Voortgangsdocument podiumkunsten

Page 1

Podiumkunsten Kansen voor Vlaams-Nederlandse samenwerking Afronding van de verkenning

Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen – Nederland Brussel, 11 juni 2014

Pagina 1 van 15


Inhoud Voorlopige resultaten ................................................................................................................... 3 Resultaten waaruit blijkt dat advies vanuit de Commissie aangewezen is...................................... 3 Nader te onderzoeken aspecten ...................................................................................................... 4 Bijlagen ........................................................................................................................................ 6 Analyse van sterktes en zwaktes ..................................................................................................... 6 Overzicht van tot nu toe gecontacteerde experts ........................................................................... 8 Overzicht van belangrijkste bronnen ............................................................................................. 10 Colofon....................................................................................................................................... 12

Pagina 2 van 15


Voorlopige resultaten Resultaten waaruit blijkt dat advies vanuit de Commissie aangewezen is 1. Verschil in subsidiëringssystematiek ligt aan basis voor beperkte uitwisseling  In Nederland ligt het accent van de Rijksverantwoordelijkheid bij het aanbod van podiumkunsten op landelijke schaal. Gemeenten zijn verantwoordelijke voor accommodaties, de provincies voor het aanbod en spreiding op provinciale schaal. Producerende huizen worden gesubsidieerd door het Rijk.1 Cultuurhuizen gefinancierd door gemeenten.2 Hierbij liggen het budget voor producerende huizen –om exporteren te stimuleren- een stuk hoger dan de budgetten voor speelplekken3. In de praktijk zorgt dit ervoor dat deze laatste onvoldoende budget hebben voor het programmeren van Vlaamse producties. Het uitkopen van een Vlaamse voorstelling is voor Nederlandse podia met andere woorden vaak (te) duur. Deze scheve verhouding is de laatste jaren als gevolg van bezuinigingen én een aantal verschillen in bedrijfscultuur nog meer onder spanning komen te staan: o Nederlandse cultuurhuizen en podia leggen –meer dan vroeger- een aantal kosten bij de producties zelf neer. Zo blijkt een opbouw- en repetitiedag ter plaatse voor Nederlandse podia niet vanzelfsprekend. Vlamingen worden bijgevolg gevraagd deze extra dag zelf te financieren en de zaal af te huren. o Promotie voorafgaand aan een voorstelling wordt in Nederland door de producties zelf gefinancierd. Vlaamse producties hebben deze kosten vaak niet gebudgetteerd en hebben bovendien niet het netwerk en de expertise in huis om deze verantwoordelijkheid op zich te nemen. o Door het inkantelen van de budgetten voor internationale projecten in het geheel van de werking subsidies4 kunnen kansen worden mislopen. In de praktijk worden internationale projecten of samenwerkingsverbanden zelden twee of vier jaar op voorhand beklonken. Dit zorgt ervoor dat Vlaamse organisaties geen extra middelen hebben om hun Nederlandse partner hierin tegemoet te komen. 2. Kleine afnamecapaciteit en beperkt tourcircuit maken levensvatbaarheid producties moeilijk en bepalen de beperkte aantrekkelijkheid van de regio’s voor derde landen  Vlaanderen en Nederland zijn beiden kleinschalig en sterk verstedelijkte gebieden. Als eerste impliceert dit een kleine afnamecapaciteit voor nieuwe producties die hierdoor dus ook moeilijker rendabel te maken zijn. Ten tweede blijkt hierdoor het toercircuit dat Vlaanderen of Nederland beperkt. Bijgevolg zijn Vlaanderen en Nederland elk afzonderlijk geen gelijkwaardige partners voor grote, maar tegelijkertijd strategisch prioritaire partners zoals Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Het gebruik van exclusiviteitscontracten, waarbij producties niet binnen een bepaalde straal geprogrammeerd mogen worden, beperkt de afnamecapaciteit nog meer. Naar derde 1

http://binoq.nl/lib/Documenten/Cultureel%20beleid%20overheden/cultuurbeleid%20in%20nederland.pdf Uitzonderingen hierop zijn de steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag waarbij grootstedelijke kunstinstellingen door beiden gefinancierd worden. 3 http://www.cbs.nl 4 Organisaties die boven de grens van 300.000 euro structureel gesubsidieerd worden kunnen ze geen beroep doen op andere vormen van subsidiëring in het kader van het Kunstendecreet. 2

Pagina 3 van 11


landen toe hebben beide landen dus baat bij het zich samen profileren als één tourregio. Wat de mogelijkheden daarin zijn moet nog nader onderzocht worden.

