maandblad van en voor de aannemer • uitgave van de Confederatie Bouw • Lombardstraat 34 - 42 • 1000 Brussel
Bouwbedrijf
APRIL 2019 AFGIFTEKANTOOR GENT X – €6
DOSSIER
Moeten we in de hoogte gaan wonen? BOUWFORUM
De politiek reageert op onze eisenbundels.
GROEISUBSIDIE
VLAIO steunt uw ambities.
VBOC
Bouwoverleg met de Vlaamse regering.
/confederatie.bouw @Confedbouw
www .confederatiebouw.be
Confederatie Bouw - Confédération Construction
ALTIJD DE JUISTE VRAGEN STELLEN. Om voortdurend innovatieve antwoorden te vinden. Alleen wie zich gedurende 115 jaar constant heruitvindt, kan aanspraak maken op de claim altijd de hoogste kwaliteit te leveren. Voortdurende productvernieuwing geeft onze klanten een duidelijk voordeel voor hun dagelijks werk. Ongeacht of het door tijdwinst of verbeterde veiligheid is. De uitvinding van de koperperstechniek en de ontwikkeling van SC-Contur zijn twee goede voorbeelden. Viega. Connected in quality.
viega.be/Over-ons
EDITO
Veiligheid, dé topprioriteit
U
weet waarschijnlijk dat ik als voorzitter de zeer ambitieuze doelstelling heb geformuleerd om het aantal arbeidsongevallen in onze sector tegen 2020 te halveren, zodat ons land zich in de top 5 van EU-landen met het minst aantal arbeidsongevallen kan nestelen. Als landen zoals Nederland, Zweden, GrootBrittannië en Ierland dat kunnen, zie ik geen enkele reden waarom België dat ook niet zou kunnen waarmaken.
Op menselijk en maatschappelijk vlak is het aantal arbeidsongevallen gewoonweg niet aanvaardbaar.
Een aantal cijfers doen bij mij alle alarmbellen afgaan. In 2017 waren er in heel België 145 000 arbeidsongevallen, waarvan 14 600 in de bouw. Onze sector is met andere woorden verantwoordelijk voor 10 % van de arbeidsongevallen in ons land, ook al daalde het aantal in de voorbije jaren. Er gebeuren nog elke dag 56 arbeidsongevallen op, naar of van de werven. Per maand betreurt de bouw nog steeds één dodelijk arbeidsongeval. Zo kan het niet verder. Op menselijk en maatschappelijk vlak is het aantal arbeidsongevallen gewoonweg niet aanvaardbaar, maar ook op economisch vlak betekent dat een enorme kost voor onze bedrijven en voor onze sociale zekerheid. Tot slot schaadt het ons imago op een moment dat wij een tekort aan mensen hebben en attractief moeten zijn. Kortom, werk aan de winkel! De Confederatie Bouw zet alvast een eerste stap, met een brede sensibiliseringscampagne die alle bouwaannemers op het belang van veiligheid wijst, op, naar en van de werf. Op de website www.safetymypriority.be kunt u een charter ondertekenen dat u ertoe verbindt om op alle werven en bij alle werkzaamheden de absolute voorrang te geven aan veiligheid en veilig gedrag, en dat zowel bij uw eigen werknemers, uw onderaannemers als uw bouwpartners. Mag ik ook langs deze weg een warme oproep doen om dat charter te ondertekenen? Veiligheid is voor iedereen toch dé topprioriteit, nietwaar? Natuurlijk is het zo dat de onze sector alleen niet alle werk op zich kan nemen. Ook de overheid moet mee. Wij hebben onze beleidsmakers tijdens het Bouw Forum, maar ook daarbuiten, al duidelijk gemaakt dat er bepaalde beslissingen genomen zullen moeten worden die de veiligheid op bouwwerven een boost geven. Zo moet veiligheid een belangrijk criterium worden in elke overheidsaanbesteding en moet veiligheid een verplicht vak worden in elke bouwopleiding in het middelbaar en het hoger onderwijs. Maar eerst is het aan u: www.safetymypriority.be!
Paul Depreter Voorzitter Confederatie Bouw april 2019 • Bouwbedrijf 3
INHOUD
12 BouwForum
Het BouwForum 2019 van de Confederatie confronteerde de politieke partijen met vragen die van fundamenteel belang zijn voor onze sector. Hun antwoorden vindt u in dit artikel. Handig wanneer u binnenkort in het stemhokje staat.
19 Moeten we in de hoogte gaan wonen? De bevolking groeit, gezinnen worden kleiner, de verdichting van de bebouwing staat op de agenda. Hoogbouw lijkt dan een evidente oplossing. Maar zo eenvoudig is het allemaal niet …
4 Bouwbedrijf • april 2019
32 Groeisubsidie
Bedrijven die willen groeien verdienen een financiële steun in de rug volgens het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen VLAIO. Waar wacht u nog op om van deze groeisubsidie te profiteren?
48 Grondig gedigitaliseerd
Bij ons lid Linden zijn ontwerp, administratie en productie door en door gedigitaliseerd. We gingen aan de bedrijfsleider vragen waarom hij die stap zette, en wat de voor- en nadelen zijn.
maandblad van en voor de aannemer • uitgave van de Confederatie Bouw • Lombardstraat 34 - 42 • 1000 Brussel
Bouwbedrijf
12 BouwForum De politieke visie op onze uitdagingen. 17 UBO-register Uitstel voor uw verplichtingen.
APRIL 2019 AFGIFTEKANTOOR GENT X – €6
DOSSIER
Moeten we in de hoogte gaan wonen? BOUWFORUM
De politiek reageert op onze eisenbundels.
GROEISUBSIDIE
VLAIO steunt uw ambities.
VBOC
Bouwoverleg met de Vlaamse regering.
/confederatie.bouw @Confedbouw
DOSSIER
19 Inleiding Waarom u dit dossier moet lezen. 20 Trends De tijd voor meer hoogbouw lijkt rijp. 22 Jacques Teller Een stedenbouwkundige met een genuanceerde visie. 26 De woningbouwers-
www .confederatiebouw.be
Confederatie Bouw - Confédération Construction
INLEIDING
3 Edito Paul Depreter: “Veiligheid, de topprioriteit.” 6 Hoog bezoek De koning was op de inauguratie van het Tivoli-project. 9 Regionaal standpunt Tien aanbevelingen voor een ruimtelijk beleid.
ontwikkelaars
“We zijn partners van de overheid.”
28 Houtbouw Interessant alternatief bij verhoging.
SECTOR & BEROEPEN
BOUWBELANGEN
10 Vennootschapswet
eindelijk goedgekeurd
Met bijkomende regel voor aansprakelijkheid bestuurders.
CONTACTEN Bouwbedrijf is het maandblad van de vzw Confederatie Bouw, Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Verantwoordelijke uitgever: Filip Coveliers, Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Afgiftekantoor: Gent X Redactie: Peter Graller en Marc Guéret tel. 02 545 57 30 – fax 02 545 59 02 peter.graller@confederatiebouw.be Vormgeving: Nikka Cuypers nikka.cuypers@confederatiebouw.be Abder-Razzaaq Boujdaini abder-razzaaq.boujdaini@cnc.be Franstalige uitgave: Construction Druk: Graphius
31 BouwInfo Sta op de eerste rij op het internet. 32 BouwRadar Gebruik de groeisubsidie! 34 Green Deal Circulair bouwen zet veelbelovende stap.
Reacties - vragen: communicatie@confederatiebouw.be Met de medewerking van: • de studiediensten van de Confederatie Bouw Morgane Halleux, tel.02 545 56 33 - fax 02 545 59 09 morgane.halleux@confederatiebouw.be • Vlaamse Confederatie Bouw Johan Walewijns, tel. 02 545 57 49 - fax 02 545 59 07 johan.walewijns@confederatiebouw.be • Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad Morgane Cendoya, tel. 02 545 58 29 - fax 02 545 59 06 morgane.cendoya@confederatiebouw.be • Confédération Construction Wallonne Catherine Houtart tel. 02 545 56 68 - fax 02 545 59 05 catherine.houtart@confederatiebouw.be
36 VBOC Bouw ontmoet regering. 38 Asbest Dagelijkse kost voor slopers. 40 Verdichting Prikkelend congres van FABA. 42 KBO Zijn uw gegevens up-to-date? 44 WTCB • ETICS op ETICS • Wat is nodig voor een 100 % veilige borstwering?
PROJECTEN & BEDRIJVEN
48 Udo Linden Een bedrijfsleider vertelt waarom hij digitaliseerde. 50 Ledenvoordelen Uw lidmaatschap rendeert. 52 Bouwmarkt De exposanten op Digital Construction Brussels 58 Markant • Cijfer van de maand De orderboekjes van aannemers. • Afscheid Claude Van Rooten is weg bij het OCW, maar niet uit de wegenbouw!
Abonnementen: Claude Bernaerts, tel. 02 545 56 88 - fax 02 545 59 00 claude.bernaerts@confederatiebouw.be Reclame: Kristel Dekempeneer, tel. 02 545 56 99 - fax 02 545 59 08, kristel.dekempeneer@confederatiebouw.be of kde@confederatiebouw.be. Prijs jaarabonnement Leden van de Confederatie Bouw: begrepen in het lidgeld Niet-leden: € 137,80 (incl. BTW en portkosten) / buitenland: € 300 (incl. BTW en portkosten)
Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers De vzw Confederatie Bouw wil met deze publicatie gepaste, betrouwbare, volledige en exacte informatie brengen. Ze kan echter niet aansprakelijk worden gesteld indien ze hierin tekortschiet. Alle elementen van deze publicatie zijn beschermd door het auteursrecht van de vzw Confederatie Bouw. Overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk, is slechts toegelaten mits voorafgaande toestemming en uitdrukkelijke vermelding van de bron.
Vanaf nu wordt B ouwbedrijf gedrukt op papier geproduceerd met hout uit duurzaam beheerde bossen. Deduurzaamheid wordt gegarandeerd door de internationale organisatie Forest Stewardship Council (FSC), die niet alleen het bos controleert maar de hele handelsketen tot aan de drukker.
5 april 2019 • Bouwbedrijf bouwbedrijf - februari 2016 5 www.confederatiebouw.be
PRIKBORD
De nieuwe Tivoli-wijk in Laken
Duurzaam, betaalbaar en een economische speler In Laken is Tivoli bijna klaar. Deze unieke wijk geeft een nieuwe dimensie aan het leven in de grootstad: milieuvriendelijk, zuinigheid en aangenaam wonen voor een divers publiek; maar ook de creatie van duurzame lokale werkgelegenheid. Tivoli bestaat uit twee delen. De eerste fase van het project was Brussels Greenbizz, een plaats waar duurzame groene bedrijven hun eerste stappen kunnen zetten. Greenbizz bruist intussen van activiteit, maar binnenkort is ook fase twee klaar: GreenCity. Ambitieus
Citydev, de publieke ontwikkelingsmaatschappij van het Brussels gewest, had grote ambities. GreenCity moest een voorbeeld van duurzame stadsontwikkeling worden, met een sterk sociaal aspect. De hoofdaannemers waren - vanzelfsprekend - drie leden van de Confederatie: BAM Contractors, Jacques Delens uit de Besix-groep en BPC uit de CFE-groep. De ontwikkelaar van de woningen op de site was PARBAM, een combinatie van Pargesy en Kairos, de ontwikkelingspoot van BAM.
die ongeveer een hectare groot is, liggen een groene zone en een promenade van respectievelijk 2000 en 1000 vierkante meter. De biodiversiteit wordt gegarandeerd door een twintigtal biotopen, niet alleen op de grond maar ook op de gevels en de daken. In samenwerking met de natuurbeschermingsvereniging Natuurpunt werd bijvoorbeeld een broedplaats voor gierzwaluwen gecreëerd.
De serre op het dak. Dit project is in alle betekenissen van het woord duurzaam. GreenCity produceert zelf 35 % van de energie nodig voor de bewoning.
Het project omvat 126 sociale huurwoningen en 271 geconventioneerde woningen met een huur- of verkoopprijs die aan voorwaarden verbonden zijn. Daarnaast zijn er twee crèches en een kleine 800 vierkante meter handelsruimte. Gedelegeerd bestuurder Benjamin Cadranel van citydev geeft de aannemers een pluim: ondanks de zeer hoge bevolkingsdichtheid in de buurt, is niemand komen klagen dat de werken overlast veroorzaakten.
© citydev.brussels – Isopix
Sociaal
Ondanks de grote verdichting, zijn de woningen niet verkrampt. GreenCity telt om een derde sociale woningen en twee derde geconventioneerde woningen.
De ecologische lat lag hoog voor GreenCity: een laag energieverbruik, biodiversiteit, hernieuwbare energie, rationeel waterbeheer … De totale oppervlakte van de site is 4,5 hectare. Op de openbare ruimte, 6 Bouwbedrijf • april 2019
© citydev.brussels – Isopix
Groen
© citydev.brussels – Isopix
fietsers staan voor een keer bovenaan in de pikorde! Er komen 663 fietsstalplaatsen vlak bij de ingang van de gebouwen; op de promenade en in het park mogen alleen voetgangers binnen. Allemaal samen
De bewoners en de handelaars van de nieuwe wijk zullen aangespoord worden om te sorteren en te composteren om de hoeveelheid afval te verminderen. Alle woningen halen de passiefstandaard, en GreenCity produceert 35 % procent van de nodige energie om er te wonen. De gebouwen zijn aangesloten op een stadsverwarming met een zeer efficiënte centrale stookinstallatie op gas, die instaat voor het sanitaire warm water en de verwarming. Een collectief systeem dus, maar dan per woning individueel regelbaar. Daarnaast staan er fotovoltaïsche panelen op de daken. Interessant: de panelen zijn gefinancierd door een derde-investeerder. Na tien jaar worden de installaties eigendom van de inwoners van de wijk. GreenCity benut zoveel mogelijk regenwater voor huishoudelijk gebruik en recycleert licht verontreinigd grijswater. Spaarkranen, doucheknoppen en andere toestellen drukken het waterverbruik. De omgeving is zo ingericht en beplant dat ze de buffering en de infiltratie van hemelwater bevordert. Op alle gebouwen, zelfs onder de fotovoltaïsche panelen, liggen groendaken. In elk lot van GreenCity zal een moestuin aangelegd worden op een dak.
ten van duurzaamheid. Maar niet in GreenCity. De nieuwe straten in de wijk zijn ontworpen om zachte mobiliteit aan te moedigen. Voetgangers en
HOOG BEZOEK De werken aan Tivoli naderen het einde, en dat werd op 20 februari gevierd met een spetterend buurtfeest. Ook koning Filip kwam van de feestvreugde genieten. Bovendien vereerde hij enkele ondernemingen die in Greenbizz aan de weg timmeren met een bezoek. Voor het Brussels Gewest moet Tivoli
www.citydev.brussels
immers niet alleen milieuvriendelijk en sociaal zijn; het project heeft ook een economische functie en is dus een incubator voor beginnende ondernemers die lokale, duurzame werkgelegenheid creëren.
Koning Filip in GreenCity. Rechts van hem Wim Straetmans (Executive Director van Kairos, de ontwikkelingspoot van BAM) en links Benjamin Cadranel (gedelegeerd bestuurder citydev). © citydev.brussels – Isopix
Zuinig
Wonen is niet duurzaam als het onprettig is. De nieuwe wijk stimuleert dus het gemeenschapsgevoel. Er is bijvoorbeeld een collectieve wasserette, die draait op de groene stroom van de zonnepanelen en het gerecupereerde regenwater. Een infocentrum verhoogt de betrokkenheid van de inwoners bij de groene ambities van GreenCity. Normaal kunnen de eerste gezinnen in mei van dit jaar naar de nieuwe ecowijk verhuizen.
Zachte mobiliteit
Verkeer en mobiliteit worden wel eens over het hoofd gezien als aspecapril 2019 • Bouwbedrijf 7
GO DIGITAL!
TOUR & TAXIS BRUSSEL WWW.DIGITALCONSTRUCTIONBRUSSELS.BE
REGIONAAL STANDPUNT
VCB vraagt grondige remake van ruimtelijk beleid
D
e opmaak van een beleidsplan voor de Vlaamse ruimte zal niet meer voor de huidige regering zijn. De volgende regering heeft dus de tijd om aan een ruimtelijk beleidsplan met aandacht voor draagvlak te werken. De VCB heeft hiertoe tien aanbevelingen opgesteld.
Een ruimtelijk beleid mag niet uitgaan van allerhande verbods bepalingen.
Primordiaal is het behoud van een marktconforme schadevergoeding als de overheid beslist om de waarde van eigendommen aan te tasten, zoals die nu in het instrumentendecreet is opgenomen. Hanteer een realistische timing. De open ruimte vrijwaren kan niet zonder een gelijktijdige kwaliteitsvolle stads- en dorpskernvernieuwing. De VCB stelt voor om eerder tegen 2050 dan tegen 2040 naar nul hectare extra ruimtebeslag te evolueren. Een ruimtelijk beleidsplan is geen totaaloplossing voor wonen, mobiliteit en klimaat. Voor de klimaatuitdaging en het fileprobleem zijn volwaardige eigen beleidsplannen nodig. Zij kunnen niet wachten op een ruimtelijke ommekeer van een halve eeuw. Voor de klimaatuitdaging is het volgende decennium al cruciaal. Een ruimtelijk beleid mag niet uitgaan van allerhande verbodsbepalingen. Maak de gezinnen warm voor een bouwshift met inspirerende voorbeelden van verdichting. Kijk met realiteitszin naar de bestaande bebouwing. 60 % daarvan staat in het buitengebied, en in veel van die gebieden neemt de bevolking toe: West-Vlaanderen, de Kempen en Limburg. Sinds de jaren 1980 is het ruimtebeslag aanzienlijk gedaald. Die trend is onomkeerbaar. Flats zullen binnen de drie jaar het dominante woningtype worden. PPS vormt een uitgelezen hefboom voor een kwaliteitsvolle ontwikkeling van buurten. Maak er gebruik van. Onze ruimtelijke plannen moeten de Europese engagementen mogelijk maken. De Europese kaderrichtlijn Water eist dat onze oppervlaktewaters tegen 2027 een veel betere kwaliteit hebben. Dat vergt een hogere rioleringsgraad. Daarom moet het ruimtebeleid de voltooiing van het rioleringsstelsel mogelijk maken. De ruimteplannen viseren buitensporig hard de bewoning. De verharding voor woningen en flats neemt slechts 3 % van de Vlaamse oppervlakte in. Communiceer dus eenduidig. Stop met dat uitpakken met zoveel of zoveel hectare bijkomend ruimtebeslag per dag. Nu leggen de media de meest uiteenlopende verbanden in allerlei scenario’s. Dat is verwarrend en contraproductief. Breng vooral de positieve aspecten op de voorgrond. De laatste aanbeveling van de VCB betreft de transparantie in de maatschappelijke kosten. Leg van meet af aan de maatschappelijk kostprijs van plannen zoals de uitdoving van bebouwing, op de tafel.
Marc Dillen Directeur-generaal Vlaamse Confederatie Bouw april 2019 • Bouwbedrijf 9
VENNOOTSCHAPSWET GOEDGEKEURD
De aansprakelijkheid van bestuurders in de nieuwe wet Op 28 februari 2019 keurde de Kamer het nieuwe wetboek van vennootschappen en verenigingen definitief goed. In Bouwbedrijf van december 2018 – januari 2019 publiceerden we hierover al een dossier. Maar intussen zijn er enkele veranderingen aangebracht, onder meer in de aansprakelijkheid van bestuurders.
E
en ander belangrijk verschil heeft te maken met de inwerkingtreding (zie kadertekst). Daarnaast is boek 6 van de nieuwe wet, dat gaat over de coöperatieve vennootschap, enorm uitgebreid. Maar dit is minder relevant voor bouwonder nemingen. Ten slotte is ook boek 14 grondig herwerkt. Dat regelt de grensoverschrijdende omzettingen van verenigingen en stichtingen. Daarop zullen we niet ingaan in dit artikel.
