Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel

Page 1

Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel


76.

maandag 26 oktober 2009

Binnenstebuiten

Het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel is bekend ver buiten de landsgrenzen. Onze krant ging er een week op bezoek en ontmoette de ‘hofploeg’, vrijwilliger Georges, verpleger Peter en vele anderen.

OPZ Geel 0 Het leven binnen en buiten de muren van een psychiatrisch ziekenhuis Het woord aan

Johan Claeys Woordvoerder OPZ Geel

“Er is meer in Geel dan u denkt” Geel is een naam die wereldwijd klinkt als een klok. De Geelse Gezinsverpleging, waarbij mensen met een psychiatrische achtergrond bij gewone gezinnen inwonen, is uniek. Geregeld ontvangen we wetenschappers van zowat overal ter wereld die deze zorgvorm willen bestuderen en er vol bewondering over spreken. We zijn er trots op dat vandaag zowat 350 mensen, die vaak lange tijd in instellingen verbleven, uiteindelijk een eigen kamer kregen in een gewoon huis, hun plek aan tafel hebben, geborgenheid en zekerheid vinden. Maar er is in Geel veel meer dan enkel de gezinsverpleging. Het OPZ Geel omvat drie psychiatrische ziekenhuizen waar jongeren, volwassenen en ouderen zorg op maat krijgen. Dat verblijf kan kort zijn, gericht op observatie, diagnosestelling en het starten van een behandeling. De helft van de patiënten opgenomen in onze divisie Volwassenen heeft het ziekenhuis binnen de veertien dagen alweer verlaten. Multidisciplinaire teams begeleiden de patiënt naar herstel en terugkeer naar huis. Daarnaast werkten we ook een zorgaanbod uit buiten de muren van ons ziekenhuis. Het is een risico en een kans dat Gazet van Antwerpen een week bij ons op bezoek is om ons zorgaanbod te verkennen. Een risico omdat psychiatrische zorg iets is met vele nuances en gevoeligheden die we in de krant niet kwijt kunnen. Maar het is vooral een kans omdat we kunnen laten zien wat we allemaal doen en hoe we werken. En omdat we kunnen tonen dat psychiatrische zorg vandaag iets helemaal anders is dan pakweg twintig jaar geleden.

De ‘hofploeg’ van het OPZ : werken als therapie

“Je moe werken helpt”

nemen. Alles samen heeft het twee jaar geduurd. Maar stapje voor stapje is het me gelukt. Echt fantastisch werk hebben ze hier geleverd.”

Werk verzet je zinnen. Het lijkt een gedateerde huis-tuin-enkeukenspreuk. Toch is het een van de pijlers waar het OPZ van Geel al honderden jaren een patent op heeft. Werken als een natuurlijke remedie tegen grote of kleine muizenissen. Neem nu de ‘hofploeg’ van het OPZ: elke dag onderhouden een 20-tal medewerkers mee het groene domein van de instelling.

0 Een herfstige maandagochtend

om 9u: de hofploeg sijpelt langzaam de refter binnen. Er is geen dwingende tikklok maar wel ruim de tijd voor koffie met koetjes en kalfjes. Ergotherapeut Bert Ceulemans en therapeutisch medewerker Raf Van Lommel verdelen de klussen. De pony’s moeten worden verzorgd, de eenden gevoederd en de gevallen kastanjes bijeengeveegd. “Je staat ervan te kijken hoe mensen kunnen openbloeien door eenvoudige klussen als dit uit te voeren”, zegt Bert Ceulemans. Poseren met plezier We lopen een eind mee met paardenverzorger Fons. “Ik werkte jaren bij een pleeggezin”, vertelt Fons. “Het waren varkensboeren. Vuil werk: de varkens aten mijn laarzen op”. Bij de hofploeg wil Fons gerust elke dag komen werken, ook op zaterdag en zondag. “Tv-kijken interesseert me niet. Thuis lig ik om half negen al in mijn bed.” Even verderop vegen Gust en Tuur de tamme kastanjes op een hoop. Natuurlijk willen ze poseren voor een foto. Gust is bijzonder geïnteresseerd in het fototoestel van fotografe Hilde. Foto’s nemen en op computer zetten, is zijn grootste hobby. “Wanneer komen we in de gazet?”

De groene taak van Gust en Tuur is het bijeen harken van de kastanjes. foto’s hilde van geirt

Dan rijdt Luc op zijn fiets voorbij. Neen, nu heeft hij geen tijd maar na het middageten wil hij zeker zijn verhaal vertellen. Dat het in de krant komt, schrikt hem niet af. “De mensen mogen gerust weten hoe ik hier terecht ben gekomen.” Doodmoe maar stukken beter Luc gaat er even voor zitten en start dan met wat tremolo in zijn stem zijn verhaal. “Een paar jaar geleden heb ik een zwaar auto-ongeval gehad. Alle miserie is toen begonnen. Maanden zat ik thuis en verveelde me dood. Ik liep de muren op en ben zwaar depressief geworden.

Fons is de paardenverzorger van de ‘hofploeg’.

Uiteindelijk heeft mijn huisdokter me naar hier gestuurd. In het begin viel het flink tegen om terug te gaan werken. Maar de begeleiders hebben me er beetje bij beetje terug bovenop geholpen. Eerst een uurtje werken en zo stilletjes aan meer en meer. Nu vlieg ik er vaak stevig in. Doodmoe kom ik thuis maar ik voel me stukken beter. Als je depressief bent, doet het goed je moe te voelen van hard werken. Vandaag ben ik nog niet 100 procent in orde maar toch 99. Ik heb wel lang schrik gehad om terug in de maatschappij te stappen. Maar morgen moet ik gaan solliciteren. Ik ben er zeker van dat ze me aan-

Zelfvertrouwen hervinden “Toen Luc hier aankwam, was hij erg gesloten en zocht hij nauwelijks contact met zijn collega’s”, vertelt ergotherapeut Bert. “Nu is hij een van de gasten die de anderen motiveert. Weet je: mensen zitten hier op de afdelingen vaak tussen vier muren. Hun situatie lijkt daardoor nog uitzichtlozer. Komen die patiënten hier werken dan zie je ze na een tijdje echt openbloeien. Het werk brengt weer structuur in hun leven. Ze voelen zich ook nuttig en hun eigenwaarde stijgt. Je zou er van staan te kijken hoe belangrijk werk - hoe eenvoudig dat ook is - kan zijn voor iemands zelfvertrouwen.” “In de hofploeg spreken we niet over ‘patiënten’ maar over medewerkers”, zegt Raf, therapeutisch begeleider. “Hun ziekte wordt niet benadrukt, hier staat het werken centraal. Uiteraard wordt er tussendoor wel gesproken over hun problemen. Maar we trachten ze hier met humor en vanuit een buikgevoel te relativeren.” Werkritme zelf bepalen Aan de muur van de kantine hangt een uurrooster uit. Alles samengeteld duurt de pauze van de hofploeg bijna even lang als de tijd die ze aan het werk besteden. “De mensen bepalen zelf hun werkritme”, verduidelijkt Bert. “Willen ze meer werken, dan kan dat. Sommigen bereiden we ook voor op een job buiten de instelling. We hebben vooral erg veel geduld met hen.”


.77

maandag 26 oktober 2009

Vrijwilliger Georges:

“Ik geniet even hard als mijn metgezel” Een paar keer per maand beleeft Georges Vannuten een gezellig avondje uit in het cultuurcentrum De Werft in Geel. Niet met vrouw of vrienden maar met een gast van een pleeggezin. “Volgens de regels moet ieder zijn eigen drankje betalen”, lacht Georges. “Maar wij trakteren mekaar een pint. Dat is toch niet meer dan normaal als je samen op stap gaat, niet?” 0 Georges is een van de tiental-

len vrijwilligers die mee ingeschakeld worden in de werking van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis (OPZ) van Geel. Een aantal activiteiten lenen zich prima voor assistentie van niet-professionele begeleiders. Ze gaan mee op fietsuitstap of nemen deel aan een vakantie. Humaniorastudenten uit het laatste jaar van het Geelse Sint- Dympnacollege verrichten dan weer vrijwilligerswerk bij oudere patiënten.

