Advies Samenwerkingsinitiatieven onderwerp
Samenwerkingsinitiatieven
datum
10 mei 2004 en 18 augustus 2004
aan
M. van der Laan, Nederlands staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
advies
“Met genoegen kijken we terug op ons gesprek met u op 2 februari 2004 jl. in Den Haag. U gaf in dit gesprek aan dat u er evenals wij van overtuigd bent dat de samenwerking met Vlaanderen op het culturele vlak een meerwaarde met zich meebrengt. Ook in uw brief aan de Raad voor Cultuur dd 18 december 2003 wijst u op de betekenis van waardevolle samenwerkingsprojecten voor de Vlaams-Nederlandse samenwerking op cultureel gebied. U schrijft: ‘Bij een aantal aanvragen […] verzoek ik u aandacht te besteden aan de mogelijke betekenis van deze initiatieven voor de Vlaams-Nederlandse samenwerking op cultureel gebied’ (p. 10). De Raad voor Cultuur heeft in een aantal dossiers het belang van waardevolle samenwerkingsprojecten voor de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking in zijn oordeel mee gewogen maar bij andere dossiers waarin de samenwerking met Vlaanderen toch een heel essentieel aspect is, speelt dit punt in het advies echter niet of nauwelijks een rol. Het Nederlands-Vlaams Theaterfestival is hiervan een voorbeeld. De dubbele structuur (Vlaams-Nederlands) van het festival is een fundamentele inhoudelijke keuze. Het over de grens heenkijken en het samenwerken tussen een Nederlandse en een Vlaamse festivalafdeling zijn voor het Theaterfestival essentieel. Indien u zou besluiten de Nederlandse tak te schrappen, zou het voor de Vlaamse afdeling praktisch onmogelijk worden, en ook weinig zinvol, om een Nederlands-Vlaams festival te organiseren. De Raad voor Cultuur meent overigens wel ‘dat er een festival moet zijn dat belangwekkende theatervoorstellingen uit één seizoen combineert met een parallelprogramma dat de gedachtevorming rond het toneel als uitgangspunt heeft. De Raad oordeelt daarom positief over de subsidieaanvraag van het Theaterfestival maar geeft de aanvraag geen hoge prioriteit. De Raad adviseert dat structurele subsidie in het kader van de Cultuurnota aanbeveling verdient als er voldoende financiële middelen zijn’. Ook bij het advies over Lokaal 01 lijkt de meerwaarde van de samenwerking met Vlaanderen niet voldoende gewicht te krijgen. Lokaal 01 heeft een dependance in Antwerpen en stimuleert door haar programmering van Nederlandse kunstenaars in België en vice versa de uitwisseling en samenwerking tussen beide landen. In zijn conclusie schrijft de Raad: ‘Lokaal 01 blijft een eigenzinnige kunst(enaars)instelling waarover de Raad positief is.’ Toch adviseert de Raad u de aangevraagde subsidie niet te verlenen. De Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland vraagt u om bij uw uiteindelijke eindoordeel de meerwaarde die waardevolle samenwerkingsinitiatieven voor de Vlaams-Nederlandse samenwerking op cultureel gebied hebben, mee te laten wegen en om gebruik te maken van de opening die in het advies van de Raad voor Cultuur geboden wordt om
als er voldoende financiële middelen zijn het Nederlands-Vlaams Theaterfestival en Lokaal 01 een structurele subsidie te verstrekken. Wij verzoeken u met klem om in ieder geval voorafgaand aan een uiteindelijke beslissing over samenwerkingsinitiatieven met Vlaanderen met de Vlaamse minister van Cultuur te overleggen.” Op 18 augustus 2004 kwam CVN op het onderwerp terug in een nieuwe brief aan : B. Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd , Sport en Brussel. Kopie aan M. van der Laan, Nederlands staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. “CVN maakt zich ernstig zorgen over de gevolgen voor de VlaamsNederlandse culturele samenwerking van de bezuinigingen die de Nederlandse regering voornemens is door te voeren. De Nederlandse Raad voor Cultuur heeft geadviseerd voor de periode 2005-2008 geen subsidie meer toe te kennen aan het merendeel van de tot nu toe gesubsidieerde Vlaams-Nederlandse samenwerkingsinitiatieven. De Nederlandse staatssecretaris, mw Medy van der Laan, heeft uw voorganger de heer Paul Van Grembergen begin juli geschreven dat zij in principe voornemens is de adviezen van de Raad