Bouwbedrijf februari 2019

Page 1

Bouwbedrijf

maandblad van en voor de aannemer • uitgave van de Confederatie Bouw • Lombardstraat 34 - 42 • 1000 Brussel

FEBRUARI 2019 AFGIFTEKANTOOR GENT X – €6

DOSSIER

BATIBOUW

Is het nog een must?

6 % BTW

De regels

VEILIGHEID

Paul Depreter in de Europese Commissie

OPVOLGING IN FAMILIEBEDRIJVEN

BouwRadar staat u bij

/confederatie.bouw @Confedbouw

www .confederatiebouw.be

Confederatie Bouw - Confédération Construction


BOUWFORUM

KIEZEN VOOR DE TOEKOMST Politiek debat met partijkopstukken

21 februari 2019 Met dank aan onze partners en sponsors

Auditorium 2000 - Heizel - Brussel www.bouwforumconstruction.be


EDITO

Foute timing voor politieke impasse

S

oms is stilstaan goed. Om snel even achteruit te blikken en een koers voor de toekomst uit te stippelen. Maar te lang stilstaan is nooit goed. En dat is net wat er tussen nu en mei 2019, wanneer we naar de stembus gaan, zal gebeuren, vrezen we. U weet dat we op federaal vlak nu te maken hebben met een minderheidsregering en dat is, zoveel is nu al duidelijk, niet echt de aangewezen formule voor daadkrachtig beleid. Nochtans hebben onze ruim 15 000 leden absoluut nood aan verschillende maatregelen die nog op de regeringstafel liggen, maar daar nu vooral stof lijken te vergaren.

De Confederatie rekent op het gezond verstand van alle partijen.

Voorbeeld nummer één: de jobsdeal, bestaande uit 28 maatregelen die onze arbeidsmarkt de nodige boost moeten geven, zoals de versnelde degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen na zes maanden, of fiscale stimuli om een deel van de werkloosheidsuitkering om te zetten in opleiding. Vermits de bouw momenteel op zoek is naar 16 500 arbeidskrachten zou die set maatregelen het best zo snel mogelijk ingevoerd worden. Dat geldt ook voor het strategisch investeringspact dat onder meer middelen voorziet voor de bouw van nieuwe scholen en grote infrastructuurprojecten alsook het energie-efficiënter maken van overheidsgebouwen. Ingrepen die trouwens dringend nodig zijn. Nee, het is beslist geen goed moment voor een federale regering aan halve kracht. Daarom kijkt de Confederatie Bouw meer dan ooit naar het parlement en rekent ze op het gezond verstand van alle politieke partijen. Het is nu aan de Kamer om ten volle zijn rol te spelen en via meerderheden onder meer de zonet vermelde maatregelen door te drukken. Nogmaals, het bedrijfsleven kan het zich niet veroorloven om in een maandenlange impasse terecht te komen. Een impasse die trouwens nog veel langer zou kunnen uitvallen, want niets garandeert ons dat er meteen na de verkiezingen van 26 mei een nieuwe regering gevormd wordt. Een sterke regering is trouwens ook nodig nu er zich aan de economische hemel opnieuw donkere wolken aftekenen. Op 29 maart 2019 zal het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie verlaten, wat ook in ons land voor een aantal schokken zal zorgen. Daarnaast berokkenen de internationale handelsoorlogen de wereldwijde economie schade, terwijl het beursklimaat dan weer zeer woelig is. De economische voorspoed die we de afgelopen jaren kenden, zal met andere woorden niet blijven duren. Net dan moeten we op een solide regering kunnen rekenen die er niet voor terugdeinst om moedig en complexloos knopen door te hakken

Robert de Mûelenaere Gedelegeerd bestuurder februari 2019 • Bouwbedrijf 3


INHOUD

19 Batibouw, een must?

Binnenkort vindt de grootste bouwbeurs van het land weer plaats. We vroegen een aantal bouwbedrijven of een stand nog de moeite waard is. Een wetenschappelijk onderzoek is dit dossier niet; verhelderend is het wel.

14 6 % btw

Bij renovaties en verbouwingen kan een aannemer vaak 6 % btw aanrekenen. Doorgaans is duidelijk wanneer het wel en niet mag. Maar er bestaan situaties die zelfs fiscale kenners doen twijfelen. We scheppen een begin van klaarheid.

4 Bouwbedrijf • februari 2019

30 BouwRadar

De opvolging in bouwbedrijven. Nooit gemakkelijk, en zeker niet in familiebedrijven. Maar aannemers staan er niet alleen voor. BouwRadar kan hen de gepaste begeleiding bezorgen, op maat van de ambities.

44 Aannemer denkt mee

Hoe verloopt een ingrijpende renovatie wanneer de aannemer erbij betrokken wordt nog vóór de aankoop van het pand? Op alle vlakken beter. Dat blijkt uit een interessant project in Gent.


Bouwbedrijf

maandblad van en voor de aannemer • uitgave van de Confederatie Bouw • Lombardstraat 34 - 42 • 1000 Brussel

13 Jaarverslag 2017-2018 Belangstelling op het hoogste Europese niveau. 14 Verlaagde btw Wanneer mag 6 % bij renovaties? 16 De voordelen van

FEBRUARI 2019 AFGIFTEKANTOOR GENT X – €6

DOSSIER

BATIBOUW

Is het nog een must?

solidariteit

Constructiv toegelicht.

6 % BTW

De regels

VEILIGHEID

Paul Depreter in de Europese Commissie

DOSSIER

OPVOLGING IN FAMILIEBEDRIJVEN

BouwRadar staat u bij

/confederatie.bouw @Confedbouw

www .confederatiebouw.be

Confederatie Bouw - Confédération Construction

INLEIDING

3 Edito Dit land heeft een daadkrachtig bestuur nodig. 6 Prikbord De Aedificas Foundation Awards. 11 Regionaal standpunt Interessant Vlaams initiatief voor knelpuntberoepen.

BOUWBELANGEN

12 Vennootschapswet Goedkeuring loopt vertraging op.

CONTACTEN Bouwbedrijf is het maandblad van de vzw ­Confederatie Bouw, Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Verantwoordelijke uitgever: Filip Coveliers, Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Afgiftekantoor: Gent X Redactie: Peter Graller en Marc Guéret tel. 02 545 57 30 – fax 02 545 59 02 peter.graller@confederatiebouw.be Vormgeving: Nikka Cuypers nikka.cuypers@confederatiebouw.be Abder-Razzaaq Boujdaini abder-razzaaq.boujdaini@cnc.be Franstalige uitgave: Construction Druk: Graphius

19 Inleiding De redenen van een onderzoek. 20 Getuigenissen Concrete ervaringen met Batibouw. 24 Woningbouwers Hun return on investment. 26 De Batibouw-thema’s De beurs wil mee zijn met zijn tijd.

SECTOR & BEROEPEN

28 Asbestcongres Stand van zaken. 30 BouwRadar Kosteloos advies voor bouwbedrijven. 32 Groen in de stad Inspirerende voorbeelden. 34 Leefmilieu in Brussel Een evaluatie van de kwaliteit.

Reacties - vragen: communicatie@confederatiebouw.be Met de medewerking van: • de studiediensten van de Confederatie Bouw Morgane Halleux, tel.02 545 56 33 - fax 02 545 59 09 morgane.halleux@confederatiebouw.be • Vlaamse Confederatie Bouw Johan Walewijns, tel. 02 545 57 49 - fax 02 545 59 07 johan.walewijns@confederatiebouw.be • Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad Morgane Cendoya, tel. 02 545 58 29 - fax 02 545 59 06 morgane.cendoya@confederatiebouw.be • Confédération Construction Wallonne Catherine Houtart tel. 02 545 56 68 - fax 02 545 59 05 catherine.houtart@confederatiebouw.be

35 Formalis Kleine wijziging tarieven. 36 Asbest Een schilder getuigt. 37 Personeelstekorten Bouwingenieurs worden schaars. 39 Febelcem De toekomst van de cementsector. 44 WTCB • Het platte dak als materialenvoorraad voor later • Monografie over classificatiesystemen voor BIM.

PROJECTEN & BEDRIJVEN

44 Schaubroeck nv De aannemer als begeleider van de klant. 46 Ledenvoordelen Uw lidmaatschap rendeert. 49 Bouwmarkt • Deceuninck • Renson • Sievi 50 Markant • Cijfer van de maand Hypothecaire leningen. • Leden U bent talrijker dan ooit!

Abonnementen: Claude Bernaerts, tel. 02 545 56 88 - fax 02 545 59 00 claude.bernaerts@confederatiebouw.be Reclame: Kristel Dekempeneer, tel. 02 545 56 99 - fax 02 545 59 08, kristel.dekempeneer@confederatiebouw.be of kde@confederatiebouw.be. Prijs jaarabonnement Leden van de Confederatie Bouw: begrepen in het lidgeld Niet-leden: € 137,80 (incl. BTW en ­portkosten) / buitenland: € 300 (incl. BTW en portkosten)

Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers De vzw Confederatie Bouw wil met deze publicatie gepaste, betrouwbare, volledige en exacte informatie brengen. Ze kan echter niet aansprakelijk worden gesteld indien ze hierin tekortschiet. Alle elementen van deze publicatie zijn beschermd door het auteursrecht van de vzw Confederatie Bouw. Overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk, is slechts toegelaten mits voorafgaande toestemming en uitdrukkelijke vermelding van de bron.

Vanaf nu wordt B­ ouwbedrijf gedrukt op papier geproduceerd met hout uit duurzaam beheerde bossen. De­­duur­­zaamheid wordt gegarandeerd door de internationale organisatie Forest Stewardship Council (FSC), die niet alleen het bos controleert maar de hele handelsketen tot aan de drukker.

5 februari 2019 • Bouwbedrijf bouwbedrijf - februari 2016 5 www.confederatiebouw.be


PRIKBORD

Aedificas Awards

Het warme hart van de bouwsector De bouw neemt maatschappelijk verantwoord ondernemen ernstig. Dat bleek weer eens op dat hartverwarmende event, de Aedificas Awards. Op 12 december van vorig jaar kregen vier van onze leden een prijs voor hun inzet voor de samenleving. Het was al de zesde keer dat deze Awards uitgereikt werden door de Aedificas Foundation. Deze organisatie werd opgericht op initiatief van de Confederatie, en beloont de inzet van bouwbedrijven voor mensen die het moeilijk hebben in de samenleving. De nadruk ligt op huisvesting in de brede zin van het woord en op opleiding en inschakeling in de arbeidsmarkt. Om kans te maken op een Aedificas Award moet een initiatief de hele onderneming betrekken. Het moet daarnaast gaan om een duurzaam engagement, en een samenwerking met een organisatie zonder winstgevend doel. Een Aedificas Award is goed voor € 5 000 en gaat integraal naar deze laatste organisatie.

6 Bouwbedrijf • februari 2019

Vier winnaars

Er was veel volk op de uitreiking. Naast de winnaars en de kanshebbers was onder meer Karel Deridder aanwezig, directeur-generaal van de inspectie-

diensten van de RSZ. De jury van de Awards werd voorgezeten door Pieter Timmermans (gedelegeerd bestuurder VBO). Hij benadrukte het belang van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Hij merkte op dat de kwaliteit van de ingediende dossiers globaal genomen hoog lag. De jury had het dus niet gemakkelijk, maar uiteindelijk kwamen er vier winnaars uit de bus. INFO: www.jeugdzorg.be - www.dewaaiburg. be – tada.brussels – www.toontjeshuis.be

BEDANKT VOOR UW DEELNAME! Robert de Mûelenaere heette de aanwezigen welkom op 12 december. Daarna gaf hij het woord aan Jacques De Meester (voorzitter Aedificas Foundation). Die stelde de kanshebbers op een Award voor en dankte hen voor het indienen van hun dossier. De combinaties van bouwbedrijven en verenigingen die het niet haalden, waren: Espaces/Logement et Insertion,

Iris/VDAB, Bourdeaud’hui/OCMW en stadsbestuur Geraardsbergen, B-VISIBLE/Compaan, DM Vercruysse interieursarchitecten/Damiaanactie, Steygers/SISAHM, Ecolodge/Infirmiers de rue, Socogetra/SolidaritéLogement, Vanhout/Theater Stap. Aedificas had ook contacten met Village n°1 en VDB Tech. Wilt u iets doen voor de samenleving? Meer informatie staat op www.aedificas-foundation.be.


Jeugdzorg Liaan Aelectrics Aelectrics bvba (Nazareth) startte het een samenwerking met vzw Jeugdzorg Liaan uit Nazareth. Deze organisatie staat mensen in een kwetsbare opvoedings- en leefsituatie bij met hulp en dienstverlening. Het personeel van Aelectrics is enthousiast. Op creatieve manieren - verkoop van theelichtjes, een Halloweentocht … - wordt financiële steun voor Jeugdzorg Liaan verzameld. Aelectrics biedt bovendien hulp bij de verbouwing het bestaande gebouw en het optrekken van een nieuw gebouw. De € 5000 gaat naar de isolatie van de plaats waar de allerjongsten opgevangen worden.

“De Award is zeer welkom! Wij willen een kind alles kunnen geven wat het moet hebben.” Sonja Ramboer (Liaan)

“Ik hoop dat het engagement van bedrijven zich als een olievlek doorheen de bouwsector verspreidt.” Anne Willaert (Renotec)

De Waaiburg Renotec

Renotec onderschrijft sinds 2000 ieder jaar een lokaal VOKA-charter Duurzaam Ondernemen. Een van de doelstellingen daarin: zich engageren tegen kansarmoede. Het bedrijf ging een partnership aan met De Waaiburg, een organisatie die al 135 jaar bijzondere zorg en bijstand geeft aan kinderen en hun gezinnen in Geel.

Het personeel van Renotec ging in zijn vrije tijd aan de slag voor De Waaiburg: schilderwerken, onderhoud van de tuin, koken (mét verse wafels!) … Bovendien betaalde het bedrijf de onderaannemer die enkele voorbereidende werken uitvoerde. Met de check van € 5000 zal een nieuw terras aangelegd worden.

“Een onderneming doen bloeien gaat altijd met ups en downs. Onze twintigste verjaardag was een mooi moment voor onze mensen om met dit engagement te beginnen.”

“Dit slaat een brug tussen de profit- en de non-profitsector, en dat is belangrijk.” Ingrid Baeyens en Jef Vermeir (de Waaiburg)

Yoran Overdulve (Aelectrics) februari 2019 • Bouwbedrijf 7


PRIKBORD

Toontjeshuis Durabrik

Hierover hebben we al bericht in het novembernummer van Bouwbedrijf. Wie zich het artikel herinnert, zal niet verbaasd zijn dat deze samenwerking een Aedificas Award gekregen heeft.

Toontjeshuis werd in 2017 onder impuls van Durabrik opgericht. Deze vzw wil voor mensen met een zorgbehoefte een woon- en leefomgeving creëren waarin hun geluk en levenskwaliteit centraal staan. Met begeleiding kunnen ze levenslang zelfstandig wonen, en zelf kiezen met wie, waar en hoe ze samenleven. Durabrik verzamelde giften en gaf logistieke en operationele ondersteuning. Opvallend is de duurzaamheid van het engagement. Dit is een project over de generaties heen! Toontjeshuis zal de Aedificas Award gebruiken om partners te zoeken voor nieuwe Toontjeshuizen.

“Het is erg stimulerend om in een onderneming te werken waarin je je sociale engagement kunt beleven en ontwikkelen.”

“Toen Besix 100 jaar werd in 2009, hebben we onze Foundation opgericht. Dat vonden we de mooiste manier om onze verjaardag te vieren.” Patrick De Niet (Besix-Louis de Waele)

Charlotte Vandendriessche (Durabrik)

“Intussen staan wij op een zestal plaatsen klaar om zo snel mogelijk te beginnen te bouwen.” Bert Niclaes (Toontjeshuis)

8 Bouwbedrijf • februari 2019

“Ik wil een oproep doen aan iedereen in bouw. Er bestaan zo veel kansen om iets te doen!” Baptiste Erpicum (TADA)

TADA - Besix

De vierde Aedificas Award was voor de samenwerking tussen Besix en TADA, of zoals deze vzw voluit heet: Toekomst-­ATELIER -de l’Avenir. TADA organiseert een zaterdagschool voor Brusselse jongeren uit achtergestelde wijken. Ze krijgen er drie jaar lang praktijkopleiding van gepassioneerde vaklui: journalisten, verpleegsters, ingenieurs, koks … Zo kunnen deze jongeren hun potentieel ontdekken en zelfvertrouwen opbouwen.

Besix heeft zich via de Besix Foundation geëngageerd om met allerlei activiteiten € 90 000 te verzamelen voor TADA tussen 2013 en 2020. Daarnaast stellen een groot aantal medewerkers hun kennis en competentie ter beschikking. De samenwerking verloopt trouwens in twee richtingen. Met de hulp van TADA heeft Besix intussen Kiddybuild opgezet. Kiddybuild neemt Brusselse jongeren een hele dag mee naar een bouwplaats, waar ze de kansen leren kennen die de sector hen biedt.


NEW PEUGEOT PARTNER BEHEERS HET ONM GELIJKE

INTERNATIONAL

VAN OF THE YEAR PEUGEOT i-COCKPIT®* ADVANCED GRIP CONTROL* MULTI-FLEX ZITBANK*

*Standaard of beschikbaar in optie naargelang de versies.

4,2 -4,6 L /100 KM 5,6-6,6 L /100 KM

109 - 119 G /KM

(VOLGENS NEDC-NORM)

146 - 173 G /KM

(VOLGENS WLTP-NORM) Milieu-informatie [KB 19/03/2004] : www.peugeot.be

V.U.: Erika Bouteloup, Peugeot België-Luxemburg N.V., KBO nr. 0403.461.107, IBAN : BE81 2710 0450 0024, Avenue de Finlande 4-8 te B-1420 Braine-l’Alleud. Tel: 078 15 16 15.


