Beste lezer, deze portfolio bevat een aantal geselecteerde werken die ik tijdens mijn studie maakte. De opdrachten variĂŤren van nieuwbouw en renovatie tot historisch onderzoek en gerealiseerde installaties. De schaal gaat van een enkele ruimte tot een masterplan. De projecten zijn geordend in omgekeerde chronologische volgorde, het eerste project is dus het meest recente. Zo worden de laatste en dus meest geavanceerde projecten eerst getoond. Claudia Massart
Digitale reconstructie
Interieur studentenlokaal
Herbestemming Moulart
Maggie’s cancer caring centre
Gebouwontwerp Scheutveld
Masterplan Scheutveld
Sporthal Rijschoolstraat
Context farmaceutisch instituut
Aan de Graethempoort, net buiten de stadsmuur van Borgloon, werd in de 12de eeuw een gasthuis gesticht. In 1171 werd Lodewijk I, graaf van Loon, in de kapel van het gasthuis begraven. In de 13de eeuw werd de kapel toegekend aan een kleine gemeenschap van begijnen die tot het einde van de 18de eeuw in het gasthuis werkzaam was. De oorspronkelijke kapel werd meermaals uitgebreid en heringericht, maar behoudt een deel van haar oorspronkelijke kapconstructie. Houtonderzoek en dendrochronologische analyse hebben geleid tot de datering van deze kap. Bovendien heeft archeologisch onderzoek de funderingen van de eerste bouwfasen bekend gemaakt. Op basis van de resultaten van het archeologisch, bouwhistorisch en historisch onderzoek, met behulp van bijkomende opmetingen, zal de bouwgeschiedenis opgesteld worden, die dan gebruikt kan worden als scenario voor het digitaal reconstrueren van de verschillende bouwfasen. Tenslotte zullen deze reconstructies ge誰ntegreerd worden in een app die tracht de bezoeker van de kapel, die tegenwoordig als tentoonstellingsruimte wordt gebruikt, een beter inzicht te geven in de evolutie die het gebouw doormaakte. promotor: prof. T. Coomans co-promotor: Stefan Boeykens
Digitale reconstructie okt-jan 2011-2013
(masterproef)
Allereerst werd een geschreven bouwgeschiedenis opgesteld op basis van de combinatie van de beschikbare bronnen (archeologisch verslag, dendrochronologische gegevens, historische bronnen, sporen aan het huidig gebouw, ...). De synthese van dit onderzoek bestaat uit twee perspectiefbeelden met daarop de aanduiding van de bouwfase waartoe ieder bestaand gebouwdeel behoort. Vervolgens werd een 3D-model van de huidige fase gemodelleerd, hiervoor waren opmetingen van het gebouw vereist. Op basis van die tekeningen en foto’s werd niet alleen de kapel maar ook de dakconstructie en de funderingsresten gemodelleerd. De voorgaande informatie werd gecombineerd om zo de verschillende bouwfasen digitaal te kunnen reconstrueren. Hiervoor werd een methode ontwikkeld om via een metafile informatie per gebouwdeel te organiseren, die gegevens te gebruiken om dat deel te modelleren . Op basis van het voorkomen van per deel per bouwfase kunnen alle gemodelleerde delen gemonteerd worden. Het uiteindelijke resultaat zijn acht modellen die de acht bouwfasen voorstellen, gecreÍerd in ArchiCAD. Deze modellen kunnen tenslotte gebruikt worden in een app over de kapel. Via vooraf ontworpen screenplays werd de toepassing ontwikkeld in Unity 3D. De app laat de gebruiker toe de geschiedenis van de kapel op een interactieve manier te ontdekken. Naast een algemene uitleg kan ook per bouwdeel informatie opgeroepen worden. Daarnaast kan vrij in het model genavigeerd worden, de hypothesegraad van ieder bouwdeel opgevraagd worden alsook de bouwfase aangeduid.