Georges is vrijwilliger voor het project Toegankelijke Cultuur. Hij begeleidt patiënten tijdens een avondje cultuur in De Werft. “Ik ben zeker geen taxichauffeur die de gast bij het pleeggezin gaat ophalen en nadien veilig terug afzet”, zegt Georges. “Mijn metgezel moet zoveel mogelijk zelf doen: zijn ticket aan de kassa betalen, zijn jas in de vestiaire achterlaten of zijn zetel in de schouwburg zoeken. We willen bereiken dat hij later op eigen houtje naar De Werft gaat en het aanbod aan cultuur ontdekt.” Stof om na te praten “Ze kiezen ook meestal voor de populaire voorstellingen, niet voor experimenteel theater maar eerder voor een avondje met Rocco Granata”, vertelt Georges. “Maar pas op: ze vinden hoegenaamd niet alles goed. Zo zijn de meesten net als ik bijvoorbeeld geen liefhebber van het echt Antwaarps teater. Ze hebben evengoed als anderen een

Vrijwilliger Georges Vannuten neemt patiënten mee uit voor een avondje cultuur.

mening en sparen hun kritiek niet. We hebben vaak genoeg stof om na te praten.” Als een avondje met vrienden Georges geniet evenveel van het avondje uit als zijn metgezel. “Zo’n avond verschilt niet veel van een avondje met vrienden”, zegt hij. “Ik word maar kort gebrieft over wie ik

moet gaan ophalen, hoe oud hij of zij is, of het een goede prater is... Soms weet je dat het aangewezen is om achteraf koffie te drinken en geen pint bier. Na een paar keer voelt het aan als op stap zijn met een doorsnee mens waarmee je een interessant gesprek kan voeren.” Georges wordt net als de andere vrijwilligers niet vergoed voor zijn

inzet. “Je krijgt enkel je inkomticket gratis”, zegt hij. “Achteraf belt de begeleider van het OPZ je altijd wel even op. Je krijgt dan meestal te horen dat de gast een heel aangename avond heeft beleefd. Dat doet natuurlijk deugd. Ik kan er ook enorm van genieten als mijn gast er zoveel plezier aan heeft beleefd.”

Psychiatrisch verpleger Peter:

“Je moet vooral echt zijn” “Het belangrijkste is dat je als hulpverlener echt bent”, zo beweert psychiatrisch verpleegkundige Peter Alderweireldt, werkzaam op de afdeling Open opname ouderen van het OPZ. “Mensen voelen onmiddellijk of je iets meent of niet.” 0 Peter werkt al meer dan 22 jaar

in de psychiatrie. Al die ervaringen hebben hem veel inzicht gegeven in wat patiënten van hulp-

Cijfer

620

Dat is het aantal personeelsleden in dienst bij het OPZ Geel. Het grootste deel is verpleegkundige en zorgkundige. Daarnaast zijn er in de multidisciplinaire teams ook psychiaters, therapeuten en maatschappelijk werkers. Ondersteunende diensten zijn koks, chauffeurs, technici en vele anderen. MM

verleners verwachten. “Wie pas afstudeert, vertrekt meestal vanuit zijn schoolse kennis en vaardigheden”, vertelt Peter. “Uiteraard zijn die gesprekstechnieken en kennis van pathologieën belangrijk. Maar volgens mij ben je zelf het meest waardevolle werkinstrument dat je ter beschikking hebt. Je kan je persoonlijkheid en gevoelens als geen andere middelen inzetten om met de patiënten de basis te leggen voor een goede therapeutische relatie. Als ze je ‘echtheid’ ervaren, kan je diepgaand contact met hen leggen. Dat geldt zeker voor oudere mensen die een levensgeschiedenis met zich meedragen. Daarvoor moet je als hulpverlener veel respect hebben.” Goedgemutst Niet elke dag komt Peter goedgemutst en fluitend op het werk aan. “Ik heb ook mijn goede en slechte dagen”, zegt hij. “Soms hang ik de lolbroek uit, soms ben ik stil. Ik steek die emoties niet weg. Uiteraard zal ik me er niet helemaal door laten leiden, maar de mensen mogen wel weten hoe ik me hier op het werk voel.” Mensen - en bij uitstek oudere mensen - misleid je niet. “Ze voelen perfect aan of je schou-

Psychiatrisch verpleegkundige Peter Alderweireldt: “Je bent zelf je beste instrument”.

derklopje echt is of niet. Of de bemoedigende woorden uit je hart komen of louter uit gewoonte worden uitgesproken”, zegt Peter. “Kijk, als een vrouw hier wordt opgenomen met depressieve klachten omwille van een immens verdriet over het verlies van haar man, dan zeg ik tegen haar: ‘Ik weet niet wat het is om een geliefde te verliezen maar ik zie aan jou dat het enorm veel pijn doet’.

Ik denk dat dit echter overkomt dan te zeggen: ‘Trek het je niet aan. Dit gaat wel over’.” In de kleine dingen Omdat hij hart en ziel investeert in zijn patiënten, blijft de deur van het OPZ voor Peter altijd op een kier staan. “Soms word ik hier zo sterk geraakt dat ik er thuis met mijn vrouw of kinderen over wil praten”, vertelt hij. Maar op andere momenten keer ik ook

goedgezind naar huis. Misschien heb ik die dag gewoon iemands nestel gebonden, heeft een patiënt me bedankt voor een goed gesprek of heeft iemand een mooi afscheidskaartje geschreven. Je krijgt veel terug van die mensen. In de psychiatrie zie je niet zoals in een ziekenhuis wonden helen of breuken genezen. Maar die kleine dingen doen erg veel deugd. Het betekent dat je toch iets hebt betekend voor iemand.”


52.

dinsdag 27 oktober 2009

Binnenstebuiten

We duiken de hele week achter de schermen van Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel. Pleegmoeder Anja bouwde extra kamers om drie gasten in huis te kunnen nemen. Archivaris Bert verzamelt de mooiste verhalen. Tot slot bekijken we de mogelijkheden van beschut wonen.

OPZ Geel0 Zorg, niet alleen voor professionals: pleeggezinnen stellen hun thuis open Het woord aan

“Of ze daar wel heel goed over had nagedacht”: die opmerking kreeg Anja - ‘what’s in a name’ - Vangeel meermaals te horen toen ze aan haar collega’s vertelde dat ze vast van plan was om drie gasten van het OPZ in haar nieuwe huis op te nemen.

Pleegmoeder Anja: Lieve Van de Walle Afdelingshoofd Jongeren en Rehabilitatie

“Psychiatrische pleegzorg: de grond van de zaak” Sommige mensen met complexe psychiatrische problemen hebben langdurige zorg nodig. Die zorg is niet het exclusieve werk van professionals. Gewone mensen die gewone oplossingen bedenken voor moeilijke psychiatrische problemen, gaan doorgaans effectiever te werk. Ze ‘normaliseren’ het lastige leven van patiënten die onderzocht, behandeld en vroeger ook vaak betutteld werden. Pleeggezinnen kunnen op een heel gezonde manier paal en perk stellen aan weinig sociaal gedrag en ervoor zorgen dat mensen terug aan de samenleving deelnemen. Want daar is het ons allemaal om te doen: zorgen dat zij terug de draad van hun leven kunnen opnemen, zelfs als ze dat niet meer helemaal zelfstandig kunnen. Gezinsverpleging wordt vandaag in meerdere Europese landen geïntroduceerd. De uitbouw in een gebied zonder traditie op dat vlak, vraagt vastberadenheid. Het is een verhaal van vallen en opstaan en van uiteindelijk overeind blijven. De strijdbaarheid en het rotsvaste geloof in de waarde van gezinsverpleging bij deze teams is hartverwarmend. Het sterkt Geel in de overtuiging dat de rol van gezinsverpleging nog lang niet is uitgespeeld. We zijn het toekomstige generaties verplicht om na te denken over de continuïteit van dit model. Dat vergt een deftige financiering van alle betrokken partijen, zowel van pleeggezinnen als van de professionele hulpverlening. Wellicht vraagt het een grotere regionale spreiding, mogelijk over het gehele zorglandschap….

“Je mag hen zeker niet bekijken als patiënten”

Pleegmoeder Anja met haar kinderen Jana (6) en Jelle (1): “Je moet de gasten opnemen in je gezin als een familielid”. foto HILDE VAN GEIRt

“We hebben er ons huis volledig naar gebouwd en drie kamers extra voorzien”, zegt Anja Vangeel, die in de wieg gelegd is om voor mensen te zorgen. “We zijn een klein OPZ.” 0 “Eerst hoorden we vaak: jullie

zijn blijkbaar van plan veel kinderen te kopen”, vertelt Anja, terwijl ze ons rondleidt in haar nieuwe woning, even buiten het centrum van Geel. Haar twee kinderen Jana (6) en Jelle (1) vergezellen ons. Anja opent de deur van de kamer van haar eerste OPZ-gaste, Etty, die nog maar sinds donderdag bij hen inwoont. “De kast en het bed krijgen de gasten mee van het OPZ”, vertelt ze. “Ook haar kleren krijgt ze mee. Voor al de rest zorgen wij. Van het OPZ krijgen we een dagvergoeding. Ik weet niet hoeveel die bedraagt. Dat interesseert me ook niet. Ik ben een zorgend type. Ik wilde vroeger voor kinderverzorgster studeren maar mijn ouders zagen meer in een kantoorjob. Het is mijn vaste voornemen om later thuis te blijven en voor mijn kinderen en gasten te zorgen. Ik wil hun hier een thuis geven.”

