Opleiding: Verkorte Educatieve Bachelor secundair onderwijs Opleidingsonderdeel: Praktijk Professioneel ontwikkelen Naam: …
Observatie-opdracht (4 uur) in functie van lesopdracht (8uur).
Te bereiken doelstellingen: De studenten kunnen: • • • •
Diversiteit beschrijven en omzetten in het pedagogisch-didactisch handelen. Feedback benutten om de lespraktijk aan te passen. Afspraken met de klasgroep maken. Consequent volgens het schoolreglement handelen.
Instructie: De observatiestage laat jou kennis maken met de leerlingen waar je binnenkort zelf les aan zal geven, ook de leerkracht(en) zie je aan het werk. Tal van indrukken zullen op jou afkomen. De observatiestage heeft als doel om je zo goed mogelijk voor te bereiden op de lessen die je zelf zal geven. Zorg dat je - door observatie en door gesprekken met de leerkracht(en) een antwoord kan formuleren op onderstaande vragen. Neem deze vragen vooraf door én bedenk zelf (minstens) drie bijkomende vragen die volgens jou zinvol zijn om aan de leerkracht(en) voor te leggen; dit uiteraard met het oog op jouw stage.
Stagemap: na de observatie vul je dit document (getypt) in, je print het en voegt dit toe aan jouw stagemap. De deadline voor deze opdracht valt samen met jouw eerste lesdag van jouw doestage, vanaf dan maakt dit verslag dus deel uit van jouw stagemap (en is dit raadpleegbaar voor de leerkracht(en) betrokken bij jouw stage).
Praktijkboek: denk er aan deze activiteiten (observaties) te vermelden in het praktijkboek.
Tip: het voorgedrukte ‘antwoordkader’ is bedoeld als ondersteuning bij het beantwoorden van de vragen; je hoeft dit kader niet te gebruiken (in te vullen), dit is een hulpmiddel om vragen gestructureerd en volledig te beantwoorden.
1
Opleiding: Verkorte Educatieve Bachelor secundair onderwijs Opleidingsonderdeel: Praktijk Professioneel ontwikkelen Naam: …
Inhoud: 1) Beschrijf jouw stageschool. Wat is de naam en het adres van de school? Tot welk net behoort de school? (Deze info is belangrijk met het oog op de te raadplegen leerplannen bij het voorbereiden van de lessen.)
2) Wat heb je kunnen observeren in verband met de leerlingen? Beschrijf jouw klasgroep/klasgroepen. Noteer ‘feitelijke gegevens’: aantal leerlingen, geslacht, leeftijd, … Heb, bij elke klasgroep, eveneens oog voor zowel het pedagogische als voor het didactische. Omschrijf de sfeer in de klas. Observeer (en/of bevraag) of er leerlingen zijn met specifieke onderwijsnoden. Heb oog voor moeilijkheidsgraad, tempo, motivatie, … Opmerking: mogelijks heb je niet elke klasgroep (waar jij aan zal lesgeven) kunnen observeren, je bevraagt in dat geval de leerkracht(en) zodat je zicht hebt op de beginsituatie. Feitelijke gegevens: Eerste geobserveerde les Tweede geobserveerde les …
Didactische beginsituatie: …
…
Pedagogische beginsituatie: …
3) Wat heb je kunnen observeren in verband met media? Beschrijf de beschikbare infrastructuur; doe dit voor elk van de lokalen waar je zal lesgeven. Lokaalvermelding: …
Infrastructuur/media: …
4) Welke werkvormen kwamen voornamelijk aan bod tijdens de door jou geobserveerde lessen? Lijst op per vak. Vak: …
Werkvormen: …
2
Opleiding: Verkorte Educatieve Bachelor secundair onderwijs Opleidingsonderdeel: Praktijk Professioneel ontwikkelen Naam: …
5) Bevraag welke onderwerpen/leerinhouden jij zal behandelen tijdens jouw lessen? Lijst dit op voor elk lesuur. Ook andere tips/opmerkingen zijn nuttig om te vermelden. Lesuur stage 1 2 3 4 5 6 7 8
Inhoud (noteer ook vak): …
Tips/opmerkingen: …
6) Noteer de afspraken die je maakte over wanneer (en op welke wijze) jij jouw lesvoorbereidingen zal voorleggen aan de leerkracht(en) ter inzage. Maak van dit moment ook gebruik om contactgegevens uit te wisselen en hierrond afspraken te maken: wanneer en op welke wijze is de leerkracht voor jou bereikbaar?
