Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem & Geel

Page 1

Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem & Geel


LIMB

20

HET BELANG VAN LIM

binnensTe

buiTen

OPENBAAR PsychiAtRisch ZORGcENtRUM REkEM Vandaag deel 1: depressies

We bezoeken deze week het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem (Lanaken). We praten vier dagen lang met personeel en patiënten van het psychiatrisch ziekenhuis en met bewoners van het psychiatrisch verzorgingstehuis. Vrijdag trekken we naar hun collega’s in Geel.

“ Waarom je schamen over depressie?”

Guy Swinnen: “Ah, je lacht toch nog, zeiden de mensen. Maar op zo’n momenten speel je natuurlijk komedie.”

Diest/Lanaken Guy Swinnen is peter van de vrijwilligerswerking in het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem. Hij heeft zelf een depressie achter de kiezen en heeft in die periode gemerkt dat mensen al snel vinden dat je zaagt. “Daarom is er professionele hulp, die mensen worden betaald om tegen te zagen”, lacht de frontman van The Scabs. “In de VS zijn ze over dat taboe heen. Daar hebben ze het voortdurend over mijn shrink zus en mijn shrink zo.” De depressie heeft bij Guy Swinnen lang genoeg geduurd. “Zes jaar. Na de split van The Scabs in 1997 viel ik in een zwart gat. Ik zat met een serieuze midlife

guy swinnen over zwart gat na The scabs

crisis. Jarenlang had ik elke week getoerd en gefeest met een stuk of 20 mensen. Op het einde van de dag was er applaus, nu was er niks. Ik heb dan geprobeerd om

wat solo te zingen, maar dat lukte niet meteen. Ik gaf mezelf daar de schuld van. In plaats van populariteit, was er ineens isolement. Intussen stond ook mijn relatie onder druk.” Hoe ben je er doorgeraakt? “De huisdokter heeft me antidepressiva voorgeschreven. En ik ben naar een therapeut geweest. Door die pillen had ik geen dieptepunten meer, maar ook mijn hoogtepunten waren foetsie. Die medicatie nivelleert je wereld en daardoor wordt het schrijven moeilijk. Nu, van zo’n depressie ben je niet alleen psychisch, maar ook fysiek ziek. Je hormonen geraken uit balans. Eens ik dat door had, heb ik er mee leren omgaan. Ik ben toen langzaam weer

opgestaan. Twee trapjes omhoog, dan weer een omlaag. ” Kon je er met mensen over praten? “Kijk, de eerste keer luisteren mensen wel, maar als je opnieuw met je verhaal begint, zeggen ze: daar is hij weer. Ze vinden dat je zaagt. Maar ik vind wel dat ik - nu ik er over heen ben - over mijn depressie moet praten. Want depressies en burn-outs zijn nog altijd taboe. Het is echt moeilijk om BV’s daarmee naar buiten te laten komen. Ze vrezen dat ze worden afgedaan als depressieveling. Ook zakenmensen zullen niet over burn-out praten, want ze zien dat als een zwakte.” Ben je er nu helemaal van af?

“Het is allemaal wel gelukt, maar het is als bij een drugsverslaafde, in de winter steekt het soms weer de kop op. Maar what doesn’t kill you, makes you stronger, vind ik. Als ik het nu voel opkomen, weet ik ook dat ik niet moet panikeren. Ik ontspan me: ik ga eens naar de sauna of hou me een dag alleen maar met muziek bezig. Dat helpt.” Werd je tijdens je depressie daarover aangesproken? “Ah, je lacht toch nog, zeiden de mensen. Maar op zo’n momenten speel je natuurlijk komedie. Yasmine deed zich ook fris voor. En nu ik erover heen ben, spreken mensen me ook aan hoor. Ze komen eerst wat praten over muziek en beginnen dan over zichzelf. ‘Ik moet

“We zegge Lanaken

“De dwangbuis? Die hangt in het museum Sabine Buntinx. Ze werkt als hoofdverpleegk op de crisisopvang, maar het woord ‘crisis’ be niet dat mensen vastgebonden aankomen. boeien zien we zelden.”

Sabine Buntinx en collega An Peeters in een veilige kamer.

Crisisopname

“Mensen die zichzelf niet meer in de hand h die erg agressief of serieus onder invloed z bij wie de kans op zelfdoding groot is, kom terecht”, zegt Sabine Buntinx. “We willen in sisopvang mensen op adem laten komen. Da onze kamers ook speciaal voor ingericht. Ze er geen geluid van openklappende deuren of dagzaal. Ze kunnen zich ook niet kwetsen. D van de bedden is afgerond, de vloer is zacht. De afdeling waar ze terecht komen is geslote hebben hier een duidelijke structuur: de deu dicht, je staat op tussen 6 en 7.40 uur en


BURG

69

MBURG - MAANdAG 26 okToBER 2009

“Tijd van ‘t gesticht is voorbij” Lanaken “We willen niet stilzitten, we willen vernieuwen. We willen dat onze werknemers voortrekkers zijn. We willen nieuwe psychiatrische initiatieven in de regio ontwikkelen voor de mensen die Rekem net iets te ver vinden. We denken er ook aan om in de toekomst niet alleen drugs- en alcohol- maar misschien ook eet- of gokverslaafden op te vangen.” John Vanacker, administrateur-generaal van het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem heeft grootse plannen. “U begrijpt, de tijd van ’t gesticht is helemaal voorbij”.

administrateur-generaal John Vanacker John Vanacker was tot niet zo lang geleden grote baas van de gevangenissen. En hij heeft in Rekem ook al meteen een forensisch kenniscentrum op poten gezet. In de forensische zorg worden mensen behandeld die uit de gevangenis komen, ze bereiden zich hier voor op het leven buiten de muren. “Dat kenniscentrum onderzoekt of de therapieën bij geïnterneerden ook aanslaan. Hoe kun je gevaar inschatten? Hoe vermijd je risico op herval? Welke behandeling werkt het best? Het centrum is nog maar net opgestart.”

eerlijk zijn, ik heb binnen gezeten’. Aan de toon waarop ze dat zeggen, merk je al meteen dat ze zich ervoor schamen. Dat schamen moet eens gedaan zijn.” Hoe ben je aan dat peterschap van Rekem geraakt? “Ik werk al mee aan Te Gek, een project van het psychiatrisch ziekenhuis Sint-Annendael in Diest. Daarom hebben ze me aangesproken. Ik vind dat ik moet helpen om dat taboe te doorbreken, want je leest nog voortdurend verhalen in de krant over familiedrama’s of mensen als Kim De Gelder. Misschien kunnen die drama’s vermeden worden als mensen op tijd hulp gaan zoeken.”

