Bouwbedrijf december-januari 2019

Page 1

maandblad van en voor de aannemer • uitgave van de Confederatie Bouw • Lombardstraat 34 - 42 • 1000 Brussel

Bouwbedrijf

DECEMBER-JANUARI 2018-2019

WAT BRENGT 2019?

Nieuwe wet- en regelgeving

ANTI-WITWASREGISTER

Meld uw uiteindelijke begunstigden

FINANCIEEL ADVIES

BouwRadar heeft het voor u

DOSSIER

Nieuwe vennootschapswetgeving

GROTE WIJZIGINGEN VOOR NV’S EN BVBA’S OP KOMST /confederatie.bouw @Confedbouw

www .confederatiebouw.be

Confederatie Bouw - Confédération Construction

AFGIFTEKANTOOR GENT X – €6


Echte specialisten gebruiken biodegradeerbare ontkistingsolie.

Draag zorg voor het milieu, gebruik biologisch afbreekbare ontkistingsolie “Biologisch afbreekbare smeermiddelen� zijn producten die door hun samenstelling makkelijker door microorganismen in het milieu worden afgebroken. U kunt ze best gebruiken in toepassingen van verloren smering en in toepassingen met een verhoogd risico voor het milieu. Ontkistingsolie kan bij gebruik in het milieu terechtkomen en zo schade veroorzaken aan fauna en flora. Met biologisch afbreekbare ontkistingsolie kunt u de schade beperken en draagt u extra zorg voor het milieu.

Een boodschap van www.valorlub.be

Valorlub is een initiatief van het bedrijfsleven met de steun van de drie regionale overheden.


EDITO

De prioriteiten van de bouw voor de volgende federale regering

O

p 26 mei 2019 gaan we stemmen, onder meer voor een nieuwe federale regering. Ons memorandum voor de politieke wereld is klaar. Het definieert de tien grote prioriteiten voor de volgende coalitie. In de komende maanden zult u daarover meer horen van de Confederatie. Ik ga het hier dus niet volledig bespreken. Maar sta me toe de krachtlijnen toe te lichten.

België kan niet zonder een gezonde en dynamische bouwsector. In ons memorandum staat wat daarvoor nodig is.

Het in september voorgestelde strategisch investeringspact van de federale regering moet zo snel mogelijk worden uitgevoerd. Voor ons zijn de prioriteiten daarin de mobiliteit en het energiezuinig maken van overheidsgebouwen. Er is dringend nood aan concrete projecten mét een gedegen financiering. Ook onze woningen moeten energiezuiniger worden. We blijven dus pleiten voor een btw van 6 % op sloop gevolgd door heropbouw in heel het land. Nu geldt dat verlaagde tarief alleen in 32 stadsgebieden. Het gevolg is dat nog te veel woningen te veel CO2 uitstoten. We verwachten van de komende federale regering dat ze de loonkosten in onze sector verder doet dalen. Dankzij de inzet van de Confederatie zullen onze bedrijven geleidelijk gaan profiteren van een lastenverlaging van € 600 miljoen. We zullen er nauwgezet op letten dat de komende regering niet terugkomt op deze maatregel. Maar tegelijk dringen we aan op extra inspanningen. Bouwondernemingen blijven immers geconfronteerd met de zware concurrentie van firma’s uit landen met lagere totale loonkosten. Daarnaast moet er eindelijk ernstig werk gemaakt worden van de administratieve vereenvoudiging. De toch al hoge administratieve lasten voor bedrijven namen in deze legislatuur nog toe. We roepen de volgende regering op deze administratieve mallemolen te stoppen. Ons memorandum pleit bovendien voor een dynamischere arbeidsmarkt. Het is niet acceptabel dat de bouw ruim 13 000 niet ingevulde vacatures heeft terwijl er nog steeds een pak werkzoekenden is. De verhuurmarkt moet gestimuleerd worden, met een aftrek van de investeringskosten en uitgaven in de personenbelasting van verhuurders. En ten slotte eindig ik met de veiligheid in onze sector. Deze is van kapitaal belang in de beroepsactie. De bouw heeft de ambitie om aansluiting te vinden bij het Europese koppeloton. Ook overheidsopdrachtgevers hebben daarin een rol te spelen, bijvoorbeeld door niet de goedkoopste uitvoerder te kiezen, maar wel de veiligste. Werk aan de winkel voor de komende coalitie! Samen met u hopen we nu dat de formatiegesprekken snel afgerond zullen worden. Onze prioriteiten vragen dat de komende regering zonder dralen tot actie overgaat.

Robert de Mûelenaere Gedelegeerd bestuurder december 2018 - januari 2019 • Bouwbedrijf 3


INHOUD

10 Nieuw in 2019

In de loop van volgend jaar staan ons weer heel wat wijzigingen aan wetten en regels te wachten. We zetten de belangrijkste op een rij, niet alleen op het federale maar ook op het Vlaamse, Waalse en Brusselse niveau.

21 Nieuwe vennootschapswetgeving

34 Financieel advies

De bvba zal verdwijnen, de aansprakelijkheid van de bestuurders wordt gelimiteerd, het begrip THV verdwijnt (maar wordt vervangen door iets anders) … We bespreken in dit dossier de belangrijkste aspecten van de nieuwe wetgeving.

4 Bouwbedrijf • december 2018 - januari 2019

BouwRadar, het project van de VCB, geeft kosteloos advies aan bedrijfsleiders die de prestaties van hun bouwkmo willen verbeteren. Aannemers zijn er uiterst tevreden over – aarzel dus niet, en doe een beroep op BouwRadar.

48 Parijs in Bergen

Het Hôtel de la Roche in Bergen (Mons) is een magnifiek stuk achttiende-eeuwse Parijse architectuur. Het wordt gerestaureerd – vanzelfsprekend door leden van de Confederatie!


maandblad van en voor de aannemer • uitgave van de Confederatie Bouw • Lombardstraat 34 - 42 • 1000 Brussel

Bouwbedrijf

DECEMBER-JANUARI 2018-2019 AFGIFTEKANTOOR GENT X – €6

WAT BRENGT 2019?

Nieuwe wet- en regelgeving

ANTI-WITWASREGISTER

Meld uw uiteindelijke begunstigden

FINANCIEEL ADVIES

BouwRadar heeft het voor u

DOSSIER

Nieuwe vennootschapswetgeving

GROTE WIJZIGINGEN VOOR NV’S EN BVBA’S OP KOMST /confederatie.bouw @Confedbouw

www .confederatiebouw.be

Confederatie Bouw - Confédération Construction

INLEIDING

31 Moderner en aantrekkelijker De wetgever wilde het ondernemerschap stimuleren. 32 THV Zeg niet meer THV, zeg voortaan maatschap.

3 Edito Robert de Mûelenaere over ons memorandum voor de komende verkiezingen. 11 Regionaal standpunt Marc Dillen wil dat de volgende Vlaamse regering de investeringen verder opdrijft.

SECTOR & BEROEPEN

34 BouwRadar Een aannemer getuigt. 36 Asbestveiligheid De visie van een installateur. 38 Grondverzet Enkele wijzigingen. 40 WTCB De revolutie van de 3D-scan Circulaire economie: de kunst om duurzaam en hernieuwbaar te bouwen

BOUWBELANGEN

10 Wat 2019 ons brengt Nieuwe wet- en regelgeving. 16 Ontslagreserve De opbouw wordt minder aantrekkelijk. 18 Tegen witwassen U moet melding doen aan het UBO-register.

DOSSIER

21 Inleiding Ingrijpende veranderingen voor vennootschappen. 22 Kort samengevat Waarom dit belangrijk is voor u. 24 Bvba verdwijnt En ook de nv’s ontsnappen niet aan de nieuwe wet. 28 Bestuurders Aan nieuwe regels onderworpen.

CONTACTEN Bouwbedrijf is het maandblad van de vzw ­Confederatie Bouw, Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Verantwoordelijke uitgever: Filip Coveliers, Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Afgiftekantoor: Gent X Redactie: Peter Graller en Marc Guéret tel. 02 545 57 30 – fax 02 545 59 02 peter.graller@confederatiebouw.be Vormgeving: Nikka Cuypers nikka.cuypers@confederatiebouw.be Abder-Razzaaq Boujdaini abder-razzaaq.boujdaini@cnc.be Franstalige uitgave: Construction Druk: Graphius

Reacties - vragen: communicatie@confederatiebouw.be Met de medewerking van: • de studiediensten van de Confederatie Bouw Morgane Halleux, tel.02 545 56 33 - fax 02 545 59 09 morgane.halleux@confederatiebouw.be • Vlaamse Confederatie Bouw Johan Walewijns, tel. 02 545 57 49 - fax 02 545 59 07 johan.walewijns@confederatiebouw.be • Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad Morgane Cendoya, tel. 02 545 58 29 - fax 02 545 59 06 morgane.cendoya@confederatiebouw.be • Confédération Construction Wallonne Catherine Houtart tel. 02 545 56 68 - fax 02 545 59 05 catherine.houtart@confederatiebouw.be

PROJECTEN & BEDRIJVEN 46 Hôtel de la Roche

Glorieus verleden leeft weer op.

48 Ledenvoordelen

Profiteer van uw lidmaatschap!

50 Bouwmarkt

Gedecentraliseerde ventilatie van Renson – De ongeëvenaarde grip van de Sievi Spike - Droneport in Sint-Truiden

Abonnementen: Claude Bernaerts, tel. 02 545 56 88 - fax 02 545 59 00 claude.bernaerts@confederatiebouw.be Reclame: Kristel Dekempeneer, tel. 02 545 56 99 - fax 02 545 59 08, kristel.dekempeneer@confederatiebouw.be of kde@confederatiebouw.be. Prijs jaarabonnement Leden van de Confederatie Bouw: begrepen in het lidgeld Niet-leden: € 137,80 (incl. BTW en ­portkosten) / buitenland: € 300 (incl. BTW en portkosten)

Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers De vzw Confederatie Bouw wil met deze publicatie gepaste, betrouwbare, volledige en exacte informatie brengen. Ze kan echter niet aansprakelijk worden gesteld indien ze hierin tekortschiet. Alle elementen van deze publicatie zijn beschermd door het auteursrecht van de vzw Confederatie Bouw. Overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk, is slechts toegelaten mits voorafgaande toestemming en uitdrukkelijke vermelding van de bron.

Vanaf nu wordt B­ ouwbedrijf gedrukt op papier geproduceerd met hout uit duurzaam beheerde bossen. De­­duur­­zaamheid wordt gegarandeerd door de internationale organisatie Forest Stewardship Council (FSC), die niet alleen het bos controleert maar de hele handelsketen tot aan de drukker.

5 december 2018 -bouwbedrijf januari 2019 • Bouwbedrijf - februari 2016 5 www.confederatiebouw.be


DIGITAL CONSTRUCTION BRUSSELS

Interesse voor digitalisering bouw blijft toenemen De belangstelling van de bouwsector voor digitalisering gaat in stijgende lijn. Op 24 en 25 oktober waren er bijna 3 000 aanwezigen in Tour & Taxis, waar de tweede editie van Digital Construction Brussels plaatsvond. Dat is een kleine 1 000 meer dan vorig jaar. Digital Construction Brussels 2018 werd georganiseerd door de Confederatie en het WTCB. Na de minder dan ideale locatie in Vorst van vorig jaar, werd nu Tour & Taxis in Brussel opgezocht. Maar één ding bleef ongewijzigd: DCB was ook nu weer een must voor iedere bouwprofessional – en voor iedere aspirant-bouwprofessional – die alles wil weten over digitalisering in de bouw. Jong & minder jong

Wat DCB apart maakt, is dat het een inhoudelijk bijzonder sterk evenement is, met talrijke informatieve sessies en demonstraties. Toch gaan we het hier niet hebben over de inhoud – dan zou dit een artikel van tientallen bladzijden worden. Maar ook los daarvan, vielen er een paar opvallende vaststellingen te doen. Met voorop de vaststelling dat u talrijk aanwezig was. De bouw is zich ervan bewust dat hij de digitalisering niet kan negeren. En afgaand op DCB moet men bouw hier breed interpreteren: niet alleen de aannemers waren er, maar ook de andere bouwprofessionals, de studenten en de jongeren. Dat laatste fenomeen is verheugend. Vorig jaar was het al zichtbaar, nu is het alleen sterker geworden. Digitalisering is er voor oud en jong.

aanwezigen verdrongen elkaar om de mobiele 3D betonprinter in actie te zien – een première voor ons land. Ook de demonstratievluchten met drones trokken veel volk, waarbij trouwens de pers. In verschillende media stonden achteraf artikels over de beurs, maar bijvoorbeeld ook over de 3D betonprinter waarmee geëxperimenteerd wordt in Kamp C in de provincie Antwerpen. Volgend jaar hoopt men daarmee een huis van twee verdiepingen te printen.

Meer dan 3 000 aanwezigen!

Drones in actie.

Demonstraties

De digitale transitie een abstract begrip, ver-van-mijn-bed? Niet op Digital Construction Brussels 2018. Dat bewezen de demonstratiezones. De

6 Bouwbedrijf • december 2018 - januari 2019

Uitverkochte seminaries

Digital Construction Brussels is geen gewone beurs, met stands van producenten, verkopers en providers, aangevuld met een al dan niet gratis hapje en drankje. DCB heeft iets te vertellen, en dat beviel de bezoekers. Het merendeel van de seminaries en infosessies zat afgeladen vol. Het WTCB, dat de hoofdverantwoordelijke was voor het inhoudelijke aspect, had dan ook voor ieder wat wils: niet alleen voor digitale gevorderden maar ook voor de beginners, niet alleen voor de grote maar ook voor de kleine aannemers en de zelfstandigen. Kort samengevat: deze tweede editie van DCB was een succes. Er volgt vrijwel zeker een editie 2019.


Primeur in BelgiĂŤ: de mobiele 3D beton printer.

Stabilame, Digital Construction Genius of the Year

De seminaries werden zeer druk bijgewoond.

Tijdens de Digital Construction Night op 24 oktober werden verschillende awards uitgereikt. Het goud voor de Best Digital Construction Solution ging naar Troostwijk. Het zilver was voor Mobic en het brons voor Waterlink/Eandis/Integan. Entrepos kreeg de award voor de Best Digital Construction Startup. Stabilame ten slotte schoot de hoofdvogel af met de award voor de Digital Construction Genius of the Year.

december 2018 - januari 2019 • Bouwbedrijf 7


Zondag 19 mei 2019

een initiatief van

SCHRIJF IN Bedrijven én w erven vóór

22 maart 201 9 o p e nw e r ve n d a g. b e


REGIONAAL STANDPUNT

Nieuwe Vlaamse regering moet meer dan ooit investeren

M

eer dan ooit moet de volgende Vlaamse regering een investeringsregering zijn. Dat is de rode draad doorheen het memorandum van de Vlaamse Confederatie Bouw voor de politieke partijen. Minister-president Bourgeois stelt dat de investeringen van de lokale en de gewestelijke overheden samen goed zijn voor 3 % van het bbp. Maar hij geeft toe dat het vroeger 5 % was. Volgens de VCB moet Vlaanderen terug naar die 5 % evolueren.

Overheidsinvesteringen moeten groeien tot 5 % van bbp

De noden zijn groot. Waar blijven de nieuwe investeringen in ziekenhuizen? En in woonzorg? Of neem water. De zuiveringsgraad ligt onder de 80 % in meer dan 100 gemeenten, en 87 % van onze waterlopen scoort ontoereikend of slecht. Er zijn nog altijd missing links in onze transportinfrastructuur. Het aantal leerlingen in het middelbaar onderwijs stijgt, maar waar is de onderwijsinfrastructuur om hen op te vangen? Willen we op tijd een energiezuinig woningenbestand hebben, dan moet ieder jaar 2,5 % grondig gerenoveerd worden. Maar we halen amper 0,6 %. In het Vlaams Energieplan staat dat binnen de vijf jaar elke eigendomsoverdracht gepaard moet gaan met een renovatie. De VCB wil dat de volgende regering de daad bij het woord voegt. De woonbonus moet een energiebonus worden, en alleen toegekend worden bij nieuwbouw en energiebesparende renovaties. De niet-woongebouwen kunnen met de hulp van Energy Service Companies (ESCO) zuinig gemaakt worden. We hebben nog altijd geen volwaardig Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Volgens de VCB moet de volgende regering de ruimtelijke ordening anders aanpakken. De focus mag niet liggen op de snelle vrijwaring van de open ruimte. Centraal moet de leefbaarheid van stads- en dorpskernen staan, opdat gezinnen met kinderen niet langer naar het buitengebied hoeven te vluchten. Bovendien moet het beleid uitgaan van de realiteit, en niet van betwistbare aannames. Men kan de bestaande woningen in het buitengebied toch niet laten verkommeren? Dat kost ook geld! En dat terwijl in de stads- en dorpskernen grootschalige investeringen nodig zullen zijn. Vanaf 2019 moeten de gemeentebesturen een nieuwe golf van stads- en dorpsvernieuwingsprojecten op gang kunnen trekken. Zij rekenen daarvoor ook op de volgende Vlaamse regering. In het memorandum van de VCB wordt het bewezen: als technologie- en milieu-integrator is de bouw het beste geplaatst om samen met de regering duurzame en betaalbare oplossingen uit te werken voor deze en talrijke andere uitdagingen. Het is nu aan de toekomstige verkozenen om tot actie over te gaan.