Deze ontwerpoefening beoogde het ontwerp van het toekomstig studentenlokaal in het kasteel van Arenberg, met de nadruk op het organiseren en uitwerken van het interieur met respect voor de historische context. De klemtoon ligt op enerzijds een ruimtelijke indeling en de keuze van sfeer en materialen vanuit een conceptuele invalshoek, anderzijds op het uitwerken van het interieur en de detaillering hiervan. De zolderruimte in het kasteel wordt voorzien voor de realistatie van het studentenlokaal. De bedoeling van deze ruimte is een plaats te creÍren waar de studenten zich kunnen ontspannen tussen de lessen en ateliers door, maar waar ook de studentenvereniging activiteiten kan organiseren. De centrale ligging tussen de studentenstudio’s leent zich hier toe.
begeleiding: Sarah Flebus
Vanuit de idee om de zolderruimte als een verbindingsruimte tussen de studentenstudio’s op te vatten, wordt in het lokaal een openheid gecreÍerd door het gebruik van horizontale lijnen. Deze lijnen, met een tussenafstand bepaald door de maten van het menselijk lichaam, krijgen een dikte waardoor hieruit meubilair ontstaat. Een spel van deze hoogtes laat de meubels interageren, waardoor bijvoorbeeld een werktafel doorloopt boven een verhoog en daar een loungetafel wordt. Dit systeem biedt, in combinatie met de planschikking, de nodige flexibiliteit voor het programma van het studentenlokaal.
Interieur Studentenlokaal nov-dec 2013
Het programma is vertaald in vijf ruimtelijke zones. Vier van deze zones overlappen telkens een beetje en vormen zo een vloeiende L-beweging langsheen twee wanden. Elke functie heeft zo zijn eigen plek maar toch vormen ze samen ruimtelijk ĂŠĂŠn geheel. De drukkere functies grenzen aan de circulatie, de opbergen ontspanningsfuncties bevinden zich aan de andere zijde van de ruimte. De vijfde zone ligt net naast de trap en omvat zo ook de borstwering. Een deel van de ruimte werd bewust leeg gehouden om het lokaal zo flexibel mogelijk te maken. Dit biedt de studenten de mogelijkheid om het meubilair te herschikken, of indien nodig aan te vullen met losse meubelstukken.
In 2011 werd een een wedstrijd uitgeschreven voor de renovatie en herbestemming van maalderij Moulart te Anderlecht tot KMO- en interpretatiecentrum. Het programma (dat licht werd aangepast om de oppervlakte die eventueel moet worden toegevoegd onderschikt te houden aan de oppervlaktes in de behouden gebouwen) beoogt een combinatie van enerzijds bedrijvencentrum en anderzijds congresfaciliteiten. Het samenhuizen van de verschillende activiteiten moet een meerwaarde zijn voor elk van de entiteiten. Door zijn ligging in Brussel wil het project ook een wisselwerking teweeg brengen om zo een sociale en economische vooruitgang te bevorderen. Een goede renovatie moet de kwaliteiten van het gebouw onderkennen en valoriseren, de nieuwe elementen en inrichting dialogeren met de te behouden architectuur. Daarenboven moet rekening gehouden worden met de voorwaarden die opgelegd zijn door een beschermingsbesluit. Voor het ontwerp wordt een maximaal behoud van de bestaande gebouwen en ruimtes geambieerd. i.s.m. Els Pieters, Theodor-Ioan Staicu begeleiding: Els Claessens, Piet Stevens, Elina Karanastasi
Relat
The audi this sil
Met vier interventies is getracht om de bestaande gebouwen zoveel mogelijk te respecteren, dit door de juiste functie te zoeken voor elke 4 main interventions ruimte en waar nodig nieuwe volumes toe te voegen. Deze interventies organiseren zich rondom eencomplex patio is eninzorgen zo voorbuilding de nodige connecThe main entrance of the an additional between the two existing buildings. The reception area links the two buildings on the ground tiviteit tussen beide bestaande gebouwen. floor and through the terrace on top. This space gives access to the spaces on the ground floor and the two main circulation nodes, one for each building.
transparent glass volume the back façade gecreëerd, of the building Tussen The beiden gebouwen is eenoninkomvolume datfacing doorthezijn street create platforms used for circulation and accessibility to office spaces. plaatsing beide verbindt en generous tegelijk and vermijdt dat hetinside achterThis offersgebouwen the possibility of a more flexible space the old building by removing the circulation outside the existing façade. ste gebouw ondergeschikt wordt. The glass façade still provides visual contact with the old brick wall and keeps it intact from additional insulation layers.
