Voseko 09 2015 no3

Page 1

Een publicatie van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde

Het magazine van de vereniging oud studenten economie Universiteit Gent

we link economic thinking

---- september – december 2015 ---- N° 3 ----

De introductie van de microvennootschap [ 20–21 ]

VOSEKO magazine Vrouwen aan de top -^ Lutgart Van den Berghe

Event in de kijker → “High Heels, High Functions - Vrouwelijke Topmanagers” → december 2015


UIT NOD IGI NG De start van

ZORG DAT JE ER BENT ... als je een project of een leuk idee hebt. als je binnenkort je zaak start. als je je zaak minder dan 3 jaar terug hebt opgestart.

een nieuw avontuur!

ialiseerd in base rier-wereldreiziger en gespec

ontu Belfius en Cedric Dumont, av esenteren: jumping en wingsuit flying, pr

e h c is m a n y d , e d n e s Een v e r r a s ntuur o v a n e e n e ss tu g in jk li e ve r g en de start van een zaak! Vaststellingen, bedenkingen ze starters! ieu en praktische tips voor ambit

Praktisch: D a tu m :

Woensdag 14 oktober van 19 tot 21 uur P la a ts :

Ghelamco Arena Zuid 808 Ottergemsesteenweg 9000 Gent Gratis parking

P ri js : G ra ti s In s c h ri jv in g :op

Vo or 13 ok to be r on tu ur-G en t w w w.b el fi us .b e/ av


PARTNERS

COLOFON Viermaandelijks tijdschrift van Universiteit Gent Faculteit Economie en Bedrijfskunde Nr. 3 van jaargang 2015 REDACTIERAAD Brecht Boone, Myriam De Bruyne, Arne De Keyser, Jürgen Hanssens, Grégory Maes, Ward Noppe, Yasmin Van Landschoot, Vincent Van Peteghem, Lies Vermeesch. EINDREDACTIE Myriam De Bruyne & Lies Vermeesch Met uitdrukkelijke dank aan Marc De Clercq, Katrien De Kegel. Lay-out -> Marc Popelier - www.cluster-graphics.be drukwerk -> Publiprinting Verantwoordelijke uitgever -> Faculteit Economie en Bedrijfskunde, Communicatie & PR, Tweekerkenstraat 2, 9000 Gent Lies.Vermeesch@UGent.be Overname van artikels is mogelijk mits schriftelijke toestemming van de redactie en bronvermelding. Op de coverfoto -> Lutgart Van den Berghe © foto -> www.deribaucourt.com

Woord vooraf www.UGent.be/eb

INHOUD WOORD VOORAF 3 Door Marc De Clercq ALUMNI 4 Interview met Lutgart Van den Berghe ALUMNI 6 Jens Ponnet, aan de slag bij Delaware Singapore ONDERZOEK 8 Ervaring als jobstudent ONDERZOEK 10 Willem Standaert – Greet Van Hoye ONDERZOEK 12 Bedrijfsprestaties verbeteren met brain tweaks TERUGBLIK 13 STUDENT FEB-student op stage bij FEB-alumnus 14 Student Ghentrepreneur 2015 16 180 Degrees Consulting 17 DE FACULTEIT EN HAAR ONDERWIJS Fiscaliteit, nieuwe afstudeerrichting 18 Spring Meeting of Young Economists 2015 19 OPINIE 20 De microvennootschap FEB Faits divers & TELEX 22 ACTIVITEITENKALENDER 23

Meer dan 1.000 afgestudeerden zullen eind september de rangen van onze alumni aanvullen. Voseko wenst hen veel geluk in hun carrière en in hun verdere leven en hoopt met haar activiteiten het perfecte kanaal te zijn om contact te houden met elkaar en met de faculteit. Dit nummer is het laatste dat onder de impuls van het dagelijks bestuur, geleid door Arne De Keyser en Ine Paeleman, wordt afgeleverd. Arne en Ine omringden zich met een stevige bestuursploeg, die zij wisten te coördineren en te motiveren. Zij hebben een prachtig parcours gelopen met erg succesvolle activiteiten, waarvan de discussieavond over ‘De toekomst van de Vlaamse Industrie’ met een aantal toppers uit het bedrijfsleven en minister-president Geert Bourgeois, ongetwijfeld het hoogtepunt was. Ik wens hen, maar ook de rest van het dagelijks bestuur uitdrukkelijk te danken voor hun engagement. En: Voseko blijft op hen rekenen. Wanneer sommigen gaan, komen anderen. Bregt Ooms en Jens Demaree zijn tot nieuwe voorzitter en ondervoorzitter van het dagelijks bestuur verkozen. Ik dank hen voor hun bereidheid om dit engagement op te nemen en ik ben ervan overtuigd dat zij, gedreven op het elan van de vorige bestuursploeg, er alles zullen aan doen om onze alumnivereniging verder uit te bouwen. Dit alles onder het waakzaam oog van de Raad van Bestuur, waarvan de voorzitter Bert De Visscher er nog een jaartje bijdoet. Ook daarvoor warme dank! Dit jaar nemen wij ook afscheid van Myriam De Bruyne die de afgelopen twee jaar als eindredactrice van het Voseko magazine heeft gefunctioneerd. Myriam kwam bij de integratie over van de communicatiedienst van het departement handelswetenschappen en bestuurskunde van de HoGent. Samen met Grégory Maes heeft ze in die korte tijd niet alleen het vernieuwde Voseko magazine verder vorm gegeven maar ook aan onze faculteit een broodnodige communicatiedienst uit de grond gestampt. Het ga je goed Myriam; geniet van het leven en spring bij gelegenheid nog eens binnen! Wie Myriam op de communicatiedienst zal vervangen is bij het schrijven van dit woord vooraf nog niet duidelijk. Wel kan ik met genoegen meedelen dat een derde kracht, Lies Vermeesch ons communicatieteam sinds enkele maanden is komen versterken. Lies zal ook bij de communicatie van Voseko magazine een actieve rol spelen. 2015-2016 wordt alweer een druk jaar. Na omzwervingen via de Vlerick School en de faculteit Rechten komt de opleiding fiscaliteit terug naar de FEB als afstudeerrichting binnen de master bedrijfseconomie. Wij stellen alles in het werk om die opleiding een unieke eigen kwaliteitslabel te geven met een duidelijke inbreng van de bedrijfspraktijk en een inbedding van de fiscaliteit binnen het financiële beheer van ondernemingen. Een andere nieuwigheid is dat de master in de TEW en de master TEW: handelsingenieur vanaf 1 oktober 2015 officieel in het Engels worden gedoceerd. Op die manier willen wij de instroom van studenten op masterniveau internationaliseren en differentiëren. Diezelfde dag gaan ook de vernieuwde bacheloropleidingen in de TEW en in de handelswetenschappen van start. Allebei met een sterker eigen profiel, dat beter inspeelt op de diversiteit van onze studenteninstroom. 2015-2016, alweer een academiejaar om naar uit te kijken! Marc De Clercq, decaan


------- alumni -----------------------

© foto’s: www.deribaucourt.com

High heels, high functions Interview met Lutgart Van den Berghe Het is niet eenvoudig om tijdrovende professionele activiteiten te combineren met een grote familiale verantwoordelijkheid. Lange tijd werd gezegd dat er te weinig vrouwelijke rolmodellen zijn. Maar tegenwoordig worden steeds meer Belgische bedrijven bestuurd door vrouwelijke topmanagers. En of ze rolmodellen zijn! Denk bijvoorbeeld aan Pascale Van Damme, Dominique Leroy, Michèle Sioen, Sonja Rottiers, … Onze redactie sprak met nog zo’n topvrouw: Lutgart Van den Berghe. U werd al vaak verkozen tot de meest invloedrijke zakenvrouw in Nederland. In België bent u iets minder bekend. Aan welke functies hebt u uw status te danken? Mijn origine ligt in de faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit Gent. Toen ik er begon te doctoreren over de economische waardering van de financiële sector, meer bepaald de verzekeringssector, werden de eerste contacten met Nederland gelegd. Daarna werd ik heel snel benoemd aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam. Dat was het begin van mijn Nederlandse journey. En zo ging de bal aan het rollen. Op basis van mijn functie werd ik gevraagd om lid te worden van de Raad van Bestuur van de ING Bank, die toen net was ontstaan uit de fusie van Nationale Nederlanden en Postbank. Via een headhunter in Nederland werd ik lid van de Raad van Bestuur van CSM, een andere beursgenoteerde onderneming. De voorzitter bij het selectiegesprek was tegelijk ook voorzitter van SHV, een niet-beursgenoteerd, maar groot en ambitieus familieconcern. Ook dat bedrijf dat veel activiteiten ontplooide, zowel in Nederland als in het buitenland, vroeg mij om toe te treden. Op die manier had ik mijn derde mandaat vast.

4

VOSEKO magazine

Wat later kwam KLM er nog bij en tot slot trad ik ook toe tot de Raad van Bestuur van Solvay Pharmaceutical. De combinatie van de verschillende functies die ik in Nederland uitoefende, leverde me wellicht de titel van ‘de meest invloedrijke zakenvrouw in Nederland’ op. Hoe voelde het om die titel in de wacht te slepen? Ik heb daar eigenlijk niet te veel belang aan gehecht en ben daar rustig onder gebleven. In het land der blinden is eenoog koning.

andere behoren, is een grote fout die vaak gemaakt wordt. Wanneer iemand een betrekking aanvaardt, kunnen de intrinsieke verschillen zowel overeind blijven als grotendeels verdwijnen. Iemand kan een andere houding of persoonlijkheid aannemen omwille van de functie. Daarom is het geen garantie dat je echt grote, intrinsieke verschillen vindt tussen mannen en vrouwen. Blijven die wél overeind, dan zijn ze uiteraard significant.

Ziet u zichzelf als rolmodel voor andere vrouwen? Een rolmodel zou ik mezelf niet noemen, die term vind ik nogal extreem. Als je iets bereikt, moet je daarvan ook de gevolgen inschatten. Als zakenvrouw moet je je zeer goed weten te organiseren. Het is niet eenvoudig om tijdrovende professionele activiteiten te combineren met een grote familiale verantwoordelijkheid. Je moet je er heel bewust van zijn dat het maken van keuzes altijd met verlies gepaard gaat. Een belangrijk aspect om alles te blijven combineren, is een goede verstandhouding met je partner: samen een vlotte tandem vormen …

Wat zijn de kritische succesfactoren om te slagen? Inzet en volharding. Je pad is bezaaid met veel kansen. Het komt erop aan dat je die weet te grijpen. Houd daarbij ook rekening met de gevolgen. Sommige jobs zijn heel intensief: als je bv. een job aanvaardt met een grote internationale dimensie zal je veel moeten reizen. Dat aspect maakt deel uit van de functie. Op het ogenblik dat je een contract tekent bij een dergelijk bedrijf, moet je weten waar je aan begint. De ultieme succesfactor? Ken jezelf: weet waartoe je in staat bent, weet wat je kan en niet kan, wat je erbij wil nemen en wat niet. Wees je bewust van wat men van je zal verwachten.