Leven is bouwen.

vaklui 21 & 22/02 groot publiek 23/02 > 03/03 BRUSSELS EXPO

batibouw.com


REGIONAAL STANDPUNT

Vlottere toegang tot de arbeidsmarkt voor middengeschoolden van buiten de EU

S

inds 1 januari van dit jaar kunnen bedrijven gemakkelijker middengeschoolde arbeidskrachten van buiten de EU aanwerven voor bepaalde technische knelpuntberoepen. Dat is het gevolg van de nieuwe regels op de economische migratie die de Vlaamse regering in december van vorig jaar goedkeurde.

Voor deze knelpuntberoepen is geen individueel arbeidsmarktonderzoek meer nodig. De lijst zal bovendien om de twee jaar bijgewerkt worden om beter in te spelen op de wisselende noden van de arbeidsmarkt. Maar het besluit schrijft ook uitdrukkelijk voor dat de relevante wetten en cao’s inzake lonen toegepast moeten worden.

De VCB heeft beroepen kunnen toevoegen aan de lijst die van de nieuwe regels kan profiteren.

Enerzijds wordt het dus eenvoudiger om buitenlands talent aan te trekken in functie van onze innovatieve kenniseconomie, en om structurele knelpuntberoepen in te vullen. Anderzijds is de eerlijke concurrentie gewaarborgd. De administratieve procedures worden vereenvoudigd. Er moet slechts een single permit aangevraagd worden. Vroeger hadden dergelijke arbeidskrachten van buiten de EU een Vlaamse arbeidskaart nodig en een verblijfskaart van de federale dienst Vreemdelingen­ zaken. Daarnaast gaat voor de hooggeschoolden, die een eigen regeling hebben, de maximale duurtijd van de toelating tot arbeid van één naar drie jaar. De lijst van beroepen waarvoor de nieuwe regels gelden, vertrekt van de Vlaamse knelpuntberoepenlijst die de VDAB opstelt. Deze houdt daarbij rekening met de input van sectororganisaties zoals de Vlaamse Confederatie Bouw. De VDAB had al een aantal bouwberoepen op de lijst gezet: installateur datacommunicatienetwerken, kraanbestuurder, onderhoudstechnicus voor verwarmingsinstallaties, onderhoudselektricien, technicus voor hefmachines en vrachtwagenbestuurder. Op suggestie van de VCB zijn er dan verschillende beroepen toegevoegd: bestuurder van bouwplaatsmachines, residentieel elektrotechnisch installateur, sanitair installateur en monteur van centrale verwarming. Ook werfleider was een suggestie van de VCB. Maar dit beroep valt onder de regelgeving op de hooggeschoolden, en deze is soepeler dan die voor de middengeschoolden. Het tekort aan bouwpersoneel is niet typisch Belgisch. Ook in Nederland klagen de bouwondernemers over een nijpend personeelstekort. De VCB gaat vanaf dit jaar de situa­ tie proberen te milderen door het duaal leren te promoten en door in te zetten op een beter imago voor de sector. Maar dat zal slechts op de langere termijn soelaas bieden. We hopen dat de nieuwe regels op de economische migratie onze aannemers intussen extra mogelijkheden bieden om hun tekorten in te vullen. Marc Dillen Directeur-generaal Vlaamse Confederatie Bouw februari 2019 • Bouwbedrijf 11


MINDERHEIDSREGERING

Start van nieuwe vennootschapswetgeving onduidelijk Op federaal vlak hebben we nu een minderheidsregering. Daardoor komt de geplande goedkeuring van wetgeving in gevaar. We kunnen op dit moment niet zeggen wanneer de – nochtans belangrijke en langverwachte - nieuwe vennootschapswetgeving van kracht zal worden.

H

et hoofdartikel op bladzijde 3 van dit Bouwbedrijf is ondubbelzinnig. De bouwsector zat allesbehalve te wachten op de huidige politieke situatie op het federale niveau. Talrijk dossiers die voor ons van belang zijn, riskeren grote vertraging op te lopen. Op de eerste plaats zijn dat sociaaleconomische dossiers: investeringen, de jobsdeal, de uitkeringen … Maar ook op andere gebieden is de situatie betreurenswaardig. Dat geldt onder meer voor de nieuwe vennootschapswetgeving, het onderwerp van een lange analyse in het vorige nummer van Bouwbedrijf. Het was een vrij diepgaande analyse, omdat deze nieuwe wetgeving op de

middellange termijn aanzienlijke wijzigingen wilde opleggen aan de ondernemingsstructuur van bouwbedrijven. Toen we deze teksten schreven, was de nieuwe vennootschapswetgeving nog niet goedgekeurd door het parlement. Maar niets wees erop dat de planning in gevaar zou komen. Normaal gezien zou ze in mei van dit jaar van kracht worden. Twee dingen zullen deze timing vrijwel zeker in de war sturen. Ten eerste is er intussen een amendement ingediend op de voorgestelde nieuwe coöperatieve vennootschapsvorm. Deze laatste heeft voor bouwbedrijven nauwelijks belang. We hebben het trouwens niet besproken in ons dossier. Wat u daarin kon lezen,

blijft correct voor zover ons nu bekend. Maar het is wel een zeer uitgebreid amendement, dat een volledig wetboek omvat voor de coöperatieve vennootschappen. De Kamer heeft het naar de Raad van State gestuurd voor advies. Het zal dus niet op een-twee-drie de hele parlementaire weg kunnen afleggen. Met andere woorden: zelfs mocht de regering niet in de problemen geraakt zijn, dan nog zou de kans op vertraging reëel zijn. Maar de regering is helaas wel in de problemen geraakt. Dat is op zich een vertragende factor, die daarbovenop komt. Na de verkiezingen kan de nieuwe Kamer het ontwerp van nieuwe vennootschapswet weer opnemen. Maar als het niet gestemd wordt in deze legislatuur, kan de voorgestelde datum – 1 mei 2019 – hoe dan ook niet meer gehaald worden. De conclusie? We kunnen op dit moment onmogelijk zeggen wanneer de nieuwe vennootschapswetgeving op uw onderneming van toepassing wordt. We houden u verder op de hoogte.

De timing van de nieuwe vennootschapswet is grondig in de war gestuurd door de regeringscrisis en door een zeer uitgebreid amendement (dat voor bouwbedrijven overigens nauwelijks van belang is …)

12 Bouwbedrijf • februari 2019


ONS STUDIERAPPORT WEKT BELANGSTELLING

analyses. Twee: het leek voor de aanwezigen nieuw te zijn dat er zulke grote verschillen bestaan tussen de lidstaten op het vlak van de veiligheid in de bouw. En drie: in de reacties en de discussies achteraf kwam iets aan bod wat wij ook stellen, namelijk dat de opdrachtgever een belangrijke rol speelt.”

En de EU?

Europese Commissie nodigde Confederatie uit over veiligheid De Confederatie heeft de ambitie om het aantal ongevallen in onze sector fors terug te dringen. Dat wekt internationaal interesse. Op vraag van de Europese Commissie ging Paul Depreter (voorzitter Confederatie) uitleggen wat de plannen van de beroepsfederatie zijn.

D

e aanleiding van de ontmoeting was het studierapport 20172018 van de Confederatie. Dat was door onze Europaspecialist aan de Commissie bezorgd. Die was geïnteresseerd en wilde toelichting. De voorzitter werd dus op 12 november uitgenodigd door de diensten van de Commissie, meer bepaald de thematische groep Competenties en Kwalificaties van het directoraat-generaal Interne Markt, Nijverheid, Ondernemerschap en Kmo’s. Paul Depreter: “Ons studierapport heeft indruk gemaakt op de Commis-

sie. Het is een document waarmee men ook op dat niveau aan de slag kan. De invitatie was onverwacht, maar erg positief. Het was een kans om als sector naar buiten te komen.”

Actieplan

Nadat hij de essen­ tiële punten in het rapport besproken had, lichtte de voorzitter het actieplan van de Confederatie toe. De beroepsorganisatie wil dat ons land binnen enkele jaren aansluiting vindt bij de EU-landen met de grootste veiligheid in de bouw: Nederland, Ierland,

het Verenigd Koninkrijk en Zweden. Daarna was het tijd voor vragen en opmerkingen. Paul Depreter: “Drie dingen zijn me het meeste bijgebleven. Ten eerste viel onze boodschap in goede aarde. Globaal bekeken was men het eens met onze

“Globaal bekeken was men het eens met onze analyse” Paul Depreter

Ook Europa zit overigens niet stil. De Commissie wil bijvoorbeeld een kader opstellen om de impact van preventiemaatregelen op de prestaties van bouwbedrijven te onderzoeken. Daarnaast ontwikkelt ze acties om bouwbedrijven veiliger te doen werken. Daarvoor wordt onder meer samengewerkt met de sociale partners, zoals de Europese federatie van bouwondernemingen FIEC en de Europese sectorale werknemersorganisatie EFBH. De initiatieven van de Confederatie zullen daarvoor ongetwijfeld een inspiratiebron zijn. Paul Depreter: “Ik had me voorgenomen om ook iets te zeggen over de EU, maar op het moment zelf heb ik dat eigenlijk niet gedaan. De Europese besluitvorming is van dien aard dat het jaren duurt voor een initiatief in Belgische wet- en regelgeving resulteert. Bovendien ben ik ervan overtuigd dat de bouw eerst zelf zijn huiswerk moet maken!”

INFO: Het jaarverslag 2018 van de Confederatie is verplichte lectuur voor iedere aannemer die begaan is met veiligheid. U kunt het van www. confederatiebouw.be afhalen. Kies Nieuws op de homepage en klik helemaal onderaan op Jaarverslagen. februari 2019 • Bouwbedrijf 13


RENOVATIES EN VERBOUWINGEN

Wanneer geldt het verlaagde tarief van 6 %? Als er één vraag is die een renovatie-aannemer vaak hoort van een potentiële klant, dan is het: “Wanneer is het maar 6 % btw?” In veel situaties is twijfel overbodig. Maar soms wordt het inderdaad ingewikkeld.

6

% of niet? Onze fiscale expert krijgt er rond Batibouw altijd veel telefoontjes over. Verderop bespreken we een aantal specifieke werken, maar we beginnen met de algemene voorwaarden. • Het te renoveren gebouw moet ouder zijn dan tien jaar (vroeger was dat vijf jaar). • Na de werken moet het gebouw als privéwoning gebruikt worden. Ook de omvorming van een kantoor­ gebouw tot woningen kan trouwens in aanmerking komen voor het verlaagd tarief. • Het moet gaan om een werk “in onroerende staat”. Eenvoudig gesteld: een werk dat iets permanent vastmaakt aan de woning. Het maakt geen verschil of de opdrachtgever een huurder of de eigenaar is. In beide gevallen mag een aannemer aan 6 % factureren. Het speelt eveneens geen rol of het gaat om een eerste, tweede of volgende woning. De aannemer mag 6 % aanrekenen op de materialen en de werkuren. Maar als de opdrachtgever zélf materialen aankoopt, betaalt hij daarop 21 % btw.

Welk soort werken?

In het algemeen zijn deze algemene voorwaarden goed bekend. Het heikele punt is vooral de lijst van werken in onroerende staat. Hoe zit het met afbraakwerken, schoonmaak of werken 14 Bouwbedrijf • februari 2019

in de tuin? De fiscale administratie probeert klaarheid te scheppen en tegelijk enigszins consequent te blijven. Dat heeft geleid tot de volgende interessante beslissingen. OPRITTEN

Een oprit mag worden aangelegd aan 6 % btw als hij een verbinding maakt tussen de openbare weg en de woning. Maar bijvoorbeeld op een wandelpad in de tuin moet 21 % btw betaald worden. GARAGES Een garage bijbouwen mag aan 6 % btw, ook wanneer ze niet tegen de woning aangebouwd wordt. Het moet wel gaan om een garage die hoort bij een bepaalde woning en er een geheel mee vormt. En vergeet niet dat de algemene voorwaarden vervuld moeten zijn: de woning moet ouder zijn dan tien jaar enzovoort. UITBREIDINGEN

Een veranda of een slaapkamer bijbouwen, de woonkamer of de keuken uitbreiden … Dergelijke uitbreidingen mogen aan 6 % gefactureerd worden wanneer ze beperkt blijven. De oppervlakte van het bestaande, oude deel moet minstens de helft zijn van de nieuwe totale oppervlakte. Anders gaat het voor de fiscus om nieuwbouw en moet 21 % btw betaald worden. AFBRAAKWERKEN

De algemene regel is dat afbraakwer-

ken niet in aanmerking komen voor het verlaagde tarief. Maar er zijn uitzonderingen, namelijk afbraakwerken nodig voor de omvorming of de verbetering van de woning en afbraakwerken nodig voor werken die het verlaagde tarief genieten. SCHOONMAAK

Er moet 21 % btw betaald worden op het stofzuigen van tapijten, het boenen van parketvloeren, het wassen van ruiten en de andere vormen van gewone regelmatige schoonmaak. Gaan de werken verder dan een gewone schoonmaak, geldt het verlaagde tarief van 6 %. We geven enkele voorbeelden: binnen- en buitenschilderwerken, het afkrabben of het vernissen van parketvloeren, het onderhoud van liften en cv-installaties (ook als deze onderschreven zijn door een abonnement), schoorstenen vegen, het ontstoppen van riolen en leidingen, het zandstralen van gevels enzovoort. KASTEN

Laten we beginnen met keukens en badkamers. 6 % btw voor opbergkasten, gootstenen, kasten met ingebouwde gootsteen, onderkastjes en voor de zuigkappen, ventilators en luchtverversers waarmee een keuken is uitgerust. 21 % btw daarentegen voor toestellen zoals een koelkast, fornuis, vaatwasmachine, oven, wasmachine of droogkast. 6 % btw geldt eveneens voor maatkasten die definitief ingebouwd zijn in andere ruimten dan keukens en badkamers. Maar dan gelden er strengere voorwaarden. De maatmeubelen moeten gemaakt zijn om een specifieke ruimte of nis op te vullen, bijvoorbeeld onder een trap. Wandkasten moeten


WAT ALS HET GEBOUW NIET ALLEEN DIENT ALS PRIVÉWONING? 6 % btw kan in principe alleen als het gebouw na de renovatie als privéwoning dient. Maar soms worden gebouwen zowel voor private als voor beroepsdoeleinden gebruikt. Dat komt frequent voor bij vrije beroepen, maar het kan ook gaan om een handelaar die zijn winkel in hetzelfde gebouw heeft als zijn woning. Dan ontstaat de volgende situatie:

• de aannemer voert alleen werken uit in het woongedeelte. Hij mag de werken in onroerende staat aan 6 % factureren;

• de aannemer voert alleen werken uit in het beroepsgedeelte. Hij moet dan 21 % btw aanrekenen voor alle werken;

• de aannemer voert werken uit

van muur tot muur en van vloer tot plafond reiken. ZONNEWERING

De levering met plaatsing van luiken, rolluiken en rolgordijnen aan de buitenkant van een gebouw kan aan 6 % gefactureerd worden. Maar volgens de fiscus zijn zonneweringen aan de binnenkant gemakkelijk verplaatsbaar en dus roerend goed. 21 % btw met andere woorden. Dit laatste leidt soms tot betwistingen die de rechtbank halen. Soms wordt dan aanvaard dat de zonnewering geheel geïntegreerd is in de woning, en dat een tarief van 6 % geldt. Men moet dus eigenlijk geval per geval beoordelen. ZONNEPANELEN

6 % op de levering met plaatsing van zonnepanelen voor de productie van warmte-energie of elektriciteit voor een privéwoning. Ook 6 % wanneer de panelen vanwege technische of esthetische redenen geplaatst worden op een bijgebouw of op een terrein aanpalend aan de woning. ZWEMBAD

Op de aanleg van een zwembad moet 21 % btw betaald worden, of het nu binnen of buiten is. Hetzelfde geldt voor de werken die daarbij horen zoals

de aanleg van een terras rondom en de installatie van warmtepompen en filters. Een massage- of bubbelbad kan wel aan 6 % wanneer de inhoud niet boven de 1000 liter ligt.

in het hele gebouw. Wegen de werken in het woongedeelte het zwaarste door, dan mag hij 6 % btw aanrekenen voor de werken in onroerende staat. Overheerst het beroepsgedeelte, dan moet 21 % btw voor het beroepsgedeelte en mag 6 % voor de werken in onroerende staat in het woongedeelte.

STOOKOLIETANKS VERWIJDEREN

Voor de fiscus is de keuring van een stookolietank voor verwarming geen werk in onroerende staat en ook geen werk dat daaraan gelijkgesteld wordt. Btw 21 % dus. 6 % kan wel voor het verwijderen of buiten gebruik stellen van stookolietanks. Maar dan moet het een onderdeel zijn van omvangrijke onroerende werken aan de woning. Er hoeft geen nieuwe tank geïnstalleerd te worden. De loutere verwijdering of buitengebruikstelling zonder dergelijke werken is een afbraakwerk. Het normale tarief van 21 % geldt. TUINEN EN GROENDAKEN

Een tuin aanleggen kan niet aan 6 %. Maar de fiscus beschouwt groendaken niet als tuinaanleg, en daarvoor geldt het verlaagde tarief dus wel. Ook de aanleg van een groengevel wordt behandeld als een werk in onroerende staat, tenminste wanneer voor de groengevel een permanente structuur nodig is die duurzaam vastgehecht wordt aan de muur.

VERLICHTING

Elektrische installaties zoals kabels en leidingen kunnen profiteren van het verlaagde tarief. Uitgesloten daarentegen zijn verlichtingstoestellen en lampen: hanglampen, plafondlampen, luchters, wandlampen, tafellampen … Alleen toestellen zoals inbouwspots die in een plafond of vals plafond ingewerkt zijn, komen toch in aanmerking voor 6 %. STUDIEWERK

Er is geen verlaagd tarief voor het ereloon van een architect. Idem voor het studiewerk en toezicht door architecten, landmeters, ingenieurs en veiligheidscoördinators.