Aansprakelijkheid gelimiteerd
Het originele ontwerp breidde de aansprakelijkheid van bestuurders uit. Alle leden van het bestuursorgaan zouden hoofdelijk aansprakelijk worden jegens de vennootschap en jegens derden, voor alle schade veroorzaakt door overtredingen van de wet of de statuten van de vennootschap. Deze uitbreiding is behouden in de goedgekeurde wet. Maar tegelijk plafonneerde het ontwerp de aansprakelijkheid, en op dat punt is er wel een belangrijke wijziging. Voor kleinere vennootschappen was de aansprakelijkheid oorspronkelijk beperkt tot € 250 000. In het goedgekeurde wetboek staat een lagere grens voor de kleinste ondernemingen en verenigingen, namelijk € 125 000. 10 Bouwbedrijf • april 2019
De limieten
We geven dadelijk een overzicht van de grenzen. In wat volgt, is sprake van de gemiddelde omzet en het gemiddelde balanstotaal per jaar. Deze worden genomen over de drie boekjaren voorafgaand aan de vordering van de aansprakelijkheid. Als de vennootschap nog niet oud genoeg is, neemt men de tijd verlopen sinds de oprichting. En voor alle duidelijkheid: het gaat hier niet om bedragen per bestuurder, maar voor alle bestuurders samen. € 125 000
De limiet van de aansprakelijkheid wanneer de gemiddelde omzet (exclusief btw) onder de € 350 000 per jaar blijft en het gemiddelde balanstotaal onder de € 175 000. € 250 000
rieën valt en maximaal één van de volgende criteria overschrijdt: • een gemiddelde omzet (exclusief btw) van € 9 miljoen per jaar; • een gemiddeld balanstotaal van € 4,5 miljoen. € 3 MILJOEN
De limiet van de bestuurdersaansprakelijkheid wanneer de vennootschap niet in een van de drie vorige categorieën valt, maar ook niet in de vijfde en laatste categorie. € 12 MILJOEN
De limiet wanneer de vennootschap minstens één van de volgende grenzen bereikt of overschreden heeft: • een gemiddelde omzet (exclusief btw) van € 50 miljoen per jaar; • een gemiddeld balanstotaal van € 43 miljoen.
De limiet wanneer de vennootschap niet in de vorige categorie valt, de gemiddelde omzet (exclusief btw) onder € 700 000 per jaar blijft en het gemiddelde balanstotaal onder de € 350 000.
Belangrijk: de aansprakelijkheid van de bestuurders kan niet verder dan deze grenzen worden beperkt. Deze grenzen zullen geïndexeerd worden.
€ 1 MILJOEN
We kunnen in dit artikel de beperking van de aansprakelijkheid niet volledig bespreken. Maar onthoud
De limiet wanneer de vennootschap niet in een van de twee vorige catego-
Niet altijd geplafonneerd!
WANNEER TREEDT DIT IN WERKING? De nieuwe wet omvat een vrij ingewikkelde regeling voor haar inwerkingtreding. Het is onbegonnen werk om die hier volledig uit te leggen. Maar we wijzen toch op een paar cruciale data.
1 MEI 2019 Op die datum treedt de wet in werking. Dit betekent dat alle vennootschappen, verenigingen of stichtingen die vanaf die datum worden opgericht zich zullen moeten schikken naar de nieuwe wetsbepalingen.
1 JANUARI 2020 Op dit datum wordt het nieuwe wetboek de eerste keer van toepassing op bestaande vennootschappen, verenigingen of stichtingen. Ze krijgen evenwel een overgangsregeling. Zij moeten zich pas aan de nieuwe wet aanpassen bij hun eerste statutenwijziging na 1 januari 2020.
1 JANUARI 2024
toch dat deze beperking niet in alle gevallen geldt. Ze geldt bijvoorbeeld niet wanneer er sprake is van belastingontduiking. We geven in telegramstijl een overzicht van enkele relevante uitsluitingen. De aansprakelijkheidsbeperking geldt niet: • voor lichte fouten die eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomen; • voor zware fouten; • in geval van bedrieglijk opzet of oogmerk om te schaden;
• voor de hoofdelijke aansprakelijkheid voor fiscale schulden; • voor de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de sociale schulden in geval van faillissement; • in geval van niet of niet geldig onderschreven of volstortte aandelen.
•
INFO: Dit is een samenvatting van een deel van de nieuwe vennootschapswet. Juridisch gezaghebbend is dit artikel niet. Daarvoor verwijzen we vanzelfsprekend naar de wet.
Voor uw borgstellingen maak de sprong naar...
De uiterste datum waarop de statuten van bestaande vennootschappen, verenigingen en stichtingen in overeenstemming gebracht moeten zijn met de bepalingen van het nieuwe wetboek. Bestaande vennootschappen, verenigingen en stichtingen hoeven niet te wachten tot 1 januari 2020. Ze kunnen tussen 1 mei en 31 december 2019 hun statuten al aan de nieuwe wetgeving aanpassen. Een vennootschap zal zeer veel onderwerpen naar eigen inzicht en behoeften kunnen regelen. Er komt dus een verregaande flexibiliteit. Tegelijk bevat de nieuwe wetgeving altijd een fallback, mocht de vennootschap op bepaalde punten geen eigen regeling hebben.
Fideris • voor hoofd- en onderaannemers in alle bouwsectoren
• expertise sinds 1926 • marktleider • coöperatieve vennootschap die de winsten deelt met haar vennoten
• hoge ristorno • onze borg verzwaart uw bankkredieten niet
• voor openbare , privé werken en de wet Breyne
Gemeenschappelijke Borgstellingen cv - Ondernemingsnummer 0403.259.880 - RPR Brussel
Groenkraaglaan 5 - 1170 Brussel - T 02 676 19 20 - F 02 513 02 91 - info@fideris.be - www.fideris.be
BOR00104 AdvBouwbedrijf_190x82_dec2015_NL.indd 1
11/01/16 10:43
april 2019 • Bouwbedrijf 11
BOUWFORUM 2019
Verkiezingen:
welke samenleving willen we?
R
obert de Mûelenaere (gedelegeerd bestuurder Confederatie) heette aanwezigen welkom. Binnenkort zullen de aannemers een keuze voor een kandidaat of een partij maken. Maar deze verkiezingen gaan over meer. Ze zijn ook een keuze voor een samenlevingsmodel. Welke samenleving willen we? Robert de Mûelenaere: “Een samenleving die gericht is op het verleden en zijn verworvenheden wil behouden? Of een samenleving gericht op de toekomst, met een luisterend oor voor de nieuwe generatie, die een bedreiging kan ombuigen in een kans?” Hoe we van de uitdagingen kansen kunnen maken, staat in de memorandums van de Confederatie (zie het maartnummer van Bouwbedrijf ). Deze zijn intussen aan de politieke partijen overhandigd. Voor het BouwForum werden enkele hete hangijzers geselecteerd: een lagere btw voor vernieuwbouw, het energiezuinig maken van ons woningenbestand, infrastructuur en mobiliteit, werkgelegenheid en onderwijs en tenslotte de veiligheid in onze sector. Moderatoren Wim De Vilder (VRT) 12 Bouwbedrijf • april 2019
Martin Buxant (L’Echo) en Wim De Vilder (VRT) modereerden het debat.
en Martin Buxant (L’Echo) legden een select panel van politici het vuur aan de schenen. In alfabetische volgorde: Kristof Calvo (Groen!), David Clarinval (MR), John Crombez (Sp.a), Frédéric Daerden (PS), Matthias Diependaele (N-VA), Olivier Maingain (Défi), JeanMarc Nollet (Ecolo), Maxime Prévot
(cdH), Tinne Rombouts (CD&V) en ten slotte Gwendolyn Rutten (Open VLD).
Btw 6 %
Moet de verlaagde btw van 6 % voor sloop gevolgd door heropbouw tot woning uitgebreid worden naar
Op 21 februari gaf de Confederatie traditiegetrouw het startschot voor Batibouw met haar BouwForum. Het onderwerp: de verkiezingen. De samenleving heeft een bouwvriendelijk beleid nodig. Zijn de politieke partijen daar klaar voor? Het werd een pittig debat.
Robert de Mûelenaere: “De verkiezingen zijn ook een keuze voor een samenlevingsmodel.”
het hele land? Nu geldt dit tarief alleen in 32 stadsgebieden. Iedereen in het panel vond een uitbreiding een goed idee, maar niet elke partij wil even ver gaan. De standpunten kunnen als volgt samengevat worden: • Open VLD stelt weinig voorwaarden aan de uitbreiding. De nieuwe
woningen mogen achteraf te koop aangeboden worden. Ook bij gewone nieuwbouw zou trouwens 6 % btw moeten gelden op energiezuinige investeringen zoals isolatie, een warmtepomp en zonnepanelen. • Défi en Ecolo vinden dat de nieuwe woningen duurzaam en energiezuinig moeten zijn. Défi voegt daaraan toe dat koopwoningen moeten kunnen. • Ook N-VA stelt weinig voorwaarden, maar wijst op een obstakel: wat zal Europa hiervan vinden? België mag van de Europese Commissie de btw niet zomaar verlagen voor nieuwbouw. • CD&V is voor een uitbreiding, maar nieuwe huizen mogen dan niet groter zijn dan 190 vierkante meter, en nieuwe appartementen niet groter dan 100 vierkante meter. Koopwoningen moeten kunnen. • Ook MR is voor, maar de maatregel moet kaderen in een sociaal beleid. • Voor cdH moet de operatie goed gemotiveerd zijn, bijvoorbeeld door de hoge kosten en de complexiteit van een renovatie.
• Zowel Sp.a als Groen oordelen dat de uitbreiding van het lagere btwtarief moet aansluiten op een ruimtelijk beleid. Niet voor woningen in the middle of nowhere, wel voor operaties in kernen met goede voorzieningen. Bij de andere partijen hoort men overigens gelijkaardige geluiden, maar dan minder expliciet. De Vlaamse socialisten stellen nog andere voorwaarden: alleen voor de enige eigen woning, de nieuwe woning mag niet te groot zijn … De lagere btw mag geen cadeau voor de promotoren worden! • De Franstalige socialisten van PS hebben ten slotte de meeste twijfels. De lagere btw doet de inkomsten van de staatskas dalen. Bovendien vragen ze zich af of de bestaande maatregel de woningbouw en herwaardering van buurten gestimuleerd heeft waar dat nodig was. Ze willen dus eerst een evaluatie. Ook voor PS moet een uitbreiding aansluiten op het ruimtelijk beleid. Conclusie van PS: eventueel een gerichte, maar geen algemene uitbreiding. april 2019 • Bouwbedrijf 13
›››
BOUWFORUM 2019
›››
Woonbudget
Wim De Vilder en Martin Buxant legden de partijen een origineel voorstel van de Confederatie voor: waarom geen woonbudget als onderdeel van het salarispakket, net zoals de bedrijfswagen dat nu is? Het geld zou dan kunnen gaan naar energiezuinige renovaties. De reactie van de politieke partijen op het BouwForum was niet erg enthousiast. Sp.a en Défi willen liefst af van de salariswagens, mobiliteitsbudgetten en andere alternatieve verloningen. In de plaats moeten de belastingen op arbeid fors naar beneden. Bij dat laatste sluiten PS en N-VA zich aan, zonder een mobiliteitsbudget meteen uit te sluiten. Iedereen is het eens dat het huidige systeem van bedrijfswagens allesbehalve ideaal is vanwege de negatieve neveneffecten. Wat er dan in de plaats moet komen, varieert. MR wil een mobiliteitsbudget dat iedereen vrij kan besteden. CdH wil een ruimer voordeel, waarin ook woonsteun (aide au logement) kan zitten. CD&V wil in Paul Depreter:“Veiligheid moet in de bedrijfscultuur zitten.”
Een politiek debat kan weinig sexy lijken, maar de zaal was erg goed gevuld.
het mobiliteitsbudget een gunstige fiscale behandeling voor burgers die op minder dan 5 km van het werk wonen. Ook Groen vindt dat het budget zo
SAFETY MY PRIORITY - VEILIGHEID VOOROP Op het BouwForum gaf Paul Depreter (voorzitter Confederatie) ook het startschot van Safety MY priority, de grote veiligheidscampagne van de Confederatie Bouw. Paul Depreter: “Elke aannemer wil toch dat zijn werknemers veilig aankomen en vertrekken van de werf! Daarom heb ik als voorzitter van de Confederatie Bouw een ambitieus maar haalbaar doel gesteld om het aantal arbeidsongevallen drastisch te verlagen tegen het einde van mijn mandaat in 2020. Dat kan als dit voor iedereen een topprioriteit wordt. De eerste stap is bewustmaken met een brede sensibiliseringscampagne.”
14 Bouwbedrijf • april 2019
moet opgezet zijn dat het mensen stimuleert om dichter bij het werk te wonen. Open VLD vindt – net zoals CD&V – dat de salariswagen snel
De campagneslogan is “Veilig bouwen: eerst denken, én dan doen!” Veiligheid moet immers een essentieel element van de bedrijfscultuur zijn. De voorzitter signeerde als eerste het veiligheidscharter van de campagne en nodigde alle aannemers uit om zich op dezelfde manier te engageren voor een veilige bouw.
“Veilig bouwen: eerst denken, én dan doen!”
Patricia De Craene (Fortis), Pascal De Handschutter (Fideris), Alessandro Rizzo (Eurocaution Benelux) en Cédric Doppagne (Eurocaution Benelux). Bert Lambrecht, Els Desauw, Fanny Corbeels, Dave Coenen, Wim Mahieu en Karl Neyrinck.
milieuvriendelijker moet worden. Het mobiliteitsbudget moet die evolutie stimuleren.
Energetische renovaties
Onze woningenbestand verbruikt nu te veel energie. Eigenlijk zou elke bestaande woning binnen de vijf jaar na een eigendomsoverdracht energiezuinig gemaakt moeten worden. Kan de overheid iets dergelijks eisen als het gepaard gaat met een stimulerend fiscaal en kredietbeleid? Défi is voorstander van een dergelijke verplichting, maar de termijn moet afhangen van het soort gebouw. Ook CD&V, cdH, Groen, N-VA en Open VLD zijn voorstander, maar de laatste twee partijen wijzen erop dat de invoering politiek moeilijk kan liggen. MR zegt niet vlakaf nee, maar lijkt toch een koele minnaar van een verplichting. PS en Sp.a. staan eerder afwijzend. Woningen zijn nu al te duur voor veel mensen; dergelijke verplichting zou ze nog duurder maken. De Vlaamse socialisten pleiten voor een groot isolatieplan, met de distributienetbeheerders als derde-betalers.
Iedereen is het wel eens dat de overheid de eigenaars moet bijstaan. Dat kan met informatie, maar de partijen vinden ook dat er financiële maatregelen getroffen moeten worden: premies, nul-interestleningen, fiscale voordelen, alternatieve financieringen zoals de derde-betaler …
Investeringen
Alle partijen zijn het eens dat de overheidsinvesteringen substantieel omhoog moeten. CdH is voorstander van een investeringsnorm, die minstens even hoog moet zijn als het Europese gemiddelde. Sp.a pleit voor een investeringsboost van 1 % van het bbp bovenop het huidige ritme gedurende tien jaar. Het geld moet gaan naar mobiliteit – voornamelijk openbaar vervoer en fietspaden – en naar scholenbouw, zorginfrastructuur, onderzoek & ontwikkeling, sociale huisvesting en klimaat. CD&V wil 3 % van het bbp als minimum. Groen wil zelfs 4 % en pleit voor de oprichting van een publieke investeringsbank. N-VA toonde op het BouwForum even zijn Vlaamse aard, en wees erop dat Vlaanderen al fors meer is beginnen te inves-
teren in de afgelopen jaren. Zolang er maar een inhaalbeweging is, is een investeringsnorm voor Open VLD geen doel op zich. Ook de meeste Franstalige partijen zwaaien niet met percentages. MR dringt aan op de uitvoering van het Nationaal Investeringspact. Ecolo vraagt een groene langetermijnstrategie en pleit voor de oprichting van een Europees Fonds voor de Stabilisering van de Overheidsinvesteringen. Défi gaat akkoord met een – verder niet gespecifieerde – norm, maar vraagt zich af hoe België binnen de budgettaire krijtlijnen van de Europese Commissie kan blijven. De partij klaagt ook aan dat de ingewikkelde bevoegdheidsverdeling in dit land leidt tot beleidsstilstand, en geeft als voorbeeld de mobiliteit rond Brussel. Alternatieve financieringen moeten kunnen voor alle partijen, maar de PS merkt daarbij wel op dat ze met uiterste voorzichtigheid toegepast moeten worden. De samenleving moet er beter van worden en de ze mogen de overheid niet meer kosten dan reguliere investeringen.
Mobiliteit
We hoeven u niet te vertellen dat de files stilaan een gigantisch probleem beginnen te worden voor bouwbedrijven die niet vlak bij de deur werken. Wim De Vilder en Martin Buxant vroegen de partijen dus om drie voorstellen te formuleren die een oplossing bieden, en waarin met prioriteit geïnvesteerd moet worden. Een greep uit de voorstellen: • Investeringen in openbaar vervoer en zachte vervoerswijzen (Ecolo, N-VA, cdH, Sp.a, Groen …) • Thuiswerk stimuleren (Ecolo, cdH) • Soepelere werkuren (Ecolo, cdH) • Aantrekkelijkheid waterwegen verhogen (N-VA) • Betere planning en groter draagvlak voor projecten creëren (N-VA) • De alternatieven voor wegvervoer verbeteren (Open VLD, PS …) • Een aantal grote strategische investeringen in het wegennet (Open VLD) april 2019 • Bouwbedrijf 15
›››
DE TOEKO
KIEZEN VOOR ZEN VOOR Politiek debat KIEZEN VOOR DE TOEKOMST KIEZEN VOOR KIEZEN VOOR OEKOMST partijkopstuk DE TOEKOMST Politiek debat met DE TOEKOMST BOUWFORUM 2019
DE TOEKOMST partijkopstukken KIEZEN k debat met PolitiekVOOR debat met ›››
• Verbeterde ruimtelijke ordening en woonbeleid (Sp.a, CD&V, Groen) • Rationeel autogebruik stimuleren, onder meer door een slimme kilometerheffing (CD&V, Groen) • Betere coördinatie van werken (MR) • Een interfederaal mobiliteitsagentschap oprichten (MR) • Meer intermodaliteit (zo goed als alle partijen) • Deelmobiliteit stimuleren (PS)
Een btw van 6 % op vernieuwbouw in heel het land moet voor alle partijen kunnen – maar niet noodzakelijk onvoorwaardelijk.
Confederatie (zie kader). Ze zijn ook allemaal voorstander van veiligheidsopleidingen in het onderwijs. Maar voor de Confederatie moet veiligheid ook een prioriteit worden in overheidsopdrachten. Ze moet een prominente plaats krijgen in de lastenboeken. Op dat vlak zijn de antwoorden van de partijen iets genuanceerder. Zo meent CD&V dat op de eerste plaats de bestaande wettelijke verplichtingen nageleefd moeten worden. De andere partijen staan meer open voor veiligheidsbepalingen of criteria in de opdrachtdocumenten. CdH dringt wel aan op een duidelijk wettelijk kader. Men moet vermijden dat veiligheid verwordt tot een slinkse manier om bepaalde inschrijvers te bevoordelen. PS ten slotte wil dat het mogelijk wordt om pensioenuitkeringen en uitkeringen voor beroepsziekten gecumuleerd kunnen worden. Een beroepsziekte verdwijnt niet wanneer men op pensioen gaat …
Politiek debat met partijkopstukken DE TOEKOMST Politiekpartijkopstukken debat met opstukken Politiek debat met partijkopstukken
Werkgelegenheid, onderwijs, veiligheid
partijkopstukken
Alle partijen zijn voorstander van duaal leren in het onderwijs, zelfs in het hoger onderwijs. Maar daarmee heeft de bouw nog altijd niet de arbeidskrachten waarnaar hij zoekt. Ook op dat punt hebben de politieke partijen hun voorstellen, die aansluiten bij hun filosofie en – als de partij in de regering zit – bij het regeringswerk. Zo wil MR dat de jobsdeal uitgevoerd wordt. Open VLD is dan weer een groot voorstander van de beperking van de werkloosheiduitkeringen in de tijd en van de activering van werklozen en -zoekenden. CD&V denkt dat economische migratie voor knelpuntberoe-
pen, zeker voor hooggeschoolden, kan bijdragen tot de oplossing. Verschillende partijen oordelen dat werken financieel aantrekkelijker moet worden. Een verlaging van de lasten op arbeid, vooral voor de laagste lonen, dringt zich op. Groen wil bovendien iets doen aan het loonbeleid. De partij vraagt meer vrijheid in de loononderhandelingen en wil de terugkeer naar de loonnormwet van 1996. Daarnaast pleit de partij voor hogere beginlonen, met een stijging die sneller afvlakt.
