Advies Adviezen aan de Nederlandse en Vlaamse regering onderwerp
Samenwerking theater- en regieopleidingen
datum
24 januari 2001
aan
Mevrouw M. Vanderpoorten, Vlaams Minister van Onderwijs en Vorming De heer L. Hermans, Nederlands Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen De heer B. Anciaux, Vlaams Minister van Cultuur, Jeugd en Brusselse Aangelegenheden De heer F. van der Ploeg, Nederlands Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
cc
De heer P. Dewael, Vlaams Minister-President De heer D.A. Benschop, Nederlands Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Commissie Cultuur Vlaams Parlement- Commissie Cultuur Nederlandse Tweede Kamer De heer J. Adé, directeur-generaal Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap De heer W. van Oosterom, directeur Hoger Beroepsonderwijs, Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen De heer J. Van Rillaer, directeur-generaal Cultuur, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap De heer M.W.B. Asscher, directeur Kunsten, Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
advies
De Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland hecht veel waarde aan een verbetering van de samenwerking tussen Vlaamse en Nederlandse theateropleidingen. Dit is één van de conclusies van de startconferentie die de Commissie Cultureel Verdrag VlaanderenNederland in november 1999 in Gent organiseerde. In het kader van de Bolognaverklaring lijkt het de Commissie zinvol om de Vlaamse en Nederlandse Toneel- en Regieopleidingen te stimuleren dit concept in goed onderling overleg verder te ontwikkelen. De curricula van theaterscholen moeten zo op elkaar afgestemd zijn, dat studenten één jaar van de opleiding aan een andere theaterschool kunnen volgen. Indien nodig moet de regelgeving worden aangepast. De Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland stelt voor een studiegroep te vormen om een onderzoek te doen naar de mogelijkheden op dit terrein. De Commissie biedt aan deze studiegroep secretarieel en logistiek te ondersteunen. Dit onderzoek zal resulteren in een advies. Meer uitwisseling van docenten tussen Vlaanderen en Nederland zou zeker kunnen bijdragen tot een betere samenwerking. Het beschikbaar stellen door de overheid van een financiële bijdrage in de reis- en verblijfkosten van de docenten uit het andere land zou zeker een stimulerend effect hebben. Door een festival te organiseren waarbij de eindexamenproducties van de
Vlaamse en de Nederlandse toneel- en regieopleidingen te zien zijn, zou men beter op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in het andere land. Dit festival zou afwisselend in Vlaanderen en in Nederland plaats kunnen vinden. De Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland vraagt de Vlaamse en Nederlandse regeringen aan deze initiatieven medewerking te verlenen, waar nodig de regelgeving aan te passen en de genoemde projecten financieel te ondersteunen. gevolg