Vrijwilligers gezocht In Rekem werken ze met een 50-tal vrijwilligers. Vrijwilligers die allerlei activiteiten begeleiden en vrijwilligers die de patiënten bezoeken. “De bezoekvrijwilligers krijgen elk één persoon toegewezen”, legt Annemie Crijns uit. “Daar spreken ze mee af. Gewoon even met hen wandelen of een koffie drinken is al genoeg. Als ze maar aandacht krijgen. We hebben 280 patiënten en sommigen hebben weinig sociale contacten. Ze hebben niet veel familie en ze vereenzamen. Vandaar dat die vrijwilligers echt wel nodig zijn.” “We zijn nog altijd op zoek naar vrijwilligers. Als die onze mensen twee keer per maand een uurtje bezoeken, zijn we al heel gelukkig. Ze krijgen een kilometervergoeding en als ze met de patiënt een koffie drinken of naar de film gaan, betalen we dat ook terug tot 25 euro per maand. We hebben ook taakvrijwilligers die ons helpen met begeleiding. Hoe meer begeleiders, hoe meer patiënten we kunnen meenemen op bijvoorbeeld een fietstocht.” Wie geïnteresseerd is kan de vrijwilligersdienst contacteren: 089/84.70.00

en nooit: foei dat mag niet”

m”, zegt kundige etekent “Hand-

hebben, zijn, of men hier n de criaar zijn e horen f van de De rand .” en. “We uren zijn je gaat

slapen rond 22.30 uur, vlak na de film. Daarmee bedoel ik: zodra het tv-programma gedaan is waar ze naar kijken.” “We observeren hen in het begin, we willen eerst weten wat hun ziektebeeld is. Ze praten met psychiater, psycholoog en verpleegkundigen. Hoe lang het diagnosticeren duurt? Dat hangt van je verleden af, meestal toch een viertal weken.”

Uitweg

De helft komt uit eigen beweging, de anderen omdat ze moeten. “Dat kan via de vrederechter of via iemand uit de buurt van de patiënt die vindt dat er dringend iets moet gebeuren. In sommige gevallen komt daar politie aan te pas. Vaak komen de patiënten uit de psychiatrische afdelingen van gewone ziekenhuizen.” Gaan ze soms lopen? “Zelden. Waar we hen dan zoeken? Wel, je kan hier alleen naar links of naar rechts. Meestal vinden we hen wel aan de bushalte op het domein.”

Patiënten die binnenkomen lopen wel eens rond met het plan om een eind aan hun leven te maken. Wat doen ze daar aan? “We bekijken hoe ver ze daarmee bezig zijn. Denken ze eraan of gaan ze het proberen? We spelen geen schooljuf, we zeggen niet: foei, dat mag je niet doen. Wel: ik geloof dat jij geen andere uitweg ziet, maar dat betekent niet dat er geen is. We zeggen hen dat ze ons op elk moment kunnen aanspreken en we controleren hen. Ook ’s nachts. Dan gaan we om de 30 minuten kijken waar ze zijn. Als ze wakker zijn, praten we met hen.”

Morgen: VerslaVingszorg TeksT liliana CasagranDe FoTo’s Tony Van galen Met dank aan

www.vlaandereninactie.be

Weten jullie dan niet gewoon uit ervaring wat werkt en wat niet? “Kijk, zowel criminaliteit als de geestelijke gezondheidszorg evolueert en het is belangrijk dat daar wetenschappelijk onderzoek naar gebeurt. Statistische gegevens zijn er in dit land nauwelijks, vandaar het belang van onderzoek. We kunnen ons ook niet alleen maar op buitenlandse studies baseren, want wet en zorg verschillen van land tot land.” Jullie willen zoveel mogelijk vernieuwen, wat moeten we ons daarbij voorstellen? “We willen dat ons personeel altijd de nieuwste therapieën en technieken gebruikt. Ze scholen zich voortdurend bij. We willen ook nieuwe expertise opbouwen rond onder meer mensen met een niet aangeboren hersenletsel. Nu zit die psychiatrische kennis vooral in Nederland. Daarom gaan we eind volgend jaar ook een aantal bedden voor hen voorzien in de nieuwbouw voor ouderen. Ook verslaving evolueert. We zijn nu gespecialiseerd in drugs en we werken ook met alcoholverslaafden, maar we willen ook andere doelgroepen helpen. We denken daarbij aan onder meer mensen met eetstoornissen of misschien zelfs gokverslaafden. We willen hier niet stilzitten, we willen voortrekker zijn, een referentiepunt voor de regio. We willen ons in deze streek verankeren, we willen samenwerken met alle mogelijke partners.” Zoals? “Met begeleid wonen ’t Veer en met de centra voor geestelijke gezondheidszorg waarmee we in het Netwerk Noord-Oost Limburg zitten. Voor ouderenzorg werken we al met Sint-Jozef in Munsterbilzen en in Genk onder meer met het OCMW. We willen ook de psychiatrische bijstand aan huis verder uitbouwen. Nu is er al psychiatrische thuiszorg, maar we willen ook helpen bij crisissen

Johan Vanacker: “We willen ons verslavingsaanbod uitbreiden.”

die zich thuis voordoen. Ook met de ziekenhuizen willen we nauwere banden. Een van onze psychiaters werkt bijvoorbeeld in het ziekenhuis Maas en Kempen. Veel mensen uit die regio willen dicht bij huis behandeld worden, wij kunnen hen daarbij helpen. Of neem nu het Mariaziekenhuis van Overpelt: de psychiatrische afdeling daar zit tjokvol én in de buurt is geen psychiatrisch ziekenhuis. Met hen zouden we dus ook kunnen samenwerken. Dit gaat niet om zoveel mogelijk bedden in Rekem te vullen, alleen wie speciale opvang nodig heeft, komt naar het zorgcentrum. De rest kan in lokale dagcentra of ambulant behandeld worden. Die mensen blijven dus gewoon thuis wonen. Zorg op de juiste plaats, dat is wat we willen.” Zou het niet eenvoudiger zijn om dit hele ziekenhuis naar Noord-Limburg te verkassen, daar hebben ze niks en in Zuid-Limburg struikel je bijna over de psychiatrische instellingen. Je hebt al Ziekeren en Sancta Maria in Sint-Truiden en Sint-Jozef in Munsterbilzen. “Nee, want in deze regio zijn we ook nodig. Dat merken we gewoon aan het groot aantal patiënten dat uit de buurt komt.”


LIMB

18

HET BELANG VAN LIM

binnenste

buiten

OPENBAAR PsychiAtRisch ZORgcENtRum REkEm We bezoeken deze week het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem (Lanaken). We praten vier dagen lang met personeel en patiënten van het psychiatrisch ziekenhuis en met bewoners van het psychiatrisch verzorgingstehuis. Vrijdag trekken we naar hun collega’s in Geel.

Vandaag deel 2: VerslaVingszorg

“ Alleen voor wie zelf wil afkicken” Lanaken Aan zijn drie dochtertjes vertelt Peter dat hij in het ziekenhuis zit. ‘s Zondags komen ze op bezoek, dan speelt hij met hen. Peter (34) is zijn leven weer structuur aan het geven na een periode van verslaving. Om 7 uur op, sporten, koken en poetsen. En praten in groep en met psychiater en begeleiders. Verder geen internet, geen gsm. Pas om 20.30 uur mag hij doen waar hij zelf zin in heeft. Hij leeft samen met Jeffrey (31), Alex (30) en nog anderen in een groep van 16. 13 jongens en drie meisjes.

Neurosezorg is ook dagkliniek

Dimitri: “Ik moet leren omgaan met mijn slechte dagen.”

