Keulse gemeentereiniging naderen met hun wekelijkse bladvuurwerk. ‘Alaaf! Daar komt de stoet!’ roep ik terwijl ik de carnavalsgroet breng. De studenten reageren onverwacht met een vermoeide blik in mijn richting. ‘Shahin, kom eens! Dat moet je zien!’ Ik wenk mijn web-­‐Pers, die zich moeizaam overeind hijst en naast mij bij het raam komt staan. ‘Moet je kijken, Shahin. Je vroeg toch laatst wat improcomedy is? Nou, dat dus!’ ‘Die bladblazers?’ ‘Precies! Kom eens mee!’ We gaan naar buiten om het stedelijke bladblazers-­‐improvisatietrio Lolek, Bolek en Holek beter te kunnen bekijken. Centimeter voor centimeter nadert de oranje ploeg de WebWorld, onderwijl melkpakken uit en felgekleurde reclameblaadjes in portieken blazend en lege sigarettenpakjes langs portieken. De opleiding van deze papierblazers moet keihard zijn, ik gok op een paar maanden in de Pakistaanse hooglanden waar ze midden in de nacht met ijskoud water worden gewekt om vervolgens urenlang naakt en zonder licht het sportkatern van het Pakistaanse Dagblad van links naar rechts te moeten blazen. Fantastisch zoals aanblazer Bolek bladeren die al bij elkaar geveegd zijn met zijn Kärcher 45 met een hoge boog weer over het trottoir en de straat verdeelt! Sensationeel zoals Lolek tegelijkertijd met een nog sterkere bladblazer stapels reclamefoldertjes ter dikte van een telefoonboek tegen de gevels drukt terwijl hij in de etalage van een winkel met jongleerspullen staat te koekeloeren. Hoogtepunt van dit met belastinggeld gesubsidieerde vuilnisspektakel is wanneer prins Holek dan weer op zijn oranje slurfmobiel luidruchtig langsrijdt om alle bladeren die zijn collega’s abusievelijk op straat hebben geblazen weer op de stoep te deponeren. Ik applaudisseer en ik jubel: ‘Goed gedaan, jochies! Daar verderop naast de elektriciteitskast ligt nog een halve döner met scherpe saus!’


Prins Holek toont mij arrogant zijn middelvinger en rijdt onaangedaan verder. Waarschijnlijk is zijn blaasact met de plastic slurf hem naar het hoofd gestegen. ‘Die maken meer smerig dan schoon’, merkt Shahin nu ook verbaasd op. ‘Precies!’ ‘Daar moet je eens een mailtje over schrijven.’ ‘Een mailtje? Aan de gemeentereiniging?’ ‘Je schrijft er toch zoveel.’ ‘Vuilnismannen lezen geen mailtjes, Shahin. Vuilnismannen gooien misschien eens een keer wat toetsenborden bij het elektronisch afval of ze drukken eens een beeldschermpje achterover, maar afgezien daarvan hebben ze helemaal niets met het internet te maken.’ Shahin kijkt me een beetje medelijdend aan, dan wijst hij naar zijn meetboek. ‘Ik ga maar weer eens naar binnen, Simon.’ Ik kan er niet bij. Die gemeentelijke vuilnisclowns mogen met hun draagbare Airbusmotoren om zeven uur ’s ochtends woonwijken terroriseren, maar als ik ’s avonds om een minuut over acht naast het meest lawaaiige kruispunt van Keulen voorzichtig mijn krant in de papierbak laat vallen, dan krijg ik een boete vanwege verstoring van de rust. Hoe is het mogelijk dat mensen daar zo kalm onder blijven? Waarom ben ik altijd de enige die zich opwindt, die iets zegt, die iets doet? Wat is dat toch met Duitsers? In Frankrijk gaan gelijk honderd vrachtwagens in de fik als de staat zelfs maar overweegt om de stokbroodsubsidies te verlagen. Bij ons zouden ze van vandaag op morgen kunnen overgaan op linksrijden en een uitgaansverbod instellen, en de mensen zouden alleen maar hun schouders ophalen en zeggen: Verdorie, nou moet ik vroeger naar huis... ‘Shahin, je moet je ook eens wat meer opwinden!’ roep ik hem na. ‘Waarom?’ ‘Kan het je dan helemaal niks schelen hoe het er hier voor je winkel uitziet?’ ‘Natuurlijk wel. Maar wat kan ik daar nu aan veranderen?’ ‘Ja hoor, daar gaan we weer. Het hoort er nu eenmaal bij. Zelfs als het er niet bij hoort. Ik zal je eens wat zeggen,Shahin: jij bent al Duitser dan wij met z’n allen bij elkaar! En ik zal je nog wat zeggen: jij bent overgeïntegreerd, wat ik je zeg!’ ‘Ik ben overgeïntegreerd?’ ‘Precies! Wacht maar, nog even en je rijdt in een Benz met achterin zo’n gehaakte toiletrolhouder en je neemt de telefoon niet op als je naar het acht-­‐uurjournaal op één zit te kijken.’ ‘bmw, Simon, niet Mercedes. En ik kijk altijd naar het nieuws op twee.’ Geïrriteerd ga ik weer op plek nummer 7 zitten en ik blader door mijn gele notitieboekje naar mijn aantekeningen van de vorige dag. Het is al halftien en ik heb nog niks gedaan. Nu even ertegenaan!


Ik begin met een mailtje aan Sony Ericsson, waarin ik erop wijs dat het gsm-­‐woordenlijstje bij de K610i wederom noch de term Billenkoek noch Bordeelsluipers kent. Aan Vittel stuur ik een mailtje omdat die klote plastic flessen van hen altijd nog urenlang nakraken als je ze hebt ingedeukt. Ik ben al meer dan eens met hartkloppingen mijn bed uit geschoten vanwege een geluid: inbrekers, dacht ik en ik strompelde verward met een zaklantaarn door mijnhuis – en dan was het alleen maar zo’n goedkope vierkante Franse fles. Mailtje nummer drie gaat naar het management van Kai Pflaume, omdat die reclame maakt voor gezouten Viva Vital kalkoenschnitzels. In een volgend mailtje roep ik Hella von Sinnen nogmaals uitdrukkelijk op om niet meer zo luidruchtig te schreeuwen op televisie. Ik besluit mijn ochtend op kantoor met een berichtje aan het Keulse vervoersbedrijf kvb waarin ik me beklaag over stinkende passagiers en informatie over Florian Silbereisen. Met een luid ‘Smakelijk!’ neem ik afscheid van Shahin en ik loop rechtstreeks naar de Jägerklause. De Jägerklause is zo’n kroeg waar je met een stevige ontbijtborrel en een broodje met worst met uitjes naar het ARD-­‐Morgenmagazine kunt kijken en over politiek kunt lullen met mensen die er ook de ballen verstand van hebben. Daarnaast is het echter ook nog eens de enige eetgelegenheid in Keulen die een compleet middagmenu aanbiedt voor slechts 4 euro 35. Wie zich niet geneert om het bijstandsmenu te bestellen, krijgt dan een bord dampende lettersoep, een verse braadworst met groene kool en een bakje vanille-­‐ijs geserveerd. Bij een bezoek aan de nogal sjofele Jägerklause is het echter wel van belang dat je niet probeert het door eigenaar Karl-­‐Heinz hoogst persoonlijk op de bar geplakte twee-­‐eurostuk te pakken. En tevens is het van belang om zo ver mogelijk uit de buurt te gaan zitten van de overige gasten, want die hebben rond het middaguur meestal al een half dozijn Kölsch achter de kiezen en proberen zich bij je op te dringen voor een zinloos ouwehoergesprek. De lettersoep smaakt goed, maar nog terwijl ik hem eet, komt er een boze verdenking in mij op. Ik haal mijn notitieboekje tevoorschijn en noteer: Volledigheid alfabet in lettersoep controleren.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.