maandblad van en voor de aannemer • uitgave van de Confederatie Bouw • Lombardstraat 34 - 42 • 1000 Brussel
Bouwbedrijf
MAART 2018 AFGIFTEKANTOOR GENT X – €6
CONJUNCTUUR
Goede vooruitzichten
WINSTPREMIE
Doen of niet? VBOC
Bouw overlegt met regering
DOSSIER
Nieuwe beroepen
DE COLLEGA’S VAN MORGEN
WWW.DECEUNINCK.BE
/confederatie.bouw @Confedbouw
www .confederatiebouw.be
Confederatie Bouw - Confédération Construction
Echte specialisten gebruiken biodegradeerbare ontkistingsolie.
Draag zorg voor het milieu, gebruik biologisch afbreekbare ontkistingsolie “Biologisch afbreekbare smeermiddelen� zijn producten die door hun samenstelling makkelijker door microorganismen in het milieu worden afgebroken. U kunt ze best gebruiken in toepassingen van verloren smering en in toepassingen met een verhoogd risico voor het milieu. Ontkistingsolie kan bij gebruik in het milieu terechtkomen en zo schade veroorzaken aan fauna en flora. Met biologisch afbreekbare ontkistingsolie kunt u de schade beperken en draagt u extra zorg voor het milieu.
Een boodschap van www.valorlub.be
Valorlub is een initiatief van het bedrijfsleven met de steun van de drie regionale overheden.
EDITO
Lastenverlaging in de bouw: de trein is vertrokken!
T
ussen het vierde trimester van 2016 en het derde van 2017 ging de werkgelegenheid voor arbeiders in de bouw licht vooruit. Dat is excellent nieuws, na de duizelingwekkende val die vier jaar duurde. Tussen 2012 en 2016 gingen bijna 20 000 banen verloren in onze ondernemingen.
Een eerste resultaat van onze inspanningen. Maar het zal onze waakzaamheid niet doen verslappen.
De verbetering is vanzelfsprekend gelinkt aan de sterke toename van de activiteit in onze sector. Deze absorbeerde niet alleen een stijgend aantal gedetacheerde buitenlandse arbeidskrachten – hun aanwezigheid in België kwam overeen met 50 000 voltijdse banen in 2016 – maar ze stond de Belgische bouwbedrijven tegelijk toe om weer lokale mensen aan te werven, iets minder dan duizend in de geciteerde periode. Maar het herstel van de werkgelegenheid in Belgische loondienst blijft zeer fragiel. Als het aantal gedetacheerden stabiel blijft of groeit in de komende jaren zal een vertraging van de activiteit weer arbeidersbanen doen verdwijnen in de bouw. Tenminste – als het beleid ongewijzigd zou blijven. Maar precies dat beleid is veranderd. Zoals u weet heeft uw beroeporganisatie in de voorbije twee jaar luidop en energiek gevraagd om de sociale lasten in onze sector te verminderen. Gedeeltelijk en met een stapsgewijze aanpak is de regering nu aan onze wensen tegemoetgekomen. In het zomerakkoord van 2017 staat dat dit jaar € 100 miljoen wordt uitgetrokken voor een lastenverlaging in de bouw. In 2019 stijgt dit budget naar € 200 miljoen en vanaf 2020 bedraagt het € 600 miljoen per jaar. Deze regeringsbeslissing is omgezet in een stelsel van specifieke verlagingen, dat is opgenomen in een herstelwet. Deze wordt momenteel besproken in het parlement, en verwacht wordt dat aannemers de vruchten kunnen plukken vanaf het eerste trimester van dit jaar. In het stelsel hoeft een werkgever een deel niet door te storten van de bedrijfsvoorheffing op het loon van werknemers die op een bouwplaats aan de slag zijn. Het gaat om 3 % in 2018, 6 % in 2019 en 18 % vanaf 2020. Globaal bekeken zullen de loonkosten van een bouwarbeider daardoor vanaf 2020 gemiddeld met € 3 per uur verminderd zijn. De deloyale concurrentie uit het buitenland veroorzaakt ernstige problemen voor de competitiviteit van onze bouwbedrijven. Voor de Confederatie is deze lastenverlaging het eerste resultaat van een lange, volgehouden actie om de politieke wereld daarvan bewust te maken. Maar we zullen waakzaam blijven. We zullen ons verzetten tegen iedere poging om dit specifieke stelsel terug te schroeven. We zullen alles doen om te verzekeren dat de volgende regering de engagementen van de huidige legislatuur respecteert.
Robert de Mûelenaere Gedelegeerd bestuurder maart 2018 • Bouwbedrijf 3
INHOUD
19 De collega’s van morgen
Er verschijnen nieuwe beroepen op de werkvloer, en bestaande beroepen krijgen een nieuwe invulling. We onderzoeken waarom en presenteren enkele stimulerende voorbeelden.
10 Conjunctuur
Het ziet ernaar uit dat 2018 een goed jaar wordt voor de bouwsector. De signalen staan op groen, de factoren die de activiteit doen groeien zijn aanwezig, en de werkgelegenheid is gestegen.
4 Bouwbedrijf • maart 2018
31 Overleg met regering
Als u dit leest, heeft de VCB samengezeten met de Vlaamse regering. Welke pijnpunten heeft de bouw aangekaart? U vindt het in dit artikel.
48 Houten zorgcentrum
Houtbouw voor woningen, daar kijkt niemand meer van op. Maar voor dienstengebouwen, flats, zorgcentra? Met CrossLaminated Timber (CLT) kan het, dat bewijst dit project in Ramillies.
maandblad van en voor de aannemer • uitgave van de Confederatie Bouw • Lombardstraat 34 - 42 • 1000 Brussel
Bouwbedrijf
14 Winstpremie Hoe geeft u w erknemers een extraatje? 16 Sociale dumping Kleine Belgische overwinning.
MAART 2018 AFGIFTEKANTOOR GENT X – €6
CONJUNCTUUR
Goede vooruitzichten
WINSTPREMIE
Doen of niet? VBOC
Bouw overlegt met regering
DOSSIER
Nieuwe beroepen
DOSSIER
DE COLLEGA’S VAN MORGEN
WWW.DECEUNINCK.BE
/confederatie.bouw @Confedbouw
www .confederatiebouw.be
Confederatie Bouw - Confédération Construction
INLEIDING
3 Edito Onze lastenverlaging komt eraan. 6 Prikbord Scan uw innovatievermogen. 9 Regionaal standpunt Heffing op ruimtelijk rendement? Niet op deze manier!
BOUWBELANGEN
10 Conjunctuur Groei van de activiteit. 12 Vennootschapsbelasting Lager tarief, hoger loon bedrijfsleider.
CONTACTEN Bouwbedrijf is het maandblad van de vzw Confederatie Bouw, Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Verantwoordelijke uitgever: Filip Coveliers, Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Afgiftekantoor: Gent X Redactie: Peter Graller en Marc Guéret tel. 02 545 57 30 – fax 02 545 59 02 peter.graller@confederatiebouw.be Vormgeving: Nikka Cuypers nikka.cuypers@confederatiebouw.be Franstalige uitgave: Construction Druk: Graphius Reacties - vragen: communicatie@confederatiebouw.be
19 Inleiding Waarom u dit dossier moet lezen. 20 Waarom nieuwe beroepen? Drie grote trends. 22 De conditiemeter Een gecertificeerd onderhoudsspecialist. 24 De circulaire aankoper Kringloopeconomie van bij het begin. 26 De BIM-manager Zware verantwoordelijkheden. 28 De polyvalente arbeider Voor hem is er zeker toekomst. 29 ERP-beheerder Bedrijfsorganisatie omgooien.
SECTOR & BEROEPEN
36 BIM-protocol WTCB lanceert belangrijke tool. 37 Brusselse investeringen Pascal Smet licht toe. 38 WTCB Stappenplan voor een BIM-start – Valoriseren van uitgegraven grond
PROJECTEN & BEDRIJVEN
42 Razendsnelle BENOvatie En zonder verhuis! 44 Houtbouw Sterk staaltje met CLT. 46 Ledenvoordelen Uw lidmaatschap rendeert. 49 Bouwmarkt • coatings bij Deceuninck • raamverluchting bij Renson • bouwsystemen bij Wienerberger 50 Markant • Cijfer van de maand Veel faillissementen in de bouw. • Aannemer op het internet Wat kan Google hen leren?
31 VBOC De eisenbundel van de Vlaamse bouw. 34 Bestemmingswijzigingen Het decreet dat de gevolgen regelt.
Met de medewerking van: • de studiediensten van de Confederatie Bouw Btissam Gorfti Amrani, tel.02 545 56 33 - fax 02 545 59 09 btissam.gorftiamrani@confederatiebouw.be • Vlaamse Confederatie Bouw Johan Walewijns, tel. 02 545 57 49 - fax 02 545 59 07 johan.walewijns@confederatiebouw.be • Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad Morgane Cendoya, tel. 02 545 58 29 - fax 02 545 59 06 morgane.cendoya@confederatiebouw.be • Confédération Construction Wallonne Catherine Houtart tel. 02 545 56 68 - fax 02 545 59 05 catherine.houtart@confederatiebouw.be
Abonnementen: Claude Bernaerts, tel. 02 545 56 88 - fax 02 545 59 00 claude.bernaerts@confederatiebouw.be Reclame: Kristel Dekempeneer, tel. 02 545 56 99 - fax 02 545 59 08, kristel.dekempeneer@confederatiebouw.be of kde@confederatiebouw.be. Prijs jaarabonnement Leden van de Confederatie Bouw: begrepen in het lidgeld Niet-leden: € 137,80 (incl. BTW en portkosten) / buitenland: € 300 (incl. BTW en portkosten)
Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers De vzw Confederatie Bouw wil met deze publicatie gepaste, betrouwbare, volledige en exacte informatie brengen. Ze kan echter niet aansprakelijk worden gesteld indien ze hierin tekortschiet. Alle elementen van deze publicatie zijn beschermd door het auteursrecht van de vzw Confederatie Bouw. Overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk, is slechts toegelaten mits voorafgaande toestemming en uitdrukkelijke vermelding van de bron.
Vanaf nu wordt B ouwbedrijf gedrukt op papier geproduceerd met hout uit duurzaam beheerde bossen. Deduurzaamheid wordt gegarandeerd door de internationale organisatie Forest Stewardship Council (FSC), die niet alleen het bos controleert maar de hele handelsketen tot aan de drukker.
5 maart 2018 • Bouwbedrijf bouwbedrijf - februari 2016 5 www.confederatiebouw.be
PRIKBORD
Wat is uw innovatieprofiel? Doe mee aan de enquête Transformatie. Innovatie ... Waar staat uw bedrijf op dat gebied? Hoe kunt u innoveren? Waarmee begint u het beste? Waarop u zet het beste in? De BIG-scan helpt u op gang. De bouw, lang beschouwd als een eerder traditionele sector, gaat door een periode van innovatie en transformatie. De slogans van deze evolutie zijn slimmer samenwerken, faalkosten reduceren en nog meer kwaliteit. Maar bent u er klaar voor? Kunt in inspelen op de uitdagingen? Een interessant startpunt is de BIGscan van ikinnoveer.be. Na het beant-
woorden van de vragen weet u meer over uw innovatieprofiel. U krijgt een rapport op maat, een vergelijking met gelijkaardige ondernemingen en concrete tips om aan de slag te gaan. Met kleine stapjes kunt u een duurzaam effect creëren in uw bedrijf. Ikinnoveer is een Vlaams project waaraan Syntra en Flanders DC meewerken. Op de website vindt u onder meer een
kosteloze toolkit om aan innovatie te beginnen. Op 16 maart 2018 wordt een inspirerende ontmoeting georganiseerd tussen ondernemers en innovators, mét inspirerende cases, sprekers en workshops. Houd u agenda alvast vrij!
www.ikinnoveer.be. Tik bovenaan de zoektermen bouw innovatie groei in, en klik op het eerste zoekresultaat.
E ENERGIECONGRES BOUW EN ENERGIE: WINST VOOR DE KLANT
22 MAART 2018 LAMOT MECHELEN
UITNODIGING SCHRIJF U NU IN
45 years of engineering
6 Bouwbedrijf • maart 2018
OOK ZO VAN DE T
BOUW? SC
O P E N WH R I J F I N V I A E RV E N DAG . B E
Zondag 6 mei 2018 initiatief van
sponsors
partners
Porotherm Dryfix Plug & Spray
Sneller, beter en efficiënter bouwen Wienerberger introduceert met Porotherm Dryfix een baanbrekende techniek voor bouwen met PLS lijmstenen. Met de Porotherm Dryfix extra spuitbus kan het voortaan nog sneller, beter en efficiënter.
BEZOEK ONS OP BATIBOUW STAND 309, HAL 5
Drie maal tijdswinst Jelle Bekaert ziet nog voordelen: “In de overgang naar de winter kan het plots gaan vriezen en dan worden de werken stilgelegd. Nu kan er tot -5°C verder gewerkt worden. Met warme handschoenen natuurlijk.” “Bij de opstart moet geen lijm meer gemaakt worden. Geen rolbakken die steeds opnieuw gevuld moeten worden. Dat betekent een behoorlijke tijdswinst en ook werkcomfort. Moet er even gepauzeerd worden, even de spuitmond reinigen met Dryfix cleaner en je doet gewoon verder, zonder tijdverlies. Plug & Spray…” Aannemer Jelle Bekaert (Algemene Bouwwerken Jelle Bekaert)
En er is nog tijdswinst, zegt Jelle Bekaert: “Geen afwas meer op het einde van de dag en minder materiaal op te bergen. Afwassen doen we alleen nog thuis, na het avondeten.”
Geïnteresseerd om een gecertificeerde Porotherm Dryfix aannemer te worden? Voor meer info contacteer ons: T 056/24 96 27, opleidingen@wienerberger.com
www.porotherm.be
REGIONAAL STANDPUNT
Heffing op ruimtelijk rendement remt betaalbare woonprojecten af
D
e recente hervorming van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening versoepelt een aantal procedures. Daardoor kan het ruimtelijk rendement verhogen. Concreet wordt het eenvoudiger om ruimte intensiever te gebruiken, functies te verweven, constructies te hergebruiken en tijdelijk ruimtegebruik toe te staan. Tot zover het positieve nieuws.
De heffing zal leiden tot onnodig hoge risico’s voor potentiële investeerders en tot onzekerheid bij particuliere eigenaars.
Maar het ontwerp van instrumentendecreet heeft een flinke domper op de vreugde gezet. Het voert heffingen in van 25 tot 50 % op de vermoede meerwaarde wanneer de overheid een hogere dichtheid, meer bouwlagen en een verhoging van de bouwhoogte of van de bouwdiepte toestaat. Als de vermoede meerwaarde boven € 250 000 ligt, bedraagt de heffing altijd 50 %. Het is een Vlaamse heffing die de gemeenten moeten toepassen. Ze kunnen deze niet naast zich neerleggen. Deze heffing op het ruimtelijk rendement gaat bovendien veel verder dan een heffing op de meerwaarde ten gevolge van een bestemmingswijziging, bijvoorbeeld wanneer landbouwgrond in bouwgrond wordt omgezet. Bovendien zal de wijze waarop de heffing op het ruimtelijke rendement wordt ingevoerd ongetwijfeld leiden tot onnodig hoge risico’s voor potentiële investeerders en tot onzekerheid bij particuliere eigenaars. De Vlaamse Confederatie Bouw vreest dat deze extra heffing verdichtende stads- en dorpskernvernieuwingen fors zal afremmen. De heffing wordt berekend op een vermoede meerwaarde. Die moet dus worden geschat. Het is momenteel niet duidelijk wie die meerwaarde gaat schatten, en op welke basis en vanaf welke nulmeting dit gaat gebeuren. Vermits het om een vermoede meerwaarde gaat, kan de geschatte meerwaarde ver liggen van de meerwaarde die uiteindelijk gerealiseerd zal kunnen worden. Wat wanneer de verkoop van de gerealiseerde extra appartementen niet zo vlot verloopt als op voorhand werd verwacht, of wanneer de extra lagen niet realiseerbaar zijn om redenen zoals brandveiligheid? De heffing zal ook gelden als niet ten volle gebruik gemaakt wordt of gemaakt kan worden van de mogelijkheid om hoger en dichter te bouwen. Daardoor dreigen enkel de duurste projecten op de beste locaties nog tot ontwikkeling te komen en zal het aanbod aan betaalbare woningen afnemen.
Marc Dillen Directeur-generaal Vlaamse Confederatie Bouw maart 2018 • Bouwbedrijf 9
CONJUNCTUUR
A
ls we dit schrijven, veronderstelt de Nationale Bank dat onze economie vorig jaar met 1,7 % groeide. Nog steeds volgens de Nationale Bank zou België dit cijfer in 2018 opnieuw moeten halen. Het gaat dus goed met de economie in haar geheel. En ook in de bouw signaleert alles dat de conjunctuur gunstig is. Het vertrouwen van de aannemers ligt ruim boven het gemiddelde van de voorbije tien jaar. Hetzelfde geldt trouwens voor het vertrouwen van de economie in haar geheel. Voor de economie in haar geheel gaat dit vertrouwen gepaard met mooie groeicijfers. Voor de bouw mogen we dus hetzelfde verwachten. Dat vermoeden wordt gesterkt door de orderboekjes. Bouwbedrijven zijn nu zeker van 5,9 maanden activiteit. Dat is meer dan vorig jaar (5,6 maanden) en ook meer dan het jaar daarvoor (5,5 maanden).
Werkgelegenheid
De werkgelegenheid volgt de conjuncturele opleving. Tussen het einde van 2011 en het einde van 2015 gingen in onze sector bijna 20 000 banen in loondienst verloren. Maar 2016 was een keerpunt, en in 2017 nam de werkgelegenheid weer toe. Er kwamen 800 werknemers en 1 100 zelfstandigen bij tussen december 2016
De orderboekjes staan voller dan in de voorbije twee jaren.