Lang wachten Op de lange gang op de eerste verdieping hebben Anja en haar man Gert nog twee gastenkamers voorzien voor toekomstige OPZ-bewoners. Ze hoopt dat ze zo snel mogelijk worden ingenomen. Want ondanks de nood aan nieuwe pleeggezinnen is het soms lang wachten op de komst van een gast. Tussen gezin en gast moet het goed klikken. “Op Etty hebben we een jaar moeten wachten”, vertelt Anja. “De toegang om pleeggezin te worden is laagdrempelig. Je dient een aanvraag in en medewerkers van het OPZ komen vooraf op bezoek om een dossier op te stellen. Ze kijken ook of de kamer wel voldoende groot is. Je moet hiervoor geen opleiding genoten hebben. Iedereen die de mentale draagkracht heeft en een stabiele context kan bieden, komt in aanmerking. Je krijgt ook alle verantwoordelijkheid over je gast. Wel komt de wijkverpleger regelmatig op huisbezoek. Over de patiënt weet je vooraf niet veel. Hier begint ze met een propere lei. We hebben nog getwijfeld of we kinderen zouden opnemen. Maar omdat we zelf nog erg jonge kinderen hebben, leek ons dat nog niet aangewezen.”

Familietraditie Anja zet een lange familietraditie verder. Zowel haar grootouders als haar ouders hadden drie gasten in huis. “Mijn grootouders hebben ooit een tinnen schotel gekregen voor 50 jaar pleeggezin”, vertelt ze. “Ik heb nooit anders geweten dan dat er gasten in huis waren. Toen mijn grootvader 91 jaar werd en bij een van zijn zonen ging inwonen, verhuisden zijn gasten gewoon mee. Vroeger herkende je de gasten van het OPZ ook meteen: ze droegen allemaal hetzelfde uniform van het OPZ. Nu dragen ze gewoon hun eigen kledij.” Veld “Vroeger hoorde je wel eens verhalen over gasten die overdag hard werkten bij de boeren op het veld”, vertelt Anja. “Vandaag de dag hebben de gasten op het OPZ hun bezigheid in het fietsenatelier, het wijkcentrum of in de tuin, volgens hun eigen kunnen. Er worden voor hen ook uitstappen georganiseerd. In het weekeinde kunnen ze terecht in het AT-Café (een ontmoetingshuis voor OPZ-bewoners). Etty wordt ’s morgens opgehaald en ’s avonds weer thuisgebracht. Hier helpt ze wat mee in het huishouden..”

“Toch mag je het inwonen van een gast voor een jong gezin niet onderschatten”, zegt Anja. “Je moet er serieus over nadenken en er met je partner over praten. Mijn man heeft het nooit gekend. Als een van de twee er niet mee akkoord gaat, lukt het niet. Je moet er ook een flink deel van je vrijheid aan opofferen. Op reis gaan, zit er voor ons niet in. Maar dat zegt me weinig. De gasten maken deel uit van het gezin. Ze hebben hier een thuis, zoals de andere gezinsleden.” Gezinslid Haar eerste gaste, Etty, een vrouw van Indonesische afkomst, is vorige donderdag gearriveerd en bleek zich onmiddellijk thuis te voelen. “Het blijft toch afwachten”, zegt Anja. “Ik was er vooral om bekommerd hoe mijn kinderen op haar zouden reageren. Maar dat viel heel goed mee. Ze ging meteen naast hen zitten en keek mee naar FC De Kampioenen. Gisteren kwam mijn dochter Jana thuis van school met de opdracht een tekening te maken van ons gezin. ‘Waar moet ik Etty tekenen’, vroeg ze. Je mag de gasten zeker niet bekijken als patiënten, je moet hen opnemen in je gezin als een familielid.”


.53

dinsdag 27 oktober 2009

OPZ-archivaris Bert Boeckx:

“Geel is heel open over gezinsverpleging” Archivaris Bert Boeckx en een leger vrijwilligers verzamelden de voorbije drie jaar 1001 authentieke verhalen over de gezinsverpleging. In mei volgend jaar verschijnen ze in het langverwachte boek: Tussen de mensen. 0 Op het hoogtepunt van de thuis-

verpleging, eind jaren 30, verbleven er maar liefst 3.800 patiënten op een bevolking van 15.000 Gelenaars. Geen wonder dat het OPZ Geel – in de volksmond nog steeds De Kolonie genoemd - even sterk met de barmhartige stad is verweven als de heilige stad Rome met de paus. Het OPZ Geel koestert zijn verleden als geen ander. Het eeuwenoude ziekenhuis heeft zelfs een voltijds archivaris Bert Boeckx in dienst om zijn geschiedenis te bewaren en op een aantrekkelijke manier over te leveren aan nieuwe generaties. “Ik ken nauwelijks andere psychiatrische instellingen die een archivaris in dienst hebben”, zegt Bert Boeckx. “We beschikken dan ook over een uniek archief, dat al sinds 1850 be-

staat. Dat vind je nergens anders in Vlaanderen.” Verhalen In 2007 zetten Bert en tal van Geelse organisaties het prestigieuze project Tussen de mensen op. “Het doel bestond erin zoveel mogelijk verhalen over de gezinsverpleging uit de mond van de Gelenaars zelf op te MM

“Een waargebeurd verhaal: een Antwerpse vrouw stapt in Geel een bakkerij binnen terwijl haar man buiten een sigaretje rookt. De man wil echter een gebakje aanduiden en maakt daarbij flink wat gebaren. De bakkerin zegt: “Mevrouw, u moet er niet op letten. Dat is iemand van de Kolonie.” Bert Boeckx ArchivAris opz Geel

Bert Boeckx verzamelt alle verhalen over ‘De Kolonie’ om te bundelen in een boek. foto Bert de deken

tekenen”, zegt Bert. “Vrijwilligers en scholieren zijn op stap gegaan om oudere mensen die patiënten in huis hadden te interviewen. Maar ook dokters, verpleegkundigen en patiënten komen aan bod. Uit ons archief blijkt dat de psychiatrie de voorbije decennia enorm is veranderd. Met Tussen de mensen willen we die papieren geschiedenis levend maken.” In al de verhalen frappeerde Bert vooral de openheid waarmee de mensen en de dokters over de instelling praten. “Elders bestaat er een soort

zwijgplicht over de psychiatrie maar in Geel wordt ook open gesproken over de minder fraaie kanten, zoals de behandeling met elektroshocks. Toch is er vooral veel warmte en fierheid over de gezinsverpleging.” Vooroordelen Tussen de mensen wil ook het schampere beeld bijstellen dat soms over de gezinsverpleging in de buitenwereld leeft. “Het stoort ons dat er door de media nog altijd een vertekend beeld wordt geschetst van Geel. De patiënten werden in het verleden

al te vaak beschouwd als een folkloristische en toeristische trekpleister. Vroeger kwamen mensen uit de rest van Vlaanderen tijdens de weekends zelfs speciaal naar Geel om ‘zottekes te komen kijken’. Dat wringt nog bij vele Gelenaars. We willen dat negatieve beeld bijsturen en de vooroordelen rond psychiatrie en gezinsverpleging verminderen.

i

In mei 2010 gaat het verschijnen van ‘Tussen de mensen’ samen met een tentoonstelling, een documentaire, een website en een historische ommegang.

Beschut wonen in de Kempen voor de mensen van OPZ Een aantal voormalige patiënten van het OPZ woont in rijtjeshuizen in de Kempen. Omdat het zelfstandig wonen voor hen niet evident is, worden ze intensief begeleid door een team van Beschut Wonen Kempen. “We proberen deze mensen terug te laten aanknopen met een normaal dagelijks leven”, zegt directeur Jeroen Dillen van Beschut Wonen Kempen. 0 Een vijftigtal mensen woont be-

schut in huizen in Geel, Turnhout en Herentals. Sommigen van hen wonen in groep, anderen op hun eentje. “Het zijn gewone, onopvallende gezinshuizen in de wijk en dat is ook de bedoeling”, zegt Jeroen Dillen. “We willen dat deze mensen zich in de mate van het mogelijke terug integreren in de maatschappij. Daarom moeten ze liefst een anoniem normaal leven kunnen leiden, zonder de stempel van de psychiatrie.” Voorgeschiedenis Beschut Wonen Kempen is een initiatief voor psychiatrische zorg in de samenleving. Het zorgaanbod omvat beschut wonen, psychiatrische thuiszorg en zorgcoördinatie. Beschut Wonen Kempen is een zelfstandige organisatie die nauwe banden heeft met het OPZ. “De helft van onze bewoners komt uit het OPZ”, zegt Jeroen Dillen. “Het zijn chronisch psychiatrische patiënten die omwille van ernstige psychische problemen vaak lange tijd begelei-

ding nodig hebben bij het zelfstandig wonen. Veel van de bewoners hebben al een lange voorgeschiedenis in de geestelijke gezondheidszorg. Maar we merken dat beschut wonen voor hen een oplossing kan zijn. Ze kennen minder opnames en er duiken in hun leven minder crisissen op.” Begeleiding De bewoners proberen zo goed en zo kwaad ze kunnen hun eigen boontjes te doppen “Maar volstrekt zelfstandig wonen is voor de meesten niet mogelijk”, zegt Jeroen Dillen. “Ze worden dan ook intensief begeleid door ons team dat bestaat uit maatschappelijk werkers, psychiatrisch verpleegkundigen en ergo-