INFO: Deze tekst geeft u de voornaamste informatie. Maar het blijft een beperkte samenvatting die niet alle details en nuanceringen bevat. Nog vragen? Stel ze aan marleen.porre@confederatiebouw.be.

februari 2019 • Bouwbedrijf 15


SECTORALE BIJDRAGEN VOOR CONSTUCTIV

De voordelen die u geniet Als werkgever uit het paritair comité voor het bouwbedrijf (PC 124) betaalt u voor uw arbeiders de algemene bijdragen aan de sociale zekerheid. Maar daarbovenop komen ook sectorale bijdragen. Deze laatste kunnen aanzienlijk lijken, maar ze leveren u dan ook voordelen op. We leggen even uit waarvoor uw sectorale bijdragen precies dienen.

I

n de bouwsector (PC 124) hebben de sociale partners heel wat opdrachten toevertrouwd aan Constructiv, het sectorale fonds voor bestaanszekerheid. Het gaat voornamelijk om sociale voordelen voor de arbeiders. Maar Constructiv kreeg ook opdrachten op het vlak van opleiding, welzijn en de bestrijding van de sociale fraude. De bijdragen van de werkgevers financieren deze opdrachten. De werkgevers betalen hun bijdrage niet rechtstreeks aan Constructiv. Een deel betalen ze aan de PDOK (de Patronale Dienst voor de Organisatie en de Kontrole van de Bestaanszekerheidsstelsels). Het gaat dan om de bijdragen voor de weerverlet-zegels en de getrouwheidszegels. De RSZ int de overige bijdragen bestemd voor Constructiv, samen met de algemene bijdragen voor de sociale zekerheid. Hoeveel een werkgever precies moet betalen is afhankelijk van zijn RSZ-kengetal (zie tabel 1). Dat kengetal hangt af van de activiteiten van de werkgever (zie tabel 2).

Gedeeltelijk forfait

Opvallend aan de sectorale bijdragen in de bouwsector is de gedeeltelijke forfaitarisering. De bijdrage bestaat deels uit een percentage van het loon van de arbeider, en deels uit een forfait. Per kwartaal en per arbeider blijft dat forfait hetzelfde, ongeacht het loon of de prestaties. Het forfait werd ingevoerd in 2004. 16 Bouwbedrijf • februari 2019

BIJDRAGEN CONSTRUCTIV CONSTRUCTIV BIJDRAGEN

TABEL 11 -TABEL

RSZ-kengetal RSZ-kengetal

024 024 026 026 044 044 054 054

TABEL TABEL 2 2 --

Percentage Percentage Constructiv Constructiv (op (op de de lonen lonen aan aan 108 108 %) %)

Forfait Forfait Constructiv Constructiv (per (per kwartaal kwartaal en en per per arbeider) arbeider)

Percentage Percentage PDOK PDOK (op (op de de lonen lonen aan aan 100 100 %) %)

Minder Minder dan dan 20 20 werknemers werknemers

20 20 en en meer meer werknemers werknemers

14,77 14,77 % % 14,77 14,77 % %

13,27 13,27 % % 13,27 13,27 % %

€ € 649 649 € € 558 558

11,22 11,22 % % 9,12 9,12 % %

14,77 14,77 % % 14,77 14,77 % %

13,27 13,27 % % 13,27 13,27 % %

€ € 638 638 € € 638 638

9,12 9,12 % % 11,22 11,22 % %

KENGETALLEN KENGETALLEN RSZ RSZ 024 024 026 026

Ruwbouw Ruwbouw Afwerking Afwerking (schilderwerk, (schilderwerk, isolatie, isolatie, sanitaire sanitaire installaties, installaties,

044 044

verwarmingsinstallaties verwarmingsinstallaties …) …) en en groothandel groothandel in in bouwmaterialen bouwmaterialen Tegelen mozaïekwerken en alle ander werken Tegel- en mozaïekwerken en alle ander werken voor voor muurmuur- en en

054 054

grondbekleding grondbekleding Dakbedekkingen Dakbedekkingen en en voegwerken voegwerken

Het stamt uit het toenmalige actieplan van de Confederatie tegen zwartwerk. Door te werken met een forfait worden werkgevers ertoe aangezet de arbeidsuren effectief aan te geven. Bovendien daalt op deze manier de kostprijs per arbeidsuur naarmate de gewerkte uren toenemen. Om de aanwerving van jongeren die

nog geen 25 zijn te stimuleren, krijgen werkgevers in de bouw (PC 124) ieder kwartaal € 200 korting in de eerste twee jaar.

Ongewijzigd sinds 2015

De grootte van de forfaitaire bijdrage verandert niet in 2019. De laatste aanpassing van de basisbedragen dateert al van


DE VOORDELEN! Heel wat zaken in de bouwsector zijn gesolidariseerd. De kosten moeten dus niet gedragen worden door de individuele werkgevers. Dit is mogelijk dankzij een aantal stelsels die gefinancierd zijn door de sectorale bijdragen. Deze creëren een hele reeks voordelen voor de werkgevers in de bouw. We sommen er enkele op: • dankzij de solidarisering moeten op sommige voordelen geen sociale bijdragen betaald worden (zegels, de vergoeding voor rustdagen);

• niet de individuele onderneming maar de sector betaalt de aanvullende vergoeding en de patronale bijdragen in het geval van een SWT;

• voor ondernemingen met minder dan 20 werknemers is er de terugbetaling van het gewaarborgd loon wanneer een arbeider ziek is;

het vierde kwartaal van 2012. Sindsdien was er alleen in het derde kwartaal van 2015 nog een wijziging van de korting. De forfaitaire bijdrage kan al zo lang dezelfde blijven doordat de kosten van Constructiv goed beheerst worden. De Confederatie houdt dit als medebeheerder nauwgezet in het oog. Dit is geen onbelangrijk voordeel voor de werkgevers: ondanks de gestegen lonen, blijven ze hetzelfde nominale bedrag aan forfaitaire bijdrage betalen.

Waar gaat het geld naar toe?

De bijdragen geïnd door de PDOK financieren het zegelstelsel. De rest van het procentuele deel van de bijdrage is als volgt samengesteld: • 10,27 % voor (een deel van) het wettelijk vakantiegeld van de arbeiders; • 2,60 % dient voor de vergoeding van

• er is een sectorale tussenkomt voor de opleiding van arbeiders, zowel voor het loon als voor de kosten van de opleiding;

• er is een tussenkomst in de kosten van outplacement;

• en tenslotte levert Constructiv diensten aan bouwbedrijven als preventie-instituut. Als het om de sociale lasten gaat, wordt de bouwsector soms duur genoemd. Maar daartegenover staan dus heel wat voordelen. Ook de arbeiders zijn trouwens gebaat bij het systeem. En onrechtstreeks komt dit laatste de werkgevers ten goede. Het is geen geheim dat de sector het altijd moeilijk heeft om geschikte arbeidskrachten te vinden. Dankzij het sociaal statuut dat de sociale partners sectoraal hebben uitgebouwd, kunnen ook kleinere ondernemingen een aantrekkelijke werkgever zijn.

de zes rustdagen waarop arbeiders bij KB recht hebben; • 0,40 % dient voor de financiering van de opdrachten van Constructiv als opleidingsfonds. Ondernemingen met minder dan 20 werknemers betalen daarnaast een bijdrage van 1,50 % voor de terugbetaling van het gewaarborgd loon. De forfaitaire bijdrage financiert de overige bestaanszekerheidsvoordelen en opdrachten van Constructiv. Het gaat onder meer om: • de voordelen uitgekeerd aan actieve bouwvakarbeiders (de hospitalisatieverzekering, de vergoeding voor de zes rustdagen vastgesteld bij cao, de promotievergoeding …); • de voordelen ter aanvulling van het inkomen in geval van inactiviteit

(aanvullende vergoedingen bij tijdelijke werkloosheid en langdurige arbeidsongeschiktheid); • de voordelen ter ondersteuning van de eindeloopbaan (aanvullende vergoeding SWT inclusief patronale bijdragen, aanvullend pensioen); • de opdrachten van Constructiv in de strijd tegen de sociale fraude (uitgifte C3.2A’s en de ConstruBadge); • de opdrachten van Constructiv als preventie-instituut. Een uitgebreid overzicht van de activiteiten van Constructiv kunt u raadplegen in het jaarverslag op zijn website www.constructiv.be.

INFO: Nog vragen? Stel ze aan hendrik.dewit@confederatiebouw.be

februari 2019 • Bouwbedrijf 17


PUBLIREPORTAGE

Eenvoud in uw verzekeringen? Build-Safe is er voor u!

Korting

-10%

*

“De bouw”… die is volop in beweging, en dat voelt u alle dagen. De sector groeit, de orderboekjes staan vol. Goed nieuws! Maar er zijn ook andere zaken om mee rekening te houden: nieuwe bouwtechnieken, de digitalisering, veranderende wetgeving, heel wat administratie, … Genoeg in elk geval om u niet nog eens met uw verzekeringen bezig te houden. Daarom ontwikkelde Federale Verzekering Build-Safe, het verzekeringspakket op maat van bouwbedrijven tot 5 werknemers. Zo hebt u uw handen vrij om in alle gerustheid te bouwen aan uw bedrijf en aan het huis van uw klant!

Wat is Build-Safe?

Wat zijn de voordelen voor u?

Met Build-Safe kiest u zelf à la carte uw verzekeringen die u in uw Build-Safe-pakket wil opnemen. Op deze manier geniet u van een bescherming op maat van uw bedrijf. Bovenop onze concurrentiële premies, geniet u zo van een bijkomende pakketkorting van 10%*!

Met Build-Safe geniet u dus niet enkel van een verlaagd tarief van -10%, maar krijgt u ook een flexibel verzekeringspakket. U kiest enkel die verzekeringen die samen uw bedrijf optimaal verzekeren. U breidt uit of legt zich toe op een andere activiteit? Dan kunt u uw Build-Safe eenvoudig laten aanpassen… en dit zonder uw korting te verliezen!

Uit welke verzekeringen kunt u kiezen? Onze verzekering B.A. Bouwwerken en/of de verzekering Arbeidsongevallen vormen de hoeksteen van het pakket, één van deze verzekering moet onderschreven worden. Verder kunt u kiezen uit B.A. Motorrijtuigen, Machinebreuk, Construct-10 – Abonnementspolis, de verzekering Alle Bouwplaats Risico’s – Abonnementspolis, de brandverzekering Multirisk Handel/KMO of Woning, Ongevallenverzekering 24u/24. In totaal moet u aan minstens 3 verschillende verzekeringen komen om te kunnen genieten van het Build-Safe voordeel.

Vraag nu uw kortingsbon aan, voor 31/03/2019! Zo kunt u genieten van uw Build-Safe-korting! Ga naar www.build-safe.be

Daar bovenop zorgen wij voor administratieve eenvoud. U krijgt de nodige tools in handen om het overzicht op uw verzekeringen te bewaren, schadegevallen op te volgen, … en dit zowel met de Build-Safe verzekeringsmap als met het online Build-Safe dossier op My FEDERALE. En u kunt te allen tijde beroep

doen op 1 centraal aanspreekpunt, onze regionale verzekeringsadviseur die u ter plaatse bijstaat en advies verleent. U kunt bijkomend altijd terecht bij ons Info Center. Wij kennen ook de risico’s die u – als bouwondernemer – loopt. U kunt dus gerust rekenen op de meer dan 100 jaar ervaring van Federale Verzekering in het verzekeren van bouwrisico’s. En last but not least kunt u meegenieten van onze restorno’s**. Want wij zijn een coöperatieve en onderlinge verzekeraar, en hebben dus geen externe aandeelhouders. Onze klanten delen dus mee in onze winst! In 2018 verdeelden wij zo bijna e 13 miljoen onder onze klanten.

Redactie: Federale Verzekering

www.build-safe.be

*Actievoorwaarden op www.build-safe.be **De restorno’s evolueren in de tijd afhankelijk van de resultaten en de toekomstvooruitzichten van de verzekeringsmaatschappij, van haar rendabiliteit, van de economische conjunctuur en van de toestand van de financiële markten ten opzichte van de verbintenissen van de ondernemingen die deel uitmaken van de Groep Federale Verzekering, zoals omschreven op www.federale.be. De toekenning van restorno’s in de toekomst is niet gewaarborgd. De restorno’s variëren per categorie en per type producten. De regels met betrekking tot hun toekenning worden bepaald in de statuten van de ondernemingen die deel uitmaken van de Groep Federale Verzekering. De statuten kunnen geraadpleegd worden op www.federale.be.


DOSSIER

Batibouw

Is het nog een must? Op 21 februari 2019 opent Batibouw weer de deuren. Tot nader order nog altijd de grootste bouwbeurs van het land, met vele honderden exposanten en vele duizenden professionele en particuliere bezoekers. Toch merkten we in de afgelopen maanden bij verschillende bouwbedrijven enige twijfel over het nut van een stand op dit bouwfeest. Reden genoeg voor Bouwbedrijf om een klein, kwalitatief onderzoek op te zetten. We interviewden leden die op de vorige editie van Batibouw stonden, en stuurden een vragenlijst naar de ontwikkelaars-woningbouwers in de Confederatie. Is de twijfel die we opmerkten terecht of niet? U verneemt het in dit dossier van een aantal ervaringsdeskundigen.

februari 2019 • Bouwbedrijf 19


KWALITATIEVE BEVRAGING

Is Batibouw nog onmisbaar Batibouw is een pijler waarop de communicatie van ons lid Acec Chauffage steunt.

Volgens Deceuninck blijft Batibouw zeer belangrijk voor de particulier die een oplossing zoekt of uitleg wil bij een bepaald product.

Het is weer Batibouw. Wat bezoekers betreft de grootste bouwbeurs van het land. Maar hoe belangrijk is Batibouw nog voor de commerciële strategie van bouwbedrijven? We vroegen het aan vijf leden van de Confederatie die er in 2018 met een stand aanwezig waren.

V

oor alle duidelijkheid: we hebben niet de pretentie dat we wetenschappelijk onderzoek gedaan hebben. Het gaat hier om getuigenissen van een verzameling aannemers, gekozen uit een lijst van bedrijven die vorig jaar een stand hadden op Batibouw. Het idee was niet zozeer om spijkerharde conclusies bloot te leggen. We gingen op zoek naar de vragen die aannemers zich stellen na hun Batibouw-ervaringen. We hebben daarbij geprobeerd om een evenwicht te bereiken: grote en kleine ondernemingen, Waalse en Vlaamse bouwbedrijven. Om de getuigenissen los te weken,

20 Bouwbedrijf • februari 2019

hebben we onze gesprekspartners om te beginnen dezelfde vragen voorgelegd. Hebt u een stand op deze editie van Batibouw? Indien niet, waarom niet? Indien wel, waarom? Denkt u er ook in 2020 te staan? Hoe beoordeelt u de return on investment? En ten slotte: hoe belangrijk is Batibouw voor de verkoop vergeleken met andere communicatiekanalen: online, Facebook, lokale beurzen …?

Eén afwezige

De eerste trend die zich aftekende: op één uitzondering na zijn de aannemers die in 2018 een stand hadden ook in 2019 aanwezig op Batibouw.

De beurs blijft dus een vaste waarde in het landschap van bouw- en renovatieevenementen. Alleen financieel directeur Dominique Collard van ons lid Toitures Zanzen & Fils gaf een negatief antwoord. Dominique Collard: “We hebben er vier jaar gestaan, maar dit jaar niet. De return ligt te laag vergeleken met een beurs zoals Bois & Habitat. Die duurt slechts vier dagen, maar levert ons evenveel return on investment op als de elf dagen van Batibouw. De helft van de bezoekers aan Batibouw komt voor de lichaamsbeweging. Om het met percentages te zeggen: 95 % leidt tot niets


voor de marketing?

Ons lid Toitures Zanzen & Fils zal in 2019 niet staan op de grootste bouw- en renovatiebeurs van het land.

concreets; slechts 5 % betoont echte interesse.” Dominique Collard wijst er ook op dat niet iedere stand dezelfde kans heeft bezocht te worden. Hij heeft het onderscheid zeer duidelijk vastgesteld. Dominique Collard: “Er bestaat een groot verschil tussen de centrale gang, waar altijd veel mensen zijn, en de gangen die verderop liggen. Gezien die bezoekersstromen is het voor een kmo zoals de onze, met 25 medewerkers, veel gevraagd om elf dagen lang twee mensen vrij te maken voor Batibouw. Bovendien kost het nogal veel: reken op € 10 000 voor een kleine stand van 25 vierkante meter.”

Al heel lang

Er zijn vanzelfsprekend ook bedrijven die aanwezig blijven. Wat zijn hun argumenten? Voor sommigen is

het een gewoonte die al jaren wortel geschoten heeft. Het gaat om een soort traditie, getuigt David Ceci, zaakvoerder van Acec Chauffage. David Ceci: “Batibouw is een zuil waarop onze communicatie al 34 jaar staat. Ik moet toegeven dat er buiten Batibouw niet veel beurzen zijn om onze communicatie te verzorgen. Hoogstwaarschijnlijk staan we er dus ook in 2020.” Het positieve gevoel komt ook bij anderen terug, zoals bij Vitralux, een bedrijf dat al vijf jaar een stand heeft. Wim Vermeersch: “Dit is een erg belangrijke beurs voor de Waalse markt. Het merendeel van de bezoekers is Franstalig, ik denk zelfs acht op de tien.” De zaakvoerder van een parket­ bedrijf – die anoniem wenst te blijven – sluit zich aan bij die beoordeling:

“Batibouw? Dat is een monument! We staan hier als 34 jaar.” Maar hij voegt er wel aan toe dat Batibouw niet meer is wat het vroeger was. “Ik stel vast dat er minder en minder bezoekers zijn. De mensen lijken ook meer druk en stress te voelen. Het moet allemaal snel gaan, ze weten al wat ze willen.” Hij wordt daarin bijgetreden door anderen. Nick De Coster (Isotrie): “Wij staan hier sinds 1985. Waarom? Het is de grootste bouwbeurs van België. Maar toch wordt Batibouw minder en minder interessant, want we zien minder en minder bezoekers. Ik kan niet garanderen dat we er ook in 2020 zullen zijn.” Een oordeel dat weerklank krijgt van Philippe Verriest, marketingverantwoordelijke bij Deceuninck Benelux. Philippe Verriest: “Het aantal bezoekers is aan het dalen, en tegelijk gaat de februari 2019 • Bouwbedrijf 21


KWALITATIEVE BEVRAGING

prijs per vierkante meter omhoog. Maar Batibouw blijft heel belangrijk voor particulieren die een oplossing zoeken of die meer willen weten over sommige producten. 2020? Weten we nog niet. Wij zijn erover aan het nadenken.”