Merkt u verschillen op tussen vrouwelijke en mannelijke managers? Er zijn verschillen, voor zover ze natuurlijk bij hun eigenheid blijven. We mogen echter niet vervallen in stereotypen. Het idee dat alle mannen en vrouwen fundamenteel van elkaar verschillen of dat alle mannen tot het ene patroon behoren en alle vrouwen tot het

Merkt u soms dat men meer van u verwacht als vrouw? Dat zou ik niet zo durven zeggen. Misschien dat het vroeger zo was, maar ik denk dat alles nu een stuk neutraler is geworden. Enkelingen maken misschien nog zo’n reflex, maar het gros is gematigd. Dus de verwachtingen zijn tegenwoordig niet zoveel hoger.


Meer vrouwen dan mannen hebben een diploma hoger onderwijs. Deze verhouding weerspiegelt zich niet in topfuncties. Wat is, volgens u, de reden hiervoor? Klassieke bedrijven moeten een genderbeleid ontwikkelen om meer vrouwen te laten doorstromen. In te veel bedrijven hanteert men een soort trapsysteem waarbij de instroom hoog is, maar de uitstroom aanzienlijk is op de hogere niveaus. Dat heeft niet alleen te maken met het machogedrag van de selectie, maar vooral met het natuurlijke uitvalproces dat veroorzaakt wordt doordat vrouwen ook nog een andere – familiale – carrière willen hebben. Vrouwelijke topmanagers zijn de laatste decennia aan een stevige inhaalbeweging bezig. Verklaar? Eerst en vooral wil ik benadrukken dat die inhaalbeweging zeer significant is. Volgens mij zijn hiervoor twee factoren verantwoordelijk. Enerzijds is er de bewustwording in de samenleving, de media en politieke aandacht die ernaar uitgaat. Anderzijds moeten beursgenoteerde bedrijven nu ook bepaalde quota halen binnen hun Raad van Bestuur. Ondernemingen besteden zo meer aandacht aan vrouwelijke bestuurders. Maar dat een dergelijke opstelling ook zonder quota kan slagen, bewijst Finland. Daar zijn vrouwen goed vertegenwoordigd in topfuncties. Hoe zag u doorheen uw carrière de houding van de bedrijfswereld, politici enz. veranderen ten opzichte van vrouwelijk leiderschap? Vroeger waren vrouwelijke leidinggevenden een uitzondering. Nu is er meer aandacht voor

diversiteit. Tegenwoordig maakt men sneller de reflex om vrouwen te promoveren, ook in managementkringen. In de financiële sector verplichten de Europese autoriteiten, meer bepaald de European Banking Authority, alle financiële instellingen om transparant te zijn over hun diversiteitsbeleid. Elk jaar moeten ze publiceren welke acties ze ondernemen om dat beleid waar te maken. Hoe kunnen bedrijven bijdragen tot een betere doorstroming van hun talentvolle jonge, vrouwelijke werknemers? Door te zorgen voor flexibiliteit waardoor de loyaliteit toeneemt! Als je werknemers een flexibele uurregeling geeft die ze kunnen afstemmen op hun gezin, blijven ze bijzonder geëngageerd. In Nederland werd onlangs de wet ‘flexibel werken’ aangekondigd. Iets om door te voeren in België? Bedrijven kunnen deze maatregel hanteren als een positief instrument. Ik zou dit echter niet verplichten, omdat niet elke job en niet elke persoonlijkheid zich daartoe lenen. Welke rol moet de overheid daarin spelen? Ik ben tegen juridische maatregelen om dergelijke doelstellingen te bereiken. De media zijn op dit vlak invloedrijker dan de politiek. Al moet ik toegeven dat de quota essentieel zijn om genderdiversiteit in de bestuursraden te stimuleren.

De toekomst ziet er rooskleurig uit. Al zijn er critici die nu beweren dat vrouwen, bv. door de quota, voorrang krijgen. Ik hoop dat de quota na verloop van tijd afgeschaft worden, zodat het opnemen van vrouwen in het bestuur een natuurlijk proces wordt. Om af te sluiten, welke raad geeft u jonge vrouwen die een carrière ambiëren? Ga ervoor. Geloof in jezelf. Jürgen Hanssens en Ward Reynaert

De ultieme succesfactor? Ken jezelf: weet waartoe je in staat bent, weet wat je kan en niet kan, wat je erbij wil nemen en wat niet.

Hoe ziet u de toekomst voor de huidige generatie aanstormend vrouwelijk talent?

VOSEKO magazine

5


------- alumni -----------------------

Jens Ponnet, aan de slag bij Delaware Singapore Jens Ponnet is oud-student van de FEB. Een jaar geleden vertrok hij naar Singapore om er een divisie van Delaware uit te bouwen. Hoe ben je daar terecht gekomen en wat houdt je job in? Vanaf het moment dat ik bij Delaware Consulting startte als pas afgestudeerde heb ik aangegeven dat ik graag aan een buitenlands project wou meewerken. De eerste twee jaar is dat er helaas niet van gekomen met als gevolg dat ik op zoek was naar meer. Tot Delaware Consulting een nieuwe strategie-oefening hield, waaruit een uitbreiding op de Zuid-Oost Aziatische markt als één der sleutelaspecten resulteerde. Ik heb toen onmiddellijk de vraag gesteld of er een mogelijkheid was om te verhuizen naar Singapore, waar de hoofdentiteit gevestigd is. Uit een paar gesprekken met de lokale partner over de opportuniteiten werd al snel duidelijk dat ik mee aan boord kon om te helpen bij de uitbouw van de ‘Business Insights’ in de regio. De voorbije zes maand zijn we voornamelijk onledig geweest met het bedrijf in de markt te plaatsen voor de nieuwe ‘line of services’ die we aanbieden. In deze fase ligt er vooral een grote focus op sales en presales, gaande van het inlichten van de plaatselijke klanten over het onderhouden van de relaties met onze softwareleverancier tot het organiseren van marketing events om genoeg tractie en naam in de markt te krijgen. We zijn daar reeds aardig in geslaagd, want de eerste projectdeals rollen binnen.

bio Naam -> Jens Ponnet Leeftijd -> 26 Opleiding -> Master of science: Commercial Engineering Huidige positie -> Consultant at Delaware Consulting Hobby’s ->Volleybal, Lopen, Duiken, Netflix …

6

VOSEKO magazine

Verder doe ik ook de rekrutering en opleiding van ons – nog steeds – kleine team om paraat te staan als de eerste projecten van start gaan. Waaraan merk je dat je professioneel in een andere omgeving terecht gekomen bent? In Singapore werk ik in een een totaal andere organisatie-omgeving dan in onze grote Belgische entiteit. Ik was de tweede om hier het team vervoegen, wat me de direct report maakte van de lokale partner. Behalve de grootte van het kantoor, verschilt ook de jobinhoud. Werken in een start-up vergt een heel entrepreneurial mindset omdat je klaar moet zijn voor alles wat jouw kant uitkomt. En dit kan heel divers zijn, gaande van marketing en events organiseren over project management tot rekrutering. Het grote verschil is dat je hier heel snel een bepaald maturiteitsniveau moet halen, terwijl je in België voor eenzelfde jobinhoud jaren de tijd krijgt om de nodige skills te ontwikkelen. Je loopt al eens tegen de lamp, maar je leert uit de gemaakte fouten. Een additioneel uitdagend aspect is dat ik in een heel diverse omgeving ben terechtgekomen. Mijn collega’s in de andere business unit komen bijvoorbeeld uit China, Singapore, de Filipijnen,

India, Frankrijk en Myanmar. Iedere cultuur heeft zo een eigen manier om zaken aan te pakken en dat maakt het net zo uitdagend. Na enige tijd leer je de eigenschappen van elke cultuur kennen en daar ga je jezelf dan op gaan afstemmen om tot een goeie samenwerking te komen. Kan je enkele voorbeelden geven van significante verschillen tussen de Aziatische en de Europese markt, zowel op economisch als sociaal en cultureel vlak? Als ik me focus op Singapore als deel van een groter Aziatisch geheel, dan vraag ik me telkens weer af hoe de overheid er hier in geslaagd is om een gestructureerde en veilige maatschappij te creëren. Op economisch vlak doet Singapore het al decennia lang zeer goed. Dat heeft de overheid in staat gesteld om een land van weinig betekenis, dat trouwens leed onder een opiumepidemie, om te bouwen tot een moderne economische hub in Azië. Ook op sociaal vlak is het hier zeker een schitterende stad om in te wonen. Het is een felbegeerde plaats voor veel expats, die hier van over de hele wereld aanspoelen. Dit maakt Singapore tot één van de meest multiculturele


steden in de wereld. In cultureel opzicht is het een food en shopping maatschappij. Shoppingcenters vind je hier in overvloed aangezien shoppen de favoriete bezigheid is van de lokale bevolking. Door het feit dat hier zoveel culturen samenkomen, die elk hun eigen keuken meebrengen, is er een enorme verscheidenheid op culinair vlak. Ik verwonder me nog steeds over de prijs van alcoholische dranken. Een voorbeeld: een pils kost hier vier keer meer dan in België. De reden is dat de overheid hoge taksen heft op alles wat schade kan berokkenen aan de gezondheid. Sigaretten behoren hier bijvoorbeeld ook toe. Andere goederen en diensten zoals lokaal eten en taxi’s zijn dan wel veel goedkoper. Bereiden we onze studenten aan de faculteit voldoende voor op dergelijke ervaringen? Op dat vlak zijn er zeker nog opportuniteiten: Azië is een zo goed als ‘onaangeraakt’ gebied. Met China en de Filipijnen als koplopers (dixit Bloomberg), heeft deze regio een aantal van de sterkst groeiende economieën in de wereld. Dat maakt het zeker relevant om ‘business in Asia’ uitgebreider aan bod te laten komen. Meer uitwisselingen met landen in de regio zou studenten alvast een flavour geven van Azië en van Singapore in het bijzonder omdat het land heel toegankelijk is voor studenten. Singapore staat bekend om zijn enorme economische groei. Waaraan merk je dit in het dagelijkse leven? De mate waarin bedrijven hier groeien en waarin Singapore zich als land steeds verder ontwikkelt. In Azië groeien bedrijven aan een heel hoog tempo, maar hun systemen groeien meestal niet mee met de organisatie. Daardoor hebben veel bedrijven een achterstand op technologisch vlak ten opzichte van Europese. Dit houdt dan weer mooie opportuniteiten in voor Delaware Consulting. Als land haalt Singapore zijn welvaart uit de sterke economie die maar blijft groeien. Ieder jaar worden in het centraal business district mega development projecten opgezet – een mooi voorbeeld is de nieuwste terminal op Changi airport – met nieuwe wolkenkrabbers die nog meer bedrijven moet huisvesten Singapore is een knap staaltje urban development en dat merk je meteen als je door de stad doolt.

