Kampinfo 2010
Arabieren
Dag Chiromakkers, Al eeuwenlang is het Midden-Oosten het strijdtoneel van moslims en christenen. Steeds opnieuw organiseren de christenen een kruisvaart om het Heilige Land met geweld te veroveren. Met een enorm leger komen ze dan naar Arabië om oorlog te voeren tegen de islamieten. Steeds opnieuw moeten de Arabieren weerstand bieden aan de kruisvaarders. In het hart van Arabië ligt een dorpje genaamd Fonsabië, dat bestuurd wordt door een wijze Sultan. Aangezien die beducht is op oorlog, stuurde hij zijn verkenner op een vliegend tapijt op weg om de grenzen te bewaken en de Arabieren te waarschuwen mocht er een nieuwe kruisvaart onderweg zijn. Jarenlang kweet de tapijtenreiziger zich van zijn taak, zonder dat er een vuiltje aan de lucht was. Hij kwam geregeld verslag uitbrengen in het dorp en op die manier konden de dorpelingen zich veilig voelen. Tot op een dag de verkenner Tapi Plein een stofwolk aan de horizon zag verschijnen nabij de grens. Hij waarschuwde het plaatselijke grensgarnizoen, en de soldaten repten zich dadelijk naar de plek die hij aanduidde. Daar aangekomen werden ze geconfronteerd met het grootste leger dat ooit vanuit het Westen naar Arabië was gekomen. Het garnizoen werd dadelijk in de pan gehakt door de moordlustige christenen, en Tapi Plein kon ternauwernood ontsnappen. Op zijn zwevende tapijt vloog hij met alle spoed terug naar Fonsabië om de Sultan in te lichten. Deze besloot eerst en vooral dat het hele dorp ingelicht moest worden. Het leger was weliswaar nog ver weg, maar het was belangrijk dat iedereen zich bewust was van het gevaar. Hij besefte echter dat zijn dorp versterking nodig zou hebben om iets te kunnen uitrichten tegen de christenen, en daarop besloot hij Tapi Plein uit te sturen om mogelijke helpers te zoeken. Na lange omzwervingen door vele streken en tijdperken stootte de verkenner op Chiro Fonske. Deze kleine groep ontzettend sterke, intelligente, veerkrachtige, heldhaftige mannen voldeden perfect aan de vereisten van de Sultan. Hij vroeg hen dan ook om het dorp te komen beschermen in ruil voor kost en inwoon en vertelde hen de locatie en het moment waarop de voorhoede van de kruisvaarders in Fonsabië verwacht werd. De stoere helden van Chiro Fonske aarzelden geen moment en stemden toe de Arabieren in de zomer een week lang te gaan helpen.
Hoe loopt men er zoal bij in Fonsabië: Uiteraard loopt het in Fonsabië vol echte Arabieren. We zouden dan ook serieus uit de toon vallen als we onszelf niet zouden kleden zoals zij. Bovendien lopen we dan het risico hun gastvrijheid te beledigen. In deze kampinfo vind je al heel wat voorbeelden van Arabische kledij, maar laat je fantasie de vrije loop. Een tulband, gewaden en een Arafat-sjaal zijn zowat de vaste attributen van elke Arabier. Die kunnen wit zijn om de zon tegen te houden, of net heel kleurrijk. Hou er wel rekening mee dat de kampkledij elke opening en sluiting gedragen wordt, alsook tijdens de groepsspelen. Enige bewegingsvrijheid is dus wel nodig. Zelf wapens meenemen is absoluut niet nodig, de smid van Fonsabië maakt toch veel betere zwaarden dan er in België te vinden zijn. Daarenboven is het toch veel te gevaarlijk en niet nodig om die dingen altijd bij de hand te hebben, en zolang de oorlog nog niet echt begonnen is, liggen ze alleen maar in de weg.