Gemengde gevoelens

U begrijpt het al: als sommige leden van de Confederatie hun aanwezigheid op Batibouw in vraag stellen, is dat omdat de RoI – return on investment – hun niet optimaal overkomt. Nick De Coster: “Het wordt elk jaar minder. Van de 300 contacten die we leggen tijdens de beurs, leiden er 20 tot 25 tot een gesigneerd contract na Batibouw. Dat is minder dan 10 %.” Philippe Verriest van Deceuninck merkt op dat het al jaren in dalende lijn gaat, en Wim Vermeersch van Vitralux zegt eerder zuinigjes dat de RoI “acceptabel” is. Daartegenover staan Acec Chauffage en onze anonieme parketplaatser, die het hebben over een hoge return on investment. Welke plaats heeft Batibouw dus in het marketingbudget van de leden met wie we spraken? Uit onze kleine kwalitatieve enquête komt duidelijk een gemiddelde naar voor: tussen de 15 en de 30 %. Nick De Coster van Isotrie heeft het over 20 tot 25 %. Bij Vitralux is het volgens Wim -Vermeersch 15 %. En de anonieme zaakvoerder vernoemt rond de 20 %.

Andere kanalen

Maar wat doen onze leden dan met de rest van het marketingbudget? Op welke communicatiekanalen steunen ze? Mond-tot-mond, websites, sociale media, print in allerlei vormen en publicaties, lokale beurzen …? De vraag welk kanaal in de toekomst de belangrijkste rol zal spelen, wordt overal gesteld. Niet alleen in de pers en de media, in alle ondernemingen en organisaties. Op dit ogenblik is het juiste antwoord nog niet bekend. Het blijft bij veronderstellingen en voorspellingen die allesbehalve definitief zijn. Iedereen heeft zijn eigen opinie over 22 Bouwbedrijf • februari 2019

deze problematiek, maar is die correct? Dat weet zelfs uw lijfblad Bouwbedrijf niet. De toekomst zal het uitwijzen. Maar één ding staat vast: wie nu al beweert de waarheid in pacht te hebben, vergist zich hoogstwaarschijnlijk. Men kan vermoeden of hopen dat Genk dit jaar landskampioen voetbal zal worden. Maar voor het zover komt, zullen de Genkenaars hun competitiewedstrijden nog moeten spelen.

Top: mond-tot-mond

Eerste vaststelling: mond-tot-mondreclame lijkt onmisbaar voor de bedrijven waarmee we spraken. “Dat werkt het beste, zonder de minste twijfel,” aldus Nick De Coster. “Mond-tot-mond doet het erg goed,” bevestigt Wim Vermeersch. “Ideaal om nieuwe klanten aan te trekken,” volgens David Ceci en het anonieme parketbedrijf. Philippe Verriest sluit zich daarbij aan: “Er bestaat niks beters dan iemand die iemand anders overtuigt van de kwaliteit van je producten.”

Belangrijk: website

Onze leden zijn er eveneens van overtuigd dat dat de website essentieel is, ten minste als hij een goed concept heeft en goed beheerd wordt, met het nodige onderhoud en de nodige updates. Opvallend is dat één woord voortdurend valt in de gesprekken hierover: Google. Nick De Coster: “Elke particulier gaat tegenwoordig naar Google om iets te zoeken. Zelfs ‘Dokter Google’ is een trend. Je moet er dus voor zorgen dat je naam en je website bij de resultaten van een zoekopdracht staan.” Hij wordt bijgevallen door David Ceci: de relatie tussen Google en de website is erg belangrijk. Zijn onderneming stelt vast dat de website klanten oplevert die een bedrijf zoeken voor een herstelling of een onderhoud. Hetzelfde geluid bij Wim Vermeersch, die de website eveneens erg belangrijk noemt. Philippe Verriest van Deceuninck gaat nog net iets verder: volgens hem blijft het belang zelfs nog toenemen.

Zwakjes: sociale media

Besta je nog als je niet op de sociale media zit? Je zou tegenwoordig haast geloven van niet. Maar voor de marketing lijken ze geen regelrecht succes te zijn volgens de leden van de Confederatie in deze enquête. “Nee, we maken er weinig gebruik van. Je moet iets sexy hebben voor sociale media, en dat is niet echt het geval voor ons. Van Facebook en LinkedIn is de return zero,” zegt David Ceci. Hij wordt niet tegengesproken door Wim Vermeersch: “Hoewel Facebook een tool is die je zichtbaarheid kan vergroten, gaan wij er haast nooit naar toe.” Ook voor het parketbedrijf is het duidelijk: “Onze website is belangrijker dan de sociale media.” Alleen Deceunick is het socialemediagebruik aan het opvoeren: “Wij zijn er meer en meer op aanwezig.”

Een blijver: print

In tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt, verdient print nog altijd zijn


Isotrie, de isolatie-specialist, is sinds 1985 een trouwe standhouder op Batibouw.

CONCLUSIE Zelfs al had deze enquête geen wetenschappelijke pretenties, ze leidt toch tot enkele conclusies die verder uitgediept zouden mogen worden.

Een aantal leden van de Confederatie heeft al jaren de gewoonte om op Batibouw te staan. Maar ze aarzelen niet meer om die aanwezigheid in vraag stellen. Dat ze er ook in 2020 een stand zullen hebben, is niet gegarandeerd. De verklaring? Het dalende aantal bezoekers op de stands en het gebrek van een goede return on investment.

plaats in de marketing. “Eveneens een communicatiekanaal dat we gebruiken. Onze website mag dan heel belangrijk zijn, hetzelfde geldt voor print,” aldus Wim Vermeersch. Volgens Philippe Verriest blijft het belangrijk om een product voor te stellen in een brochure: “Je bekijkt papier op een andere manier, aandachtiger.” De parketplaatser besluit: “Ik denk dat het een belangrijk communicatiekanaal zal blijven.”

Terugval: lokale beurzen

Onze enquête ging vooral over Batibouw, maar er worden vanzelfsprekend overal in het land het hele jaar door bouwbeurzen georganiseerd. Hoe staan onze leden daartegenover? De trend is duidelijk: tot in het recente verleden waren ze er nadrukkelijk aanwezig, maar die aanwezigheid is aan het afzwakken. David Ceci: “Vroeger deden we het veel. Tot een jaar of zes geleden gingen we zelfs ongeveer overal naar toe. Maar dat vroeg veel inspanningen voor

een mager resultaat. In 2018 zijn we er opnieuw op een rustig tempo aan begonnen, met een stand op Energie & Habitat.” Hetzelfde verhaal bij Isotrie: “In 2010-2011 stonden we op beurzen in Charleroi, Namen, Brussel, Antwerpen … maar sinds 2015 zijn we daarmee volledig gestopt.” Wim Vermeersch: “Wij gaan naar Batibouw en een beurs in Bergen, dat is alles.” De parketplaatser: “Wij doen er minder en minder aan mee, alleen Batibouw en de Bisbeurs in Gent.” En ten slotte Philippe Verriest: “Als Deceuninck staan we niet op die beurzen, maar wel als support voor onze klanten.” We geven het laatste woord aan Dominique Collard van Toitures Zanzen & Fils: “Er wordt tegenwoordig over verschillende communicatiekanalen gepraat: print, mond-tot-mond, sociale media, websites, beurzen … Volgens mij kun je het beste overal een beetje aanwezig zijn en alles een beetje doen.”

Tweede vaststelling: Batibouw is een deel van de marketingstrategie, maar lang niet het enige en wellicht niet het belangrijkste. Bij de andere kanalen lijkt de voorkeur niet te gaan naar sociale media en andere, meer lokale beurzen. Aantrekkelijker zijn mond-tot-mondreclame en een website die opduikt bij een Google-search. Ook print behoort nog altijd tot de communicatiestrategie. Uit dit kwalitatieve onderzoek kunnen vanzelfsprekend alleen algemene trends afgeleid worden: het is een soort temperatuurmeting. Maar toch vermelden we nog dit: Batibouw is vooral een beurs voor particulieren. Bedrijfsleiders en werfverantwoordelijken zien onze leden relatief weinig op hun stands. De professionele dagen dienen dikwijls vooral om de klanten uit het B2Bnetwerk uit te nodigen.

februari 2019 • Bouwbedrijf 23


DE ONTWIKKELAARS-WONINGBOUWERS OP BATIBOUW

Ze zullen er zijn

(maar durven ook vraagtekens plaatsen) De stands van de ontwikkelaars-woningbouwers zijn ieder jaar bij de meest opvallende van Batibouw. Blijft dat ook zo in de toekomst? En levert het hen wat op? We hebben het hen gevraagd.

D

e ontwikkelaars-woningbouwers vormen een aparte groep binnen de bouwbedrijven. Niet toevallig hebben ze een eigen federatie in de schoot van FABA. Ook voor dit dossier hebben we hen apart benaderd, met een korte schriftelijke bevraging over hun mening over Batibouw. Ongeveer de helft van de leden van de federatie stuurde een antwoord terug. Net zoals in de rest van dit dossier was het de bedoeling om de temperatuur te meten, niet om een wetenschappelijke enquête uit te voeren. Bovendien bekijken we deze bouw­bedrijven niet individueel maar als groep. Daarom zult u verderop in de tekst geen namen tegenkomen.

Niet iedereen

Eerste vaststelling: lang niet alle leden van de federatie van ontwikkelaars-woningbouwers staan op Batibouw. Zij die er niet aanwezig zijn, hebben in het algemeen lokale ambities. Typische antwoorden zijn dus “We richten ons op de lokale markt”, “We werken alleen in een straal van 30 km rond onze vestiging” of “We werken alleen in West- en Oost-Vlaanderen.” Men gaat er blijkbaar van uit dat aanwezig zijn op een beurs met landelijke uitstraling geen meerwaarde zal creëren. Of aanwezigheid op een beurs meerwaarde oplevert, hangt vanzelfsprekend samen met de kosten. En die spelen wel degelijk een rol. “De omvang van onze 24 Bouwbedrijf • februari 2019

Als het op woningbouw aankomt, begint de concurrentie voor de klassieke grote beurzen toe te nemen. (foto Eribo)

onderneming staat een dergelijke investering niet toe”, schrijft een respondent. Woningbouwers die in 2019 geen stand hebben op Batibouw, hebben er doorgaans nog nooit gestaan. Hoewel er bij de antwoorden ook een uitzondering zit, een bedrijf dat het één jaar geprobeerd heeft. De verhouding tussen inspanning en opbrengst was niet positief. Zijn evaluatie: “Het kost zeer veel geld. Met elf beursdagen moet je er ook immens veel tijd van je personeel in stoppen. Dat is een zware belasting voor een kleinere kmo. We vonden niet dat het een goede beurs was voor ons. De grote tenoren op de markt vechten er om de podiumplaatsen. Kmo’s winnen er waarschijnlijk niet bij.”

Contacten leggen

Wie heeft er wel een stand op Batibouw? Woningbouwers met boven­lokale ambities. En waarom staan ze er? Hun rechtstreekse doel lijkt in ieder geval niet het sluiten van contracten te zijn. Het gaat eerder om het leggen van contacten, en om het gevoel dat ze zich een afwezigheid niet kunnen permitteren. Zo vermeld een respondent dat Batibouw een leadgenerator is. Met andere woorden: het is een eerste ontmoeting met potentiele klanten. Anderen vermelden naambekendheid en brand awareness, of schrijven: “Als nationaal bouwbedrijf mogen wij op deze beurs niet ontbreken. Geïnteresseerde kandidaat-bouwers komen er sowie-


Welke woningbouwer zal ook in 2020 op Batibouw staan? De reacties zijn eerder gemengd. (foto BATO, ontwerp Osk-ar)

so langs. En jaarlijks halen we er heel wat goede contacten/verkopen uit.” “We zijn een marktleider. Ondenkbaar dat we niet op de grootste beurs van het jaar zouden staan.”

Return

Zoals al aangegeven vergt een stand op Batibouw een flinke investering van tijd, mankracht en geld. Maken de leads en de zichtbaarheid dat goed? Hoe beoordeelt men de return on investment? Op dat punt lopen de antwoorden nogal uiteen. Het hangt er onder meer van af wat men bedoelt met return on investment. Deze neemt niet noodzakelijk de vorm aan van een verkoop gesloten naar aanleiding van Batibouw. Of zoals een respondent het zegt: deze beurs is “belangrijk voor het imago van onze onderneming.” In het algemeen kan men de reactie op onze bevraging omschrijven als: op dit moment is het nog de moeite waard. Wat de toekomst betreft, blijven enkele respondenten liever op de vlakte. Zo vermeldt iemand dat Batibouw steeds minder belangrijk is voor de verkoop en dat de return on investment jaar na jaar lager ligt. Een andere onderneming zegt vlakaf dat de grootste bouwbeurs van het land “niet belangrijk is” voor de verkoop, en dat de return on investment “zeer laag” ligt. Niet helemaal verrassend was het ook deze onderneming die aanstipte dat ze eigenlijk staat omwille van naambekendheid. Maar de woningbouwers zijn een diverse groep, en niet iedereen is even negatief. Een respondent schrijft bijvoorbeeld dat hij “heel hard” blijft gelo-

ven in deze beurs. Hij voegt eraan toe: “Deelname aan zowel nationale als lokale beurzen blijft voor ons belangrijk. Niet enkel voor onze naamsbekendheid, maar vooral omdat we er effectieve verkoop uit halen.” Toch moet ook deze onderneming toegeven dat het aantal bezoekers op haar Batibouw-stand in de voorbije jaren daalde. We hebben ook gevraagd wie in 2020 nog op Batibouw zal staan. De antwoorden bevestigen de gemengde gevoelens die leven in de groep van woningbouwers. De reacties gaan van “absoluut” over “ja” en “a priori wel” tot “misschien wel, met een kleinere stand.”

Batibouw in de communicatie

Uit het voorgaande wordt duidelijk dat Batibouw niet alleen draait rond verkoop maar ook – en misschien vooral in enkele gevallen – rond communicatie. Wat is dus de plaats van Batibouw in de communicatiemix van woningbouwers? Er zijn ook lokale beurzen, print, affichecampagnes, websites en niet te vergeten de sociale media. Opnieuw lopen de antwoorden nogal uiteen. Een onderneming schrijft dat Batibouw “steeds minder en minder belangrijk” is voor de verkoop in vergelijking met de andere kanalen. Maar niet iedereen is zo streng. Eén onderneming beklemtoont dat je verschillende communicatiekanalen niet los van elkaar kunt zien: “onze communicatie is cross-mediaal en onze aanwezigheid op de beurs is een belangrijk communicatievector.” Toch valt op dat de deelnemer die het meest positief oordeelt over Batibouw daaraan toevoegt: “het belang van

online-communicatie begint ook bij ons meer en meer door te wegen.”

De andere kanalen

Het lijkt moeilijk te ontkennen dat de concurrentie voor de klassieke consumentgerichte bouwbeurs toeneemt. Maar hoe evalueren de woningbouwers dan hun andere communicatiekanalen dan? Voor een groot aantal kanalen vallen er uit dit bescheiden onderzoek weinig conclusies te trekken. Zo zijn verschillende respondenten aanwezig op lokale beurzen, maar het is niet duidelijk of ze daarover tevreden zijn. Toch vallen drie dingen op. Heel effectief is het wanneer je niet zelf hoeft te communiceren, maar tevreden mensen dat voor jou doen: “klantenverhalen”, “influence marketing” … Kortom, mondtot-mondreclame, is “heel belangrijk” en zelfs “essentieel in onze sector”. Gelijkaardige reacties zien we ook elders in dit dossier. Maar genoeg is het vanzelfsprekend niet, want “het draagt niet ver”. Tweede vaststelling: Facebook maakt verschillende ontwikkelaars-woningbouwers enthousiast. Ze vinden Facebook “belangrijk”. Hun aanwezigheid daar is “evident” en ze stippen aan dat men er doelgroepen kan bepalen, dat een grote verscheidenheid aan boodschappen mogelijk is en dat men het budget zelf in de hand heeft. En dan is er natuurlijk de website. Die is ook voor de ontwikkelaarswoningbouwers ontzettend belangrijk. Een respondent schrijft: “als er een nieuw project op geplaatst wordt, komt er wel snel reactie.” En een andere besluit: “de website is het allerbelangrijkste. Iedereen gaat online op zoek.”

februari 2019 • Bouwbedrijf 25


BATIBOUW

Nieuwe doelgroepen in 2019 Healthy Indoor Climate, New Way of Living en Smart Building. Dat zijn de thema’s van Batibouw 2019. Ze werden voorgesteld in Kanal – Centre Pompidou in Brussel. Een bijzondere plek, maar België’s bekendste bouwbeurs viert dan ook haar diamanten jubileum.

I

n 2019 vindt Batibouw al de zestigste keer plaats. Een feesteditie dus, als was er ook een waarschuwing door Philippe Lhomme, voorzitter van Deficom, dat samen met Fisa de beurs organiseert. “Gezien de economische toestand die ons te wachten staat, zal het geen big fiesta zijn.” Batibouw 2019 vindt plaats van donderdag 21 februari tot zondag 3 maart in Brussels Expo. Onder druk van een aantal trends, heeft de organisatie zich aangepast, zei Frédéric François (COO Fisa). Frédéric François: “De bouwsector maakt een stormachtige evolutie door. Er zijn steeds meer projecten van ontwikkelaars. En ook de manier waarop het brede publiek informatie zoekt, is

LUDIEKE ACTIE VAN DE RESPONSIBLE YOUNG DRIVERS Wat is er verfrissender op een boeiende beursdag dan een biertje? En wat is er gevaarlijker dan een autorit achteraf? De organisatoren van Batibouw hebben in 2019 de Responsible Young Drivers ingeschakeld. Op 22 februari zullen ze ludiek actievoeren.

