maandblad van en voor de aannemer • uitgave van de Confederatie Bouw • Lombardstraat 34 - 42 • 1000 Brussel
Bouwbedrijf
APRIL 2018 AFGIFTEKANTOOR GENT X – €6
SOCIALE TAXSHIFT
Lagere werkgeversbijdragen
RENOVATIE FLATGEBOUWEN
Obstakels en oplossingen
PERSONEELSBELEID
BouwRadar staat u bij
DOSSIER
Groen in de bouw
WEG MET DE STEENWOESTIJNEN /confederatie.bouw @Confedbouw
www .confederatiebouw.be
Confederatie Bouw - Confédération Construction
ALTIJD DE JUISTE VRAGEN STELLEN. Om voortdurend innovatieve antwoorden te vinden. Alleen wie zich gedurende 115 jaar constant heruitvindt, kan aanspraak maken op de claim altijd de hoogste kwaliteit te leveren. Voortdurende productvernieuwing geeft onze klanten een duidelijk voordeel voor hun dagelijks werk. Ongeacht of het door tijdwinst of verbeterde veiligheid is. De uitvinding van de koperperstechniek en de ontwikkeling van SC-Contur zijn twee goede voorbeelden. Viega. Connected in quality.
viega.be/Over-ons
EDITO
De nieuwe detacheringsrichtlijn: nuttig, maar grotendeels ontoereikend tegen sociale dumping
D
e Europese instellingen – Parlement, Raad en Commissie – hebben eindelijk een akkoord bereikt over de herziening van de detacheringsrichtlijn. Deze werd bijna twee jaar geleden voorgesteld door eurocommissaris Marianne Thyssen. Nu is het wachten op de goedkeuring.
Twee belangrijke punten. Eén: de duur van een detachering wordt beperkt tot twaalf maanden, met een mogelijkheid om tot achttien maanden te gaan. Twee: de verplichting om het normale loon te betalen, inbegrepen de premies en de toeslagen opgenomen in cao’s. Dit laatste komt in de plaats van de huidige verplichting om het minimumloon te respecteren van het land waar de gedetacheerde werkt.
Er bestaat er slechts één afdoende maatregel: een streng anti-dumpingbeleid waarvoor de Belgische regering verantwoordelijk is.
Dit gaat uiteraard de goede richting uit. Maar zoals we al opmerkten toen Marianne Thyssen haar originele voorstel deed: jammer genoeg zullen deze wijzigingen ons niet veel vooruithelpen in de strijd tegen sociale dumping en deloyale concurrentie. Inderdaad, ze stellen de Europese regels op de sociale bijdragen van gedetacheerden niet in vraag. Ze heffen het concurrentievoordeel dus niet op dat bouwbedrijven uit landen met lage sociale bijdragen hebben en zullen blijven hebben in België. Daarnaast bestaat het risico dat de nieuwe loonregels weinig effectief zullen zijn tegen de talrijke misbruiken die bestaan. Soms bedraagt het reële loon van een gedetacheerde niet eens de helft van het minimumloon dat gerespecteerd zou moeten worden. De detacheringen in de Belgische bouw zijn blijven toenemen in 2017, in tegenstelling tot de beweringen die in de afgelopen maanden de ronde deden in politieke kringen. Vorig jaar kwam de aanwezigheid van gedetacheerden op onze bouwplaatsen overeen met bijna 50 000 voltijdse equivalenten. Dat is één werknemer op de drie. De Belgische verhouding tussen gedetacheerden en lokale arbeidskrachten is een van de hoogste in Europa. Gegeven deze context, en gegeven de sociale dumping en de sociale fraude die nog te vaak gepaard gaan met detacheringen, bestaat er slechts één afdoende maatregel: een streng anti-dumpingbeleid waarvoor de Belgische regering verantwoordelijk is. Er bestaat een actieplan tegen deloyale concurrentie. Het is het resultaat van de ronde tafel tegen sociale dumping uit 2015. Maar het is nog altijd niet volledig in werking getreden. Veel maatregelen zijn intussen van kracht geworden, met de volle steun van de Confederatie, maar een aantal wacht nog op uitvoering. Men moet de inspanningen dus volhouden. Maar men moet zichzelf ook de middelen geven om te controleren en streng te straffen. Deze middelen vormen een essentieel element van een anti-dumpingbeleid.
Robert de Mûelenaere Gedelegeerd bestuurder april 2018 • Bouwbedrijf 3
INHOUD
12 Sociale taxshift
De regering verlaagde de werkgeversbijdragen aan de sociale zekerheid. Maar ze schafte ook structurele kortingen af, om het systeem transparanter te maken. Alles bij elkaar lijkt het resultaat positief te zijn voor aannemers.
19 Weg met de steenwoestijnen
Groen in de stedelijke omgeving is goed voor het welzijn en de welstand. Het effect kan aanzienlijk zijn, dat bewijzen steeds meer studies. Als de samenleving deze lessen ter harte neemt, zal dat interessante opdrachten creëren voor aannemers.
4 Bouwbedrijf • april 2018
36 Renovatie van flatgebouwen
Een groot aantal flatgebouwen is dringend toe aan renovatie en meer energiezuinigheid. Alleen komt het er niet van. Een colloquium ging op zoek naar oplossingen en analyseerde de nieuwe wet op de medeeigendom.
52 Energiepositief met energieplafonds
De noodzaak om na 2020 alleen nog bijna energieneutrale woningen te bouwen zet aannemers aan tot creativiteit. Een voorbeeld is residentie Alizée van ons lid ACO Bouwteam. Ingenieuze energieplafonds verzekeren er de prestaties.
maandblad van en voor de aannemer • uitgave van de Confederatie Bouw • Lombardstraat 34 - 42 • 1000 Brussel
Bouwbedrijf
DOSSIER
APRIL 2018 AFGIFTEKANTOOR GENT X – €6
19 Inleiding Waarom u dit dossier moet lezen. 20 Groen is gezond Wetenschappelijke bewijzen. 23 EcoCities Ambitieus Vlaams project. 24 Buurten vol groen Voorbeeld uit Wallonië.
SOCIALE TAXSHIFT
Lagere bijdragen voor werkgevers
RENOVATIE FLATGEBOUWEN
Obstakels en oplossingen
PERSONEELSBELEID
BouwRadar staat u bij
DOSSIER
46 Bouw-hackathon Origineel en open innoveren. 47 Brussel kort Interventiekaart om te parkeren – Projectoproep door Be Circular 48 WTCB De duurzame installaties van de toekomst - Ventilatie: hybride systemen en trends
Groen in de bouw
WEG MET DE STEENWOESTIJNEN /confederatie.bouw @Confedbouw
SECTOR & BEROEPEN
www .confederatiebouw.be
Confederatie Bouw - Confédération Construction
INLEIDING
3 Edito De nood aan een handhavingsbeleid tegen sociale dumping. 11 Regionaal standpunt Vastgoedfiscaliteit extra verlagen, niet extra verzwaren.
BOUWBELANGEN
12 Lagere sociale lasten De sociale taxshift, fase twee. 14 Vennootschapsbelasting Investeringsaftrek en notionele interestaftrek. 16 Onderaanneming Niet samen met economische werkloosheid.
CONTACTEN Bouwbedrijf is het maandblad van de vzw Confederatie Bouw, Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Verantwoordelijke uitgever: Filip Coveliers, Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Afgiftekantoor: Gent X Redactie: Peter Graller en Marc Guéret tel. 02 545 57 30 – fax 02 545 59 02 peter.graller@confederatiebouw.be Vormgeving: Nikka Cuypers nikka.cuypers@confederatiebouw.be Abder-Razzaaq Boujdaini abder-razzaaq.boujdaini@cnc.be Franstalige uitgave: Construction Druk: Graphius
27 Energiepremies Ook voor niet-woongebouwen. 28 Duurzaam aanbesteden Waar staan onze overheden? 30 Sociale dumping Nuttige gids bij overheidsdrachten. 32 Overleg met de regering De resultaten van het VBOC. 34 Personeelsbeleid Beter met BouwRadar en FIBS. 35 E-peilen Nieuwbouw scoort goed. 36 Mede-eigendom Renovatie is een probleem. 40 Charter van de
PROJECTEN & BEDRIJVEN
52 BEN en beter Een project van ACO Bouwteam. 55 Bouwmarkt RAM - Niko - Recticel 56 Ledenvoordelen Dagboek van de werken Lekkere koffie op het werk - Goedkoper naar Walibi, Bellewaerde en Aqualibi 58 Markant
• Cijfer van de maand De CMK-indexen 2018. • Marianne Thyssen Hoog bezoek bij de CB Vlaams-Brabant.
Woningbouwers
De nieuwe voorzitter legt uit. 42 Digital Construction Award Bouwbedrijf Dethier wint! 44 Road Federation Belgium Het jaarlijkse congres.
Reacties - vragen: communicatie@confederatiebouw.be Met de medewerking van: • de studiediensten van de Confederatie Bouw Btissam Gorfti Amrani, tel.02 545 56 33 - fax 02 545 59 09 btissam.gorftiamrani@confederatiebouw.be • Vlaamse Confederatie Bouw Johan Walewijns, tel. 02 545 57 49 - fax 02 545 59 07 johan.walewijns@confederatiebouw.be • Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad Morgane Cendoya, tel. 02 545 58 29 - fax 02 545 59 06 morgane.cendoya@confederatiebouw.be • Confédération Construction Wallonne Catherine Houtart tel. 02 545 56 68 - fax 02 545 59 05 catherine.houtart@confederatiebouw.be
Abonnementen: Claude Bernaerts, tel. 02 545 56 88 - fax 02 545 59 00 claude.bernaerts@confederatiebouw.be Reclame: Kristel Dekempeneer, tel. 02 545 56 99 - fax 02 545 59 08, kristel.dekempeneer@confederatiebouw.be of kde@confederatiebouw.be. Prijs jaarabonnement Leden van de Confederatie Bouw: begrepen in het lidgeld Niet-leden: € 137,80 (incl. BTW en portkosten) / buitenland: € 300 (incl. BTW en portkosten)
Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers De vzw Confederatie Bouw wil met deze publicatie gepaste, betrouwbare, volledige en exacte informatie brengen. Ze kan echter niet aansprakelijk worden gesteld indien ze hierin tekortschiet. Alle elementen van deze publicatie zijn beschermd door het auteursrecht van de vzw Confederatie Bouw. Overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk, is slechts toegelaten mits voorafgaande toestemming en uitdrukkelijke vermelding van de bron.
Vanaf nu wordt B ouwbedrijf gedrukt op papier geproduceerd met hout uit duurzaam beheerde bossen. Deduurzaamheid wordt gegarandeerd door de internationale organisatie Forest Stewardship Council (FSC), die niet alleen het bos controleert maar de hele handelsketen tot aan de drukker.
5 april 2018 • Bouwbedrijf bouwbedrijf - februari 2016 5 www.confederatiebouw.be
PRIKBORD
Evenement
14e BouwForum Veiligheid zit in onze genen
tie moet dus de belangrijkste prioriteit worden voor alle ondernemingen.”
Op 22 februari gaf het BouwForum van de Confederatie traditiegetrouw het startschot van Batibouw. Meer dan duizend leden kwamen naar Auditorium 2000 voor dit evenement, dat als slogan had: veiligheid zit in onze genen. Het was weer een spetterende show met video’s en getuigenissen. Maar tegelijk was het de Confederatie ernst. Uw beroepsorganisatie wil dat ons land over enkele jaren in de top 5 staat van de best presterende Europese landen op het vlak van veiligheid in de bouw. Robert de Mûelenaere (gedelegeerd bestuurder) opende het BouwForum en zette meteen de toon. Robert de Mûelenaere: “De Belgische bouwsector is geen goede leerling als het gaat om de veiligheid op het werk. In 2015 werden 14 000 arbeidsongevallen aangegeven in de bouw. Bijna 15 % heeft gevolgen op de langere termijn, en in 0,1 % van de gevallen overleed het slachtoffer. Gemiddeld gebeuren er iedere dag 55 arbeidsongevallen in onze sector.” “30 daarvan leiden tot tijdelijke arbeidsongeschiktheid, 8 tot een of andere vorm van permanente arbeidsongeschiktheid. Sinds 2008 evolueren de statistieken in de goede richting, maar gemiddeld heeft België nog altijd meer ongevallen dan de vijftien landen die in 1995 lid waren van de EU. België zit in de middelste groep, met grote achterstand op de top 4 die bestaat uit Ierland, Nederland, het Verenigd 6 Bouwbedrijf • april 2018
Koninkrijk en Zweden.” In de aanloop naar het BouwForum organiseerde de Confederatie een enquête. Ze ging na hoe onze leden zelf aankijken tegen hun engagement voor een veiligheidsbeleid. Robert de Mûelenaere: “Bijna de helft van de respondenten zeggen dat ze de criteria van een verantwoord beleid toepassen op het vlak van preventie. Volgens ongeveer 60 % worden de beste resultaten gehaald als het management zich engageert. Verantwoorde preven-
“
Hoe is het gesteld met de veiligheidscultuur in de onderneming?
”
Proactief of reactief
Na onze gedelegeerd bestuurder nam Marc Hoppenbrouwers het woord. De Occupational Health & Safety Counsel van Brussels Airport benadrukte dat veiligheid een onderdeel van de bedrijfscultuur moet zijn. Marc Hoppenbrouwers: “Waar staat hij, deze veiligheidscultuur in uw ondernemingen? Hebt u daarvan een idee? Bent u een proactief bedrijf dat bezig is met veiligheid en de systemen voortdurend probeert te verbeteren? Of bent u een reactief bedrijf dat eerder denkt: we doen wat we moeten doen, maar niet meer? Ik stel u nog een vraag: welke zijn de vijf grootste veiligheidsrisico’s in uw onderneming?” Bottom-up
Na deze krachtige bijdrage was het tijd voor bewustmaking. Marc Ruys (Vanhout), Joos Dewulf (Square Group), Dominique Maquet (Galère) en Kris Luckx (IBS) vertelden over hun ervaringen op de werkvloer. Ze wezen op het belang van preventie, participatie en de bottom-up betrokkenheid van alle medewerkers in de onderneming. Of zoals Filip Coumans, Partner Safety & Risk bij ERM, het zei:
Robert de Mûelenaere opende het BouwForum. Hij confronteerde de sector met enkele harde cijfers.
uitroepen, opleiden en letten op de netheid van de bouwplaats. Dan kwamen er twee aannemers op het podium, Karel Derde (Derde Construct) en Damien Magérat (Jacques Delens). Karel Derde: “De werkgever moet iedere dag aandacht hebben voor risicopreventie. Hij moet absoluut het voorbeeld geven.” Damien Magérat: “Het beeld dat het brede publiek heeft van wat wij doen, wordt bezoedeld door de manco’s het op het vlak van de veiligheid. Bij ons is het doel nul opmerkingen en nul incidenten. Hoe we dat doen? Door de hiërarchie betrokken te maken!” Anne De Baetzelier, die het BouwForum modereerde, bespreekt met Paul Depreter de ambities van de Confederatie.
Damien Magérat, gedelegeerd bestuurder bij Jacques Delens.
Filip Coumans: “Om een veiligheidscultuur te creëren zijn drie elementen nodig: kennisverwerving door opleidingen, coaching op de werkvloer die deze kennis omzet in gedrag en ten slotte feedback op gezette tijdstippen.” In bondige, sterke video’s lichten Bob Vanpoppel (Vanpoppel), Renaud Bentégeat (CFE), Colette Golinvaux (Golinvaux) en Karel Neyrinck (CEE) hun visie op veiligheid toe. Volgens hen moet men van veiligheid een positief gegeven maken, haar tot een prioriteit
Opdrachtgevers
Maar waarom hebben landen als Nederland en Groot-Brittannië minder ongevallen in de bouw? Hoe benaderen zij de veiligheid? De opdrachtgever speelt een essentiële rol. Dat bleek uit twee gesprekken die onze voorzitter Paul Depreter had, het ene in Groot-Brittannië met Jim O’Sullivan van Highways England, het andere in Nederland met Bart Swierts en John Voppen van Prorail. Ook bij de opdrachtgever moet het topmanagement zich engageren, en veiligheid in de bedrijfscultuur integreren. Paul Depreter: “De goede praktijken die ik leerde kennen in GrootBrittannië en Nederland zijn hier niet genoeg aanwezig. Inderdaad, de trend
›››
PRIKBORD
De opdrachtgever speelt een essentiële rol in de veiligheid op de bouwplaats.
›››
Filip Coumans, Partner Environmental Ressources Management.
in België moet verbeteren in vergelijking met onze buren.” Partners
Bestaat er een verband tussen veiligheid en de nieuwe digitale technieken die opgang maken in de bouw? Inderdaad! Dat kwam aan bod in de bijdragen van het WTCB (bij monde van voorzitter Johan Willemen) en van het architectenbureau Assar architects (bij monde van Renaud Chevalier en Amaury Gerard). Ze prezen BIM als een manier om na te gaan of alle veiligheidsmaatregelen genomen werden. Daarnaast onderstreepten ze hoe belangrijk de bijdrage is van de veiligheidscoördinatie, van in de conceptfase. Bruno Vandenwijngaert (directeurgeneraal Constructiv) legde uit welke diensten zijn organisatie verleent, zoals de sensibiliseringsacties, de opleidingen en de veiligheidscampagnes. Dankzij de Constructiv-scan kunnen aannemers hun onderneming vergelijken met andere bedrijven voor een hele reeks van indicatoren, waarbij ook de veiligheid. En ten slotte wees Patrick Michel (Federale Verzekering) op het nut van de preventiediensten van de verzekeraar. Hun coaching helpt risico’s voorkomen, en ondersteunt de nodige gedragswijzigingen. Eregast
De eregast op het BouwForum was Marianne Thyssen, eurocommissaris van Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Inclusie. Haar toespraak sloot het evenement af. 8 Bouwbedrijf • april 2018
Robert de Mûelenaere, eurocommissaris Marianne Thyssen, Paul Depreter en Pieter Timmermans (VBO)
Marianne Thyssen: “De uitdagingen gesteld door de veiligheid zijn groot. Het is een kwestie van respect en van zorg voor iedereen. Ongevallen kosten
geld, en iedere euro die geïnvesteerd wordt in veiligheid levert het dubbele op.”
•
PAUL DEPRETER : “IK WIL DAT DE BELGISCHE BOUW IN DE TOP 5 STAAT VAN DE LIDSTATEN VAN DE EU MET DE MINSTE ONGEVALLEN.” Aan het einde van het BouwForum trekt de voorzitter van de Confederatie altijd de conclusies. Paul Depreter: “Dit was een zeer rijkgevuld BouwForum over een onderwerp dat me bijzonder nauw aan het hart ligt. Binnen het maatschappelijk verantwoord ondernemen, een benadering die de onze zou moeten zijn, is het heel vanzelfsprekend om veiligheid op te nemen in de fundamenten zelf van onze bedrijfscultuur. Maar we moeten erkennen dat we nog een lange weg af te leggen hebben vóór we daar zijn. Talrijke analyses en enquêtes tonen het aan, en de statistieken bevestigen het helaas.” “Ik heb van het thema veiligheid op het werk één van de prioriteiten gemaakt van mijn mandaat aan het hoofd van de Confederatie. Mijn doel is eenvoudig maar tegelijk zeer ambitieus: het aantal ongevallen in de Belgische bouw met minstens 50 % terugdringen. Ik zal er alles voor doen opdat de Belgische bouwsector in de top 5 van de Europese landen staat waar het minste arbeidsongevallen gebeuren.”
Meer dan duizend aanwezigen.
Marc Hoppenbrouwers, Occupational Health & Safety Counsel van Brussels Airport.
“
De werkgever moet iedere dag aandacht hebben voor risicopreventie.
”
division - Lab9 Construct
april 2018 • Bouwbedrijf 9
OOK ZO VAN DE T
BOUW? SC
O P E N WH R I J F I N V I A E RV E N DAG . B E
Zondag 6 mei 2018 initiatief van
sponsors
partners
REGIONAAL STANDPUNT
Vastgoedfiscaliteit extra verlagen, niet extra verzwaren
D
e recente verlaging van de successierechten heeft prof. De Grauwe ertoe aangezet om in een column een forse verhoging van de erfbelasting te bepleiten, zelfs tot 100 %. Volgens prof. De Grauwe zal elke jongere door een dergelijke verhoging met dezelfde kansen van start gaan, en het zelf willen en moeten waarmaken. Dat zou tot meer economische dynamiek leiden.
Bepaalde successierechten vooral in indirecte lijn - zijn nu nog te hoog.