10 Bouwbedrijf • maart 2018
3 %
groei voor onze sector De signalen staan op groen voor de bouw. We verwachten dit jaar een groei van 3 % van het werkvolume, dat is de output aan bouwwerken in de ruime zin van het woord. Vorig jaar nam het werkvolume toe met 2 %.
en september 2017. Gezien het hoge ondernemersvertrouwen en de volle orderboekjes moeten er ook in 2018 weer banen bijkomen. Een toename van de werkgelegenheid gaat normaal gezien gepaard met een toename van de productie. Een exact verband bestaat niet, maar we kunnen wel afgaan op de historische gemiddelden. Deze suggereren dat in 2017 de productie zeker met 2 % toenam. Een opmerking hierbij. Toen we dit schreven was de tewerkstelling in het vierde kwartaal van 2017 nog niet bekend. Het valt niet uit te sluiten dat in dat kwartaal ontslagen gevallen zijn in bouwbedrijven. Dat heeft te maken met de nieuwe en veel langere opzegtermijnen voor bouwvakkers die sinds 1 januari van kracht zijn. Deze kunnen aannemers aangezet hebben om mensen versneld te ontslaan in het laatste kwartaal van 2017, als er vraagtekens stonden bij hun geschiktheid in de onderneming.
Renovatie en nieuwbouw
De indicatoren die ons iets vertellen over de evolutie van de vraag, ondersteunen de conclusie dat de productie toenam. Er is sprake van een aanzienlijke toename van de werkgelegenheid in de economie in haar geheel. Het beschikbare inkomen stijgt dus. Deze stijging wordt nog versterkt voor de taxshift, en bovendien blijven de hypothecaire rentevoeten laag. Het klimaat voor bouwwerken voor particulieren is goed. De renovaties profiteren van een positieve dynamiek, die structureel is. Het woningenbestand wordt voortdurend groter. De kwaliteit ervan wordt verhoogd, onder meer door energiebesparende ingrepen. Bovendien hebben Wallonië en Brussel een nieuw systeem van registratierechten ingevoerd. Vlaanderen wil midden dit jaar hetzelfde doen. Daardoor worden de belasting lager voor starters en kunnen zij een renovatie gemakkelijker financieren. In de nieuwbouw genereren de hoge-
ROBERT DE MÛELENAERE
“
Nu het moment om te bouwen of te renoveren!
Vergunde nieuwe woningen in België 8 000
Brutocijfers (seizoensgezuiverd)
7 000
Trend gemiddelde op 3 maanden
6 000
hervorming van de ∙ De registratierechten geeft gezinnen financiële ademruimte;
5 000
rentevoeten zijn laag en zullen ∙ de slechts geleidelijk stijgen volgens
4 000
de Nationale Bank;
bovendien is de consument ∙ en goed beschermd. Vanaf 1 juli 2018
3 000
2 000 jan-16
”
In de aanloop naar Batibouw organiseerde de Confederatie traditiegetrouw een druk bijgewoonde persconferentie. Robert de Mûelenaere (gedelegeerd bestuurder) spoorde de consument aan niet te wachten met bouw- of renovatieplannen. Het moment is uitermate geschikt.
apr-16
jul-16
okt-16
jan-17
apr-17
jul-17
okt-17
jan-18
Bron: Confederatie Bouw op basis van de statistieken van de SPF Economie
re energieprestatie-eisen meer werk. We hebben al twee keer een anticipatieeffect gezien in Vlaanderen, mensen die een bouwvergunning aanvragen in een bepaald jaar om de strengere EPBeisen van het jaar daarop te vermijden. Een dergelijk anticipatie-piek leidt tot een stijging van de productie achteraf. Welnu, op 1 januari zijn de eisen in Vlaanderen weer strenger geworden, en de statistieken die we nu hebben zijn compatibel met een nieuw anticipatieeffect. Op basis van de lessen uit het verleden, mogen we veronderstellen dat het volume van de woningbouwwerken (renovatie en nieuwbouw samen) daardoor met 2 tot 3 % zal toenemen in 2018.
Niet-woningbouw
Het klimaat is ook gunstig voor nietresidentiële werken. De algemene economische groei zet aan tot investeren. De regering besliste € 400 miljoen uit te trekken voor de renovatie van justitiegebouwen dit jaar. Er is bovendien
een structurele dynamiek, net als bij de woongebouwen. Het bestand wordt uitgebreid en de kwaliteit wordt verbeterd, niet alleen de energieprestaties maar ook, na de aanslagen in Frankrijk en België, de beveiliging. Vergeleken met de totale bedrijfs investeringen was de vraag naar gebouwen zwak in 2016. Maar er is een opleving. Op grond van de eerste tien maanden van 2017 mogen we ervan uitgaan dat vorig jaar ongeveer 47 miljoen kubieke meter nieuwe nietwoongebouwen vergund werd. Dat is ongeveer een kwart meer dan in 2016. Alles bij elkaar genomen, lijkt het realistisch dat het werkvolume (nieuwbouw en renovatie samen) met meer dan 2 % zal toenemen in 2018.
Gemeenteraadsverkiezingen
Verschillende factoren spelen ten slotte in het voordeel van de burgerlijke bouwkunde. In oktober 2018 zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen. In de maanden en zelfs het jaar daarvoor zor-
zijn aannemers verplicht om hun tienjarige aansprakelijkheid te verzekeren voor risico’s verbonden aan de stabiliteit en soliditeit.
% gen bedrijven % van de totale omzet die normaal gezien voor meer over-
heidsopdrachten. Daarnaast zal er naar verwachting aanzienlijk harder gewerkt worden aan de Oosterweelverbinding en de sluis van Terneuzen, twee grote projecten die vorig jaar schuchter van start gegaan zijn. We schatten dat het werkvolume in de burgerlijke bouwkunde (renovatie en nieuwbouw gecombineerd) met ongeveer 10 % zal stijgen dit jaar. Dat is nog meer dan de 7 % van 2017.
Conclusie
Euroconstruct maakte aan het einde van 2017 zijn vooruitzichten voor dit jaar bekend. Verschillende statistieken die sindsdien gepubliceerd zijn, bevestigen de verwachte trends. De bouwvergunningen blijken zelfs gunstiger te zijn dan aangenomen. Euroconstruct voorspelde een groei van het werkvolume van meer dan 2 % in 2017. Onder meer door de bouwvergunningen zal de groei wellicht nog hoger liggen dit jaar: meer dan 3 %.
•
maart 2018 • Bouwbedrijf 11
HERVORMING VENNOOTSCHAPSBELASTING
Lager tarief, met hoger loon voor bedrijfsleider Net vóór het einde van 2017 heeft het parlement de hervorming van de vennootschapsbelasting goedgekeurd. In dit en de volgende nummers van Bouwbedrijf lichten we de diverse bepalingen toe. We beginnen met de tarieven en met het loon dat aan de bedrijfsleider toegekend moet worden.
D
aantal aftrekposten en fiscale gunstregimes.
e hervorming van de vennootschapsbelasting stond in het zomerakkoord dat de regering vorig jaar afsloot. Men wilde de tarieven substantieel verlagen en tegelijk de vennootschapsbelasting eenvoudiger en transparanter maken. Dat zou de fiscale druk op kmo’s en ondernemers moeten verlichten, en ons land aantrekkelijker maken voor buitenlandse investeerders. Maar cadeaus kon de regering niet uitdelen en de hervorming moest dus budgetneutraal zijn. Daarom werden heel wat compenserende maatregelen ingevoerd, als tegengewicht voor de lagere tarieven. Het gevolg? De vermindering en zelfs de afschaffing van een
Nieuwe tarieven
Gespreid over drie jaar daalt het normale tarief van 33 % naar 29 % in 2019 en naar 25 % in 2021 (het gaat hier om aanslagjaren, zie ook de kadertekst). Tegelijk daalt de aanvullende crisis bijdrage van 3 % naar 2 % in 2019, om in 2021 dan te verdwijnen. Voor kmo’s wordt het tarief nog verder verminderd. Op de eerste € 100 000 van hun fiscale resultaat betalen zij 20 %. Deze verlaging wordt volledig doorgevoerd vanaf aanslagjaar 2019. Op alles wat daarboven ligt betalen ze
het normale tarief. Het systeem met een opklimmend tarief voor kmo’s verdwijnt dus. Enkele voorbeelden vindt u in tabel 1. Een onderneming die € 100 000 winst maakte, betaalt € 30 553,5 belastingen in aanslagjaar 2018. In aj 2019 wordt dat € 20 400, een voordeel van meer dan € 10 000.
Meer bedrijven profiteren
De definitie van kmo werd in deze context uitgebreid. Een vennootschap komt in aanmerking voor het lagere kmo-tarief als ze aan minstens twee van de volgende drie criteria voldoet: ∙ niet meer dan 50 personeelsleden;
VANAF WANNEER?
De vennootschapsbelasting voor kmo’s in de aanslagjaren 2018 en 2019. De bedragen zijn in euro.
Alle jaartallen in deze tekst slaan op aanslagjaren (aj).
belastbaar inkomen
tarief aj. 2018
belasting aj. 2018
tarief aj. 2019
belasting aj. 2019
verschil
25 000
24,25 % + 3 % crisisbijdrage
6 244,38
20 % + 2 % crisisbijdrage
5 100
1 144,38
100 000
0 – 25 000: 24,25 % 25 000 – 90 000: 31,00 % 90 000 – 100 000: 34,5 % + 3 % crisisbijdrage
30 552,38
20 % + 2 % crisisbijdrage
20 400
10 152,38
322 500
0 – 25 000: 24,25 % 25 000 – 90 000: 31,00 % 90 000 – 322 500: 34,50 % + 3 % crisisbijdrage
109 617,75
0 - 100 000: 20 % 100 000 - 322 500: 29 % + 2 % crisisbijdrage
86 215,5
23 402,25
Het nieuwe tarief van 29 % is van toepassing vanaf aanslagjaar (aj) 2019. Ter herinnering: daaronder vallen de boekjaren die vanaf 31 december 2018 afgesloten worden. De bepalingen inzake de minimumbezoldiging zijn eveneens van toepassing vanaf aanslagjaar 2019.
12 Bouwbedrijf • maart 2018
TABEL 1
TABEL 2
De grootte van de bijzondere aanslag vanaf aanslagjaar 2021. Belastbare winst
€ 90 000
€ 40 000
€ 12 000
belastbaar inkomen
tarief aj. 2018
belasting aj. 2018
tarief aj. 2019
belasting aj. 2019
verschil
25 000
24,25 % + 3 % crisisbijdrage
6 244,38
20 % + 2 % crisisbijdrage
5 100
1 144,38
100 000
0 – 25 000: 24,25 % 25 000 – 90 000: 31,00 % 90 000 – 100 000: 34,5 % + 3 % crisisbijdrage
30 552,38
20 % + 2 % crisisbijdrage
20 400
10 152,38
322 500
0 – 25 000: 24,25 % 25 000 – 90 000: 31,00 % 90 000 – 322 500: 34,50 % + 3 % crisisbijdrage
109 617,75
0 - 100 000: 20 % 100 000 - 322 500: 29 % + 2 % crisisbijdrage
86 215,5
23 402,25
TABEL 2
De grootte van de bijzondere aanslag vanaf aanslagjaar 2021. Belastbare winst voor aftrek bezoldiging
€ 90 000
€ 40 000
€ 12 000
Toegekende bezoldiging
€0
€ 10 000
€ 10 000
Vereiste minimumbezoldiging
€ 45 000
€ 20 000
€ 6 000
Bedrag te weinig aan bezoldiging
€ 45 000
€ 10 000
€0
Bijzondere aanslag (10 %)
€ 4 500
€ 1 000
/
∙ ∙
een maximale omzet van € 9 000 000; een maximaal balanstotaal van € 4 500 000. Daardoor kunnen meer vennoot schappen profiteren van het kmo-tarief. Ook de zgn. “kleine vennootschappen” in vennootschapsrechtelijke zin komen nu in aanmerking, naast de kmo’s die voldoen aan de traditionele criteria.
Minimumloon bedrijfsleider
Naast de net opgesomde voorwaarden moet nog een voorwaarde vervuld zijn om het verlaagde kmo-tarief te
genieten: minstens één van de bedrijfsleiders moet een jaarlijkse bezoldiging van minstens € 45 000 gekregen hebben. Een gelijkaardige voorwaarde gold vóór de hervorming, maar toen was de jaarlijkse minimumbezoldiging € 36 000. Een startende kmo hoeft niet aan deze voorwaarde te voldoen in de eerste vier belastbare tijdperken vanaf de oprichting. Wanneer de belastbare winst van de vennootschap onder de € 45 000 ligt, dan moet de bezoldiging minstens gelijk zijn aan de helft van het belastbaar resultaat. Deze voorwaarde geldt als de bedrijfsleiders natuurlijke personen zijn. Een vennootschap die geen natuurlijke personen heeft als bedrijfsleider (of bestuurder), kent hen ook geen bezoldiging toe.
Bijzondere aanslag
Vennootschappen die aan geen enkele bedrijfsleider de minimum bezoldiging van € 45 000 toegekend hebben, moeten een bijzondere aan-
slag betalen. Dat geldt niet alleen voor de kmo’s maar voor alle vennootschappen. Als de belastbare winst onder de € 45 000 ligt, moet de bezoldiging minstens de helft van het belastbare resultaat zijn, anders volgt de bijzondere aanslag. Deze bedraagt 5,1 % voor de aanslagjaren 2019 en 2020. Vanaf aanslagjaar 2021 wordt hij opgetrokken tot 10 %. Hij wordt geheven op het verschil tussen de minimumbezoldiging en de hoogste bezoldiging die de vennootschap betaalde aan een bedrijfsleider. Tabel 2 geeft enkele verhelderende voorbeelden. Een startende kmo hoeft de bijzondere aanslag niet te betalen in de eerste vier belastbare tijdperken vanaf de oprichting. Er is een aparte regeling voor verbonden vennootschappen. Voorbeelden daarvan zijn vennootschappen die samen een consortium vormen en vennootschappen die andere vennootschappen controleren of erdoor gecontroleerd worden. De bijzondere aanslag wordt niet toegepast als ∙ minstens de helft van de bedrijfsleiding in deze verbonden vennootschappen uit dezelfde personen bestaat; ∙ én de vennootschappen samen in totaal minsten € 75 000 aan één van deze gemeenschappelijke bedrijfsleiders toekennen. De bijzondere aanslag is alleen van toepassing als de bedrijfsleiders natuurlijke personen zijn. Een vennootschap die geen natuurlijke personen heeft als bedrijfsleider (of bestuurder) is nooit de bijzondere aanslag verschuldigd.
•
INFO: marleen.porre@confederatiebouw.be
maart 2018 • Bouwbedrijf 13
WINSTPREMIE
Nieuwe manier om uw werknemers een financieel extraatje te geven WELK BOEKJAAR?
Is uw bedrijf winstgevend en wilt u uw werknemers in loondienst een extraatje geven? Dat kan sinds 1 januari van dit jaar met een nieuwe winstpremie. Hij krijgt een gunstige fiscale en sociale behandeling, maar u moet wel enkele voorwaarden respecteren.
M
aar laten we beginnen met de belangrijkste kenmerken van de nieuwe winstpremie. Er bestaat geen enkele verplichting. Het is de werkgever die beslist of hij deze toekent. Belangrijk ook: het toekennen van een winstpremie geeft de werknemers geen recht op een winstpremie in de toekomst. De werkgever kan de bezoldiging en de andere premies en voordelen niet vervangen door de nieuwe winstpremie of deze erin omzetten. De premie komt bovenop het loonpakket. Men mag hem bovendien toekennen bovenop de loonmarge voor de jaren 2017-2018. Wie hem toekent, loopt daardoor dus geen risico dat hij de loonmarge overschrijdt. Het totaalbedrag van de winstpremies mag niet hoger liggen dan 30 % van de totale brutoloonmassa. Het is niet toegestaan om de winstpremie alleen toe te kennen aan verdienstelijke werknemers. Men moet
14 Bouwbedrijf • maart 2018
hem toekennen alle werknemers in de onderneming of de groep. Het gaat om een collectief instrument en niet om een manier om individuele werknemers te motiveren. Dat ligt geheel in de lijn van de niet-recurrente resultaatgebonden voordelen die geïntroduceerd werden door cao 90. Het is wel toegestaan om de grootte van de nieuwe winstpremie te laten afhangen van het loon. In de wet staan enkele criteria waarmee men het premiebedrag kan laten variëren.
Twee mogelijkheden
De nieuwe winstdeelname bestaat in twee versies, de identieke premie en de gecategoriseerde premie. In het eerste geval kent men iedereen hetzelfde bedrag toe, ofwel hetzelfde percentage van de bezoldiging. Men kan wel werknemers uitsluiten bij gebrek aan anciënniteit, met een maximum van één jaar. Het bedrag van een gecategoriseerde
Het nieuwe stelsel van deze winstpremies is van kracht sinds 1 januari 2018. Maar winstpremies kunnen dit jaar alleen toegekend worden op basis van de winst in een boekjaar dat niet vóór 30 september 2017 afgesloten werd.
premie mag men laten variëren, naargelang een aantal objectieve criteria. De wet staat er zes toe: anciënniteit; graad, functie, weddeschaal, vergoedingsniveau en opleidingsniveau. Voor deze twee versies moet men een andere procedure volgen. We beperken ons hier tot de identieke premie. De procedure voor een gecategoriseerde premie is merkelijk zwaarder.
De identieke premie
De beslissing om de winstpremie toe te kennen, moet worden genomen door een gewone of een buitengewone algemene vergadering. Een gewone meerderheid volstaat. De beslissing moet opgetekend worden in de notulen. Deze moeten ook minstens de volgende elementen vermelden: ∙ het bedrag van de premie, ofwel het percentage van het loon (die dus hetzelfde zijn voor alle werknemers); ∙ in het geval van een percentage: de
WINSTPREMIE Kosten werkgever, alles inbegrepen
€ 1 000
29 % (Para)fiscale (Vennootschapsinhoudingen belasting)
NIETRECURRENTE RESULTAATGEBONDEN BONUS CAO 90
GEWONE BONUS BEDIENDE PC 200
GEWONE BONUS ARBEIDER PC 124
€ 1 000
€ 1 000
€ 1 000
33 % (bijzondere bijdrage SZ)
27,14 % (patronale bijdragen SZ)
32,71 % en 13,27 % + 9,12 % zegels
Bruto werknemer
€ 710,00
€ 751,88
€ 786,53
€ 629,84
Inhouding sociale zekerheid werknemer
13,07 %
13,07 %
13,07 %
13,07 % loon à 108 %
€ 617,20
€ 653,61
€ 683,73
Belastbaar werknemer Belasting werknemer Nettobedrag
7% € 574,00
0 % (*)
Marginaal belastingtarief (50 %)
€ 653,61
€ 341,87
€ 540,97 Marginaal belastingtarief (45 %) € 297,53 (**)
Verhouding werkgeverskosten/nettobedrag werknemer Netto versus bruto
57 %
65 %
34 %
30 %
Bruto versus netto
1,74
1,53
2,93
3,36
(*) Als het fiscale plafond van € 2 880 niet overschreden wordt. (**) Een onderschatting van het nettobedrag. De tabel houdt geen rekening met de invloed op het vakantiegeld en de getrouwheidspremie van de arbeider.