Waarom zouden we werk zoeken in Singapore? Om diverse redenen. Ten eerste wordt Singapore vaak het ‘Azië voor beginners’ genoemd omdat de stadstaat westers aanvoelt. Dit maakt de overstap naar de APAC regio iets gemakkelijker. Ook zijn andere bestemmingen in de omgeving goedkoper dan Singapore, wat toelaat om goedkoop te reizen in de regio. Ten tweede is het sociale leven hier top. Welke goede raad heb je voor mensen die overwegen om naar het buitenland te verhuizen? Heb een open blik. Het is belangrijk om je onder te dompelen in je nieuwe sociale omgeving en deel uit te maken van de hele expatgemeenschap. Connecteer ook met de locals, dit hoort bij de hele buitenlandervaring. Een ander belangrijk element is het zoeken van een goede accommodatie: het is belangrijk dat je een soort tweede thuis creëert. Dit helpt om je ergens te settelen voor een langere periode. Als je gaat samenwonen met andere mensen, is het aangewezen om die te spreken voor je een beslissing neemt. Dit vermijdt frustraties op termijn.

Het grote verschil is dat je hier heel snel een bepaald maturiteitsniveau moet halen, terwijl je in België voor eenzelfde jobinhoud jaren de tijd krijgt om de nodige skills te ontwikkelen.

Wat zijn de toekomstplannen? Mijn intentie is om twee jaar te blijven om iets op te bouwen dat stabiel is en waarop ik later met trots kan terugkijken. Hoewel ik moet toegeven dat ik al veel mensen ontmoet heb die ook dergelijke initiële plannen hadden, maar die hier toch al langer zijn. Deze plaats heeft een zekere aantrekkingskracht die mensen hier houdt. Het valt moeilijk te beschrijven wat het is, maar ik denk dat mensen hier een soort ‘safe haven’ vinden. vincent van peteghem

VOSEKO magazine

7


------- onderzoek -----------------------

Ervaring als jobstudent geen pluspunt bij het solliciteren stijn baert © foto: Hilde Christiaens

Hogeschool- en universiteitsstudenten hebben de voorbije zomer weer massaal vakantiejobs uitgeoefend. Op die manier doen ze niet enkel praktische ervaring op, ze verdienen ook geld, breiden hun netwerk uit en verhogen hun kansen op een ‘echte’ job. Nieuw onderzoek van Stijn Baert, Eddy Omey, Olivier Rotsaert en Dieter Verhaest bracht aan het licht dat een studentenjob niet altijd een positieve invloed heeft op het scoren van een job. Integendeel, in sommige gevallen zou een studentenjob zelfs de kansen op een sollicitatiegesprek verminderen. Bij het begin van een sollicitatieproces houden de positieve en negatieve aspecten van studentenarbeid elkaar in elk geval in evenwicht. We interviewden onderzoeker Stijn Baert.

Wat was jouw motivatie om deze studie uit te voeren? In veel OESO-landen is een studentenjob tijdens het academiejaar of tijdens de zomervakantie de norm voor een meerderheid van de jongeren. Maar de specifieke vakantiejob waar een student voor kiest, kan ook een invloed hebben op lange termijn … De vraag rijst of het zinvol is om de combinatie van studeren en werken te stimuleren of niet. Wat in veel OESO-landen ook effectief gebeurt. Dieper inzicht in of, waarom en wanneer een studentenjob bijdraagt tot gunstige resultaten op de arbeidsmarkt, is nodig om de bovenstaande vraag op de juiste manier te kunnen beantwoorden. Wat is zo vernieuwend aan jullie onderzoek? Voor de meeste voorgaande studies over studentenwerk in relatie tot latere werkgelegenheid valt het te betwijfelen of we de resultaten causaal mogen interpreteren. Dit ligt aan de onderzoeksmethodes die moesten vertrouwen op enquêteresultaten en administratieve data.

8

VOSEKO magazine

Voorgaande onderzoeksresultaten weerspiegelen mogelijk verschillen in de motivatie van de potentiële werknemer; kenmerken die onmogelijk te observeren zijn voor een onderzoeker. Dit zijn factoren die zowel de kans op studentenarbeid als de kans op later succes op de arbeidsmarkt beïnvloeden. De experimentele opstelling van ons onderzoek stelt ons in staat om de resultaten te bestuderen voor vergelijkbare sollicitanten met én zonder werkervaring als jobstudent. Kan je die experimentele opzet toelichten?

vakantiejob uit die niets te maken had met zijn studies. Een derde fictieve persoon had een soortgelijke ervaring, maar dan gedurende het academiejaar. De laatste kandidaat oefende twee jaar een vakantiejob uit die wél een link had met zijn studies en dus ook met de vacature waarvoor hij solliciteerde. Door de daaropvolgende reacties van de potentiële werkgever te monitoren via e-mail of voicemail, identificeerden we een ongelijke behandeling van sollicitanten met werkervaring als jobstudent.

We stuurden 1.008 fictieve sollicitaties uit voor de beroepen van handarbeider, administratief bediende, laborant en management assistant. De ‘kandidaten’ waren steeds mannelijk en beschikten over de juiste kwalificaties. De vier cv’s verschilden in details en lay-out, maar waren volledig vergelijkbaar qua inhoud. Het enige afwijkende element was de werkervaring als jobstudent die we willekeurig toevoegden aan de sollicitaties.

Hoeveel uren spendeerde het team aan de verwerking meer dan duizend sollicitaties?

Zo had één kandidaat geen enkele werkervaring. Een tweede oefende twee jaar een

Over het algemeen had de vermelding van studentenarbeid bij het solliciteren geen

Tot objectieve resultaten komen, heeft inderdaad een kostprijs … Ik schat dat we tussen de twee à drie ‘man-maanden’ (i.p.v. man-uren, n.v.d.r.) hebben geïnvesteerd in de gegevensverzameling. Welke waren de belangrijkste bevindingen?


De experimentele opstelling van ons onderzoek stelt ons in staat om de resultaten te bestuderen voor vergelijkbare sollicitanten met én zonder werkervaring als jobstudent.

uitgesproken positief of negatief effect. We stelden wel nadelige gevolgen vast bij bepaalde subgroepen. Wie bv. solliciteerde voor een job in de industriële sector had een vierde minder kans op een positieve reactie bij de mededeling van de ervaring als jobstudent. Verrassend genoeg maakte het geen verschil of de afgestudeerde zijn studentenjob tijdens het academiejaar of tijdens de zomer uitvoerde. In het eerste geval bewijst de student nochtans dat hij erin slaagt om werk en studies succesvol te combineren. Waarom lijken werkgevers die werkervaring niet te waarderen? Hier zijn twee economische theorieën relevant: de ‘Human Capital Theory’ en de ‘Signalling Theory’. Volgens de eerste theorie kan de werkervaring van een student een positief of negatief effect hebben op het menselijk kapitaal van de jobkandidaat. Aan de ene kant kan een studentenjob relevante hard en soft skills opleveren. Aan de andere kant kan het een drempel zijn om het maximum uit de studies te halen.

Volgens de tweede theorie kunnen werkgevers studentenarbeid (verkeerd) interpreteren als een signaal van kenmerken die op basis van een schriftelijke sollicitatie onbekend zijn: werkmotivatie enerzijds en een desinteresse in studies en/of een lagere sociaaleconomische afkomst anderzijds.

zomervakanties snoepverkoper bij Kinepolis. Tijdens mijn laatste vakantiejob hielp ik bij de inschrijvingen aan Universiteit Gent. Geen idee hoe mijn carrière zou geëvolueerd zijn, mocht ik geen vakantiejobs gedaan hebben … (lacht)

Raad je studenten dan aan om géén vakantiejob te doen? Helemaal niet! Studenten hebben vaak andere motivaties dan arbeidsmarktperspectieven – bv. geld verdienen – om voor een studentenjob te kiezen. Daarnaast keken we in het onderzoek enkel naar de eerste stappen om een job te krijgen; de eerste call-back na het solliciteren voor een vacature. Eénmaal je een job hebt, kan ervaring helpen om geselecteerd te worden of promotie te maken. Dit is voer voor verder onderzoek … Deed je zelf eigenlijk een vakantiejob? Haha … Ja, ik heb nog vakantiewerk gedaan. Ik werkte twee zomers als administratief bediende bij Eurotronics en ik was twee

VOSEKO magazine

9


Bio Willem Standaert + Diploma -> Master in de toegepaste economische wetenschappen: handelsingenieur (UGent, 2009) + Doctoraat -> Effectiveness of Communication Technologies for Distributed Business Meetings (2015) (Promotoren: Prof. dr. Steve Muylle & Prof. dr. Amit Basu) + Positie -> Sinds 2009 assistent bij de vakgroep Marketing Onderzoek gepubliceerd in Electronic Commerce Research and Applications en Information Technology and Management.

De beschikbaarheid van meerdere communicatietechnologieën voor business meetings, met elk hun verschillende kosten en functionaliteiten ten opzichte van een face-to-face setting, doet de vraag rijzen hoe een meeting organisator een effectieve keuze kan maken tussen deze opties.

10

VOSEKO magazine

5

Een beslissing nemen

4

3.5

Effectiviteit van business meeting modes De resultaten tonen aan dat de effectiviteit van meeting modes over het algemeen toeneemt met de mate van functionaliteit die ze bieden. Echter, meer functionaliteit is niet voor elke doelstelling nuttig. De figuur geeft de meeting mode effectiviteitsscore weer (op een schaal van 1-5) voor vier van de negentien bestudeerde meeting doelstellingen. Voor een eerste doelstelling, informatie uitwisselen [–], zijn er geen verschillen in effectiviteit, wat impliceert dat audio-conferencing volstaat. Voor een tweede doelstelling, een beslissing nemen [–], stijgt de effectiviteit met de functionaliteit van de modes. Voor een derde doelstelling, een oplossing voor een probleem vinden [–], lijken alle communicatietechnologieën minder effectief dan de face-to-face setting. Tot slot, voor het opbouwen van vertrouwen

Informa-e uitwisselen

4.5

3

audio-­‐conferencing

video-­‐conferencing

Een oplossing voor een probleem vinden Opbouwen van vertrouwen en rela-es

telepresence

face-to-face

Telepresence technologie maakt het mogelijk dat deelnemers op afstand elkaar zien in ware levensgrootte. Ze hebben oogcontact, hun stemmen komen uit de richting van het beeld en het lijkt alsof de gebruikers werkelijk aanwezig zijn. Telepresence meeting deelnemers worden ondergedompeld in een levensechte ervaring, met de bedoeling hen te doen vergeten dat ze niet daadwerkelijk fysiek aanwezig zijn bij elkaar.