De Vlaamse Confederatie Bouw vreest eerder een negatieve dynamiek. Als de overdracht van middelen en goederen over de generaties heen verdwijnt, zullen de prikkels wegvallen om eigen onroerend goed te verwerven, up-to-date te houden en degelijk te onderhouden. Bouwen wordt dan een doel op de korte termijn. Containerwoningen bieden hiervoor een oplossing: goed volgens de Vlaamse Bouwmeester maar niet goed voor de Vlaamse bouweconomie. Als het dan verkeerd loopt, zal men een beroep (moeten) doen op de solidariteit van de leeftijdsgenoten. Zeker bij wie ouder wordt, zal de motivatie afnemen om nog te presteren en te investeren. Nog meer dan nu zullen mensen afhankelijk worden van de nog levende medeburgers. De druk op de sociale zekerheid zal daardoor nog groter worden. Bovendien volgt de vastgoedfiscaliteit een Laffer-curve. Er bestaat dus een optimaal tarief, met maximale ontvangsten voor de overheid. Onder dit optimale tarief kan men de ontvangsten doen stijgen door de tarieven op te trekken. Maar als het tarief hoger is dan het optimum, zullen de belastingontvangsten weer afnemen. Dan ontstaat vooral ontwijkingsgedrag. Bepaalde successierechten - vooral in indirecte lijn - zijn nu nog te hoog. De VCB staat dus achter de geplande verlaging. We willen met de vastgoedfiscaliteit zelfs nog verder gaan. Er is een extra verlaging van de registratierechten met 1 % gepland voor wie een woning energetisch renoveert. De VCB stelt voor om dat percentage te verhogen tot 4 %. Pas dan worden gezinnen die eigenaar worden van een woning, gestimuleerd om deze binnen de vijf jaar grondig aan te pakken. Illustratief zijn de extra verlagingen van de schenkingsrechten met 3 %, 6 % en 9 % voor wie een geschonken woning energetisch renoveert. Deze extra’s zijn duidelijk te laag. Met als gevolg dat tot nu toe hiervan gebruik werd gemaakt in amper een zestigtal dossiers.
Marc Dillen Directeur-generaal Vlaamse Confederatie Bouw april 2018 • Bouwbedrijf 11
SOCIALE TAXSHIFT, DEEL 2
Vermindering sociale bijdragen in 2018 Eind april moeten werkgevers de sociale bijdragen voor het eerste kwartaal afrekenen. De meeste onder hen zullen in vergelijking met 2017 minder patronale sociale-zekerheidsbijdragen moeten betalen. Dit is het gevolg van de tweede fase van de sociale taxshift.
O
m het concurrentievermogen van de ondernemingen te verbeteren, besloot de regering in 2016 een sociale taxshift in te voeren. In verschillende stappen verlaagt deze de patronale sociale-zekerheidsbijdragen op de lonen van werknemers. De tweede fase is in 2018 in werking getreden. De operatie heeft nog een ander doel: de sociale lasten in ons land transparanter maken. Voorheen bestonden talrijke structurele kortingen. Daardoor ligt het reëel betaalde percentage aan sociale bijdragen een stuk lager dan het wettelijk bepaalde percentage. Een daling van het basistarief, gekoppeld aan de afbouw van die structurele kortingen, moet de reële werkgeverslasten duidelijker weerspiegelen.
Daling basistarief
Het tarief van de gewone patronale sociale-zekerheidsbijdragen bestaat uit een basisbijdrage en een loonmatigingsbijdrage. Dit gewone tarief daalde op 1 april 2016 al van 32,40 % naar 30 %. Sinds 1 januari 2018 is het verder gedaald tot 25 %. Maar let op: dit betekent niet dat 12 Bouwbedrijf • april 2018
de sociale lasten netto met 7,40 % gedaald zijn. Bestaande lastenverlagingen werden immers afgebouwd om de daling van het basistarief te compenseren. Zo werd de IPA-korting al in april 2016 afgeschaft. Deze was een vrijstelling ter waarde van 1 % van het brutoloon bij het doorstorten van de bedrijfsvoorheffing. De structurele vermindering van de sociale bijdragen is dus al een beetje teruggeschroefd. Vanaf dit jaar is de hervorming nog grondiger.
Hervorming
De structurele vermindering bestond tot eind vorig jaar uit drie elementen: • een forfaitaire basiskorting van € 438 per kwartaal voor elke werknemer; • een bijkomende korting voor de laagste lonen; • een bijkomende korting voor de hoge lonen. De forfaitaire basiskorting en de bijkomende korting voor de hoge lonen werden per 1 januari 2018 volledig afgeschaft. De korting voor de lage lonen blijft daarentegen behouden en
wordt zelfs uitgebreid. De loongrens voor deze laatste is dit jaar opgetrokken tot een refertekwartaalloon van € 8 850. Daardoor komen meer werknemers in aanmerking voor deze korting. Dit is voor de bouwsector heel belangrijk. Tot nu toe profiteerden de werkgevers uit PC 124 niet van de lage-loonkorting. Maar 1 januari 2018 ligt zelfs het refertekwartaalloon van een arbeider cat. IV net iets onder de loongrens. Zonder de uitbreiding van de lage-loonkorting zou het effect van de sociale taxshift eerder neutraal geweest zijn voor de bouwsector. Vanaf 2019 zal de loongrens verder opgetrokken worden tot € 9 035 per kwartaal.
Hoe groot is het effect?
Het effect van de sociale taxshift berekenen is moeilijk. Verschillende factoren kunnen een invloed hebben op de reële bijdragen die betaald worden. De tabel geeft dus slechts een indicatie van het effect. Hij gaat uit van volledige tewerkstelling. Wat indien de werknemer geen volledige prestaties heeft geleverd, en
TABEL Een indicatie van het effect van de sociale taxshift voor arbeiders
(PC 124) en bedienden (PC 200). Alle bedragen zijn in euro. Maandloon van de arbeider = uurloon x (40 x13)/3.
Arbeider PC 124
1 oktober 2017
Uurloon (huidig cat. III)
1 januari 2018
15,864
15,864
2 749,78
2 749,76
890,93
742,44
Structurele vermindering
- 146,00
Niet meer van toepassing
Vermindering lage lonen
Niet van toepassing
- 25,63
3 494,71
3 466,56
Maandloon Basisbijdrage RSZ
Totaal % lastenverlaging Bediende PC 200
- 1,02 % 1 oktober 2017
1 januari 2018
2 500,00
2 500,00
Maandloon Basisbijdrage RSZ
750,00
625,00
Structurele vermindering
- 146,00
Niet meer van toepassing
Vermindering lage lonen
Niet van toepassing
- 57,60
3 104,00
3 67,40
Totaal % lastenverlaging
bijvoorbeeld enkele dagen tijdelijk werkloos was? Die situatie kan het effect van de sociale taxshift deels uitwissen. In de vroegere regeling van de structurele vermindering zat een correctie-
- 1,46 %
factor. Zodra de werknemer 80 % van een volledige tewerkstelling aan de slag was, profiteerde de werkgever van de volledige forfaitaire korting. De werkgever betaalde door de tijdelijke werkloosheid minder loon en dus minder
sociale bijdragen, maar hij behield de volledige korting van € 438 per kwartaal. Die correctie is nu niet meer aanwezig.
Specifieke taxshift bouw?
Naast de algemene sociale taxshift heeft de regering ook besloten om aan de bouwsector nog een extra lastenverlaging toe te kennen. Het gaat om een uitbreiding van de huidige lastenverlaging die voor ploegenarbeid geldt. Deze bestaat uit de vrijstelling van doorstorting van een gedeelte van de bedrijfsvoorheffing. Dit systeem zou voortaan ook van toepassing worden voor werken die op bouwplaatsen worden verricht in één of meerdere ploegen van minstens twee personen die hetzelfde of complementair werk doen. Bij de redactie van dit artikel was deze bijkomende maatregel nog altijd in bespreking in het parlement. De concrete modaliteiten en vooral de precieze inwerkingtreding was nog niet duidelijk. Zodra de maatregel definitief is, komen we hierop terug.
•
INFO : hendrik.dewit@confederatiebouw.be. april 2018 • Bouwbedrijf 13
NIEUWE VENNOOTSCHAPSBELASTING
Investeringsaftrek en notionele interestaftrek In 2018 en 2019 is de eenmalige investeringsaftrek een interessante optie voor ondernemers, zowel kmo-vennootschappen als eenmanszaken. Ze kunnen 20 % van een investering aftrekken van de belastbare winst. De notionele interestaftrek wordt daarentegen steeds minder aantrekkelijk.
D
e notionele interestaftrek werd relatief veel gebruikt door bouwbedrijven, ook de kmo’s. Maar hij heeft aan belang ingeboet. En de nieuwe vennootschapsbelasting bouwt hem verder af (zie verder). De eenmalige investeringsaftrek is minder bekend. Maar hij is sinds dit jaar erg interessant. In haar zomerakkoord besloot de regering dat hij in 2018 en 2019 van 8 % naar 20 % zou gaan.
VOORBEELD Stel: u koopt dit jaar een nieuwe machine van € 100 000. U kunt dan € 20 000 aftrekken van de belastbare winst. Op de eerste schijf van € 100 000 betaalt een kmo dit jaar 20 % vennootschapsbelasting plus 2 % crisisbijdrage. In een dergelijke situatie levert de eenmalige investeringsaftrek een besparing op van € 4 080.
Vaste activa
Wie investeert in nieuwe materiële of immateriële vaste activa kan de eenmalige investeringsaftrek toepassen. Het moeten wel investeringen zijn in vaste activa, die uitsluitend voor de zaak gebruikt worden. Bovendien moeten ze over minstens drie jaar afgeschreven kunnen worden. Personenwagens komen nooit in aanmerking voor de investeringsaftrek. Bij investeringen gedaan tussen 1 januari 2018 en 31 december 2019 mag men 20 % van de aankoopprijs aftrekken van de belastbare winst, in plaats van 8 % vroeger. Dit tarief geldt zowel in de belasting voor kmo-vennootschappen als in de personenbelasting voor eenmanszaken. Zoals de naam al suggereert, is de aftrek eenmalig. Maar er bestaat een 14 Bouwbedrijf • april 2018
uitzondering voor vennootschappen die op de eerste dag van het belastbaar tijdperk minder dan 20 werknemers in dienst hebben. Zij kunnen de investeringsaftrek spreiden over de afschrijvingsperiode van de activa. Om de investeringsaftrek aan te vragen moet de belastingplichtige bij zijn aangifte een ingevuld, gedateerd en ondertekend formulier 276 U voegen. Er bestond vroeger een verhoogde gespreide investeringsaftrek voor investeringen "in productiemiddelen van hoogtechnologische producten.” Deze is afgeschaft.
Notionele interestaftrek
In het vorige nummer van Bouwbedrijf gingen we dieper in de hervorming van de vennootschapsbelasting. Deze creëerde nieuwe, lagere tarieven. Maar de regering besliste dat de verlagingen budgetneutraal moesten zijn. Daarom schafte ze ook een aantal aftrekmogelijkheden af. Het meest opvallend is de beperking van de notionele interestaftrek. Bedrijven kunnen van hun belastingen een fictieve rentevergoeding aftrekken. Tot vorig jaar werd deze notionele interestaftrek (NIA) berekend op het
VOORBEELD
risicokapitaal aan het einde van het voorafgaande boekjaar. Maar sinds dit jaar wordt de NIA berekend op de gemiddelde toename van het risicokapitaal, vergeleken met het einde van het vijfde voorgaande belastbare tijdperk. In zekere zin moet men de aftrek die men vroeger in één keer kon doen, nu spreiden over vijf jaar. In de meeste gevallen zal de gemiddelde aangroei dus veel lager zijn dan het risicokapitaal zelf. En als er geen toename is, is er ook geen notionele
In jaar X bedraagt het risicokapitaal van de onderneming € 1 600 000. Vijf jaar daarvóór, in jaar X-5, bedroeg het € 1 000 000. De gemiddelde aangroei over vijf jaar is dan € 120 000.
interestaftrek meer. De nieuwe regeling heeft tot gevolg dat de NIA in de praktijk nog weinig voorstelt, zeker in
Voor uw borgstellingen maak de sprong naar...
combinatie met het huidige lage tarief. Voor 2017 bedraagt de normale aftrek slechts 0,237 %, en de aftrek voor kmo’s 0,737 %. Wat als de vennootschap jonger is dan vijf jaar? Dan neemt men het bestaande risicokapitaal en deelt dat door vijf. In het voorbeeld geeft dat € 320 000.
•
INFO : Nog vragen? Stel ze aan marleen.porre@confederatiebouw.be.
Fideris • voor hoofd- en onderaannemers in alle bouwsectoren
• expertise sinds 1926 • marktleider • coöperatieve vennootschap die de winsten deelt met haar vennoten
• hoge ristorno • onze borg verzwaart uw bankkredieten niet
• voor openbare , privé werken en de wet Breyne
Gemeenschappelijke Borgstellingen cv - Ondernemingsnummer 0403.259.880 - RPR Brussel
Groenkraaglaan 5 - 1170 Brussel - T 02 676 19 20 - F 02 513 02 91 - info@fideris.be - www.fideris.be
BOR00104 AdvBouwbedrijf_190x82_dec2015_NL.indd 1
15 april 2018 • Bouwbedrijf 11/01/16 10:43
NIEUWE WET
Sanctie voor onderaanneming bij economische werkloosheid niet aanvaard. De werkgever zal dan het normale loon moeten betalen voor die dagen. Hij zal dus geen winst kunnen boeken door economische werkloosheid en onderaanneming te cumuleren.
Uitdrukkelijke verbintenis
Het gebeurt dat werkgevers hun mensen economisch werkloos stellen, en hun taken dan uitbesteden aan onderaannemers. Sinds kort moeten zij het normale loon betalen voor die dagen.
H
et is verboden om personeel economisch werkloos te stellen, en vervolgens het werk dat het normaal verricht uit te besteden aan derden tijdens de economische werkloosheid. Dit verbod is niet nieuw. Maar wel nieuw is dat de wet nu een specifieke sanctie bepaalt.
Tijdelijke werkloosheid
Bij werkgebrek op grond van economische oorzaken kan een werkgever een beroep doen op tijdelijke werkloosheid. Maar dat beroep moet gebaseerd zijn op redenen die onafhankelijk zijn van zijn wil. Dat is niet het geval wanneer hij de bedoeling heeft om de taken van zijn economisch werkloze 16 Bouwbedrijf • april 2018
mensen uit te besteden aan derden. Het verbod hierop staat in cao nr. 53 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad. Al in 1993 kwamen de sociale partners op interprofessioneel niveau overeen om het cumuleren van economische werkloosheid en onderaanneming te verbieden. Daarmee wilden ze misbruiken tegengaan. Maar aan de cao was geen specifieke sanctie gekoppeld. Deze lacune is nu weggewerkt door de wet van 15 januari 2018 houdende diverse bepalingen inzake werk. Deze is op 15 februari in werking getreden. Als de RVA een inbreuk op het verbod van onderaanneming vaststelt, wordt de economische werkloosheid
De wet bepaalt niet alleen deze nieuwe sanctie. Ze bepaalt ook dat de werkgever uitdrukkelijk de verbintenis moet aangaan om het verbod na te leven. Hij moet dat doen in de voorafgaandelijke kennisgeving van de economische werkloosheid. Deze kennisgeving wordt gedaan met de elektronische toepassing van de RVA. De RVA liet weten dat deze zo snel mogelijk zal worden aangepast. De werkgever zal vanaf dan de kennisgeving niet meer kunnen doen zonder de vereiste verklaring af te leggen. In afwachting kan de werkgever de nieuwe verplichte verklaring afleggen in de commentaarzone. Verplicht is dat evenwel niet. Kennisgevingen zonder deze verklaring zullen in afwachting niet geweigerd worden.
Une nuance
Merk op dat het samengaan van economische werkloosheid en onderaanneming niet strikt verboden is. Het is wel degelijk mogelijk dat dergelijke combinatie zich opdringt, onafhankelijk van de wil van de werkgever. Dat kan bijvoorbeeld te maken hebben met de organisatie en de planning van de werken. Als de nieuwe wet concreet wordt toegepast, zal de Confederatie Bouw erover waken dat met dergelijke redenen rekening gehouden wordt.
•
INFO : Nog vragen hierover? Stel ze aan hendrik.dewit@confederatiebouw.be.
GO DIGITAL!
TOUR & TAXIS BRUSSEL WWW.DIGITALCONSTRUCTIONBRUSSELS.BE
PUBLIREPORTAGE
Uw bedrijfsvoertuigen verzekeren? Uw wagenpark verzekeren – of het nu uit één of meerdere voertuigen bestaat – kan een vervelende en dure zaak zijn. En toch is een basisverzekering broodnodig en verplicht. Federale Verzekering stelt graag haar oplossingen voor de beste bescherming van uw voertuigen en verplaatsingen. Ontdek het in dit artikel! En ze geeft nu ook een mooie korting op uw Omnium!
Geniet nu van 3 maand gratis op uw Omnium!1 De verplichte verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid (B.A.) Auto Deze verzekering is wettelijk verplicht en een modelovereenkomst wordt opgelegd door de wetgever. Dit wil zeggen dat de basis bij elke verzekeraar dezelfde is. Dus het is van belang dat u de voordelige premie combineert met de extra waarborgen die opgenomen worden in het verzekeringscontract. Wat zorgt ervoor dat de prijs-kwaliteitsverhouding bij Federale Verzekering ideaal is? Als u een ongeval hebt met uw voertuig, waarbij u in fout bent, genieten uw inzittenden, de bestuurder en inzittenden van het andere voertuig (of fietsers, voetgangers, …) bescherming en ook de eigenaar van een goed dat beschadigd werd zal kunnen genieten van een schadeloosstelling. En zowel de lichamelijke als materiële schade (voertuigen en hun inhoud, maar eveneens schade aan gebouwen, straatmeubilair, wegeninfrastructuur, …) wordt verzekerd door de Burgerlijke Aansprakelijkheid Auto. Maar onze B.A. Auto biedt u ook meer! - U bent een voorbeeldige chauffeur? Uw bonus-malus zakt tot niveau -2* (personenwagens), waardoor u van een drievoudige bescherming geniet! Van zodra het niveau -2* bereikt is, zullen de twee eerste ongevallen geen invloed hebben op het bedrag van de premie. En zelfs het derde ongeval in fout zal niet leiden tot een premieverhoging, op voorwaarde dat dit niet binnen de 4jaar na het 2de ongeval gebeurt! - Bij een ongeval, geniet u dag en nacht van onze bijstand.
De Omniumverzekering Om de materiële schade – die aanzienlijk kan zijn na een ongeval – aan uw voertuig te verzekeren, neemt u best ook een Omniumverzeke-
ring, en zeker bij nieuwe wagens. Ze verzekert schade aan uw voertuig die veroorzaakt wordt door een verkeersongeval (of u nu in fout bent of niet), een diefstal, een brand, vandalisme, natuurkrachten, … De ‘kleine omnium’ beperkt zich tot brand, glasbreuk, diefstal, botsing met dieren en schade door natuurkrachten. Maar ook hier zijn er extra waarborgen voorzien, die uw wagenpark nog beter beschermen! - U kiest op welke manier u vergoed wordt: op basis van de werkelijke waarde van het voertuig op het ogenblik van het ongeval of in functie van de aangenomen waarde. Deze tweede optie is bijzonder voordelig: wij passen geen waardeverlies toe tijdens de eerste 12 maanden! - Als u niet akkoord bent met het bedrag van de schadevergoeding, betalen wij u de kosten van een door u gekozen tegenexpert (maximum e 150). - Wij bieden ruime waarborgen: o De BTW en de Belasting op Inverkeerstelling worden gratis verzekerd. o Bij glasbreuk: onmiddellijke reparatie bij een erkende hersteller, zonder vrijstelling. o Uw antidiefstalsysteem wordt gratis verzekerd. - U heeft recht op een vervangwagen (toerisme/zaken) gedurende de duur van de herstelling (maximum 30 dagen) door een erkende hersteller. Uiteraard bestaan er voor beide polissen uitsluitingen, bv. een schadegeval door een zelfmoordpoging, het rijden zonder geldig rijbewijs, …
Rechtsbijstand Deze verzekering Rechtsbijstand is een optie bij de B.A. Auto. In het kader van onze rechtsbijstand betalen wij de expertisekosten, de erelonen van de advocaten en de procedurekosten, indien dit nodig zou blijken om een schadevergoeding te krijgen van een tegenpartij die zijn aansprakelijkheid betwist.
Wanneer een gerechtelijke procedure zich opdringt, mag u vrij uw advocaat kiezen. U kunt ook rekenen op juridische bijstand wanneer u strafrechtelijk vervolgd wordt voor een inbreuk op de wegcode.
Het restornoprincipe van Federale Verzekering Omdat Federale Verzekering geen externe aandeelhouders heeft, kunnen wij onze winst delen2 met u. Dit kan alvast een serieuze besparing opleveren!