7) Lees het schoolreglement. Selecteer drie regels/afspraken uit het schoolreglement die in jouw klasomgeving belangrijk zijn en die je eventueel zal moeten toepassen. Je mag deze info letterlijk overnemen, je mag hiervan ook een duidelijk zichtbare (leesbare) foto nemen en deze hier toevoegen. Leg uit waarom jij dit de belangrijkste afspraken vindt. Regels/afspraken: 1 … (Letterlijke overname of foto) 2… 3…
Waarom belangrijk? … … …
8) Bedenk zelf (minstens) drie vragen die je aan de leerkracht wilt stellen en die een meerwaarde kunnen betekenen voor jou wat betreft het voorbereiden en geven van stagelessen. Noteer jouw vragen en de antwoorden die je hierop van de leerkracht(gekregen hebt. Vragen die jij nuttig vindt: 1… 2 3
Verkregen antwoorden: …
3
Opleiding: Verkorte Educatieve Bachelor secundair onderwijs Opleidingsonderdeel: Praktijk Professioneel ontwikkelen Naam: …
Observatie-opdracht (4 uur) in functie van supervisie. Te bereiken doelstellingen: De studenten kunnen: •
De invloed van het eigen referentiekader (cultuur, waarden, normen, subjectieve onderwijstheorieën, …) bij het beoordelen van feiten/gebeurtenissen benoemen, dit met het oog op het ontwikkelen van een professionele identiteit.
Instructie: In de lessen zal meermaals worden teruggeblikt op de stage en de bijhorende opdrachten. Lees en beantwoord onderstaande vragen ter voorbereiding van de supervisie. Je vult dit document (getypt) in en post het op de elektronische leeromgeving (op de cursussite bij ‘opdrachten’). Je brengt dit ingevulde document ook mee naar de les (zie planning). Tip: het voorgedrukte ‘antwoordkader’ is bedoeld als ondersteuning bij het beantwoorden van de vragen; je hoeft dit kader niet te gebruiken (in te vullen), dit is een hulpmiddel om vragen gestructureerd en volledig te beantwoorden.
Inhoud: Blik terug op alle observaties en benut deze info om volgende vragen zo concreet mogelijk te beantwoorden: •
• • •
Welke zaken zou jij op dezelfde wijze doen (willen doen) zoals jouw leerkracht (in geval van meerdere leerkrachten: kies één leerkracht uit)? Vermeld minstens drie voorbeelden. Welke zaken zou je achterwege laten (en dus niet doen)? (1 voorbeeld volstaat) Welke zaken zou je toevoegen (en dus bijkomend doen)? (1 voorbeeld volstaat) Welke zaken zou je aanpassen (en dus anders doen)? (1 voorbeeld volstaat).
Behouden: Weglaten: Toevoegen: Aanpassen:
Voorbeelden: … 1 (minstens 3) … 1 (1 volstaat) … 1 (1 volstaat) … 1 (1 volstaat)
Voorbeelden: …2 / / /
4
Voorbeelden: …3 / / /
Opleiding: Verkorte Educatieve Bachelor secundair onderwijs Opleidingsonderdeel: Praktijk Professioneel ontwikkelen Naam: …
Doe-stage (8 uur).