•
Auditorium Auditorium 2000 - Heizel - Brussel 200 Veiligheid INFO: Deze tekst is gebaseerd op het www.bouwfor www.bouwforumconstruction.be Opvallend: alle politieke partijen BouwForum en op de schriftelijke antwoorden
21 2019 februari 2019 februari loven de veiligheidscampagne van de
die de politieke partijen opstuurden.
2000 -- Heizel Heizel -- Bru Bru Auditorium 2000 www.bouwforumconstruction www.bouwforumconstruction Auditorium 2000 - Heizel - Brussel
21 februari 2019 ditorium 2000 - Heizel - Brussel Auditorium 2000 - Heizel - Brussel ebruari 2019 www.bouwforumconstruction.be 1 februari 2019 www.bouwforumconstruction.be ww.bouwforumconstruction.be
nze nsors
Met dank aan onze partners en sponsors
et dank Met dank aan aan onze onze artners en artners en sponsors sponsors
2019
ze nk aan onze sors en sponsors
Auditorium 2000 - Heizel - Brussel www.bouwforumconstruction.be
16 Bouwbedrijf • april 2019
UBO-REGISTER
Uitstel voor bekendmaking begunstigden van uw vennootschap
I
s uw bedrijf een vennootschap? Dat moet deze haar uiteindelijke begunstigden registreren in het nieuwe UBO-register. Deze maatregel bevordert de strijd tegen witwassen en de financiering van illegale praktijken (zie ook Bouwbedrijf van december 2018 - januari 2019). U krijgt nu tot en met 30 september 2019 de tijd voor de registratie in het UBO-register. Oorspronkelijk was de uiterste datum 31 maart.
Wie is een UBO?
• de natuurlijke personen die zeggenschap hebben over de vennootschap via andere middelen. Het is mogelijk dat voor een vennootschap geen enkele natuurlijke persoon aan deze definities voldoet. In dat geval zijn de hogere leidinggevenden in de vennootschap de UBO. Maar let op: men kan het hogere leidinggevende
personeel alleen als UBO registeren als er niemand geïdentificeerd kan worden in de twee andere categorieën. Vennootschappen krijgen dus tot 30 september 2019 om de gegevens van hun uiteindelijke begunstigden over te maken aan het UBO-register. Boetes kunnen gaan van € 250 tot € 50 000. Bestuurders worden strafrechtelijk aansprakelijk gesteld voor inbreuken op de UBO-meldingsplicht.
•
Vragen? Het ondernemingsloket Formalis kan u helpen. Voor de adressen, zie www.formalis.be
© Foto: FEBELCEM
UBO staat voor Ultimate Beneficial Owner, in het Nederlands uiteindelijke begunstige. Voor vennootschappen is een UBO:
• de natuurlijke personen die rechtstreeks of onrechtstreeks een toereikend percentage van de stemrechten of de eigendom van de vennootschap in handen hebben. De FOD Financiën geeft als indicatie voor een toereikend percentage 25 %.
BETON, in het hart van duurzaam bouwen Beton beschikt ontegensprekelijk over talrijke troeven waardoor het heel natuurlijk past in de logica van duurzaam bouwen: goede akoestische isolatie, optimale thermische inertie, het is recycleerbaar, rot niet, is brandbestendig, stevig, het vergt weinig onderhoud, is economisch… Onder alle omstandigheden en over zijn hele levenscyclus zorgt beton voor een gezonde en veilige omgeving. Beton bouwt de toekomst !
Vorstlaan, 68 B11 | 1170 Brussel Tel. 02 645 52 11 | info@febelcem.be | www.febelcem.be
AnnBouwforum2019 210x140 nl.indd 1
Partner van
infobeton.be
17 april 2019 • Bouwbedrijf 26/02/19 11:37
PUBLIREPORTAGE
Eenvoud in uw verzekeringen? Build-Safe is er voor u!
Korting
-10%
*
“De bouw”… die is volop in beweging, en dat voelt u alle dagen. De sector groeit, de orderboekjes staan vol. Goed nieuws! Maar er zijn ook andere zaken om mee rekening te houden: nieuwe bouwtechnieken, de digitalisering, veranderende wetgeving, heel wat administratie, … Genoeg in elk geval om u niet nog eens met uw verzekeringen bezig te houden. Daarom ontwikkelde Federale Verzekering Build-Safe, het verzekeringspakket op maat van bouwbedrijven tot 5 werknemers. Zo hebt u uw handen vrij om in alle gerustheid te bouwen aan uw bedrijf en aan het huis van uw klant!
Wat is Build-Safe?
Wat zijn de voordelen voor u?
Met Build-Safe kiest u zelf à la carte uw verzekeringen die u in uw Build-Safe-pakket wil opnemen. Op deze manier geniet u van een bescherming op maat van uw bedrijf. Bovenop onze concurrentiële premies, geniet u zo van een bijkomende pakketkorting van 10%*!
Met Build-Safe geniet u dus niet enkel van een verlaagd tarief van -10%, maar krijgt u ook een flexibel verzekeringspakket. U kiest enkel die verzekeringen die samen uw bedrijf optimaal verzekeren. U breidt uit of legt zich toe op een andere activiteit? Dan kunt u uw Build-Safe eenvoudig laten aanpassen… en dit zonder uw korting te verliezen!
Uit welke verzekeringen kunt u kiezen? Onze verzekering B.A. Bouwwerken en/of de verzekering Arbeidsongevallen vormen de hoeksteen van het pakket, één van deze verzekering moet onderschreven worden. Verder kunt u kiezen uit B.A. Motorrijtuigen, Machinebreuk, Construct-10 – Abonnementspolis, de verzekering Alle Bouwplaats Risico’s – Abonnementspolis, de brandverzekering Multirisk Handel/KMO of Woning, Ongevallenverzekering 24u/24. In totaal moet u aan minstens 3 verschillende verzekeringen komen om te kunnen genieten van het Build-Safe voordeel.
Vraag nu uw kortingsbon aan, voor 30/06/2019! Zo kunt u genieten van uw Build-Safe-korting! Ga naar go.federale.be/build-safe-confed
Daar bovenop zorgen wij voor administratieve eenvoud. U krijgt de nodige tools in handen om het overzicht op uw verzekeringen te bewaren, schadegevallen op te volgen, … en dit zowel met de Build-Safe verzekeringsmap als met het online Build-Safe dossier op My FEDERALE. En u kunt te allen tijde beroep
doen op 1 centraal aanspreekpunt, onze regionale verzekeringsadviseur die u ter plaatse bijstaat en advies verleent. U kunt bijkomend altijd terecht bij ons Info Center. Wij kennen ook de risico’s die u – als bouwondernemer – loopt. U kunt dus gerust rekenen op de meer dan 100 jaar ervaring van Federale Verzekering in het verzekeren van bouwrisico’s. En last but not least kunt u meegenieten van onze restorno’s**. Want wij zijn een coöperatieve en onderlinge verzekeraar, en hebben dus geen externe aandeelhouders. Onze klanten delen dus mee in onze winst! In 2018 verdeelden wij zo bijna e 13 miljoen onder onze klanten. Redactie: Federale Verzekering
Als lid van de Confederatie Bouw, krijgt u – bovenop de Build-Safe-korting – een werfradio cadeau*!
go.federale.be/build-safe-confed *Actievoorwaarden op go.federale.be/build-safe-confed **De restorno’s evolueren in de tijd afhankelijk van de resultaten en de toekomstvooruitzichten van de verzekeringsmaatschappij, van haar rendabiliteit, van de economische conjunctuur en van de toestand van de financiële markten ten opzichte van de verbintenissen van de ondernemingen die deel uitmaken van de Groep Federale Verzekering, zoals omschreven op www.federale.be. De toekenning van restorno’s in de toekomst is niet gewaarborgd. De restorno’s variëren per categorie en per type producten. De regels met betrekking tot hun toekenning worden bepaald in de statuten van de ondernemingen die deel uitmaken van de Groep Federale Verzekering. De statuten kunnen geraadpleegd worden op www.federale.be.
DOSSIER
HOOGBOUW
Moeten we in de hoogte gaan wonen? BelgiĂŤ is het land van de lintbebouwing, de verkaveling, de woning met een of twee verdiepingen en een ruime tuin. In steden gaan we wat meer de hoogte in, maar een skyline met woontorens? Nee, dat lusten we niet, al was het maar omdat de hoogbouw uit het verleden niet altijd een succes was. Maar nu verdichting op de agenda staat, de bevolking groeit en de gezinnen kleiner worden, steekt hoogbouw weer de kop op. Is het een goede oplossing? Waar kan het en waar niet? Hoe kunnen we de fouten uit het verleden vermijden? Dit dossier onderzoekt het.
april 2019 • Bouwbedrijf 19
HOOGBOUW
Zullen de skylines van steden en gemeenten veranderen? Er vallen wel wat argumenten te bedenken voor hoger bouwen. Enerzijds groeit de bevolking en zullen er steeds meer kleine en eenpersoonshuishoudens bijkomen. Anderzijds zijn er de plannen voor een Vlaamse betonstop en het Waalse equivalent, de stop à l’étalement urbain. Maar tegelijk bestaat er ook weerstand tegen bijkomend bouwlagen.
V
olgens de meest recent vooruitzichten van het Federaal Planbureau stijgt de Belgische bevolking van 11,4 miljoen inwoners begin 2018 tot 13,2 miljoen inwoners in 2070. Dat heeft verschillende oorzaken. Het Planbureau verwacht bijvoorbeeld dat de vruchtbaarheid, die tussen 2009 en 2017 daalde van 1,8 naar 1,6 kind per vrouw, weer gaat stijgen. In 2030 zouden er per vrouw 1,88 kinderen zijn. In de periode 2018-2030 zouden er 1,5 miljoen geboorten zijn in België. Daarnaast is er de migratie. Mensen trekken weg uit België, anderen arriveren hier uit het buitenland. Netto kwamen er daardoor in 2018 een kleine 43 000 inwoners bij. Het Plan bureau gaat ervan uit dat dit saldo in de komende decennia zal afnemen, maar verwacht toch dat in de periode 2030-2070 de bevolking door de migratie ieder jaar met ongeveer 17 000 tot 20 000 mensen zal toenemen. Tot ongeveer 2030 zal de migratie naar Vlaanderen het grootst zijn, maar daar20 Bouwbedrijf • maart 2019
na neemt het Brussels gewest de leiding over.
Vergrijzing en verdunning
Het Planbureau nuanceert zijn eigen vooruitzichten. Het gaat om projecties die regelmatig bijgestuurd moeten worden. Maar van één ding is het zeker: de vergrijzing als blijven toenemen. Tot 2040 zal dat zelfs in versneld tempo zijn, met dank aan de babyboomers. In 2018 was 16 % van de bevolking 67 of ouder. In 2070 zal dat 23 % zijn. Dat is het Belgische gemiddelde: in Vlaanderen en Wallonië zal het aandeel iets groter zijn. Brussel blijft in vergelijking relatief jong. Daar zullen de 67-plussers ongeveer 16 % van de bevolking uitmaken in 2070. Bovendien zal het aandeel eenpersoonshuishoudens in ons land aanzienlijk stijgen, van 34 % in 2017 tot 42 % in 2070. Dat komt onder meer door de vergrijzing. Opnieuw vormt Brussel een uitzondering op deze Belgische trend. Daar wordt tussen 2018 en 2070 een daling van het aandeel eenpersoonsgezinnen verwacht. In tegenstelling tot de andere twee gewesten zal het aantal huishoudens in het Brussels gewest minder snel groeien dan de bevolking. Eén oorzaak is dat de vergrijzing minder hard toeslaat in Brussel. Maar daarnaast vertrekt het gewest van een hoog aandeel eenpersoonsgezinnen. In 2018 bedroeg het 46 % van het totale aantal huishoudens, een stuk meer dan in Vlaanderen en Wallonië. Het Planbureau verwacht eigenlijk dat de drie gewesten op dit punt naar elkaar toe zullen convergeren op de langere termijn. We stevenen dus af op een demografische evolutie met drie kenmerken: groei, gezinsverdunning en vergrijzing. De eerste twee factoren vergen bijkomende woningen, de laatste twee sturen aan op kleinere woningen. .
Betonstop
Daarnaast is er vanzelfsprekend de betonstop in Vlaanderen. Het idee is
dat het bijkomend ruimtebeslag daalt van 6 hectare per dag nu naar 3 hectare per dag in 2025. In 2040 mag er geen bijkomede ruimtebeslag meer zijn in Vlaanderen. Wanneer een maagdelijke hectare bebouwd wordt, moet een andere teruggegeven worden aan de vrije ruimte. Maar let op: de betonstop is nog lang geen feit. Daarvoor heeft de Vlaamse regering het nodige werk nog niet verricht. Zo is het Instrumentendecreet, dat dat een aantal praktische aspecten regelt, in de koelkast beland. Wallonië heeft een witboek waarin een stop à l’étalement urbain staat. Het streefdoel lijkt eerder 2050 te zijn, maar het wetgevende werk moet daar nog beginnen.
Meer appartementen
Intussen speelt de bouwsector al in op de demografische trends en de duurder wordende bouwgronden. In België werden in 2010 al net iets meer appartementen dan woningen vergund (met “appartement” bedoelen we de wooneenheid en niet een appartementsgebouw). In de loop van de daaropvolgende jaren werd de kloof steeds groter. In de periode van 1 november 2017 tot 31 oktober 2018 werden zelfs 65 % meer appartementen dan woningen vergund, 37 860 tegen 22 873. Vlaanderen was recent goed voor ongeveer 75 % van de vergunningen voor eengezinswoningen en ongeveer 80 % van de vergunningen voor appartementen. De Belgische evolutie is dus grotendeels het gevolg van de trend in Vlaanderen. Maar ook in Wallonië is er sprake van een verschuiving. In 2010 werden daar nog merkelijk meer eengezinswoningen vergund dan appartementen. Sinds pakweg 2016 zijn het er ongeveer evenveel, voornamelijk doordat er een dalende trend was bij de eengezinswoningen. Het Brussels gewest is – alweer - een buitenbeentje. Daar worden nauwelijks eengezinswoningen vergund. Tussen 1 november 2017 en 31 oktober 2018
waren het er maar 81. Ter vergelijking: er werden 103 appartementsgebouwen vergund met in totaal 1 522 appartementen.
In de hoogte!?
Wanneer we de betonstop combineren met de gevolgen van de demografische evolutie, is de conclusie dat we dichter op elkaar zullen moeten gaan wonen. Meer bouwlagen vormen dan een voor de hand liggende oplossing. Maar nu komen we bij de kern van dit dossier. Voor een aantal specifieke projecten, onder andere in Antwerpen en Leuven, is deze oplossing zonder veel morren aanvaard. Maar in het algemeen stuit hoger bouwen ook op weerstand. In 2013, toen hij nog geen Vlaams Bouwmeester was, pleitte Leo Van Broeck in de krant De Standaard voor “woontorens naast elke dorpskerk”. Hij heeft die krachtige oneliner later sterk genuanceerd, maar op het moment zelf kreeg hij de wind van voren. Onder meer Kristiaan Borret, de huidige Bouwmeester van het Brussels gewest, was het grondig oneens met Van Broeck. Intussen is de vraag “meer hoogbouw of niet?” al lang geen kwestie meer die alleen academici en Bouwmeesters bezighoudt. De stad Aalst wil bijvoorbeeld liefst geen bijkomende appartementen en meergezinswoningen in de deelgemeenten met een landelijk karakter. In het centrum moet het wel nog kunnen. De burgemeester van Beersel in de groene rand rond Brussel wil “geen hoogbouw meer”. Voor hem is “meer dan drie verdiepingen” trouwens al hoogbouw. Voor projecten zoals de “renovatie van oude fabrieksgebouwen en dergelijke” wil hij nog wel een uitzondering maken. Verdichting zal er komen, maar of dat gepaard zal gaan met een algemene sterke toename van het aantal bouw lagen – dat is nog verre van duidelijk.
•
maart 2019 • Bouwbedrijf 21
PROF. JACQUES TELLER OVER HOOGBOUW
“Steden en gemeenten hebben ondersteuning nodig”
Z
oals eerder uitgelegd in dit dossier lijkt hoogbouw een voor de hand liggende oplossing wanneer we willen verdichten. Veel appartementen op een kleine oppervlakte, dichter kan toch niet? Maar Jacques Teller nuanceert dat meteen. Jacques Teller: “Dat is internationaal onderzocht. De meest verdichte zones van Parijs hebben geen woontorens. En toch huisvesten ze per hectare ongeveer 650 mensen, waarmee bedoeld wordt: bewoners of personen die er werken. De hoogbouwwijken uit de jaren 1970 in de Franse hoofdstad komen niet verder dan 250 tot 300 bewoners en werkenden per hectare. De reden is dat rondom een toren meer vrije ruimte nodig is. Meer dan 650 bewoners en werkenden per hectare is vrijwel onmogelijk zonder de levenskwaliteit fundamenteel aan te tasten.” In Parijs hebben gebouwen natuurlijk vijf, zes bouwlagen. Ter vergelijking: een klassieke Belgische verkaveling telt ruwweg 5 tot 10 woningen per hectare, een klassiek woonblok 50 tot 60 rijwoningen met twee of drie verdiepingen. Dat lijkt een lage dichtheid vergeleken met Parijs, maar … “mocht dergelijke klassieke woonblokken de norm zijn in ons land, dan zouden we al heel gelukkig mogen zijn”, aldus Teller.
Zachte verdichting
Jacques Teller: “Voor mij moet een zachte verdichting de eerste prioriteit zijn, in alle schakels van het stedelijke weefsel, in de centra en in de omgeving. 22 Bouwbedrijf • april 2019
Hoogbouw kan een zinvolle stedenbouwkundige ingreep zijn volgens professor Jacques Teller, hoogleraar Stedenbouw aan de Universiteit van Luik. Maar hoogbouw is niet noodzakelijk het ideale recept om te verdichten. Bovendien moeten dergelijke projecten weldoordacht gepland worden. Jacques Teller op het congres van FABA:“Voor mij moet een zachte verdichting de eerste prioriteit zijn.”
WAT IS HOOGBOUW? U zult vaststellen dat we in dit dossier geen poging doen om het begrip “hoogbouw” te definiëren. De reden is simpel: wat ervaren wordt als hoogbouw, hangt af van de context. In Brussel, Charleroi of zelfs Dendermonde zal een gebouw met vijf verdiepingen bovenop het gelijkvloers niet als opvallend hoog bestempeld worden. Maar langs de Rue de la Sucrerie in Orp-le-Petit of de Glabbeekstraat in Budingen zou een dergelijk gebouw een wolkenkrabber lijken.