Effec5viteit

en relaties [–], neemt de effectiviteit van de communicatietechnologieën sterk toe met de graad van functionaliteit die ze bieden en face-to-face lijkt zelfs iets minder effectief dan telepresence. Afhankelijk van de doelstellingen, kan communicatietechnologie dus een kosten-effectief alternatief bieden voor een face-to-face meeting.

telepresence

Business meetings zijn een cruciaal onderdeel van het bedrijfsleven. Aangezien bedrijfsactiviteiten steeds meer geografisch verspreid zijn, bevinden deelnemers van een vergadering zich vaak op een fysieke afstand van elkaar. Het gebruik van communicatietechnologie voor meetings op afstand is een goedkoper en milieuvriendelijker alternatief voor de traditionele face-to-face setting. Audio- en videoconferencing zijn veelgebruikte technologieën voor meetings; een recentere technologie is telepresence.

Doctoraatsopzet Business meetings worden georganiseerd om een waaier aan doelstellingen te bereiken: uitwisseling van informatie, beslissingen nemen, problemen oplossen, een relatie opbouwen. Het doel van het doctoraat is de effectiviteit van vier meeting modes, nl. audio-conferencing, video-conferencing, telepresence, faceto-face te onderzoeken. Daartoe werden vier studies uitgevoerd bij drie grote bedrijven die wereldwijd actief zijn en waar bovendien alle werknemers toegang hebben tot de vier meeting modes. In totaal namen meer dan 2.000 business meeting organisatoren deel. Zij vulden elk een online vragenlijst in.

video-conferencing

Het effectieve gebruik van communicatietechnologie in business meetings

audio-conferencing

------- onderzoek -----------------------

Doctorandus in de kijker

face-­‐to-­‐face

Meeting mode effectiviteit voor vier doelstellingen

Invloed van meeting mode functionaliteit, aantal deelnemers en duur van de meeting Om verschillen in meeting mode effectiviteit te verklaren, bestudeert dit doctoraat het belang ervan voor verschillende doelstellingen. Bijvoorbeeld, voor het opbouwen van vertrouwen en relaties, zijn ‘het gevoel hebben in een gedeelde ruimte te zijn’, ‘lichaamstaal en gebaren van deelnemers zien’ en ‘oogcontact hebben’ belangrijk, wat verklaart waarom telepresence en face-to-face meer effectief zijn dan audio- en video-conferencing. Voor het uitwisselen van informatie daarentegen, zijn enkel ‘de stemmen van de deelnemers horen’ en ‘gedeelde computer schermen en/of werkruimtes gebruiken’ van


Het gebruik van communicatietechnologie voor meetings op afstand

Onderzoeker aan het woord

is een goedkoper en

Bio Greet Van Hoye

milieuvriendelijker

+ Diploma’s -> Master in de Psychologie, optie Bedrijfspsychologie en Personeelsbeleid (UGent, 1999); Master in de Meertalige Bedrijfscommunicatie (UGent, 2000); Doctor in de Psychologische Wetenschappen (UGent, 2006) + Professioneel -> Docent Human Resource Management bij de vakgroep Personeels- en Organisatiemanagement

alternatief voor de traditionele faceto-face setting. belang, wat verklaart waarom audio-conferencing lijkt te volstaan. Het aantal meeting deelnemers heeft een beperkte invloed op de effectiviteit van meeting modes. Echter, een groter aantal deelnemers is vaak negatief gerelateerd aan de meeting mode effectiviteit. De invloed van de duur van de meeting hangt af van de gebruikte meeting mode: negatief voor audio- en video-conferencing en positief voor telepresence en face-toface meetings. Praktische implicaties van het doctoraat De lijst van meeting doelstellingen kan managers helpen bij het plannen van meetings en het voorbereiden van meeting agenda’s. De resultaten bieden een leidraad voor het kiezen van een meeting mode met zijn overeenkomende functionaliteit. De meeting organisator moet waken over het aantal deelnemers en dient ook de duurtijd weloverwogen af te bakenen. Het onderzoek wijst uit dat een bedrijf training kan voorzien voor zijn werknemers of een tool kan bouwen die aanbevelingen geeft op het vlak van meeting mode en duur in functie van de geplande doelstellingen en het aantal deelnemers. Investeren in telepresence systemen kan significante besparingen opleveren voor bedrijven met een grote geografische verspreiding. Omdat bedrijven tegenwoordig steeds sneller op een grote, globale schaal tegen een lage kost moeten handelen, zal de praktische relevantie van dit onderzoek in de toekomst alleen maar toenemen.

‘Betrek huidige medewerkers als ambassadeur bij de rekrutering van nieuwe medewerkers.’ War for talent Steeds meer organisaties beseffen dat hun menselijk kapitaal hun voornaamste competitief voordeel vormt. Het aantrekken en behouden van getalenteerd personeel is cruciaal voor het succes van organisaties. De demografische evoluties op de arbeidsmarkt en het toenemende aantal knelpuntberoepen dragen bij tot een echte ‘war for talent’. Daarom neemt het strategisch belang van rekrutering als determinant van personeelsinstroom toe. Dit sluit aan bij het toegenomen belang van employer branding, waarbij organisaties een aantrekkelijk én onderscheidend imago als werkgever willen creëren, zowel bij toekomstige als huidige medewerkers. Betrokkenheid huidige medewerkers Uit mijn onderzoek blijkt dat het actief betrekken van huidige medewerkers bij de rekrutering van nieuwe zelfs één van de meest effectieve manieren is om de toegevoegde waarde van rekrutering te vergroten. Zo vragen werkgevers aan werknemers om hun netwerk aan te spreken, om vacatures door te sturen of te posten op sociale media, om te getuigen over hun eigen werkervaringen. Deze positieve mond-tot-mond communicatie of ‘employee word-of-mouth’, heeft een significant grotere invloed op de aantrekkelijkheid van organisaties als werkgever dan bv.

een personeelsadvertentie of rekruteringssite. Centraal hierbij staat de geloofwaardigheid van medewerkers als bron van realistische informatie. Ook na aanwerving blijken mensen geworven via andere medewerkers meer tevreden te zijn, beter te presteren en langer bij de organisatie te blijven. Financiële boni als stimuli Tot op heden weten we nog onvoldoende hoe een organisatie medewerkers kan motiveren om op te treden als ambassadeurs van haar ‘employer brand’, alsook welke gevolgen dit heeft voor de organisatie, de huidige én de potentiële medewerkers. Dit is een belangrijke focus voor mijn toekomstig onderzoek. Zo reiken heel wat organisaties een financiële bonus uit wanneer een verwijzing door een medewerker tot een succesvolle aanwerving leidt. Helaas is er nog weinig bekend over de effectiviteit van dergelijke referral bonus programma’s. In een studie toonde ik aan dat medewerkers die hun organisatie als werkgever aanbevelen, dit vooral doen om anderen aan een goede job te helpen en omdat ze zelf tevreden zijn en veel minder omwille van een eventuele bonus. Anderzijds stelde ik vast dat als sollicitanten weet hebben van een dergelijke bonus, dit zelfs de credibiliteit en impact van mond-aan-mond communicatie kan schaden. Voldoende voer voor verder onderzoek!

VOSEKO magazine

11


------- onderzoek -----------------------

Bedrijfsprestaties verbeteren met brain tweaks Bij steeds meer organisaties verschuift de aandacht van het eindproduct naar het volledige proces, gaande van ontwikkeling en planning over productie en levering naar facturatie, nazorg, enz. Een naadloze afstemming en maximale optimalisatie van deze werkwijze dringt zich op. Procesmodellen zijn hierbij zeer nuttig. ‘Bedrijven besteden tegenwoordig veel geld en moeite aan het in kaart brengen van hun bestaande processen aan de hand van dergelijke modellen, welke worden gebruikt voor documentatie, communicatie en optimalisatie’. Aldus doctorandus Jan Claes, die in zijn doctoraatsonderzoek de nodige kennis verzamelde om organisaties te helpen bij het correct en volledig vastleggen van de voorhanden zijnde kennis in procesmodellen. Een theorie over procesmodelleren In de eerste fase gingen we na hoe mensen een proces vastleggen. Daarbij verzamelden we gegevens over 940 unieke modelleersessies. Teneinde patronen te ontdekken in de werkwijze van modelleurs, werden de gegevens grafisch voorgesteld via een zelf ontworpen methode. Niet minder dan 27 modelleerpatronen werden gedistilleerd en beschreven. Vier daarvan zijn in detail bestudeerd. ‘We gingen enerzijds na welke geobserveerde werkwijzen tot een goed resultaat leidden en anderzijds waarom dat al dan niet het geval was. Vanuit de cognitieve psychologie, de wetenschap die probeert te verklaren hoe onze hersenen werken, vond het onderzoeksteam mogelijke verklaringen en werd een eigen theorie opgesteld: de Structured Process Modeling Theory (SPMT). Vanuit de opgebouwde kennis wordt een concrete modelleerwerkwijze afgeleid waarbij de hersenen optimaal worden gebruikt. Later kan deze werkwijze worden veralgemeend naar andere vormen van problem

solving, zoals programmeren of schrijven van complexe teksten. Persoonlijke en culturele verschillen Wanneer mensen een complexe taak aanvatten, worden zij al snel gehinderd door de beperkte capaciteit van hun werkgeheugen: ze kunnen niet alle nodige informatie tegelijk verwerken. Daarom splitsen de meesten taken op in eenvoudigere deeltaken die ze achtereenvolgens in plaats van tegelijkertijd aanpakken. Meestal is dit een goede werkwijze, maar het probleem wordt gedeeltelijk verschoven naar de fase waarin de hersenen moeten uitzoeken welke deeltaken nodig zijn, in welke volgorde ze uitgevoerd moeten worden en hoe de resultaten van de ene taak gebruikt kunnen worden voor de andere. Daarom ontwikkelen mensen strategieën over de manier van opsplitsen in deeltaken en het beheren ervan. Deze strategieën zijn meestal aangeleerd en worden veelal niet afgestemd op de persoon die ze moet uitvoeren. Denk bijvoorbeeld aan het feit dat men in Europa anders leert vermenigvuldigen dan in China. Daar waar bij ons deelvermenigvuldigingen opgeteld worden, wordt in China een grafische aanpak met kruisende lijnen gehanteerd. Er bestaan echter reeds geruime tijd theorieën, zoals de Cognitive Fit Theory, die aangeven dat mensen bepaalde intrinsieke cognitieve sterktes en voorkeuren hebben en dat zij daarom best een werkwijze gebruiken die daarbij past. Deze theorieën verklaren de verschillen in de resultaten van de onderzoeksobservaties. De SPMT geeft aan dat je beter en efficiënter modelleert wanneer je (1) deeltaken definieert (2) die volgens een consistente strategie bepaald worden (3) die past bij jouw cognitief profiel.

bio Jan Claes (33) is assistent en doctoraatsstudent bij de onderzoeksgroep Beleidsinformatica (UGent) en promovendus bij de onderzoeksgroep Information Systems (Technische Universiteit Eindhoven). Zijn dubbeldoctoraat is getiteld ‘Investigating the Process of Process Modeling and its Relation to Modeling Quality – The Role of Structured Serialization.’ Meer informatie over zijn onderzoek vind je op www.janclaes.info.

