Bouwbedrijf
maandblad van en voor de aannemer • uitgave van de Confederatie Bouw • Lombardstraat 34 - 42 • 1000 Brussel
JUNI 2018 AFGIFTEKANTOOR GENT X – €6
FLEXIBILITEIT
Focus op 10 uren per dag
ASBEST
Vlaamse dakdekkers vragen meer houvast en bescherming
BAROMETER VBA
Markt trekt aan maar zorgen om tekort aan geschoold personeel
DOSSIER
Overheidsinvesteringen: stand van zaken en perspectieven
/confederatie.bouw @Confedbouw
www .confederatiebouw.be
Confederatie Bouw - Confédération Construction
Een goede reputatie bouw je samen met de nieuwe Ford Transit Custom.
Ontdek de nieuwe Ford Transit Custom Een goede indruk maak je van bij het begin. En met de nieuwe Ford Transit Custom is het meteen raak! Zijn vernieuwd uiterlijk en interieur, zijn complete standaarduitrusting en de introductie van nieuwe technologieĂŤn op vlak van veiligheid en connectiviteit leggen de lat nog hoger. Ontdek hoe de nieuwe Ford Transit Custom mee bouwt aan uw goede reputatie.
6,2-7,2 L/100 KM.
161-187 G/KM CO2. (NEDC)
Verbruik en uitstoot geldig voor de uitvoering met banden zoals beschreven in de standaarduitrusting. Optionele banden kunnen een andere CO2-uitstoot en verbruik tot gevolg hebben. Contacteer uw Ford-verdeler Geef voorrang aan veiligheid. Milieu-informatie [KB 19/03/2004]: www.nl.ford.be/milieu. ford.be voor meer informatie of raadpleeg www.nl.ford.be.
EDITO
Drie jaar voor een beleid ten dienste van de ondernemingen
B
ven.
"We moeten werken aan het imago van de sector en de sociale verantwoordelijkheid van onze bedrijven"
ijna een jaar na de voorstelling van mijn actieprogramma aan de Nationale Raad van juni 2017 lijkt het me nuttig enkele bedenkingen te delen over de voortgang van de prioriteiten die ik in dit programma naar voor had gescho-
Dankzij de steun van alle collega-mandatarissen in onze organisatie, die eveneens hun schouders hebben gezet onder deze prioriteiten –waarvoor ik hen hartelijk dank– ben ik er samen met de diensten van de Confederatie in geslaagd om verschillende projecten op te starten voor de uitwerking van dit programma. Het Bouwforum in februari en het jaarverslag van de Confederatie, dat we over enkele dagen voorstellen, zijn allebei gewijd aan veiligheid op het werk. Allebei bieden ze ook een overzicht van de basisvoorwaarden voor de communicatie- en sensibiliseringsacties die tijdens de zomer van start zullen gaan, om een van de grote doelstellingen van mijn voorzitterschap te verwezenlijken: de vermindering met de helft van het huidig aantal arbeidsongevallen in de bouw tegen 2020. De begeleiding van de digitalisatie van de sector is een andere prioriteit in het actieprogramma. Een interne werkgroep is volop bezig met de voorbereiding van het strategisch plan hiervoor. In augustus leggen we het ter advies voor aan de ondernemers en in de herfst wordt het voorgesteld aan de raad van bestuur. De heropleving van de overheidsinvesteringen en de ondersteuning van privéinvesteringen, meer bepaald die van de huishoudens, vormen een derde voor onze sector cruciaal actieterrein. Dit thema bekleedt een centrale plaats in de memoranda waarmee de Confederatie zich einde dit jaar zal richten tot de politieke partijen, met het oog op de federale en gewestelijke verkiezingen van 2019. De strijd tegen oneerlijke concurrentie en de sanering van de arbeidsmarkt zijn geen nieuwe domeinen voor acties vanuit de beroepswereld. Ik wil ze echter opnieuw opnemen en onze bestaande initiatieven terzake een nieuwe impuls geven. Ons doel hier is er een op lange termijn. Het komt erop aan ons concurrentievermogen te herstellen, de lokale tewerkstelling een nieuwe dynamiek te geven en te zorgen voor meer goesting in werken in de bouw. In het verlengde hiervan moeten we ook werk maken van het imago van de sector en de sociale verantwoordelijkheid van de bedrijven. Dit is een echte uitdaging, maar er liggen veel kansen voor het grijpen, in de eerste plaats voor de waardering van de bouwberoepen en de aantrekkingskracht van de bouw op jongeren. Tegen 2020 brengen we het hervormingsplan voor onze eigen organisatie in de praktijk. Met ons allen streven we er van harte naar om via de aanpassing van onze structuren, onze Confederatie nog slagvaardiger te maken en meer verbondenheid, innovatie en flexibiliteit uit te stralen.
Paul Depreter Voorzitter juni 2018 • Bouwbedrijf 3
INHOUD
19 Overheidsinvesteringen: toestand en perspectieven
Al jaar en dag mangelt het België aan overheidsinvesteringen. Dit dossier toont de balans en analyseert de verschillende regionale en federale programma's.
12 Flexibiliteitsregeling Voor bouwbedrijven is flexibiliteit vaak van levensbelang. De sociale partners hebben hiervoor verschillende mogelijke oplossingen op punt gesteld. In dit artikel belichten we het stelsel van de 10 uren-werkdag.
4 Bouwbedrijf • juni 2018
32 Asbestproblematiek De Vlaamse dakdekkers worden steeds meer geconfronteerd met de problemen die gepaard gaan met de verwijdering van asbest. Ze zoeken hiervoor oplossingen. In april vond in Geel hierover een seminarie plaats.
48 Ferme d’Omalius
De voorbije jaren zijn de inspanningen voor het behoud van het bouwkundig erfgoed opmerkelijk toegenomen. Maar wat doen we daarna met dit historisch patrimonium? Er bestaat geen eenduidig antwoord op deze vraag. Wat Thomas & Piron Bâtiment deed met de eeuwenoude Ferme d'Omalius in Anthisnes (Luik) kan alvast anderen inspireren.
Bouwbedrijf
maandblad van en voor de aannemer • uitgave van de Confederatie Bouw • Lombardstraat 34 - 42 • 1000 Brussel
BOUWBELANGEN
JUNI 2018 AFGIFTEKANTOOR GENT X – €6
10 Fiscaliteit BTW op verhuurde gebouwen wordt mogelijk. 14 Nieuwe technologie Bedrijfswereld ijvert voor betere drone-regelgeving. 15 Loon Uitbetaling vakantiegeld 2018: gebruiksaanwijzing. 16 Aanwerving van
FLEXIBILITEIT
Focus op 10 uren per dag
ASBEST
Vlaamse dakdekkers vragen meer houvast en bescherming
BAROMETER VBA Markt trekt aan maar zorgen om tekort aan geschoold personeel
DOSSIER
Overheidsinvesteringen: stand van zaken en perspectieven
jobstudenten /confederatie.bouw @Confedbouw
Vragen en antwoorden.
www .confederatiebouw.be
Confederatie Bouw - Confédération Construction
3 Edito Drie jaar voor een professioneel beleid ten dienste van de ondernemingen. 6 Event Twaalfde Open Wervendag trekt 83 000 bezoekers. 9 Regionaal standpunt Vlamingen doen al langer wat Nederlanders uitdenken.
CONTACTEN Bouwbedrijf is het maandblad van de vzw Confederatie Bouw, Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Verantwoordelijke uitgever: Filip Coveliers, Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Afgiftekantoor: Gent X Redactie: Peter Graller, Marc Guéret, Marc De Wilde, Koen Mortelmans en Ad van Poppel tel. 02 545 57 30 – fax 02 545 59 02 peter.graller@confederatiebouw.be Vormgeving: Nikka Cuypers nikka.cuypers@confederatiebouw.be Abder-Razzaaq Boujdaini abder-razzaaq.boujdaini@cnc.be
DOSSIER
19 Inleiding Overheidsinvesteringen: toestand en perspectieven. 20 Context België: de slechte leerling van de eurozone. 22 Vlaanderen Recordbedrag voor veiliger verkeer. 24 Brussel Brussel verandert langzaam maar zeker. 26 Wallonië Waals investeringsplan: 5 miljard euro in vijf jaar. 28 Infrabel Uitbreiding van het spoorwegnet en heropstart Gen. 29 Workshop Centrale Raad voor het Bedrijfsleven geeft aanbevelingen rond nationaal pact.
Franstalige uitgave: Construction Druk: Graphius Reacties - vragen: communicatie@confederatiebouw.be Met de medewerking van: • de studiediensten van de Confederatie Bouw Morgane Halleux, tel.02 545 56 33 - fax 02 545 59 09 morgane.halleux@confederatiebouw.be • Vlaamse Confederatie Bouw Johan Walewijns, tel. 02 545 57 49 - fax 02 545 59 07 johan.walewijns@confederatiebouw.be • Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad Morgane Cendoya, tel. 02 545 58 29 - fax 02 545 59 06 morgane.cendoya@confederatiebouw.be • Confédération Construction Wallonne Catherine Houtart tel. 02 545 56 68 - fax 02 545 59 05
SECTOR & BEROEPEN
32 Asbestproblematiek Vraag naar meer houvast en bescherming. 34 Vlaamse energiepremies aanvragen
Dat kan digitaal. 36 Bouwradar Communicatie is één van de sleutels tot succes. 38 Hackathon 48 uur open innovatie. 40 VBA Aannemers zoeken geschoolde arbeidskrachten. 41 Kilometerheffing Vooral betaald door buitenlandse transportbedrijven. 42 FABA Maatschappelijke kost van sociale dumping. 44 WTCB De nieuwe TV 264: Referentiedetails voor spouwmuren.
PROJECTEN & BEDRIJVEN
50 Ledenvoordelen 52 Bouwmarkt • Deceuninck • Matexpo • Flir 54 Markant • Kumpen/Willemen • VCB-studiedag • Maandcijfer
catherine.houtart@confederatiebouw.be Abonnementen: Claude Bernaerts, tel. 02 545 56 88 - fax 02 545 59 00 claude.bernaerts@confederatiebouw.be Reclame: Kristel Dekempeneer, tel. 02 545 56 99 - fax 02 545 59 08, kristel.dekempeneer@confederatiebouw.be of kde@confederatiebouw.be. Prijs jaarabonnement Leden van de Confederatie Bouw: begrepen in het lidgeld Niet-leden: € 137,80 (incl. BTW en portkosten) / buitenland: € 300 (incl. BTW en portkosten)
Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers De vzw Confederatie Bouw wil met deze publicatie gepaste, betrouwbare, volledige en exacte informatie brengen. Ze kan echter niet aansprakelijk worden gesteld indien ze hierin tekortschiet. Alle elementen van deze publicatie zijn beschermd door het auteursrecht van de vzw Confederatie Bouw. Overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk, is slechts toegelaten mits voorafgaande toestemming en uitdrukkelijke vermelding van de bron.
Vanaf nu wordt B ouwbedrijf gedrukt op papier geproduceerd met hout uit duurzaam beheerde bossen. Deduurzaamheid wordt gegarandeerd door de internationale organisatie Forest Stewardship Council (FSC), die niet alleen het bos controleert maar de hele handelsketen tot aan de drukker.
5 juni 2018 • Bouwbedrijf bouwbedrijf - februari 2016 5 www.confederatiebouw.be
EVENEMENT
Onze voorzitter Paul Depreter (4de van links), in het gezelschap van onder meer Oost-Vlaams Gouverneur Jan Briers en Minister van Staat Herman De Croo, op de werf van NTGent.
Zonovergoten Open Wervendag Ruim 83.000 bezoekers hebben genoten op één van de 150 toonaangevende bouwwerven in héél België. Op 6 mei, organiseerde de Confederatie Bouw voor de 12de keer Open Wervendag als imago-evenement voor de bouw en bouwberoepen. Onze sector profileert zich hiermee andermaal als een aantrekkelijke en toekomstgerichte werkgever die dringend op zoek is naar duizenden talenten met pit.
Rentel, het offshore windmolenpark voor de kust van Oostende.
6 Bouwbedrijf • juni 2018
Robert de Mûelenaere, gedelegeerd bestuurder van de Confederatie Bouw: “Open Wervendag is echt uitgegroeid tot hét visitekaartje van de bouw. De bezoekers waren gefascineerd door het vakmanschap en technische evoluties die de bouwbedrijven vandaag
toonden. Pas als je het zelf ziet, besef je dat onze bouwondernemingen ons dagelijkse leven enorm beïnvloeden en vooral aangenamer en duurzamer maken. Wij zijn bijzonder trots op onze bedrijven en de trendsettende projecten die zij voor ons realiseren.”
HoGent nieuwbouw Gebouw T- Strabag
Gedelegeerd Bestuurder Robert de Mûelenaere (2de van rechts), in het gezelschap van onder meer Eerste Minister Charles Michel en Francis Carnoy, directeurgeneraal van de CCW, op de werf van het cultureel centrum van Waver.
Veel belangstelling voor de renovatie van de Reyerstunnels in Brussel.
VCB-voorzitter Jef Lembrechts (eerste van rechts) met naast hem Eric Vandewiele (voorzitter CB West-Vlaanderen) op de werf van het Guldensporencollege in Kortrijk.
trekt recordaantal bezoekers Enkele blikvangers
de renovatie van Cinema Plaza in DufIn de provincie Limburg: het multifel en het nieuwe zwembadencomplex functionele Stadskantoor in Hasselt en ‘Vita den Uyt’ in Mol . de nieuwe Hasseltse stadswijk Quartier In West-Vlaanderen waren de blikvangers het Rentel offshore windpark Bleu, de Gazometersite in St-Truiden, in Oostende, de Nemo Link in Brughet gloednieuwe sportcomplex in ge, het iconisch kantoorgebouw op Lommel en de renovatie van de passerelle en het ventilatiegebouw op de de Sky-site, het Guldensporencollege mijnsite van Waterschei. en neobarokkapel en het Lago Weide In Antwerpen trok de restauratie zwembadcomplex in Kortrijk. Ook van de historische Handelsbeurs veel het nieuwe Woonzorgcentrum Marie publiek, evenals het indrukwekkend Ter Ruste in Zwevezele werd zeer druk Scheldekaaienproject en de gedempte bezocht. zuiderdokken. Andere publiekstrekkers In Oost-Vlaanderen waren nogal Gent -en NTGent - Denys in de 6600 provincie Antwerpen waren de wat iconische9000 sites gebouwen de Bastogne - Ossature bois - Menuiserie Maquet 2 nieuwe stadwijk Turnova in Turnhout, blikvangers, met het NTGent, het
Wintercircus, het Gebouw T van HoGent, en het nieuwe Crematorium in Aalst. Ook hier was er veel aandacht voor de nieuwe sportinfrastructuur met ‘Vita Scheldebad’ in Temse. Vlaams-Brabant toonde zich als sportieve ontmoetingsplaats voor duizenden bezoekers aan Sportoase De Lijster in Londerzeel en de topsporthal van de KU Leuven. Maar ook in Brussel kon de renovatie van de Reyerstunnels en het voetbalstadion van Union Sint-Gillis op zeer veel belangstelling rekenen. In Wallonië waren de grote publiekstrekkers de indrukwekkende juni 2018 • Bouwbedrijf 7
›››
EVENEMENT
Minister van Defensie Steven Vandeput bezoekt de werf van het trendy Quartier Bleu in Hasselt.
Marc Dillen (Directeur-generaal van de VCB) bezocht samen met minister Jo Vandeurzen (2de van rechts) de werf van het multifunctioneel administratief centrum van Hasselt.
››› restauratieprojecten in de provincie
Namen met de ‘Donjon de Crupet’ in Assesse en de ‘Collégiale Saint-Feuillen’ in Fosses-la-Ville. Het ziekenhuiscomplex Montlégia bleef ook dit jaar de publiekstrekker in Luik. Maar ook het China Belgium Technological Centre in Louvain-la-Neuve en het polyvalent cultuurcentrum van Waver konden op veel belangstelling rekenen.
Job met toekomst
Om al die technologische evoluties mee te ondersteunen, is de sector dan ook steeds op zoek naar aanstormend talent en nieuwe profielen. Robert de Mûelenaere : “De bouw evolueert en dus ook de profielen. Jaarlijks schrijven onze bedrijven 20 000 vacatures uit. Daarbij zoeken we niet alleen spierkracht, maar ook kennis, passie en durf. Een job in de bouw staat meer dan ooit garant voor een mooie toekomst.” Er is vooral nood aan hoger en technisch opgeleide profielen die inspelen op de digitalisering en robotisering. Naast ervaren vakspecialisten, zoekt de sector ook bedienden en kaderleden voor de nieuwe beroepen van de toekomst. Denk daarbij aan BIM-specialisten, Big Data-analisten en ICT-deskundigen, game & business developers, 3D-specialisten.
Onze voorzitter Paul Depreter (midden), met links van hem Jan Libeer, directeur van CB West-Vlaanderen, op de site van Godshuizen De Schipjes in Brugge.
www.openwervendag.be 8 Bouwbedrijf • juni 2018
Minister van Werk Kris Peeters bezocht de werf van de gedempte Zuiderdokken in Antwerpen. Rechts van de Vicepremier herkent u onze gedelegeerd bestuurder Robert de Mûelenaere.
REGIONAAL STANDPUNT
Vlamingen doen al langer wat Nederlanders uitdenken
D
e Nederlandse architect Thomas Rau maakt momenteel internationaal furore met zijn platform madaster, een kadaster voor materialen. Afval is volgens hem materiaal zonder identiteit. Zodra dit materiaal een identiteit krijgt, behoudt het zijn waarde. Dankzij data kunnen eindige bouwmaterialen oneindig lang worden hergebruikt. Zo kan effectief een circulaire bouweconomie tot stand komen.
"Sloopbeheerorganisatie Tracimat staat klaar om onze bedrijven weer wat dichter bij een circulaire bouweconomie te brengen"
In Vlaanderen worden deze ideeën al 15 jaar toegepast bij elk grondverzet van meer dan 250 m3. Ook het Vlaamse grondverzet start met data, met name met een zoneringsplan en een opmetingstabel waarin de gebruiksmogelijkheden van de uit te graven grond precies worden beschreven. Bij grondverzet wordt eerst de milieukwaliteit zeer grondig geïdentificeerd, de grond vervolgens selectief volgens deze voorafgaandelijke identificatie uitgegraven en bovendien gedurende gans de keten opgevolgd. Het systeem gaat dus verder dan Rau. Wat blijkt nu uit de cijfers van de Grondbank? 35% wordt ter plekke hergebruikt, 20% in wegen en infrastructuur, 25% voor aanvullingen en ophogingen, 12% voor de opvulling van groeven, 4% voor nuttige toepassingen in stortplaatsen, 3% in betoncentrales en 1% in de baksteenindustrie, al dan niet via een tussenstap met opslag en behandeling. De fractie die niet rechtstreeks kan worden hergebruikt, wordt eerst gereinigd. Hetzelfde gaat nu in Vlaanderen gebeuren bij de sloop van gebouwen en infrastructuur met vanaf 5 juni de verplichting om voor grotere werken een sloopopvolgingsplan op te maken. Daarin worden vooraf, naar analogie met de grondverzetregeling, de te slopen materialen geïnventariseerd. Daardoor kan een sloopbedrijf selectief te werk gaan, gevaarlijke stoffen voorafgaandelijk verwijderen en het puin vervolgens zo zuiver mogelijk bij de breker aanleveren. Aan de poort van de breker kan vervolgens een onderscheid worden gemaakt tussen puin met een hoog en met een laag milieurisico. De sloopbeheerorganisatie Tracimat zal deze stromen helpen opvolgen. Wij raden aan een sloopopvolgingsplan op te maken, ook waar dit niet verplicht is. Vlaanderen ‘madasteert’ nu al gronden en materialen. De VCB beschikt intussen over de internationale blog circulairebouweconomie.be om dit ruimer kenbaar maken.