VRAGEN OVER UW BEDRIJFSBELEID? BOUWRADAR STAAT U KOSTELOOS BIJ. De verloning is één van de belangrijke aspecten van het bedrijfsbeheer. Wilt u dat verbeteren of laten evalueren? Neem dan contact op met BouwRadar, het project van de Vlaamse Confederatie Bouw. Deze dienstverlening wordt gesubsidieerd door het Agentschap Innoveren en Ondernemen. U krijgt dus geen extra factuur.
INFO: Geïnteresseerd? Meld u aan op www.bouwradar-vcb.be of stel uw vragen rechtstreeks aan freija.jongbloet@vcb.be (0473 90 43 20).
manier waarop men het loon gaat berekenen waarvan men het percentage neemt; ∙ indien van toepassing: de voorwaarden gesteld aan de anciënniteit. Meer dan een jaar anciënniteit mag niet geëist worden; ∙ hoe men de grootte van de premie gaat berekenen als de arbeidsovereenkomst geschorst of beëindigd wordt en de werknemer dus slechts een deel van het jaar werkzaam was. De werkgever brengt de werknemers op de hoogte van de beslissing.
De kosten en baten
De nieuwe winstpremie krijgt een eigen fiscale en sociale behandeling. ∙ Hij wordt opgenomen uit de bedrijfswinst na vennootschapsbelasting (29 %). ∙ Een solidariteitsbijdrage voor de sociale zekerheid van 13,07 % wordt ingehouden op het premiebedrag. Dit is ten laste van de werknemer. ∙ De premie is onderworpen aan belasting van 7 %. Deze is met de inkomstenbelastingen gelijkgesteld. Er bestaan nog twee andere manieren om een werkgever een extraatje te geven: een loonpremie en de net vermelde nietrecurrente resultaatgebonden bonus van cao 90. De tabel maakt voor deze drie de vergelijking tussen de bruto kosten voor de werkgever en de nettowinst voor de werknemer.
•
INFO: Uw lokale confederatie kan u meer vertellen over de winstpremie.
maart 2018 • Bouwbedrijf 15
BELANGRIJK ARREST
Detacheringsfraude:
Hof van Justitie van de EU geeft België gelijk Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft een belangrijk arrest geveld. Het geeft inspectiediensten wat meer armslag in de strijd tegen sociale dumping – al mogen we dat ook niet overdrijven.
D
e kern van de zaak is de waarde van een detacheringsbewijs A1. Een gedetacheerde arbeidskracht moet in zijn land van oorsprong bijdragen aan de sociale zekerheid betalen. Een A1 is het bewijs dat hij dat doet. In principe is het bindend voor de inspectiediensten van het land waar de arbeidskracht aan de slag is. Maar volgens het Hof van Justitie van de EU mag de inspectie het in bepaalde omstandigheden toch naast zich neerleggen.
frauduleuze wijze bekomen waren. De Bulgaarse firma’s hadden bijvoorbeeld geen activiteit van betekenis in eigen land. De Belgische inspectie vroeg daarom aan de Bulgaarse autoriteiten om de A1’s in te trekken. Maar deze reageerden laconiek. Voor hen was alles administratief in orde. Zij hielden geen rekening met de feiten die de Belgische inspectie vastgesteld en bewezen had.
België - Bulgarije
De Belgische inspectie trok daarop naar de Belgische rechtbanken met de eis dat de betrokken werknemers aan de Belgische RSZ onderworpen zouden worden. Daaruit volgde een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie van de EU. Dat stelde de Belgische inspectie nu in het gelijk. De inspectie mag de A1’s buiten toepassing laten, en de betrokken werknemers dus aan de Belgische sociale zekerheid onderwerpen.
Het Europese Hof van Justitie velde een oordeel over een concreet geval, een controle van een Belgische bouwfirma. Deze had nauwelijks eigen personeel in dienst. Ze besteedde al haar werkzaamheden uit aan Bulgaarse ondernemingen die werknemers naar België detacheerden. Deze werknemers hadden allemaal A1-formulieren afgeleverd door de Bulgaarse autoriteiten. Maar de Belgische inspectiediensten vermoedden misbruik van detachering. Ze stelden een onderzoek in. Daaruit bleek dat de A1’s op
Het arrest benadrukt de verantwoordelijkheid van het thuisland van de gedetacheerde. 16 Bouwbedrijf • maart 2018
Naar de rechtbank
(Kleine) overwinning
Het arrest lijkt inspectiediensten meer armslag te geven in de strijd tegen sociale dumping. Toch moeten we de draagwijdte relativeren. Het Hof zegt het niet hardop, maar het arrest is vooral een verwijt aan het Bulgaarse orgaan dat de A1’s had afgeleverd. Dat had zijn werk niet zorgvuldig gedaan. Het Hof bevestigt nog altijd dat de A1’s bindend zijn voor de lidstaat waar een gedetacheerde aan de slag is. Alleen
Dat alles louter administratief in orde is, volstaat niet altijd. het orgaan van afgifte kan het intrekken of ongeldig verklaren. Maar dat orgaan moet wel zorgvuldig nagaan of de eigen regelgeving op de sociale zekerheid correct is toegepast. Concreet: wanneer België goede redenen heeft om aan te nemen dat een A1-formulier onterecht is afgeleverd, moet Bulgarije dat opnieuw onderzoeken. Zo nodig moet het orgaan van afgifte de A1-verklaring intrekken. De Bulgaarse autoriteiten lieten na om de gegevens uit het Belgisch onderzoek in aanmerking te nemen. Bovendien geldt het algemene principe dat fraude en misbruik van recht verboden zijn. Dat is de reden waarom het Hof van Justitie van de EU aanvaardt dat de Belgische rechtsinstanties de A1’s buiten toepassing mogen laten. Heel veel extra armslag krijgen onze inspectiediensten dus eigenlijk niet. Toch is het arrest belangrijk. Het benadrukt de verantwoordelijkheid van de organen van afgifte. Als deze hun werk niet zorgvuldig doen, kunnen in geval van fraude de A1’s uiteindelijk toch terzijde geschoven worden.
•
INFO: hendrik.dewit@confederatiebouw.be.
SYNERGIE BOUWT AAN CARRIĂˆRES Bent u op zoek naar jong talent of ervaren vakspecialisten voor uw bouwbedrijf? Synergie Construct richt zich specifiek op de selectie en werving van geschoold personeel in de bouwsector. Wij zorgen zowel voor experts in ruwbouw als voor nauwkeurige afwerkers.
Interesse in een samenwerking? Contacteer een van onze kantoren in uw buurt. Synergie Oudenaarde Construct
oudenaarde-construct@synergiejobs.be
Synergie Oostende Construct
oostende-construct@synergiejobs.be
Synergie Kortrijk Construct
kortrijk-construct@synergiejobs.be
Synergie Gent Construct
gent-construct@synergiejobs.be
Synergie Aalst Construct
aalst-construct@synergiejobs.be
Synergie Mechelen Construct
mechelen-construct@synergiejobs.be
Synergie Geel Construct
geel-construct@synergiejobs.be
Synergie Zwijndrecht Construct
zwijndrecht-construct@synergiejobs.be
www.synergiejobs.be
our job is your job SYNERGIE
Bouwflash_dec_2017.indd 1
21/09/17 14:02
Formalis
uw springplank naar zorgeloos ondernemen U start of heeft een bouwbedrijf? Vertrouw dan op Formalis: > bij de afhandeling van al uw administratieve formaliteiten. > voor de inschrijving en wijzigingen in de Kruispuntbank van Ondernemingen. > voor onze expertise en kennis van de bouw.
formalis.be
ondernemingsloket
PUBLIREPORTAGE
Uw 10-jarige aansprakelijkheid verzekeren? Vanaf 1 juli 2018 zijn aannemers, architecten en studiebureaus actief in de woningbouw verplicht om een nieuwe polis af te sluiten, zodat ze hun tienjarige aansprakelijkheid verzekeren. In overleg met de bouwsector ontwikkelde Federale Verzekering Construct-10, de oplossing op maat die tegemoetkomt aan de wensen van de bouwsector!
Construct-10, DE optimale oplossing Deze wet verplicht nu ook dat aannemers en studiebureaus, net zoals architecten, zich verzekeren voor nieuwbouwwerken en renovaties waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig is, maar dit uitsluitend voor woningen en enkel voor hun tienjarige aansprakelijkheid. Deze polis verzekert enkel de tienjarige aansprakelijkheid in verband met problemen van soliditeit en stabiliteit van de gesloten ruwbouw van woningen. De waterdichtheid van de gesloten ruwbouw van de woning wordt ook verzekerd in zoverre de waterdichtheid de soliditeit of stabiliteit van de woning in gevaar brengt.
alle partijen verzekerd zijn, helpt om achteraf eventuele juridische conflicten te vermijden. De aannemer kan ook beslissen om enkel zijn eigen werken te verzekeren, wat bij werven met gescheiden aanneming veeleer het geval zal zijn. De wet voorziet wel dat de polis van de hoofdaannemer automatisch de aansprakelijkheid van de onderaannemers beschermt. Met andere woorden, bedrijven die enkel in onderaanneming werken hoeven geen verzekering voor hun tienjarige aansprakelijkheid af te sluiten, want ze zijn reeds verzekerd door de polis van de hoofdaannemer.
Polis enige werf of globaal? Trouw aan zijn reputatie als gespecialiseerd verzekeraar van de bouwsector, organiseerde Federale Verzekering ter voorbereiding van deze nieuwe verzekering een aantal workshops met diverse beroepsverenigingen en werden ook klanten en niet-klanten bevraagd. Zo werden twee polissen ontwikkeld die beantwoorden aan de specifieke noden van de sector. U hebt de keuze tussen één op projectbasis en één op jaarbasis. De formule “enige werf” verzekert de aan-sprakelijkheid van één of alle deelnemers aan een bouwproject. Het feit dat
De globale polis is interessant voor aannemers die frequent actief zijn op werven waarvoor een verzekering tienjarige aansprakelijkheid verplicht is. Zo hoeft men er niet bij elke werf aan te denken, wat tijdswinst oplevert.
Ook op een ander gebied is het proces zo eenvoudig mogelijk gehouden. Op vraag van de bouwsector werd ervoor gezorgd dat de eventuele controle eenvoudig is en de aannemer niks kost.
VOOR EN DOOR DE BOUWONDERNEMERS
Construct-10, DE optimale oplossing - op maat - eenvoudig te beheren - aan een concurrentieel tarief Vraag ons een offerte op maat van uw project op BATIBOUW. Breng ons een bezoek op 22/02 & 23/02 op de stand van de Confederatie Bouw! Voor een afspraak met uw adviseur of voor meer info: www.verzekering-tienjarige.be
Digitaal Voor het gebruiksgemak verloopt het proces volledig digitaal. Op de website van Federale Verzekering zal u de relevante informatie kunnen ingeven, een offerte en uw attest opvragen. En dit alles met een minimum aan administratieve rompslomp.
Redactie: Federale Verzekering
www.federale.be
DOSSIER
DE NIEUWE COLLEGA’S VAN MORGEN Geen enkele aannemer is nog verbaasd als er zich weer een nieuwe techniek, een nieuwe technologie of een nieuw product aandient. Wat minder opvalt is dat er ook voortdurend nieuwe mensen, of beter gezegd: nieuwe beroepsprofielen op de werkvloer staan. Ze zijn een intrinsiek onderdeel van de transformatie die onze sector aan het doormaken is. We spoorden enkele interessante en zelfs onverwachte voorbeelden op, en onderzochten waarom ze in bouwbedrijven opduiken.
maart 2018 • Bouwbedrijf 19
NIEUWE PROFIELEN
Van conditiemeter tot polyvalente arbeider De nieuwe beroepsprofielen in de bouw zijn gearriveerd. Ze zullen de metser, de schrijnwerker, de ingenieur en de administratieve bediende niet meteen verdringen of overbodig maken. Maar weggaan, dat zullen ze ook niet meer doen.
D
e eerste vraag is vanzelfsprekend: waar komen die nieuwe profielen vandaan? We hebben niet de pretentie om een volledig antwoord te geven, maar men kan drie belangrijke factoren onderscheiden: de technologische evolutie en meer bepaald de digitalisering, het feit dat bouwbedrijven nieuwe activiteiten ontwikkelen en trends in de samenleving. Doorgaans speelt meer dan één factor. Maar in het algemeen kan men stellen dat deze drie factoren, samen of apart, voor een groot stuk verklaren waarom er nieuwe beroepsprofielen bijkomen, andere aan belang verliezen en nog andere een nieuwe inhoud krijgen.
Digitalisering
Over de invloed van digitalisering zijn al duizenden bladzijden geschreven. Voor de geïnteresseerden is het studierapport 2016-2017 van de Confederatie een goed startpunt. Maar we citeren hier 20 Bouwbedrijf • maart 2018
een rapport van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid (HRW): “Op arbeidsgebied worden de winnaars degenen met vaardigheden die complementair zijn aan de digitale instrumenten, degenen die zich het snelst kunnen aanpassen aan de nieuwe technologieën en de personen belast met het ontwerpen, het aansturen en de follow-up van de productiesystemen. De verliezers worden de arbeidskrachten van wie de capaciteiten vergelijkbaar zijn met, en dus vervangbaar zijn door die van computerprogramma’s of robots.” Met andere woorden: een arbeider die alleen kan wat een machine ook kan, riskeert bij de verliezers te zijn. Daarom begint men van arbeiders grotere polyvalentie te vragen (zie blz. 28), bijvoorbeeld omdat bepaalde bouwelementen die vroeger op de bouwplaats gemaakt werden, nu steeds vaker geprefabriceerd worden. Belangrijk is hier ook dat deze polyvalentie een troef is in de zware concurrentiestrijd van onze arbeiders met
goedkope gedetacheerde arbeidskrachten. Daartegenover staat dat digitale technologieën ook een behoefte aan nieuwe profielen creëren: virtual reality-specialist, app-designer, technicus domotica-installaties, drone-piloot … de lijst is lang, maar hét typevoorbeeld wordt geleverd door BIM (Building Information Modeling), met functies als BIM-manager, BIM-coördinator en BIM-modelleur (zie blz. 26). Minder ingrijpend is de introductie van systemen als Enterprise Resource Planning (ERP, zie blz. 29), maar ook het gebruik van digitale tools in het bedrijfsbeheer geeft een andere invulling aan bepaalde functies, die zich nu meer dan vroeger moeten bezighouden met het optimaliseren van bedrijfsprocessen.
Andere activiteiten
Bouwbedrijven breiden hun dienstverlening uit. Vroeger concentreerden ze zich op het bouwen, nu is ook
DE CONFEDERATIE, UW OPLEIDINGSPARTNER Nieuwe beroepen vragen nieuwe vaardigheden, en die vragen opleiding. Voor beroepsopleiding bestaat er geen betere partner dan uw lokale confederatie. Vanzelfsprekend spelen de scholen, hogescholen en universiteiten een belangrijke rol in het voorbereiden van mensen op hun nieuwe baan. Ook producenten van machines en nieuwe producten bieden opleidingen aan, net als de providers van ICT-tools. Maar de lokale confederaties zijn uniek. Zij kennen de bouwsector door en door. Ze begrijpen welke noden aannemers hebben en de opleidingen die ze organiseren zijn perfect op maat van onze bedrijven gesneden. Ze weten welke financiële steun er bestaat en helpen met de nodige formaliteiten. Ze zijn flexibel en creatief, en bieden verschillende formules aan, van korte opleidingen in de onderneming tot heuse opleidingsdagen.
onderhoud meer en meer een deel van hun activiteit. Dat heeft onder meer te maken met publiek-private samenwerking. In een PPS-constructie betaalt de overheid een vergoeding, de private partner moet het gebouw in perfecte staat houden. Daarnaast is er de trend om onderhoudscontracten op de lange termijn aan te bieden. Maar dit vraagt een andere benadering: niet meer reactief, dus optreden als er iets stuk gaat, maar proactief: vermijden dat er problemen opduiken. En daarom duikt in de bouw een nieuw profiel op: de gecertificeerde conditiemeter, die volgens een genormeerde methode de toestand van een gebouw evalueert, en die in overleg met de eigenaar het onderhoud kan plannen (zie blz. 22).
Maatschappelijke trends
En dan zijn er nog de maatschappelijke trends. Vaak gaan zij hand in hand met nieuwe regelgeving. Dat is zeker het geval bij het energiezuinig bouwen. Dat is tegenwoordig verplicht. Maar we zien ook dat nieuwbouwwoningen doorgaans een beter E-peil halen dan wettelijk verplicht is. De burger is zich dus wel degelijk bewust van het belang van een laag energiegebruik. Ruimer bekeken is duurzaamheid in
opmars, en een onderdeel daarvan is een kringloopeconomie waarin bouw- en sloopafval weer grondstof worden. Maar dat vraagt een juist beleid in het begin van de keten, dus bij de aankoop. En daarom zien we weer een nieuw profiel, de circulaire aankoper (zie blz. 24).
De toekomst?
