Bouwbedrijf
maandblad van en voor de aannemer • uitgave van de Confederatie Bouw • Lombardstraat 34 - 42 • 1000 Brussel
SEPTEMBER 2018 AFGIFTEKANTOOR GENT X – €6
TIENJARIGE AANSPRAKELIJKHEID De wet samengevat
LASTENVERLAGING Hoe kunt u ervan profiteren?
VISIERAPPORT VCB Een voorsmaakje
DOSSIER DETACHERING
Nieuwe detacheringsrichtlijn verandert weinig /confederatie.bouw @Confedbouw
www .confederatiebouw.be
Confederatie Bouw - Confédération Construction
GO DIGITAL!
TOUR & TAXIS BRUSSEL WWW.DIGITALCONSTRUCTIONBRUSSELS.BE
EDITO
Vestigingswet: geen afschaffing en ook geen lappendeken van regels
V
laanderen wil de vestigingswet afschaffen, ondanks het protest van onze Vlaamse gewestconfederatie. U kunt daarover meer lezen in het Standpunt op bladzijde 9. Maar nu deze bevoegdheid geregionaliseerd is, denkt niet alleen Vlaanderen na over de toekomst van deze reglementering.
"Bouwbedrijven willen niet dat hun groei geremd wordt en verwachten overal in België een common, level playing field."
Voor de bouwberoepen werd zij opgesteld om het ondernemerschap en de groei van ondernemingen te stimuleren en om de consument te beschermen, binnen de krijtlijnen die Europa uitzet. Ze stelt een beperkt aantal eisen, die een minimumbescherming van de consument garanderen en de bedrijven minimaal belemmeren maar hun voortbestaan toch maximaal bevorderen. Het systeem in België kan zeker beter. Maar het mag ook zonder complexen een inspiratiebron zijn voor een verzameling andere EU-lidstaten, die elk hun eigen visie hebben op reglementering en vrije toegang tot de markt. Toch stelt de Confederatie vast dat de vestigingsreglementering bij sommigen onterecht in een slecht daglicht staat. Ze is niet zo goed gekend en wordt vaak verward met veel strengere regulering zoals die van de architecten. In de internationale vergelijking door de EU werd ze fout voorgesteld en lijkt daardoor strenger dan de regelgeving in verschillende andere lidstaten. En dan is er nog de herziening van de Europese richtlijn over de erkenning van kwalificaties. Deze hield geen verandering in voor de bouwberoepen. Maar toch doet het gerucht de ronde dat ze onze vestigingsreglementering discriminerend zou maken voor hier gevestigde bouwbedrijven. De Gewesten willen hun bevoegdheden zo goed mogelijk uitoefenen. Maar op dit punt staan ze voor grote uitdagingen. Ze zouden in hun initiatieven de bescherming van de consument moeten integreren, een essentieel aspect van dit dossier maar nog altijd een federale bevoegdheid. Ze moeten rekening houden met de mobiliteit van bouwbedrijven. Deze werken in meer dan één gewest en aannemers verwachten overal in België een common, level playing field. De consument van zijn kant wil een afdoende bescherming vanwaar de aannemer ook komt. En ten slotte mogen de Gewesten zich niet laten beïnvloeden door fake news. Als hiermee rekening gehouden wordt, kan het resultaat een verbetering worden. En dat is voor de Confederatie de voorwaarde: een verbetering. Noch afschaffing noch een lappendeken van regels dus. De bouw spoort de gewestregeringen aan om niet eigengereid op te treden, maar te luisteren naar de adviezen die ze krijgen, onder meer van de bevoegde adviesraden.
Robert de Mûelenaere Gedelegeerd bestuurder september 2018 • Bouwbedrijf 3
INHOUD
23 De nieuwe detacheringsrichtlijn
Europa heeft de nieuwe detacheringsrichtlijn goedgekeurd. We analyseren hem en maken een stand van zaken op, niet alleen van de detachering maar ook van de sociale dumping die er soms mee gepaard gaat.
10 Verplichte verzekering
Een aantal aannemers is tegenwoordig verplicht om hun tienjarige aansprakelijkheid te verzekeren. We leggen uit onder welke omstandigheden. Een handige tool zegt of ook u onder de verplichting valt.
4 Bouwbedrijf • september 2018
40 VCB Visierapport
Op 25 september stelt de VCB haar visierapport 2018 voor. Het onderzoekt de belangen van burgers en bouwers, en toont aan dat deze verrassend vaak gelijklopend zijn. Nu al nieuwsgierig? Lees dit artikel!
58 Lowtech en modern
In Sohier verrijst een woning die lokale, lowtech materialen combineert met modern wooncomfort. Het geheim zijn de muren van strobalen bepleisterd met leem.
Bouwbedrijf
maandblad van en voor de aannemer • uitgave van de Confederatie Bouw • Lombardstraat 34 - 42 • 1000 Brussel
18 Werkgelegenheid De bouw schept weer banen. 20 Afschrijvingen De regels worden gewijzigd.
SEPTEMBER 2018 AFGIFTEKANTOOR GENT X – €6
TIENJARIGE AANSPRAKELIJKHEID De wet samengevat
LASTENVERLAGING Hoe kunt u ervan profiteren?
DOSSIER
VISIERAPPORT VCB Een voorsmaakje
DOSSIER DETACHERING
Nieuwe detacheringsrichtlijn verandert weinig /confederatie.bouw @Confedbouw
www .confederatiebouw.be
Confederatie Bouw - Confédération Construction
3 Edito Vestigingswet: aannemers willen een level playing field in heel het land. 6 Prikbord 9 Regionaal standpunt Afschaffing vestigingswet ondermijnt vakmanschap in de bouw.
BOUWBELANGEN
10 Tienjarige aansprakelijkheid
De nieuwe verplichte verzekering.
13 Formalis Uw ondernemingsloket nu nog gebruiksvriendelijker. 16 Conjunctuur Mooie groei verwacht in 2018.
23 Inleiding De essentie van dit dossier. 24 De nieuwe richtlijn Niet meteen wereldschokkend in België. 27 Cijfers Stijging gedetacheerden is stilgevallen. 28 De inspectie spreekt De strijd tegen sociale dumping. 30 Plan voor eerlijke
concurrentie
Wat heeft het (nog niet) bereikt?
34 Juridische acties De Confederatie pakt fraude aan. 35 De Europese bouwwerkgevers
Hun mening over de richtlijn.
36 Europese samenwerking Leren van elkaar. 38 Gewestelijke initiatieven Tegen wantoestanden bij overheidsopdrachten.
SECTOR & BEROEPEN
40 Visierapport VCB Burger en bouwer, schouder aan schouder. 44 Veiligheid in de bouw Innovatie als middel.
CONTACTEN
Reacties - vragen: communicatie@confederatiebouw.be
Bouwbedrijf is het maandblad van de vzw Confederatie Bouw, Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel
Met de medewerking van: • de studiediensten van de Confederatie Bouw Morgane Halleux, tel.02 545 56 33 - fax 02 545 59 09 morgane.halleux@confederatiebouw.be • Vlaamse Confederatie Bouw Johan Walewijns, tel. 02 545 57 49 - fax 02 545 59 07 johan.walewijns@confederatiebouw.be • Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad Morgane Cendoya, tel. 02 545 58 29 - fax 02 545 59 06 morgane.cendoya@confederatiebouw.be • Confédération Construction Wallonne Catherine Houtart tel. 02 545 56 68 - fax 02 545 59 05 catherine.houtart@confederatiebouw.be
Verantwoordelijke uitgever: Filip Coveliers, Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Afgiftekantoor: Gent X Redactie: Peter Graller, Marc Guéret, tel. 02 545 57 30 – fax 02 545 59 02 peter.graller@confederatiebouw.be Vormgeving: Nikka Cuypers nikka.cuypers@confederatiebouw.be Abder-Razzaaq Boujdaini abder-razzaaq.boujdaini@cnc.be Franstalige uitgave: Construction Druk: Graphius
46 BouwRadar Uniek klankbord voor bedrijfsleiders. 47 Asbestcampagne Ze is er eindelijk … 48 Werflink Materialen, transport en machines efficiënter inzetten. 50 Steeds zuiniger EPB-peil daalt gestaag. 52 EPC krijgt een plus Energieprestatiecertificaat wordt uitgebreid. 53 Mede-eigendom Nieuwe wet moet renovaties stimuleren. 54 WTCB Afvalwater: TV 265 vervangt TV 200.
PROJECTEN & BEDRIJVEN
58 Strobalenbouw Een fascinerend voorbeeld. 60 Bouwmarkt Exposanten op Digital Construction Brussels. 63 Bouwmarkt MAN – Renson – Takeuchi 64 Ledenvoordelen Uw lidmaatschap rendeert! 66 Markant • Cijfer van de maand: Meer dan 100 000 bouwondernemingen. • Baksteen: Een goed jaar voor de producenten.
Abonnementen: Claude Bernaerts, tel. 02 545 56 88 - fax 02 545 59 00 claude.bernaerts@confederatiebouw.be Reclame: Kristel Dekempeneer, tel. 02 545 56 99 - fax 02 545 59 08, kristel.dekempeneer@confederatiebouw.be of kde@confederatiebouw.be. Prijs jaarabonnement Leden van de Confederatie Bouw: begrepen in het lidgeld Niet-leden: € 137,80 (incl. BTW en portkosten) / buitenland: € 300 (incl. BTW en portkosten)
Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers De vzw Confederatie Bouw wil met deze publicatie gepaste, betrouwbare, volledige en exacte informatie brengen. Ze kan echter niet aansprakelijk worden gesteld indien ze hierin tekortschiet. Alle elementen van deze publicatie zijn beschermd door het auteursrecht van de vzw Confederatie Bouw. Overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk, is slechts toegelaten mits voorafgaande toestemming en uitdrukkelijke vermelding van de bron.
Vanaf nu wordt B ouwbedrijf gedrukt op papier geproduceerd met hout uit duurzaam beheerde bossen. Deduurzaamheid wordt gegarandeerd door de internationale organisatie Forest Stewardship Council (FSC), die niet alleen het bos controleert maar de hele handelsketen tot aan de drukker.
5 september 2018 • Bouwbedrijf bouwbedrijf - februari 2016 5 www.confederatiebouw.be
EVENEMENT
DATUM: 11 september 2018
Summer University op 11 september 2018
De bouwplaats in tijden van industrialisering Geïndustrialiseerde bouwprocessen duiken meer en meer op in onze sector. Maar hoe zet een bouwbedrijf die beloften om in werkelijkheid? Dat legt de Summer University uit op 11 september.
PLAATS: Square Brussels Meeting Centre, vlakbij Brussel Centraal in het hart van Brussel. PROGRAMMA EN INSCHRIJVING
www.bouwacademie.net.
Dat industrialisering in opkomt is op de bouwplaats heeft ook te maken met die andere trend, de digitalisering. BIM, prefabricatie, lean, robots, 3D-printers, drones ... deze tools ondersteunen de evolutie van de bouwsector naar een steeds geavanceerdere industrialisering. Het typevoorbeeld daarvan is de prefabricatie. Deze maakt bouwplaatsen minder afhankelijk van het weer en van de technische vaardigheden van het personeel. Maar welke impact heeft ze op de organisatie van de onderneming? Hoe verbetert ze de kwaliteit? Wie het antwoord op dergelijke vragen zoek, moet naar de eendaagse Summer University komen!
Beheer
De Summer University gaat ook dieper in op de tools die het beheer van bouwplaatsen verbeteren. Op dat punt zijn digitale technologieën zeer nuttig voor de meest uiteenlopende aspecten. De Summer University licht dit alles toe aan de hand van praktijkvoorbeelden. Tijdens het laatste deel van de dag worden ten slotte verschillende oplossingen gepresenteerd die op de markt zijn. INFO: De Summer University wordt georganiseerd door de Bouwacademie van de Confederatie Bouw Brussel – Vlaams-Brabant en het WTCB, in samenwerking met Cevora en ADEB-VBA, de vereniging van aannemers van grote bouwwerken in de Confederatie.
KOSTPRIJS
Bij inschrijving vooraf is de deelname gratis voor bedienden van PC 200. In de andere gevallen betalen deelnemers € 140 (exclusief btw) per persoon. Annuleringen moeten minstens vier dagen vooraf gemeld worden, anders wordt een forfait van € 50 aangerekend.
VOOR WIE?
Dit evenement richt zich op leidinggevenden van bouwbedrijven, zoals ingenieurs, calculators, opmeters, projectbeheerders en zaakvoerders maar ook op architecten, studiebureaus, opdrachtgevers bij de overheid enzovoort.
25 september 2018
Voorstelling visierapport Vlaamse Confederatie Bouw Het visierapport van de VCB onderzoekt de relatie tussen burgers en bouwers, en toont aan dat hun belangen verrassend vaak gelijklopen. Meer hierover vindt u op blz. 40 in dit nummer. De officiële voorstelling vindt plaats op 25 september 2018. U bent welkom in Le Plaza Brussels vanaf 18.00 u., het event begint om 18.45 u. Bij de sprekers Peter Cabus (secretaris-generaal Departement Omgeving) en Marleen Evenepoel (administra-
6 Bouwbedrijf • september 2018
teur-generaal Agentschap Natuur & Bos). Traditiegetrouw worden de prijzen uitgereikt aan de Jonge Vlaamse Aan nemers van het jaar. INFO: Inschrijven kan op www.vcb.be. U vindt daar ook alle info over het programma, de bereikbaarheid van Le Plaza enzovoort.
NE
TW
OR
K
24
EV
EN
th
OCT. 2018
TOURS & TAXIS
Inspire / Connect / Share experience
WALKING DINNER & AWARD CEREMONY Best Digital Construction Solution
Digital Construction Genius of the year
Brussels | Flanders | Wallonia
WWW.DIGITALCONSTRUCTIONNIGHT.BE 02 894 29 03 | SALES@BOUWKRONIEK.BE | SALES@LACHRONIQUE.BE
PARTNERS
POWERED BY
POWERED BY
T
Word laureaat van de
aedificas foundation awards Aedificas Foundation reikt jaarlijks vier awards uit en steunt hiermee projecten gericht op de maatschappelijke (re)integratie van kansengroepen.
WAT?
4 awards = e 5.000 per award
WIE?
Leden-bouwbedrijven van de Confederatie Bouw kunnen hun sociale projecten indienen die kwetsbare groepen grotere slaagkansen bieden door vorming of een betere huisvesting. Deze projecten worden in België georganiseerd samen met organisaties zonder winstoogmerk.
HOE?
Kandidaturen moeten ingediend worden met een inschrijvingsdossier dat online terug te vinden is op www.aedificas-foundation.be en dit vóór vrijdag 16 november 2018. De bekendmaking van de laureaten en uitreiking van de vier aedificas foundation awards vindt plaats op woensdag 12 december 2018.
REGIONAAL STANDPUNT
Afschaffing vestigingswet ondermijnt vakmanschap in de bouw
D
e Vlaamse regering keurde op 6 juli een voorstelbesluit goed om op 1 januari 2019 de vestigingswet voor bouwberoepen af te schaffen. Men kan deze beroepen dan uitoefenen zonder passend diploma of zonder bewijs van beroepservaring. De regering wil hiermee het ondernemerschap bevorderen.
De Vlaamse Confederatie Bouw betreurt deze beslissing. Een minimum aan voorkennis is geen drempel. Het is een absolute noodzaak om te starten in de bouw. De VCB heeft bij minister Muyters dus altijd gepleit tegen afschaffing.
"Is de economie echt gebaat bij grote aantallen nieuwe ondernemingen die niet levensvatbaar zijn?"
De bouwsector heeft de afgelopen jaren een grote technische evolutie doorgemaakt. Een aannemer kan de vereiste kwaliteit niet meer leveren zonder technische bagage en een professionele instelling. De afschaffing van de vestigingswet ondermijnt het vakmanschap in de bouw. Een update was meer op zijn plaats geweest, zeker in combinatie met de grote opleidingsinspanningen die de Vlaamse bouw permanent levert. Ook voor starters is de afschaffing een nadeel. Een ondernemer zonder vakkennis loopt een hoger risico op een faillissement. Inderdaad, die vakkennis wordt enkel gecontroleerd in het begin, met het oog op een vestigingsattest. Dat houdt niet alle roekeloze starters tegen. Maar het beperkt hun aantal sterk. Is de Vlaamse economie echt gebaat bij grote aantallen nieuwe ondernemingen die niet levensvatbaar zijn? De vestigingswet is bovendien een vorm van bescherming van de consument. Die gaat nu verloren. Avonturier zullen zonder kennis van zaken als zelfstandige bouwberoepen kunnen uitoefenen, met als zeker gevolg meer slechte uitvoeringen en meer betwistingen achteraf. Zit de Vlaming daarop te wachten? Er bestaat op dit moment trouwens geen alternatief. Labels, keurmerken ‌ Ze garanderen de kwaliteit niet en zijn soms duur en omslachtig voor de ondernemingen. Ze kunnen niet ingeroepen worden bij een betwisting over de goede uitvoering van een werk. De vestigingswet vormt wel een juridische stok achter de deur, met de sanctie van absolute nietigheid van een overeenkomst indien men niet aan de voorwaarden voldoet. De VCB blijft zich dus verzetten tegen de afschaffing van de vestigingswet voor bouwberoepen. Het systeem heeft waardevolle doelstellingen: het bevorderen van vakmanschap en succesvol ondernemerschap, de bescherming van de consument. Onze boodschap aan de regering is: schaf de vestigingswet niet af, maar verbeter ze en stuur bij waar nodig. We zijn bereid daaraan constructief mee te werken.
Marc Dillen Directeur-generaal Vlaamse Confederatie Bouw september 2018 • Bouwbedrijf 9
WONINGBOUW
De verplichte verzekering van de tienjarige aansprakelijkheid Sinds 1 juli 2018 zijn aannemers in bepaalde omstandigheden verplicht hun tienjarige aansprakelijkheid te verzekeren als ze werken aan woningen. We schetsen de hoofdlijnen van de wet, met een handige tool.
W
anneer valt men onder de nieuwe verplichting? Een eerste voorwaarde is dat het gaat om een in België gelegen woning waaraan onroerende werken worden verricht waarvoor de tussenkomst van een architect wettelijk vereist is. Met andere woorden: wanneer een vergunning moet worden aangevraagd voor
De verplichte verzekering wil de consument beschermen, maar tegen een betaalbare prijs. Foto: T.Palm
10 Bouwbedrijf • september 2018
de woning. Bovendien moet de definitieve vergunning afgeleverd zijn vanaf 1 juli 2018. Onroerende werken aan een in België gelegen woning. Het gaat niet alleen om nieuwbouw of renovatie, maar ook om herstelling, restauratie, omvorming of uitbreiding
van bestaande gebouwen. Met woningen bedoelt men zowel eengezinswoningen als appartementsgebouwen. Opgelet: de verzekeringsplicht geldt niet als het gaat om kamers in gemeenschappelijke gebouwen, dat zijn gebouwen waarin minstens één woonplaats of sanitair lokaal wordt gebruikt door verschillende personen die geen familiale band hebben. Onroerende werken aan kamers in kloosters en ziekenhuizen, studentenkamers enzovoort zijn dus niet onderworpen aan de verzekeringsplicht. Een aannemer die voor een Belg in het buitenland een tweede verblijfplaats bouwt, is niet onderworpen aan de Belgische verzekeringsplicht. Maar als een aannemer in België een woning bouwt voor een buitenlander, moet hij de verzekeringsplicht wél naleven.
DE DOELSTELLING VAN DE VERZEKERING De doelstelling van de verplichte verzekering was steeds de consument beschermen tegen de meest schrijnende situaties. Om de betaalbaarheid te garanderen, bevat de verplichting een aantal belangrijke beperkingen. Voor de aannemer zijn dit de drie voornaamste: • de verplichting geldt alleen wanneer voor de werken aan een woning waarvoor de tussenkomst van een architect wettelijk verplicht is;
Wettelijke tussenkomst van de architect. Of de tussenkomst van een architect verplicht is, hangt af van het gewest waar de woning staat. In Vlaanderen en Wallonië is een stedenbouwkundige vergunning bijvoorbeeld niet altijd nodig voor de bouw van een veranda, in Brussel wel. De plaats van de werken bepaalt dus mee de verzekeringsplicht.
• de verzekering heeft alleen betrekking op de soliditeit, de stabiliteit en de waterdichtheid van de gesloten ruwbouw van een woning (de waterdichtheid voor zover deze de stabiliteit in gevaar brengt);
Definitieve vergunning toegekend vanaf 1 juli 2018 De verzekeringsplicht is niet van toepassing als de definitieve vergunning tot het bouwen van een woning werd toegekend vóór 1 juli 2018. Van belang is dus de datum waarop de definitieve vergunning toegekend wordt, en niet de datum van de vergunningsaanvraag. Het feit dat de aanvraag gebeurde vóór 1 juli 2018 ontslaat een aannemer niet van de verzekeringsplicht.
In de tekst verduidelijken we wat dit betekent.
Wat is gedekt?
De tweede belangrijke vraag is: wat wordt gedekt? De verplichte verzekering moet de burgerlijke aansprakelijkheid dekken van de gesloten ruwbouw van de woning
• enkel de aannemers, architecten en andere dienstverleners in de bouwsector die de gesloten ruwbouw realiseren zijn onderworpen aan de verzekeringsplicht.
verzekering onderschrijven voor de activiteiten uitgevoerd door hemzelf, zijn aangestelden en onderaannemers. Een onderaannemer moet dus gedekt te zijn in de polis van de aannemer waarvoor hij werkt. De wet legt geen verzekeringsplicht op aan de bouwpromotoren. Zij blijven bij verkoop “op plan” wel tien jaar aansprakelijk door de wet Breyne.
Gezamenlijke polis?
Wat bedoeld wordt met gesloten ruwbouw vindt u in de kadertekst. De termijn van aansprakelijkheid van tien jaar begint met de aanvaarding van de werken. Tenzij het anders staat in het aannemingscontract, is dat de datum van de definitieve oplevering. Zorg er als aannemer voor dat u contractueel voorziet dat de tienjarige aansprakelijkheid begint te lopen bij de voorlopige oplevering.
Strikt genomen legt de wet niet op dat de aannemer voor de geviseerde activiteiten een persoonlijk en individueel verzekeringscontract moet afsluiten. De activiteiten moeten enkel verzekerd zijn. Concreet betekent dit dat de aannemer zijn activiteiten kan laten verzekeren in een gezamenlijke polis onderschreven door de architect. Het wordt ook niet uitgesloten dat de bouwheer zelf een verzekering neemt voor het hele project. Vooral bij opsplitsing in percelen kan het aangewezen zijn dat de polis globaal wordt afgesloten door de bouwheer zodat er enerzijds rechtszekerheid is (alle partijen zijn gedekt) en anderzijds een voor hem betaalbare verzekering wordt afgesloten. Belangrijk: de aannemer moet vóór de aanvang van de werken aan de bouwheer en de architect een verzekeringsattest overmaken. Anders kan hij niet beginnen te werken.
Wie is verplicht?
De verzekerde bedragen
• voor ernstige conceptie-, uitvoering- en materiaalgebreken en voor de ongeschiktheid van de grond, voor zover deze de soliditeit en stabiliteit van de gesloten ruwbouw van de woning in gevaar brengen; • voor problemen inzake waterdichtheid als die een impact hebben op de stabiliteit en stevigheid van het gebouw;
Wie moet dan deze verzekering nemen? Dat is iedere aannemer die een gesloten ruwbouw realiseert. Hij moet deze
De kosten voor de wederopbouw van de woning moeten verzekerd zijn als deze onder de € 500 000 liggen. Kost de september 2018 • Bouwbedrijf 11
›››
WONINGBOUW
WAT IS DE “GESLOTEN RUWBOUW”?
›››
Wat wordt bedoeld met gesloten ruwbouw? Minister Kris Peeters gaf uitleg in de Parlementaire Kamercommissie voor het Bedrijfsleven van 12 juli 2018.
die de woning wind- en waterdicht maken. Ook het buitenschrijnwerk en het dak die de constructie gesloten maken, behoren dus bij de gesloten ruwbouw.