formerverder silo isomsloten transformeddoor into een an exhibition-circulation node by removing De patioThewordt auditorium, dat toegankelijk is the later added slabs on each floor. We proposed a promenade through this generous vanaf het gelijkvloers enazo in direct contact staat de patio. relathigh space through series of metal platforms and met staircases, alsoDe ensuring connectivity with the workshops located next to the silo. ie met de polyvalente zaal, gelegen op de bovenste verdieping van het It can work as a foyer area for the auditorium and offers the possibility for the artists exhibitminder their work on theDie walls and thevia existing structural achterste gebouw, istobewust direct. gebeurt een circulatframe ie-expositie ruimte in een aangrenzende oude silo, een ruimte die zelf The Auditorium is easily accessible from the ground floor and is directly ook als connected foyer kanwith fungeren. the interior courtyard and the cafeteria implicitly. The connection with the polyvalent room is made intentionally less direct so as to experience the vertical space of the silo before reaching the top floor.
B2
Aan de Byachtergevel van het voorste gebouw is een glazen volume toekeeping most interventions on the ground floor level the aspect of the old buildings is unaffected thecirculatie contemporary keepde their verticality gevoegd, dat gebruikt wordtbyals enadditions toegangandvoor kantoren and their initial look. in het gebouw. Dit vermijdt dat in de bestaande ruimtes een gang voorzien moet worden en bovendien beschermt dit het uitzicht gevel van een isolatielaag.
A
B2
Technical room
Herbestemming Moulart feb-apr 2013
on Auditorium-Silo-Workshops-Polyvalent room
rium on the groundfloor is connected with the polyvalent room on the 5th floor through the former silo. A walk through lets visitors experience this unique space, possibly combined with an exhibition. The art exposed in the silo could by
General concept
B
B1
B2
The later, less valuable additions surrounding the two buildings were removed, thus offering the opportunity of using the resulted empty space for the necessary interventions. The design solution consists in 4 main interventions set around an interior courtyard, ensuring the necessary connectivity between the two buildings and a special relationship with the outside space. The two buildings work autonomously, each having their own circulation nodes and sanitary facilities, but are linked through the public spaces on the ground -2.20m +1.78m floor. 16,81 % +0.00m Deliveries 2nd entrance
A
A
Workshop +0.00m
11,64 %
+0.00m
Entrance
30m
+0.00m
Sandwichbar
Cafeteria
B1
A1
B2
A1
B
A
B2
B
B1
B2
The silo
+4.25m A
A
Workshop
Workshop
6,29 %
+4.25m
+3.50m
B B
B2
B1 B1
B2
B2
A1
B2
A1
+1
+2
A
A
+9.75m
Workshop +9.75m
+9.75m
B2
B
B1
A1
B2
A1
B
B1
eads to the polyvalent room, situated underneath the special roofstructure, where expositions, receptions, ... can take place.
A
Workshop
+6.73m
Workshop +6.73m
+6.73m
B1
B
B1
B
A1
1:200
A
Workshop
+13.0m
Workshop +13.0m
+13.0m
B
B1
A1
+3
+4
1:200
Maggie’s cancer caring centres trachten mensen getroffen door kanker en hun familie en vrienden te helpen. Hun doel is niet om een alternatief te bieden voor het ziekenhuis, maar om hen een helende omgeving aan te reiken waar men ondersteuning, informatie en praktisch advies kan krijgen. Voor deze opdracht werd gevraagd een Maggie’s te ontwerpen op een hellende site die grenst aan Gasthuisberg. Deze locatie zorgt door zijn nabijheid voor een goede toegankelijkheid, maar leidt ook tot de uitdaging om met de zichtrelatie met het ziekenhuis om te gaan. Maggie’s moeten veilig en uitnodigend zijn, maar ook huiselijk in schaal. De manier waarop het gebouw ontworpen is, moet het gevoel van verbondenheid tussen mensen versterken. Idealiter zijn de ruimtes licht en kijken ze uit over of bieden toegang tot de ‘natuur’, zonder zo open te zijn dat de bezoekers zich naakt en onbeschermd voelen. Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van wat kankerpatiënten doorstaan en wat volgens hen noodzakelijk is in Maggie’s, was er contact met drie herstellende patiënten.