In een bevraging van het World Economic Forum uit 2016 gaven de deelnemers aan dat tegen 2020 “meer dan een derde van de kerncompetenties van de meeste banen zal bestaan uit competenties die op dit moment nog niet als cruciaal voor de job beschouwd worden.” De bouw is een tanker die niet snel keert. De evolutie zal dus wellicht niet zo snel verlopen als hier voorspeld. In feite is het nog grotendeels onbekend welke aard de verwachte verandering van de competenties zal hebben. Maar de technologie zal blijven evolueren. Er zullen onvermoede nieuwe toepassingen het licht zien, en iedere keer zullen deze een nieuwe impact hebben op de competenties die vereist zijn voor een taak. Opleiding is essentieel. Een Construction Productivity Survey van het McKinsey Global Institute (MGI) kwam tot de conclusie dat de bouw zijn productiviteit met 50 tot 60 %
INFO: u vindt het adres van uw lokale confederatie op www.confederatiebouw.be Vergeet ook niet om een blik te werpen op de opleidingsagenda!
zou kunnen doen stijgen, als een aantal obstakels in zeven sleuteldomeinen weggewerkt zouden worden. Bij die domeinen onder meer geavanceerde automatisering laten doordringen, maar ook de werknemers nieuwe vaardigheden bijbrengen De huidige profielen in bouwbedrijven zullen door opleiding naar een hoger, digitaal niveau getild moeten worden. Dit geldt zeker voor de wat oudere werknemers, die minder vlot met apps en softwaretoepassingen overweg kunnen. De jongere generatie staat op dat punt al verder. Het is dus mogelijk dat er een natuurlijke evolutie zal plaatsvinden, die de opleidingsbehoeften minder prangend zal maken naarmate er in verhouding meer jongere werknemers in het bedrijf komen De consensus is ook dat bouwpersoneel moet openstaan voor permanenten bijscholing, en in toenemende mate verschillende vaardigheden moet kunnen combineren. Zo volstaat het niet om met een BIM-tool overweg te kunnen, men moet ook verstand hebben van databeheer en management.
•
maart 2018 • Bouwbedrijf 21
DE GECERTIFICEERDE CONDITIEMETER
“Aantrekkelijke baan als je de drive hebt” Het onderhoud van constructies op de langere termijn wint aan belang in de activiteiten van bouwbedrijven. Maar verstandig onderhoud is geen nattevingerwerk. Daarom is er een nieuwe specialist opgestaan in ons midden: de gecertificeerde conditiemeter.
B
ij onze leden vonden we twee voorbeelden van dit beroep in opkomst: Lennart Tuts (Building Group Jansen) en Wouter Debacker (Groep Van Roey). Lennart legt uit wat een conditiemeter doet. Lennart Tuts: “Hij of zij inspecteert gebouwen en hun installaties en doet een gebrekenopname. Aan de hand van deze inspectie krijgt elk bouw- of installatiedeel een score die de toestand weergeeft. Een score van 1 komt overeen met de toestand bij oplevering. Een onderdeel met een 5 of 6 is er zeer slecht aan toe. Uit de resultaten kan afgeleid worden welke acties ondernomen moeten worden.” Dit alles gebeurt volgens een strikte methodiek die vastgelegd is in de norm NEN 2767. Zowel Wouter als Lennart zijn daarvoor intussen gecertificeerd. Wouter Debacker: “Van Roey Services sluit onderhoudscontracten af, en daarin staat vaak dat een onafhankelijke instantie de toestand van het gebouw controleert, bijvoorbeeld na vier jaar. Dat gebeurt volgens NEN 2767. We hebben nu de kennis in huis om zelf preventieve conditiemetingen doen. Op die manier kunnen we storingen, met hun contractueel vastgelegde hersteltijden, voorkomen.”
Het belang van onderhoud.
Helemaal nieuw is het beroep van conditiemeter niet. Eigenaars doen er al langer een beroep op, net als investeerders die zich afvragen of ze een gebouw in hun portfolio moeten 22 Bouwbedrijf • maart 2018
Lennart Tuts: “Bouwopleidingen leggen de nadruk nu vooral op het aspect bouwen, maar dat is tegenwoordig niet meer genoeg.”
houden. Nieuw is wel de opkomst van gecertificeerde conditiemeters in bouwbedrijven. En dat heeft te maken met het feit dat ondernemingen nu zelf meer en meer aan onderhoud beginnen te doen.
Lennart Tuts: “Jansen Services moet nu veel dringende interventies doen. Deze kunnen vermeden worden met goed preventief onderhoud. Wanneer het bijvoorbeeld enkele dagen na elkaar stevig regent, stromen de oproepen voor waterinfiltraties binnen. Een preventief dakonderhoud kan deze schade perfect voorkomen. Bovendien groeit de vraag naar onderhoudscontracten met een planning op lange termijn. Een lange-termijnaanpak is uiteindelijk goedkoper en onze klanten beginnen dat te beseffen. Ze kunnen de gewenste score bepalen, bijvoorbeeld 3, en ons vragen om het gebouw permanent in die toestand te houden.” Daarnaast is er de opkomst van publiek-private samenwerking (PPS). Er worden steeds meer opdrachten in de markt gezet waarin de private partner niet alleen instaat voor Design & Build maar ook voor Maintenance. Hij moet dan garanderen dat de constructie altijd beschikbaar is. Wouter Debacker: “Efficiënt onderhoud wordt dan essentieel. Dat
OPLEIDINGSCYCLUS BEGINT OPNIEUW De eerste conditiemeters zijn gecertificeerd, een volgende cyclus van opleidingen is begonnen.
GEÏNTERESSEERD? Surf voor meer informatie en voor inschrijvingen naar www.gebouwbeheerder.be. Scroll naar beneden, kies de maand maart in de kalender en klik op de items. U ziet dan meer details over de opleidingsdagen.
is een van de redenen waarom Van Roey Services is opgezet. We willen die kennis in de groep houden en al tijdens ontwerp- en bouwfase kunnen gebruiken. Onderhoud is een essentieel aspect van duurzaam bouwen. Daarin is de total cost of ownership een belangrijk element. En die wordt mee bepaald door het onderhoud en het vervangen van versleten installaties.
Bij de inspectie van een gebouw volgt een gecertificeerde conditiemeter een strikte, genormeerde methodiek. Wouter Debacker:“Als je een nieuwe functie hebt in de onderneming, moet je je plaats veroveren.”
Onderhoud en onderhoudsplanning zijn steeds vaker een onderdeel van het totaalpakket dat een bouwbedrijf aanbiedt. Niet toevallig is ‘verantwoordelijke duurzaamheid’ mijn officiële titel in de onderneming.”
Sociale vaardigheden
Lennart Tuts heeft een professionele bouwbachelor behaald aan de PXL in Diepenbeek. De opleiding was erg gevarieerd en vormde een goede basis voor het werk dat hij nu doet. Lennart Tuts: “Maar toen ik studeerde was ze toch vooral toegespitst op het aspect bouwen. Dat is tegenwoordig niet meer genoeg. Een bedrijf als Groep Jansen wil totaalpakketten aanbieden die de bouwfase overschrijden.” Wouter treedt hem bij. Hij is naast burgerlijk ingenieur architect ook burgerlijk ingenieur bouwkunde. Maar ook in zijn opleiding kwam onderhoud nauwelijks aan bod, en dat was een gemis. Bovendien zijn niet alleen technische maar ook sociale vaardigheden essentieel. Wouter Debacker: “Als je een nieuwe functie hebt, moet je je plaats in de onderneming veroveren, iedereen voortdurend bewustmaken. Een klassieke aannemer is het niet gewend om verder te denken dan de definitieve oplevering. Maar de mensen zijn stilaan mee. Ik word bijvoorbeeld nu intenser betrokken bij het ontwerp van een project.” Lennart Tuts: “Ik werk samen met collega’s, klanten, arbeiders en onderaannemers. Dat vraagt inderdaad sociale vaardigheid. Ik vind het werk als conditiemeter aantrekkelijk, zeker in combinatie met de verantwoordelijkheid voor de organisatie van het onderhoud en de dringende herstellingen. Het komt goed overeen met wat ik verwachtte van een baan in de bouw. Alleen is het niets voor mensen die de drive missen. Als een storm lelijk heeft huisgehouden en de telefoon begint te rinkelen, kan het erg hectisch worden...”
•
INFO: www.groupjansen.com – www.groepvanroey.be maart 2018 • Bouwbedrijf 23
ERWIN DRESEN (BESIX)
De circulaire aankoper Sommige beroepen in de bouw zijn zo nieuw dat ze nog geen algemeen geaccepteerde naam hebben. Een voorbeeld is de circulaire aankoper – we hebben de nieuwe functie zelf maar gedoopt, bij gebrek aan beter.
Z
e zijn nog zeldzaam, de circulaire aankopers, en goed gedefinieerd is hun functie nog niet, maar we vonden er toch één in de vorm van Erwin Dresen, Lead Buyer van ons lid Besix. Erwin Dresen: “Circulair aankopen sluit aan op de maatschappelijke vraag naar duurzaamheid. Een onderdeel daarvan is de kringloopeconomie,
GEÏNTERESSEERDE BEDRIJVEN GEZOCHT
De Vlaamse Confederatie Bouw zoekt in Oost- en WestVlaanderen leden die het potentieel van hun afval willen benutten. Dit is voor RE C², een grensoverschrijdend project waaraan de VCB en de Waalse Confederatie Bouw deelnemen. Eén van de doelstelling is het opzetten van kortere materiaalcircuits. Circulair aankopen en initiatieven als de app die Besix gaat ontwikkelen, sluiten hierop perfect aan.
Interesse? Neem dan contact op met Ansy Poelman van de VCB.
24 Bouwbedrijf • maart 2018
en dat heeft gevolgen voor de aankoper. We bouwen nog niet honderd procent circulair, met afval dat weer hoogwaardige grondstof wordt. Maar er beginnen meer en meer opdrachten te komen die op dat vlak eisen stellen. Daarnaast is voor ons bedrijf duurzaamheid een aspect van maatschappelijk verantwoord ondernemen, en daar staat het management hier volledig achter.”
Na een bouwproject blijven er doorgaans overschotten over. Ook die vragen een duurzame aanpak.
Erwin Dresen:“Je moet een goed overzicht hebben van de innovaties.”
Innovaties
Hoe verandert dat de functie van een aankoper? Hij wordt meer dan vroeger betrokken bij de bewustmaking in de onderneming. Hij moet informatie over milieuvriendelijke bouwproducten verspreiden en krijgt ook een adviserende rol bij projecten. Bovendien moet hij een goed overzicht hebben van de innovaties. Erwin Dresen: “Een van onze partners levert aggregaten aan Besix Infra. Ze zijn vervaardigd van de minerale fractie van roestvast staal. In de wegenbouw worden deze gebruikt om een slijtvast wegdek aan te leggen, dat een goede baanvastheid voor auto’s en vrachtwagens garandeert. Samen met het bitumen zijn deze volledig recycleerbaar.” “Maar nu heeft hij ons ook een alternatief voorgesteld voor kalkzandsteen. Het is gemaakt van industriële reststoffen. Heel interessant, omdat de productie CO2 opslorpt. In Nederland heeft men al de vereiste keurken merken voor dragende binnenwanden, een Dubokeur. Het Komo-keur, een
objectief kwaliteitsbewijs, is in aantocht. In België is men nog niet zo ver. Dergelijke trends moet ik nauwgezet in het oog houden.”
Partners
De circulaire aankoper komt voortdurend in contact met nieuwe partners en spelers. Een voorbeeld is de overheid. Zeker in Brussel en Vlaanderen stimuleert deze duurzaamheid en het sluiten van de kringloop. OVAM (de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) nam contact op met Erwin
Dresen met de vraag of Besix geïnteresseerd was in de Green Deal (zie kader). Erwin Dresen: “Je moet met meer factoren rekening houden. Zo is er het inzicht dat circulair aankopen niet alleen gaat over recycleerbare en milieuvriendelijke materialen, maar ook over delen. Daardoor kun je de behoefte aan transport verminderen.”
Open vragen
Erwin Dresen: “Ik moet wel benadrukken dat we nog in een transitie zitten. Voor het beheer van duurzame aankopen zou een solide basis zeer nuttig zijn. Maar voorlopig bestaan er nog geen gecertificeerde lijsten met milieu scores voor bouwproducten. Wel lopen er veel projecten zoals BAMB (Buildings as Material Banks). Daarin werken partnerbedrijven in Europa aan circulair bouwen en een materialenpas of - identiteit. Er is ook de kostprijs. Onze manier van werken maakt de projecten van Besix Infra niet duurder. Maar het is wachten op de verdere evolutie. Normaal gezien zal de prijs van de duurzaamheid moeten dalen, naarmate het aanbod toeneemt.”
•
APP VOOR VERKOOP OVERSCHOTTEN Overschotten op de bouwplaats. Waarom zou u ze niet aanbieden aan aannemers in de buurt? Voor de leden van de Confederatie is er een app in ontwikkeling waarmee u dat kunt doen. Aan het einde van een project zijn er doorgaans overschotten op een werf: bekistingstaal, vloerplaten, bakstenen, noem maar op. Men kan deze naar een depot brengen. Maar daar nemen ze plaats in en bovendien vraagt dat heel wat transport. Men kan ze ook naar een andere werf van het bedrijf brengen. Maar opnieuw vraagt dat heel wat transport – zeker in een internationaal bedrijf als Besix met bouwplaatsen in heel de wereld. Waarom ze niet lokaal proberen aan de man te brengen? De kans bestaat dat er aannemers aan de slag zijn. Onder leiding van Erwin Dresen gaat Besix Infra hiervoor nu een app ontwikkelen. Deze zou midden volgend jaar klaar moeten zijn. De app wordt Open Domain – andere bouwbedrijven kunnen hem ook gebruiken –
maar dan alleen voor leden van de Confederatie. Ook voor kleinere ondernemingen heeft deze app potentieel, voornamelijk omdat hij de nood aan vervoer vermindert in deze tijden van moeilijke mobiliteit. Het idee leeft om de app ook te gebruiken voor het uitlenen van materieel en machines. Daarmee zijn nog problemen verbonden, zoals de verzekering, maar juridisch gezien lijken die oplosbaar.
INFO: De ontwikkeling van deze app krijgt financiële steun van het Vlaamse overheidsinitiatief Green Deal, dat duurzame projecten stimuleert. Green Deal is nog altijd op zoek naar partners uit de bouw. Geïnteresseerd? Neem contact op met ansy.poelman@confederatiebouw.be. Zie ook www.do.vlaanderen.be/ green-deal-circulair-inkopen
INFO: www.besix.be. maart 2018 • Bouwbedrijf 25
ROBIN COLLARD (BAM)
Wat doet een BIM-manager eigenlijk? BIM. Het woord valt gegarandeerd in ieder gesprek over nieuwe beroepen in de bouw. BIM-manager, BIM-modeleur, BIM-coördinator ... Maar wat houden deze nieuwe functies in? We vroegen het aan Robin Collard, BIM-manager bij BAM Contractors.
H
oe zit het met BIM bij BAM? Wanneer we Robin Collard ontmoeten in het hoofdkwartier van de onderneming in NederOver-Heembeek, is onze eerste vraag logisch in al zijn eenvoud. Wat doet een BIM-manager eigenlijk? Robin Collard: “Mijn juiste titel is BIM Implementation Manager en ik ben verantwoordelijk voor de implementatie van BIM in de onderneming. Ik geef leiding aan de BIM-teams op onze bouwplaatsen en de teams die hen ondersteunen, samen een vijftiental mensen. Mijn functie omvat de technische en budgettaire aspecten van BIM voor deze projecten, maar daarnaast ook de BIM-strategie, de leiding van de teams, de aanwerving van modeleuren en coördinators, de opleiding, de kwaliteit van de processen enzovoort.”
BIM Process Manager
Als grote onderneming in een internationale groep heeft BAM Contractors al enige tijd een BIM-strategie opgezet. Robin Collard: “Het grootste deel van onze projecten wordt met BIM uitgevoerd. Vaak gaat het om publiek-private samenwerking (PPS), onder meer in de vorm van DB(F)(M)(O)-projecten die naast Design & Build soms ook Finance, Maintenance en Operate omvatten. Ik doe de globale supervisie van de projecten, maar daarnaast is er voor een specifieke bouwplaats een BIM Process Manager.” Deze staat in voor de aanpassing van 26 Bouwbedrijf • maart 2018
het model van BIM-protocol aan de specifieke kenmerken van het project. Waarom BIM voor deze bouwplaats? Wie zijn de betrokkenen? Welke zijn de doelstellingen, de gebruikte computerprogramma’s, de scharnierdatums? Robin Collard: “Op al die vragen moet hij een antwoord geven. Hij moet dus de spelregels opstellen, het project superviseren en in het oog houden of het protocol gerespecteerd wordt. Indien nodig, moet hij het aanpassen.”
Clashdetectie
Tot nu toe hadden we het over managementfuncties, maar een aantal BIM-functies zijn eerder technisch. De BIM-modeleur is bijvoorbeeld de persoon die de maquette voor een BIM opstelt. In de loop van het project breng hij de nodige wijzigingen aan. De maquette wordt vervolgens overgemaakt aan de BIM-coördinator, die een centrale rol speelt in de loop van het project. Robin Collard: “Hij moet de maquettes die hij van de andere partners krijgt, samenvoegen in één BIMtool en vervolgens coördineren. In een BIM-proces is de aannemer niet de eerste in de keten. De eersten die een maquette leveren zijn de ontwerpers: de architect met zijn architectuurmaquette en de studiebureaus met een maquette voor de stabiliteit en dergelijke. De derde schakel in de keten zijn de onderaannemers. Daartussen zit de hoofdaannemer.”
De BIM-manager gaat na of de maquettes correct opgesteld zijn en of ze gecodeerd zijn volgens de regels in het protocol. Daarna gaat hij aan clashdetectie doen, de tegenstrijdigheden in de verschillende maquettes opsporen. Hij stuurt de lijst van de problemen naar de partners met de vraag deze op te lossen. Hoewel hij problemen detecteert, is het niet zijn taak de maquettes van anderen te wijzigen. Hij volgt wel alles op.
Gedeeld
In een BIM-avontuur zijn delen en samenwerken van fundamenteel belang. Zonder twijfel zal dit de manier van werken veranderen, zowel intern bij de aannemer als in de relatie met derden. Robin Collard: “Iedere projectpartner moet belangstelling hebben voor de noden van de anderen. Een BIMsamenwerking begint pas echt wanneer de verschillende partijen zich niet meer alleen afvragen wat ze zelf nodig
BIM doet verschillende nieuwe functies ontstaan, sommige managementgericht, andere eerder technisch.
hebben, maar zich ook afvragen of ze de anderen kunnen bezorgen wat zij nodig hebben, volledig, correct en op het juiste moment. De eindklant heeft er uiteindelijk alle belang bij dat al die maquettes zonder problemen in elkaar overvloeien.” Het stroomopwaarts verrichte werk is dus essentieel, want het reduceert de faalkosten. Hoe verder een bouwproject staat, hoe duurder veranderingen worden, zoals de bekende grafiek van MacLeamy illustreert.