Ontdek onze actie op www.federale.be/3maandgratis 1 Korting geldig vanaf het eerste jaar van de overeen-
komst onderschreven tijdens de actie, rechtstreeks verwerkt in de berekening van de premie en pro rata herberekend bij verzekeringsduur van minder dan een jaar. Ontdek de actievoorwaarden op www.federale.be/3maandgratis 2 De restorno’s en de winstdeelnames evolueren met de tijd in functie van de resultaten en de toekomstperspectieven van de verzekeringsonderneming, haar solvabiliteit, de economische conjunctuur en de toestand van de financiele markten in verhouding tot de verbintenissen van de ondernemingen die deel uitmaken van de Groep Federale Verzekering, zoals omschreven op www.federale.be. De toekenning van de restorno’s en de winstdeelnames is niet gewaarborgd in de toekomst. De restorno’s en de winstdeelnames variëren per categorie en per type product. De regels inzake hun toekenning zijn opgenomen in de statuten van de ondernemingen die deel uitmaken van de Groep Federale Verzekering. De statuten kunnen geraadpleegd worden op www.federale.be.
Redactie: Federale Verzekering
www.federale.be
DOSSIER
Weg met de steenwoestijnen Het zouden wel een interessante tijden kunnen worden voor aannemers die groendaken en -gevels aanleggen en voor de experts van parken, beplanting en groen. Groen en natuur zijn namelijk goed voor gezondheid, welzijn en welvaart. Weg met de steenwoestijnen, dat suggereren steeds meer studies. Maar we zullen dichter op elkaar moeten gaan wonen, en dus is de vraag: hoe moeten we dat groen in de (semi-)stedelijke omgeving integreren? Welk groen heeft waar het maximale gewenste effect? Dit dossier onderzoekt wat onderzoekers ontdekt hebben en welke problemen nog opgelost moeten worden. Het ambitieuze project EcoCities is alvast een stap in de goede richting.
april 2018 • Bouwbedrijf 19
ECO IS MEER DAN MODE
Leef langer, gezonder, aangenamer (en rijker!) met groen
20 Bouwbedrijf • april februari 2018 2018
Verdichting van het stedelijke weefsel is tegenwoordig het motto. Maar hoe houden we de densiteit leefbaar? “Met verstandig groen”, is een goede kandidaat voor een antwoord. Meer en meer studies geven aan dat groen een intrinsiek deel is van een hoge levenskwaliteit.
I
n 2016 publiceerde de Europese afdeling van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO Urban green spaces and health. Dit rapport evalueert het onderzoek naar de effecten van groen in de stedelijke omgeving. Een blik op de inhoudstafel is indrukwekkend. Volgens de wetenschappelijke literatuur zou groen onder meer de luchtkwaliteit verbeteren, een beter microklimaat creëren, hitte-overlast verminderen en het lawaai dempen. Er zijn bovendien rechtstreekse, positieve effecten op de gezondheid gedurende het hele leven, van baarmoeder tot oude dag. Onderzoek in Litouwen, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Spanje wees inderdaad uit dat baby’s een hoger geboortegewicht hebben als de moeder in een groene omgeving leeft.
Hoe komt dat?
Het wekt geen verbazing dat groen een vast ingrediënt is van veel nieuwe woonprojecten. Maar het WHO-rapport bevat ook een waarschuwing: er bestaat nog geen eensgezindheid over wat dat eigenlijk is, groene ruimte in de stedelijke omgeving. We weten dus ook niet welke relatie er precies bestaat met gezondheid en welzijn. Dat is een probleem voor overheid en bouwsector. Welke groene ingreep is het efficiëntst voor wat? Hoeveel groene ruimte is nodig? Op zoek naar het antwoord trok Bouwbedrijf naar Diepenbeek, waar we een ontmoeting hadden met Silvie Daniels en Nele Weyens. Beiden zijn verbonden aan het Centrum voor Milieukunde (CMK) van de universiteit van Hasselt.
Complexe verbanden
PILOOTPROJECT: ACTIVITEITEN IN HET GROEN TEGEN BURN-OUT OP HET WERK In 2013 hadden 220 000 werknemers in Vlaanderen te maken met symptomen van burn-out. De jaarlijkse kosten hiervan worden geschat op € 25 000 per werknemer. Helpt groen hiertegen? Een onderzoek uit 2014 bekeek hoe burn-outtherapie werkt als ze wordt gegevens in een aangename groene omgeving. Het aantal mensen met een hoge burn-outscore daalde met de helft. De deelnemers sliepen beter en hadden ze minder maag- en darmklachten. Het aantal deelnemers met hartkloppingen en een benauwd gevoel daalde eveneens fors. Een jaar na het beëindigen van de cursus
waren er weinig deelnemers bij wie de symptomen van burn-out weer de kop opstaken. Er loopt nu een pilootproject dat burn-out probeert te vermijden door werknemers – tijdens de werkuren! – activiteiten in de natuur te laten doen: tuinieren, wandelen, sporten … De voordelen voor de werkgevers? Een hogere productiviteit, minder afwezigheden en minder personeelsverloop. Er wordt ook een app ontwikkeld die werknemers zal toelaten hun stressniveau op te volgen. Silvie Daniels van de UHasselt kan u hierover meer vertellen (silvie.daniels@ uhasselt.be).
Silvie Daniels: “Precies analyseren welk effect een groene ruimte heeft, is niet eenvoudig omdat verschillende aspecten meespelen. Niet alleen hun aanwezigheid en hun nabijheid, maar ook de activiteiten die er plaatsvinden en het type en de densiteit van groene ruimten. De moeilijkheid is nu te ontwarren wat de relatie is tussen deze aspecten, pakweg tussen de dichtheid van het groen in een stad en de fysieke gezondheid.” Nele Weyens: “Er is een tweede probleem: hoe sterk is die relatie? De maatschappij ontvangt van een groene ruimte voordelen voor mens en samenleving, de zogenaamde ecosysteemdiensten. Je kunt met technieken uit de economische wetenschappen aan dergelijke ecosysteemdiensten een geldbedrag associëren. Op basis daarvan kan ››› februari april 2018 • Bouwbedrijf 21
ECO IS MEER DAN MODE
Wilt u fysiek zeven jaren jonger worden? Kies een buurt met veel bomen.
››› een overheid of een projectontwikke-
laar dan bijvoorbeeld beslissen welke ingreep het efficiëntst is om het gewenste doel te bereiken.”
Huisprijzen
Intussen bestaan er al studies die de waarde van ecosysteemdiensten onderzochten, onder meer voor de huisprijzen. Het effect blijkt aanzienlijk te zijn. Dat bracht een studie van Joke Luttik uit 2000 aan het licht. Zij onderzocht bijna 3000 woningen die van eigenaar veranderden in Nederland. In het algemeen maakte groen een woning 7 tot 10 % duurder, en soms zelf meer. Silvie Daniels: “Maar Joke Luttik legde ook een verband met het type groene ruimte. In de Nederlandse stad Emmen deed de nabijheid van een meer de waarde van een woning met 7 % toenemen. Bij uitzicht op water was de toename 10 %, en bij uitzicht op een combinatie van tuin en water zelfs 11 %.” Niet verassend: uitzicht op een appartementsgebouw doet de waarde dalen. In Apeldoorn was de waardevermindering in dergelijke situatie 7 %. Een woning met uitzicht op een park was in deze stad daarentegen 8 % meer waard; een woning met een park in de 22 Bouwbedrijf • april 2018
buurt 6 %. In de stad Leiden veroorzaakte verkeerslawaai een waardedaling van 5 %. Voor de rest liggen de cijfers ook daar in de lijn van de vaststellingen in Emmen en Apeldoorn. Uitzicht op een aangenaam landschap met waterpartijen: plus 7 %; een open landschap: plus 9 %; en uitzicht op water: plus 8 %.
Bomen brengen op
Zeer interessant is ook Neighborhood greenspace and health in a large urban center, een onderzoek uit 2015. Het verscheen in het prestigieuze wetenschappelijke tijdschrift Nature. Het onderwerp was het effect van de dichtheid van groen. Deze studie was buitengewoon grondig. Ze keek naar de densiteit van de bomen in de Canadese stad Toronto. Maar daarnaast verzamelden de onderzoekers gegevens over een groot aantal andere factoren, zoals de leeftijd en het geslacht van buurtbewoners, hun opleidingsniveau, hun dieet en hun inkomen. De studie maakte ook een verschil tussen armere en rijkere buurten. Bovendien werden van de gezondheid verschillende aspecten meegenomen, zoals de cardiovasculaire en de mentale gezondheid.
De conclusie is opvallend: 4 % meer bomen per hectare heeft dezelfde effecten als een inkomensstijging van meer dan € 6000 per jaar. Dat is veel. Maar het is niet eenvoudig om dit bedrag te vertalen naar een Belgische stad met Belgische levenskosten. Daarom is het interessant dat de studie de conclusie ook uitdrukt in levensjaren. Dan is het resultaat nog verrassender: 4 % meer bomen heeft hetzelfde effect als weer zeven jaar jonger zijn. Silvie Daniels: “Bomen kunnen dit fijn stof opvangen en het is dus leerzaam om dit te vergelijken met de data over fijn stof van het Europees milieuagentschap EEA. Vlaanderen, Brussel en het noorden van Wallonië liggen midden in de grootste zwarte vlek op de kaart van het agentschap. In 2012 schatte het EEA dat fijn stof de levensverwachting in onze streken met één tot drie jaar verkort.” Zijn bomen een tegengif? In Toronto kwam die 4 % overeen met 10 bijkomende exemplaren per hectare. Silvie Daniels: “In veel steden staan heel wat minder bomen dan in Toronto. Het valt te verwachten dat bijkomende bomen daar grotere effecten zullen veroorzaken.”
Groen verzacht de zeden
Ten slotte stippen we nog het onderzoek van Kuo en Sullivan uit 2001 aan. Zij onderzochten het verband tussen groen in de binnenstad en agressie tegenover partners in een relatie. Fysiek geweld bleek meer voor te komen in stedelijke woestijnen. Hetzelfde gold voor agressie in het algemeen, psychologisch geweld inbegrepen.
Bepaalde types groen doen de waarde van een woning met 7 tot 10 % stijgen.
EcoCities met groendaken en -gevels Groen is goed voor de mensen. Maar wat kunnen we in Vlaanderen en bij uitbreiding in België doen? Dat zal onderzocht worden door EcoCities.
C
oncreet bestudeert EcoCities de rol die groendaken en -gevels kunnen spelen in Vlaanderen. Welke ecosysteemdiensten kunnen groendaken en -gevels leveren in de Vlaamse steden en in welke mate speelt de aanwezige biodiversiteit hierbij een rol? Dit project werd opgezet door de UHasselt, de Universiteit van Antwerpen, de provinciale hogeschool PXL en het WTCB. De Vlaamse Confederatie Bouw is een van de stakeholders die nauw betrokken zijn bij EcoCities. Het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek subsidieert dit project.
Ambitieus
Als het aan EcoCities ligt, mogen aannemers hun groene vingers beginnen te oefenen. De lat ligt immers hoog. De ultieme doelstelling is een gezondere stedelijke omgeving, met meer en beter ingericht groen. En dat zal opdrachten voor aannemers genereren.
Nele Weyens: “Bestaande gebouwen hebben in Vlaanderen ongeveer 10,5 miljoen vierkante meter dak dat geschikt is voor groendaken. Minder dan 1 % daarvan heeft er ook een. EcoCities wil ertoe leiden dat tegen 2026 dit percentage gestegen is naar 5 %, een toename van een half miljoen vierkante meter.” Ongeveer 250 miljoen vierkante meter gevel is geschikt voor een groengevel. Maar opnieuw heeft minder dan 1 % er een. Ook dit zou naar 5 % moeten gaan. Dat zal 12,5 miljoen vierkante meter bijkomende groengevels vragen. Voor nieuwbouw streeft EcoCities ernaar dat er vanaf 2026 elk jaar gemiddeld 53 000 vierkante meter groendak bijkomt. In dezelfde periode wordt gemikt op 1,6 miljoen vierkante meter gevelgroen.
Instrumenten
Nele Weyens: “EcoCities wil een aantal instrumen-
ten creëren die helpen deze doelstellingen te bereiken. Er bestaan immers obstakels. Het is nu nog onduidelijk welke ecosysteemdiensten groene daken en gevels leveren, en wie daarvan eigenlijk profiteert: de gemeenschap of het individu? Bovendien zal de waarde van deze diensten wellicht afhangen van de schaal: huis, straat of wijk.” In deze omstandigheden is het niet eenvoudig voor de overheid om bouwrichtlijnen te formuleren, of stimulerende maatregelen te nemen zoals subsidies of belastingkortingen. Anderzijds weten gebouweigenaars niet wat het hun opbrengt. Ze zijn zich bovendien weinig bewust van de publieke baten van groen.
Waardebepaling
EcoCities wil zo nauwkeurig mogelijk bepalen hoeveel euro ecosysteemdiensten waard zijn. Stel dat een groengevel 5 % van de luchtvervuiling verwijdert. Dan zal het project onderzoeken hoeveel gezondheidskosten
daardoor vermeden kunnen worden. Het wil ook een objectieve vergelijking tussen verschillende ecosysteemdiensten mogelijk maken: luchtkwaliteit, waterkwaliteit, CO 2-opslag, buffering van hemelwater, hitteoverlast, welzijn enzovoort. In Hasselt en Antwerpen zal de impact van enkele groene scenario’s bepaald worden. Stel dat een hele wijk wordt ingericht met groendaken en -gevels. Welke impact heeft dat nu? En in de toekomst? In deze steden zal men ook een promotiecampagne voeren. Er komen tien demonstratieprojecten, waar men onder meer uit wil afleiden hoe men best kiest voor bepaalde begroeiing. Deze projecten zijn ook een laboratorium voor regelgeving. Ne l e We y e n s : “ E e n belangrijk resultaat moet ook de online tool zijn, die tegen 2022 op punt moet staan. Hij zal een soort kaart van Vlaanderen bevatten. Overheden die bijvoorbeeld iets willen doen aan de luchtkwaliteit in een bepaalde straat moeten er informatie vinden over de beste opties en over de grootste opbrengst. Zo kunnen ze onder meer de grootte van subsidies bepalen. En omgekeerd moet deze tool vertellen hoeveel ecosysteemdiensten het groen op een bepaalde plaats al levert.”
•
april 2018 • Bouwbedrijf 23
WAALS VOORBEELD
De beplanting wordt gecombineerd met een nadruk op zachte mobiliteit.
De nieuwe eco-buurt in Engis La Fontaine Saint-Jean in de Waalse plaat Engis is een buurt die van in de conceptfase duurzaam en groen was. Engis ligt aan de Maas, ongeveer midden tussen Hoei en Luik. De wijk la Fontaine Saint-Jean telt 56 woningen en een crèche. Ze is een vredig rustpunt naast de drukke en sterk geïndustrialiseerde oevers van de rivier, een voorbeeld van de eco-wijken en duurzame buurten die Wallonië stimuleert. Hoofdaannemer was ons lid Wust. “Overal waar je bent, heb je uitzicht op groen,” merkte projectleider François Hubin op toen we hem ontmoetten. Dat is inderdaad een excellente beschrijving van de buurt. De groene ruimten ontbreken niet, net zomin als de waterpartijen. Van in de ontwerpfase is nagedacht over de integratie van groen. La Fontaine Saint-Jean is offi24 Bouwbedrijf • april 2018
cieel erkend als duurzame buurt, met een score van 96 % volgens de Waalse handleiding Duurzame Buurten.
Bouwteam
Na een stedenbouwkundig onderzoek deed Engis in 2012 een projectoproep voor La Fontaine Saint-Jean. Belfius Immo haalde de opdracht binnen met de steun van b2Eco. Dat bestond uit Wust, Prefer en het architectenbureau Artau. b2Eco werkte in bouwteam, hand in hand met Belfius Immo, vertelde Thierry Beguin (adjunct-directeur-generaal bij Wust). Thierry Beguin: “In een duurzaam bouwproject bereik je de doelstellingen gemakkelijker met een bouwteam. In
dit geval bestond het doel uit modulaire gebouwen met uitstekende energieprestaties, omringd door groene ruimten. Het modulaire karakter maakte het eenvoudiger om woningen met verschillende formaten en vormen op te trekken.” De eco-buurt heeft een oppervlakte van meer dan een halve hectare en wordt gebruikt sinds het begin van 2015. Maar dit is slechts de eerste fase. Thierry Beguin: “Er volgen nog drie fases. Alleen weten we nog niet wanneer de werken daarvoor zullen beginnen. Uiteindelijk moet de buurt 1,7 hectare groot worden.” Maar dat is dus toekomstmuziek. Step by step is voorlopig de slogan van de ontwikkeling.
La Fontaine Saint-Jean is een typisch voorbeeld van de groene wijken die door Wallonië gestimuleerd worden.
Geluidsmuur
De Maasvallei is hier van oudsher een drukke verkeersader. De eco-buurt ligt op een terrein dat vroeger een maisveld was, vlak langs de N90 die met zijn vier rijstroken de rivier volgt. Van in het begin is gedacht aan maatregelen om de geluidsoverlast te verminderen. François Hubin: “We hebben heel wat grond moeten verzetten voor we aan de eigenlijke bouw konden beginnen. We hebben daarmee over verschillende honderden meter een geluidscherm gemaakt, een aarden wal, om het geraas van de auto’s en vrachtwagens te dempen.” Bonus: de wal schept een aangenaam veiligheidsgevoel, ideaal voor families die een wandelingetje maken met de kinderen. Je zou kunnen zeggen dat het project al duurzaam was vóór er een steen gelegd was. De uitgegraven grond is ter plaatste hergebruikt, de ecologische voetafdruk bleef beperkt.
Zwakke weggebruikers
De woningen zijn gegroepeerd rond een centraal plein, de belangrijkste ontmoetingsplaats voor de bewoners. Het wordt doorkruist met infrastructuur voor zachte mobiliteit, zoals voetgan-
gerszones en fietspaden. Waar auto’s mogen komen, is de maximumsnelheid 30 km/u. François Hubin: “Deze site geeft voorrang aan zwakke weggebruikers, maar het was onmogelijk om auto’s de toegang te ontzeggen. We kunnen aan de bewoners niet vragen zich aan de rand te parkeren en te voet naar huis te gaan.”
Beton en hout
Er staan verschillende soorten woningen in de wijk: huizen, appartementen en studio’s. Een eco-buurt staat open voor alle generaties, jong en minder jong. François Hubin: “Hier wonen mensen met beperkte mobiliteit in appartementen met kamers op straatniveau. Jonge gezinnen wonen in rijhuizen of driegevelwoningen. Maar vrijstaande woningen vind je hier niet. In projecten als dit moet je denken aan een correcte verdichting.” Opvallend: de muren van de woningen. Ze zijn gebouwd met geprefabriceerde panelen uit houtbeton en Argex. Deze werden gemaakt door Prefer, een onderneming die niet ver van de site gevestigd is en die deel uitmaakte van
het bouwteam. François Hubin: “Ook dat is duurzaamheid, samenwerken met lokale bedrijven. In houtbeton worden de granulaten deels vervangen door hout. Beton met Argex is lichter dan klassiek beton.” De muren zijn 22 centimeter dik. Ze hebben excellente isolatiewaarden en een uitstekende akoestiek. De energieprestaties en de luchtdichtheid zijn vlekkeloos, aldus Hubin.
Betonstop Onze gesprekspartners zijn ervan overtuigd dat er nog eco-wijken zullen bijkomen, ook al mag het niet de enige optie zijn. Gezien de betonstop die ook in Wallonië aangekondigd is, zullen mensen dichter op elkaar gaan wonen. Thierry Beguin: “Een eco-buurt staat precies dat zuinige ruimtegebruik toe, met een generatiemix, de aanwezigheid van faciliteiten en van groen. Op dit moment staan we op het punt in Aarlen te starten met een andere buurt, die groter is. Hoe indrukwekkend deze site in Engis ook is, eigenlijk is het maar een kleine eco-buurt.”
•
april 2018 • Bouwbedrijf 25
UW VOERTUIG BESCHERMT U. MAAR WIE BESCHERMT UW VOERTUIG?
De Omnium van Federale Verzekering: de verzekering die uw voertuig beschermt. U bent de gelukkige (toekomstige) eigenaar van een nieuwe bestel- of vrachtwagen? U koos voor zo wat alle opties voor uw veiligheid? Heel goed! U bent helemaal beschermd. Maar... wat met uw nieuwe voertuig? Bescherm het tegen materiële schade met onze verzekering Omnium, de onmisbare bescherming voor nieuwe voertuigen. Geniet van een dienstverlening op maat en ontdek het plezier van het rijden zonder zorgen...