Marc Dillen Directeur-generaal Vlaamse Confederatie Bouw juni 2018 • Bouwbedrijf 9
FISCALITEIT
S
inds de invoering van de BTW is de verhuur van onroerende goederen in beginsel vrijgesteld van btw. Dit maakt dat de btw op de aankoop of bouw van het verhuurde onroerend goed niet aftrekbaar is en dus een kost uitmaakt voor de investeerder. Er bestaan wel enkele uitzonderingen, zoals de terbeschikkingstelling van opslagruimtes en stallingen voor rijtuigen en diensten en - bedrijvencentra. De nieuwe regeling zal van toepassing zijn op huurovereenkomsten voor gebouwen die nieuw opgericht worden vanaf 1 oktober 2018. Oprichten betekent hier “starten”. Gebouwen die vandaag al worden opgericht, of waarvoor momenteel al bepaalde kosten zijn gemaakt (bijv. architect) komen niet in aanmerking. Dit betekent dat de nieuwe regeling in feite pas de komende jaren op kruissnelheid zal komen. Maar let op met het uitstellen van het uitreiken van de factuur of de betaling van voorschotten. De fiscus zou immers, als hij misbruik vaststelt door het spelen met het tijdstip van facturatie, de antimisbruikbepaling kunnen inroepen om de toepassing van de nieuwe optieregeling te weigeren. En wat met een verbouwd gebouw?
Btw op verhuurde gebouwen wordt mogelijk Vanaf 1 oktober 2018 wordt er een optionele mogelijkheid geboden om de onroerende verhuur aan professionelen aan btw te onderwerpen. De verhuurder zal dan de btw op de oprichting, de verbouwing of de renovatie van het betrokken professioneel vastgoed in aftrek kunnen brengen. Dit brengt een aanzienlijke kostenverlaging met zich mee. 10 Bouwbedrijf • juni 2018
SEMINARIE OP DONDERDAG 7 JUNI 2018 De Confederatie organiseert samen met advocatenkantoor Laga een seminarie over deze nieuwe reglementering. Danny Stas en Joaquim Heirman zullen antwoord geven op o.m. volgende vragen:
• Wanneer is er sprake van nieuwe en professioneel gebruikte gebouwen? • Wat houdt de optie in en wat zijn de voorwaarden? • Wanneer treedt de regeling in werking? Wat met gebouwen in aanbouw? • Wat is de impact op het residentieel, logistiek, zorg-, kantoor- en ander •
vastgoed (bijv. onderwijs)?
Onder welke voorwaarden kan de verhuurder de btw op bouw- en andere
kosten in aftrek brengen?
• Hoe lang moet de verhuurder de afgetrokken btw ‘volgen’ en wanneer moet hij btw terugstorten? Wat bij leegstand?
Dit seminarie vindt plaats op donderdag 7 juni 9.30 u. tot 12.00 u. in de gebouwen van de Confederatie, Lombardstraat 34-42 te Brussel. Onthaal vanaf 9.00 u. Wie moet afzeggen en dat minstens vier werkdagen voor het seminarie doet, krijgt het inschrijvingsgeld terug, op € 10 administratiekosten na. Late afzeggers kunnen het inschrijvingsgeld niet terug krijgen. De uiteenzettingen worden in het Nederlands gegeven, maar er is simultaanvertaling voorzien naar het Frans.
Inschrijven kan op de Agenda van www.confederatiebouw.be. Leden van de Confederatie betalen € 65 inclusief btw, andere deelnemers € 130. Nog vragen? Mail ze naar morgane.halleux@confederatiebouw.be
Dat kan verhuurd worden met btw als het zodanig is verbouwd dat het de kenmerken krijgt van een nieuw gebouw. Maar gebouwen die een grondige renovatie ondergaan zonder als nieuw te kunnen worden beschouwd, zullen dus niet met btw verhuurd kunnen worden.
Optie
De optionele btw-heffing, die enkel mogelijk zal zijn voor professioneel gebruikte gebouwen of gedeelten ervan, vereist dat beide partijen (huurder én verhuurder) samen voor de btwheffing kiezen. De verhuurder dient bovendien “btw-plichtige” te zijn. Vrijgestelde btw-plichtige huurders zoals ziekenhuizen, scholen en dergelijke
zouden echter ook voor het optiestelsel in aanmerking komen. Gebouwen die voor privédoeleinden worden aangewend zoals woningen, zullen buiten de btw-heffing blijven. Om de verhuur van een gebouw dat aan de voorwaarden voldoet, aan btw te kunnen onderwerpen, moet uitdrukkelijk geopteerd worden. Die optie moet gezamenlijk door de verhuurder en de huurder worden uitgeoefend en gelden voor de volledige duurtijd van de huurovereenkomst. Huurovereenkomsten van minder dan zes maanden zouden verplicht onderworpen worden aan btw, ongeacht de hoedanigheid van de huurder. Enkel de verhuur voor bewoning of handelingen van socio-culturele aard zouden worden uitgesloten. Deze maatregel viseert in hoofdzaak de
onderwerping aan btw van de verhuur van event-, beurs-, seminarie- of vergaderruimtes. De verhuur van gebouwen met btw zal gekoppeld worden aan een verlengde herzieningstermijn van 25 jaar, waar deze normaal slechts 15 jaar bedraagt. De eigenaar zal het gebouw dus gedurende 25 jaar met btw moeten verhuren om te vermijden dat hij een gedeelte van de afgetrokken btw moet terugstorten. De maatregel zou ingaan op 1 oktober 2018, maar de teksten zijn nog niet definitief. Het voorontwerp van wet werd een eerste keer goedgekeurd door de ministerraad en ligt nu voor advies bij de Raad van State. Daarna volgt de bespreking en goedkeuring in het parlement. Daardoor is het mogelijk dat nog wijzingen worden aangebracht.
•
juni 2018 • Bouwbedrijf 11
SOCIAAL
Flexibiliteitsregeling: focus op de 10 uur per dag Bouwbedrijven hebben vaak behoefte aan flexibiliteit. De sociale partners hebben hiervoor verschillende mogelijkheden uitgewerkt. In dit artikel gaan we in op het stelsel van 10 uur per dag. Het is nog steeds vrij onbekend, ook al kan het uw leven gemakkelijker maken.
Z
oals de naam aangeeft, maakt het sectorale stelsel van de 10 uur per dag het mogelijk de arbeidsduur, op een werkdag, te verhogen tot 10 uur. Vermenigvuldig met vijf en we komen uit op een duur van 50 uur per week. Deze bijkomende werkuren vinden plaats van maandag tot vrijdag. De werkelijke arbeidsduur mag schommelen van 6 tot 10 uur per dag. De werkelijke arbeidsduur per week zal tussen de 30 en 50 uur liggen. Voorwaarde is de naleving van de gemiddelde duur van 40 uur per week gedurende de referentieperiode. Deze periode mag niet langer zijn dan twaalf opeenvolgende maanden.
Procedure
De invoering van het stelsel van 10 uur per dag is afhankelijk van de toetreding van de werkgever (toetredingsakte of toetredings-cao ). De toetreding gebeurt voor de duur van minimaal één toepassingsperiode van het stelsel. Het komt er dan op aan de toetredingsperiode te bepalen – gelet op de data van de referteperiode – zodat het stelsel tijdens twaalf opeenvolgende maanden kan worden toegepast. De toetreding gebeurt voor een duur van maximaal twee toepassingsperiodes, namelijk 24 maanden. De werkgever bepaalt vrij de referteperiode in de toetredingsakte of -cao. Zo niet, zal deze periode van 12 Bouwbedrijf • juni 2018
Referentieschema Referentieschema voor voor een een week/prestatiestaat week/prestatiestaat maandag maandag dinsdag dinsdag woensdag woensdag donderdag donderdag
vrijdag vrijdag
za/zo za/zo
totaal totaal
Wk Wk 11
10u 10u
10u 10u
10u 10u
10u 10u
10u 10u
---
50u 50u
Wk Wk 2 2
6u 6u
6u 6u
6u 6u
6u 6u
6u 6u
---
30u 30u
Wk Wk 1: 1: 50 50 uur uur betaling betaling van van 40 40 x x uurloon. uurloon. Wk Wk 2: 2: 30 30 uur uur betaling betaling van van 40 40 x x uurloon. uurloon. Wk Wk 1: 1: overschrijding overschrijding ten ten belope belope van van 10 10 uur uur van van de de normale normale arbeidsduur arbeidsduur van van 40 40 uur/week uur/week geeft geeft aanleiding aanleiding tot tot 10 10 uur uur loon loon te te betalen betalen op op het het ogenblik ogenblik van van de de recuperatie in de vorm van volledige dagen (per 8 uur) of negatieve uurroosters recuperatie in de vorm van volledige dagen (per 8 uur) of negatieve uurroosters (minimaal (minimaal 6 6 uur/dag uur/dag en en 30 30 uur/week). uur/week).
VOORBEELD VOORBEELD
totaal totaal
overschrijding overschrijding
totaal totaal
Wk Wk 11
50u 50u
10u 10u
10u 10u
Wk Wk 2 2
50u 50u
10u 10u
20u 20u
Wk Wk 3 3
50u 50u
10u 10u
30u 30u
... ...
50u 50u
10u 10u
90u 90u
Wk Wk 15 15 e Voor week waarin waarin de de tewerkstelling tewerkstelling volgens volgens de de sectorale sectorale regeling regeling plaatsvindt, plaatsvindt, Voor de de 15 15e week beschikt de beschikt de werkgever werkgever over over verschillende verschillende mogelijkheden: mogelijkheden: •• hij hij past past een een negatief negatief uurrooster uurrooster toe toe om om het het aantal aantal uren uren te te verminderen verminderen dat dat in in de de teller teller interne interne grens grens werd werd samengevoegd samengevoegd of of •• hij hij past past een een normaal normaal uurrooster uurrooster van van 40 40 uur/week uur/week toe toe om om de de teller teller niet niet te te laten laten toenemen toenemen of of •• hij hij kent kent recuperaties recuperaties toe toe (betaald (betaald à à 100%) 100%) om om de de teller teller interne interne grens grens te te doen doen dalen dalen per per 8 uur/recuperatiedag. 8 uur/recuperatiedag.
twaalf maanden lopen van 1 april tot 31 maart van het daaropvolgende jaar. Alle uurregelingen die krachtens de sectorale regeling van 10 uur in de onderneming kunnen worden toegepast, moeten in het arbeidsreglement
worden opgenomen. Het volstaat om het document over de uurregelingen in de toetredingsakte of -cao op te nemen of ze er als bijlage aan toe te voegen. Het arbeidsreglement hoeft dus niet meer te worden gewijzigd volgens de procedure die bepaald is in de wet. De arbeiders moeten uiteraard op de hoogte worden gehouden. De praktische toepassing van de regeling in de onderneming veronderstelt dat de werkgever die gebruik wenst te maken van een alternatieve uurregeling hen vooraf door aanplakking op de hoogte brengt van de geldende uurregeling (minstens 24 uur vooraf, tenzij dit onmogelijk is).
Inhaalrust
Om de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 40 uur op jaarbasis na te leven (dus tijdens een ononderbroken periode van twaalf maanden) moeten de bijkomende uren worden gerecupereerd. Het naleven van de gemiddelde arbeidsduur gebeurt, naar keuze van de werkgever, door het
invoeren van negatieve uurroosters (minimaal 6 uur per dag en 30 uur per week), en/of door het toekennen van rustdagen (per 8 uur). Gebeurt de recuperatie in de vorm van inhaalrustdagen, dan moeten zij worden toegekend naar rato van een rustdag per 8 gepresteerde bijkomende uren: • zodra in de onderneming een dag slecht weer of gebrek aan werk plaatsvindt die normaal (dus buiten de toepassing van dit stelsel) de tijdelijke werkloosheid van de betrokken werknemer zou rechtvaardigen; • zodra de interne grens van 143 uur is bereikt; volgens deze regel moet de werkgever, zodra de gemiddelde duur van 40 uur met 143 uur wordt overschreden, ofwel onmiddellijk inhaalrust toekennen, ofwel een arbeidsregeling van 40 uur per week invoeren; • wanneer de dagen die samenvallen met dagen van tijdelijke werkloosheid wegens weerverlet of om economische redenen onvoldoende zijn om het saldo van bijkomende uren vóór het einde van de referteperiode weg te werken. Volgens het beginsel van het uitgesteld loon blijven de werknemers hun normale loon ontvangen, dat overeenstemt met het stelsel van 40 uur per week. De bijkomende uren worden dus niet betaald op het ogenblik dat ze worden gepresteerd. Ze zullen betaald worden op het ogenblik dat ze worden gerecupereerd via inhaalrustdagen of negatieve uurroosters. Deze uren worden betaald tegen het normale uurloon van de betrokken werknemer.
•
MEER INFORMATIE : philippe.stienon@confederatiebouw.be juni 2018 • Bouwbedrijf 13
NIEUWE TECHNOLOGIE
Bedrijfswereld ijvert voor een betere Belgische drone-wetgeving De huidige Belgische wetgeving op het gebruik van drones is te weinig flexibel om ze efficiënt te kunnen inzetten. Dit probleem ondervindt niet alleen de bouwsector. Ook andere bedrijfstakken, zoals de landbouw, zouden graag intensiever gebruik maken van drones.
Z
e zien een enorm potentieel voor de inzet van drones, maar vrezen op te boksen tegen een berg van administratie. Daarom trekken de Confederatie Bouw, de Boerenbond, transportkoepel Febetra en de Beroepsvereniging van Bewakingsondernemingen en de Vlaamse dronecluster Euka samen aan de alarmbel en brengen ze samen een beleidsadvies uit dat concreet toelicht welke business cases gebaat zijn bij een meer flexibele wetgeving. "Een drone is meestal een werktuig op een goed gedefinieerde werkzone, geen vliegtuig. Maar de huidige regels zijn overgenomen uit de luchtvaartsector," vertelt Mark Vanlook, manager van Euka. "Ze zijn niet flexibel genoeg om te concurreren met de internationale sector. Zo moet een drone in het gezichtsveld van de dronepiloot blijven, terwijl de technologie al zover is gevorderd dat dit niet meer nodig is.
De Belgische regels hinken achterop bij de technologische ontwikkeling. DRONES IN DE BOUW Op bouwplaatsen kunnen drones worden ingezet om materialen of gereedschap te verplaatsen. Maar ze zijn ook geschikt voor meer gesofisticeerde taken, die manueel veel moeilijker uitvoerbaar zijn. Zo kunnen ze bouwplaatsen volledig in kaart brengen, door automa-
tische herkenning van groot materiaal en door het scannen van RFID’s. Ze kunnen de vordering van de werken opvolgen op basis van een BIM-model. Ze zijn ook inzetbaar om snel een eenvoudig oppervlak te verven of om pas gestort beton nat te spuiten.
Een drone kan volautomatisch een bouwplaats bewaken, op moeilijk bereikbare plaatsen uitgevoerde werken inspecteren. Bij bestaande gebouwen kan hij onder meer isolatieproblemen en slijtage detecteren.
Achteraan
Op Europees vlak huppelt België achteraan wat betreft het wettelijk kader. Vooral Frankrijk staat al veel verder. Daar zijn dronevluchten buiten het gezichtsveld van de piloot wel toegelaten. "Door de vertraging tussen wet en realiteit staan bedrijven weigerachtig tegenover investeringen," stelt Vanlook. "Waarom zouden bedrijven investeren in innovatieve technologie als ze die toch niet mogen gebruiken? Wanneer België achterblijft zullen andere landen graag
14 Bouwbedrijf • juni 2018
het gat opvullen, zoals dit enkele jaren geleden gebeurde met e-commerce." De Belgische wetgeving op nachtwerk deed toen de internetshops uitwijken naar buitenlandse magazijnen. Bij de Europese instellingen is er een streven naar harmonisering van dergelijke wetten op Europees vlak. Europese wetten moeten na hun goedkeuring door de lidstaten worden omgezet in nationale wetten. "Wij zitten ook in de
werkgroepen die deze wetgeving voorbereiden," zegt Vanlook. "Ons advies is vooral bedoeld om minister van mobiliteit François Bellot (MR) bij te staan in het interpreteren van de nieuwe Europese richtlijnen. Internationaal kan België een voortrekkersrol spelen bij de interpretatie ervan in het voordeel van onze bedrijven in de vorm van een flexibele nationale regelgeving."
•
LOON
Uitbetaling vakantiegeld 2018: gebruiksaanwijzing Het Vakantiefonds van de Bouw zal op 21 juni 2018 overgaan tot de betaling van het vakantiegeld 2018 aan de arbeiders actief in de bouwsector (PC 124). We maken van de gelegenheid gebruik om de principes voor de berekening en uitbetaling van het vakantiegeld nog eens op een rijtje te zetten.
H
et vakantiegeld aan de arbeiders wordt niet rechtstreeks door de werkgever betaald, maar door een vakantiefonds of door de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie, afhankelijk van de sector waarin de arbeider actief is. Wie vorig jaar tewerkgesteld was als arbeider in de bouwsector (PC 124), ontvangt dit jaar een vakantiegeld van het Vakantiefonds Bouw. Wie in diverse sectoren heeft gewerkt, zal betalingen van verschillende vakantiefondsen ontvangen. Voor de financiering van het vakantiegeld van de arbeiders betaalt de werkgever een bijdrage van in totaal 15,84% berekend op de aangegeven lonen aan 108%. Voor de werkgevers in de bouw wordt de volledige bijdrage
per kwartaal geïnd: 5,57% begrepen in de RSZ-bijdragen en 10,27% begrepen in de bijdragen voor het Fonds voor Bestaanszekerheid. De bouw verschilt hierin van andere sectoren, waar het gedeelte van 10,27% slechts jaarlijks wordt geïnd. Het vakantiegeld van de arbeiders wordt berekend op basis van hun prestaties en lonen van vorig jaar. Het bruto vakantiegeld is gelijk aan 15,34% van de effectief verdiende lonen (gebracht op 108%) verhoogd met een fictief loon voor de gelijkgestelde dagen (bv. ziektedagen). Niet alle afwezigheden worden echter gelijkgesteld. Voor de bouw is het belangrijk te weten dat de dagen tijdelijke werkloosheid wegens weerverlet niet gelijkgesteld zijn (wat
CONTACTGEGEVENS VAKANTIEFONDS BOUW:
• E-mail :
info@vakantiefondsbouw.be
• Telefoon : 02/529 80 11 • Fax : 02/529 80 12 • Adres :
Vakantiefonds Bouw, Poincarélaan 78, 1060 Brussel
dus een effect kan hebben op het aantal verlofdagen en het vakantiegeld waarop de arbeider recht heeft). Economische werkloosheid is in principe wel gelijkgesteld, al kan het vakantiefonds in bepaalde omstandigheden de gelijkstelling weigeren. Van het brutobedrag worden nog een inhouding op het dubbel vakantiegeld (13,07%), een solidariteitsafhouding (1%) en de bedrijfsvoorheffing (17,16% of 23,22% afhankelijk van het bedrag) afgetrokken. Het vakantiegeld wordt uitsluitend via overschrijving betaald. Het Vakantiefonds Bouw vraagt daarom aan de werkgevers om hun arbeiders die hun bankrekeningnummer of nieuw nummer nog niet hebben doorgegeven, aan te sporen dit dringend te doen. De arbeider kan op twee manieren te werk gaan: 1 Online via www.socialsecurity.be: de arbeider meldt zich op deze website aan met zijn elektronische identiteitskaart en kaartlezer of via de app “itsme”. In de rubriek “burger/ onlinediensten/Mijn vakantierekening/Het dossier consulteren” kan hij zijn bankrekeningnummer invoeren en, zo nodig, ook zijn adres en/of taalrol wijzigen; 2 Schriftelijk via het officiële formulier dat kan aangevraagd worden bij het Vakantiefonds Bouw (zie kader voor de contactgegevens). Dit formulier kan enkel per post aan het vakantiefonds terugbezorgd worden (fax of mail worden niet aanvaard). Het Vakantiefonds Bouw benadrukt dat zonder (correct) bankrekeningnummer het vakantiegeld niet kan worden uitbetaald.