Gesloten ruwbouw, zo verklaarde Peeters, slaat op de dragende elementen die de stabiliteit of de stevigheid van de woning uitmaken. De funderingen en de dragende structuur behoren tot de ruwbouw. Daarnaast: de elementen
“Gesloten ruwbouw” werd dus als volgt gedefinieerd: “de elementen die bijdragen tot de stabiliteit of de stevigheid van het bouwwerk alsook de elementen die voor de `wind- en waterdichtheid' van het bouwwerk zorgen”.
wederopbouw meer, dan is het minimum verzekerde kapitaal € 500 000 verhoogd met de ABEX-index. De basisindex is deze van het eerste semester van 2007. Als we dit schrijven bedraagt het minimum voor duurdere woningen ongeveer € 608 796. Schade beneden de € 2 500 verhoogd met de ABEX-index komt niet in aanmerking voor de verzekeringsdekking. Op dit moment is dat € 3 043,98.
Wat kost zo’n verzekering?
Stel dat het gaat om de nieuwbouw van een eengezinswoning met een gesloten ruwbouwwaarde van € 150 000 exclusief btw. Dat betaalt u bij Federale Verzekering voor een contract conform de wet een bedrag van € 959,43 (inclusief taksen). Dat is dus 0,6396 % van € 150 000. De polis wordt in die hypothese onderschreven door de hoofdaannemer en dekt hemzelf evenals zijn onderaannemers. Voor meer info voor uw specifiek project kunt u terecht bij Federale Verzekering (www.federale.be). Op de website kunt u ook simulaties vragen.
Wanneer de verzekeraars weigeren …
De wet houdt er rekening mee dat in bepaalde gevallen een aannemer geen verzekering kan krijgen. Daarom zal een Tariferingsbureau worden opgericht. Als een aannemer op de reguliere markt geen verzekering vindt, stelt dit bureau vast met welke premie en onder welke voorwaarden een verzekeraar hem kan dekken. Wie drie weigeringen van een verzekeraar krijgt, kan bij het Tariferingsbureau een aanvraag indienen. Binnen het Tariferingsbureau is de Confederatie Bouw eveneens vertegenwoordigd. Maar merk op dat de wet géén recht op verzekering instelt.
•
12 Bouwbedrijf • september 2018
Minister Peeters begeslotenvestigde dat technieken en afwerking niet onder de beoogde definitie van ruwbouw vallen. Parketplaatsers, schilders, loodgieters, elektriciens enzovoort werken niet aan de realisatie van de gesloten ruwbouw en zijn dus niet onderworpen aan de verzekeringsplicht. Zij blijven wel aansprakelijk voor schade berokkend door hun fouten.
VERZEKEREN OF NIET? VOLG DEZE STAPPEN! Is een bouwvergunning voor een woning wettelijk vereist? Neen U hoeft geen verzekering te nemen. Ja Ga naar de volgende vraag. Werd de definitieve bouwvergunning verleend vóór 1 juli 2018? Ja U hoeft geen verzekering te nemen. Nee Ga naar de volgende vraag. Realiseer ik mee de constructie van de gesloten ruwbouw van de woning? Nee U hoeft geen verzekering te nemen. Ja Ga naar de volgende vraag. Kom ik tussen als onderaannemer? Ja Vraag aan de aannemer waarvoor u werkt of hij een verzekering heeft afgesloten. Vraag hem een kopie van het verzekeringsattest. Nee U moet (als aannemer of nevenaannemer) een verzekering afsluiten.
INFO: Nog vragen? Stel ze aan elke.vanoverwaele@confederatiebouw.be. In Bouwbedrijf van oktober 2017 werd al aandacht gewijd aan dit onderwerp.
ONDERNEMINGSLOKET
Formalis totaal vernieuwd Formalis, het ondernemingsloket verbonden met de Confederatie, heeft zich een nieuw en fris imago aangemeten. Maar de vernieuwingen gaan veel verder dan het imago. Er is voortaan informatie in vier talen en er werd een elektronisch platform ontwikkeld: Formalis Online. De nieuwe website maakte alvast op Bouwbedrijf een heel sterke indruk.
W
aarom de vernieuwing? Enerzijds gaat de technologie constant vooruit in de samenleving, anderzijds wil Formalis zijn opdracht als ondernemingsloket optimaal uitvoeren. Een modernisering van de website drong zich dus op. Formalis stelt nu een elektronisch platform ter beschikking van de ondernemingen, Formalis Online. Aannemers kunnen een reeks wettelijk verplichte formaliteiten vervullen op het web: inschrijving, wijziging en stopzetting. Welke voordelen heeft dat nieuwe platform Formalis Online precies voor u? Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon kan: • een aanvraag tot inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) doen; Wordt u (opnieuw) zelfstandige? Op Formalis Online kunt u uw aanvraag doen en de start van uw onderneming regelen. • een wijziging in de KBO aanvragen; Zijn er veranderingen in de gegevens of de situatie van uw bedrijf? Via Formalis Online kunt u deze vlot doorgeven. • een stopzetting in de KBO aanvragen. Zet u uw activiteiten stop? Ongeacht de reden helpt Formalis u bij het stopzetten van uw activiteit of uw vestigingseenheid. En zorgt voor het zorgvuldig afsluiten van alles.
Snel en eenvoudig
De toegang is snel en eenvoudig. Een e-ID-module werd opgezet voor identiteitskaarten, voor de automatische codering van gegevens en voor het autoriseren van elektronische handtekeningen. De formaliteiten worden dus automatisch geïdentificeerd met de juiste persoon Een online betalingsmodule werd geïmplementeerd via het INGENICOplatform. Zo kunt u al uw aanvragen gemakkelijk afronden. Zodra de aanvraag betaald is, zal de informatie naar uw Formalis-kantoor worden verzonden.
Verdere verbeteringen
Momenteel zijn alleen de wettelijke formaliteiten beschikbaar. Maar in de nabije toekomst gaat Formalis Online nog veel meer diensten aanbieden. Dit alles mag gezien worden, en dus heeft Formalis zich ook een modern imago aangemeten. Er is een nieuw logo, en bovendien is de informatie nu beschikbaar in vier talen: naast Nederlands, Frans en Duits ook Engels.
•
INFO: www.formalis.be. Nog vragen? Stel ze meteen aan een Formalis-medewerker. De adressen van de 34 kantoren staan op de website. september 2018 • Bouwbedrijf 13
ONDUIDELIJKHEDEN UITGEKLAARD
Lastenverlaging voor eindelijk toepasbaar De Confederatie heeft jarenlang gevochten voor een lastenverlaging in onze sector. Dit jaar is die er ook gekomen. Maar de concrete toepassing liet op zich wachten. Intussen zijn de onduidelijkheden uitgeklaard. Binnenkort kunt u daadwerkelijk profiteren van deze lastenverlaging!
D
e wet die de lastenverlaging regelt werd in het voorjaar al goedgekeurd. Maar de fiscus moest een aantal praktische aspecten nog verduidelijken. Nu dit gebeurd is, hebben de sociale secretariaten hun systemen aangepast of zijn ze daarmee volop bezig.
Het principe van de lastenverlaging is eenvoudig: de werkgever houdt de bedrijfsvoorheffing in op het loon van de werknemer, maar stort slechts een deel door. Het is een uitbreiding van de vrijstelling van doorstorting die al bestond voor de ondernemingen die arbeid in opeenvolgende ploegen ver-
LOOP DEZE AANZIENLIJKE LASTENVERLAGING NIET MIS! De bekomen lastenverlaging is heel belangrijk voor de Belgische bouw. In centen uitgedrukt gaat het om € 100 miljoen dit jaar, € 200 miljoen volgend jaar en € 604 miljoen vanaf 2020. De verlaging moet de positie versterken van de Belgische bouwbedrijven die eigen personeel in dienst willen houden. Voortaan kunnen deze beter concurreren met buitenlandse bedrijven uit EU-landen met lagere loonlasten, die werknemers naar hier detacheren. Voor de Confederatie had de maatregel nog verder mogen gaan en vroeger effect mogen hebben. De maatregel krijgt pas zijn volledige uitwerking in 2020. Daarnaast zijn de voorwaarden rond ploegenarbeid niet onze wil. Maar toch: loop in geen geval deze belangrijke lastenverlaging mis. Neem contact op met uw sociaal secretariaat voor de praktische toepassing. De sociale secretariaten engageerden zich alvast om hun werkgevers uitgebreid te informeren.
14 Bouwbedrijf • september 2018
richten. Het voordeel dat zo ontstaat, heeft geen enkele invloed op het loon van de werknemer. Het komt enkel ten goede aan de werkgever.
Voorwaarden
Om de vrijstelling te kunnen toepassen moet aan al de volgende voorwaarden tegelijk voldaan zijn: ∙ het gaat om werknemers die op locatie werken. Dus op een bouwplaats en bijvoorbeeld niet in het atelier of het magazijn van het bedrijf; ∙ de werknemers verrichten werken in onroerende staat zoals gedefinieerd door de btw-regelgeving. Het grootste deel van het werk van bouwvakkers valt daaronder. Meer details staan in art. 20, §2 van het KB nr. 1 van 29 december 1992; ∙ de werknemers werken in ploegverband. Concreet gaat het om werk verricht in één of meer ploegen van minstens twee personen. Deze moeten hetzelfde of complementair werk doen, zowel wat betreft de inhoud als wat betreft de omvang. Het is niet noodzakelijk dat het gaat om “opeenvolgende ploegen”; ∙ het bruto uurloon van deze werknemers moet minstens € 13,75 bedragen. Er was twijfel gerezen over wat hiermee precies bedoeld werd. De
bouwbedrijven fiscus heeft nu bevestigd dat het wel degelijk gaat om het bruto-uurloon voor inhouding van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen. De minimumlonen in het paritair comité 124 liggen boven deze drempel. Het is overigens niet vereist dat de werknemers een ploegenpremie krijgen, een toeslag bovenop het normale loon. Die vereiste bestaat wel in de regeling voor opeenvolgende ploegen.
Grootte van de vrijstelling
De vrijstelling is gelijk aan een bepaald percentage van de belastbare
bezoldigingen van alle betrokken werknemers samen. In 2018 bedraagt dit percentage 3 %. Volgend jaar gaat het naar 6 %, en vanaf 2020 bedraagt het 18 %. Maar let op: het gaat hier wel degelijk om de betrokken werknemers. De vrijstelling geldt enkel voor de belastbare bezoldigingen van de werknemers die werken in onroerende staat verrichten, in ploegverband en op locatie zoals eerder in dit artikel beschreven. Premies, vakantiegeld, eindejaarspremie en achterstallige bezoldigingen zijn niet opgenomen in de basis voor de berekening.
Inwerkingtreding
De vrijstelling is van toepassing op de bezoldigingen betaald of toegekend sinds 1 januari 2018. Ze wordt nu pas concreet toepasbaar. Maar het voordeel is niet verloren voor de maanden waarvoor de bedrijfsvoorheffing al gestort is. Werkgevers kunnen bij de fiscus een retroactieve correctie indienen. Ondernemingen zullen hiervoor wel de nodige informatie aan hun sociaal secretariaat moeten overmaken.
•
INFO : hendrik.dewit@confederatiebouw.be marleen.porre@confederatiebouw.be
RC, VG. 819/BC, W.INTC.001/W.RSC.1, 00257-406-20121120, 00257-405-20121120
goeie vakmensen vinden
De gespecialiseerde consultants van Randstad Construct helpen mee om de juiste medewerkers te vinden die perfect passen bij uw bedrijf. Samen bouwen we aan de toekomst van uw bedrijf. Meer over onze Randstad Construct-kantoren vindt u op www.randstad.be/construct.
dat is ons vak. human forward.
september 2018 • Bouwbedrijf 15
ECONOMISCHE VOORUITZICHTEN
Dit jaar groei van 3,7 % verwacht in de bouw Aannemers hebben weer meer vertrouwen in de toekomst. De economische indicatoren staan op groen en in 2018 stevent de sector af op mooie groeicijfers. Ook in 2019 staat groei op het menu, maar hij zal kleiner zijn.
V
olgens het Federaal Planbureau zal onze economie in de periode 2018-2019 een stabiele groei kennen, die banen en investeringen zal opleveren. Het bbp zou met 1,6 % per jaar toenemen en de investering met 3,2 % per jaar. In totaal zouden er in twee jaar meer dan 100 000 banen bijkomen. Het inkomen van gezinnen zou in twee jaar met 3,8 % stijgen, en de werkloosheid zou van 7,1 % in 2017 dalen naar 6,3 % in 2019. Dit is gunstig voor de activiteit in de bouw. Het vertrouwen van de bouwbedrijven in de toekomst stijgt. Eén en twee jaar geleden waren de pessimisten nog in de meerderheid. Nu zijn er ongeveer evenveel optimisten als pessimisten.
Veel nieuwbouwwoningen in 2018
In Wallonië steeg het aantal woningen dat vergund werd in 2017 met 6 % in vergeleken met een jaar eerder. In Brussel zelfs met 61 % maar omdat de markt daar klein is, kunnen enkele grote projecten spectaculaire schommelingen veroorzaken. In Vlaanderen daarentegen werden 6 % minder vergunningen verleend. De verklaring is het EPB-effect. Op één januari 2016 werden de EPB-eisen strenger in Vlaanderen. Aan het einde van 2015 werden dus nog veel vergunningen aangevraagd, om de strengere eisen te ontlopen. Dat blies het aantal vergunningen in 2016 op, met een daling in 2017 tot gevolg. 16 Bouwbedrijf • september 2018
Toch wordt ook in Vlaanderen een stijging van de woningbouw verwacht in 2018. Op 1 januari van dit jaar werden de EPB-eisen namelijk opnieuw strenger, wat zonder twijfel heeft geleid tot een nieuw EPB-effect: talrijke vergunningsaanvragen aan het einde van 2017, en de bijbehorende stijging van de verleende vergunningen in de eerste maanden van 2018. De nieuwbouw van woningen mag dus een flinke groei verwachten in 2018, met een grootteorde rond de 7 %. Maar de medaille heeft een keerzijde: het valt te vrezen dat hierop in 2019 een daling zal volgen. Een EPBeffect veroorzaakt een tijdelijke piek in de vergunningsaanvragen, maar daarop volgt later doorgaans een daling. Het is afwachten voor 2019. Als de algemene vraag naar nieuwe woningen toeneemt, kan dit de verwachte terugval compenseren.
Woningrenovaties
De woningrenovaties zullen naar verwachting slechts rond de 1 % groeien in 2018. Ze lijden onder het feit dat in Vlaanderen de effecten van het fiscale voordeel voor dakisolatie uitgewerkt zijn. 2017 was het laatste jaar waarin men kon profiteren van dat voordeel. In 2019 zal de groei wellicht stijgen naar 2 tot 3 %. Dit heeft te maken met de continue uitbreiding van het woningenbestand, die de vraag naar renovaties verhoogt. Daarnaast worden er steeds hogere kwaliteitseisen gesteld,
vooral wat betreft de energieprestaties.
Niet-woongebouwen
De renovaties van niet-woongebouwen zijn het spiegelbeeld van de woongebouwen. In dit segment mag dit jaar een groei rond de 7 % verwacht worden, onder meer omdat de federale regering € 400 miljoen uittrekt voor de renovatie van justitiegebouwen. Maar op dit moment ziet het ernaar uit dat de inspanningen van 2018 om overheidsgebouwen te beveiligen en de renoveren, een eenmalige operatie zullen zijn. Het gevolg is een terugval in 2019. De verwachtingen voor de nieuwbouw van niet-woongebouwen zijn negatief voor 2018. Het vergunde volume steeg in 2017 wel met ongeveer 20 %, maar dit lag hoofdzakelijk aan de industriële hallen. Hun vergunde volume nam toe met 45 %, maar dergelijke gebouwen genereren relatief weinig werken per volume-eenheid. Daarnaast was er sprake van een grote daling bij de nieuwe gebouwen die wel veel werken per volume-eenheid vereisen. De kantoorgebouwen gingen bijvoorbeeld met 43 % achteruit. Deze grote schommelingen suggereren dat vraag en aanbod zich verwijderd hebben van de evenwichtszone. Men mag dus verwachten dat de vraag naar industriegebouwen flink zal gaan dalen en die naar kantoren en andere gebouwen stijgt. Dat zou meer werk per volume-eenheid genereren, maar voorlopig ziet het ernaar uit dat de stijging in het
VERGUNDE NIEUWE WONINGEN IN BELGIE 8.000
Brutocijfers (seizoengezuiverd) Trend Gemiddelde op 3 maanden
7.000
Burgerlijke bouwkunde en verkiezingen
Aantal woningen
6.000
5.000
4.000
3.000
2.000
05/15 08/15
11/15 02/16
05/16 08/16
11/16 02/17 05/17
08/17
11/17
02/18 05/18
NIET VERGUNDE WOONGEBOUWEN 7
6
Miljoenen m3
5
4
3
2 Brutocijfers (seizoengezuiverd) Trend Gemiddelde op 3 maanden
1 0
05/15 08/15
11/15 02/16
05/16 08/16
11/16 02/17 05/17
08/17
11/17
02/18 05/18
Gtoeipercentage vergeleken met het jaar voordien
EVOLUTIE VAN HET WERKVOLUME
%
9% 8% 7% Woongebouwen
6%
Niet-woongebouwen Burgelijke bouwkunde
5%
Totaal
4% 3% 2%
De burgerlijke bouwkunde is grotendeels afhankelijk van overheidsinvesteringen, en die zijn op hun beurt sterk afhankelijk van de investeringscyclus door de lokale besturen. Traditioneel stijgen de investeringen door de gemeenten in de aanloop naar gemeenteraadsverkiezingen, om daarna te dalen. 2018 is een dergelijk verkiezingsjaar, en volgens de recentste economische begroting van het Federaal Planbureau zullen de overheidsinvesteringen met 10 % toenemen. Samen met de stabilisering van de investeringen door de spoorwegen leidt dit tot de verwachting dat de burgerlijke bouwkunde een groei van ongeveer 8 % zal doormaken. In 2019 zal de daling van de gemeentelijke investeringen voelbaar zijn. Maar de verwachte terugval zou grotendeels gecompenseerd moeten worden door de toenemende omvang van de werken aan de Oosterweelverbinding. Ook volgend jaar zal de burgerlijke bouwkunde dus kunnen groeien, maar minder uitgesproken.
Conclusie
In zijn geheel bekeken is de conclusie dat het activiteitenvolume in de bouw ongeveer 3,7 % zal groeien in 2018, en dit na de forse groei die er al was in de voorbije jaren. Maar merk op dat de groei van dit jaar afhangt van een aantal tijdelijke factoren zoals het EPB-effect. Hun verdwijning zal het werkvolume in 2019 beïnvloeden. Toch mogen we ook voor dat jaar een globale groei van ongeveer 1 % verwachten, dankzij de nieuwbouw van niet-woongebouwen, de scholenbouw in Vlaanderen en de werken aan de Oosterweelverbinding en de sluis in Terneuzen.
•
1% 0%
ene geval de daling in het andere geval niet kan goedmaken. De nieuwbouw van niet-woongebouwen riskeert 1 tot 2 % achteruit te gaan in 2018. In 2019 zou er dan een herneming zijn. Het nieuwe PPS-programma voor scholenbouw in Vlaanderen zal die stimuleren.
2018
2019
INFO : jean-pierre.liebaert@confederatiebouw.be. september 2018 • Bouwbedrijf 17
DUIZENDEN VACATURES
Eindelijk weer banencreatie in de bouw De bouw is al enkele jaren een stevig steunpunt voor de economische groei. Maar voor de werkgelegenheid kon hij tot nu toe die rol niet spelen. Nu schept de sector weer banen – al kunnen bouwbedrijven wellicht niet zo snel aanwerven als ze willen.
Veel vacatures
Het valt trouwens dat onze sector opvallend veel vacatures heeft. De FOD Economie telde er ongeveer 11 500 in het eerste kwartaal van dit jaar. Dat komt overeen met 6 % van de werkgelegenheid. Dat is twee keer meer dan in de jaren 2013 en 2014, en ook twee keer meer dan in de nijverheid op dit moment. De gegarandeerde activiteitduur in de orderboekjes is zo veel langer geworden dat het personeelsbestand in de bouw, hoewel het toeneemt, niet zal volstaan om aan de gestegen vraag tegemoet te komen, tenzij de aannemers de 18 Bouwbedrijf • september 2018
5,0% 220.000 uitvoeringtermijn verlengen. Gebrekkige instroom Dat is niet bepaald een signaal dat In de bouw komt daarbovenop dat het hen aan vertrouwen ontbreekt en er nooit genoeg jongeren uit het215.000 bouw4,0% dat ze aarzelen om aan te werven. Zoals onderwijs komen om de natuurlijke eerder opgemerkt hebben ze een zeker uitstroom te vervangen. Dit is des te 3,0% 210.000 vertrouwen in de toekomst; de vacatu- pijnlijker nu de sector zijn personeelsres bevestigen dat meer en meer men- bestand wil uitbreiden. Weliswaar heeft sen zoeken. het de aannemers nooit tegengehouden 2,0% 205.000 In feite hebben ze zelfs moeite om om werkgelegenheid te scheppen, maar het geschoolde personeel te vinden dat het heeft wel tot gevolg dat de afstem1,0% 200.000 op de ze nodig hebben. Dat is vandaag de dag ming van het personeelsbestand een quasi-algemeen probleem, maar in noden vertraging oploopt. De vorige keer dat er sprake was van stijgende de bouw 0,0% stelt het zich scherper op dit 195.000 moment. Het aantal vacatures in onze werkgelegenheid was in de loop van de sector ligt in verhouding boven het jaren 2000, toen de vraag naar werken -1,0% 190.000 lange tijd groeide. gemiddelde van de2011 hele 2012 nijverheid, 2010 2013 net 2014 2015 2016 fors 2017 2018 Ook 2019toen liepen Bronnen: INR,van Euroconstruct en eigen berekeningen de aanwervingen achter op de vraag. zoals de groei het activiteitenvolume hoger ligt dan de groei van het bbp. Bedrijven bleven zelfs aanwerven nadat Evolutie in aantal werknemers "bouw"
Jaarlijkse groeivoet van het werkvolume
D
e werkgelegenheid in loondienst is jaren aan stuk gedaald in de bouw. Maar in 2016, toen de groei van het werkvolume boven de 2,5 % per jaar lag, werd deze neergang gestopt en was er weer sprake van een toename. Aangezien in 2018 het werkvolume naar verwachting met 3,7 % zal stijgen, zou de werkgelegenheid ook dit jaar weer moeten toenemen. Het Federaal Planbureau verwacht dat er in de komende jaren 24 000 meer mensen in de bouw zullen komen werken, 17 500 in loondienst en 6 500 zelfstandigen. De statistieken suggereren dat de toename van de zelfstandigen stabiel zal zijn en sneller zal verlopen dan van de loontrekkenden. Er zou dus een zekere verschuiving zijn richting zelfstandigen.
WERKVOLUME EN LOONTREKKENDE WERKGELEGENHEID
EVOLUTIE VAN HET AANTAL VACATURES "BOUW" 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 Brutocijfers 0 Bron: FOD Economie (Statbel)
Trend
de activiteit gestopt was met groeien.
Bijkomende banen
Gezien het grote aantal vacatures en gezien de aanwervingsproblemen mogen we ervan uit gaan dat de stijging van de werkgelegenheid die in 2016 begon, zal aanhouden in 2018. Normaal gezien krijgt ze een vervolg in 2019, ook al zal het activiteitenvolume dan hoogstwaarschijnlijk minder groeien. Aannemers zullen hun personeelsbestand op hun noden blijven afstemmen, daarbij gesteund door verschillende opleidingsprogramma’s inclusief de opleidingen in het bedrijf zelf.