NU
3 MAAND GRATIS *
Bereken uw premie op federale.be/3maandgratis De verzekeraar die zijn winst met u deelt * Korting geldig vanaf het eerste jaar van de overeenkomst onderschreven tijdens de actie, rechtstreeks verwerkt in de berekening van de premie en pro rata herberekend bij verzekeringsduur van minder dan één jaar. Meer info en voorwaarden van onze actie op www.federale.be/3maandgratis. Federale Verzekering – Stoofstraat 12 – 1000 Brussel www.federale.be Coöperatieve Vennootschap voor Verzekering tegen Ongevallen, Brand, Burgerlijke Aansprakelijkheid en Diverse Risico’s CVBA. Financieel rekeningnummer: BIC: BBRUBEBB IBAN: BE31 3100 0723 3155 - RPR Brussel BTW BE 0403.257.506.
AANVRAGEN BIJ DE NETBEHEERDER
Energiepremies 2018 voor niet-woongebouwen Ook niet-woongebouwen hebben recht op premies voor energiebesparende ingrepen. Het gaat om gebouwen van kmo's en grote ondernemingen maar ook andere organisaties zoals vzw's. Aanvragen moet bij de distributienetbeheerder.
D
e premies voor woningen en niet-woongebouwen zijn deels gelijklopend (zie de tabel). Maar er bestaan voor niet-woongebouwen ook specifieke premies. Zo is er een premie voor energiezuinige relighting, de aanpassing van binnenverlichting. Deze kan oplopen tot € 20 000. De netbeheerders van de elektriciteitsdistributie hebben daarnaast een premie als een energiestudie of energieaudit aantoont dat een investering in het niet-woongebouw een belangrijke energiebesparing oplevert in vergelijking met de bestaande situatie. De investering moet daadwerkelijk uitgevoerd zijn. Deze premie komt wel met enkele voorwaarden. Zo moet het gebouw minstens vijf jaar oud zijn op de datum van de premie-aanvraag. De premie bedraagt € 0,035 per bespaarde kWh primaire energie, met een maximum van € 25 000 per project en per jaar. Let op: deze premie geldt enkel als voor de ingreep geen specifieke netbeheerderpremie bestaat. Een overzicht van de premies voor niet-woongebouwen staat op de website van het Vlaams Energieagentschap, www.energiesparen.be. Achtereenvolgens klikken op Subsidies – Voor bedrijven – Tegemoetkomin-
gen van uw netbeheerder – Premies van Eandis en Infrax. INFO: Nog vragen? Stel ze aan tim.vanhelden@vcb.be Tim is beleidsmedewerker Energie van de Vlaamse Confederatie Bouw.
SLECHTS ÉÉN PREMIE DAALDE IN 2018 Bij het februarinummer van dit magazine kreeg u een handige premieaffiche. Daarop ook de premies voor de na-isolatie van bestaande woningen. Zoals u kon zien, is slechts één premie gedaald in 2018. Voor spouwmuurisolatie kreeg men vorig jaar € 6 per vierkante meter, nu is dat € 5.
Tabel – Deze premies voor niet-woongebouwen zijn gelijklopend met de premies voor woongebouwen.
Ingreep
Premiebedrag
Voorwaarde
Dak- en zoldervloerisolatie
€ 6 per vierkante meter € 3 per vierkante meter
Uitgevoerd door aannemer Doe-het-zelver Rd-waarde minstens 4,5 m² K/W
Isolatie van de buitenmuur aan de buitenzijde
€ 15 per vierkante meter
Rd-waarde minstens 3 m² K/W
Isolatie spouwmuur
€ 5 per vierkante meter
Aannemer werkt conform STS 71-1
Isolatie van de buitenmuur aan de binnenzijde
€ 15 per vierkante meter
Rd-waarde minstens 2 m² K/W
Vloerisolatie
€ 6 per vierkante meter
Rd-waarde minstens 2 m² K/W
Hoogrendementsbeglazing
€ 10 per vierkante meter
U-waarde maximaal 1,1 W/m²K
Zonneboiler
€ 200 per vierkante meter - niet meer dan € 10 000 - niet meer dan 40 % van de factuur
Aannemer heeft certificaat van bekwaamheid
Warmtepomp
Afhankelijk van type en vermogen
Aannemer heeft certificaat van bekwaamheid
Architect begeleidt de werken of aannemer heeft certificaat van bekwaamheid
april 2018 • Bouwbedrijf 27
WELKE RICHTING GAAN WE UIT?
Duurzaam aanbesteden voor gebouwen en infrastructuur Panelgesprek met Lieve Van Medgael (Facilitair Bedrijf), Alex Verhoeven (VVSG), Nick Landuyt (MOW) en Marc Dillen (VCB).
De Vlaamse overheid wil 100 % duurzaam aanbesteden tegen 2020. Maar hoe moet dat concreet? De Vlaamse Confederatie Bouw organiseerde onlangs een congres over milieu- en duurzaamheidscriteria bij overheidsopdrachten van werken. De belangrijkste spelers waren aanwezig.
H
et congres vond plaats op 12 december en had een dubbele focus: op gebouwen enerzijds en infrastructuur anderzijds. Vertegenwoordigers van Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), het Facilitair Bedrijf, MOW (Mobiliteit en Openbare Werken) en VCB namen deel aan het afsluitende panelgesprek.
Drie pijlers
De Vlaamse overheid wil in haar overheidsopdrachten de milieudruk verminderen en de transitie naar een kringloopeconomie stimuleren. Zowel 28 Bouwbedrijf • april 2018
ALGEMENE CONCLUSIE: Er staat nog niets vast, we staan aan het begin. Een werkgroep van het Vlaams Samenwerkingsforum Overheidsopdrachten probeert duidelijkheid te scheppen over dat begrip duurzaamheid. Hij zal ook een inventaris maken van de milieu- en duurzaamheidscriteria die al bij overheidsopdrachten van werken worden gebruikt, om deze dan te evalueren.
tijdens de inschrijvingsfase als tijdens de uitvoeringsfase worden aannemers
nu al geconfronteerd met milieu- en duurzaamheidscriteria in de opdrachtdocumenten. Ze komen niet alleen voor in de selectiecriteria voor de aannemer en in de gunningscriteria van het project, maar ook in de technische specificaties van het gebouw of de infrastructuur. Maar verschillende opdrachtgevers lijken dit verschillend aan te pakken. De VCB pleit voor een eenduidig beleid, over de verschillende overheden heen. Duurzaam aanbesteden heeft vaak verregaande gevolgen voor het
bouwproces. De aannemers moeten voldoende tijd krijgen om hun werking aan te passen.
Nieuwe reglementering
Advocaat Carlos De Wolf analyseerde de manier waarop duurzaamheids- en milieucriteria behandeld worden in de nieuwe reglementering overheidsopdrachten. Deze kwam er naar aanleiding van Europese richtlijnen. Duurzaam aanbesteden is één van de essentiële strategische beleidsdoelstellingen van de Europese Unie. Dat is vertaald in de nieuwe Belgische reglementering. De Wolf wees op een aantal heikele punten. Het begrip duurzaamheid moet een concrete invulling krijgen. De aanbestedende overheid krijgt een grotere beoordelingsbevoegdheid, en bij de gunning van overheidsopdrachten is er minder rechtszekerheid in de besluitvorming. Tegelijk zal de klemtoon verschuiven naar de uitvoeringsfase. Contract management zal daarvan een essentieel onderdeel vormen. De verschillende partijen zullen goed moeten samenwerken en op de lange termijn denken als ze duurzaamheid nastreven. Een overheidsopdracht nog wat wijzigen tijdens de bouwfase zal niet zomaar meer lukken.
Instrumenten
Lisa Wastiels (WTCB) besprak enkele instrumenten om duurzaam en milieuvriendelijk te bouwen. Daarbij zaken als de Milieugerelateerde Materiaalprestatie van Gebouwelementen (MMG), Levenscyclusanalyse (LCA) en de milieuproductverklaring (EPD) van bouwproducten. Zij hebben ieder hun sterke en zwakke punten. Vlaanderen geeft dit jaar het startschot voor Totem (Tool to Optimise the Total Environmental impact of Materials, zie kadertekst). Zoals de naam al suggereert is dit een manier om de milieuprestaties en de milieu-impact van materialen te beschrijven. Om vergelijkingen te vereenvoudigen, worden deze uitgedrukt in euro. Met een EPD (Environmental Product Declaration) kan een producent of verdeler de milieu-impact van een product weergeven. Een EPD doorloopt een verificatieproces volgens
ISO- en EN-normen. Maar het is op dit moment moeilijk om uit een EPD de milieukwaliteit af te leiden. Het behaalde resultaat wordt niet aangeduid als goed of slecht. Een LCA of levenscyclusanalyse resulteert in een milieuprofiel van een product, element of gebouw. Dit kan bijvoorbeeld inzicht geven in de verhouding tussen de milieu-impact van een materiaal en de energiebesparing. Maar men moet een LCA altijd bekijken in de context van de specifieke toepassing.
De huidige praktijk
Aan de hand van een aantal projecten analyseerde Joost Declercq van het architectenbureau Archipelar / Ar-te hoe deze tools gebruikt worden in bestekken. Daarnaast besprak hij de verschillende werkwijzen van duurzaam aanbesteden. In dit verband is de gids Green Public Procurement Criteria for Office Building Design, Construction and Management interessant. Hij komt van de Europese Commissie en geeft aan hoe en waar duurzaamheidsvereisten kunnen opgenomen worden in bestekken. Het onderdeel van het congres gewijd aan gebouwen werd afgesloten door Almut Fuhr van het Facilitair Bedrijf. Zij gaf een uitzetting over GRO. Dat is de opvolger van de handleiding Waardering van Kantoorgebouwen van het Facilitair Bedrijf. GRO is belangrijk als toepassing van duurzaam aanbesteden door de Vlaamse overheid. Een geïntegreerde aanpak is de onderliggende filosofie, van ontwerp over uitvoering tot onderhoud. Er is aandacht voor people-planet, profit en climate responsive design. Een multidisciplinaire opvolging door de bouwheer/opdrachtgever moet garanderen dat de theorie in werkelijkheid wordt omgezet.
Infrastructuur
Het onderdeel infrastructuur van het congres werd afgetrapt door Kris Redant van OCW. Hij gaf een voorbeeld van Green Public Procurement in de Belgische wegenbouw. Een werkgroep binnen OCW waaraan aannemers en overheidsadministraties deelnemen, ontwikkelde een alternatieve manier van aanbesteden. Daarin
gebeurt de gunning op basis van een fictieve prijs, gebaseerd op de werkelijke prijs én een duurzaamheidsbeoordeling. De duurzaamheidsbeoordeling kent een score toe aan de volgende ecologische en sociale indicatoren: GWP (Global Warming Potential), uitputting van materialen, lawaai, duurzaam aankoopbeleid en filevorming. De score bepaalt mee de fictieve prijs. Er is een pilootproject in het vooruitzicht gesteld, maar voor alle duidelijkheid: bij de uitvoering telt vanzelfsprekend de werkelijke prijs.
MOW
MOW werkt ook al rond duurzaamheid, vertelde Nick Landuyt, maar beperkt zich tot de ecologische pijler. Uit het contractmanagementsysteem eDelta kan men gegevens halen over de duurzaamheid van lopende opdrachten. Vanaf dit jaar zal ook het rapporteringssyteem eRIO hierover cijfers kunnen genereren. In specifieke initiatieven duikt het LCA-denken op. Er is aandacht voor de CO2-uitstoot, en er is al een bonus toegepast voor extra milieu-inspanningen. De resultaten zullen in de loop van komende jaren duidelijk worden.
Panelgesprek
Een panelgesprek sloot het congres af. De deelnemers waren Marc Dillen (VCB), Lieve Van Medgael (Facilitair Bedrijf ), Alex Verhoeven (VVSG) en Nick Landuyt (MOW). Ze beantwoorden vragen uit het publiek en creëerden een ruimer perspectief op de kwestie. Ze gaven daarnaast hun visie op aspecten als de competenties die nog ontwikkeld moeten worden, opleidingen, de nood aan specialisten, het belang van standaardisatie, de verdeling van aansprakelijkheden, het gewicht van duurzaamheidscriteria in bestekken … De VVSG deed een oproep: de lokale besturen moeten de tijd krijgen om zich aan te passen en voor te bereiden. Duidelijk werd ook dat een regelgevend kader met een gefaseerde implementatie een conditio sine qua non is. De vergelijking werd gemaakt met de energieprestatieregelgeving. Deze had een langetermijnplanning met doelstellingen.
•
april 2018 • Bouwbedrijf 29
WELKE RICHTING GAAN WE UIT?
Vlaamse gids tegen sociale dumping bij overheidsopdrachten Onder leiding van het Vlaams Samenwerkingsforum Overheidsopdrachten, waarin de Vlaamse Confederatie Bouw zetelt, is een gids opgesteld die sociale dumping bij overheidsopdrachten helpt tegen te gaan.
D
etachering van buitenlandse werkkrachten is volledig legaal. Maar in de praktijk gaat het systeem gepaard met onaanvaardbare en illegale toestanden, zoals detacheringsfraude, ongeoorloofde terbeschikkingstelling van personeel, schijnzelfstandigen en zelfs regelrechte mensenhandel. Bouwbedrijven lijden onder deze sociale dumping, die unfaire concurrentie veroorzaakt maar niet gemakkelijk te bestrijden is. Een aanbestedende overheid in Vlaanderen heeft nu een instrument in de strijd tegen deze plaag: de Vlaamse gids tegen sociale dumping bij overheidsopdrachten. Deze legt heel con-
De gids legt de mogelijke maatregels uit en reikt clausules aan die gebruikt kunnen worden in de opdrachtdocumenten.
creet uit hoe aanbestedende overheden sociale dumping en zijn gevolgen kunnen tegengaan. In het eerste deel staat uitgelegd welke maatregelen ze kun-
nen nemen. Dan reikt de gids de bijhorende clausules aan voor opdrachtdocumenten. Ze kunnen de controles, verplichtingen en handelswijzen van de aanbestedende overheid verduidelijken en vergemakkelijken. De gids werd goedgekeurd door het Vlaams Samenwerkingsforum Overheidsopdrachten. Dit platform brengt de Vlaamse overheid samen met de lokale en provinciale besturen, de academische wereld en sectoren zoals de bouw. Het doel is oplossingen zoeken voor problemen met overheidsopdrachten die aan het licht komen.
•
TOTEM: TOOL OM MILIEU-IMPACT TE KWANTIFICEREN Totem werd officieel voorgesteld op Batibouw, door Vlaamse minister Schauvliege, Waals minister Pierre-Yves Jeholet en Joël Solé (directeur afdeling Energie bij Leefmilieu Brussel). Totem is de afkorting van Tool to Optimise the Total Environmental impact of Materials. Deze digitale interface is eenvoudig in het gebruikt, en helpt de bouw om van in de conceptfase milieuvriendelijke keuzes te maken. Totem omvat een grote bibliotheek van bouwelementen en -materialen, die continu bijgewerkt wordt. De berekening van de milieu-impact vertrekt van een wetenschappelijke methode, die aangepast is aan de eigenheid van de Belgische bouwmarkt. De informatie is dus betrouwbaar en transparant. Het is de bedoeling dat Totem in de nabije toekomst gekoppeld worden aan B-EPD, de Belgische federale databank met milieuverklaringen van producten (Environmental Product Declarations). De Gewesten hebben vijf jaar lang gewerkt aan de methodologie, in samenwerking met universiteiten en studiebureaus. Info: www.totem-building.be
30 Bouwbedrijf • april 2018
PUBLIREPORTAGE
Healthbox® 3.0: Een nieuwe stap in installatiegemak Tijdswinst in installatie en in het beheer en de opvolging van werven Healthbox 3.0 van Renson zorgt op een slimme en volautomatische manier voor gezonde lucht in huis. Deze geconnecteerde vraaggestuurde ventilatie-unit is klaar voor alle ‘smart homes’, want die communiceert voortaan zowel met jou als installateur als met de bewoner, elk via een bijbehorende applicatie. Voor jou als installateur wordt de installatie en inregeling van de ventilatie via de app nog een stuk praktischer. “En dat is niet alles,” vult Benny Loones (productmanager Renson) aan, “want daarnaast heb je ook toegang tot de ‘My Lio’-webportal waarin je al je installaties kan beheren, van voorbereiding tot opvolging. Via die portal krijg je met andere woorden in één oogopslag een duidelijk overzicht van de status van je projecten en alle administratie die daaraan vasthangt.” Even een viertal jaar terug in de tijd: toen kwam Renson op de proppen met Healthbox II, die dankzij de ingebouwde sensoren in staat was om per (natte) ruimte in huis het vochtgehalte, het CO2- en/ of VOC-niveau continu te monitoren. Ook Healthbox 3.0 past het ventilatieniveau net zo aan op basis van die metingen waar en wanneer dat nodig is. “Met dat verschil dat de SmartConnect-aansluiting van Healthbox 3.0 een geconnecteerd ventilatiesysteem maakt dat niet alleen klaar
is voor smart homes, maar vooral voor jou als installateur heel wat tijdswinst bij installatie en opvolging oplevert,” vervolledigt Loones. De speciaal ontwikkelde installateurs-applicatie bij Healthbox 3.0 gidst je doorheen het installatieproces. Dit maakt het nog gemakkelijker om de ventilatie-unit op een kwalitatieve manier geïnstalleerd en gekalibreerd te krijgen. De configuratie en alle parameters zoals drukval, ingesteld debiet, … worden gevisualiseerd. Ook het instellen en bijstellen van de debieten gebeurt voortaan via de app. Healthbox 3.0 past zich meteen aan. “Ook handig,” weet Benny Loones, “is bovendien dat na de kalibratie automatisch de nodige documenten voor de EPB-aanvraag digitaal opgemaakt worden in de My Lio webportal. Weer papierwerk gespaard.” Naast de connectiviteit werd bij het ont-
werp van de nieuwe ventilatie-unit ook rekening gehouden met akoestiek, energiezuinigheid en compacte inbouwmogelijkheden. Healthbox 3.0 is standaard amper 20 cm hoog en daardoor compact in te bouwen en gemakkelijk weg te werken. Healthbox 3.0 is uitgerust met een nieuwe, extra energiezuinige en stille ventilator. Met behulp van collectoren kunnen meer ruimtes (tot maximum 11) geventileerd worden dan de beschikbare 7 aansluitingen op de ventilatie-unit.
Download de gratis installer App “Healthbox 3.0 Set-up” in de App of Play Store Meer info? www.renson.be
VLAAMS BOUWOVERLEGCOMITÉ
Dit jaar € 1,5 miljard Vlaamse In het vorige nummer van Bouwbedrijf bespraken we de punten die de bouw wilde aankaarten tijdens het Vlaams Bouwoverlegcomité (VBOC). Intussen heeft dit plaatsgevonden. Een overzicht van de resultaten en beloften, met om te beginnen de investeringen.
I
n 2017 werd na technische correcties 93 % van het investeringsbudget vastgelegd. Op de Werkvennootschap, die de Vlaamse mobiliteitsactoren coördineert, is dat nog niet gebeurd voor € 78 miljoen. Maar minister Weyts stelde daar op de korte termijn enkele vastleggingen in het vooruitzicht. Vanaf dit jaar werkt de regering met een geïntegreerd investeringsplan (GIP). Het is de bedoeling de Constructieve Benadering Overheidsopdracten (CBO) voortaan opnieuw jaarlijks te lanceren in de maand november. De CBO is een manier om private ontwikkelaars sociale woningen te laten bouwen op hun terreinen. De elfde CBO-oproep werd vertraagd door wetgevend werk. Vroeger werden onbestede werkingsmiddelen gestort in het FFEU (Financieringsfonds voor Eenmalige Investeringsuitgaven). Dat FFEU bestaat intussen niet meer, maar er bestaat nog € 150 miljoen beleidsruimte om te investeren met de middelen die het ooit toegewezen kreeg. De eigen investeringen van de Vlaamse regering blijven in 2018 ongeveer gelijk aan 2017. De investeringssubsidies nemen in vergelijking met 2017 toe met 4,5 %, zijnde € 91 miljoen. De investeringen in mobiliteit zullen in 2018 tot € 1,5 miljard stijgen. Niet inbegrepen in dit bedrag zijn de Oosterweelverbinding en de Ring rond Brussel, goed voor respectievelijk € 3 miljard en € 2 miljard, en ook niet de € 100 miljoen Vlaams geld voor
32 Bouwbedrijf • april 2018
spoorweginfrastructuur. Wat de kilometerheffing betreft bevestigde minister Weyts dat de regering minstens € 100 miljoen van de inkomsten gaat investeren in infrastructuur. Het kan zelfs € 120 miljoen worden. De vastgoedsector had kritische opmerkingen bij de bezwaarprocedures bij vergunningsaanvragen. Minister-president Bourgeois ontkende dat Vlaanderen op dat punt strenger wil zijn dan wat de Europese Unie oplegt. Mocht dat volgens de bouwsector toch zo zijn op bepaalde punten, dan hoort hij dat graag.