Verslavingszorg duurt meestal een heel jaar

Peter, Jeffrey en Alex - allemaal fictieve namen - zitten in een psychiatrische therapeutische gemeenschap. Ze hebben allemaal al de periode van zes weken onthaal achter de rug. Pas als je die met succes uitzit, mag je naar het lange programma dat uit drie fases bestaat. Elke fase duurt minstens drie maanden. In het beste geval ben je na 9 maanden klaar, maar de meesten blijven toch een jaar. “Zie ons als een zelfhulpgroep”, legt Jeffrey uit. Hij is voor de tweede keer hier vertelt hij later in ons gesprek. De eerste keer is hij na drie maanden vertrokken met een meisje uit de groep. Intussen is het uit met dat meisje en is hij terug. “Iedereen die hier is, is hier uit vrije wil”, onderstreept Jeffrey. “En omdat hij gemotiveerd is”, verduidelijkt begeleider Dries. “Wie geen zin heeft, laten we ook niet toe.”

Psychiater Peter Joostens met verpleegkundigen Kelly Christis

In de leefgroep moeten ze om 7 uur op. Hoe laat was dat voor ze in Rekem zaten? “Goh, dan gebruikt ge tot ge van de wereld zijt”, zegt Peter.

Wereld

“Kijk”, streept Jeffrey aan. “Als je af en toe een pintje drinkt, hoef je niet naar hier te komen. Dag, nacht, als je gebruikt maakt dat niet zo’n verschil.”In de leefgroep moeten ze ook koken en poetsen, deden ze dat thuis ook? “Je huishouden? Tja, als je gebruikt is dat een puinhoop”, zegt Peter. “Ik at ook heel weinig, ik ben in die drie maanden dat ik hier zit al 17 kilo aangekomen.” Een van de dingen die ze bijna elke dag doen is sporten. ‘s Morgens 5 km joggen, ‘s middags voetballen en ‘s avonds nog iets anders. “Ik kon in het begin nog geen 100

meter lopen”, zegt Peter. “En nu loop ik die 5 km hoor.” “Als het moet, ook meer”, zegt Jeffrey. “Je moet leren doorzetten, op elk vlak.” Valt het leven in groep eigenlijk mee? Kennen de huisgenoten elkaars verleden? “Ja, we leven hier de klok rond met elkaar, we weten dus een en ander. Je kan het vergelijken met een huwelijk, maar dan zonder seks.” Begeleider Ivo komt even tussen. “Nee, dit is erger want in een huwelijk zit je niet 24 uur bij elkaar”, stipt hij aan.

Cafetaria

Naar buiten mogen ze pas als ze in de derde fase van hun behandeling zitten. Dan mogen ze voor het eerst zes uur weg met een bewoner die verder in het programma zit. Jeffrey zit

nog zelfs tertje reden kun j Wat “Ik w bijstu “Ik w dat g doch sowi jaar valle ‘chap Alex mijn graag er is

“Depressie is een zie Een mooi overdekt plein met bananenen olijfbomen, een kikkertafel en een rekje met natte was. De zon priemt even door de grijze ochtend en het dak schuift meteen open. Vanzelf. De omgeving lijkt vrolijk, ook al hebben de mensen die in de neurosezorg verblijven, problemen met zichzelf. Dimitri (26)* en Vera (40)* herstellen hier van een depressie.

Dimitri is aan zijn zevende week therapie bezig. Hij is hier alleen overdag, ’s avonds gaat hij naar huis. “Ik was hier anders ook wel graag drie weken tot rust gekomen”, zegt Dimitri. “Maar ik heb een zoontje van 8 maanden.” Dimitri heeft al vaker te kampen gehad met depressies. “ Ik ben er gevoelig voor, het is een ziekte als een andere. Iedereen heeft zijn goede en slechte dagen, maar

ik moet d Wat ik hi of met d sporten, weekend weekend Hoe rea depressie mijn fam therapie b


BURG

39

MBURG - dINsdAG 27 okToBER 2009

Werkatelier

Jurgen: “Ik zit nu in mijn stageperiode.”

“Als we maar kunnen werken” Jurgen (45) en Hassan (44) zijn volop bezig met epauletten. Die gaan per drieën in pakjes. Ze doen alle twee heel erg hun best. Jurgen wil zijn tempo opdrijven zodat hij straks kan solliciteren in een beschutte werkplaats. Hassan wil op termijn gewoon om het even waar werken. Als hij maar bezig kan zijn.

vooral voor twintigers en dertigers

s en Ivo Todts.

in zijn eerste fase. Dit betekent dat hij op zondag maar één uur met zijn doches naar de cafetaria kan. “Daar is een n voor”, zegt Dries. “Ook een ziekenhuis je onmogelijk drugsvrij houden.” willen ze doen eens ze hier buiten zijn? wil graag opnieuw boekhouden of wat uderen”, zegt Jeffrey. wil een appartement of een huisje huren groot genoeg is voor mij en mijn drie hters”, zegt Peter. “Een dochter komt ieso bij mij wonen, haar moeder is twee geleden gestorven en toen ben ik heren. Ik wil ook opnieuw gaan werken als pper’.” x denkt aan een opleiding. “Ik heb vroeger n school niet afgemaakt, maar nu wil ik g een cursus volgen. Ik weet nog niet wat, zoveel. Iets technisch in elk geval.”

De verslaafdenzorg is er voor mensen die aan de illegale drugs zitten en een psychisch probleem hebben. “We vangen hier zowel mensen op die uit vrije wil komen als mensen die gestuurd zijn door justitie”, zegt psychiater Peter Joostens. “We hebben een onthaalprogramma van zes weken voor iedereen die hulp wil. Daarnaast hebben we ook onze psychiatrische therapeutische gemeenschap. Die is er voor mensen met een dubbele diagnose: mensen met niet alleen een verslavings- maar ook een psychiatrisch probleem. Wat oorzaak en gevolg is? Kan beide zijn. Sommigen nemen drugs omdat ze een psychiatrisch probleem hebben, anderen krijgen psychiatrische problemen door de drugs. Maar verslaving en psychiatrische problemen kunnen ook gewoon naast elkaar bestaan.”

“We hebben in het werkatelier een gemengd publiek”, zegt begeleidster Chris Schouterden. “Je hebt mensen die we voorbereiden op een opleiding en die we werkattitude aanleren. Dat zijn mensen zoals Jurgen. En we hebben mensen die vrijwillig kiezen om te werken, voor hen is dit werk een zinvolle bezigheid. Hassan is zo iemand.” “Ik ben nu stagiair”, zegt Jurgen. “Als ik hier klaar ben, mag ik in Maaseik naar het opleidingscentrum.” Jurgen woont buiten het psychiatrisch ziekenhuis, hij neemt de bus om te werken in het atelier. “Ik moet hier leren om in een normaal werkritme te komen. Op tijd komen en zo. Soms lukt dat niet, dan is de bus te laat of heb ik te lang in bed gelegen.” Het werk op zich gaat hem anders goed af. “Ik ben een perfectionist. Bij mij moet alles àf zijn. Ik moet alleen nog een beetje sneller leren werken.” Jurgen heeft vroeger nog in een beschutte werkplaats gewerkt en hij wil er zo snel mogelijk weer aan de slag. Hij weet wat hem daar te wachten staat. “Eerst moet je drie dagen op proef. En als ze je iets geven dat je moet assembleren, moet je soms zelf uitvissen hoe het werkt. Dan probeer ik dat, tot ik er mee weg ben.”