26 Bouwbedrijf • februari 2019

veranderd. Ze gaan het eerst vragen aan hun vriend Google.” Met deze editie mikken de organisatoren op nieuwe doelgroepen en onderwerpen. Zij krijgen hun specifieke dag op Batibouw 2019. Een voorbeeld is de Dag van de Syndicus op 25 februari.

Immo Days

De Immo Days in paleis 10 vormen een beurs-in-de-beurs waarop een vijftiental promotoren hun nieuwe projecten zullen voorstellen aan het publiek. Daarnaast is er de Jobwall in de Astrid-hall. Dat is een samenwerking met StepStone, en wordt de plaats voor werkzoekenden. Voor demonstraties door de bouwberoepen is er dan weer de Skills demo, ook in de Astrid-hall. Paleis 10 zal Special Tools huisvesten, een minibeurs voor werktuigen. In paleis 5 wordt een Start-up Corner georganiseerd, gewijd aan – u raadde het al – startups die zichzelf zichtbaarheid willen geven. Ten slotte is er nog het Innovation House. Dat initiatief zal de 25 meest relevante innovaties op Batibouw in de schijnwerpers zetten.

Een onafhankelijke jury staat in voor de keuze.

Drie thema’s

Zoals al vermeld, zijn de thema’s van Batibouw 2019 een gezond binnenklimaat (Healthy Indoor Climate), nieuwe manieren van leven (New Way of Living) en intelligent bouwen (Smart Building). Frédéric François: “Het eerste thema houdt verband met de klimaatverandering waarvan we iedere dag de gevolgen voelen. New way of living gaat over een aantal trends zoals nieuwe stedelijke woonvormen en co-housing. Smart Building ten slotte is gewijd aan 3D, BIM, kringloopbouwen enzovoort.”

Campagnebeeld

De slogan voor de editie van 2019 is “Leven is bouwen”. Frédéric François: “Waarom komen mensen naar Batibouw? Ze weten dat ze daar ernstige ondernemingen zullen vinden, en dat men er niet om het even wat verkoopt.”  www.batibouw.be.


BOUW UW VERZEKERINGSPAKKET, À LA CARTE…

VOOR EEN OPTIMALE EN VOORDELIGE BESCHERMING! Build-Safe: exclusief voor de bouwprofessional Zelfstandige of kleine bouwondernemer (max. 5 personeelsleden, bedrijfsleider incl.)? Dan is Build-Safe er voor u! U kunt dit flexibele verzekeringspakket zelf samenstellen, zo is het steeds op maat van uw onderneming. Daarbovenop kunt u 10% besparen op uw verzekeringspremies! En uw bedrijf en uzelf zijn optimaal beschermd.

Vraag uw kortingsbon op www.build-safe.be

Korting

-10%

*

Vragen? Contacteer ons Info-Center: 0800/14.200 * Reglement op www.build-safe.be Federale Verzekering – Stoofstraat 12 – 1000 Brussel. www.federale.be. Coöperatieve Vennootschap voor Verzekering tegen Ongevallen, Brand, Burgerlijke Aansprakelijkheid en Diverse Risico’s CVBA Financieel rekeningnummer: BIC: BBRUBEBB IBAN: BE31 3100 0723 3155 - RPR Brussel BTW BE 0403.257.506

De verzekeraar die zijn winst met u deelt


4 DECEMBER 2018

Eerste Asbestcongres is indrukwekkend succes Op 4 december van vorig jaar organiseerden de Vlaamse Confederatie Bouw en de OVAM in Lamot in Mechelen het eerste Vlaamse Asbestcongres. Het was een eclatant succes. Op het congres werd ook het asbestcharter voor dak-aannemers voorgesteld. Onze sector zal immers een onmisbare rol spelen in de asbestafbouw.

H

et Asbestcongres deed Lamot uit zijn voegen barsten. Het was dan ook perfect getimed. Onlangs werd de Vlaamse plannen voor de asbestafbouw voorgesteld (zie Bouwbedrijf van oktober 2018). Wanneer ze een risico vormen, moeten asbesthoudende materialen tegen 2034 of ten laatste 2040 verwijderd zijn.

Uitdagingen

Het Asbestcongres probeerde de bouwstenen aan te reiken voor een efficiënt afbouwbeleid. Het bekeek de problematiek samen met alle relevante spelers: de bouwsector, maar ook de OVAM, de asbestverwijderaars, de verzekeraars, de lokale besturen, de administratie … Na de verwelkoming door Jef Lembrechts (voorzitter VCB) en de openingstoespraak van Henny De Baets (administrateur-generaal OVAM) gaf Sven De Mulder van de OVAM toelichting bij het Vlaamse Actieplan Asbest­ afbouw. Vervolgens analyseerde Marc Dillen (directeur-generaal VCB) de uitdagingen voor onze sector. Ingrijpende renovaties zijn logische momenten voor asbestverwijdering, maar hun aantal is recent afgenomen. De VCB is voorstander van een verplichte asbestinventaris bij elke overdracht van eigendom. Aan28 Bouwbedrijf • februari 2019

nemers moeten goed opgeleid en voorgelicht zijn, en consumenten moeten gestimuleerd worden om professionals in te schakelen. Gezien de risico’s is het voor bouwbedrijven bovendien van belang dat de situatie verzekerbaar blijft. Koenraad De Stickere van Marsh, een wereldwijde verzekeringsmakelaar gespecialiseerd in risicobeheersing, vertelde wat op dat gebied mogelijk was. De bouwsector en de OVAM hebben samen al initiatieven opgezet die de uitdagingen aanpakken: het charter voor de dak-aannemers en de bijhorende code van goede praktijk. Meer informatie daarover staat in de kadertekst.

Campagne

Onze sector erkent overigens al lang dat asbest een enorm probleem is. Dat bleek uit de presentatie door Fedris en Constructiv. Zij stelden de asbestcampagne voor die intussen bezig is, en waarover Bouwbedrijf al verschillende keren bericht heeft. Marc Junius (Confederatie Bouw) benadrukte op het congres het belang van gerichte preventieve acties in de bouw. Maar hij wees ook op de pijnpunten. Ook de consument moet overtuigd worden, want hij betaalt de meerkosten. En dan zijn er helaas nog

de cowboys op de markt. Met hun lagere prijzen doen ze de integere aannemers unfaire concurrentie aan. De Confederatie heeft intussen al een asbestclausule opgemaakt, die aannemers in offertes en algemene voorwaarden kunnen opnemen. De klant ziet dan duidelijk wat de eigenlijke werken kosten, en dat de verwijdering van asbesthoudend materiaal een apart gegeven is. Hij zal dan ook begrijpen dat niet elke aannemer alle werken mag doen.

Expertdebat

De voormiddag werd afgesloten met een debat tussen experts: Evelien De Kezel (Universiteit Utrecht), Marc ­Dillen, Jan Van Bouwel (Groep IDEWE) en Sven De Mulder (OVAM). Achteraf kwamen er vragen uit het publiek. We onthouden daaruit twee dingen. Tracimat kan meehelpen aan een asbestveiliger Vlaanderen, maar vooral: het beleid had nog verder kunnen gaan.

Invalshoeken

Na de middag vonden een aantal gelijktijdige workshops plaats die verschillende aspecten van het probleem belichten. Tijdens de workshop over de veilige verwijdering van asbest gaf Sven De Mulder toelichting bij de code van goede praktijk voor werken met asbestdaken en -gevels. Van Annelies Vanden Eynde vernamen de toehoorders wat sloopbeheerorganisaties zoals Tracimat kunnen doen. En ten slotte gaf Maarten Vanbuel de visie van de asbestverwijderende bedrijven in België. Ze kan kort samengevat worden: vertrouwen is goed, controle is beter. Saartje Sonck van het Departement Omgeving lichtte het handhavings-


Het asbestcharter plechtig voorgesteld. V.l.n.r. Jef Lembrechts, Marc Dillen, Henny De Baets, Bart Verstraete en Johan Vandebuerie

beleid toe. De focus ligt op proactieve handhaving die gebaseerd is op de risico’s. Er zullen verschillende controleacties komen, onder meer van de selectieve inzameling op sloopwerven.

Praktijk

Zeer boeiend waren ook de meer praktijkgerichte workshops. De correcte inventarisatie van asbest blijkt bijvoorbeeld geen eenvoudige opdracht te zijn. Er bestaan talrijke factoren die de kwaliteit beïnvloeden. Een gebouw in gebruik is bijvoorbeeld geen ideale situatie voor een destructieve inventaris. En hoe belangrijk hij ook is, een asbestinventaris blijft een momentopname. Is innovatie de oplossing? In theorie is het mogelijk om artificiële intelligente in te zetten, bijvoorbeeld voor de automatische detectie van asbest op luchtfoto’s en -opnames. Voor detectie ter plaatse worden kits met enzymen ontwikkeld. Interessant is ook het gebruik van lasers om asbestvezels in de lucht te detecteren.

Proefprojecten

Op het Asbestcongres kwamen ook proefprojecten aan bod, onder meer in Gent, Antwerpen en Merksplas. De belangrijkste les is dat de particulier ondersteuning nodig heeft. Deze kan de vorm aannemen van subsidies, maar er bestaat ook behoefte aan ontzorging. Niet alleen de kostprijs maar ook

ASBESTCHARTER VOOR DAK-AANNEMERS De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) schat dat er meer dan 86 miljoen vierkante meter asbest­houdende dak- en gevelbekleding op de Vlaamse gebouwen ligt. Ongeveer 30,5 miljoen vierkante meter daarvan ligt op daken en gevels van woningen en appartementen. Een dak-aannemer krijgt dus vrijwel zeker te maken met asbest. Op het Asbest­ congres werd een asbestcharter voor deze bouwbedrijven voorgesteld. Wie het signeert, engageert zicht om asbest­veilig te werken.

charter en de code van goede praktijk geven hun een kader waarbinnen ze kunnen werken.

Transparant Het charter creëert een level playing field voor de ondertekenaars. Dat geeft hun klanten meer transparantie wat betreft kosten en veiligheidsmaat­ regelen. Dit charter is een gezamenlijk initiatief van de OVAM, VCB en Bouwunie. Een commissie zal waken over de naleving. Voor de opdrachtgevers komt er een lijst van aangesloten dak-aannemers.

Veilig De ondertekenaars beloven dat ze in regel te zijn met de geldende milieuen werkgeversverplichtingen. Ze werken in overeenstemming met de code van goede praktijk “Veilig werken met asbestdaken en -gevels”.

Zeker Dak-aannemers vrezen de risico’s en de discussies over aansprakelijkheid. Het

de procedures kunnen de particulier afschrikken. Ze werken foutieve afbraak in de hand en vormen een hinderpaal voor de creatie van het broodnodige draagvlak in de samenleving. Ook hier is innovatie nodig, die leidt tot eenvoudigere en goedkopere verwijdermethodes. Uit de Antwerpse presentatie bleek dat zelfs bij ondersteuning aan 50 % burgers nog steeds afhaken

Code van goede praktijk Zoals vermeld volgen de ondertekenaars van het charters een code van goede praktijk. Ze werd opgesteld door de OVAM in samenwerking met de Vlaamse dak-aannemers. Ze behandelt de werfvoorbereiding en de -uitvoering, maar daarnaast ook de wetgeving en de gevolgen van asbest voor de offerte.

vanwege de hoge kostprijs. Daarnaast vraagt een efficiënt beleid voor asbestafbouw maatwerk. De OVAM heeft al stappen in die richting gezet, met haar sectorprotocollen gericht op specifieke doelgroepen zoals land- en tuinbouwbedrijven en scholen.

INFO: Nog vragen? Stel ze aan ansy.poelman@confederatiebouw.be.

februari 2019 • Bouwbedrijf 29


BOUWRADAR Familieportret: Niels, Tony en Carla. Niels wil de onderneming gaan leiden in de toekomst. Om dat zo vlot mogelijk te laten verlopen, werd een beroep gedaan op BouwRadar.

“Onze zoon als werfleider!” Carla Bex en Tony Crabbé zijn de zaakvoerders van ’t Dakdekkertje. Ze zijn intussen al de tweede generatie aan het hoofd van de onderneming. Zoon Niels heeft de ambitie om generatie drie te worden. Maar hoe bereid je iemand voor op de complexe baan van bedrijfsleider? Carla en Tony deden een beroep op BouwRadar.

C

arla Bex: “We hebben een veertiental medewerkers en zijn gespecialiseerd in de renovatie van platte en hellende daken. Onze zoon Niels wil in de voetsporen van zijn vader en grootvader treden, en wij willen hem daarbij begeleiden. BouwRadar kon ons verder helpen. Het viel meteen op dat BouwRadar hier goed voorbereid

30 Bouwbedrijf • februari 2019

aankwam. Er bleek een groot aanbod aan begeleidingen voor handen te zijn.” Tijdens de gesprekken kregen Carla en Tony de bevestiging dat ’t Dakdekkertje op vele vlakken goed bezig is. Maar door bepaalde facetten grondiger uit te werken, kon het bedrijf nog sterker worden. Daarom werd besloten om FIBS in te schakelen (zie kadertekst).

Carla Bex: “De functioneringsgesprekken met de werknemers konden nog beter. FIBS gaf praktische tips, die we samen verder uitgewerkt hebben. In de toekomst gaan we daarmee zeker rekening houden.” Isabelle Dujardin (FIBS): “’t Dakdekkertje pakte de functioneringsgesprekken eigenlijk al heel goed aan.


BOUWRADAR IS ER KOSTELOOS VOOR U BouwRadar is een project van de VCB dat u bijstaat als u vragen hebt over bedrijfsbeheer in de ruime zin van het woord. Wekt dit artikel uw interesse op? Neem dan contact op met de coördinator van BouwRadar, Freija Jongbloet of meld u aan op www. bouwradar-vcb.be Deze dienstverlening wordt gesubsidieerd door het Agentschap Innoveren en Ondernemen. U krijgt dus geen extra factuur.

INFO: freija.jongbloet@ vcb.be of 0473 90 43 20

Maar er kon nog meer impact zijn op gedragsverandering en verbeterpunten. We hebben een duidelijke procedure meegegeven, en een formulier voor een functioneringsgesprek. Aan de hand van concrete gevallen hebben we coaching gegeven over de vaardigheden nodig voor het voeren van de gesprekken.” Ook de tips & tricks over communiceren en feedback geven bleken zeer nuttig. Dat is wat FIBS doet: analyseren, vaststellen wat al goed zit en aangeven wat verbeterd kan worden.

Niels

Carla Bex: “Maar wat we dus ook willen, is onze zoon meer betrekken. Uit de analyse bleek dat een duidelijk taakverdeling zich opdrong. Het was nodig om mijn rol, zijn rol en de rol van de werfleider duidelijk te definiëren.” De begeleiding door FIBS zoomde in op de sterktes van Niels, en dat leidde uiteindelijk tot een ontwikkelingsplan. Het bedrijf kreeg meer inzicht in de vraag wie de juiste man op de juiste plaats is, en in de opleiding die de betrokkenen nog nodig hebben. Carla Bex: “Ik heb het meeste voldoening gehaald uit het advies om onze zoon toch als werfleider te laten starten. Ik wilde die stap zetten, maar ik had de bevestiging van een buitenstaander nodig. Nu zijn we begonnen met de uitvoering van een actieplan op de lange termijn. Niels zal twee ploegen en de bijhorende werven begeleiden. De wer-

FIBS

BETER PERSONEELSBELEID VOOR EEN WENDBAARDER BEDRIJF Er is een war for talent aan de gang, ook in de bouw. Foute aanwervingen zijn kostelijk. Wilt u ook een wendbaar bedrijf worden met duurzame loopbanen en geëngageerde medewerkers? Aarzel dan geen seconde en doe via BouwRadar een beroep op FIBS. FIBS werd opgericht door de Vlaamse Confederatie Bouw. Een van de opdrachten is het bijstaan van bouwondernemingen bij hun personeelsbeleid. FIBS kan u onder meer helpen met de volgende vragen:

• Wie heb ik nodig, nu en later? • Welke competenties heb ik nodig? • Waar en hoe vind ik mensen? • Hoe selecteer ik? • Hoe onthaal ik de nieuwe medewerkers? • Hoe zorg ik dat ze in de onderneming blijven en goed blijven presteren? Praktijk, geen theorie Na de begeleiding door FIBS kunt u meteen aan de slag gaan. De aanpak is oplossingsgericht en het resultaat is een verzameling concrete tips & tricks. Als een formulier nodig blijkt te zijn, dan kan FIBS u dat geven. Het gaat om een begeleiding op maat, dus geen standaardpakket. Veranderen om te veranderen, daaraan doet FIBS niet mee. Vaak volstaan kleine aanpassingen en coaching bij het uitvoeren. Het doel blijft altijd de tevredenheid te verbeteren, het verloop te verminderen en de productiviteit en de winst te verhogen.

Wat mag u verwachten? In bedrijven begeleidt FIBS doorgaans drukbezette mensen met veel taken. Personeelsbeleid is daar maar één van. Soms worstelen ze met vragen. Wat doen met die medewerker die niet goed functioneert? Hoe werf ik de juiste persoon aan? Isabelle Dujardin (FIBS): “Daarmee gaan we aan de slag. Soms ontdekken we dat er achter de oorspronkelijke vraag eigenlijk een andere vraag schuilt. Maar met onze coaching kunnen we dat achterhalen. Na de begeleiding is er altijd een resultaat waarmee de onderneming concreet verder kan.”

INFO: www.fibs.be

fleider heeft daardoor minder werkdruk en kan dus beter presteren.” Met andere woorden: niet alleen Niels maar elke werknemer meer inzetten op zijn sterktes. De werfleider krijgt dankzij zijn persoonlijke actieplan meer duidelijkheid over de verwachtingen aan hem gesteld. Maar ook Niels moet zich nog verder ontwikkelen. Hij zal onder meer betrokken worden bij de jaarlijkse vergaderingen met de hele ploeg.