Water
Volgens ORI, de organisatie van ingenieurs- en adviesbureas, doen de gemeenten te weinig op het vlak van
Nog dit jaar de eerste aanbestedingen voor het nieuwe PPS-programma scholenbouw.
waterzuivering en rioleringen. Minister Schauvliege zal hun rapporteringsverplichting strikter doen verlopen. Nog dit jaar zal een overlegplatform een inschatting maken van de overblijvende noodzakelijke investeringen.
VBOC BOEKT RESULTATEN Van de Vlaamse regering nam minister-president Bourgeois deel aan het recentste VBCO, in het gezelschap van de ministers Crevits, Schauvliege, Tommelein, Vandeurzen en Weyts. Deze ontmoetingen leiden tot tastbare resultaten voor aannemers. We citeren enkele gevolgen van de vorige VBOC’s: • de publicatie van een Vlaamse gids tegen sociale dumping bij overheidsopdrachten; • een gedifferentieerd tarief voor planaanvragen bij het KLIP (Kabel- en Leiding Informatie Portaal); • een versoepeling van de regelgeving op het archeologisch onderzoek; • een circulaire over de prijsstijgingen en de voorraadtekorten van PIR en PUR. Een interkabinettenwerkgroep volgt de afspraken van het VBOC op.
investeringen in mobiliteit Duurzaamheid en BIM
S-PEIL Sinds dit jaar vervangt het S-peil het K-peil in de EPB-eisen gesteld aan nieuwe woningen. De eis is op dit moment S31. Volgens de VCB is dit te laag. Ze vroeg het advies van em. prof. Hugo Hens van de KULeuven, en ook die is kritisch. Er zijn drie facetten die het S-peil bepalen: warmte-isolatie, zonnewinsten en luchtdichtheid. Maar volgens Hugo Hens valt de afstemming van deze drie moeilijk te optimaliseren. Zo zijn zonnewinsten onzeker. Bovendien is het niet zinvol om S31 proberen te halen door meer te isoleren. De kosten zouden voorbij het economische optimum liggen. Minister Tommelein veegde de bezwaren van de aannemers van de tafel. Volgens hem moeten de woningen van vandaag al zoveel mogelijk voldoen aan de eisen van morgen. Hij maakte ook duidelijk dat hij geen eisen gaat opleggen aan bestaande woningen, hoewel hun slechte energieprestaties een obstakel zijn om tegen 2050 tot een zuinig woningenbestand te komen. Hij wil wel energetische renovaties stimuleren, vooral wanneer de woning van eigenaar verandert of nieuwe huurders krijgt. Het EPC+ en de woningpas moeten hierin een rol spelen.
PPS-guidelines
De VCB heeft PPS-guidelines op punt gezet. Volgens minister-president Bourgeois handelt de Vlaamse overheid nu al in grote mate volgens de vooropgestelde principes. Het charter wordt toevertrouwd aan de werkgroep getrokken door het Vlaams Kenniscentrum PPS. De bedoeling is te komen tot een gemeenschappelijk standpunt binnen de Vlaamse Regering. Maar de minister-president maakte duidelijk dat het niet de bedoeling is een juridisch afdwingbaar instrument te creëren. Wanneer er draagvlak bestaat voor het charter, kan onderzocht worden hoe men het kan verspreiden om goede praktijken te stimuleren.
Scholenbouw
Het nieuwe PPS-programma voor de scholen is bankable. Dat bleek op een overlegvergadering met de bankenfederatie Febelfin en met een aantal banken. Als we dit schrijven is nog een uitvoeringsbesluit nodig om borgstelling definitief te regelen. Aan de hand van negen criteria werden 41 projecten geselecteerd voor een bedrag van € 550 miljoen. Volgens minister Crevits zijn de bouwrisico’s beperkt
voor de goedgekeurde clusters. Nog dit jaar kunnen binnen dit programma de eerste aanbestedingen worden verwacht.
Ziekenhuizen
Minister Vandeurzen meldde dat in de begroting van 2018 alvast € 125 miljoen is opgenomen voor instandhoudingsforfaits en voor toestelfinanciering voor ziekenhuizen. Dit maakt een aantal niet-strategische investeringen mogelijk. Verder staat in de begroting € 44 miljoen voor strategische forfaits. Maar deze laatste zijn bedoeld om investeringen die goedgekeurd werden onder de oude subsidieregeling te honoreren en voor zogenaamde precaire dossiers. Dit bevestigde de vrees van de VCB voor een stilstand in de sector. Vandeurzen merkte op dat de ziekenhuissector door een periode van diepgaande transformatie gaat. Hij wil daarom extra voorzichtig zijn. VIPA staat volgens de minister wel open voor innovatieve formules voor deze investeringen, onder meer tegenover werken in bouwteam en de toepassing van BIM.
De VCB wil meer uniformiteit en standaardisatie bij de toepassing van duurzaamheidscriteria in overheidsopdrachten. (zie ook blz. 28 in dit Bouwbedrijf ). Er komt hierover een bevraging. Daarnaast komt er een werkgroep met het WTCB rond innovatie en meer bepaald rond de toepassing van BIM bij overheidsopdrachten.
Ruimtelijke ordening
De bedoeling is niet dat alle woonuitbreidingsgebieden geschrapt worden, maar dat er een gezond evenwicht ontstaat tussen planbaten en planschade. Zo kan er gebouwd worden op een betaalbare manier. De Codex RO bevat volgens minister Schauvliege veel kansen, zoals de afschaffing van verouderde regels in BPA-voorschriften. Wat de combinatie met stedenbouwkundige lasten betreft wees de minister erop dat dit niet nieuw is. Zij verwacht niet dat deze lasten ineens fors zullen toenemen. De vrees bestond dat ontwikkelaars meer zullen moeten betalen voor de grond en daarbovenop nog een heffing opgelegd krijgen op basis van bijkomend ruimtelijk rendement. Minister Schauvliege stelt dat een eigenaar van een bouwgrond geen planbaten zal moeten betalen op de grond, enkel een heffing op het ruimtelijk rendement, als dit van toepassing is. Deze meerwaarde zal door een externe commissie geschat worden. De minister zal de verwervingssubsidie verder bestuderen, wat kan leiden tot bijsturen. Ze stelt overleg met de bouwsector voor. Minister Schauvliege verduidelijkte dat men in de komende weken tot een definitief Beleidsplan Ruimte Vlaanderen wenst te komen. De duidelijkheid zal groter zijn op het moment dat alle kaders uitgewerkt zijn. INFO: gerrit.degoignies@confederatiebouw.be.
•
april 2018 • Bouwbedrijf 33
unieke, leuke werkplek maakt; • de aandachtspunten in de onderneming, maar ook de sterke punten en de kansen.
BOUWRADAR
FIBS, kosteloos advies en coaching voor uw personeelsbeleid Vragen over het personeelsbeleid in uw onderneming? Neem dan contact op BouwRadar, het project van de VCB. BouwRadar zal u in contact brengen met HR-specialist FIBS. Die zal u begeleiden met kosteloos advies.
B
ouwRadar doet gratis doorlichtingen van bouwkmo’s. Aan de hand van een vragenlijst en een scan uitgevoerd door Deloitte, bepaalt u de positie van uw bedrijf in vijf domeinen: strategie, personeel, rapportering, financiën en wetgeving. Daarna krijgt u een verslag met aandachtspunten. U kunt hieruit dan een begeleiding kiezen. Gaat het om personeelsbeleid, dan volgt vier uur gratis advies door FIBS, over een door u gekozen onderwerp.
Concreet en nuttig
FIBS, dat werd opgericht door de Vlaamse Confederatie Bouw, werkt al sinds 2016 samen met BouwRadar. Voor het advies kunt u rekenen op HRspecialist Isabelle Dujardin en enkele regionale partners die achter de waarden en de aanpak van FIBS staan. Het eerste wat ze doen is de uw vraag concreet maken. Dat garandeert dat het advies relevant is. U krijgt een werkbaar en pragmatisch plan van aanpak. FIBS-partner Eric Debacker is actief in West- en Oost-Vlaanderen.
Eric Debacker: “Dankzij BouwRadar hebben we bouwbedrijven inzicht kunnen geven in de ervaringen van hun personeel. Met deze informatie kunnen ze actie ondernemen zodat het personeel zich nog meer engageert. Dit resulteert in minder personeelsverloop, meer productiviteit, grotere klantentevredenheid, minder ziekteverzuim, minder contraproductief gedrag …” De werkgever krijgt een beeld van verschillende aspecten: • de totale werkervaring (psychosociaal welzijn, tevredenheid en engagement); • de onderliggende drijfveren, risicofactoren en organisatiekenmerken; • wat van het bedrijf een
BOUWRADAR IS ER KOSTELOOS VOOR U BouwRadar is een project van de VCB dat u bijstaat als u vragen hebt over bedrijfsbeheer in de ruime zin van het woord. Wekt dit artikel uw interesse op? Neem dan contact op met de coördinator van BouwRadar, Freija Jongbloet of meld u aan op www.bouwradar-vcb.be Deze dienstverlening wordt gesubsidieerd door het Agentschap Innoveren en Ondernemen. U krijgt dus geen extra factuur. Info : freija.jongbloet@vcb.be of 0473 90 43 20.
Coaching
Johan Philippaerts, FIBS-partner uit Limburg coachte recent een bouwbedrijf dat kwaliteit hoog in het vaandel draagt en rendabiliteit niet uit het oog verliest. Johan Philippaerts: “Bedrijfsleiders van kmo’s hebben voortdurend de blik vooruit. De tijd ontbreekt vaak om even stil te staan en kritisch te kijken naar organisatie, groeipijnen, ontwikkeling van organisatie en medewerkers. De meerwaarde van een coach zit in het bieden van een klankbord, het stellen van vragen die anders doen kijken en denken, op een veilige manier, met bruikbare feedback en nieuwe inzichten die zuurstof geven.” Tijdens het kennismakingsgesprek werd duidelijk dat er kon gewerkt worden rond leiderschap en responsabilisering van werknemers. In de eerste twee uur van de coaching met de bedrijfsleider lag de focus op bewustwording en inzicht: mensen kunnen enkel groeien wanneer ze gestimuleerd worden om initiatief en verantwoordelijkheid te nemen en daarin ook worden aangemoedigd en ondersteund.
Verandering
Het bedrijf heeft een overname gekend en dat had gevolgen voor de bedrijfscultuur, met meer controle en een strakke aansturing. De bedrijfsleider wilde hierin verandering brengen. Johan Philippaerts: “Ik heb met hem besproken hoe hij aan het veranderingstraject kon beginnen. Het concrete actieplan bestond uit werken aan de leiderschapsstijl en zelfsturende teams invoeren. Als aanzet wilde hij een eerlijke en impactvolle speech geven aan de medewerkers. Die is uitgewerkt in de volgende sessie van twee uur. De bedrijfsleider werd voorbereid op de vragen en kritische opmerkingen die kunnen komen.” Een ander concreet actiepunt was de planning van nieuwe bouwplaatsen. Vroeger werd deze alleen met de ploegbazen besproken. Voortaan zal dat met het hele team gebeuren, om de betrokkenheid te verhogen.
•
INFO: www.fibs.be 34 Bouwbedrijf • april 2018
GOEDE ENERGIEPRESTATIES
Helft nieuwbouwwoningen haalt nu al E30 De helft van de nieuwbouwwoningen haalde in 2016 al E30, het E-peil van een bijna energieneutrale woning, hoewel dat pas na 2020 verplicht is. Vlaams minister van Energie Bart Tommelein maakte dat bekend op een persconferentie op Batibouw.
Minister Bart Tommelein en Marc Dillen (directeur-generaal VCB) op de stand van de Confederatie op Batibouw.
D
e minister baseerde zich op de ingediende EPB-verslagen van het jaar 2016. Dat is het recentste jaar waarvan de statistieken volledig geanalyseerd zijn. Zeven op de tien bouwde in 2016 beter dan de toen geldende norm, E50. Bart Tommelein: “Het bewijst dat Vlamingen vooruitdenken, dat ze geen half werk willen leveren. Energie-efficiëntie staat hoog op hun agenda. Meer dan de helft van de Vlamingen bouwde zelfs al bijna energieneutraal, vier jaar vroeger dan nodig. Dat verhoogt je leefcomfort, verlaagt de prijs van je energiefactuur en is ook nog eens goed voor ons klimaat.”
Ingrijpende energetische renovaties
Sinds 2015 is er ook een verplicht E-peil gedefinieerd voor ingrijpende
energetische renovaties. Dat zijn renovaties waarbij de technische installaties en 75 % of meer van de buitenschil worden vervangen. Aan het einde van 2017 viel 17 % van de renovaties met bouwvergunning in deze categorie. Het gemiddelde aangegeven E-peil was E74. Opnieuw was dat beter dan het verplichte E90. Sinds oktober 2016 bestaat er een belastingvoordeel voor een ingrijpende energetische renovatie. Daardoor zal deze ingreep in de komende jaren nog vaker uitgevoerd worden, verwacht de minister.
Hernieuwbare energie
Men kan tegenwoordig kiezen bij nieuwbouw: een aandeel hernieuwbare energie integreren, of een E-peil dat
lager is dan de norm. Een ruime meerderheid van de Vlamingen, negen op de tien, gaat voor de eerste optie. Zonnepanelen blijven daarbij het populairst. Ze worden geplaatst op 85 % van de nieuwbouwwoningen. Iets minder dan een kwart daarvan wordt gecombineerd met een warmtepomp. Deze boekt terreinwinst: ze wordt intussen geïnstalleerd in een vijfde van de nieuwbouwwoningen. Bart Tommelein: “Vanaf dit jaar wegen warmtepompen en zonneboilers zwaarder door in de EPBrekenmethode. Op die manier willen we ook die technologieën een boost geven.”
•
INFO: www.energiesparen.be/vlaamsenieuwbouw. april 2018 • Bouwbedrijf 35
RENOVATIE VAN FLATGEBOUWEN
FABA analyseerde de nieuwe wet op de mede-eigendom De Belgische appartementsgebouwen zijn dringend aan renovatie toe – maar het komt er niet van. Waarom? Is de nieuwe wet op de mede-eigendom de oplossing? De ontwikkelaars-woningbouwers in FABA organiseerden hierover op Batibouw een colloquium, met als eregast minister Koen Geens.
B
egin 2017 telde België bijna 200 000 appartementsgebouwen. Daarin ruim 1,4 miljoen flats, een gemiddelde van zeven flats per gebouw. Ongeveer een kwart van de Belgen woont in een appartement. Twee derde van deze gebouwen dateert van vóór 1981 en is dus bijna 40 jaar oud. Ze zijn gebouwd met verouderde materialen en technieken, en hebben ondermaatse energieprestaties. Als we de studies over Vlaamse woningen mogen extrapoleren, dan hebben minstens 26 000 Belgische flatgebouwen te kampen met structurele problemen, die dringend aangepakt moeten worden. Daarnaast zijn er nog zo’n 50 000 flatgebouwen die aan een gewone renovatie toe zijn. Helaas bedraagt het huidige renovatieritme minder dan 1 % van het gebouwenpark. En vernieuwbouw is geen oplossing: slechts ongeveer 200 appartementsgebouwen worden in een jaar gesloopt en heropgebouwd tot woning. Er zijn dus uitdagingen genoeg. Dat bevestigde ook Marijke Steeman van de UGent op het event van de FABA. Zij ging dieper in op de technische aspecten aan de hand van concrete voorbeelden. Zij pleitte ervoor verder te gaan dan alleen energiebesparing. Een renovatie zou ook bijko-
36 Bouwbedrijf • april 2018
Minister van Justitie Koen Geens verdedigde zijn wetsvoorstel: het hoogst haalbare op dit moment.
Hanne Decoutere van de VRT (midden) modereerde het debat. Links van haar op de foto: Xavier Radelet (Gillon Construct), Jean-Baptiste Braet (Braet), Geert Inslegers (Vlaams Huurdersplatform) en John Machiels (Federale Verzekering). Rechts: Peggy Versele (CIB), Vincent Spruytte (UVS) en Yves Van Ermen (Federia).
mende comfort en meerwaarde moeten creëren voor de bewoners.
Nieuwe technieken
Het trage renovatieritme is zeker jammer omdat de bouw intussen talrijke technieken heeft ontwikkeld, en betere materialen ter beschikking heeft. Voor renovaties van grotere flatgebouwen heeft prefab potentieel. In één prefab-element voor de gebouwschil kunnen vaak verschillende functies geïntegreerd worden, zoals isolatie, lucht- en waterdichtheid, schrijnwerk, HVAC, zonwering en gevelafwerking. Voor extra bouwlagen is houtbouw zeer geschikt, gezien het lagere gewicht. Opmetingen zijn verfijnder dan vroeger, waardoor de prioriteit van ingrepen beter bepaald kan worden.
Obstakels en oplossingen
Maar het probleem is dus dat het te dikwijls niet komt tot renovatie. Sommige bewoners blokkeren de beslissing in de vereniging van mede-eigenaars (VME). Twee factoren spelen hierin een hoofdrol: enerzijds het geld en anderzijds de wetgeving, die een dergelijke blokkering nu al te gemakkelijk maakt. Sommige eigenaars hebben niet genoeg middelen en kunnen ook geen lening krijgen. Ze kunnen de kosten dus niet dragen. Maar de mensen die het geld wel hebben, willen doorgaans niet opdraaien voor de anderen. En voor verhuurders is een appartement vaak weinig meer dan een investering. Zolang de huurders blijven komen, voelen ze weinig druk om te renoveren. Voor het geldprobleem bestaan oplossingen, of zijn oplossingen denkbaar. De financiële sector heeft een product ontwikkeld waardoor ook minder kapitaalkrachtige eigenaars een lening kunnen krijgen voor de noodzakelijke
renovatiewerken. Het functioneert met een achterliggende verzekering. Deze komt tussen in geval van wanbetaling door één van de leners. De anderen hoeven daarvoor dus niet op te draaien. De opbouw van voldoende reservekapitaal is een tweede mechanisme. En ten slotte kan de overheid haar duit in het zakje doen door bijkomende bouwlagen toe te staan. Deze kunnen fondsen voor de renovatie genereren. De overheid zou ook structureel moeten tussenkomen in het geval van sloop en heropbouw. In heel België zou hiervoor een tarief van 6 % procent moeten gelden, aldus de ontwikkelaarswoningbouwers.
Wetgeving
Maar zoals opgemerkt speelt niet alleen geld maar ook de wet op mede-eigendom een belangrijke rol. Minister van Justitie Koen Geens wil deze wijzigen; het voorontwerp daarvoor is klaar. Corinne Mostin, advocaat aan de Brusselse balie, besprak de juridische aspecten. Het wordt gemakkelijker voor de VME om over een renovatie te beslissen. • Voor gewone renovatiewerken zal een meerder heid van 66 % volstaan. Nu is dat nog 75 %. Vooral in gebouwen waarin slechts enkele flats verhuurd worden, kan dit een verschil maken. • Voor wettelijk verplichte werken blijft de eis een gewone meerderheid van de helft plus één. • Voor afbraak gevolgd door heropbouw blijft een meerderheid van 100 % nodig. Maar de wet introduceert een belangrijke uitzondering in drie gevallen. 80 % volstaat als de afbraak nodig is vanwege hygiënische redenen, de veiligheid of omdat het teveel zou kosten het gebouw conform de wettelijke bepalingen te maken. april 2018 • Bouwbedrijf 37
RENOVATIE VAN FLATGEBOUWEN
Als de situatie volledig geblokkeerd zit, kunnen de mede-eigenaars zich tot de vrederechter wenden. Deze kan een voorlopige bewindvoerder aanstellen, die beslist in plaats van de VME. De wet stelt ook dat elke mede-eigenaar een reservekapitaal moet opbouwen ten belope van minstens 5 % van het bedrag dat hij voor de onderhoudswerken bijdraagt.
Bedenkingen
De wet komt deels tegemoet aan de noden, maar de sector heeft ook kritiek. De verplichte bijdrage aan het reservekapitaal is veel te klein. De ontwikkelaars-woningbouwers denken eerder aan een percentage van de heropbouwwaarde volgens de brandverzekering, bijvoorbeeld 0,20 %. Dit zou jaarlijks in het reservefonds gestort moeten worden. Er zijn ook opmerkingen bij de centrale rol die de syndicus krijgt. Hij kan die eerder passief invullen: de renovatie op de agenda zetten en de uitslag van de stemming noteren. Maar een actieve syndicus kan ook argumenteren dat renovatie een verstandige beslissing is. Het is aangewezen dat hij de instrumenten krijgt die hem steunen. Een voorbeeld is een handleiding die per type gebouw opsomt welke werkzaamheden aangewezen zijn, en wanneer. In het algemeen zijn de taken van de syndicus niet te onderschatten. Hij neemt het initiatief naar aanleiding van de wettelijke verplichtingen of van schade en slijtage. De syndicus is dan belast met het correcte verloop van de procedures en de werken. Het is niet meer dan billijk dat hij daarvoor een correcte vergoeding ontvangt.