Marc Dillen Directeur-generaal Vlaamse Confederatie Bouw december 2018 - januari 2019 • Bouwbedrijf 9


WIJZIGINGEN OP KOMST

Wat verandert er in Met een nieuw jaar komen ook nieuwe wetten en regels. We zetten op rijtje wat u mag verwachten.

10 Bouwbedrijf • december 2018 - januari 2019


FEDERAAL Sociaal passief eenheidsstatuut

Vanaf 2019 kunnen werkgevers een sociaal passief ingevolge het eenheidsstatuut aanleggen. Dat is een soort financiële reserve, die compenseert dat het ontslaan van werknemers in sommige gevallen duurder is geworden sinds de harmonisering van de statuten van arbeiders en bedienden. Het sociaal passief werd in feite al gecreëerd in 2014, maar pas vanaf volgend jaar kunnen werkgevers ervan profiteren. Zie ook het artikel op blz. 16.

Nieuw vennootschapsrecht

Normaal gezien wordt volgend jaar het nieuwe vennootschapsrecht van kracht, wellicht op 1 mei 2019. Bvba’s zullen hun statuten moeten wijzigen, maar ze krijgen daarvoor een overgangsperiode. De nieuwe wet heeft nog andere en potentieel ingrijpende gevolgen voor vennootschappen. Zo zal het begrip THV verdwijnen. Een volledig overzicht staat in het dossier op blz. 21. Overigens hoeven THV’s zich niet ongerust te maken: het nieuwe recht bevat een alternatief.

Vervroegd pensioen mogelijk voor SWT’ers

Wie in het stelsel van SWT (werkloosheid met bedrijfstoeslag, het vroegere brugpensioen) zit, zal vanaf 2019 kunnen overschakelen op een vervroegd pensioen vóór hij de wettelijke pensioenleeftijd bereikt heeft. Vanzelfsprekend moet dan wel voldaan zijn aan de nodige leeftijds-en loopbaanvoorwaarden.

30bis van toepassing op stortklaar beton

Normaal gezien wordt volgend jaar artikel 30bis van toepassing op ondernemingen die stortklaar beton leveren. Dat staat in een ontwerp van wet. Met de maatregel komt een einde aan de discussie of stortklaar beton leveren een “werk in onroerende staat” is. Een aannemer die een beroep doet op een leverancier van stortklaar beton moet dus nagaan of deze sociale of fiscale schulden heeft. Is dat het geval, dan moet de aannemer en bepaald percentage van het factuurbedrag inhouden en doorstorten aan de RSZ of de FOD Financiën.

UBO-register

Vanaf 31 oktober 2018 moeten vennootschappen informatie over hun “uiteindelijke begunstigden” bijhouden, in het Engels Ultimate Beneficial Owners (UBO). De bestuurders van de vennootschappen moeten vanaf dan ook gegevens over de uiteindelijke begunstigden naar het UBO-register sturen. De verplichting sluit aan op de witwaswet van 2017. Bij de uiteindelijk begunstigden onder meer de natuurlijke personen die een bepaald percentage van de stemrechten of het eigendomsbelang in handen hebben. Natuurlijke personen horen ook bij de uiteindelijke begunstigden als ze op een andere manier zeggenschap hebben over de vennootschap, bijvoorbeeld een aandeelhoudersovereenkomst, een vetorecht of het recht om de leden van de raad van bestuur te benoemen. Vennootschappen krijgen tot 31 maart 2019 de tijd om hun uiteindelijke begunstigden voor de eerste keer te registreren. Meer uitleg vindt u in het artikel op blz. 18

Mede-eigendom

Om renovatiewerken van mede-eigendom goed te keuren, volstaat vanaf 1 januari 2019 twee derde van de stemmen in de algemene vergadering van mede-eigenaars. Nu is nog drie vierde nodig. De verandering is het gevolg van de hervorming van de wet op de mede-eigendom. Voor wettelijk verplichte werken blijft de eis een gewone meerderheid van de helft plus één. Voor afbraak gevolgd door heropbouw blijft een meerderheid van 100 % nodig. Maar de wet introduceert een belangrijke uitzondering in drie gevallen. 80 % volstaat als de afbraak nodig is vanwege hygiënische redenen, de veiligheid of omdat het teveel zou kosten het gebouw conform de wettelijke bepalingen te maken.

december 2018 - januari 2019 • Bouwbedrijf 11

›››


WIJZIGINGEN OP KOMST

VLAANDEREN Vestigingswet afgeschaft

Vlaanderen schrapt vanaf 1 januari 2019 de vestigingsreglementering voor bouwberoepen. De afschaffing hing al een tijd in de lucht maar is nu definitief. De Confederatie betreurt dit. Er valt een stuk bescherming van de consument weg. Het risico bestaat bovendien dat er talrijke niet levensvatbare starters zullen opstaan in de sector.

Nieuw Vlarebo

De Vlaamse Regering heeft het nieuwe Vlaams reglement betreffende de bodemsanering (Vlarebo) goedgekeurd. Het wordt van kracht op 1 april 2019 en bevat onder meer een gewijzigde grondverzetsregeling. Er is een overgangsperiode tot 31 december 2019. Enkele voorbeelden van wijzigingen: een aantal bodemachtige materialen zoals baggerspecie zullen vanaf 1 april 2019 onder het Vlarebo vallen, met onder andere de opmaak van een technisch verslag en de aanvraag van bodembeheerrapporten. Er komt een meldingsplicht voor elk grondtransport van meer dan 3,5 ton naar een andere bestemming. Meer details vindt u in het artikel op blz. 38.

Energiepremies

Wanneer we dit schrijven heeft de Vlaamse regering de energiepremies 2019 van de netbeheerders nog niet goedgekeurd. Maar verwacht wordt dat de wijzigingen ten opzichte van 2018 beperkt zullen blijven. Beglazing zou pas een premie krijgen als de U-waarde 1,0 W/m2K of lager is. In 2018 was dat nog 1,1 W/m2K. Het premiebedrag blijft € 10 per vierkante meter. Er zou ook een nieuwe premie bijkomen in 2019, voor een warmtepompboiler. Hij wordt verstrekt per wooneenheid en bedraagt 40 % van de factuur met een maximum van € 400. Deze premie komt met een aantal voorwaarden. De warmtepompboiler mag alleen gebruikt worden voor sanitair warm water. De premie mag alleen gecumuleerd worden met die voor een warmtepomp als eerst de warmtepompboiler geplaatst wordt. En ten slotte kan deze premie niet gecumuleerd worden met de premie voor een zonneboiler.

12 Bouwbedrijf • december 2018 - januari 2019

Er was een lagere premie gepland voor zonneboilers, maar dat zou er in 2019 toch niet van komen. Wel zeker is dat de premie voor dak- of zoldervloerisolatie zal dalen in 2019. Dat is namelijk al in 2016 beslist. Bij plaatsing door een aannemers gaat hij van € 6 naar € 4 per vierkante meter. Voor doe-het-zelvers daalt hij van € 3 naar € 2 per vierkante meter. Alleen eindfacturen die in 2018 opgemaakt zijn, komen nog in aanmerking voor de premie van € 6 per vierkante meter. Zodra we meer zekerheid hebben, brengen we u op de hoogte. De recentste stand van zaken vindt u op www.energiesparen.be.

Nieuw EPC

Vanaf januari 2019 krijgt het energieprestatiecertificaat een ander uitzicht. Het zal ook nieuwe informatie bevatten. Het EPC-kengetal krijgt er een label bij en de aanbevelingen worden concreter. Aan het toepassingsgebied van het EPC verandert niets. Het blijft verplicht als een woning te koop of te huur wordt aangeboden. Geldige EPC’s opgemaakt vóór 1 januari 2019 blijven gewoon geldig.

Woningpas

Wanneer u dit leest, zou de woningpas gelanceerd moeten zijn. Het gaat om een kosteloos digitaal paspoort dat informatie over een woning samenbrengt. De woningpas zal onder meer informatie bevatten over keuringen, attesten, vergunningen, het energieprestatiecertificaat (EPC) en de EPB-aangifte. Het is de bedoeling dat er in de toekomst steeds informatie bijkomt. Men zal gegevens met anderen kunnen delen en hen zelfs toegang kunnen geven tot de woningpas. Dat kan handig zijn voor aannemers, architecten en andere bouwpartners, en voor kopers, huurders, makelaars en notarissen.

EPB-eisen

2019 is een rustpunt voor de energieprestatie-eisen.


Ze blijven nagenoeg ongewijzigd voor bouwaanvragen en meldingen die in dat jaar gedaan worden. Voor nieuwbouwwoningen blijft het maximale S-peil dus S31 en het maximale E-peil E40, beide per wooneenheid. De enige verandering lijkt te zijn dat niet-residentiële nieuwbouw gepaard zal moeten gaan met 20 kWh hernieuwbare energie per vierkante meter en per jaar. Voor bouwaanvragen in 2018 was dat nog 15 kWh. Net zoals de informatie over de energiepremies geven we de toekomstige EPB-eisen onder voorbehoud. Wanneer we dit schrijven, heeft de Vlaamse regering nog geen definitieve beslissing genomen.

Nieuwe slooppremie

Eigenlijk al van toepassing, maar we vermelden het toch bij de nieuwigheden van 2019: de sloop- en heropbouwpremie van € 7 500 voor particulieren. Hij werd ingevoerd voor vergunningsaanvragen voor sloop en heropbouw ingediend tussen 1 oktober 2018 en 31 oktober 2019. Maar opgelet: deze premie wordt niet toegekend in

de gebieden met de verlaagde btw van 6 % voor sloop en heropbouw. Meer informatie kunnen we niet geven wanneer we dit schrijven, aangezien de definitieve wettekst nog niet klaar is.

Korting registratierechten

Wie een bestaande woning koopt en binnen de vijf jaar een ingrijpende energetische renovatie laat uitvoeren, krijgt een korting op de registratierechten. Het tarief bedraagt dan 6 % in plaats van 7 %. Er moet wel aan een aantal voorwaarden voldaan zijn. Het moet bijvoorbeeld gaan om de enige gezinswoning. Een ingrijpende energetische renovatie is een renovatie waarbij de verwarmingsinstallatie volledig wordt vervangen, minstens 75 % van de buitenschil wordt geïsoleerd of na-geïsoleerd en een ventilatiesysteem wordt geplaatst. De korting bestaat al sinds 1 juni 2018, maar we krijgen signalen dat ze nog niet voldoende bekend is. Uw klanten zullen u ook in 2019 dankbaar zijn als u hen deze informatie geeft!

december 2018 - januari 2019 • Bouwbedrijf 13

›››


WIJZIGINGEN OP KOMST

WALLONIE Waalse betonstop

Wallonië heeft een oriëntatiedocument voor ruimtelijke ontwikkeling opgesteld, het Schéma de développement territorial. De hele Waalse bevolking heeft zich hierover recent kunnen uitspreken in een openbaar onderzoek. Het SDT stelt een aantal maatregelen voor, waarbij ook de Waalse versie van een betonstop. Tegen 2030 zou het tempo waarmee het ruimtebeslag toeneemt in Wallonië gehalveerd moeten zijn. Vanaf 2050 zou er geen bijkomend ruimtebeslag meer mogen zijn. De definitieve versie van het SDT is voor 2019. Voorlopig gaat het niet om een bindend document. Het moet wel een richtsnoer worden voor lokale en gewestelijke overheden.

Nieuwe energie- en renovatiepremies

De Waalse regering is een nieuw systeem van energieen renovatiepremies aan het uitwerken. Normaal gezien wordt het van kracht in het voorjaar van 2019. Een aanvraag zal eenvoudiger worden en men zal alle aanvragen op dezelfde plaats kunnen doen (guichet unique). Verplichte audits krijgen een rol bij het bepalen van de volgorde van verschillende energiebesparende ingrepen. Buiten deze algemene principes is nog niet bekend hoe het nieuwe systeem er precies zal uitzien of hoe groot de premies zullen zijn.

Schenken en erven

De Waalse regering heeft een aantal maatregelen genomen op het vlak van de vastgoedfiscaliteit, of is bezig die te nemen. Het schenken van vastgoed wordt eenvoudiger en de belastingen dalen. Het aantal tarieven gaat van 39 naar 8. De regering wil ook energiebesparende ingrepen stimuleren. Men zou achteraf 25 % van de kosten (met een maximum van € 2 500) kunnen recupereren uit de erf- of schenkingsrechten. Ook zou er een vrijstelling van de onroerende voorheffing komen voor gebouwen in nieuwe wijken.

14 Bouwbedrijf • december 2018 - januari 2019

Waals strategisch investeringsplan

Wallonië heeft een Plan Wallon d’investissements stratégiques (PWIS) opgesteld voor de periode 2019-2024. Het is goed voor € 5 miljard en heeft als prioriteiten mobiliteit, energie, digitalisering en ten slotte onderzoek en innovatie. Maar er zal ook € 775 miljoen uitgetrokken worden voor wonen. Het geld gaat naar de bouw en de renovatie van sociale woningen, en naar steun voor energiebesparende ingrepen. Voor de financiering van het PWIS zal meer dan nu het geval is een beroep gedaan worden op PPS.

EPB-berekening verbeterd

Voor vergunningsaanvragen vanaf 1 januari 2019 wordt het EPB-peil in Wallonië op een andere manier berekend. Er wordt beter rekening gehouden met fotovoltaïsche zonnepanelen. Daarnaast wordt het risico op oververhitting anders geëvalueerd. De Waalse EcoDesign-regelgeving wordt op meer verwarmingstechnieken van toepassing. Concreet betekent dit dat meer technieken een bepaalde energie-efficiëntie zullen moeten halen.


BRUSSELS GEWEST Mag uw bestelwagen Brussel nog binnen?

Het hele Brusselse gewest is sinds 1 januari 2018 een lage-emissiezone, elke dag van de week en 24 uur per dag. De LEZ is van kracht voor personenwagens, bestelwagens tot 3,5 ton, bussen en autocars. Vanaf 1 januari 2019 zullen deze voertuigen niet meer in het gewest mogen rijden als ze een dieselmotor met Euronorm EURO 2 hebben. Tot nu toe gold het verbod alleen voor dieselmotoren zonder Euronorm of met norm EURO 1. In 2018 was er nog geen verbod voor deze voertuigen als ze een benzinemotor hadden. Maar vanaf 1 januari 2019 verandert dat. Als ze een EURO 1-motor of een motor zonder Euronorm hebben, mogen ze het gewest niet meer binnen. Het verbod is niet absoluut. Zowel in het geval een benzine- als een dieselmotor kan men per voertuig acht keer per jaar een pasje kopen, waarmee men Brussel gedurende één dag binnen mag.

Duw in de rug voor geothermie

Normaal gezien wordt volgend jaar in het Brussels gewest een nieuw reglement van kracht op het oppompen van grondwater en op open geothermische systemen. De vergunningsaanvraag wordt vereenvoudigd. Het reglement sluit bovendien beter aan op de redenen waarom grondwater opgepompt wordt. Het definieert op dat vlak vier categorieën, waarbij ook geothermie. Daardoor zal het gemakkelijker worden om het potentieel van deze hernieuwbare energie te benutten. Wat in de vergunningsaanvraag moet staan en aan welke voorwaarden de exploitant zich moet houden, is duidelijk afgelijnd. Aanvragen moeten alleen tot Leefmilieu Brussel gericht worden. De gemeenten komen niet meer tussen. Brussel denkt eraan om net als Vlaanderen een erkenning te verplichten om putten te boren en installaties te plaatsen, te veranderen, te renoveren en buiten gebruik te stellen. Het is nog niet bekend wanneer deze erkenning er zou komen.

Als hoofdaannemer focust Renotec bewust op gespecialiseerde renovatie- en restauratiewerken in en rond gebouwen, bouwconstructies en monumenten. Uitdagende projecten die ambachtelijke kennis vragen zijn een kolfje naar onze hand. Met knowhow, innovatieve technieken en logistieke kracht lost Renotec elk complex en buitengewoon renovatieproject op. Waar een alledaagse aannemer stopt, daar begint RENOTEC. Renotec houdt vakmanschap bewust onder eigen vleugels. Met 700 medewerkers maken we van kwaliteit dagelijks ons handelsmerk.

RENOTEC NV • Winkelomseheide 229 - 2440 Geel • T 014 86 60 21 - F 014 86 60 16 • www.renotec.be • info@renotec.be

december 2018 - januari 2019 • Bouwbedrijf 15


FISCALITEIT

Ontslagreserve aanleggen fiscaal minder aantrekkelijk Het eenheidsstatuut maakte het duurder om arbeiders te ontslaan. Als compensatie mogen aannemers vanaf 2019 op een fiscaal aantrekkelijke wijze een reserve aanleggen, een sociaal passief ingevolge het eenheidsstatuut. Maar een wetsontwerp vermindert nu de fiscale aantrekkelijkheid.