Opleiding door de Confederatie
Robin Collard is verantwoordelijk voor de implementatie van BIM in de onderneming.
Binnen enkele jaren zal BIM veralgemeend zijn, daarvan is Robin Collard overtuigd. Hoewel hij toegeeft dat sommigen nog aarzelen. Dat merkte hij toen hij het project voor het nieuwe NATO-hoofdkwartier voorstelde. Robin Collard: “Ik kreeg twee soorten reacties van mensen. Een deel was positief, een ander deel stelde dat BIM er alleen was voor grote projecten. Daarmee ga ik niet akkoord. BIM kan gebruikt worden voor om het even welk project, wat ook de omvang is, en door elk bouwbedrijf. De essentie zit in de samenwerking tussen de partners.” Maar Robin Collard stipt wel aan dat voor de implementatie van BIM een geschikt opleidingsbeleid nodig is. BAM stuurt zijn mensen dus naar opleidingen. Robin Collard: “Vooral die van de Confederatie. Ze komen tegemoet aan onze noden en ze zijn kosteloos. Je hebt specialisten nodig, maar we willen dat na verloop van tijd iedereen BIM kan gebruiken, en op zijn minst een maquette kan raadplegen zoals hij nu een plan raadpleegt.”
•
maart 2018 • Bouwbedrijf 27
STEFAN TIMMERMANS (REYNDERS)
“De polyvalente bouwvakker is de toekomst” Bekisters laten metselen en metsers laten bekisten? Bij ons lid Reynders is het al een feit. De polyvalente bouwvakker doet bouwplaatsen sneller opschieten, vereenvoudigt de planning en werpt een dam op tegen goedkope buitenlandse arbeidskrachten.
I
n de bouw werken steeds meer bedienden, maar de bouwvakker in loondienst blijft de ruggengraat van onze arbeidsintensieve sector. Zal dat zo blijven? We vroegen het aan Stefan Timmermans, verantwoordelijk voor het personeelsbeleid van de arbeiders bij Reynders (Houthalen). Hij ziet een toekomst voor de Belgische arbeiders in bouw – als ze bereid zijn om polyvalent te werken. Bij Reynders doen bekisters tegenwoordig ook eenvoudige metselwerken, en metsers eenvoudige bekistingen. De vraag kwam vooral van de werfleiders. Zij zagen tijdwinst, als planningen niet meer omgegooid moeten worden om een zuivere ploeg naar een bouwplaats te sturen. Stefan Timmermans: “Vroeger hadden we vooral projecten die je efficiënt kon uitvoeren met zuivere ploegen metsers en bekisters. Maar we groeien mee met de markt en doen bijvoorbeeld meer renovaties. Daarnaast is er de technologische evolutie. Bouwelementen worden steeds vaker geprefabriceerd. Een betonnen trap bijvoorbeeld werd vroeger ter plaatse gegoten. Nu arriveert hij kant en klaar op de werf. Er is dus minder bekistingswerk. Waarom die mensen dan niet inzetten voor eenvoudig metselwerk? Gelijkaardig zaken speelden mee bij de metsers.”
Arbeiders zijn mee
Toen Reynders meer polyvalentie begon te vragen, was Stefan Timmermans een beetje bang van de reactie van de arbeiders. Maar hij was aangenaam verrast. 28 Bouwbedrijf • maart 2018
Stefan Timmermans: “Enkele, vooral oudere bouwvakkers protesteerden wat. We praten met die mensen, vragen wat ze eigenlijk verwachten bij Reynders, nu de tijd voorbij is dat een metser een heel leven lang alleen metselt. Maar de meerderheid is mee. Door planningsproblemen moesten we vroeger soms een beroep doen op onderaannemers met buitenlandse arbeidskrachten. Dat zagen onze mensen niet graag. Polyvalentie is een manier om hun baan veilig te stellen.” Maar er is wel omkadering nodig, met onder meer opleidingen. Reynders doet significante inspanningen op dat gebied: vorig jaar waren er 1000 opleidingsuren.
Goede resultaten
“
Ik was aangenaam verrast door de reactie van onze mensen toen we meer polyvalentie begonnen te vragen.
”
Stefan Timmermans
Stefan Timmermans: “Het hele proces nu twee jaar en een half bezig. De trein is vertrokken. Ik zie aan de planningen dat we nu dingen doen die vroeger onmogelijk waren. We zijn minder afhankelijk van derden, en we doen meer met onze mensen.” Het financiële rendement is er dus, maar er is ook een aspect kwaliteit. Er zijn minder ploegwisselingen. De polyvalente metsers-bekisters kennen de bouwplaats door en door. Dat verhoogt de kwaliteit van het werk. Stefan Timmermans: “Onze ingenieurs zijn tevreden dat een bouwplaats getrokken wordt door een vaste ploeg. Overigens: wordt het complexer en is perfecte kwaliteit vereist in alle opzichten, dan zet Reynders nog altijd gespecialiseerde metsers en bekisters in.” INFO: www.reynders.be.
ELEKTRO KAMIEL SMET
“ERP is een instrument om processen vorm te geven” Enterprise Resource Planning of ERP is een revolutie aan het veroorzaken in de manier van werken van bouwbedrijven. Dat bevestigt Els Smet, bestuurder van ons lid Elektro Kamiel Smet (Sint-Niklaas). Vier jaar geleden begon de onderneming met de implementatie van ERP. Ze legt uit wat het verandert voor de medewerkers.
S
teeds meer bouwbedrijven werken met ERP. Het is een manier om alle informatie te beheren die te maken heeft met de activiteit van een onderneming, zowel wat betreft de interne werking als de relaties met anderen. Els Smet: “Wij werden in de richting van ERP geduwd vanwege verschillende redenen, enerzijds door de groei van het bedrijf en anderzijds door de voortdurend toenemende administratieve belasting. Dankzij ERP kunnen we alles centraliseren en werkt niemand meer op zijn eiland – leveranciers en klanten inbegrepen. Vroeger deden we alles op papier, maar die tijd is voorbij.”
Samenwerking met WTCB
Een van de factoren die de implementatie van ERP bij Elektro Kamiel Smet mogelijk maakte was de samenwerking met het WTCB via het project ABC Digibouw. Els Smet: “Na het opstellen van een lastenboek onder leiding van het
WTCB hebben we besloten samen te werken met Plenion – Vibizz als provider. De keuze werd voornamelijk bepaald door de goede interactie met de databanken van de elektrotechnische groothandels zoals Rexel en Cebeo enerzijds en anderzijds door de directe links met andere pakketten zoals Track-and–Trace van Geodynamics en het boekhoudpakket van Exact online.”
Opleiding
Vóór de onderneming kon beginnen te werken met ERP, moesten de bedrijfsprocessen geoptimaliseerd worden. Els Smet: “Het gekozen pack verzorgde opleidingen op maat. Eens die achter de rug waren, begonnen we met het invoeren van productdatabanken, tijdseenheden en samengestelde artikelen. Zo kwamen we tot een gestructureerde calculatie. Vroeger deden we de berekeningen met een zelfgeschreven Excel-tool. Daarna werden ook de projectleiders en de boekhouder
opgeleid om te werken in het nieuwe systeem.” Door de verbeterde structuur werken alle mede werkers van het bedrijf nu op hetzelfde platform. Er is ook een module voor CRM, Custormer Rela tions Management (beheer van de klantrelaties). Door de implementatie van die module wordt iedere offerte beter opgevolgd.
Externe consultants
Om te garanderen dat de ERP perfect functioneert komt er af en toe een externe consultant op bezoek bij Elektro Kamiel Smet. Hij kent het systeem door en door, en lost eventuele problemen op. Intus-
Els Smet: “De samenwerking het met WTCB hielp bij het invoeren van ERP.”
sen gaat het bedrijf door met de professionalisering. Els Smet: “We doen dat stap per stap, en willen steeds verder gaan. We zijn een Warehouse module op punt aan het zetten, die werkt met scanners en barcodes. Maar ook daaraan ging een grondige optimalisatie van het magazijnbeheer vooraf. ERP is geen oplossing voor een organisatie. Het is een instrument om het proces mee vorm te geven.”
•
INFO: www.kamielsmet.be. maart 2018 • Bouwbedrijf 29
VERZEKERING VOOR UW 10-JARIGE AANSPRAKELIJKHEID
Vraag ons een offerte op maat van uw project op BATIBOUW
Construct-10, DE optimale oplossing l l l
Stand Confederatie Bouw 22/2 & 23/2
Op maat Eenvoudig te beheren Aan een concurrentieel tarief
De bouw zit in het DNA van Federale Verzekering, opgericht door en voor ondernemers. Deze band is sterker dan ooit: samen met de bouwsector kwamen we tot de beste oplossing voor uw 10-jarige aansprakelijkheid‌ en dus ook voor uw onderneming! Construct-10, voor en door bouwondernemers !
Voor een afspraak met uw adviseur of voor meer info: www.verzekering-tienjarige.be
De verzekeraar die zijn winst met u deelt
VLAAMS BOUWOVERLEGCOMITÉ
Als het op fileleed aankomt, zijn we wereldtop. Daarom vraagt de bouw dat ministens driekwart van de kilometerheffing naar infrastructuurwerken gaat.
Wat de bouw van de Vlaamse regering vraagt Als u dit leest, heeft de VCB weer samengezeten met de regering in het Vlaams Bouwoverlegcomité (VBOC). In dit nummer van Bouwbedrijf bespreken we de problemen die de Vlaamse Confederatie Bouw heeft aangekaart. Later komen we terug op de reacties van de regering. Investeringen
Volgens de SERV zijn in de begroting van 2018 de investeringsuitgaven met 5,64 % gestegen in vergelijking met 2017. De overige uitgaven namen met 1,86 % toe. De bouw is tevreden dat investeringen voorrang krijgen. Maar de VCB vraagt een duidelijk overzicht van de verschillende uitgavenposten in het investeringsbudget, en een vergelijking met 2017. Er is ook meer informatie nodig over de concrete investeringen en de investeringsprogramma’s. Volgens de VCB moet minstens driekwart van de opbrengsten van de kilometerheffing naar infrastructuur-
werken gaan. Dat is in het buitenland ook het geval. Volgens recente gegevens van Viapas heeft de kilometerheffing in 2017 in totaal € 676 miljoen
De investeringsuitgaven groeien sneller dan de andere uitgaven. Een goede evolutie.
opgebracht. Bijna twee derde werd in Vlaanderen geïnd. De uitbating van het systeem kost € 92 miljoen per jaar.
Mobiliteit
België is volgens het internationale verkeersplatform Inrix steevast de filekampioen. Bovendien verwacht het federaal Planbureau tegen 2030 nog eens 22 % extra verkeer op de weg. Intussen wordt gewerkt aan een nieuw Mobiliteitsplan Vlaanderen dat de leidraad zal vormen voor de komende twintig jaar. In dat verband heeft de VCB aan de regering verschillende vragen voorgelegd. Wanneer worden de ›››
VLAAMS BOUWOVERLEGCOMITÉ
››› resterende missing links weggewerkt,
op wegen, waterwegen en tramlijnen? Welke projecten krijgen prioriteit? De bouw wil dat de regering daarop een samenhangend visie ontwikkelt. Het is bovendien hoog tijd dat de investeringen opgetrokken worden naar het Europese gemiddelde – en liefst nog hoger. De VCB merkt ook op dat dichter gaan wonen de mobiliteitsproblemen niet zal oplossen. En ondanks de trend om functies te verweven, blijven aparte, goed bereikbare bedrijventerreinen noodzakelijk.
ven bestaan. De bouw dringt er dus op aan dat de regering snel over de bank ability van het programma overlegt met een aantal banken en de bankenfederatie Febelfin. Er moet ook een timing komen voor de verdere uitrol. De bouw heeft guidelines geformuleerd voor PPS-projecten. Deze bevorderen de transparantie, de communicatie en de goede samenwerking. De VCB vraagt de Vlaamse regering om deze guidelines zelf toe te passen, en te laten toepassen door lokale bestu-
Waterzuivering en riolen
De doelstellingen van de Europese richtlijn Water moeten tegen 2027 bereikt zijn. Maar een zeer groot aantal gemeenten hebben een riolerings- en zuiveringsgraad die daar ver onder ligt. Zowel voor de lokale besturen als voor de Vlaamse regering zal de komende legislatuur cruciaal zijn. De VCB vraagt een inhaaloperatie op dit vlak. De huidige investeringsbudgetten moeten minstens behouden blijven, en de doorlooptijd van projecten – nu gemiddeld zeven jaar – moet korter worden. Er is een betere afstemming nodig van wegen- en rioleringswerken. Belangrijk is ook dat de regering rekening houdt met de bevolkingsgroei en de verdichting die op komst is. Door deze laatste zal de riolering in stads- en dorpskernen, die vaak verouderd is, intensiever gebruikt worden.
Scholenbouw, PPS
Enkele interessante punten wat betreft het nieuwe PPS-programma voor scholen. Als de private sector bepaalde risico’s niet of alleen tegen gevoelige meerkosten kan dragen, is de regering bereid de risico-allocatie in beperkte mate bij te stellen. Er is een overheidswaarborg mogelijk voor de financiële verplichtingen van de inrichtende machten ten opzichte van de speciale projectvennootschap. Maar vragen over de financierbaarheid blij32 Bouwbedrijf • maart 2018
Het duaal leren botst op obstakels, onder meer in de scholen.
ren. Ze moet ook het advies vragen van het Vlaams Samenwerkingsforum Overheidsopdrachten. Zo kan het document een belangrijk instrument worden voor de nieuwe lokale besturen die vanaf 2019 zullen aantreden.
Alternatieve financiering ziekenhuizen
De Vlaamse regering gaat een nieuw financieringsmodel invoeren voor de ziekenhuisinfrastructuur. Het bestaat uit een instandhoudingsforfait en een strategisch forfait. Het laatste dient om de bestaande infrastructuur in exploitatie te houden, het eerste voor de kosten van de volledige nieuwbouw van een ziekenhuis, de uitbreiding van bestaande capaciteit, de werken voor herconditionering en de eerste roerende investeringen (medische en nietmedische).
Voor de bouw is de continuïteit belangrijk. Daarom wil de VCB een beeld krijgen van infrastructuurbehoeften in de komende jaren, en welke budgetten er vanaf 2018 komen voor deze forfaits. Verder moet nog een en ander opgehelderd worden. Hoe zullen ziekenhuizen met dit nieuwe systeem omgaan? Kunnen ze binnen het nieuw kader al een financieel en technisch plan uitwerken en laten goedkeuren?
Duaal leren
De belangstelling van de bouwbedrijven voor duaal leren is groot. Steeds minder leerlingen kiezen voor beroepen uit de ruwbouw in het voltijdse BSO en TSO. Duaal leren zou de leegloop kunnen tegenhouden, maar kent niet het verhoopte succes. Daarom moet de Vlaamse regering meer aandacht hebben voor de knelpunten, vooral in de scholen. Duaal leren moet nu al gepromoot worden, ook al is het decretale kader nog niet uitgewerkt. De regering mag bovendien de putboorders, de kabel- en leidingleggers, de industriële isolatievaklui en de andere niche-beroepen niet vergeten. Voor hen is een bouwbedrijf een ideale leeromgeving, maar ze dreigen uit de boot te vallen in het duaal leren. Ten slotte zou men ook moeten onderzoeken of duaal leren in het hoger en universitair onderwijs mogelijk is.
S-peil
Vanaf 1 januari 2018 geldt S31 als eis voor de gebouwschil bij nieuwbouw. Dat is lager dan de bouw verwacht had. Deze beslissing werd bovendien zeer laat aangekondigd, en Vlaanderen speelt cavalier seul: Brussel en Wallonië blijven het K-peil hanteren. Dit lage S-peil veroorzaakt problemen, niet alleen voor vrijstaande woningen maar ook voor flats. Grote glaspartijen, die compacte woningen aangenamer maken, maken het moei-
Afvalwater wordt gezuiverd. Zonder inhaaloperatie riskeert Vlaanderen de doelstellingen van de Europese waterrichtlijn niet op tijd te halen.
lijk om S31 te halen. Het S-peil moet berekend worden voor elke flat afzonderlijk, wat nadelig is voor hoekappartementen en flats op de bovenste verdieping. Daarom vraagt de bouw om S31 af te voeren of er ten minste rekening mee te houden dat S31 een probleem vormt voor verschillende woningtypes. Als men nog strenger wil worden, dan moet men goed afwegen of de energiebesparing nog opweegt tegen de bijkomende kosten.
ReCalculator
De bouw pleit voor een gedifferentieerd hypothecair beleid naargelang het gaat om aankoop, renovatie en nieuwbouw. Een loutere aankoop bestendigt immers vaak de energieverspilling en creëert geen waardevastheid. Een nieuwbouwwoning is daarentegen automatisch is duurzaam en zuinig door de regelgeving. En ook renovatie bewaart of verhoogt de waarde. Dit kan men aantonen met de ReCalculator van de VCB, maar helaas aarzelen banken om dit instrument te accepteren. De bouw vraagt dus dat de Vlaamse regering met de Nationale Bank overlegt, om de ReCalculator te laten gebruiken bij de financiering van energiebesparende renovaties.
Bestaande woningen
De bestaande woningen moeten zuiniger worden. Maar alleen voor dakisolatie en glas bestaan er doelstellingen op de korte termijn, respectievelijk tegen 2020 en 2023. De andere doelstellingen mikken op 2050 (zie ook Bouwbedrijf van februari 2018). De VCB vraagt in ieder geval dat doelstellingen voor 2020 en 2023 beter bekend gemaakt worden. Daarnaast moeten er bijkomende tussentijdse doelstellingen komen, bijvoorbeeld in 2030 en 2040. Een mogelijkheid is een verstrenging van de Vlaamse Wooncode wat betreft de energieprestaties, ook al geldt dit enkel voor huurwoningen. Voor de woningen met de slechtste energieprestaties zou een maximaal EPC-kengetal of een minimumeis voor de gebouwschil ingevoerd moeten worden. Het renovatieritme ligt in Vlaanderen nog veel te laag: onder de 1 % per jaar. Dat zou naar 2,5 % moeten stijgen. De regering zou de momenten dat een woning van eigenaar verandert meer moeten uitbuiten, bijvoorbeeld door financiële steun aan renovaties te verstrekken in dergelijke gevallen.