12

VOSEKO magazine

Informatieverwerking, abstractie en structuur Drie factoren bepalen welke modelleerstrategie het best bij jou past. Jouw leerstijl geeft aan in welke volgorde je informatie verwerkt. Sequentiële leerders verwerken informatie in de volgorde zoals ze wordt aangeboden. Van nature kiezen zij er bijvoorbeeld voor om krantenartikels volledig, van voor naar achter te lezen of om cursussen hoofdstuk per hoofdstuk, in volgorde te studeren. Globale leerders proberen eerst een algemeen beeld te vormen door stukjes informatie bij elkaar te zoeken en gaandeweg meer details op te nemen. Zij scannen misschien eerst de titels en subtitels in teksten vooraleer ze de paragrafen lezen. De tweede factor is je abstractievermogen. De techniek die je kiest om deeltaken te definiëren moet rekening houden met hoe ver je kan gaan in het tijdelijk negeren van bepaalde informatie. Tot slot speelt ook je verlangen naar en nood aan structuur een grote rol. Hoe meer nood je hebt aan structuur, hoe belangrijker het is om de juiste strategie te kiezen. Jan Claes

Wil je zelf aan de slag met deze kennis? Kom naar het seminarie ter gelegenheid van de doctoraatsverdediging van Jan Claes op 1 december 2015 in auditorium André Devreker (FEB, Tweekerkenstraat 2, 9000 Gent). 18:30 – 19:30 | DEEL 1. Via gratis deelname aan de testen kom je direct aan de weet wat jouw cognitief profiel is (optioneel). 20:00 – 22:00 | DEEL 2. Je verneemt alle details over het onderzoek en je leert hoe jouw hersenen werken en op welke manier je problemen kan aanpakken, alsook hoe je deze kennis kan gebruiken om beter te kunnen studeren, programmeren, modelleren, schrijven, analyseren, … Vertaal de algemene uitleg naar jouw persoonlijke situatie aan de hand van de resultaten uit het eerste deel. Voor inschrijvingen of inlichtingen, surf snel naar www.janclaes.info/phdseminar!


(2) ---- Workshop Tax Facts

Op 19 mei vierden ruim 160 studenten het indienen van hun masterproef op de terrassen van de FEB. Dat het helemaal geen barbecueweer was, lieten de genodigden niet aan hun hart komen. Het evenement was een schot in de roos. In aanwezigheid van het dagelijks bestuur, een aantal FEB-medewerkers en de decaan, werden de aankomende examens even vergeten en de zomervakantie met alle bijhorende reisjes en festivals voorbereid. Met drie stukken vlees en een uitgebreid buffet bood het event alvast een stevige fond voor wie nadien nog het nachtleven indook.

Op 15 juni gaf Pieter Debbaut, expert personenbelasting en mede­ auteur van de belastinggids van uitgeverij Pelckmans, een workshop rond ‘Tax Facts’. Drie belangrijke items kwamen aan bod: wonen, werken en pensioen. Pieter gaf concrete tips voor het invullen van de belastingbrief; ook stelde hij de nodige tools voor om 45 enthousiaste Voseko-leden te helpen bij het optimaliseren van hun aangifte. Iedereen kreeg een belastinggids mee om zichzelf verder om te scholen tot Tax Expert. Gelet op het succes van de workshop en het enthousiasme onder de deelnemers, wordt ‘Tax Facts’ ongetwijfeld een vaste waarde op de VOSEKO-kalender.

VOSEKO magazine

13

------- terugblik -----------------------

(1) ---- Master BBQ


------- studenten -----------------------

Selfie met John, Kasper en Stephanie Van Houtven

FEB-student op stage bij FEB-alumnus In het kader van de stage, voorzien in het curriculum Bestuurskunde en Publiek Management, ging ‘politiek beest’ Kasper Vanpoucke negen weken ervaring opdoen bij John Crombez, toen nog sp.a fractievoorzitter in het Vlaams Parlement. Terwijl de student vertelt over zijn ervaring, evalueert de stagebegeleider de kwaliteiten van zijn pupil … Kasper, vanwaar komt jouw interesse voor politiek? Waarom sp.a? Ik was bijzonder opgetogen omdat ik op het einde van mijn opleiding bestuurskunde en public management de kans kreeg om zelf een stageplaats aan te brengen. Ik wist onmiddellijk dat ik een interessante werkplek zou zoeken met politiek-bestuurskundige invalshoeken. Mijn engagement en drive voor politiek zijn er al heel erg vroeg gekomen. Ik was nog heel jong tijdens de paarse jaren van Steve Stevaert en de ‘teletubbies’. In die periode trad sp.a, als links-progressieve partij én als ploeg sterk naar voren. Vanaf dat ogenblik is die partij mij blijven boeien en inspireren om te strijden voor meer sociale rechtvaardigheid. Gaandeweg heb ik daarin zelf mijn weg gevonden. Ik had geen politiek actieve ouders of familie. Al kon ik ze, nadat ik zelf eerst lid werd op mijn 15de, ook wel overtuigen om aan te sluiten bij sp.a en ze hebben me daarin altijd gesteund. Een aantal jaren geleden heb ik bv. als voorzitter ook het Vlaams Jeugdparlement (VJP) mee op poten gezet. Met een heel sterk team jonge vrijwilligers en in samenwerking met het Vlaams Parlement en het Vlaams Ministerie van Jeugd, konden we zo het parlement voor een keer vullen met jongeren die – bewust! – heel erg divers werden gerekruteerd en geselecteerd. Die ervaringen uit de simulatie en ook de contacten die eruit resulteerden, kwamen goed van pas tijdens de stage. Ik had eerder al de kans gekregen om wat ‘politieke werkervaring’ op te doen op de kabinetten van toenmalig Vlaams Minister Kathleen Van Brempt, Vlaams Volksvertegenwoordiger Caroline Gennez en Leuvens’ burgervader Louis Tobback en ik deed zelf ook al mee aan verkiezingen. Dat ik nu opnieuw een kans kreeg om studies én passie te combineren, deed me natuurlijk meteen denken aan een interessante stageplaats. Hoe ben je dan bij de sp.a fractieleider terechtgekomen? Een jaar voor de aanvang van de stage – van voorzittersverkiezingen was toen nog geen sprake – polste ik al eens bij John Crombez of zo’n stage bij hem in het parlement mogelijk zou zijn. John ging meteen akkoord en bood me zo de kans om mijn politieke vaardigheden verder aan te scherpen, vooral door hem zelf nauw te kunnen meevolgen en ook door heel wat studiewerk. De achtergrond die ik meekreeg vanuit de opleiding BPM betekende een belangrijke meerwaarde. Toen ik bv. de kans kreeg om de besprekingen over de integratie van OCMW’s in de gemeentebesturen van nabij op te volgen in het parlement, stelde ik vast dat de naam van ‘onze’ prof. Filip De Rynck nogal eens viel en zijn visie ter zake daarbij nogal eens aan bod kwam. Zo werd ook duidelijk dat naast de bestuurskundige, academische invalshoek er ook een politieke,

14

VOSEKO magazine

inhoudelijke invalshoek is die soms andere accenten legt. Je leert afwegingen maken rond effectiviteit van structuren en van inhoudelijk beleid.

Kasper: ‘Je leert afwegingen maken rond effectiviteit van structuren en van inhoudelijk beleid’.

Hoe heb je die leerperiode ervaren? Van bij het begin kreeg ik veel vertrouwen en vrijheid. Daardoor had ik ook de ruimte om zelf ideeën aan te brengen. John nam me ook meteen mee naar zijn vele uiteenlopende afspraken. Ik mocht overal bij zijn. Zo zal ik een kort bezoek aan een rood seniorenfeest in Mechelen, tussen wat meer serieuze afspraken in, nooit vergeten! Op de tonen van Vlaamse schlagers vroegen opvallend veel mensen of ik soms zijn jongere broer was. Die vraag bleef nadien ook elders wel eens opduiken. Een stagiair als ‘stand-in’; het had wel praktisch kunnen zijn, vooral ook omdat de stageperiode samenviel met de voorzittersverkiezingen bij sp.a, wat het meteen ook een van de meest hectische periodes maakte. Naast het parlementaire werk, bood die ervaring natuurlijk ook een extra meerwaarde aan leerkansen en opportuniteiten. John en zijn sterk team medewerkers brachten veel gedrevenheid en vuur in de fractiewerking. Het was dan ook een genoegen om in dat team te mogen meewerken aan een vurige oppositie in het parlement. John kan goed mensen samenbrengen en ze als groep het beste van zichzelf laten geven. De sfeer op de fractie zat, zonder overdrijven, dan ook écht goed. Op voorbereidende vergaderingen en bijeenkomsten voor debatten in het parlement of daarbuiten, leerde ik ook veel bij over politieke communicatie, waarover ik trouwens ook een analyseopdracht uitschreef. Kortom: mijn stage gaf me een unieke inkijk in politieke communicatie en parlementaire werking en zorgde voor een ervaring die ik ook na mijn studies zeker nog zal meedragen!


John, Kasper, Yasmine Kherbache, Maya Detiège, Stephanie Van Houtven en partijmedewerkers: ‘even uitblazen na huisbezoeken en marktbezoek in de volkswijken van Borgerhout’.

Mijnheer de voorzitter, welke zijn Kaspers grootste kwaliteiten en tekortkomingen? Een grote kwaliteit is zonder twijfel zijn passie voor politiek en zijn daaruit voortkomende gedrevenheid om dingen op te pikken en te leren. Kasper was zeer flexibel en altijd bereid om tijd te maken voor afspraken en taken, ongeacht het moment. Hij is zeer sociaal en in het geheel niet verlegen. Hij spreekt probleemloos onbekende mensen aan. Tijdens de stageperiode heeft hij ook deelgenomen aan een debatwedstrijd van de jongsocialisten, waarbij één van mijn medewerkers in de jury zat en een andere als coach fungeerde. Zij hebben mij verteld dat hij zich, zonder zichtbare vrees, in de discussie smeet en fel van leer trok over thema’s als rekeningrijden, taxshift en universeel basisinkomen. Dat tekent hem: hij heeft lef. Net als elke andere mens is Kasper niet zonder tekortkomingen. Al wegen zijn kwaliteiten duidelijk door. Hij zou nog meer aandacht moeten hebben om materie inhoudelijk rustig uit te werken, wat vereist dat hij in stilte dossiers doorneemt, tot in de minder opwindende details.‎ Door een doorgedreven focus kan je je nog meer specialiseren in bepaalde dossiers en kan je zo zorgen dat je over dat thema een referentie wordt. Kasper is nogal makkelijk afgeleid door de mediatieke, strategische en spannende facetten van politiek. Dat is een normale en veel voorkomende verleiding in deze wereld. Maar ik twijfel er niet aan dat hij die hindernis nog zal nemen. Heeft hij een toekomst als politicus? Je kunt op verschillende manieren actief zijn in de politiek: als adviseur of medewerker achter de schermen, als lokale mandataris of als gekozene op het Vlaamse, federale of Europese niveau. Kasper beschikt over de nodige eigenschappen en talenten om politiek actief te zijn. In welke functie voor of achter de schermen zal in eerste instantie afhangen van hoe hij zichzelf ziet in zijn professionele leven.