begeleiding: Mauro Poponcini, Elina Karanastasi
Door een balkvormig volume dwars op de hoogtelijnen van de site te plaatsen, kan het volume zich als het ware in de helling nestelen. De onderste verdieping bevindt zich volledig in de grond maar opent zich aan de zijkant naar het landschap. De middelste verdieping ligt aan de ene zijde gelijk met het niveau van de helling maar ligt er aan de andere zijde volledig in. Zo sluit de bovenste verdieping aan één kant aan op het landschap, daar waar de andere kant zich boven de helling uistrekt. Deze inplanting maakt een directe verbinding van op alle verdiepingen naar buiten toe mogelijk en biedt op iedere verdieping een andere, bijzondere relatie met het landschap. De onderzijde van de helling als locatie maakt het gebouw toegankelijk via een rustgevend pad vanaf de parking van Gasthuisberg. Bovendien fungeren de bestaande bomen als natuurlijke afscheiding van het ziekenhuis.
De bovenste verdieping is het hart van het gebouw. Er zijn zowel open gemeenschappelijke ruimtes als afsluitbare grote en kleine therapiezones. Een hol-vol principe deelt het rechthoekig plan op en scheidt deze ruimtes op een vloeiende manier van elkaar. De gevel waarvan het zicht uitgeeft op het ziekenhuis is nagenoeg volledig blind, wel zijn er aan de buitenruimtes lichtopeningen aangebracht. Daarnaast zorgen een claustrawand, melkglas en lamellen voor de nodige privacy.
PRODUCED PRODUCED BY AN AUTODESK BY AN AUTOD ED
Maggie’s cancing caring centre okt-dec 2013
TIONAL EDUCATIONAL PRODUCT PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
B
B
B
B
5. Toiletten heren 6. Polyvalente zaal 7. Buitenruimte
A
A
B
1. Badkamer 2. Kleedkamer Dames 3. Kleedkamer Heren 4. Toiletten Dames
A
B
A
B
A
B
A
ESK UCATIONAL EDUCATIONAL PRODUCT PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCE PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATION
B
B
YPRODUCT AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
B
A
B
4. Bureaus 5. Zithoekje 6. Buitenruimte
A
1. Terras 2. Atelier 3. Keuken 4. Zitkamer
5. Cocoonruimte 6. Grote therapieruimte 7. Kleine therapieruimte 8. Patio
A
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
1. Parking 2. Kiss&Ride 3. Inkom
A A
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
A
PRODUCED PRODUCED BY AN AUTO BY AN
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
530mm 12mm 8mm 50mm
door de goot niet net naast te gevel te plaatsen maar met één tegel tussenafstand, kan eventuele waterinfiltratie ten gevolge van hevige regenval of verstopte goot vermeden worden
200mm
terrasopbouw (naar betegeld buitenterras WTCB) blauwe hardsteen 400x400 25mm mortellijm 25mm 80mm gewapende dekvloer (chape) draineerlaag met waterafvoer betonplaat (drainerend korrelbeton) 120mm 200mm drainerende laag steenslag volle grond
waterdichte, elastische uitzettingsvoeg
200mm 60mm
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
-330cm
betonblok 100x200mm voetlood
1,5%
"ACO Gala G100" goot met beperkte inbouwhoogte + "Aco Self Homeline" spleetopzetstuk
roofing
0cm
5cm
10cm
20cm
Detail b2: verticale snede funderingsaanzet 1/5
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
vloeropbouw parket ondervloer parket leidingchape dampscherm isolatie PIR vwaterkerend membraan draagvloer waterkerend membraan vorstrand isolatie waterkerend membraan volle grond
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
N AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT ODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCE
i.s.m. Simon Dewilde begeleiding: Ivo Vanhamme, Brecht Verstraete, Han Vandevyvere (duurzaamheidsconsulent)
ODUCT
Een cluster van gestapelde woningen uit het masterplan wordt verder uitgewerkt. De klemtoon van de oefening is het zoeken naar een relatief hoge dichtheid door schakeling en stapeling van afzonderlijke wooneenheden. Om een aanlokkelijk alternatief te bieden voor het ‘buitenwonen’, wordt gestreefd naar een typologische verruiming van het bestaand woningpatrimonium. Hierbij lijkt het noodzakelijk om een aantal woonkwaliteiten of comforteisen (ruimte, parkeergelegenheid, groen, private buitenruimte) te vertalen naar een (stedelijker) variant met een hogere dichtheid. Een van de middelen is wellicht het beperken van de individuele inname van het terrein, ten voordele van een (grotere) collectieve buitenruimte. Woontypologieën worden bepaald door expliciete keuzes van: organogram, ruimtelijke opbouw van de woning (bijvoorbeeld het aantal niveaus), relaties woning-buitenruimte (oriëntatie, uitzichten, situering), aard of type van de private buitenruimte, onderlinge relaties tussen woningen (privacy, inkijk, koppeling van eenheden), type van de (collectieve?) ontsluiting van de woningen, enz... Het typologisch onderzoek begint bijgevolg bij een correcte keuze van inplanting, welke de geboden vrijheidsmarges weet aan te spreken.