Cijfer

800

Dat is zowat het aantal patiënten dat gemiddeld per dag in het OPZ Geel is opgenomen. Niet alle opnames zijn residentieel, dat wil zeggen de klok rond in een ziekenhuisbed. Een groot aantal patiënten komen een aantal dagen per week voor behandeling naar de dagkliniek of het dagactiviteitencentrum. En de kleine helft van de patiënten verblijft in een Geels pleeggezin. MM

“We moeten nog met wachtlijsten werken wat de plaatsen voor beschut wonen betreft. Jammer, want het kan voor sommige mensen de beste oplossing zijn”, vertelt Jeroen Dillen. foto hilde vAn Geirt

therapeuten. Elk huis heeft zijn vaste begeleider die de bewoners dagelijks of een paar keer per week opzoekt. Soms moeten er gewone zaken geregeld worden, zoals administratie. Soms is een intensieve begeleiding van een bewoner nodig om hem of haar terug te laten wennen aan een dagritme van opstaan en werken. De vaste begeleider zorgt ervoor dat de medicatie genomen wordt en dat de

bewoner de psychiater blijft bezoeken. De mensen werken meestal niet in het klassieke arbeidscircuit maar hebben een job in een beschutte werkplaats of mogen vrijwilligerswerk doen in bibliotheken of cultuurcentra.” Wachtlijsten Beschut Wonen Kempen heeft een erkenning voor 48 plaatsen be-

schut wonen. “Dat is veel te weinig. De Vlaamse overheid heeft voor ons ruim 200 plaatsen voorzien”, zo stelt Jeroen Dillen. “Maar het aantal plaatsen dat wij gefinancierd krijgen, is afhankelijk van de bedden die in hospitalen worden afgebouwd. Dat laatste gebeurt nog veel te weinig zodat wij geen extra plaatsen krijgen en met wachtlijsten moeten werken.”


52.

woensdag 28 oktober 2009

Binnenstebuiten

Het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel staat bekend om zijn pleegzorg, maar biedt veel meer: patiënte Leen, die tijdelijk wordt opgenomen, getuigt over haar vooruitgang. En Christa Dams kaart zorg voor ouderen aan buiten de muren van een tehuis.

OPZ Geel0 Gesprekken over hoe zorg en hulp vragen geen schande is Het woord aan

Dokter Céline Scheerlinck Psychiater, Adjunct-hoofdgeneesheer Divisie Ouderen

“Zorg op maat voor senioren” In het OPZ Geel trachten we in te spelen op de toenemende vergrijzing van de bevolking en de nood aan vermaatschappelijking van zorg door specifieke aanpassingen binnen ons zorgaanbod. Er zijn twee opnamediensten binnen de divisie Ouderen van het OPZ Geel waar kortdurende observaties, uitgebreide psychodiagnostiek en therapeutische interventies plaatsvinden. Al tijdens de opnames hebben we extra aandacht voor de mantelzorgers en hulpverleners in de thuissituatie om de juiste zorg op maat te kunnen aanbieden, ook na ontslag uit ons ziekenhuis. Sinds kort bieden wij tevens de mogelijkheid aan om hulpverleners en mantelzorgers thuis of in het rusthuis te ondersteunen. In het artikel hiernaast kunt u onder andere lezen hoe Christa Daems dat als coördinator van een therapeutisch project in de praktijk aanpakt. Op deze manier kan er snel worden ingespeeld op problemen die zich met de patiënt voordoen. We voelen niet alleen de nood om dit therapeutisch project verder te zetten, maar tevens om dit uit te breiden. In onze regio is er immers geen psychiatrische thuiszorg voor senioren voorzien; de middelen daartoe zijn ontoereikend op dit ogenblik. Daarnaast is het daghospitaal voor senioren recent uitgebreid. Er worden therapeutische activiteiten aangeboden waardoor een opname soms kan worden vermeden. Daarnaast biedt de dagkliniek ondersteuning bij gestabiliseerde patiënten.

Christa Dams probeert zowel familie als hulpverleners wegwijs te maken in de zorg voor ouderen. foto bert de deken

Zorgcoördinatrice Christa Dams:

“Het gesprek op gang brengen is erg belangrijk” Je kan het OPZ niet verdenken van klantenbinding. De voorbij jaren worden meer en meer initiatieven genomen om mensen buiten de muren van OPZ te houden. Zo gaat het Mobiel Team van kinderpsychiater Joke Joossens thuis gekwetste kinderen opzoeken, dat komt morgen aan bod. Christa Dams probeert dan weer de opname van oudere mensen te voorkomen door iedereen die hen thuis of in het rusthuis met zorgen omringen, weerbaarder te maken: 0 Zorgcoördinatrice Christa Dams

werkt al meer dan 20 jaar met oudere patiënten in het OPZ en heeft daar een schat aan ervaring opgedaan die ze nu ten dienste stelt van mantelzorgers en hulpverleners thuis en in Kempische rusthuizen. “Toen ik op de opnameafdeling voor ouderen werkte, voelde ik vaak de behoefte bij hulpverleners en mantelzorgers – dat zijn de kinderen, buren en al de andere nietprofessionele hulpverleners - om ondersteuning te krijgen. Ik dacht vaak bij een opname: hadden we hier door het OPZ meer aan coaching kunnen doen in het rusthuis zelf, dan had deze opname vermeden kunnen worden.”

Droom Haar droom ging in vervulling toen ze twee jaar geleden de coördinatie kreeg over een therapeutisch pilootproject dat – met veel woorden – ondersteuning geeft aan hulpverleners en mantelzorgers die hulp bieden aan ouderen met een chronische en complexe psychiatrische problematiek’. Dat project is het resultaat van een samenwerking van vier partners: SIT, Samenwerkingsinitiatief Thuisverzorging , Centrum Geestelijke Gezondheidszorg, Ter Kempen en OPZ Geel. “We willen voorkomen dat oudere mensen opgenomen worden in een psychiatrische instelling”, zegt ze. “Opname is soms niet te vermijden, omdat een goede diagnose en de start van een behandeling wel in het ziekenhuis moeten gebeuren. Maar even vaak kunnen we mits ondersteuning oudere mensen perfect in hun vertrouwde omgeving laten blijven. Op twee jaar tijd hebben we zo al 70 ouderen geholpen.” Op lange termijn wil het therapeutische project regionale zorgnetwerken uitbouwen waarin hulverleners van verschillende diensten samenwerken aan de uitbouw van een meer efficiënt zorgaanbod voor een welbepaalde doelgroep, zoals ‘de ouderen in de regio Turnhout’. Achterdocht Haar grote expertise gebruikt Christa vandaag om mee een uit-

weg te zoeken in vaak schijnbaar uitzichtloze crisissituaties met ouderen. “Mensen doen een beroep op mij als de zorg voor een oudere hen te complex wordt”, vertelt ze. “Als kinderen bijvoorbeeld geconfronteerd worden met een achterdochtige, soms zelfs agressieve, vader. Hij loopt constant roepend door het huis of beschuldigt zijn kinderen van diefstal. Dat ondermijnt hun draagkracht. Het is soms schrijnend hoe sommige mensen vermijden om psychiatrische hulp te zoeken, ook al is hulp hoognodig. Jarenlang zijn ze verzorgd geworden door hun partner. Pas als die partner wegvalt, wordt het probleem in al zijn omvang zichtbaar.” Opname bemiddelen “In de psychiatrie zijn we - veel meer dan elders - gewend om met mensen te praten. Mijn rol is om problemen door een gesprek aan de oppervlakte te brengen en bespreekbaar te maken. “Wat hoor ik toch allemaal. Zijn er problemen? Ik ga hen altijd thuis of in het rusthuis opzoeken. Want spreken over een oudere die ik niet heb gezien, doe ik liever niet. Met de andere partners proberen we oplossingen te vinden. Veel mensen hebben ook geen ziekte-inzicht. ‘Dat verloopt hier toch vlot. Mijn dochter overdrijft.’ De mensen weten vaak niet wat er aan de hand is. Ik probeer dan zeer laagdrempelig

uit te leggen wat de mogelijke oorzaken zijn voor hun gedrag of dat van hun vader of moeder.” Als een opname nog te vermijden is, neemt Christa deel aan een zorgoverleg. “We gaan rond de tafel zitten met iedereen die betrokken is bij de zorg of hulpverlening van de oudere. Soms kunnen dat twaalf mensen zijn voor een persoon: zijn kinderen, de thuisverpleger, de familiehulp, de huisarts, de kinesist, de maatschappelijk werker van het OCMW, en in de meeste gevallen ook de oudere. We maken dan afspraken om de zorg op mekaar af te stemmen: wie zet ‘s morgens de medicatie klaar, kan de thuisverpleging ingeschakeld worden, wie gaat er boodschappen doen. Mijn bijdrage is vooral de overdracht van specifieke kennis en vaardigheden over psychiatrische zorg. Door het afstemmen van al die diensten en het bijbrengen van kennis kan een oudere, die normaal zou zijn opgenomen, toch thuisblijven. Het gebeurt vaak dat voor een schijnbaar hopeloze situatie toch een oplossing wordt gevonden.” Christa moet mensen er nog vaak van overtuigen elders hulp te gaan zoeken. “Ze vinden dat ze tekortschieten en krijgen schuldgevoelens. Maar als je ‘Familiehulp’ of een ‘CGG’ tijdig inschakelt, groeit het probleem de mensen niet boven het hoofd en kan een opname uitgesteld worden.”