H

et sociaal passief ingevolge het eenheidsstatuut komt kort samengevat hierop neer: een werkgever mag elk jaar per werknemer een bedrag van de belastbare winst aftrekken. Hij betaalt minder belastingen, wat in zekere zin overeenkomt met een individuele reserve per werknemer die jaar na jaar wordt opgebouwd. Deze reserve wordt actief in het belastbare tijdperk waarin de werknemer ontslagen wordt of zelf ontslag neemt. Het volledige bedrag dat in al die jaren voor hem vrijgesteld was, wordt dan aan de belastbare winst toegevoegd. De belastingvrijstelling geldt voor alle werkgevers, dus niet alleen voor vennootschappen maar ook voor zelfstandigen. Ze geldt bovendien voor alle werknemers, ongeacht hun functie, statuut, loon of aanwervingsdatum. Er is wel één belangrijke voorwaarde: de werknemer moet minstens vijf dienstjaren hebben sinds 1 januari 2014. Werkgevers kunnen dus ten vroegste in 2019 dit sociaal passief beginnen aan te leggen.

Spreiding

Een regeringsmaatregel zal het aanleggen van deze reserve nu fiscaal minder aantrekkelijk maken. Oorspronkelijk was het idee dat de werkgever vanaf het eerste jaar de volledige

vrijstelling van de belastbare winst kon aftrekken. Maar de regering wil dit nu spreiden over vijf jaar. In het eerste jaar zal de werkgever slechts 20 % van de volledige vrijstelling voor een specifieke werknemer mogen aftrekken. In het tweede jaar wordt dat 40 %, en pas in het vijfde jaar wordt het de volle 100 %. Deze spreiding is nog niet goed-

Een werkgever kan een sociaal passief voor een werknemer opbouwen dankzij een belastingvrijstelling. Maar volgens een wetontwerp zou het vijf jaar duren voor de vrijstelling volledig toegepast kan worden.

16 Bouwbedrijf • december 2018 - januari 2019

gekeurd. Ze staat in een wetsontwerp dat in behandeling is wanneer we dit schrijven. Maar iedereen verwacht de goedkeuring vóór het einde van dit jaar.

Grootte vrijstelling

Wat is het bedrag van de volledige vrijstelling? Voor werknemers met een anciënniteit tussen de vijf en de twintig jaar komt het overeen met drie weken loon per jaar. Vanaf twintig jaar anciënniteit wordt dat één week loon per jaar. Maar pas op: het loon waarover we het hier hebben is niet altijd het reële loon. Het loon voor de berekening van de vrijstelling wordt als volgt bepaald: • 100 % van het bruto maandloon als dat € 1 500 of minder bedraagt; • ligt het brutoloon tussen € 1 500 en € 2 600 dan is de vrijstelling gelijk aan € 1 500 plus 30 % van het bedrag dat daarboven ligt; • het brutoloon boven de € 2 600 leidt niet meer tot een bijkomende vrijstelling. In de praktijk kan de jaarlijkse vrijstelling voor een werknemer niet hoger zijn dan € 1 267. In het eerste jaar dat de werkgever het sociaal passief begint aan te leggen voor een specifieke werknemer, kan hij voor deze werknemer niet meer dan 20 % van € 1 267 = € 253,4 van de belastbare winst aftrekken.


Roeland en Jelske Digital agency AboveSecond

Ons ding? Digitale strategieën opmaken. Niet stressen over belminuten.

Onbeperkt bellen + 5 GB Met Bizz Mobile M concentreer je je voor 100% op je zaak. Zonder zorgen over belminuten en facturen. Doe vooral je eigen ding!

www.proximus.be/bizzmobile Je geniet van een Multi Mobile-voordeel van -€ 3/maand (vanaf Bizz Mobile M) als je verschillende Bizz Mobileabonnementen op dezelfde klantenrekening hebt. De tariefplannen gelden in België en voor verplaatsingen binnen de Europese Unie, IJsland, Noorwegen en Liechtenstein (roaming), met uitzondering van de speciale nummers (voting, 0900, enz.). Roaming en onbeperkt gebruik: uitsluitend voor ‘normaal/redelijk’ persoonlijk gebruik conform de algemene voorwaarden van Proximus. Meer info op proximus.be/bizzmobile

Bizz Mobile M

€ 20 Vanaf 2 kaarten

/maand excl. btw


UBO

U moet de uiteindelijke begunstigden van de vennootschap bekendmaken Is uw bedrijf een vennootschap? Dat moet het vóór 1 april 2019 de uiteindelijke begunstigden bekendmaken aan het nieuwe UBO-register. Deze maatregel bevordert de strijd tegen witwassen en de financiering van illegale praktijken.

V

ennootschappen en andere rechtsvormen worden soms misbruikt om geld wit te wassen of om misdaad en terrorisme te financieren. Om dit tegen te gaan, wil de overheid de natuurlijke personen kennen die de effectieve controle uitoefenen op de vennootschap. In juridisch jargon heten ze de “uiteindelijke begunstigen”. In het Engels heeft men het over de Ultimate Beneficial Owners of UBO. Het probleem is dat de UBO van een vennootschap soms verschuild zitten achter allerlei constructies. Gaat het om witwassen of financiering van illegale praktijken, dan is dat zeker het geval. Vennootschappen moeten daarom ten laatste op 31 maart 2019 hun uiteindelijke begunstigden opsporen, en de gegevens van deze natuurlijke personen registreren in het nieuwe UBOregister. Hetzelfde geld voor vzw’s, internationale vzw’s, stichtingen, trusts, fiducieën en juridische entiteiten die gelijkaardig zijn aan trusts en fiducieën. Het register is er gekomen vanwege een Europese richtlijn. Elke lidstaat van de EU moet een UBO-register oprichten.

voor vennootschappen. Deze rechtsvorm komt verreweg het meeste voor in de bouw. Dan definieert de wetgeving de uiteindelijke begunstigden als: • de natuurlijke personen die rechtstreeks of onrechtstreeks een toereikend percentage van de stemrechten of de eigendom van de vennootschap in handen hebben.

• de natuurlijke personen die zeggenschap hebben over de vennootschap via andere middelen. Het is mogelijk dat voor een vennootschap geen enkele natuurlijke persoon aan deze definities voldoet. In dat geval zijn de hogere leidinggevenden in de vennootschap de UBO.

VOORBEELD 1

70 % van Bel Co is in handen van natuurlijke persoon A. Dat is meer dan 25 % en A is dus een uiteindelijke begunstigde. Maar onrechtstreeks is ook natuurlijke persoon B een uiteindelijke begunstigde. Hij controleert X Co, en dat heeft meer dan 25 % van Bel Co in handen.

Wie is een UBO?

We houden het hier bij de definitie

18 Bouwbedrijf • december 2018 - januari 2019

Bel Co

X Co (30%)

B (80%)

C (10%)

A (70%)

D (10%)


Maar let op: men kan het hogere leidinggevende personeel alleen als UBO registeren als er niemand geïdentificeerd kan worden in de twee andere categorieën. Men moet dan kunnen bewijzen dat men er alles aan gedaan heeft om dergelijke natuurlijke personen te ontdekken. Bovendien moet men de redenen opgeven waarom men niemand kon vinden.

Toereikend percentage

Maar wat is een “toereikend percentage” van de stemrechten of de eigendom? De FOD Financiën geeft als indicatie 25 %. Omdat een natuurlijke persoon een vennootschap onrechtstreeks kan controleren, bestaan er verschillende situaties. In de praktijk moet men ook het zogenaamde “gewogen belang” in het oog houden. In de FAQ op de website van de FOD Financiën staan enkele voorbeelden. We nemen ze hier over, zie de diagrammen.

Welke informatie overmaken?

In het UBO-register moeten een

aantal evidente dingen staan: naam, geboortedatum, nationaliteit en het verblijfsadres van de uiteindelijk begunstigde. Daarnaast ook: de datum waarop hij UBO is geworden, het identificatienummer van het rijksregister of van de kruispuntbank van de sociale zekerheid, en de categorie of categorieën van UBO (rechtstreekse of onrechtstreekse begunstigde, zeggenschap via andere middelen, hoger leidinggevend personeel …). Wanneer een persoon tot meer dan één categorie behoort, moet hij afzonderlijk geregistreerd worden in elke categorie. Merk op dat iemand die geregistreerd staat als hoger leidinggevend personeel niet tegelijk in een andere categorie kan staan. Hoger leidinggevend personeel kan pas geregistreerd worden als men niemand in de andere categorieën kan identificeren. Voor vennootschappen komen daar een aantal gegevens bij. • Heeft de UBO aandelen of stemrechten in de vennootschap, dan

TOT 31 MAART 2019 DE TIJD, DAARNA BOETE TOT € 50 000 Vennootschappen krijgen tot 31 maart 2019 de tijd om de gegevens van hun uiteindelijke begunstigden over te maken aan het UBO-register. Als de regels niet gerespecteerd worden, kunnen boetes uitgedeeld worden die gaan van € 250 tot € 50 000.

moet men registeren of het gaat om een afzonderlijke UBO of een UBO in groep, samen met andere personen. • De omvang van het uiteindelijke belang in de vennootschap. • Gaat het om een onrechtstreekse UBO, dan moet men het aantal tussenpersonen registreren en hun volledige identificatiegegevens.

Wat doen?

VOORBEELD 2

Het gewogen belang van natuurlijke persoon A in Bel Co is 50 % van 52 %, dus 26 %. Dat is meer dan 25 % en dus is A een uiteindelijke begunstigde. Het gewogen belang van D in Bel Co is 48 %. Ook D is een uiteindelijke begunstigde.

Bel Co

X Co (52%)

Y Co (48%)

Het systeem is nieuw. Om te beginnen moet u dus opsporen wie de uiteindelijke begunstigden zijn in uw vennootschap. U moet ook stukken kunnen voorleggen die bewijzen dat uw informatie toereikend, accuraat en actueel is. De eigenlijke registratie kunt u uitvoeren op het online portaal MyMinFin. Maar u kunt ook een beroep doen op een ondernemingsloket zoals Formalis. Dat kan u verder helpen. Daarnaast is het verstandig om procedures op te zetten in de organisatie, zodat elke wijziging binnen de maand aan het UBO-register overgemaakt kan worden.

A (50%)

B (25%)

C (25%)

D (100%)

INFO :ubobelgium@minfin.fed.be. .be. Op de website van de FOD Financiën staat een nuttige FAQ. Surf naar financien.belgium.be en tik rechtsboven ubo-register in als zoekterm. Nog vragen? Stel ze aan anne-laure.lejeune@confederatiebouw.be. . december 2018 - januari 2019 • Bouwbedrijf 19


PUBLIREPORTAGE

Eenvoud in uw verzekeringen? Build-Safe is er voor u!

Korting

-10%

*

“De bouw”… die is volop in beweging, en dat voelt u alle dagen. De sector groeit, de orderboekjes staan vol. Goed nieuws! Maar er zijn ook andere zaken om mee rekening te houden: nieuwe bouwtechnieken, de digitalisering, veranderende wetgeving, heel wat administratie, … Genoeg in elk geval om u niet nog eens met uw verzekeringen bezig te houden. Daarom ontwikkelde Federale Verzekering Build-Safe, het verzekeringspakket op maat van bouwbedrijven tot 5 werknemers. Zo hebt u uw handen vrij om in alle gerustheid te bouwen aan uw bedrijf en aan het huis van uw klant!

Wat is Build-Safe?

Wat zijn de voordelen voor u?

Met Build-Safe kiest u zelf à la carte uw verzekeringen die u in uw Build-Safe-pakket wil opnemen. Op deze manier geniet u van een bescherming op maat van uw bedrijf. Bovenop onze concurrentiële premies, geniet u zo van een bijkomende pakketkorting van 10%*!

Met Build-Safe geniet u dus niet enkel van een verlaagd tarief van -10%, maar krijgt u ook een flexibel verzekeringspakket. U kiest enkel die verzekeringen die samen uw bedrijf optimaal verzekeren. U breidt uit of legt zich toe op een andere activiteit? Dan kunt u uw Build-Safe eenvoudig laten aanpassen… en dit zonder uw korting te verliezen!

Uit welke verzekeringen kunt u kiezen? Onze verzekering B.A. Bouwwerken en/of de verzekering Arbeidsongevallen vormen de hoeksteen van het pakket, één van deze verzekering moet onderschreven worden. Verder kunt u kiezen uit B.A. Motorrijtuigen, Machinebreuk, Construct-10 – Abonnementspolis, de verzekering Alle Bouwplaats Risico’s – Abonnementspolis, de brandverzekering Multirisk Handel/KMO of Woning, Ongevallenverzekering 24u/24. In totaal moet u aan minstens 3 verschillende verzekeringen komen om te kunnen genieten van het Build-Safe voordeel.

Vraag nu uw kortingsbon aan, voor 31/12/2018! Zo kunt u genieten van uw Build-Safe-korting! Ga naar www.build-safe.be

Daar bovenop zorgen wij voor administratieve eenvoud. U krijgt de nodige tools in handen om het overzicht op uw verzekeringen te bewaren, schadegevallen op te volgen, … en dit zowel met de Build-Safe verzekeringsmap als met het online Build-Safe dossier op My FEDERALE. En u kunt te allen tijde beroep

doen op 1 centraal aanspreekpunt, onze regionale verzekeringsadviseur die u ter plaatse bijstaat en advies verleent. U kunt bijkomend altijd terecht bij ons Info Center. Wij kennen ook de risico’s die u – als bouwondernemer – loopt. U kunt dus gerust rekenen op de meer dan 100 jaar ervaring van Federale Verzekering in het verzekeren van bouwrisico’s. En last but not least kunt u meegenieten van onze restorno’s**. Want wij zijn een coöperatieve en onderlinge verzekeraar, en hebben dus geen externe aandeelhouders. Onze klanten delen dus mee in onze winst! Afgelopen jaar verdeelden wij zo bijna e 13 miljoen onder onze klanten.

Redactie: Federale Verzekering

www.build-safe.be

*Actievoorwaarden op www.build-safe.be **De restorno’s evolueren in de tijd afhankelijk van de resultaten en de toekomstvooruitzichten van de verzekeringsmaatschappij, van haar rendabiliteit, van de economische conjunctuur en van de toestand van de financiële markten ten opzichte van de verbintenissen van de ondernemingen die deel uitmaken van de Groep Federale Verzekering, zoals omschreven op www.federale.be. De toekenning van restorno’s in de toekomst is niet gewaarborgd. De restorno’s variëren per categorie en per type producten. De regels met betrekking tot hun toekenning worden bepaald in de statuten van de ondernemingen die deel uitmaken van de Groep Federale Verzekering. De statuten kunnen geraadpleegd worden op www.federale.be.


DOSSIER

Nieuwe vennootschapswetgeving

Ingrijpende veranderingen voor nv’s en bvba’s op komst Normaal gezien wordt op 1 mei 2019 de nieuwe vennootschapswetgeving van kracht. Dat is nog even, maar we geven hier toch de belangrijkste aspecten van de nieuwe wet zoals ze nu bekend zijn. Dit dossier is geen gemakkelijke lectuur. Maar we raden u aan het toch grondig te lezen, want u hebt werk voor de boeg. Er zal immers heel wat veranderen voor de nv’s en de bvba’s, ook in de bouwsector. Met de huidige statuten kunt u het nog een tijdlang uitzingen. Maar daarna moeten ze onverbiddelijk aangepast worden aan de nieuwe wet.

december 2018 - januari 2019 • Bouwbedrijf 21


NIEUW VENNOOTSCHAPSRECHT

Waarom is dit belangrijk voor u? Minister van Justitie Koen Geens werkt aan een volledige hervorming van het Belgische recht. Ook het vennootschapsrecht ontsnapt daaraan niet. En dat heeft vrijwel zeker ingrijpende gevolgen voor uw onderneming.

H

et nieuwe vennootschapsrecht wordt naar alle waarschijnlijkheid van kracht op 1 mei 2019. De hervorming is ingegeven door juridische overwegingen. Maar minstens even belangrijk zijn een aantal andere factoren. De bestaande wetgeving was te ingewikkeld en niet aangepast aan de snel evoluerende economische omgeving. Ze sloot niet aan op de hernieuwing van de vennootschapswetgeving in het buitenland. De regering wil ons land aantrekkelijker

NEEM DE WET ERBIJ

Het nieuwe vennootschapsrecht bevat te veel wijzigingen om in dit dossier te behandelen. Het is bovendien onmogelijk om hier alles met juridisch gepaste diepgang te beschrijven. Dit dossier is dus een samenvatting van de huidige stand van het dossier. Het heeft niet de pretentie het laatste woord te zijn. Dat is aan de wettekst. Raadpleeg een specialist in geval van twijfel – ga niet alleen af op dit dossier!.

maken voor buitenlandse investeerders, door hen aangepaste structuren aan te bieden.