Tweede fase: digitalisering

Carla Bex: “Als we de toekomst van de firma willen verzekeren, dan zal in een tweede fase digitalisering een must zijn. Niels kan dan mee de nieuwe technologieën invoeren, voor een betere opvolging van de werven, een betere nacalculatie, betere tekenprogramma’s, het gebruik van tablets bij klanten …” Maar om een zaak te leiden heb je

meer nodig dan technische kennis. Er zal ook onderzocht worden hoe Niels met mentoring of coaching begeleid kan worden bij het ontwikkelen van andere vaardigheden zoals leiderschap, people management …

De juiste beslissing

Carla Bex: “Onze zoon als werfleider! Hij is nog jong, maar het was de juiste beslissing. Al zijn we er nog niet. In de toekomst zullen we vaak en grondig evalueren. Maar BouwRadar zette ons op de juiste weg. Dat motiveert ons om ook de adviezen op andere domeinen in werkelijkheid om te zetten.”

INFO: inschrijven voor BouwRadar kan op www.BouwRadar-vcb.be/aanmelding U vindt er ook meer informatie over dit project dat bouwbedrijven efficiënter doet draaien. februari 2019 • Bouwbedrijf 31


STUDIEREIS GEVEL- EN STADSGROEN

Het MFO-park in Zurich, een constructie die het midden houdt tussen park en gebouw.

Steden die de band met de natuur herstelden Een stad waar het goed wonen is, is een stad met groen. Dat besef neemt toe. Daarom organiseerde het project Groen in de bouw, samen met de werkgroep Groen Bouwen, een reis naar enkele Europese steden die op dat vlak een voorbeeld zijn. Onze sector kan er lessen uit trekken.

E

en stad, wat is dat? Tot voor kort was het antwoord: een opeenstapeling van gebouwen en infrastructuur zonder band met de natuur. Mensen zijn zelf een deel van die natuur maar zijn er van vervreemd. Steeds meer ontwerpers en beleidsmakers zien intussen in dat die band hersteld moet worden. Een aangenaam en stimulerend stadsleven is alleen mogelijk wanneer er een evenwicht bestaat tussen bewoning, bebouwing, verharding en groen. Maar dan is een kwaliteitsvolle en duurzame terugkeer van de natuur in de bebouwde omgeving nodig. Een groene rand rond steden en kernen is niet genoeg: er moet sprake zijn van een oprechte verbinding 32 Bouwbedrijf • februari 2019

met ons natuurlijke milieu, niet van een oppervlakkige vergroening. Tot zover de theorie. Kan het in de praktijk? Dat onderzochten de leden van Groen in de Bouw samen met Groen Bouwen. In oktober 2018 bezochten zij een aantal iconische voorbeelden in Europa. Ieder degelijk naslagwerk bespreekt hun originele ontwerp. Maar alleen een bezoek ter plaatse maakt duidelijk welke impact deze groenprojecten op de mens hebben.

Gevelgroen

De projectgroep bezocht om te beginnen twee fascinerende voorbeelden van grondgebonden gevelgroen. In Zurich beschermt een groenwand van

25 meter hoog het kantoorgebouw van Alpine Finanz Glattbrugg tegen oververhitting. Raderschall Landschaftsarchitekten AG ontwierp een stalen draagstructuur met klimhulpen van de firma Jakob AG. De beplanting bestaat uit een mengeling van groenblijvende en bladverliezende klimplanten, waardoor het geheel elk seizoen aantrekkelijk blijft. Het tweede voorbeeld bevindt zich ook in Zurich en is nog bekender: het MFO-park, van hetzelfde architectenbureau. Ontwerper Markus Fierz gaf de projectgroep toelichting bij wat hij “een parkgebouw” noemde. De verticale begroeiing creëert inderdaad een ruimte die het midden houdt tussen park en


Het Bosco Verticale in Milaan, een zeer creatieve benadering van groen in de stedelijke omgeving. De bomen kunnen tot 9 meter hoog worden. Dit verticale bos is een onderdeel van een grotere stadsontwikkeling.

Piet Oudolf. Zijn naam is bekend van dat andere iconische groenproject in de stad, de High Line in New York City.

Technisch

Anastasia Kucherova van Stefano Boeri Architetti gaf meer uitleg over zowel de opzet als de uitvoering van de twee woontorens. Ze ging daarbij dieper in op de beplanting maar ook op de technische aspecten. Laura Gatti was de laatste spreker. Ze is niet alleen landschapsarchitect maar ook bio-ingenieur. Ze staat in voor de ontwikkeling en het onderhoud van het verticale groen. Ze ontwierp voor de wanden van het Bosco Verticale een groenzone die equivalent is met een park van 2 hectare, met 450 bomen op balkons. Deze vormen een groene long in de bebouwde omgeving en kunnen tot 9 meter hoog worden. Daarvoor zette Laura Gatti samen met architect Stefano Boeri een systeem op punt. Om de veiligheid te garanderen werden de bomen in een windtunnel getest. De eerste stadsbewoners die van het Bosco Verticale profiteerden waren overigens geen mensen maar dieren. Terwijl de bouw en de aanplanting nog bezig waren, reageerde de lokale fauna enthousiast op de nieuwe nestmogelijkheden.

De Biënnale in Venetië bewees dat het belang van groen wereldwijd steeds meer erkend wordt.

gebouw. Het groen bestaat uit een honderdtal soorten klimplanten die net als in het vorige voorbeeld een stalen structuur overwoekeren. Op verschillende niveaus bevinden zich terrassen met zithoeken en rustplaatsen. De begane grond is nauwelijks beplant. Door het gebruik van de klimplanten bleef een open ruimte behouden, die men kan aanpassen aan de noden van een levendige buurt. Er kan zelfs een tijdelijke tribune met duizend zitplaatsen opgetrokken worden.

Verticaal bos

De tweede dag was volledig gewijd aan het Bosco Verticale in Milaan, een

project van Stefano Boeri Architetti. Dit “verticale bos” op twee woontorens is wereldberoemd. Het bracht de aandacht voor groen op gebouwen in een stroomversnelling. Claudio Saibene van projectontwikkelaar COIMA gaf een uitgebreide toelichting bij Porta Nuova, de stadsontwikkeling waarvan het Bosco Verticale deel uitmaakt. De voormalige verpauperde buurt werd volledig hertekend en een drukke weg werd overkapt om plaats te maken voor een park van 90 000 vierkante meter. Interessant detail: voor de beplanting daarvan werkte het ontwerpbureau Inside-Outside onder meer samen met

In de hele wereld

Een bezoek aan de Biënnale van Venetië sloot de studiereis af. In verschillende paviljoenen van deze tentoonstelling zag de projectgroep dat de hele wereld groen begint te beschouwen als een zeer belangrijk element van duurzame stadsontwikkeling. Niet alleen bij ons maar ook in landen als Australië, Indië en Denemarken wint groen in de bebouwde omgeving aan belang.

INFO: Nog vragen? Stel ze aan karl.fonteyne@confederatiebouw.be Groen in de bouw is een project van de Vlaamse Confederatie Bouw, ORI,en Bouwunie. Het krijgt de steun van het departement Omgeving. februari 2019 • Bouwbedrijf 33


RAPPORT

De Staat van het Leefmilieu in Brussel Brusselse gezinnen gebruikten in een voorbije tien jaar steeds minder energie in hun woning. De productie van elektriciteit met zonnepanelen steeg in minder dan tien jaar van ongeveer nul naar 40 GWh. Het zijn enkele resultaten uit een recent rapport van het Brussels Gewest.

H

et Brussels Hoofdstedelijk Gewest publiceert om de twee jaar een Staat van Het Leef­ milieu in Brussel. De recentste versie, die gaat over de periode 2015-2016, werd aan het einde van vorig jaar bekendgemaakt. In die periode telde de regio 1 188 000 inwoners, 24 % meer dan in 2000. Zij waren verdeeld over 545 400 gezinnen, de helft alleenstaanden. Er staan in Brussel 568 000 woningen. Dat is dus meer dan het aantal gezinnen.

Energie

De hele hoofdstedelijke regio verbruikte in 2015 in totaal 19 400 GWh energie. De woningen waren een slokop, met 38 % van het totaal. Het rapport bevestigt dus eens te meer een boodschap die de Confederatie al jaren benadrukt: om het energieverbruik terug te dringen, moeten onze woningen zuiniger worden. De diensten­sector verbruikte 36 % van het totaal, het vervoer 21 %. Kijken we niet naar het totale energieverbruik voor huisvesting maar naar het verbruik per gezin, dan zien we een interessant fenomeen. Het was ongeveer stabiel van het begin van de jaren 1990 tot 2005. Dan trad er een lichte daling op, die in de jaren daarna een duidelijke trend werd. In 2015 verbruikten gezinnen gemiddeld 13 500 kWh voor hun huisvesting, ruwweg 30 % minder dan in 2005.

EPB-effect?

Is dit een EPB-effect? Een naïeve

34 Bouwbedrijf • februari 2019

lezing van de grafieken suggereert van wel. De daling werd een trend ongeveer in de periode dat de EPB-regelgeving ingevoerd werd. Maar de werkelijkheid is complexer dan dat. De energieprestatie-eisen kunnen een rol gespeeld hebben, maar ook andere factoren hebben een invloed op het energieverbruik. Stijgende energieprijzen kunnen aanzetten tot spaarzaamheid. In het Brussels gewest wonen veel mensen met een laag inkomen. Toestellen die minder verbruiken zijn op de markt gekomen. Er kan ook sprake zijn van een gedragsverandering. En ten slotte kan het gemiddelde energieverbruik gedaald zijn door sociaal-economische veranderingen in de Brusselse bevolking, bijvoorbeeld een stijging van de alleenstaanden of de gezinnen met een laag inkomen. Het Brusselse rapport staat niet toe om op dit gebied conclusies te trekken. Kleine opmerking: het energieverbruik dat we citeren is gecorrigeerd voor toevallige invloeden van het weer, zoals een opvallend warme of koude winter. Een dergelijke klimaatcorrectie maakt het verbruik in verschillende jaren vergelijkbaar en staat dus toe om trends te ontdekken. Zonder klimaatcorrectie vertonen de statistieken sterkere schommelingen.

Hernieuwbare energie

De Staat van het Leefmilieu in Brussel wijst erop dat het gewest weinig mogelijkheden heeft om hernieuwbare energie op te wekken. Grote windturbineparken zijn bijvoorbeeld uitgesloten.

Ook de productie van hernieuwbare elektriciteit met zonnepanelen is relatief laag. Ze steeg wel van ongeveer nul in 2007 tot 40 GWh in 2015. Maar die productie blijft veel lager liggen dan in de andere gewesten, en ze vormt slechts een klein deel van het totale elektriciteitsverbruik. Het grootste deel van de hernieuwbare energie in het Brussels gewest komt van biomassa, voornamelijk hout en organisch afval. Kijken we naar de hernieuwbare warmteproductie, dan zien we dat warmtepompen 8,5 GWh produceerden in 2015. Dat is 6 % van de totale hernieuwbare warmte. Zonneboilers waren goed voor 5,3 GWh. In deze laatste categorie viel in de periode 2015-2016 overigens geen groei meer te bespeuren.

Luchtverontreiniging

De Staat van het Leefmilieu bespreekt ook de uitstoot van broeikasgassen, die voornamelijk bestaan uit CO2 in het Brussels gewest. Een interessante parameter voor de bouw, want de hoofdbron van de uitstoot is het energieverbruik. 61 % van de broeikasgassen kwam in 2015 van gebouwen. Opnieuw zien


KORT

Wijzigingen kilometerheffing voor vrachtwagens Sinds 1 januari is de kilometerheffing voor vrachtwagens op twee punten gewijzigd. In Vlaanderen is er 38 km bijgekomen waar de heffing betaald moet worden. Het gaat om drie trajecten: de A11 van de N31 in Brugge tot de N49 in Knokke-Heist; de N36 van de R32 in Roeselare tot de N35 in Zarren; en de N722 van de N80 in Hasselt tot de N718 in Sint-Truiden. In Wallonië zijn de tarieven geïndexeerd. Deze indexatie was

we dat de kwaliteit van het woningenbestand van fundamenteel belang is, willen we de klimaatverandering tegengaan. Het vervoer is goed voor 29 % van de uitstoot. Positief is dan weer dat het Brussels gewest in 2015 een kwart minder broeikasgassen produceerde dan in 2004. Ten slotte vermelden we nog even het fijn stof. Dat staat steeds meer in de belangstelling omdat het negatieve effecten heeft op de gezondheid. De Brusselse huishoudens zijn verantwoordelijk voor 50 % van de uitstoot en het wegvervoer voor 38 %. Hierbij moeten we wel opmerken dat de rechtstreekse uitstoot van fijn stof in de atmosfeer – het zogenaamde primaire fijn stof – met de helft daalde tussen 2000 en 2015 in Brussel. Het is echter pas sinds 2012 en vooral sinds 2015 en 2016 dat de Europese grenswaarden niet meer overschreden worden in het meetstation in Molenbeek, dat men volgens het Brusselse rapport als representatief mag beschouwen voor een stedelijke omgeving met verkeer.

INFO: het volledige rapport staat op leefmilieu.brussels.

midden vorig jaar al doorgevoerd in Vlaanderen en Brussel. Ter herinnering: de heffing moet betaald worden door voertuigen voor het transport van goederen met een maximaal toegelaten massa (MTM) van meer dan 3,5 ton, en door opleggers met carrosseriecode BC, ook wanneer deze tot categorie N1 behoren en dus een maximummassa van minder dan 3,5 ton hebben.

INFO: www.viapass.be.

Formalis – nieuwe tarieven Er zijn in 2019 kleine wijzigingen aan de prijs van enkele diensten van het ondernemingsloket Formalis. U betaalt dit jaar € 88,50 voor een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen (inbegrepen een vestigingseenheid). Hetzelfde tarief geldt voor wijzigingen van een inschrijving en voor een schrapping uit de KBO. Daar kan nog iets bijkomen, naargelang de gewenste dienstverlening. Voor een uittreksel uit de KBO moet F ­ ormalis dit jaar € 13,00 aanrekenen. Formalis, het ondernemingsloket van de bouwsector, bepaalt deze tarieven niet zelf. Ze worden opgelegd door de FOD Economie. De wijzigingen zijn het gevolg van een indexaanpassing.

INFO: www.formalis.be

februari 2019 • Bouwbedrijf 35


SCHILDERS OVER ASBEST

“Andere aannemers worden vaker met asbest geconfronteerd” De grote asbestcampagne van Constructiv en Fedris is voor Bouwbedrijf de gelegenheid om op onderzoek uit te trekken. Welke aannemers komen met dit levensgevaarlijke spul in aanraking? Hoe reageren ze daarop? De dakwerkers en de loodgieters en cv-installateurs lieten we al aan het woord. Nu is het de beurt aan de schilders. verven in. Zij sturen dan technische mensen om de situatie te onderzoeken. Dat is een gratis dienstverlening die we krijgen. Voorafgaande laboratoriumtesten laten we alleen uitvoeren voor grote bouwplaatsen. Het WTCB is een andere instantie die ons kan bijstaan.” U geeft niet de indruk dat de schilders zich zorgen moeten maken.

Philippe Carlier: “Weet je, het hangt ervan af. Bij een particulier zal ik zelden of nooit een groot probleem ontmoeten. Maar de situatie ziet er anders uit op een grote bouwplaats, of als het gaat om een groot oud gebouw.”

W

e namen contact op met ­P hilippe Carlier van de Waalse schilders in de Confederatie. Hij bevestigde meteen dat de asbestcampagne een goed initia­tief is. Philippe Carlier: “Inderdaad, het was nogal nodig. Het is goed dat er over gepraat wordt. Maar ik moet ook zeggen dat de schilders niet de belangrijkste betrokkenen zijn. Ik kan niet in naam van alle bouwberoepen spreken, maar het is zeker dat de dakwerkers vaker met asbest geconfronteerd worden dan wij.” Waar kom je als schilder asbest tegen?

Philippe Carlier: “Vroeger werden asbesthoudende panelen van bijvoorbeeld Eternit geplaatst om vocht onder controle te houden. Wanneer je behang 36 Bouwbedrijf • februari 2019

verwijdert of een wand demonteert omdat er een vochtprobleem is, vind je soms asbest. Maar het zijn zelden de schilders die dergelijke panelen moeten demonteren.” Is het gevaarlijk om asbesthoudende materialen te schilderen?

Philippe Carlier: “Volgens mij niet. Wat problemen doet ontstaan, is schuren of schrapen. Dan komen er asbestdeeltjes vrij, wat een risico veroorzaakt. Maar om eerlijk te zijn: ik ben in de voorbije vijf jaar een dergelijke case geen enkele keer tegengekomen.” Neemt u voorzorgsmaatregelen?

Philippe Carlier: “Natuurlijk! Schuren doen we alleen met maskers op. En zodra er een spoortje twijfel is, schakelen we de producenten van onze

Is asbest een gespreksonderwerp voor de schilders?

Philippe Carlier: “Ik zal antwoorden met een anekdote. Ik had het over asbest met de voorzitter van de Belgische schilders in de Confederatie, tijdens de Dag van de Afwerking. Ik vertelde hem dat Bouwbedrijf me wilde interviewen over het onderwerp. Zijn eerste reactie? ‘Anderen hebben daar meer mee te maken.’” Wat verwacht u van de asbestcampagne?

Philippe Carlier: “Iedereen zal ervan profiteren wanneer er maatregelen genomen worden. Ook voor particulieren is de campagne een goed idee, want zij zijn veel minder op de hoogte dan vaklui.”

INFO: www.constructiv.be


HOGER ONDERWIJS BOUW

Diploma’s volgen behoeften niet Er hangen donkere wolken boven de instroom in de sector uit het hoger onderwijs. Het aantal ingenieurs bouw blijft weliswaar vrij stabiel. Bij de bouwbachelors was er zelfs sprake van een stijging. Maar dit volstaat niet om de toenemende behoefte aan deze profielen op te vangen.