.53

woensdag 28 oktober 2009

Een jaar geleden liet Leen zich vrijwillig opnemen in de open afdeling van het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum (OPZ) van Geel. Dat gebeurde op de dag waarop haar zoon voor haar ogen zelfmoord pleegde. Voorheen was haar partner al overleden aan kanker. Hoeveel leed kan een mens dragen?

Leen getuigt over haar verblijf in het OPZ

“Je kan niet alles alleen verwerken” “De opname is de verstandigste beslissing die ik in mijn leven heb genomen”, vertelt Leen, nu ze op het punt staat om terug de wereld van alledag in te stappen.

“Mijn zoon heeft zelfmoord gepleegd door vanuit de zevende verdieping uit het raam van ons appartement te springen. Ik heb hem nog horen vallen ... Ik ben toen onmiddellijk naar beneden gelopen en bij hem gebleven tot de politie en hulpdiensten arriveerden. Ik werd naar het ziekenhuis gebracht en daar heb ik na overleg met een arts besloten me te laten opnemen in de open afdeling van het OPZ. Het was de beste oplossing, want ik kon niet terugkeren naar het appartement. Het is de meest intelligente beslissing die ik genomen heb in mijn leven. Je kan dat niet alleen verwerken.” “Het was zijn vierde poging. Van de andere drie heb ik hem nog kunnen weerhouden. Ik zou bijna op hem gaan zitten zijn om hem ervoor te behoeden. ‘Doe het alsjeblief niet!’ Ik kon hem niet alleen laten. Ik verzon telkens smoezen om afspraken niet te moeten nakomen om zo bij mijn zoon te zijn. Ik heb ook nog een relatie gehad met een man die overleden is aan kanker. Om hem te kunnen verzorgen, ben ik ook thuis gebleven. Ik heb heel bewust die keuze voor een opname gemaakt: je eigen kind dat zelfmoord pleegt … dat kan je niet alleen verwerken.” Roes “Ik heb zes maanden op de open afdeling verbleven, verdoofd door de pijn en het verdriet. Ik leefde in een soort van roes. In de open afdeling volg je allerlei soorten therapie: ergotherapie, geheugentraining, sporten... Je voert ook eenmaal per week een gesprek met een psycholoog. Als het nodig was, kon je steeds een gesprek aanvragen. Na een fitnesstraining vroeg een therapeute eens: “Ben je tevreden dat je naar hier gekomen bent?” Ik heb toen geantwoord: “Ik heb eens een uur aan mijn eigen lichamelijke pijn gedacht en niet aan de pijn die vanbinnen leeft.” “Na die zes maanden dacht ik te kunnen afronden en ben ik naar ‘t Poorthuis (dagkliniek voor volwassen) gegaan. Om onmiddellijk vanuit die beschermde omgeving terug de maatschappij in te stappen: neen,

MM

“Het is de meest verstandige beslissing die ik genomen heb. Hulp vragen is geen schande.” Leen patiënte opZ Geel

dat zag ik niet lukken. Hier volg ik drie dagen therapie. Ik heb ook terug een appartement gehuurd en ingericht. Ik moest toch ooit de stap naar de buitenwereld zetten. Van de psychiater had ik carte blanche gekregen. Tijdens mijn verblijf in de opnamedienst kon ik mijn appartement inrichten. In het weekeinde verbleef ik daar al, zodat het terug als een thuis zou aanvoelen. In het begin liep ik er wat verloren. Het gemis van mijn zoon. Ik hoorde hem nog vaak thuiskomen ...” “Ik heb veel contact met mijn therapeuten. Op hen kon ik terugvallen. Er staat geen criticus maar iemand die met je meegaat, die je aanvoelt, die weet welke vragen je jezelf stelt. Ik heb veel zitten wenen. In het Poorthuis volgen we elke dag uiteenlopende therapieën: relaxatie, sport, crea, groepscrea, bilanvergadering, weekendbespreking, communicatie. Het lijken eenvoudige zaken maar alles is zeer bewust gekozen. Er is geen enkele therapie waarbij er niet gepraat wordt. De meeste uren brengen we in groep door. Maar we kregen wel aparte opdrachten: een zelfportret schilderen bijvoorbeeld. Hoe is je zelfbeeld? Waar ben je mee bezig? Je mag zelf je traject kiezen. Als je niet graag schildert of aangeraakt wordt, kan je voor iets anders kiezen.” Doseren “Als ik zie vanwaar ik kom, dan heb ik hier een enorme weg afgelegd. Alleen had ik dat niet gekund. Ik heb dat maar kunnen bereiken met de hulp van zeer veel mensen, zowel de therapeuten als de groep zelf. Het belang van dat groepsgebeuren wordt vaak vergeten. Je krijgt veel tips mee van de anderen waar je zelf nog niet aan gedacht hebt. Vaak eenvoudige dingen. Zo is strijken in het begin een enorme opgave. Tot iemand zegt: je moet niet alles in een keer strijken. Strijk tot je water op is en hou dan op. Zo heb ik leren doseren.” “Ik heb hier zoveel positieve zaken

“Je schrikt hoeveel je al bereikt hebt na enkele maanden therapie”, getuigt Leen. foto ludo marien

geleerd waardoor ik stap voor stap weer verder kon. Ik zal je een voorbeeld geven. In het begin kon ik het geluid van sirenes van ambulances en de MUG niet horen. Ik sloeg compleet in paniek. Ik heb hier een methode aangeleerd waardoor ik rustig kan worden en me kan concentreren op andere zaken dan die geluiden. Toen ik dat bereikt had, viel er veel van mijn schouders af. Nu kan ik mijn wagen rustig aan de kant zetten voor een ziekenwagen, zonder dat die herinnering weer naar boven komt.” Geen schaamte “In januari ga ik opnieuw halftijds werken. Daar zijn we nu naartoe aan het werken. Welke zijn de valkuilen waarvoor ik moet oppassen? Ik wil tot dan nog in de dagkliniek blijven en zoveel mogelijk meenemen. Ik ga nadien nog in nazorg: gesprekken met een psychologe.”

“Na drie maanden stelde ik me de vraag wat ik al bereikt had. Het lijkt precies nog niets. Je hebt het gevoel dat je stilstaat Maar als je dan een blad papier neemt en alles begint op te schrijven, dan schrik je ervan hoeveel je al hebt bereikt. Het zijn vaak kleine zaken maar je maakt wel telkens vooruitgang.” “Het gebeurt dat mensen, die ik niet zo goed ken, me vragen hoe het met me gaat. Ik antwoord dan eerlijk dat ik opgenomen ben in het OPZ. Lang duurt het gesprek dan vaak niet meer ... Er hangt nog een groot taboe rond psychiatrie. Het OPZ wordt sterk gelinkt aan de gezinsverpleging: een beeld van vijftig jaar geleden. Maar de mensen kennen de instelling niet. Ik ben niet verlegen waarom ik hier ben. Ik ben erin terechtgekomen door wat er in mijn leven is gebeurd. Ik praat er ook over als men mij dat vraagt. Ik heb nooit verzwegen dat ik me heb

laten opnemen. Ik ben er nooit verlegen om geweest. Ik herhaal: het is de meest verstandige beslissing die ik genomen heb. Hulp vragen is geen schande.”

Cijfer

74%

M M Dat werken in de zorgsec-

tor vooral een vrouwenzaak is, blijkt uit dit cijfer: 74 procent van de personeelsleden in het OPZ Geel zijn vrouwen, of met andere woorden er werken drie keer meer vrouwen dan mannen. Zeker bij verpleegkundigen en verzorgenden heeft het aantal vrouwen sterk de overhand.


52.

donderdag 29 oktober 2009

Binnenstebuiten OPZ Geel 0 Hulp ter plekke en voor de familie: zorg kent een ruime invulling

Het woord aan

Hans Verbiest Algemeen directeur Patiëntenzorg

Al meer dan vier jaar stuurt het OPZ zijn ‘Mobiel Team’ naar gezinnen met probleemsituaties in de Kempen. Gaat de vergelijking met opvoedkundige reality-programma’s als Supernanny hier op?