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
Bij de aanvang van het uitwerken van het masterplan bleek al snel ontevredenheid over de vorm: deze bood geen eenheid, hield geen rekening met oriëntatie en resulteerde in hoge gebouwen die niet overeenstemden met de randvoorwaarden die de omgeving oplegde. Daarenboven was de circulatie ineffciënt en met een overdaad aan woontypes als gevolg.
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
Op al deze problemen werd in gespeeld door een nieuwe vorm te ontwerpen die zich opent naar het zuiden en zo de opportuniteit creëert om het dakniveau optimaal te benutten met onder meer dakterrassen, patio’s en lichtstraten. Onderaan wordt gewerkt met een (semi-) transparante sokkel waarachter zich parking, toegangen, werkzones en commerciële ruimtes bevinden. De dynamische volumetrie richt zich op de groene binnenruimte en is meer gesloten naar buiten toe, waar de woningen omsloten worden door galerijen. Het gevelconcept speelt hier verder op in: aan de buitenzijde heeft is de gevel vrij gesloten en voorzien van smalle maar lange raamopeningen. Aan de binnenzijde werd dit PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT principe geïnverteerd door een transparante gevel te voorzien van lange verticale stroken die gevormd worden door dichte wanden of zonneweringspanelen.
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATION
Gebouwontwerp Scheutveld feb-mei 2012
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
Uit de analyse van het kwamen er 2 factoren ontwikkeling van ons o beïnvloeden. Meteen v verbinding van woong werd door enerzijds ee gebied enkel gericht op een interessante groen niet onopgemerkt.
An
Analyse
Scheutveld in Anderlecht is een dramatische omgeving. Het terrein wordt gedomineerd door een aantal imposante volumes. De omgeving wordt sterk bepaald door het kanaal en de spoorweg. De bestaande bebouwing heeft weinig kwaliteit: een garage annex showroom, een metaalverwerkend bedrijf, het rijksarchief... Bovendien heeft het terrein een heel specifieke topografie: het terrein verlaagt trapsgewijs tot een soort moeras in het midden van het terrein. Die randvoorwaarden vragen om een duidelijk en sterk ruimtelijk antwoord dat het imago van de hele omgeving beïnvloedt. Op de site (16 580 m2) wordt een menging van woningtypes (minstens vier verschillende types moeten worden voorzien), woninggroottes, types open ruimten, secundaire programma’s (o.a. buurtsportcentrum) en parkeermogelijkheden gevraagd. Dit vraagt om een expliciete stelling in te nemen over diversiteit, sociale menging en experimentele woningtypes. Omwille van de financiële haalbaarheid wordt een Vloer-terreinindex (V/T = Bruto vloeroppervlakte voor woonen annex functies / terreinoppervlakte) voorzien, die bedraagt twee. Dit komt overeen met minstens 195 woningen. i.s.m. Els Pieters, Jolien Swaelen, Simon Dewilde begeleiding: Ivo Vanhamme, Brecht Verstraete, Han Vandevyvere (duurzaamheidsconsulent)
enerzijds en anderzijds wilden we het stukje natuur langs het kanaal trachten door te trekken om zo deze groene zone te integreren in het project. Op deze manier wordt er een eerste verbinding gemaakt met het kanaal die dan met zicht op de toekomst zou kunnen herhaald worden in het stadsbeeld en waardoor er een vermenging van functies en verschillende zones zou ontstaan.