•
juni 2018 • Bouwbedrijf 15
WERK
Aandachtspunten bij het aanwerven van jobstudenten Met het einde van het schooljaar naderen ook de financiële hoogdagen van de jobstudenten. Heel wat bouwbedrijven zetten hen graag in. Maar die inzet is gebonden aan nogal wat regels. Een overzicht.
Wie kan met een overeenkomst voor studentenarbeid worden aangeworven? Niet alle studenten mogen studentenarbeid uitvoeren. Alleen studenten die aan bepaalde voorwaarden voldoen, komen hiervoor in aanmerking: a studenten die aan de voltijdse leerplicht hebben voldaan (15 of 16 jaar) en die een voltijdse opleiding voortzetten; b studenten die niet meer aan de leerplicht zijn onderworpen (omdat ze 18 jaar oud zijn of hun secundaire studies hebben beëindigd) en die een dagopleiding met volledig leerplan voortzetten; c studenten van 15 jaar en ouder die deeltijds onderwijs of een deeltijdse opleiding volgen, op voorwaarde dat de tewerkstelling uitsluitend gebeurt tijdens de schoolvakanties.
Welke formaliteiten moeten worden vervuld? Op basis van de gesloten overeenkomst maakt de werkgever een Dimona voor studenten op. Hij vermeldt daarbij de datum van het begin en het einde van de overeenkomst en het aantal dagen dat hij de student zal tewerkstellen. De werkgever moet voor elk kwartaal een aparte Dimona verrichten, om een cross-controle met de DMFA mogelijk te maken en het contingent te actualiseren. Indien de student als arbeider tewerkgesteld wordt, moeten hem of haar ook twee genummerde en nietnominatieve formulieren C3.2 A worden bezorgd (voor de maand van indiensttreding en voor de volgende maand). De overeenkomst voor tewerkstelling van studenten moet voor iedere student afzonderlijk schriftelijk worden vastgesteld, uiterlijk op het tijdstip van zijn indiensttreding. Op de site van de Confederatie is een modelovereenkomst beschikbaar. 16 Bouwbedrijf • juni 2018
Is de studentenovereenkomst aan bijzondere regels onderworpen? Ja. Het is een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur waarop bijzondere bepalingen van toepassing zijn. De eerste drie arbeidsdagen worden als proeftijd beschouwd (zonder dat dit uitdrukkelijk in het geschrift moet worden opgenomen). Tot het verstrijken van deze periode kan elke partij de overeenkomst beëindigen, zonder opzegging noch vergoeding. Ook is het mogelijk de overeenkomst te beëindigen vóór de duur om is mits een opzeggingstermijn in acht wordt genomen. De opzeggingstermijnen hangen af van de duur van de overeenkomst: (a) als deze duur korter is dan 1 maand, dan bedraagt de opzeggingstermijn 3 dagen voor de werkgever en één dag voor de student; (b) als deze duur langer is dan 1 maand, dan bedraagt de opzeggingstermijn 7 dagen voor de werkgever en 3 dagen voor de student.
Wanneer mag ik een student tewerkstellen? Je mag een student aanwerven gedurende de periodes van niet-verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstellingen (zaterdag, zondag, feestdagen, krokusvakantie, paasvakantie, zomervakantie, herfstvakantie en kerstvakantie). De voorschriften betreffende arbeidsduur, nachtarbeid, feestdagen, kort verzuim enz. zijn van toepassing op de studenten-werknemers. In de bouw is tewerkstelling buiten de schoolvakanties niet altijd mogelijk aangezien er enkel mag gewerkt worden op zaterdag, zondag, tijdens de feestdagen of tijdens de rustdagen op het einde van het jaar (die overeenstemmen met de kerstvakantie) met een geldige reden. Zo mag je een student aanwerven om op zaterdag het werkhuis schoon te maken (schoonmaak die nodig is voor de voortzetting van het bedrijf ) en ook om een handje toe te steken tijdens een open dag (deelname
aan manifestaties allerhande, onder meer op beurzen, tentoonstellingen, in musea, op handelsbeurzen enzovoort). Sinds 1 september 2014 mogen studenten die bouwonderwijs volgen ook op zaterdag tewerkgesteld worden in bouwbedrijven voor zover er geen effectieve tijdelijke werkloosheid wegens economische reden is in de week van en volgend op die zaterdag. Het bouwbedrijf dat deze studenten op zaterdag wenst tewerk te stellen is ertoe gehouden de voorzitter van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf per brief hiervan op de hoogte te brengen.
Welke werken mag ik hem opdragen? Je mag niet alle werken aan een student opdragen. Er moet immers een analyse worden uitgevoerd van de risico's waaraan jongeren blootgesteld zijn, met het oog op het beoordelen van alle risico's voor de veiligheid, de lichamelijke en geestelijke gezondheid of de ontwikkeling, ten gevolge van een gebrek aan ervaring, doordat zij zich van risico's niet bewust zijn of doordat hun ontwikkeling nog niet is voltooid. Daarenboven is het verboden jongeren taken te laten verrichten die als gevaarlijk worden beschouwd. Alleen studenten van 18 jaar en ouder die een opleiding volgen die overeenstemt met het werk of de werkzaamheden waarvoor de verbodsbepaling geldt, ontsnappen aan dit verbod op voorwaarde dat ze door een ervaren werknemer worden begeleid.
Welk loon moet ik hem uitbetalen? In PC 124 is een specifieke loonschaal van toepassing voor studenten aangeworven met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten. Dit barema is van toepassing op de studenten, ongeacht de periode van hun tewerkstelling. Het uurloon bedraagt € 9,190 (student die geen bouwopleiding volgt) of € 10,018 (student die een bouwopleiding volgt) per uur op 1 juli 2017. Dit bedrag wordt elk jaar aangepast op 1 juli.
Moeten er sociale bijdragen worden betaald? 475 uur per kalenderjaar (contingent genoemd) kan een student werken tegen een solidariteitsbijdrage van 8,13%, waarvan 5,42% ten laste van de werkgever en 2,71% ten laste van de student. Bovendien mag niet uit het oog worden verloren dat in dit geval de bijdrage voor het asbestfonds ook verschuldigd is. Deze bijdrage bedraagt 0,01% van het brutoloon (tegen 100 %). Elk
gewerkt uur wordt aangerekend op het contingent. Bij overschrijding van het studentencontingent is de werkgever socialezekerheidsbijdragen verschuldigd vanaf het 476ste uur.
Hoe weet ik of de student niet meer dan 475 uur werd tewerkgesteld? Dankzij de aangifte van het aantal uren in de Dimona kunnen de student en de werkgever de stand van het contingent consulteren via de toepassing www.studentatwork.be. Om het contingent online te kunnen raadplegen, moet de werkgever aangemeld zijn op de portaalsite van de sociale zekerheid (www.socialsecurity.be).
Moet er op het loon van de student bedrijfsvoorheffing worden ingehouden? Er is geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd indien: a de tewerkstelling niet langer duurt dan 475 werkuren over het kalenderjaar; b de arbeidsovereenkomst schriftelijk werd opgesteld; c geen socialezekerheidsbijdragen zijn verschuldigd. In andere gevallen moet bedrijfsvoorheffing worden ingehouden.
Blijft de student ten laste van de ouders? Om ten laste te blijven van de ouders moet aan drie voorwaarden voldaan zijn: a deel uitmaken van het gezin op 1 januari 2019 om ten laste te zijn van de ouders voor inkomstenjaar 2018; b geen lonen ontvangen die beroepskosten vormen voor de ouders; c z ijn nettobestaansmiddelen mogen een bepaald bedrag niet overschrijden. De beroepsinkomsten van de studenten worden nooit samengevoegd met de belastbare inkomsten van de ouders. De student blijft fiscaal ten laste van de ouders als zijn netto belastbaar inkomen niet hoger ligt dan € 3 270,00 netto (of, vóór de aftrek voor forfaitaire beroepskosten, € 4 087,50 bruto belastbaar). Indien de vader of de moeder van de student voor het fiscaal recht als alleenstaande wordt beschouwd, blijft hij fiscaal ten laste indien zijn netto-belastbaar inkomen minder dan € 4 720,00 bedraagt (of, vóór aftrek van de forfaitaire beroepskosten, € 5 900,00 bruto belastbaar).
•
MEER WETEN? www.confederatiebouw.be > Leden/abonnees> Personeelsbeheer > Aanwerven personeel > Studenten. juni 2018 • Bouwbedrijf 17
PUBLIREPORTAGE
Federale Verzekering wint voor het 6de opeenvolgende jaar de DECAVI Verzekeringstrofee!
2014
2018
2017
2016
2015
2013
Tijdens de award ceremonie van de Trofee Niet-Levensverzekeringen, werd de verzekering Arbeidsongevallen van Federale Verzekering – en dit reeds voor het 6de opeenvolgende jaar! – bekroond tot beste. Jaar na jaar maken onze waarborgen het verschil… Maar om welke redenen?
Onze verzekering Arbeidsongevallen opnieuw bekroond! Expertise! Laten we daarmee beginnen… Sinds haar ontstaan meer dan 100 jaar geleden beschermt Federale Verzekering ondernemingen en hun werknemers tegen arbeidsongevallen. De maatschappij verzekerde dit risico reeds 60 jaar voor het wettelijk verplicht werd in 1971. Bovenop onze expertise komt het tarificatiebeleid. De maatschappij heeft al meer dan 10 jaar geen algemene prijsstijging doorgevoerd voor de verzekering Arbeidsongevallen. We mogen ook ons ISO 9001certificaat niet vergeten. Dit certificaat werd meer dan 15 jaar geleden verkregen door de dienst Schadebeheer Arbeidson-
gevallen en is een garantie voor onze klanten dat onze dienstverlening een grote toegevoegde waarde heeft. Voorbeelden? Zwaargewonde slachtoffers van een werkongeval krijgen begeleiding, alsook het bedrijf en personeel. Onze dienst Preventie – eveneens ISO 9001-gecertificeerd – geeft ook advies aan de ondernemingen en hun werknemers. En dankzij My FEDERALE, en een bijkomend platform voor grote ondernemingen, beschikken klanten over een persoonlijke en beveiligde site waar ze arbeidsongevallen en schade kunnen aangeven, de administratieve en financiële status van het dossier kunnen opvolgen en de evolutie van hun schadestatistieken kunnen raadplegen. Het beheer door Federale Verzekering van de
schade in arbeidsongevallen wordt nog versneld door de volledige digitalisatie, zonder ook maar één papieren document. En Federale Verzekering onderscheidt zich ook door de gemoedsrust die ze schenkt aan haar verzekerden. In tegenstelling tot vele andere Belgische verzekeraars zegt ze het contract niet op na een schadegeval. Integendeel, in nauwe samenwerking met de onderneming verkiest ze om preventiecampagnes op te zetten!
Redactie: Federale Verzekering
www.federale.be
DOSSIER
Overheidsinvesteringen: stand van zaken en perspectieven Hoe is het nu gesteld met de overheidsinvesteringen in ons land? Dàt is de vraag waarop uw magazine deze maand een antwoord tracht te geven. En laten we maar meteen met de deur in huis vallen: de cijfers zijn niet meteen om vrolijk van te worden. Op het vlak van de publieke bestedingen is België bij de slechtste leerlingen van de eurozone. Niet verwonderlijk dus dat we ook steeds verder wegzakken in de ranking van het Wereld Economisch Forum (WEF), dat punten toekent op basis van de beschikbare infrastructuur. Maar… er lijkt beterschap op komst. Door de diverse staatshervormingen, zijn intussen heel wat bevoegdheden en middelen overgeheveld naar de Gewesten, die alle drie een vrij ambitieus investeringsprogramma hebben opgesteld. We hebben de investeringsplannen van zowel Vlaanderen, Wallonië, als het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van naderbij bekeken, net als het meerjarenprogramma van spoornetbeheerder Infrabel.
juni 2018 • Bouwbedrijf 19
CONTEXT
België:
de slechte leerling van de eurozone Sinds een dertigtal jaar roept de Confederatie Bouw met luide stem: ‘België lijdt aan een gebrek aan overheidsinvesteringen’. En de cijfers bewijzen dat. Voor de periode 1995-2015 bengelt ons land op een troosteloze voorlaatste plaats in het Europese peloton. De overheidsinvesteringen bedragen bij ons slechts iets meer dan 2% van het BBP. Een cijfer dat een stuk onder het gemiddelde van de eurozone ligt.
S
inds jaren pleit de Confederatie Bouw voor het aannemen van een minimumnorm voor overheidsinvesteringen in België. Op dit moment zitten die investeringen ver beneden die van quasi alle andere Europese landen.
hebben kunnen investeren als de regionalisatie van die bevoegdheden gedaan was op basis van een veel hoger budget. Maar dat is geen excuus voor het gebrek aan investeringen,” preciseert Jean-Pierre Liebaert.
De jaren ‘70 en ’80
Het resultaat van de overheidsinvesteringen is een vorm van patrimonium (wegen, infrastructuur, gebouwen). Die kapitaalgoederen verslijten natuurlijk jaar na jaar. De zwakke overheidsinvesteringen leiden vandaag tot problemen met het onderhoud van de infrastructuur van ons land. Trouwens, elk jaar verliest België plaatsen in het klassement van het Wereld Economisch Forum, dat de landen rangschikt in functie van hun infrastructuur. “Die heeft een belangrijk concurrentienadeel ten opzichte van die van onze buren,” onderstreept Jean-Pierre Liebaert. Hij gebruikt een
Een korte flashback. In de jaren zeventig was het percentage van de overheidsinvesteringen relatief belangrijk. “Het was de periode waarin nogal wat snelwegen werden aangelegd,” geeft Jean-Pierre Liebaert, directeur van het economisch departement van de Confederatie Bouw, aan. “In het begin van de jaren ’80 werd het budget drastisch teruggeschroefd en in 1989 was er de regionalisatie van bepaalde bevoegdheden, waaronder de overheidswerken. De regio’s kregen dus bevoegdheden met een sterk verminderd budget. Zij zouden natuurlijk gemakkelijker meer 20 Bouwbedrijf • juni 2018
Kapitaalgoederen
metafoor om de staat ervan te illustreren. “Om een huis up-to-date en aangepast te houden voor een groeiend gezin, beslis je om te renoveren en om bij te bouwen. Je onderhoudt en bouwt. Wat onze infrastructuur betreft, dwingen de weinige middelen die eraan besteed worden tot een keuze: of je vernieuwt of je bouwt iets nieuws. Je kunt niet de twee doen, wat betekent dat als men nieuwe infrastructuren opzet, de oude achteruitgaan en als men de oude vernieuwt, men niet uitbreidt. Ons overheidspatrimonium stagneert.” Men moet dus investeren!
De regio’s
Zoals u op de volgende pagina’s kunt lezen, lijken de regio’s, die ook lijden onder de onderinvesteringen van de laatste jaren, de boodschap begrepen te hebben. We hebben hun respectieve investeringsprogramma’s geanalyseerd. Die evolueren eindelijk in de goede
p het vlak van “ Oinfrastructuur
scoren we veel slechter dan onze buurlanden.
”
richting. “Het werd echt wel tijd. De problemen met de tunnels zijn slechts het topje van de ijsberg. Maar het is nog zwaar onvoldoende voor België om de vergelijking met onze buren te kunnen doorstaan in termen van overheidsinvesteringen of van het verminderen van gecumuleerde achterstand van het overheidspatrimonium,” onderstreept Jean-Pierre Liebaert. Wallonië heeft nu een investeringsplan en heeft ook de duurzaamheid van het Infrastructuurplan tot 2024 bevestigd. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een meerjarenplan voor de tunnels voorzien dat loopt tot eind 2031 en een meerjaren-investeringsprogramma voor bruggen en viaducten. Wat Vlaanderen betreft: de
Vlaamse regering investeert zwaar in mobiliteitswerken. In dit dossier geeft Ben Weyts, de Vlaamse Minister van Mobiliteit en Openbare Werken, een stand van zaken over de ‘missing links’ en de bedragen die daarvoor toegewezen zijn.
Federaal en gemeente
En wat met het federale niveau? “Het grootste deel van de overheidsinvesteringen heeft geen betrekking op de bouwsector. Geen enkele weg is nog federaal,” zegt Jean-Pierre Liebaert. De federale investeringen ‘die ons interesseren’ hebben betrekking op degene die door Infrabel (de investeringsplannen op korte termijn 2017-2020 en op lange termijn 2018-2031) gerealiseerd worden en degene die door de Regie der Gebouwen verwezenlijkt worden. Die laatste zijn trouwens het onderwerp geweest van een informatiesessie ‘‘Investments 2022: What's the target?’ tijdens de Realty-beurs, 16 mei jl. We
komen hierop terug in de juli/augustus-editie van ‘Bouwbedrijf ’. Laten we ook niet vergeten erop te wijzen dat in ons land de lokale overheden 40% van de overheidsinvesteringen waarmaken. “Gedurende de gemeentelijke legislatuur 2007-2012, was het exacte cijfer 37%,” aldus JeanPierre Liebaert.
Workshop
Ten slotte hebben we in dit dossier een verslag van de workshop over het Nationaal Pact voor Strategische Investeringen, die op 4 mei jl. gehouden werd in de lokalen van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. De Bijzondere Raadgevende Commissie Bouw heeft daar aanbevelingen gedaan met betrekking tot het Nationaal Pact voor Strategische Investeringen. Ter herinnering: dat pact voorziet tussen 2017 en 2030 60 miljard euro aan investeringen.
•
juni 2018 • Bouwbedrijf 21
OVERHEIDSINVESTERINGEN IN VLAANDEREN
Recordbedrag voor veiliger verkeer Hoe staat het met de investeringen in Vlaanderen? Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn Ben Weyts gaf een overzicht van de situatie.
M
obiliteit is een belangrijk thema voor de Vlaamse regering. Die beloofde bij aanvang van de legislatuur in 2014 immers 500 miljoen euro extra in mobiliteitswerken te investeren bovenop het al vastgestelde investeringsbedrag van zo’n één miljard euro. Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn Ben Weyts heeft ook aangekondigd dat de Vlaamse regering in 2018 1,4 miljard euro (een recordbedrag) zal investeren in veiliger verkeer. Inmiddels wordt er ook gewerkt aan een nieuw Mobiliteitsplan Vlaanderen dat de leidraad zal vormen voor de investeringen de komende 20 jaar (“Investeren in een duurzaam, veilig, intelligent en multimodaal mobiliteits- en logistiek systeem”). Wat is de situatie in het voorjaar 2018? Tijdens het Vlaams Bouwoverlegcomité in februari maakte minister Weyts een stand van zaken op van de ‘missing links’ die nog in Vlaanderen gerealiseerd moeten worden op het vlak van tramverbindingen, waterwegen en wegen.
Tramverbindingen
Momenteel zijn deze projecten lopende: • het Brabo II-project in Antwerpen is in uitvoering en de in dienstname van 22 Bouwbedrijf • juni april2018 2018
• •
het laatste tramverlengingsproject is gepland voor 2019. voor de tramlijn Hasselt - Maastricht (een project in samenwerking met Nederland) moet de infrastructuur afgewerkt zijn in 2023. van de drie prioritaire tramlijnen van het Brabantnet worden voor de Ringtrambus Heizel - Zaventem de aanbestedingen voor wegenwerken voorzien in de loop van dit jaar en de ingebruikname is gepland voor 2019. Voor de andere twee lijnen (de Luchthaventram Brussel Airport- Brussel en de lijn Willebroek - Brussel) zijn nog geen concrete data gegeven.
Een groot aantal projecten is nog in de studiefase of staat on hold. De projecten in studiefase zijn • de pre-metrokoker onder de Kerkstraat - Pothoekstraat in Antwerpen • de spoorverbinding Brugge - Zeebrugge • de tramverlengingen in Antwerpen (Olympiade - Wilrijk, Mortsel Kontich). On hold staan. • de studie naar de tramlijn Hasselt Genk - Maasmechelen • het project van de tramverbinding Mariakerke - Korenmarkt - Dampoort • de verbinding Koksijde - Veurne
• de tramverlenging Melsele - Beveren. Voor de tramverbinding Dampoor t-Zuid - Sint Pietersstation - Sint-Denijs-Westrem is een multi-criteria-analyse voor het voertuigtype afgerond. De maatschappelijke kosten-batenanalyse van het hoogwaardig openbaar vervoersproject in Kortrijk wordt gefinaliseerd. En over de verbinding Hasselt - Neerpelt - Lommel (één van de Vlaamse spoorprioriteiten) wordt onderhandeld tussen de Federale Staat en het Vlaams Gewest.