Jong

Hassan (foto onder) verblijft in het centrum, werken is een deel van zijn behandeling. “Ik ben graag bezig. Vroeger werkte ik als toezichter in een recyclagepark. Hoe lang ik hier zal blijven, weet ik nog niet. Maar ik wil graag gaan werken, ik ben nog jong.” Is er tussen het plooien door ook tijd om te babbelen? “Nee, ik ben dan druk bezig hoor.”

Aan wat voor drugs zijn ze verslaafd? “Zo’n 30 procent aan heroïne, de rest aan amfetamines en cannabis. Ja, een zwaar cannabisprobleem kan dus ook. Cannabis gaat meestal ook gepaard met andere drugs. Ons programma is gericht op twintigers en dertigers.” Waar gebeurt het afkicken zelf ? “Het ontwennen gebeurt in het onthaalprogramma. De patiënt krijgt in die fase – als dat nodig is – vervangmedicatie. Bij ingewikkelde ontwenning, werken we samen met een andere afdeling.”

ekte zoals een andere”

daar vooral mee leren omgaan. ier overdag doe? Praten in groep de psycholoog en de psychiater, , samen koken, op vrijdag het d plannen, op maandag datzelfde d evalueren.” ageert zijn omgeving op zijn e? “Zeer goed, mijn collega’s, milie, ze weten allemaal dat ik in ben. In december ga ik trouwens

weer aan de slag. Dat zal wel lukken.” Welke therapie werkt het best? “Mindfulness, een therapie geïnspireerd op het boeddhisme, op meditatie. Maar ik ben dan nogal filosofisch ingesteld.”

Schilderen

Vera is bijna vier maanden in behandeling. “Sinds een paar weken ga ik ’s avonds naar huis. Ik heb vroeger nog

depressies gehad, maar dit was de ergste. Ik ben geopereerd aan mijn oren en ik had echt angst van die ingreep. Ik heb in elk geval een pak vooruitgang geboekt.” Wat werkt voor haar het best? “Ik schilder graag. Praten ligt mij minder.” Met dank aan

*Namen zijn fictief.

Morgen: forenSISCHe PSyCHIATrIe TeKST lIlIAnA CASAgrAnDe foTo’S Tony vAn gAlen


LIMB

18

HET BELANG VAN LIM

binnenste

buiten

Openbaar psychiatrisch zOrgcentrum rekem

“Ik wist dat het in

We bezoeken deze week het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem (Lanaken). We praten vier dagen lang met personeel, patiënten van het psychiatrisch ziekenhuis en bewoners van het psychiatrisch verzorgingstehuis. Vrijdag trekken we naar hun collega’s in Geel.

Forensische psychiatrie

Vandaag deel 3: Forensische psychiatrie

Lanaken Een jaar en drie maanden. Zo lang zit F. (32) al in forensische of gerechtelijke psychiatrie. Hij is bijna klaar, binnenkort mag hij naar buiten, naar een ander centrum dichter bij huis, waar ze hem voorbereiden op begeleid wonen. Voor hij naar Rekem kwam, zat F.- zoals iedereen in de forensische afdeling - in de gevangenis. “Alles samen heb ik daar zo’n 6 jaar gezeten. Rekem was een hele vooruitgang. Ik wist wel ongeveer wat ik kon verwachten want ik had hier al in de verslavingszorg gezeten. Het verschil met de gevangenis? Wel, om te beginnen, werd ik hier goed ontvangen. De eerste drie weken moest ik binnen blijven, maar dat vond ik niet zo moeilijk. Ik had mezelf ingeprent dat ik hier op een goede manier moest buitengeraken, anders zou ik misschien wel voor goed vastzitten.” “Een eigen kamer, privacy en rust, dat is luxe. Ik heb het gezellig gemaakt met een plaid en een paar kussens.”

Opstaan

“Ze houden je hier bezig van 8 tot 16 uur. Daar had ik in het begin problemen mee. Opstaan ’s morgens was soms moeilijk. In de gevangenis stampen ze ’s morgens eens tegen je bed en roepen ze ‘koffie’. Als je niet opstaat, kun je naar je koffie fluiten, maar je kan ook blijven liggen.“ “De forensische is de rustigste afdeling, de mensen hier hebben allemaal dezelfde achtergrond. Ze veroordelen elkaar niet, ze spelen geen rechter. Wat we de hele dag doen? Praten, knutselen, koken, poetsen, wassen. Koken is het leukst, want dan eet je ook lekker. Vandaag

Moslims laten bidden tijdens therapie In Rekem komen mensen met allerlei achtergrond terecht. Dus ook allochtonen. “We zitten in de werkgroep die zich met de cultuurverschillen bezig houdt, “ zeggen Elke Evers en Maria Pellin. “We hebben intussen al een mortuarium voor moslims waar we rekening houden met het rituele wassen. De moslims in het zorgcentrum mogen ook bidden, daarmee ontlopen ze hun therapie niet. We wijzen onze collega’s er ook op dat familie van allochtonen de dingen soms anders ziet. We hadden een Turkse jongen die was opgenomen, de familie vond dat hij niet beter werd. Kom, we halen hem hier weg en we laten hem trouwen, dat zal hem goed doen, was hun oplossing.” “We gaan ook naar de mensen toe om uit te leggen hoe psychiatrie werkt. We zorgen dat er bijvoorbeeld infosessies georganiseerd worden in het Arabisch. We werken ook samen met interculturele bemiddelaars.”

hebben we witloof met hesp gemaakt.” F. kijkt uit naar zijn eerste vrije weekend. “Ik mag nu al drie keer per week van 13 uur tot 21 uur op uitstap. Zodra de mensen van het justitiehuis thuis nog eens zijn gaan kijken, mag ik ook naar mijn ouders. Gewoon een kwestie van dagen, ik verwacht geen problemen want ik kom uit een normaal gezin en mijn ma en mijn pa willen mij graag opvangen. Ze hebben lang tegen me gepredikt en gezaagd. Ze konden niet lachen met wat ik heb gedaan, maar ze wisten dat het allemaal in orde zou komen.”

Studio Waar gaat hij na Rekem naar toe? “Naar een centrum in Sleidinge. Dat is een tussenfase op begeleid wonen. Ik wil graag een studio in de buurt van mijn ouders.” Zit werken erin? “Ik wil wel, ik was vroeger schoenenverkoper en dat verkopen zie ik wel zitten. Van die therapie word je wel wat lui, maar ik wil echt graag gaan werken. Ik wil mijn eigen leven weer in handen nemen.” Opnieuw naar school misschien? “Nee, daar ben ik nooit graag geweest, dat moeten ze me dus niet lappen.”

Feestje Gaat hij een afscheidsfeestje geven zodra hij weg moet uit Rekem? “Misschien wel, komt ge?”

ouderenzorg

Patiënte alsmaa

“De patiënten op ouderenzorg worden als jonger”, merkt hoofdverpleegkundige M Pellin op. “Vijftien jaar geleden was iede 75-plus, nu hebben we ook veel zestigers.