Nader te onderzoeken aspecten 1. Regelgeving (fiscaliteit, sociale wetgeving en arbeidsmobiliteit)  Nederland maakt sinds 2007 niet langer gebruik van heffingsrecht ten aanzien van prestaties van buitenlandse podiumkunstenaars en sporters5. Zij zijn hierdoor aangewezen op het betalen van belasting in eigen land, wat ongunstiger is. Wat bedoeld is als tegemoetkoming aan deze beroepsgroepen (‘belastingvrij optreden in Nederland’), maakt optreden in Nederland (voor buitenlandse en dus ook Vlaamse artiesten) juist onaantrekkelijk. Het gevolg is dat artiesten op zoek gaan naar belastingoptimalisatie. Dit geldt uitsluitend voor commerciële professionals.6  M.b.t. arbeidsmobiliteit ontvangt CVN tegenstrijdige reacties. Bij het zich grensoverschrijdend ontplooien lopen niet alle podiumkunstprofessionals tegen verschillen aan aangaande fiscaliteit en sociale wetgeving. Ook wat betreft informatievoorziening zijn de ervaringen uiteenlopend. 2. Subsidieverstrekking op verschillende niveaus In haar kamerbrief Cultuurstelsel 2017-2020 geeft de Nederlandse minister van Cultuur Bussemaker aan dat door meer en beter samen te werken met gemeenten en provincies en meer te sturen op aantoonbare resultaten van instellingen ze de kwaliteit van het cultuurstelsel in Nederland wil verbeteren. Ook in haar visienota Cultuur Beweegt benadrukt ze het belang van het afstemmen van de verschillende bestuurslagen.  Tot nog toe lijkt de sector voldoende overzicht te hebben over de subsidieverstrekking door verschillende overheidslagen maar moet nog verder worden afgetoetst.  Naast de subsidieprogramma’s van fondsen en overheidsdepartementen hebben de Ambassade, het Consulaat en de Vertegenwoordiging in veel gevallen een (klein) budget beschikbaar voor ondersteuning van culturele activiteiten. In hoeverre deze middelen in de praktijk worden gecombineerd en op elkaar aansluiten wordt momenteel, binnen het advies FotoPLUS, onderzocht. 3. Ontsluiting van het aanbod  De ontsluiting van het aanbod van de podiumkunsten aan de andere kant van de grens: Nederlandse podia die geraakt werden door de bezuinigingen spelen eerder op safe dan dat ze jong en onbekend talent op podium vragen. Er wordt steeds vaker voor gevestigde grote namen uit eigen land gekozen en gaan gedurfde keuzes uit de weg. Onbekend maakt onbemind waardoor het risico bestaat dat de Vlaams-Nederlandse uitwisseling binnen de sector in een neerwaartse spiraal terecht komt.  Sinds de besparingen wensen meer en meer Nederlandse organisaties aan marktverruiming te doen waarbij Vlaanderen een eerste logische stap betreft. Sommige organisaties ervaren problemen bij de prospectie van het Vlaamse podiumkunstenlandschap.  Ontsluiting van het aanbod richting het publiek in derde landen.

5 6

zie Weekblad fiscaal recht. 6904. 28 april 2011 p. 586 Expertmeeting Podiumkunsten / Kunstonderwijs 1 april 2014 Pagina 4 van 11


Over het algemeen lijken Vlaamse producties voornamelijk financiĂŤle belemmeringen te ervaren bij het oversteken van de grens. Nederlandse producties ervaren vooral problemen aangaande prospectie en kennis over het Vlaamse podiumkunstenlandschap, hoewel daar verschillende meningen over bestaan.