Wie loopt er zoal rond in Fonsabië? Uiteraard een hele hoop echte Arabieren De allerbelangrijkste man van Fonsabië is natuurlijk Sultan Ramsamsam. Deze machtige heerser is zo rijk als de zee diep is, al wil dat wel niet zoveel zeggen in de woestijn waar geen oceaan te bespeuren is. In elk geval heeft hij meer te zeggen in het dorp dan wie dan ook, en vanwege zijn rechtvaardige beslissingen wordt hij door de dorpelingen op handen gedragen. De sultan heft ook een knappe dochter, prinses Aya Moustacha. Deze welgevormde jongedame heeft al het hart van menige man op hol doen slaan, maar vooralsnog heeft niemand het aangedurfd de Sultan om haar hand te vragen. De prinses zelf staat erom bekend niet op haar mondje gevallen te zijn en naar verluid zou ze zelfs al enkele keren haar vader hebben tegengesproken – maar niet in het openbaar welteverstaan. Zoals alle Arabieren zijn ook de inwoners van Fonsabië verzot op hete, zoete thee. Danzibar is de eigenaar van het enige theehuis in het dorp, waar altijd de sappigste nieuwtjes verteld worden door de aanwezigen. Hierdoor is Danzibar dan ook steeds op de hoogte van alle roddels en verhalen die in het dorp de ronde doen. Aangezien hij een goede vriend van de Sultan is, geeft hij die kennis ook altijd door aan de heerser. In het Midden-Oosten gaat er geen jaar voorbij zonder een opstootje hier of een oorlogje daar. Daarom heeft Fonsabië ook een echte smid, Osama Herladin. In vredestijd maakt hij simpele gereedschappen, maar hij kan ook echte kromzwaarden smeden en de kamelen van hoefijzers voorzien. Door al het harde werk is de smid ook een brede, stevige man en hij beweert dan ook dat hij een zwaard kan buigen met enkel zijn gewicht. Imbedh is de meest verwijfde man van het dorp, en hij is dan ook vaak terug te vinden in het gezelschap van de vrouwen. Men fluistert wel dat hij een oogje heeft op de prinses, maar zelf ontkent hij dat natuurlijk luidkeels. De andere, echte mannen van het dorp vinden hem maar een beetje raar, maar tegelijkertijd vinden ze het ook wel prima dat iemand de vrouwen in de gaten houdt. Arabieren zijn bekend om hun tapijten, en Tap-Air is degene die in Fonsabië dag in nacht in de weer is met het weven van tapijten. Hij beschikt over een eeuwenoude vorm van magie die de tapijten kan laten zweven, en de tapijten zijn daardoor behalve een belangrijk exportproduct ook een krachtig wapen in de oorlog. Er wordt streng over gewaakt dat er geen duistere zaakjes gedaan worden met de vijand, want de Sultan wil natuurlijk dat de tapijten niet in andere handen vallen.
De grootste gebruiker van de vliegende tapijten is Tapi Plein, de boodschapper en verkenner van Fonsabië. Hij werkt natuurlijk nauw samen met Tap-Air om diens tapijten te kunnen verbeteren, en door die voortdurende innovaties kan het dorp contact houden met andere, naburige dorpen en verre verkenningstochten ondernemen om de christenen te bespioneren. Tegenwoordig staat de technologie echter al zover dat Tapi Plein moet opletten om niet té snel te vliegen. De cavalerie is een andere belangrijk onderdeel van de Arabische krijgsmacht, en Dommedaris is hiervoor verantwoordelijk. Hij verzorgt en voedt de kamelen, zodat ze steeds klaar zijn wanneer er een handelskaravaan vertrekt vanuit het dorp, of wanneer de Sultan heeft besloten dat er oorlog gevoerd moet worden. In het dorp wordt er wel eens gelachen dat zijn kamelen slimmer zijn dan Dommedaris zelf, want hij is niet bepaald het genie van het dorp. Net als elk dorp heeft ook Fonsabië een Arabier die vlees van twijfelachtige origine en kwaliteit serveert aan betaalbare prijzen. Ali Kebaba is de baas van de snackbar en daarmee ook een bekende man in het dorp. De kebabproducent heeft met zijn zaak een aardige duit bijeengebracht en zo enige status verworven in Fonsabië. Hij probeert dan ook krampachtig om slim over te komen bij de andere mannen van het dorp. Arafat Jihad is de profeet van het dorp. Hij is een oude, wijze man die veel invloed heeft op de Sultan. Door velen wordt hij dan ook gezien als één van de machtigste mannen van het dorp. De profeet heeft vroeger nog veel gereisd en is een van de weinige mannen die ooit een bedevaart naar Mekka heeft gemaakt. Hij is een begenadigd verteller en kan goed voor een publiek spreken, maar er wordt gefluisterd dat hij niet altijd even godsdienstig is. Een andere belangrijke religieuze figuur is Al-Tsjoek, een rabiate aanhanger van de leer van Mohammed. In tegenstelling tot de profeet leidt hij een ascetisch leven en toont hij zich weinig in het openbaar. Daar komt nog eens bij dat hij door zijn sobere levensstijl zo dun is dat hij door de inwoners soms niet eens opgemerkt wordt. Hij laat zich echter altijd horen als iemand zich niet aan de voorschriften van de Koran houdt. De grootste roddeltante van het dorp is Al-Jazeera. Zij is de echtgenote van Ali Kebaba en werkt dus in diens snackbar. Omdat ze bevriend is met de prinses, kan ze ook roddels van het paleis naar het gewone volk brengen en omgekeerd. Mede daardoor vindt ze altijd wel een luisterend oor. Ze is echter berucht voor het verzinnen en uitvergroten van bepaalde verhalen, waardoor de Sultan liever vertrouwt op de informatie van Danzibar. De grootste frustratie van Al-Jazeera is dan ook dat ze niet altijd serieus genomen wordt.