Maria Pellin en Elke Evers.

“Hoe dat komt? Ik denk dat de drempel de psychiatrie minder groot is. Ik ga niet een gesticht, ik ben niet zot, zeiden de oud vroeger en ze bleven thuis bij hun kind Maar kinderen werken en kunnen hun ou niet meer opvangen, dus komen ze naar hier vangen hen tijdelijk op, ze moeten altijd naar huis of naar een rusthuis”. “Maar we zorgen dat ze een netwerk he voor ze naar huis gaan”, zegt maatschapp werkster Elke Evers. “Dat er huishoudhu bijvoorbeeld. Je hebt natuurlijk ook ou


BURG

35

MBURG - woENsdAG 28 okToBER 2009

n orde zou komen”

Reclamefolders sorteren is een van de dagelijkse klussen.

Werken, knutselen en feesten “We zijn geen cipiers” Het Openbaar psychiatrisch zorgcentrum heeft een afdeling forensische (gerechtelijke) zorg. Hier vangen ze 50 geïnterneerden op. “Dat zijn mensen die een strafbaar feit hebben gepleegd en ontoerekeningsvatbaar zijn verklaard”, legt psychiater Jan De Laender uit.

en worden ar jonger

smaar Maria ereen .”

l naar t naar deren deren. ouders er. Wij terug

ebben pelijk ulp is udere

Activiteitencentrum Locomotief

psychiatrische patiënten met chronische aandoeningen, die wonen in een andere afdeling. Hier vangen we mensen met psychische problemen op die bijvoorbeeld een partner hebben verloren en daardoor depressief zijn.” “We merken dat veel eenzame bejaarden bij ons terecht komen. Ze voelen zich alleen, zijn depressief en verzorgen zich niet meer. Niemand komt nog bij hen over de vloer en op een bepaald moment beslist de huisarts dat een opname nodig is.” Om op deze afdeling terecht te komen moet je ouder zijn dan 65 jaar. “Of problemen hebben die doorgaans met ouderdom te maken hebben. Zoals Alzheimer. De laatste tijd zien we ook meer mensen met geheugenproblemen als gevolg van te veel alcohol.”

Gemiddeld blijven de patiënten 1,5 à 2 jaar op deze afdeling. Daarna gaan ze begeleid wonen. Maar voor ze hier terechtkomen hebben ze soms al lang in een gevangenis gezeten. “Ze gaan er hier enorm op vooruit. In de gevangenis zijn ze repressief behandeld, hier respecteren we hen”, zegt De Laender. “Soms zitten ze al 20 jaar voor relatief lichte feiten in gevangenis, maar op internering staat geen einddatum. Om de zes maanden kunnen ze vragen om voor de Commissie ter bescherming van de maatschappij te verschijnen. Daar kunnen ze om reclassering vragen, maar als je psychisch veel te ziek bent, gebeurt er vaak gewoonweg niets ”, legt psycholoog Edith Meers uit. Voor de meesten is de forensische zorg een hele vooruitgang op hun leven in de cel. Ook al mogen ze in het begin niet weg, ze kunnen al vrij door het gebouw wandelen. “Hier komen ze in leefgroepen terecht waar ze zelf koken, wassen en hun afdeling onderhouden,” zegt psycholoog Peter Wijshof. “Geleidelijk aan krijgen ze ook meer vrijheid. Sommigen gaan ook buiten werken of ze komen naar het daghospitaal en voor de rest van de tijd kunnen ze naar huis.” De hele afdeling is voor mannen. En de vrouwen? “Die zijn er in de forensische psychiatrie nauwelijks. En de weinigen die er zijn kunnen in Zelzate terecht”, zegt hoofdverpleegkundige Tamara Schoefs.

Edith Meers, Tamara Schoefs en Peter Wijshof.

“Ik kom twee keer per week”, zegt Joke. “Vanuit Riemst, met de belbus. Wat ik doe? Koken, inpakken, sorteren.” Joke is een van de vaste klanten van activiteitencentrum Locomotief. Dit centrum ligt in Lanaken, los van het ziekenhuis. Joke woont begeleid, maar overdag wil ze ook iets om handen hebben. Dus trekt ze al een jaar of zes naar Lanaken. “We bieden hier allerlei activiteiten aan”, zegt Arlette Boven, coördinator van Locomotief. “Onze mensen kunnen reclamefolders uitdragen, mailings klaarmaken, knutselen of de krant bespreken. 30 procent van de mensen kunnen we doorsturen. Die kunnen via speciale trajectbegeleiding werk zoeken, een opleiding volgen of aan vrijwilligerswerk doen. We proberen hen hier eerst de juiste arbeidsattitude aan te leren.” Op een bord staan de activiteiten voor die dag. Mensen kunnen zich daarvoor inschrijven. Het ronddragen van krantjes is volzet. “Dat hangt van het weer af. Als het regent is dit minder populair. Ze krijgen hier ook geld voor: 1 euro per uur.”

Sinterklaas

Andere klus is de reclameboekjes sorteren. Dat doen ze boven. Ze zijn nu al druk bezig met Sinterklaas. “Die komt elk jaar vroeger”, stelt een jongen vast die zich hier voorbereidt op extra werk. “Ik doe nu al een paar uren in de pwa, maar ik wil meer.” Joke is intussen beginnen knutselen. Ze plooit theelichtjes tot kandelaartjes in de vorm van een bloem. In een andere kamer zijn ze bezig met veters in zakjes te stoppen. Een man klaagt. “De zakjes zijn te klein.” Alles is versierd voor Halloween en binnenkort is er een fuif. “Feesten hoort er ook”, lacht Arlette Boven. “Net als uitstappen. We gaan naar de zoo of naar de kermis. Of uit eten.” Kan iedereen aankloppen? “We zijn er voor mensen met psychische problemen die zelfstandig wonen. Ze moeten ook hier geraken.” (Info: 089/84.76.03)

Morgen: pAArden ALs therApie tekst LiLiAnA CAsAgrAnde Foto’s tony vAn gALen


LIMB

22

HET BELANG VAN LIM

binnenste

buiten OPEnbaaR PsyCHIatRIsCH ZORGCEntRum REkEm We bezoeken deze week het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem (Lanaken). We praten vier dagen lang met personeel, patiënten van het psychiatrisch ziekenhuis en bewoners van het psychiatrisch verzorgingstehuis. Vrijdag trekken we naar hun collega’s in Geel.