Waterwegen en wegendossiers
Wat de waterwegen betreft, is de Seine-Scheldeverbinding prioritair met daarbij een aantal nieuwe bruggen. Momenteel zijn de werken aan het Afleidingskanaal van de Leie en op de Leieas de doortocht in Wervik, de sluis en de doortocht in Harelbeke en de sluis in Sints-Baafs-Vijve in uitvoering. Ook in uitvoering zijn de verhoging van de Dorpsbrug in Ingelmunster (Kanaal Roeselare-Leie), de vernieuwing van de stuw in Kerkhove en de fietsbrug in Wetteren (Boven-Zeeschelde). Op de Leie-as moet tussen nu en 2021 nog een groot aantal werken opgestart worden. Dat geldt ook voor de werken aan de verbinding met Zeebrugge (vervanging van de Steenbruggebrug) en de projectstudies naar de opwaardering van de sluizen van de Boven-Schelde. Op het vlak van de wegendossiers staat de start van de werken op de Linkeroever in Antwerpen van de Oosterweel-
Een beeld van de werken aan het sluizencomplex op de Leie te Harelbeke.
termijn is het een uitdaging om bij de bouwverdichtingsoperatie en de uitbreiding van de bebouwing tot 2050, rekening te houden met een intensiever gebruik van de (vaak verouderde) rioleringsinfrastructuur in stads- en dorpskernen en met een blijvende toename van de bebouwing ten gevolge van de bevolkingsgroei.
Scholen en ziekenhuizen
verbinding nog dit jaar op de planning. Verder is de beëindiging van de werken voor het verhogen van 15 bruggen over het Albertkanaal (gestart in 2017) voor het einde van dit jaar voorzien. Voor de omvorming van de A12 tot snelweg zijn de voorbereidingen aangevat om de werken in 2018 te vergunnen. De ombouw van de N49 tot snelweg is stapsgewijs in uitvoering. Voor de A102 is een studie voorzien. Andere projecten zijn nog in de planningsfase. Het gaat daarbij onder meer over de optimalisatie van de Ring van Brussel (de plannen zijn geactualiseerd en er is overleg met de stakeholders), de Noord-Zuid-verbinding Limburg (een oplossing wordt uitgewerkt via het decreet complex projecten), de omvorming van de N8 Veurne-Ieper (verschillende voorstellen zijn geopperd, maar
niet gerealiseerd) en de N60 in Ronse. Het planningsproces voor de R11 bis (Mortsel) is stopgezet en er is opdracht gegeven een nieuw geïntegreerd planMER op te starten voor de A102 als onderdeel van het haventracé.
Waterzuivering en riolering
Veel gemeenten liggen achter op het behalen van de doelstellingen van de Europese Richtlijn water (rioleringsen zuiveringsgraad). Die doelstellingen moeten tegen 2027 gerealiseerd zijn. De Vlaamse Milieumaatschappij staat voor de uitdaging een inhaalbeweging te maken om bestaande bebouwing van riolerings- en waterzuiveringsinfrastructuur te voorzien. Vooral met collectieve infrastructuur en in beperkte mate met individuele behandelingsinstallaties voor afvalwater. Op langere
Tenslotte zijn er de investeringen voor de bouw van scholen en ziekenhuizen. Voor publiek-private samenwerking voor scholen heeft de minister van Onderwijs een clustergrootte van 20 à 50 milljoen euro vastgesteld. De regering zou bereid zijn risico-allocatie in beperkte mate bij te stellen als bepaalde risico’s niet - of slechts tegen een gevoelige meerkost - kunnen worden gedragen door de private sector. We verwachten eerstdaags de gunningsleidraad en de eerste aanbiedingen. Voor de financiering van ziekenhuizen heeft de Vlaamse regering in juli 2017 al de invoering van een nieuw financieringsmodel voor de ziekenhuisinfrastructuur met bijhorend procedurebesluit goedgekeurd. Dit financieringsmodel bestaat uit een instandhoudingsforfait en een strategisch forfait die worden toegekend voor onbepaalde duur. De bedragen worden berekend over een levensduur van 40 jaar. Met het instandhoudingsforfait moet de bestaande infrastructuur in exploitatie gehouden kunnen worden. Het strategisch forfait is bedoeld voor de dekking van de kosten van volledige nieuwbouw van een ziekenhuis, de uitbreiding van bestaande capaciteit van een ziekenhuis, de werken inzake herconditionering en de eerste roerende investeringen (medische en niet-medische). De uitvoering van dit nieuwe financieringsmodel zal niet meer door deze regering gebeuren.
•
mei juni 2018 • Bouwbedrijf 23
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
Brussel
verandert langzaam maar zeker In de afgelopen jaren heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ook te kampen gehad met een gebrek aan structurele investeringen in zijn infrastructuur. Bijna dagelijks kwam onze hoofdstad in het nieuws met infrastructuurproblemen zoals instortende tunnels en verzakkende wegen. Brussel besliste dan ook te investeren.
"D
e Brusselse mobiliteit is een ware hel!" Hoeveel keer hoorden we deze bedenking over de hoofdstad van Europa niet? Het is bijna dagelijkse kost geworden. We moeten toegeven dat zich verplaatsen van punt A naar punt B, binnen Brussel, soms tot ernstige hoofdbrekens leidt. Verouderende infrastructuur, overal werken aan de gang, geen openbaar vervoer in dit gebied enzovoort. "Na vele problemen met tunnels die moesten worden afgesloten, verzakkende wegen maar ook viaducten die toe moesten, heeft Brussel beslist te investeren in twee priori-
Computersimulatie van het Neo-project op de Heizelvlakte
taire assen", zegt Hugues Kempeneers, coördinator bij de Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad. "De eerste is de renovatie en het onderhoud van zijn infrastructuur na alle mobiliteitsproblemen, de tweede is de aanleg van nieuwe infrastructuur." In dit artikel bespreken we zes punten die de ene keer over renovatie gaan en de andere keer over de aanleg van infrastructuur.
aan de gang en die van de Leopold IItunnel werd net gestart. Een budget van € 264 miljoen is gepland voor een periode van 39 maanden. "Op 1 mei begonnen de veelbesproken renovatiewerken aan de Leopold II-tunnel", zegt Hugues Kempeneers. "In totaal telt Brussel 26 tunnels en het totale bedrag van de investeringen bedraagt ongeveer 60 miljoen euro per jaar."
26 tunnels
Bruggen en viaducten
Het eerste is het meerjarig Tunnelplan dat loopt tot in 2031. Laten we twee concrete gevallen bekijken. De renovatie van de Hallepoorttunnel is
Brussel heeft “ beslist om te investeren in twee prioritaire assen
”
24 Bouwbedrijf • juni 2018
Tweede punt: het Meerjareninvesteringsprogramma Bruggen en Viaducten. Het werd recent goedgekeurd door de Brusselse Regering (zie Bouwbedrijf maart 2018). Ter herinnering, een budget van 24 miljoen euro werd vrijgemaakt tussen 2018 en 2021 om werken uit te voeren op korte, middellange en langere termijn aan Brusselse bruggen en viaducten. Pascal Smet, de Brusselse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, verklaarde in ons vakblad dat "dit programma een primeur was in het Brussels Gewest". Het meerjarenprogramma voorziet ook in € 13 miljoen voor de bouw van zes nieuwe kunstwerken, hoofdzakelijk voetgangersbruggen.
In de komende jaren wordt verder werk gemaakt van de veel te lang uitgestelde en levensnoodzakelijke renovatie van de Brusselse tunnels.
MIVB
De analyse van het investeringsplan van de MIVB zal het derde punt zijn dat we zullen uitwerken. Het budget bedraagt 5,2 miljard euro tegen 2025, met inbegrip van rollend materieel, waaronder 1,4 miljard euro voor infrastructuur en de Noord-Zuid-metro. "Dit investeringsplan heeft tot doel de bestaande lijnen van de premetro om te bouwen tot metrolijnen en de metro uit te breiden naar Bordet met de bouw van zeven nieuwe stations”, verklaart Hugues Kempeneers. “Zowel de herziening van het busmasterplan als de uitbreiding van het tram- en metronet beantwoorden aan de noodzaak om zich aan te passen aan de veranderende sociaal-economische realiteit van het Gewest en om perfect aan te sluiten op het dagelijkse leven van de Brusselaars. Je moet ook anticiperen op het toekomstige gedrag van de gebruikers. We zien vandaag dat jongeren anders aankijken tegen vervoer en meer gewend zijn aan modellen van collectief vervoer en deelmodellen", onderstreept Brieuc de Meeus, de CEO van de MIVB." Ook de uitbreiding van het tramnet is in
volle gang, met de uitbreiding van lijn 9 naar het noorden en van lijn 94 naar het oosten, evenals de ondergrondse aanleg van lijn 7 om de verkeersstromen op het Meiserplein (waar het verkeer nu permanent vastloopt) vlotter te laten verlopen. Het knooppunt van de trams 9, 3 en 7 zal een kern vormen op de Heizelvlakte, geïntegreerd in het Neo-project." Voorts vermelden we dat € 300 miljoen is gepland voor de renovatie van de stations Montgomery, Beurs, De Brouckère en het Centraal Station en € 130 miljoen voor de bouw van nieuwe stelplaatsen in Ukkel en op de Heizel in 2025.
Riolen
Punt 4: de renovatie van de riolen. "Om zijn rioleringen te renoveren, diversifieert Brussel zijn financieringsbronnen, met name door een lening van 1,5 miljard bij de EIB (Europese Investeringsbank)", zegt Hugues Kempeneers. De kosten van deze renovatie bedragen drie miljoen euro per kilometer. Het huidige tempo is 20 km per jaar en moet stijgen tot ongeveer 30 km per jaar om tegen 2030 zowat 500 km gerenoveerd te krijgen.
Sociale woningen en Beliris
Om deze Brusselse investeringen af te ronden, vermelden we ten slotte punt vijf, de renovatie van sociale woningen voor een bedrag van 300 miljoen euro tegen 2021, en het zesde en laatste punt, Beliris. Dat laatste is een samenwerkingsakkoord tussen de federale staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en heeft tot doel de uitstraling van Brussel als hoofdstad van België en Europa te vergroten. Het vlaggenschipproject van Beliris voor de komende jaren is de aanleg van de noordelijke metrolijn naar Bordet, het realiseren van zeven nieuwe stations en de bouw van een stelplaats in Haren. Zoals u zult hebben gemerkt, zijn deze projecten in overeenstemming met de bovengenoemde projecten van de MIVB. Beliris werkt dan ook nauw samen met de MIVB. De investeringen van Beliris bedragen ongeveer 125 miljoen euro per jaar. De conclusie is zeer duidelijk. Ja, Brussel investeert. Ja, Brussel zal er de komende jaren heel anders gaan uitzien. Laat het gezegd worden, Brussel verandert langzaam maar zeker.
•
juni 2018 • Bouwbedrijf 25
WALLONIË
Waals investeringsplan van vijf miljard euro in vijf jaar De Confédération Construction Wallonne heeft het al herhaaldelijk gesteld: Wallonië kampt sinds de jaren 1980 met een structureel probleem van onderinvesteringen. In dit opzicht is het nieuwe Waalse Investeringsplan (voortaan afgekort als het PWI) van vijf miljard euro, dat de Waalse regering begin januari presenteerde, een zegen voor onze sector.
W
allonië wil absoluut werk maken van een meer dan noodzakelijke inhaalbeweging en heeft daarvoor begin dit jaar zijn ambitieuze Investeringsplan goedgekeurd. Goed voor een bedrag van 5 miljard euro. "De CCW is een partner in dit plan en is verheugd over het feit dat de overheid zich bewust is van de urgentie om overheidsinvesteringen weer op gang te brengen om te reageren op onderinvesteringen", aldus Francis Carnoy, directeur-generaal van de CCW. De CCW maakt ook integraal deel uit van het ondersteuningscomité van het PWI. De financiering van dit plan zal zowel de particuliere als de openbare sector mobiliseren. Het plan stimuleert publiek-private samenwerking (PPS) en alternatieve financieringsformules. Naast het investeringsaspect stricto sensu bevat het plan zeer concrete en belangrijke voorstellen voor onze sector. "Het is er met name op gericht de procedures voor de start van de werkzaamheden te versnellen en de toegang van KMO's tot overheidsopdrachten te verbeteren." Het zal ook werken aan het verlichten van Europese en regionale schuldbeperkingen. Een voorbeeld is de 26 Bouwbedrijf • juni 2018
herziening van de gemeentelijke investeringsrichtlijnen.
31 prioritaire projecten
Deze nieuwe middelen zijn bedoeld voor de financiering van 31 prioritaire projecten tussen 2019 en 2024. De strategische gebieden van dit plan zijn mobiliteit, energie, onderzoek, innovatie en digitalisering. "Het plan zal zich concentreren op grote infrastructuurprojecten en de Waalse energietransitie versnellen. Er worden grote investeringen voorgesteld voor de renovatie van bestaande gebouwen, zowel in de openbare als in de particuliere sector. Voor de CCW is dit dringend nodig als we de Belgische en Waalse verbintenissen op het vlak van CO 2-uitstoot willen nakomen." Concreet zullen alle projecten een minimuminvesteringsbedrag van tien miljoen euro moeten bereiken. Zij zullen aan een technische en financiële evaluatie worden onderworpen. Indien zij potentieel in aanmerking komen, zullen zij als PPS-projecten worden aangeboden. Op het gebied van infrastructuur voorziet het plan onder andere in de aankoop van verantwoorde openbare gebouwen en de renovatie
van bestaande gebouwen, de bouw van nieuwe kinderdagverblijven, als onderdeel van het "plan cigogne 3", en het creëren van nieuwe plaatsen in rusthuizen en in rust- en verzorgingstehuizen (rvt's), de renovatie van zwembaden ("Zwembadenplan"), de uitbreiding van het Biopark, de uitbreiding van de beveiliging en veiligheid van luchthavens, steun voor grote toeristische infrastructuurprojecten, de ontwikkeling van collectieve onderzoeksinfrastructuur, de ontwikkeling van de digitale economie... Ook de uitvoering van het afvalbeleid, de kringloopeconomie, de bodemsanering en de omschakeling van industriële braakliggende terreinen en het baggeren van waterwegen zijn vermeldenswaard.
Energie en huisvesting
Voor het energieaspect voorziet het PWI in de verbetering van de energieprestaties van openbare gebouwen, in het kader van het programma "UREBA". Dit programma heeft tot doel de energieprestaties van openbare en niet-commerciële tertiaire gebouwen te verbeteren. Scholen, ziekenhuizen en sporthallen worden beoogd. Inves-
PLAN 2019-2024 GEFINANCIERD MET OPBRENGST KILOMETERHEFFING De Waalse overheid wil op een regelmatige en stabiele manier investeren in het wegennetwerk. Dat zei Carlo Di Antonio, Waals minister van Mobiliteit en Openbare werken op 22 maart jl. bij de presentatie van het Infrastructuurplan 2019-2024. Het plan 2019-2024 is een vervolg op het plan 2016-2019 dat goed was voor een investering van €640 miljoen. Voor het nieuwe plan is voor 2019 een budget uitgetrokken van €170 miljoen en voor de periode 2020-2024 jaarlijks €270 miljoen. Daarnaast is er €75 miljoen vrijgemaakt voor de het vervangen van de slijtlaag van het netwerk van secundaire wegen. De werken bestaan onder meer uit het vernieuwen van de bovenlaag, het verbeteren van de veiligheid van de wegen en van kruisingen in de agglomeraties, het bouwen van kunstwerken als bruggen en tunnels, het verbeteren van het openbaar vervoer, van de verlichting en van de infrastructuur voor voetgangers, fietsers en PBM, parkeerplaatsen en geluidswallen. De voorstellen zullen gefinaliseerd worden in het tweede semester van 2018. Begin 2019 wordt een aanvang gemaakt met de werken. Volgens de minister is de continuïteit van de plannen verzekerd. Dat laat de Waalse bouwsector toe te investeren in materiaal en personen. Overigens komt 2/3 van de middelen voor de verbetering van de infrastructuur uit de opbrengsten van de kilometerheffing.
om de strijd tegen sociale dumping op te voeren door de toepassing van de SPWgids ter bevordering van eerlijke concurrentie en de strijd tegen sociale dumping, door de uitvoering van een actieplan inzake verantwoorde overheidsopdrachten, door de ontwikkeling van een label "bedrijf zonder sociale dumping" in Wallonië en door het opnemen van sociale, milieu- en ethische clausules in overheidsopdrachten.
Werkgelegenheid
Het PWI is een zegen voor de werkgelegenheid. Elke vraag naar een miljoen extra gericht tot de Waalse bouwsector genereert gemiddeld tien directe en indirecte jobs in de Waalse economie als geheel. Geschat wordt dat dit plan, gespreid over vijf jaar, 8 000 banen per jaar zal creëren of behouden in de Waalse economie, waarvan ongeveer 4 000 directe banen per jaar in de bouwsector.
Validering van het PWI teringen in de uitbreiding van gastransport- en -distributienetwerken zijn ook gepland voor economische activiteitszones en industrieën. Het PWI bevat ook een groot hoofdstuk over huisvesting. "We blijven ons richten op dit "Impulsion logement"project van 755 miljoen euro tussen 2019 en 2024." Het voorziet in de oprichting van 10 000 nieuwe sociale woningen, de renovatie van 20 000 sociale woningen en de verbetering van het energierendement van 200 000 particuliere woningen.
Mobiliteit
Mobiliteit speelt ook een belangrijke rol in dit Waalse Investeringsplan (carpoolen, fiets-voetgangerinfrastructuur, "Ravel", nieuwe lijnen voor openbaar vervoer, verhuur van deelauto's, enzovoort). Deze investeringen kaderen in de visie van de Waalse mobiliteit tegen 2030 "VISION FAST". Op het gebied van autoverplaatsingen is een van de ambitieuze doelstellingen om te gaan van 83% in 2017 naar 60% in 2030.
Sociale dumping
De CCW onderstreept verder de wil
Tot slot "moeten we waakzaam blijven voor de effectieve uitvoering van het plan, dat op dit moment alleen "op papier" aantrekkelijk is. Het plan moet nu verder gaan dan de aankondigingsfase", zegt Francis Carnoy. Het is belangrijk erop te wijzen dat dit plan, gefinancierd met publieke en particuliere middelen, nog door Europa moet worden gevalideerd. Het gaat erom de impact ervan op de overheidsschuld in te schatten (via het Nationaal Investeringsprogramma). Een herkwalificatie van bepaalde financiële constructies zou ongetwijfeld leiden tot een heroriëntatie van het Waalse investeringsplan zoals het oorspronkelijk werd voorgesteld.
•
juni 2018 • Bouwbedrijf 27
INFRABEL
Uitbreiding spoorwegnet en heropstart GEN Infrabel stelde onlangs de investeringsplannen op korte termijn (2017-2020) en lange termijn (2018-2031) voor.