De werkgelegenheid in de bouw doet het dus goed. Maar dat heeft niet alleen de te maken met de toenemende activiteit, die de aannemers doet zoeken naar duizenden nieuwe werknemers. De verbetering is ook het resultaat van een aantal regeringsmaatregelen, die overigens nog niet allemaal van toepassing zijn. Bedrijven met personeel dat onderworpen is aan de Belgische sociale zekerheid, moeten concurreren met bedrijven die goedkoper zijn omdat ze werken met gedetacheerde werkkrachten. De regering heeft initiatieven genomen om dit nadeel voor Belgische ondernemingen te beperken.
5,0%
220.000
4,0%
215.000
3,0%
210.000
2,0%
205.000
1,0%
200.000
0,0%
195.000
-1,0%
190.000
2010 2011 2012 2013 2014 2015 Bronnen: INR, Euroconstruct en eigen berekeningen
2016
2017
2018
EVOLUTIE VAN HET AANTAL VACATURES "BOUW" 14.000
2019
Evolutie in aantal werknemers "bouw"
Jaarlijkse groeivoet van het werkvolume
WERKVOLUME EN LOONTREKKENDE WERKGELEGENHEID
Verlaagde loonkosten
Na lang aandringen door de Confederatie is in de zomer van 2017 een verlaging van de loonkosten goedgekeurd waarvan aannemers ten volle zullen kunnen profiteren. Ze wordt geleidelijk ingevoerd tussen nu en 2020 en zal twee gevolgen hebben voor bouwbedrijven. Het evenwicht in de werkgelegenheid zal opschuiven richting aanwervingen die onderworpen zijn aan onze sociale zekerheid. Daarnaast zullen de lagere kosten bijdragen aan een toename van de activiteit. Merk op dat volgens het Federaal Planbureau de toename van de werkgelegenheid in loondienst vooral in 2020 zal plaatsvinden. Dit wijst er duidelijk op dat de verlaging van de loonkosten, die in 2020 op kruissnelheid komt, een gunstig effect heeft. De sector gaat ervan uit dat de vermindering van de loonkosten het mogelijk maakt om ongeveer 10 000 nieuwe banen te scheppen: 8 000 in de periode 2020-2024 en iets minder dan 2 000 in 2018-2019. Intussen ziet het ernaar uit dat deze maatregelen de aannemers een gevoel van zekerheid gegeven hebben. Om tegemoet te komen aan de gestegen activiteit gaan ze nu op zoek naar lokale mensen, eerder dan een beroep te doen op buitenlandse gedetacheerden.
•
INFO : jean-pierre.liebaert@confederatiebouw.be. september 2018 • Bouwbedrijf 19
NIEUWE VENNOOTSCHAPSBELASTING
Nieuwe regels voor het afschrijven van investeringen Voor investeringen vanaf 1 januari 2020 verdwijnt de mogelijkheid om degressief af te schrijven. Dat is een gevolg van de nieuwe wet op de vennootschapsbelasting. Ook de grootte van de eerste afschrijving verandert voor kleine vennootschappen.
E
ven een korte toelichting. Elke onderneming heeft beroepskosten die ze onmiddellijk in mindering van de winst mag brengen, onder meer de huur, het waterverbruik en de lonen van het personeel. De nieuwe vennootschapsbelasting laat dat principe onveranderd. Maar ondernemingen investeren ook in bedrijfsmiddelen zoals een gebouw, een auto, een machine of een computer. Deze hebben doorgaans een langere levensduur dan een jaar. In tegenstelling tot beroepskosten mogen dergelijke investeringen niet rechtstreeks in één keer afgetrokken worden van de winst. De vennootschapsbelasting werkt dan met afschrijvingen. Deze spreiden de aftrek in de tijd: elk jaar mag de onderneming een percentage van de aanschafkosten aftrekken van de winst. De grootte van dat percentage hangt af van de vermoedelijke gebruiksduur van het bedrijfsmiddel. Een bedrijfsmiddel met een gebruiksduur van ongeveer 5 jaar wordt “afgeschreven aan 20 %”. Enkele gebruikelijke percentages zijn: 3 % voor kantoren en gebouwen, 5 % voor industriële gebouwen, 10 % voor meubilair en machines, 20 % voor rollend materieel, en ten slotte 33 % voor klein materiaal
Lineair of degressief?
Er bestaan twee manieren om dit percentage om te zetten in het bedrag dat men van de belastbare winst mag 20 Bouwbedrijf • september 2018
Investeringen veroorzaken vaak bijkomende aankoopkosten. Voor kleine vennootschappen zijn de regels op de afschrijving daarvan lichtjes veranderd.
aftrekken. De eenvoudigste manier is de lineaire afschrijving. Dan wordt elk jaar hetzelfde afschrijvingspercentage toegepast. Maar tot toe bestaat er ook een tweede manier: de degressieve afschrijving. In de eerste jaren brengt de onderneming meer kosten in dan bij lineaire afschrijvingen. Het afschrijvingspercentage bedraagt het dubbele van lineaire afschrijvingen, met deze beperking dat
men in een jaar niet meer dan 40 % van de aankoopprijs mag aftrekken van de belastbare winst. Het degressief afschrijven gebeurt op het saldo (de boekwaarde) van de investering. Men neemt dus het verdubbelde percentage van het gedeelte “dat nog niet afgeschreven is”. Op een bepaald moment wordt het bedrag van de degressieve afschrijving kleiner dan van een lineaire afschrijving. Dan schakelt men over naar het lineaire
stelsel. Door de hervorming in van de vennootschapsbelasting wordt dit degressieve afschrijvingsstelsel afgeschaft voor activa verkregen of tot stand gebracht vanaf 1 januari 2020.
De eerste afschrijving
Er is nog een tweede wijziging, die van belang is voor kleine vennootschappen. Het jaar waarin een vennootschap de investering doet, is ook het eerste jaar dat ze de afschrijving van de belastbare winst mag aftrekken. Maar er is een beperking: dit mag namelijk niet voor het volledige jaar. Men moet de verhouding nemen met het gedeelte van het boekjaar waarin de activa verkregen zijn. De eerste afschrijvingsannuïteit moet met andere woorden pro rata temporis vastgesteld worden. Dit moet per dag berekend worden.
Om een voorbeeld te geven: de onderneming koopt op 1 december een machine van € 100 000 die aan 10 % afgeschreven wordt. Ze kiest de lineaire afschrijving. De eerste aftrek van de belastbare winst is dan niet 10 % van € 100 000, maar (ongeveer) een twaalfde daarvan. Op dit moment geldt deze beperking nog niet voor kleine vennootschappen. Als een investeringsgoed in de loop van het jaar wordt aangekocht, mag het volledig afschrijvingsbedrag in mindering gebracht worden, ongeacht het tijdstip van aankoop. Maar de hervorming wijzigt dit. Voor activa verkregen of tot stand gebracht vanaf 1 januari 2020 zal ook voor kleine vennootschappen de eerste afschrijving slechts pro rata aanvaard worden.
Voor uw borgstellingen maak de sprong naar...
Bijkomende kosten Afschrijvingen worden berekend op de aankoopprijs verhoogd met de aankoopkosten zoals bijvoorbeeld de niet-aftrekbare btw, registratierechten, installatiekosten … Kleine vennootschappen kunnen deze kosten naar keuze afschrijven: ofwel ineens tijdens het belastbare tijdperk waarin de kosten gemaakt zijn, ofwel spreiden over verschillende jaren. Ook in de hervormde vennootschapsbelasting behouden kleine vennootschappen deze keuze. Maar als ze de bijkomende kosten spreiden, moeten ze vanaf 1 januari 2020 deze kosten op dezelfde manier afschrijven als de aankoopsom.
•
INFO : Nog vragen? Stel ze aan marleen.porre@confederatiebouw.be.
Fideris • expertise sinds 1926 • marktleider • coöperatieve vennootschap die de winsten deelt met haar vennoten
• voor hoofd- en onderaannemers in alle bouwsectoren • hoge ristorno • onze borg verzwaart uw bankkredieten niet
• voor openbare , privé werken en de wet Breyne
Gemeenschappelijke Borgstellingen cv - Ondernemingsnummer 0403.259.880 - RPR Brussel
Groenkraaglaan 5 - 1170 Brussel - T 02 676 19 20 - F 02 513 02 91 - info@fideris.be - www.fideris.be
BOR00104 AdvBouwbedrijf_190x82_dec2015_NL.indd 1
11/01/16 10:43
september 2018 • Bouwbedrijf 21
PUBLIREPORTAGE
Maak kans om een preventieworkshop op maat van uw bedrijf te winnen! Waarom kiezen voor de verzekering Arbeidsongevallen van Federale Verzekering? Het antwoord kunnen we samenvatten in drie woorden: efficiëntie, winstdeling en preventie.
Efficiëntie
Preventie
Er valt geen tijd te verliezen wanneer een ongeval zich voordoet. Profiteer van een vereenvoudigd en digitaal schadebeheer en gespecialiseerde ondersteuning. U rapporteert en beheert arbeidsongevallen, zonder papierwerk, en u krijgt eenvoudig toegang tot documenten.
Wat de omvang ervan ook is, een arbeidsongeval is kostelijk voor uw onderneming. De kosten die verband houden met het ongeval, zoals indirecte kosten, zijn bijvoorbeeld: de duur van de behandeling van het schadegeval, de eventuele vervanging van de betrokken persoon, vertragingen die worden opgelopen door het werk dat georganiseerd moet worden, het imago van uw bedrijf. Onze preventiedienst is ISO 9001 gecertificeerd en helpt u om het aantal arbeidsongevallen te verminderen en risico’s te verkleinen… in welke sector u ook werkt.
Winstdeling U kunt jaarlijks een deel van uw premie in de vorm van restorno’s* recupereren. Wij bestaan namelijk uit onderlinge en coöperatieve vennootschappen, zonder externe aandeelhouders die hun deel van de winst opeisen. We delen onze winst met de klant, met u dus!
Surf naar www.veiligophetwerk.be en maak kans om een preventieworkshop te winnen!
Bescherm uw werknemers en verklein de ongevalsrisico’s. Neem deel aan onze wedstrijd*** en win een workshop voor uw werknemers.
Redactie: Federale Verzekering Het is dus geen toeval dat Federale Verzekering ook dit jaar, voor het zesde jaar op rij, de DECAVI-Trofee** won voor haar verzekering Arbeidsongevallen.
www.federale.be
* De restorno’s evolueren met de tijd in functie van de resultaten en de toekomstperspectieven van de verzekeringsonderneming, haar solvabiliteit, de economische conjunctuur en de toestand van de financiële markten in verhouding tot de verbintenissen van de Gemeenschappelijke Kas voor verzekering tegen arbeidsongevallen, die deel uitmaakt van de Groep Federale Verzekering. De toekenning van de restorno’s is niet gewaarborgd in de toekomst. De restorno’s variëren per categorie en per type product. De regels inzake hun toekenning zijn opgenomen in de statuten van de Gemeenschappelijke Kas voor verzekering tegen arbeidsongevallen. De statuten kunnen op www.federale.be geraadpleegd worden. ** Meer info op www.decavi.be. Deze 6 trofeeën werden telkens in het voorjaar, en dit van 2013 tot 2018, toegekend. Zoals bepaald op de website decavi.be is dit: “De ganse markt (of minstens het grootste deel daarvan onder ander op basis van het incasso van de weerhouden verzekeraars) wordt geanalyseerd per categorie.” *** Wedstrijdreglement op www.veiligophetwerk.be.
DOSSIER DETACHERING
Nieuwe detacheringsrichtlijn verandert weinig De nieuwe Europese detacheringsrichtlijn is goedgekeurd. Tijd voor een stand van zaken in Bouwbedrijf. Eerste vaststelling: de stijging van het aantal gedetacheerden is recent stilgevallen. Waarom? Dat is onduidelijk, maar in ieder geval niet vanwege de nieuwe richtlijn, want die verandert weinig voor Belgische bouwbedrijven. Hij doet ook weinig tegen de sociale dumping die soms vermomd is als detachering, maar er is een European Labour Authority op komst die hopelijk effectiever is. Ook hier in eigen land gaat de strijd tegen sociale dumping verder, al is het soms met horten en stoten. Aan de pluszijde staan een aantal federale maatregelen en de inspanningen van de Gewesten. En van de Confederatie vanzelfsprekend, die als het moet naar de rechtbank trekt.
september 2018 • Bouwbedrijf 23
NIEUWE RICHTLIJN
De gevolgen voor onze aannemers Na langdurige en soms woelige onderhandelingen keurde de EU in juni van dit jaar de nieuwe detacheringsrichtlijn goed. Voor de Belgische bouw verandert hij weinig. Maar belangrijk is dat er een Europese Arbeidsautoriteit opgericht zal worden. Deze kan een instrument tegen sociale dumping worden.
E
ven resumeren. In de EU bestaat het vrije verkeer van diensten. Hieruit volgt in principe dat een onderneming haar personeel naar een andere lidstaat mag sturen – “detacheren” – om daar te werken. Om misbruiken te vermijden legde de detacheringsrichtlijn van 1996 vast in welke omstandigheden dat mocht, en welke voorwaarden gerespecteerd moesten worden. Bij die omstandigheden en voorwaarden een harde kern van arbeidswetten en -reglementen in de lidstaat “van ontvangst”, dus de lidstaat waarnaar een werkende gedetacheerd wordt. 24 Bouwbedrijf • september 2018
De belangrijkste waren: • de maximale arbeidsduur; • de minimumrusttijden; • de minimumperiodes van betaalde vakantie; • de minimumlonen; • alles wat te maken heeft met veiligheid, welzijn, gezondheid, discriminatie enzovoort. In de Belgische bouw moeten bovendien de Belgische cao’s gerespecteerd worden. De sociale zekerheid daarentegen moet in het land voor oorsprong betaald worden. Het A1-certificaat van de detacheerde moet hiervan het bewijs
leveren. De maximale duur van een detachering werd in 1996 vastgelegd op 24 maanden, maar een verlenging kon aangevraagd worden.
Nieuwe richtlijn
In de communicatie over de nieuwe richtlijn is meer dan eens de uitdrukking “gelijk loon voor gelijk werk” gebruikt. Dat principe staat niet in de oude richtlijn, maar bij nader inzien ook niet in de nieuwe. Deze behoudt in essentie de regels die we net vermeld hebben, maar verheldert een aantal zaken, en stelt enkele verboden en verplichtingen scherper. Voor de Belgische ›››
WAT SCHEELDE ER AAN DE OUDE RICHTLIJN? Sinds de goedkeuring van de detacheringsrichtlijn in 1996, is detachering ingeburgerd. Maar het is ook een controversieel fenomeen. EĂŠn van de redenen is dat het geconcentreerd is in enkele sectoren. De Europese bouw nam in 2015 op zijn eentje meer dan 40 % van alle detachering voor zijn rekening. Een tweede probleem was de uitbreiding van de EU in 2004 en 2007 met een aantal lidstaten met lagere lonen en minder sociale bescherming. Lokale arbeiders
moesten in toenemende mate concurreren met gedetacheerden die merkelijk goedkoper waren. En ten slotte ging de legale detachering gepaard met illegale praktijken. Kort samengevat: in bepaalde sectoren werd de detachering soms ervaren als een vorm van oneerlijke concurrentie met lokale ondernemingen. Het is de verdienste van eurocommissaris Marianne Thyssen dat zij een aantal problemen wilde aanpakken door een nieuwe richt-
lijn uit te werken. Gemakkelijk bleek dat niet te zijn. Een eerste voorstel uit 2016 werd geblokkeerd door een groot aantal Oost- en Zuid-OostEuropese lidstaten. Op 1 maart 2018 werden de lidstaten, het Europees Parlement en de Commissie het dan toch eens over een herziening. In mei 2018 keurde het Europees Parlement het gewijzigde voorstel goed. Het finale akkoord van de EU-ministers van Werkgelegenheid en Sociale Zaken kwam op 21 juni 2018.
september 2018 • Bouwbedrijf 25
NIEUWE RICHTLIJN
››› bouw zijn de belangrijkste wijzigingen:
• de buitenlandse werkgever betaalt de verblijfs- en verplaatsingskosten van de gedetacheerde in het land van ontvangst. Hij mag deze dus niet van het loon aftrekken; • de buitenlandse werkgever betaalt ook de eventuele andere kosten en vergoedingen verbonden met detachering. Opnieuw mag hij deze niet van het loon aftrekken; • wat als “loon” wordt beschouwd, hangt af van de wetten en praktijken in het land van ontvangst; • de maximale duur van een detachering gaat naar 12 in plaats van 24 maanden. Er is een verlenging van 6 maanden mogelijk; • wanneer een gedetacheerd vervangen wordt door een andere die op dezelfde plaats hetzelfde werk verricht, telt dat cumulatief als één detacheringsperiode. De nieuwe richtlijn is van kracht geworden op 30 juli 2018. De lidstaten krijgen twee jaar om hem in lokale wetgeving om te zetten. Het akkoord over de nieuwe richtlijn houdt in dat deze vijf jaar nadat hij van kracht werd, geëvalueerd zal worden.
Weinig concrete gevolgen
Wat verandert dit voor een Belgisch bouwbedrijf? Erg weinig. In de Belgische bouw duurt een detachering doorgaans slechts drie tot vier maanden. Dat is veel minder dan nieuwe maximumduur van 12 maanden. Deze wijziging zal nauwelijks gevolgen hebben voor onze sector.
Wordt het duurder om met buitenlandse firma’s te werken?
Niet rechtstreeks ten gevolge van de nieuwe richtlijn. De loonvoorwaarden veranderen niet in ons land. Maar eventueel kan er een onrecht26 Bouwbedrijf • september 2018
Wanneer een gedetacheerd vervangen wordt door een andere die op dezelfde plaats hetzelfde werk verricht, telt dat cumulatief als één detacheringsperiode.
nitie niet aan wetten en Europese richtlijnen. Het valt te betwijfelen of ze dat nu wel gaan doen. De verantwoordelijkheid voor het optreden tegen fraude ligt bij de lidstaten, maar precies hun soms gebrekkige samenwerking bemoeilijkt de fraudebestrijding. De richtlijn zegt niet hoe de samenwerking georganiseerd moet worden, en zal dus ook niet rechtstreeks tot verbetering leiden.
European Labour Authority
streeks effect zijn. Een buitenlandse onderneming mag geen inhoudingen meer doen op het loon voor verblijfsof verplaatsingskosten in ons land, of voor de kosten verbonden met detachering. Deze kosten zullen dus in alle gevallen doorgerekend worden aan de opdrachtgever-aannemer.
Tegen fraude?
Net zoals de oude schetst de nieuwe richtlijn het kader voor legale detacheringen. Maar in de praktijk gaat legale detachering helaas vaak gepaard met fraude en sociale dumping. De nieuwe richtlijn is zich daarvan bewust. Hij benadrukt het belang van samenwerking tussen de lidstaten. Als er fraude gedetecteerd wordt moeten de lidstaten de nodige maatregelen nemen om de gedetacheerde werknemer te beschermen. De lidstaten moeten samenwerken om de richtlijn toe te passen. Als hij niet gerespecteerd wordt moeten ze efficiënte en ontradende maatregelen nemen die in verhouding staan tot de inbreuk. Daarnaast moeten de lidstaten op een begrijpelijke manier publiceren welke elementen een verloning in hun land inhoudt. Dat zijn welmenende woorden, maar fraudeurs houden zich per defi-
Maar er is wellicht beterschap op komst. In 2017 kondigde Jean-Claude Juncker (voorzitter Europese Commissie) de oprichting aan van een Europese Arbeidsautoriteit (European Labour Authority of ELA). In maart van 2018 had de Commissie haar voorstel hiervoor klaar. De ELA zou het gemakkelijker moeten maken voor werknemers en -gevers om hun rechten te kennen. Ze moet ook de samenwerking en de informatie-uitwisseling tussen de overheden in verschillende lidstaten bevorderen, en gezamenlijke inspecties coördineren en steunen. Daarnaast moet zij de risico’s onderzoeken die gepaard gaan met de mobiliteit van werkenden. Volgens het voorstel zal de ELA de lidstaten bijstaan bij de toepassing van Europese wetgeving, en bemiddelen wanneer er op dit gebied een grensoverschrijdend conflict zou ontstaan. Ten slotte zou deze nieuwe instelling een oplossing moeten helpen zoeken wanneer de arbeidsmarkt in een lidstaat ontwricht wordt. In de loop van 2019 zou de ELA aan haar werk moeten kunnen beginnen. Zoals elders in dit dossier opgemerkt, zou een efficiënt werkende arbeidsautoriteit wellicht meer bijdragen aan fraudebestrijding dan de nieuwe detacheringsrichtlijn.
•
STATISTIEKEN
Aantal detacheringen in dalende lijn Sinds vorig jaar is de stijging van het aantal gedetacheerden op Belgische bouwplaatsen voorbij. Een opvallende evolutie, maar de verklaring is nog onduidelijk.
•
UITZENDKRACHTEN
2018 T2 2018 T2
2017 T4 2017 T4
2018 T1 2018 T1
2017 T2 2017 T2
2017 T3 2017 T3
2016 T4 2016 T4
2017 T1 2017 T1
2016 T2 2016 T2
2016 T3 2016 T3
2015 T4 2015 T4
2016 T1 2016 T1
2015 T2 2015 T2
2015 T3 2015 T3
2014 T4 2014 T4
2015 T1 2015 T1
2 000
2014 T2 2014 T2
3 800 4000 3 600 3 800 3 400 3 600 3 200 3 400 3 000 3 200 2 800 3 000 2 600 2 800 2 400 2 600 2 200 2 400 2 000 2 200
2014 T3 2014 T3
4000
ZELFSTANDIGEN ZELFSTANDIGEN
72.000 72.000 70.000 70.000 68.000 68.000 66.000 66.000 64.000 64.000 62.000
2018 T2 2018 T2
2018 T1 2018 T1
2017 T4 2017 T4
2017 T3 2017 T3
2017 T2 2017 T2
2017 T1 2017 T1
2016 T4 2016 T4
2016 T3 2016 T3
2016 T2 2016 T2
2016 T1 2016 T1
2015 T4 2015 T4
2015 T3 2015 T3
2015 T2 2015 T2
2015 T1 2015 T1
2014 T4 2014 T4
60.000
2014 T3 2014 T3
62.000 60.000 2014 T2 2014 T2
GEDETACHEERDEN 55.000 GEDETACHEERDEN 55.000 50.000 50.000 45.000
40.000 35.000
september 2018 • Bouwbedrijf 27
2018 T2 2018 T2
2017 T4 2017 T4
2018 T1 2018 T1
2017 T2 2017 T2
2017 T3 2017 T3
2016 T4 2016 T4
2017 T1 2017 T1
2016 T2 2016 T2
2016 T3 2016 T3
2015 T4 2015 T4
2016 T1 2016 T1
2015 T2 2015 T2
30.000
2015 T3 2015 T3
35.000 30.000 2014 T4 2014 T4
INFO : jean-pierre.liebaert@confederatiebouw.be. Bron voor de data over de uitzendkrachten: Constructiv; voor de loontrekkenden en zelfstandigen: Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR); voor de gedetacheerden: Constructiv en eigen berekeningen.
45.000 40.000
2015 T1 2015 T1
Op het eerste gezicht zou men verwachten dat het aantal gedetacheerde buitenlandse werknemers deze evolutie zou volgen. Er is immers vraag naar arbeidskrachten in onze sector. Maar de cijfers spreken dit tegen: al een maand of negen is er geen trendmatige stijging meer van het aantal gedetacheerden. De grafiek is gebaseerd op de Limosa-aangiften en meer bepaald op het aantal gedetacheerden wiens detacheringsperiode de laatste dag van een kwartaal dekt. Maar die cijfers vertonen sterke seizoensgebonden schommelingen. Door de berekening van het gemiddelde van de vier voorgaande kwartalen werden die weg gefilterd. Het voordeel is dat er een trendmatig beeld ontstaat; het nadeel dat de datapunten niet precies weergeven hoeveel gedetacheerden hier aan het einde van elk kwartaal werkten. De leesbaarheid van de grafiek gaat dus gepaard met een verlies van nauwkeurigheid. Maar toch is hij een sterke aanwijzing dat de sinds 2014 ononderbroken stijgende trend vorig jaar omgebogen is.