Panelgesprek
Maar wat is de visie van de andere partners in dit proces? Om dat te achterhalen hadden de ontwikkelaars-woningbouwers in FABA een panel verzameld met daarin Peggy Versele (CIB), Yves Van Ermen (Federia), Vincent Spruytte (UFS), John Machiels (Federale Verzekering), Geert Inslegers (Vlaams Huurdersplatform) en voor de bouwsector Jean-Baptiste Braet (Braet) en Xavier Radelet (Gillon Construct). Hanne Decoutere van de VRT leidde het debat, waarin een aantal interessante punten aan bod kwamen. • Moeten er dwingende maatregelen komen voor verhuurders? Volgens het Huurdersplatform voldoet 46 % van de huurwoningen niet aan de minimumeisen. • Onafhankelijk en objectief advies is noodzakelijk; 38 Bouwbedrijf • april 2018
Het colloquium wekte veel belangstelling. De regeling op de mede-eigendom is dan ook dringend aan verandering toe.
overheidssteun aan audits zou een stap vooruit zijn. • Moet de bouwsector meer informatie verspreiden? Een syndicus is vaak niet beslagen om de noodzaak van een ingreep uit te leggen. De bouw merkte op dat er zich een geloofwaardigheidsprobleem stelt als een aannemer beweert dat werken nodig zijn. • In nieuwe appartementen kunnen aannemers wel een rol spelen, door langetermijncontracten voor onderhoud aan te bieden. • Waarom wordt nog toegestaan dat bepaalde elementen van de gebouwschil zoals terrastegels en balustrades privatief zijn? Als een terras vochtproblemen veroorzaakt, zijn die privatieve tegels een hinderpaal voor een degelijke herstelling.
Koen Geens
De minister van Justitie kwam ten slotte zelf zijn voorontwerp van wet verdedigen. De stemming in het parlement kan nog vóór de grote vakantie plaatvinden, en normaal gezien zal de nieuwe wet van kracht zijn in 2019. Hij sloeg een realistische toon aan, en vatte het evenement kort maar krachtig samen. Koen Geens: “Er bestaan nog veel knelpunten, en er zal dus nog veel moeten gebeuren in de toekomst. Maar deze wet was hoever we nu kunnen gaan.”
•
INFO: www.faba.be
WHERE REAL ESTATE STORIES ARE TOLD
REGISTER NOW! AND SAVE € 200
16 & 17 MAY 2018 | TOUR & TAXIS BRUSSELS
MEET
ALL
REAL
ESTATE
PROFESSIONALS
www.realty-brussels.com
IN
ONE
@realtybrussels
PLACE!
Realty Brussels
PROGRAM 16/05 – 10.00
| Conference – UPSI-BVS | Mayor’s Debate
17/05 - 10.00
| Conference – CBRE
16/05 – 11.00
| Innovation Pavilion - Pitches | Conferences
17/05 - 11.00
| Innovation Pavilion - Pitches | Conferences
16/05 – 14.00
| Conference – Fujimoto Sou
17/05 - 14.00
| Conference - BLSC
16/05 - 17.00
| Investors Club (on invitation only)
17/05 - 18.00
| RES AWARDS
16/05 - 20.00
| REALTY Gala (on invitation only)
17/05 – 19.00
| Closing Walking Dinner (on invitation only)
LOUIS AMORY
Herstart voor het charter van de
Louis Amory volgt Joost Callens op voor een mandaat van drie jaar aan het hoofd van de ontwikkelaars-woningbouwers.
L
ouis Amor y: “Dat charter bestond maar het leefde niet. Het is nochtans zeer waardevol als bescherming van de consument. We hebben dus beslist het te reactive40 Bouwbedrijf • april 2018
ren en veeleisender te maken. De leden van het charter hebben vorig jaar ontslag genomen en daarna hebben we de eisen opgesteld waaraan de nieuwe ondertekenaars moeten voldoen. Voor-
De ontwikkelaarswoningbouwer binnen FABA hebben een nieuwe voorzitter: Louis Amory. Hij is gedelegeerd bestuurder van Maisons Blavier en volgt Joost Callens van Durabrik op. Zijn mandaat begon meteen met een interessante opdracht: een interview met Bouwbedrijf! Eerste vraag: waarom de herstart van het charter van de ontwikkelaarswoningbouwers?
heen werd niet veel meer gevraagd dan het respect voor de wet Breyne. Dat was een beetje weinig.” “Nu maken ondertekenaars specifieke engagementen. Ze verkopen alleen op basis van een degelijk ontwerp van een architect, dat rekening houdt met de aard van de ondergrond, het reliëf en de stedenbouwkundige voorschriften. Gedaan dus met de planvoorbeelden uit de catalogus. Ten tweede: de klanten kunnen een klacht aan ons melden. Het charter zal dan uitleg vragen aan de woningbouwer. We nemen hier in zekere zin de rol over van de FOD Economie, door op het terrein te controleren. Ik benadruk dat de meesten goed werk afleveren. Maar als de ene of de andere
ontwikkelaars-woningbouwers niet doet wat moet, bezoedelt dat alle beoefenaars van het vak. Je ziet het belang van het charter. Ik wil ook nog opmerken dat alle engagementen op een transparante manier vermeld zullen worden op elk aannemingscontract van een ondertekenaar.”
grond en niet verdwaalt in juridische onzekerheid. Hoe gaat men het waardeverlies compenseren van een terrein dat niet meer bebouwd mag worden? Daarnaast moet de overheid speculatie tegengaan en erover waken dat bouwgrond betaalbaar blijft.”
Waarom niet werken met fasen van tien jaar? Dat zou leiden tot een helder stappenplan, en de bouwprofessionals zouden zich kunnen voorbereiden.”
Meer en meer mensen wonen in appartementen. Welke gevolgen heeft dat uw federatie?
De Europese eist tegen 2050 hoge energieprestaties van het woningenbestand. Dat zal energetische renovaties vragen. Zijn de ambities haalbaar?
Louis Amory: “Deze nieuwe wet zal geld kosten en weinig opleveren. Ik vrees dat het een administratieve rompslomp wordt, een mooi voorbeeld van een slecht goed idee. Jammer! De toekomst zal uitwijzen of de schadeloosstellingen de hoge kosten inderdaad zullen compenseren.”
Louis Amory: “Inderdaad, de recentste cijfers van de FOD Economie bevestigen dat. Het is een grote uitdaging. Een jaar of tien geleden bouwde mijn onderneming vrijwel alleen vrijstaande huizen. Nu doen we ook koppelwoningen, rijwoningen en appartementen. De markt voor individuele huizen neemt af. Dat heeft te maken met de beschikbaarheid van bouwgrond en met de verouderende bevolking. We zullen ons daaraan moeten aanpassen.” Wat betreft die bouwgrond: wat denkt u van de Vlaamse betonstop en gelijkaardige initiatieven in Wallonië?
Louis Amory: “Eerst dit: zowel de ontwikkelaars als de consumenten hebben een voorraad van geschikte terreinen. Maar het is goed dat men daarmee bezig is. Alleen mag men de regels niet te bruusk veranderen. Het is niet onze schuld dat de centra van kleine steden het moeilijk hebben terwijl de periferie en de centra van attractieve steden vollopen. De vraag is: waarom wil iemand weg uit de stad? Die betonstop is een challenge, maar ik sta er nogal open voor. Men moet er wel op letten dat de burger kan leven met de waarde van zijn
Louis Amory: “Het zal moeilijk zijn. Maar we moeten iets doen, want de bestaande gebouwen produceren 40 % van de CO2-uitstoot in ons land. Dat is enorm veel. We moeten dus renoveren. Daarnaast moet vernieuwbouw gekoppeld aan verdichting gefaciliteerd worden, maar slopen en heropbouwen tegen een btw-tarief van 21 % is onbetaalbaar. Zal men mensen blijven toestaan om een oude woning te kopen zonder energetische renovatie, terwijl de energieprestatie-eisen gesteld aan nieuwbouw extreem hoog liggen? Ik heb niets tegen renovaties maar je kunt niet ontkennen dat het een dure oplossing is met gemiddelde energieprestaties, die het doel van de verdichting voorbijschiet. Er moet een coherent beleid zijn, met middelen voor de energieprestatie-eisen en de betonstop.” 2050, dat is nog meer dan dertig jaar. Zijn er tussentijdse maatregelen nodig?
Louis Amory: “Dat zou een goed idee zijn. 2050 is nog ver. Men zou ook moeten erkennen dat we nergens zullen komen met het huidige renovatieritme.
Vanaf 1 juli 2018 moeten aannemers hun tienjarige aansprakelijkheid laten verzekeren.
2018 en 2019 zijn verkiezingsjaren. Kijkt uw federatie daarnaar uit?
Louis Amory: “We moeten oppassen voor de Vermenigvuldiging der Wetten. Bestaande regels doen functioneren is beter dan voortdurend nieuwe regels uitvinden. De termijnen respecteren bij het toekennen van vergunningen zou een bonus zijn. Géén nieuwe energieprestatie-eisen voor nieuwbouw, we zijn het optimum al voorbij. Voor oude gebouwen een kader uitwerken met energieprestatie-eisen of met ontradende en stimulerende fiscale maatregelen, naargelang de prestaties.” Wat ziet u als de grootste uitdaging in de drie jaar van uw mandaat?
Louis Amory: “Alle stakeholders doen inzien wat voor een formidabele hefboom nieuwbouw is om te komen tot een gemoedelijke, comfortabele, open en vooral duurzame samenleving.”
•
april 2018 • Bouwbedrijf 41
BELGIAN BUILDING AWARDS
Bouwbedrijf Dethier wint de eerste Digital Construction Award Op Batibouw werden dit jaar de Belgian Building Awards (BBA) weer uitgereikt. Daarbij dit jaar een nieuwkomer, gecreëerd door de Confederatie: de Digital Construction Award. Bouwbedrijf Dethier was de trotse winnaar.
D
e digitalisering is een revolutie aan het veroorzaken in de bouwsector. Ze plaatst onze bedrijven voor grote uitdagingen, maar schept ook grote kansen: hogere productiviteit, minder faalkosten, meer kwaliteit, kortere termijnen … Wie niet in staat is deze vruchten te plukken, zal het niet gemakkelijk hebben in de toekomst. Om dit bewustzijn te stimuleren hebben de Confederatie en het WTCB de Digital Construction Award opzet. Hij erkent de inspanningen van aannemers die hun onderneming digitaliseren. De winnaar is een voorbeeld op dit gebied, en dus een oproep aan de hele sector: mis deze trein niet!
De jury
De jury van de Award bestaat uit experts van de Confederatie en het WTCB. Zij bestudeerden verschillende aspecten van de ingediende dossiers. Welke bedrijfsprocessen zijn al gedigitaliseerd? Hoe is dat gebeurd? Wordt er al nagedachte over de toekomst? Ze selecteerden vier potentiële kanshebbers op de Award. Alle genomineerden bleken hun verdienste te hebben, maar er kan slechts één winnaar zijn, en het oordeel van de jury was unaniem: Bouwbedrijf Dethier, met vestigingen 42 Bouwbedrijf • april 2018
Robert de Mûelenaere (gedelegeerd bestuurder Confederatie) en Paul Depreter (voorzitter) schetsen het belang van de digitale transitie in de bouw. (Foto FISA)
in Alken, Londerzeel en Herentals, kreeg de eerste Digital Construction Award.
De winnaar
De informatisering is al sterk doorgedreven bij Dethier, en garandeert een gestroomlijnde communicatie en een beter informatiebeheer. Voor gedelegeerd bestuurder Kevin Dethier is BIM de meest ingrijpende verandering in de afgelopen drie jaar. Maar ook de communicatie wordt gedigitaliseerd, zowel de interne als de externe. Zo gebruiken de teams het platform Slack om informatie uit te wisselen. En in de toekomst wil Dethier blijven investeren in innovatie. Kevin Dethier: “Voor ons staat intern innoveren gelijk aan extern beter presteren. We zien veel potentieel in Big Data. Met kennis vanuit het verleden willen we onze producten verbeteren. Heel veel informatie gaat nu nog verloren omdat we deze niet in kaart brengen. We gaan onze mensen hiervoor ook opleiden. Bij ons zullen er geen jobs verdwijnen, maar krijgen ze een nieuwe invulling.”
De genomineerden
De jury mag dan unaniem geweest zijn, winnen was geen evidentie. Ook
De vertegenwoordigers van Bouwbedrijf Dethier voor de microfoon van Wim De Vilder van de VRT. (Foto FISA)
de drie andere genomineerden hadden een sterk dossier. Strabag Belgium, een onderdeel van de internationale Strabag groep, kan al anderhalf jaar rekenen op een centrale dienst Digital Process Management. Deze werd opgericht om de digitale transformatie van de bedrijven in de Benelux te ondersteunen. De digitalisering is immers een topprioriteit, zegt Mario van der Heiden (Head of Digital Process Management). Mario van der Heiden: “Zo hebben we bijvoorbeeld al een eigen Drone Competence Centre en Virtual Reality Centre opgericht. Voor Strabag is de digitale transitie onlosmakelijk verbon-
Paul Depreter met Philippe Lhomme (voorzitter FISA). (Foto FISA)
den met de mens. In de toekomst willen we iedereen nog meer gaan trainen zodat de juiste mindset tot in de diepste haarvaten kan doorgroeien.” Ook Jacques Delens investeert fors in innovatie, benadrukt Arnaud Dawans (directeur Onderzoek en Ontwikkeling). De firma is een van de elf bedrijven die deelnemen aan het ACCEPT-project van de Europese Unie. Arnaud Dawans: “De bedoeling is om applicaties te ontwikkelen die de productiviteit opkrikken en de informatiestromen optimaliseren. De komende jaren staan voor Delens in het teken van een nieuw ERP-systeem en van de bedrijfswikipedia om data intern en extern beter te beheren.” De vierde genomineerde was Ibens, de specialist in zorghuisvesting. Het
bedrijf heeft een unieke koppeling gecreëerd tussen zijn 3D BIM en het nieuwe ERP-systeem. Data uit BIM wordt geordend, gefilterd en gecombineerd met gegevens over de kosten. Op die manier kan Ibens harde garanties geven op het gebied van prijs, kwaliteit en planning, aldus Tom van Put (operationeel directeur). Binnenkort gaat het bedrijf inzetten op robotisering en automatisering. Ibens gelooft in de “zelflerende kracht van modellen”, en wil digitale modellen ontwikkelen die zelf aangeven waar er herstelling of onderhoud nodig is, nog vóór er iets misloopt.
•
INFO: www.bouwbedrijf-dethier.be www.jacquesdelens.be - www.ibens.be www.strabag.be
DE ANDERE AWARDS Niet alleen de Confederatie reikte een award uit tijdens de BBA. Er waren ook vijf architectuur-awards en drie awards die te maken hadden met Batibouw. De architectenbureaus die in de prijzen vielen waren: • in de categorie Rookie of the Year: Raamwerk Architecten; • in de categorie Art Integration: Bart Dehaene / Sileghem & Partners, voor de basisschool De Brug in Erpe-Mere, een samenwerking met kunstenaar Ante Timmermans; • in de categorie International Award: Office Kersten Geers David Van Severen, voor Dar al Jinaa, het Centrum voor Traditionele Muziek in Bahrein. • in de categorie Social Engagement: DMOA voor hun vluchtelingentent; • in de categorie Pioneer: Georgios Maillis, de Bouwmeester van Charleroi. De drie overige awards waren voor ventilatiespecialist Duco voor zijn Communication, Nelissen Steenfabrieken voor zijn Product Innovation en ten slotte Wienerberger vanwege de Best Experience die hun stand op Batibouw bood.
april 2018 • Bouwbedrijf 43
YOUR ROADS TOMORROW
De staat van het Belgische wegennet geanalyseerd Hoe is het gesteld met de mobiliteit op de Belgische wegen? Die vraag was het onderwerp van Your Roads Tomorrow, een evenement georganiseerd door de Road Federation Belgium. Het bracht een honderdtal private mobiliteitsactoren en -stakeholders samen.
Federaal minister van Mobiliteit François Bellot schetste een beeld van de mobiliteit van de toekomst.
Y
our Roads Tomorrow vond plaats op 6 februari in Brussels Kart Expo (GrootBijgaarden). De organisator, de Road Federation Belgium, is een vzw die al meer dan dertig jaar bestaat. Hij telt een kleine twintig leden, waarbij ook de Confederatie via onze beroepsfederatie van wegenbouwers. De missie is “… met alle bruikbare middelen, elke actie ten voordele van de weg, het wegverkeer en de weggebruikers, verdedigen en bevorderen.” Secretaris-generaal Marc van Brabant verduidelijkt. Marc van Brabant: “Al een tiental jaar vormen de missing links een strijdpunt, de wegen die ontbreken maar er zouden moeten zijn, de wegen die verbreed of aangepast zouden moeten worden, de zwarte punten zoals de gevaarlijke kruispunten, of nog: de rotondes die zouden aangelegd moeten worden.”
Missing links
De Road Federation Belgium telde 219 van die missing links. 45 zijn intussen weggewerkt, de plannen voor 16 andere zijn er, en 158 moeten nog aangepakt worden. Marc van Brabant: “We halen deze cijfers uit studies en uit onze enquêtes. Daarnaast rekenen we op onze leden om ons hierover informatie te geven. We beseffen vanzelfsprekend dat het probleem in de komende tien jaar niet helemaal weggewerkt zal zijn.” “Deze ontmoeting is ook een gelegenheid om de stakeholders ervan bewust te maken dat de Road Federation Belgium deze missing links in het oog houdt. Om de vier 44 Bouwbedrijf • april 2018
of vijf jaar maken we eerst een lijst van de afgewerkte links en de geprogrammeerde werken. Daarna onderzoeken we welke nog weggewerkt moeten worden. We geven de transporteurs, de distributeurs enzovoort een vragenlijst met drie vragen: welke belangrijke missing links moeten nog gerealiseerd worden? Welke zijn het dringendst? En hebt u er nog opgemerkt? In dat geval spreken we van vital links.”
Investeringsprogramma’s
In de loop van Your Roads Tomorrow werden de investeringsprogramma’s in Vlaanderen en Wallonië voorgesteld door Tom Roelants (administrateur-generaal Agentschap Wegen en Verkeer) en Etienne Willame (directeur-generaal van het Waalse DGO1 Routes et Bâtiments). Deze laatste besprak het Waalse infrastructuurplan 2016-2019. Dat is goed voor € 640 miljoen en wil Wallonië een moderne, betrouwbare en performante infrastructuur geven. Deze moet in heel Wallonië geschikte verbindingen bevatten,
complementair aan de diverse bestaande vervoersmodi. Tom Roelants vermeldde dat Vlaanderen dit jaar € 282 miljoen reguliere investeringen gebudgetteerd heeft en somde de tien grootste prioriteiten op. Daarnaast gaf hij een stand van zaken van de missing links in Vlaanderen. Alain Cox (projectleider de Werkvennootschap) gaf als voorbeeld de werken voor de herinrichting van de Ring rond Brussel. De RFB vatte de informatie vervolgens samen.
Mobiliteit van morgen
Op het evenement werd het thema in een Europees perspectief geplaatst. De RFB had Christophe Nicodème uitgenodigd, voorzitter van de European Union Road Federation waarvan de RFB lid is. Hij pleitte voor gemeenschappelijke beheerssytemen voor de hele Europese Unie, en voor duurzame mobiliteit. Xavier Tackoen, gedelegeerd bestuurder van het studiebureau Espaces-Mobilité, besprak de plaats van de mobiliteit in het hart van een evoluerend ecosysteem, en ging dieper in op Mobility As A Service (MAAS). Ten slotte schetste federaal minister van Mobiliteit François Bellot een beeld van de mobiliteit van de toekomst, nu
een globale toename van de verplaatsingen onvermijdelijk is. François Bellot: “Het gaat erom oplossingen te vinden, niet alleen materiele maar ook psychologisch-sociale. De grote uitdaging wordt gevormd door het gedrag en de systemen om informatie uit te wisselen. Multimodaliteit, plurimodaliteit en andere complementaire concepten voor verplaatsingen, in functie van de data van het moment, zullen de nieuwe gegevens zijn voor de verplaatsingen van morgen. Alle partners zullen innovatief moeten zijn en openstaan voor veranderingen.”
Samenwerken
Tot slot nam Jo Vanmechelen (voorzitter RFB) het woord. Hij wees de aanwezigen erop dat ze allemaal kunnen meewerken aan het werk van de RFB, en riep hen op om lid te worden. Jo Vanmechelen: “Ik zie dat er een honderdtal mensen in de zaal zitten, lang niet allemaal afgevaardigd door onze leden. Heel wat potentiële partners zijn dus in ons geïnteresseerd.”