John: ‘Door een doorgedreven focus kan je je nog meer specialiseren in bepaalde dossiers en kan je zo zorgen dat je over dat thema een referentie wordt’.

Hoe voelt het om uitdager te zijn bij de voorzittersverkiezingen? Uitdager zijn bij voorzittersverkiezingen binnen de eigen partij is ver van vanzelfsprekend. Het feit dat je tegenstrever een partijgenoot is en dus iemand met wie je een verleden en een gedachtegoed deelt, maakt de zaken zo mogelijk nog intenser dan een verkiezing tegen personen of partijen die veel verder van je afstaan. Ook het feit dat je tegenstrever je eigen voorzitter is, is natuurlijk een vreemde situatie. Toch is dat alles – niettegenstaande de heisa in de media – hoffelijk verlopen. Uiteraard was er strijd, en uiteraard was die intens. Maar hij was ook inhoudelijk – wij hebben wel degelijk verschillende opvattingen over de structuur en bepaalde concrete thema’s. En we hebben die verschillen kunnen voorleggen aan de leden van onze partij. Het is goed geweest dat onze leden die democratische keuze hadden, en ik beschouw deze verkiezingen als een belangrijke stap in de richting van een steeds verdergaande democratisering van onze partij. Wat is uw goede raad als oud-student van de FEB aan de FEB-student? Wel, het zal u misschien verbazen, maar dat is voor mij geen eenvoudige vraag. Ik heb aan de FEB namelijk een echt studentenleven geleid. Mijn ‘extra-curriculaire’ activiteiten, zoals muziek spelen en discussiëren op café, waren minstens even belangrijk als de lessen en de cursussen. Ik heb ongelooflijk veel geleerd en kennis opgezogen op de universiteitsbanken en achter mijn bureautje op kot. Maar ik heb minstens evenveel onmisbare kennis en veel meer levenservaring opgedaan in de straten en kroegen van Gent. Ik zou je als student dus aanraden om, behalve je op de lessen en de boeken te storten, ook volop te genieten van die periode die achteraf de ‘vrijste en mooiste van je leven’ zal blijken te zijn. Myriam De Bruyne

VOSEKO magazine

15


------- studenten -----------------------

foto © Stad Gent

Handelswetenschapper Maxim Sergeant is Student Ghentrepreneur 2015 De lustrumeditie van de door de stad Gent georganiseerde verkiezing van ‘Dé Gentse StudentOndernemer’, werd gewonnen door Maxim Sergeant. Het online bestelplatform Bakkersonline van de student handelswetenschappen haalde het omwille van ‘het doordacht concept, zijn doorzettingsvermogen en eindeloze enthousiasme.’ Aldus Gents schepen van Economie Mathias De Clercq tijdens het slotevent op 4 mei in Vooruit. Welgemeende felicitaties, Maxim. Wat is Bakkersonline? Het is een online bestelplatform voor bakkers in België, Frankrijk en Nederland, die zo op een betaalbare manier mee op de e-kar kunnen springen. De klant plaatst zijn bestelling door producten aan te klikken op de webshop van de bakker. Ook geeft hij aan wanneer hij de broden en de taart komt ophalen en hij betaalt online. De bakker ontvangt de bestelling op een overzichtelijke manier en het platform is gekoppeld aan het kassasysteem. Je fungeert nu als rolmodel voor de Gentse student-ondernemer. Hoe ga je die taak invullen? Ik ben ervan overtuigd dat ik andere studenten die geïnteresseerd zijn in ondernemen, kan motiveren om in het Gentse ondernemingsverhaal te stappen. Puttend uit de ervaringen die ik de afgelopen jaren heb opgedaan, kan ik bruikbare tips geven. Ik neem graag de tijd voor coaching, alsook om advies te geven inzake businessplannen. Ik slaag er al drie jaar in een succesvolle en groeiende onderneming te combineren met mijn studies en stel mijn knowhow graag ter beschikking van mijn medestudenten. Welke toekomst zie je voor het ondernemerschap in Gent? Welke zijn jouw strategische doelen voor de komende jaren en hoe denk je die te halen? Gent is hét Sillicon Valley van Europa. In de Arteveldestad is een schat aan technologische knowhow verzameld, hier werken tal van

16

VOSEKO magazine

topprogrammeurs én die typerende ondernemende vibe is hier manifest aanwezig. Ik plan in elk geval geen delokalisatie van mijn activiteiten. Integendeel. De komende jaren wil ik mijn business verder uitbreiden vanuit piloot­ stad Gent. De eerstvolgende stap is het uitrollen van een volledig delivery systeem voor de Gentse local fresh-food business. Andere jonge ondernemers inspireren en zelf geïnspireerd worden zal ook een doel blijven. Ik wil blijven ontdekken wat de digitale wereld ondernemers te bieden heeft en zal daarop inspelen. Bovenstaande strategische doelen wil ik bereiken via een analytische aanpak van problemen en opportuniteiten, door te volharden en maatschappelijk verantwoord te ondernemen en last but not least door te blijven luisteren naar mijn klanten. Klantgericht ondernemen én een grote dosis enthousiasme zullen mij helpen bij het realiseren van mijn doelen. Ondernemen zit je blijkbaar in het bloed. Ben je het met de paplepel ingegeven? Ondernemen was voor mij nooit een keuze, het was een roeping. Ik kom nochtans niet uit een ondernemende familie. Op mijn 9de verkocht ik de meeste paaseieren van alle scouts, op mijn 11de presenteerde ik een kinder­poëzieshow ter voordele van de tsunamislachtoffers, sedert mijn 13de ben ik vrijwilliger bij Boombal vzw en Boombalfestival vzw, waar ik ondertussen coördinator ben en op mijn 16de haalde ik sponsors binnen voor plaatselijke fuiven. De passie voor ondernemen giert dus al jaren door mijn aderen. In de 1ste bachelor handelswetenschappen schreef ik me direct in voor deelname aan een internationaal seminarie rond ondernemerschap. Ondanks mijn jonge leeftijd werd ik geselecteerd uit 30 kandidaten. Op mijn 18de startte ik mijn eenmanszaak en na 6 maand heb ik die omgevormd naar een BVBA. Wat drijft jou? Ik wil zoveel mogelijk opportuniteiten kunnen

grijpen. Dat kan volgens mij enkel als ondernemer. Als student-ondernemer heb je ook nog het voordeel dat je geen (online) brood op de plank MOET brengen. Dit zorgt ervoor dat je ongebreideld je ding kan doen, want als student kan je enkel je fiets verliezen. Daarom is ondernemen tijdens de studentenjaren dé to do. Je leert in sneltempo bij, je leert jezelf kennen, je leert de theoretische concepten uit de colleges omzetten naar de praktijk. Je creëert een economische en sociale toegevoegde waarde, je leert onderhandelen, je leert complexe situaties analytisch oplossen én je hebt voorsprong op je niet-ondernemende collega studenten. Zelfstandig ondernemerschap laat mij toe om creatief te zijn en nieuwe zaken te ontwikkelen en te testen in de markt. De grootste uitdaging waar ik het laatste jaar voor sta, is extern kapitaal ophalen om mijn bedrijf echt te doen groeien met de snelheid waarvan mijn collega’s en ik dromen. Ik onderhandel al enkele maanden met verschillende venture capitalists. Heb je Marc Coucke aangesproken? Nog niet, alhoewel ik hem wel graag zou willen ontmoeten. Hij heeft veel bereikt en is een mooi voorbeeld voor andere (jonge) ondernemers. En hij is ook gestart als student-ondernemer! Myriam De Bruyne

Ondernemen was voor mij nooit een keuze, het was een roeping.


180 Degrees Consulting: Balans van een fantastisch startjaar

Met 60 afdelingen in meer dan 25 landen is 180 Degrees Consulting de grootste university-based consultancy ter wereld. Sinds het begin van het academiejaar 2014-2015 heeft ook de UGent een afdeling die advies verleent aan sociaal bewuste bedrijven en NGO’s die hun sociale impact willen vergroten en hun werking optimaliseren. Het ging heel erg snel voor onze Gentse afdeling. Stonden we in augustus nog met vijf hypergemotiveerde leden aan de start, dan eindigen we het semester met een team van meer dan dertig getalenteerde en gedreven consultants. Met deze groep slaagden we erin tijdens onze twee eerste semesters zeven projecten af te werken, een aantal waarvan we bij de oprichting enkel konden dromen. We blikken dan ook graag terug op enkele hoogtepunten. Tijdens het tweede semester werkten we samen met liefst vijf uiteenlopende organisaties. We adviseerden Bond Beter Leefmilieu bij het vinden van een nieuw business-model en werkten samen met een Keniaanse start-up die zich inzet voor lokale boeren. We namen onontgonnen nieuwe marketinginitiatieven voor Think Pink onder de loep, stonden een start-up biowinkel in Leuven bij met de positionering in de markt en optimaliseerden de donatiestructuur van Protos, een organisatie die zich inzet voor toegang tot proper drinkwater. Dankzij de steun van onze partners bouwden we de organisatie uit tot wat die nu is. We danken daarom expliciet VDK, Vlerick Business School en The Boston Consulting Group voor het vertrouwen. De laatste twee partners verzorgden ook de professionele trainingssessies voor onze consultants, gaande van presentatietechnieken tot individuele projectfeedback aan de teams. En dan was er nog het Closing Event. Op dit afsluitend evenement stelden onze teams de resultaten van hun projecten voor aan geïnteresseerde studenten. Op die avonden mochten we twee bijzonder interessante gasten verwelkomen. Nat Ware, de oprichter en CEO van 180 Degrees Consulting gaf een inspirerende uiteenzetting over de

structurele impact die 180 heeft in vergelijking met eenmalige donaties en federaal vicepremier en minister van ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo voorzag het publiek van indrukwekkende inzichten in internationale hulp en opportuniteiten voor België. We nemen nu afscheid van de afgestudeerde consultants en danken hen voor hun inzet. De ploeg van volgend jaar is vastberaden het succesverhaal verder te zetten, vele projecten te realiseren en 180 Degrees Consulting uit te bouwen tot een vaste waarde in het Gentse studentenleven! Potentiële klanten, partners en consultants zijn meer dan welkom. Kan u ons helpen of kent u mensen die geïnteresseerd zijn? Contacteer dan zeker tdecoster@180dc.org.  -> www.180dc.org Timothy De Coster, President 180 Degrees Consulting Ghent - student handelsingenieur

Geld ontvangen is één zaak, maar het geld efficiënt gebruiken is iets helemaal anders. 180 DC helpt sociale organisaties en NGO’s hun maximale sociale impact te verwezenlijken.