E

r zitten steeds minder bouwleerlingen in het middelbaar onderwijs. Die pijnlijke boodschap stond in het Vlaamse standpuntartikel in het oktobernummer van Bouwbedrijf. Maar hoe zit het in het hoger onderwijs? Een belangrijke vraag, want de bouw wordt voortdurend complexer. Het aantal bouwbedienden neemt toe in Vlaanderen. Er zijn er nu 7 000 meer dan in 2009. Ongeveer twee derde van de bouwbedrijven moet soms opdrachten weigeren wegens een gebrek aan ingenieurs. Dat bracht een recente enquête van de Vlaamse Confedera-

tie Bouw aan het licht.

Niet genoeg

De VCB kreeg aan het einde van vorig jaar de cijfers van het AHOVOKS (het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen). Wat blijkt? In de master- en bacheloropleidingen voor de bouw is geen sprake van een drama zoals in het middelbaar onderwijs. Maar reden tot juichen is er ook niet. In heel Vlaanderen studeren jaarlijks ongeveer 120 studenten af als burgerlijk ingenieur bouwkunde. Dat aantal blijft al een jaar of tien stabiel. Om een beeld

te krijgen van de nabije toekomst vroeg de VCB ook de statistieken van de studenten die nog bezig zijn aan hun studies. In de voorbije drie jaar waren er ongeveer 300 inschrijvingen voor deze richting. Dat is een veertigtal meer dan in de voorgaande jaren. Er is dus geen achteruitgang en wellicht mag men binnenkort zelfs een kleine toename verwachten. Maar het aantal afgestudeerden blijft te laag in het licht van de behoeften van bouwbedrijven en ingenieurs- en adviesbureaus. Daar komt bij dat het aantal inschrijvingen in de voorbije jaren licht

gedaald is bij de industrieel ingenieurs bouwkunde. Voor heel Vlaanderen ligt het nu onder de 500. Een lichtpunt zijn de professionele bachelors bouw. In het academisch jaar 2016-2017 leverde deze richting ongeveer 300 diploma’s af. Dat is het hoogste aantal tot nu toe. Deze groei werd gestimuleerd door de uitbreiding van het aanbod waarop de VCB altijd heeft aangedrongen. Vroeger waren er twee hogescholen die bouwbachelors vormden, in Aalst en Schaarbeek. Nu zijn daar Geel, Diepenbeek en Oostende bijgekomen. Er zijn wel signalen dat deze hogescholen nu op kruissnelheid gekomen zijn en er geen grote groei meer in het vooruitzicht ligt. De inschrijvingen in het academisch jaar 2017-2018 vertoonden een stabilisering.

Nauwelijks ­werkzoekenden

De instroom uit het hoger onderwijs is van groot belang, want op de arbeidsmarkt zal de bouw zijn technische bouwbedienden niet kunnen vinden. Volgens cijfers van de VDAB zijn er drie tot vier keer meer vacatures dan beschikbare werkzoekenden. Dat gaat zelfs naar zeven keer voor conducteurs bouw, naar zes voor werfleiders en naar vijf voor bouwcalculators en technici voor een studiebureau. Voor onderhoudsverantwoordelijken van gebouwen en infrastructuur ten slotte zijn er drie keer meer vacatures dan werkzoekenden.

februari 2019 • Bouwbedrijf 37


Voor uw borgstellingen maak de sprong naar...

Fideris • expertise sinds 1926 • marktleider • coöperatieve vennootschap die de winsten deelt met haar vennoten

• voor hoofd- en onderaannemers in alle bouwsectoren • hoge ristorno • onze borg verzwaart uw bankkredieten niet

• voor openbare , privé werken en de wet Breyne

Gemeenschappelijke Borgstellingen cv - Ondernemingsnummer 0403.259.880 - RPR Brussel

Groenkraaglaan 5 - 1170 Brussel - T 02 676 19 20 - F 02 513 02 91 - info@fideris.be - www.fideris.be

BOR00104 AdvBouwbedrijf_190x82_dec2015_NL.indd 1

11/01/16 10:43

Steenweg op Gierle 100 2300 Turnhout Duboisstraat 50 2060 Antwerpen

Met onze ruime ervaring bieden wij gedegen juridisch advies en bijstand. Wij zijn gespecialiseerd in de volgende rechtsdomeinen:    

bouw en aanneming vastgoedrecht handels- en ondernemingsrecht contractenrecht

Bezoek onze website of neem contact op voor meer informatie.

T: +32 (0)497 30 60 73 E: kantoor@vanostaeyen.eu www.vanostaeyen.eu


FEBELCEM

België investeert te weinig in burgerlijke bouwkunde en infrastructuur De federatie van cementbedrijven Febelcem protesteert. In België vormen de investeringen in burgerlijke bouwkunde en infrastructuur slechts 16 % van de totale investeringen in de bouw. In Frankrijk is dat 20 % en in Nederland zelfs 29 %.

D

e cijfers werden geciteerd op de persconferentie die Febelcem gaf naar aanleiding van Concrete Day vorig jaar. De Confederatie klaagt deze toestand al jaren aan. André Jasienski (directeur Febelcem) sloot zich daarbij aan. André Jasienski: “De cementindustrie trekt aan de alarmbel. We stellen wel vast dat de overheden willen investeren in burgerlijke bouwkunde, en dat de Gewesten inspanningen doen in hun investeringsplannen. Maar we slagen er niet in de achterstand in te lopen.”

André Jasienski (directeur Febelcem, links) Eddy Fostier (voorzitter, rechts) bespraken de cementindustrie in de aanloop naar Concrete Day.

Groei in het vooruitzicht?

Misschien is er beterschap op komst. Volgens Euroconstruct zou de burgerlijke bouwkunde met meer dan 4 % groeien in België. Maar dat moet genuanceerd worden. Een onderzoek op vraag van Febelcem kwam tot de conclusie dat zowel het aantal projecten als de uitgetrokken bedragen in 2018 lager liggen dan in 2016 en 2017. André Jasienski: “De piek in 2017 was logisch, het was een jaar vóór de gemeenteraadsverkiezingen. Maar hij zou niet mogen inzakken als een kapotte ballon.”

6,25 miljoen ton

In 2016 werd op wereldschaal 4,65 miljard ton cement geproduceerd. Ons land verbruikte 547 kilogram per inwoner. Het Europese gemiddelde bedraagt 307 kilogram. België verbruikt dus relatief veel, en dat heeft zijn voordelen volgens Eddy Fostier (voorzitter Febelcem).

Eddy Fostier: “Onze sector is goed voor duizend rechtstreekse banen en drieduizend banen vanwege onderhoud en onderaanneming. Afgewerkte betonproducten geven uiteindelijk werk aan 14 000 mensen.” De cementsector heeft zich geëngageerd om de CO2-uitstoot terug te dringen, om vervangende brandstoffen en secundaire grondstoffen te gebruiken, om recyclage te bevorderen en om hier werkgelegenheid in stand te houden. Eddy Fostier: “Die 14 000 banen zijn lokaal en moeten lokaal blijven. Op het vlak van recyclage is onze land zeer ver gevorderd, en beton kan oneindig vaak gerecycleerd worden.”

Weg met de clichés

Ten slotte veegde de voorzitter van Febelcem de vloer aan met het versleten cliché dat beton lelijk is. Eddy Fostier: “Je kunt er diverse vormen mee creëren, en bovendien kan beton inspelen op de technologie van de toekomst. Glijbekistingsmachines, klimbekisting, 3D printing … Voor fietspaden bestaat tegenwoordig gekleurd beton. Er is het doorgaand gewapend beton met twee lagen dat gebruikt werd voor de randweg rond Couvin … Dat is innovatief! Je hoort geen lawaai meer. We moeten durven inzetten op cement en beton, ze hebben hun deugdelijkheid bewezen!”

INFO: www.febelcem.be. februari 2019 • Bouwbedrijf 39


WTCB

Welke eisen gelden er tegenwoordig voor natuurleien? Natuurleien worden vandaag de dag zeer vaak toegepast als dakbedekking en ter bescherming van gebouwen. Het uitzicht ervan kan verschillen van dak tot dak, van land tot land en van regio tot regio en dit, naargelang van de gebruikte materialen of de uitvoeringswijze. Het is echter steeds van groot belang dat de leien van onberispelijke kwaliteit zijn. Het WTCB heeft onlangs een dossier gepubliceerd waarin een overzicht gegeven wordt van de voornaamste eigenschappen die tegenwoordig van een natuurlei geëist worden opdat de kwaliteit ervan gewaarborgd zou zijn. In het voorliggende artikel gaan we nader in op deze eigenschappen en op de referentiedocumenten terzake.

N

atuurleien beschikken vaak over een technische goedkeuring (ATG) met certificatie, die hun kwaliteit verzekert. Om deze waarborg nog te verbeteren, werd de regelgeving met betrekking tot de toekenning van de ATG-certificering recentelijk herzien. Zo moet de ATG voortaan niet alleen rekening houden met de Europese norm NBN EN 12326-1, maar ook in overeenstemming zijn met de eengemaakte technische specificaties STS 34:03.6 met betrekking tot leien, die momenteel in herziening zijn. Dit zorgt ervoor dat de huidige ATG – mede door de nieuwe criteria die in aanmerking genomen worden – nog betrouwbaarder is. Tot slot werd er een hulpfiche ontworpen om de aannemers die belast zijn met de restauratie van natuurleien daken bij te staan bij de opstelling van hun bestekken. Hierna nemen we de diverse garanties even onder de loep.

De Europese normen

De aannemer moet gebruik maken van natuurleien waarvan de kwaliteit beantwoordt aan de eisen uit de Europese norm NBN EN 12326-1 en dit, zonder afbreuk te doen aan de prestatie-eisen die opgelegd worden door de ontwerper. 40 Bouwbedrijf • februari 2019

De kwaliteitscriteria die geformuleerd zijn in de norm betreffen: • de nominale dikte (en) en de varia­ tie van de individuele dikte ten opzichte hiervan (uitgedrukt in %) • de individuele dikte (ei), die nooit kleiner mag zijn dan 2 millimeter. In bepaalde gevallen moet deze zelfs groter zijn, rekening houdend met de buigsterkte van de lei en de breukmodulus • de waterabsorptie, die uitgedrukt wordt door de code W1 of W2 (d.i. het equivalent van de klassen A1 en A2 uit de STS, zie verder): − W1: minder dan 0,6 % geabsorbeerd water of meer dan 0,6 % geabsorbeerd water, maar in overeenstemming met de vorstproef − W2: meer dan 0,6 % geabsorbeerd water • de karakteristieke breukmodulus in de lengterichting (Rfl) en in de dwarsrichting (Rft). Deze eigenschap maakt het mogelijk om de minimale dikte van de lei te definiëren • de weerstand tegen thermische cycli, uitgedrukt door de codes T1, T2 en T3. De code T1 duidt aan dat het uitzicht na de cycli niet wijzigt, dat de kleurverschillen geen invloed hebben op de structuur, dat de verkleuring enkel aan het oppervlak

optreedt en dat er geen verbleking zichtbaar is. De code T2 drukt uit dat er oxidatie optreedt of dat de metaalhoudende insluitingen aanleiding geven tot blekere vlekken, maar dat de structuur niet wijzigt. Op een lei T3 mag het uitzicht op structurele manier gewijzigd zijn na de thermische cycli • de blootstelling aan zwaveldioxide, uitgedrukt door de codes S1, S2 en S3. De code S1 duidt aan dat er geen uitzichtswijziging, noch een verweking optreedt. De code S2 komt overeen met een verweking waarbij het verplicht is om de dikte van de lei met 5 % te vermeerderen, de code S3 met een verweking waarbij het verplicht is om de dikte van de lei op te drijven tot 8 mm.

De technische goedkeuring (ATG)

De technische goedkeuring is niet verplicht, maar biedt wel een bijkomende kwaliteitsgarantie, voor zover men zich ook schikt naar de Europese normen en de eengemaakte technische specificaties. Ze kan attesteren dat de natuurleien geschikt zijn voor toepassing in daken en gevels, op voorwaarde dat er voldaan wordt aan het toepassingsreglement TRA BA 281 en aan de technische referentiedocu-


Kilgoot van natuurleien (© foto: Nicolas Oldenhove).

menten zoals de hierna beschreven STS 34:03.6 ‘Natuurleien’. De technische goedkeuringen worden voortaan jaarlijks geüpdatet en niet langer om de vijf jaar zoals vroeger. Deze continue beoordeling vereenvoudigt het administratieve werk voor de fabrikanten. Dankzij een unieke QR-code die op het product aangebracht wordt, kan de gebruiker snel en eenvoudig beschikken over de meest recente versie van de tekst. De dimensionale toleranties met betrekking tot de vlakheid en de nominale dikte van de leien maken deel uit van de gecontroleerde eigenschappen. Natuurleien kunnen soms metaalhoudende mineralen bevatten die na verloop van tijd kunnen oxideren. Ze

kunnen ook verbrokkelende aders of carbonaatvlekken vertonen. Soms kunnen er in een zelfde partij ook kleurverschillen vastgesteld worden. Deze eigenschappen worden door de STS – die ook de dimensionale toleranties vermelden – beschouwd als niet-toelaatbare gebreken.

De STS worden momenteel grondig herzien om in overeenstemming te zijn met de geharmoniseerde norm. Dit heeft tot doel om de op de werf vastgestelde problemen te verminderen en het betrouwbaarheidsniveau (afwezigheid van niet-toelaatbare gebreken en dimensionale toleranties) te verhogen.

De technische specificaties (STS)

De hulpfiches voor de opstelling van de bestekken

De leien moeten beantwoorden aan de eisen uit de STS 34:03.6 ‘Natuurleien’. Hierin wordt gesteld dat het uitzicht bestand moet zijn tegen thermische schokken (klasse T1) en tegen een SO2-proef met een sterk zuur (klasse S1). Ze stellen ook dat de waterabsorptie zwak moet zijn (code A1 = W1) en het carbonaatgehalte lager dan 5 %.

Deze hulpfiches, die enkel in het Frans beschikbaar zijn, werden ontwikkeld door de Service public de ­Wallonie DGO4 (SPW DGO4). De fiche nr. 01.0812.02.01, met betrekking tot natuurleien, bespreekt de eisen die gelden voor restauratiewerken. Hoewel deze eisen rekening houden met die uit de ATG, kunnen ze op het vlak van de dimensionale toleranties en het afkeurpercentage echter strenger zijn. Ze beogen immers ook een mogelijk gebruik in het kader van een restauratie van erfgoedgebouwen.

REFERENTIES:

Voorbeeld van een conforme CE-markering.

Vrije samenvatting van een tekst uit de WTCBDossiers 2018/4.15. Enkel het originele artikel van de hand van dr. wet. D. Nicaise, hoofd van het laboratorium ‘Mineralogie en Microstructuur’van het WTCB, mag als referentie gebruikt worden.

februari 2019 • Bouwbedrijf 41

›››


De selectieve ontmanteling van een dak laat toe om meer onderdelen te recycleren (© foto: Derbigum).

WTCB

Het platte dak: een materialenvoorraad voor morgen ... Het besef groeit dat onze grondstoffen niet oneindig vooradig zijn. Daar staat tegenover dat onze dakbedekkingsmaterialen redelijk eenvoudig gerecupereerd kunnen worden... Laat ons dus de stap zetten naar een ‘circulaire’ economie, waarin de materialen van vandaag de grondstoffen voor morgen worden! Het recycleren van materialen die vroeger nogal gemakkelijk als ‘afval’ bestempeld werden, is een van de manieren om dit doel te bereiken. Het Technisch Comité ‘Dichtingswerken’ van het WTCB heeft zich recentelijk over deze kwestie gebogen.

I

n België is de bouwsector verantwoordelijk voor goed een derde van het geproduceerde afval. De recyclage hiervan verloopt redelijk vlot en ook de dichtingswerkers hebben zich bij deze beweging aangesloten. Dit neemt niet weg dat er voor dakafdichtingsmate­ rialen een aantal specifieke uitdagingen zijn: • inschatting van de technische kwaliteit van het oude materiaal: bevat het teer? is het voldoende zuiver? • normatief kader: wat zijn de mogelijkheden om het recyclaat in nieuwe producten te gebruiken? • kostprijs van de recyclage: deze moet afgewogen worden tegen die van de primaire materialen • recyclagetechnieken: recycleren is gemakkelijker indien men selectief ontmantelt.

Denken aan ontmanteling ... vanaf de montage!

De mogelijkheid om de materialen later te hergebruiken zou reeds in aanmerking genomen moeten worden op het ogenblik dat het bouwproject opge42 Bouwbedrijf • februari 2019

start wordt. Men zou met andere woorden steeds de voorkeur moeten geven aan een montage die een gemakkelijke ontmanteling op het einde van de levensduur toelaat: de Engelsen noemen dit ‘design for disassembly’. Vandaag de dag wordt de dakafdichting gewoonlijk op de ondergrond (isolatie of draagstructuur) verkleefd. Wanneer de afdichting het einde van haar levensduur bereikt heeft, stellen we vast dat het lostrekken ervan bemoeilijkt wordt door de lijm en dat de onderzijde ervan onvermijdelijk vervuild is met lijm- en isolatieresten. Er bestaan echter ook verschillende technieken om de dakafdichting ‘droog’ te verbinden of om ze ‘demonteerbaar’ te realiseren. Het afdichtingssysteem kan bijvoorbeeld los gelegd worden en ter plaatse gehouden worden door een ballast. Een latere ontmanteling kan evenzeer vereenvoudigd worden door de afdichting mechanisch te bevestigen op het dakcomplex. Dit gebeurt reeds courant in het dakvlak, maar nog niet voor de dakopstanden. Ook hier zou deze techniek echter voordelig kunnen zijn.

Een geballaste dakafdichting kan gemakkelijk gedemonteerd worden (© foto: WTCB).