•
INFO: www.rfbelgium.be
SYNERGIE BOUWT AAN CARRIÈRES Bent u op zoek naar jong talent of ervaren vakspecialisten voor uw bouwbedrijf? Synergie Construct richt zich specifiek op de selectie en werving van geschoold personeel in de bouwsector. Wij zorgen zowel voor experts in ruwbouw als voor nauwkeurige afwerkers.
Interesse in een samenwerking? Contacteer een van onze kantoren in uw buurt. Synergie Oudenaarde Construct
oudenaarde-construct@synergiejobs.be
Synergie Oostende Construct
oostende-construct@synergiejobs.be
Synergie Kortrijk Construct
kortrijk-construct@synergiejobs.be
www.synergiejobs.be Bouwflash_dec_2017.indd 1
Synergie Gent Construct
gent-construct@synergiejobs.be
Synergie Aalst Construct
aalst-construct@synergiejobs.be
Synergie Mechelen Construct
mechelen-construct@synergiejobs.be
Synergie Geel Construct
geel-construct@synergiejobs.be
Synergie Zwijndrecht Construct
zwijndrecht-construct@synergiejobs.be
our job is your job SYNERGIE 21/09/17 14:02
april 2018 • Bouwbedrijf 45
BRUSSELS GEWEST
Open innovatie met de eerste Belgisch bouw-hackathon In het weekend van 20 tot 22 april wordt de eerste Belgisch hackaton voor de bouw georganiseerd. De eerste wat? De eerste Hackathon Digital Construction! Organisator zijn de Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad en de Technologische Dienstverlening van het WTCB. Onze bouwbedrijven gaan door een periode van digitalisering. Voorspeld is dat deze hun productiviteit zal stimuleren in de komende jaren. Maar deze transformatie roept ook moeilijke vragen op, en daarop probeert deze eerste bouw-hackathon een antwoord te vinden. Het event heeft verschillende doelstellingen, vertelde ons Jean-Christophe Vanderhaegen (directeur-generaal van de CBB-H). Niet alleen ontmoetingen organiseren tussen de bouw- en de ICT-sector, maar ook innovatie stimuleren, nieuwe oplossingen ontdekken … Hij deed het idee op tijdens een startup-weekend van Fintech Belgium, een vzw die zich onder meer bezighoudt met nieuwe businessmodellen. Jean-Christophe Vanderhaegen: “Deze hackathon is een beetje mijn kind. Ik heb enorm genoten van dat startup-weekend en wilde een dergelijk evenement ook doen leven in de bouw. Het is niet noodzakelijk de plaats waar aannemers nieuwe businessmodellen zullen ontwikkelen, maar wel de plaats om aan digitale innovatie te doen. Open innovatie, dat wil ik benadrukken. De deelnemers gaan elkaar niet beconcurreren. De hackathon moet iedereen een boost geven, vanuit alle professionele oogpunten.”
Diverse profielen
De hackathon mikt op een divers publiek: studenten informatica, ingenieurs, architecten, aannemers en hun leveranciers, ondernemers en creatievelingen uit de ICT-wereld, deelnemers 46 Bouwbedrijf • april 2018
aan startup-weekends of andere hackathons … Ons lid BESIX is trots dat het de Hackathon Digital Construction kan steunen, aldus Peter Bertels (Senior Manager Creativity and Digital Enabling). Peter Bertels: “Het is uniek in de bouw, op dat niveau samenwerken aan open innovatie. Dit evenement staat ten dienste van verbeteringen in onze sector. Ik denk dat het enkele concrete ideeën voor projecten zal opleveren. Na de hackathon zullen die verder ontwikkeld moeten worden.”
geselecteerd. Daarna worden groepen van vijf tot zes personen samengesteld. Op zaterdag en op zondagochtend werken de teams hun ideeën uit, bijgestaan door een coach. Zondagnamiddag bereiden ze de presentatie van het resultaat voor. Dat verdedigen ze dan voor een jury. Zondagavond wordt ten slotte het winnende team bekendgemaakt. Jean-Christophe Vanderhaegen: “We mikken op 50 deelnemers, maar kunnen er meer aan. Hierbij zijn de geïnteresseerden dus uitgenodigd!”
Kleine groepen
INFO: Vragen? Stel ze aan Marc Wing met een e-mail naar hackathon@cnc.be of door te bellen naar 02 545 58 39. BESIX, Willemen, Velux, Co.Station en Innoviris zijn partner van de hackathon. Ook enkele universitaire instellingen hebben hun interesse laten blijken.
De hackaton begint vrijdagavond 20 april in Co.Station vlakbij het station van Brussel Centraal. De deelnemers stellen hun projecten voor, en na een stemming worden de beste ideeën
•
WAT IS EEN HACKATHON? Het woord is een samentrekking van to hack en marathon. Waarbij to hack oorspronkelijk stond voor het zoeken naar interessante zwakke plekken in complexe softwaresystemen. Tegenwoordig wordt er een soort workshop mee bedoeld, met kleine groepen die creatieve oplossingen voor problemen bedenken.
MOBILITEIT
(Bijna) overal in Brussel parkeren voor € 90 per maand Parkeren in de buurt van een bouwplaats, het is voor bouwbedrijven in het Brussels gewest een nachtmerrie. Maar er bestaat een oplossing. Voor € 90 per maand kunnen aannemers een interventiekaart krijgen. Dergelijke interventiekaarten zijn er voor mensen die voor hun beroep overal in Brussel moeten zijn. Dankzij het lobbywerk van de Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad hebben nu een hele reeks aannemers er recht op. Het gaat onder andere om dakwerkers, aannemers die dakbedekking plaatsen, installateurs van verwarming of sanitair, schrijnwerkers, glazenmakers, elektrotechnici en aannemers die gasleidingen leggen. Een interventiekaart kost € 90. Een aannemer kan er overal mee parkeren in het gewest, met uitzondering van de oranje en rode zones. Ze is een maand geldig, vertelde ons François Robert. Hij is woordvoerder van parking.brussels, het parkeeragentschap van het gewest. François Robert: “Maar je kunt ook drie kaarten tegelijk kopen, samen goed voor 90 dagen. We krijgen zelfs bestellingen voor een heel jaar. Maar belangrijk is wel dit: een kaart is gekoppeld aan een voertuig. Ander voertuig, andere kaart. Met één kaart kun je niet met verschillende bedrijfsvoertuigen parkeren. ” Al in 2014 was er overleg tussen de Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad en parking.brussels. Dat het nog zolang duurde heeft te maken met de veranderingen aan het gewestelijke parkeerbeleidsplan in 2016. De gemeenten kregen daarna
De interventiekaart is zeer handig, maar opgelet: ze is slechts een maand geldig.
een jaar om hun lokale parkeerreglementen aan te passen. Maar vanaf dit jaar verloopt alles vlot. François Robert: “Een kaart aanvragen heeft voor aannemers alleen maar voordelen. Wie een parkeerovertreding begaat, riskeert per halve dag een retributie van € 25.”
•
INFO: De kaarten worden afgeleverd door parking.brussels. Aanvragen kan met een e-mail naar info@parking.brussels. Zie ook de website parking.brussels.
NIEUWE BRUSSELSE OPROEP VOOR PROJECTEN DIE CIRCULAIR BOUWEN Bent u een bouwbedrijf met projecten in het Brussels gewest? En bent u gemotiveerd om innovatief om te gaan met de kringloopeconomie? Dan is de projectoproep 2018 van Be Circular misschien iets voor u. Een project dat geselecteerd wordt, kan tot € 30 000 rechtstreekse steun krijgen. Het bedrag kan oplopen tot € 80 000 als er een ontwikkeling van een nieuwe activiteit aan te pas komt. Het is al de derde keer dat deze oproep gedaan wordt. In 2017 werden een kleine dertig innoverende projecten geselecteerd. Opvallend was de sterke aanwezigheid van onze sector, met zes bouwplaatsen en vier ondernemersprojecten. De Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad organiseert een infosessie voor aannemers die meer willen weten over deze
projectoproep. Ze vindt plaats op 29 maart om 17.00 u. in de Lombardstraat 34-42 in het centrum van Brussel. INFO: Tot 15 mei kunt u een kandidatuur indienen. Hebt u vragen? Stel ze aan lara.perezduenas@confederatiebouw. be (tel. 02 545 57 82). U vindt ook meer informatie op www.circulareconomy.brussels.
april 2018 • Bouwbedrijf 47
WTCB
De technische installaties van de toekomst: ongetwijfeld duurzaam! “De technische installaties van de toekomst”, zo luidt de titel van de eerste WTCB-Contact van het jaar, een nummer dat traditioneel gewijd is aan een welbepaalde tak van de bouw. In dit magazine wordt gesteld dat de toekomstige technische installaties milieuvriendelijk zullen zijn en speciaal aangepast om te kunnen werken met groene energiebronnen. Er gaat ook heel wat aandacht uit naar de thema’s energiebesparing en de vermindering van de CO2 -uitstoot.
D
e technische installaties staan meer dan ooit centraal in het gebouw. Ze hebben immers vaak tot doel om de ‘gebreken’ van het gebouw te verhelpen en een aangenamere woonomgeving te creëren. De technische installaties kunnen in verschillende categorieën onderverdeeld worden: • de HVAC-installatie moet het gebouw zijn comforttemperatuur verlenen, d.w.z. verwarming wanneer het buiten koud is en koeling wanneer het buiten warm is en de zonneweringen niet volstaan • het ventilatiesysteem moet ervoor zorgen dat de lucht die wij inademen van goede kwaliteit is • de verlichtingsinstallatie moet ons visuele comfort waarborgen. De verlichtingsinstallatie vervangt of versterkt het daglicht wanneer de zonnestraling ontoereikend wordt • de sanitaire installatie verzekert ons comfort en onze hygiëne door warm en koud water ter beschikking te stellen. Het zijn deze vier basisfuncties die centraal staan in de thematische WTCB48 Bouwbedrijf • april 2018
Contact. Er kunnen echter nog verschillende andere technische installaties of functies onderscheiden worden. Denken we bijvoorbeeld maar even aan: • het akoestische comfort, dat ons gehoor beschut • de multimediatoepassingen, die ons in staat stellen te communiceren met de wereld • de inbraakbeveiliging, die ons beschermt tegen dieven • de brandbeveiliging, die ons behoedt voor vuur.
Technische installaties en energiezuinigheid
De technische installaties van de toekomst zullen rekening moeten houden met de klimaatdoelstellingen, hun CO2-uitstoot verminderen en hun energieverbruik beperken en dit, zonder het comfort van de gebruikers in het gedrang te brengen. Om dit doel te kunnen bereiken, moeten we: - onze gebouwen beter isoleren - de energie-efficiëntie van de productie-, omzettings- en verbruiksprocessen verbeteren - beginnen terug te grijpen naar hernieuwbare energiebronnen die geen CO2 uitstoten of een korte regeneratiecyclus hebben. Biomassa is hier een goed voorbeeld van.
Koppeling en gelijkstroom
De reglementaire eisen worden alsmaar strenger. Dit heeft tot gevolg dat de technische installaties steeds complexer worden, maar ook steeds vaker met elkaar in verbinding staan. Dit maakt
niet alleen een betere individuele regeling door de gebruiker mogelijk, maar ook een betere communicatie met de wijk of stad. Zo kunnen de energiestromen tegenwoordig in slimme elektrische en warmtenetten beheerd worden. De communicatie- en internettoepassingen zullen met andere woorden een alsmaar belangrijkere rol gaan spelen bij het ontwerp van het gebouw. Door de huidige tendens naar ‘smart buildings’ is de digitalisering van gebouwen aan belang aan het winnen. Daar waar er vroeger slechts drie fundamentele netwerken in een gebouw aanwezig waren (water, gas en elektriciteit), komt er tegenwoordig nog een vierde bij: het datanetwerk, met het netwerkprotocol Ethernet, dat gebruikt wordt door onze computers. Hoewel het huidige elektriciteitsnetwerk wisselstroom levert aan gebouwen, werken verschillende toestellen die we tegenwoordig dagelijks aanwenden, zoals ledverlichting, laptops en smartphones, intern op gelijkstroom. Een omzetting is dus nodig. Fotovoltaïsche panelen produceren op hun beurt gelijkstroom die, met het oog op de injectie ervan in het net, omgevormd moet worden in wisselstroom. Al deze omzettingen brengen energieverliezen met zich mee. Daarom zou het zinvol kunnen zijn om onze gebouwen uit te rusten met een elektriciteitsnet op gelijkstroom, zeker als men hiervoor de bestaande infrastructuur van het gebouw kan aanspreken. Dit is één van de kwesties die aan bod komen in deze thematische WTCB-Contact, meer bepaald in het artikel ‘Power over Ethernet’.
•
Combilusinstallaties Voor wat de verwarming en de productie van sanitair warm water (SWW) betreft, kunnen appartementsgebouwen zowel uitgerust worden met een individuele als een collectieve installatie. Combilusinstallaties vormen een bijzonder type collectieve installaties, dat alsmaar vaker toegepast wordt. In dit thematische nummer gaat het WTCB niet alleen dieper in op de voordelen die combilussen te bieden hebben, maar ook op de belangrijkste karakteristieken ervan. Individuele versus collectieve installaties
Momenteel worden appartementen vaak uitgerust met individuele gascondensatieketels die de vraag naar verwarming en sanitair warm water (SWW) afdekken. Deze oplossing maakt het gemakkelijk om individuele afrekeningen op te maken naar de bewoners toe (verbruik, facturatie ...). De ketels moeten echter zodanig gedimensioneerd worden dat ze te allen tijde kunnen voldoen aan de vraag naar sanitair warm water (20 à 25 kW per appartement), waardoor ze niet zelden groot uitvallen in verhouding tot de beperkte verwarmingsvraag van de appartementen. Voor collectieve installaties kan men bij de dimensionering rekening houden met het gelijktijdigheidseffect in de SWW-vraag. Het is immers onwaarschijnlijk dat alle SWW-tappunten in het gebouw tegelijkertijd gebruikt zullen worden. Daar staat tegenover dat de verwarmingsvraag (CV) wel ongeveer lineair stijgt met het aantal appartementen.
Collectieve lus die verwarming en SWW combineert
Bij klassieke collectieve installaties gebeuren de warmtedistributie en de verdeling van het sanitaire warme water via twee verschillende circuits. Enerzijds is er het technische warme water
dat het circuit van de centrale verwarming voedt, en anderzijds is er het sanitaire warme water, dat eveneens naar de appartementen gevoerd wordt, maar via een afzonderlijk circuit. Bij een combilusinstallatie wordt de warmte, zowel voor het SWW als voor de verwarming (CV), centraal opgewekt en via één primair circuit met technisch water naar de afleversets in de appartementen gebracht. De eigenlijke SWW-productie gebeurt echter pas binnen de afleverset zelf, die eveneens gevoed wordt door koud sanitair water, afkomstig van het drinkwaternet. Bij een combilussysteem krijgt de productie van sanitair warm water voorrang op een verwarmingsvraag vanuit het appartement. Dit heeft echter nagenoeg geen invloed op het thermische comfort van de gebruikers, vermits het verwarmingssysteem en het gebouw zelf over een toereikende traagheid beschikken. De SWW-vraag kan namelijk beschouwd worden als een zeer kortstondige piekvraag, terwijl de verwarmingsvraag veel regelmatiger is en zelfs een korte onderbreking kan verdragen. In een gebouw met een groot aantal appartementen zal de totale warmtevraag (CV + SWW) gewoonlijk vrijwel volledig overeenkomen met de warmtevraag voor verwarming. Combilusinstallaties hebben heel wat voordelen te bieden. Naast een lager totaal geïnstalleerd vermogen,
vertonen ze ook tal van integratiemogelijkheden voor energiebesparende technologieën zoals zonthermische systemen, warmtepompen, warmtekrachtkoppeling of een latere aansluiting aan een warmtenet. Gelet op het feit dat de warmteverdeelleidingen langer zijn dan in een individuele installaties, zal men echter af te rekenen hebben met extra warmteverliezen. Deze zullen tijdens het stookseizoen niettemin steeds lager zijn dan bij een klassiek collectief systeem. Verder is het risico op legionellaontwikkeling in een combilusinstallatie kleiner dan in een klassiek collectief systeem. Om legionellaontwikkeling te voorkomen, wordt voor afleversets met warmtewisselaars aanbevolen om deze laatste continu op 60 °C te houden.
Opgelet: combilussen verdragen geen hard water!
Indien het sanitaire water in de combilusinstallatie te hard is (hardheid van meer dan 25 °fH), dan wordt een waterverzachting tot 15 °fH ten sterkste aangeraden. Dit geldt des te meer in het geval van afleversets met warmtewisselaars. ››› april 2018 • Bouwbedrijf 49
WTCB
›››
Voor de verzachting zijn er twee werkwijzen mogelijk: - ofwel wordt al het water verzacht, dus ook het water dat nooit verwarmd zal worden en bijvoorbeeld zal dienen voor de toiletspoeling (d.i. de vaakst weerhouden optie) - ofwel worden er twee afzonderlijke koudwaterverdeel installaties voorzien, één met verzacht water en één met onverzacht water. Het strekt eveneens tot aanbeveling om de afleversets ter hoogte van de koudwateraansluiting van een keerklep (type EA) te voorzien.
V
entileren is nodig om de lucht te zuiveren met het oog op de gezondheid van de gebruikers en de duurzaamheid van het gebouw. Ventilatie laat toe om polluenten, vocht en geurtjes af te voeren. Vandaag de dag wordt de ventilatie gewoonlijk tot stand gebracht door één van de in de norm NBN D 50-001 beschreven systemen: A : natuurlijke toevoer en afvoer B : mechanische toevoer en natuurlijke afvoer C : natuurlijke toevoer en mechanische afvoer D : mechanische toevoer en afvoer. Er bestaan verschillende oplossingen om het energieverbruik ervan te beperken. Bij ventilatie volgens de behoefte is het mogelijk om de debieten aan te passen aan de reële noden van de gebruikers door gebruik te maken van sensoren (CO2, vocht ...) en automatische regelelementen (kleppen, ventilatoren ...). Bij een systeem D is het dan weer mogelijk om warmte te recupereren en om de verse lucht voor te verwarmen dankzij de warmte die aan de vervuilde lucht onttrokken wordt alvorens deze naar buiten afgevoerd wordt. Om goede prestaties te bereiken op het vlak van luchtkwaliteit, comfort (akoestisch, thermisch ...) en energie is 50 Bouwbedrijf • april 2018
Ventilatie: hybride systemen en tendensen Ventileren kan gepaard gaan met een aanzienlijk energieverbruik en dit, niet alleen voor het verwarmen of het koelen van de verse lucht, maar ook voor de werking van de ventilatoren in het geval van een mechanische ventilatie. Bij ventilatie moet er dus vaak gezocht worden naar een compromis tussen de noodzaak aan een toereikend debiet ter verzekering van de luchtkwaliteit en de noodzaak om dit debiet te beperken teneinde energie te kunnen besparen. Er zijn een aantal nieuwe tendensen in opmars waarmee dit compromis gemakkelijker bereikt zou kunnen worden.
het uiteraard essentieel te zorgen voor een correct ontwerp en een verzorgde installatie en indienststelling. Ook een geschikt onderhoud kan bijdragen tot een goed behoud van de prestaties in de tijd. De recente TV 258 en de hiermee gepaard gaande rekentool OPTIVENT zijn waardevolle hulpmiddelen die toelaten om dit doel te bereiken.
De ventilatie evolueert
De wens om de energieprestaties te verbeteren, heeft de afgelopen jaren een sterke stempel gedrukt op de ventilatie. Dit heeft ertoe geleid dat de energiezuinige mechanischeventilatiesystemen (systeem D met warmteterugwinning, systeem C met vraagsturing) de volledig natuurlijke ventilatiesystemen (systeem A) aan het verdringen zijn. Verder neemt ook de noodzaak toe om het risico op oververhitting in onze moderne gebouwen te beheersen door middel van een intensieve nachtventilatie in de zomer. Door deze twee evoluties mag men zich in een min of meer nabije toekomst gaan verwachten aan een sterke opmars van hybride systemen en alternatieve ventilatiestrategieën. De prenormatieve studie PREVENT die momenteel gevoerd wordt door het WTCB heeft tot doel om deze oplos-
singen te onderzoeken, temeer omdat een aantal ervan nog niet erkend zijn in de huidige reglementering en normalisatie.