Te bereiken doelstellingen: De studenten kunnen: • • • • • • • • • • • • • • •
Diversiteit beschrijven en omzetten in het pedagogisch-didactisch handelen. Leerinhoud en vakterminologie correct aanbrengen. Kwalitatieve bronnen gebruiken bij het voorbereiden van lessen. Media en middelen inzetten om vanuit een activerende didactiek een leeromgeving vorm te geven. Zelfstandig een lesvoorbereiding maken. Administratieve taken behorend tot het takenpakket van een leerkracht correct uitvoeren. Feedback benutten om de lespraktijk aan te passen. Heldere en concrete instructies formuleren op het niveau van de doelgroep. Gepaste verbale en non-verbale taal hanteren. Een open en correcte houding aannemen. Afspraken met de klasgroep maken. Leerlingen aanspreken op ongepast gedrag. Consequent volgens het schoolreglement handelen. Deontologisch correct handelen. Op gepaste wijze hulp bieden aan anderen.
Instructie: Tijdens de stage zal je – na kennis te hebben gemaakt met jouw leerlingen en leerkracht(en) – ook zelf lesgeven. Je ontving van de leerkracht(en) betrokken bij jouw stage de nodige info om je optimaal te kunnen voorbereiden. Elke les wordt voorbereid op het standaard lesvoorbereidingsformulier (terug te vinden op ELO). Hierover maakte je reeds afspraken met de leerkracht(en) betrokken bij jouw stage: over wanneer (en op welke wijze) jij jouw lesvoorbereidingen zal voorleggen aan de leerkracht(en) ter inzage.
5
Opleiding: Verkorte Educatieve Bachelor secundair onderwijs Opleidingsonderdeel: Praktijk Professioneel ontwikkelen Naam: …
Stagemap: Alle lesvoorbereidingen en bijhorende bijlagen (leerplandoelstellingen, door jou uitgewerkt cursusmateriaal, bordschema’s, presentaties zoals PPT, …) verzamel je in jouw stagemap. Deze map heb je gedurende jouw stage elke dag bij je. Terwijl je de les geeft, is de bijhorende lesvoorbereiding steeds aanwezig in jouw stagemap, deze is dus steeds raadpleegbaar voor de leerkracht(en) betrokken bij jouw stage.
Praktijkboek: denk er aan deze activiteiten (doestage) te vermelden in het praktijkboek.
6
Opleiding: Verkorte Educatieve Bachelor secundair onderwijs Opleidingsonderdeel: Praktijk Professioneel ontwikkelen Naam: …
Meso-taken (minimum 2)
Te bereiken doelstellingen: De studenten kunnen: •
Op gepaste wijze hulp bieden aan anderen.
Instructie: Tijdens deze stageperiode voer je minimum twee meso-taken uit. De bedoeling van deze taken is dat je actief hulp biedt aan de leerlingen/de leerkracht(en). In overleg met de leerkracht(en) en de school maak je een keuze uit volgende mogelijkheden: • • • • • • • •
Individuele hulp bieden aan leerlingen (bijvoorbeeld leer-/studiebegeleiding) Hulpleerkracht zijn in de klas (bijvoorbeeld mee organiseren van complexe werkvormen). Oefeningen verbeteren met behulp van een verbetersleutel én een puntenverdeling aangereikt door de leerkracht. Bijwonen van een werkgroep/een vergadering (overlegmoment, vakgroepvergadering, klassenraad, oudercontact, …) Begeleiden buitenschoolse activiteiten (studiereis, …) Organiseren en/of bijwonen van een infomoment/een opendeurdag/… Actief deelnemen aan een pedagogische studiedag. …
Voor de uitwerking van deze opdracht maak je geen schriftelijk verslag. Je verwerkt de antwoorden op de vragen op creatieve wijze: je maakt een visuele voorstelling en voegt fotomateriaal (bevraag wie/wat je wel/niet mag fotograferen), eventueel documentatie, … toe. Je post deze voorstelling op de elektronische leeromgeving (op de cursussite bij ‘opdrachten’). We bespreken dit op het individueel evaluatiegesprek.
Praktijkboek: denk er aan deze activiteiten (meso-taken) te vermelden in het praktijkboek.