Uit de analyse van het omliggende terrein kwamen er 2 factoren aan het licht die de verdere ontwikkeling van ons ontwerp grondig zouden beïnvloeden. Meteen viel op dat er een rechtstreekse verbinding van woongebied naar kanaal verhinderd werd door enerzijds een spoorweg en anderzijds een gebied enkel gericht op industrie en nijverheid. Ook gende terrein een interessante groene strook langs het kanaal bleef et licht die de verdere niet onopgemerkt.
Met ons ontwerp wilden we dan ook een verbindingsalternatief, van woonzone naar kanaal toe, bieden enerzijds en anderzijds wilden we het stukje natuur langs het kanaal trachten door te trekken om zo deze groene zone te integreren in het project. Op deze manier wordt er een eerste verbinding gemaakt met het kanaal die dan met zicht op de toekomst zou kunnen herhaald worden in het stadsbeeld en waardoor er een vermenging van functies en verschillende zones zou ontstaan. Met ons ontwerp wilden we dan ook een verbinding-
rp grondig zouden dat er een rechtstreekse naar kanaal verhinderd orweg en anderzijds een strie en nijverheid. Ook ok langs het kanaal bleef
salternatief, van woonzone naar kanaal toe, bieden enerzijds en anderzijds wilden we het stukje natuur langs het kanaal trachten door te trekken om zo deze groene zone te integreren in het project. Op deze manier wordt er een eerste verbinding gemaakt met het kanaal die dan met zicht op de toekomst zou kunnen herhaald worden in het stadsbeeld en waardoor er een vermenging van functies en verschillende zones zou ontstaan.
industrie woongebieden industriegebieden groene woongebieden groene gebieden
Analyse omgeving lyse omgeving Scheutveld Uit de analyse van het omliggende terrein kwamenSite twee factoren aan het licht die de verdere ontwikkeling Site Scheutveld
mgeving
Claudia Massart Simon Dewilde Jolien Swaelen Els Pieters - 3Bira (2011-2012)
Claudia Massart Simon Dewilde Jolien Swaelen Els Pieters - 3Bira (2011-2012)
van dit ontwerp grondig zouden beïnvloeden. Meteen viel op dat er een rechtstreekse verbinding van woongebied naar industrie kanaal verhinderd werd door enerzijds een spoorweg en anderzijds een gebied enkel gericht op industrie en nijverheid. Ook een interessante groene strook langs het kanaal bleef niet onopgemerkt. woongebieden groene gebieden
Dit masterplan heeft dan ook tot doel om een verbindingsalternatief, van woonzone naar kanaal toe, te bieden. Daarnaast tracht het ook het stukje natuur langs het kanaal door te trekken om zo deze groene zone te integreren in het project. Op deze manier wordt er een eerste verbinding met het kanaal gecreëerd, een principe dat in de toekomst SitetotScheutveld Claudia Massart Simon Jolien Swaelen 3Bira (2011-2012) van verherhaald zou kunnen worden. Dit zou kunnen leiden een vermenging vanDewilde functies enEls Pieters het -ontstaan schillende zones, een verrijking voor het stadsbeeld. De uitwerking van onze passage is dan ook van cruciaal belang en moet de mensen aantrekken om zich doorheen ons project te begeven om zo hun tocht voort te zetten richting kanaal en dus ook richting groene strook. Met andere woorden willen we dus een publieke doorsteek creëren die een publiek op een sfeervolle manier uitnodigt voor een wandeling doorheen het project. De doorgang bevat eveneens de buurtsporthal die het geheel tot op het niveau van ontmoetingsplek brengt.