Wat is de verklaring hiervoor? Dat kunnen we op dit moment niet met zekerheid zeggen. De arbeidsmarkt in de bouw is een complex gegeven en een groot aantal factoren kunnen een rol spelen. Het lijkt evenwel niet waarschijnlijk dat de nieuwe richtlijn detachering invloed gehad heeft. Zoals elders in dit dossier vermeld, heeft hij weinig gevolgen voor Belgische bouwbedrijven die een beroep doen op buitenlandse ondernemingen. Wel waarschijnlijk lijkt dat een aantal regeringsmaatregelen een invloed gehad hebben op tegengestelde recente evolutie van de lokale werkgelegenheid en de detacheringen. Zoals opgemerkt in het artikel op blz. 18 is in de zomer van 2017 een verlaging van de loonkosten goedgekeurd, na lang aandringen en intensief lobbywerk van de Confederatie. Deze verkleint het verschil in kosten tussen binnen- en buitenlandse onderaannemers, maar elimineert ze niet helemaal. Toch is het aannemelijk dat de verlaging een verschuiving stimuleert richting lokale werkgelegenheid. Voor een uitgebreidere analyse verwijzen we naar het artikel.
2014 T2 2014 T2
Daling
UITZENDKRACHTEN
Verklaring
2014 T3 2014 T3
Z
oals vermeld in de conjunctuurvooruitzichten (zie blz. 18 in dit nummer) is de bouwsector volop op zoek naar nieuwe werknemers. Sinds het einde van 2016 neemt het aantal werknemers in loondienst weer toe, en de bouwbedrijven hebben veel vacatures. Ook het aantal uitzendkrachten in de bouw neemt gestaag toe, net als het aantal zelfstandigen.
RSZ
“De landen van oorsprong geven ons niet altijd de informatie” Karel Deridder is directeur-generaal van de RSZ. In die functie, en ook met zijn ervaring als voormalig inspecteur, weet hij maar al te goed welke problemen detachering en sociale dumping creëren. Bouwbedrijf legde hem dus een aantal vragen voor.
M
eneer Deridder, kunt u de balans opmaken van de strijd tegen de sociale fraude in de bouw die gepaard gaat met de detachering?
Karel Deridder: “Laat me de context eerst even schetsen. Sinds 1 juli 2017 is de sociale inspectie gefuseerd met de RSZ. Vóór die datum hadden we weinig internationale expertise. 60 % van onze ingrepen ging over de verbetering van de kwaliteit van de aangiftes, en 40 % had te maken met de strijd tegen fraude. Maar door de hervorming hebben we ons meer gespecialiseerd in sociale dumping. We werken met tien provinciale directies en zes thematische, transversale directies. Eén van de thema’s is sociale dumping. We zijn gaan samenzitten met experts om de realiteit op het terrein te vertalen via datamining. We hebben dus aanwijzingen proberen op te sporen dat werkgevers misschien fraude plegen door het analyseren van de gecombineerde gegevens uit verschillende databanken. Daardoor wordt het mogelijk om een lijst op te maken van de problematische ondernemingen. De onderneming die op één staat, is het meest problematisch …” Controleert u zeer gericht alleen ondernemingen op die probleemlijst?
Karel Deridder: “Niet helemaal. We kunnen met dit instrument risico’s opsporen en daardoor gerichter 28 Bouwbedrijf • september 2018
controleren. Bij gerichte controles op bouwplaatsen doen we in 90 % van de gevallen een zogenaamde positieve vaststelling: er is een probleem met dumping. Bij de gecontroleerde bedrijven is dat percentage 75 tot 85 %. Het loont dus de moeite om vooraf verstandig te selecteren waar men inspecteert, en welke bedrijven. Toen we nog geen datamining toepasten, haalden we 35 %. De controles zijn dus veel efficiënter geworden. Maar we blijven daarnaast bouwplaatsen controleren zonder selectie vooraf.”.
die geen A1-document hebben, of wiens A1-document niet had verstrekt mogen worden omdat de voorwaarden niet vervuld waren. Daarnaast: de lage lonen, de schijnzelfstandigen, het deel van de sociale bijdragen dat men hier en niet in het land van oorsprong moet betalen … Het is een lange lijst. Je moet beseffen dat een onderzoek zeer ingewikkeld is en veel tijd in beslag neemt. Soms vragen we inlichtingen aan het land van oorsprong maar krijgen geen antwoord. En soms krijgen we wel een antwoord, maar niet op onze vraag.” .
Kunt u de resultaten in enkele cijfers uitdrukken?
Sinds 1 april is op grotere bouwplaatsen de aanwezigheidsregistratie verplicht. Een goed systeem?
Karel Deridder: “In de periode van januari tot mei 2018 hebben we 872 onderzoeken ingesteld. In totaal moest € 6 870 000 betaald worden om de bijdragen te regulariseren. Ter vergelijking: vorig jaar waren er 2 182 onderzoeken die leidden tot een totaalbedrag van € 9 370 000. Halfweg het jaar komen we al in de buurt van het totaal van 2017. Dat is een forse verhoging.” Welke problemen brengt een onderzoek het vaakst aan het licht?
Karel Deridder: “De meest uiteenlopende problemen! Problemen met Limosa-documenten, en in dezelfde trant, verwarring tussen Limosa- en Dimonaaangiftes. We gaan dan na in welke mate dat mogelijk is. Problemen met arbeiders
Karel Deridder: “Inderdaad, een goed systeem dat ons helpt. Een middel om de voorbereiding en de keuze van het doelwit te verbeteren. Met Checkin@work zijn we bijvoorbeeld in staat de duur van een detachering te controleren. In het begin was de registratie verplicht op bouwplaatsen van € 800 000 en meer, sinds 2016 is de grenswaarde € 500 000. Enkele jaren geleden hadden we een ander systeem. Aannemers konden een registratie aanvragen. Er volgde dan een audit en het registratienummer werd toegekend - of ingetrokken wanneer ze sociale of fiscale inbreuken begingen. Maar onder druk van Europa is de registratie afgeschaft, omdat het systeem het vrije ver-
systeem om “ Ons de risico’s te
analyseren, maakt het mogelijk om gerichter te controleren. Maar daarnaast controleren we ook zonder selectie vooraf.
”
het land van oorsprong ons niet altijd informatie geeft. Ik vermoed dat de nieuwe richtlijn bepaalde verplichtingen zal verduidelijken en wat meer helderheid zal scheppen.” Kunt u iets vertellen over COVRON?
Karel Deridder met Waals minister-president Willy Borsus tijdens een controle op een bouwplaats.
keer van werkenden en diensten in de weg zou staan.” Bestaan er genoeg middelen om fraude te bestrijden?
Karel Deridder: “Het kan nooit genoeg zijn!” Philippe De Backer, die als staatssecretaris bevoegd is voor de strijd tegen sociale fraude, heeft aangekondigd dat u meer mankracht krijgt, dat er nieuwe inspecteurs bijkomen.
Karel Deridder: “Een dergelijk engagement was al genomen toen Bart Tommelein die functie had, in 2016. Maar de RSZ heeft daarvan niets gemerkt. Er waren nochtans vierendertig inspecteurs beloofd. Andere diensten zoals de RVA, de RSVZ en de sociale inspectie hebben toen meer mankracht gekregen, maar wij niet. Tijdens de fusie heeft de sociale inspectie haar inspecteurs meegebracht, maar onze eigen mankracht is niet toegenomen. Ons beheerscomité heeft dan ingegrepen. Aan de hand van een analyse van de periode 2013-2018 is aangetoond dat wij geen versterking gekregen hebben. De regering heeft
daarvan acte genomen. Midden juni is ze tot een akkoord gekomen om ons een budget toe te kennen waarmee we veertien inspecteurs meer kunnen aanwerven dan eerst voorzien was.” Europa heeft onlangs de detacheringsrichtlijn herzien. Biedt dat volgens u de oplossing?
Karel Deridder: “De nieuwe richtlijn gaat de problemen niet oplossen die wij vaststellen met de detacheringsdocumenten. We verwachten veel meer van het aangekondigde European Labour Agency (ELA), tenminste als dat goede initiatieven neemt.” U zult geduld moeten hebben. De officiële oprichting is pas voor begin 2019.
Karel Deridder: “Als het aan mij ligt, wordt het ELA een soort Eurosociopol. De politie heeft Europol, het Eurosociopol zou moeten eisen dat alle lidstaten de vragen van andere lidstaten beantwoorden. Het ELA zou bijvoorbeeld informatie moeten eisen over brievenbusondernemingen. Ik heb het al gezegd: een onderzoek is ingewikkeld en duurt lang, onder meer omdat
Karel Deridder: “Het gaat om een cel in de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg die gespecialiseerd is in arbeidsrecht. Ze behoort tot het departement Toezicht op de Sociale Wetten. Onze thematische directie GOT – Grensoverschrijdende Tewerkstelling – werkt met de inspecteurs van COVRON samen op het terrein voor alles wat te maken heeft met Dimona, Limosa, het respect voor de arbeidsomstandigheden in België … We zitten regelmatig samen rond de tafel.” Heeft de bouwsector het meeste te lijden onder sociale fraude?
Karel Deridder: “Wat betreft het aantal bedrijven en het activiteitvolume, ja. Maar vroeger, wanneer het over zware fraude en koppelbazen ging, werd over slechts één sector en twee provincies gesproken: Limburg en Henegouwen. Na verloop van tijd begon overal sociale fraude op te duiken. Het komt nu algemeen voor in de horeca, het transport en zelfs de luchtvaart. Maar het is waar dat de bouw de zichtbaarste sector blijft.” Wat is de ideale oplossing voor sociale fraude?
Karel Deridder: “Meer coördinatie tussen landen in Europa; een voortdurende verbetering van ons systeem om de risico’s onder controle te houden; nog gerichtere controles; gebruik maken van artificiële intelligentie en van drones. Ze lachen wel eens met me wanneer ik dat laatste zeg. Maar je kunt met een drone perfect controleren of er activiteit is. De toekomst zal uitwijzen wat mogelijk zal zijn.”
•
september 2018 • Bouwbedrijf 29
EVALUATIE NA DRIE JAAR
Het Plan voor Eerlijke C
Waar staan we?
In 2015 vond een rondetafelgesprek plaats over sociale dumping in de bouwsector. Het belangrijkste resultaat was een Plan voor Eerlijke Concurrentie in de bouw. Wij zijn nu drie jaar later. Hoog tijd voor een evaluatie.
H
et Plan voor Eerlijke Concurrentie werd uitgewerkt door de sociale partners van onze sector, de administratie en de kabinetten van de betrokken ministers. Het bevat 40 resoluties en werd door de betrokkenen en door vertegenwoordigers van de regering ondertekend op 8 juli 2015. Door het goed te keuren engageerde de regering zich, net als de sociale partners, om het plan daadwerkelijk uit te voeren. Met andere woorden: een engagement om concrete, eventueel wettelijke maatregelen te treffen. In dit artikel gaan we in op een belangrijke vraag. Wat van het Plan voor Eerlijke Concurrentie (PEC) is intussen eigenlijk in werking getreden?
De essentie
Maar laten we beginnen met een voorstelling van het PEC. 28 van de 40 resoluties gaan over maatregelen die op het Belgische niveau genomen moeten worden. De overige 12 vragen een initiatief op het Europese niveau of hebben te maken met de bilaterale betrekkingen met andere lidstaten. 30 Bouwbedrijf • september 2018
We houden het hier hoofdzakelijk bij de Belgische resoluties. De andere zijn algemener van strekking en slaan eerder op de langere termijn. De nationale resoluties kunnen gegroepeerd worden in categorieën, naargelang de aard en de draagwijdte van de maatregel die getroffen moet worden. • Maatregelen die de preventie en de transparantie bevorderen. • Maatregelen die verband houden met onderaanneming. • Maatregelen die de bouwheer responsabiliseren. • Evaluaties van de bestaande wet geving. • Flankerende maatregelen. • Communicatie en informatie-uitwisseling
Preventie en transparantie
Drie resoluties beogen sociale dumping te voorkomen en meer transparantie te scheppen op bouwplaatsen. Kijkt men naar de voorgestelde planning, dan mag men in het algemeen stellen dat dit onderdeel van het PEC het meeste vertraging heeft opgelopen.
Concurrentie in de bouw.
De verplichte aanwezigheidsregistratie
Het plan stelt een veralgemening voor van de verplichting de aanwezigen op een bouwplaats te registreren. De grenswaarde voor deze verplichting werd intussen één keer verlaagd. Sinds 1 oktober 2016 is de registratie verplicht op bouwplaatsen met werken ter waarde van € 500 000. Voorheen was dat € 800 000. Volgens het PEC had er in het begin van 2017 een tweede verlaging moeten volgen. In het begin van 2018 zou de registratie verplicht geweest moeten zijn op alle bouwplaatsen. Maar dit traject is volledig onderbroken. De gesprekken bleken zeer gecompliceerd. Ze ondervonden bovendien de invloed van de blokkering in een andere discussie, die over de Construbadge (zie verderop). Toch is er een stap gezet die werd voorgesteld door het PEC. Op bouwplaatsen van overheidsopdrachten waarop de aanwezigheidsregistratie verplicht is, hoeven geen dagelijkse lijsten van de aanwezigen ››› meer bijgehouden te worden. september 2018 • Bouwbedrijf 31
EVALUATIE NA DRIE JAAR
››› De verplichte badge
Het PEC stelde voor om alle werkenden op een bouwplaats, inbegrepen de zelfstandigen, wettelijk te verplichten een badge te dragen. Deze maatregel zou een wettelijke basis creëren voor de Construbadge. Deze werd in 2014 geïntroduceerd voor de arbeiders van paritair comité 124, maar dan vertrekkende van een collectieve arbeidsovereenkomst. In de voorbije maanden is geen vooruitgang meer geboekt op dit punt. Naast de bouw zijn ook andere nijverheidssectoren aanwezig op de bouwplaats, maar het overleg daarmee verliep stroef. De administratie vindt de maatregel weinig effectief en toonde weinig belangstelling.
Limosa en het zegelstelsel
De Limosa-aangifte brengt de bevoegde overheden en de administraties op de hoogte van de detachering van werknemers van een buitenlandse onderneming die tijdelijk in België werken uitvoeren. De gegevens in de aangifte zijn een belangrijke bron van informatie over de detachering. De aard van de gegevens werd in 2017 een eerste keer verbeterd, zoals het PEC vroeg. Verdere verbeteringen zijn in voorbereiding. Belangrijk is dat de RSZ een databank aan het ontwikkelen is, die gelinkt zal zijn aan Limosa. Ze maakt het mogelijk om na te gaan of buitenlandse ondernemingen hun verplichtingen nakomen op het vlak van de getrouwheidszegels in België en, als dat niet het geval is, of de verplichte inhoudingen van artikel 30bis uitgevoerd worden.
Onderaanneming
Twee resoluties uit het PEC die een beter kader voor onderaanneming scheppen, werden in 2017 volledig van kracht. Dit gebeurde als een
32 Bouwbedrijf • september 2018
onderdeel van de herziening van de wet op de overheidsopdrachten (het KB Uitvoering). • BEPERKING VAN DE KETEN VAN ONDERAANNEMING
Het Plan voor Eerlijke Concurrentie wilde de lengte van “verticale” ketens van onderaanneming (per activiteit) beperken. Een grote lengte is gelinkt aan een verhoogd risico op sociale dumping. De huidige regelgeving beperkt de maximale lengte van dergelijke ketens tot twee of drie niveaus, naargelang de activiteit. • VERPLICHTE ERKENNING VAN DE ONDERAANNEMERS IN DE KETEN.
Alle onderaannemers moeten tegenwoordig een erkenning in de juiste klasse en categorie hebben voor de werken die ze uitvoeren bij een overheidsopdracht. Zo kan men onderaannemers vooraf al beter controleren.
Responsabilisering van de opdrachtgever
Het PEC benadrukt dat een controle van de prijzen belangrijk is, vooral wanneer een offerte voor een overheidsopdracht abnormaal laag is. Deze resolutie bracht een debat in de Commissie Overheidsopdrachten op gang. Een aantal bepalingen in de reglementering werden aangepast, zodat abnormaal lage prijzen beter gecontroleerd kunnen worden (KB Plaatsing). Bovendien groeide dankzij het Plan het bewustzijn dat sociale dumping ook een probleem kan zijn bij overheidsopdrachten. Het gevolg was dat praktische gidsen en modelbestekken opgesteld werden op het federale en het gewestelijke niveau. In verschillende Belgische gemeenten werden daarnaast charters goedgekeurd (zie ook blz. 38).
LAGERE LOONKOSTEN VOOR EEN VERSTERKT CONCURRENTIE VERMOGEN Het Plan voor de Eerlijke Concurrentie in de bouw bevat een belangrijke aanvullende resolutie. Deze erkent dat een loonkostenverlaging in onze sector noodzakelijk is om het concurrentievermogen van de Belgische bouwbedrijven te herstellen. In de marge van de rondetafelgesprekken die geleid hebben tot het PEC, hebben de sociale partners van de bouw een herstelplan goedgekeurd, dat een verlaging van de sociale lasten met € 6 per uur vraagt. Het zomerakkoord dat de federale regering in 2017 sloot, hield rekening – of toch gedeeltelijk– met deze vraag van de sector. De regering keurde een stelsel goed voor de verlaging van de lasten wanneer in ploegverband werken in onroerende staat uitgevoerd worden. De eerste verlaging is er in 2018. Ze neemt geleidelijk toe, om in 2020 uit te komen bij een structurele verlaging met bijna € 3 per uur. Meer details over de toepassing vindt u op blz. 14 in dit nummer.
De subsidiaire aansprakelijkheid voor sociale en fiscale schulden van ondernemingen werd uitgebreid tot de opdrachtgevers (met uitzondering van de particuliere opdrachtgevers). Het PEC bevatte ook resoluties die opriepen om particuliere opdrachtgevers bewust te maken en te responsabiliseren. Dit zou gebeuren door middel van een minimumcontrole van
de ondernemingen die ze inschakelen. Maar aan deze resoluties is tot nu toe geen gevolg gegeven.
Evaluatie van wet- en regelgeving
Het Plan vraagt een grondige evaluatie van verschillende wet- en regelgevingen vanuit twee invalshoeken. De eerste moet nagaan of ze efficiënt zijn tegen sociale fraude en of er hiaten zijn. De tweede moet onderzoeken welke moeilijkheden er ontstaan wanneer ze toegepast worden op buitenlandse ondernemingen die mensen naar hier detacheren. Het gaat vooral om de wet op de schijnzelfstandigheid (de aard van de arbeidsrelaties), de wet op de tijdelijke arbeid (de terbeschikkingstelling van werknemers) en de welzijnswet. Deze evaluatie is meer dan twee jaar geleden begonnen. Maar tot nu toe heeft ze niet tot overtuigende resultaten geleid. Recent is een stuurgroep gewijd aan de strijd tegen de sociale fraude opgericht in de Nationale Arbeidsraad. Zijn tussenkomsten tijdens een interprofessioneel overleg kunnen de evaluaties gevraagd door het PEC vooruitgang doen boeken.
Flankerende maatregelen
Verschillende resoluties van het PEC bevatten flankerende maatregelen. Een aantal gaan over de versterking van de controle: de sociale inspectie hervormen, het aantal inspecteurs verhogen, controle van economische werkloosheid wanneer die samenvalt met onderaanneming. Andere maatregelen vragen de oprichting van overlegorganen tegen sociale dumping op het provinciale niveau met daarin vakbonden, werkgevers en sociale inspecties en de oprichting van een centraal aanspreekpunt waar men sociale fraude en dumping kan melden. Deze maatregelen zijn allemaal uitgevoerd, al moet men de toename van het aantal inspecteurs in de strijd tegen sociale dumping nuanceren. Een andere belangrijke begeleidende maatregel is eveneens uitgevoerd. Men heeft opgezocht welke de minimumlonen betaald moeten worden door buitenlandse ondernemingen actief in ons land. De berekeningen zijn gedaan voor de tien lidstaten die de meeste mensen naar hier detacheren. De tabellen zijn een erg nuttig referentiepunt voor opdrachtgevers wanneer zij willen weten of een offerte
van een buitenlandse onderneming abnormaal laag is. Er blijven nog een aantal flankerende maatregelen over die op uitvoering wachten. Het gaat voornamelijk om lokale controles van de woonsituatie en de andere omstandigheden van een detachering, een meer gerichte controle van uitzendkantoren en het instellen van vorderingen tot staking wanneer buitenlandse spelers de wetgeving niet respecteren. Wat dit laatste punt betreft: alleen de Confederatie is tot nu toe overgegaan tot rechtszaken …
Communicatie en informatieuitwisseling
De communicatiecampagne gericht op het brede publiek is er niet gekomen. Het PEC wilde op die manier sensibiliseren, maar de betrokken kabinetten geloofden niet dat een dergelijke communicatie nuttig is. Men is wel bezig met de uitvoering van de resoluties die de informatieuitwisseling tussen de administraties van verschillende lidstaten wilden verbeteren. Hetzelfde geldt voor de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO), waarin men betere gegevens wil.
•
september 2018 • Bouwbedrijf 33
JURIDISCHE STRIJD TEGEN SOCIALE FRAUDE
Illegale praktijken veroordeeld dankzij de Confederatie Onze leden krijgen regelmatig e-mails van firma’s die mankracht aanbieden aan een zeer aantrekkelijke prijs. Sociale fraude ligt dan op de loer, want het zou kunnen gaan om een niet-erkend uitzendkantoor. De Confederatie bekwam al veroordelingen in dergelijke situaties.
V
aak gaat het om buitenlandse firma’s, en vaak doen deze alsof het gaat om een levering van diensten – met andere woorden onderaanneming. Het is inderdaad toegestaan om een beroep te doen op een buitenlands bouwbedrijf. Dat is een gevolg van het vrije verkeer van diensten in de Europese Unie. De detacheringsrichtlijn legt de voorwaarden en omstandigheden vast. Maar als het gaat om sjoemelende firma’s is die onderaanneming schijn. Deze firma’s opereren in feite als uitzendkantoren en stellen dus personeel ter beschikking. Dergelijke terbeschikkingstelling is streng gereguleerd in ons land, met een specifieke regeling voor onze sector. Alleen erkende uitzendkantoren kunnen uitzendkrachten legaal ter beschikking stellen.
Risico’s
In zee gaan met een niet-erkend uitzendkantoor verhoogt het risico op sociale fraude. En ook de gebruikeraannemer van de arbeidskrachten loopt een risico. De wet van 24 juli 1987 (zie kadertekst) beschouwt hem als de werkgever van de illegaal ter beschikking gestelde arbeidskrachten, met alle gevolgen van dien. De Confederatie besloot dat het welletjes was, en trok naar de rechtbank. Intussen bekwam ze dat verschillende niet-erkende uitzendkantoren veroordeeld werden.
24 september 2014
Een eerste juridische overwinning
34 Bouwbedrijf • september 2018
gale praktijken. De uitspraak stelde dat Eurokontakt “duidelijk” de bedoeling had om arbeidskrachten ter beschikking te stellen aan tarieven “buiten alle concurrentie”. De voorzitter voegde eraan toe dat Eurokontakt aan ondernemingen een “perfect illegaal” systeem voorstelde maar deed alsof alles “volledig transparant” en “volledig legaal” was volgens het Belgische recht.