I
nfrabel heeft voor de komende jaren twee belangrijke meerjareninvesteringsplannen. Op de eerste plaats is er het investeringsplan 2017-2020 waarin de door de regering verwachte begrotingsinspanningen zijn verwerkt. “Het spaart daarbij zo veel mogelijk de investeringen in het spoorwegnet die nodig zijn om de veiligheid te verhogen en de dienstverlening aan de klanten te vrijwaren,” aldus Infrabel. Op de tweede plaats is er, dankzij een bijkomende federale financiering van 1 miljard euro, een nieuw strategisch plan 2018-2031. Infrabel: “Om het aanbod aan de klanten en de kwaliteit ervan ter verhogen, richt dit plan zich op een verdere uitbreiding van het spoorwegnet, zoals de heropstart van het GEN-project (Gewestelijk Express Net), de ontwikkeling van het spoorwegnet in Limburg en in de havens.” Een groot deel van de inspanningen van Infrabel gaat naar veiligheid: tegen 2022 moet alle rollend materieel van Infrabel uitgerust zijn met het European Train Control System en daarnaast is er een concentratie van de 368 seinhuizen die er in 2005 nog waren naar 10 seinzalen in 2024. Verder investeert men in het 28 Bouwbedrijf • juni 2018
stationsinrichtingen. Recent rondde Infrabel de bouwkundige werken voor de aanleg van de Spoorbypass Mechelen af. De spoornetbeheerder start nu met de volgende belangrijke fase: de aanleg van de spoorinfrastructuur op het 3,2 km lange traject.
GEN
beveiligen en afschaffen van overwegen. Daarvoor is een bedrag van 15,5 miljoen euro (2017) vrijgemaakt. Voor de beveiliging van tunnels en sporen en het Business Continuity Plan staat 74,2 miljoen euro (2017) apart. Die werkzaamheden bestaan onder meer uit het aanbrengen van een brandwerende laag op de tunnelwanden.
Uitstel
Een aantal spoorwegvernieuwingswerken was voorzien voor de periode 2017 tot 2020, maar door gebrek aan beschikbare middelen zijn die uitgesteld. De focus van de vernieuwingswerken van het spoornet is het aantal ‘berichten tijdelijke snelheidsbeperking’ beperkt te houden. Infrabel voegt daar aan toe dat “....het van essentieel belang is dat het investeringsniveau voor het capaciteitsbehoud vanaf
2021 wordt verhoogd om te vermijden dat sommige lijnen niet meer zouden kunnen gebruikt worden.” Ook wil men vermijden dat “.... de almaar verder uitgestelde infrastructuurvernieuwingswerken door hun omvang onuitvoerbaar worden, of dat die werken slechts mogelijk zijn middels langdurige buitendienststellingen.” In het kader van de veiligheid en punctualiteit voert Infrabel voor 46,6 miljoen euro (2017) werken uit voor onder andere de vernieuwing van de onthaalinfrastructuur. Die behelzen verhogingen van de perrons tot 55 cm of 76 cm (de NMBS geeft daarbij de voorkeur aan een hoogte van 76 cm). Daarvoor staat op korte termijn een bedrag van 24,73 miljoen euro (2017) ingepland. Verder staan er geen nieuwe grote stations op de planning, wel bestaande
Op de langere termijn werkt Infrabel aan de heropstart van het Gewestelijke Express Net op basis van het Strategisch Meerjaren Investeringsplan 2018-2031. Daarvoor wordt 750,4 miljoen euro voorzien van de 1.146,9 miljoen voor het volledige plan. De GEN-werken bestaan uit het viersporig maken van de infrastructuur en de inrichting van stations en stopplaatsen. De overige bijna 400 miljoen euro zijn bestemd voor Vlaamse prioriteiten (342,8 miljoen euro), Waalse prioriteiten (47,5 miljoen euro) en prioriteiten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (6,2 miljoen euro). Vlaanderen wil de havens toegankelijk maken, de lijnen meersporig maken en elektrificeren (vooral in Limburg) en werken laten uitvoeren aan de stations. Voor Wallonië gaat het vooral om de beveiliging van de infrastructuur en voor Brussel om de eerste fase van de werken aan Brussel-Zuid.
•
WORKSHOP
CRB formuleert aanbevelingen rond nationaal pact Tijdens een workshop op 4 mei jl. heeft de Bijzondere Raadgevende Commissie Bouw van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven aanbevelingen gepresenteerd in het kader van het Nationaal Pact voor Strategische Investeringen. Men informeerde de sociale partners en vroeg feedback met het oog op ‘finetuning’ van de adviezen.
V
orig jaar presenteerde Eerste Minister Charles Michel het Nationaal Pact voor Strategische Investeringen, een idee dat hij in 2016 lanceerde. De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven ziet in dat pact “...een kans om duurzame economische groei voor de toekomstige generaties te waarborgen.” Maar de sociale gesprekspartners van de bouwsector menen “....dat hiervoor een aantal premissen moet worden ingevuld. Vandaar dat zij in een advies aan de beleidsmakers een aantal voorstellen hebben geformuleerd om een diepere reflectie over het NPSI op gang te brengen.” Uitgangspunten zijn daarbij dat de Belgische overheidsinvesteringen op een (te) laag niveau staan: cijfers wijzen uit dat die in de periode 1995-2015 iets meer dan 2% van het Bruto Binnenlands Product vertegenwoordigen. Daarmee zit België op het op één na laagste percentage in Europa. De gevolgen laten zich voelen in onder meer de problemen op het vlak van infrastructuur.
Adviezen
Emmanuel de Béthune (secretariaat Centrale Raad voor het Bedrijfsleven) stelde de belangrijkste aanbevelingen van de sociale partners voor: - Traject Horizon 2030: er moet een traject komen om tot een netto activaaangroei te komen (+/- 1% bbp, een niveau dat vergelijkbaar is met dat ››› van de Scandinavische landen) juni 2018 • Bouwbedrijf 29
WORKSHOP ››› - soepele regels voor investe-
ringen: een gedeeltelijke of volledige neutralisering van de overheidsinvesteringen in de begrotingsregels voor publieke investeringen met een groot multiplicatoreffect. De Europese Commissie zou mee kunnen bepalen welke investeringen deze neutralisatie genieten. - een gestructureerde en efficiënte governance van de verschillende investeringsprojecten via participatie van de betrokken spelers, een duidelijk businessplan, projectopvolging en evaluaties. - gebruikmaken van het spaargeld van de burgers, eventueel via nieuwe spaarproducten door de banken gecommercialiseerd met een aantrekkelijk marktconform rendement, zo mogelijk met overheidswaarborg.
Reflectie
Ten behoeve van de discussie vroeg men drie universiteitsprofessoren en de ceo van ORI naar een reflectie op die aanbevelingen. Prof. emeritus Wim Moesen (KU Leuven) wees op de nood aan investeringen en betoogde dat de overheidsinvesteringen slachtoffer zijn geworden van de strenge Europese begrotingsregels en de maatregelen na de bankencrisis van 2008. “Alle landen hebben bezuinigd op publieke investeringen. Die zijn gemakkelijk uit te stellen en er zijn geen protesten,” aldus Moesen. De vraag is of dergelijke investeringen wel binnen recurrente begroting moeten. Hij pleitte ervoor de extra overheidsinvesteringen (1% van het BBP)
30 Bouwbedrijf • juni mei 2018
niet onder die begrotingsregels te laten vallen. Prof. Guiseppe Pagano (Service de Finances publiques et de Fiscalité, Universiteit Mons) ging in op de vraag of er nood is aan een volledige of gedeeltelijke neutralisering van bepaalde overheidsinvesteringen in de begrotingsregels om de publieke investeringen op te trekken. Ook hij wees op de structureel ontoereikende publieke investeringen in ons land sinds 1974 en op de effecten van de begrotingsmaatregelen (zowel nationaal als Europees). Er zijn volgens hem objectieve redenen om die overheidsinvesteringen te verhogen: de groei van de bevolking (nu 11 miljoen met een trend naar 12 miljoen), de slijtage van overheidsgebouwen, de mobiliteitsproblematiek en de nieuwe behoeften omtrent leefmilieu. Pagano wees erop dat de overheidsschuld stabiel is en dat de rentelast ervan is gedaald. Hij stelde dat het een gemiste kans zou zijn om geen gebruik te maken van de historisch lage rente.
“Zelfs als de interest zou stijgen, duurt het nog enige tijd voor er een impact is,” aldus prof. Pagano. Zijn visie is dan ook dat “...het risico bestaat dat ontoereikende publieke investeringen de economische groei vertragen en ons beletten andere doeleinden te verwezenlijken.” Vandaar dat het nodig is de Europese begrotingsregels aan te passen (de -3% grens vervangen door een absoluut evenwicht van de lopende verrichtingen) en “....een reeks bijkomende strategische investeringen te aanvaarden ten belope van 1% van het BBP (4,5 miljard euro) ‘buiten deficit’.
Point of no return
Ir. Jan Bosschem (CEO van ORI, representatieve organisatie van de advies- en ingenieurssector) keek of er nood is aan een meer gestructureerde en participatieve governance om openbare investeringen te begeleiden. Om te komen tot succesvolle overheidsinvesteringen moet er volgens hem vanuit de politiek meer zekerheid
NAAR EEN STATEN-GENERAAL PUBLIC ASSETS? Ir. Jan Bosschem (ORI) deed tijdens de workshop de suggestie te komen tot een Staten-Generaal ‘Public Assets Belgium’, naar het voorbeeld van Denemarken. Zo’n Staten-Generaal zou de strategische assets van de overheid (infrastructuur, overheidsgebouwen) in kaart moeten brengen en de staat en de restwaarde ervan bepalen. Op die manier zijn ook lacunes te bepalen en prioriteiten vast te stellen. Elke twee jaar zou er een nieuwe staat opgemaakt moeten worden. Een belangrijk facet van zo’n Staten-Generaal is ook de communicatie over dergelijk initiatief.
komen. “De wetgeving is te complex, de processen zijn ondoorzichtig en de besluitvorming is onzeker,” zei hij. Vijf minuten voor de ultieme vergunning kan een project nog ‘terug naar af ’ door procedure-argumenten en wispelturig beleid. Zijn oplossing is dat er tussentijdse ‘points of no return’ moeten komen. Verder drukte hij op de noodzaak van een visie op onderhoud en ook om onderhoudsinvesteringen vanaf de start van een project mee op te nemen. “We moeten afstappen van de lowest price. Dat is een garantie voor een gebrek aan kwaliteit en leidt niet tot een minimum life-cyclecost,” aldus Bosschem. Ten slotte was er de vraag of men beroep moet doen op het spaargeld om publieke investeringen te financieren? Prof. Etienne De Callatay, Universiteit Namur was er geen voorstander van om instrumenten in te zetten die het spaargeld van de burgers prioritair oriënteren naar de financiering van die investeringen. Hij stelde ook vragen bij het belang van publiek-private samenwerkingen, omdat die niet altijd even efficiënt blijken te zijn. De leden van de Commissie Bouw die aan het colloquium deelnamen, antwoordden daar op dat zij niet direct naar die formule zouden willen gaan behalve als die meer voordelen biedt dan een traditionele overheidsfinanciering van de investeringen. In die zin verduidelijkten zij hun mening.
•
mei 2018 • Bouwbedrijf 31
VLAAMSE DAKDEKKERS BUIGEN ZICH OVER ASBESTPROBLEMATIEK
VLAAMSE DAKDEKKERS IN ACTIE De Vlaamse dakdekkers zijn intussen al tweemaal samengekomen. Zij pleiten voor een eigen Vlaamse werking binnen de Confederatie Bouw Dak en binnen de Confederatie Bouw Afwerking. Op 17 april hebben zij Johan Vandebuerie aangeduid als hun voorzitter en als het aanspreekpunt voor de Vlaamse dakdekkers. Op 4 september komen zij opnieuw samen. Het is de bedoeling tegen dan een voorstel voor de regulering van de eenvoudige handelingen uit te werken en een voorstel van aangepaste bijscholing. De Vlaamse dakdekkers hebben aan de VCB gevraagd al de opleidingen die nu al voor dakdekkers bestaan, te bundelen en in de media bij te dragen tot een positief imago van het beroep.
Vraag naar meer houvast en bescherming Op 17 april heeft bij het BEMT te Geel een seminarie over asbestverwijdering voor dakdekkers plaatsgehad. Het seminarie werd georganiseerd op vraag van de Vlaamse dakdekkers. Zij worden bij de uitvoering van dakwerken steeds meer geconfronteerd met de problemen die verbonden zijn met de verwijdering van asbest en zijn hiervoor op zoek naar oplossingen. Experten van Ovam, Constructiv, Confederatie Bouw en Tracimat begeleidden hen hierbij.
S
ven De Mulder (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) wees in zijn toespraak al op een aantal specifieke implicaties bij dakwerken. Door vergruizing van verweerde oudere platen in asbestce-
32 Bouwbedrijf • juni 2018
ment komt asbest op de vloeren terecht. Dakgootslib bevat zeer hoge concentraties vrije asbestvezels. Hoge concentraties komen ook in de onderliggende toplaag van de bodem, in het slib van de regenwateropvang en in de riolering terecht.
Zodra het dak is dichtgelegd, mogen asbestresten op de zoldervloer niet meer via de zogenaamde ‘eenvoudige handelingen’ worden verwijderd. Omwille van de mogelijke risico’s staan sommige dakdekkers nog afkerig van asbestverwijdering. De asbestverwijdering dan overlaten aan de particulieren is eigenlijk geen optie. De dakdekkers willen het asbest zelf verwijderen maar zij willen dan voldoende beschermd zijn tegen mogelijke risico’s. De uitvoering via de reglementering op de ‘eenvoudige handelingen’ moet voldoende bescherming bieden. De Vlaamse dakdekkers willen duidelijk weten wat wel en wat niet mag. Zij vragen een duidelijk houvast. Kan er niet worden gewerkt op basis van bewezen technieken? De uiteindelijke doelstelling (zo weinig mogelijk mensen aan zo weinig mogelijk vezels blootstellen) is nog te vaag.
Asbestmemorandum
Marc Junius (Confederatie Bouw) verwees naar het asbestmemorandum dat de sociale partners van de bouw hebben ondertekend. In dit memorandum vroegen zij de publicatie van een lijst van ondernemingen die hun werknemers een passende opleiding hebben laten volgen. Zij pleiten in dat kader ook voor een driejaarlijkse in plaats van de huidige jaarlijkse bijscholing. Verder vroegen zij onder andere meer sensibilisering voor de risico’s van asbest, een erkenning voor wie een asbestinventaris mag opmaken, de invoering van een asbestattest bij de verkoop van gebouwen en terreinen, meer aandacht voor de asbestproblematiek bij de veiligheidscoördinatie en in het postinterventiedossier. Het memorandum dateert van 2015 maar federaal minister Peeters wacht met de uitvoering. Een aantal desiderata behoort trouwens tot de bevoegdheid van de Vlaamse regering en meer in het bijzonder van Vlaams minister Schauvliege. De toespraak van Sven De Mulder speelde hierop in. De Vlaamse overheid
is van plan opdrachtgevers te ondersteunen bij de verwijdering van asbest. Gemeenten krijgen subsidies om asbestcement aan huis in te zamelen. Dat komt overeen met de idee van de Vlaamse dakdekkers om asbestafval gratis te laten ophalen bij particulieren. Vanuit Ovam wordt ook gedacht aan samenkoopformules voor dakrenovatiewerken. Renovatiepremies moeten mede de asbestverwijdering helpen financieren. Vlarem II moet het verbod op ontmossen en op het plaatsen van zonnepanelen en overzetdaken op asbestdaken verduidelijken. Een communicatiecampagne zal de burgers wijzen op de risico’s bij de ontmanteling van verweerde asbestdaken. De Vlaamse regering wil tegen 2040 Vlaanderen ‘asbestveilig’ krijgen en is daartoe eveneens van plan om een asbestinventaris op te leggen bij verkoop en verhuur en dit te koppelen aan de woningpas.
Uitvoering van eenvoudige handelingen
Ovam denkt aan de invoering van een erkenning voor de verwijdering van
asbestdaken, zoals ook de dakdekkers pleiten voor een erkenningssysteem voor aannemers die de eenvoudige handelingen correct uitvoeren. Maar wat is een ‘correcte uitvoering’? Hoe weten we dat de grenswaarde van 0,1 vezels per cm³ niet is overschreden? Is hiervoor een controle met een meter nodig? Volgens Sven De Mulder zijn er voldoende cases bekend die aantonen dat in buitencondities geen overschrijding van de grenswaarde plaatsvindt. In courante situaties is luchtmeting dus niet noodzakelijk. Om de burgers te sensibiliseren, kan de aannemer best een basisofferte opmaken en daarnaast als opties de vereiste bijkomende maatregelen aangeven met toelichting van hun meerwaarde. Op die manier kunnen zij de opdrachtgever op zijn verantwoordelijkheid aanspreken. Wat met de stockage van asbest bij de bedrijven? Annelies Vanden Eynde (Tracimat) ging dieper in op het ketenzorgsysteem voor bouw- en sloopafval dat vanaf 24 augustus 2018 in voege zal treden. Van cruciaal belang bij het acceptatiebeleid van de brekers wordt het verschil tus-
sen hoog- en laagmilieurisicopuin. Uit attesten van Tracimat zal de breker kunnen afleiden of hij het puin zal kunnen aanvaarden als laagmilieurisico. Dit puin zal dan tegen een lagere prijs worden verwerkt. Uiteindelijk zullen alle bouwberoepen met dit onderscheid rekening moeten houden, dus ook de dakdekkers die daken afbreken.
Opleidings- en bijscholingsvereisten
Christian De Pue (Constructiv) gaf meer informatie over de specifieke opleidingsvereisten voor werknemers die belast zijn met het slopen van asbest. Hij gaf aan dat de reglementering op de inhoud van de jaarlijkse bijscholing van 8 uur nu al enige soepelheid toestaat. Zo kunnen in deze opleiding ook ergonomische maatregelen, EHBO, communicatietips (bijvoorbeeld naar de buurtbewoners) en veiligheidsbewust gedrag aan bod komen. De reglementering laat afwisseling toe. De dakdekkers kunnen dus aandringen op een invulling die meer op hun noden is afgestemd.
•
Op zoek naar huisvesting voor uw (buitenlands) personeel? Wij regelen het voor u van A tot Z! www.bcliving.be - info@bcliving.be
juni 2018 • Bouwbedrijf 33
VCB
Snel en efficiënt energiepremies aanvragen? Dat kan digitaal Energiepremies blijven voor veel Vlamingen nog steeds een interessante tegemoetkoming voor uitgevoerde renovatiewerken, zeker ook door de in 2017 gelanceerde ‘totaalrenovatiebonus’ – een extra premie voor wie minstens 3 investeringen (binnen de vijf jaar) doet om zijn of haar woning energiezuiniger te maken.
I
n 2017 werden er in Vlaanderen 113 232 premiedossiers uitbetaald voor een totaal bedrag van 79 miljoen euro. De meeste premies worden aangevraagd voor dakisolatie, hoogrendementsbeglazing en spouwmuurisolatie. Wat betreft uitbetaalde bedragen gaat het grootste deel naar dakisolatiepremies, gevolgd door spouw- en buitenmuurisolatie.
Vraag premie online aan voor uw klant: correct ingevuld én sneller uitbetaald
Als vakman ben je de geknipte partij om uw klant te informeren over de bestaande premies. Maar niet alleen dat, je kan ook de energiepremies voor jouw klant aanvragen. Zowel Eandis als Infrax hebben hiervoor een online aanvraagtool. Via deze tool kan jij, als aannemer/installateur, de premie aanvragen voor je klant. Je beschikt immers over alle technische gegevens van de installatie of uitgevoerde werken waardoor een online aanvraag snel ingediend kan worden. Jouw klant is op die manier zeker van een correcte aanvraag en zal bovendien sneller zijn premie uitbetaald krijgen. Hoe aanvragen voor je klant? Afhankelijk van het dekkingsgebied van de distributienetbeheerders, vraag je de premie aan via de website van Eandis (https://www.eandis.be/nl/klant/energie-besparen/premieonline-aanvragen) of Infrax (https://www.infrax.be/premieaanvragen). Je duidt dan aan dat je installateur bent en vult alle velden in. Wil je jouw klant verder helpen, maar gaat een volledige premieaanvraag voor jou een stapje te ver? Help hem dan op weg door hem de gevraagde bijlagen (factuur, attesten, …) digitaal te bezorgen. De documenten die Eandis/Infrax nodig heeft, vind je terug op hun websites. Deze manier van werken is voor jou en je klant een duidelijke win-win. Jij hebt een tevreden klant die er zeker van 34 Bouwbedrijf • juni 2018
kan zijn dat alle technische gegevens kloppen. Jouw klant is enthousiast want hij krijgt sneller zijn premie uitbetaald. De redactie van dit magazine was iets te ijverig door het artikel met als titel ‘Woningpas-light wordt deze maand gelanceerd’ al in het mei-nummer te publiceren, terwijl het nog niet duidelijk is wanneer de woningpas exact in werking zal treden. Vooropgesteld was om de woningpas nog voor de zomervakantie te lanceren, maar daar is vandaag nog geen duidelijkheid over. Van zodra we meer weten, hoort u het ook. Onze excuses
WIST JE DAT …?