De meest geleerde man die er rondloopt in Fonsabië is de dokter Al-Bulans. Onder meer door zijn ervaringen in de oorlog heeft hij een grote kennis van anatomie opgedaan, waar hij natuurlijk zijn voordeel mee doet. Hij staat vooral bekend om zijn foutloze amputaties, en hij heeft zelfs tijdens een veldslag zijn eigen arm moeten afzetten. De dokter is een gezaghebbende, wijze man en bij een debat onder de dorpelingen geeft Al-Bulans steeds zijn nuchtere, doordachte mening. Iemand die door de rest van het dorp minder serieus genomen wordt is Cap’tain Ali. De badmeester is eigendom van het enige badhuis in de verre omtrek, en krijgt daardoor heel wat mooie en minder mooie vrouwen over de vloer. Helaas draait zijn badhuis in de dorre woestijn niet zo goed als hij had gehoopt, en volgens de geruchten zit hij daardoor al eens krap bij kas. Hij kan er niet goed tegen dat hij af en toe voor schut wordt gezet door de andere mannen. Elke bevolking kent zijn gezonde en minder gezonde personen. Ali Marginali is één van die mensen met een zwakke geestelijke gezondheid. Door de dwaze stoten die hij al heeft uigehaald – zoals denken dat er een meer is in het midden van de woestijn en pardoes in het zand duiken – heeft de dokter besloten hem in huis te nemen om hem zo goed mogelijk te kunnen verzorgen. Hierdoor is zijn krankzinnigheid de laatste tijd wat gebeterd en kan hij zich af en toe al onder de mensen begeven. Helaas bevinden zich ook een aantal christenen in het dorp: Als een echte held uit het Westen, is Flo-Ridder op zijn witte paard naar het MiddenOosten gekomen om dat even snel te veroveren. De kruisvaarder is in het bezit van een goed zwaard, een stevig harnas, een wil van staal en het geloof dat hij onoverwinnelijk is. Naast het ombrengen van zoveel mogelijk heidenen is zijn doel om ook zoveel mogelijk te plunderen om zo zijn al onmetelijke rijkdom te vergroten. Nostradanus is de schildknaap van Flo-Ridder. Als jongeman is hij uit zijn thuisland weggegaan in de naam van de Heilige Oorlog, maar dat is hem minder bevallen dan verwacht. Hij moet allerlei nare klusjes doen voor de ridder en sjouwen met al diens spullen. Hoewel sterk katholiek, is hij als enige van de kruisvaarders van mening dat de Arabieren niet allemaal bloeddorstige heidenen zijn die zo snel mogelijk uitgeroeid moeten worden. Desalniettemin voelt hij zich superieur aan de Arabieren. Petrus P. is de priester van het gezelschap. Als dienaar van de paus is het zijn taak om zoveel mogelijk moslims te bekeren tot het christendom, of anders de christelijke soldaten te zegenen opdat ze de moslims kunnen afslachten. Met zijn donderpreken vuurt hij de andere christenen aan om door te zetten in hun kruisvaart tegen de Arabieren, wat vooral veel invloed heeft op Nostradanus. De Arabieren vinden hem maar een hypocriete en perverse man.