Masterplan Scheutveld okt-dec 2011
Maar aangezien er op de site ook geleefd en gewoond moet worden is er dus ook nood aan rust en een privaat gebied voor de bewoners. De zones langsheen de publieke doorgang zijn dan ook invers aan deze passage. Ze omsluiten een collectief private buitenruimte die enkel toegankelijk is voor bewoners van de site.
De uitwerking van onze passage is dan ook van cruciaal belang en moet de mensen aantrekken om zich doorheen ons project te begeven om zo hun tocht voort te zetten richting kanaal en dus ook richting groene strook. Met andere woorden willen we dus een publieke doorsteek creëren die een publiek op een sfeervolle manier uitnodigt voor een wandeling doorheen het project. De doorgang bevat eveneens de buurtsporthal die het geheel tot op het niveau van ontmoetingsplek brengt.
Maar aangezien er op de site ook geleefd en gewoond moet worden is er dus ook nood aan rust en een privaat gebied voor de bewoners. De zones langsheen de publieke doorgang zijn dan ook invers aan deze passage. Ze omsluiten een collectief private buitenruimte die enkel toegankelijk is voor bewoners van de site.
A
Lijnspanning De vorm van de publieke doorgang kende zijn oorsprong uit verscheidene redenen. Ten eerste wilden we tot een bepaalde sequentie van ruimtes komen die elk dankzij zijn vorm een eigen sfeer en karakter oproept. Op die manier ontstaat er een soort van spanning in ruimtegevoel van de verschillende zones.
B
Door gebruik te maken van een getande en een rechte lijn konden we de inkijk tot op zekere hoogte beperken en werden er interessante zichten gecreërd naar kanaal toe en werd ook de kijkwijdte groter.
sequenties van ruimtes
inkijk verminderen interessante zichten
C
Collectief private ruimtes
Concept publiekeAdoorgang Door het creëren van een publieke doorsteek wil het masterplan de omSite Scheutveld Lijnspanning
Collectief private ruimtes
Claudia Massart Simon Dewilde Jolien Swaelen Els Pieters - 3Bira
wonenden uitnodigen voor een wandeling doorheen het project om zo hun De vorm van de publieke doorgang kende zijn oorsprong uit verscheidene redenen.voort Ten eerste wilden een tocht tewe totzetten richting kanaal en verder naar de groene strook. De bepaalde sequentie van ruimtes komen die elk dankzij zijn vormbuurtsporthal, een eigen sfeer en karakter oproept. Op die die zich in deze doorgang bevindt, brengt het geheel tot op manier ontstaat er een soort van spanning in ruimtegevoel van de verschillende zones. het niveau van een ontmoetingsplek.
B
C
Door gebruik te maken van een getande en een rechte lijn konden we de inkijk tot op zekere hoogte beperken en werden er interessante zichten gecreërd naar kanaal toe en werd ook de kijkwijdte groter.
De vorm van de publieke doorgang vloeit voor uit drie redenen. Ten eerste zorgt de interactie tusen recht-getand voor een bepaalde sequentie van ruimtes die dankzij hun vorm elk een eigen sfeer en karakter oproepen. Op sequenties van ruimtes die manier ontstaat er een spanning in het ruimtegevoel tussen de verschillende inkijk verminderenzones. Dit wordt versterkt door de doorgang het huidige reliëf van de site te laten volgen, de middelste zone van de doorgang bevindt zich meer interessante zichten dan drie meter onder het straatniveau. Door gebruik te maken van een rechte en een getande lijn kan ook de inkijk tot op zekere hoogte beperkt worden. Tenslotte worden zo interessante zichten gecreëerd naar het kanaal toe en wordt de kijkwijdte groter. Op de site is er nood aan een rustig en privaat gebied voor de bewoners. Daarom omsluiten de woonblokken collectief private buitenruimtes die enkel toegankelijk zijn voor de bewoners van de site. Door zijn locatie en relatie met de omliggende gebouwen heeft iedere buitengebied een eigen karakter. Zowel de twee noordelijke als de twee zuidelijke zones staan indirect met elkaar in verbinding.