7
Opleiding: Verkorte Educatieve Bachelor secundair onderwijs Opleidingsonderdeel: Praktijk Professioneel ontwikkelen Naam: ‌
Inhoud: Na het uitvoeren van de taken formuleer je een antwoord op volgende vragen: 1) Beschrijf de door jou uitgevoerde taken. Schets voor elke taak kort wat je precies deed en wie de betrokkenen (leerlingen, leerkrachten, ouders, externen, ‌) waren. 2) Verduidelijk wat het uitvoeren van elke taak jou als toekomstig leerkracht heeft bijgeleerd. 3) Neem er de lijst met basiscompetenties bij en tracht elke door jou uitgevoerde taak te linken aan een basiscompetentie (raadpleeg de website, wees specifiek en noteer voluit). https://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=13952#245906
8
Opleiding: Verkorte Educatieve Bachelor secundair onderwijs Opleidingsonderdeel: Praktijk Professioneel ontwikkelen Naam: …
Startreflectie
Te bereiken doelstellingen: De studenten kunnen: • •
Methodieken om te reflecteren aanwenden. De invloed van het eigen referentiekader (cultuur, waarden, normen, subjectieve onderwijstheorieën, …) bij het beoordelen van feiten/gebeurtenissen benoemen, dit met het oog op het ontwikkelen van een professionele identiteit.
Instructies: In deze startreflectie is het de bedoeling stil te staan bij persoonlijke factoren die je handelen als leerkracht (zullen) beïnvloeden. Geert Kelchtermans ontwikkelde hiertoe twee concepten: het professioneel zelfverstaan en de subjectieve onderwijstheorie. Het ‘professioneel zelfverstaan’ verwijst naar de kennis en de opvattingen die een leerkracht heeft over zichzelf als leerkracht. Het is eigenlijk een antwoord op de vraag: ‘Wie ben ik als leerkracht?’. De ‘subjectieve onderwijstheorie’ hangt nauw samen met het professioneel zelfverstaan. Waar het professioneel zelfverstaan eerder handelt over jezelf als leerkracht, gaat het bij de subjectieve onderwijstheorie over jouw visie op onderwijzen en lesgeven. Deze term verwijst dus naar je persoonlijk antwoord op de vraag: ‘Hoe geef ik mijn job het best gestalte en waarom is dat zo?’ Het gaat met andere woorden over het persoonlijk kader van kennis en opvattingen over onderwijs en leraarschap. Belangrijk is dat beide concepten dynamisch zijn. Ze kunnen dus veranderen door nieuwe ervaringen. Je persoonlijk zelfverstaan en je subjectieve onderwijstheorie zullen dus blijvend ontwikkelen onder invloed van je lessen in de lerarenopleiding, je stages en je ervaringen op de werkvloer. In de lessen zal meermaals worden teruggeblikt op de stage en de bijhorende opdrachten. Lees en beantwoord onderstaande vragen ter voorbereiding van de supervisie. Je vult dit document (getypt) in en post het op de elektronische leeromgeving (op de cursussite bij ‘opdrachten’). Je brengt dit ingevulde document ook mee naar de les (zie planning). Tip: het voorgedrukte ‘antwoordkader’ is bedoeld als ondersteuning bij het beantwoorden van de vragen; je hoeft dit kader niet te gebruiken (in te vullen), dit is een hulpmiddel om vragen gestructureerd en volledig te beantwoorden. 9
Opleiding: Verkorte Educatieve Bachelor secundair onderwijs Opleidingsonderdeel: Praktijk Professioneel ontwikkelen Naam: …
Inhoud: 1) Welke leerkracht uit het secundair onderwijs heeft op positieve wijze veel indruk op je gemaakt? Leg uit waarom, met minstens twee concrete voorbeelden. (De naam van de leerkracht laat je achterwege.) Vakgebied van de leerkracht: … /
Positieve indruk:
Concrete voorbeelden:
… /
1… 2…
2) Welke leerkracht uit het secundair onderwijs heeft op negatieve wijze indruk op je gemaakt? Leg uit waarom, met minstens één concreet voorbeeld. (De naam van de leerkracht laat je achterwege.) Vakgebied van de leerkracht: …
Negatieve indruk:
Concrete voorbeeld:
…
1…
3) Beantwoord (naar keuze) één van de drie onderstaande vragen. • Hoe sta jij tegenover het gebruik van activerende werkvormen in de klas? Beschrijf jouw visie. Het antwoord op deze vraag kan beschouwd worden als (deel uitmakende van) jouw subjectieve onderwijstheorie. • Hoe sta jij tegenover huiswerk? Beschrijf jouw visie. Het antwoord op deze vraag kan beschouwd worden als (deel uitmakende van) jouw subjectieve onderwijstheorie. • Hoe sta jij tegenover het concept ‘afstandsleren’, waarbij studenten aan de hand van uitgewerkte tools zelfstandig leerstof tot zich nemen? Beschrijf jouw visie. Het antwoord op deze vraag kan beschouwd worden als (deel uitmakende van) jouw subjectieve onderwijstheorie.