• Bij een papieren aanvraag duurt het gemiddeld 8
weken vooraleer de premie wordt uitbetaald; bij een online premieaanvraag streven we ernaar dat de klant al na 2 à 3 weken zijn geld ontvangt.
Verzekeringsonderschijver gespecialiseerd in financiële garanties en waarborgen voor de vastgoedsector
• Het aantal online premieaanvragen steeg in 2017 van 45% naar 67%.
• Een online premieaanvraag heeft minder kans op
VERPLICHTE TIENJARIGE AANSPRAKELIJKHEID Beste verhouding niveau garantie en premie in België Een degressief tarief indien gecombineerd met de voltooiingswaarborg Wet Breyne Contracten voor bouwpromotors Contracten voor bouwondernemers Contracten voor ambachtslieden
fouten, waardoor het dossier vaak een pak sneller kan verwerkt worden.
• Bij een online premieaanvraag ontvang je een
ontvangstbevestiging, met een dossiernummer. Met deze referentie vinden Eandis en Infrax snel de aanvraag terug.
• Een online premieaanvraag kan je opslaan en later vervolledigen, of door je klant laten aanvullen.
VOLTOOIINGSWAARBORG WET BREYNE Garanties aan 5% of 100% Geen impact op uw lopende kredietlijnen bij de bank Garantie van voordeligste tariefvoorwaarden Administratieve vereenvoudiging dankzij digitalisering
• Wil je in één beweging meerdere premieaanvragen lanceren? Geen probleem! Bij het beëindigen van de eerste premieaanvraag heb je de mogelijkheid om nog meerdere aanvragen te doen waarbij je gegevens worden bewaard. Vragen? Mail ze naar Tim Van Helden. Hij is beleidsmedewerker Energie bij de Vlaamse Confederatie Bouw (tim.vanhelden@vcb.be)
BELGISCHE EN LUXEMBURGSE MARKTLEIDER IN DE VOLTOOIINGSWAARBORG (WET-BREYNE) EN DIT MET MEER DAN 2 MILJARD EURO AAN VERZEKERD KAPITAAL www.siniat.be
oplossing(s)?
gericht
ONZE HOOFDDOEL IS DE KLANTENTEVREDENHEID. HIERONDER KAN U ONZE ENGAGEMENTEN TERUGVINDEN: Selectie van de beste verzekeraars Een onderschrijvingscapaciteit die tot 250M € kan gaan per klant Administratieve vereenvoudiging en efficiëntie dankzij digitalisering Een geëxperimenteerde team in de vastgoedsector
Op elke vraag een passend antwoord
CONTACTEER ONS : +32 2 588 27 63 www.eurocaution-benelux.eu info@eurocaution-benelux.com
juni 2018 • Bouwbedrijf 35 EUROCAUTION_PUB 3 NL DEF.indd 1
27/04/18 16:18
BOUWRADAR
Communicatie is een van de sleutels tot succes
A
ls je de bovenstaande afbeeldingen bekijkt, besef je plots hoe complex communicatie kan zijn. Tijd besteden aan het uitwisselen van de meningen van betrokken personen is namelijk erg belangrijk om misverstanden, ondermaatse prestaties of vertragingen te voorkomen. Bij het uitvoeren van grote projecten en op kleinere werven kunnen we – dankzij goede communicatie- veel (tijd-) verspilling vermijden. Vooral verspilling van tijd valt op: wachttijden aan magazijn, wachten op chauffeurs , wachttijden op de juiste documenten, … mochten we vooraf duidelijker communiceren zouden er heel wat misverstanden (en bijgevolg tijdverspilling) kunnen worden voorkomen. We kunnen dus beter die verspilde tijd investeren in een betere planning (van mensen, taken, materialen,…) en verdere automatisering. Na verloop van tijd ga je meer en kwalitatievere werven kunnen opleveren, sneller kunnen factureren. En hoe je het draait of keert: het is soms net die ene extra werf die het jaar goed maakt en jouw zomervakantie/eindejaarsfeesten net iets gezelliger. Zoals eerder vermeld, kunt u de verschillende gesprekspartners bijeenbrengen om het actieplan, de taken, de knelpunten en het projectverloop te bespreken. Als hiervoor echter veel mensen moeten worden samengebracht (projectteam, interne dienstverleners, investeerders, onderaannemers, top van het bedrijf, gebruikers, personeel, mensen uit de omgeving van het bedrijf ), kan het wel complexer worden. Vergeet niet dat je door de aanwezige technologie en de talrijke toepassingen op het gebied van projectbeheer, een project ook online kunt beheren. Wil je tijdverspilling inperken? Schrijf je dan in voor BouwRadar. Wij kunnen tijdens de gratis begeleiding ook uw processen doorlichten en tips en trics rond digitalisering meegeven. We hebben al voorbeelden van kleine kmo-bedrijven die een werf zo opsplitsen dat er per dag per arbeider staat omschreven welke taken ze moeten doen met vermelding van de bijhorende materialenlijst. Op het einde van de dag krui36 Bouwbedrijf • juni 2018
sen ze aan wat wel en niet is uitgevoerd en welke materialen ze hebben verbruikt. INFO : www.bouwradar-vcb.be/aanmelding freija.jongbloet@vcb.be of 0473 90 43 20.
MAAK VAN BRAND GEEN LOPEND VUURTJE. Promat, uw partner voor de passieve brandbescherming van gebouwen. info@promat.be | www.promat.be
Installatie_en_Bouw_95mmx130mm.indd 2
9/05/2018 10:12:52
Onbeperkte ruimte voor vernieuwende projecten Isoleer met de laagste lambdawaarde ooit voor PU-hardschuimplaten dankzij Xentro® technology. Ontdek zelf hoe dun en performant u kunt isoleren met Eurowall® Xentro® spouwisolatie en Eurofloor Xentro® vloerisolatie.
recticelinsulation.be
lambda
19
HACKATHON DIGITAL CONSTRUCTION
De deelnemers voor de Sint-Michiels-enSint-Goedelekathedraal, in het centrum van de stad Brussel.
48 uur open innovatie De Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad organiseerde in het weekend van 20 tot en met 22 april een hackathon over ‘Digital Construction’ met het oog op open innovatie en de mogelijkheden die ICT voor het bouwbedrijf biedt.
I
nformatie- en communicatietechnieken spelen in het bouwproces een belangrijke rol. Met de opkomst van BIM - Building Information Modelling (plannen die niet meer op papier, maar op de computer gemaakt worden) is er sprake van een stroomversnelling op dat gebied. Johan Vyncke (directeur onderzoek & innovatie en algemeen raadgever bij het WTCB Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf én jurylid bij de hackathon over ‘Digital Construction’): “Het gebruik op de bouwplaats van robots en cobots (collaborative robot) die op basis van de BIM-plannen hun taken uitvoeren en de vakman helpen, steekt stap voor stap de kop op. Allerhande ‘bots’ zullen straks wellicht van dienst zijn bij het ontwerp, de uitvoering en het gebruik van gebouwen.”
Innovatie
Jean-Christophe Vanderhaegen over die hackathon: “De bedoeling is om aan open innovatie te doen. Traditioneel is
38 Bouwbedrijf • juni 2018
in de bouw innovatie beschermd binnen het bedrijf. Nu was het de bedoeling om samen aan innovatie te doen.” Volgens Bart Ingelaere Adjunct Directeur Generaal bij WTCB, coach tijdens de hackathon, kan zo’n evenement “... bijdragen aan de digitale evoluties omdat het toelaat nieuwe contacten te leggen over de grenzen van sectoren en specialisaties heen. Dit initiatief paste dan ook perfect in de actie die het WTCB samen met CBB-H en met steun van Innoviris, in Brussel voert op het vlak van technologiebegeleiding. Het laat toe snel een multidisciplinair team te vormen dat zich over nieuwe oplossingen buigt en frisse ideeën en concepten aandraagt.” Aan de digital construction hackathon namen 50 personen deel uit verschillende sectoren (bouwnijverheid, IT, studenten...). Bij de start ervan kon wie wilde een idee presenteren (er was er een 20-tal) rond vier thema’s (‘Artificial Intelligence and the use of Big Data in Construction’, ‘Digital experience with 3D Technology’, ‘Automated Lean measurement’ en ‘Track & Trace and IoT made available across the industry’). De deelne-
mers selecteerden zeven ideeën en sloten zich daarna bij één ervan aan. Jean-Christophe Vanderhaegen: “Die groepen hebben een hele weekend aan de uitwerking van zo’n idee gewerkt om die dan op zondag voor te stellen. Er waren coaches (15) die hen begeleidden om het idee verder te brengen.” Ten slotte koos een jury op het einde van het weekend het winnende idee.
Winnaar
Dat winnende idee kwam van Wouter Devriendt met S.A.M-project, een zoals hij zelf zegt bouwkundig ingenieur die verloren gelopen is in de IT. Hij is werkzaam bij Agfa Health Care en heeft met enkele vrienden een start-up (Balloon-Inc) opgezet. De insteek was dat er op een werf verspilling is, onder meer van tijd. Containers met materiaal staan niet altijd goed opgesteld, materiaal ligt niet altijd op de juiste plaats, met als gevolg te veel verplaatsingen op een werf. “Het idee was om met camera’s te meten waar de mensen op de werf hebben gestapt via ‘health runs’. Met zeven mensen hebben we eraan gewerkt en is het idee wat gegroeid,” aldus Devriendt. De focus kwam tijdens de hackathon op veiligheid, want ook dat is een probleem. De camera detecteert automatisch of personen een helm dragen of niet en of ze in zones komen waar ze niet mogen zijn. Daarvoor moet met artificiële intelligentie gewerkt worden. “Mensen hoeven de beelden niet meer te bekijken. Het systeem geeft de werfleider automatisch een pushbericht. Achteraf kun je dan nog de beelden opvragen. Het gaat niet om het herkennen van personen (dat is privacy), het is geen heksenjacht.” De jury was enthousiast maar had toch liever gezien dat de focus op het optimaliseren van de tijd van de werknemers lag, het initiële idee van Devriendt.
en ook iemand die actief was op het terrein van robotica. Die laatste was volledig van buiten de bouwsector. “Zijn inbreng was vooral op het technisch aspect interessant,” zegt Auvray.
Leerrijk
Hoe kijken nummers één en twee terug op het hackathonweekend? Devriendt: “Fantastisch en heel leerrijk. Het was een goede ervaring om binnen 48 uur een case uit te werken. Het was zeker de moeite. Op zo’n weekend kun je natuurlijk niet zien of het allemaal haalbaar is. Het zijn hypotheses die je kunt nagaan.” En zegt Auvray: “Het was heel intens. Je bent er non-stop mee bezig. Het was leerrijk om met verschillende mensen te brainstormen en de goede ideeën te behouden. Het laat ook toe snel te evolueren.” Johan Vyncke noemt de afgelopen hackathon ‘erg interessant’. “Alle elementen waren aanwezig om er een succes van te maken. Een goede locatie, goede organisatie en vooral heel enthousiaste deelnemers. De ‘vibes’ zaten dan ook van bij aanvang goed, zoals al snel getwitterd werd... Het was een leuke ervaring om als coach en in de jury actief te zijn. Het was een moeilijke opdracht om de goede ideeën die in deze eerste uitgave van de Hackathon in een pitch werden voorgesteld, te rangschikken en een winnaar aan te duiden.”
•
NATURALLY FEELING GOOD...
Schilderende robot
Runner-up was een idee van Gaëtan Auvray, een elektromechanisch ingenieur, parttime werkzaam bij een algemeen aannemer en daarnaast bezig met het opstarten van een eigen activiteit. Auvray had het idee om een robot in te zetten bij afwerking van een project (CoCo) en wilde dat via de hackathon aftoetsen. “Initieel was het idee dat de robot meerdere taken in functie van gereedschap zou doen. Tijdens het weekend is dat geëvolueerd naar een robot die schildert: een mobiel platform dat langs de muren rijdt en dat spuit. De robot scant een ruimte op basis van depth sensors, camera’s in 3D. De schilder stuurt de robot aan met een tablet of GSM,” aldus Auvray. Aan die manier van werken zouden verschillende voordelen verbonden zijn: de productiviteit van de schilder verhoogt, het zwaardere werk (zoals plafonds schilderen) komt voor rekening van de robot, de veiligheid van de schilder is ook beter (het is niet meer nodig ladder of stelling op en af te gaan en te verplaatsen) en er is minder afval (als de robot preciezer werkt, hoeft er minder afgedekt te worden). Auvray had in zijn team mensen met een verschillende achtergrond, studenten, werknemers bij algemeen aannemers
Healthbox® 3.0 Dé slimme oplossing voor gezonde binnenlucht in de woning • Snelle & betrouwbare installatie via de app • Communicatie met andere slimme toestellen via SmartConnect • Slim omgaan met luchtkanalen in kleine ruimtes dankzij klepcollectoren
www.renson.be
juni 2018 • Bouwbedrijf 39 bouwbedrijf_90x130_NL_0417.indd 1
13/04/17 08:51
VBA
Aannemer met vertrouwen in de toekomst zoekt geschoolde arbeidskrachten Op 3 mei 2018 presenteerde de Vereniging der Belgische Aannemers van Grote Bouwwerken (VBA) haar vijfde jaarlijkse barometer. Het vertrouwen van de bedrijfsleiders neemt wel toe, maar ze maken zich grote zorgen over het tekort aan geschoolde arbeidskrachten. Bouwbedrijf woonde de voorstelling van deze barometer bij.
T
raditiegetrouw in deze periode van het jaar, presenteerde de VBA haar jaarlijkse barometer. Die toont hoe de 65 aangesloten bedrijven de huidige economische situatie aanvoelen. Hun bedrijfsleiders kregen vragen over vier grote thema's voorgelegd: de gezondheid van de bedrijven, het vertrouwen van het management, de werkgelegenheid en de vooruitzichten. Wat blijkt? 19% van de ondernemingen noemt zijn situatie zorgwekkend."Een stabiel cijfer sinds vorig jaar", zegt Didier Cartage, directeur-generaal van de VBA. 21% spreekt van een heel goede situatie, terwijl dit cijfer 17% bedroeg in de vorige barometer.
Bazen hebben vertrouwen
De bazen zeggen dat ze vertrouwen hebben, zelfs zeer veel vertrouwen hebben in de toekomst. "91% stelt zich zo op. Dat is 10% beter dan vorig jaar. De markt trekt weer aan. De algemene trend is een stijging met 10 % van de activiteit in 2018", zegt VBA-bestuurder Marc Peeters. Ondanks deze algemene trend naar optimisme, baren sommige situaties de bedrijfsleiders zorgen. Het belangrijkste probleem is het tekort aan gekwalificeerd personeel. 47% van de aannemers wijst hierop, dat is bijna twee keer 40 Bouwbedrijf • juni 2018
zoveel als verleden jaar (26%). "Overal is er te weinig geschoold personeel!", benadrukt Cartage. Daarna komen prijsconcurrentie (32%), administratieve lasten (9%), gebrek aan overheidsinvesteringen (6%), sociale dumping (4%) en duurzaamheid van bedrijven (2%). Het tekort aan overheidsinvesteringen baarde vorig jaar nog 18% van de respondenten ernstige zorgen. Drie keer zoveel als nu. "In één jaar tijd is er toch wel veel gebeurd op het vlak van investeringsplannen", onderstreept Peeters.
Werkgelegenheid
In 2017 hebben lidbedrijven van de VBA 692 mensen extra aangeworven. Dit brengt het totale aantal directe banen in de sector van de grote werken op 17 814, een stijging van 3,9%. "Eigenlijk 3,5%, aangezien onze organisatie nieuwe leden heeft aangetrokken", nuanceert de directeur-generaal. 92% wil aanwerven, maar 57% vreest geen geschoold personeel te vinden. Om de oorzaak van het tekort aan geschoolde arbeiders te verklaren, noemt 47% het gebrek aan kwalificaties of technische opleiding en 30% het gebrek aan aantrekkelijkheid van de sector. "40% van de arbeiders is ouder dan 40 en er stromen te weinig jongeren in", legt Peeters uit. "We moeten
de banen aantrekkelijker maken en de arbeider 2.0 uitvinden." Als oorzaak van het tekort aan gekwalificeerde technische bedienden vermeldt 79% het gebrek aan kandidaten.
Opleiding
In het licht hiervan wijst Frédéric Loriaux, voorzitter van de VBA, op het belang van de opleiding. "Nu beantwoordt ze niet aan de behoeften van de bedrijven", stelt hij vast. "Onze aangesloten bedrijven openen hun deuren om in samenwerking met de scholen nieuwe medewerkers te verwelkomen." Volgens de VBA-voorzitter "vindt de opleiding die aan de behoeften voldoet intern plaats, vandaar het belang van duaal leren en een stage van ten minste drie maanden." Een ander voor de VBA-leden belangrijk item uit de vooruitzichten is de digitalisering. 42% van hen meent dat de integratie van technologie in de bouw (BIM, 3D-printing, drones, enzovoort) een van de belangrijkste uitdagingen is. De VBA is lid van de Confederatie Bouw. Ze verenigt 65 grote bedrijven uit de sector die samen goed zijn voor 18 000 directe en 54 000 indirecte banen en een omzet van 9,5 miljard euro.
•
ECONOMIE
Belgische kilometerheffing vooral betaald door buitenlandse transporteurs De kilometerheffing voor vrachtwagens in België heeft in 2017 het niet onaardige bedrag van 676 miljoen euro opgebracht. Daarvan is 54% betaald door buitenlandse transporteurs. In totaal legden vrachtwagens van meer dan 3,5 ton 6,13 miljard kilometer af op onze tolwegen.
H
et systeem ging van star t op 1 april 2016, zodat 2017 het eerste volledige werkingsjaar is. Van 1 april 2016 tot 31 maart 2017 bracht de kilometerheffing 660 miljoen op. Tijdens de daaropvolgende twaalf maanden 686 miljoen. Op maandbasis steeg het gemiddelde aantal verreden kilometers in 2017 met 3,41%, terwijl de maandelijkse geïnde tolgelden met 3,17% stegen. Johan Schoups, administrateur-generaal van de bevoegde overheidsdienst Viapass, verklaart het verschil in groeiritme door de opname van meer Euro 5 & 6 vrachtwagens in de vloten. Die zijn minder milieubelastend en genieten van een zachter tarief. "Maar de vergroening van het wagenpark, een van de doelen van de kilometerheffing, heeft ook te maken met
hun zuiniger verbruik," geeft hij toe. De dubbele groei impliceert wel dat de kilometerheffing een ander doel heeft gemist, de verschuiving van transportvolumes van de weg naar het spoor en de binnenvaart. Dagelijks worden er nog altijd recordfiles gemeld.
Financiering van wegenwerken
Een ander doel is wel bereikt. Door de kilometerheffing betalen ook buitenlandse gebruikers mee voor de aanleg en het onderhoud van de Belgische wegen. In België zelf ingeschreven vrachtwagens waren goed voor 46% van de opbrengst van de heffing. Nederlandse voertuigen droegen 10,7% bij. Daarmee gaat Nederland Polen (9,2%), Roemenië (6%) en Duitsland (4,4%) ruim vooraf. Dagelijks registeren de on board units (obu's) zowat 25 miljoen over het Belgische wegennet afgelegde kilometers. Intussen zijn er al 800.000 van die obu's verdeeld, waarvan 18% in België zelf, 14% in Polen en 10% in Duitsland en in Nederland. "Hierdoor
konden de Belgische belastingen op vrachtwagens al dalen tot op het minimale peil dat Europa accepteert." 6 3 % va n d e n e t t o opbrengst gaat naar Vlaanderen, 35% naar Wallonië en 2% naar Brussel. Die verhouding is gebaseerd op de in elk gewest gereden kilometers. Dat de Ring rond Brussel grotendeels op Vlaams grondgebied ligt, weegt hierin zwaar door.