Als je hoogbouw wilt, moet je een strategie ontwikkelen voor de hele stad, maar dan op maat van de buurten want hoogbouw definieert het leven in heel de buurt.” Belangrijk is dus dat de omwonenden de meerwaarde van een hoger gebouw voelen, bijvoorbeeld door betere dienstverlening, meer winkels en dergelijke. De hoogbouw moet de wijk verbeteren. Dat kan door het opleggen van stedenbouwkundige lasten die de ontwikkelaar verplichten om bijvoorbeeld groene ruimtes aan te leggen. Maar ontwikkelaars zijn daar vanzelfsprekend niet gelukkig mee … Jacques Teller: “Niet alle steden hebben trouwens nog veel plaats voor verdere verdichting en hoogbouw. Het centrum van Leuven is dat saturatiepunt bijvoorbeeld aan het naderen, precies omdat men daar al jaren aan verdichting met meer bouwlagen gewerkt heeft.”
Weerstand
Hoogbouw heeft ongetwijfeld een impact op de levenskwaliteit. De omwonenden vinden vaak dat hun privacy aangetast wordt, omdat men kan binnenkijken in tuinen en woningen. Daarnaast is er nog de schaduw die een hoog gebouw werpt, eventueel het toegenomen verkeer … Dat creëert weerstand. Jacques Teller: “Voor hoogbouw zijn een correcte plaats en een nauwkeurige rechtvaardiging nodig. In het verleden zijn al te vaak zonder nadenken hoge gebouwen neergepoot. Voorbeelden daarvan vind je langs de Maas in het centrum van Luik. De levenskwaliteit maakte een duik in de traditionele woonblokken bij de hoogbouw. Dat moet in de toekomst vermeden worden.” Gebouwen van meer dan tien verdiepingen mogen volgens Jacques Teller alleen opgetrokken worden op zeer specifieke plaatsen met goede voorzieningen, onder meer op het vlak van de
mobiliteit: in de buurt van een treinstation of op plaatsen die zeer goed verbonden zijn met het vervoersnetwerk. Jacques Teller: “Er zijn natuurlijk steden die hoogbouw zien als een middel voor citymarketing. Ze willen een landmark ontworpen door een iconische architect om hun imago te verbeteren. De eerste reactie kan dan positief zijn. De naam van de architect overtuigt de omwonenden. Maar ik vrees dat de weerstand later toch komt wanneer de rest niet klopt.”
Goede typologieën
In Spaanse steden is het heel gewoon dat een gezin met kinderen in een appartementsgebouw woont. Hier kunnen flats dergelijke gezinnen veel minder verleiden. Heeft dat te maken met de typologie van de gebouwen? Jacques Teller: “In het algemeen moet er in appartementen voldoende bruikbare private buitenruimte zijn. Een fatsoenlijk terras dus, geen strookje van 70 centimeter dat tegen de wand geplakt is. Bij een gelijkvloers met drie tot vier verdiepingen, is het bovendien het belangrijk dat het contact met de grond mogelijk blijft, met bijvoorbeeld een directe toegang tot de tuin, hoewel er ook oplossingen op wijkschaal mogelijk zijn. Ga je boven vijf bouwlagen, dan wordt de bewoning losgekoppeld van de grond. Eén van de problemen die dan ontstaan, is dat er minder sociale controle is in de publieke ruimte. Dat kun je oplossen door te werken met open woonblokken waarin niet te veel hoogbouw naast elkaar staat, bijvoorbeeld één gebouw met zeven of meer bouwlagen omringd door lagere gebouwen. In Nantes en andere Franse steden probeert men dat principe al toe te passen.”
Mobiliteit
Mobiliteit is een woord dat regelmatig valt in het gesprek met Jacques Teller. Hoger gaan bouwen zal de vraag naar verplaatsingen vergroten. Ook april 2019 • Bouwbedrijf 23
PROF. JACQUES TELLER OVER HOOGBOUW
daarover moet nagedacht worden op de schaal van de stad. Men moet een optimale locatie zoeken, bij knooppunten met goed openbaar vervoer, goede fietsinfrastructuur enzovoort. Een strikt parkeerbeleid kan het autoverkeer rond hoogbouw verminderen, maar men mag daarin niet te ver gaan, want dan verplaatst het parkeerprobleem zich naar de omgeving. Jacques Teller: “De vraag naar mobiliteit kan ook verminderd of gespreid worden door functies te vermengen
in hoge mate verantwoordelijk voor de ruimtelijke ontsporingen. Hebben de lokale besturen de competentie in huis om met hoogbouw om te gaan? Jacques Teller: “Gemeenten hebben ondersteuning nodig bij het bepalen van hun strategie en hun planning maar ook bijvoorbeeld voor impactstudies. Deze kunnen al zeer vroeg uitgevoerd worden. Dat vermijdt dat de administratie later een stedenbouwkundige atoombom moet droppen op een project door een bouwvergunning te weigeren.”
soms zeer snel gaan stijgen. Hoe moet de gemeente daarmee omgaan? Wat is nog goed voor de stad? Te mijden is een situatie waarin projectontwikkelaars bouwen kopen en deze laten verrotten om later te profiteren van de gestegen grond- en vastgoedprijzen. Jacques Teller: “Daarnaast moeten lokale besturen hulp kunnen krijgen bij de social engineering die gepaard gaat met hoogbouw. Een gebouw moet geïntegreerd zijn in een wijk. In Brussel bij het kanaal is niet zo lang geleden een wolkenkrabber gebouwd die nauwelijks met de omgeving interageert. Dat is niet duurzaam.”
Buiten de stad?
in een gebouw. Niet alleen bewoning maar ook kantoren en eventueel handelsruimten. Als gebouw geen monolithische functie heeft, kan men bepaalde diensten gemeenschappelijk maken. Parkeerplaatsen voor werkenden, die later op de avond dienen voor de bewoners.”
Ondersteuning
De ruimtelijke ordening in ons land is in hoge mate een bevoegdheid van steden en gemeenten. Zij zijn dus ook 24 Bouwbedrijf • april 2019
Als je hoogbouw wilt, moet je een strategie ontwikkelen voor de hele stad, maar dan op maat van de buurten. Maar gemeenten en steden hebben ook op andere punten ondersteuning nodig, aldus Jacques Teller. Zo moeten ze beseffen welke invloed hoger bouwen heeft op de waarde van terreinen en vastgoed in de omgeving. Die kan
Om in te spelen op de demografische evolutie en meer bepaald de vergrijzing worden in veel steden al hogere appartementsgebouwen opgetrokken. Maar de ervaring wijst uit dat senioren niet zo enthousiast zijn om naar het stadscentrum te verhuizen. Jacques Teller: “Ik denk dat het beter is om rond steden flats te bouwen met een gelijkvloers en drie tot vier verdiepingen die deze functie hebben. Het is bovendien nodig om typologieën te combineren. Als je bijvoorbeeld alleen piepkleine flats bouwt krijg je een soort getto voor senioren of alleenstaanden.” Dit roept meteen een vraag op: hoe hoog kun je gaan buiten de stad? Jacques Teller: “Er bestaan twee manieren om hoger te bouwen. Je kunt de hogere gebouwen concentreren. Dat ga je voornamelijk doen in steden met hoge dichtheid. Maar je kunt ook aan stedenbouwkundige acupunctuur doen: hier en daar een hoger gebouw. Deze benadering zal eerder geschikt zijn voor de randgebieden rond steden. De vraag is of je hoogbouw moet uitsluiten in bepaalde zones. In Parijs zijn er veel van die exclusiezones. Inclusief of exclusief? Opnieuw hangt het af van de wijk. Er bestaat geen unieke oplossing.”
•
Veilig bouwen: eerst denken, en dan doen!
Doe mee op safetymypriority.be
LOUIS AMORY VAN DE ONTWIKKELAAR-WONINGBOUWERS
“Woningbouwers en projectontwikkelaars partners van overheid” Het woonbeleid wil van de traditionele lintbebouwing af en streeft naar meer clustering in steden en kerngemeenten. Ook meer hoogbouw past in dit plaatje. Daarvoor moeten er nog heel wat obstakels worden wegegenomen, niet het minst door en bij de overheid zelf. Dat zegt Louis Amory (voorzitter van de Federatie van Ontwikkelaars-Woningbouwers).
L
ouis Amory: "De meeste mensen willen liefst geen hoogbouw in hun omgeving. Dat merk je vooral in de residentiële gemeenten bij steden. Je mag er zelden meer dan zes verdiepingen optrekken. Tegen zowat twee derde van de aanvragen voor een vergunning voor hoogbouw komen er bezwaren binnen. Ze vrezen vooral verlies aan privacy door mogelijke inkijk, verlies van standing van de wijk en soms ook van zonlicht. Daarvoor bestaan wel oplossingen. Het is niet zo dat je om van privacy te genieten een hectare per persoon nodig hebt." Maar ook heel wat gemeentebesturen voelen weinig voor hoogbouw of voor grote wooncomplexen in het algemeen. Door de bouw van lage, meer gespreide woningen te stimuleren hopen ze een nieuwe bewoners met een hoog inkomen aan te trekken. Dat is voordeliger voor de gemeentekas. Louis Amory: "Jammer, want voor veel jonge mensen is een huis onbetaalbaar. Gemeentebestuurders zouden daarvoor meer begrip moeten opbren26 Bouwbedrijf • april 2019
gen. Een kleine woning is beter dan helemaal geen woning." Compact en verdicht wonen zou de levenskwaliteit nadelig beïnvloeden. Maar de voorzitter van de ontwikkelaars-woningbouwers ziet de kwaliteit eerder toenemen. Louis Amory: "Waar woonkernen tot stand komen vestigen zich ook winkels en dienstverleners en groeit het aanbod aan openbaar vervoer. De mensen die er al eerder woonden zien de verkoopwaarde van hun eigendom stijgen."
Bouw omhoog, grondwaarde omhoog
Louis Amory: "Hoogbouw mogen optrekken, begunstigt vandaag op de eerste plaats de grondeigenaren. Meer wooneenheden verhogen de waarde van de grond. Maar tegelijk stijgen de bouwkosten. Kleinere, compacte wooneenheden zijn niet noodzakelijk lineair goedkoper dan ruimere, vrijstaande woningen. Een hoog woongebouw heeft een zwaardere draagstructuur nodig, en dat doet de kosten voor zulke appartementen oplopen."
Evolutie
Louis Amory: "Het is moeilijk in te schatten wat de ideale woonoppervlakte per persoon is. De perceptie daarvan verandert met de samenleving. In ons land is er wel een duidelijke demografische evolutie merkbaar: het gemiddelde gezin wordt almaar kleiner. Dat werkt klein en compact wonen en dus ook hoogbouw in de hand. Ik acht het niet uitgesloten dat hoogbouw de standaard wordt."
Fiscale aspecten
Huis of appartement? Dat is geen 'of'-verhaal. Op sommige momenten in het leven is een huis geschikter, op andere een groot of klein appartement. Werk, vrijetijdsbesteding, gezinsgrootte … ze veranderen in de loop van het leven. Louis Amory: "Dat past niet allemaal in dezelfde woning. Daarom is het belangrijk dat er een vlotte woningmarkt bestaat. De registratierechten moeten verder omlaag kunnen. De huidige fiscale wetgeving vertekent bovendien de markt in het voordeel van renovatie en in het nadeel van nieuwbouw. Behalve in 32 stadsge-
Tegen zowat twee derde van de aanvragen voor een vergunning voor hoogbouw komen er bezwaren binnen.
RUIMTELIJKE ORDENING Om de woonverdichting te stimuleren zullen er voor bepaalde plaatsen geen bouwvergunningen meer worden uitgereikt. Louis Amory: "De eigenaren van die terreinen zijn ongerust, want de waarde van hun gronden zal dan logisch dalen. De overheid moet hiervoor een compensatieregeling uitwerken. Een moeilijke oefening, want wat is een correcte compensatie? Het geld zal ze moeten zoeken bij de eigenaren van die gronden die precies waardevoller worden, omdat je er –hoog– mag bouwen. Zolang er echter geen oplossing met voldoende draagvlak is blijft de huidige toestand een obstakel om een verregaande woonverdichting te realiseren."
bieden betaal je 21 % btw wanneer een bestaand pand sloopt en vervangt door nieuwbouw. Terwijl je op die manier niet alleen veel energiezuinigere gebouwen kan optrekken, maar ook de bebouwing verdichten. De ontwikkelaar pleiten dat het lagere tarief van 6 % voor vernieuwbouw uitgebreid wordt tot heel het land."
Betonstop
Over de voorgenomen betonstop blijft Amory voorzichtig. Het is niet duidelijk of de Belgische overheden de juiste weg al gevonden hebben. Louis Amory: "Wel duidelijk is dat er iets moet gebeuren. Mijn persoonlijke overtuiging is dat de politici ervoor moeten zorgen dat het wonen in steden
EENVOUDIG EN LAAGDREMPELIG FISCAAL KADER GEWENST Een van de hinderpalen om in België meer woondichtheid tot stand te brengen is dat de grondprijzen er nergens hoger liggen dan in de steden. Louis Amory: "Dat maakt het wonen daar minder betaalbaar. Maar ook het fiscale kader moet laagdrempeliger en eenvoudiger worden. Neem bijvoorbeeld de 32 zones met een btw-tarief van 6 % voor vernieuwbouw. De afbakening volgt de gemeentegrenzen. Dat is vrij arbitrair. Verschillende verstedelijkte, armere gemeenten rond Luik en in Henegouwen vallen uit de boot, terwijl Antwerpen, waar villa's van twee miljoen en meer worden opgetrokken, wel van deze maatregel profiteert."
en stedelijke kernen aantrekkelijker wordt." Maar ze mogen daarbij niet topdown tewerk gaan. Ze moeten luisteren naar de lokale verzuchtingen en naar de sector. Louis Amory: "De markt heeft een bepaald ritme. Nieuwbouw is nu per jaar goed voor 1 % het bestaande patrimonium. Woonverdichting breng je niet in één jaar tot stand, maar gespreid over een hele generatie, zeg maar twintig tot dertig jaar."
Samenwerking noodzakelijk
Louis Amory: "Een overheid die alles op eigen houtje doet, zal niet op een economisch verantwoorde en efficiënte manier tot woonverdichting komen. Ze moet niet alleen luisteren naar de verzuchtingen van huidige en mogelijke nieuwe bewoners, maar ook samenwerken met de ondernemingen die de plannen in de praktijk omzetten.” Men kan niet van particulieren verlangen dat ze projecten opzetten voor clusters van verschillende huizen of een groot appartementsgebouw. Het traject
zou voor hen veel te lang zijn en er zou in de praktijk helemaal geen woonverdichting tot stand komt. Louis Amory: "De bouwsector staat klaar als partner voor de overheden. Woningbouwers werken al intensief samen met projectontwikkelaars of hebben een ontwikkelaar opgericht als zusterbedrijf binnen de eigen groep. De voorzitter van de woningbouwers geeft een voorzet: vandaag vermelden de bouwverordeningen per locatie wel een maximum bouwhoogte of maximale woningdichtheid, maar geen minimum. Louis Amory: "Als een bestuur op een deel van zijn grondgebied de woondichtheid wil doen toenemen, zou het beter minima opleggen. Ik denk daarbij in de eerste plaats aan de omgevingen van spoorwegstations. Dat zijn ideale plaatsen om dichter –en hoger– te bouwen. Door de nabijheid van het station zullen de nieuwe bewoners gemakkelijker geneigd zijn het openbaar vervoer te gebruiken en vermijd je een van de mogelijke minpunten van woonverdichting, een toename van de verkeersdruk."
•
april 2019 • Bouwbedrijf 27
MARGO COLSON VAN MACHIELS BUILDING SOLUTIONS Voor het Scanfill-gebouw met assistentiewoningen van Zorgbedrijf Antwerpen (opdrachtgever: Cores Development, ontwerp: Binst Architects) in Hoboken maakte en plaatste MBS 250 gevelelementen.
“A
fhankelijk van de architectuur kan je in houtskeletbouw soms vier verdiepingen hoog gaan en als alles meezit en je de belastingen maximaal gelijkmatig kan verdelen over de volledige draagstructuur is vijf misschien nog net haalbaar. Maar dan heb je de limiet van dit bouwsysteem echt wel bereikt. Optoppingen in houtskeletbouw zijn een ander verhaal, je kan één of meer extra verdiepingen aanbrengen bovenop bestaande gebouwen die initieel in beton of staal opgericht werden. Het beperkte gewicht van houtskeletbouw biedt er een onmiskenbaar voordeel. Op die manier hebben we onder meer Fashion Point in Maasmechelen (opdrachtgever: Immo Moran, ontwerp: Simoni Architecten) en het kantoorgebouw van Haven Genk (architect: Pieter Verjans) opgetopt."
Gevelelementen
Echte hoogbouwprojecten in hout worden veelal gerealiseerd met kruislaags gelamelleerd hout (CLT). In sommige Europese landen zijn er al houten constructies met een hoogte van 70 meter en meer opgetrokken in CLT. "Een alternatieve methodiek om hoogbouw te realiseren werd gebruikt om het 85 m hoge en achttien verdiepingen tellende Mjøstårnet-gebouw in het Noorse Brumunddal te bouwen. De aannemer heeft daarvoor kolommen en balken uit gelamelleerd hout (GL) gebruikt," aldus Colson. "Maar waarom niet het beste van verschillende werelden combineren? Wij doen dit sinds 2010 in België en recenter ook in Nederland. We gebruiken daarbij onze prefab gevelelementen –houtskeletbouw– voor de bekleding van nieuwe en bestaande, betonnen of staalconstructies. Het hoogste gebouw dat MBS al op deze manier realiseerde telt twaalf verdiepingen. Momenteel 28 Bouwbedrijf • april 2019
Hout biedt heel wat mogelijkheden voor hoogbouw "Met traditionele houtskeletbouw kan je vlot drie verdiepingen hoog gaan, maar vijf is het absolute maximum. In hydride oplossingen biedt hout erg veel toepassingsmogelijkheden voor hoogbouw." Dat zegt Margo Colson, verantwoordelijke voor onderzoek en ontwikkeling bij houtskeletbouwer Machiels Building Solutions (MBS, Genk). liggen er plannen op onze tafel waarmee we meer dan dubbel zo hoog zullen gaan. Dit gebruik van houtskelet gevelelementen kan in de toekomst zeker gecombineerd worden met CLT of GL hoogbouwconstructies." MBS kan die elementen in zijn eigen fabriek afwerken met eender welk gevelmateriaal, zoals baksteenstrips, aluminium of andere beplatingen, beplankingen, sier-
pleister,... en er kan ook buitenschrijnwerk in geïntegreerd worden. Deze techniek vereist dus ook niet langer het gebruik van steigers, alles gebeurt van binnenuit.
Collectieve onderzoeksprojecten
Om de andere voordelen te ontwikkelen werkte MBS, naast investeringen in eigen onderzoek, intensief samen
Voor de renovatie van haar zeven verdiepingen hoge Crac-gebouw in Namen koos de Waalse overheid (opdrachtgever: Wallonie Service Public, ontwerp: Urban Architects en Lejuste Architects) voor gevelelementen van MBS. Die zijn in al in Genk afgewerkt met buitenschrijnwerk, een metalen bardage en raamomkastingen.
isolatie, terwijl de gebruikers tijdens de renovatiewerken kunnen blijven werken/wonen."