“Een paard oor ie Hippotherap e in de maneg

vandaag deel 4: therapie met paarden

Lanaken “De manege is de mooiste plek van het ziekenhuis”, vindt J. (38). “Omdat het niet lijkt op een ziekenhuis. En de koffie is goed. Ik ben hier voor agressie, de paarden maken me rustig.” J. heeft zoals zoveel patiënten hier paard leren rijden én stallen uitgekuist. “Ze houden echt van hun paarden, want een paard dat oordeelt niet”, zegt Carole Coenen, hippotherapeut. Acht jaar geleden is Carole Coenen samen met Marleen Smeets met hippotherapie gestart. Carole kende iets van psychomotorische therapie, Marleen iets van paarden. Intussen kent Carole ook alles van paarden en Marleen alles van therapie. Dat de patiënten hier graag komen, merk je aan iedereen die hier rondloopt. Een jongen komt naar me toe, drinkt mijn koffie op en lacht daarna eens goed. “Alles wat in een manege gebeurt, moet hier ook gebeuren. Stallen schoonmaken, mest uit de weide scheppen, paddock harken, bieten binnenhalen. Onze patiënten komen naar hier om te werken en dat doen ze graag. Vooral mensen van de forensische (gerechtelijke) psychiatrie zien we vaak. Dit zijn patiënten die weinig vertrouwen hebben in mensen. Familie en vrienden hebben vaak afgehaakt, maar tegen zo’n paard kunnen ze wel hun verhaal doen. Zo’n paard oordeelt namelijk

Opvangteam

niet. Wat ze er ook tegen zeggen, de volgende keer staat dat paard er opnieuw. Aan die zorg kunnen we zin voor verantwoordelijkheid koppelen. Als ze de badkuipen in de wei bijvoorbeeld niet vullen, krijgen de paarden dorst. Dat willen ze niet, want die paarden zijn heilig voor hen. Als het vriest, zijn ze ook bezorgd. Dan willen ze weten waarom die paarden nog buiten staan. De band die ze hebben met zo’n dier is gewoon eenvoudiger dan die ze hebben met een mens. Elk paard heeft zijn eigen karakter.” Daar is ook J. het mee eens. “Shadow is mijn favoriet,” zegt hij. “Hij is rustig en kan veel verdragen. Max is een stijfkop.”

Hippotherapie

“Daarnaast doen we ook aan hippotherapie”, gaat Carole voort. “Dat is een redelijk uitzonderlijke therapie. Alleen in Bergen doen ze dat ook zelf binnen de muren

marleen smeets en Carole Coenen zijn acht jaar geleden met de paardentherapie gestart. van het ziekenhuis. We willen dat de patiënten een gevoel van succes krijgen en zetten hen daarom op een paard. Vaak beginnen ze met ik durf niet, maar zodra ze kunnen rijden, zijn ze gelukkig. Wow, dit lukt, zeggen ze dan.” Niet iedere patiënt die zich aanbiedt, is meteen enthousiast. “Je hebt vaak stoere mannen die hier wat komen lachen: zijn dat paarden? Dat lijken me pony’s. En is onnozel toerkes rijden nu ook al therapie? Tot ze op het paard zitten en wij dat vooruit drij-

ven. Dan beseffen ze dat ze misschien toch beter luisteren. We laten hen ook zonder zadel rijden, dat zit zachter en je voelt de bewegingen van een paard veel beter. Het is alsof je zelf stapt. Heel belangrijk voor een psychiatrisch patiënt, want die is vooral in zijn hoofd bezig.”

Leider

Patiënten leren niet alleen op het paard zitten, ze leren ook met het paard omgaan. Zodat het dier bijvoorbeeld op

hun vraag tussen kegels doorloopt “Dit soort opdrachten laten we ook door twee patiënten uitvoeren, de en neemt de leiding, de andere volgt. Di rollen keren we ook om, we maken d leider volgeling en de volgeling leider Zo leren de patiënten zichzelf kennen en rekening houden met elkaar.”

Huifkar

In Rekem zit ook nog een aantal men sen met een verstandelijk handicap Die bewoners lopen ook graag rond

“Persone voor na Een hulpverlener in de psychiatrie kan geconfronteerd worden met allerlei extreme reacties van patiënten. Die kunnen roepen, tieren, slaan, spuwen of zichzelf proberen te doden. “Dit moet je allemaal goed opvangen”, zegt Lieven Vanlangenaeker. “anders zitten onze mensen met een posttraumatische stoornis en krijgen ze nachtmerries.”

Lieven Vanlangenaeker: “Patiënten mogen ook niet spuwen.”

Is spuwen ook belangrijk genoeg om een opvangteam in te schakelen? “Ja. Ik vind het niet leuk als iemand in mijn gezicht spuwt, jij wel? Of als ze u bedreigen met: ik weet u wel te vinden. Dat mag gewoon niet, wat agressie betreft geldt hier een

nu sn M nie je len

“N zo zic all go me wo in


BURG

43

MBURG - doNdERdAG 29 okToBER 2009

rdeelt niet”

t. k ne ie de r. n

np. d

Permanent wonen in dorpscentrum tehuis Verzorgings

Sommige psychiatrische patiënten maken geen vorderingen meer. Ze zijn stabiel, maar ze kunnen niet zelfstandig wonen. Die kunnen terecht in het verzorgingstehuis Rado. Ze zijn bewoner en geen patiënt meer.

Rado ligt in het centrum van Lanaken, dus een eindje van het ziekenhuis. Een verzorgingstehuis mag van de wet trouwens ook niet meer in het ziekenhuis liggen. Vandaar dat er enkele jaren geleden een nieuw gebouw is opgetrokken. “We hebben hier 60 bewoners, verdeeld over drie leefgroepen”, zeggen Anita Baeten en Jenny Strugarek. Van verplichte therapie of op tijd opstaan en zo, is hier geen sprake. “Als ze dat willen kunnen ze zwemmen, paardrijden, knutselen of koken, maar dat hoeft niet.” Ze kunnen het dorp in. Ze kunnen een koffietje gaan drinken of naar de markt gaan. “Normaal gezien moeten ze om 22 uur binnen zijn, maar als ze dat willen, kunnen ze ook langer wegblijven.”

Bewoner José samen met Jenny Strugarek en Anita Baeten.

Huis Hoe oud zijn de bewoners? “De oudste is 89 jaar en zit hier al 70 jaar. Een Waal. Destijds werden psychiatrische patiënten liefst zo ver mogelijk van huis in een instelling geplaatst. De jongste is 33 jaar.” Stromen ze van hier uit soms door naar begeleid wonen?

“Heel uitzonderlijk. We hebben iemand die met een medepatiënt is gaan samenwonen. De liefde hé, tof dat dit kan.” “Ze worden opgevolgd door mensen van beschut wonen ’t Veer. Dat samenwonen lukt met vallen en opstaan. Af en toe worden ze wel nog opgenomen.”

Bloempotten voor kerkhof in de manege. “Ze hebben hun vaste taken en die mag je hen echt niet uit handen nemen. Dan zijn ze doodongelukkig. Zij doen ook allerlei klussen: ze wassen de koffiemokken of ze vegen de zadelkamer. In die zadelkamer zetten we foto’s van het paard bij de zadels, zo kan ook wie niet kan lezen toch helpen.” Die patiënten gaan ook op vaste tijdstippen op pad. “We hebben een huifkar. Die gebruiken we ook voor ouderen en voor chronische patiënten. En in ons huifbed kun je

tussen de paarden liggen op een zeil. Dit voelt dan aan alsof je zelf rijdt. Dit huifbed gebruiken we vooral voor wie in een rolstoel zit.” We komen J. nog meer dan eens tegen in Rekem. Ook in de cafetaria, later de op de dag. “Dit is het beste psychiatrisch ziekenhuis van allemaal”, zegt hij ons. “Ze hebben de leukste activiteiten. En ik kan het weten, want ik heb al overal gezeten. Al eens een Brusselse wafel gegeten, de beste in de streek.”

eel behoeden achtmerries”

ultolerantie. Hulpverleners vergeven nel: dat is een zieke mens zeggen ze. Maar ook die zieke mag jouw de kop et inslaan. Je moet zoiets bespreken, kan niet verwachten dat een hulpverner dit in zijn eentje verwerkt.”