VOSEKO magazine

17


------- de faculteit --en haar onderwijs ----

Fiscaliteit, nieuwe afstudeerrichting binnen de Master Bedrijfseconomie

Door de groeiende complexiteit van de fiscale wetgeving en de grote impact van de fiscaliteit, zowel in de privésfeer als in het ondernemingsgebeuren, neemt de vraag naar fiscale deskundigen toe. Om aan deze nood te beantwoorden, richt de faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit Gent vanaf september 2015 de gespecialiseerde master in de Bedrijfseconomie, afstudeerrichting Fiscaliteit in. Deze gerenommeerde opleiding werd vroeger georganiseerd door de faculteit Rechtsgeleerdheid.

De master in de Fiscaliteit is een academische opleiding voor economen, niet-economen en juristen. Door het aanbieden van een verdiepend programma, wil de opleiding voldoen aan de hoge eisen van werkgevers, alsook aan de toelatingsvoorwaarden voor het beroep van accountant en belastingconsulent op (inter)nationaal niveau (IAB).

Praktisch De opleiding is toegankelijk voor studenten die in het bezit zijn van een academisch bachelor- of masterdiploma. Werkstudenten kunnen de studies over meerdere jaren spreiden. De opleiding komt in aanmerking voor financiering door de Vlaamse Gemeenschap, wat betekent dat het inschrijvingsgeld beperkt is tot het bedrag van het gewoon inschrijvingsgeld.

Voorbereiding Studenten moeten voldoen aan de toelatingsvoorwaarden om de verbredende master Fiscaliteit te kunnen volgen. Afhankelijk van de gevolgde opleiding wordt het voorbereidingsprogramma verschillend ingevuld. In dat programma doen studenten de noodzakelijke basiskennis op om een opleiding op masterniveau succesvol af te sluiten. Op basis van eerder behaalde credits krijgen ze volledige of gedeeltelijke vrijstellingen voor zowel de opleidingsonderdelen in het voorbereidingsprogramma als het masterprogramma.

Meer info ? www.mfi.UGent.be

18

VOSEKO magazine

De voordelen van de opleiding Fiscaliteit op een rijtje • De arbeidsmarkt zoekt gediplomeerden met bedrijfseconomisch en fiscaal inzicht, waardoor afgestudeerden van de master Fiscaliteit zich vlot integreren op de werkvloer. • De master verdiept eerder verworven kennis op bedrijfseconomisch en fiscaal vlak. • De opleiding kan in één jaar voltooid worden. • Het is de opleiding bij uitstek voor wie een specifieke carrière ambieert als belastingconsulent, accountant, fiscaal advocaat, bedrijfsrevisor of als kaderlid in de privésector of bij de overheid. • De master Fiscaliteit is een wetenschappelijke opleiding met een praktijkgerichte invalshoek. Zo schakelt de opleiding bv. gastprofessoren uit fiscale kantoren in. • Het uitgangspunt van het programma is dat fiscaliteit op het raakvlak ligt van het juridisch en economisch denken. De kern bestaat uit fiscale vakken die samen de discipline van de fiscaliteit volledig bestrijken. lies Vermeesch

De master Fiscaliteit verdiept eerder verworven kennis op bedrijfseconomisch en fiscaal vlak. Het is een wetenschappelijke opleiding met een praktijkgerichte invalshoek die op het raakvlak ligt van het juridisch en economisch denken.


Spring Meeting of Young Economists 2015 laat FEB-ster schitteren prof. dr. Jean Tirole doceert

Medewerkers en studenten van de Universiteit Gent ontmoeten regelmatig illustere professoren, maar het gebeurt niet elke dag dat ze wat kunnen opsteken van iemand van het kaliber van prof. dr. Jean Tirole. De winnaar van de Nobelprijs Economie 2014 was namelijk op 21 mei te gast op de Spring Meeting of Young Economists (SMYE), een driedaagse conferentie georganiseerd door en voor jonge academische economen. De SMYE, die jaarlijks aan een Europese universiteit georganiseerd wordt namens de European Association of Young Economists (EAYE), heeft als doel de samenwerking tussen jonge economen te bevorderen. Dit jaar viel de eer te beurt aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit Gent. Twee jaar eerder namen Victoria Purice, Joris Wauters, Ewoud Quaghebeur en ondergetekende deel aan de Spring Meeting in Århus, Denemarken. Niet lang daarna werd aan de EAYE voorgesteld om de Spring Meeting 2015 in Gent te organiseren. De prima positie van de UGent op de wereldranking van universiteiten en de prachtige historische binnenstad indachtig, kan het voor de EAYE niet moeilijk zijn geweest om voor Gent te kiezen. In het voorjaar van 2014 begonnen we met de voorbereidingen. Na enkele maanden – toen een aantal sponsors bereid waren de conferentie te financieren – zegde Jean Tirole, dan nog geen Nobelprijswinnaar, toe als gastspreker. Ik moet toegeven dat we niet onverdeeld gelukkig waren met het nieuws dat ons in oktober uit Stockholm bereikte … Eerlijk gezegd waren we er van overtuigd dat Tirole ons aan de kant zou schuiven, nu hij overal ter wereld gevraagd

zou worden. Dat hij dat niet heeft gedaan, getuigt van ‘s mans integriteit. In de hoop uitgenodigd te worden om hun werk te kunnen presenteren, hadden ondertussen honderden jonge academici hun artikelen ter beoordeling opgestuurd. Toen zich nadien nog andere vooraanstaande onderzoekers als keynote speakers aanmeldden, werd het duidelijk dat de SMYE een sterk programma zou hebben. Na meer dan een jaar van gedegen voorbereiding, gestaag oplopende werkdruk en dito stress, ging dan de SMYE 2015 van start op 21 mei: drie dagen, gevuld met meer dan 180 presentaties over onderwerpen, gaande van empirische macro tot theoretische micro, van economische psychologie tot internationale handel en alles daar tussenin. Verder maakten de receptie in de Pacificatiezaal van het Stadhuis, het ‘wok-ing dinner’ op de terrassen van de Hoveniersberg (uiteraard niet zonder een Gentse Gruut); en niet minder dan vier keynote lectures van professoren Thorsten Beck, Rachel Griffith, Paul Klemperer en – reeds genoemd –, Jean Tirole, van de onderneming een onvergetelijk event.

De SMYE 2015 zorgde niet alleen voor nieuwe contacten en inzichten. De Faculteit Economie en Bedrijfskunde zetten we op de kaart voor een groep beloftevolle jonge wetenschappers. Matthijs de Zwaan, wetenschappelijk medewerker

VOSEKO magazine

19


------- opinie -----------------------

De introductie van de microvennootschap: hét paradepaard van de administratieve vereenvoudiging van minister Peeters Middels Richtlijn 2013/34/EU heeft de Europese Commissie een poging ondernomen om een nieuwe wind te laten waaien door het boekhoud- en jaarrekeningenrecht. Een modernisering van de uit 1978 daterende Vierde Richtlijn (enkelvoudige jaarrekening) en van de Zevende Richtlijn, uit 1983 (de geconsolideerde jaarrekening) drong zich op.

De nieuwe richtlijn moet in België in werking gaan voor jaarrekeningen voor boekjaren die beginnen op 1 januari 2016 of gedurende het kalenderjaar 2016. De regering legt hiertoe momenteel de laatste hand aan de teksten. Maar wat wijzigt er concreet voor de Belgische ondernemingen? De persmededeling van de bevoegde minister Kris Peeters geeft duidelijkheid. Eén zaak valt meteen op: Peeters wil naadloos de door Europa geboden vereenvoudiging voor ondernemers doortrekken naar het interne Belgische recht. Kleine vennootschappen ‘De regering zet in op administratieve vereenvoudiging, vooral voor de kleine ondernemingen. Die kleine ondernemingen beschikken eerder over beperkte middelen. De opgelegde administratieve lasten staan niet in verhouding tot hun grootte en wegen derhalve zwaarder door. Een vereenvoudiging van financiële verslaggeving geeft KMO’s meer wendbaarheid bij het ondernemen en meer kansen op het vlak van competitiviteit, en dus op het behoud van banen en meer werkgelegenheid’. Aldus Minister Kris Peeters. Bovendien impliceert de omzetting van de richtlijn een verhoging van de drempels balanstotaal en netto-omzet, waardoor meer ondernemingen klein worden. De regering heeft beslist om het balanstotaal

aan te passen van 3,65 mln. euro naar 4,5 mln. euro en de netto-omzet te laten klimmen van 7,3 mln. tot 9 mln. euro. Het aantal werknemers blijft op 50 behouden. Hierdoor zullen in België iets meer dan 1.000 vennootschappen niet langer groot zijn. Deze verhoogde drempels mogen, behalve voor moedervennootschappen, niet langer berekend worden op geconsolideerde basis. Een berekening op geconsolideerde basis houdt in dat de cijfers van met elkaar verbonden vennootschappen (op basis van affiliatieverband of in geval van centrale leiding) moeten worden samengeteld vooraleer ze worden getoetst aan de drempelbedragen. Dit betekent dat dochtervennootschappen die zelf geen moedervennootschap zijn (en zodoende zelf geen andere vennootschappen controleren), voortaan als een kleine vennootschap beschouwd zullen worden, mits zij individueel niet meer dan één van de eerder vermelde criteria overschrijden. Voor moedervennootschappen blijft de berekening op geconsolideerde basis behouden. Die moedervennootschappen moeten normaliter eerst consolideren vooraleer zij de drempels kunnen toetsen. Ook hier is vereenvoudiging ingebouwd: wenst de vennootschap deze consolidatie achterwege te laten (en worden de hiertoe noodzakelijke onderlinge eliminaties dus niet doorgevoerd), dan worden de drempels balanstotaal en netto-omzet voortaan verhoogd met twintig procent. Kleine vennootschappen mogen een verkort schema van de jaarrekening neerleggen, ontsnappen (behalve in geval van beursnotering of indien opgenomen in een geconsolideerde jaarrekening) aan de controleplicht en kunnen genieten van fiscale gunstmaatregelen. Niet onbelangrijk voor de ondernemingen die

in België meer dan 30.000 mensen voltijds tewerkstellen. En groot word je niet zomaar. Als gevolg van de invoering van het zogenaamde consistentiebeginsel verliest een onderneming pas haar status en de voordelen van een kleine vennootschap als ze twee opeenvolgende boekjaren de drempels overschrijdt. Op die manier wordt vermeden dat kleine vennootschappen die een uitzonderlijk goed jaar achter de rug hebben, plots als groot gekwalificeerd worden. Zo wordt meteen komaf gemaakt met het vermoeden van groot. Minister Peeters herstelt het vermoeden van klein. Microvennootschappen: het microschema Binnen de categorie van de kleine vennootschappen wordt een nieuwe subcategorie ingevoerd, de microvennootschappen. Met een balanstotaal van 350.000 euro, een nettoomzet van 700.000 euro en een gemiddeld personeelsbestand van 10 werknemers, overschrijden maar liefst 84 % van de Belgische vennootschappen slechts één van deze criteria. Voor deze vennootschappen zal vanaf 2016 de opstelling en neerlegging van een beperkte jaarrekening, waarbij de toelichting wordt gedecimeerd, volstaan: zij krijgen een apart microschema. Voeg als kers op de taart nog een aantal specifieke fiscale gunstmaatregelen toe voor deze subcategorie van de kleine vennootschappen en de administratieve vereenvoudiging voor de kleinste ondernemingen is een feit via de Programmawet.