Korte uitvoeringstermijnen
De gevelelementen van het nieuwe studentenhome van ontwikkelaar Urbicoon aan de Rooseveltplaats (opdrachtgever: Roosevelt Construct, ontwerp: Lsie Architectuur) in Antwerpen, werden in de fabriek van MBS in Genk gemaakt, inclusief baksteen strips en montage van de ramen.
aan collectieve onderzoeksprojecten. "Zo zijn we erin geslaagd niet alleen de brandweerstand van de houtskelet elementen aan te tonen, maar ook de akoestische isolatie-eigenschappen sterk te verbeteren. In het verleden was dit een pijnpunt voor houtbouw in het algemeen, nu scoren we op dit vlak beter dan traditionele bouwmethoden." Door bij renovatie bestaande gebouwen in te pakken met nieuwe HSB elementen verbetert hun thermische
"Bouwen op basis van prefab houtskeletbouw is per definitie snel bouwen. Het volledige bouwproces kan zeer sterk ingekort worden en naarmate gevelbekleding, buitenschrijnwerk en technieken in de fabriek in de elementen worden geïntegreerd gaat het natuurlijk nog sneller. Het spreekt voor zich dat alles op basis van 3D en BIM wordt uitgewerkt en dat het volledige productieproces volgens de LEAN-methodiek verloopt. Bovendien beschikken we over ETA’s (European Technical Assessments), die onze klanten de nodige kwaliteitsgaranties bieden. De zeer korte uitvoeringstermijn komt nog meer tot zijn recht in sterk verdichte steden. Daar is tegenwoordig nauwelijks ruimte beschikbaar om een bouwplaats te organiseren. Wij kunnen echter met onze prefab panelen, die we doorgaans verdiepingshoog (+/- 3 à 3,6 m) en tot 12 m lengte maken, zo’n 300 m² gevels per dag en per montageploeg afwerken."
Ecolabel
"Hout is een nagroeibaar materiaal. Al het verwerkte hout is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. In de praktijk gaat het vooral om het PEFC-label, omdat het aanbod daarvan op onze
markten het grootst is. Vergeet ook niet dat voor de verwerking van hout in vergelijking met andere bouwmaterialen weinig energie nodig is," verklaart Colson.
Circulaire economie
"Houtbouw past ook prima in het verhaal van circulaire economie. Dit verhaal is veel ruimer en zal op termijn leiden tot het ontstaan van totaal nieuwe business modellen, ook in de bouwsector. We zullen gebouwen minder zien als definitieve constructies (gebruik kan in de levensduur verschillende malen wisselen), dan wel als opslagplaatsen van uitwisselbare materialen. De toekomst zal dus ook deels modulair zijn." Colson denkt daarbij aan gebouwen, samengesteld uit demonteerbare, herbruikbare en uitwisselbare elementen.
Volgende stappen
Het eigen onderzoek van MBS spitst zich vandaag toe op het verbeteren van de bestaande producten en het nog efficiënter maken van de eigen productie. Het is er onder meer in geslaagd een systeem te ontwikkelen om ramen en deuren horizontaal in de productie in te bouwen in de houtskelet elementen. Ook op gebied van robotisering hoopt MBS in de nabije toekomst de nodige stappen te kunnen zetten."
•
www.machielsbuildingsolutions.be april 2019 • Bouwbedrijf 29
PARTNERSHIP MET BOUWINFO
Nog meer consumenten met u in contract brengen Vaker gevonden worden op het internet, betere e-marketing, en dus meer contacten met potentiële klanten … Profiteer van deze voordelen die de Confederatie haar leden nu aanbiedt dankzij een samenwerking met bouwinfo.be.
Alles over bouwen en verbouwen www.buildyourhome.be
U
zelf bekendmaken op het internet, klanten aantrekken met e-marketing. Voor veel ondernemingen is het doodgewoon en een belangrijk onderdeel van hun strategie. Maar vooral kleinere bouwbedrijven stuiten op een probleem: ze hebben niet de mankracht, de tijd of de middelen om consequent aan e-marketing te doen. Onder meer daarom heeft de Confederatie de website www.buildyourhome.be opgezet voor haar leden. Zo krijgen ze meer zichtbaarheid wanneer een potentiële klant op het internet een aannemer zoekt. Bijkomend voordeel: alleen bouwondernemingen zonder fiscale of sociale schulden mogen op www. buildyourhome.be. De consument weet dus dat hij het doen heeft met een betrouwbare aannemer.
Buildyourhome.be is het ultieme platform voor bouwers en verbouwers. In de database met 15.400 betrouwbare vakmannen en -vrouwen vind je de perfect match voor jouw project.
Powered by
EXTRA BOOST VOOR €24,99 PER MAAND De verbeterde dienstverlening door buildyourhome.be is gratis. Maar wilt u snel een extra boost geven aan uw online marketing? Door de samenwerking met bouwinfo.be kunt voor € 24,99 per maand een interessant bijkomend pakket aankopen. Dat omvat het volgende: • Een hogere positie als iemand op het internet zoekt met Google of aanverwanten. Kenners noemen dat Search Engine Optimization (SEO).
•
Een prominente positie in de zoekmachines, zowel van debouwzoekers als van buildyourhome.
•
Een verbeterde weergave van uw account. Dat gaat dan over zaken als het logo, een slimme tekst enzovoort.
•
Een vrijblijvende analyse en een adviesgesprek over uw online marketingstrategie.
Versterking
Om nog meer consumenten in contact te brengen met de leden heeft de Confederatie Bouw een partnership met Bouwinfo.be gesloten. Vanaf maart wordt het aanbod van buildyourhome. be ondersteund door debouwzoeker.be, een nieuwe tool op bouwinfo.be. Bouwinfo.be is een op consumenten gericht online platform over bouwen en verbouwen. Het trekt dagelijks 30 000 unieke bezoekers. Buildyourhome.be zal geïntegreerd worden in bouwinfo. be. Daardoor kunt u nog meer particuliere opdrachtgevers bereiken via het net.
•
INFO: Geïnteresseerd? Stuur een e-mail naar buildyourhome@confederatiebouw.be.
Er zit in het pakket ook SEA of Search Engine Advertising. Dit is gericht op de gesponsorde resultaten in zoekmachines. Dat zijn doorgaans de eerste resultaten die je ziet. Het doel van de dienstverlening is hier om een zo hoog mogelijke positie halen tegen een zo hoog mogelijk rendement. De eerste positie is niet altijd de meest winstgevende! In het pakket zitten ten slotte ook de Premium voordelen die de Confederatie al aanbood: • de mogelijkheid om projecten met tekst en foto’s toe te voegen op de profielpagina van een onderneming op buildyourhome.be;
• •
vacatures delen; een gepersonaliseerde URL.
april 2019 • Bouwbedrijf 31
OOK BOUWBEDRIJVEN WILLEN GROEIEN
Laat de kmo-groeisubsidie niet liggen! Twee keer € 25 000 om uw bedrijf nieuwe groeikansen te laten benutten? Met de kmogroeisubsidie van VLAIO kan dat. Hans Haagdorens (bedrijfsadviseur VLAIO) licht de subsidie toe aan de hand van drie voorbeelden.
H
ans Haagdorens: “Bedrijven moeten zich alsmaar sneller heruitvinden. Daarom lanceerde het Vlaams Agentschap Ondernemen en Innoveren (VLAIO) enkele jaren geleden een groeisubsidie voor kmo’s. Die kan oplopen tot € 25 000. Een kmo kan twee keer een groeisubsidie krijgen: één keer voor een aanwerving maar ook een keer voor het inhuren van een consultant die het bedrijf helpt groeien.”
Groeikansen in de bouwsector
Hans Haagdorens: “De bouwsector staat voor enorme uitdagingen: de betonstop, de trend richting industrialisering, de digitale transformatie met BIM, 3D-scanning en artificiële intelligentie, én vanzelfsprekend het groeiende milieubewustzijn met zijn strengere isolatie-eisen, nieuwe energievormen, circulair bouwen … Dat zijn - als je er op de juiste manier naar kijkt - allemaal businessopportuniteiten waarop een bedrijf kan inzetten.”
OVERZICHT
Studiebureau OVERZICHT, Trappenmakerij Wim Van Loon en ATF maakten van uitdagingen groei Meer en meer bouwbedrijven maken gebruik van de kmogroeisubsidie. Een slimme zet blijkt uit drie getuigenissen.
OVERZICHT is een multidisciplinair bouwtechnisch studiebureau gespecialiseerd in stabiliteit, technieken, EPB en ventilatie. Een goede communicatie met alle stakeholders is belangrijk voor een succesvol project. Intern gebruikte OVERZICHT al een tiental jaar BIMsoftware om verschillende aspecten van een project in één centraal model te integreren. Maar het uitwisselen van informatie bleef nog lang gebeuren per telefoon en per e-mail in een lange lijst verschillende bestandsformaten. Er was dus nog ruimte voor verbetering – er was nog een groeikans.
Eenvoudig aan te vragen!
Hans Haagdorens: “De aanvraag van de groeisubsidie van VLAIO is niet moeilijk. Het aanvraagformulier wijst zichzelf uit. Via gerichte vragen schrijf de aannemer zijn groeiverhaal neer. Een bedrijfsadviseur van VLAIO kan hem hierbij helpen.”.
•
INFO: Wil u een groeikans grijpen? Dan hebt u misschien recht op een kmo-groeisubsidie. Neem vrijblijvend contact op met de bedrijfsadviseurs van VLAIO op www.vlaio.be.
methodieken en workflows uitgewerkt en strategieën opgezet voor de BIMimplementaties bij alle bouwpartners. Het strategisch advies werd voor 50 % gefinancierd met de kmo-groeisubsidie van VLAIO. BIM-consulting is er nu bijgekomen in het aanbod van het studiebureau. Het ondersteunt nu architectenbureaus, aannemers en ontwikkelaars bij hun transformatie naar BIM-ready bedrijf.
Het idee ontstond om de informatiestroom uniform te maken met BIM-software. De onderneming huurde ir.-arch. Bart Vande Kerckhove in als BIMconsultant. Samen met Bart werden
Bram Van Alsenoy en Pieter De Bleser van VOORUITZICHT. 32 Bouwbedrijf • april 2019
WIM VAN LOON GAAT INTERNATIONAAL Maatwerk wordt steeds zeldzamer bij de Vlaamse trappenmakers. Maar Trappenmakerij Wim Van Loon roeit tegen die stroom in. “Hoe gekker de trappen, hoe liever we de opdracht aannemen,” vertelt bedrijfsleider Wim. “Net omdat iedere opdracht een nieuwe uitdaging is, werken mijn medewerkers hier graag.” In de voorbije jaren betoonden steeds meer klanten uit het buitenland interesse. “Wanneer je zulke vragen krijgt, begint het natuurlijk te kriebelen. In 2017 beslisten we dat hier groei in zat. Maar beslissen is één, uitvoeren nog iets anders. Het bedrijf was helemaal niet afgestemd op een buitenlands avontuur. We maakten bijvoorbeeld nooit reclame. Wanneer je de grens over wilt trekken, moet je je anders structureren: verkoopkanalen uitbou-
wen, contracten opstellen, de productie opdrijven …” Wim trok externe expertise aan. Een strategisch consultant hielp hem het bedrijf klaar te stomen voor internationale groei. Dat gebeurde op verschillende niveaus: een aangepaste logistiek, marketing en ICT maar ook een expansiestrategie. De Vlaamse overheid steunt dergelijke ambitieuze ondernemers graag. Wim Van Loon kreeg een kmo-groeisubsidie van € 25 000 waarmee hij de helft van de kosten van de consultant kon betalen. In 2018 ging hij nog een stap verder en wierf hij een expertmanager aan. Wim klopte weer aan bij VLAIO en kreeg weer een kmo-groeisubsidie van € 17 640, goed voor de helft van het eerste jaarloon.
Wim Van Loon:“De jurering was eerder een goed, open gesprek met Vlaio.”
Wim Van Loon: “We hebben onze aanvragen iedere keer verdedigd bij een jury. Maar dat was eigenlijk geen echte jurering, eerder een goed gesprek. We kregen alle kansen om ons verhaal duidelijk te maken, en dat was een fijn gevoel. Verrassend, hoe open we konden communiceren met VLAIO.”
MIEKE FRIJTERS: “HOGE KWALITEIT, VEILIG EN MET EIGEN MENSEN” flexibel te blijven. Om te groeien in een evoluerende markt, bleek het nodig om asfalteringswerken in eigen beheer uit te voeren. Daarom deden we beroep op de kmo-groeisubsidie.”
Mieke Frijters (ATF):“Dit was een cruciaal kantelmoment voor het concurrentievermogen en de rendabele groei.” ATF nv is een modern wegenbouwbedrijf met meer dan honderd enthousiaste werknemers. Dit familiebedrijf bestaat sinds 1960 en is gespecialiseerd in projecten in de Antwerpse haven, vooral voor de chemische- en petrochemische industrie. Daarnaast zijn er opdrachten voor de Vlaamse overheden en instellingen, legt bedrijfsleider Mieke Frijters uit.
DE CONCURRENTIE VOOR BLIJVEN Frijters stelde vast dat opdrachtgevers steeds meer de voorkeur geven aan een one-stop-shop-pakket. In de afgelopen jaren vulde ATF de activiteiten dus aan met een puinbehandelingsinstallatie, een tijdelijk opslagterrein voor uitgegraven bodem, mobiele grondzeefinstallaties, de oprichting van tijdelijke opslagplaatsen (TOP) op de terreinen van de klanten, de aanschaf van een zandzuigwagen om leidingschade te voorkomen Mieke Frijters: “Maar dat is niet genoeg. Grote buitenlandse totaalbouwbedrijven krijgen voet aan de grond in België. En het wordt ook steeds moeilijker om een onderaannemer voor asfalte-
Mieke Frijters: “Veiligheid, kwaliteit en klantentevredenheid zijn onze drie topprioriteiten. We investeren voort-
ringswerken te vinden. We stellen vast dat men geen marktconforme offertes meer aanbiedt voor werken op de chemische terreinen.”
durend in innovatie om efficiënt en
De prijzen voor asfalteringswerken
stijgen, want er zijn steeds meer werken en daarnaast zijn er wachttijden op deze industriële terreinen door de vergunningsprocedures en de metingen. En bovendien gelden er strikte veiligheidsvoorschriften. INTERNE VOORDELEN “De onderneming kan werk van hoge kwaliteit afleveren, op een veilige manier en met onze eigen mensen,” aldus Mieke Frijters. “We kunnen beter plannen en beter rekening houden met de periodieke keuringen van onze machines.” Ook formaliteiten zoals Dimona, Limosa, checkin@work en de VCA-certificaten zijn nu eenvoudiger te vervullen. Mieke Frijters: “Dit was een cruciaal kantelmoment voor het concurrentievermogen en de rendabele groei. Door de aanwerving van een verantwoordelijke voor de asfalteringswerken, zijn we klaar voor de toekomst.”
INFO: BouwRadar kan je helpen bij de groeimogelijkheden te ontdekken. Schrijf in voor de kosteloze begeleiding via www.BouwRadar-vcb.be/aanmelding.
april 2019 • Bouwbedrijf 33
230 ONDERTEKENAARS VOOR GREEN DEAL CIRCULAIR BOUWEN
Succesvolle start is veelbelovend voor circulaire bouweconomie Op 22 februari gaf minister Van den Heuvel samen met Vlaanderen Circulair, de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (Ovam) het startschot voor de Green Deal Circulair Bouwen op Batibouw. Het project heeft maar liefst 230 deelnemers.
2
30 private en publieke opdracht gevers, architecten, aannemers, materiaalproducenten, onderzoekers en faciliterende organisaties engageerden zich met hun handtekening om minstens één proefproject rond de principes van circulair bouwen uit te voeren. Nog nooit kende een Green Deal (een vrijwillige overeenkomst tussen partners en Vlaamse overheid) zo’n groot succes. Marc Dillen (directeur-generaal van de VCB) gaf aan dat 16 % van al het afval in Vlaanderen huishoudelijk afval en 20 % bedrijfsafval is maar 33 % bouw- en sloopafval en 31 % uitgegraven bodem. De bouw speelt dus een cruciale rol om Vlaanderen tot een circulaire economie om te vormen. Gelukkig wordt nu al 90 % van het bouw- en sloopafval en 95 % van de uitgegraven bodem hergebruikt. Het wettelijke kader is van cruciaal belang geweest voor de oprichting van de bodem- en sloopbeheerorganisaties Grondbank en Tracimat. Uit de eerste miljoenen tonnen die intussen via een slooopopvolgingsplan worden opgevolgd, blijkt dat in 97 % van de te slopen projecten gevaarlijke stoffen voorkomen. Marc Dillen pleitte er dan ook voor om bij elk grondig sloopproject een sloopopvolgingsplan op te leggen. 34 Bouwbedrijf • april 2019
Van afvalbeheer naar circulaire economie
Henny De Baets, administrateurgeneraal van Ovam, beklemtoonde dat 60 % van de CO2-uitstoot materiaalgerelateerd is. “De klimaatproblemen gaan verder dan enkel het energievraagstuk. We kunnen onze koolstofafdruk alleen maar verlagen door anders met grondstoffen en materialen om te gaan”. De overheid heeft daarbij volgens De Baets als taak een beleidskader en beleidsdoelstellingen uit werken maar tegelijk het beleid wetenschappelijk te onderbouwen, ruimte voor experiment en innovatie te creëren en op basis hiervan zelfkritisch de regelgeving te evalueren en aan te passen. In dit beleid is een duidelijk evolutie merkbaar van
afvalbeheer over bodembeheer naar een duurzaam materialenbeheer en nu naar een circulaire economie. Als inspirator en knooppunt voor de circulaire economie in Vlaanderen werd in 2017 het publiek-private samenwerkingsverband Vlaanderen Circulair opgericht. Frans Dieryck, voorzitter van de stuurgroep van dit partnerschap, beklemtoonde de begeleidende en bemiddelende rol van dit platform. Vlaanderen Circulair heeft ook al twee oproepen voor de subsidiëring van projecten gelanceerd, enerzijds rond circulaire aankopen en anderzijds rond circulaire stad en circulair ondernemen. Intussen werden 135 projecten voor in totaal € 11 miljoen goedgekeurd waarvan 41 projecten in de bouw.
Lerend netwerk GROEP VAN ROEY
“Hiermee tonen we ons klimaatengagement, niet alleen in woorden, maar ook in concrete actie. De circulaire economie biedt oplossingen om de CO2impact te verlagen.”
Brigitte Mouligneau, transitiemanager van Vlaanderen Circulair, legde uit hoe het nu verder moet met de Grean Deal Circulair Bouwen. De deelnemers hebben er zich toe verbonden experimenten op te starten. Zij kunnen tools, methodieken en nieuwe vormen van ketensamenwerking uittesten. Dankzij de green deal kunnen zij hun kennis en ervaring samen in een lerend netwerk delen. Dit jaar zijn alvast vier inspiratiesessies gepland. Een eerste sessie vindt
Liesbeth Van Cauwenberghe signeert de deelname aan de Green Deal voor Tracimat.
Van Roey, beklemtoonde het belang om offertes bij aanbestedingen vanuit een lifecycle-benadering te beoordelen. Hij verwees daarbij naar artikel 82 in de nieuwe wet op de overheidsopdrachten. De Europese Unie maakt dit mogelijk maar de Belgische overheden maken hier nauwelijks gebruik van. “Niet wat een gebouw kost bij de oplevering is belangrijk, maar wel wat het gebouw over een periode van 30 jaar kost.”
SLOOPBEHEERORGANISATIE TRACIMAT
“Voor de deelnemers is dit een unieke kans om met andere architecten, aannemers, bouwheren en beleidsmakers de opportuniteiten vanuit de praktijk aan te pakken en onderling inzichten uit te wisselen over individuele projecten.” plaats op 26 maart te Mechelen. Daarnaast brengt een onderzoeksgroep juridische, economische en andere drempels in kaart. Jeroen Vrijders van het WTCB gaf meer uitleg over deze Proeftuin Circulair Bouwen. In een eerste fase ligt de focus van het onderzoek op urban mining. Binnenkort komt er een oproep om 5 x 5 sloopprojecten van nabij te kunnen volgen. Vanaf 2021 verschuift de focus naar de bouw van nieuwe gebouwen volgens de principes van circulair bouwen. Uit de praktijkgetuigenissen bleek duidelijk dat circulair bouwen verder gaat dan een maximale recyclage van bouwmaterialen. Peter-Paul Vandenberg, directeur van Kamp C: “Het feit dat we goed bezig zijn met recyclage, betekent niet dat we goed bezig met circulair bouwen.” Hij dacht daarbij aan demontabele woningen, bio-ecologische materialen en het leasen van materialen. Echte verandering zal er maar komen wanneer al die aspecten worden toegepast. Die mindset tot stand brengen wordt volgens hem nog de grootste uitdaging.