Er zijn nog talloze andere nieuwe oplossingen beschikbaar: omkeerbare verklevingen en bevestigingen via kabels, haken of klittenbandverbindingen. Hoewel deze technieken vooralsnog weinig gebruikt worden, is er een mooie toekomst voor weggelegd.

Bouwen vandaag, met morgen in het achterhoofd

De geplaatste afdichting zal niet voor eeuwig op het dak blijven liggen. Men moet dus anticiperen op de taak van de toekomstige ontmantelaars en recycleerders. Opdat de afdichting als grondstof voor een nieuw product


‘DE CLASSIFICATIE­ SYSTEMEN EN BIM’, EEN NIEUWE WTCBMONOGRAFIE  Alsmaar meer bouwbedrijven maken gebruik van BIM. In deze context zijn de classificatiesystemen uitgegroeid tot een belangrijke uitdaging, temeer omdat de hoeveelheid te beheren informatie in een project voortdurend toeneemt. Om deze gegevens te kunnen gebruiken en uitwisselen, zoals het geval is bij BIM, moeten ze door iedereen op dezelfde manier gestructureerd worden. Idealiter zouden alle betrokkenen gedurende het volledige project hetzelfde classificatiesysteem moeten gebruiken. Zodoende kan iedereen het digitale model in de loop van het proces op volledig transparante manier lezen. Met deze uitdagingen in het achterhoofd hebben de werkgroepen van het Technisch Comité BIM & ICT en Cluster BIM een onderzoeks- en analyseproject op poten gezet dat tot doel heeft na te gaan welke bestaande classificatiesystemen het best geschikt zijn om gebruikt te worden in het BIM-verhaal. De resultaten van deze werkzaamheden werden gebundeld in een monografie van zo’n 400 pagina’s die vrij kan gedownload worden op www.wtcb.be, via de rubriek ‘Publicaties’ / ‘Monografieën’.

(© foto: V. Vicour)

gebruikt zou kunnen worden, moet de historiek ervan gekend zijn: welke materialen werden aangewend? welke eigenschappen hadden ze? hoe oud zijn ze? hoe werden ze onderhouden? Al deze nuttige informatie zou beschikbaar moeten blijven gedurende de volledige levenscyclus en dit, dankzij de moderne informatiebeheertechnieken, zoals BIM en het digitale model. Ook nieuwe bedrijfsmodellen kunnen een oplossing bieden om beter te recycleren. Zo zou de fabrikant of de aannemer eigenaar kunnen blijven van het product. Bij deze benadering ver-

kopen de fabrikanten en aannemers geen afdichting meer aan hun klanten, maar bieden ze hen veeleer een functie of een prestatie aan (het behoud van de waterdichtheid). Dit vormt een stimulans voor het leveren van kwaliteitsvol werk, rekening houdend met het feit dat de dakafdichting uiteindelijk gerecycleerd zal moeten worden. Naarmate het dak beter presteert en beter onderhouden wordt (bv. in het kader van een onderhoudscontract), zal het minder vaak vervangen of hersteld moeten worden. Er kunnen ook van bij het begin afspraken gemaakt worden over de restwaarde van het

materiaal (bv. terugname aan 10 % van de originele kostprijs). De dichtingswerkers beschikken vandaag dus over verschillende middelen om hun platte daken volgens de principes van de circulaire economie te ontwerpen en uit te voeren als demonteerbare systemen. Het feit dat dit voorlopig nog niet verplicht is, moet hen er niet van weerhouden om deze stap zo snel mogelijk te zetten!  Vrije samenvatting van een artikel verschenen in WTCB-Contact 2018/4 van de hand van de ingenieurs J. Vrijders, hoofd van het laboratorium ‘Duurzame ontwikkeling’, en E. Mahieu, hoofd van de afdeling ‘Interface en consultancy’van het WTCB.

februari 2019 • Bouwbedrijf 43


STADSWONING IN SLECHTE STAAT GERENOVEERD

Uitvoering en kosten niet als zorgen voor later beschouwen In Gent is een piepklein rijhuis gerenoveerd door ons lid Aannemingen Schaubroeck nv uit Tielt. De karakteristieke gevel is prachtig gerestaureerd. Maar dat is niet het bijzondere van dit project. Wel dat bestuurder Carine Schaubroeck al intens betrokken werd nog vóór de aankoop van het pand.

D

oorgaans gaat het zo: wanneer het dossier van de architect af is, mag de aannemer een offerte opmaken. Maar als er tijdens de uitvoering technische problemen opduiken, als de opdrachtgever een wijziging wil of ontdekt dat de kassa leeg is, zit de aannemer maar al te vaak met de gebakken peren. Bij deze opdracht liep het anders. Carine Schaubroeck: “Al vóór ze de koop sloot, vroeg Lies, de opdrachtgever, me om het huis te bezoeken. Ik heb er onderzocht wat technisch mogelijk was, want het was in erg slechte staat. Ik heb haar dan architect Delobelle uit Gent gesuggereerd. We hebben samen een verkennend gesprek gehad. Het klikte! Misschien ook omdat zij hun technieken kenden, en ik zelf architect van opleiding ben.”

Vooruitziend ontwerpen

Architect Delobelle maakte dan het ontwerp. Tot de bouwvergunning toegekend werd, hield Carine Schaubroeck zich in dat voortraject wat aan de zijlijn, op enkele tips na. Maar toch werd al snel duidelijk dat de vroege betrokkenheid een troef was. Carine Schaubroeck: “Uiteindelijk is een aannemer er om de behoeften van de opdrachtgever voor het uiteindelijke resultaat in te vullen. Onze eerste vraag aan Lies was dus: ‘Hoe wil jij leven?’. Deze aanpak had het voordeel dat ze vooraf al een aantal beslissingen kon nemen. Daardoor konden uitvoering en ontwerp verenigd worden. Lies wist welke ingrepen niet alleen technisch mogelijk maar ook betaalbaar waren. Vooral dat laatste aspect wordt in een traditioneel bouwproces te veel naar later verschoven.” Een typisch voorbeeld was de kelder. Lies wilde die liefst bruikbaar houden, maar ze wist dat de aansluiting op de riolering dan een dure oplossing zou vergen. Dat plan werd dus al vroeg geschrapt. 44 Bouwbedrijf • februari 2019

Niets doet nog vermoeden dat achter deze mooie gevel een woning in erg slechte toestand schuilde.


RENOVEREN OF AFBREKEN?   Carine Schaubroeck: “Het zou zonde geweest zijn om de mooie gevel van dit huis af te breken. Maar is renoveren met respect voor het origineel altijd de moeite? Ik denk het niet. Soms is volledige afbraak een betere optie, zeker wanneer de opdrachtgever moderne energieprestaties wil halen. Dat is al complex bij nieuwbouw, bij renovaties is het nog complexer.”

    Bij gebrek aan oppervlakte heeft het ontwerp de ruimte in de hoogte gezocht.     Een blik op de oude binnenplaats, die dankzij een glazen dak nu dienstdoet als wintertuin.

De samenwerking met Architect Delobelle verliep erg goed. Maar deze manier van werken kan op weerstand stuiten. Een architect houdt nu eenmaal van zijn ontwerpvrijheid. En van een aannemer vergt deze benadering ook iets: hij moet inzicht hebben in het ontwerpproces en het voortraject van een bouwdossier. De klant moet centraal staan, niet de bouwtechnieken waaraan de aannemer toevallig de voorkeur geeft.

Alleman BIM?

Iedereen wint

Niet alleen de klant wint bij een benadering die de aannemer van in het begin integreert. Hetzelfde geldt voor de aannemer zelf, en eigenlijk ook voor de architect. Het was voor Carine Schaubroeck erg stimulerend om mee te denken. De architect kreeg van bij het begin input op het vlak van de technische mogelijkheden, inclusief de gevolgen voor de prijs. Carine Schaubroeck: “Aannemers en architecten als evenwaardige partners in het bouwproces: daarop zou meer nadruk gelegd mogen worden. Noden van de klant detecteren, input geven, mee beslissen over aspecten die te maken hebben met uitvoering en kostprijs. Benadrukken dat een ingreep niet realistisch is binnen het budget, varianten suggereren, eventueel een fasering van de werken aanbevelen. Uiteindelijk winnen alle partijen daarbij.”

Gezien het voorgaande zou je denken dat Carine Schaubroeck de onstuitbare opkomst van BIM met blijdschap begroet. Building Information Modelling integreert ontwerp en uitvoering in hogere mate dan een klassiek bouwproces. Maar de praktijk blijkt wat genuanceerder te zijn: voorlopig is BIM geen garantie dat plannen uitvoerbaar zijn aan de gewenste kostprijs. Carine Schaubroeck: “BIM als concept en tool heeft heel zeker zijn verdienste. Maar in de praktijk is een BIM soms nog teveel een virtueel traject, zonder voeling met de uiteindelijke materie en realisatie. Een BIM zou beter gecoördineerd worden door iemand met noties van het hele bouwgebeuren. Er bestaat een tendens naar specialisatie in onze sector waardoor deze coördinerende overkoepelende view – in het perspectief van een optimale samenwerking tussen verschillende partijen - soms ontbreekt.” BIM kan de beloften dus nog niet waar maken. Maar uiteindelijk is ook dit een reden om aannemers zeer vroeg bij het bouwproces te betrekken. Carine Schaubroeck: “In mijn ervaring zijn wijzigingen en correcties achteraf nog moeilijker in een BIM dan in een klassiek verhaal. Er is bovendien een bijkomend risico voor aannemers. Een BIM-dossier controleren kan zeer complex zijn, wat het moeilijker kan maken om een offerte op te stellen. En dat leidt altijd tot discussies achteraf. Als de aannemer de consequenties achteraf moet dragen, moet hij kunnen meespreken in het voortraject.”

INFO: www.schaubroeck-nv.be februari 2019 • Bouwbedrijf 45


LEDENKORTINGEN FEBRUARI

ALLE INFO EN TICKETS:

15%

KORTING

15%

08/03/2019 - 20:00

THE MAGIC OF MOTOWN 15%

KORTING 05/08 - 10/08/2019

FAME THE MUSICAL

KORTING

15%

KORTING

20/01/2019 - 20:00

ROCK LEGENDS 24/02/2019 - 15:00

OPERETTE GALA

HOE BESTELLEN? 1. Surf naar de website: kursaaloostende.be/promo

15%

KORTING 07-08-09/04/2019 - 5 shows!

DE EFTELING AAN ZEE

46 Bouwbedrijf • februari 2019

2. Gebruik de promo code: BOUW 3. Kies de gewenste show of concert 4. U kan boeken aan 15% korting!


Opdracht tot het uitvoeren van Bijwerken De bouwheer geeft u de opdracht om een bijkomend werk uit te voeren op de bouwplaats. Omdat hiervoor vaak een schriftelijke opdracht is vereist geeft de Confederatie een handig reçuboekje uit in NCR papier (doorslagpapier) dat u onmiddellijk kunt invullen met de melding van de verlenging van de uitvoeringstermijn, prijsaanpassing …

Eenmaal ingevuld kunt u direct ter plaatse een kopie bezorgen aan de architect en bouwheer. Dit handig heruitgegeven boekje kost slechts 8 €/stuk (voor de leden van de confederatie Bouw) en 15 €/stuk voor de niet-leden. PROMOTIE (enkel voor de leden): 5 exemplaren = 35 € (prijzen BTW exclusief)

Speciale verkoopprijs enkel voor de maand februari Ledenprijs voor deze publicatie: € 8, (exclusief BTW) Niet-ledenprijs voor deze publicatie: € 15, (exclusief BTW) Deze uitgave kan besteld worden via de website www.confederatiebouw.be, e-shop, publicaties, vakpublicaties, juridisch. Er kan ook gemaild worden naar bestellingen@confederatiebouw.be

februari 2019 • Bouwbedrijf 47


Veel in uw hoofd? Wij ook!

ups.be www.gro

Meer dan een sociaal secretariaat


BOUWMARKT

Deceuninck ontvangt VinylPlus® Productkeurmerk

Tijdens een ceremonie eind 2018 bij VinylPlus ontving Deceuninck het VinylPlus® Productlabel voor het Zendow-assortiment. Het keurmerk werd toegekend na een diepgaande audit uitgevoerd door BRE, een Brits onafhankelijk onderzoeksinstituut. Dit label erkent Deceuninck voor zijn vele initiatieven en jarenlange inzet op het vlak van maatschappelijk

verantwoord ondernemen binnen alle aspecten van de onderneming. Bij de toekenning van het label werd gekeken naar de volgende duurzaamheidscriteria: verantwoord aankoopbeleid, gecontroleerd circulair beheer, organochlorine-emissies, duurzaam gebruik van additieven en energie- en klimaatstabiliteit. "Dit label past perfect bij onze missie ‘bouwen aan een duurzame (t)huis’, waarvan ecologie één van de drijvende krachten is. Onze klanten hebben de garantie dat de producten die zij kopen echt duurzaam zijn. Ten slotte bevestigt het ook pvc als een duurzaam en toekomstgericht materiaal voor de bouwsector" aldus Francis Van Eeckhout, de CEO van Deceuninck.

www.deceuninck.be

Renson lanceert de Fixscreen Solar, dé renovatie-screen Tijdens de afgelopen zomer werd bewezen dat de opwarming van de aarde aan de gang is. Grote ramen hebben als voordeel dat er flink wat daglicht binnenshuis is. Maar de keerzijde van de medaille is dat de zonnestralen leiden tot oververhitte huizen. Om dit probleem te voorkomen, lanceerde Renson onlangs de Fixscreen Solar, een windvaste screen om voor het raam te plaatsen. Dit type doekzonwering werkt – dankzij een zonnecel op de voorkant van de kast – op zonne-energie, zonder elektrische

SieviSCANNER voor de juiste schoen en de perfecte schoenmaat

bedrading. Die doekzonwering kan eenvoudig en zonder breekwerken op elk raam gemonteerd worden, tot maximaal 10,8 m². Deze zonwering is de perfecte oplossing voor renovatie of installatie op bestaande woningen om de warmte in de toekomst voor te zijn. Met deze zonwering blijven de binnentemperaturen in de zomer aangenaam en in de winter is het lekker warm dankzij de binnenvallende zon.

Arbeiders staan dag in dag uit in hun werkschoenen op de bouwplaats. Dan mag de schoen ook passen, al was het maar omdat comfort de vermoeidheid vermindert en de veiligheid verhoogt. De SieviSCANNER voert een meting uit en beveelt een passende schoen en inlegzool aan. Hij houdt daarbij rekening met de grootte en breedte van de voet en de vorm van de voetboog. De gemeten persoon kan aangeven wat het gebruiksdoel van het schoeisel is en op die manier een selecte maken uit het assortiment van Sievi. Het systeem zoekt dan in de collectie van de verkoper een geschikte schoen voor de klant. Zo is het kiezen van een individuele schoen gemakkelijk en probleemloos.

www.sievi.com www.renson.be februari 2018 • Bouwbedrijf 49


MARKANT

CONFEDERATIE BOUW TELT MEER DAN 15 300 LEDEN

Een mooiere start van 2019 hadden we ons niet kunnen voorstellen. Maar liefst 15 387 aannemers uit de bouwsector waren aan het einde van 2018 aangesloten bij de Confederatie Bouw. Dat zijn er ongeveer 1000 meer dan aan het

einde van 2017, een groei van 7 % in één jaar. De leden van de beroepsorganisatie bestaan zowel uit grote bedrijven als uit kmo’s en zelfstandigen. Het bewijst dat u als professional

overtuigd bent van onze meer­ waarde. En het verhoogt onze geloofwaardigheid bij onze gesprekspartners wanneer we uw belangen verdedigen. Nogmaals bedankt voor uw vertrouwen. Vandaag en in de toekomst.

In de eerste drie kwartalen van 2018 werden 205 188 woonleningen aangevraagd. Dat blijkt uit cijfers van de Beroepsvereniging van het Krediet (BVK). 8 % van de hypothecaire kredieten had een variabele rentevoet met een vaste periode van 10 jaar. Bij 22 % was de vaste periode 5 jaar of minder. De overige 70 % had een vaste rentevoet. In 2017 was dat nog 78 %.

205 188 50 Bouwbedrijf • februari 2019

Ongeveer de helft van de hypothecaire kredieten is bestemd voor de aankoop van een woning, ongeveer een op de vijf voor een verbouwing. Op de derde plaats staat een nieuwbouw (12,3 %). Minder populair zijn leningen voor de combinatie aankoopverbouwing (3,4 %) of voor een ander onroerend doel (6,5 %). De resterende 9,4 % waren aanvragen voor de herfinanciering van een lening.


Zondag 19 mei 2019

een initiatief van

SCHRIJF IN Bedrijven én w erven vóór

22 maart 201 9 o p e nw e r ve n d a g. b e


Heating systems with a future

Logamax Plus GB192iT Logamax Plus GBH192iT

Een optimaal woonklimaat in elke betekenis van het woord. Luxe-appartementencomplex La Rive / La Réserve II in Knokke. De La Rive luxe-appartementen in Knokke vroegen om een verwarmingsoplossing die aan heel wat criteria moet beantwoorden. De bergingen zijn klein en dus moest er uitgekeken worden naar een kant-en-klare oplossing in een compacte, allesomvattende opstelling. Bovendien moest die er ook nog eens mooi en modern uitzien. Daarnaast was er door de vele badkamers en de ruimbemeten sanitaire toestellen een maximaal sanitair warmwatervermogen nodig.

Het resultaat Systeem op maat voor de klant Condensatie gaswandketels met hoog rendement en laag energieverbruik Verwarmingsondersteuning op maat via Logasol SKN 4.0 zonnecollectoren Extra warmwaterboost dankzij stratificatieboiler Blijvende technische ondersteuning door Buderus Service

www.buderus.be

Voordelen in één oogopslag Compacte uitvoering in een uniek design Ingebouwde pompgroepen Efficiënt door groot modulatiebereik en modulerende cv-pomp Compatibele aansluitingen voor snelle montage Makkelijk onderhoud: alle componenten zijn via de voorzijde bereikbaar


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.