Nieuwe vormen

Voor bouwbedrijven zijn op de eerste plaats de volgende wijzigingen interessant. • De nieuwe besloten vennootschap of bv wordt in zekere zin de voor de hand liggende, de “natuurlijke” vorm van vennootschappen. Bestaande bvba’s zullen zichzelf moeten omvormen tot bv’s, maar ze krijgen daarvoor tien jaar de tijd. • De verantwoordelijkheid van de bestuurders verandert ingrijpend. • Een vennootschap zal zeer veel onderwerpen naar eigen inzicht en behoeften kunnen regelen. Er komt dus een verregaande flexibiliteit. Tegelijk bevat de nieuwe wetgeving altijd een fallback, mocht de vennootschap op bepaalde punten geen eigen regeling hebben. Door de grote flexibiliteit van een bv is het verschil met een nv veel kleiner dan het verschil tussen een bvba en een nv. De tekst die de nieuwe wet begeleidt, zegt dat de nv bedoeld is

22 Bouwbedrijf • december 2018 - januari 2019

"voor de grote vennootschappen met een ruim aandeelhouderschap. De besloten vennootschap wordt de natuurlijke vorm voor alle andere vennootschappen. Haar soepelheid zal haar bruikbaar maken voor zowel kleine als grote vennootschappen die beslotenheid zoeken." De bv is dus geschikt voor kleine én grote ondernemingen; de nv alleen voor grote ondernemingen zoals grote beursgenoteerde vennootschappen. Maar merk hierbij op dat de bv ook naar de beurs kan trekken.

Minder vennootschapsvormen

Ook interessant is het behoud van de maatschap als de enige basisvorm van personenvennootschap. Relevant voor bouwondernemingen is dat de maatschap de functie van de THV kan overnemen. De nieuwe wet probeert het aantal vennootschapsvormen te beperken. Helemaal geslaagd is dit niet. Zo kan de maatschap onder verschillende gedaanten voorkomen. Ze kan bijvoorbeeld ook bestaan als stille vennootschap, als vennootschap onder firma (de huidige VOF) en zelfs als commanditaire vennootschap (thans de CommV). De coöperatieve vennootschap blijft bestaan en wordt teruggebracht tot haar oorspronkelijke bedoeling, een


OVERGANGSREGELING onderneming op basis van het coöperatieve gedachtengoed.

Vennootschap en winst

Het verschil tussen een vennootschap en een vereniging wordt door de nieuwe wet anders gedefinieerd dan vroeger. Essentieel wordt de vraag wat er met de winst gebeurt. In een vennootschap is het de bedoeling dat de winsten (gedeeltelijk) uitgekeerd worden aan de leden/vennoten. Een vzw daarentegen kan commerciële activitei-

Minister van Justitie Koen Geens. De hervorming is ingegeven door juridische overwegingen. Maar minstens even belangrijk zijn een aantal andere factoren.

ten uitvoeren, maar mag de winst niet uitkeren aan haar leden en is daarom geen vennootschap.

Handelaars bestaan niet meer

De eerdere hervorming van het economisch recht voerde het nieuwe begrip onderneming in, en stapte af van het begrip handelaar. Aansluitend daarop schrapt het nieuwe vennootschapsrecht het onderscheid tussen een handelsvennootschap en een burgerlijke vennootschap.

Zodra de nieuwe wetgeving in het Staatsblad gepubliceerd wordt, begint een soort wachttijd van een jaar. Op de eerste dag van het eerste boekjaar na het verstrijken van dat jaar is de nieuwe wet van toepassing op een vennootschap. De dwingende bepalingen in de nieuwe wet zijn meteen van toepassing. Ook in bestaande bvba’s zal het kapitaalconcept dan bijvoorbeeld verdwijnen (zie blz. 24). Ve n n o o t s c h a p p e n m o e te n hun statuten volledig in overeenstemming brengen met de nieuwe wet bij de eerstvolgende statuutswijziging. Als de statuten na tien jaar nog altijd niet veranderd zijn, dan worden ze automatisch- “van rechtswege” - naar een nieuwe vorm omgezet. De manier waarop staat in de wet. De vennootschap moet binnen de zes maanden een algemene vergadering bijeenroepen, met op de agenda de aanpassing van de statuten. De nieuwe wet zal een aantal overgangsmaatregelen bevatten. Tien dagen na de bekendmaking van de wet in het Staatsblad mogen geen vennootschappen meer opgericht worden met een rechtsvorm die wordt afgeschaft.

december 2018 - januari 2019 • Bouwbedrijf 23


BESLOTEN VENNOOTSCHAP

Meer vrijheid om de onderneming te structureren Het nieuwe vennootschapsrecht vervangt de bvba door de bv. Deze is veel flexibeler, onder meer op het vlak van de financiering en de rechten van de aandeelhouders. Het meest opvallend is wellicht het verdwijnen van het begrip vennootschapskapitaal van de bvba.

B

v staat voor “besloten vennootschap”, maar deze rechtsvorm is veel minder besloten dan de vroegere bvba. De statuten van een bv kunnen de aandelen vrij overdraagbaar maken, al blijft het uitgangspunt de beperkte overdraagbaarheid. Het is een bv niet meer verboden om een publiek beroep op het spaarwezen te doen. Ze zal zich kunnen financieren met een openbare uitgifte van effecten. In het algemeen is de financiering van de bv veel flexibeler dan van een bvba. Een vennootschap kan in de regel door één persoon opgericht worden. Tot nu toe kon dit alleen voor bvba’s. Die persoon kan voortaan zowel een natuurlijke persoon als een rechtspersoon zijn. Voor bepaalde vennootschapsvormen gelden bijzondere regels. Zij kunnen door hun aard niet door één persoon opgericht worden. Dit is het geval voor de coöperatieve vennootschap en de maatschap. Voor deze laatste is immers een overeenkomst nodig.

vangsvermogen hebben. Anders gezegd: de bv moet bij de oprichting over een vermogen beschikken dat toereikend is voor de bedrijvigheid. De oorsprong van dat vermogen is veel minder dan vroeger wettelijk geregeld. Het kan bijvoorbeeld bestaan uit een lening. In de plaats van het minimumkapitaal komt de verscherpte verplichting een financieel plan op te stellen. De wet bepaalt wat een dergelijk plan minstens moet omvatten. De wetgever raadt aan een externe

Vennootschap zonder kapitaal?

Voor de oprichting van een bv is geen minimumkapitaal meer verplicht. Ze moet voortaan een toereikend aan24 Bouwbedrijf • december 2018 2017 - januari 2018 2019

expert in te schakelen bij het opstellen van dat financieel plan. Maar verplicht is het niet. Er zal dus een risico bestaan dat een plan niet voldoende doordacht is. Dat kan het vertrouwen in startende ondernemingen een knauw geven. Misschien zullen schuldeisers bijkomende persoonlijke garanties eisen van de oprichters/vennoten of de bestuurders. Het financieel plan hoeft niet openbaar gemaakt te worden. Schuldeisers hebben dus geen exact beeld van de financiële situatie van een startende bv.

AANDACHTSPUNTEN: Het financiële plan moet de schuldeisers overtuigen van de solvabiliteit van de bv. Zullen schuldeisers van een startende bv bijkomende waarborgen eisen?  Heeft een startende bv de mogelijkheid en de goesting om deze bijkomende waarborgen te verschaffen?


STATUTEN AANPASSEN:

Inbreng en aandelen

Het huidige kapitaalbegrip en de bijhorende regels worden afgeschaft. De inbreng van de aandeelhouders wordt, eens volgestort, niet langer aan een bijzonder stelsel onderworpen. Hij maakt zonder meer deel uit van het eigen vermogen van de bv, samen met onder meer de reserves en de overgedragen winsten. Het eigen vermogen is het beschermingskussen voor de schuldeisers, maar dit was in feite nu ook al het geval. De bv heeft dus geen vennootschapskapitaal. Maar de inschrijving op aandelen en daarbij horende inbrengen blijft behouden. De aandelen moeten steeds volledig zijn geplaatst. Het uitgangspunt is daarbij dat iedere inbreng onmiddellijk moet worden volgestort, maar dat daarvan in de oprichtingsakte in alle opzichten kan worden afgeweken.

Rechten van aandeelhouders

De afschaffing voor bv’s van het bestaande kapitaalconcept heeft grote gevolgen voor de rechten van de aandeelhouders. Door de afschaffing werd het zinloos om ervan uit te gaan dat aandelen een precies deel van het kapitaal vertegenwoordigen. De rechten van de aandeelhouders worden dus niet langer bepaald door de fractie van het kapitaal dat zij vertegenwoordigen, maar worden statutair of conventioneel vastgelegd. De regel dat aan alle aandelen gelijke rechten verbonden zijn, valt weg. Wanneer de rechten van aandeelhouders niet vastgelegd worden door de statuten geldt de conventionele vastlegging in de fallback in de nieuwe wet: één stem per aandeel en gelijke winstrechten. Er moet minstens één aandeel uitgegeven worden en er moet minstens één aandeel met stemrecht zijn. Maar zolang deze regel gerespecteerd blijft, kan een bv eigenlijk even flexibel omgaan met stemrechten als een nv (zie ook het hoofdstukje Kapitaal en stemrecht op blz. 26). Men kan in volledige vrijheid de rechten bepalen die verbonden zijn met aandelen.

Moet u bij de aanpassing van de statuten van de bvba aan de nieuwe wet een regeling uitwerken? Wordt de overdracht van aandelen volledig beperkt of volledig vrij? Is het nodig af te wijken van de regel één stem per aandeel en gelijke winstrechten, en zo ja in welke mate? Hoe gaat u de statuten in die zin aanpassen?

Men kan dus verschillende rechten toekennen aan aandelen die voor eenzelfde inbreng werden uitgegeven. Men kan ook dezelfde rechten geven aan aandelen die voor een verschillende inbreng werden uitgegeven. Er is evenmin een band tussen de historische inbrengwaarde van een aandeel en de daaraan verbonden rechten. De nieuwe flexibiliteit biedt de mogelijkheid aandelen uit te geven met meervoudig stemrecht, aandelen zonder stemrecht (al dan niet met preferent dividend) of aandelen die slechts onder bepaalde voorwaarden kunnen stemmen.

Inbreng in nijverheid

Overdracht van aandelen

Veel vandaag geldende regels zijn in het nieuwe vennootschapsrecht niet meer van dwingend maar van aanvullend recht. Dat betekent dat ze niet meer verplicht zijn, maar een keuze die toegestaan is door de wet. De overdracht van aandelen in de bv zal bijvoorbeeld volledig vrij geregeld kunnen worden, net zoals in een nv. Vandaag is daarvoor in bvba’s een vrij stroef mechanisme met voorkeursrechten van toepassing. Dankzij deze vrijheid om de overdracht te regelen kan men van een bv een zeer gesloten, maar ook een zeer open vennootschap maken.

Inbreng in natura

De inbreng in natura blijft onderworpen aan de controle van een bedrijfsrevisor. Maar in vergelijking met de bestaande wetgeving wordt de volgorde omgedraaid. De oprichters stellen eerst een verslag op. Daarin moet het belang van de inbreng voor de vennootschap beschreven zijn. Het verslag moet ook de inbreng in natura beschrijven en waarderen. Daarna beoordeelt de bedrijfsrevisor de waardering door de oprichters. Zijn waardering kan verschillen van die van de oprichters. Het verslag moet dan aangeven waarom.

Ten slotte bespreken we kort de inbreng in natura en in nijverheid. Voor de bv is de inbreng in nijverheid hier de meest opvallende vernieuwing. De inbreng in nijverheid (uitvoering van werkt of dienstverlening) geldt niet voor de nv.

Nieuw is de inbreng in nijverheid, met andere woorden de inbreng van arbeid of diensten. Deze wordt op dezelfde manier gecontroleerd als een inbreng in natura. Het ritme van de beloofde prestaties wordt statutair vastgelegd, en de levering geldt als volstorting. De statuten kunnen op dit punt een uitdrukkelijk ontbindend beding bevatten. De aandelen vertegenwoordigd door een inbreng in nijverheid houden daardoor in de toekomst geheel of gedeeltelijk op te bestaan.

Bescherming aandeelhouders

Om de aandeelhouders te beschermen, bepaalt de wet dat de aandeelhouders duidelijk ingelicht moeten worden over de rechten verbonden aan aandelen. Het aandeelhoudersregister moet het totale aantal uitgegeven aandelen vermelden, evenals de winst- en stemrechten. Aandeelhouders in nv’s genieten dezelfde bescherming.

december 2018 2017 - januari 2018 2019 • Bouwbedrijf 25


MANDATEN EN BESTUUR

Enkel nog zelfstandigen als bestuurders De nieuwe wet verandert niet alleen de aansprakelijkheid van de bestuurders van een vennootschap. Ook een aantal aspecten die te maken hebben met het beheer van de vennootschap en de benoeming van bestuurders wordt gewijzigd.

I

n het artikel op blz. 28 bespreken we de verantwoordelijkheden en de aansprakelijk van de bestuurders onder de nieuwe wet. Maar er verandert nog iets: voortaan zal een bestuurder zijn mandaat alleen nog in het statuut van zelfstandige kunnen uitoefenen. Kan een werknemer van een moedervennootschap bestuurder zijn van een dochtervennootschap? Ja, dat blijft mogelijk. Maar hij zal voor dat mandaat wel zelfstandige in bijberoep moeten zijn. De nieuwe wetgeving verplicht niet langer de benoeming van een raad van bestuur. Het wordt dus mogelijk om slechts één bestuurder te benoemen, de enige bestuurder.

Kapitaal en stemrecht

Voor de oprichting van een bv is in de komende wet geen minimumkapitaal meer verplicht, maar een toereikend aanvangsvermogen. Voor de oprichting van een nv blijft daarentegen een minimumkapitaal van

€ 61 500 verplicht. De aandelen in een nv vertegenwoordigen in de nieuwe wet nog altijd kapitaal. Op dit moment is het stemrecht verbonden aan kapitaalaandelen in de nv evenredig met de waarde van het kapitaal vertegenwoordigd door de aandelen. Het gaat om een regel van dwingend recht. Maar in de nieuwe wetgeving wordt dit van aanvullend recht, met andere woorden een keuze die de vennootschap kan maken. Afwijkingen van de evenredigheid worden dus mogelijk. Een beursgenoteerde nv kan statutair in een (ten hoogste) dubbel stemrecht voorzien voor trouwe aandeelhouders. In de niet-genoteerde nv’s (en in bv’s) worden meervoudig stemrecht en aandelen zonder stemrecht toegestaan. Dit roept alweer enkele vragen op: • zal de nv meervoudig stemrecht voorzien, en zo ja: op welke basis? • moeten in de statuten beperkin-

26 Bouwbedrijf • december 2018 - januari 2019

gen aan het meervoudig stemrecht staan? • creëert meervoudig stemrecht een discrepantie tussen de financiële investeringen en het stemrecht?

Geschillenregeling

Het nieuwe wetboek voorziet in een geschillenregeling voor rechtsvorderingen tot uitsluiting of uittreding van vennoten. Deze geschillen worden voorgelegd aan de voorzitter van de ondernemingsrechtbank van de zetel van de vennootschap, zetelend in kortgeding. In deze geschillen moet de vennootschap zelf gedagvaard worden. De geschillenregeling is enkel van toepassing op de besloten vennootschap en de naamloze vennootschap.


DUAAL BESTUURSMODEL VOOR NV’S

DIRECTIECOMITÉ WORDT AFGESCHAFT Het nieuwe vennootschapsrecht schaft het huidige directiecomité af. Het stelt een duaal bestuursmodel voor, dat in de plaats kan komen.

Het duale bestuursmodel verdeelt het bestuur van de vennootschap over twee organen, een directieraad en een raad van toezicht. De bevoegdheden zijn bij wet vastgelegd. De directieraad is bevoegd voor de operationele aspecten. De raad van toezicht houdt toezicht op de directieraad en spreekt zich uit over de strategie van de vennootschap. Daarnaast heeft hij nog een aantal andere bevoegdheden waarop we hier niet dieper ingaan. Niemand kan tegelijk lid zijn van beide organen. Merk op dat het duale model facultatief is. De nieuwe wetgeving staat ook nog toe dat een klassieke

raad van bestuur bepaalde bevoegdheden delegeert aan een uitvoerend comité. Maar we herhalen dat de nieuwe wet het directiecomité afschaft. Tot de statuten van de nv aangepast zijn kan het evenwel blijven functioneren. Daarna zal men de werking op zijn minst anders moeten organiseren. Twee vragen moeten dus beantwoord worden:

• geeft men voortaan de voorkeur aan de duale structuur?

• wat gebeurt er met het bestaande directiecomité? Het moet hoe dan ook verdwijnen in zijn huidige vorm.

december 2018 - januari 2019 • Bouwbedrijf 27


BESTUURDERS

De aansprakelijkheid gelimiteerd

De rol van de bestuurder zal een aantal ingrijpende wijzigingen ondergaan wanneer de nieuwe vennootschapswet van kracht wordt. Zo komen er financiĂŤle beperkingen op de aansprakelijkheid van de bestuurders. Maar vennootschappen zullen ook beter moeten nadenken over hun benoeming en hun ontslag.

28 Bouwbedrijf • december 2018 - januari 2019


LET OP: IN BEPAALDE GEVALLEN GELDT DEZE BEPERKING NIET! De plaats ontbreekt om de beperking van de aansprakelijkheid volledig te bespreken. We geven hier alleen enkele belangrijke elementen. De geciteerde limieten gelden niet in alle gevallen. Ze gelden bijvoorbeeld niet wanneer de bedrijfsvoorheffing niet betaald werd of wanneer er sprake is van belastingontduiking.

van bestuurders A

lleen de algemene vergadering is bevoegd om te beslissen onder welke voorwaarden een bestuursmandaat wordt toegewezen en uitgeoefend: vergoed of niet, de hoogte van de vergoeding, de voordelen van alle aard, de bijdragen tot allerhande verzekeringen … Bovendien is alleen de algemene vergadering bevoegd om bestuursmandaten vroegtijdig te beëindigen. Deze regel is niet helemaal nieuw, maar in het verleden werd hij niet altijd toegepast. Merk op dat deze bevoegdheid in de nieuw wetgeving niet meer gedelegeerd kan worden.