Wetgevende hinderpalen
Wim Hochepied, projectmanager
bij Durabrik, nam het Toontjeshuis als startpunt. Dit project gaat uit van de woonnoden van bewoners met een mentale of fysieke beperking. Die woningen moeten slim en zero-waste aanpasbaar kunnen worden gebouwd. Zij moeten bijvoorbeeld flexibele muren ervoor zorgen dat de Toontjeshuizen klaar staan voor de toekomstige noden van de bewoners. Maar de wetgeving legt hun nodeloze parkeernormen op. De subsidiëring is gericht op individuele noden en staan daardoor (semi-)collectieve systemen van verwarming in de weg. Geert Verachtert, directeur strategie en business development bij de groep
TECTUM
“Ik voel binnen onze organisatie een groot enthousiasme om hier samen iets van moois van te maken wat effectief kan bijdragen tot het circulair verhaal.”
Veranderingsgericht bouwen
Minister Koen Van den Heuvel beklemtoonde eveneens de evolutie naar veranderingsgericht bouwen, optimaal ruimtegebruik en het verlengen van de levensduur van gebouwen en hun materialen. Het gaat om een ontwerp- en bouwstrategie die ervan uitgaat dat de noden en wensen van gebruikers zullen blijven veranderen en dat gebouwen die veranderingen efficiënt moeten blijven ondersteunen. Koen Van den Heuvel: “Bij circulair bouwen gaat het er in essentie om dat materialen hergebruikt worden met een zo hoog mogelijk waardebehoud. Dit vergt nieuwe businessmodellen en samenwerking doorheen de bouwketen. Bovendien kunnen materialen maar hoogwaardig en veilig opnieuw ingezet worden als ze een identiteit en gedocumenteerde historiek hebben. Het instrument van het materialenpaspoort moet ertoe bijdragen dat gebouwen als een grondstoffendepot kunnen gaan fungeren.” Uit het succes van de Green Deal Circulair Bouw blijkt duidelijk dat de bouwsector in Vlaanderen de weg naar een circulaire economie inslaat. Het zal aan de deelnemers ongetwijfeld ook een competitief voordeel opleveren. Dit gezamenlijk engagement moet uiteindelijk resulteren in een ernstige verlaging van onze materialenvoetafdruk én in een toekomstgericht bouwbeleid, innovatief ondernemerschap en alternatieve jobs voor de toekomst.
•
vlaanderen-circulair.be. april 2019 • Bouwbedrijf 35
Jef Lembrechts (voorzitter VCB) drong aan op een investeringsnorm.
OVERLEG MET DE VLAAMSE REGERING
VCB pleit voor beter gecoördineerd beleid Beleidsinitiatieven die lovenswaardige doelstellingen kunnen hebben, kunnen elkaar ook flink voor de voeten lopen. De Vlaamse Confederatie Bouw kaartte dat probleem aan tijdens een ontmoeting met de Vlaamse regering midden maart.
D
e ontmoeting vond plaats op het Vlaams Bouwoverlegcomité (VBOC). Van regeringszijde namen Hilde Crevits, Ben Weyts, Koen Van den Heuvel en Lydia Peeters deel. De VCB merkte op dat de bouwsector zich wil engageren om de klimaatdoelstellingen te halen. Maar dan is een beter gecoördineerd beleid nodig. Energie-eisen zoals het S-peil staan soms haaks op de nagestreefde reductie van de CO2-uitstoot. Het ruimtelijk beleid creëert onzekerheid voor sommige bestaande woningen en belemmert daardoor noodzakelijke renovaties. Minister Crevits stelde voor niet te wachten tot na de verkiezingen maar nog in deze regeerperiode een plan van aanpak op te stellen.
Algemeen investeringsbeleid
De kerninvesteringen van de Vlaamse regering stijgen in 2019 naar € 2,688 miljard, een toename van € 217 miljoen. Van deze kerninvesteringen gaat 60 % naar mobiliteit en openbare werken, 31 % naar onderwijs en vorming en 6 %
36 Bouwbedrijf • april 2019
naar omgeving. De investeringssubsidies stijgen met € 211 miljoen tot € 1,374 miljard. Minpunt: slechts 50 % van de netto-ontvangsten uit de kilometerheffing gaat naar infrastructuurinvesteringen. Dat is minder dan de 80 % die de VCB geëist heeft. De VCB beklemtoonde het belang van een investeringsnorm, die 5 % van het Vlaamse bbp zou moeten bedragen. Volgens minister Crevits is een norm mogelijk. Maar de definitie zal niet meer voor deze regering zijn. De VCB vraagt zich ook af of de gemeenten beseffen hoeveel bijkomende investeringen in riolering en andere infrastructuur nodig zijn als we tot verdichting willen komen. Dergelijke kosten mogen niet doorgeschoven worden naar de private sector. Voor de regering is dat ook niet de bedoeling. De middelen van het Gemeentefonds worden trouwens geïndexeerd.
Mobiliteit en infrastructuur
Deze Vlaamse regering investeerde € 9,7 miljard in mobiliteit. In de vorige
regeerperiode was dat nog € 7,3 miljard. Maar tegelijk zijn slechts twee missing links intussen volledig aangelegd, de noord-zuidverbinding in de Kempen en de A11. Voor sommige projecten, zoals de noord-zuidverbinding in Limburg zal het planningsproces volledig overgedaan worden. Vooral tegen wegenwerken wordt door omwonenden geprotesteerd. Om draagvlak te creëren maakt de Vlaamse regering nu meer gebruik van de mogelijkheden van het decreet op de complexe projecten. Maar volgens de bouwsector moet er ook iets veranderen aan de procedures voor de Raad van State. Nu hebben die al te vaak tot gevolg dat de investering niet doorgaat. Minister Weyts gaf aan dat het Mobiliteitsplan Vlaanderen nog dit voorjaar wordt afgerond. De nadruk zal liggen op de verankering van de combi-mobiliteit. Volgens de minister moet de invoering van een kilometerheffing voor kleine voertuigen budgetneutraal zijn voor de Vlaamse regering. Aannemers willen evenwel dat een dergelijke invoering
De regeringsdelegatie op het Vlaams Bouwoverlegcomité. Minister Crevits zat de vergadering voor.
neutraal is voor hun onderneming. De sector vraagt een vrijstelling voor collectief vervoer.
Ruimtelijke ordening en milieu
Voor de VCB is de focus op een door woningen volgebouwd Vlaanderen verkeerd. De ruimte voor wonen bedraagt amper 3 % van de Vlaamse oppervlakte. De sector is ook ontevreden over de voorgestelde heffing op het ruimtelijk rendement. Als dat rendement door een overheidsbeslissing toeneemt, kan een bepaalde meerwaarde terugvloeien naar de overheid. Maar de voorgestelde percentages zijn te hoog. Minister Van den Heuvel ontkende dat de regering de kosten van de planschade volledig wil dekken met de inkomsten uit de planbaten. Minister Crevits wil over het omstreden instrumentendecreet overleggen in een werkgroep waarin ook de bouw zetelt.
Woon- en andere gebouwen
Minister Lydia Peeters maakte bekend dat de sloop- en heropbouwpremie wellicht verlengd wordt wanneer de federale regering het verlaagde btw-tarief van 6 % voor vernieuwbouw niet uitbreidt tot het hele land. De statistieken over de energiepremies wijzen op een forse achteruitgang van de energiebesparende ingrepen. Volgens de VCB moet de Vlaamse regering er alles aan doen om het bestaande woningpatrimonium energiezuiniger te maken, zonder de nieuwbouweisen te verstrengen. Bij renovatiewerken is nu al voorzien
in lagere registratie- en schenkingsrechten, maar we weten nog niet of die maatregel veel effect heeft. De VCB stelde voor de successierechten te verlagen voor oudere bewoners en verhuurders die renoveren. Zowat 80 % van de huurwoningen zijn in handen van ouderen. De huidige regering wil echter eerder focussen op de jongere gezinnen die een woning verwerven. De VCB heeft voorgesteld de woonbonus om te vormen tot een energiebonus enkel toegekend voor nieuwbouw en grondige renovatie. Maar dat blijkt op praktische bezwaren te stoten. Er was wel consensus over het principe dat op een overdracht van een woning binnen de vijf jaar een renovatie volgt. Dat staat trouwens in het Vlaams energieplan dat de regering in 2018 goedkeurde. Om local energy communities mogelijk te maken, conform de Europese richtlijn over de hernieuwbare energie, denkt Peeters aan de creatie van regelluwe zones. De VCB beklemtoonde het belang voor de sector van energiesystemen die de aparte gebouwen overschrijden. Maar uiteindelijk is vooral een lager btw-tarief voor woningbouw de grootste incentive om woningen betaalbaar te houden. Crevits stelde dat dit ook bij de scholenbouw duidelijk is gebleken.
Overheidsopdrachten
Op 1 maart keurde de Vlaamse regering een PPS- en een ESCO-charter goed. De VCB merkte op dat een ESCO-formule niet volstaat om gebouwen te renoveren. Als ook de bouwschil
wordt meegenomen, is een combinatie met andere formules noodzakelijk. De VCB betreurde dat het departement MOW bij aanbestedingen de prijzen van de offertes niet meer bekendmaakt. Deze prijzen vormen een belangrijke barometer voor bouwbedrijven. Crevits was akkoord om niet te wachten tot de volgende VBOC-vergadering om dit punt uit te klaren. Het is belangrijk voor de bouw dat hij meegenomen wordt in de projecten over Artificiële Intelligentie. Er bestaat in de Vlaamse regering bereidheid om rond de bouw bijkomende clusterinitiatieven op te starten.
Opleiding en tewerkstelling
Duaal leren in de bouw slaat niet goed aan. Op een totaal van ongeveer 400 aanvragen waren er 61 voor opleidingen in de bouw, een aandeel van 15 %. Dit beperkte aandeel heeft te maken met het slechte imago van de BSO-studierichtingen bouw. De duale opleidingen voor de elektriciens kennen wel succes. Volgens de regering moet de sector zelf met goede voorbeelden naar buiten treden. Wat met duaal leren in het hoger onderwijs? Minister Crevits staat daar positief tegenover. Zij verwees naar de lopende uitrol van HBO5-opleidigen die voor een derde duaal zijn. Het advies van de Vlaamse Onderwijsraad over duaal leren in het hoger onderwijs gaat volgens de minister niet ver genoeg. Zij was het eens met de sector dat de invoering van duaal leren in het hoger bouwonderwijs positief zal afstralen naar het duaal leren in het algemeen.
•
april 2019 • Bouwbedrijf 37
DINO HENDERICKX VAN CASO
“Meer uniformiteit in de regelgeving op asbest” Als er één groep aannemers bestaat die dagelijks met asbest moeten afrekenen, dan zijn het wel de slopers. CASO, de vereniging van sloopbedrijven in de Confederatie, verdedigt de belangen van zijn leden op dit gebied. Maar volgens voorzitter Dino Henderickx zijn er twee grote problemen. Niet alle ondernemingen spelen het spel correct en wie het wel correct speelt, ziet zijn concurrentiepositie in het gedrag komen. Daarnaast zijn er over de gewestgrenzen heen significante verschillen in de regelgeving, die maken dat de aanpak zeer divers en kostenverhogend is.
D
ino Hendrickx: “Slopers komen bij het merendeel van hun opdrachten asbest tegen omdat veel van de gebouwen die momenteel worden afgebroken nog dateren van vóór het asbestverbod van 1998. Er zijn de klassiekers zoals de golfplaten en asbestleien die op ontelbare daken, stallen en kippenhokken liggen. Maar ook in de lijm waarmee linoleum bevestigd werd zit vaak asbest, in imitatie natuurstenen dorpels en vensterbanken, in de isolatie van leidingen enzovoort, enzovoort … De grootste asbestwerven vind je doorgaans in de grootstedelijke gebieden zoals Brussel en Antwerpen, en daarnaast op de oude industriële sites. “Veel sloopbedrijven hebben mensen in dienst die opgeleid zijn om de zogenaamde eenvoudige handelingen te doen bij asbestverwijdering, zeg maar de handelingen waarbij geen asbestvezels kunnen vrijkomen wanneer bepaalde procedures worden in acht genomen. Maar als het verder gaat en we praten over de verwijdering van vrije asbestvezels dan moeten we een beroep doen op gespecialiseerde firma’s die bijvoorbeeld in staat zijn om de couveusezakmetho38 Bouwbedrijf • april 2019
de te hanteren of een volledige hermetisch afgebakende zone met onderdruk kunnen creëren.”
Nationale ambities voor CASO
CASO is opgericht in 2009 en gegroeid vanuit een groep sloopbedrijven die voornamelijk in het Antwerpse actief waren. Op dit moment is de vereniging actief in heel Vlaanderen en het uiteindelijke doel is om binnen de sector op nationaal vlak het aanspreekpunt te zijn voor alle stakeholders. Dino Hendrickx: “Het aantal Waalse leden van CASO is nu beperkt, en dat willen we veranderen. We nodigen de Waalse slopers hartelijk uit om ook lid te worden. Dat zou onze organisatie alleszins een sterkere positie geven in het overleg met de diverse overheden. Dat is onder meer belangrijk omdat er nu een gebrek aan uniformiteit in de regelgeving bestaat. Dat is ons een doorn in het oog, zeker als het om asbest gaat.”
Regelgeving
Vlaanderen heeft in 2006 de selectieve sloop verplicht. Sinds 2018 moet er een sloopopvolgingsplan opgemaakt
WALLONIË Wat asbest betreft, heeft Wallonië geen verplichte asbestinventaris naar Brussels of Vlaams model. De Waalse Confederatie Bouw (CCW) betreurt die situatie, zegt Aymé Argelès (manager Environnement & Technologies).
Aymé Argelès: “Ook in het Waals gewest is het asbestvraagstuk van groot belang bij het verwerken van bouw- en sloopafval. Met het oog op hergebruik en verwerking heeft de Waalse overheid in 2017 drempelwaarden ingevoerd voor de fractie asbest die aanwezig mag zijn in uitgegraven grond en bouwafval. Maar mocht Wallonië net zoals Vlaanderen een sloopinventaris verplicht maken bij sloop- of renovatiewerken, gekoppeld aan een traceringssysteem, dan zouden we de risico’s van asbest beter onder controle kunnen houden. Bovendien zouden we kunnen vermijden dat afval en grond die vervuild zijn met asbest over de gewestgrenzen heen vervoerd worden.”
De sloop van Oceade op de Heizel in Brussel. De grootste asbestwerven vind je doorgaans in grootstedelijke gebieden.
worden voor bepaalde sloopwerken, anders krijg je geen sloopvergunning. Een onderdeel van het plan is een destructieve asbestinventaris. In het Brussels gewest geldt een gelijkaardige verplichting (zie kader). Dino Hendrickx: “In Vlaanderen kunnen de aannemers momenteel vrijwillig in een systeem van sloop-
opvolging door een erkende sloopbeheerorganisatie zoals Tracimat stappen. Dan wordt het sloopopvolgingsplan, inbegrepen de asbestinventaris, opgesteld door een erkend deskundige en conform verklaard na controle door de erkende beheerorganisatie. Eerder kan de sloop niet starten. Door deze werkwijze kan de kwaliteit en de accu-
VLAANDEREN
BRUSSEL
In Vlaanderen moet een sloopopvolgingsplan opgesteld worden voor de gehele of gedeeltelijke sloop van infrastructuurwerken van meer dan 250 kubieke meter, woongebouwen van meer dan 5 000 kubieke meter en niet-woongebouwen van meer dan 1 000 kubieke meter. In het sloopopvolgingsplan zit een destructieve asbestinventarisatie vervat. De selectieve sloop en de gescheiden inzameling van gevaarlijke afvalstoffen zoals asbest zijn verplicht.
De regels op asbest voor slopers vertonen regionale verschillen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een destructieve inventaris verplicht bij renovatie-of afbraakwerken van constructies boven een zekere omvang die vergund werden vóór 1 oktober 1998, de datum waarop het nationale totaalverbod op asbest inging. Meer specifiek gaat het om de afbraak van een gebouw of een kunstwerk met een bruto-oppervlakte van meer dan 500 vierkante meter, en om verbouwingen van een oppervlakte van meer dan 500 vierkante meter. Het asbestafval moet gescheiden worden van het andere bouwafval.
raatheid van het selectief slopen en het afvoeren van de diverse sloopmate rialen veel beter gegarandeerd worden. Helaas is deze werkwijze niet verplicht, en daarvan kunnen malafide bedrijven, die het niet zo nauw nemen, misbruik maken. De resten van een gebouw half of niet gesorteerd opscheppen is goedkoper dan selectief slopen en het afval afzonderlijk verwerken.” Voor CASO zijn de principes van het Vlaamse sloopopvolgingsplan een goede basis om verder op te bouwen. Maar het zou op iedere sloop van toepassing moeten worden, ongeacht het volume of grootte van de werf. Dit betekent dat ook particuliere woningen en de vele stallingen en kippenhokken die Vlaanderen nog rijk is onder deze regelgeving zouden moeten vallen. Dino Hendrickx: “Ook in dat geval zijn de risico’s aanzienlijk. CASO stelt zich dus de vraag of de Vlaamse volumelimieten niet naar beneden bijgesteld moeten worden. We merken echter dat er bij de betrokken overheden niet de politieke wil of moed aanwezig is om een uniforme regelgeving betreffende het selectief slopen over de gehele lijn door te trekken.”
•
april 2019 • Bouwbedrijf 39
FABA JAARCONGRES
N
et zoals in de voorbije jaren vond het jaarcongres plaats tijdens Batibouw. Faba-voorzitter Frank Goes gaf de aftrap, door te wijzen op twee uitdagingen. De overheid wil dat we dichter gaan wonen, en dat onze gebouwenbestand energiezuiniger wordt. “Als sector begrijpen we de noodzaak en de urgentie van deze beleidsvoorstellen. We denken ook graag constructief mee om de beoogde doelstellingen zo optimaal mogelijk te realiseren," aldus Goes. De Faba wil een aantal voorstellen aanreiken die rekening houden met betaalbaarheid en haalbaarheid. Voor Frank Goes is stadkernherwaardering gecombineerd met meerlagige vernieuwbouw een oplossing. “Dit past ook bij de klimaatdoelstellingen, want vernieuwbouw is uiterst energie-efficiënt en maakt massaal gebruik van hernieuwbare energiebronnen."
Energetische renovatie
Ons gebouwenbestand is oud en energieverslindend, maar volgens Goes kan het tegen 2050 energievriendelijk zijn, “op voorwaarde dat er een energetische renovatieverplichting zou rusten op de kopers. Volgens ons kan er snel resultaat worden geboekt indien de hoogte van de steunmaatregelen wordt gekoppeld aan de energie-efficiëntie van de woning." "Sommige huidige fiscale maatregelen spreken elkaar helaas tegen," merkte Gerald Bogaert op, de ondervoorzitter van de Beroepsvereniging van het Krediet (BVK) en directeur bij Europabank.
Limiet bereikt
Jacques Teller, professor stedelijke en ruimtelijke planning aan de Universiteit Luik, benaderde de verdichting vanuit een historische invalshoek. Sinds de jaren vijftig werd zeer veel open ruimte opgeofferd aan woningbouw. Dat is onder meer te danken aan ons dichte spoorwegnet, waardoor wonen in het buitengebied combineerbaar is met werken in de grote steden. “Belgen willen 40 Bouwbedrijf • april 2019
Verdichting en verduurzaming van het Belgisch woningenbestand Het jaarcongres van de Federatie van Algemene Bouwaannemers (Faba) legde de focus op bouwverdichting en, aansluitende op de klimaatproblematiek, op de energie-efficiëntie van gebouwen. daarvoor tot negentig minuten verplaatsingstijd reserveren,” stelde Teller vast. “Bovendien heeft de overheid het bezit van een eigen woning sinds de jaren zeventig gestimuleerd. Maar nu is de limiet bereikt." Volgens Teller is België een schoolvoorbeeld van gespreide woonbouw.