18 maart 2015 SOLIDE JURIDISCHE BASIS De juridische acties van de Confederatie staan op een solide basis. De Europese detacheringsrichtlijn van 1996 werd in Belgisch recht omgezet door de wet van 5 maart 2002. Deze laatste zegt dat regels “van openbare orde” gerespecteerd moeten worden. Welnu, de wet van 24 juli 1987 op de uitzendarbeid en de terbeschikkingstelling van personeel is van openbare orde. Ze zegt dat alleen erkende uitzendkantoren hier actief mogen zijn. Dat geldt zowel voor kantoren gevestigd in ons land als in andere landen van de EU wanneer zij hier in België personeel ter beschikking willen stellen. Wie deze wet niet respecteert, is illegaal bezig.
boekte de Confederatie in 2014. De voorzitter van de handelsrechtbank van Brussel veroordeelde de firma Eurokontakt tot de stopzetting van haar ille-
Na een initiatief van de Confederatie veroordeelde de handelsrechtbank van Charleroi in 2015 met dezelfde argumenten de Roemeense firma Cali Dinamic. Ook zij moest stoppen met de terbeschikkingstelling van personeel. Cali Dinamic verwees naar onderaanneming. Maar voor de rechtbank was deze verwijzing een laagje legale vernis (“patine légale” in het originele vonnis), met de bedoeling te verbergen dat men de wet van 24 juli 1987 probeerde te ontduiken.
29 augustus 2016
In 2016 werden ook de Bulgaarse firma’s MaxBuilding, MaxConstruct en MaxConsult veroordeeld door de handelsrechtbank van Brussel. Zij mogen geen enkele reclame meer maken voor de illegale terbeschikkingstelling van personeel.
•
INFO: U vindt de door Vlaanderen erkende uitzendkantoren op www.werk.be. De door het Brussels Gewest erkende kantoren staan op werk-economie-emploi.brussels.
FIEC
“De nieuwe richtlijn is geen remedie tegen alle vormen van fraude” Ook FIEC, de Europese federatie van bouwwerkgevers, heeft zich intussen uitgelaten over de nieuwe detacheringsrichtlijn. Hij zal de fraude niet volledig de wereld uithelpen, aldus voorzitter Kjetil Tonning. Net als de Confederatie meent FIEC dat er nog andere maatregelen nodig zijn.
F
IEC is niet ontevreden over de nieuwe richtlijn. Om de voorwaarden voor een faire concurrentie vast te leggen, is een wettelijke regeling nodig die een evenwicht creëert tussen het vrije verkeer van diensten in de EU en de rechten van werkenden, aldus FIEC-voorzitter Kjetil Tonning. Kjetil Tonning: “Maar in tegenstelling tot wat sommige organisaties beweren, zijn de recente wijzigingen aan de oorspronkelijke richtlijn niet de remedie tegen alle vormen van fraude. Wij blijven op dit moment dus voorzichtig over de toegevoegde waarde van de nieuwe bepalingen.” De meeste detacheringsfraude heeft
CONFEDERATIE IS LID VAN FIEC Er zijn 31 federaties van bouwwerkgevers lid van FIEC, die komen uit 27 Europese landen. Zij vertegenwoordigen bouwbedrijven van alle mogelijk formaten en soorten. FIEC verdedigt hun belangen op het Europese niveau. Voor België zetelt alleen de Confederatie Bouw in FIEC.
Wij blijven op dit “ moment voorzichtig
over de toegevoegde waarde van de nieuwe bepalingen.
”
KJETIL TONNING
te maken met vervalste A1-certificaten, met sociale bijdragen die niet of niet correct betaald werden, met niet-aangegeven werkuren … Allemaal vormen van fraude die normaal gezien bijkomende maatregelen vragen.
Gegevensuitwisseling
Paul Depreter is naast voorzitter van de Confederatie ook ondervoorzitter van FIEC, met als verantwoordelijkheid Sociale Zaken. Hij wil dat de EU bovenop de initiatieven die ze al nam een efficiënt systeem opzet voor de gegevensuitwisseling tussen administraties.
Paul Depreter: “Zowel de werkgevers als de werknemers hebben nood aan helderheid, aan updating en aan betrouwbare informatie over de regels en wetgeving in het land van ontvangst. Wat de meerderheid van de lidstaten opgezet hebben is zeer povertjes en onbevredigend.” De Europese bouwfederatie wil constructief blijven samenwerken met alle betrokkenen, FIEC op het Europese niveau, en de leden van FIEC in hun land. Doel is een wettelijk kader dat tegelijk een gezonde mobiliteit garandeert en het respect voor de rechten van werkenden in de interne markt.
•
september 2018 • Bouwbedrijf 35
EUROPA
Euro Détachement
Detachering beheersen met Europese solidariteit Om detacheringen in goede banen te leiden, is internationale uitwisseling van informatie en goede praktijken essentieel. Daarom zag in 2011 het project Euro Détachement het daglicht. Intussen heeft het al verschillende keren een vervolg gekregen. Ook België neemt deel.
E
uro Détachement (ED) is eigenlijk een Frans initiatief. Het kwam er door een samenwerking van twee organisaties, enerzijds het Franse Nationale Instituut voor Arbeid, Werkgelegenheid en Beroepsvorming (INTEFP) en anderzijds ASTREES, een Franse think tank met ervaring in hetzelfde domein. Het project krijgt subsidies van de Europese Commissie. België deed van in het begin mee. Waarom? Voor het antwoord trokken we naar de FOD WASO, waar we ontmoeting hadden met Damien Delatour (directeur-generaal van de afdeling Toezicht op de Sociale Wetten) en Martine Duvivier (sociale inspectie). Een belangrijke motivatie bleek de stormachtige groei te zijn die de detachering sinds 2004 doormaakte. Damien Delatour: “De detachering werd pas echt groot na dat jaar, toen de EU uitgebreid werd met een aantal Oost-Europese landen. In de daaropvolgende jaren zagen we het fenomeen exploderen. Het beginsel van de deta-
36 Bouwbedrijf • september 2018
chering mag dan goed zijn, de ontvangende landen begonnen ook te begrijpen dat ze een strategie moesten ontwikkelen om het concurrentievermogen van de ondernemingen en van de lokale markt veilig te stellen.”
Damien Delatour is directeur-generaal van de afdeling Toezicht op de Sociale Wetten van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (WASO).
Detacheringsrichtlijn
In de EU geldt in principe het vrije verkeer van diensten en mensen. De detacheringsrichtlijn garandeert de fundamentele rechten van gedetacheerde arbeidskrachten, geeft hun enige zekerheid en stelt de eerlijke concurrentie veilig. Maar … Martine Duvivier: “… de arbeidsinspectie stelde al snel vast dat die fundamentele rechten in de realiteit vaak niet gerespecteerd werden …” Damien Delatour: “Daarom heeft Toezicht op de Sociale Wetten in 2005 een strategie opgezet om misbruiken tegen te gaan. Er zijn een aantal gespecialiseerde cellen opgericht om de detacheringen te controleren, en ook onze inspecteurs hebben expertise opgebouwd.”
Er is een zeer “ positieve dynamiek ontstaan, en meer en meer lidstaten willen meewerken
”
DAMIEN DELATOUR
Zes deelnemers
Gesterkt door die expertise nam België de logische stap om deel te nemen aan Euro Détachement, net als Frankrijk, Spanje, Luxemburg, Polen en Portugal. Damien Delatour: “Landen samenbrengen om de samenwerking te bevorderen, dat was het idee. De ervaringen op het terrein vergelijken, informatie inwinnen over de wetgeving in andere landen. Kort samengevat: goede praktijken uitwisselen.”
Mensen uitwisselen
In de eerste versie van dit project lag de nadruk alleen op de inspectiediensten. Iedere land stuurde bijvoorbeeld inspecteurs naar andere deelnemers. Ook België ontving inspecteurs uit andere landen. Martine Duvivier: “Onze inspecteurs waren de enige in Europa die gespecialiseerd waren in detacheringen. De uitwisseling leerde ons veel over de specifieke moeilijkheden in landen, en van de culturele en juridische verschillen. In Frankrijk is de situatie bijvoorbeeld totaal anders dan bij ons. Er ontstond een netwerk-effect, en ik moet daaraan toevoegen dat landen als Polen en Portugal zeer goed meewerken op
het vlak van detacheringen.”
Sociale partners
Het resultaat van dit eerste project was dat het Europese netwerk van arbeidsinspecteurs een gemeenschappelijk transnationaal kenniscentrum voor detachering oprichtten. In de periode 2012-2013 ging dan een vervolgproject van start. Martine Duvivier: “Zoveel mogelijk actoren moesten betrokken worden, gezien de complexiteit van de toestanden die we tegenkwamen. De overheid kan het niet altijd op haar eentje oplossen. Het aantal deelnemende landen ging van zes naar tien, en we hebben de sociale partners gevraagd om samen te werken. Ook dit vervolgproject profiteerde van de dynamiek van netwerking. Wij leerden van de sociale partners, en zij van ons. Zij spelen een belangrijke rol in de bewustmaking in de stadia vóór wij moeten optreden.”
Derde project
In 2014-2015 volgde dan een derde project. Vier bijkomende landen uit de EU deden mee, wat het resultaat op veertien bracht. De focus lag op drie sectoren waarin detachering veel voorkomt: de bouw, de landbouw en de uit-
“
Gezien de complexiteit van de situatie, kunnen de inspectiediensten het probleem niet op hun eentje oplossen.
”
MARTINE DUVIVIER
zendarbeid. Damien Delatour: “We bleven inspecteurs uitwisselen, en ieder land stelde informatieve fiches op voor de andere deelnemers, met daarop onder meer het statuut van de arbeidskracht en zijn loonfiche. De landen kozen een aantal concrete cases om aan te werken, en inspecteurs gingen naar problematische bouwplaatsen om lessen te trekken uit de controles.” Het vierde vervolgproject liep in de periode 2015-2018 en werd in februari van dit jaar afgesloten. Het doel was om door grensoverschrijdende, gecoördineerde acties de samenwerking tussen de administraties te verbeteren. In december 2018 begint normaal gezien Euro Détachement 5, dat zal lopen tot november 2020. Het zal frauduleuze ondernemingen in verschillende landen proberen te identificeren. Damien Delatour: “Het is geen geheim dat die bestaan, en we moeten hun verhinderen om te handelen. Het zal dus een zeer gericht project zijn.”
Afsluitende seminaries
Euro Détachement bewijst dat de administraties van de landen in de EU willen samenwerken om de detachering onder controle te houden. Een belangrijk moment waren altijd de afsluitende seminaries van de opeenvolgende projecten, wanneer in Brussel de conclusies getrokken werden. Damien Delatour: “Er is een zeer positieve dynamiek ontstaan, en meer en meer lidstaten willen meewerken. Uit de ontmoetingen hebben we ook begrepen dat ons land al veel expertise heeft op dit gebied. De anderen kunnen iets van ons leren.”
•
INFO: www.eurodetachement-travail.eu september 2018 • Bouwbedrijf 37
GIDS EN SAMENWERKING
Gewestelijke initiatieven tegen ontoelaatbare praktijken Ook de Gewesten nemen initiatieven tegen sociale dumping bij overheidsopdrachten. In Vlaanderen is met dat doel een gids geschreven voor de besturen. Daarnaast zijn stappen gezet naar een versterkte samenwerking met de inspectiediensten. Er is bovendien een modelbestek opgesteld met administratieve bepalingen die sociale dumping tegengaan.
D
e Vlaamse overheden zijn belangrijke opdrachtgevers. De Vlaamse regering is zich daarvan bewust, en wil haar verantwoordelijkheid opnemen in de strijd tegen sociale dumping. Het belangrijkste resultaat van die wil is de Vlaamse gids tegen sociale dumping bij overheidsopdrachten. Hij is in oktober van vorig jaar goedgekeurd door het Vlaams Samenwerkingsforum Overheidsopdrachten, waaraan ook de Vlaamse Confederatie Bouw deelneemt.
Twee zwaartepunten
Een aanbestedende overheid kan binnen de regel- en wetgeving al heel wat initiatieven nemen die sociale dumping tegengaan of op zijn minst ontmoedigen. Het eerste deel van de gids bespreekt wat op dat vlak mogelijk is. Zeer belangrijk zijn hier vanzelfsprekend de mogelijkheden gecreëerd door de nieuwe wet op de overheidsopdrachten. Het tweede deel wordt concreet en reikt clausules waarmee een aanbestedende overheid deze maatregelen kan opnemen in de opdrachtdocumenten. Deze clausules verduidelijken en ver38 Bouwbedrijf • september 2018
SIOD
Vlaamse gids tegen sociale dumping bij overheidsopdrachten
Dit document werd goedgekeurd op het Vlaams Samenwerkingsforum Overheidsopdrachten van 26 oktober 2017
eenvoudigen de controles, verplichtingen en handelswijzen van de overheid. De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) speelt een belangrijke rol bij het bekendmaken en verspreiden van deze gids. Het is immers de bedoeling dat ook de lokale besturen kunnen profiteren van de tips in de gids.
De gids bespreekt ook de samenwerking met de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD). Interessant is het samenwerkingsprotocol dat de SIOD in 2014 sloot met het Facilitair Bedrijf van de Vlaamse overheid. Deze organisatie verleen aan de entiteiten van de overheid diensten op het vlak van vastgoed, bouwprojecten, huisvesting, schoonmaak, aankoop enzovoort. Als het Facilitair Bedrijf vermoedt dat een opdrachtnemer of onderaannemer de wetgeving niet naleeft in het domein van de SIOD, brengt het deze dienst zo snel mogelijk op de hoogte. Daarnaast speelt het Facilitair Bedrijf op geregelde tijdstippen alle gegevens door over opdrachten in “fraudegevoelige sectoren” – waarbij ook de bouw hoort. In het protocol staat bovendien dat SIOD en Facilitair Bedrijf kennis zullen delen: infosessies over veel voorkomende fraudetechnieken, opleidingen voor werfleiders en werftoezichters enzovoort. De Vlaamse overheid streeft nu naar een gelijkaardig, overkoepelend protocol voor al haar entiteiten. Deze hebben zelf niet de expertise en doorgaans ook niet de bevoegdheid om de nale-
De Gewesten zijn belangrijk opdrachtgevers, en kunnen dus hun steentje bijdragen. Dit zijn de werken aan de Noorderlijn, een nieuwe tramverbinding in Antwerpen (Illustratie: Aertssen; foto: Johan Deckers)
ving van de wetgeving op het vlak van sociaal en arbeidsrecht consequent en correct te controleren.
Modelbestek
Ten slotte vermelden we nog het modelbestek voor de administratieve bepalingen bij overheidsopdrachten voor bouwwerken. Dat is in juni van dit jaar goedgekeurd door het Vlaams Samenwerkingsforum Overheidsopdrachten. Het is bruikbaar door alle entiteiten van de Vlaamse overheid inclusief de lokale besturen. Dit bestek is in zekere zin de vertaling van de nieuwe wet op de overheidsopdrachten, en verwijst expliciet naar alle mogelijkheden die deze biedt om sociale dumping tegen te gaan. Het bestek verwijst ook naar de SIOD. Zo stipuleert het dat de aanbestedende overheid de SIOD op de hoogte zal brengen als een gedetacheerde werknemer of zelfstandige bij een controle zijn Limosameldingsbewijs niet heeft. Idem als een onder-
neming de A1-documenten van zijn gedetacheerde werknemers niet kan voorleggen. Bovendien zullen de betrokkenen niet verder mogen werken op de bouwplaats. Men gaat ervan uit dat dit modelbestek een wijdverspreid document zal worden bij overheidsopdrachten in Vlaanderen. Daardoor kan het een effectief instrument zijn tegen sociale fraude.
Waalse initiatieven
Het Waals Gewest heeft sinds april 2016 een aantal officiële tools om sociale dumping tegen te gaan en faire concurrentie te bevorderen. Zo bestaat er een Guide wallon anti-dumping, waaraan de Waalse Confederatie Bouw (CCW) trouwens meegewerkt heeft. Hij bevat instrumenten die aanbestedende overheden in hun bijzondere bestekken kunnen integreren, onder meer voorbeelden van bepalingen. Daarnaast staat er ook een modelverklaring in waarmee de aanbesteden overheid aangeeft dat ze zich verzet
tegen sociale fraude. En ten slotte is er de modelverklaring voor aannemers. Door die te ondertekenen, bevestigen ze dat ze alle regels op het vlak van arbeidsomstandigheden, loon en dergelijke zullen respecteren. Niet alleen de hoofdaannemer maar ook alle onderaannemers zijn verplicht om een dergelijke verklaring te ondertekenen. Dankzij een aantal aanpassingen houdt deze Waalse gids rekening met de recentste wet op de overheidsopdrachten en met de ervaringen op het terrein. De relevante bepalingen in de Guide wallon anti-dumping zijn intussen opgenomen in het typebestek Gebouwen. Het Waals Gewest heeft daarnaast beslist om voor vijf categorieën van gesubsidieerde werken meer anti-dumpingbepalingen te hanteren. Het gaat onder meer om werken aan sportinfrastructuur, stadskernvernieuwing, en werken gesubsidieerd door het Waalse fonds voor gemeentelijke investeringen.
•
september 2018 • Bouwbedrijf 39
Het woonproject HanGare in Deinze, op een voormalige bedrijfssite. Het herorganiseren van de stad is een grote uitdaging. (Foto: Vanhaerents)
VISIERAPPORT VCB
Burger en bouw, schouder aan schouder Het visierapport 2018 van de Vlaamse Confederatie Bouw focust op de woonsituatie en de mobiliteit van de Vlaming. En wat blijkt? De belangen van de burger en de bouw zijn zéér gelijklopend. Onze sector heeft oplossingen voor de problemen die de Vlaming nauw aan het hart liggen. Een voorsmaakje van een prikkelend visierapport …
W
elke woon- en werkwensen de Vlaming heeft, is intussen met talrijke enquête onderzocht door de bouwsector en de overheid. Een aantal constanten komen altijd weer terug in de antwoorden. De lokroep van het platteland blijft sterk. Zelfs mensen die in de stad willen wonen doen dat liefst in een individuele en als het even kan vrijstaande woning. Het verlangen naar een eigen tuin is diepgeworteld, en hetzelfde geldt voor een garage of de nabijheid van een eigen parkeerplaats. In welk soort buurt wil men wonen? Een buurt met een bakker, een slager en andere dagelijkse voorzieningen. De school en eventueel de werkplaats liggen niet te ver weg. Het openbare domein is goed onderhouden, het verkeer is veilig. Een rustige omgeving en de aanwezigheid van groen worden geapprecieerd – de inwoners van de dertien Vlaamse centrumsteden klagen trouwens dat er niet voldoende groen is. De nabijheid van industrie wordt als negatief ervaren en wateroverlast is - niet geheel onverwacht - ongewenst.
Individualisten
Opvallend is wel dat de grotere
40 Bouwbedrijf • september 2018
ONVERANTWOORDE VLAMINGEN In het blad CIBinfo beschreef Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck de vrijstaande verkavelingswoning als “een misdaad tegenover het planetaire ecosysteem”. Hij voegde er wel aan toe dat je crimineel hier moet interpreteren als “totaal onverantwoord”. Volgens een recente enquête van Livios geeft 78 % van de burgers de voorkeur aan een vrijstaande woning. De VCB moet vaststellen dat de Vlaamse overheid ingaat tegen de wensen van veel Vlaamse gezinnen als ze de eengezinswoning wil tegengaan.
woning niet meer kost wat kost moet. Maar Vlamingen blijven individualisten. Een stuk van een woning delen, daarvoor is de belangstelling minimaal. Cohousing is een nichemarkt voor een minderheid. Hoogstens bestaat er enige interesse voor het delen van een tuin of een terras, of voor een gemeenschappelijke was- of ontmoetingsruimte. Zelfs voor de integratie van een woning in een architectonisch geheel zijn de Vlamingen niet gewonnen.
Mobiliteit
Hoe willen de Vlamingen zich verplaatsen? In 2017 heeft het fileleed in Vlaanderen een nieuw record bereikt. Maar uit enquêtes is gebleken dat de
Vlaming het openbaar vervoer een weinig aantrekkelijk alternatief vindt, tenzij het fors beter zou gaan functioneren. Niet alleen enquêtes maar ook het reële verplaatsingsgedrag bevestigen dat gebrek aan interesse voor trein, tram en bus. De kans dat de files tijdens het woon -werkverkeer nog langer zullen worden, is dus groot. In de loop der jaren geraakte de woonplaats steeds verder verwijderd van de werkplaats. Slechts 27 % van de Vlamingen woont en werkt in dezelfde gemeente. Daar komt bij dat er steeds meer werkenden zijn, zowel uitgedrukt in absolute aantallen als in percentages. En dan is er nog de gestage groei van de e-handel, die voornamelijk
In de loop der jaren geraakte de woonplaats steeds verder verwijderd van de werkplaats.
tijdens de werkuren extra verplaatsingen creëert. Hier en daar is er een lichtpuntje. Het gebruik van de al dan niet elektrische fiets stijgt. Vlamingen zouden minder willen pendelen, want ze willen een beter evenwicht tussen werk en privéleven. Werkgevers beginnen hierop in te spelen door thuiswerk toe te staan of, als woon- en werkplaats niet of zelden verweven kunnen worden, hun werking te decentraliseren. Dat laatste gebeurt vooral wanneer ze gevestigd zijn in het Brussels gewest. Stationsbuurten worden voortdurend populairder voor ondernemingen.
Tussen droom en daad …
Tussen woondroom en werkelijkheid staat voor heel wat Vlamingen een groot obstakel: de betaalbaarheid. Vooral de bouwgronden zijn zeer duur geworden. De voorraad aan nog onbebouwde percelen krimpt steeds meer, en de nakende schrapping van 8 000 hectare woonuitbreidingsgebied zal dit proces nog versnellen. De andere grote component van de prijs, de bouwkosten, stijgen op zich niet sneller dan de index van consumptiegoederen. Maar vooral nieuwbouw krijgt steeds strengere energienormen opgelegd, met de bijbehorende meerkosten. In de plaats van de gedroomde viergevelwoning komen er daardoor steeds meer appartementen. Bovendien worden woningen voortdurend kleiner. In de Vlaamse steden stijgt de bevolking maar dat is vooral het gevolg van migratie uit het buitenland. Jonge starters en senioren trekken wel opnieuw naar de steden, maar gezinnen met kinderen verlaten nog steeds de 13 centrumsteden omdat ze er geen woning op hun maat vinden. De toenemende appar-
tementsbouw is geen antwoord op hun specifieke woonvraag. Tegelijk blijft het aantal sloopwerken op een te beperkt niveau. Om de files te verminderen zouden wonen en werken opnieuw dichter bij elkaar moeten komen maar deze mix stoot op een aantal praktische problemen. Om tot een aantrekkelijke openbare ruimte te komen in stads- en dorpscentra zijn ook massaal investeringen nodig. Maar vooral de gemeentelijke investeringen bleven de laatste zes jaar op een te laag niveau. En als er dan investeringen worden gepland, gaat ze vaak niet door of worden ze jaren uitgesteld omdat de overheden hiervoor onvoldoende draagvlak vinden.
Bouw heeft oplossingen
Na de opsomming van de grote knelpunten, onderzoekt het nieuwe visierapport van de VCB welke oplossingen de privésector en dan vooral de aannemers en de projectontwikkelaars aanbieden. De grootste uitdaging daarbij is de niet reorganisatie van het buitengebied maar wel de reorganisatie van de stad. En dat gaat verder dan alleen maar verdichten. De impact van professionele partijen bij woningbouwprojecten meent almaar toe. Hun aandeel in de vergunningsaanvragen bedraagt in Vlaanderen intussen maar liefst 62 %. Bouwprofessionelen hebben de laatste vijftien jaar aanzienlijk bijgedragen tot stadsvernieuwings-
projecten. Alleen al op basis van de gesubsidieerde projecten ging het om een investering van ongeveer € 2,6 miljard, die leidde tot de reconversie van bijna 300 hectare. Multifunctionaliteit is daarbij het sleutelbegrip. De private initiatiefnemers onderzoeken systematisch in welke mate hun project de buurt met functies en voorzieningen verrijkt. Private initiatiefnemers verfijnen ook continu hun methodiek om voor hun projecten maatschappelijk draagvlak te vinden.
