
2 minute read
Zie mijn mensen
Frater Frans in het Vincentiusmuseum van de Lazaristen in Parijs.
De pelgrimstocht van frater Frans Janssen
Advertisement
Wie zijn die fraters eigenlijk? Wat houdt hen bezig? Wat zijn hun dromen, hun idealen? Hoe geven ze in het dagelijks leven gestalte aan ‘barmhartigheid’ en ‘broederschap’ - de twee kernbegrippen in het charisma van de Fraters CMM? Frater Frans Janssen, missionaris in Kenia, vertelt over een bijzondere reis die hij ooit maakte.
In de zomer van 2013 vroeg de provinciale overste in Kenia, frater Andrea Sifuna, aan frater Frans of hij niet eens deel wilde nemen aan de Vincentiaanse pelgrimstocht in Frankrijk. Frans gaf er gehoor aan, maar “meer om Sifuna tegemoet te komen” dan dat hij er zelf zin in had.
Met een van de deelnemers besprak Frans passages uit het boek ‘Vincentius achterna’ van René Stockman. En Frans ging naar eigen zeggen Vincentius écht achterna. Vóór de pelgrimstocht had hij al wel eens iets gehoord en gelezen over Vincentius, maar hij had zich nooit gerealiseerd wat precies diens impact was. Frans beschouwde zichzelf als een doorsnee frater, maar na de pelgrimstocht was hij “een ander mens, een andere frater”. Met enige emotie in zijn stem vertelt hij vele jaren later, in 2022, dat hij destijds met een totaal ander gevoel terug naar Kenia ging.
Wat was er tijdens de reis gebeurd? Frans vertelt over het bezoek aan Folleville, waar Vincentius in aanraking kwam met een boer die niet kon sterven omdat zijn geweten hem enorm dwarszat. Dit verhaal raakt Frans nog steeds. Nadat Vincentius de boer de biecht afnam stierf die in alle rust. Ook wordt Frans nog altijd geraakt door een preek die Vincentius hield waarbij hij mensen aanspoorde om na de mis eens aandacht te besteden aan mensen die niets hebben.
Op één van zijn wandelingen in Le Berceau, de geboorteplaats van Vincentius, werd frater Frans vergezeld door frater Jan Koppens, met wie hij in gesprek raakte over het gezegde van Vincentius; ‘de armen zijn onze meesters’. Samen bespraken ze de weg van Vincentius naar de armen, en ook de vraag: ‘Waar sta ik dan?’ Frans kwam tot de conclusie dat hij er nog lang niet was. Wat hij met Jan Koppens besprak (“En Jan kan me niet meer tegenspreken” zegt Frans met een knipoog) was dat hij zo graag echt náást de armen in Kenia zou willen staan, en niet als een soort weldoener ‘boven hen’.
Terug in Kenia verwerkte Frans de pelgrimage aanvankelijk op zijn eigen stille manier, maar na een poos ging hij er toch over vertellen. In het praten over de pelgrimstocht ontvouwt zich een wereld van vertrouwen en energie voor zijn dagelijkse leven als de frater die hij het liefst wil zijn.
Christianne van de Wal (Geassocieerd lid, Nederland)
Door ons geloof in de verrijzenis van de Heer weten wij dat door mislukking en lijden heen uiteindelijk alleen het goede toekomst heeft.
(uit de leefregel van de Fraters CMM)
