02-07-2011, p.42 Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant/Brussel, West-Vlaanderen
Ivo, Guy, Peter, Christian, Jan, Jaap, Hans & Manfred De grens tussen Vlaanderen en Nederland is dun, de taal is dezelfde, vormen van samenwerking zijn legio. Toch doet zich op beleidsniveau een omgekeerde beweging voor. Een kwalijke evolutie, zo vinden enkele gezaghebbende stemmen in Vlaanderen en Nederland. We hebben aan weerszijden van de grens alleen maar te winnen bij een sterkere betrokkenheid. De afstand tussen Antwerpen en Rotterdam is met de Thalys teruggebracht tot dertig minuten. Zijn Vlaanderen en Nederland nu ook dichter bij elkaar gekomen? Het lijkt niet zo simpel. Reizigers klagen over vertragingen, storingen en onberekenbare reistijden van de gewone Benelux-trein. Als die binnen afzienbare tijd verdwijnt, wordt het moeilijker en vooral duurder om de grens over te komen. Het moeizame treinverkeer tussen Nederland en Vlaanderen: het is misschien een metafoor voor de relaties tussen beide gebieden. Verlopen die ook in verschillende snelheden? Met versnellingen, vertragingen en storingen? Dan zijn spoorwegen nog heilig vergeleken met waterwegen. Zou hertogin Hedwige zich in haar graf omdraaien als ze zou weten dat de naar haar genoemde polder de inzet is van een bitse strijd tussen Vlaanderen en Nederland? Het zou de Franstalige hertogin, afstammeling van het aloude adellijke geslacht de Ligne, waarschijnlijk Siberisch hebben gelaten. Echte adel heeft al voor hetere vuren gestaan. Met de M van media, museum en muziek... In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werden een paar initiatieven genomen, die sommigen vandaag visionair zouden noemen, anderen overmoedig. We noemen de culturele instelling Ons Erfdeel, de Nederlandse Taalunie en het Vlaamse cultuurhuis de Brakke Grond in Amsterdam. Later kwamen daar nog de Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland (CVN) en het Vlaams-Nederlandse huis deBuren in Brussel bij. Waarom overmoedig? Omdat de oprichters niet alleen ijverden voor toenadering, maar voor integratie op het gebied van taal en cultuur. Dat woord hoor je niet meer. We spreken nu van samenwerking. En er wordt samengewerkt. Niet alleen door de bovengenoemde instellingen en huizen, die dat nog intenser willen doen. Talloze andere initiatieven lopen heen en weer tussen noord en zuid. Veel organisaties en individuen zijn actief om de kanalen tussen Vlaanderen en Nederland open te houden. De economische verstrengeling is zelfs sterker dan ooit, met name in de media. In de wereld van de boeken is De Bezige Bij Antwerpen vandaag een volwaardige broer van De Bezige Bij in Amsterdam. De Vlaamse uitgeverij Lannoo behoort met de overname van het Nederlandse Meulenhoff en Unieboek/Het Spectrum in ĂŠĂŠn klap tot de top-drie van de Nederlandse markt. Het grote uitgeversconcern WPG wordt door een Vlaming geleid. In de krantenwereld is ook een omwenteling gebeurd. Lang keken Vlaamse krantenredacties vol bewondering naar de grote buren van de Volkskrant en NRC Handelsblad. Tot De Persgroep, onder leiding van Christian Van Thillo, eerst Het Parool en dan PCM Uitgevers overnam, daar weer delen van verkocht, en Trouw en de Volkskrant overhield. Even later ging