Gemengde hybride systemen
Hybride systemen hebben als oogmerk om de natuurlijke ventilatie te verbeteren. Volledig natuurlijke ventilatiesystemen zijn enkel afhankelijk van natuurlijke drijvende krachten, meer bepaald de wind en de thermische trek. Deze krachten zijn variabel in de tijd en zijn niet altijd toereikend om het vereiste debiet te verzekeren, wat de luchtkwaliteit en het gewenste comfort in het gedrang kan brengen. Een interessante oplossing in dit opzicht is om gemengde hybride systemen te gebruiken (zie afbeelding 1) waarbij de natuurlijke basisventilatie gecombineerd wordt met bijkomende ventilatoren. De inschakeling van deze ventilatoren kan bijvoorbeeld gestuurd worden door luchtkwaliteitssensoren die zich in de betrokken ruimten bevinden en/of door een debiet- of drukmeting in het natuurlijkeafvoerkanaal. Deze ventilatoren treden slechts in werking wanneer de natuurlijke drijvende krachten ontoereikend zijn. Dit laat
Afb. 1 Voorbeeld van een ventilator, gebruikt voor een gemengd hybride systeem (© foto: Aereco).
Afb. 2 Intensieveventilatievoorziening die toelaat om tijdens bepaalde perioden van het jaar een goede luchtverversing te waarborgen (© foto: Renson).
een zekere elektriciteitsbesparing toe in vergelijking met een systeem dat voorzien is van een permanente mechanische afzuiging.
bedrijfsmodi kan verzekerd worden dankzij temperatuur- en luchtkwaliteitssensoren. Bij een oververhittingsperiode in de zomer kunnen deze voorzieningen tevens zorgen voor een passieve nachtkoeling, terwijl het basisventilatiesysteem op zijn beurt toelaat om de luchtverversing overdag tot het strikt noodzakelijke te beperken.
Seizoensgebonden hybride systemen
Deze systemen combineren een basisventilatie en een afkoeling in de zomer. De verwarmingsverliezen via de ventilatie vormen immers enkel een probleem in het stookseizoen van het gebouw. Het is dus op dat ogenblik dat men de ventilatiedebieten moet controleren en de warmte die ontsnapt moet recupereren. De seizoensgebonden hybride systemen worden gekenmerkt door de combinatie van een mechanische basisventilatie en intensieveventilatievoorzieningen, zoals (eventueel geautomatiseerde) roosters of vensters. In het tussenseizoen en in de zomer, wanneer de buitentemperatuur het toelaat (noch te koud, noch te warm), kan de ventilatie verzekerd worden door de intensieveventilatievoorzieningen (zie afbeelding 2) die enerzijds zorgen voor een goede luchtverversing en die anderzijds toelaten om het elektriciteitsverbruik voor de ventilatoren te verminderen. De regeling van beide
Andere ventilatiestrategieën
De laatste jaren is er een (efficiëntere) variant van het systeem C verschenen. Hierbij worden er een aantal bijkomende afvoeren in de slaapkamers voorzien die toelaten om de natuurlijkeafvoerdebieten beter te controleren door een onderdruk te creëren in deze ruimten. Dit kan gecombineerd worden met een vraaggestuurde regeling door middel van vochtsensoren in de vochtige ruimten en CO2-sensoren in de kamers. Er zijn tegenwoordig verschillende systemen van dit type op de markt. Naar de toekomst toe zouden de ventilatiesystemen an sich op een andere manier bekeken kunnen worden, wat de weg zou kunnen openen voor een aantal alternatieve strategieën. Zo zou men verse lucht kunnen toevoeren naar de gangen en de hallen
(in plaats van naar de droge ruimten), de lucht vandaaruit naar de andere ruimten (kamers, badkamer, open keuken ...) kunnen laten doorstromen en de vervuilde lucht uit deze laatste ruimten naar buiten kunnen afvoeren. Deze oplossing is echter enkel interessant onder bepaalde voorwaarden, onder meer wanneer ze gecombineerd wordt met een vraaggestuurde regeling. Er waait met andere woorden een frisse wind doorheen de wereld van de ventilatiesystemen. Een creatieve insteek die voor de volledige keten van belang is!
•
REFERENTIES Vrije compilatie van vier artikels die verschenen zijn in WTCB-Contact 2018/1, speciale uitgave, gewijd aan de technische installaties van de toekomst. Enkel de originele documenten, die geraadpleegd kunnen worden via www.wtcb.be, gelden als referentie. De auteurs van deze artikels zijn B. Bleys, S. Caillou, C. Delmotte, R. Delvaeye, A. Deneyer, P D’Herdt, P. Van den Bossche en J. Van der Veken, allen ingenieurs bij het WTCB
april 2018 • Bouwbedrijf 51
Residentie Alizée in Eeklo. Acht flats die energieneutraal en zelfs energiepositief zijn.
PROJECT
Energieneutraal - en beter! dankzij doordacht concept met energieplafonds Aannemers kunnen nu al betaalbare energieneutrale en energiepositieve woningen bouwen. Dat bewijst ons lid ACO Bouwteam (Sint-Laureins) dagelijks. Het geheim is een totaalconcept, met daarin een ingenieus element door het bedrijf zelf op punt gezet: het energieplafond.
W
e ontmoeten Bjorn Van Tomme en zijn vader Geert bij residentie Alizée in Eeklo. De eerste is werf- en kwaliteitscoördinator van ACO Bouwteam, de tweede zaakvoerder. De acht flats in Alizée halen minstens E0, en enkele duiken zelfs diep in de negatieve E-peilen. Over een heel jaar bekeken produceren ze dus meer energie dan ze verbruiken. De basis wordt gevormd door een goed geïsoleerde gebouwschil, warmte uit hernieuwbare bronnen – geothermie in dit geval – en ten slotte zonnepanelen voor het elektriciteitsgebruik. Nieuw zijn deze principes allesbehalve. Maar wel origineel is de manier waarop ACO Bouwteam ze uitgewerkt heeft.
Uit het plafond
In Alizée ligt geen vloerverwarming. Normaal is deze alomtegenwoordig in woningen met een warmtepomp gekoppeld aan geothermie. Maar in de E0-woningen van 52 Bouwbedrijf • april 2018
ACO Bouwteam komt de warmte van boven, uit de energieplafonds. Het bedrijf ontwikkelde dit concept eigenhandig tot een geschikte bouwtechniek. Bjorn Van Tomme: “In een zeer goed geïsoleerde woning is koeling eigenlijk een grotere uitdaging dan verwarming. Maar koelen met vloerverwarming is moeilijk, vanwege het risico op condensatie en het onaangename gevoel van een koude vloer. Met een energieplafond kun je daarentegen perfect koelen, zonder onaangename luchtstromen. Ook voor verwarming is er een voordeel: deze gebeurt met stralingswarmte, wat prettiger is dan convectie. Bovendien is de reactietijd veel korter wanneer de temperatuur in de ruimte verandert. En ten slotte kun je een energieplafond probleemloos combineren met alle vloerbedekkingen.” De ontwikkeling van de energieplafonds begon in 2008. Door de crisis stond betaalbaarheid plots op één voor de klanten. Maar ACO Bouwteam wilde niet concurreren met de kostprijs. Het bedrijf probeerde zich dus te profileren met
WETENSCHAPPELIJK ONDERZOCHT ACO Bouwteam heeft vertrouwen in zijn concepten, genoeg om samen te werken met onderzoeksen onderwijsinstellingen. In een project in Sint-Laureins onderzocht het WTCB het potentieel van horizontale geothermische warmtewisselaars die op 3,5 meter diepte onder de algemene funderingsplaat liggen. Deze techniek kan interessant zijn als een klassieke diepe boring onmogelijk is. De analyses suggereren dat de energievraag in de winter net gedekt kan worden in combinatie met het concept van ACO Bouwteam. Het koelpotentieel ligt wel lager dan bij een klassiek boorveld.
De aanpak van ACO Bouwteam kan elke bouwstijl aan.
ZET UW PROJECTEN IN DE KIJKER OP DE BEN-WEBSITE Bouwt ook u BEN-woningen? Zet deze dan op de BEN-website van de Vlaamse Confederatie Bouw. Www.vcb.be/BEN-projecten is nog altijd op zoek naar stimulerende voorbeelden. Deze dienstverlening aan onze leden is gratis. Neem contact op met Tim Van Helden, beleidsmedewerker Energie van de VCB. Zijn adres is tim.vanhelden@vcb.be.
duurzaamheid en een laag energieverbruik, maar dan op zijn eigen manier. Bjorn Van Tomme: “In het begin experimenteerde ik met betonkernactivering. Dan begon ik meer opzoekwerk te doen, eerst in België, daarna ook in Nederland en Duitsland. En zo is zes jaar geleden het idee van de energieplafonds ontstaan.”
Regeneratie
De plafonds verhogen niet alleen het comfort, ze hebben ook puur technische voordelen. In Alizée zijn ze gekoppeld aan geothermie tot een diepte van 150 meter. De koeling stopt veel warmte weer in de grond en laadt de bron op. Testen hebben uitgewezen dat brontemperatuur nooit onder de 8 °C zakt en meestal rond 10 à 12 °C ligt. Volgens ACO Bouwteam haalt de verwarming daardoor altijd een rendement van 500 %. Als de warmtepomp 1 kWh verbruikt, levert ze 5 kWh warmte.
Kosten
Tegenover deze voordelen staan vanzelfsprekend kosten, voor de plafonds, de domotica, de balansventilatie met energierecuperatie (“systeem D”), het driedubbele glas, het super-isolerende schrijnwerk … Maar de meerprijs moet genuanceerd worden. Geert Van Tomme: “We bouwen woningen voor het leven. Alles is al ingericht voor levenslang wonen: stopcontacten op de juiste hoogte voor rolstoelgebruikers, deuren met de juiste breedte enzovoort. Bovendien zal ook de bijna
In Residentie Evolution in Maldegem onderzocht de VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) de voor- en nadelen van centrale en decentrale warmtepompen. Dit onderzoek was een onderdeel van het project Smart Geotherm. In het onderwijs leeft het besef dat er meer kennis nodig is over lage-energiebouwtechnieken, aldus Geert Van Tomme. De hogeschool Vives laat een stagiair werken op een bouwplaats van ACO Bouwteam. De UGent denkt eraan een bouwkundig ingenieur zijn eindwerk te laten maken over een project van het bedrijf.
Vragen over dit onderzoek? Stel ze aan
www.wtcb.be en www.energyville.be.
energieneutrale woning van na 2020 veel van deze elementen moeten bevatten.” Daarnaast drukt het bedrijf de kosten door efficiënt te bouwen. Alles wordt zeer zorgvuldig voorbereid. Als de ruwbouw klaar is, is meteen 80 % van de technieken geïnstalleerd. Daardoor zijn achteraf minder doorboringen nodig en is de luchtdichtheid uitstekend. Bjorn Van Tomme: “Alle ventilatiekanalen zijn bijvoorbeeld ingekapseld in het beton, waardoor je geen luchtlekken hebt en minder geluidsoverlast. Het eigenlijke bouwproces verloopt sneller, maar de coördinatie is wel heel belangrijk: alle werken moeten perfect op elkaar aansluiten. Je zult mij dus heel vaak op onze bouwplaatsen zien.”
Alle bouwstijlen
In dezelfde wijk als Alizée trekt ACO Bouwteam intussen drie eengezinswoningen op. Opnieuw minstens E0, en ruimschoots energiepositief als de klant voldoende zonnepanelen laat installeren. Geert Van Tomme: “Onze aanpak staat alle bouwstijlen toe. Met onze ervaring kunnen we de installaties vanaf het begin juist afstellen, wat de energieprestaties garandeert. Er is wel één voorwaarde: de architect moet onze concepten begrijpen en ze correct hanteren. Daarom zijn we grote voorstander van bouwteams. Daarin kunnen wij van in het begin met de ontwerper samenwerken.”
•
INFO: www.acobouwteam.be april 2018 • Bouwbedrijf 53
LEDENKORTINGEN APRIL
€ 31,00
CONFEDERATIE BOUW
CONFED € 28,00
€ 16,50
54 Bouwbedrijf • april 2018
Dagboek der Werken Het Dagboek der Werken (opgemaakt conform aan de eisen van de overheid), wordt bijgehouden op elke bouwplaats door de afgevaardigde van de aanbestedende overheid. Dagelijks worden alle aanduidingen in verband met de uitvoering van de werken vermeld. Het dagboek der werken geeft een stand van zaken van de werken weer en een samenvatting van de genomen beslissingen en aangegane overeenkomsten, evenals de bevelen van het bestuur en van de ontwerper. Het dagboek der werken wordt permanent bewaard op de bouwplaats tot aan de voorlopige oplevering van de opdracht. Het bestuur, de aannemer en de ontwerper ontvangen meestal wekelijks een afschrift van de aantekeningen die in de afgelopen week werden opgemaakt. Het dagboek der werken is in de eerste plaats bedoeld voor de overheidsopdrachten maar kan ook nuttig zijn voor private werken.
Speciale verkoopprijs enkel voor de maand april Ledenprijs voor deze publicatie: € 11, (exclusief BTW) Niet-ledenprijs voor deze publicatie: € 21, (exclusief BTW) Deze uitgave kan besteld worden via de website www. confederatiebouw.be/ e-shop/publicaties/juridisch/ type-contracten en nuttige documenten. Er kan ook gemaild worden naar bestellingen@ confederatiebouw.be
april 2018 • Bouwbedrijf 55
Als hoofdaannemer focust Renotec bewust op gespecialiseerde renovatie- en restauratiewerken in en rond gebouwen, bouwconstructies en monumenten. Uitdagende projecten die ambachtelijke kennis vragen zijn een kolfje naar onze hand. Met knowhow, innovatieve technieken en logistieke kracht lost Renotec elk complex en buitengewoon renovatieproject op. Waar een alledaagse aannemer stopt, daar begint RENOTEC. Renotec houdt vakmanschap bewust onder eigen vleugels. Met 700 medewerkers maken we van kwaliteit dagelijks ons handelsmerk.
© A. Nullens
RENOTEC NV • Winkelomseheide 229 - 2440 Geel • T 014 86 60 21 - F 014 86 60 16 • www.renotec.be • info@renotec.be
BETON, in het hart van duurzaam bouwen Beton beschikt ontegensprekelijk over talrijke troeven waardoor het heel natuurlijk past in de logica van duurzaam bouwen: goede akoestische isolatie, optimale thermische inertie, het is recycleerbaar, rot niet, is brandbestendig, stevig, het vergt weinig onderhoud, is economisch… Onder alle omstandigheden en over zijn hele levenscyclus zorgt beton voor een gezonde en veilige omgeving. Beton bouwt de toekomst !
Vorstlaan, 68 B11 | 1170 Brussel Tel. 02 645 52 11 | info@febelcem.be | www.febelcem.be
Ann 210x140 nl.indd 1
Partner van
infobeton.be
20/02/18 16:31
BOUWMARKT
Slimme pakketbrievenbus van eSafe met ingebouwde videofoon van Niko
Automatiseer de berekening van de mobiliteitsvergoeding In de bouw, techniek en openbare werken worden heel wat kilometers afgelegd. Vaak hebben de arbeiders die professionele verplaatsingen afleggen wettelijk recht op een mobiliteitsvergoeding. Maar het manueel bijhouden van de kilometerregistratie van uw werknemers is een behoorlijk tijdrovende klus. En dan
zwijgen we nog over de onnauwkeurigheden die erin kunnen sluipen … Gelukkig kan het ook anders, met RAM track-andtrace. Daarmee kunt u de kilometer- en ritregistratie automatiseren. U behoudt eenvoudig het overzicht, en voldoet bovendien altijd aan de wetgeving.. Meer weten? www.track-and-trace.be
De recentste isolatie-oplossingen van Recticel Insulation
Op Batibouw pakte isolatiespecialist Recticel weer uit met enkele interessante producten. De geavanceerde Xentro
technology garandeert hardschuimisolatieplaten met een zeer hoge prestaties. De lambdawaarde bedraagt 0,019 W/ mK, dat is 13 % beter dan een standaardwaarde. Daardoor kan men heel dun isoleren. De technologie wordt onder meer toegepast in Eurowall Xentro en Eurofloor Xentro. Met een dikte van slechts 8 centimeter blijft de U-waarde al onder de 0,24 W/m²K bij buitenmuren. Silentwall verbetert dan weer de geluidsisolatie van wanden. Er wordt een geluidsreductie van 12 decibel ervaren. Deze isolatiepanelen hebben bovendien een thermische isolatiewaarde van 0,037 W/mK. Extra dikte is dus niet nodig. De plaatsing met de bijhorende Recticel lijm is praktisch en gaat snel.
www.recticelinsulation.be
Dankzij de Fenix Front pakketbrievenbus van eSafe kunnen online-shoppers hun pakjes 24/7 ontvangen, zonder extra bezoekjes aan postkantoor, locker of afhaalpunt en zonder discussies met buren en koerierdiensten. De Fenix Front komt nu ook met externe Niko Home Control video-unit. Daarmee belt de koerier naar de shopper, die de pakketbrievenbus vanop afstand ontgrendelt met de Home Control App. Een sensor in de pakketbus laat weten of het pakje correct afgeleverd is en of het deurtje correct gesloten is. De Niko Home Control videounit is ultravlak en is subtiel verwerkt in het design van de eSafe designbrievenbus. Nodig is wel 24V-netwerkkabel voor de voeding van de videofoon. Meer weten? www.my-esafe.be - www.niko.be
april 2018 • Bouwbedrijf 57
MARKANT
Marianne Thyssen
“Gelijk loon voor gelijk werk op zelfde plaats”
Detachering is een controversieel onderwerp in de bouw. De Confederatie Bouw Vlaams-Brabant nodigde daarom Marianne Thyssen uit. Als Eurocommissaris van Werk en Sociale Zaken is zij bij uitstek de persoon om een stand van zaken op te maken. Marianne Thyssen is de drijvende kracht achter een Europese richtlijn die de mistoestanden op dat gebied wil rechttrekken
(zie ook de Edito in dit Bouwbedrijf). Ze is uiterst drukbezet, maar voor de Confederatie wil ze tijd vrijmaken. Ze kwam naar het provinciehuis van Vlaams-Brabant om met de leden te discussiëren. Een van de problemen is dat de regels voor detacheringen in 1996 vastgelegd werden. Wat betreft de lonen werd toen eigenlijk alleen geëist dat de minimumlonen gerespecteerd werden van het land waar de gedetacheerde werkt. Marianne Thyssen: “Mijn voorstel vertrekt van een helder principe: gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plaats. Niet alleen meer het minimumloon, maar alle verplichte elementen van de verloning die opgenomen zijn in cao’s en dergelijke. De maximumduur van een detachering wordt teruggebracht tot twaalf maanden. Deze termijn kan eventueel verlengd worden met zes maanden.” Alle details zijn nog niet uitgewerkt. Zo is nog niet beslist welke controleplicht de hoofdaannemer krijgt. Maar normaal gezien wordt de finale richtlijn nog vóór de zomer gepubliceerd. De Europese Commissie werkt ook aan een Europese arbeidsautoriteit (European Labour Authority of ELA) en een Europese sociale-zekerheidscode (European Social Security Number of ESSN). Deze moeten de Europese samenwerking verbeteren en de uitbuiting van werknemers tegengaan.
De nieuwe CMK-indexen voor 2018 zijn beschikbaar. Voor CMK2003, de recentste versie, bedraagt de index 118,9. Maar ook de oudere CMK-versies worden nog gebruikt. Voor CMK93 is de index gelijk aan 137,4 en voor CMK83 bedraagt hij 183,0. De CMK is een barema voor bouwmachines. Het bevat gegevens om de vergoeding voor materieelkosten te berekenen, onder andere bij overheidsopdrachten. Dergelijke kosten ontstaan bijvoorbeeld wanneer een aannemer machines ter beschikking stelt van een werf, of wanneer een bouwplaats stilgelegd wordt. In omzendbrieven staat hoe de CMK gebruikt moet worden in de berekening. U kunt de CMK bestellen in de webshop op www.confederatiebouw.be. Leden krijgen – vanzelfsprekend – korting. De Confederatie heeft bovendien exclusief voor hen een gratis Excel-bestand gemaakt om de berekening uit te voeren. 20,3 %
58 Bouwbedrijf • april 2018
Heating systems with a future.
Logatherm WPL AR
Hernieuwbare energie, zonder twijfel! Polyvalente lucht/water warmtepomp Logatherm WPL AR ■ ■ ■ ■ ■
Hoogste seizoensrendement op de markt* Laagste geluidsniveau op de markt* Heel snel sanitair warm water Eenvoudige installatie Bediening via smartphone of tablet
Wenst u een kant-en-klaarsysteem of maatwerk? Aan u de keuze. Hernieuwbare energiesystemen, Buderus is er klaar voor. U ook? Buderus warmtepompen, made in Sweden, sinds 1968.
Buderus Belgium - www.buderus.be
*Volgens een uitgebreide test in een onafhankelijk Deens testlaboratorium.