Ontslag

In de toekomst wordt het belangrijk hoe de statuten het ontslag van bestuurders regelen. Op dit moment kunnen ze ontslagen worden zonder reden of voorafgaande motivering. In juridisch jargon heet dat ad nutum. Een eenvoudige beslissing van de algemene vergadering, genomen met gewone meerderheid van stemmen, volstaat. In het bestaande vennootschapsrecht is dit een regel van dwingend recht; het kan dus altijd. Maar in het nieuwe wet is het ontslag ad nutum van aanvullend recht. Wil men het mogelijk maken, zal men het moeten opnemen in de statuten. Doet men dat niet, dan kan een bestuurder alleen om wettelijke redenen ontslagen worden. Eventueel oordeelt een rechter hierover. Een vennootschap zal dus enkele vragen moeten beantwoorden:

• moeten er strikte regels opgesteld worden voor benoemingen en ontslagen van bestuurders? Het gaat onder meer om de eventuele bijzondere meerderheden, de bepaling van de vergoeding, een renumeratiecomité enzovoort; • moeten deze regels in de statuten staan, in een corporate policy of een ander document? Dit heeft gevolgen als men de regels wil wijzigen.

Rechtspersoon als bestuurder

Het blijft mogelijk om een rechtspersoon, bijvoorbeeld een andere vennootschap, als bestuurder te benoemen. Maar deze rechtspersoon moet dan een vaste vertegenwoordiger aanduiden, en dat moet een natuurlijke persoon zijn. In de huidige wetgeving kon een dergelijke vaste vertegenwoordiger twee petjes dragen. Als natuurlijke persoon kon hij ook nog eens benoemd worden als bestuurder. Dat is niet meer mogelijk in de nieuwe wet. Heel wat vennootschappen zullen zich hieraan moeten aanpassen. De vraag is dan: hoe moet de raad van bestuur eruitzien na de aanpassing?

De plicht van de bestuurder

De nieuwe vennootschapswet omschrijft de plichten van de bestuurders, maar doet dat in vrij algemene termen. Ze moeten de opgedragen taken “behoorlijk” vervullen. Op zich is dit niet nieuw. Een mandaathouder moet ook nu al zijn mandaat behoor-

lijk vervullen. Maar nu staat deze bepaling uitdrukkelijk in de nieuwe wet. Zal de rechtspraak dit interpreteren als een verzwaring van de aansprakelijkheid van de bestuurder? De volgende zaken staan best voldoende omschreven in de statuten of in de beslissing over de benoeming: • de taak van het bestuursorgaan (eventueel de enige bestuurder); • de taak van de zaakvoerder; • de taak en de bevoegdheid van de gedelegeerd bestuurder. Als de vennootschap wil meedingen naar overheidsopdrachten kan de omschrijving van de bevoegdheden zeer belangrijk worden.

Bestuurdersaansprakelijkheid

Het nieuwe recht regelt de bestuurdersaansprakelijkheid op dezelfde wijze voor nv’s en bv’s. Voor de maatschap (zie blz. 32) geldt een andere regeling. Bovendien geldt de nieuwe regeling niet alleen voor de bestuurders van nv’s en bv’s die op wettelijke en statutaire wijze werden benoemd, maar ook voor de feitelijke bestuurders. Het kan inderdaad voorkomen dat iemand niet statutair als bestuurder benoemd is maar in de praktijk toch als bestuurder van de vennootschap handelt. Hij is dan op dezelfde manier aansprakelijk als de formeel benoemde bestuursorganen. Bestuurders zijn jegens de vennootschap aansprakelijk voor fouten begaan tijdens het uitoefenen van hun opdracht. Ze zijn ook verantwoordelijk

december 2018 - januari 2019 • Bouwbedrijf 29

›››


BESTUURDERS

›››

jegens derden tijdens het uitoefenen van hun opdracht voor zover de fout buitencontractueel was. Tegenover een derde partij moet het dus gaan om een fout die niets te maken heeft met het respecteren van een contract van de derde met de vennootschap. Wat is een fout? De wetgeving erkent dat het antwoord enige marge heeft. Zelfs bestuurders die normaal voorzichtig en zorgvuldig zijn, kunnen redelijkerwijze van mening verschillen. Een bestuurder is alleen aansprakelijk voor beslissingen, daden of gedragingen die “kennelijk” buiten deze marge vallen.

Aansprakelijkheid verzwaard …

Een bestuursorgaan kan een college vormen, wat wil zeggen dat alle leden van het bestuursorgaan samen na beraadslaging en bij meerderheid een beslissing nemen. Maar het komt ook voor dat het bestuursorgaan geen college vormt. In dat geval zijn alle leden van het bestuursorgaan individueel bevoegd een beslissing te nemen. Dit kan het geval zijn in een bv waar het bestuursorgaan kan bestaan uit meerdere individueel bevoegde bestuurders. In het nieuwe vennootschapsrecht maakt dat geen verschil meer voor de aansprakelijkheid. Ook als het bestuursorgaan geen college vormt, zijn alle leden hoofdelijk aansprakelijk jegens de vennootschap en jegens derden, voor alle schade veroorzaakt door overtredingen van de wet of de statuten van de vennootschap.

… maar gelimiteerd

Het voorgaande komt neer op een verzwaring van de aansprakelijkheid van bestuurders. Maar daartegenover staat dat hun aansprakelijkheid geplafonneerd wordt. Dit is een belangrijke innovatie. De bedragen hangen af van

de omvang van de vennootschap. € 250 000

De limiet wanneer de gemiddelde omzet (exclusief btw) onder de € 700 000 per jaar blijft en het gemiddelde balanstotaal onder de € 350 000. € 1 miljoen

Dit is de limiet wanneer de vennootschap niet in de vorige categorie valt en maximaal één van de volgende criteria overschrijdt: • een gemiddelde omzet (exclusief btw) van € 9 000 000 per jaar; • een gemiddeld balanstotaal van € 4 500 000. € 3 miljoen

De limiet van de bestuurdersaansprakelijkheid wanneer de vennootschap niet onder de twee vorige categorieën valt, maar ook niet onder de vierde en laatste categorie. € 12 miljoen

Wanneer de vennootschap minstens één van de volgende grenzen bereikt of overschreden heeft: • een gemiddelde omzet (exclusief btw) van € 50 miljoen per jaar; • een gemiddeld balanstotaal van € 43 miljoen. De gemiddelden worden iedere keer genomen over de drie boekjaren voorafgaand aan de vordering van de aansprakelijkheid. Als de vennootschap nog niet oud genoeg is, neemt men de tijd verlopen sinds de oprichting. De geciteerde bedragen zouden geïndexeerd worden. En voor alle duidelijkheid: het gaat hier niet om bedragen per bestuurder, maar voor alle bestuurders samen. De bedragen gelden voor alle aansprakelijk gestelde leden van bestuurs-

30 Bouwbedrijf • december 2018 - januari 2019

of toezichtsorganen samen voor de hele vordering, die immers op éénzelfde feit is gebaseerd. Het is niet de bedoeling dat het bedrag van de aansprakelijkheid van een individuele bestuurder zou worden bepaald door de aansprakelijkheidsbeperking maal het aantal bestuurders. De aansprakelijkheid van een bestuurder kan niet verder beperkt worden dan wat de nieuwe wet voorziet. Bestuurders kunnen dus niet gevrijwaard worden voor hun aansprakelijkheid, ook niet door een exoneratiebeding in een overeenkomst.

Stakeholders beter beschermd

De beperking van de aansprakelijkheid van bestuurders maakt het mogelijk om haar voor een haalbare prijs verzekeren. Hoe vreemd het ook lijkt, de beperking is dus ook in het voordeel van schuldeisers en andere stakeholders. Bij een verzekering kunnen schuldeisers rekenen op een vergoeding. Dat kunnen ze minder wanneer ze de schadevergoeding moeten halen bij de bestuurders of de vennootschap. Het verbod om de bestuurders op voorhand te vrijwaren tegen aansprakelijkheid beschermt de stakeholders. Een vrijwaringsbeding kan de aansprakelijkheid van de bestuurder afwentelen op de vennootschap, en dus op de stakeholders (vennoten én schuldeisers). Ook een exoneratiebeding kan tot gevolg hebben dat een stakeholder geen vordering in aansprakelijkheid van de bestuurder kan instellen. De nieuwe wetgeving bevat nog een laatste maatregel die de schuldeisers beschermt. Ze kunnen zekerheid van betaling eisen wanneer een Belgische vennootschap naar het buitenland wil emigreren, bijvoorbeeld door een fusie met een buitenlandse vennootschap.


MODERNER EN AANTREKKELIJKER

Nieuwe wetgeving stimuleert ondernemerschap De komende vennootschapswetgeving probeert ook om ons land aantrekkelijker te maken voor investeerders. Een aantal aspecten van de oude wetgeving, die al te restrictief waren, zijn dus weggewerkt. Het wordt bijvoorbeeld eenvoudiger om de zetel te verplaatsen.

D

e statuten zullen enkel nog moeten vermelden in welk gewest de zetel van de vennootschap ligt. Een verplaatsing van de zetel binnen eenzelfde gewest vraagt dus geen statutenwijziging meer, alleen de publicatie van een aantal zaken. Maar let op: een statutenwijziging is wel nodig als de zetel verhuist naar een ander taalgebied, ook als dit in hetzelfde gewest ligt. De statuten moeten dan in een andere taal opgesteld worden. Maar dat zal een klassieke statutenwijziging zijn waarover de algemene vergadering beslist.

een website heeft, zal ze in sommige omstandigheden daarop bepaalde informatie moeten plaatsen.

Moderne communicatie

Flexibilisering

Elke vennootschap kan een e-mailadres opnemen in de oprichtingsakte of een latere akte. Dat wordt dan het officiële e-mailadres van de vennootschap. Hetzelfde geldt voor een website. Als de vennoten, de aandeelhouders, de houders van andere effecten en de leden een bericht naar dit e-mailadres sturen, mogen ze ervan uitgaan de vennootschap het ontvangen heeft. Als de vennootschap

De nieuwe wetgeving probeert de concurrentiepositie van de Belgische bedrijven te verbeteren. Daarom maakt ze het vennootschapsrecht flexibeler op verschillende vlakken. Het is mogelijk om in de statuten van de bv op te nemen dat vennoten uit de vennootschap kunnen treden en dan een vergoeding voor hun aandelen betaald krijgen uit het vennootschapsvermogen.

In de huidige wetgeving kan dat alleen in een coöperatieve vennootschap. Het zal niet meer verboden zijn om in de eerste zes maanden van het boekjaar tussentijdse uitkeringen te doen. Er zal ook geen minimumtermijn van drie maanden meer verplicht zijn tussen twee uitkeringen. Bovendien zal het mogelijk worden om interimdividenden uit te keren uit de winsten van het vorige boekjaar. Dat moet dan wel gebeuren vóór de algemene vergadering de rekeningen van dat boekjaar heeft goedgekeurd.

België aantrekkelijker

Ten slotte wil de nieuwe vennootschapswetgeving ons land aantrekkelijker maken voor buitenlandse ondernemingen. De nieuwe wetgeving hanteert de zogenaamde statutaire zetelleer. Vennootschappen zullen altijd beheerst worden door het recht van de staat waarin hun statutaire zetel ligt. Een onderneming die haar zetel in België gevestigd heeft, is onderworpen aan het Belgisch vennootschapsrecht en blijft daaraan onderworpen, waar ook ter wereld ze vestigingen opent of investeringen doet. Omgekeerd hoeven buitenlandse vennootschappen niet bang te zijn dat een vestiging in België onderworpen wordt aan het Belgische vennootschapsrecht. De statutaire zetelleer is moderner dan de zogenaamde werkelijke zetelleer die de huidige wet hanteert. Daarin bestaat de mogelijkheid dat het recht geldt van de staat waarin de voornaamste vestiging van de vennootschap ligt. Dat kon voorkomen wanneer een derde partij bewees dat de voornaamste zetel in een andere staat lag dan de statutaire zetel.

december 2018 - januari 2019 • Bouwbedrijf 31


EEN VENNOOTSCHAPSVORM VERDWIJNT

Zeg niet meer THV, zeg maatschap Zeker bij grote bouwprojecten is een THV een veel voorkomende constructie. Maar in de komende vennootschapswetgeving ontbreekt elke verwijzing hiernaar. Hoe moet het verder met de THV? En waarom zijn THV’s sinds 1 november al verplicht een boekhouding bij te houden en zich in te schrijven in de KBO?

V

oor bouwprojecten verenigen bouwbedrijven zich regelmatig in een THV. Het is een manier om de taken, de kosten en de winsten te verdelen. Een THV heeft een aantal specifieke kenmerken: • ze heeft geen rechtspersoonlijkheid; • er geldt een onbeperkte aansprakelijkheid. Schuldeisers kunnen de vennoten aanspreken; • ze is tijdelijk; • ze heeft geen burgerlijk karakter maar is opgericht om handel te drijven.

De THV is een nuttig instrument. Maar dat het verdwijnt hoeft geen probleem te zijn, want de nieuwe wetgeving biedt een alternatief in de vorm van de maatschap. De maatschap is de enige vennootschapsvorm zonder rechtspersoonlijkheid die behouden blijft. Het gaat om een overeenkomst tussen twee of meer personen die hun nijverheid, geld of goederen samenbrengen, om de winst die daaruit ontstaat met elkaar te delen. De personen in kwestie kunnen zowel natuurlijke personen zijn als rechtspersonen, zeg maar ondernemingen. Een maatschap deelt met een THV de eerste twee kenmerken die we net

opsomden. Het laatste kenmerk van de THV, het handelskarakter, is in de nieuwe wetgeving niet meer relevant. Het onderscheid tussen een handelsvennootschap en een burgerlijke vennootschap wordt namelijk afgeschaft. En ten slotte is het perfect mogelijk een tijdelijke maatschap op te richten. Niets houdt ondernemingen dus tegen om ook in de toekomst een THV-constructie op te zetten. Alleen zal ze in zekere zin een andere naam krijgen.

Welk recht?

In de maatschap geldt het gewone burgerlijk en ondernemingsrecht voor de materies die niet door het nieuwe vennootschapsrecht worden behandeld. Zo kunnen besluiten van een maatschap nietig worden verklaard op grond van het gemeen verbintenissenrecht. Ook de aansprakelijkheid van de zaakvoerders of bestuurders wordt geregeld door het gemeen recht. Hun aansprakelijkheid is dus niet gelimiteerd.

Aandelen

Het aandeel van de vennoten in de winsten en verliezen kan men bepalen in de overeenkomst die de maatschap opricht. Hetzelfde geldt voor hun aan-

32 Bouwbedrijf • december 2018 - januari 2019

deel in het vermogen van de maatschap wanneer deze ontbonden wordt. Maar opgelet: wanneer de overeenkomst het aandeel van de vennoten niet bepaalt, is ieders aandeel evenredig met zijn inbreng in de vennootschap. Als een vennoot alleen zijn nijverheid inbrengt, wordt het aandeel beschouwd als gelijk aan dat van de vennoot die het minste heeft ingebracht. De overeenkomst tot oprichting van de THV/maatschap zal dus in de toekomst zeer precies moeten vermelden hoe groot het aandeel van elk van de vennoten is. Anders zou men voor verrassingen kunnen staan …

De zaakvoerders

De THV wordt bestuurd door een of meer zaakvoerders, die vennoten kunnen zijn. Ze zijn lasthebber, en handelen dus in naam en voor rekening van de vennoten. Hun bevoegdheden worden vastgesteld door de overeenkomst of door de akte van benoeming. Belangrijk is de manier waarop de zaakvoerders benoemd worden. Als ze aangeduid worden in de THV-overeenkomst dan zijn de mogelijkheden om hun benoeming te herroepen beperkt: • bij eenparige beslissing van de vennoten;


IN AFWACHTING: WAT IS NIEUW SINDS 1 NOVEMBER? Sinds 1 november 2018 zijn THV’s verplicht een eigen boekhouding te voeren. Bovendien moeten ze zich inschrijven in de kruispuntbank van ondernemingen (KBO).

Organisaties zonder rechtspersoonlijkheid worden vanaf 1 november 2018 verplicht een eigen boekhouding te voeren. Concreet gaat het om de maatschap, de stille handelsvennootschap, feitelijke verenigingen opgericht om uitkeringen te doen maar ook om THV’s. Met andere woorden: sinds 1 november 2018 zijn THV’s onderworpen aan de boekhoud- en inventarisverplichtingen. Waarom deze nieuwe wetgeving? De bedoeling is eenduidigheid te scheppen in de boekhouding van de THV. Het ontbreken van een duidelijk wettelijk kader creëerde problemen bij de verwerking van de verrichtingen van een vennoot in een THV. De verplichting dat een THV een eigen boekhouding voert, werkt deze onduidelijkheid weg.

eraan: vanaf 1 november 2018 moet de THV een eigen boekhouding hebben! Bestaande THVs: Bepaal de begindatum van het boekjaar. Start met de boekhouding op de begindatum van het eerste boekjaar dat begint vanaf 1 mei 2019.