Hoe ziet een dag in FonsabiĂŤ eruit? Wel, zo: 07.15 : 07.30 : 08.00 : 08.15 : 09.00 : 09.30 : 12.00 : 12.45 : 13.00 : 14.00 : 16.00 : 18.00 : 18.45 : 20.00 : 20.15 : 21.00 : 21.30 : 22.00 : 22.30 : 23.00 :
de belangrijkste Arabieren staan op de leden staan op en wassen zich (de leiders ook) opening rond de Minaret ontbijt diensten voormiddagactiviteiten starten
eten diensten platte rust start van de namiddag activiteiten vieruurtje
eten diensten sluiting rond de Minaret avondactiviteiten Speelclub en Fonskes gaan slapen Rakkers gaan slapen Toppers gaan slapen Kerels gaan slapen Aspiranten gaan slapen Simsalabim (leidinskring)
Wat kan je best niet vergeten? Ik ga op kamp en ik neem mee:
1. slaapgerief
2. eetgerief
3. wasgerief
- veldbed en/of luchtmatras - slaapzak en een deken ( ’s nachts kan het koud zijn) - pyama of nachthemd - hoofdkussen, Eddy De Beer - 3 keukenhanddoeken - drinkenbus - Een bord, tas, kom en bijpassend bestek. In het kader van ons kampmotto “verbrand geen hand” adviseren wij de ijzeren varianten thuis te laten. - 4 badhanddoeken - 4 washandjes - zeep in een zeepdoosje, douchegel en/of shampoo - tandpasta, tandenborstel en beker (in toiletzakje)
4. kleding
5. allerlei
- stevige schoenen, sportschoenen, laarzen - voldoende kousen (min. 10 paar) - voldoende T-shirts - ondergoed - een zwembroek - korte broeken voor overdag en lange broeken voor ‘s avonds - warme truien - dikke jas of regenjasje ( 's nachts kan het koud zijn) - donkere of camouflagekledij voor nachtspelen - Arabierenkledij - CHIRO-UNIFORM
- zakdoeken, zaklamp - rugzak - plastic of linnen zak voor de vuile was - iets tegen de mugjes - leesboeken, strips,… - adressen, briefpapier, schrijfgerief, zegels, … - SIS-kaart - 1 pot choco en 1 pot confituur (afgeven op de bezoekdag) - extra zitkussen
Belangrijk: We hebben dit jaar een legerdomein ter beschikking gekregen als kampterrein, dat gelegen is naast een asielcentrum. Als compensatie werd ons gevraagd een inzamelactie te organiseren voor kledij en knuffels. Gelieve eens goed te zoeken en al wat u vindt mee te brengen op de bezoekdag.
Wat kan je best wel vergeten ? Ik ga op kamp en ik laat thuis: Horloges: Zijn volkomen onbekend in FonsabiĂŤ want een echte Arabier ziet het uur aan de stand van de zon, de maan of desnoods zelfs de sterren en kometen. Bovendien kunnen die dingen alleen maar kapot gaan. Of gestolen worden. Daarbij is het gedurende het kamp zo leuk dat het uur totaal niet belangrijk is. Snoepgoed: Neemt veel te veel plaats weg in uw koffer en is slecht voor de tanden. Het zal ook niet nodig zijn, omdat de buikjes constant gevuld zullen zijn. Als de Arabieren het vinden zullen ze het in beslag moeten nemen en op de Simsalabim op gepaste wijze vernietigen. Messen: Vooral voor de jongere afdelingen. Er wordt toch alleen maar mee in de vingers gesneden en bovendien staan ze symbool voor zo ongeveer alles wat fout is in de wereld. Er gaat niets boven een simpel zakmes (voor de oudere groepen). Rambo-spul: Ge ziet ieder jaar van die gasten met fantasiemessen, mislukte broodmessen, vishaken, kompassen die niet werken, e.d. Wees aub niet ĂŠĂŠn van die amateurs en laat die rommel thuis, want niemand kan daar mee lachen. Elektronicarommel: Het is voor niemand nodig om allerlei elektronische apparaten mee te nemen. Midden in de woestijn zijn er toch geen GSM-masten, batterij-opladers of WIFI-hotspots. Bovendien is het frustrerend als die rommel afgepakt wordt en al je topscores verbeterd zijn door de leiding.
Praktische puntjes: Binnenbrengen van de bagage voor de container: zowel woensdag 14 als donderdag 15 juli kunt u tussen 19.00 en 21.00 naar onze nieuwe lokalen komen en uw zoons kleerkast droppen. Ook de pot choco en confituur kunnen eventueel al worden afgegeven. NB: de containers zijn vooral voorzien voor kampmateriaal, dus geef enkel de bagage mee die niet met de auto meekan.