Anders bouwen
Bouwprofessionals proberen de faalkosten te verminderen en de bouwkosten te verlagen door te werken met bouwteams en door de toepassing van lean bouwen, BIM (Building Information Modeling) en een steeds verder doorgedreven prefabricatie. Tegelijk is bij de private initiatiefnemers een verschuiving merkbaar van puur bouwen naar het aanbieden van diensten. De toenemende belangstelling voor ESCO’s (Energy Services Companies) maakt deel uit van deze trend. Deze evolutie valt ook te bespeuren bij nieuwe kantoorgebouwen (met name bij ruimtes voor co-working) en in nieuwe stadsontwikkelingsprojecten. Parkeerplaatsen maken er plaats voor auto- en fietsdiensten. De bouwkosten op Ve r h u r e n wordt belang- zich stijgen niet sneller dan de index. Maar de rijker in verhogere energie-eisen en de dure bouwgrond maken een nieuwe woningen duur.
Een nieuw metrostation in Antwerpen. Op dit moment beschouwen veel Vlamingen het openbaar vervoer nog niet als een alternatief. (Foto: Denys)
september 2018 • Bouwbedrijf 41
gelijking met verkopen. Door een doorgedreven verlaging van de energiekosten kunnen de woonkosten voor de huurders op langere termijn lager liggen. Daardoor is er meer belangstelling voor een verlaging van de TCO (Total Cost of Ownership) vanwege de gebruikers. Daarbij wordt zelfs rekening gehouden met de mogelijke restwaarde van het gebouw wanneer het zal moeten worden gesloopt.
En de overheid?
Een belangrijke rol is weggelegd voor de Vlaamse en lokale overheden bij de oplossing van de woon- en mobiliteitsproblemen van de Vlamingen. Die overheden staan beide voor een belangrijk kantelmoment. In oktober 2018 zijn er gemeenteraadsverkiezingen en in mei 2019 gewestelijke verkiezingen. Het is nu het uitgelezen moment om het beleid te evalueren en bij te sturen. In het visierapport heeft de VCB een aantal belangrijke actiepunten gebundeld. Zij werden verwerkt in de memoranda voor de gemeentebesturen en de Vlaamse regering. De VCB staat achter de idee van verdichting maar pleit voor geleidelijkheid in plaats van een trendbreuk. Op lokaal vlak is maatwerk belangrijk. Te trage vergunningsprocedures leiden onvermijdelijk tot hogere bouwkosten. Multifunctionaliteit is belangrijk maar niet altijd haalbaar. Net zoals de VCB pleit voor de nodige bijkomende bedrijventerreinen, pleit ze tegen een te abrupte schrapping van woonuitbreidingsgebieden.
Meer investeren!
Zowel de Vlaamse regering als de lokale besturen moeten hun investeringsbudgetten fors optrekken zodat zij samen 3 % van het bbp bereiken. Verkeersluwere steden vergen massaal investeringen, onder meer in fietsinfrastructuur en openbaar vervoer. Sinds 2002 trokken de overheden al veel geld uit voor stads- en dorpskernvernieuwing maar die investeringen zullen in de komende jaren nog fors opgevoerd moeten worden. Eenvoudig zal dit niet zijn, aangezien de gebieden die opnieuw ontwikkeld kunnen worden, een grotere versnippering van eigendom kennen. De uitwerking van een grootscha42 Bouwbedrijf • september 2018
HUBS VOOR BOUWLOGISTIEK Ook de bouw heeft last van het verkeersinfarct. Zeker als er veel geleverd moet worden, zoals op bouwplaatsen in de stad die weinig opslagruimte hebben. Een hub kan een oplossing zijn. Daarmee wordt doorgaans een plaats bedoeld waar grote transportstromen samenkomen. De goederen worden gebundeld en vervolgens in kleinere stromen naar hun bestemming gebracht. Vaak ligt de hub aan de rand van een stadsgebied. Er zijn althans in principe talrijke voordelen. Bij levering van grote hoeveelheden kan de ladingsgraad verbeterd worden. Deze bedraagt in vrachtverkeer in verband met de bouw nu slechts ongeveer 30 %. Het levermoment kan beter op de vraag afgestemd worden. Coördinatie van verschillende bouwplaatsen wordt vereenvoudigd, en het vervoer in de stad kan met kleinere vrachtwagen gebeuren. Er is dus ook minder overlast voor de omwonenden.
De nieuwe fietsbrug over de E314 bij Leuven. Een leefbaar Vlaanderen zal bijkomende investeringen vragen door de overheid. (Foto: BAM Contractors)
De Vlaamse burger wil wel compacter wonen, maar stelt groen in de omgeving op prijs. (Foto: Van Laere; ontwerp: Polo)
De grootste uitdaging is de reorganisatie van de stad, niet van het buitengebied.
OFFICIËLE VOORSTELLING De VCB stelt zijn visierapport voor op 25 september van 18.45 tot 20.15 u. U bent welkom vanaf 18.00 u. in hotel Le Plaza in het centrum van Brussel. Een uitgebreide netwerkreceptie sluit de avond af. Inschrijven kan op www.vcb.be.
lig plan voor woningrenovaties is een andere grote uitdaging voor de volgende legislaturen. Zoals het ontwerp van Vlaams Energieplan al heeft aangegeven, zal dit plan moeten uitgaan van een verplichtingen bij de overdracht van elk bestaand gebouw, aangevuld met een stimuli, onder meer een veralgemeend lager btwtarief voor afbraak en vernieuwbouw wanneer blijkt dat een renovatie economisch niet verantwoord is. Om voor al deze uitdagingen financieel en economisch haalbare
oplossingen te vinden is een toepassingsgerichte innovatie vereist die recht doet aan de sector als innovatie-integrator. Die moet uiteindelijk leiden tot comfortabelere gebouwen en meer leefbare leefomgevingen die maximaal aansluiten bij de woondromen van de Vlaamse burgers. In dit verband pleiten VCB en WTCB voor de oprichting van een speerpuntcluster voor de bouw.
•
INFO: gerrit.degoignies@confederatiebouw.be. september 2018 • Bouwbedrijf 43
VEILIGHEID
Marc De Beuckeleer
“Bij innovatie de veiligheid en de ergonomie vooropstellen” Hoe kan de bedrijfsleiding de veiligheid verbeteren in de bouw? Door innovatie als een kans te zien, en door een duidelijke lijn uit te zetten. Dat is de visie van Marc De Beuckeleer van Cobesta, onze federatie van buigcentrales en betonstaalverwerkers.
I
n de werking van de Confederatie is veiligheid in de komende jaren een prioriteit. Maar dat wil niet zeggen dat het onderwerp vroeger verwaarloosd werd. Ze is doorheen heel de beroepsfederatie altijd een thema geweest. Dat blijkt onder meer uit de inspanningen die Cobesta levert. We ontmoeten Marc De Beuckeleer in Rijkevorsel. Naast ondervoorzitter van Cobesta is hij algemeen directeur van het daar gevestigde bedrijf Staalbeton (een onderdeel van de Groep Van Roey). Hij is vergezeld van Gunther Anné, verantwoordelijk voor Kwaliteit, Veiligheid en Milieu in het bedrijf. Deze laatste legt uit welke risico’s typisch zijn voor de bedrijven in Cobesta.
Gunther Anné: “Neem ons bedrijf, Staalbeton. Betonstaal met diameters gaande van 8 tot 40 millimeter wordt op de juiste maat geknipt, in de juiste vorm gebogen en eventueel gelast tot wapeningskorven. In het verleden eisten die bewerkingen een repetitieve manipulatie van relatief zware lasten. Dat vraagt veel van het spierstelsel en gewrichten, vooral de rug. Daarnaast komt ook het gebruik van de buigmachines met risico’s, vooral klemgevaar.” Marc De Beuckeleer: “We zijn geen opvallend gevaarlijke of ongezonde tak van de bouw. Maar weten dat de aard van ons werk specifieke risico’s meebrengt. Die willen we zoveel mogelijk uitschakelen. Arbeiders in het atelier hebben recht op werk dat even veilig is als bedienden op kantoor.”
Kansen benutten
Het geautomatiseerde magazijn. Machines transporteren de staven en minimaliseren de fysieke belasting van de arbeiders. Foto: Staalbeton
44 Bouwbedrijf • september 2018
De leden van Cobesta zijn ongewone bouwbedrijven. De productie vindt grotendeels plaats in het atelier en niet op de bouwplaats. Maar precies daardoor illustreren ze scherp welke rol innovatie en automatisering kunnen spelen. Vroeger moest een arbeider de staven voor betonwapening één voor één op de schaar leggen om ze te knippen; hij moest ze één voor één optillen om ze te plooien enzovoort. Maar dankzij verschillende grote investeringen is dat proces nu in hoge mate geautomatiseerd, met een automatisch laadmagazijn, het mechanische transport van de staven en bewerkingen die zo weinig mogelijk manuele arbeid vragen. Marc De Beuckeleer: “Belangrijk is hier dat deze machines voor ons op maat geassembleerd zijn. Het gaat om innovatie op basis van onze input. We hebben in onze specificaties aan de fabrikant van in het begin rekening
Arbeiders in het atelier hebben recht op werk dat even veilig is als bedienden op kantoor.
gehouden met veiligheid en ergonomie. Innovatie is op dat vlak een kans die je niet mag laten liggen.” Het resultaat is dat de fysieke belasting sterk is teruggedrongen. Courante wapeningselementen kunnen nu gemaakt worden met een minimum aan lichamelijk arbeid en een maximum aan veiligheid.
Van bovenaf
Toch volstaat technologie op zich niet volgens Marc De Beuckeleer. Er is ook nog de mens. De leidinggevenden, bijgestaan door Gunther Anné, doen aan continue monitoring en spreken werknemers onmiddellijk aan op onveilig gedrag. Gunther Anné: “Daarnaast organiseren we minstens om de twee maanden toolboxmeetings. Op deze overlegmomenten bespreken we met het personeel aan de hand van concrete voorbeelden hoe we de veiligheid kunnen verbeteren. En op alle vergaderingen met leidinggevenden staat veiligheid op de agenda. Doorheen de jaren merken we in de onderneming een mentaliteitsverandering, maar hoelang het duurt voor die bij iemand doordringt, dat is heel individueel.” Marc De Beuckeleer: “De syndicale delegatie komt soms ook met aandachtspunten. Maar doorgaans hoeven we daarop niet te wachten. De afstand tussen werknemer en leidinggevende is hier klein, mensen komen zelf problemen aankaarten. Toch merk ik dat veiligheid een proces is dat vooral van bovenaf aangedreven moet worden.”
Stimuleren
Er bestaat een hele reeks mogelijkheden voor bouwbedrijven. Een voorbeeld is cao 90. Deze maakt het mogelijk om een resultaat-gebonden bonus aan werknemers te geven, afhankelijk van de collectieve resultaten van een groep werknemers. De werkgever moet dan wel objectieve criteria hanteren. Bij Staalbeton hangt de bonus voor 40 % af van de frequentie- en de ernstgraad van de onge-
WIE IS COBESTA? Cobesta werd in 2005 opgericht binnen de Confederatie en verdedigt de belangen van de buigcentrales en de betonstaalverwerkers. De bedrijven in Cobesta zijn goed voor de overgrote meerderheid van het betonstaal dat in België verwerkt wordt. Marc De Beuckeleer: “Als groepe-
Vooraan beugels voor wapening, achteraan de toestellen die ze plooien. De enige lichamelijk arbeid die er nog aan te pas komt is het verzamelen van de stukken. Het bedrijf heeft ook machines die 3D kunnen plooien. Foto: Staalbeton.
Een zicht op de schaarlijn, het systeem waarmee de staven op de juiste lengte geknipt worden. Foto: Staalbeton.
vallen in de onderneming. Dat werkt stimulerend. Een gelijkaardig systeem bestaat voor leidinggevenden, en daarnaast bestaat er nog een veiligheidspremie per afdeling. De aanpak van Staalbeton wekt in ieder geval veel interesse. Het nieuwe productiesysteem kreeg al belangstelling uit de hele wereld, met bezoekers uit de meest uiteenlopende landen als Singapore, Duitsland en Australië.
ring sta je sterker dan als individueel bedrijf. Zo waren we nauw betrokken bij het opstellen van de recente Technische Voorlichting over betonwapening van het WTCB (TV 260). We onderhouden ook de contacten met OCBS-OCAD, de organisatie die betonstaal certificeert. Er bestaat een zekere spanning tussen de voorschriften en normen enerzijds en de praktische haalbaar-
•
heid anderzijds. Ook op dat punt moeten onze bedrijven hun zeg kunnen hebben.” Met seminaries en activiteiten worden de leden op de hoogte gehouden van de vele ontwikkelingen en innovaties binnen de wapeningssector, bijvoorbeeld BIM. In de nabije toekomst staan acties rond veiligheid gepland. Info : www.cobesta.com
september 2018 • Bouwbedrijf 45
BOUWRADAR
Even klankborden is goud waard! Al 750 bedrijven profiteerden van de kosteloze begeleiding van BouwRadar. Dit project biedt bedrijfsleiders de kans om even uit de dagdagelijkse beslommeringen te treden en samen met een onafhankelijke partij de bedrijfsprocessen onder de loep te nemen. De ervaringen zijn zeer positief. Laat deze kans dus niet liggen, BouwRadar is er ook voor u!
W
at is BouwRadar? Op de eerste plaats een klankbord. U kunt van een buitenstaander met kennis van zaken horen wat hij denkt over de werking van uw bedrijf. Voor veel aannemers is dat een openbaring. Zeker omdat BouwRadar meer is dan een luistermoment. Een BouwRadar-traject kan tot de meest uiteenlopende resultaten leiden. Een kleine greep:
• nieuwe digitale kansen grijpen; • meetpunten bepalen, zodat u sneller kunt reageren wanneer u de verwachte omzet niet haalt; • dieper inzicht krijgen in financiële resultaten en de impact van investeringen; • een leidraad ontwikkelen om vacatures in te vullen; • de richting voor de komende vijf jaar uitzetten; • de juridische kant van uw onderneming updaten.
Kosteloos
BouwRadar wordt kosteloos aangeboden. Dat is mogelijk dankzij een partnerschap van de Vlaamse Confederatie Bouw met het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen. Er zijn dus geen verdere verplichtingen verbonden aan deze begeleiding. Uit de 750 ervaringen met bedrijven is gebleken dat een cruciale vraag is: hoe kan ik efficiënter werken? BouwRa46 Bouwbedrijf • september 2018
gepruts en “Geen gezever; wel to-the-point. ”
dar speelt daarop in. Het zoekt samen met zijn partners waar het voornaamste knelpunt zit, en biedt tijdens een begeleiding een (begin van) antwoord. Niet alleen de financiële situatie wordt bekeken maar ook de strategische en juridische kant van uw bedrijf, en het personeel. BouwRadar luistert hoe het eraan toe gaat en geeft concrete tips en tricks mee, die u onmiddellijk kunt toepassen.
Praktische vragen
Voor welke kmo’s? Alle vennootschappen in Vlaanderen mét personeel komen in aanmerking. De 750 bedrijven die al meededen, vertoonden een mooie mix. In alle Vlaamse provincies reageerden zowel zeer kleine als groter gestructureerde kmo’s. Bijleren doen ze allemaal. De voornaamste problematiek in het bedrijf wordt besproken en aangepakt op het niveau van de zaakvoerder.
Tijdsbesteding? Twee gesprekken van twee uur en één halve dag begeleiding volstaan om u te wapenen tegen minder goede periodes van de sector. Privacy? De gegevens die u ons bezorgt, zijn enkel beschikbaar voor de Vlaamse coördinator en de partner die de begeleiding doet. Om het knelpunt te detecteren werken we samen met Deloitte.
Getuigenissen
“Geen gepruts en gezever; wel tothe-point”, omschreef één van de deelnemers dit project. Meer getuigenissen en info vindt u op onze website www. BouwRadar-vcb.be. In de maand september zullen er ook korte filmpjes verschijnen in de dagelijkse Bouwflash, op Facebook en op Linked-In.
•
INFO: Wilt u nu al inschrijven? Surf naar www.BouwRadar-vcb.be/aanmelding. Alles komt automatisch op gang!
VEILIGHEID EN GEZONDHEID
Eindelijk een campagne over de gevaren van asbest Op 25 gaat een bewustmakingscampagne over asbest officieel van start. Ze wordt georganiseerd door het Federaal agentschap voor beroepsrisico’s (Fedris) en Constructiv, en duurt van september 2018 tot augustus 2019. De Confederatie drong al lang aan op een dergelijk initiatief. “We vragen al jaren bewustmaking over asbest. We stellen immers vast dat de verwijdering van asbestcement, wat een zogenaamde ‘eenvoudige handeling’ is, niet altijd correct uitgevoerd wordt. Bovendien is er sprake van oneerlijke concurrentie.” Aan het woord is Marc Junius, adviseur arbeidsrecht bij de Confederatie. Hij bevestigt dat de beroepsorganisatie maar al te graag meewerkt aan de campagne.
moet wel een kwaliteitsvolle opleiding gekregen hebben. En dat is niet altijd het geval. Het is niet alleen nodig om informatie te verspreiden over de risico’s en de gevaren van blootstelling aan asbest. Er moeten ook oplossingen aangereikt worden, zodat asbest in alle veiligheid behandeld kan worden. Zo moet men bij de werken de correctie preventiemaatregelen nemen, die de arbeiders en de consumenten maar ook het milieu beschermen.”
Vaklui en consumenten
Asbestfonds
Deze zal verschillende initiatieven omvatten. Een jaar lang gaat ze niet alleen de vaklui in de bouw maar ook de gewone burger wijzen op de gevaren van asbest. Ze wil iedereen asbest leren herkennen, en duidelijk maken hoe belangrijk professionele kennis van zaken is. Marc Junius: “Mensen die asbest verwijderen zijn over het algemeen slecht opgeleid. Voor eenvoudige handelingen hoeft men weliswaar geen officiële erkenning te hebben, maar men
De statistieken bewijzen het alomtegenwoordige gevaar van asbest. In ons land is binnen het Fonds voor de beroepsziekten (dat nu opgegaan is in Fedris) een Asbestfonds opgericht. Dat vergoedt de slachtoffers van asbest. Sinds 2007 erkent het elk jaar ongeveer 250 nieuwe gevallen. Ook de regering beseft dat actie nodig is. Minister van Volksgezondheid Maggie De Block: “We moeten samenwerken met alle actoren om de preventie op het veld
te verbeteren. De samenwerking tussen Fedris en Constructiv is daar een goed voorbeeld van. We richten ons tot alle werkenden in de bouwsector, of ze nu werknemer of zelfstandige zijn, al actief of nog in opleiding.” Minister van Zelfstandigen en Kmo Dennis
Ducarme: “De komende lancering van deze campagne zal veel zelfstandigen, vooral in de bouw, ertoe aanzetten om de juiste reflexen te hanteren, en daardoor hun gezondheid veilig te stellen.”
•
INFO: www.constructiv.be
DE CONFEDERATIE WIL VIA DEZE CAMPAGNE EEN BELANGRIJKE BOODSCHAP MEEGEVEN: LAAT ASBEST VERWIJDEREN DOOR EEN GOED OPGELEID VAKMAN! Het memorandum van het Asbestforum Op aandringen van de bouwsector werd in 2009 een Asbestforum opgericht via de vaste commissie Bouw in de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk. Doel: aan de inwoners van het land informatie verstrekken en de uitwisseling van goede praktijken bevorderen. In 2014 publiceerde de sociale partners van de bouw een Asbestmemorandum. We doen een kleine greep uit de vaststellingen: • de risico’s zijn niet genoeg gekend; • bij eenvoudige handelingen worden de nodige preventiemaatregelen onvoldoende toegepast; • de blootstelling aan asbest in de buurt van containerparken; • de blootstelling aan asbest wanneer particulieren de werken uitvoeren. De belangrijkste aanbeveling in het memorandum was de nood aan bewustmaking van opdrachtgevers en particulieren. Het is nu zover. In de loop van deze broodnodige campagne van Constructiv en Fedris houdt Bouwbedrijf u op de hoogte.
september 2018 • Bouwbedrijf 47
NIEUW PLATFORM
Hebt u materialen en machines te veel? Of te weinig? Surf dan naar Werflink! Bouwbedrijven in heel België kunnen tegenwoordig ongebruikt bouwmaterieel, materiaaloverschotten en vrachtruimte optimaal op elkaar afstemmen. Het uitwisselingsplatform Werflink is namelijk van start gegaan.
I
eder bouwbedrijf maakt het mee: na een project schieten materialen over. Of men heeft een machine lange tijd niet meer nodig. Of de bouwplaats ligt erg ver van de opslagplaats, wat een lange en moeizame verplaatsing nodig maakt. Met andere woorden: bedrijfsmiddelen worden niet efficiënt gebruikt. Maar dankzij Werflink kunnen aannemers nu op zoek gaan naar een bouwbedrijf in de buurt van de bouwplaats dat nodig heeft wat zij te veel hebben. Of een bouwbedrijf dat aanbiedt wat zij nodig hebben.
Voor iedereen
Werflink is bedoeld voor alle bouwbedrijven, klein en groot, in welke deelsector ook. Er bestaat duidelijk interesse voor. Het platform ging officieel van start op een minder dan ideaal moment, enkele weken voor het bouwverlof.
Maar eind juli 2018 nam toch al een tachtigtal bouwbedrijven deel. Zestien keer werd een vraag of een aanbod geformuleerd. Dat is een succes, zeker gezien de beperkte ruchtbaarheid die Werflink tot nu toe kreeg.
Voordelen
De deelnemende bedrijven bestaan zowel uit grotere bouwbedrijven als uit kleinere aannemers. Ze vormen samen een breed gamma van bouwspecialisaties zoals isolatie, sanitair, algemene aannemers enzovoort. Werflink heeft dan ook drie grote voordelen. • Financieel: er is een kostenbesparing. Men kan materieel tijdelijk huren of lenen, in plaats van het nieuw te kopen. Of er ontstaat bijkomende omzet doordat men iets verkoopt aan collega-bouwbedrijven. • Duurzaamheid: Een efficiënter gebruik van producten en materialen, waardoor er minder gekocht moet worden. Er is minder productie nodig, en dus minder verbruik van grondstoffen en energie. Onnodige transporten worden vermeden, wat goed is voor het milieu en de mobiliteit. • Sociaal: Het gezamenlijke gebruik van materieel, faciliteiten en diensten op lokaal niveau stimuleert een cultuur van lokale samenwerking en verbinding.
Pilootproject
Werflink startevent
48 Bouwbedrijf • september 2018
Werflink moet een degelijk instrument zijn, dat kan reke-
Hoe werkt het? Heel eenvoudig. Om een vraag of een aanbod kenbaar te maken, moeten aannemers alleen maar een account aanmaken op www. werflink.be. Daarna kunnen ze advertenties plaatsen en reageren op advertenties. Onderlinge transacties worden veilig en snel afgehandeld.
23 – 26 OCTOBER 2018
Leden van de VCB kunnen gratis gebruik maken van Werflink, andere bedrijven betalen een bijdrage. Info : www.werflink.be.
nen op de steun van de hele sector. Daarom start het platform met een proefperiode die een jaar duurt, tot eind juni 2019. Hoe beter de ervaringen van de deelnemende bedrijven, hoe meer kans dat dit nieuwe concept een hoge vlucht zal nemen. Het initiatief voor Werflink kwam van ons lid Besix in samenwerking met de Vlaamse Confederatie Bouw. Subsidies voor de ontwikkeling van de nodige software werden verleend door Vlaanderen Circulair, een partnerschap onder de vleugels van de OVAM. Interessant is dat ook bedrijven uit Noord-Frankrijk kunnen deelnemen aan het project, dankzij het Europese initiatief Interreg. De Waalse en de Brusselse gewestconfederaties in de Confederatie Bouw dragen Werflink uit, zodat de gewestgrenzen geen barrière zijn en het een landelijk succes kan worden.
•
INFO: Hebt u nog vragen over dit project? Stel ze aan ansy.poelman@vcb.be.
GLASS UNLIMITED Ervaar puur glas. Innovaties, technologieën, toepassingen, producten, trends en knowhow. De wereldwijde waardeketen van glas is geconcentreerd op één plek - levend en tastbaar. Nergens anders, alleen hier op ‚s werelds toonaangevende vakbeurs glasstec. Wees erbij!