Als dit de komende jaren systematisch gebeurt, kan tegen 2050 ongeveer 90 % van het bestaande woningen bestand gerenoveerd zijn. De financiering zou mensen moeten aanzetten om binnen de vijf jaar na de verwerving de woning grondig te renoveren. De regering stelt voor om de registratierechten met 1 % te verlagen als de aankoop van een bestaande woning gepaard gaat met een grondige renovatie. Volgens de VCB moet dat minstens 3 % zijn. De woonbonus wordt best een bouw- en renovatiebonus, gekoppeld aan energieprestatie-eisen.
Vestigingswet
De vestigingswet voor bouwberoepen is nog niet afgeschaft in Vlaanderen, maar de intentie om dat te doen bestaat wel. De VCB betreurt dat, en dringt aan op een uniforme regeling voor heel het land. Een eenzijdige afschaffing in Vlaanderen zou een handelsbarrière opwerpen voor de Vlaamse aannemers die in Brussel en Wallonië werken als de vestigingswet daar blijft bestaan.
•
INFO: gerrit.degoignies@confederatiebouw.be. maart 2018 • Bouwbedrijf 33
INSTRUMENTENDECREET
Graag respect voor eigendomsrechten, zonder onredelijke heffingen De overheid kan gebruiksbeperkingen opleggen aan terreinen. Daartegenover staat een schadeloosstelling. Hoe deze geregeld wordt, staat in een instrumentendecreet dat de Vlaamse regering heeft goedgekeurd. Maar de Vlaamse Confederatie Bouw ontdekte problemen.
D
e Vlaamse regering keurde het voorontwerp van instrumentendecreet een eerste keer goed op 12 januari 2018. Het kwam er na het fiasco van de zonevreemde bossen en de boskaart in het voorjaar van 2017. De boskaart moest 12 000 ha beschermde bossen beschrijven. Maar ze veroorzaakte veel onrust bij de eigenaars en werd uiteindelijk ingetrokken. Het instrumentendecreet bevat alvast één verbetering. Vroeger bedroeg de planschade 80 % van de geïndexeerde aankoopwaarde van de grond. In het instrumentendecreet is de schadeloosstelling de volledige venale waarde (zeg maar de normale marktprijs). Maar er zijn ook knelpunten. Het instrumentendecreet heeft niet altijd genoeg respect voor de eigendomsrechten. Soms legt het onredelijke lasten en heffingen op.
Onduidelijke berekening
Vroeger werd de planschade alleen uitbetaald als de grond aan een voldoende uitgeruste weg lag. Bovendien werd alleen de eerste 50 meter gecompenseerd. Deze bepaling is geschrapt uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). Maar de memorie van toelichting bij het instrumentendecreet verwijst nog altijd naar de 50 meter-regel. In welke mate houdt de planschade rekening met de waarde van de grond die verder van de rooilijn ligt? Dat is 34 Bouwbedrijf • maart 2018
Als de regelgeving verandert om het ruimtelijk rendement te verhogen, kunnen planbaten ontstaan. Maar de heffing daarop is zo hoog dat ze projecten kan blokkeren (foto Van Poppel).
Wat als een woning plots in kwetsbaar gebied ligt door een bestemmingswijziging? De eigenaar verliest een aantal basisrechten, en de waarde van de woning dreigt fors te zakken, ook al was de bouw vergund.
nu onduidelijk. Men bouwt grotere maar compactere woonprojecten die dieper gaan dan 50 meter. Daarmee wordt geen rekening gehouden als de schadeloosstelling beperkt blijft tot de eerste 50 meter. Of is het de bedoeling van de regering meer dan de eerste 50 meter in aanmerking te nemen, eventueel tegen een andere waarde? De VCB vraagt dat het instrumentendecreet en de bijbehorende memorie van toelichting dit duidelijker formuleren.
Heffingen
De Codextrein, dat is de recente hervorming van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, versoepelt een aantal procedures. Daardoor kan men het ruimtelijk rendement verhogen. Het wordt eenvoudiger om ruimte intensiever te gebruiken, functies te verweven, constructies te hergebruiken en tijdelijke ruimtegebruik toe te staan. Dit sluit aan op een doelstelling in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV): verdichten waar mogelijk. Wanneer terreinen hierdoor meer waard worden, ontstaan planbaten. Het instrumentendecreet wijzigt de
Goed punt: de schadeloosstelling zou gelijk zijn aan de normale marktwaarde.
heffing daarop drastisch. Het bevat heffingen van 25 tot 50 % op de vermoede meerwaarde. Als deze boven de € 250 000 ligt, bedraagt de heffing altijd 50 %. Ook een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) kan leiden tot een dergelijke heffing, wanneer het aantal bouwlagen wordt vermeerderd of wanneer de dichtheid, de bouwdiepte of de bouwhoogte verhoogd worden. Maar in combinatie met eventuele sociale lasten kan deze heffing tot gevolg hebben dat bepaalde vastgoedprojecten er eenvoudigweg niet komen. Dit zal de verdichting niet bevorderen, noch de betaalbaarheid van woningen.
Aankoopplicht geschrapt
Als een onroerend goed een ernstige waardevermindering moet incasseren door een bestemmingswijziging, dan moet de overheid volgens de VCB een aankoopplicht krijgen. De VCRO bevatte vroeger een dergelijke plicht, maar de recentste rit van de Codextrein schrapte deze bepaling. Ook het instrumentendecreet bevat een dergelijke plicht niet. Het bevat wel een aankoopplicht wanneer een RUP een bouw- of verkavelingsverbod oplegt.
Verminderde basisrechten
Een probleem zijn ook de zonevreemde woningen die door een wijziging in kwetsbaar gebied komen te liggen. In zonevreemde gebieden hebben eigenaars al minder basisrechten wat betreft verbouwingen, uitbreidingen enzovoort. In kwetsbaar gebied
blijft van deze basisrechten niet veel over. De marktwaarde van deze woningen zal dalen, wellicht zelfs sterk dalen. Het instrumentendecreet kent in dit geval geen planschade meer toe. Als de woning vergund was, is dit discriminatie voor de VCB. Het gaat om constructies die in volledige wettelijkheid opgetrokken werden. De rest van het instrumentendecreet hanteert een volledige schadevergoeding tegen marktwaarde. Aan anderen geeft het decreet rechtszekerheid, maar niet aan eigenaars die in kwetsbare gebieden terechtkomen. De VCB is hier sterk tegen gekant.
Verhandelbare ontwikkelingsrechten
In het instrumentendecreet staat geen mogelijkheid om planschade te krijgen bij de opmaak van een RUP dat werkt met verhandelbare ontwikkelingsrechten. Eigenaars van gronden die worden aangeduid als zendlocaties, worden dus gediscrimineerd in vergelijking met andere eigenaars. Hun vergoeding zal immers volledig afhankelijk zijn van de (onzekere) waarde van de verhandelbare bouwrechten. VCB vindt dat eigenaars de keuze moeten krijgen tussen een planschaderegeling of een regeling inzake verhandelbare ontwikkelingsrechten.
•
INFO: De VCB heeft deze punten op de tafel gelegd tijdens het Vlaams Bouwoverlegcomité (VBOC). Nog vragen? Stel ze aan nicola.loxham@confederatiebouw.be maart 2018 • Bouwbedrijf 35
WTCB
Het WTCB lanceert het Belgisch BIM-protocol Om de opmars van BIM binnen België te ondersteunen en meer uniformiteit binnen een BIM-proces te brengen, heeft het WTCB in samenwerking met de Cluster BIM het Belgisch BIM-protocol gepubliceerd. Het is opgesteld met de medewerking van ervaren bouwprofessionelen uit verschillende domeinen en uit beroepsfederaties en -organisaties waarbij de Confederatie Bouw.
gelanceerd ter gelegenheid van Batibouw 2018.
Toepassing
Dit Belgisch BIMprotocol is gericht op gebouwen en zal zowel in het Nederlands als het Frans beschikbaar zijn. Zoals gezegd, is het opgesteld met de medewerking van ervaren bouwprofessionelen uit verschillende domeinen en uit beroepsfederaties en -organisaties zoals Confederatie Bouw, NAV (Netwerk Architect Vlaanderen), Bouwunie en ORI (Adviesen ingenieursbureaus). Het effectieve gebruik van dit Belgische BIMprotocol dient echter nog uitgebreid getest en geëvalueerd te worden. Daarom wordt op basis van deze ontwerpversie later – na de gevraagde feedback die door iedereen geleverd kan worden via het BIMportal – het effectieve Belgische BIM-protocol gepubliceerd.
Andere activiteiten over BIM
O
m met BIM een kwalitatief goed resultaat te behalen, dienen de verschillende partners binnen een bouwproject nauw samen te werken. Dit vraagt om een vlotte communicatie en duidelijke afspraken. Deze worden per project omschreven en gebundeld in een BIM-protocol en een BIM-uitvoeringsplan. 36 Bouwbedrijf • maart 2018
Om de projectpartners te ondersteunen bij het consequent opmaken van deze documenten, stelt het WTCB (in samenwerking met de Cluster BIM) hiervoor referentiedocumenten op. Aan de hand van een algemene template en bijhorende handleiding kan elk project starten vanaf dezelfde basis. Dit neemt niet weg dat er projectspeci-
fieke aanpassingen doorgevoerd kunnen worden.
Over de lancering
In een eerste fase zal het Belgisch BIM-protocol, onder de vorm van een nationaal ontwerpreferentieprotocol, beschikbaar gesteld worden. Dit document is op 16 februari 2018 via het BIMportal (www.bimportal.be)
De activiteiten van het WTCB over BIM reiken verder dan deze referentiedocumenten. Zo werkt het WTCB momenteel ook aan hulpfiches voor bestaande classificatiesystemen met het oog op BIM, aan een BIMcompatibele databank, aan het opstellen van lijsten van bestaande BIM-opleidingen en -noden… Met andere woorden, het WTCB is actief bezig om bouwprofessionelen te ondersteunen bij het BIM-proces.
•
Vragen? Stel ze aan Charlotte Euben, adviseur, dienst BIM en Informatietechnieken bij het WTCB. E-mail: gebe@bbri.be.
INVESTERINGEN IN BRUSSEL
Het Hermann-Debrouxviaduct, een bewijs dat investeringen dringend nodig zijn.
€ 24 miljoen voor het herstellen van tunnels en bruggen De regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een meerjarenplan goedgekeurd voor de investeringen in tunnels en bruggen. Tussen 2018 en 2021 is een budget van € 24 miljoen uitgetrokken. We vroegen uitleg aan Pascal Smet, minister van Mobiliteit en Openbare werken.
P
ascal Smet: “Dit programma is een première voor het Brussels gewest. Het vertrekt van nieuwe, grondige inspecties uitgevoerd door onafhankelijke experts, die zes maanden geduurd hebben. De gewestelijke overheid heeft nu een identiteitskaart van 138 dergelijke constructies. We weten welke marge we hebben voor onderhouds- of herstellingswerken. Iedere brug is kreeg een score aan de hand van een evaluatiematrix. A is gevaarlijk, F is in uitstekende toestand.
Niet afsluiten
Pascal Smet: “Van de nieuwe bruggen moet er geen enkele gesloten worden. De Klein Eilandbrug over het kanaal in Anderlecht is wel dicht. Ze zal afgebroken worden en zodra de stedenbouwkundige vergunning er is wordt ze heropgebouwd. Dat is ten laatste eind volgend jaar. Twee andere urgente gevallen, de Van Praetbrug en het viaduct van Hermann-Debroux, zijn intussen onder controle.”
ZES NIEUWE CONSTRUCTIES De Brusselse regering trekt naast de € 24 miljoen ook nog eens € 13 miljoen uit voor de bouw van bijkomende infrastructuur, onder meer voor voetgangersbruggen onder de Van Praetbrug, bij de Jules de Troozsquare en bij de Sainctelettesquare. Beliris zal het onderhoud van nieuwe constructies overdragen aan Brussel Mobiliteit.
digende toestand. Maar voor die drie bruggen was onderhoud of renovatie nodig.”
Carbonatatie
Pascal Smet: "138 constructies werden geïnspecteerd en kregen een score."
Dat Hermann-Debroux de voorpagina’s haalde, was trouwens een gevolg van het meerjarenprogramma. Tijdens de inspecties werd ontdekt dat er onderhoudswerken nodig waren. Pascal Smet: “De helft van de gecontroleerde constructies is in bevre-
Pascal Smet: “Er zijn verschillende soorten werkzaamheden gepland. De experts bevelen in hun rapport de verbetering van de waterdichtheid van de meeste bruggen aan. Andere aanbevelingen zijn een controle van de carbonatatie, gezien de leeftijd van de constructies, en het verwijderen van plantengroei op sommige plaatsen.” Een deel van de werken zijn al begonnen, anderen gaan in de komende maanden van start. In 2019 zullen er nog overheidsopdrachten volgen. Een deel van de werken wordt uit gevoerd met voorraadaanbestedingen. Het spreekt vanzelf dat deze investeringen goed nieuws zijn voor onze bedrijven. Pascal Smet: “We kunnen niet zonder de bouwsector. We hebben brains en spierkracht nodig”.
•
maart 2018 • Bouwbedrijf 37
WTCB
Stappenplan om te beginnen werken met BIM In een bedrijf een nieuwe werkmethode zoals BIM invoeren, kan beschouwd worden als een kleine revolutie. Dit kan echter ook in alle zachtheid gebeuren, beetje bij beetje, volgens een progressieve aanpak, zodanig dat het nieuwe systeem aan uw specifieke noden aangepast kan worden. Hierna volgt een overzicht van de stappen die het WTCB voorstelt om deze lancering tot een goed einde te brengen en dit, zowel voor kleine als voor grotere bedrijven.
M
aar wat wil dit nieuwe concept ‘BIM’ nu juist zeggen? Dit woord komt van het Engelse ‘Building Information Modelling’ of ‘Building Information Management’. Het gaat hier om een nieuwe werkmethode die erin bestaat om alle projectpartners te laten samenwerken rond een digitaal 3D-model van het op te trekken of te renoveren bouwwerk.
1Goed begrijpen wat BIM juist is
Alvorens te beginnen werken met BIM, moet men het principe goed begrijpen en beseffen welke mogelijkheden het te bieden heeft voor het bedrijf. U moet zich ervan bewust zijn dat u uw gewoonten zal moeten aanpassen. U moet zich dus eerst goed informeren! Er bestaat tegenwoordig een brede waaier aan presentaties, evenementen, artikels, boeken en websites (bv. BIMportal.be) over dit onderwerp. De bedrijven die nu reeds werken met BIM weten dat het hier niet louter over een software gaat. Het is een werkmethode die – om doeltreffend te zijn – een versterkte samen38 Bouwbedrijf • maart 2018
werking en communicatie tussen de betrokkenen vereist.
2Een zelfanalyse doorvoeren
Wanneer hij goed begrepen heeft wat BIM juist is, moet de aannemer zijn eigen bedrijf eens goed onder de loep nemen. Elk bedrijf heeft immers een BIM op maat nodig. Hij dient zich hierbij de volgende vragen te stellen: Wat zijn de troeven van BIM voor mijn bedrijf? Wat is de voornaamste activiteit van mijn bedrijf? Wat zijn de sterke punten en de beperkingen ervan? Met welke problemen heeft het
soms – of vaak – te kampen? Wat zijn de bedrijfswaarden? Welk nut zou de invoering van BIM kunnen hebben voor de klant? Hebben wij partners die reeds werken met BIM?
3Weten wat men wil
De hiervoor beschreven zelfanalyse laat toe om doelstellingen te definiëren omtrent de zaken die men wenst te verbeteren. Bij het opmaken van deze lijst met doelstellingen en applicaties die nuttig zouden kunnen zijn in het kader van het nieuwe BIM-systeem, maakt men een onderscheid tussen deze die haalbaar zijn op korte of op langere termijn. Men dient ook na te gaan welke aspecten men zou kunnen laten afhandelen door een externe firma. Voorbeelden van BIM-ambities: • Creëren van verschillende zichten vanuit een 3D-model dat opgebouwd werd door een partner
• Extraheren van hoeveelheden voor de opstelling van een prijsofferte of het plaatsen van een bestelling • Opmaken van een vorderingsstaat • Ontvangen van informatie op een meer gestructureerde en efficiënte manier. Andere mogelijke doelstellingen: • Verminderen van fouten op de werf • Meer doeltreffende controle van de afgeronde werkzaamheden • Beter beheer van de informatiestroom • Betere voorstelling van de zichten en de prijsoffertes voor de verschillende mogelijke varianten • Optimaliseren van het fabricageproces • Beschikken over een gecoördineerd digitaal model voor de controle van het budget en de planning • Gedetailleerde uitvoering van de geprefabriceerde elementen met het oog op een meer doorgedreven industrialisatie van het proces • Uitvoeren van visuele 3D-controles op de modellen die opgestuurd worden door de partners.
model de te bestellen en te factureren materiaalhoeveelheden afleiden.
pilootproject opstarten 5Een wanneer men er klaar voor is
Nu kan men echt aan de slag gaan en de nodige ervaring beginnen op te doen. Hiertoe dient men een piloot project op te starten waarbij men de BIM-principes voor het eerst zal toepassen. Het is aanbevolen om hiervoor een project te kiezen dat representatief is voor de algemene bedrijfsactiviteiten. Zo heeft een aannemer ons verklaard met BIM begonnen te zijn op een project met een extra korte uitvoeringtermijn. Het doel was om een zo goed mogelijk zicht te krijgen van wat er gebouwd moest worden. Dankzij BIM kregen de onderaannemers snel een beeld van het gebouw en zagen ze meteen waar de knelpunten zaten.