Keuze vraag (omcirkel wat van toepassing is): • Activerende werkvormen • Huiswerk • Afstandsleren
Jouw visie hierover: …
10
Opleiding: Verkorte Educatieve Bachelor secundair onderwijs Opleidingsonderdeel: Praktijk Professioneel ontwikkelen Naam: …
4) Formuleer drie criteria die voor jou deel uitmaken van goed onderwijs. Leg telkens uit waarom jij hier belang aan hecht. Het antwoord op deze vraag kan beschouwd worden als (deel uitmakende van) jouw subjectieve onderwijstheorie. Criteria ‘goed onderwijs’: 1… 2… 3…
Argumentatie: … … …
Onderstaande vragen vereisen enige inleving: probeer je - bij het beantwoorden van deze vragen - voor te stellen dat je als leraar aan het werk bent.
5) Hoe zie jij jezelf als leerkracht? Het antwoord op deze vraag verwijst naar het zelfbeeld, dit maakt deel uit van het professioneel zelfverstaan. Mijn zelfbeeld als leraar:
…
6) Hoe voel jij je in de rol van leraar? Het antwoord op deze vraag verwijst naar het zelfwaardegevoel, dit maakt deel uit van het professioneel zelfverstaan. Mijn zelfwaardegevoel als leraar:
…
7) Wat motiveert jou om dit beroep uit te oefenen? Het antwoord op deze vraag verwijst naar de beroepsmotivatie, dit maakt deel uit van het professioneel zelfverstaan. Mijn beroepsmotivatie als leraar:
…
8) Hoe zou jij jouw taak als leraar omschrijven? Het antwoord op deze vraag verwijst naar de taakopvatting, dit maakt deel uit van het professioneel zelfverstaan. Mijn taakomschrijving als leraar:
…
9) Hoe zie jij jouw toekomst als leraar en welk gevoel roept dit bij jou op? Het antwoord op deze vraag verwijst naar het toekomstperspectief, dit maakt deel uit van het professioneel zelfverstaan. Mijn toekomstperspectief als leraar:
…
11
Opleiding: Verkorte Educatieve Bachelor secundair onderwijs Opleidingsonderdeel: Praktijk Professioneel ontwikkelen Naam: …
Tussentijdse reflectie
Te bereiken doelstellingen: De studenten kunnen: • • • • • •
Methodieken om te reflecteren aanwenden. Kritisch reflecteren over het eigen leerproces en bijsturen waar nodig. Eigen kernkwaliteiten beschrijven en beargumenteren met als doel deze verder te benutten. Sterktes en zwaktes in eigen kennis en vaardigheden (h)erkennen. Feedback benutten om de lespraktijk aan te passen. De invloed van het eigen referentiekader (cultuur, waarden, normen, subjectieve onderwijstheorieën, …) bij het beoordelen van feiten/gebeurtenissen benoemen, dit met het oog op het ontwikkelen van een professionele identiteit.