Meer informatie:
glasstec-online.com
Voor meer informatie: Fairwise BVBA Hubert Frère-Orbanlaan 213 _ B-9000 Gent Tel. +32 (9)245 01 68 _ Fax +32 (9)245 01 69 info@fairwise.be
glt1802_Basis-Copy_105x297+5_BE_NL.indd 1
14.05.18 16:24
september 2018 • Bouwbedrijf 49
NIEUWBOUW IN VLAANDEREN
70 procent haalde E40 of beter in 2016 Vlaanderen zet al een jaar of tien in op energiezuinige nieuwbouw. Met succes, zo blijkt uit het het EPB-cijferrapport van het Vlaams Energieagentschap. In 2016 haalde de gemiddelde nieuwbouwwoning E30, het E-peil van een bijna energieneutrale woning.
Z
owel voor nieuwe residentiële of voor niet-residentiële gebouwen geldt in Vlaanderen tegenwoordig een E-peilnorm. Sinds de invoering van het E-peil is deze norm voortdurend aangescherpt. Vanaf 2021 moet elke nieuwbouwwoning bijna energieneutraal zijn. Vlaanderen heeft het bijhorende E-peil gedefinieerd als E30. Dat zal dus vanaf dat jaar de norm zijn. Residentiële bouwprojecten met stedenbouwkundige vergunningsaanvraag of melding vanaf 1 januari 2018 mogen maximaal E40 hebben, waarna het pad stelselmatig aangescherpt wordt naar E30 in 2021. Niet alleen voor residentiële maar ook voor niet-residentiële bouwprojecten is overigens een E-peilnorm van toepassing.
320 000 aangiften
Sinds 2007 zijn er bijna 320 000 EPB-aangiften ingediend. In 2015 daalde het aantal ingediende aangiften voor het eerst sinds 2007. Maar vanaf 2016 werd er weer een toename opgetekend. Vergeleken met 2007 is de stijging spectaculair. Toen werden er 972 EPBaangiften ingediend, in 2017 waren het er 38 335. Doorheen de jaren werden er in Antwerpen in totaal 82 415 aangiften ingediend. Daarmee staat deze provincie bovenaan. Laatste is het peloton is Limburg met 39 952 aangiften. De gemiddelde doorlooptijd tussen vergunning en EPB-aangifte bedraagt 2 jaar. 50 Bouwbedrijf • september 2018
Ongeveer driekwart van de aangiften is voor nieuwbouw, de rest is grotendeels voor renovatie. Een heel klein aandeel van 0,34 % werd ingediend voor functiewijzigingen. Sinds 1 januari 2015 is er overigens een nieuw type van renovatie gedefinieerd, de ingrijpende energetische renovatie. Daarvoor werden tot eind 2017 nog maar 552 aangiften ingediend. Voor nieuwbouw kan men de aangiften verder opdelen naargelang de bestemming van het project: woningen (eengezinswoningen of appartementen), kantoren, scholen, industrie, andere specifieke bestemmingen … Meer dan 90 % van de EPB-aangiften voor nieuwbouw en renovatie zijn voor woongebouwen. In verhouding daarmee is het aandeel van de andere bestemmingen zeer beperkt: 1,13 % voor nieuwe of herbouwde kantoren, 0,32 % voor scholen, 2,36 % voor industriegebouwen en 2,36 % voor gebouwen met een andere specifieke bestemming.
Evolutie E-peil woningen
Nieuwe eengezinswoningen worden jaar na jaar energiezuiniger. In 2006 lag het E-peil van 70 % van de aangiften boven de E81. Maar in 2016 haalde 70 % al E40 of beter. Ook de gemiddelden zeggen iets over de evolutie. Het gemiddelde van de EPB-aangiften was E86 in 2006. In 2016 was het gedaald tot E30, het
E-peil van een bijna energieneutrale woning. Anders gezegd: het gemiddelde daalde met maar liefst 65 % in die periode. In 2016 lag het bovendien 20 E-peilpunten onder de wettelijke eis, die toen E50 was. Het aantal nieuwe eengezinswoningen dat het E-peil van een BENwoning haalt, gaat in stijgende lijn. Hun aandeel in de aangiftejaren 2010 en 2011 was ongeveer 4 %. In 2012 was het 6 % en in het jaar daarna 12 %. Daarna zwiept de curve omhoog. In 2014 haalde 32 % van de aangiften het niveau van een BEN-woning. De trend hield aan in 2015, en in 2016 lag het aandeel al boven de 50 %.
Evolutie E-peil appartementen
Het gemiddelde E-peil blijft hoger dan bij de eengezinswoningen. Maar dat neemt niet weg dat er een forse daling was over de jaren, van E90 in aanvraagjaar 2006 naar E46 in 2015. Het aandeel appartementen dat E60 of beter haalt, is sinds 2010 sterk beginnen toe te nemen. Voor aanvraagjaar 2012 haalden bijna alle aangiften dan E70 of lager. Dit heeft te maken met een verstrenging van de E-peileis in 2012 naar maximaal E70. Bijna 4 % de eengezinswoningen had in 2006 een E-peil boven de E100 en haalde de toen geldende eis dus niet. Bij de appartementen was dat bijna 10 %.
Limburg koploper
hernieuwbare energie verplicht is bij de nieuwbouw van een woning. Bij bouwaanvragen vanaf maart 2017 moet per vierkante meter bruto vloeroppervlakte minstens 15 kWh uit één of meer hernieuwbare energiebronnen gehaald worden. Men kan kiezen uit zes bronnen: zonneboiler, fotovoltaïsche zonnepanelen, biomassa, warmtepomp, stadsverwarming en -koeling en ten slotte participatie in een project voor productie van hernieuwbare energie. Er bestaat een alternatief voor deze verplichting: een E-peil dat minstens 10 % beter dan de geldende norm. In dat geval voldoet een project aan de
Limburg mag dan aan de staart van het peloton bengelen als we kijken naar het aantal aangiften, de provincie staat wel aan de leiding als we kijken naar de energiezuinigheid van nieuwbouwwoningen. In deze provincie ligt het gemiddelde E-peil het laagste. Dat geldt voor alle aanvraagjaren met uitzondering van 2016. Over het algemeen wordt in West-Vlaanderen het minst energiezuinig gebouwd.
Hernieuwbare energie
De EPB-regelgeving bepaalt tegenwoordig dat een minimumaandeel
EPB-regelgeving zonder de installatie van hernieuwbare energie. Bijna 40 % van de nieuwbouwappartementen koos dit alternatief. Bij de eengezinswoningen was dat maar 5,9 %. De verplichte hernieuwbare energie is dus veel minder populair bij appartementen.
•
Dit artikel is gebaseerd op het EPB-cijferrapport van het Vlaams Energieagentschap. Het volledige rapport vindt u op www. energiesparen.be, de website van VEA. Nog vragen? Stel ze aan tim.vanhelden@ vcb.be. Tim is beleidsmedewerker Energie bij de Vlaamse Confederatie Bouw.
APPARTEMENTEN
HUIZEN
Gemiddelde E-peil 2006: 77 2006: 90 2015: 39 2015: 46 % van de EPB- aangiften Warmtepomp 2006: 5,10 0,35 2016: 22,48 17,24 Zonneboiler 2006: 2,65 0,65 2015: 12,63 3,28 PV-panelen 2006: 2 0,14 2016: 89,33 57,14 Luchtdichtheids- 2006: 4,59 1,57 meting 2016: 87,92 81,82, Gemiddelde E-peil per provincie
2006: 93 2016: 38 W-Vlaanderen
2006: 87 2016: 29
2006: 86 2016: 23 2006: 85 2016: 29
Antwerpen O-Vlaanderen
Limburg Vlaams Brabant
2006: 89 2016: 38
september 2018 • Bouwbedrijf 51
EPC+ VANAF 2019
Nieuw energieprestatiecertificaat stimuleert energetische renovaties Energieprestatiecertificaat Bestaand gebouw met woonfunctie
In 2008 werd het energieprestatiecertificaat (EPC) verplicht voor woningen en appartementen die te koop aangeboden werden. Enkele maanden later werd de verplichting ook ingevoerd voor verhuur. Nu staat een uitgebreidere versie op stapel, het EPC+.
Kasteelstraat 45, 2800 Mechelen gezinswoning, halfopen bebouwing certificaatnummer : 20090720-0000245710-0000000004-7
580
Energielabel kWh / m2 jaar
F
B
H
et EPC geeft potentiële kopers en huurders objectieve informatie over de energieprestaties van het gebouw. Inmiddels zijn reeds meer dan een miljoen EPC’s ingediend voor het Vlaamse woningenbestand. Maar na tien jaar was het tijd om de functies grondig uit te breiden, oordeelde het Vlaams Energieagentschap. Vanaf januari 2019 komt het EPC+ in de plaats. Het geeft nog altijd informatie, maar het sensibiliseert ook en wil uiteindelijk aanzetten tot een grondige energetische renovatie van de woning.
Van A tot F
Het EPC+ zal visueel aantrekkelijker zijn. Het toont een label, gaande van A+ tot F. Het eerste is voor woningen die meer energie produceren dan verbruiken, het tweede voor de grootste ener-
...
gievreters. Daardoor kan de potentiële koper of huurder sneller de energieprestatie inschatten. Ook de vergelijking met andere woningen wordt gemakkelijker.
E 500
D 400
Gemiddelde halfopen woning : 506 kWh / m2 jaar
B
C 300
200
A 100
A+ 0
-100
Vlaamse doelstelling : 100 kWh / m2 jaar
De energiescore en het energielabel van deze woning zijn bepaald via een theoretische berekening op basis van de bestaande toestand van het gebouw. Er wordt geen rekening gehouden met het gedrag en het werkelijke energieverbruik van de (vorige) bewoners. Hoe lager de energiescore hoe beter. Verklaring van de energiedeskundige Ik bevestig dat alle gegevens op dit certificaat overeenstemmen met de werkelijke uitvoering (afmeting, materialen, installaties) en met de richtlijnen in het inspectieprotocol. Datum 20/07/2019 Handtekening:
Dit certificaat is geldig tot en met 20 juli 2029. Jan Peters Firmanaam EP 123456
Meer aanbevelingen
Daarnaast worden de aanbevelingen grondig uitgebreid. Ze worden overzichtelijk aangegeven en aangevuld met een kostenindicatie. De geïnteresseerden vernemen snel en eenvoudig wat er moet gebeuren om de woning energetisch in overeenstemming te brengen met de BENOvatiedoelstellingen van 2050, samen met een schatting van de kosten. Bovendien zal er technische informatie op het EPC+ staan.
En de oude EPC’s?
Moet je vanaf 2019 een EPC+ laten opstellen wanneer je al een EPC hebt? Neen. Zolang er een gel-
52 Bouwbedrijf • september 2018
dig EPC is, hoeft er geen nieuw opgemaakt worden. Energieprestatiecertificaten opgemaakt vanaf januari 2019 zullen automatisch een EPC+ zijn.
•
INFO: Vragen over het EPC+? Stel ze aan tim.vanhelden@vcb.be.Tim is beleidsmedewerker Energie bij de Vlaamse Confederatie Bouw.
Waar moeten we tegen 2050 aan voldoen? Er bestaan twee manieren om de BENOvatiedoelstelling voor een woning te halen. 1) Het dak, de muren, de ramen, kortom elk onderdeel van de gebouwschil blijft onder een maximale U-waarde. De Umax voor daken, buitenmuren en vloeren is 0,24 W/m²K. Voor ramen (profielen en beglazing samen) geldt een Umax van 1,5 W/m²K en voor glas een Umax = 1,1 W/m²K. Deuren en poorten moeten voldoen aan een Umax van 2,0 W/m²K. Tenslotte moet er verwarmd worden met een energiezuinige installatie. 2) Een EPC-kerngetal van 100 kWh/m² na de renovatie.
WET GOEDGEKEURD
Renovatiewerken van mede-eigendom goedkeuren is gemakkelijker geworden Om renovatiewerken van mede-eigendom goed te keuren, volstaat vanaf 1 januari 2019 twee derde van de stemmen in de algemene vergadering van mede-eigenaars. Nu is nog drie vierde nodig. De Vlaamse Confederatie Bouw hoopt dat dit de broodnodige renovaties zal stimuleren.
D
e veranderingen zijn het gevolg van de hervorming van de wet op de medeeigendom, die midden juni goedgekeurd werd. Het was hoog tijd geworden voor deze hervorming, want de energetische renovatie van appartementsblokken loopt achter op die van eengezinswoningen. Voor nieuwbouw is een begrip als bijna energieneutraal (BEN) stilaan ingeburgerd. Elke bouwprofessional weet dat E30 of beter de norm zal zijn vanaf 2021. Ook voor renovaties zijn de energieverwachtingen intussen bekend. Volgens de doelstelling – beter bekend als de BENOvatiedoelstelling – moet elke woning in Vlaanderen tegen 2050 een EPC-kernwaarde van 100 kWh per vierkante meter en per jaar halen.
Knelpunten
Maar voor renovaties stelt zich een uitdaging van formaat. Zeker voor woningen in mede-eigendom. Talrijke knelpunten gooien daar roet in het eten. De Confederatie heeft dat probleem al verschillende keren aangekaart. FABA (de algemene aannemers in de
beroepsorganisatie) deed dat nog in het voorjaar, naar aanleiding van Batibouw. Zie ons aprilnummer voor het verslag. Maar ook de Vlaamse Confederatie Bouw organiseerde al een congres over mede-eigendom op 29 november 2016. Uit uitnodiging van de VCB kwamen alle betrokkenen samen om te brainstormen over de situatie. Onder meer de baas van het Vlaams Energieagentschap, Luc Peeters, en Vlaams minister van Energie Bart Tommelein deden hun duit in het zakje.
Urgent!
Er is nog veel werk aan de winkel. In 2015 telde Vlaanderen 115 000 appartementsgebouwen, samen goed voor 757 000 wooneenheden. Ongeveer de helft hiervan werd vóór 1981 gebouwd. Het gemiddelde EPC-cijfer voor appartementen in Vlaanderen is 295 kWh per vierkante meter en per jaar. Dat is maar liefst drie keer hoger dan de BENOvatiedoelstelling. 40 à 50 % wacht op renovatie. Tegen 2020 moeten immers alle daken geïsoleerd zijn. Vanaf 2023 kunnen een woning of een appartement zonder dubbel glas ongeschikt verklaard wor-
den. In de helft van de oudere appartementen ontbreken noemenswaardige isolatie en hoogwaardig glas.
Besluitvorming
Bij mede-eigendom bestaan er verschillende knelpunten: de besluitvorming onder mede-eigenaars, de individuele versus de gemene delen, en de financiering. Een eerder eenvoudige ingreep bij de renovatie van een individuele woning kan in mede-eigendom uitdraaien op een welhaast onontwarbaar kluwen en een technisch, juridisch en financieel steekspel. Een verzameling individuen moet immers beslissen over een gezamenlijke investering. Niet iedereen heeft dezelfde noden en financiële mogelijkheden, niet iedereen ziet hetzelfde voordeel in de renovatie. De pogingen om een drie vierde-meerderheid te bekomen in een algemene vergadering komen niet zelden in een impasse terecht. Het gevolg: de nodige werken worden niet uitgevoerd. De Vlaamse Confederatie Bouw ijverde er op haar congres in 2016 al voor om het quorum te verminderen dat nodig is om een renovatie goedgekeurd te krijgen. Ook voor FABA was een ingreep op dat gebied nodig. Met de nieuwe wet is die er gekomen.
•
INFO: Nog vragen hierover? Stel ze aan tim.vanhelden@vcb.be.Tim is beleidsmedewerker Energie bij de Vlaamse Confederatie Bouw. september 2018 • Bouwbedrijf 53
WTCB
Afvoer van afvalwater: de TV 265 vervangt de TV 200 Het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf heeft onlangs een nieuwe Technische Voorlichting gepubliceerd met als titel ‘Installaties voor de afvoer van afvalwater in gebouwen’. Deze TV draagt het nummer 265 en vervangt de TV 200 over hetzelfde onderwerp: het ontwerp en de dimensionering van afvalwaterafvoerinstallaties in woningen, hotels, scholen, ziekenhuizen, kantoorgebouwen, restaurants, gevangenissen, kazernes ... De principes voor de afvoer van het afvalwater die beschreven staan in de TV 265 zijn van toepassing voor al deze gebouwen. We hebben het hier overigens enkel over afvalwater en niet over regenwater. Dit laatste moet immers afgevoerd worden via een afzonderlijk circuit. In een veertigtal rijkelijk geïllustreerde pagina’s gaat deze TV dieper in op het afvalwatercircuit binnenin het gebouw, evenals op het gedeelte van de afvoerinstallatie dat buiten het gebouw gelegen is, maar toch nog tot het privédomein behoort.
D
e nieuwe TV 265 houdt rekening met de laatste Europese normen. Dit neemt niet weg dat een aantal oplossingen die beschreven werden in oudere WTCB-publicaties (bv. inzake de antihevelverluchting van de stankafsluiters) eveneens tot goede resultaten kunnen leiden. Gelet op het feit dat afvalwaterafvoer een gemeentelijke bevoegdheid is, moet men voor elke installatie ook rekening houden met de gemeentelijke voorschriften (voor zover deze voorhanden zijn). Er zijn echter gemeenten die hieromtrent helemaal niets opleggen.
In principe lozing in de riolering
Het afvalwater moet in principe afgevoerd worden naar de riolering. 54 Bouwbedrijf • september 2018
Of het nu gaat om het water van een aanrecht, een wc, een douche, een vaatwasmachine ... de lozingsplaats bij uitstek is de riolering. Maar om in de openbare riolering te kunnen geraken, moet de straat hier wel mee uitgerust zijn, wat niet altijd het geval is. Vermits er op elk principe uitzonderingen zijn, kan het gebeuren dat het afvalwater niet als dusdanig in de in de straat aanwezige openbare riolering geloosd mag worden. Zo eisen bepaalde besturen (gemeenten, gewesten) dat het afvalwater van grootkeukens of restaurants eerst via een vetvanger geleid moet worden. Het mogelijk vervuilde afvalwater van parkings moet op zijn beurt soms via een koolwaterstofafscheider geloosd worden. Elders kan de openbare riole-
Huishoudelijk afvalwater moet bij voorkeur geloosd worden in de riolering.
ring niet aangesloten zijn op een rioolzuiveringsinstallatie. In voorkomend geval is een voorafgaandelijke zuivering door een septische tank vereist. Bij een gescheiden openbare riolering moet het afval- en het hemelwater dan weer gescheiden afgevoerd worden en vervolgens in de geschikte riool geloosd. In dit geval is er dus één leiding voor het afvalwater en één leiding voor het hemelwater. Ook indien het om een gemengde riolering gaat, strekt het tot aanbeveling om de afvoer van het afvalwater en het hemelwater gescheiden te houden tot aan de perceelgrens. De TV 265 gaat eveneens in op het geval waarbij er helemaal geen openbare riolering is. Desgevallend
Een beetje goede raad
De TV 265 bevat verschillende aanbevelingen op het vlak van veiligheid en hygiëne. Om hygiënische redenen moet de afvoerinstallatie waterdicht zijn en uitgerust zijn met een goed werkende stankafsluiter om geurhinder te verseptember 2018 • Bouwbedrijf 55
mijden. Uit veiligheidsoverwegingen moeten de leidingen stevig bevestigd worden, moet men maatregelen treffen om ontkoppeling te voorkomen, dient men ervoor te zorgen dat de gebeur››› lijke condensatie niet al te veel kan afdruppelen en dient men bij de keuze van de materialen rekening te houden met de geldende brandvoorschriften. Wat de duurzaamheid betreft, moet
WTCB
de installatie zodanig ontworpen zijn dat ze gedurende vele jaren en mits een normaal onderhoud weerstand kan bieden tegen de normaal te verwachten belastingen.
Ook de bereikbaarheid van de installatie komt aan bod in de TV. Zo wordt er gesteld dat er over de volledige lengte van het circuit voldoende inspectie- en onderhoudsopeningen (bv. luiken, putten) aanwezig moeten zijn om het onderhoud en de ontstopping ervan mogelijk te maken. Op het gebied van comfort wordt er in de TV 265 vooral aandacht besteed aan de manieren waarop men de akoestische hinder kan beperken. De afvoer gebeurt doorgaans onder invloed van de zwaartekracht. In een aantal andere gevallen kan er een pompsysteem of afzuigsysteem noodzakelijk zijn. Ook dan dient men aandacht te besteden aan het akoestische comfort.
Hoe ontwerpt men een volledige installatie?
Dit onderwerp maakt een belangrijk deel uit van de nieuwe TV 265. Zo wordt er in hoofdstuk 4 gekeken naar de algemene ontwerpvoorschriften, meer bepaald naar de functionele voorschriften en de dichtheidseisen. Verder worden er gedetailleerde voorschriften geformuleerd voor het ontwerp van de afvoerstandleidingen en de verzamelen aansluitleidingen. Een ander belangrijk luik van de TV betreft het ontwerp van de verluchtingsleidingen (primaire, secundaire en eindverluchtingsleidingen) en beluchtingskleppen. Al deze aspecten worden uitvoerig becommentarieerd en geïllustreerd in dit document.
De dimensionering: een hele berekening
Het materiaal waaruit de leiding opgebouwd is, is heel belangrijk.
56 Bouwbedrijf • september 2018
Een installatie kan perfect ontwerpen, maar slecht gedimensioneerd zijn. Welke diameter moet men geven aan elk van de leidingtypes? Dit hangt af van de af te voeren piekdebieten, die berekend kunnen worden met behulp van een formule die uitvoerig besproken wordt in de TV 265. Voor de dimensionering van de onderdelen van de afvoerinstallatie in functie van deze debieten volstaat het immers niet om gewoon af te gaan op zijn intuïtie! Er moet een hele berekening uitgevoerd worden, waarvoor er in deze TV verschillende tabellen aangereikt
Dit is slechts één van de talrijke en duidelijke illustratieve schema's uit de TV 265.
worden en dit, zowel voor de afvoerstandleidingen met hun primaire en secundaire verluchtingen als voor de aansluit- en verzamelleidingen. De TV kan eveneens gebruikt worden voor de dimensioneringsberekening van andere verluchtingsleidingen, beluchtingskleppen, huisrioleringen en collectoren. Om een beter inzicht te krijgen in deze dimensioneringsberekening is er een concreet voorbeeld opgenomen in bijlage B van deze TV. Dit voorbeeld telt negen pagina’s en wordt verduidelijkt met schema’s en tabellen.
Een specifieke woordenschat
Elk bouwvak heeft zijn jargon Om te komen tot een goed begrip van het document, begint de TV 265 met een reeks definities. Elk woord heeft immers een precieze betekenis en de
definities zijn er om deze betekenis te verklaren. Om het goede begrip van de schema’s te waarborgen, is ook noodzakelijk dat men de betekenis van de hierop aangegeven symbolen snapt. Daarom wordt er in bijlage A van de TV een overzicht gegeven van de symbolen die gebruikt worden om de volgende elementen aan te duiden: badkuip, lavabo, (al dan niet dubbel) aanrecht, bidet, wc, urinoir, wasmachine, vaatwasmachine, stankafsluiter, vloerkolk, inspectiestuk, pompinstallatie, afvalwaterafvoerleiding, verluchtingsleiding, persleiding, beluchtingsklep en keerklep. De afvalwaterafvoer in gebouwen is een complex en ietwat ondankbaar domein, omdat het verborgen is. Het gaat hier om een aspect dat men liefst vergeet: men wil het niet te veel zien,
niet te veel horen en vooral niet ruiken! Vandaar het belang van een goed ontwerp en een perfecte uitvoering. In geval van een slechte uitvoering kan dit ‘vergeten’ aspect immers als een boemerang naar de gebruikers terugkeren. De TV 265 werd opgesteld om een dergelijk scenario te vermijden .. Hoe kan men de TV 265 ‘Installaties voor de afvoer van afvalwater in gebouwen’ (herziening van TV 200) verkrijgen? Enkel het originele document geldt als referentie. De TV 265 werd opgesteld door het Technisch Comité ‘Sanitaire en industriële loodgieterij, gasinstallaties’, onder het voorzitterschap van P. Deweer. Ze kan besteld worden bij de dienst Publicaties van het WTCB (tel.: 02/716.42.11 - fax: 02/725.32.12) of kan gedownload worden via www.wtcb.be. september 2018 • Bouwbedrijf 57
Bouwen met strobalen roept nog weerstand op, maar volgens de producent voldoet het materiaal aan alle moderne eisen – met bovendien een minimale ecologische impact.