Laatste aanbevelingen
4
Juiste keuzes maken
Om deze doelen te bereiken, zal u soms moeten investeren in nieuwe software of nieuwe hardware, hoewel dit zeker niet altijd nodig zal zijn. In voorkomend geval dient u een goede keuze te maken. Het is echter ook mogelijk dat uw huidige soft- en hardware nu reeds BIM-compatibel is. Er staan overigens ook gratis BIMviewers ter beschikking. Zoals zijn naam reeds aangeeft, laat een dergelijke viewer toe om digitale modellen in 3D te bekijken. Op die manier wordt het model toegankelijk en exploiteerbaar. Dankzij de viewer kan men vanuit het
den die met BIM gepaard gaan en over het waarom ervan. Er moet ook ruimte zijn voor een open discussie: Wat zijn de resultaten? Wat ging vlot en wat verliep minder goed? Wordt het aantal BIM-projecten verhoogd? Worden er bijkomende mensen met BIM-ervaring aangeworven of wordt heel het bedrijf opgeleid? Door de resultaten samen te evalueren, terug te koppelen en te rapporteren over de opgedane ervaringen met BIM groeien de interesse en motivatie om deze aanpak binnen het bedrijf verder te zetten. Zodoende zal het werken met BIM elke keer verbeteren.
Maar iedereen binnen het bedrijf is hier misschien nog niet klaar voor. Zo zouden sommigen bijvoorbeeld beter willen begrijpen wat de BIMprocessen en de BIM-software precies inhouden. Deze personen zouden de kans moeten krijgen om een externe (bv. via een softwareontwikkelaar, een opleidingscentrum) of een interne (via een contactpersoon binnen het bedrijf, coaching) opleiding te volgen. Doe een beroep op een externe consultant of neem iemand aan die reeds enige BIM-ervaring heeft.
de balans op en zoek 6Maak verbeteringspistes
Na het doorvoeren van een dergelijke verandering, moet iedereen de indruk krijgen dat dit lonend geweest is. Daarom is het belangrijk dat iedereen goed geïnformeerd wordt over de nieuwighe-
BIM heeft zowel voor grote als voor kleine bedrijven een grote meerwaarde te bieden. Het is dus voor iedereen nuttig om hiermee van start te gaan. Het type BIM dat ingevoerd moet worden, is voor elk bedrijf verschillend, maar de hiervoor gegeven aanbevelingen gelden voor iedereen. Ga dus rustig van start en maak uw aanvangsdoelstellingen niet te ambi tieus. Begin met een eenvoudig project en pin u niet vast op details. Oefening baart kunst. En luister naar elkaars wensen. Deze kunnen voor elke betrokken partij immers verschillend zijn. Indien men een goed beeld heeft van de verwachtingen, kan men er ook voor zorgen dat het BIM hierop aansluit. BIM is dus geen doel op zich, maar wel een middel om betere resultaten te bereiken. Het doel kan zijn om te komen tot een betere communicatie en een vlottere samenwerking, een grotere doeltreffendheid, een betere productiviteit met minder fouten en een eind resultaat van hogere kwaliteit.
•
(Vrije samenvatting van een tekst, gepubliceerd door het Technisch Comité 'BIM & ICT' van het WTCB op de pagina’s 28 en 29 van WTCB-Contact 2017/3).
maart 2018 • Bouwbedrijf 39
›››
WTCB
Valoriseren van de uitgegraven grond van Waalse bouwplaatsen(*) Milieu-eisen en verwachte evoluties Het begrip ‘circulaire economie’ komt alsmaar meer onder de aandacht. In Europa wordt er naar gestreefd om de principes van dit nieuwe economische model zo goed mogelijk na te leven bij het beheer en de valorisatie van de grond die uitgegraven wordt bij civieltechnische werkzaamheden. Dit is echter niet zo eenvoudig, omdat er in deze context in elk land of zelfs per gewest verschillende regels gelden. Dit kwam naar voren uit een vergelijkende studie van de praktijken uit zeven Europese landen die uitgevoerd werd in 2017. Om te kunnen voldoen aan de doelstellingen van de circulaire economie, zijn er dus evoluties nodig.
eisen in Wallonië 1Geldende en Europa
In Wallonië worden de milieu-eisen waaraan voldaan moet worden met het oog op de valorisering van de uitgegraven grond van bouwplaatsen vastgelegd in het besluit van 14 juni 2001. De conclusies na 15 jaar praktijkervaring en meer dan 1350 analyses op grond, afkomstig van bouwplaatsen over heel Wallonië, zijn sprekend: bijna 70 % van de grond voldoet niet aan de eisen, gesteld aan niet-verontreinigde grond en kan dus niet zonder voorafgaandelijke behandeling gevaloriseerd worden in een niet-industriële zone. Wanneer we er ter vergelijking de drempelwaarden uit het Vlaamse Vlarebobesluit (2008) bijnemen, dan zou slechts 40 % van deze uitgegraven gronden als verontreinigd beschouwd worden. Een rechtstreekse vergelijking met andere Europese landen is echter niet eenvoudig. Zo zijn de drempelwaarden in 40 Bouwbedrijf • maart 2018
Frankrijk en Duitsland gebaseerd op uitlogingsproeven. Het Nederlandse Besluit Bodemkwaliteit berust dan weer op het ‘status quo’- en het gebruiksgeschiktheidsprincipe. Volgens het ‘status quo’-principe moet de gebruikte uitgegraven grond minstens van even goede kwaliteit zijn als de grond waarop deze aangebracht zal worden. Volgens het gebruiksgeschiktheidsprincipe moet de kwaliteit van de grond op de bouwplaats aangepast zijn aan het huidige en/ of toekomstige gebruik ervan. Voor de anorganische stoffen worden er bovendien drempelwaarden opgelegd die gebaseerd zijn op uitlogingsmetingen. Voor de organische stoffen gelden er dan weer een aantal globale drempelwaarden (die heel wat hoger liggen dan in Vlaanderen). In Wallonië liggen 10 van de 31 te meten polluenten doorgaans aan de grondslag van een weigering van de uitgegraven grond:
• voor metalen gaat het om lood, koper, nikkel en zink • voor de koolwaterstoffen gaat het om fenantreen, benzo(a)pyreen, chryseen, fluorantheen, benzo(b)fluorantheen en indeno(1,2,3-cd)pyreen. De drempelwaarden die voor deze parameters opgelegd worden in Vlaanderen, Wallonië en Nederland (voor wat betreft de organische stoffen) zijn samengevat in onderstaande tabel. Het OCW (Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw) en het WTCB hebben een studie laten uitvoeren – hierna aangeduid als de ‘Valseco-studie’ – die tot doel had na te gaan of de Waalse drempelwaarden voor deze tien parameters herzien konden worden, zonder bijkomende risico’s voor de gezondheid van de bevolking en het milieu.
2
Hoe werden de eisen in 2001 vastgelegd? Niet alle drempelwaarden die vast-
gelegd werden in het Waalse besluit van 2001 hebben dezelfde origine: • voor lood werd er gebruikgemaakt van de gegevens inzake ecotoxiciteit van de polluenten voor biologische bodemorganismen en dit, steunend op de kennis die voorhanden was vóór 2001 • voor koper en nikkel werd er uitgegaan van een veronderstelde omgevingsconcentratie aan polluenten in de grond van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die vermenigvuldigd werd met twee • voor zink en chryseen was het doel om het risico op uitloging tegen te gaan • voor vijf andere polluenten werden de waarden uit het Vlaamse Vlarebobesluit van 1995 hernomen en door twee gedeeld.
Op welke basis kunnen deze drempelwaarden herzien 3worden?
gen van de eisen uit 2001. Vandaag de dag zouden we kunnen teruggrijpen naar recentere gegevens die nog niet beschikbaar waren in 2001, waaronder deze die verzameld werden in het kader van het Europese REACH-programma en de door het ECHA opgestelde Risk Assessment Reports (EU-RAR reports – https://echa.europa.eu). Het belangrijkste nadeel van ecotoxicologische gegevens die afgeleid worden uit laboratoriumproeven is dat er hierbij geen rekening gehouden wordt met de verouderingseffecten van de polluenten in de bodem, waardoor het ecotoxische effect overschat wordt (NOEC laboratorium << NOECinsitu). Dit euvel zou verholpen kunnen worden door gebruik te maken van vermenigvuldigingsfactoren die de veroudering en de uitlogingsgraad in aanmerking nemen (de zogenoemde ‘Aging/Leaching’- of A/L-factoren). 3.2 ANDERE BRUIKBARE PARAMETERS
3.1 ECOTOXICITEIT VAN DE POLLUENTEN
Er zou eerst en vooral gekeken moeten worden naar de gegevens uit de literatuur met betrekking tot de ecotoxiciteit van de polluenten. Het gaat hier met name om de experimentele verbanden die gelegd konden worden tussen de concentratie van een polluent en zijn meetbare biologische effecten op verschillende bodemorganismen (de groei van planten, de voortplanting van ongewervelde dieren, het ‘ademen’ van de bodem, het nitrificatiepotentieel ...). Uit deze experimentele verbanden kunnen ‘NOEC’-indexen afgeleid worden, d.w.z. de grootst mogelijke experimentele concentraties waarvoor er geen enkel meetbaar effect voor het organisme opgetekend werd. Het zijn precies deze gegevens die geïnventariseerd werden en vervolgens gebruikt bij het vastleg-
Een absolute bescherming van 80 % van de mogelijk aanwezige organismen (HC20) zou eveneens als uitgangspunt gebruikt kunnen worden. Deze beschermingsgraad van 80 % werd gebruikt bij de vastlegging van de specifieke drempelwaarden ter bescherming van de ecosystemen (VSE) die gelden voor een gebruik van het natuurlijke en het landbouwtype in de ‘normen’ (VS) uit bijlage 1 van het Waalse decreet van 5 december 2008. De risico’s voor de gezondheid en het risico op uitloging moeten evenzeer in aanmerking genomen worden. Deze analyse kan uitgevoerd worden door gebruik te maken van de referentiemethoden die in het voornoemde decreet gedefinieerd werden ter beoordeling van de risico’s (Guide de référence pour l’évaluation des risques - GRER v02 en v03).
TABEL 1 DREMPELWAARDEN VOOR 10 POLLUENTEN (die in Wallonië dikwijls overschreden worden) van toepassing in Wallonië, Vlaanderen en Nederland. Polluent Koper Nikkel Lood Zink Fenantreen Benzo(a)pyreen Chryseen Fluorantheen Benzo(b)fluorantheen Indeno(1,2,3-cd)pyreen
Eenheid
mg/kg ms
Waals besluit van 14 juni 2001 50 40 70 150 0,2 0,2 1 1,2 0,5 0,2
Vlaams Vlarebo-besluit van 2008 72 56 120 200 30 0,3 5,1 10,1 1,1 0,55
complexe Waalse 4Demilieuwetgeving
Naast het Waalse besluit van 14 juni 2001 dat onder meer betrekking heeft op de valorisering van de uitgegraven grond van bouwplaatsen, werd er in 2008 een decreet uitgevaardigd met betrekking tot het bodembeheer. Er bestaat echter geen verband tussen de waarden die vastgelegd werden in het besluit en deze uit het decreet, wat het werk van de aannemer er niet gemakkelijker op maakt.
Welke besluiten konden 5studie? getrokken worden uit de Valseco-
De tien parameters die onderzocht werden in het kader van de studie zouden herzien moeten worden. Zo zou de drempelwaarde voor nikkel van 40 mg/kg ms tot 93 mg/kg ms opgetrokken kunnen worden. We mogen ons dus aan belangrijke wijzigingen verwachten. Als we ons baseren op de nieuwe drempelwaarden die uit deze studie zouden voortvloeien, dan zou amper 35 % van de uitgegraven gronden niet-conform zijn. Idealiter zou er ook rekening gehouden moeten worden met de lokale geologie van Wallonië. Natuurlijke anomalieën kunnen immers plaatselijk leiden tot redelijk hoge waarden voor bepaalde zware metalen. Zo zijn bijvoorbeeld lood en zink in sterk mate natuurlijk aanwezig in het oosten van ons land. Verder zou er werk gemaakt moeten worden van de harmonisering van de drempelwaarden uit het Waalse decreet van 2008 en het Waalse besluit van 14 juni 2001. Ten slotte is er nood aan stortplaatsen waar de niet-conforme grond verzameld zou kunnen worden met het oog op de toekomstige behandeling ervan. Hieraan is er momenteel immers een groot gebrek.
•
Nederlands Besluit Bodemkwaliteit van 2007 – – – – 20 10 10 35 – 40
Dit artikel is verschenen in de WTCB-Dossiers nr. 2017/4.17. Het is van de hand van V. Pollet, ir., adjunct-departementshoofd, departement Materialen, Technologie en Omhulsel van het WTCB, en Y. Hanoteau, m. wet. geol., afdelingshoofd, afdeling Beton, Geotechniek, Milieu en Oppervlaktekarakteristieken (OCW). (*) Hoewel er in dit artikel hoofdzakelijk ingegaan wordt op de Waalse wetgeving, kan deze informatie tevens nuttig zijn voor Vlaamse aannemers die werken uitvoeren in Wallonië.
maart 2018 • Bouwbedrijf 41
De partners van Ecoren, de pers en Frieda Brepoels, burgemeester van Bilzen, bij de geBENOveerde woningen.
ECOREN
BEN worden zonder verhuis Woningen in een minimum van tijd zeer energiezuinig maken terwijl ze bewoond blijven? Het is niet onmogelijk, dat werd onlangs gedemonstreerd door Ecoren, een proeftuin waaraan de Confederatie Bouw Limburg meewerkt.
E
en groot deel van onze bestaande woningen moet dringend energiezuiniger gemaakt worden. Maar naast de kostprijs is een van de problemen: waar gaan de bewoners intussen leven? Een verplichte verhuis verstoort hun leven en kost handenvol geld. Het antwoord van Ecoren is simpel: verhuizen hoeft niet. Klinkt misschien ongeloofwaardig, maar Ecoren leverde onlangs vier woningen op die geBENOveerd werden met technieken die een verhuis overbodig kunnen maken. Bovendien werd de BENOvatie ook nog eens klaargespeeld in amper 20 dagen. De overlast die er altijd is, bleef dus binnen de perken.
Universeel en snel
Ecoren mikt ook op de private markt en appartementsgebouwen, maar proefkonijn voor deze demonstratie waren vier sociale eengezinswoningen van huisvestingsmaatschappij Cordium in Bilzen. Onze leden Machiels en Democo namen als bouwbedrijf het voortouw in dit project. De spectaculair korte bouwtijd op de werf zelf werd bereikt door zoveel mogelijk bouwelementen vooraf in het atelier te produceren, en door consequent digitale technieken als 3D-modeling te gebruiken. Grote stukken van de verbeterde gebouwschil 42 Bouwbedrijf • maart 2018
arriveerden kant en klaar op de bouwplaats, compleet met de nodige plaats voor de installaties.
Kennis delen
Een bijna energieneutrale (BEN-)woning was het doel. Geen eenvoudige opdracht, aangezien een acceptabele kostprijs ook een van de doelstellingen was. Maar de voordelen zijn evident: meer comfort, een betere luchtkwaliteit en een lagere energiefactuur die de bewoners ten goede komt. Bovendien wordt ook de bouwsector beter van Ecoren, stelt Chris Slaets (directeur Confederatie Bouw Limburg). Chris Slaets: “De partnerbedrijven werken samen met kenniscentra zoals EnergyVille en universiteiten. Deze geven niet alleen technische ondersteuning, door het uitvoeren van proeven en het verlenen van advies, maar helpen ook op sociaal vlak, om de bewoners met raad en daad bij te staan. De ervaringen worden verspreid naar bedrijven, als een vorm van ondersteuning als zij gelijkaardige projecten willen ondernemen.” Flip Blockx is consultant bij Democo. Hij bevestigt dat de vier woningen een leerproces waren voor de uitvoerders. Flip Blockx: “In een renovatie zijn er altijd verborgen gebreken. Een goed samengesteld bouwteam en dagelijks
De geprefabriceerde dakelementen arriveren op de bouwplaats.
Indrukwekkende transformatie in amper 20 dagen, voor (boven) en na (links).
overleg helpen deze zo snel en goed mogelijk op te lossen. Leren uit ervaring dat is de boodschap. Op die manier hebben we zowel de positieve punten als de valkuilen van het bouwproces in kaart kunnen brengen. Zo kunnen we een volgend project nog sneller opleveren met een hogere kwaliteit en een lagere kostprijs.” Voor het ontwerp stond dbv-architecten in. Ingenieus was de manier waarop ze de energiemodule in het project integreerden. Deze werd uitgerust met een luifel, wat niet alleen een mooi architecturaal detail is, maar het ook gemakkelijker maakte om de ventilatiekanalen naar de hoofdgevel te geleiden.
WAT IS ECOREN? Ecoren is een proeftuin van Transformatie Bouw Limburg. Hij ontwikkelt en demonstreert universeel toepasbare renovatieconcepten, met als specifieke uitdaging dat de bewoners in het gebouw kunnen blijven. Klanttevredenheid staat daarbij voorop, met andere woorden: hoge kwaliteit, snelle werken en een betaalbaar budget. De bewoners worden van planning tot oplevering bij het project betrokken. Bovendien hanteert Ecoren de bouwmethoden van de toekomst, zoals ketensamenwerking, BIM (Building Information Modeling) en Lean Management. Ecoren krijgt steun van de Vlaamse overheid.
www.ecoren.be.
Betrokkenheid
Klanttevredenheid is een belangrijk onderdeel van Ecoren. Daarom was een goede communicatie met de bewoners een must, zegt Pieter Valkering (VITO / EnergyVille). Pieter Valkering: “Zo namen we hen mee naar de productie bij Machiels Building Solutions. Daar konden ze de prefabricatie van hun woning met eigen ogen zien. Daarnaast werden er informatiefiches uitgedeeld, gesprekken georganiseerd en een noodlijn opgericht om de bewoners te informeren en de vragen te beantwoorden.“ Belangrijk is ten slotte dat de gerenoveerde woningen inderdaad bijna energieneutraal zijn. Om zeker te zijn, gaat Ecoren niet alleen af op theoretische berekeningen, zegt Dirk Saelens (prof. Burgerlijke Bouwkunde KU Leuven). Dirk Saelens: “We monitoren de energieprestaties van de woningen, zowel vóór als na de renovatie. Het energieverbruik wordt nauwkeurig opgevolgd om de werkelijke besparing te kunnen meten.” Evi Lambie (Bouwfysica KU Leuven): “Buiten de energiebesparing zou er ook een verhoging van het comfort kunnen zijn, door de extra isolatie en de ventilatie. De metingen lopen nog tot einde deze winter om een betrouwbaar resultaat te kunnen bekomen.”