Instructies: De reflectiecirkel van Korthagen is een systeem waarbij je structureel, systematisch en diepgaand kan reflecteren. Dit model gaat uit van vijf reflectiefasen. Bij elke fase horen een aantal vragen die je op weg kunnen helpen om tot een waardevolle reflectie te komen. Beantwoord onderstaande vragen. Voor de uitwerking van deze opdracht maak je geen schriftelijk verslag. Je verwerkt de antwoorden op de vragen in een filmfragment waarbij je jezelf film en mondeling deze reflectiecirkel (toegepast op jouw ervaring/situatie) beschrijft. Het is dus de bedoeling dat je zelf in beeld komt. Wees duidelijk in het beschrijven van jouw ervaring, vermijd onnodige (beschrijvende) herhalingen. Zorg voor interactie met de groep die jouw opname zal bekijken. Dit doe je door één pauzemoment in te lassen. Je bepaalt zelf of je dit doet na fase 2 of na fase 3. Na fase 2 kan je de groep bevragen welke oorzaken volgens hen invloed hebben uitgeoefend op de door jou beschreven situatie. Je kan er ook voor opteren om het fragment te onderbreken na fase 3. Na fase 3 kan je aan de groep bevragen welke zinvolle alternatieven zij kunnen bedenken voor de door jou beschreven situatie. Bij dit ‘pauzemoment’ onderbreek je het filmfragment. De groep krijgt de kans om te reageren. Nadien bekijken we samen het verdere verloop van jouw fragment. Alle fasen komen dus uiteindelijk aan bod. Je brengt dit fragment mee naar de supervisie (zie planning). Opmerking: wie afwezig is in de les post de uitwerking van deze opdracht op de ELO. 12
Opleiding: Verkorte Educatieve Bachelor secundair onderwijs Opleidingsonderdeel: Praktijk Professioneel ontwikkelen Naam: …
Inhoud: Vijf reflectiefasen: 1) Fase 1: Je maakt allerhande ervaringen en situaties mee tijdens de stage. Deze kunnen zowel positief als negatief zijn. Beschrijf in één zin over welke ervaring/situatie je het wilt hebben (actie).
2) Fase 2: Je blikt terug op deze ervaring en tracht zo concreet mogelijk te beschrijven wat er is gebeurd. Bij deze beschrijving tracht je volgende aspecten te betrekken: ‘Wat wou ik?’, ‘Wat deed ik?’, ‘Wat dacht ik?’ en ‘Wat voelde ik?’. Tracht deze aspecten zowel vanuit leraar- als vanuit leerkrachtperspectief te benaderen. (terugblik) Wat wou ik? Wat deed ik? Wat dacht ik? Wat voelde ik?
Wat wilden de leerlingen (volgens jou)? Wat deden de leerlingen? Wat dachten de leerlingen (volgens jou)? Wat voelden de leerlingen (volgens jou?)
3) Fase 3: Je wordt je bewust van essentiële aspecten die van invloed zijn op deze ervaring. Ga na hoe de antwoorden op de vorige vragen op elkaar inwerken? Tot welke bevindingen kom je? Deze bevindingen kunnen zowel verwijzen naar een probleem als naar een ‘positieve ontdekking’. Geef aan wat dit voor jou betekent? (bewustwording – mogelijke oorzaken)
4) Fase 4: Bedenk (minstens drie) zinvolle alternatieve manieren van handelen of nieuwe oplossingen. Denk hierbij aan de tips die je hebt ontvangen van de leerkracht en/of verwijs naar bronnenmateriaal dat je hiervoor hebt geraadpleegd. Geef voor elk alternatief aan welke voordelen en nadelen hieraan verbonden zijn. Selecteer op basis van deze analyse de beste optie en argumenteer. (mogelijke alternatieven) Alternatieven: 1… 2… 3… Beste optie + argumentatie:
Bron: leerkracht, literatuur, … … … …
Voordelen:
Nadelen:
… … …
… … …
…
13
Opleiding: Verkorte Educatieve Bachelor secundair onderwijs Opleidingsonderdeel: Praktijk Professioneel ontwikkelen Naam: …
5) Fase 5: Je zal de beste optie uitproberen. Deze nieuwe ervaring vormt op haar beurt de basis voor verdere reflectie. Deze reflectiecyclus veronderstelt dus permanente ontwikkeling. (alternatieven uitproberen) (Fase 5 verwijst naar een volgende ervaring; bij deze fase hoef je dus niets te ‘noteren’).