Verplichte inschrijving in de KBO Een THV is sinds 1 november bovendien verplicht zich in te schrijven in de KBO. Dit is onder andere het gevolg van het nieuwe algemene begrip “onderneming”. Ook een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid wordt tegenwoordig gekwalificeerd als een onderneming. Het is dus logisch dat de regels van het ondernemingsrecht gelden, en daarbij hoort de verplichte inschrijving in de KBO.

Overgangsperiode THV’s opgericht vanaf 1 november 2018 moeten vanaf die datum een eigen boekhouding voeren. THV’s die al actief waren voor die datum, krijgen een overgangsperiode van zes maanden die begint op 1 november 2018. Zij moeten een eigen boekhouding voeren vanaf het eerste volledige boekjaar dat begint na het verstrijken van de overgangsperiode. Ondernemingen bepalen zelf wanneer hun boekjaar begint. In de praktijk hebben ze dus tussen de zes en de achttien maanden om met de eigen boekhouding te starten. TO-DOLIJST

• THV in oprichting. Neem in de oprichtingsakte de nodige bepalingen over de boekhouding op. Denk

• als de overeenkomst daarin voorziet: met de nodige meerderheid; • vanwege wettelijke redenen. Een rechter zal daar eventueel over oordelen. Men kan de bestuurders ook aanduiden met een aparte beslissing van alle vennoten. In dat geval kan men de benoeming gewoon herroepen zoals men dat zou doen voor een eenvoudige lasthebber. Het is aangeraden dat in de THVovereenkomst staat onder welke voorwaarden een vennoot in naam van de THV kan optreden. De vennoten zijn ten aanzien van derden enkel gebonden door een daad van een vennoot of van de zaakvoerders als die binnen hun bevoegdheden gebleven zijn.

TO-DOLIJST

• THV in oprichting. THV’s opgericht vanaf 1 november 2018 moeten zich onmiddellijk inschrijven in de KBO.

• Bestaande THVs: THV’s die al bestonden op 1 november 2018 krijgen zes maanden de tijd om zich in te schrijven in de KBO. De inschrijving moet dus gebeurd zijn vóór 1 mei 2019.

Boetes! THV’s die zich niet of niet op tijd inschrijven, riskeren een strafrechtelijke boete van € 26 tot € 10 000. Deze bedragen worden verhoogd met de opdeciemen. In 2018 komt dat neer op een vermenigvuldiging maal acht. De werkelijke geldboete kan dus € 208 tot € 80 000 bedragen.

Ontbinding van de THV/maatschap

De clausules die de ontbinding van de THV/maatschap regelen, moeten vanzelfsprekend met zorg opgesteld worden. Wanneer is het doel bereikt waarvoor de THV opgericht werd? Hoe maakt men de afrekening op? Hoe gaat men om met de gevolgen van de ontbinding? De volgende situaties ontbinden een maatschap: • de duurtijd is voorbij; • de dood, de onbekwaamheid of het faillissement van een van de vennoten; • een eenparige beslissing van de vennoten (of, als dat voorzien is in de overeenkomst, een beslissing met de

nodige meerderheid); • er staat een ontbindende voorwaarde in de overeenkomst en deze voorwaarde is vervuld; • de maatschap werd uitsluitend opgericht om een zaak te exploiteren en deze is juridisch of materieel tenietgegaan; • de maatschap werd uitsluitend opgericht voor een bepaalde handeling, en deze is uitgevoerd. Wanneer de THV/maatschap werd aangegaan voor onbepaalde duur kan elk van de vennoten haar eenzijdig opzeggen met een redelijke opzeggingstermijn. De opzegging moet wel te goeder trouw zijn.

december 2018 - januari 2019 • Bouwbedrijf 33


BOUWRADAR

“BouwRadar geeft je gemoedsrust” Philip Carpentier is al twintig jaar actief in de bouwsector. Recent nam hij de familiale onderneming Bruggeman-Maes over en werd er zaakvoerder. BouwRadar was daarbij een grote steun

B

ruggeman-Maes telt nu een vijftiental medewerkers en voert infrastructuurwerken uit voor overheden en private opdrachtgevers. In het verleden beheerde Philip de technische aspecten in de onderneming. Leden van de familie stonden in voor het financieel management. In het overnameproces begon hij te beseffen dat financiën veel aandacht nodig hebben. Hij volgde dus Bedrijfseconomie voor niet-economisten, een opfrissingscursus van de Antwerp Management School. Van technicus werd Philip Carpentier manager. Hij besloot om in een traject van BouwRadar te stappen. Philip Carpentier: “Mijn deelname aan BouwRadar bevestigde een aantal aandachtspunten, maar legde ook nieuwe zaken bloot. Bij de overname heb ik me goed laten begeleiden door mijn eigen netwerk. Daarnaast heb ik de bankenmarkt afgetoetst. Als wegenbouwbedrijf moet je immers veel geld voorschieten. Op dit moment hoeft het bedrijf geen nieuwe kredieten te vragen. Enkel bij sterke groei moet ik dat opnieuw overwegen.” BouwRadar suggereerde een begeleiding door Deloitte. Zij gingen na welke leningen nog lopende zijn. Daarnaast namen ze de kredietbrieven en de waarborgen onder de loep. Dit laatste toonde aan dat er geen risicovolle waarborgen gegeven waren.

Philip Carpentier: “Dat geeft een zekere Philip Carpentier: gemoedsrust. Ik heb "Ik kan mijn buikgevoel nu toetsen aan de realiteit.” bovendien de psychologie van een bank beter leren begrijpen. Als je gaat aankloppen voor een krediet draait alles rond vertrouwen, terugbetalingscapaciteit en risicobeoordeling. Dat wil zeggen dat het moet klikken met je bankier, en dat je een degelijk dossier moet kunnen voorleggen.” D e z a a k v o e rd e r van Bruggeman-Maes heeft dankzij BouwRadar meer inzicht in de verschillende kredietmogelijkheden en -formules die een bank aanbiedt. Nieuw was factoring bij overheidsopdrachten als mogelijkheid om centen sneller te ontvangen (zie verder). diverse projecten te kennen. Alle kosPhilip Carpentier: “Ook qua moni- ten worden toegewezen aan een protoring hebben we stappen gezet na de ject. Dit helpt je ook om de voeten overname. Er is een kasplanning en er op de grond te houden. Kortom, dat is software aankocht die ons in staat ik mijn buikgevoel kan toetsen aan de stelt om dagelijks nacalculaties te bekij- realiteit sterkt mij in de gedachte dat ik ken en de financiële situatie van de gewapend ben voor de toekomst.”

34 Bouwbedrijf • december 2018 - januari 2019


KIJK VOORUIT MET EEN FORECAST! De begeleiding van BouwRadar omvatte een forecast. Deze onderzocht hoe het bedrijf een lening zou kunnen terugbetalen en besprak de risico’s voor de bank. Volgens Philip Carpentier is een belangrijk vraag daarbij: “Waar wil ik over vijf jaar staan?” Een uitgeschreven groeitraject op de middellange termijn is een signaal dat je als zaakvoerder goed weet hoe je solvabel kunt blijven. Maar een degelijk dossier omvat ook andere troeven, zoals sterke argumenten dat:

• je een goed team hebt en dat je werkt met gemotiveerde en trouwe onderaannemers; • je het personeel kunt houden om de nodige omzet te draaien; • je investeert in opleidingen om het nodige rendement te blijven halen. Philip Carpentier: “In onze sector zijn de werkomstandigheden voor de arbeiders misschien wat zwaarder maar het is wel een aangename sector waar de lonen goed zijn en er veel variatie is in het takenpakket. Gecontroleerd groeien is mijn opdracht, en dit zonder in te boeten op de kwaliteit en de klanttevredenheid die we nu bereiken.”

Advies van Deloitte

Groeifinanciering op maat De Vlaamse bouwondernemers zijn optimistisch gestemd. Hebt u ook de ambitie om te groeien? Dan zult u wellicht bijkomend bedrijfskapitaal nodig hebben. Er bestaan slimme combinaties die u ondersteunen met een optimale financiering.

V

olgens de Bouwbarometer van het tweede trimester is meer dan 80 % van de aannemers tevreden over het economische klimaat. Kortom, er zou wel eens groei op de agenda van de bouwbedrijven kunnen staan. Maar daarvoor zijn liquide middelen nodig. Deloitte zette voor BouwRadar een aantal interessante financieringstechnieken op een rijtje.

Waarborgregeling PMV

Ook voor bouwondernemingen heeft de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) een overheidswaarborg van bancaire kortetermijnkredieten. Dat geldt onder meer voor een straight loan (“voorschot op vaste termijn”). 75 % van het krediet kan gewaarborgd worden, met een maximum van € 750 000 (eventueel te verhogen tot € 1 500 000). De kostprijs is 0,5 % per jaar op het gewaarborgde bedrag, en moet in één keer op voorhand worden betaald. Het gaat om een “tweede waarborg-

regeling”. U kunt er een beroep op doen als binnen de onderneming niet voldoende waarborgen bestaan. Het is een betaalbaar alternatief om groei te ondersteunen, maar opgelet: banken geven geen kredieten vanwege een waarborg. De onderneming moet ook vertrouwen inboezemen. Leg dus een budget voor dat de rentabiliteit van de onderneming aantoont en gunstige toekomstige cijfers motiveert.

B2G en factoring

Hebt u overheidsinstanties onder uw klanten? Die wachten vaak 75 dagen of meer om te betalen. Denk dan eens aan factoring. Het komt erop neer dat u de onbetaalde facturen overdraagt aan een factoringmaatschappij. U betaalt een vergoeding en krijgt in ruil uw geld. Doorgaans krijgt u 80 tot 90 % in de vorm van een voorschot. De rest volgt wanneer de overheidsinstantie betaald heeft. Met factoring kunnen andere diensten gecombineerd worden zoals kredietverzekering en de admi-

nistratie, het beheer en de inning van debiteuren.

Herfinancieren onroerende goederen

Het komt voor dat bedrijfsgebouwen betaald werden met een hypothecair bancair investeringskrediet. Het investeringskrediet is intussen deels terugbetaald. Daardoor ontstaat de mogelijkheid om een heropname te doen binnen de bestaande kredietopening en binnen de huidige waarborgpositie. Dat laatste vermijdt bijkomende waarborgkosten zoals extra hypotheekkosten. Er bestaan andere en complexere technieken, zoals de sale en lease back, al dan niet in combinatie met erfpacht en recht van opstal. Men verkoopt gebouwen aan een leasingmaatschappij en leaset of huurt ze nadien terug met een aankoopoptie op het einde. Deze technieken staan in een aantal gevallen toe meer te lenen. Maar maak vooraf de rekensom. Een meerwaardebelasting of een btw-herziening kunnen de transactiekosten snel doen oplopen.

INFO: inschrijven voor BouwRadar kan op www.BouwRadar-vcb.be/aanmelding december 2018 - januari 2019 • Bouwbedrijf 35


VEILIGHEID EN GEZONDHEID

“Asbest op 15 tot 20 % van onze bouwplaatsen” Asbest zit overal. Veel van onze aannemers komen er dus mee in aanraking. Daarbij zeker de loodgieters en de installateurs van cv. Dirk Peytier legt uit welke problemen dat creëert.

E

r is een grote asbestcampagne bezig van Constructiv en Fedris. Ze probeert bewust te maken, niet alleen van de gevaren maar ook van de oplossingen. Aansluitend daarop lieten we in het vorige nummer van Bouwbedrijf een dak-aannemer aan het woord. Nu is het de beurt aan een andere beroepsgroep waarvoor asbest geen onbekende is: de loodgieters. Onze eerste vraag: in welke omstandigheden komen ze asbest tegen? Dirk Peytier: “Dat gebeurt relatief veel wanneer we stookkelders en stookplaatsen renoveren, de plaatsen waar verwarmingsketels staan. Recent nog moesten we een stookplaats asbestvrij maken voor we de twee ketels konden vervangen. Dat heeft ons drie maanden vertraging gekost. Maar asbest is geen spelletje. We doen al het mogelijke om te achterhalen of dit gevaarlijke spul voorkomt in ruimten waar we werken.“ Hoe doet u dan, achterhalen waar asbest zit?

Dirk Peytier: “Jammer genoeg moeten we dat in eerste instantie met het blote oog doen. Daardoor hebben we nooit zekerheid, alleen vermoedens. We nemen dus nooit risico’s. Zodra we asbestgevaar vermoeden, sturen we stalen naar een laboratorium dat onderzoekt of er asbestdeeltjes kunnen vrijkomen. Het is al gebeurd dat we misleid waren, dat we dachten dat er asbest aanwezig was en de test het tegendeel aantoonde. Maar we gaan preventief tewerk.” Een document voor installateurs zegt dat ze asbest kunnen tegenkomen op de meest onverwachte plaatsen.

Dirk Peytier: “Vroeger werd asbest beschouwd als een revolutionair product met fantastische isolerende eigenschappen. Het is pas achteraf gezien, nu we alles over asbest weten en met de Eternit-affaire, dat iedereen beseft hoe gevaarlijk het is. Je vindt asbest dus overal: rond leidingen, in de isolatie van radiatoren en verwarmingsketels, in de isolatie van oude circulatiepompen, achter thermostaten … 36 Bouwbedrijf • december 2018 - januari 2019


Zijn het de dak-aannemers en de installateurs die het meeste met asbest geconfronteerd worden?

Dirk Peytier: “Ik denk in het algemeen dat de hele groep van aannemers die betrokken is bij een renovatie het meeste geconfronteerd wordt met asbest.” Wat komt u het vaakste tegen, hechtgebonden of losgebonden asbest?

Dirk Peytier: “Dat kan ik echt niet veralgemenen. Ze zijn er allebei. Maar het ene meer dan het andere? Dat durf ik niet beweren. Wat we wel kunnen zeggen is dat asbest voorkomt op 15 tot 20 % van onze bouwplaatsen.” De dak-aannemers willen meer opleiding. De installateurs ook?

Dirk Peytier: “Sommige installateurs beseffen niet hoe gevaarlijk asbest is. Ze onderschatten de risico’s, misschien omdat ze anders voor de vraag staan hoeveel het gaat kosten. Daar moeten we iets aan doen. Maar ook onze arbeiders moeten voortdurend bewustgemaakt en opgeleid worden. Ik wil benadrukken dat dit zeker geldt voor de personen die als eersten op een bouwplaats werken. Zij zijn de eersten die moeten weten wat er moet gebeuren en wat ze moeten doen.” Is de regelgeving streng genoeg? Zijn er genoeg controles?

Dirk Peytier: “De regelgeving is niet slecht, hoewel het

altijd beter kan. Maar wat de controles betreft moet je een onderscheid maken. Je hebt de aannemers die alles volgen het boekje doen, de asbestverwijdering aangeven enzovoort. En dan heb je de rest. Over het algemeen wordt de rest het minste gecontroleerd. Soms zie ik stukken van schoorsteenpijpen langs de kant van de weg liggen. Waarom? Omdat asbest verwijderen zoals het officieel moet een prijskaartje heeft. Controles, ja dus, maar op welke manier en in welk kader? Volgens mij moet men beginnen met het begin en eerst een asbestinventaris opstellen.” Vlaanderen wil asbestveilig worden, niet asbestvrij. De volledige verwijdering is blijkbaar onmogelijk.

Dirk Peytier: “Ja, dat is een mission impossible. Maar je moet de lat altijd hoog leggen vóór je ze lager legt.” Wat verwacht u van de asbestcampagne van Constructiv en Fedris?

Dirk Peytier: “Dat ze mensen ervan bewust maakt dat asbest niet alleen een probleem voor anderen is. We hebben er allemaal mee te maken. Ik heb het al gezegd: asbest verwijderen kost geld. Maar het loont de moeite. In het geval van een gebouw is asbest een zaak van iedereen. Dat is een evidentie, maar mensen moeten er soms aan herinnerd worden. Het is positief dat de campagne zich richt tot professionals én consumenten. Ze hebben allebei een rol te spelen.”

december 2018 - januari 2019 • Bouwbedrijf 37


VANAF 1 APRIL 2019

U zult meer grondtransporten moeten melden Op 1 april 2019 verandert de grondverzetregeling. Dat is een gevolg van het nieuwe Vlarebo, de regelgeving op bodemsanering en bodembescherming. We bespreken de meest relevante wijzigingen.

V

anaf 1 april 2019 geldt een meldingsplicht voor elk transport van grond naar een andere bestemming als de voertuigcombinatie een totaalgewicht van 3,5 ton of meer heeft. Een eenvoudige voorafgaande melding aan een erkende bodembeheerorganisatie zoals de Grondbank volstaat. De Grondbank ontwikkelt een gebruiksvriendelijke tool hiervoor. Alleen de melding wordt verplicht. Verder verandert er niets voor kleine werven. Net zoals nu zal het niet verplicht zijn een technisch verslag (TV) op te maken voor grondwerken van minder dan 250 kubieke meter, op voorwaarde dat deze op een onverdacht terrein plaatsvinden.