Het Mobiel teaM gaat Met Het gezin aan de slag bij Hun tHuis

“ Psychiatrie is zowel rationeel als relationeel” Na vele jaren in de psychiatrie te hebben gewerkt, sta ik nog steeds versteld van de veelzijdigheid en schijnbare tegenstrijdigheden waaruit ons werkveld bestaat. Zo kan psychiatrie chronisch zijn, wanneer mensen langdurig op zorg zijn aangewezen. Maar psychiatrie is vaak ook kortdurend: soms is een tussenstop in de zorg genoeg om de draad van hun leven weer op te nemen. Psychiatrie is een zaak van professionele hulp. Observatie, diagnosestelling en een behandeltraject starten, zijn taken voor deskundigen. Maar psychiatrie draait evenzeer om vrijwilligheid, van mantelzorgers, van de maatschappij: kinderen die voor hun bejaarde, dementerende ouder zorgen, pleegouders in de gezinsverpleging, enzovoort. Psychiatrie is ook gebruik maken van hoogtechnologische middelen. Ik denk aan ontwikkelingen in de neurofysiologie en gebruik van medicijnen. Maar meer dan elke andere discipline is het tegelijkertijd iets simpel, puur menselijks, iets tussen u en mij. Psychiatrie is zowel rationeel als relationeel. Ik zie dezelfde dualiteit in complexe en eenduidige pathologieën, in grote instellingen en kleinschalige projecten, de bekendheid voor hulpverleners, maar evengoed de beslotenheid voor anderen. Voor wie gelooft dat dingen niet zo eenvoudig zijn als ze lijken, is de psychiatrie een uitstekend werkterrein. Het is mijn overtuiging dat elk van die elementen een plaats heeft en de zorg pas optimaal kan zijn als er goede evenwichten tussen dit alles gevonden worden.

“Preventief werken is belangrijk in de kinderpsychiatrie”

Dokter Joke Joossens en orthopedagoog Paul De Win van het Mobiel Team. foto hilde van geirt

De werking van het team lijkt op die van het succesvolle tv-programma Supernanny, waarin radeloze ouders mirakeloplossingen cadeau krijgen om hun rebelse kroost in het gareel te houden. “Er is een groot verschil,” protesteert kinderpsychiater Joke Joossens. 0 “De supernanny gaat duidelijk uit

van louter opvoedingsproblemen”, verklaart Joke Joossens. “Kinderen die bij ons worden aangemeld, hebben allen in meer of mindere mate een kinderpsychiatrische problematiek – in combinatie met opvoedingsproblemen. In die zin is de supernanny niet echt te vergelijken met onze manier van werken.” Het Mobiel Team verplaatst zich ook niet met een opzichtige wagen met daarop ‘SOS OPZ’0 Wel rukt het team zo snel als het kan uit om problemen met jonge kinderen thuis te verhelpen. Het Mobiel Team is bemand met een orthopedagoog, twee psychiatrische verpleegkundigen en een kinderpsychiater. “We worden meestal gealarmeerd door zogenaamde ‘verwijzers’. Dat zijn meestal huisartsen, scholen of Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB’s)”, vertelt Paul De Win, de orthopedagoog van het Mobiel Team. “We beslissen op korte termijn of we met deze aanmelding aan de slag gaan of niet. Een ‘behandeling’ duurt gemiddeld drie tot vier maanden.”

Kwetsbaar De problemen waarvoor het team uitrukt zijn talrijk. “Een kind dat pertinent weigert om naar school te gaan. Een moeder die radeloos is door de woede-uitbarstingen van haar zoon ”, legt kinderpsychiater Joke Joossens uit. “We werken uitsluitend voor -13-jarigen en daarom gaat het in de meeste gevallen ook om opvoedingsproblemen. Vaak bij kinderen die sowieso al wat kwetsbaarder zijn door een eigen problematiek: kinderen met autisme, met ADHD, met een depressie of leerproblemen. Door die psychische problemen verloopt hun opvoeding moeilijker dan bij andere ‘gezonde’ kinderen. Het vraagt gewoon meer energie en kennis van de ouders.” Ter plaatse Nadat ‘alarm is geslagen’ voert het Mobiel Team in het OPZ een eerste gesprek. Besluit het Team om met het gezin aan de slag te gaan, dan komen Paul en zijn collega’s thuis op bezoek. “Je moet dat niet spectaculairder maken dan het is”, zegt Paul De Win. “We zitten geen ganse dag in een hoekje om alles nauwlettend in de gaten houden. Als we daar twee uren aanwezig blijven, is dat al veel. We voeren er vooral gesprekken met zowel de ouders als de kinderen. In hun eigen omgeving leer je ze beter kennen. Je ziet hoe het huishouden functioneert. Je kan vaststellen wat ouders wel en niet kunnen. Achter je bureau kan je

kordaat stellen: ‘er moet meer structuur komen in dat gezin’. Ter plaatse stel je dan vast dat er nog andere kinderen rondlopen. Je moet de oplossingen afstemmen op de mogelijkheden van de ouders, want anders kweek je alleen maar frustraties.” Positief Het Mobiel Team behoedt er zich voor ouders terecht te wijzen. “We vertrekken juist van de positieve zaken die we in het gezin vaststellen”, zegt Joke Joossens. “Hij is altijd brutaal tegen mij. Ik kan hem niet de baas”, zegt een moeder over haar zoon. Dan zoek je naar situaties waar de moeder wel de baas is. ‘Je hebt hem vlak voor het eten toch een koek geweigerd’. Dat motiveert uiteraard. We leggen zeer veel uit aan de ouders. Als een lagereschoolkind nog in zijn broek doet, gaan we heel die stoornis gedetailleerd uitleggen: waar die vandaan komt, hoe die medisch behandeld kan worden en dat ze als ouders kunnen werken met beloningssystemen. We trachten eveneens samen te werken met alle mensen die betrokken zijn op het kind en zijn gezin. Onlangs hadden we hier nog een vergadering met grootouders, tante, oom en een dochter uit een vorig huwelijk over de gezamenlijke, consequente aanpak van een kind.” Preventief Het doel van het Mobiel Team is ambitieus. Een opname is een ingrij-

pende gebeurtenis, zowel voor het kind als voor het gezin”, zegt Paul De Win. “Als je dat kan vermijden, is dat voor het welzijn van het kind uiteraard een groot voordeel.” “Ook in de kinderpsychiatrie wordt preventief werken steeds belangrijker”, vult Joke Joossens aan. “Hou kinderen uit de instelling en behandel hen zo veel mogelijk in hun natuurlijke omgeving. Want uiteindelijk moeten de kinderen na de opname terug naar hun gezin en moeten de ouders er weer mee aan de slag.” Resultaten “In een aanzienlijk percentage van de gezinnen kunnen we echt wel een verschil maken”, besluit Joke Joossens. “We krijgen de ontwikkeling van deze kinderen terug op het spoor zodoende dat een kinderpsychiatrische opname in de toekomst kan vermeden worden. “Het is vaak verbazingwekkend wat we op korte termijn kunnen realiseren door de mensen het geloof bij te brengen dat ze er thuis iets aan kunnen doen.” “Ik heb dan ook zeer veel beroepssatisfactie op dat vlak”, zegt Paul De Win. “Soms heb je aan een aantal gesprekken genoeg om een kentering te brengen.”

i

Voor meer informatie, ook over voorgaande reportages van OPZ Geel: 014-57.91.11, email: info@opzgeel.be, www.opzgeel.be


.53

donderdag 29 oktober 2009

De werking van OPZ Geel is divers: Het Mobiel Team dat ouders in nood helpt, neemt het woord. Michael Loots vertelt meer over begeleiding van de familie van patiënten, en de helende werking van etherische oliën komt aan bod.

MichaEl loots tEaMcoördinator afdEling psychosEzorg volwassEnEn

“Heel vroeger kwam de familie van de patiënt er niet of nauwelijks aan te pas”, vertelt Michael Loots, teamcoördinator afdeling Psychosezorg volwassenen. “Een patiënt werd opgenomen, voor een periode behandeld en nadien ontslagen. Daarmee was de kous af. Vandaag begeleiden we heel bewust ook de familieleden.” 0 “Dat is niet meer dan logisch, want

de patiënt keert meestal terug naar zijn gezin”, gaat Michael Loots verder. Het wordt wel eens vergeten, maar een psychisch ziek familielid betekent ook een enorme belasting voor zijn omgeving. Familieleden kampen vaak met zeer veel vragen over de toestand van hun partner, ouder of kind. De afdeling Psychosezorg begeleidt hen op twee manieren: een individuele begeleiding op maat en het verstrekken van algemene informatie in groep. Individuele begeleiding “Elke patiënt is anders. Een algemene handleiding voor de opvang van patiënten kunnen we de fami-

ErgothErapEutE anja anthonissEn

Familie werkt mee op afdeling Psychosezorg lie dan ook niet geven”, zegt Michael Loots. “Daarom nodigen we hen – als de patiënt hiermee akkoord gaat – tijdens de behandeling ook regelmatig uit voor een gesprek. De psychiater, psycholoog, maatschappelijk werker of verpleegkundige legt dan uit wat er aan de hand is met hun familielid en hoe we hem of haar behandelen.” Het team bereidt de familieleden ook voor op de terugkeer van hun familielid. “Doen we dat niet, dan is de kans groot dat de patiënt opnieuw in de oude situatie terechtkomt en bestaat het risico op herval”, zegt Michael. “Vaak vertrouwen de mensen te sterk op de medicatie die de patiënt moet nemen. Terwijl andere elementen, zoals stress in het gezin, van even groot belang kunnen zijn. Als er weer een crisis dreigt, willen we er ook zo snel mogelijk bij zijn zodat een nieuwe opname kan vermeden worden. Familieleden kunnen daarom steeds terugvallen op het personeel.” Familieavonden Naast de individuele begeleiding organiseert Psychosezorg ook ‘familieavonden’. “Tijdens drie avonden geven we in groep algemene informatie over onze werking, behandelingsmethoden en de verschillende vormen van psychose. Maar even belangrijk is dat we de familie dan inlichten over de mogelijkheden van nazorg, zoals opvang in een dagcentrum of opvang door een verpleegkundige die aan huis komt.”