14
Opleiding: Verkorte Educatieve Bachelor secundair onderwijs Opleidingsonderdeel: Praktijk Professioneel ontwikkelen Naam: …
Slotreflectie
Te bereiken doelstellingen: De studenten kunnen: • • • • • •
Methodieken om te reflecteren aanwenden. Kritisch reflecteren over het eigen leerproces en bijsturen waar nodig. Eigen kernkwaliteiten beschrijven en beargumenteren met als doel deze verder te benutten. Sterktes en zwaktes in eigen kennis en vaardigheden (h)erkennen. Feedback benutten om de lespraktijk aan te passen. De invloed van het eigen referentiekader (cultuur, waarden, normen, subjectieve onderwijstheorieën, …) bij het beoordelen van feiten/gebeurtenissen benoemen, dit met het oog op het ontwikkelen van een professionele identiteit.
Instructies: In de lessen zal meermaals worden teruggeblikt op de stage en de bijhorende opdrachten. Lees en beantwoord onderstaande vragen ter voorbereiding van het evaluatiegesprek. Je vult dit document (getypt) in en post het op de elektronische leeromgeving (op de cursussite bij ‘opdrachten’). Tip: het voorgedrukte ‘antwoordkader’ is bedoeld als ondersteuning bij het beantwoorden van de vragen; je hoeft dit kader niet te gebruiken (in te vullen), dit is een hulpmiddel om vragen gestructureerd en volledig te beantwoorden.
Inhoud: 1) Blik terug op jouw lesgeven en benoem minstens zes sterke elementen en minstens drie werkpunten. Sterke elementen: 1 2 3 4 5 6
Werkpunten: 1 2 3 / / /
15
Opleiding: Verkorte Educatieve Bachelor secundair onderwijs Opleidingsonderdeel: Praktijk Professioneel ontwikkelen Naam: …
2) Bespreek één sterk element van je lesgeven. Waarom is dit een sterk punt van jou? Illustreer met een voorbeeld. Tot welke basiscompetentie behoort jouw sterk punt? (raadpleeg de website, wees specifiek en noteer voluit) https://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=13952#245906 Sterk element: …
Waarom/voorbeeld: …
Basiscompetentie: …
3) Bespreek één werkpunt van je lesgeven. Waarom is dit een werkpunt van jou? Illustreer met een voorbeeld. Tot welke basiscompetentie behoort jouw werkpunt? (raadpleeg de website, wees specifiek en noteer voluit) Werkpunt: …
Waarom/voorbeeld: …
Basiscompetentie: …
4) Hoe kan je het door jou aangehaalde werkpunt ombuigen tot een sterk punt? Geef minstens twee concrete mogelijkheden (denk hierbij aan de tips die je hebt ontvangen van de leerkracht en/of verwijs naar bronnenmateriaal dat je hiervoor hebt geraadpleegd).
5) Blik terug op jouw startreflectie. Herlees jouw antwoord op de vraag: ‘Formuleer drie criteria die voor jou deel uitmaken van goed onderwijs. Leg telkens uit waarom jij hier belang aan hecht.’. In welke mate kan jij je ‘nu’ (na het uitvoeren van de stage) vinden in de antwoorden die je toen noteerde. Wees genuanceerd en beargumenteer waarom je antwoord wel/niet gewijzigd is.
6) Blik terug op jouw startreflectie. Herlees de antwoorden die je noteerde bij het professioneel zelfverstaan. In welke mate kan jij je ‘nu’ (na het uitvoeren van de stage) vinden in de antwoorden die je toen noteerde. Wees genuanceerd en beargumenteer waarom je antwoorden wel/niet gewijzigd zijn.
16