Pagina 5 van 11


Bijlagen Analyse van sterktes en zwaktes De onderstaande twee matrices geven inzicht in de onderzoeksresultaten tot nu toe. De erop volgende paragrafen beschrijven de bijbehorende bronnen: de experts die CVN contacteert en de literatuur die geraadpleegd is. Sterkte

Zwakte

A 1.

2.

3.

4.

B Binnen Vlaanderen en Nederland Vlaanderen en Nederland zijn natuurlijke partners Verschillende subsidiesystematiek (“Vlaanderen en Nederland weten elkaar te vinden”) Verschillende regelgeving (sociaal, fiscaal et cetera)  Gedeelde taal, historie, cultuur en grens Verschillende bedrijfscultuur  Bestaande grensoverschrijdende culturele infrastructuur Vlaanderen en Nederland zijn klein qua schaal; verstedelijking is dicht. In samenwerking zijn Vlaanderen en Nederland groter (of: minder klein). Consequenties:  Gebrek aan afnamecapaciteit voor nieuwe producties, die daardoor moeilijk rendabel te maken zijn.  Gebrek aan een toercircuit (bijkomend: podia hanteren regelmatig exclusiviteitsbeding) Informatievoorziening i.v.m. internationaal werken is Informatievoorziening over internationaal werken geniet te aanwezig (Benelux Unie, Kunstenloket, DC). weinig bekendheid en / of wordt te weinig gebruikt Richting derde landen Werkwijze diplomatiek posten Werkwijze diplomatiek posten  Vlaanderen: ‘cultureel rugzakje’, budget voor  Vlaanderen: ‘cultureel rugzakje’, budget voor omkadering en randvoorwaardelijkheid i.v.m. omkadering en randvoorwaardelijkheid i.v.m. culturele culturele programmering programmering  Nederland: programmeergeld  Nederland: programmeergeld De Vlaamse en Nederlandse budgetten kunnen complementair ingezet worden i.v.m. 1 evenement. Dit bevordert Vlaams-Nederlandse samenwerking van de posten.

Vlaanderen en Nederland zijn geen partner met beschikking over gelijk(soortig) budget. Verdeling van kosten van een event 50/50 is niet mogelijk.

Pagina 6 van 11


Kans

Bedreiging

A 5.

6.

7.

8.

B Binnen Vlaanderen en Nederland Verschillende subsidiesystematiek leidt tot:  Scheve verhouding i.v.m. het onderscheid tussen programma- en productiebudget  Een te hoge uitkoopsom voor Nederlandse huizen om Vlaamse artiesten / producties te kunnen programmeren  Scheve verhouding door afwezigheid bijkomende middelen in Vlaanderen voor ICB Consequentie:  Global / local effect Onbekend is onbemind (vicieuze cirkel) Verschillen in regelgeving belemmert culturele instellingen en kunstenaars in Vlaanderen en Nederland om op basis van dezelfde finaliteiten samen te werken, zowel binnen als buiten de Lage Landen. Nederland hanteert eigen interpretatie van internationale belastingrichtlijnen: maakt geen gebruik van heffingsrecht t.a.v. optredens van buitenlandse artiesten. Dit maakt NL onaantrekkelijk voor buitenlandse (dus ook Vlaams) commerciële artiesten om als toerlocatie te bezoeken. Richting derde landen Samenwerking betekent schaalvergroting: belangrijk Wens tot / ambitie voor draagvlak voor Vlaams-Nederlandse voor uitwisseling met partners in Derde Landen samenwerking is onderhevig aan politieke fluctuaties. Dit in (i.h.k.v. internationale netwerken, de EU et cetera). verband met unilaterale doelstellingen van profilering, merkbeleid en branding. Vlaanderen en Nederland zijn elk afzonderlijk geen gelijkwaardige partners van grotere, maar tegelijkertijd strategisch prioritaire partners zoals Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk (waar ruimte toercircuits zijn doordat de steden zich op voldoende afstand van elkaar bevinden). VL/NL ri Derde Landen: Verschillen in regelgeving vormt een obstakel wanneer culturele instellingen en kunstenaars met één verhaal naar buiten willen treden.