Cördinator Michael Loots begeleidt en informeert de familië van patiënten. foto Bert De Deken

“De mensen appreciëren die inspanning enorm”, zegt Michael nog. “Juist door hen nauwer te betrekken bij de behandeling, voelen ze zich veel zekerder in de omgang met het familielid en is de kans op een nieuwe crisis kleiner.”

“Het ruikt hier naar citroen en pompelmoes”

24

Cijfer

M M De campus van OPZ Geel, aan

de rand van het Geelse stadscentrum, is 24 hectare groot. In het historische gedeelte waar nu de divisie Rehabilitatie is gevestigd, wordt het oorspronkelijke karakter van het open park opnieuw versterkt met de sloop van enkele oudere gebouwen, het aanplanten van bomen, waaronder fruitbomen, en de aanleg van paden met rustbanken.

Het eerste wat ergotherapeute Anja Anthonissen doet als ze op haar afdeling voor ouderen aankomt, is druppels etherische oliën in de aromaverstuivers doen. “Het geurt hier dan naar pompelmoes of citroen, die oliën verfrissen niet alleen de afdeling, maar doden ook virussen en bacteriën”, zegt Anja. 0 De aromatherapie is op het OPZ

gestaag maar zeker ingebed geraakt in de dagelijkse behandeling van patiënten. Toen Anja vier jaar geleden op de Somatische eenheid van de divisie ouderen begon te werken, was daar van systematisch gebruik van aromatherapie nog geen sprake. “Ik werkte voordien in een rusthuis waar aromatherapie al goed ingeburgerd was”, vertelt ze. “We haalden er ook veel goede resultaten mee. Ik heb dan ook voorgesteld om deze therapie hier in de werking te integreren. De directie stimuleerde deze extra behandeling van bij het begin. Deze therapie dient dan ook te worden beschouwd als een aanvulling op de rest van de vele behandelingen.”

Anja Anthonissen doet de helende werking van etherische oliën uit de doeken. foto HilDe van geirt

Heilzaam Aromatherapie gaat uit van een heilzame werking van etherische oliën op geest en lichaam. De sterk geconcentreerde druppels worden

gebruikt in verstuivers of als toevoeging in massageolie of badolie. “We gebruiken ze ook preventief voor heel de afdeling”, zegt ze. “Nu de winter voor de deur staat, doen we citroen of pompelmoes in de verstuiver van de gemeenschappelijke leefruimtes,” vertelt ze. “Dergelijke oliën hebben een ontsmettende werking. Ze zijn dus niet alleen heilzaam voor onze patiënten, maar ook het personeel kan er maar mooi van mee profiteren.” Toepassingsmogelijkheden Daarnaast wordt de aromatherapie ook ingezet bij de individuele behandeling van de patiënten. “Een patiënt die hier binnenkomt, voelt zich niet altijd onmiddellijk op zijn gemak”, vertelt Anja Anthonissen. “We verstuiven dan in zijn kamer bijvoorbeeld lavendel of grove den. Die stoffen hebben een kalmerende invloed en bieden de patiënt extra troost en warmte. We brengen ook enkele druppeltjes van grove den, eucalyptus of lavendel aan op de kledij ter ondersteuning van chronische luchtwegaandoeningen. Het masseren van gezwollen handen of voeten ontspant en brengt enige verlichting voor de patiënt. Uiteraard gebeurt dit alles steeds in samenspraak met de mensen. Maar het is fijn om vast te stellen dat mensen deze extra zorg gretig weten te appreciëren.”


54.

vrijdag 30 oktober 2009

Binnenstebuiten

Uw krant was deze week op bezoek bij OPZ Geel. Onze laatste reportage neemt een kijk in de gesloten afdeling en laat verpleegkundigen aan het woord over het wel en wee van hun job.

OPZ Geel0 Vragen rond de gesloten afdeling, en waarom kiezen voor verpleegkunde beantwoord

Het woord aan

Gesloten afdelingen voor psychiatrische patiënten: de taboes er rond zijn de wereld nog niet uit. Zorgkundige Marc Cools laat ons even binnenkijken.

Zorgkundige Marc Cools:

“Het beeld van patiënten in “Verplegen dwangbuizen vraagt om betrokkenheid” leeft spijtig genoeg nog” Mieke Mondelaers

Verpleegkundig directeur

Verpleegkundigen functioneren vandaag de dag in een alsmaar complexer wordende professionele context. Het verpleegkundig beroep wordt onder meer uitgedaagd door veranderende verwachtingen. Zo is er de verhoogde aandacht voor kwaliteitszorg, en het ontwikkelen van en handelen volgens wetenschappelijke evidentie. Daarnaast stelt de patiënt – terecht – steeds hogere eisen naar hoogstaande kwalitatieve dienstverlening en vraagt hij of zij actieve betrokkenheid bij klinische besluitvorming. Ook is er een evolutie merkbaar naar verschillende rolinvullingen van het beroep van verpleegkundige, door onder meer schaarste en vermaatschappelijking van zorg. Dit alles speelt zich af in een context waarin kostenbeheersing ook de nodige aandacht vraagt. Geen evidente opdracht dus voor verpleegkundigen... maar het is wel een uitermate boeiende uitdaging! Verpleegkundigen zijn door hun permanente aanwezigheid op de meest intensieve manier mogelijk bij patiënten betrokken. Vanuit professionele deskundigheid en hun nabijheid, maken ze dagdagelijks het verschil in zorg voor patiënten. Bovendien biedt het beroep van verpleegkundige een waaier aan carrièremogelijkheden. Er is de mogelijkheid zich te verdiepen in de verpleegkundige klinische expertise of managementvaardigheden te ontplooien in een leidinggevende functie. Het is duidelijk, verpleegkunde vraagt om mensen die betrokken, deskundig en innovatiegericht zijn.

Marc Cools heeft ons net rondgeleid in de gesloten afdeling voor bejaarden van het Geels Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum (OPZ). We zijn stil geworden van de aanblik van de gangen, de ‘stille kamer’, de oude mensen in de woonruimte. “Toch ga ik elke dag goedgezind naar huis”, zegt Marc Cools. “Dit werk geeft een meerwaarde aan mijn leven.” 0 Die dag is de gesloten afdeling vol-

zet. Dat betekent dat er veertien patiënten opgenomen zijn. Hun leeftijd varieert van 60 tot 94 jaar. Elk van hen heeft een eigen kamer maar omwille van hun behandeling wordt hen gevraagd zoveel mogelijk in de gemeenschappelijke woonruimte te vertoeven. Vier mannen zitten er voor zich uit te kijken, een ander speelt patience op de computer, anderen dekken de tafel voor het middagmaal. Achter, in de afgesloten tuin, zitten drie vrouwen in de laatste herfstzon met jas aan te roken. Ook in de gebouwen van het OPZ geldt een strikt rookverbod. Roepen “Waarom zitten deze mensen hier in een gesloten afdeling”, vragen we aan Marc. Hij antwoordt onverbloemd. “Sommigen van hen zijn doorverwezen, omdat hun gedrag in een rusthuis problemen stelt. Ze zijn verward of zelfs agressief. Wat ook bij deze mensen vaak voorkomt, is ‘roepgedrag’. Als iemand constant roept, is dat erg vervelend voor de andere bewoners. Wij beschikken hier over ‘een stille kamer’ waar we hen een tijd kunnen afzonderen. Die ‘stille kamer’ is een lege ruimte met enkel een groot bed en een toilet. “De stille kamer is belangrijk”, zegt Marc. “Het is een prikkelarme omgeving waar mensen tot rust kunnen komen. Het is ook een veilige plek waar ze beschermd zijn tegen zichzelf wanneer ze overstuur of verward zijn.”