Ma

Naast het opvangen van personeel, orgen we er ook voor dat onze mensen ch goed voelen. Want je therapie kan leen maar goed zijn als je jezelf ook oed voelt. Het gekke is dat daar in de eeste zorginstellingen weinig naar ordt gevraagd. We zijn daarin uniek Vlaanderen. We zetten mensen aan

om hun relatie thuis te onderzoeken. En dan kom je natuurlijk bij de ma’s uit”, lacht Lieven Vanlangenaeker. “Verpleegkundigen zijn zorgzame mensen die thuis al vroeg verantwoordelijkheid nemen. Maar die ma blokkeert hun vrijheid. Dus wat gebeurt er hier? Hier behandelen ze hun patiënten zoals ze hun moeder zouden willen behandelen, maar niet durven. Dat is niet goed. Ze moeten hun ballast thuis laten, zodat ze hier echt met de patiënten bezig kunnen zijn. We hebben rond ‘helende relatie’ trouwens een hele dvd ontwikkeld, die kan iedereen bij ons bestellen voor 5 euro.”

In de plantsoendienst van het ziekenhuis krijgen ze ook hulp van bewoners. Ze zijn zo vlak voor Allerheiligen druk bezig met het gieten van cementen ringen. “Houders voor de bloempotten”, zegt begeleider Peter Dexters. “Zo waaien die niet weg. In de handel zijn ze niet te krijgen, dus maken we ze zelf. 300 stuks, eentje voor elke overleden patiënt.”

nst Plantsoendie

Het ziekenhuis had vroeger zijn eigen begraafplaats. “Daar zijn ze tot in 1984 begraven. De anderen liggen in het gemeentelijk kerkhof van Rekem. Die krijgen allemaal een pot bloemen, maar die waaien weg. Vandaar dat we nu deze houders gieten”, zegt Peter Dexters. Hij krijgt hulp van Sebastien (27) en Peter (31). Sebastien is hier vrijwillig aan de slag. “Ik woon begeleid in een huis van ‘t Veer , vier dagen op vijf kom ik naar hier, van tot 8 tot 16 uur. Ik werk hier graag, veel variatie. We hebben al 120 potten gemaakt”, zegt hij trots. Wat doet hij op andere dagen? “De bladeren bijeenharken bijvoorbeeld.” “We beheren ongeveer 30 hectare, er is dus altijd wel werk”, vult begeleider Peter Dexters aan. De andere Peter is in de plantsoendienst aan de slag als stagiair en wil straks naar Maaseik voor een opleiding. “Ik heb vroeger met mijn stiefvader dit soort werk gedaan, maar na Maaseik wil ik naar de fabriek.” De bewoners maken 300 potten voor Allerheiligen.

Met dank aan

Morgen: openbaar psychiatrisch ziekenhuis geel www.vlaandereninactie.be

tekst liliana casagranDe Foto’s tony van galen


LIMB

22

HET BELANG VAN LIM

binnenste

buiten

Openbaar psychiatrisch ziekenhuis geel Vandaag

deel 5: Pleeggezin Vandaag bezoeken we het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis in Geel. We praten met personeel én met een gezin dat patiënten opvangt.

“Altijd gasten in h e sychiatrisch p t g n a v in z Ge patiënten op

Geel “Of ze daar wel heel goed over had nagedacht”: die opmerking kreeg Anja - ‘what’s in a name’ - Vangeel meermaals te horen toen ze aan haar collega’s vertelde dat ze vast van plan was om drie gasten van het OPZ in haar nieuwe huis op te nemen. “Eerst hoorden we vaak: jullie zijn blijkbaar van plan veel kinderen te kopen”, vertelt Anja, terwijl ze ons rondleidt in haar nieuwe woning, even buiten het centrum van Geel. Haar twee kinderen Jana (6) en Jelle (1) vergezellen ons. Anja opent de deur van de kamer van haar eerste OPZ-gaste, Etty, die nog maar sinds donderdag bij hen inwoont. “De kast en het bed krijgen de gasten mee van het OPZ”, vertelt ze. “Ook haar kleren krijgt ze mee. Voor al de rest zorgen wij. Van het OPZ krijgen we een dagvergoeding. Ik weet niet hoeveel die bedraagt. Dat interesseert me ook niet. Ik ben een zorgend type. Ik wilde vroeger voor kinderverzorgster studeren maar mijn ouders zagen meer in een kantoorjob. Het is mijn vaste voornemen om later thuis te blijven en voor mijn kinderen en gasten te zorgen. Ik wil hun hier een thuis geven.”

Lang wachten

Op de lange gang op de eerste verdieping hebben Anja en haar man Gert nog twee gastenkamers voorzien voor toekomstige OPZ-bewoners. Ze hoopt dat ze zo snel mogelijk worden ingenomen. Want ondanks de nood aan nieuwe pleeggezinnen is het soms lang wachten op de komst van een gast. Tussen gezin en gast moet het goed klikken.

“Op Etty hebben we een jaar moeten wachten”, vertelt Anja. “De toegang om pleeggezin te worden is laagdrempelig. Je dient een aanvraag in en medewerkers van het OPZ komen vooraf op bezoek om een dossier op te stellen. Ze kijken ook of de kamer wel voldoende groot is. Je moet hiervoor geen opleiding genoten hebben. Iedereen die de mentale draagkracht heeft en een stabiele context kan bieden, komt in aanmerking. Je krijgt ook alle verantwoordelijkheid over je gast. Wel komt de wijkverpleger regelmatig op huisbezoek. Over de patiënt weet je vooraf niet veel. Hier begint ze met een propere lei. We hebben nog getwijfeld of we kinderen zouden opnemen. Maar omdat we zelf nog erg jonge kinderen hebben, leek ons dat nog niet aangewezen.”

Familietraditie

Anja zet een lange familietraditie verder. Zowel haar grootouders als haar ouders hadden drie gasten in huis. “Mijn grootouders hebben ooit een tinnen schotel gekregen voor 50 jaar pleeggezin”, vertelt ze. “Ik heb nooit anders geweten dan dat er gasten in huis waren. Toen mijn grootvader 91 jaar werd en bij een van zijn zonen ging inwonen, verhuisden zijn gasten gewoon mee. Vroeger herkende je de gasten van

Pleegmoeder Anja met haar kinderen Jana (6) en Jelle (1): “Je moet de gasten opnemen in je gezin als een familielid het OPZ ook meteen: ze droegen allemaal hetzelfde uniform van het OPZ. Nu dragen ze gewoon hun eigen kledij.”