Pagina 7 van 11


Overzicht van tot nu toe gecontacteerde experts Verkennende expertmeeting podiumkunsten en kunstonderwijs: Vlaams-Nederlandse samenwerking en uitwisseling’ De expertmeeting vond plaats op 1 april 2014. De agenda was vormgegeven rond de thema’s arbeidsmobiliteit, uitstraling richting derde landen en Talentontwikkeling. CVN signaleerde deze thema’s als dwarsverbanden tussen de sectoren podiumkunsten en kunstonderwijs. Ze stonden daarom centraal. Naast deze thematische voorzet, nodigde de agenda uit tot bijsturing en aanvulling. De gedachtenwisseling tijdens de expertmeeting verliep aan de hand van de volgende vragen: 1.

Biedt Vlaams-Nederlandse uitwisseling en samenwerking meerwaarde voor de geïdentificeerde thematiek?

2.

Tegen de achtergrond van onderzoeken en (sector)plannen die op nationaal niveau gemaakt worden; is er behoefte aan complementaire Vlaams-Nederlandse benadering en formulering van aanbevelingen?

De expertmeeting bevestigde dat CVN met de Startnotitie Podiumkunsten en Kunstonderwijs een aantal actuele en relevante onderwerpen aansnijdt. Met praktijkvoorbeelden en stellingen illustreerden de experts de onderwerpen Arbeidsmobiliteit en Talentontwikkeling. Er kwamen verschillende bestaande goede praktijken boven tafel, met name op het gebied van informatievoorzieningen over internationale en grensarbeid. Een belangrijke uitkomst van de expertmeeting zijn concrete casussen, als illustratie van samenwerkingsverbanden en uitwisselen die wel of juist niet succesvol verlopen. Aan de expertmeeting namen professionals van de volgende organisatie deel: 

Benelux Unie (Secretariaat-generaal) Nb.: de Benelux Unie focust tot eind 2014 op arbeidsmobiliteit als één van drie prioritaire thema’s. CVN en de Benelux Unie zoeken de verbinding en wisselen informatie en casussen uit.

Erasmushogeschool Brussel

Strategische Adviesraad Cultuur

Universiteit Antwerpen

Logboek podiumkunsten Als aanvulling op de standaard-werkwijze lanceerde CVN in november 2013 een oproep die podiumkunstprofessionals uitnodigt tot het verstrekken van informatie over hun dagelijkse VlaamsNederlandse werkpraktijk middels een Logboek. De oproep werd gepubliceerd op de website van CVN en via de communicatiekanalen van collega-organisaties zoals Vlaams-Nederlands Huis deBuren, Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond en het Vlaams Theaterinstituut. Het logboek werd in april 2014 afgerond. De resultaten van het logboek werden meegenomen in de SWOT-analysen en in de individuele gesprekken met experts.

Individueel contact met experts Naast de expertmeeting, had CVN ook contact met experts binnen de volgende organisaties: 

Korzo Theater (NL) Pagina 8 van 11


          

Fonds Podiumkunsten (NL) Theaterfestival Vlaanderen (VL) Theaterfestival Nederland (NL) Festival Boulevard (NL) Wunderbaum (NL) Vlaams Theater Instituu (VL) Rosas (VL) Raad voor Cultuur (NL) De Brakke Grond (NL) Het Zuidelijk Toneel (NL) Chassé Theater (NL)

Pagina 9 van 11


Overzicht van belangrijkste bronnen CVN hanteert bij alle verkenningen en adviezen het het Vlaams-Nederlands beleidskader. Daarnaast zijn in het kader van dit adviestraject de volgende bronnen geraadpleegd.

CVN Beleidsadvies Nederlands Uitburo en Cultuurnet Vlaanderen (26 oktober 2007). Beleidsadvies ‘Samenwerking en uitwisseling Nederland-Vlaanderen betreffende podiumkunsten en muziek’ (22 februari 2006). Beleidsadvies “Vuurtorenmodel” Podiumkunsten (7 juni 2000).