"Na Nederland zijn we het Europese land met de sterkste gespreide bewoning. Met meer dan 46 vierkante meter zijn we het land met de grootste gemiddelde oppervlakte-opname voor wonen per persoon.” Net als Sven Damen (onderzoeker KU Leuven) is Teller van oordeel dat
Panelgesprek met Philippe Lamberts (Europees parlement), Gerald Bogaert (BVK), Yvain Stiennon (PEEB), Philippe Huyzentruyt (groep Huyzentruyt), Vincent Van Quickenborne (Kortrijk) en Louis Amory (Federatie Ontwikkelaars-Woningbouwers).
waarde en de bebouwing. In zulk model ziet hij ook plaats voor een bonus-malus voor energie-efficiëntie. Dat kan een alternatief zijn voor de huidige woonbonus (Wallonië: cheque habitat). Die drijft de woningprijzen wel omhoog, maar verandert het bouw- en koopgedrag niet.
Verlaagd btw-tarief
woonverdichting de uitstoot van broeikaskassen doet dalen omdat mensen minder met de auto zullen rijden. Dat blijkt uit de statistieken van het rijgedrag per gemeente.
Onroerende voorheffing
Sven Damen kaartte ook een ander historisch gegroeid probleem aan. "De belastbare basis voor de onroerende voorheffing beantwoordt op veel plaatsen niet meer aan de realiteit. De theoretische huurwaarde is er gebaseerd op de vroegere populariteit van de zones. Appartementen en stadskernen in het algemeen worden op die manier in vergelijking met ander vastgoed relatief zwaar belast. Dat stimuleert de woonverdichting geenszins." Maar een actualisering van de kadastrale waarde, de zogenaamde perequatie, zou duur en omslachtig zijn. Bijkomend probleem is dat die waarde zal blijven evolueren en dus permanent gecontroleerd moet worden. Damen brak een lans voor een econometrische waardering, op basis van onder meer de grond-
De verlaging van de btw op heropbouw na sloop in 32 stedelijke gebieden heeft een gunstig effect gehad op de verdichting. Dat blijkt uit een studie van Damen’s KU Leuven-collega's Erik Buyst en Geert Goeyvaerts. Het sloopvolume is er sindsdien met 21 % toegenomen. "Maar het effect op nieuwbouw is er dubbel zo groot. Dat betekent dat voor elk afgebroken gebouw er twee nieuwe in de plaats kwamen." Moet de verlaagde btw uitgebreid worden? Damen bleef voorzichtig, want de effectiviteit kan verschillen van gemeente tot gemeente. En bovendien: “Verdichting is niet in elke gemeente noodzakelijk. Misschien moeten we voorrang geven aan gemeenten met een hoge knooppuntwaarde en een veel voorzieningen." Een rechtstreekse CO2- belasting zou een zeer efficiënte manier zijn om zuinigheid te stimuleren het verplaatstingsgedrag met de wagen bij te sturen: "Op die manier betalen de grootste vervuilers ook het meest."
Panelgesprek
Slotstuk van het congres was een panelgesprek met Gerald Bogaert, Yvain Stiennon, voorzitter van de Waalse vereniging van energiespecialisten voor
gebouwen (PEEB), Europees Parlementslid Philippe Lamberts (Ecolo), burgemeester van Kortrijk Vincent Van Quickenborne (VLD), Philippe Huyzentruyt (CEO van groep Huyzentruyt) en Louis Amory (voorzitter van de Federatie Ontwikkelaars-Woningbouwers). Huyzentruyt pleitte meteen voor de uitbreiding van het verlaagde btw-tarief voor vernieuwbouw tot het hele land en tot koopwoningen. De politici spraken hem niet tegen. "De recente evolutie heeft me ervan overtuigd dat we dit moeten bekijken," aldus Lamberts. "Maar we moeten nieuwe maatregelen wel baseren op studies, zodat we zekerheid hebben dat we de beste aanpak hanteren. En het lagere tarief mag alleen gelden voor de eerste woning van de kopers." "Kortrijk is één van de 32 steden die al genieten van het 6 %-tarief," voegde Van Quickenborne eraan toe. "Maar een gemeentegrens is voor zo'n maatregel een wel erg arbitraire grens."
Betaalbaar wonen
Maar wie profiteert van die 6 %? De woningbouwer of de nieuwe eigenaar? Huyzentruyt stelde de politici gerust. "Het lagere btw-tarief mag niet dienen om onze marge te verhogen. Het moet een eigen woning weer betaalbaar maken, want die markt staat vandaag erg onder druk. Een lager btw-tarief werkt wel op een andere manier in ons voordeel, doordat er meer kopers zullen zijn en onze omzet zo stijgt." Stiennon trad hem bij. "Heel wat Walen moeten zoveel geld steken in de aankoop van een woning, dat ze er geen meer over hebben om te investeren in een energiebesparende renovatie. "En energie-ingrepen betalen zich slechts heel langzaam terug," gaf Bogaert mee. "Vandaag er grote verschillen tussen de energetische verplichtingen van bestaande gebouwen en nieuwbouw," aldus Amory. "Maar de werken hiervoor maken deel uit van de Belgische economie, terwijl het geld voor de aankoop van fossiele energiebronnen recht naar de Golfstaten stroomt."
•
april 2019 • Bouwbedrijf 41
CONTROLE
Zijn uw activiteiten in de KBO up-to-date?
BINNENKORT OOK OUDERSCHAPS VERLOF VOOR ZELFSTANDIGEN
Staan al uw activiteiten in de Kruispuntbank van Ondernemingen? Indien niet, breng dat dan in orde bij een ondernemingsloket zoals Formalis. Het is namelijk verplicht. En vergeet niet in de KBO te laten opnemen dat u de nodige bewijzen van beroepsvaardigheid hebt.
Vanaf 1 mei 2019 krijgen zelfstandigen recht op tien dagen vaderschapsverlof, op te nemen binnen de vier maanden na de geboorte. Dat staat in een wetsvoorstel dat is goedgekeurd door de commissie Economie van de federale kamer.
D
De jonge vaders krijgen een uitkering. Deze loopt op tot € 808,20 voor wie de volledige tien dagen neemt. Wie acht dagen of minder neemt, ontvangt vijftien gratis dienstencheques.
e Kruispuntbank van ondernemingen bevat een grote hoeveelheid informatie over individuele bouwbedrijven. Aannemers moeten bijvoorbeeld hun economische activiteiten in de KBO laten registreren. Dat gebeurt aan de hand van NACEBEL-codes. Voor onze sector beginnen die typisch met de cijfers 41, 42 of 43.
We raden aannemers aan om te checken of de data in de KBO nog volledig zijn. Het kan voorkomen dat een bedrijf met een nieuwe activiteit begint en dat vergeet te melden. Of het beseft niet dat de NACEBEL-code van deze activiteit nog niet in de KBO staat. Vergeet niet dat zelfs de “bouw van sierschouwen en open haarden” een eigen code heeft, namelijk 43.993.
Advies voor Vlaamse aannemers
Vlaanderen heeft de vestigingswet afgeschaft. Maar voorlopig is het verstandig om toch te handelen alsof ze ook daar nog van kracht is.
42 Bouwbedrijf • april 2019
Voor in Vlaanderen gevestigde bouwbedrijven hebben we een tweede advies: laat meteen in de KBO registreren dat u voor deze nieuwe activiteiten de nodige bewijzen van beroepsvaardigheid hebt. Dit is weliswaar niet meer verplicht in Vlaanderen, omdat daar de vestigingswet afgeschaft is. Men hoeft er voor bouwactiviteiten geen bewijzen van beroepsvaardigheid meer voor te leggen. Maar voor Vlaamse ondernemingen die in Brussel en Wallonië werken, is het voorlopig aangewezen om te doen alsof de vestigingswet ook in Vlaanderen nog bestaat. In deze twee gewesten is de vestigingswet nog altijd van kracht.
Wanneer we dit schrijven, is het voorstel nog niet goedgekeurd door het parlement. Maar minister Ducarme van Zelfstandigen maakt zich sterk dat er zich geen problemen zullen voordoen. In het recente verleden zijn nog enkele maatregelen genomen waardoor zelfstandigen werk en gezinsleven beter kunnen combineren. Zo werd het moederschapsverlof opgetrokken tot 12 weken.
Als het tot een betwisting komt over een bouwwerk in Brussel of Wallonië, is het niet uitgesloten dat de rechter in de KBO gaat controleren of de betrokken onderneming haar beroepsvaardigheden had bewezen. Dit advies is trouwens niet alleen voor nieuwe maar ook voor bestaande activiteiten nuttig. Ook al zijn deze geregistreerd in de KBO, dan nog kunnen Vlaamse ondernemingen best laten registreren dat ze de nodige bewijzen van beroepsvaardigheid hebben.
•
INFO: Formalis, het ondernemingsloket van de bouwsector helpt u met de KBO. De adressen staan op www.formalis.be.
uw springplank naar zorgeloos ondernemen
U start of heeft een bedrijf? Vertrouw dan op Formalis: • bij de afhandeling van al uw administratieve formaliteiten; • voor de inschrijving en wijzigingen in de Kruispuntbank van Ondernemingen; • voor onze expertise en kennis van het ondernemerschap.
Meer info via formalis.be
in samenwerking met
WTCB
ETICS op ETICS: een isolatie op een andere, om ze te versterken In ons land werkt men al goed vijftig jaar met een techniek die erin bestaat om een thermische isolatie aan te brengen langs de buitenkant van een gevel en deze vervolgens te bepleisteren. Dit wordt in het vakjargon aangeduid als een ‘ETICS’. De eerste ETICS waren echter redelijk dun en de verleiding is vandaag de dag groot om ze te bedekken met een nieuw, dikker ETICS om beter te beantwoorden aan de huidige energetische normen. In dit artikel gaan de WTCB-experts dieper in op een aantal punten die men in het achterhoofd moet houden bij het aanbrengen van een nieuw ETICS op een reeds geïnstalleerd systeem.
E
en isolatie langs de buitenzijde vormt als het ware een ‘mantelsysteem’. De buitenzijde van de muur wordt immers bedekt met een mantel die het gebouw in de winter isoleert tegen de koude... en in de zomer tegen de warmte. Daar waar deze isolerende mantel zowel uit esthetische als uit functionele overwegingen naakt kan blijven, moet hij, om een volledig ‘ETICS’-systeem (External Thermal Insulation Composite System) te vormen, nog afgewerkt worden met een bepleistering.
Hoe dikker de mantel, hoe liever...
Terwijl men bij de eerste ETICS vaak genoegen nam met een isolatie van amper 5 cm, treft men tegenwoordig vaak diktes tot 20 à 30 cm aan. Verder merkt men dikwijls op dat het oude isolatiemateriaal niet zozeer beschadigd, maar wel ontoereikend geworden is. Het uitzicht van de bepleistering kan dan weer te lijden hebben gehad onder de jaren... Vandaar de idee om de levensduur van het systeem te verlengen door een nieuw 44 Bouwbedrijf • april 2019
ETICS op het oude aan te brengen (afbeelding 1).
Waarom een dubbel ETICS?
De energieprestaties die vandaag vereist worden, zijn een stuk strenger geworden dan 50 jaar geleden. De warmtedoorgangscoëfficiënt U van een wand kan op zijn beurt sterk verminderd worden door het aanbrengen van een nieuwe isolatielaag op de oude, zoals blijkt uit de grafiek van afbeelding 2. Laat ons een voorbeeld nemen. Een muur die voorzien is van een ETICS met een laag minerale wol van 6 cm (MW; λ = 0,040 W/mK) levert een U-waarde van ongeveer 0,5 W/m²K op. Als men op deze muur een bijkomend ETICS aanbrengt met een 20 cm dikke laag geëxpandeerd polystyreen (EPS verrijkt met grafiet; λ = 0,032 W/mK), dan zal de U-waarde dalen tot amper 0,12 W/m²K. Deze waarde komt tegemoet aan de eis voor passiefbouw. Zelfs indien men slechts 8 cm EPS zou toevoegen, verkrijgt men reeds een U-waarde die lager is
Afb. 1
De nieuwe isolatie is veel dikker dan de oude.
dan de 0,24 W/m²K die geëist wordt voor nieuwbouw.
Niet beknibbelen op de tweede laag!
Om inwendige condensatie te vermijden, moet de nieuwe isolatielaag minstens 1,5 maal dikker zijn dan de bestaande isolatielaag. Indien men deze vuistregel hanteert, zal het risico op inwendige condensatie zo goed als
Afb. 2
Invloed van een bijkomend ETICS op de warmtedoorgangscoëfficiënt U van een wand.
Afb. 3
Geometrische gegevens van schotelpluggen.
keringstype moet gekozen worden in functie van de aanwezige draagstructuur (beton, holle of volle baksteen...). Het ETICS kan ook uitsluitend door verlijming bevestigd worden. Deze oplossing is echter niet ideaal en als men ze weerhoudt, moeten er een aantal bijkomende maatregelen getroffen worden, zoals een nog betere herstelling van de minder goed hechtende of beschadigde zones. Men dient in voorkomend geval ook te verifiëren of het bestaande ETICS goed aan de draagmuur hecht en of de tweede laag voldoende aan de eerste hecht. Ten slotte dient men nog na te gaan of het bestaande afwerkpleister verenigbaar is met de lijm van het nieuwe ETICS.
Andere aandachtspunten
onbestaande zijn, tenzij men te maken heeft met een zeer vochtige binnenklimaatklasse (bv. een zwembad). In dat geval zal men een doorgedreven studie van de volledige wandopbouw moeten uitvoeren. De ‘ETICS op ETICS’-techniek is milieuvriendelijk, aangezien ze toelaat om het bestaande systeem te behouden. Ze biedt het dubbele voordeel dat er geen afval geproduceerd of behandeld moet worden (wat wel het geval zou zijn indien men de eerste laag zou verwijderen), terwijl de energieprestaties van het gebouw sterk verbeteren.
Aandacht voor de kwaliteit van de ondergrond
Het nieuwe ETICS moet op een gezonde ondergrond aangebracht worden. Alvorens te starten met de renovatie, dient men het reeds aanwezige systeem te onderzoeken. Indien er bijvoorbeeld vochtinfiltraties of scheuren aanwezig zijn, die doorlopen tot in de draagstructuur, dan dient men eerst de oorzaken hiervan te achterhalen en op te lossen. Oppervlakkige scheurtjes
in het eerste ETICS zijn daarentegen niet belangrijk. Maar als de isolatie van het eerste ETICS op bepaalde plaatsen vochtig is, strekt het tot aanbeveling om ze in de desbetreffende zones te vervangen. Ook weinig hechtende pleisterdelen moeten weggenomen worden. En als het eerste ETICS vervuild is (bv. door algen of door mos), zou men moeten overgaan tot een voorafgaandelijke reiniging.
Nood aan een correcte bevestiging
Volgens het WTCB geniet het de voorkeur om het nieuwe ETICS in de dragende ondergrond te verankeren door middel van een mechanische bevestiging met schotelpluggen, aangevuld met een verlijming over minstens 40 % van het oppervlak (zie afbeelding 3). De lijm heeft doorgaans enkel tot doel om de nieuwe isolatie voorlopig op haar plaats te houden tot de mechanische bevestigingen aangebracht zijn. Deze bevestigingen kunnen de isolatie vervolgens stevig ter plaatse houden, ongeacht het gewicht ervan of de aangrijpende windbelastingen. Het veran-
Indien men een nieuw ETICS op een bestaand ETICS aanbrengt, wordt er een overdikte gecreëerd. Dit impliceert dat bepaalde elementen, zoals de vensterdorpels, de muurafdekkingen, de bevestigingen voor de regenafvoer en de lichtarmaturen, vervangen en/of verplaatst moeten worden. De bouwknopen moeten zodanig ontworpen en uitgevoerd worden, dat ze in de mate van het mogelijke in overeenstemming zijn met de voorschriften uit de EPBregelgeving. De regels der kunst voor de plaatsing van een ETICS (een eerste of een tweede) zijn overigens opgenomen in de Technische Voorlichting nr. 257 van het WTCB.
•
REFERENTIES: Vrije samenvatting van een artikel uit WTCBContact 2017/3, van de hand van de ingenieurs I.Dirkx en S. Korte, respectievelijk projectleider bij het laboratorium Ruwbouw- en afwerkingsmaterialen en adviseur bij de afdeling Technisch advies. Enkel de originele tekst, die geraadpleegd kan worden via de website www.wtcb.be, geldt als referentie. Dit artikel werd opgesteld met de medewerking van het WTCB, in het kader van het traject ETICSIV ‘Doorgedreven implementatie van innovaties binnen ETICS met harde bekledingen’.
april 2019 • Bouwbedrijf 45
WTCB
Een borstwering dimensioneren opdat ze 100 % veilig zou zijn De Technische Comités Schrijnwerken en Glaswerken van het WTCB hebben zich recentelijk gebogen over de kwestie van borstweringen, die gedurende hun gebruiksperiode weerstand moeten kunnen bieden aan alle mogelijke schokken en/of drukken. Het strekt tot aanbeveling om de sterkte van een borstwering niet louter te beoordelen onder ‘dynamische’ belastingen (d.w.z. de harde of zachte schokken die er occasioneel op kunnen aangrijpen), maar ook onder de ‘statische’ drukken die er punctueel en/of permanent op uitgeoefend kunnen worden.
D
e schokproeven zijn een dynamisch element dat prioritair beoordeeld moet worden voor de correcte dimensionering van een borstwering. Maar daarmee is de kous niet af. Men dient eveneens rekening te houden met de ‘statische’ belastingen, d.w.z. het eigengewicht van de borstwering, de gebruiksbelastingen en de windbelastingen die aangrijpen op de borstwering.
Dynamische belastingen
Om dit type occasionele belastingen – met name de harde en de zachte schokken – te beoordelen, dient men over te gaan tot proeven. Hierbij wordt er een impact uitgeoefend op de borstwering, waarna geverifieerd wordt of ze weerstand geboden heeft tegen de schok en het schoklichaam tegengehouden heeft. De zachteschokproef simuleert de impact van een of meerdere personen die bruusk tegen de balustrade zouden leunen of stoten en dit, op om het even welk punt van haar oppervlak. De hardeschokproef bootst op haar beurt de impact na van een hard lichaam op een vulelement van de borstwering. De harde en de zachte schokken moeten tijdens de proef uitgeoefend worden op de plaatsen die verondersteld worden over de geringste weerstand te beschikken, zoals het midden van het vulelement. Andere impactgevoelige plaatsen 46 Bouwbedrijf • april 2019
bevinden zich ter hoogte van de stijl, in de nabijheid van de verbindingen, of nog, in een van de bovenhoeken bij borstweringen uit ingeklemd glas. De zachteschokproeven worden uitgevoerd met een dubbele band van vijftig kilogram die vanop een welbepaalde valhoogte ‘h’ losgelaten wordt. Deze hoogte stemt overeen met het verticale verschil tussen het punt vanwaar men de slinger loslaat en het punt waar de dubbele band aangrijpt op de borstwering (zie afbeelding 2). Voor residentiële gebouwen gaat het om een hoogte van 30 cm, voor kantoorgebouwen om een hoogte van 45 cm en voor handelspanden of plaatsen waar veel mensen samenkomen om een hoogte van 70 cm. De hardeschokproeven worden uitgevoerd met een stalen knikker van een halve kilo en een diameter van 5 cm. De valhoogte bedraagt in dit geval echter steeds 75 cm en dit, ongeacht de gebruikscategorie van het gebouw. We willen er niettemin op wijzen dat de hardeschokproeven niet van toepassing zijn op glas. De borstwering moet bovendien veilig blijven, ook nadat er een accidentele impact op aangegrepen heeft. De bescherming zal misschien niet helemaal dezelfde zijn als vóór de schok, maar moet wel toereikend blijven. De periode die voorafgaat aan een eventuele herstelling moet een periode zonder risico’s
Afb. 1
Hoe dient men een borstwering te dimensioneren om de veiligheid van personen te waarborgen ? (© foto: N. Oldenhove)
blijven! Zelfs wanneer ze beschadigd is, moet de borstwering bescherming bieden tegen het risico op vallen...