de hoofdredacteur van De Standaard, Peter Vandermeersch, NRC leiden. Wie had dat tien jaar geleden durven voorspellen? We blijven nog even bij de media. Toen op 1 februari 1989 de commerciële omroep VTM van start ging, keerde de grote meerderheid van de Vlaamse televisiekijkers de Nederlandse zenders de rug toe. VTM dwong ook de Vlaamse openbare omroep zichzelf weer uit te vinden. Door zich te gaan richten op doelgroepen kon de VRT - toen nog BRTN - de concurrentiestrijd met VTM aan. Dat doelgroepgericht denken werd intussen door de Nederlandse omroepen overgenomen. Binnen de media vindt overigens ook zeer concrete samenwerking plaats, denken we maar aan het gezamenlijke programma van Radio 4 en Klara dat op 24 juni vanuit de Brakke Grond uitgezonden werd. Dezelfde taal spreken, met alle verschillen die we niet willen ontkennen, blijft ontegensprekelijk de sterkste troef bij al deze concrete vormen van interactie en samenwerking. Een taal, gesproken door meer dan tweeëntwintig miljoen mensen, die wonen in twee Europese lidstaten en in het Caribisch gebied, zet je niet zomaar opzij. Juist omdat wij in noord en zuid een andere verhouding met taal hebben, kunnen we, van elkaar lerend, samen meer dan alleen. De verstrengeling van belangen en de uitwisseling van personen gaat nog veel verder. De Vlaming Jan Raes bestuurt met succes het Koninklijk Concertgebouworkest en Hans Waege is directeur van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Hans Verbugt is intendant van de Filharmonie van Antwerpen, waar ook de Nederlander Jaap van Zweden dirigent is. Ivo Van Hove leidt Toneelgroep Amsterdam, dat onlangs een intensere samenwerking aankondigde met het Antwerpse Toneelhuis van Guy Cassiers. Manfred Sellink leidt de Brugse Musea. Tom Lanoye schrijft in 2012 het Boekenweekgeschenk en wil nu al dat de Vlaamse boekenmarkt zich meer inschakelt in die Nederlandse Boekenweek. ...en de P van zowel privé als publiek Blijft de vraag: waarom zijn de overheden nu minder actief dan enkele jaren geleden? Akkoord, er zijn geregelde contacten tussen Nederlandse en Vlaamse ambtenaren, parlementsleden, diplomatieke delegaties en ministers. Er worden plannen gemaakt voor gemeenschappelijke projecten en soms worden die zelfs uitgevoerd. Maar de overheden in Vlaanderen en Nederland zouden die samenwerking nog meer moeten opnemen en verankeren. Wat privé gebeurt, moet juist publiek worden versterkt. Cultuur wordt dan zuurstof voor economie. We willen op 2 december alvast een voorzet geven voor nauwere Nederlands-Vlaamse samenwerking vanuit het perspectief dat de privé-sector en de publieke sector elkaar moeten versterken. In de Brakke Grond in Amsterdam organiseren we een colloquium over de spanning tussen deze sectoren. Gelet op de grote bezuinigingsoperatie binnen de culturele sector in Nederland, kan dit initiatief een grote meerwaarde betekenen. We willen daarbij vooral de aandacht richten op media en onderwijs. We geloven namelijk dat kranten en zenders, hogescholen en universiteiten in Noord en Zuid, privé en publiek intenser kunnen samenwerken en daar beter van worden. Vlaanderen en Nederland hadden een eenheid kunnen blijven. Maar het is anders gelopen. Is dat erg? Nee. We kunnen nu bakkeleien over onze verschillen, flirten met onze clichés over elkaar: bourgondisch en calvinistisch, protestants en katholiek, precies en rekkelijk, plantrekkers en plannenmakers. We
kunnen het vette en het vrome afzetten tegenover het kale en het koele, Jordaens hangen naast Mondriaan, barok laten twisten met het minimale. Als Vlaanderen en Nederland geen imagined community kunnen worden, laat ze dan tenminste proberen een intentional community te zijn. Een gemeenschap die wordt georganiseerd op grond van gedeelde belangen en overtuigingen en die bestaat uit mensen en organisaties met gemeenschappelijke intenties en doelen. Zo kunnen Vlaanderen en Nederland gezamenlijk optreden in derde landen en meer coproduceren. Zijn we niet gekend in de wereld om onze planmatigheid en onze verbeelding? Welaan dan. Š Corelio
Â