•
INFO: Nog vragen over dit project of over Transformatie Bouw Limburg? Stel ze aan vince.feytongs@confederatiebouw.be. Wie “youtube Ecoren”intikt in de zoekmachine, vindt enkele boeiende filmpjes.
maart 2018 • Bouwbedrijf 43
CROSS-LAMINATED TIMBER
Houtbouw, niet alleen voor eengezinswoningen In de houtbouw zijn massieve, kruislings verlijmde houtplaten in opmars. U kent ze wellicht als CLT of voluit Cross-laminated timber. In Bouwbedrijf van juli-augustus 2017 presenteerden we al een woning opgetrokken met deze techniek. Maar hij is niet alleen daarvoor geschikt.
D
at bleek uit een bezoek aan een rusthuis in Ramillies (WaalsBrabant). Het ligt in het kleine dorpscentrum langs de weg die door de gemeente kronkelt, vlakbij de school en het sportcentrum, en het valt meteen op. We gingen er eind januari praten met de aannemer, Thomas Scorier (zaakvoerder TS Construct). Het gebouw was toen al afgewerkt, maar de eerste bewoners waren nog niet gearriveerd.
Dienstengebouwen
Geassisteerd door werfleider Julien Merlin ontving Thomas Scorier ons in de toekomstige refter. Deze heeft een mooi uitzicht op het kleine park voor de bewoners. Thomas Scorier: “Toen we meedongen naar dit project stelde onze concurrent een klassieke bouwmethode voor, maar wij hebben de opdracht binnengehaald. CLT wordt steeds meer toegepast, ook in dienstengebouwen als rusthuizen en scholen. CLT is niet alleen voor huizen. We hebben onlangs nog een ander CLT-bouwproject beëindigd, een Don Bosco-school in Brussel met 1 500 vierkante meter klassen.”
83 kamers
Het rusthuis is een imposant gebouw. Aan de voorkant lijkt het op een omgekeerde T. Het heeft een totale 44 Bouwbedrijf • maart 2018
Het afgewerkte gebouw, wachtend op de eerste bewoners.
oppervlakte van 4 500 vierkante meter en telt 474 ruimten en kamers. Het is met andere woorden allesbehalve een kleine eengezinswoning. Thomas Scorier: “CLT is erg interessant voor dergelijke gebouwen. De 83 kamers voor de bewoners moesten bijvoorbeeld allemaal identiek zijn, met de stopcontacten op dezelfde plaats enzovoort. De groeven voor de leidingen werden vooraf aangebracht in de houten muren, in overleg met de opdrachtgever en de architect, Alain Jaume. Door stroomopwaarts te werken was de bouwplaats meteen klaar voor de installaties die eigen zijn aan een dienstengebouw.” De bouwpartner voor de installaties was Imtech. Ook die onderneming zag de voordelen van CLT. Thomas Scorier: “Heb je er een idee van hoeveel schroeven je moet indraaien in een dergelijk gebouw? Met CLT
moet je veel minder boren, pluggen instoppen enzovoort. En alles is bovendien perfect recht.”
Lichter
De funderingswerken begonnen in november 2016. Midden februari 2017 kon de montage van de houten structuur beginnen. En na amper één maand, midden maart, was het gebouw opgetrokken. Een mooie technische prestatie, want het ging om 1 318 kubieke meter hout, goed voor een gewicht van 646 ton. Thomas Scorier: “Dat is tussen een derde en een vierde van het gewicht van een traditionele constructie. CLT is dus veel lichter. Dat maakt het interessant voor grote gebouwen, want je kunt bouwen op terreinen die eigenlijk niet zo goed zijn. Dat was hier trouwens het geval, de grond heeft ons enkele problemen opgeleverd. Maar
Na een dertigtal dagen stond de houten basisstructuur er al.
De wanden bestaan uit platen van drie op vijftien meter, vijfenveertig vierkante meter per stuk.
met een lichte constructie kun je dat goedkoper oplossen.” Markant detail: ook bij aardbevingen toont CLT zijn sterke punten. Zware aardbevingen komen in ons land weliswaar nauwelijks voor, maar soms beweegt de aarde wel degelijk. Thomas Scorier: “Het is minder gevoelig voor bevingen en goed bestand tegen trekspanning. In traditioneel metselwerk krijg je dan scheuren.”
Brandweerstand
Aan de voorkant heeft het rusthuis drie verdiepingen, aan de achterkant twee. Functionaliteit en bruikbaarheid stonden voorop. Na de afwerking zie je in de kamers en de gangen niets meer van het CLT. Maar het is er. De muren bestaan uit platen van drie op vijftien
meter. Evidente vraag: hoe zit het met de brandveiligheid? Thomas Scorier: “Voor dienstengebouwen en meer in het bijzonder voor rusthuizen geldt dat de wanden twee uur aan een brand moeten kunnen weerstaan. De platen hier zijn ongeveer 5 centimeter dikker dan voor een eengezinswoning: 14 centimeter CLT, waarop 2,5 centimeter gipsplaat bevestigd is, in totaal 16,5 centimeter dus. Het is trouwens niet waar dat een houten gebouw sneller afbrandt. Als hout brandt, ontstaat een koolstoflaag die het beschermt. Staal is veel gevoeliger voor vuur.”
Vaardig bouwen
Bouwen met CLT gaat zeer snel, en de tijdwinst leidt tot geldwinst. Voor een gebouw van deze omvang moet
TS Construct slechts acht mensen op de bouwplaats laten werken, en dat slechts dertig dagen lang. Thomas Scorier: “Voor een gelijkaardig project in beton zou ik zes maanden lang dertig mensen nodig gehad hebben. Met CLT houd ik mijn behoefte aan mankracht dus veel beter in de hand, en daardoor heb ik minder last van sociale dumping. Ik zet Belgen aan het werk. De eigenaar van dit rusthuis, CEP Properties, kan zich terugvinden in mijn benadering. Hij kan het nu sneller verhuren aan een uitbater. In dit geval hebben we een jaar gewonnen vergeleken met een klassieke bouwmethode.” TS Construct heeft het volste vertrouwen in de toekomst van CLT, een techniek waarvan de ontwikkeling steeds verder gaat. Thomas Scorier: “Met CLT heb je geen onbekende factoren meer. De klant en alle bouwpartners kunnen ermee leven. Houtskeletbouw zal nog altijd toegepast worden. Maar de kans is reëel dat deze vorm van houtbouw overvleugeld zal worden door CLT. In sommige landen is het al zover. Wist je dat men in Zwitserland al bruggen bouwt met CLT?” Nee, dat wisten we niet. Maar één ding staat vast: CLT is iets om in het oog te houden.
•
INFO: www.ts-construct.be. maart 2018 • Bouwbedrijf 45
LEDENKORTINGEN FEBRUARI
46 Bouwbedrijf â&#x20AC;¢ maart 2018
RAM track-and-trace
Automatisatie mobiliteit, rit- en aanwezigheidsregistratie in de bouw
t Koppel me bestaande systemen!
Samenwerking met de Confederatie Bouw sinds 2005 • Fleetmanagement • Materieelbeheer • Mobiliteitsvergoeding en urenregistratie • Checkinatwork aanwezigheidsregistratie
RAM Mobile Data NV Woluwelaan 148-150 1831 Diegem T 02 715 2511
www.ram.be
maart 2018 • Bouwbedrijf 47
BETON, in het hart van duurzaam bouwen Beton beschikt ontegensprekelijk over talrijke troeven waar-
door het heel natuurlijk past in de logica van duurzaam
ZICHT architecten - Š foto A. Nullens
bouwen: goede akoestische isolatie, optimale thermische inertie, het is recycleerbaar, rot niet, is brandbestendig, stevig, het vergt weinig onderhoud, is economischâ&#x20AC;Ś
Onder alle omstandigheden en over zijn hele levenscyclus
zorgt beton voor een gezonde en veilige omgeving. Beton bouwt de toekomst !
Vorstlaan, 68 | 1170 Brussel | Tel. 02 645 52 11 Fax 02 640 06 70 | info@febelcem.be | www.febelcem.be Partenaire de
infobeton.be
Ann 210x140 fr/nl 2017.indd 1
1/08/17 15:27
RC, VG. 819/BC, W.INTC.001/W.RSC.1, 00257-406-20121120, 00257-405-20121120
goeie stielmannen vinden
De gespecialiseerde consultants van onze Randstad Construct-kantoren staan garant voor een professionele screening en selectie. Meer over onze Randstad Construct-kantoren vind je op randstad.be/construct.
dat is onze stiel. human forward.
BOUWMARKT
Deceuninck: nieuw coatingproces Aluroc
Sinds vorig jaar biedt Deceuninck aluminium ramen en deuren aan (Deceuninck Decalu) en een nieuw gamma ‘Ventilatie & zonwering’ (Deceuninck Tunal). Voor deze twee productgroepen ontwikkelde de marktleider in pvc-oplossingen het nieuwe
coatingproces Aluroc. Dat behaalde een ‘Super Durable Polyesters Qualicoat Class 2’: de garantie dat de profielen de Floridatest op uv-resistentie en verkleuring hebben doorstaan. De nieuwe Deceuninck Decalu- en Tunalproducten onderscheiden zich dus door hun kleurbestendigheid. Bovendien zijn de nieuwe Aluroc-kleuren optimaal afgestemd op de Decorockleuren voor pvc-profielen. Zo kunnen verschillende oplossingen van Deceuninck harmonieus in een en hetzelfde project worden gecombineerd. Wilt u er meer over weten? Bezoek de stand van Deceuninck op Batibouw (nr. 4117)!
Invisivent Air en Invisivent Comfort: de nieuwe raam verluchtingen van
Renson
www.deceuninck.be
Wienerberger introduceert Porotherm Dryfix:
een revolutionair bouwsysteem Wienerberger maakt gebruik van Batibouw om Porotherm Dryfix te introduceren, een baanbrekende techniek om te bouwen met PLS-lijmstenen. Met de Porotherm Dryfix extra spuitbus kan het voortaan nog sneller, beter en efficiënter. Geen mortel meer! Een spuitbus met spuitpistool, meer heb je niet nodig. Dankzij de snellere uitharding kan onmiddellijk tot verdiepingshoogte gewerkt worden. De
dag erna is de muur meteen belastbaar en kunnen de vloerplaten geplaatst worden. Met het Porotherm Dryfix bouwsysteem is bovendien geen water nodig. En wordt er minder stof geproduceerd. Opgelet! Alleen gecertificeerde aannemers kunnen met Porotherm Dryfix aan de slag. Wienerberger organiseert opleidingen en adviseert bij de werfopstart.
www.wienerberger.be
De twee nieuwe raamverluchtingen Invisivent Air en Invisivent Comfort bepalen hoeveel verse lucht er nodig is in huis. De twee toestellen werken in perfect samenspel met de slimme Healthbox 3.0, in het C+ ventilatiesysteem. Het proces verloopt perfect op maat van de bewoners. Deze twee nieuwe Invisivent-raamverluchtingen waarborgen een nog hoger niveau van akoestisch, thermisch en energetisch comfort. Zij werden ontworpen om volledig onzichtbaar te kunnen wegwerken en maken een verzorgde binnenafwerking mogelijk. Dankzij het ‘monobloc’-principe worden de nieuwe Invisivent raamverluchtingen voortaan als één geheel op het raam gemonteerd. Dat leidt niet alleen tot een betere stabiliteit maar ook tot een betere luchtdichte afwerking dankzij de flexibele geïntegreerde dichtingen. De installateur kan dus gemakkelijker en sneller de raamverluchtingen monteren.
www.renson.be
maart 2018 • Bouwbedrijf 49
MARKANT
Online marketing – buiten we het genoeg uit? In België zetten bouwbedrijven veel minder in op online aanwezigheid en e-marketing dan in de omringende landen. Google verzamelt enorme hoeveelheden gegevens, via zijn zoekmachine maar ook via apps en andere online toepassingen. Over u, over andere gebruikers en over de manier waarop bedrijven op het internet aan marketing doen. Daarom organiseerde de Confederatie midden februari een ontmoeting in de Brusselse kantoren van Google België. Een dertigtal aannemers kwam er luisteren naar de analyses van de tech-gigant.
Wat blijkt? Gemiddeld gaat 20 % van het marketingbudget van de Belgische bedrijven naar digitale media. In Nederland is dat 55 %. Vreemd, want het internet- en het smartphonegebruik liggen in ons land hoger dan gemiddeld. Wie met de zoekmachine van Google info verzamelt over de bouw, komt daardoor vaak op Franse of Nederlandse websites terecht. Er gaan kansen verloren voor onze bouwbedrijven, aldus Google.
1 752
E-commerce is in ons land een relatief kleine sector. In de retail – waarbij Google ook de bouw rekent – gebeurt slechts 17 % van de aankopen langs de elektronische weg. In de subdivisie Home & Garden daalt dat zelfs naar 5 à 8 %. Belgen willen de mensen zien van wie ze een aankoop doen. Maar – en dit is interessant – het proces dat eraan voorafgaat, gebeurt grotendeels online. Volgens Google zou 52 % van de Belgische verbouwers zich laten leiden door online research. Belgen zijn zeer geïnteresseerd in de ervaringen van andere gebruikers. Klantenreviews en gebruikerservaringen op websites zijn dus populair. Met andere woorden: volgens Google is investeren in online-aanwezigheid en digitale marketing een goed idee voor aannemers. Wie onzichtbaar is op het internet, riskeert klanten te verliezen aan concurrenten die wel zichtbaar zijn. Bovendien zijn websites en digitale marketing best ook geschikt voor de smartphone of de tablet. Mobile wordt namelijk gebruikt voor ongeveer de helft van de opzoekingen voor een aankoop.
In 2017 moesten 1 752 bouwbedrijven de boeken neerleggen. Dit is een stijging met 11 % in vergelijking met 2016. In de hele economie werden 9 968 bedrijven failliet verklaard, een stijging met 8,7 %. 61 % van de faillissementen in de bouw waren bvba’s en 22 % eenpersoonsbedrijven. Deze ondernemingsvormen kwamen vorig jaar verreweg het meeste in de problemen. 8,4 % van de faillissementen waren vennootschappen onder firma, 5 % nv’s en 3 % coöperatieve vennootschappen. Er bestaan nog andere vennootschapsvormen, maar die maakten slechts 0,3 % van het totaal uit.
50 Bouwbedrijf • maart 2018
U mist enkel nog het juiste werktuig?
Lease uw werktuigen in enkele klikken met My ING Lease. Ligt er een opportuniteit voor het grijpen? Dan hebt u een snelle oplossing nodig! Met My ING Lease, een beveiligd online platform voor uw leasingcontracten, kunt u verschillende simulaties maken, contracten ondertekenen en uw leasings volledig online beheren waar en wanneer u maar wilt. ing.be/leasing
De sluiting en de inwerkingtreding van enige overeenkomst die via My ING Lease zal worden aangegaan, is alleszins onderworpen aan de opschortende voorwaarde van: het gunstig doorlopen van de identificatieprocedure van zowel de cliënt, de eventuele lasthebbers als de uiteindelijke begunstigden, en de verificatie van de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de ondertekenaar(s), zoals opgelegd door alle toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen, waaronder het Koninklijk besluit van 23 oktober 2015 tot goedkeuring van het reglement genomen in uitvoering van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, aangaande leasingondernemingen; het naar het oordeel van ING Lease aanvaardbare resultaat van een “due diligence” op o.m. financieel, juridisch, fiscaal, commercieel, en milieuvlak; de eenvormigheid tussen het materiaal zoals het in de tool wordt beschreven en zoals het opgenomen wordt in de uiteindelijke bestelbon aan de leverancier. ING Lease zal haar beslissing niet dienen te motiveren. ING Lease Belgium nv. Erkende leasingmaatschappij. Sint-Michielswarande, 60 - 1040 Brussel. Tel. 02 739 64 11 - RPR Brussel – Btw BE 0402.918.402 - BIC: BBRUBEBB - IBAN BE05 3100 4021 5175 - FSMA: 16.601 –inglease.be ING België nv – Bank – Marnixlaan 24, B-1000 Brussel – RPR Brussel – Btw: BE 0403.200.393 – BIC: BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789 • Verantwoordelijke uitgever: Marie-Noëlle De Greef • Sint-Michielswarande 60, B-1040 Brussel.
CerapurCompact, de ideale oplossing voor jouw projecten
WEST, een samenlevingsvriendelijk woonproject in Hasselt
De Junkers oplossing De installatie van de verwarmingssystemen in WEST werd toevertrouwd aan een specialist die, op grond van zijn positieve ervaringen bij tal van andere grootschalige projecten, koos voor de technologie van Junkers. Om tegemoet te komen aan het gewenste prestatieniveau en de hoge efficiëntie-verwachtingen heeft hij de CerapurCompact gaswandbrander aanbevolen, in combinatie met de klokthermostaat CR 50. Door de supercompacte vormgeving is deze doorstroomketel perfect geschikt voor de plaatsing en het onderhoud in kleine bergingen, want elke woonruimte in WEST wordt optimaal benut. Met een modulatiebereik van 15 tot 100% en een vermogen tot 3,7 kW staat de CerapurCompact bovendien borg voor een warmte- en warmwatervoorziening op maat van elke woonunit, en dat tegen een minimale kostprijs. Een troef die alvast interessante perspectieven biedt voor de leefkwaliteit van deze en volgende generaties.
Voordelen in één oogopslag CerapurCompact Condensatie gaswandketel
Moderne, supercompacte vormgeving en stille werking Warmtewisselaar in aluminium/ silicium, met inox ommanteling voor een hoog rendement, een lange levensduur en een eenvoudig onderhoud Modulatiebereik van 15 tot 100% van het maximaal cv-vermogen Digitale aanduiding en diagnosecode
www.bosch-climate.be