PROJECT
In Sohier in de provincie Luxemburg bouwen onze vier leden Paille-Tech, Isolution, Fabribois en Alterbois een interessant huis: lowtech, met lokale materialen en een kleine milieu-impact. Het geheim zijn de muren van strobalen bepleisterd met leem.
Lowtech, lokaal én goed geïsoleerd B ouwbedrijf ging er op bezoek op invitatie van de Waalse Confederatie Bouw (CCW). De bouw van het huis was nog aan de gang. Normaal gezien moeten de bewoners er tegen het einde van het jaar kunnen intrekken. Sohier is een van die vredige dorpjes op de grens tussen Namen en Luxemburg waar het aangenaam leven is, niet gestoord door het geraas van de nabijgelegen E411. Nicolas Spies (adviseur Energie bij de CCW) nam ons mee naar de bouwplaats, een terrein aan het begin van het dorp, gelegen boven een vallei. De constructie is een uitstalraam voor hedendaagse bouwmethoden met innovatieve en opvallende kenmerken, aldus Spies. Voor dat laatste is ook architect Théophile Ahmed Berthomé verantwoordelijk. Zijn ontwerp bevat een binnenmuur die het huis in twee woningen verdeelt. De ramen naar het zuiden en het oosten zijn groot, die naar het noorden zeer klein.
materialen: hout, stro, klei. Julien Lefrancq (commercieel directeur Paille-Tech) wees ons op het hout dat alomtegenwoordig is, niet alleen in de centraal gelegen ruimten maar ook op de verdiepingen. Julien Lefrancq: “We hebben gebouwd met prefabricatie en een houtskelet. De muren zijn opgevuld met strobalen die bepleisterd zijn met leem. We zijn de enige onderneming in Europa die strobalenbouw combineert met prefabricatie en leembepleistering.” De akoestische isolatie is een van de voordelen van het leem. Het absorbeert geluid en doet er een gevoel van warmte bovenop. Leem bestaat uit volledig natuurlijke mineralen die geurloos zijn en geen vluchtige organische componenten bevatten. Volgens de producent heeft het bovendien goede vochtregulerende eigenschappen. De bepleistering absorbeert overtollige vochtigheid in de lucht en geeft deze weer af als de lucht te droog wordt. Het resultaat is een aangenaam binnenklimaat.
Lokaal geproduceerd
Stevig
Bij de bouw gaat de voorkeur naar lokaal geproduceerde
58 Bouwbedrijf • september 2018
Zowel in de buitenmuren als in het dak is stro gebruikt.
Het huis werd opgetrokken met geprefabriceerde bouwelementen, maar de voorkeur ging naar lokaal geproduceerde materialen: stro, hout, klei. Een uitstalraam voor milieuvriendelijke bouwtechnieken.
kasgassen. Hout en stro slaan zelfs CO2 op tijdens hun levenscyclus. Een houtskelethuis met muren van strobalen is een wapen in de strijd tegen de klimaatverandering.
Lowtech
Ook andere aspecten van het huis in Sohier gaan tegen de trend in en blijven lowtech. Er staat bijvoorbeeld een houtkachel in, en geen centrale verwarming. Toch ontbreken modernere technologieën niet. Nicolas Spies: “Er is een balansventilatie met warmterecuperatie geïnstalleerd. In combinatie met de ligging van de kamers garandeert dit dat de houtkachel in heel het gebouw een aangename temperatuur kan creëren. PV-panelen zullen elektriciteit produceren. En hemelwater wordt gerecupereerd.” Het komt rechtstreeks van de velden, zonder speciale behandeling. De balen zijn 46 x 36 x 80 centimeter groot en hebben een hoge dichtheid. Paille-Tech promoot strobalenbouw, maar gemakkelijk gaat dat niet altijd. De clichés zitten diep. Julien Lefranc weerlegt er vier: een strobalenhuis is geen lang leven beschoren, het is niet brandveilig, het kan niet tegen vocht en het wordt aangevreten door insecten. Julien Lefrancq: “Het eerste moderne strobalenhuis in Europa, la Maison Feuillette in het Franse Montargis, werd opgetrokken in 1920. De balen zijn nog altijd intact. Het is trouwens een van de zeldzame huizen uit die tijd die de huidige isolatienormen halen.” “Onze muren worden beschermd door 4 centimeter leembepleistering. Daarmee hebben we van het Instituut voor Brandveiligheid ISIB het certificaat REI 60 gekregen, wat staat voor een brandweerstand van 60 minuten.” “Een strobaal die af en toe vochtig wordt kan heel goed drogen terwijl de isolerende eigenschappen behouden blijven. In feite is stro permanent aan het drogen.” “En dan de insecten. In stro zit nauwelijks voedzaam materiaal, en het is zo dicht samengedrukt in de muren dat ongedierte er geen nest in kan maken.” Volgens Julien Lefrancq zijn er nog voordelen: de thermische isolatie is zeer goed en stro produceert weinig broei-
Buitenschil
Niet alleen de materialen, ook de betrokken bedrijven zijn lokaal. Fabribois maakte en plaatste de ramen. Alterbois bouwt de garage, eveneens met een houtskelet. En Isolution zal de isolatie aan de buitenkant plaatsen, vertelde ons zaakvoerder François Radelet. François Radelet: “Het inblazen van isolatievlokken is een specialiteit van ons bedrijf. Tijdens deze eerste samenwerking met Paille-tech heb ik met eigen ogen gezien dat de toegepaste bouwsystemen duurzaam zijn.”
Milieuvriendelijk
Voor dit huis zijn duidelijke keuzes gemaakt. Maar kun je met een lowtech-aanpak en stro een woning goedkoper optrekken? Dat niet meteen. Julien Lefrancq: “De productiekosten zijn dezelfde als die voor een gewoon huis, maar de sociale en de milieu-impact liggen duidelijk lager. Ook de afbraak heeft een zeer kleine impact op het milieu. Je kunt dit gebouw zelfs composteren. En de bouwtijd op de bouwplaats is korter. Reken vier weken om de muren de produceren in het atelier, en een dag of tien om ze ter plekke te plaatsen.”
•
INFO: nicolas.spies@confederatiebouw.be. september 2018 • Bouwbedrijf 59
BOUWMARKT
Suivo
Primaned
One-Two
Kresoft
Kubus
BTV
Suivo is een assetmanagementplatform voor elk type werkmiddel: van boormachines via containers en aanhangwagens tot bestelwagens, vrachtwagens, graafmachines en hijskranen. Zo krijg je een volledig overzicht van al je assets: je kan ze lokaliseren, in real time opvolgen, inventariseren, werkingsuren registreren, keuringen opvolgen ... Met een uitgebreid portfolio materiaaloplossingen en toekomstgerichte technologie staat Suivo u bij in ux transitie naar een digitale onderneming.
Kresoft Systems is al sinds 1984 een leverancier van efficiënte software voor de bouwsector. Kresoft is gespecialiseerd in ERP-systemen voor projectbeheer voor aannemers, betonstaalvlechterijen en prefabbetonbedrijven. De software helpt u bij het optimaliseren van uw activiteiten (verkoop, prijszetting, planning, productie, inkoopbeheer, voorraadbeheer ...).
60 Bouwbedrijf • september 2018
Primaned Belgium is een adviesbureau, gespecialiseerd in technisch projectmanagement en project controls.Project controls omvat definitie, vormgeving, analyse, voorspelling, meting, rapportering, visualisering, ... Alle activiteiten die samen een overzicht geven van het project. Primaned Belgium levert advies en diensten aan de belangrijkste en meest uitdagende bouw- en infrastructuurprojecten op de Belgische markt..
Kubus biedt BIM (Building Information Modeling) voor Design & Build om architecten en bouwpartners van de juiste tools te voorzien. BIM is dé manier van werken en Kubus levert de pakketten die dat mogelijk maken. Daarnaast adviseert en begeleidt Kubus bureaus bij hun transitie naar BIM. Hun praktijkgerichte aanpak wordt ervaren als onderscheidend.
One-Two levert sinds 2008 eenvoudige oplossingen. Met deze oplossingen is het mogelijk werkuren en activiteiten te registreren (wie heeft hoelang aan welk project gewerkt? Welke activiteiten worden uitgevoerd? Hoelang werd er aan een bepaalde taak gewerkt?), het materiaalverbruik te controleren (welk materiaal werd voor welk project gebruikt?), de tracering van het materiaal te controleren (waar is mijn boormachine? wie heeft mijn slijpschijf voor het laatst gebruikt?) en een statusregistratie te doen (is de ringbalk al gegoten? Is er al begonnen met de bekisting?
BTV (Bureau Technique Verbrugghen) onderzoekt de veiligheid bij particulieren en bedrijven door wettelijk verplichte controles uit te voeren op machines en installaties. Waarom kiezen voor BTV? Drie redenen: Betrouwbare dienstverlening, Technische veiligheid en Vriendelijkheid. Het kleine familiebedrijf is in 90 jaar uitgegroeid tot een onderneming met maar liefst 430 werknemers in 12 vestigingen die nog altijd verder uitbreidt.
We gaan verder met onze voorstelling van de exposanten die op 24 en 25 oktober deelnemen aan Digital Construction Brussels.
Devisubox
Devisubox is de Europese marktleider in visuele communicatieoplossingen voor bouwprojecten. Devisubox innoveert met draadloze en op afstand bedienbare fototoestellen die bestand zijn tegen alle weersomstandigheden. Deze fotoboxen werken op zonne-energie en kunnen dus overal geïnstalleerd worden. Dagelijks ontvang je professionele foto’s in real time via 3/4G. De oplossing van Devisubox bestaat uit een remote monitoring platform met een permanent zicht op je project in HD en de montage van een timelapse film in bioscoopkwaliteit (4K) die de voortgang documenteert. Deze oplossing kan worden gebruikt voor communicatie en technische supervisie.
ThorbiQ
ThorbiQ is een onlineplatform dat inzet op de toekomst van de AECmarkt (Architecture, Engineering & Construction): virtueel bouwen of BIM. ThorbiQ faciliteert het eenvoudig en gestructureerd aanbieden van digitale content die met applicaties optimaal kan worden ingezet. ThorbiQ verlaagt de drempel naar virtueel bouwen drastisch en tilt de samenwerking tussen alle actoren in de bouw naar een ongezien niveau.
Skysense
DPlanAid
D-studio
TASE Solutions
Skysense bvba is een bedrijf dat commerciële RPAS-operaties (gebruik van drones) aanbiedt aan zijn klanten. Het bedrijf werkt volledig conform het Koninklijk Besluit en beschikt over gebrevetteerde piloten en toestellen om de moeilijkste opdrachten tot een goed einde te brengen. Inspectie van offshore installaties, professionele luchtfotografie en media, 3D-visualisatie van projecten of precieze opmeting van terreinen en gebouwen behoren tot de dagdagelijkse opdrachten van SkySense.
D-studio biedt BIM-gerelateerde oplossingen en services aan iedereen die betrokken is bij de bouw, in de ruimste zin van het woord. De onderneming brengt het gebruik van BIM binnen organisaties en specifieke projecten op een hoger niveau door op te treden als BIM-consultant en/of geïntegreerde software-tools op maat te ontwikkelen. Daarnaast is D-studio ook actief in allerlei onderzoeksgroepen rond BIM en betrokken bij het schrijven van de nieuwe Belgische BIM-normen.
DPlanAid biedt kmo’s een unieke planningtool voor de efficiënte overeenstemming van producten en resources. Het is een intuïtieve tool die gemakkelijk kan worden geïntegreerd in de bestaande werkmethodes. DPlanAid combineert de planning van verschillende projecten en resources, zowel manueel als dynamisch. De tool houdt rekening met de beschikbare capaciteit, de aanwezige competenties en de tijdsbeperkingen, zodat probleempunten tijdig kunnen worden aangestipt.
TASE Solutions is een dienstverlenend bedrijf voor ICT en BIM voor de bouwsector in België en Luxemburg. De klanten van TASE Solutions zijn architecten, studiebureaus, aannemers, projectleiders, eigenaars en gebouwenbeheerders. Het levert ook professionele diensten zoals advies, BIM Management, implementatie en coördinatie van BIM-projecten, modelleren volgens de BIM-methodiek, opleiding voor en ondersteuning van projecten en het delegeren van personeel.
september 2018 • Bouwbedrijf 61
ALS ONDERNEMER WIL IK DAT ALLES VOORUITGAAT...
…zoals bij mijn verzekering Arbeidsongevallen. Verstandige ondernemers kiezen voor efficiëntie. Met Federale Verzekering is het heel gemakkelijk om schadegevallen online te melden. Het is maar een van de vele redenen om te kiezen voor onze verzekering Arbeidsongevallen.
Ontdek nog zoveel meer goede redenen op www.veiligophetwerk.be
Federale Verzekering – Stoofstraat 12 – 1000 Brussel. www.federale.be. Gemeenschappelijke Kas voor Verzekering tegen Arbeidsongevallen Financieel rekeningnummer BIC: BBRUBEBB IBAN: BE19 3100 7685 5412 - RPR Brussel BTW BE 0407.963.786
2014
2018
2017
2016
2013
2015
De verzekeraar die zijn winst met u deelt
BOUWMARKT
Takeuchi op de Matexpo Demo Days In het weekend van 8 & 9 september kunt u twee dagen lang verschillende mini- en midi gravers van Takeuchi testen op de Matexpo Demo Days in Braine-l’Alleud. Zo kunt u eens een demo draaien met onze bandenkraan, de TB295W. Probeer zelf hoe deze alleskunner presteert tijdens het werken in de zandgroeve. Ook kunt u de grootste Takeuchi binnendraaier - de TB280FR, de populaire 9 tonner – de TB290 en de meest krachtige Takeuchi machine – de TB2150R Fixed boom testen op de Demo Days. Daarnaast zal het nieuwste paradepaardje van Takeuchi, de TB225, aanwezig zijn. Deze 2,5 tons minigraver heeft de capaciteit van een drie tonner, gecombineerd met het ideale transportgewicht.
Renson Endura Delta
krijgt ‘Passive House’certificaat
U vervoert deze machine gemakkelijk – inclusief 3 bakken – op uw aanhangwagen. Het gebruiksgemak van de TB225, is zoals u van de Takeuchi gravers gewend bent – soepel, comfortabel en intuïtief. Ideaal voor klussen als afwerken. Takeuchi hoopt u te kunnen begroeten in het eerste weekend van september.
CAVE: hightech voor de ontwikkeling van MAN Truck & Bus Bij de ontwikkeling van nieuwe vrachtwagens en bussen maakt MAN tegenwoordig gebruik van de Cave Automatic Virtual Environment of CAVE op de site van de constructuur in München (Duitsland). In deze hoogtechnologische creatieve ontwerpfaciliteit worden virtuele prototypes in een driedimensionaal laboratorium ontwikkeld om mogelijke fouten nog voor de start van de productie te detecteren. De voordelen zijn aanzienlijk: dankzij dit 3D-testlabo verloopt de ontwikkeling sneller en kan het produc-
tieproces geoptimaliseerd worden. Tot de helft van de planningsfouten worden geëlimineerd vóór het eerste prototype. Daarnaast is het labo reatime-connected met alle vestigingen van MAN. En tenslotte kunnen de head-mounted display de fysieke belasting simuleren. "Het voordeel van virtuele realiteit is dat ze ons tijd, materiaal en heel wat geld bespaart," aldus Martin Raichl, ingenieur van MAN in geavanceerde ontwikkeling en prototypes.
www.man.be
Met het ‘Passive House’-certificaat op zak is de Endura Delta balansventilatie-unit van Renson klaar voor alle passiefhuizen. Qua vraagsturing gaat die met de ingebouwde CO2-, VOC- en vochtsensoren trouwens een stuk verder dan de bestaande D-systemen. De Endura Delta kan nu voortdurend zijn ventilatieniveau afstemmen op het leefpatroon en de behoeften van de bewoner. Die vraagsturing levert dan ook een stil ventilatiesysteem op dat zeer weinig verbruikt, maar tegelijk wel een hoog rendement laat noteren dankzij de efficiënte warmtewisselaar die tot 89% van de warmte uit de afgevoerde ventilatielucht recupereert. Om de gebruiker te betrekken bij de correcte bediening van het ventilatiesysteem werd een app ontwikkeld (beschikbaar voor Windows, iOS en Android) waarmee die de ventilatieunit binnen een thuisnetwerk vanaf de smartphone kan aansturen, het ventilatieniveau kan programmeren en de algemene binnenluchtkwaliteit kan monitoren.
www.renson.be
september 2018 • Bouwbedrijf 63
LEDENVOORDELEN SEPTEMBER
RAM track-and-trace
Automatisatie mobiliteit, rit- en aanwezigheidsregistratie in de bouw
t Koppel me bestaande systemen!
Samenwerking met de Confederatie Bouw sinds 2005 • Fleetmanagement • Materieelbeheer • Mobiliteitsvergoeding en urenregistratie • Checkinatwork aanwezigheidsregistratie
RAM Mobile Data NV Woluwelaan 148-150 1831 Diegem T 02 715 2511
64 Bouwbedrijf • september 2018
www.ram.be
Notaris Pascale VAN DEN BOSSCHE te Aalst zal op verzoek van de Stad Aalst in één zitdag aan de meestbiedende openbaar verkopen met recht van hoger bod:
STAD AALST, 12DE AFDELING/EREMBODEGEM. Een perceel
bouwgrond met bergplaats, bestemd voor alleenstaand gebouw (eengezinswoning of meergezinswoning), Beukenlaan, tussen huisnrs. 45 en 47, sectie B nr. 1323A2P0000 groot 11 a. 60 ca., lot 10 verkaveling.
Stedenbouw: stedenbouwkundige vergunning d.d. 7 mei 1990 oprichten loods. Volgens gewestplan in woongebieden. Geen (hangende) maatregel ingevolge titel VI, hoofdstuk III en IV VCRO. Geen voorkooprecht VCRO. Lot 10 niet vervallen verkaveling d.d. 16 november 1962 (aanvraagnr. 41002/25668/V/V1962-212/1).Geen voorkeurs- of projectbesluit. Vrij van gebruik. Beschikbaar voor zover prijs en kosten betaald zijn.
ENIGE ZITDAG: DONDERDAG 27 SEPTEMBER 2018 OM 15.00 UUR IN CAFE ’HET PAVILJOEN’, TE 9300 AALST, GROTE MARKT 5 Alle verdere inlichtingen vrij te bekomen op het notariskantoor, zie ook www.immoweb.be en www.notaris.be/immo. Tel.: 053/21.40.72 • e-mail: pascale.vandenbossche@notaris.be
NATURALLY FEELING GOOD...
Healthbox® 3.0 Dé slimme oplossing voor gezonde binnenlucht in de woning • Snelle & betrouwbare installatie via de app • Communicatie met andere slimme toestellen via SmartConnect • Slim omgaan met luchtkanalen in kleine ruimtes dankzij klepcollectoren
www.renson.be
bouwbedrijf_90x130_NL_0417.indd 1
13/04/17 08:51
uw springplank naar zorgeloos ondernemen U start of heeft een bedrijf? Vertrouw dan op Formalis: • bij de afhandeling van al uw administratieve formaliteiten; • voor de inschrijving en wijzigingen in de Kruispuntbank van Ondernemingen; • voor onze expertise en kennis van de ondernemerschap.
Meer info via formalis.be
in samenwerking met
MARKANT
De baksteenproductie nam met 7 % toe in België De Belgische fabrikanten van baksteen hebben een goed jaar achter de rug. Ze produceerden in 2017 bijna twee miljoen kubieke meter bakstenen. Dat is 7 % meer dan in 2016.
De baksteensector maakt een onderscheid tussen twee grote groepen bakstenen: enerzijds de exemplaren voor gewoon metselwerk en anderzijds de gevelbaksteen. De eerste groep dient voor binnenmuren en er werd vorig jaar 1,065 miljoen kubieke meter van geproduceerd, 55 % van het totale volume. In principe omvat deze groep zowel geperforeerde als volle bakstenen, maar deze laatste werden in 2017 niet geproduceerd. Ook de gevelbakstenen zijn in twee soorten onderverdeeld: de strengpersgevelstenen en de handvormstenen. Van de eerste soort werd 114 000 kubieke meter geproduceerd, van de tweede 759 000 kubieke meter. Samen 873 000 kubieke meter of 45 % van het totale geproduceerde volume. Tellen we alles samen, dan is het resultaat 1,938 miljoen kubieke meter. De uitvoer steeg met 2,4 % en klokte af op 559 000 kubieke meter, 28,8 % van de totale productie. Maar ook de invoer nam toe. Hij was goed voor 117 000 kubieke meter, wat overeenkomt met 6,03 % van de Belgische productie.
De cijfers komen uit het jaarverslag van de Belgische Baksteen federatie BBF. Zie www.baksteenfederatie.be. 198 593
108 000 In 2017 waren er volgens de FOD Economie iets meer dan 108 000 bouwbedrijven actief in de onze economie. De sector ruwbouw en gespecialiseerde werkzaamheden telt de meeste bedrijven (34,2 %). Dan komen de afwerking (27,9 %) en installaties (27,8 %). De sector burgerlijke bouwkunde heeft het kleinst aandeel (8,6 %). 27 611 bedrijven zijn werkgevers. De overige 74 % zijn bedrijven zonder personeel. Dit laatste percentage geldt ook (ongeveer) in de afwerking en in de installaties. De sector ruwbouw en gespecialiseerde werkzaamheden heeft met 70,9 % het kleinste aandeel bedrijven zonder personeel. De burgerlijke bouwkunde telt merkwaardig genoeg bijna 80 % bedrijven zonder personeel, maar dat is inclusief de THV’s in deze sector.
66 Bouwbedrijf • september 2018
EEN PROJECT OM UZELF TE OVERSTIJGEN. En een betrouwbare partner die altijd met u meedenkt. Wie de hoogste kwaliteit op de grootste schaal plant, heeft een partner aan zijn zijde nodig die dezelfde eisen stelt. Een partner met overtuigende, buitengewoon hoogwaardige producten voor sanitair, gas en verwarming. Een partner die zelfs bij grote uitdagingen niet het kleinste detail uit het oog verliest. Zowel persoonlijk op het bouwterrein, met advies via onze Technical Support of in ĂŠĂŠn van onze Viega seminariecentra. Viega. Connected in quality.
viega.be/Over-ons
Een optimaal woonklimaat in elke betekenis van het woord
Condensatieketel op gas en zonnecollectoren
Heating systems with a future
Logamax Plus GB192iT Logamax Plus GBH192iT
Luxe-appartementencomplex La Rive / La Réserve II in Knokke De La Rive luxe-appartementen in Knokke vroegen om een verwarmingsoplossing die aan heel wat criteria moet beantwoorden. De bergingen zijn klein en dus moest er uitgekeken worden naar een kant-en-klare oplossing in een compacte, allesomvattende opstelling. Bovendien moest die er ook nog eens mooi en modern uitzien. Daarnaast was er door de vele badkamers en de ruimbemeten sanitaire toestellen een maximaal sanitair warmwatervermogen nodig.
Het resultaat Systeem op maat voor de klant Condensatie gaswandketels met hoog rendement en laag energieverbruik Verwarmingsondersteuning op maat via Logasol SKN 4.0 zonnecollectoren Extra warmwaterboost dankzij stratificatieboiler
Voordelen in één oogopslag Compacte uitvoering in een uniek design Ingebouwde pompgroepen Efficiënt door groot modulatiebereik en modulerende cv-pomp Compatibele aansluitingen voor snelle montage Makkelijk onderhoud: alle componenten zijn via de voorzijde bereikbaar