Veld

“Vroeger hoorde je wel eens verhalen over gasten die overdag hard werkten bij de boeren op het veld”, vertelt Anja. “Vandaag de dag hebben de gasten op het OPZ hun bezigheid in

het fietsenatelier, het wijkcentrum of in de tuin, volgens hun eigen kunnen. Er worden voor hen ook uitstappen georganiseerd. In het weekeinde kunnen ze terecht in het AT-Café (een ontmoetingshuis voor OPZ-bewoners). Etty wordt ’s morgens opgehaald en ’s avonds weer thuisgebracht. Hier helpt ze wat mee in het huishouden.” “Toch mag je het inwonen van een

eneraal g r u e t a r t is Admin Pieter Jans

gast voor een jong gezin niet on derschatten”, zegt Anja. “Je moe er serieus over nadenken en er me je partner over praten. Mijn man heeft het nooit gekend. Als een van de twee er niet mee akkoord gaat lukt het niet. Je moet er ook een flink deel van je vrijheid aan opofferen Op reis gaan, zit er voor ons niet in Maar dat zegt me weinig. De gasten maken deel uit van het gezin. Ze heb

“Hele wereld In Geel is sinds een paar jaar een Limburger baas. Pieter Jans (50) uit Werm, Hoeselt. Hij heeft nog op het kabinet van Johan Sauwens gewerkt, voor zelfstandigenorganisatie Vizo en was coördinator van het netwerk voor Vlaamse overheidsmanagers Movi. “Op mijn 48ste vond ik het tijd om iets te doen met mijn diploma van maatschappelijk werker.” Waarom bent u als Limburger baas in Geel en niet in Rekem? Die plaatsen kwamen op hetzelfde moment vrij. “Omdat ze in Geel al 700 jaar psychiatrische patiënten in gezinnen opvangen. Als je bezig wil zijn met het samenbrengen van psychiatrie en samenleving zit je hier dus op je plaats. Zorg zit hier gewoon in de genen van de mensen. Die patiënten trokken vroeger

mee het ve voor de ec leefden hie zijn er nog

Staat he onder dru “Nee, maa krijgen 43 in een gezi in een inst Met die 4 niet toe. W we zorgen kunnen do

Begrijp i minder, m dere opva “Vroeger i gezinsverp kosten nie


BURG

43

MBURG - VRIjdAG 30 okToBER 2009

huis gehad”

Peter Alderweireldt (46) uit Leopoldsburg is een van de 90 (van de 620) Limburgers die in Geel werkt. “Mijn werk is niet zichtbaar, niet meetbaar, maar ik kan echt voldaan naar huis gaan.” Peter is psychiatrisch verpleegkundige. “In mijn tijd koos je daar al meteen in het eerste jaar voor, tegenwoordig is dat anders. Nu doe je twee jaar algemene verpleegkunde en een jaar psychiatrie. Maar na mijn studies heb ik eerst in Sint-Anna in Beringen gewerkt en dan op de psychiatrische afdeling van Sint-Franciskus in Heusden-Zolder. Maar op een bepaald moment - mijn kinderen waren groter - vond ik het tijd voor een psychiatrisch ziekenhuis en heb ik hier gesolliciteerd. Geel is vanuit Leopoldsburg echt niet ver hoor.”

d”.

net et n n t, k n. n. n b-

“ Mijn werk is niet zichtbaar”

Foto Hilde VAN GEIRT ben hier een thuis, zoals de andere gezinsleden.”

Gezinslid

Haar eerste gaste, Etty, een vrouw van Indonesische afkomst, is vorige donderdag gearriveerd en bleek zich onmiddellijk thuis te voelen. “Het blijft toch afwachten”, zegt Anja. “Ik was er vooral om bekommerd hoe mijn kinderen op haar zouden reageren.

Maar dat viel heel goed mee. Ze ging meteen naast hen zitten en keek mee naar FC De Kampioenen. Gisteren kwam mijn dochter Jana thuis van school met de opdracht een tekening te maken van ons gezin. ‘Waar moet ik Etty tekenen’, vroeg ze. Je mag de gasten zeker niet bekijken als patiënten, je moet hen opnemen in je gezin als een familielid.” Stijn JANSSEN

“Ik weet wel dat mijn werk niet zichtbaar is, je kan wat ik doe niet meten. Ik heb aan het eind van de dag niet x-aantal infusen gestoken of bij zoveel mensen bloed getrokken. Toch kan ik echt met een voldaan gevoel naar huis gaan. Gewoon omdat iemand oprecht dank u tegen me zegt. Ook al heb ik die patënt geholpen bij iets eenvoudigs als het binden van een veter. Maar je moet ook echt menen wat je zegt, je moet echt zijn. De mensen merken het verschil hoor. Zeker oudere mensen maak je niks wijs. Als iemand mij vertelt waarom ze depressief zijn, ga ik niet zeggen: kom, dat gaat wel over. Wel: ik weet niet hoe het is om depressief te zijn maar ik zie wel dat je veel verdriet hebt.” Vertelt hij tegen zijn vrienden wat hij doet voor de kost? “Ja. Zou ik niet kunnen, is niks voor mij, zeggen de meesten. Psychiatrie is nu eenmaal zeer confronterend, maar het kan iedereen overkomen. Morgen ben ik misschien zelf aan de beurt: ik kan dement worden of een van mijn vrienden kan psychotisch worden.”

rweireldt Peter Alde urg sb ld uit Leopo

d kijkt naar ons”

eld op, ze waren dus ook belangrijk conomie. Op een bepaald moment er 3.500 patiënten in gezinnen. Nu g 350.”

et systeem van gezinsverpleging uk? ar de financiering is moeilijk. We 3 euro per dag voor een patiënt die in wordt opgevangen. Iemand die telling zit, kost meer dan 200 euro. 43 euro komen we dus niet lang Want we ondersteunen dat gezin en n ook dat de patiënten activiteiten oen en therapie krijgen.”

ik het goed: gezinsverpleging kost maar de overheid wil liever de duurang? is er een forfait onderhandeld voor pleging, maar dat bedrag dekt de et. We vragen om dit op te trekken.

Maar de wetten zijn ingewikkeld en je zit hier met zowel nationale als Vlaamse regels.” Hoeveel mensen hebben jullie in die gezinsverpleging? “We hebben 538 erkende plaatsen, maar die zijn niet allemaal ingevuld. We moeten uit die vicieuze cirkel breken: zolang we geen eerlijke vergoeding krijgen, is het moeilijk om die plaatsen in te vullen. We kunnen dit alleen maar aanbieden omdat we een openbaar ziekenhuis zijn, we hoeven dus – in tegenstelling tot de privé – geen winst te maken.” Stel dat het in orde komt, kunnen ze de gezinsverpleging ook in andere psychiatrische instellingen uitbouwen? “Natuurlijk. Ze komen al lang vanuit de hele wereld naar hier om te kijken hoe wij het doen. In Duitsland hebben ze ook zo’n systeem en daar krijgen de pleegouders een statuut en een pensioen.”

Peter Alderweireldt: “Wat ik doe kan je niet meten.”

slot tekst lIlIANA CAsAGRANDe Foto’s toNy vAN GAleN Met dank aan

www.vlaandereninactie.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.