Statische belastingen
De impact van de statische belastingen op een borstwering kan berekend worden of fysisch getest worden teneinde een model te kunnen kiezen dat over de nodige karakteristieken en de gewenste afmetingen beschikt om hieraan weerstand te kunnen bieden. Wanneer de berekening te moeilijk is of de hiermee bekomen resultaten
Afb. 3
De hardeschokproeven zijn niet van toepassing op glas!
Afb. 2
Principe van de proef onder een dynamische belasting (h: valhoogte; d: diameter).
niet beantwoorden aan de criteria uit de norm NBN B 03-004, moet men teruggrijpen naar proeven in het laboratorium of ter plaatse. De norm definieert de belastingen in functie van de gebouwcategorieën: A (residentieel), B (kantoorgebouwen), C (gebouwen die bestemd zijn om publiek te ontvangen) en D (handelspanden). Ze houdt ook rekening met de belastingscom binaties en de partiële veiligheidscoëfficiënten die toegepast moeten worden al naar gelang het gaat om verankeringen, stijlen, constructieve beglazingen of vulelementen. Indien de dimensionering door proeven gebeurt, moet men de belastingen die in aanmerking te nemen zijn bij de dimensionering door berekeningen, verhogen met 10 %. Ongeacht of de dimensionering door berekeningen of proeven gebeurt, moet men kunnen verzekeren dat de borstwering niet te veel vervormt onder de
gebruiksbelastingen (men spreekt hier van de bruikbaarheidsgrenstoestanden) en dat zij haar functie als bescherming tegen het vallen in de diepte blijft uitoefenen, zelfs wanneer ze onherstelbare schade geleden heeft (men heeft het dan over de uiterste grenstoestanden). De verschillende statische belastingen die bij normaal gebruik op de borstwering kunnen inwerken, worden hieronder opgesomd. Naargelang van de situatie moeten deze belastingen gecombineerd worden om rekening te houden met het feit dat ze tegelijkertijd kunnen optreden. Men onderscheidt de belastingen ten gevolge van het eigengewicht van de balustrade en de gebruiksbelastingen (bv. personen die tegen de borstwering aanleunen). Men kan de volgende gebruiksbelastingen in beschouwing nemen: • drie horizontale belastingen die afhankelijk zijn van de gebruikscategorie van de ruimten, afzonderlijk in rekening genomen moeten worden en in de valrichting toegepast moeten worden: 1. een lineaire kracht (qk,h) 2. een geconcentreerde kracht (Qk,h1) 3. een geconcentreerde kracht die op de meest ongunstige plaats onder de beschermingshoogte aangrijpt (Qk,h2) • een horizontale belasting van 0,5 kN/m die in de omgekeerde valrichting toegepast moet worden indien deze kritischer is dan de drie voormelde belastingen
• een verticale belasting (Qk,v) van 1 kN die toegepast moet worden op de handgreep of de meest ongunstige plaats. Bij glazen borstweringen moet deze belasting enkel in rekening genomen worden wanneer ze voorzien zijn van een op het glas bevestigde gedecentreerde regel. Dan zijn er ook nog de windbelastingen (lineaire horizontale belastingen qk,h). Deze zijn afhankelijk van verschillende parameters die vermeld worden in de Eurocode ‘Wind’ en zijn nationale bijlage. Deze belastingen worden vaak overschat en het WTCB voert momenteel een onderzoek om te bepalen in welke situaties men realis tischere belastingen in aanmerking zou kunnen nemen. Voormelde norm definieert bovendien een aantal veiligheids- en gebruiksgeschiktheidscriteria voor de beoordeling (door berekening of door proeven) van borstweringen met stijlen, zonder stijlen en uit ingeklemd glas. De beoordeling kan gebeuren aan de hand van drie opeenvolgende proeven. Indien de derde proef geen uitsluitsel biedt, moet men ervan uitgaan dat de borstwering niet aan de kwaliteitseisen voldoet.
•
REFERENTIES: Vrije samenvatting van een artikel uit WTCB-Contact 2018/4 (vrij consulteerbaar op www.wtcb.be). Enkel het originele artikel, van de hand van ingenieur V. Detremmerie, hoofd van het laboratorium ‘Dak- en gevelelementen’van het WTCB, mag als referentie gebruikt worden.
april 2019 • Bouwbedrijf 47
PIONIER AAN HET WOORD
Hoe diep moet een bouwbedrijf gaan in digitalisering? H.P. Linden (Sankt-Vith) is één van de Belgische pioniers in computerisering en digitalisering van bouwbedrijven. Het woningbouwbedrijf werkt onder meer met een gepersonaliseerde versie van ontwerpprogramma Revit, maar ontwikkelde ook eigen, op een bouwbedrijf georiënteerde ERP-software. Die vermarkt het onder de merknaam Hit-Office.
T
oen huidig bedrijfsleider Udo Linden in het midden van de jaren zeventig zijn ingenieursstudies aanvatte stond het algemeen computergebruik zelfs aan de universiteiten nog in zijn kinderschoenen. "Ik was opgegroeid in een traditioneel familiaal bouwbedrijf, zodat de richting bouwkunde voor de hand lag," blikt hij terug. "Bovendien ligt Sankt-Vith in een erg landelijke omgeving, zodat we niet altijd even snel op de hoogte waren van de recentste ontwikkelingen." Zonder zijn familiale professionele achtergrond had Udo ongetwijfeld voor elektromechanica gekozen. "Want daar lag mijn hart en zag ik boeiende nieuwe ontwikkelingen, zoals prefab. En ook in de informatica."
Systeembouw met Pamaflex.
Aken
"Na mijn middelbare studies ging ik naar de universiteit. Ik koos voor Aken omdat daar elke student, vanaf zijn eerste studiedag, het recht had om gebruik te maken van het grote rekencentrum. Maar vergis je niet, de toenmalige computers waren forse apparaten, die hun input moesten krijgen via ponskaarten. Een schijf met een opslagcapaciteit van slechts 100 MB was toen zo groot als een wasmachine." Maar het Akense rekencentrum was toch een paradijs voor Linden. "Ik heb er vele nachten doorgebracht. Het is daar dat ik de eerste kleine technische en beheerprogramma's voor ons bedrijf schreef." "Tijdens mijn eerste jaar aan de universiteit had ons familiebedrijf een mooi contract in de wacht gesleept om een sportcentrum te bouwen. Dat was voor ons een groot project. We moesten onder meer maandelijkse vorderingsstaten opstellen, op twaalf exemplaren. Om dit aan te kunnen moesten we ofwel een extra administratieve kracht aanwerken voor al het tikwerk ofwel een computer kopen. We hebben toen ongeveer 48 Bouwbedrijf • april 2019
Op de werf gaat alles erg snel vooruit.
Udo Linden (links) bestudeert samen met een medewerker een BIM.
1,2 miljoen Belgische frank (dat zou toen zijn neergekomen op € 30 000) geïnvesteerd in een computer. Ik heb toen zelf de nodige programma's geschreven, zodat we alles in eigen huis konden houden."
Uitrol over heel Wallonië
Op zeker ogenblik leerde een bouwadviseur de software van Linden kennen en adviseerde hij andere bouwondernemingen om dezelfde weg in te slaan. "Zo ontstond er vraag. Daarom hebben we onze huissoftware een professionele upgrade gegeven en ze op de markt gebracht als het ERP-pakket (Enterprise Resource Planning) Hit-Office. Dat gebeurt nu via een afzonderlijke Luxemburgse onderneming, Ficos. Vandaag gebruiken zowat 1 500 ondernemingen dit pakket voor hun administratief bedrijfsbeheer, van offerte tot factuur." Op basis van een gepersonaliseerde versie van het externe pakket Revit ontwikkelde H.P. Linden het bouwsysteem Pamaflex. Dat bestaat uit betonnen prefab wand- en dakelementen met een isolatielaag in polyurethaan, geschikt voor combinatie met alle mogelijke types gevel- en dakbekleding. "Informatisering van je productieprocessen betekent dat fouten zich alleen in de beginfase kunnen voordoen en zich niet meer kunnen accumuleren in volgende fasen. Wanneer je een fout merkt, volstaat het die in de basisgegevens te corrigeren. De kosten van de correctie kunnen zo ook beperkt blijven. Het legt wel meer druk op de designers. Als die bijvoorbeeld een stopcontact vergeten in te tekenen, brengen onze bekistingsmachines hiervoor ook geen uitsparing aan in de prefab elementen." Tegelijk blijft Linden zelf in de eerste plaats erg individuele woningen bouwen. Dat maakt Udo Linden goed geplaatst om in te schatten waar digitalisering noodzakelijk is en waar het zijn beperkingen kent. "Digitalisering is veel meer dan met een computer werken. Een factuur opstellen in pdf-formaat en ze via e-mail verzenden… dat beschouw ik als vanzelfsprekend voor eender welk hedendaags bedrijf, maar ik zou dit nooit als digitalisering definiëren."
Schaalgrootte speelt mee
Linden onderscheidt digitalisering op twee niveaus. "Administratie en productie. Een ERP-pakket is voor nagenoeg elke
onderneming zinvol. Alleen sommige van de allerkleinste, artisanale bedrijfjes kunnen het misschien missen. De bedrijfsleider heeft alle informatie in zijn hoofd zitten en een familielid doet mee het papierwerk. Natuurlijk is er dan een probleem wanneer deze hoofdpersoon ziek is, maar wanneer hij er niet is valt ook het niet-papierwerk stil." Voor de digitalisering van design –via BIM of met andere designgerichte software– en productie ziet Linden meer nuance. "Voor systeembouwers en aannemers die meewerken aan grote projecten wordt het onmisbaar. Sommige overheden leggen in hun aanbestedingen BIM al op. Maar voor bouwondernemingen die alleen kleine werken uitvoeren of individueel ontwerpen huizen bouwen weegt het nut niet op tegen de investering. Om alle individuele parameters in een designprogramma in te voeren en het ontwerp digitaal op punt te stellen heeft zelfs een geroutineerde tekenaar gemakkelijk een volle maand nodig. Voor een systeembouwer liggen die zaken anders. Zodra er één woning is uitgewerkt kan hij voor de volgende wanden naar keuze ramen en wanden verschuiven, het hele ontwerp spiegelen en dies meer. Wanneer de productiemachines al vanaf de ontwerpen worden aangestuurd, komen BIM en/of andere vormen van digitalisatie tot hun volle nut. Het maakt productiefouten na de ontwerpfase erg onwaarschijnlijk."
Geen papierloos kantoor
Linden verwacht niet dat de oprukkende digitalisering in de bouw tot een 'papierloos' kantoor zal leiden. "Zoals jullie journalisten nog altijd schriftelijk quotes opnemen. Dikwijls is het veel sneller om een krabbel te zetten op een uitgeprint plan dan om dat hele plan via Cad (computer aided design) bij te werken. En het is dikwijls ook handiger om zo'n document per fax of via whatsapp te versturen. Daarom is de telefax in onze sector nog erg aanwezig. Voor een arbeider op de bouwplaats is het overigens veel gemakkelijker met een breed, papieren plan te werken, dan zijn werkhandschoenen uit te spelen en op een laptop of tablet een digitaal plan op te voeren en ermee te schuiven of te zoomen."
Toekomst
De digitale toekomst heeft volgens Udo Linden een gediversifieerd en geïndividualiseerd karakter. "In dat kader zijn we nu bezig met het doorontwikkelen van Hit-Office naar een cloud-versie. Voor de meeste gebruikers en potentiële gebruikers zal dit de aankoopkosten verminderen of de financiële drempel verkleinen. Want net door het cloud-karakter hoeven ze niet het hele pakket te nemen of te laten, maar kunnen ze zich –tegen een lagere kost– op alleen die onderdelen abonneren die ze op dat moment nodig hebben. Dit kan heel wat kleine bedrijven over de drempel trekken.”
•
www.linden.be
april 2019 • Bouwbedrijf 49
LEDENKORTINGEN APRIL
Altijd het grootste voordeel bij DreamLand en Dreambaby met uw Businesskaart!
In dit magazine vindt u uw nieuwe Businesskaart. Met uw Businesskaart geniet u op elk moment het grootste voordeel in alle winkels van DreamLand en Dreambaby. Gebruik voor uw professionele aankopen altijd uw Businesskaart, zo bent u zeker dat u op elk moment het voordeligste tarief geniet.
Welke voordelen?
Met uw Businesskaart geniet u het hele jaar door van deze professionele voordelen:
• 10 % bij Dreambaby* • 7 % op school- en kantoorbenodigdheden bij DreamLand • 5 % op een ruim assortiment van DreamLand* Naast uw professionele voordelen worden ook de meeste winkelacties automatisch op uw Businesskaart opgeladen. U vindt een volledig overzicht van de acties op businesskaart.be.
Loopt er gelijktijdig een actie op hetzelfde assortiment? Dan wordt met de Businesskaart altijd het grootste voordeel in rekening gebracht. U ontvangt uw korting zodra u uw kaart aan de kassa toont. De Businesskaart is niet geldig op online bestellingen bij DreamLand, Dreambaby of ColliShop.
Surf snel naar businesskaart.be voor meer informatie over de werking van de Businesskaart en ontdek al de lopende acties! U kan u ook inschrijven op de nieuwsbrief zodat u op de hoogte blijft van alle lopende acties en voordelen van de Businesskaart! Uw nieuwe Businesskaart niet ontvangen? Vraag ze dan nu aan bij de Confederatie Bouw via bestellingen@confederatiebouw.be
*De voorwaarden vindt u terug op www.businesskaart.be
50 Bouwbedrijf • april 2019
DIGITAL CONSTRUCTION BRUSSELS 2019
Een must voor iedere bouwprofessional! Na de succesvolle tweede editie van oktober 2018, slaan de Confederatie Bouw en het WTCB opnieuw de handen in elkaar voor de derde editie van Digital Construction Brussels. Deze beurs over digitalisering in bouwbedrijven vindt plaats op 23 en 24 oktober 2019 in Tour & Taxis in Brussel.
ZILVEREN PARTNER Het Opzoekingscentrum van de Wegenbouw (OCW) was er als eerste bij om een Silver Partnership aan te gaan met Digital Construction Brussels, waardoor deze belangrijke instelling extra aandacht zal krijgen in de communicatie van de beurs.
52 Bouwbedrijf • april 2019
D
e Confederatie en het WTCB zijn zich ervan bewust dat onze sector de digitalisering niet kan negeren. Maar uw beroepsfederatie wil dat u de juiste keuzes kunt maken voor uw onderneming. Daarom werd in 2017 voor de eerste keer Digital Construction Brussels georganiseerd, een unieke beurs waarin de noden en vragen van de bouwbedrijven centraal staan. Ook dit jaar zal er DCB er voor elk wat wils zijn. Beginner of gevorderde,
groot of klein: u vindt er iets. Het aanbod is enorm: tools om uw beheer te digitaliseren, software voor de planning en opvolging van opdrachten, BIM, 3D printing, robotisering, drones, ERP, aanwezigheidsregistratie, e-facturatie, track&trace ...
Met dank aan de exposanten!
Dit evenement zou onmogelijk zijn zonder de talrijke exposanten. We appreciëren ook dit jaar hun massale aanwezigheid.
Digital Construction Brussels gaat verder dan een klassieke beurs. Naast de standen van de exposanten, kunt u deelnemen aan seminaries en infosessies, of een bezoek brengen aan de demonstratiezones. Dit jaar gaan we met Digital Construction ook de internationale toer op tijdens ons tweedaagse Internationaal symposium over BIM. Verder kunt u deelnemen aan workshops, waarop u zelf aan de slag kunt gaan met verschillende technologieën.
april 2019 • Bouwbedrijf 53
MARKANT
Claude Van Rooten
Het OCW nam afscheid van zijn directeur Op 28 februari 2019 vierde het Opzoekingscentrum van de Wegenbouw (OCW) officieel het afscheid van Claude Van Rooten. Hij stond 18 jaar aan het hoofd van de instelling. 200 personen waren in februari naar Wolubilis in Brussel gekomen ter ere van de lange en rijk gevulde carrière van Claude Van Rooten. Tijdens een geanimeerde en muzikale academische sessie werden de diverse facetten van Claude Van Rooten belicht door verschillende sprekers die tijdens zijn carrière zijn pad kruisten. Hij is al sinds 1976 actief in de wereld van de bouw en sinds 2000 bij het OCW. Vanaf 2006 droeg hij zijn kennis en ervaring ook over als lector aan de ULB. Sinds 2017 is hij voorzitter van de Wereldwegenvereniging PIARC en in die functie zal hij de Belgische driekleur ook nu nog verder blijven vertegenwoordigen. Het OCW dankt hem van harte voor alles wat hij voor de wegensector
gedurende al die jaren betekend heeft en wenst hem toe dat hij nieuwe uit-
Gemiddeld was het orderboek van de aannemers voor 6,04 maanden gevuld in de periode van december 2018 tot februari 2019. Dat is een vermindering van 1 % vergeleken met het gemiddelde van de drie voorgaande maanden. Toen stond er nog 6,10 maanden in het orderboek. Toch blijft 6,04 maanden relatief veel. Kijken we naar de deelsectoren, dan ging het orderboek van de burgerlijke bouwkunde er met 0,6 % op vooruit. Deze deelsector mocht rekenen op 8,8 maanden activiteitsduur. De afwerking klokte af op 3,3 maanden activiteitsduur, een stijging met 1,3 %. De globale daling was dus te wijten aan de ruwbouw en de installaties. De eerste sector ging 1,2 % achteruit en had nog 6,9 maanden activiteitsduur. De sector installaties incasseerden een daling van 4,4 %, wat resulteerde in 4,9 maanden activiteitsduur.
54 Bouwbedrijf • april 2019
maanden
6
dagingen blijft vinden, zoals hij altijd gedaan heeft.
Zondag 19 mei 2019
een initiatief van
SCHRIJF IN Bedrijven én w erven vóór
22 maart 201 9 o p e nw e r ve n d a g. b e
Heating systems with a future
Logamax Plus GB192iT Logamax Plus GBH192iT
Een optimaal woonklimaat in elke betekenis van het woord. Luxe-appartementencomplex La Rive / La Réserve II in Knokke. De La Rive luxe-appartementen in Knokke vroegen om een verwarmingsoplossing die aan heel wat criteria moet beantwoorden. De bergingen zijn klein en dus moest er uitgekeken worden naar een kant-en-klare oplossing in een compacte, allesomvattende opstelling. Bovendien moest die er ook nog eens mooi en modern uitzien. Daarnaast was er door de vele badkamers en de ruimbemeten sanitaire toestellen een maximaal sanitair warmwatervermogen nodig.
Het resultaat Systeem op maat voor de klant Condensatie gaswandketels met hoog rendement en laag energieverbruik Verwarmingsondersteuning op maat via Logasol SKN 4.0 zonnecollectoren Extra warmwaterboost dankzij stratificatieboiler Blijvende technische ondersteuning door Buderus Service
www.buderus.be
Voordelen in één oogopslag Compacte uitvoering in een uniek design Ingebouwde pompgroepen Efficiënt door groot modulatiebereik en modulerende cv-pomp Compatibele aansluitingen voor snelle montage Makkelijk onderhoud: alle componenten zijn via de voorzijde bereikbaar