Johan Schoups, administrateur-generaal van Viapass
Van de bruto-opbrengst is wel eerst de vergoeding afgehouden voor Satellic, de operator van de controleinfrastructuur, en die voor de aanbieders van de on board units (obu). Het geld van eventuele boetes vloeit
dan weer rechtstreeks naar de staatskas.
Uitbreiding
Er gaan wel stemmen op om meer Vlaamse en Waalse wegen tolplichtig te maken (in Brussel is nagenoeg het hele wegennet al in het systeem opgenomen), opdat ze niet langer als sluipwegen zouden worden gebruikt. "Extra tolwegen creëren gebeurt best niet op intuïtieve basis, maar wel op basis van een grondig onderzoek", meent Schoups. Volgens hem bestaan er plannen om de eerste zes maanden extra wegen in het systeem op te nemen. Technisch is het ook al mogelijk om de kilometerheffing 'slim' te maken, zodat bijvoorbeeld nachtelijke ritten goedkoper worden en het verkeer beter wordt gespreid. "Zo'n beslissing moet op politiek niveau worden genomen," stelt Schoups. "En zo'n maatregel heeft alleen zin als de bestemmingen van transporten ook bereid zijn om 's nachts vrachtwagens te ontvangen."
•
juni 2018 • Bouwbedrijf 41
FABA
De maatschappelijke kost van sociale dumping Wat is de maatschappelijke kost van sociale dumping? Zo luidde de officiële titel van het driejaarlijkse congres van de Federatie van Algemene Bouwaannemers, dat dit jaar plaatsvond in het Koloniënpaleis in Tervuren.
D
ie titel klinkt pessimistischer dan de concrete inhoud ervan. Want de diverse sprekers analyseerden niet alleen de gekende problemen bij de toevloed van werkkrachten uit Oost-Europa, maar wezen ook op de voordelen ervan voor de Belgische bouwsector. Frederic De Wispelaere van het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (Hiva) van de KU Leuven kaderde het congresthema breder als de omvang en impact van intra-EU detachering. "In het zendende land stijgen de tewerkstelling en de export van diensten en de inkomsten uit belasting op arbeid. De Hiva-onderzoeker ziet er ook de lonen en de koopkracht verhogen. Nadelen zijn onder meer het risico op misbruiken in het land van tewerkstelling –zoals lagere lonen en slechtere voorwaarden dan de lokale collega's en zelfs discriminatie en xenofobie," zegt hij. Bovendien kunnen er in eigen land tekorten ontstaan aan bekwame werkkrachten. Zo moet de Poolse bouwsector al lang een beroep doen op arbeiders uit Oekraïne.
Risico op dubbele kost
In het ontvangende land bestaat de kans op verdringing van de binnenlandse werknemers en onderaannemers. Dit kan tot een dubbele kost leiden, waarschuwt De Wispelaere. "De overheid moet extra werkloosheidsuitkeringen uitbetalen, maar ontvangt minder bijdragen aan de sociale zekerheid, omdat die in het land van herkomst van de werknemer belanden. Maar er zijn ook voordelen. Zo leidt de competitiviteit tot lagere prijzen voor de opdracht42 Bouwbedrijf • juni 2018
gevers. Door haar tijdelijk karakter kan detachering ook een antwoord bieden op piekvragen naar flexibele arbeidskrachten. Daardoor wordt de sector vraaggestuurd in plaats van aanbodgestuurd. "Het is een belangrijke uitdaging om de zendende staten ervan te overtuigen dat een correcte opvolging ook in hun eigen belang is," besluit De Wispelaere. "Slowakije is een goed voorbeeld: dit land trekt nu al bijna 5% van zijn inkomsten uit de sociale zekerheid van zijn gedetacheerde burgers."
Waldek en Joop
Dankzij het bestaan van de uitgebreide Belgische Limosagegevens kon De Wispelaere inschatten dat detachering momenteel goed is voor ongeveer 4,5% van de werkgelegenheid in België. In de bouwsector loopt dit zelfs op tot 30%. Hij nuanceert wel dat dit cijfer is gebaseerd op het aantal personen en niet op 'voltijds equivalenten.' Door het tijdelijke karakter van de detachering is dit een belangrijk onderscheid. Op basis van A1-formulieren vergelijkt hij de detachering in België (hier 27%) met die van de andere Europese landen. In België is de input van buitenlandse bouwmede-
"We zouden dringend ook meer hoger opgeleide profielen moeten kunnen aantrekken."
Panelgesprek met v.l.n.r. Gabriël Delporte (moderator), Klaas Soens kabinetschef van Philippe De Backer , Frédéric Daerden (PS), Bart Stalpaert (RSZ), David Lanove(Confederatie Bouw), Jef Lembrechts(VCB), Pierre Cuppens(ACV) en RTBF-journaliste Danielle Welter (co-moderator).
werkers het grootst. Alleen Luxemburg scoort ook meer dan 25% en voorts zitten enkel Oostenrijk en Zwitserland boven de grens van 10 %. Het beeld van Waldek de loodgieter verdient bijstelling. Hij heet misschien wel Joop. Want waar 13,6% van de naar België gedetacheerde personen in de bouwsector een werkgever heeft in Polen, werkt 23% voor een Nederlands bedrijf. De cijfers gepresenteerd door Kristof Van Roy, manager van de studiedienst van Constructiv, laten geen ruimte voor twijfel: de Belgische bouwsector heeft de gedetacheerde buitenlandse medewerkers nodig. De instroom van nieuwe Belgische werkkrachten is te beperkt om aan de vraag te beantwoorden. Dat het probleem zich concentreert bij de studiekeuze en het begin van de loopbaan bewijst hij met andere cijfers. Wie als arbeider van start gaat in de bouwsector, blijft erin, bij voorkeur bij dezelfde werkgever. Dit is nu iets meer het geval bij de algemene aannemingsbedrijven dan bij de bouwsector als geheel. De jaarlijkse, deels natuurlijke uitstroom uit de sector bedraagt 13%, terwijl 7% een andere job vindt binnen de sector.
Detachering een noodzaak
"Geen enkele aannemer vindt detachering dé oplossing," oppert
MEER DATAUITWISSELINGEN Voor het afsluitende paneldebat had federaal staatssecretaris Philippe De Backer (VLD) zijn kabinetschef Klaas Soens afgevaardigd. Constructiv-voorzitter Gabriël Delporte voerde op hem en op adviseur-generaal van de RSZ Bart Stalpaert de vraag af waarom anno 2018 veel data-uitwisselingen nog altijd op papier gebeuren. Uit hun antwoorden bleek onder meer dat er werk wordt gemaakt van meer inspecties en meer uitwisseling van gegevens tussen de verschillende controle- en fiscale diensten.
VCB-voorzitter Jef Lembrechts. "Maar ze is wel noodzakelijk. De enorme inspanningen die we ons getroosten inzake opleiding en het aantrekken van jongeren naar de sector hebben totnogtoe slechts beperkte resultaten opgeleverd." Hij blijft wel sterk geloven in duaal leren. "Maar de instroom is niet alleen problematisch bij de arbeiders," waarschuwt hij. "We moeten ook meer hoger opgeleide mensen kunnen aantrekken," voegde kersvers Faba-voorzitter Frank Goes eraan toe. "De complexiteit van de sector neemt immers snel toe." In een bevlogen stijl stelde algemeen directeur Patrice Dresse de resultaten voor van de bevraging die de Faba liet uitvoeren bij haar leden. Hij benadrukte daarbij dat het niet om harde feiten gaat, maar om de meningen die leven. Opvallend zijn de verschillen tussen de Nederlandstalige en de Franstalige bedrijven. Zo maakt 47% van de Vlaamse bedrijven gebruik van gedetacheerde werkkrachten, tegenover slechts 25% van de Franstalige. In klasse 8 (over het hele land) loopt dit percentage op tot 78%. Anderzijds is de
Voor uw borgstellingen maak de sprong naar...
overtuiging dat de detachering leidt tot deloyale concurrentie behoorlijk groot.
Aanbestedingen: parameters aanpassen
Maar hoe kan dit worden opgevangen zonder te tornen aan de Europese vrije markt? Met die vraag kwam het systeem van aanbestedingen puur op prijs onder vuur, dat de goedkoopste aannemer bevoordeelt. Aanpassingen aan dit systeem moeten echter doordacht worden uitgevoerd, klinkt het. Daarmee legde Frédéric Daerden (PS), federaal parlementslid en burgemeester van Herstal en Pierre Cuppens, algemeen secretaris bouw, industrie en energie bij het ACV, de vinger op het pijnpunt mobiliteit. De meeste bouwactiviteiten vinden in Vlaanderen en Brussel plaats, maar voor bedrijven en medewerkers uit grote delen van Wallonië maken de mobiliteitsproblemen de deelname hieraan economisch minder zinvol of onaantrekkelijk. Een aanbesteding (mee) gebaseerd op de verplaatsing zal in het voordeel van aannemers met detacheerde medewerkers uitvallen, omdat die in de nabijheid van de bouwplaatsen logeren. David Lanove, directeur van de studiedienst van de Confederatie Bouw, pleitte voor de opname van sociale parameters in de toewijzingscriteria. "Aanbesteders moeten de mogelijkheid krijgen om te lage prijzen in vraag te stellen," merkt hij op.
•
Fideris • voor hoofd- en onderaannemers in alle bouwsectoren
• expertise sinds 1926 • marktleider • coöperatieve vennootschap die de winsten deelt met haar vennoten
• hoge ristorno • onze borg verzwaart uw bankkredieten niet
• voor openbare , privé werken en de wet Breyne
Gemeenschappelijke Borgstellingen cv - Ondernemingsnummer 0403.259.880 - RPR Brussel
Groenkraaglaan 5 - 1170 Brussel - T 02 676 19 20 - F 02 513 02 91 - info@fideris.be - www.fideris.be
juni 2018 • Bouwbedrijf 43
WTCB
De nieuwe TV 264: ‘Referentiedetails voor spouwmuren’ De Technische Voorlichting (TV) nr. 264, opgesteld door het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf, is de tweede in een reeks TV’s over referentiedetails voor gebouwen en geeft in een honderdtal rijkelijk geïllustreerde pagina’s een beschrijving van de detaillering van spouwmuren. Deze TV is een initiatief van het Technisch Comité ‘Ruwbouw en algemene aanneming’ en diens werkgroep ‘Referentiedetails’, voorgezeten door ingenieur P. ibens.
D
Afb. 1
De aansluiting van spouwmuren op andere bouwdelen staat centraal in de nieuwe TV van het WTCB.
eze nieuwe Technische Voorlichting wil aantonen dat het ook met traditionele bouwmethoden, zoals spouwmuren, mogelijk blijft om de prestaties te behalen die men in de regel mag verwachten van een modern bouwwerk. Dit vereist echter, meer nog dan vroeger, een doordacht ontwerp, een nauwgezette coördinatie en een zorgvuldige uitvoering van de details.
Afb. 2 De TV 264 bevat een aantal sprekende foto’s, zoals deze hier, die een klinkerverharding toont die te hoog aangebracht is en bijgevolg de open stootvoegen deels afdicht (© WTCB).
44 Bouwbedrijf • juni 2018
De TV 264 bevat een reeks 2D- en 3D-schema’s van deze bouwdetails en duidt de belangrijkste aandachtspunten aan. Dit kan zeer nuttig zijn wanneer men de keuze heeft tussen verschillende mogelijke detailleringen en ook om de communicatie tussen de ontwerper, de coördinator en de uitvoerder van de werken te vereenvoudigen. Alles wordt immers makkelijker wanneer men dezelfde taal – deze van de TV 264 – spreekt.
Nieuwe classificatie van de details
Bij het opstellen van de TV 264 werd er tevens nagedacht over de classificatie van de bouwdetails in functie van de vereiste prestatieniveaus. Het is immers niet opportuun om systematisch voor alle prestaties de hoogste eisen aan te houden, aangezien dit de kostprijs onnodig zou opdrijven. Bovendien zorgt het behalen van een topprestatie in een bepaald domein er soms voor dat het niet langer mogelijk is om een topprestatie in een ander domein te behalen. Daar waar het verzekeren van een uiterst doeltreffende waterdichtheid bijvoorbeeld zeker mogelijk is, houdt dit echter ook vaak in dat men toegevingen zal moeten doen op het vlak van toegankelijkheid en omgekeerd. De
Afb. 3
De TV 264 bevat diverse sprekende 3D-illustraties. Hier zien we een waterkerend membraan onder een vensterdorpel dat het water aan de retour opvangt.
ene prestatie-eis is namelijk moeilijk te verzoenen met de andere, zodat men keuzes zal moeten maken. Een lagere beoordeling voor een bepaalde prestatie wil overigens niet noodzakelijk zeggen dat het om een niet aan te bevelen oplossing gaat. Soms gaat het om een variant die enkel in een welbepaalde situatie de beste optie vormt, zodanig dat het toepassingsgebied ervan beperkt is. De resultaten van deze denkoefening zullen later in een online databank van bouwdetails gepubliceerd worden. De Technische Voorlichting 264 werd opgevat als een leidraad voor de goede uitvoering. Ze heeft tot doel om de ontwerpers en de uitvoerders een gids voor de realisatie van correcte bouwdetails aan te reiken. Verder gaat ze dieper in op een aantal essentiële aspecten waaraan men bijzondere aandacht dient te besteden. Dit neemt niet weg dat elk gebouw uniek is en dat dat referentiedetails uit de TV nog aan de concrete projectsituatie aangepast dienen te worden.
Diverse toepassingen
Hoewel de in de TV 264 voorgestelde details in de eerste plaats uitgewerkt werden voor traditioneel metselwerk, kunnen ze – mits enkele eenvoudige
aanpassingen – en ook toegepast worden voor gelijmd metselwerk of dun gevelmetselwerk. Hiertoe dient men er de technische documentatie van de fabrikanten op na te slaan. Bij het voorschrijven van metselwerk kan men zich baseren op de Eengemaakte Technische Specificaties (STS) 22 van de Federale Overheidsdienst Economie.
Detaillering van spouwmuren
De eigenlijke uitvoering van spouwmuren zal aan bod komen in de Technische Voorlichting over metselwerk die momenteel in voorbereiding is. In de TV 264 worden er enkele principedetails aangereikt voor een aantal veel voorkomende aansluitingen bij gevelspouwmuren. De getoonde detailleringen zijn niet limitatief en dienen louter om de lezer attent te maken op de principes en aandachtspunten voor de betreffende aansluitingen. Zo kan er in het bijzonder voor gebouwen met een vochtig binnenklimaat (zwembaden …) ook nog een studie van het vochtgedrag noodzakelijk zijn. In het tweede hoofdstuk van de TV wordt er voor elk aansluitingstype nagegaan hoe men de continuïteit van
de verschillende prestatie-eisen die aan moderne gebouwen opgelegd worden, kan verzekeren. Zo zal er aandacht besteed worden aan de regendichtheid, de thermische isolatie en de luchtdichtheid, en – waar nodig – ook aan de toegankelijkheid, de brandveiligheid, de akoestische isolatie en de stabiliteit. Hoewel men vanzelfsprekend de continuïteit van alle (relevante) prestatie-eisen dient te verifiëren, beperkt deze TV zich tot een bespreking van de eisen die extra aandacht vereisen bij het ontwerp en de coördinatie en dit, in functie van het type bouwknoop. We kunnen in deze context eveneens verwijzen naar een aantal specifieke Technische Voorlichtingen, zoals deze over luchtdichtheid (TV 255) en brandveiligheid (TV 254, TV 256). Aan de hand van de in de fiches aangekaarte aandachtspunten kan men de potentiële risico’s in de mate van het mogelijke trachten te beheersen. Door de details aan elk van de gestelde prestatie-eisen te toetsen, bekomt men als het ware een checklist die als leidraad kan dienen bij het ontwerp en de uitvoering ››› van de aansluitingen.
juni 2018 • Bouwbedrijf 45
WTCB
››› • De aansluiting van spouwmuren op
de fundering is het eerste behandelde uitvoeringsdetail (zie afbeelding 2). Hierbij wordt er niet alleen rekening gehouden met de regendichtheid, maar ook met de thermische isolatie, de luchtdichtheid, de toegankelijkheid en de akoestische isolatie. • Vervolgens gaat de TV dieper in op de aansluiting van spouwmuren op hellende daken. Met uitzondering van de toegankelijkheid en de akoestische isolatie komen alle voormelde aspecten in deze paragraaf aan bod. • In de paragraaf over de aansluiting van spouwmuren op platte daken wordt er naast voornoemde aspecten ook heel wat aandacht besteed aan de brandveiligheid. • Het volgende behandelde detail is de aansluiting van spouwmuren op het schrijnwerk, met aandacht voor alle voormelde aspecten (zie afbeeldingen 3 en 4). • Er wordt ook een paragraaf gewijd aan de aansluiting van spouwmuren op balkons en loggia’s (zie afbeelding 5) • De aansluiting van spouwmuren bij zichtbaar blijvend dragend metselwerk is een ander frequent geval dat voorgesteld wordt in de TV 264. Dit gebeurt aan de hand van vier detailtekeningen, zoals deze van de aansluiting tussen een spouwmuur uit zichtbaar blijvend dragend metselwerk en het schrijnwerk (zie afbeelding 6).
Referentiedetails voor spouwmuren
Het derde hoofdstuk van de TV 264 bevat vierentwintig referentiedetails voor spouwmuren. Hierbij wordt er rekening gehouden met de verschillende prestatie-eisen en worden er een aantal aandachtspunten voor de opvat46 Bouwbedrijf • juni 2018
Afb. 4
Luchtdicht membraan aan de omtrek van het schrijnwerk (© WTCB).
ting en de uitvoering opgelijst. Het eerste detail van elke reeks moet de lezer attent maken op de bijzonderheden die voor de hele reeks van toepassing zijn. De volgende details hebben betrekking op enkele varianten met hun specifieke aandachtspunten: • Detail nr. 1.1 Muurvoet – Deuropening • Detail nr. 2.0 Muurvoet volgens basisregel 1 – Isolerend dragend metselwerk • Detail nr. 3.0 Muurvoet volgens basisregel 3 – Aansluiting op een vloer op de volle grond • Detail nr. 3.1 Muurvoet volgens basisregel 3 – Aansluiting op een niet-verwarmde kelder • Detail nr. 3.2 Muurvoet volgens basisregel 3 – Aansluiting op een kel-
• • • • • • •
der die behoort tot het beschermde volume Detail nr. 3.3 Muurvoet volgens basisregel 3 – Sterk hellend terrein Detail nr. 4.0 Muurvoet volgens basisregel 2 – Gebruik van een isolerend bouwblok Detail nr. 4.1 Muurvoet volgens basisregel 2 – Muurvoet met verbeterde toegankelijkheid Detail nr. 4.2 Muurvoet volgens basisregel 2 – Gevelplint Detail nr. 4.3 Muurvoet volgens basisregel 2 – Kruipkelder Detail nr. 4.4 Muurvoet volgens basisregel 2 – Aansluiting op een secanspalenwand Detail nr. 4.5 Muurvoet volgens basisregel 2 – Gebruik van een metselwerkprofiel
Afb. 5
Belangrijke details in het geval van een aansluiting van een spouwmuur op een balkon met een niet-hechtende vloerbedekking.