voor Cultuur in grote lijnen te volgen in het kabinetsbesluit dat op 21 september aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden. Zij spreekt echter haar bereidheid uit om, waar dat nodig mocht zijn, hier over nader met de Vlaamse minister van Cultuur te overleggen. CVN zou u willen vragen om op korte termijn op haar uitnodiging in te gaan. Het Nederlands-Vlaams Theaterfestival springt bij de voorstellen voor bezuiniging het meest in het oog. De Raad voor Cultuur oordeelt positief over de subsidieaanvraag maar geeft de aanvraag geen hoge prioriteit en adviseert daarom, nu er minder financiële middelen beschikbaar zijn, de structurele subsidie voor het Nederlands-Vlaams Theaterfestival te beëindigen. Ook de 1000 Watt-prijs dreigt slachtoffer te worden van de bezuinigingen. De Raad voor Cultuur adviseert hiervoor geen subsidie meer toe te kennen en vindt dat deze prijs gefinancierd moet worden uit de subsidie voor het Tweetaktfestival. In de praktijk zal dit echter niet mogelijk blijken te zijn. De staatssecretaris erkent dit ook. Het Tweetaktfestival krijgt weliswaar een verhoging van de subsidie toegekend maar moet in de toekomst jaarlijks alle voorstellingen van het Tweetaktfestival in Utrecht brengen en niet eens in de twee jaar, zoals tot nu toe gebruikelijk was. Tot nu toe vond het Tweetaktfestival immers het ene jaar in Nederland en het andere jaar in Antwerpen plaats. In de toekomst zullen ook in het Vlaamse jaar alle voorstellingen een tweede keer in Nederland te zien zijn. Dit brengt natuurlijk een aanzienlijke verhoging van de kosten met zich mee waardoor er in de praktijk geen middelen meer beschikbaar zullen zijn voor de uitreiking van de 1000 Watt-prijs. Het Internationaal Theaterschoolfestival heeft een negatief advies van de Nederlandse Raad voor Cultuur gekregen net nu deze zomer een pendant van het festival in Brussel van start is gegaan en de samenwerking met Vlaanderen aanzienlijk geïntensiveerd is. De Nederlandse Raad voor Cultuur oordeelt positief over de kunstenaarsinstelling Lokaal 01 (gevestigd in Breda met een dependance in Antwerpen) en erkent dat Lokaal 01 door haar programmering van
Nederlandse kunstenaars in België en vice versa de uitwisseling en samenwerking tussen beide landen bevordert, maar adviseert vervolgens de gevraagde subsidie niet te verlenen. De Raad voor Cultuur oordeelt over het nieuwe initiatief, Vlaams Cultureel Kwartier, dat de uitstraling vooralsnog te regionaal is om voor een structurele subsidie in aanmerking te komen. Het Algemeen Nederlands Verbond en de Vereniging Maatschappij Discordia kregen evenals vier jaar geleden een negatief advies van de Raad voor Cultuur. (…) CVN heeft de Nederlandse staatssecretaris in een brief d.d. 10-05-2004 gevraagd de betekenis van waardevolle samenwerkingsprojecten voor de Vlaams-Nederlandse samenwerking op cultureel gebied mee te wegen in haar oordeel en om voorafgaand aan de uiteindelijke beslissing met u te overleggen. CVN vraagt u nu op haar uitnodiging tot een gesprek in te gaan en hoopt dat gezamenlijk overleg er toe kan leiden dat de inmiddels opgebouwde Vlaams-Nederlandse samenwerking gecontinueerd kan worden en dat gezamenlijk gemaakte afspraken gestand worden gedaan. Op die manier kan er een klimaat geschapen worden waarin ook eventuele nieuwe interessante initiatieven een kans krijgen zich te ontplooien. Deze belangrijke aangelegenheden zijn bijzonder dringend daar uw Nederlandse collega thans de laatste hand legt aan haar definitieve beleidsnota.“ reactie
Op 10 mei 2004 antwoordde M. van der Laan het volgende: “Ik dank u voor uw brief waarin uw aandacht vraagt voor samenwerkingsprojecten die van gemeenschappelijke betekenis zijn voor de culturele relatie Nederland-Vlaanderen. U wijst terecht op het cultuurnota proces dat momenteel gaande is in Nederland. Op dit moment ben ik in overleg met de Vlaamse minister van Cultuur inzake de adviezen van de Raad voor Cultuur ten aanzien van instellingen van gemeenschappelijk belang die een aanvraag hebben ingediend van cultuurnota subsidiëring. In zoverre kom ik tegemoet aan uw suggestie om over samenwerkingsinitiatieven overleg te plegen.”