Vertrek:
De Fonskes, Speelclubbers en Rakkers worden op zondag 18 juli ‘10 tegen 14.00h op de kampplaats verwacht. Ouders die vroeger komen kunnen eventueel picknicken in de buurt. Moest uw zoon niet door uzelf kunnen gebracht worden, weet dan zo snel mogelijk de leider van u zoon te verwittigen en dan wordt voor een vervoersplaats gezorgd.
De Kerels rijden met de fiets, en zullen op zondag 18 juli ’s ochtends vroeg vertrekken. Meer informatie zal worden meegedeeld door de leiding van deze groep. De Aspiranten rijden ook met de fiets, om zich bij de voorhoede van de kruisvaarders te kunnen voegen. Zij vertrekken al op vrijdag 16 juli, ook met hun stalen ros. We hopen dat we ook de ouders van de leden van deze groep mogen verwelkomen op de bezoekdag. Hoe meer mensen de Arabische cultuur leren kennen, hoe beter. Daarnaast heeft de sultan een bescheiden fortuin gespendeerd aan een trainingscentrum voor voetballers, en dus zullen we weer een demonstratie van onze voetbalkunsten moeten geven aan de papa’s.
Vanaf 14.00 uur is het die dag bezoekdag en kunnen jullie allemaal kennis maken met Fonsabië.
Terugkomst:
De Fonskes en de Speelclubbers beëindigen het kamp op zondag 25 juli ‘10. Zij kunnen tegen 15.00h worden afgehaald op de kampplaats. Om het dagelijkse kampleven niet te verstoren voor de andere groepen, zouden we willen vragen dat dit uur ook gerespecteerd wordt.
De Rakkers, Toppers en Kerels kunnen worden afgehaald op woensdag 28 juli ’10 vanaf 14.00h. De Aspiranten keren op vrijdag 30 juli ’10 terug.
In noodgevallen kan je ons bereiken via het nummer 0494/47.91.16, dan kom je bij Joris Van Camp terecht. Wij zijn zelfs op dit nummer niet dag en nacht bereikbaar, dus indien er niet opgenomen wordt, gelieve een boodschap in te spreken na de biep. Brieven zijn immer welkom, maar door omstandigheden hebben we het correcte adres hiervoor nog niet. Dit zal spoedig meegedeeld worden.
Hoe kom ik eigenlijk in Fonsabië? Dus: 1. U stapt in uw voertuig naar keuze. Alvorens de sleutel om te draaien, kijkt u eerst even na of alles dat en iedereen die mee moet naar Fonsabië zich wel degelijk in het bewuste voertuig bevindt. U kijkt ook het oliepeil, de bandenspanning, uw richtingaangevers, uw airbag, uw spiegels en uw vals gebit na, want u wilt geen ongelukken onderweg. 2. U kijkt na wat de bestemming dit jaar is en haalt opgelucht adem bij het lezen van “Arendonk”. De helse rit in een bloedhete auto met jengelende kinderen achterin blijft beperkt tot een 40-tal kilometer. 3. Vertrouwend op de uitgebreide kennis van uw eigen buurt, stippelt u de zelf de snelste route naar de Liersesteenweg/Oostmalsesteenweg uit. Deze volgt u dan richting de E34. 4. U volgt deze baan tot u aan de oprit van de E34 komt, welke u vrolijk oprijdt. Deze gezellige snelweg kan u ongeveer 30 kilometer lang volgen, hopelijk zonder al te veel schade op te lopen wegens de vele putten in het Belgische wegdek. 5. U neemt de afrit 26: Arendonk. Wat een verrassing! 6. U slaat linksaf en rijdt de Europabaan (N118) op en volgt deze tot in Arendonk 7. Vanaf Arendonk-dorp volgt u de Chiro Fonske-pijltjes tot op de kampplaats. 8. Dat was niet zo moeilijk, toch? Proficiat! 9. Zodra u bent aangekomen, zet u zoonlief af bij zijn leiding en scheurt u naar huis, de glorieuze zonsondergang tegemoet, om een week lang de bloemetjes buiten te zetten. Als de kat van huis is… Uiteraard mag u ook volledig vrijblijvend van uw eigen landschapskennis gebruikmaken om tot in Fonsabië te geraken, respecteer echter steeds de plaatselijke verkeersvoorschriften. Dank u.