Boorders en bagger

De mengsels van bentoniet en grond die onder andere ontstaan bij put- en funderingsboringen zullen in de toekomst onder het Vlarebo vallen, met de bijhorende verplichte technische verslagen, de aanvraag van bodembeheerrapporten enzovoort. Ook een aantal andere bodemachtige materialen zoals bagger- en ruimingsspecie zullen onder het Vlarebo vallen. Binnen het grondverzet is dit een ingrijpende verandering. Bagger is een markt van miljoenen tonnen. Op dit moment is hun gebruik gere-

OVERGANGSPERIODE Het nieuwe Vlarebo wordt van kracht op 1 april 2019. Maar tot 31 december 2019 gelden een aantal overgangsbepalingen. Bagger- en ruimingsspecie. Grondstofverklaringen die vóór 1 april 2019 afgeleverd werden voor het gebruik van bagger- en ruimingsspecie blijven nog tot 31 maart 2020 geldig. Na die datum moet een technisch verslag en een grondverzettoelating voorhanden zijn. Uitgegraven grond. Technische verslagen die vóór 1 april ingediend werden voor een conform-verklaring, blijven tot 31 december 2019 geldig. Zij kunnen in die periode gebruikt worden voor een grondverzettoelating. Maar vanaf 1 januari 2020 moet het technisch verslag geactualiseerd worden. De analyseresultaten moeten getoetst worden aan de nieuwe normen.

geld door het Vlarema, het reglement op de materialen en afvalstoffen. In de toekomst zal men de term bodemmaterialen gebruiken.

Andere normen

Een aantal normen en voorwaarden voor het gebruik van bodemmaterialen wordt gewijzigd. Zo is bijvoorbeeld de norm voor asbest opgenomen in het Vlarebo. Dit heeft gevolgen voor de technische verslagen. In bepaalde gevallen moeten bestaande TV’s geactualiseerd worden (maar er is een over-

38 Bouwbedrijf • december 2018 - januari 2019

gangsperiode, zie kadertekst).

Traceerbaarheid

Op dit moment is een grondtransportmelding vereist voor afvoer naar een tijdelijke opslagplaats (TOP) of een centrum voor grondreiniging (CGR). Deze melding zal ook verplicht worden voor de afvoer van bodemmaterialen naar een ander land of gewest, of voor afvoer van specie naar een deponie.

INFO: www.grondbank.be


NATURALLY FEELING GOOD...

Healthbox® 3.0 Dé slimme oplossing voor gezonde binnenlucht in de woning • Snelle & betrouwbare installatie via de app • Communicatie met andere slimme toestellen via SmartConnect • Slim omgaan met luchtkanalen in kleine ruimtes dankzij klepcollectoren

www.renson.be

bouwbedrijf_90x130_NL_0417.indd 1

13/04/17 08:51

rt tankmkakakealijk slim &

g v liiig r jd veili nt rijd ment men pr demm ez prud duissez nduis n nd on y cond ely el e saffe e sa ve ve s v drive chttiiig dr siiichti sic hr vorsi ahr fa g fah lig lig iilig eilig vei veil dv jd nt rijd nt men m mme em de ud rud ez pru sez o duise co ccond ezz pr e ise uisez u duisez ndu ly con afely e sa ve v ive driv d ig tig ht cht o or orsich vo r h ah a fa g i i eili e ve v d j rijd rij r orsi o ors g fahr vo eillig d vei mentt rijjd mm emm em rude rud pr pru ezz p e ise uisez condui ely co el afe sa ve safe driv

Tanken op 1.200 stations: Texaco, Esso, Q8, Maes, Octa+ en G&V 24/7 inzicht in al uw tankkaarten en transacties Transparante facturen en overzichtsrapporten Met handige gratis GO tankkaart app Meer weten? Wij denken graag mee over de beste oplossing voor uw bedrijf. Contacteer ons op +32 (0)3 304 85 26 of via gocard.be@eurogarages.com

www.GoTankkaart.be


WTCB A. Totaalbeeld van het terrein

De revolutie van de 3D-scan 3D-scans leveren een enorme tijdwinst op voor de reproductie van voorwerpen en bestaande complexe gebouwen en dit, zowel in de binnen- als de buitenomgeving. Het WTCB heeft recentelijk een Monografie en een Dossier gewijd aan deze nieuwe 3D-oplossingen (zowel wat de hardware als de software betreft) die de 3D-weergave van architectuur-, engineeringen bouwprojecten toelaten met een ongeëvenaarde gedetailleerdheid. Deze toestellen stellen de bouwprofessionelen in staat om een hogeresolutiereproductie te maken van elke zone van belang: daken, gevels, beschadigde of onregelmatige zones ...

D

it is bovendien redelijk eenvoudig: een meettoestel op een statief scant de omgeving af over 360 graden, waarna de aldus verzamelde gegevens weergegeven worden onder de vorm van hogeresolutiebeelden in 3D. De reproductie van de op deze manier ‘gescande’ objecten is uiterst waarheidsgetrouw: laserscanners kunnen honderdduizenden punten per seconde registreren (afbeelding 1). Deze toestellen, die ‘puntenwolken’ genereren, wegen doorgaans niet zo veel, nemen slechts weinig plaats in beslag en zijn voorzien van een batterij die een autonomie van meerdere uren waarborgt. De beeldopname kan gebeuren tot op een redelijk grote afstand: tot 350 meter met een geïntegreerde GPS voor bepaalde modellen. De omhulsels zijn gewoonlijk ook in staat om weerstand te bieden tegen stof, nevel of regen – wat op

de bouwplaats wel eens voorkomt – en zijn uitgerust met verschillende interfaces voor het parametreren en exporteren van de gegevens. De aannemer kan vervolgens, dankzij geïntegreerde interpretatiesoftware, snel en op uiterst precieze manier de aard en de kostprijs van zijn interventies becijferen en zijn werf veel doeltreffender voorbereiden. 3D-digitalisering kan ook gebeuren met andere technologieën dan lasers: fotogrammetrische reconstructie op basis van meerdere beelden is één ervan. Bij deze techniek wordt er uitgegaan van verschillende foto’s van het object of het gebouw, genomen onder verschillende hoeken, en wordt er een 3D-model opgemaakt aan de hand van een software die in staat is om gelijkaardige punten tussen verschillende beelden te identificeren. Op de markt zijn er zelfs time-of-

40 Bouwbedrijf • december 2018 - januari 2019

flight-camera’s beschikbaar, die – op basis van de beelden die ze registreren – in staat zijn om onmiddellijk een derde dimensie (de diepte van het object of het gebouw) toe te voegen. Dit zorgt ervoor dat het werk op de bouwplaats sterk vereenvoudigd wordt.

Het voordeel van een uiterst precieze opmeting

In vergelijking tot de klassieke geometrische opmeting, heeft de 3D-scanningtechniek – een soort van brug tussen de reële en de virtuele wereld – een heleboel voordelen te bieden. De weergave van fijne details (soms tot op de millimeter) en de kleurweergave vergemakkelijken het onderzoek van bestaande gebouwen. Zelfs de meest complexe constructies kunnen tot in de kleinste details gereproduceerd worden onder de vorm van een puntenwolk,


B. Zoom op een deel van het gebouw

C. Zoom op een bouwelement

Afb. 1 Puntenwolk verkregen door middel van een 3D-digitalisering in hoge resolutie (bron: WTCB en De Ceuster).

Afb. 2 Vlakheid van de gevel: de kleurencode geeft aan welke geveldelen verplaatst zijn ten opzichte van het verticale vlak en in welke mate dit gebeurde.

waaruit de aannemer de informatie kan onttrekken die voor zijn specifieke beroepstak van belang is. Zo kan de schrijnwerker een beter beeld krijgen van de te vervangen of te herbehandelen raamkaders. De grondwerker zal dankzij zijn 3D-scan onmiddellijk weten hoeveel kubieke meter grond of afval hij zal moeten evacueren. De ruwbouwaannemer kan op de gevel de eventuele verplaatsingen ten opzichte van het verticale vlak nagaan, waarbij de afstand ten opzichte van dit vlak weergegeven wordt aan de hand van een kleurencode (afbeelding 2). En dit is maar een begin ...

Een ander voordeel is dat de frequente verplaatsingen op de bouwplaats om het dossier te vervolledigen niet langer nodig zijn. Indien de 3D-scan goed uitgevoerd werd, zijn alle noodzakelijke geometrische gegevens normaalgesproken in één keer geregistreerd. Het is ook niet langer noodzakelijk om verschillende malen terug te moeten keren naar moeilijk toegankelijke of zelfs gevaarlijke plaatsen, wat uiteraard bevorderlijk is voor de veiligheid. Ten slotte kunnen er verschillende filters en digitale transformaties toegepast worden op de op basis van de scans gegenereerde 3D-modellen of

3D-bestanden en dit, in functie van de beroepsspecifieke behoeften van de verschillende aannemers.

REFERENTIES op www.wtcb.be • WTCB-monografie: ‘3D-op­metingen in het BIM-tijdperk. Vastleggen van de realiteit in hoge resolutie’ • '3D-scanning ten dienste van de aannemer: de mogelijk­ heden van digitalisering in hoge resolutie’, verschenen in de WTCB-Dossiers (2017/2.15). Enkel deze originele teksten mogen als referentie gebruikt worden.

december 2018 - januari 2019 • Bouwbedrijf 41


WTCB

Circulaire economie: de kunst om duurzaam en hernieuwbaar te bouwen In de consumptiemaatschappij van de afgelopen eeuw vormde de progressieve uitputting van de niet-hernieuwbare grondstoffen helaas nauwelijks een aandachtspunt. Het was het tijdperk van ‘Ik gooi weg en ik koop opnieuw’ ... Vandaag ligt de situatie enigszins anders en dit, ook in de bouwsector. Het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf heeft in september een monografie van honderdtwintig pagina’s over de principes van de ‘circulaire economie’ in de bouw gepubliceerd. Deze idee kadert binnen een meer verantwoordelijk beheer van onze planeet en gaat veel verder dan de loutere recuperatie en recyclage van materialen aan het einde van hun levensloop.

D

e Belgische bouwsector produceert meer dan vijftien miljoen ton afval per jaar. Het grootste deel van dit afval wordt gerecycleerd, maar daarmee is de kous nog niet af. Datgene wat gerecycleerd wordt – doorgaans de minerale fractie van de bouwelementen –, wordt in de regel ‘gedowncycled’, d.w.z. gebruikt in nieuwe toepassingen van lagere waarde. Wat het andere bouwafval betreft, liggen de oplossingen veelal minder voor de hand …

Bouwen ‘voor altijd’

In een lineair economisch model wordt er ontgonnen, geproduceerd, verbruikt en ten slotte weggeworpen ... In een circulair model (zie schema van afbeelding 1) bestaat het principe er daarentegen in om de waarde van de toegepaste producten en materialen zo lang mogelijk te behouden door ze te herstellen, te onderhouden, te hergebruiken en te recycleren. Bij deze benadering wordt er niet alleen getracht om een afzetmarkt te vinden voor bouwwerken die het einde van hun levensduur bereikt hebben, maar wordt er tevens nagedacht – vooraleer de constructie aangevat wordt – over de manier waarop men de onderdelen

ervan moet assembleren om ze achteraf een tweede leven te kunnen geven. Zo vermindert men de druk op het milieu, krijgt men meer zekerheid omtrent de materiaalbevoorrading, vermijdt men een delokalisatie van de werkgelegenheid en kan men nieuwe gewoontes ontwikkelen, door anders en beter te werken. Een win-winscenario!

Zijn bouwwerk duurzaam o­ ntwerpen

De grootste uitdaging bestaat erin om gebouwen te ontwerpen en op te trekken waarvan de materialen op het einde van hun levensduur gerecupereerd kunnen worden. Men dient dus vanaf het begin te weten wat ermee moet gebeuren tijdens en na hun toepassing in het gebouw. Het is ook belangrijk dat ze zo lang mogelijk in gebruik kunnen blijven vóór deze uiteindelijke recuperatie. Een eerste aanbeveling is om aanpasbare gebouwen op te trekken, d.w.z. gebouwen die na verloop van tijd van functie kunnen veranderen. Het gebeurt namelijk niet zelden dat een gebouw dat aanvankelijk opgetrokken werd als een kantoorgebouw, omgevormd wordt tot een woongebouw. Hiertoe moet er in het oorspronkelijke bouwwerk echter een toereikende hoogte onder het pla-

42 Bouwbedrijf • december 2018 - januari 2019

Afb. 1 In tegenstelling tot bij het lineaire model wordt er bij de circulaire economie hersteld, onderhouden, hergebruikt en gerecycleerd.

fond voorzien worden en dat dient te gebeuren vanaf het ontwerp. Men dient ook vanaf het begin te denken aan de interventiekalender. De verschillende elementen die geassembleerd worden om het gebouw op te trekken, hebben immers niet noodzakelijk dezelfde levensduur. Er moet onderscheiden worden tussen de structuur, de gebouwschil, de indeling, de systemen ... Bepaalde onderdelen zullen sneller vernieuwd moeten worden dan andere. Men moet er dus voor zorgen dat de


Afb. 2 Recuperatie en inzameling van bitumineuze afdichtingen (foto’s Derbigum en WTCB).

verschillende interventies onafhankelijk van elkaar kunnen gebeuren, zonder te hoeven raken aan de andere lagen. Geef steeds de voorkeur aan recy­ clage! Er zijn twee manieren om dit te doen. Men kan in eerste instantie bouwen met recyclagematerialen, zoals bijvoorbeeld beton met gerecycleerde granulaten. Het gebruik van materialen die op het einde van hun levensduur gemakkelijk gerecycleerd kunnen worden, is ook geen slecht idee. En beide oplossingen combineren, is nog beter. Geef ook steeds de voorkeur aan omkeerbare verbindingen zoals schroeven of clips. Waarom? Eenvoudigweg omdat dit toelaat om de materialen later gemakkelijk van elkaar te kunnen scheiden zonder ze te beschadigen met het oog op hun hergebruik.

Een bestaand gebouw = een mijn van materialen voor de toekomst

Aangezien het bestaande gebouwenpark beschouwd kan worden als een bron van materialen voor de constructies van de toekomst, zou de ontmanteling ervan niet verwaarloosd mogen worden door de bouwers van morgen. Als men de zaken zo bekijkt, kan men de ontginning van de natuurlijke grondstoffen beperken. De gerecupereerde elementen zijn immers niet langer afvalstoffen, maar grondstoffen die gerecycleerd (afbeelding 2) of als dusdanig hergebruikt kunnen worden. Vóór elke afbraak of renovatie is het nuttig om over te gaan tot een sloopinventaris waaruit men de hoeveelheden van de verschillende fracties kan afleiden die de moeite waard zijn om te recupereren. Deze inventaris laat ook toe om de

fracties te identificeren die een bron van vervuiling kunnen vormen. In de inventaris kunnen eerst en vooral een aantal hergebruikmaterialen onderscheiden worden die als dusdanig, in dezelfde functie als oorspronkelijk voorzien, hergebruikt kunnen worden. Denken we hierbij maar even aan mooie blauwe hardsteen, keramische tegels, bakstenen, straatstenen, intacte dakpannen ... Hergebruik vertegenwoordigt vooralsnog maar een klein percentage van de recuperatie, gelet op de moeilijkheid om het aanbod en de vraag op elkaar af te stemmen en de moeilijkheid om het behoud van de prestaties van het gerecupereerde element te waarborgen. Maar het is wel een mooie uitdaging! Een andere uitdaging is om de te recycleren afvalstromen homogener te maken. Een fijnere afvalsortering zou de recyclage en de remanufacturing in een gesloten kringloop kunnen vergemakkelijken. Dit is al deels het geval voor de steenachtige fractie die vandaag de dag reeds voor meer dan 90 % gerecycleerd wordt. Voor diverse andere fracties met grote volumes en een lage waarde of die bestaan uit composietproducten of verlijmd zijn, ligt de situatie helemaal anders en moeten er nog goede technische oplossingen gevonden worden ...

Het systeem moet veranderd w ­ orden

Er worden momenteel verschillende nieuwe economische modellen ontwikkeld. Hierbij wordt het optrekken van een gebouw niet langer gelijkgesteld aan het ‘verkopen van een product’. De huidige tendens bestaat er namelijk in de functie of het gebruik van een goed te verkopen in plaats van het product zelf.

In deze optiek is de lampenproducent niet langer meer louter de persoon die de armaturen en de lampen verkoopt. Hij moet veeleer beschouwd worden als een lichtleverancier die zich laat zich betalen voor het verbruikte licht, terwijl de verlichtingsinstallatie zijn eigendom blijft. De consument betaalt enkel nog voor het gebruik. Dit stelt de producent in staat om zijn producten – waarvan hij de eigenaar blijft – beter te recycleren. In dezelfde geest zien we tegenwoordig ook dat bepaalde producenten voor hun klanten een inzamelsysteem voor het afval van hun producten op de bouwplaats ter beschikking stellen (afbeelding 2). Dankzij deze inzameling kunnen de producenten beschikken over tweedehandsgrondstoffen uit het domein dat hen interesseert, wat overigens ook goed is voor het milieu! Naarmate de levensduur van een materiaal langer is, wordt het ook duurzamer en dit, zowel in de etymologische betekenis van het woord als in ecologisch opzicht.

