1 minute read
2. Een model vakdidactiek: het vak3dactisch model
2. Een model vakdidactiek: het vak3dactisch model
Op basis van de definitie van vakdidactiek werd een model ontwikkeld: het vak3dactisch model (Inspiratiegids voor een kwaliteitsvolle vakdidactiek, dr. Johan Ardui e.a.).
Dit model illustreert dat vakdidactiek van een onderwijsvak gevormd wordt door een wisselwerking tussen vakkennis, algemene didactiek en praktijk. Vakdidactiek is niet de ‘som’ van de drie domeinen, maar is een nieuw uniek geheel.
1. Vakkennis: de kennis van het vak zelf, de inhoudelijke expertise
2. Didactiek: de kennis van de algemene didactiek: hoe wordt een les opgebouwd, welke didactische principes hanteer je als leerkracht,…? 3. Praktijk: de plaats waar het lesgeven ‘geoefend’ wordt.
De pijlen in het model laten de wisselwerking duidelijk zien:
a. van vakkennis naar vakdidactiek: ontsluiten b. van didactiek naar vakdidactiek: vertalen c. van praktijk naar vakdidactiek: uitdagen
a. van vakkennis naar vakdidactiek: in de vakdidactiek wordt nagedacht hoe de leraar de leerinhoud kan ONTSLUITEN voor de leerlingen. Hier horen begrippen als leerinhouden, selecteren, structureren, afbakenen,…
b. van didactiek naar vakdidactiek: in de vakdidactiek worden de didactische componenten VERTAALD naar het onderwijsvak.
Hierbij horen begrippen als werkvormen, media, herhaling, evaluatie,…
c. van praktijk naar vakdidactiek: in de vakdidactiek wordt de leraar UITGEDAAGD door de praktijk (= een concrete en vaak onvoorspelbare realiteit), waardoor de leraar continue bijleert en zijn vakdidactische kennis evolueert.
Begrippen zoals aanwezige infrastructuur, voorkennis, procesevaluatie, reflectie, klassfeer, ,… horen hier.