• Detail nr. 4.6 Muurvoet volgens basisregel 2 – Licht hellend terrein • Detail nr. 5.0 Aansluiting van een hellend dak op een opgaande gevel • Detail nr. 5.1 Aansluiting van een Afb. 6 Aansluiting tussen de spouwmuur en het schrijnwerk. hellend dak op een dakrand • Detail nr. 6.0 Aansluiting van een plat dak op een opgaande gevel • Detail nr. 6.1 Aansluiting van een plat dak op een dakopstand • Detail nr. 6.2 Aansluiting op toegankelijke terrassen
• Detail nr. 7.0 Aansluiting op een balkon met een thermische snede • Detail nr. 7.1 Aansluiting op een balkon met verbeterde toegankelijkheid • Detail nr. 8.0 Aansluiting op andere gevelbekledingen • Detail nr. 9.0 Integratie van een regenwaterafvoer in een spouwmuur • Detail nr. 10.0 Aansluiting op vensters. Aan u om de TV te raadplegen en het detail te zoeken dat u interesseert! Elk van de vierentwintig referentiedetails wordt geïllustreerd door één of meerdere detailtekeningen met de gebruikelijke kleurencodes, zodanig dat de lezer duidelijk kan zien wat de ideale configuratie voor het desbetreffende geval is. Deze schema’s zijn heel duidelijk en worden bovendien telkens gevolgd door een aantal aandachtspunten die men in het achterhoofd dient te houden voor ieder bijzonder geval.
•
Dit artikel is een vrije samenvatting van de Technische Voorlichting (TV) nr. 264 ‘Referentiedetails voor spouwmuren’. Enkel het originele document geldt als referentie. Hoe kan men deze TV verkrijgen? Ze kan besteld worden bij de dienst Publicaties van het WTCB (tel.: 02/716.42.11 – fax: 02/725.32.12) of kan gedownload worden via www.wtcb.be. juni 2018 • Bouwbedrijf 47
De authentieke binnenkoer van de Ferme d'Omalius is geklasseerd.
PROJECT
Ferme d'Omalius in Anthisnes Eeuwenoud patrimonium klaar voor de toekomst
De voorbije jaren zijn de inspanningen voor het behoud van het Belgisch bouwkundig patrimonium gevoelig toegenomen. Daardoor rees steeds meer de vraag: wat doen we met dit patrimonium? Een standaardantwoord is er niet, maar wat Thomas & Piron Bâtiment deed met de 'Ferme d'Omalius' in het Luikse Anthisnes kan mogelijk anderen inspireren.
P
atrimonium bewaren puur om het te behouden wordt algemeen beschouwd als het ontbreken van een beter alternatief. Maar je kan niet elk stuk waardevol bouwkundig erfgoed als lokaal museum inrichten of er een horeca-uitbating in onderbrengen. Intussen is er wel een grote vraag naar degelijke woningen met eigentijds comfort in oude woonclusters. Het was voor Thomas & Piron Bâtiment dan ook de uitdaging het behoud van de sfeer en de historisch waardevolle delen van de deels beschermde gebouwen te verzoenen met de hedendaagse eisen en wettelijke normen voor woningen. Omalius is voor Wallonië een symbolisch dossier. De oudste delen van de hoeve dateren uit de zeventiende eeuw. In 1999 was ze het eerste vastgoed dat in het bezit kwam van het Waals Instituut van het Patrimonium, intussen omgedoopt tot Waals Agentschap van het Patrimonium. Om van de heropleving van de hoeve op meer dan één vlak een voorbeeldproject te maken, zocht het agentschap bekwame en betrouwbare partners. Die partners vond het bij verschillende gewestelijke en lokale overheden en in de bedrijfswereld, bij bouwbedrijf Thomas & 48 Bouwbedrijf • juni 2018
Piron Bâtiment (Our-Paliseul). Ook voor de grootste Waalse woningbouwer was Omalius een prominent dossier. Hij kon hier niet alleen zijn Waalse verankering in de verf zetten, maar ook zijn veelzijdigheid.
Standing
De hoevegebouwen zijn opgetrokken rondom een eveneens beschermde binnenplaats. In de oostelijke, zuidelijke en westelijke vleugel van het complex richtte het bouwbedrijf na de restauratiewerken –waarvoor het intensief samenwerkte met de diensten voor erfgoedzorg– negen 'standingvolle woningen' in. Beide woorden zijn nauwkeurig gekozen. "Want hoewel ze tot één enkel bouwkundig geheel behoren, kan je woongelegenheden van deze omvang geen appartementen noemen," onderstreept projectverantwoordelijke Céline Mertens. "Het gaat ook om ruime duplex- en triplex-woningen met twee of drie slaapkamers en met ruime tuinen en terrrasen. De historische elementen die we konden behouden zijn niet in elke woning dezelfde. In de ene vormt de houten dakstructuur de belangrijkste verwijzing naar het verleden, in een andere zijn dit bij-
Een blik in de "standingvolle woningen" die in de historische hoeve werden ondergebracht.
De gemeentelijke Administratieve Diensten van Anthisnes vonden eveneens een plaats in de gerestaureerde hoeve.
voorbeeld de originele wandbekleding of de oude vloerstenen." Waar zich nu de woningen bevinden, waren vroeger onder meer de bakkerij, de smidse, vee- en paardenstallen ondergebracht.
Harmonie
"Bij de restauratie hebben we zoveel mogelijk oorspronkelijke bouwmaterialen gebruikt, zoals de stenen van sommige muren of de kalkpleister," blikt Mertens terug. "In een van de woningen hebben we een beschermde schoorsteen volledig gerestaureeerd, helemaal zoals hij oorspronkelijk was. Maar soms was een compromis nodig. Zo bestaat het buitenschrijnwerk vooral uit profielen in grijs aluminium. Uitgerust met dubbele beglazing, vanzelfsprekend. En de houten dakstructuur is deels oorspronkelijk, deels nieuw. Nieuwe buitenmuren hebben we met hedendaagse materialen geïsoleerd, maar de oude muren waren dik genoeg om zonder extra isolatie een stabiele binnentemperatuur te waarborgen. We hebben zoveel mogelijk de traditionele bouwstijl gevolgd, ook in de nieuwe delen. Zo waren we zeker van een harmonieus geheel. De toegangspoort tot de site is helemaal heropgebouwd op basis van een schilderij in de gemeenteraadzaal. "De meeste stenen vonden we op de site, andere lieten we op maat herkappen." De Omaliushoeve was een publiek-privaat samenwerkingsproject (PPS). De gemeente Anthisnes heeft haar diensten en die van het lokale OCMW ondergebracht in de noordelijke vleugel, vlak naast de toegangspoort. Daar beschikt ze nu over een nuttige oppervlakte van 678 m². Voor de gemeente was de verhuis een veel goedkopere oplossing dan het optrekken van een nieuw gemeentehuis. Het oude gebouw, een neoklassieke constructie uit 1888, was ondanks een uitbreiding in 1984
–wegens de gemeentefusies van 1976– al lang te klein. Dit gebouw wordt vanaf nu uitsluitend gebruikt door de gemeentelijke kleuter- en lagere scholen. De oude kantoren van het OCMW krijgen een nieuwe bestemming als depot voor de gemeentelijke archieven. Het OCMW wil er ook een woongelegenheid voor noodopvang in onderbrengen. Dankzij de restauratie en de herinrichting van de noordelijke vleugel van het hoevecomplex kan de gemeente Anthisnes nu tegelijk diverse doelen bereiken, die ze al bijna twintig jaar in het vizier heeft. Ze beschikt nu over een administratief hoofdkwartier, aangepast aan de noden van de eenentwintigste eeuw. Ze ziet haar fiscaal-demografisch draagvlak groeien. De nieuwe bewoners zullen vermoedelijk een goede sociale mix vormen. Want naast de negen hoevewoningen trekt Thomas & Piron Home binnenkort langs een nieuwe weg achter hoeve 21 nieuwbouwhuizen op. Dit in het kader van de woonkernherwaardering. Naast "standing" en bescheiden woningen zullen er ook sociale woningen zijn.
Vitaliteit
De woningen, een ontwerp van architectenkantoor Henri Garcia, moeten Anthisnes ook een nieuwe vitaliteit bieden. Die zal gedeeltelijk geprikkeld worden door de fiscale bijdragen van de minstens honderd nieuwe bewoners die de Ferme d'Omalius de komende jaren zal aantrekken, zonder hiervoor veel extra open ruimte aan te snijden. Verder honoreert en valoriseert Anthisnes zijn bouwkundig erfgoed en zal er vermoedelijk wat 'groen toerisme' mee kunnen aantrekken. Bovendien bewijst de plattelandsgemeente dat economische groei door herwaardering van een woonkern ook kan gebeuren door zuinig met de nog beschikbare open ruimte om te springen. Schepen van openbare werken en patrimonium Francis Hourant (PS) ziet Omalius als de motor voor de verdere ontwikkeling van de lokale kleinhandel en het culturele toerisme in de regio Ourthe-Amblève. "De bouwpartners hebben onze insteek goed begrepen. De nieuwe, hedendaagse glazen façade in het midden van onze vleugel is zuidwaarts georiënteerd. Dit combineert transparantie met licht, twee mooie symbolen die karakteriseren waarop een gemeentebestuur haar beleid moet baseren." “Hoewel dit voor ons een kleinschalig project is, hebben al onze teams hun best gedaan om er een juweeltje van te maken," zegt Aubry Lefebvre, afgevaardigd bestuurder van Thomas & Piron Bâtiment. "Het was maatwerk, terwijl de restauratie van bouwkundig erfgoed een voor hen ongewoon administratief en technisch kader met zich meebracht." Vier bouwbedrijven stonden in voor de belangrijkste onderdelen van het project, maar voor het geheel van de werken waren er wel 35 onderaannemers aan de slag.
•
juni 2018 • Bouwbedrijf 49
LEDENVOORDELEN JUNI
COOLMAX®
is ontwikkeld om uw voeten droog te houden en een comfortabel gevoel te geven. CoolMax® is een materiaal dat oorspronkelijk is ontwikkeld voor sporters die maximaal moeten presteren. Het materiaal voert vocht en zweet af, zodat de voeten droog blijven. CoolMax® is een hoog-technologisch materiaal gemaakt van een speciaal ontworpen Dacron® polyestervezel. Elke vezel heeft vier kanalen, die een 20% groter oppervlak hebben dan een gewone ronde vezel.
Gr a
Gratis Sievi CoolMax® sokken bij aankoop van een paar Sievi veiligheidsschoenen.
tis
+ 10% extra ledenkorting op het volledige Sievi-gamma.
www.sievi.com
50 Bouwbedrijf • juni 2018
Deze actie is geldig op het ganse gamma en bij alle deelnemende verdeelpunten. De campagne loopt vanaf 01.06.18 – 30.06.18 of zolang de voorraad strekt.
TOTAL TOTAL_brand_block_CMYK 30/01/2014
RÉFÉRENCES COULEUR
Besparen op uw energiekosten, dat is pas een “goed plan”!
24, rue Salomon de Rothschild - 92288 Suresnes - FRANCE Tél. : +33 (0)1 57 32 87 00 / Fax : +33 (0)1 57 32 87 87 Web : www.carrenoir.com
M100% Y80% M48%
Y100%
M100% Y80%
C100% M80% C70%
K70%
M30%
Total, uw multi-energie partner. Als lid van de Confederatie Bouw, geniet u van een uitzonderlijk aanbod op aardgas en elektriciteit.
BESPAAR TOT:
15%
op uw aardgas- en elektriciteitsfactuur
Twijfel niet ons te contacteren voor bijkomende informatie.
pro@totalgp.be | Tel.: 02 486 21 21 | www.gas-power.total.be/nl/confederatie-bouw NKSTATIONS TA
EKTRICITEIT EL
AARDGAS
MAZOUT
N ZO
NEPANEL EN
ISOLATIE
P E LL E T S
N TA
KKAARTE
N
E SM
E R MI D D E L E
N
juni 2018 • Bouwbedrijf 51
Matexpo Demo Days op 8 en 9
BOUWMARKT
september 2018
Deceuninck geeft er een lap op! Sinds kort biedt Deceuninck niet alleen ramen en deuren in pvc aan, maar ook in aluminium (Deceuninck Decalu). Net zoals het pvc-schrijnwerk van Deceuninck is het topisolerend en gegarandeerd uiterst kleurvast (Super Durable Polyesters Qualicoat Class 2). De pvc en aluminium ramen en deuren van Deceuninck zijn bijzonder onderhoudsvriendelijk. Dit danken ze aan de Decoroc-coating waarmee de pvc-profielen zijn gekleurd en de Aluroccoating waarmee de aluminiumprofielen zijn bekleed. Met een minimale inspanning kan je jarenlang genieten van mooie ramen en deuren. .
www.deceuninck.be
Red Dot-prijs voor Flir warmtebeeldcamera´s T500 De Red Dot: Best of the Best-award voor baanbrekende productontwerpen is dit jaar toegekend aan Flir. Met zijn T500-serie warmtebeeldcamera´s wint Flir voor het tweede opeenvolgende jaar deze prijs, de allerhoogste onderscheiding voor topproducten in hun categorie. Vorig jaar won Flir met zijn Exx-serie. De Flir T500 is een robuuste en hoogwaardige warmtebeeldcamera, gevat in een doordachte ergonomische vormgeving. De binnenkant van licht magnesium en het 180˚ draaibare optische blok maken urenlang comfortabel gebruik mogelijk. Het barstbestendige Dragontrail-touchscreen is onder de zwaarste omstandigheden veilig te gebruiken. Naast het bekroonde ontwerp onderscheidt de T500-serie zich ook door geavanceerde functies. De laserautofocus maakt snelle,
52 Bouwbedrijf • juni 2018
nauwkeurige metingen mogelijk, terwijl Flir Vision Processing IR-resolutie, MSX- en UltraMax-beelden combineert tot een gedetailleerd, helder warmtebeeld met zeer weinig ruis. De bekroonde FLIR T500-serie is vanaf nu verkrijgbaar via de gevestigde distributiekanalen van Flir.
Demo Days is een nieuw tweejaarlijks evenement, gefocust op machines voor de bouwsector. Doorlopend vinden er demonstraties en testen plaats van meer dan zeventig graafmachines, trucks, kippers, breek- en zeefinstallaties. Met Demo Days richt organisator Matexpo zich specifiek tot operatoren en machinisten, werkplaatsverantwoordelijken, aankopers en technisch directeurs. De exposanten zijn uitsluitend bedrijven die ook aan Matexpo zelf deelnemen. WAAR EN WANNEER
www.FLIR.eu/T500series
• 8 + 9 september 2018 | Sodewa Zandgroeve - Avenue de l'Industrie 7 - Braine-l'Alleud
• Opgelet: tijdens het bezoek is het dragen van veiligheidsschoenen of laarzen een must.
Meer info: Facebook: @DemodaysBE Twitter: @DemoDaysBE www.demodays2018.be
GO DIGITAL!
TOUR & TAXIS BRUSSEL WWW.DIGITALCONSTRUCTIONBRUSSELS.BE
MARKANT
Kumpen nu helemaal bij Willemen
V.l.n.r.: Paul Kumpen, Johan Willemen, Tom Willemen, Jan Kumpen, Robert Kumpen en Johan Ceyssens. Willemen Groep is voortaan de enige aandeelhouder van Kumpen. De Mechelse bouwgroep maakt van de gelegenheid gebruik om haar eigen organisatiestructuur aan te passen. Sinds de overname van Aswebo in 2011 was Willemen al voor 50% eigenaar van Kumpen. "Binnen onze familie hebben we geen opvolging. De familiale sfeer, onze bedrijfsculturen en onze waarden sluiten bij elkaar aan," zegt Paul Kumpen,
gedelegeerd bestuurder van Kumpen. "Dit maakt Willemen een logische keuze. We zijn er van overtuigd dat het ook de beste is." K-Boringen, binnen Kumpen het bedrijf gespecialiseerd in het boren van tunnels, en de activiteit projectontwikkeling van Kumpen (Kumpen RED) maken geen deel uit van de overname.
Fusiebewegingen Op 1 juli 2018 fuseert bouwbedrijf Willemen General Con-
tractor met de bouwafdeling van Kumpen. Samen vormen ze Willemen Construct, met hoofdzetel in Mechelen en een vestiging in Hasselt. Bart D’hont, nu algemeen directeur van Willemen General Contractor, krijgt de leiding over Willemen Construct. De wegenbouwers Aswebo en Aannemingen Van Wellen versmelten met de infraafdeling van Kumpen. Samen vormen ze Willemen Infra, met hoofdzetel in Drongen en vesti-
Studiedag Stadsvernieuwing & Groen 7/6 Blauwgroene accenten uitgegroeid van niche tot must De Vlaamse Confederatie Bouw organiseert op 7 juni aanstaande in Gent haar studiedag ‘Stadsvernieuwing & groen’. Heel wat steden en gemeenten in Vlaanderen hebben ambitieuze klimaatplannen klaar. De verwachtingen van de inwoners zijn dan ook niet min. Verder inzetten op de leefbaarheid binnen kernen maakt er onlosmakelijk deel van uit. Groenelementen en waterpartijen versterken de aantrekkelijkheid van een woon- en werkomgeving en tillen de biodiversiteit naar een hoger niveau. Bovendien wordt telkens een ontmoetingsplaats gecreëerd in vaak een verkeersluwe omgeving. Natuurtechnische ingrepen helpen ook om verkoeling te brengen in de stad en hitteeilandeffecten te voorkomen. Daarnaast biedt het een bijkomend instrument in water-robuust bouwen. Bij de grote projecten zijn bouwbedrijven al tijdens de ontwerpfase actief betrokken om de technische uitwerking van de water- en groenelementen te waarborgen. U krijgt op 7 juni inkijk in uiteenlopende concrete projecten en ontwerpen. Naast aannemers, bouwheren en experts, komen ook overheden aan het woord. Afsluiten doen we met een panelgesprek. Ontdek het programma en schrijf in via www.vcb.be
54 Bouwbedrijf • juni 2018
gingen in Hasselt (waar momenteel een nieuw kantoorgebouw wordt opgetrokken), Kapellen en Fleurus. Kurt Kesteloot, nu algemeen directeur van Aswebo, zal aan het hoofd staan van Willemen Infra. Kumpen Renovatietechnieken, dat focust op de renovatie van waterleidingen en rioleringen, zal als een aparte vennootschap binnen Willemen Groep opereren, steeds onder leiding van Gert-Jan Merkx. De logo’s van Kumpen, Aswebo en Van Wellen blijven bestaan naast de nieuwe merken Willemen Construct en Willemen Infra. CEO Tom Willemen: "De overname van Kumpen versterkt de positie van Willemen Groep als grootste familiale bouwgroep in België. Om de integratie van Kumpen in de groep zo vlot mogelijk te doen verlopen, zijn er een jaar geleden veertien werkgroepen opgericht, met een groot aantal medewerkers uit elk operationeel domein."
2,8 % Prijs woonhuizen stijgt minder in 2017 In 2017 bedroeg de gemiddelde prijs van een bestaand woonhuis voor België € 218 704 of 2,8% meer dan in 2016. In dat jaar kenden de huizenprijzen nog een sterke stijging met 4,1%. De prijzen voor villa’s en appartementen stegen daarentegen meer in 2017 dan in 2016. De gemiddelde verkoopprijs voor een villa komt in 2017 op € 359 945, een stijging met 2,9% tegenover 2,2% in 2016. Volgens de FOD Economie nam de gemiddelde prijs van een appartement in 2017 toe met 2,3% (€ 226 820 ) en met slechts 0,5% in 2016.
Heating systems with a future.
Logatherm WPL AR
Hernieuwbare energie, zonder twijfel! Polyvalente lucht/water warmtepomp Logatherm WPL AR ■ ■ ■ ■ ■
Hoogste seizoensrendement op de markt* Laagste geluidsniveau op de markt* Heel snel sanitair warm water Eenvoudige installatie Bediening via smartphone of tablet
Wenst u een kant-en-klaarsysteem of maatwerk? Aan u de keuze. Hernieuwbare energiesystemen, Buderus is er klaar voor. U ook? Buderus warmtepompen, made in Sweden, sinds 1968.
Buderus Belgium - www.buderus.be
*Volgens een uitgebreide test in een onafhankelijk Deens testlaboratorium.