Peeters wil naadloos de door Europa geboden vereenvoudiging voor ondernemers doortrekken naar het interne Belgische recht.

20

VOSEKO magazine


------- opinie -----------------------

Verlaging van de neerleggingskosten Vennootschappen leggen jaarlijks hun jaarrekening neer bij de NBB Balanscentrale. De kosten die ondernemers moeten betalen voor die neerlegging, worden meer en meer in vraag gesteld. Zeker nu zo goed als alle jaarrekeningen elektronische worden neergelegd (XBRL). Die kosten omvatten onder andere de bekendmakingskosten in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad en de kosten van openbaarmaking. De melding van de neerlegging van de jaarrekening in het Belgisch Staatsblad is al lang een doorn in het oog. De website van de Balanscentrale laat toe dat iedereen op een eenvoudige manier jaarrekeningen kan consulteren, wat de bekendmaking in het Belgische Staatsblad overbodig maakt. Die kost per jaarrekening van 74,05 euro zal wegvallen voor alle jaarrekeningen. Zo halveert de kost voor kleine vennootschappen. Een besparing voor alle vennootschappen samen van ongeveer 20 mln. euro. De microvennootschappen krijgen daarbovenop nog eens en korting van 20 euro, wat een jaarlijkse besparing van 6,4 mln. euro zou betekenen voor deze categorie. Groepen van beperkte omvang Bij verbonden vennootschappen stelt de moedervennootschap een geconsolideerde jaarrekening op, behalve wanneer de som van de balanstotalen, de som van de netto-omzet en de som van het gemiddeld aantal werknemers van alle verbonden vennootschappen samen niet meer dan één van de volgende criteria overschrijdt: een balanstotaal van 14,6 mln euro, een netto-omzet van 29,2 mln euro en een jaargemiddelde van 250 werknemers. In dat geval betreft het een kleine groep en geldt de consolidatieplicht niet. Naar aanleiding van de omzetting van de richtlijn worden de drempels balanstotaal en netto-omzet opgetrokken tot respectievelijk 17 mln. euro en 34 mln. euro. Wie denkt aan consolideren, denkt aan

samentellen. Om dubbeltellingen te vermijden dienen evenwel een aantal eliminaties te worden doorgevoerd: de geboekte participatie op de actiefzijde in de ene vennootschap met het aandeel in het eigen vermogen dat deze participatie vertegenwoordigt op het passief van de andere vennootschap waarin de deelneming wordt aangehouden en de onderlinge vorderingen/schulden; opbrengsten/kosten uit de intragroepstransacties. Kiest men ervoor om, naar aanleiding van de berekening op geconsolideerde basis, de eliminaties tussen de verbonden vennootschappen achterwege te laten, dan worden deze drempels verhoogd met 20%. Bijkomende verplichtingen Behalve de administratieve vereenvoudiging, houdt de nieuwe richtlijn ook een aantal bijkomende verplichtingen in voor bepaalde grote ondernemingen. Zo moeten genoteerde vennootschappen die meer dan één van de drempels van artikel 16 van het Wetboek van Vennootschappen overschrijden en die actief zijn in de winningsindustrie of de houtkap van oerbossen, elk jaar een verslag van betalingen aan overheden opstellen en openbaar maken. In dit verslag worden vergoedingen zoals productierechten, belastingen, royalty’s, dividenden en licentierechten aan zowel nationale als lokale overheden van een lidstaat van de Europese Unie of van een derde land, opgenomen. Bovendien zal de informatie die wordt opgenomen in het jaarverslag, worden uitgebreid. Nog vooraleer de Richtlijn 2013/34/EU werd omgezet in Belgische wetgeving, werd deze al aangepast door de nieuwe Richtlijn 2014/95/ EU. Deze richtlijn kadert in de strategie van de Commissie om de transparantie en vergelijkbaarheid van de rapportering van niet-financiële informatie betreffende milieu-, sociale en personeelsaangelegenheden, de eerbiediging van de mensenrechten en de bestrijding van

Jan Verhoeye (juryvoorzitter), Antoine Doolaege, Thomas Goemaere, Sarah van Brée en Robin De Clercq bij de uitreiking van de prijzen 2014 voor de beste eindverhandelingen (cfr. blz 22)

corruptie en omkoping, te verbeteren en te streven naar meer diversiteit in de samenstelling van het bestuursorgaan van een onderneming. Dit laatste met als doel de leden in staat te stellen de bestuursbeslissingen op constructieve wijze ter discussie te brengen en meer open te staan voor vernieuwde ideeën. De richtlijn heeft dus als doel om een soort van level playing field te creëren in de EU aangezien de nieuwe verplichting worden opgelegd aan ondernemingen die aan welbepaalde criteria voldoen. Deze richtlijn met betrekking tot de niet-financiële informatie moet worden omgezet tegen uiterlijk 6 december 2016. Jan Verhoeye, i.s.m. Sadi Podevijn, secretaris-generaal CBN en FEB-alumnus

De regering zet in op administratieve vereenvoudiging, vooral voor de kleine ondernemingen.

VOSEKO magazine

21


FEB Faits Divers

Met de watertram naar de FEB Sinds begin april 2015 vaart er in Gent een watertram langs zes toeristische locaties. Deze ‘hop on hop off’ boot – met 65 zitplaatsen – is een initiatief van Boat in Gent in samenwerking met de Bootjes van Gent, Rederij Dewaele. Voorlopig vaart de watertram enkel uit in de weekends van mei tot oktober. Hij vertrekt op vaste tijdstippen en stopt bij de volgende zes haltes: Gravensteen, Korenlei/Graslei, Bijloke, SintPietersabdij, Kathedraal en Veldstraat. De halte aan de Sint-Pietersabdij ligt aan de voet van de faculteit Economie en Bedrijfskunde. Een ticket kost zo’n 12 euro voor een volledige dag. Voor een jaarabonnement leg je 45 euro neer. Houders van de CityCard Gent – een toegangskaart tot alle belangrijke monumenten, musea én topattracties – kunnen ook gebruik maken van de watertram.

Telex VOSEKO mag een nieuwe bestuursploeg verwelkomen. Het nieuwe voorzittersduo is Bregt Ooms, voorzitter en Jens Demaree, ondervoorzitter. Toon Borghgraef is de penningmeester en Fleur Lievevrouw neemt de communicatie voor haar rekening. Op 21 april 2015 reikte Stuveco, de FEB-studentenraad, de jaarlijkse Best Teaching Awards uit aan professoren en assistenten die zich onderscheiden door hun kwaliteitsvol en innovatief onderwijs. Tijdens het evenement ‘FEB’s got talent’ werden gelauwerd: dr. Stijn Baert (assistent EW, TEW en HIR), dr. Bart Defloor (assistent BPM en HW), prof. dr. Filip De Rynck (professor BPM), prof. dr. Koen Inghelbrecht (professor HW), prof. dr. Freddy Heylen (professor EW), prof. dr. Mario Vanhoucke (professor HIR) en prof. dr. Patrick Van Kenhove (professor TEW). Tijdens de Annual Conference van BAFA (British Accounting and Finance Association), Accounting Education Special Interest Group, die van 6 tot 8 mei gehouden werd in Manchester Metropolitan University, werd de Best Paper Award 2015 uitgereikt aan dr. Evelien Opdecam. Prof. dr. Patricia Everaert is co-auteur van ‘Heterogeneous versus Homogeneous Groups in Team learning: Beneficial for both High- and Low-ability students?’

22

VOSEKO magazine

Op 12 mei reikte het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF) de prijzen uit (zie foto blz. 21) die jaarlijks de beste eindverhandelingen bekronen van opleidingen waarvan de diploma’s toegang verlenen tot het beroep van ‘erkend boekhouder’ of ‘erkend boekhouder-fiscalist’. De eerste prijs ging naar handelswetenschappers Thomas Goemaere en Robin De Clercq die hun masterproef ‘Het vertrouwensbeginsel en het legaliteitsbeginsel in fiscaal recht’ (promotor: Antoine Doolaege) bekroond zagen met € 1.250. De derde prijs ging eveneens naar een handelswetenschapper, nl. Jeroen De Roo. Zijn ‘Wetsontduiking of fraus legis in het Belgisch recht’ (promotor: Sarah van Brée) leverde € 250 op. Stijn Baert sleept jaarprijs wetenschapscommunicatie in de wacht De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten maakte op donderdag 2 juli 2015 de laureaten van de Jaarprijzen wetenschapscommunicatie bekend. Maar liefst vier jaarprijzen gingen naar UGent’ers, waaronder dr. Stijn Baert (vakgroep Sociale Economie). ‘Stijn Baert wordt onderscheiden voor de voorbeeldige manier waarop hij als jonge onderzoeker zijn arbeidseconomisch onderzoek in de pers brengt, door een structurele samenwerking met de persdienst van zijn universiteit.’


Activiteitenkalender moeder lies

17 & 18 september 2015

Onthaaldagen nieuwe studenten vek

6, 13, 20 en 27 oktober 2015

Bedrijfspresentaties voseko

oktober 2015

Lecture ‘Shalegaz en de toekomst van ons energiebeleid’ moeder lies

21 oktober 2015

Openingsfuif feb

29 oktober 2015

‘External Economics Seminars: Prof. dr. Frédéric Docquier’ ugent

18 september 2015

Geert Van der Stricht, naast FEB-lector ook schaakkampioen

Openingsevent i.s.m. Festival van Vlaanderen ugent

8 oktober 2015 Op het evenement dat schaakclub Karpov Deinze van 23 tot 25 mei organiseerde n.a.v. de veertigste verjaardag, was niet alleen grootmeester en voormalig wereldkampioen Anatoly Karpov van de partij, ook Belgisch kampioen en FEB-lector Geert Van der Stricht speelde er 16 partijen in een wissel schaaksimultaan waarvan hij er 14 won, 1 verloor en 1 keer remise speelde. Geert vond de ontmoeting met Karpov (foto) ‘een unieke belevenis’.

Alumni Toptalent met Bruno Vanobbergen en Heidi De Pauw vek

30 oktober en 1 september 2015

Student Street Soccer vek

4 november 2015

Competence Day Op een prijsuitreiking van Universiteit Gent sleepte Geert ook de titel van ‘sportverdienstelijk personeelslid 2014-2015’ in de wacht. ‘Het doet mij een plezier dat een denksport als schaken ook als sport wordt erkend’. Aldus Geert.

voseko

december 2015

‘High Heels, High Functions: Vrouwelijke Topmanagers’

Wil u adverteren in het Voseko magazine en zo invloedrijke alumni, bedrijven en personeelsleden van de faculteit bereiken? Mail voor meer info naar Gregory.Maes@UGent.be VOSEKO magazine

23


KEEP CALM AND

JOIN VOSEKO


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.