Vlaanderen Beleid Kunstenloket: zakelijk advies voor creatieven. Courant, aflevering 96 (februari – april 2011) ‘Joining the dots. Bouwstenen voor een duurzaam internationaal kunstenbeleid’. Courant, aflevering 98 (augustus - oktober 2011) ‘De ins & outs van podiumland. Op naar 2013.’ Janssens, Joris, redactie. De ins en outs van podiumland. Een veldanalyse. Brussel: Vlaams Theater Instituut, 2011. De Baere, Bart. ‘It’s about content, stupid!’. rekto:verso (november) 2013; 58. Wonen in Nederland, Werken in België. Brochure Belastngdienst Federale Overheidsdienst Financiën, juni 2003 Parlementaire stukken Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond te Amsterdam (1974) Voorstel voor nieuw Kunstendecreet 2014-2019 (15 juli 2013) Kunstendecreet 2009-2014

Nederland Beleid ‘De winst van cultuur: musea en orkesten onmisbaar!’ Nieuwbericht op website van VNO-NCW, 3 oktober 2013. Keuzenkamp, Saskia (red.). Decentralisatie en de bestuurskracht van de gemeente. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, 2009. Molenaar, Dick. ‘Buitenlandse optredens en belastingen. Nederlandse kunstprofessionals worden gestimuleerd in het buitenland te werken, maar wat als ze vervolgens dubbel belasting moeten betalen?’ In: Boekman (80), 2009. Slagen in Cultuur. Culturele basisinfrastructuur 2013-2016. Den Haag: Raad voor Cultuur, 2012. Sectoranalyse podiumkunsten. Den Haag: Raad voor Cultuur. Van der Hoeven, Quirine. Van Anciaux tot Zijlstra. Cultuurbeleid en cultuurparticipatie in Nederland en Vlaanderen. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, 2012. Parlementaire stukken Pagina 10 van 11


Cultuur beweegt. De betekenis van cultuur in een veranderende samenleving. Brief met de visie van minister Bussemaker op cultuur. Den Haag: 10 juni 2013. Cultuur in Beeld. Rapport Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Den Haag: juni 2012. Effecten van de economische crisis in de cultuursector. Rapport Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Den Haag: juni 2012. Totaalanalyse aanvragen BIS op het gebied van cultuureducatie en talentontwikkeling. Rapport Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Den Haag: juni 2012. Meta-analyse onderneperschap. Rapport Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Den Haag: juni 2012. Kamerbrief met visie op internationaal cultuurbeleid. Brief van minister Rosenthal (BZ) en staatssecretaris Zijlstra (OCW) aan de Tweede Kamer met een nadere visie op het internationaal cultuurbeleid. Den Haag, 24 april 2012. ‘De promotie van de podiumkunsten wordt anders georganiseerd.’ Brief van het bestuur van het Bureau Promotie Podiumkunsten, 2 augustus 2013.

Vlaanderen-Nederland Oprichtingsbesluit Vlaams-Nederlands Huis deBuren Vuurtorenregeling

Europa Communication from the Commission to the European Parliament, the Council, the European Economic and Social Committee and the Committee of the Regions. Creative Europe. A new framework programme for the cultural and creative sectors 2014-2020.Brussel: Europese Commissie, 27 oktober 2011. EURES: informatie en dienstverlening i.v.m. arbeidsmobiliteit binnen de Europese interne markt.

Pagina 11 van 11


Colofon

Podiumkunsten Kansen voor Vlaams-Nederlandse samenwerking Stand van zaken van de verkenning

Dit is een uitgave van de Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen – Nederland (CVN). Leopoldstraat 6 BE-1000 Brussel E: commissie@cvn.be W: www.cvn.be Het is toegestaan (delen van) de inhoud van deze publicatie te citeren of te verspreiden, mits daarbij CVN en deze publicatie als bronnen vermeld worden.

Bekostigd door: Het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken; en

het Departement internationaal Vlaanderen.

Aan deze publicatie kunnen geen rechten ontleend worden. Brussel, 11 juni 2014

Pagina 12 van 11


CVN ziet toe op de uitvoering van het Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland dat in 1995 werd ondertekend. Binnen het kader van dit verdrag dient CVN kansen en belemmeringen voor samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland te signaleren en de benutting van die kansen ook te stimuleren. CVN is onafhankelijk en adviseert de Vlaamse en Nederlandse regeringen gevraagd en ongevraagd over actueel bilateraal beleid inzake de vier verdragsthema's cultuur, onderwijs, wetenschap en welzijn.

Pagina 13 van 11


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.