Moeilijk moment Vorige vrijdag beleefde Marc nog eens een moeilijk moment. “Een vrouw stond in het centrum naakt het verkeer te regelen”, vertelt hij. “Ze werd hier onder politiebegeleiding in de afdeling binnengebracht. Dat is geen prettig zicht. Maar een gedwongen opname is eerder uitzonderlijk. Meestal worden de mensen naar hier doorverwezen door een familielid, een buur of huisarts. Mensen vragen zelf ook om opgenomen te worden. Ze willen zich laten behandelen voor bijvoorbeeld een alcoholverslaving. Of ze zijn radeloos omdat ze de symptomen van een beginnende dementie niet kunnen plaatsen. Hier worden ze geobserveerd en stelt de psychiater een diagnose. Vaak kunnen ze geholpen worden met de juiste medicatie.” Tijdelijk Op het verblijf in de gesloten afdeling staat geen termijn. “Maar het is een tijdelijke oplossing’”, zegt Marc. “Gedurende de tijd dat ze hier verblijven, worden ze geobserveerd, volgen ze groepstherapie, worden ze getest op mogelijke psychische aandoeningen, bijvoorbeeld ook beginnende alzheimer. En ze voeren gesprekken met de psycholoog om hun problemen te bespreken en ermee te leren omgaan. Gemiddeld verblijven ze hier een tot twee maanden. Na de diagnose starten we de behandeling en laten hen naar huis of het rusthuis terugkeren.” Hoe dan ook: een opname in een psychiatrische instelling is en blijft een van de meest ingrijpende gebeurtenissen in een mensenleven. “Mensen die gedwongen opgenomen worden, hebben vaak het gevoel in een gevangenis terecht te komen”, zegt Marc. “Ook het beeld van patiënten in dwangbuizen leeft spijtig genoeg nog steeds bij de buitenwereld. Wij moeten die vrees wegnemen. Het is daarom erg belangrijk dat we het vertrouwen van de mensen winnen en hen gerust-

Zorgkundige Marc Cools legt de werking in een gesloten afdeling van OPZ uit . foto hilde van geirt

stellen. Van zodra ze hier toekomen, hebben we een gesprek met hen. We praten over hun leven thuis, wat er is misgelopen en hoe ze zelf hun probleem ervaren. De eerste dagen verloopt het contact vaak stroef. Maar je ziet ze stilaan openbloeien en dan beginnen ze te vertellen. De vrouw die ze vrijdag hier binnenbrachten, ziet er vandaag al totaal anders uit. Ze praat en er kan een glimlach van af.” Automechanicus Het parcours dat Marc aflegde om uiteindelijk de job van zijn leven te vinden, is ook opmerkelijk. “In een vroeger leven was ik automecanicus bij het leger”, vertelt hij. “Maar ik heb altijd het gevoel gehad dat ik in mijn leven iets met oudere mensen moest doen. Op mijn 38ste heb ik de knoop doorgehakt en ben ik een omscholing gaan volgen als gezins- en be-

jaardenverzorger. Hier heb ik mijn roeping gevonden.” En wie daar nog aan twijfelt: Marc bezoekt ook na zijn uren nog bejaardentehuizen. Niet als verzorger maar als clown! “Samen met drie andere clowns en een accordeonist treden we op voor zwaar dementerenden. Wij zijn zogenaamde contactclowns, praten niet maar gaan echt contact zoeken met de dementerenden. Ooit heb ik zo het volgende meegemaakt. Tijdens het optreden, danste ik met een kranig oudje. Na afloop gaf ik haar haast terloops een kus! Na de show komt de verpleegster me met de vrouw terug opzoeken. ‘Mevrouw wil je bedanken; het is vijftien jaar geleden dat ze nog van een man een kus heeft gekregen.’ Zo heb je bij die vrouw toch een snaar geraakt en kwam er een contact dat er jaren niet geweest was. Daarvoor doe je het. Daar doe ik dit werk voor.”


.55

vrijdag 30 oktober 2009

Piepjonge verpleegster Loes Pauwels:

“Ik verdedig mijn werk met hart en ziel” “Veel van mijn vrienden vonden het beroep van verpleegkundige oké. Maar toch geen psychiatrie! Dat zal wel zwaar zijn! Maar ik verdedig mijn werk met hart en ziel.” Aan het woord is de piepjonge verpleegkundige Loes Pauwels uit Ravels. 0 Ze werkt nog maar anderhalve

maand op de ‘Gesloten Opname voor Volwassenen’ van het OPZ, maar ze is nu al verkocht voor haar leven. Het was dan ook liefde op het eerste gezicht toen Loes (22) tijdens haar studies voor psychiatrisch verpleegster in Turnhout haar eerste stage liep in de open afdeling voor volwassenen van het OPZ. “Ik had onmiddellijk het gevoel: dit wil ik blijven doen! Met mensen bezig zijn. Mensen verzorgen. Ik wil praten en luisteren naar mensen. Wat scheelt er met u? Hoe voelt u zich? Dat was zo’n groot verschil met het werk in een gewoon ziekenhuis. Daar was je meer bezig met verplegingstechnieken. Terwijl ik wilde weten hoe die man of vrouw zich voelde. Ik had altijd veel vragen. Die kon je hier stellen om te trachten er nadien iets aan te doen. In een ziekenhuis werk je vaak onder grote tijdsdruk en heb je geen tijd voor een praatje. Hier wel. Soms zijn

de dagen ook enorm druk en is het werken onder tijdsdruk door een spoedopname. Dan denk ik: oei, nu heb ik mijn andere patiënten in de kou laten staan. Maar dan breng je de volgende dag weer meer tijd door in de groep.” Loslaten “Een grote vereiste is dat je je werk niet mee naar huis neemt. Als ik naar huis rij met de wagen overloop ik even mijn dag. Maar als ik thuis ben, is mijn hoofd al vaak weer leeg. Ook het werken in een team is van groot belang. Ik kan steeds terugvallen op mijn collega’s. Raad vragen als je in de groep agressie voelt opkomen. Of met hen praten als een patiënt een zelfmoordpoging heeft ondernomen. Ik kan hier eerlijk mijn gevoelens uiten.” Masker “Maar het ‘zorgen’ moet je in je hebben, anders hou je dit niet vol. Ik kan hier ook mezelf zijn. Ik moet geen masker opzetten en doen alsof ik wel perfect bent. Want dat is niet zo. Op die manier krijg je ook veel terug. Je ziet de mensen opklaren. Als ze hier weggaan, krijg je een dankwoordje. Soms vragen ze speciaal naar jou. Of ze even met je mogen praten. Ze hebben er iets aan en dat maakt het allemaal de moeite waard.”

Verpleegster Loes Pauwels: “Je moet het in je hebben, anders hou je het niet vol.” foto bert de deken

Lutgart Dams, ambassadrice voor de verpleegkunde:

“Die heeft ‘het’.” Hoofdverpleegkundige Lugart Dams mag officieel de titel van ‘ambassadrice voor de verpleegkunde’ dragen waardoor scholen haar kunnen uitnodigen om het beroep van verpleegkundige bij hun studenten te komen promoten. “Ik merk al snel of iemand ‘het’ heeft om een goede verpleegkundige te worden”, zegt Lutgart.

de omgang, het goed liggen in een team ...” Koel of warm In het OPZ werken voornamelijk ‘psychiatrisch verpleegkundigen’, speciaal opgeleid voor het werken in de psychiatrie. “Meer dan andere verpleegkundigen moeten zij een goed contact krijgen met de patiënten”, zegt Lutgart. “In de praktijk betekent dit vooral dat ze kunnen luis-

0 Lutgart is op het OPZ teamcoör-

dinator van de somatische eenheid -‘ziekenzaal’ - van de divisie ouderen. Deze afdeling vangt ouderen op die door hun ernstige ziekte niet meer kunnen verblijven in hun pleeggezinnen. Lutgart werkt dag in dag uit met een team verpleegkundigen en weet perfect wat ze in hun mars moeten hebben. “Ze moeten vooral ‘het zorgende’ in zich hebben”, zegt ze. “Verpleegkundigen gebruiken niet graag meer het woord roeping. Ik noem het een drijfveer om er te willen zijn voor mensen in nood. Kom je hier alleen werken voor de werkzekerheid, dan hou je dit werk niet vol. Ik merk ook vrij snel of iemand geschikt is. Wij zeggen dan tegen elkaar: “Die heeft ‘het’: dat warme in

Cijfer

18

De helft van het aantal patiënten dat in de divisie Volwassenen van het OPZ Geel wordt opgenomen, heeft het ziekenhuis na 18 dagen al weer verlaten. Een kwart van de patiënten is na acht dagen al ontslagen. Slechts een vierde van het aantal opnames duurt langer dan drie maanden. MM

Lutgart weet wat een verpleegkundige in zijn of haar mars moet hebben. foto bert de deken

teren en praten met de patiënten. Ze worden speciaal getraind op luistervaardigheden en gesprekstechnieken.Voor iedere verpleegkundige is medische kennis van enorm belang. Maar ik zeg vaak: “Welke verpleegkundige wil je zelf aan je bed in een ziekenhuis? Iemand die perfect spuiten kan zetten maar koel en afstandelijk is of iemand die wat minder handig is maar heel erg warm en respectvol voor wie je bent?”

Ambassadeur Lutgart volgde in het kader van de nationale promotiecampagne ‘Verpleegkunde, een plus voor je carrière’ een opleiding als ambassadeur-verpleegkundige. Ze mag getuigenissen gaan afleggen in scholen om zo het beroep bij jongeren te promoten. “Hoewel het aantal inschrijvingen in de scholen voor verpleegkunde het laatste jaar erg spectaculair is gestegen, bestaat er

vandaag nog steeds een acuut gebrek aan verpleegkundigen”, zegt Lutgart. Er hangt rond het beroep een wat negatief beeld: werken onder hoge druk, vaak met onregelmatige uren. En uiteraard ook de dagelijkse portie ‘miserie’ die je moet kunnen verwerken. Toch is dit een enorm uitdagend beroep. Voor wat je geeft, krijg je ook enorm veel terug: dankbaarheid en vriendschap.”


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.