5
0
20m 10
1
Plan -3
5
0 1
Site Scheutveld
Claudia Massart Simon Dewilde Jolien Swaelen Els Pieters - 3Bira (2011-2012)
+0
20m 10
Plan +0
Site Scheutveld
Claudia Massart Simon Dewilde Jolien Swaelen Els Pieters - 3Bira (2011-2012)
De oude ‘rijschool’, gelegen in de Rijschoolstraat te Leuven, dient in de nabije toekomst gerenoveerd te worden. De voorgevel en gedeeltelijk de zijgevels zijn restanten van de militaire ‘rijschool’ voor ruiters. Het gebouw werd in de jaren ‘70 verbouwd tot sporthal. Daarvoor was het al verbouwd tot feestzaal en beurshal. Momenteel wordt de zaal gebruikt als een feest- en sportzaal met 3 deelvelden. Als sportzaal voor recreatieve doeleinden is dat in principe net groot genoeg, maar in combinatie met een tribune is ze daarvoor in feite te klein. Bovendien voldoet het gebouw bouwtechnisch niet aan de huidige eisen. Ook is er momenteel geen enkele interactie met de publieke buitenruimte. Noch de huidige architectuur, noch de ruimten binnen of buiten zijn ‘ontworpen’. De opgave laat vrij de gevels, die een zekere historische waarde hebben, af te breken indien hiervoor een gegronde reden is. Omwille van de slechte bouwtechnische staat van de rest van het gebouw kan dit best worden gesloopt. Het programma voor de vernieuwing bevat opnieuw een sport- en feestzaal met bijhorende faciliteiten. De opgave vraagt hierbij bijzondere aandacht voor de constructie die de overspanning van de zaal zal realiseren. Daarnaast is bij het nieuwe ontwerp de relatie met het aangrenzend plein van belang.
begeleiding: Bart Bomans
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
RAAT
OSTERST
C VITAL DE
RIJSCHOOLSTRAAT
Omwille van de historische waarde van de voorgevel en het geheel dat die vormt met de rest van het plein, wordt geopteerd om deze te laten staan. De rest van het gebouw wordt gesloopt. Door de bouwlijn van de eigenlijke sporthal terug te trekken ontstaat een publieke zone aan de inkom van de sporthal die via de openingen in de oude gevel een geheel vormt met de aangrenzend plein. Toch is deze gevel ook een visuele afscheiding die toelaat om de nieuwe gevel transparant te maken. De oude gevel is tevens de inspiratie voor het nieuwe gebouw, de vorm ervan is namelijk de basis van de vorm van portieken die de overspanning over de sportzaal zal maken. Een gelijkvormige maar iets grotere portiek omsluit naast de zaal ook de bjihorende functies, zoals de cafetaria en kleedkamers. Door de sportzaal licht in de grond te verzinken, kan de tribune in het ontwerp geïntegreerd worden en is er voldoende hoogte om boven de sportzaal een ruimte voor feesten/dansen te voorzien. Openingen in de vloerplaten creëren zichtrelaties tussen de verschillende niveaus en ruimtes. Openingen in het dak aan de zijde van de grote portieken bieden licht voor de PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT cafetaria en dienstzones waardoor de muur naar de aangrenzende gebouwen blind kan blijven. De andere zijwand, die grenst aan een weg die toegang biedt tot een school en een archief, heeft wel strookvormige raamopeningen, met een ritmering bepaald door de tussenafstand van de portieken.
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
Sporthal Rijschoolstraat feb-mei 2011
Het leegstaand instituut voor farmaceutische wetenschappen was de opgelegde omgeving voor deze ontwerpopgave. Deze conceptuele oefening was een alternatieve benadering van het leren omgaan met context. Het doel van de opdracht bestond erin een locatie in het gebouw te selecteren en daarin een installatie te bedenken en uit te voeren. Hiervoor gingen we aan de slag met proefbuisjes, refererend naar het doel van het gebouw. 2000 proefbuisjes werden, op basis van een opgesteld grid, op een bepaalde hoogte bevestigd aan een kader met kippendraad. Zo werd een kruisribgewelf gevormd, dat geplaatst werd in een halruimte met een neogotische uitstraling. Het gebruik van verlichting versterkte het dramatisch effect. i.s.m. Els Pieters, Glenn Maes, Simon Dewilde begeleiding: Tom Thys
Context farmaceutisch instituut nov-dec 2010