REFERENTIES op www.wtcb.be • WTCB-monografie, gepubliceerd in september 2018: ‘Naar een circulaire economie in de bouw­sector’. Dit document werd opgesteld in het kader van de Technolo­gische Dienstverlening Duurzaam bouwen en duurzame ontwikkeling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (inmiddels omgedoopt tot C-Tech: Construction Technology ‘Sustainable Building Innovation’), waarvoor het WTCB een partnerschap aanging met de CBB-H met de steun van Innoviris. • WTCB-Dossiers 2017/2.2, een bijdrage van de ingenieurs A. Romnée en J. Vrijders. Enkel de originele WTCB-documenten – en dus niet de voorliggende samenvatting ervan – mogen als referentie beschouwd worden.

december 2018 - januari 2019 • Bouwbedrijf 43


PUBLIREPORTAGE

Meldplicht voor werken vlakbij

HOOGSPANNINGSINFRASTRUCTUUR Elia herhaalt de sensibiliseringscampagne voor wie werken plant in de nabijheid van haar elektriciteitsinfrastructuur. De beheerder van het Belgische hoogspanningsnet stelt vast dat vooral aannemers niet altijd op de hoogte zijn van de meldplicht. Zo kan Elia potentiële risico’s vooraf opsporen en eventueel maatregelen nemen in het belang van ieders veiligheid.

Momentopname van een elektrische overslag of vlamboog-incident.

ELIA’S CONTACTCENTRA Onze Contact Centers zorgen voor een gericht advies zodat uw werken in alle veiligheid uitgevoerd worden! k Voor aanvragen in Vlaanderen: T. +32(0)3 640 08 08 contactcenternoord@elia.be k Voor aanvragen in Wallonië & Brussel: T. +32(0)81 23 77 00 contactcentersud@elia.be

DE AREI-WETGEVING (ARTIKEL 192.01) IS HEEL DUIDELIJK

Alle werken in de buurt van hoogspanningsinstallaties zijn onderworpen aan de voorafgaandelijke schriftelijke toelating van de netbeheerder die de aanvrager inlicht over de risico’s én de voorgestelde veiligheidsmaatregelen. Die wetgeving is goed gekend bij grotere bouwfirma’s maar minder bij de kleinere aannemers die bv. daken kraanwerken uitvoeren”, zegt Céline Ghyselen, Contact Center Manager bij Elia. “In 2016 waren er 14 incidenten, zowat een verdubbeling t.o.v. de voorgaande jaren. De gevolgen zijn gelukkig meestal beperkt tot materiële schade. O.a. dankzij de sensibiliseringscampagne die eind 2016 is gelanceerd, is het aantal incidenten terug gehalveerd. De laatste maanden zien we echter weer een lichte stijging (kranen, betonpompen, etc.). Reden te meer om de sensibiliseringscampagne te blijven voortzetten en iedereen bewust te maken van de risico’s”.

Céline Ghyselen

Contact Center Manager Elia

AANVRAAGPROCEDURE

Elia krijgt jaarlijks ca. 80.000 werfmeldingen. Die komen binnen langs diverse kanalen: via de KLIM-KLIP portaalsite, via de bevoegde overheden in het kader van de vergunningsprocedures of door rechtstreeks contact op te nemen met het Contact Center van Elia. “Op basis van de werfzone en de omschrijving van de werken, maken de medewerkers van het Contact Center een inschatting van de impact op onze infrastructuur”, verduidelijkt Céline Ghyselen. “Ons advies varieert van algemene richtlijnen tot heel specifieke veiligheidsinstructies. We hebben ook patrouilles op het terrein. Als onze medewerkers risicovolle werken vaststellen waarbij de instructies niet gevolgd worden of waarbij de werken niet gemeld werden, leggen ze desnoods de werf stil via een deurwaarder”. MISVERSTANDEN

Over hoogspanningslijnen bestaan nog steeds een aantal misvattingen. Zo zijn de lijnen niet geïsoleerd. Wie de veiligheidszone binnendringt, kan een elektrische overslag of vlamboog veroorzaken.


RESPECTEER ALTIJD DE GEVARENZONE Wie té dicht komt, loopt gevaar zelfs al is er geen direct contact.”

OOK GEVAAR ZONDER AANRAKING

Als je té dicht bij een hoogspanningsinstallatie komt, slaat de elektriciteit over en ontstaat een zogenaamde vlamboog. Hoe hoger de spanning, hoe ernstiger de eventuele schade en verwondingen.

AANSPRAKELIJKHEID Bij een incident kan het prijskaartje hoog oplopen. De rechtstreekse kosten worden verhaald op de veroorzaker. Dan spreken we nog niet van de socio-economische schade bij een stroompanne of eventuele lichamelijke schade. Wie rondloopt op de werf kan bovendien dodelijk getroffen worden. Aannemers hebben er dus alle belang bij om Elia te contacteren!

380kV

TE RESPECTEREN PERIMETER Schat de afstond nooit zelf! Het contact center van Elia weet welke veiligheidsperimeter je moet respecteren.

k Bekijk Elia’s veiligheidsbeleid op www.elia.be

afstand

afstand

6,8m

afstand


Ronveaux restaureert het metselwerk, Tong & Fils het dak. Twee leden van de Confederatie, vanzelfsprekend …

HÔTEL DE LA ROCHE

Een stukje Parijs in Bergen wordt klaargemaakt voor de volgende generaties Om een stukje historisch Parijs te zien, hoef je niet verder te reizen dan Bergen (Mons). Daar staat in het centrum van de stad het Hôtel de la Roche, een gebouw uit de achttiende eeuw dat zijn inspiratie haalde bij beroemde Parijse voorbeelden zoals het Hôtel de Matignon en het Palais de l’Elysée. Een lid-bedrijf van de Confederatie kreeg de delicate taak het dak van het beschermde gebouw te restaureren.

I

n 1750 begon de bouwgeschiedenis van het Hôtel de la Roche. Maar de architecturale inspiratie ligt in de jaren na 1715. Toen Lodewijk XIV in Versailles overleed, verhuisde het hof weer naar Parijs, en liet grote, belangwekkende bouwwerken oprichten. Kort daarop werden deze gepubliceerd. Hoe de bouw van het Hôtel de la Roche precies verlopen is, is nog altijd het onderwerp van onderzoek. Dat vertelde ons kunsthistoricus Léon Lock, die de restauratie begeleid heeft. Hij bestudeerde onder meer het rijksarchief in Bergen in een poging om de grote lijnen te ontdekken. Léon Lock: “Pierre-Joseph de la Roche was een advocaat uit Zinnik die tot stadspensionaris van Bergen benoemd was. De stadspensionaris was de juridische raadgever van de stad, even belangrijk als de burgemeester. In 1750 kocht hij drie naburige huizen

die hij liet afbreken om er het huidige gebouw op te trekken.”

Parijs

Het Hôtel, dat in 2008 als historisch monument beschermd werd, is ontworpen in de Parijse stijl en ligt dus tussen een binnenplaats en een tuin. De hoofdtoegang tot de binnenplaats heeft huisnummer 26 in de Grande Triperiestraat. De rechterkant van het Hôtel bevatte het kantoor van de advocaat. Links lagen de kamers van de bediendes, de keuken, de stelplaats voor de koets en de paardenstal. Het woongedeelte lag in het midden. Links van de majestueuze hal met zijn massief eiken trap bevond zich het appartement van de advocaat. Het bestond uit een voorkamer - een ruimte waar ook het diner geserveerd werd zijn slaapkamer waar hij ook vertrouwde personen ontving en ten slotte twee

46 Bouwbedrijf • december 2018 - januari 2019

kleinere ruimtes, die dienden als dressing room en als schrijfkamer. Léon Lock: “Op de verdieping ligt een tweede appartement, identiek aan het eerste. In die tijd hadden man en vrouw elk hun eigen appartement: mijnheer op het gelijkvloers, mevrouw op de verdieping.” Rechts van de hal bevonden zich een groot en een klein salon voor gasten. Achter het woongedeelte ligt de tuin.

2004

Tussen het overlijden van PierreJoseph de la Roche en 2004 waren slechts drie families eigenaar van het Hôtel. In 2004 kwam het dan in handen van de huidige eigenaar. Léon Lock: “Het was hoog tijd voor een restauratie. Er waren een honderdtal gaten in de daken. Toch heeft het twaalf jaar geduurd voor men de nodig vergunningen en subsidies kon


De toestand van het Hôtel de la Roche in 1943 (foto Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium KIK-IRPA).

verkrijgen. Maar doordat erin geleefd werd, was die tijd leerrijk en niet verloren. Een goede restauratie vertrekt niet zozeer van de smaak van de nieuwe eigenaar. Ze respecteert het gebouw.” “Vaak denkt men dat niets mag in een beschermd gebouw. Dat is fout. Erfgoed heeft een grote culturele waarde en is onvervangbaar. Maar het hoeft niet op dezelfde manier bewoond of gebruikt te worden als in 1750. Wijzigingen die de kwaliteit van het geheel verhogen kunnen verantwoord worden.”

Procedures

Het plan voor de restauratie werd opgesteld door het architectenkantoor van Barbara Van der Wee. Na goedkeuring door de administratie werd een Europese aanbesteding gedaan. Daarbij werd niet alleen naar de prijs gekeken. De dakwerken vielen ten deel aan ons lid Tong & Fils. Het bedrijf begon eraan in 2017. Jean-Marie Tong: “Het deel van onze sector dat erfgoed restaureert is een veilige haven voor mensen die houden van hun beroep. Mijn taak is hier het dak en het dakgebinte te herstellen, kortom alles wat met de dakbedekking te maken heeft. Daarvoor gebruiken we

de technieken van onze voorouders uit de achttiende eeuw.” Het dak was al eens vervangen in 1890. Maar sommige leien waren zo verpulverd dat ze uit elkaar vielen. De toestand werd duidelijk toen het dak ontmanteld werd. Het was hoog tijd om in te grijpen, want de daklijsten van blauwe hardsteen hadden erg geleden onder de tand des tijds. Jean-Marie Tong: “Hetzelfde gold voor het lood en het zink. We hebben nieuwe koperen goten geïnstalleerd, met loden afwerkingen. Lood en koper vormen een harmonieuze combinatie, waar de administratie voor erfgoed helemaal akkoord mee ging. Het was voor ons de belangrijkste beslissing op deze bouwplaats.”

Nagels en haken

Op het dak liggen nieuwe leien, 60 per vierkante meter. De oude waren vastgenageld, de nieuwe zijn bevestigd met haken. Dat is handig wanneer later leien vervangen moeten worden. Maar je hebt voor deze techniek wel goed geschoolde mensen nodig, aldus Jean-Marie Tong. Er werden eveneens nieuwe loden nokplaten geplaatst. In de loop van 2019 zouden de werken afgerond moeten zijn. Op

dit moment is ongeveer twee derde achter de rug. Tong & Fils is overigens niet het enige lid-bedrijf van de Confederatie dat op de bouwplaats aan de slag is. Ronveaux Renovatie voert metselwerken uit aan de gevels.

Vakkundig

Tijdens ons gesprek met Jean-Marie Tong valt zijn passie op. Hij houdt van zijn vak. Hij pleit er hartstochtelijk voor om de begrippen vak en vakmanschap te herwaarderen en onder de aandacht te brengen. Hij zou daarvoor zelfs een afdeling willen oprichten binnen de Confederatie. Wat vakmanschap betreft, was de samenwerking met Barbara Van der Wee en Léon Lock trouwens voorbeeldig. De drie zijn gefascineerd door geschiedenis. Jean-Marie Tong: “Het was een genoegen om samen te werken met iemand die verstand heeft van geschiedenis en kunst, en die de werken nauwgezet opvolgt. Ik werk niet voor de schone schijn. Ik wil dat het juist is en de regels van de kunst gerespecteerd worden. Kortom, ik doe niet wat ik wil maar wat ik moet doen.”

december 2018 - januari 2019 • Bouwbedrijf 47


LEDENKORTINGEN DECEMBER - JANUARI

Is uw organisatie voorbereid op een plotselinge hartstilstand? Promotie* pack ZOLL 1.145,00 € AED Plus® Extra hulp voor hulpverleners met Real CPR Help Geen andere AED’s ondersteunen hulpverleners met geïntegreerde tekst, spraak en visuele hulpmiddelen, gecombineerd met realtime feedback op de compressiesnelheid en -diepte. Deze technologie helpt hulpverleners om hoogwaardige reanimatie toe te dienen die voldoet aan de richtlijnen van de Europeese Reanimatie Raad: vijf tot zes centimeter diep. Hiermee vergroot de overlevingskans van het slachtoffer. Slimme investering en de laagste total cost of ownership De batterijen en pads gaan langer mee (beide vijf jaar), waardoor minder vervanging nodig is – wat u tijd en geld bespaart – en u er zeker van bent klaar te zijn bij een noodgeval. Maak ZOLL AED’s onderdeel van uw EHBO-pakket Volgens de Europeese Reanimatie Raad, “De combinatie van directe toegang tot een AED, reanimatie en hulpdiensten zorgen voor de grootste overlevingskans.”1 ZOLL AED’s met Real CPR Help® begeleiden hulpverleners in het toedienen van hoogwaardige reanimatie en leveren een schok wanneer nodig.

Iedere ZOLL AED Plus Kit bestaat uit: •

AED Plus Semi of Vol-automatisch

CPR-D-padz® elektroden voor volwassenen

Binnenkast Aivia 5

Hoes met tien lithium-batterijen

Zachte draagtas

AED Rescuekitt

Documentatie

* Promotie 1.145,00 € excl. BTW 6% Geldig tot 31 januari 2019 zolang de voorraad strekt

G.D. Perkins et al. Resuscitation 95 (2015) 81–99

1

MCN CP 1706 0041-05

48 Bouwbedrijf • december 2018 - januari 2019


RAM track-and-trace

Automatisatie mobiliteit, rit- en aanwezigheidsregistratie in de bouw

t Koppel me bestaande systemen!

Samenwerking met de Confederatie Bouw sinds 2005 • Fleetmanagement • Materieelbeheer • Mobiliteitsvergoeding en urenregistratie • Checkinatwork aanwezigheidsregistratie

RAM Mobile Data NV  Woluwelaan 148-150  1831 Diegem  T 02 715 2511 Superpromo Bouwbedrijf 2018 - nov. 2018.indd 1

www.ram.be

13-11-2018 11:06:29

december 2018 - januari 2019 • Bouwbedrijf 49


BOUWMARKT

De Sievi Spike:

ongeëvenaarde grip De Sievi Spike heeft een totaal nieuw ontwerp gekregen. De schoen is veel lichter, flexibeler en gebruiksvriendelijker dan zijn voorganger. De zool is voorzien van een innovatief en gepatenteerd spike-mechanisme. U kunt de spikes gewoon vastklikken en weer losmaken zonder dat u uw schoenen uit hoeft te doen. Dankzij duurzame materialen,

EUKA vanaf januari 2019 te vinden op DronePort Op 21 december wordt op het voormalige militaire vliegveld van Brustem (Sint-Truiden) een drone-luchthaven ingehuldigd: DronePort. Ook EUKA, de vzw die informatie verstrekt over drones, bijdraagt tot hun ontwikkelingen en hun gebruik stimuleert, zal vanaf 2019 op de DronePort te vinden zijn. De DronePort Campus is een centrum voor onbemande vliegtuigsystemen en bedrijven in de dronesector. Onlangs sloot de DronePort Campus samenwerkingen af met grote internationale spelers zoals Amazon, Unifly en Sabca. Op de gloednieuwe testsite vinden deze bedrijven elkaar om onderzoek uit te voeren, demonstraties te geven en samen te werken aan de toekomst van de drone-industrie. In het weekend van 9 en 10 februari kan het brede publiek de DronePort bezoeken.

www.euka.org

Renson Waves: dé oplossing voor gedecentraliseerde

ventilatie

een stijlvol ontwerp en de fantastische grip van het spikemechanisme is het de ideale schoen op gladde ondergrond. De schoen heeft een ademend bovendeel van waterdicht leer en nubuck. Het beenstuk bestaat uit waterafstotende stof en is voorzien van het nieuwe Boa® M4-sluitsysteem. De zool heeft een Dual Comfort-binnenzool voor maximale schokdemping en stabiliteit die het hielgedeelte en de bal van de voet ondersteunt. Ten slotte zorgt de reflecterende hiellus voor extra veiligheid.

De Waves biedt dé oplossing voor alle verbouwingen waar het niet wettelijk verplicht is om een centraal ventilatiesysteem te installeren. Voor de installatie van deze afvoerventilator is dan ook geen luchtkanalennet nodig. Renoveert u uw badkamer? Installeert u een extra toilet? En wilt u daarbij komaf maken met vochtproblemen en geurtjes? Dan is deze afvoerventilator de ideale decentrale ventilatie-oplossing. Een schakelaar bedienen

www.sievi.com

50 Bouwbedrijf • december 2018 - januari 2019

is niet meer nodig, de Waves stemt zijn ventilatieniveau volautomatisch af op het vochtgehalte en de geurtjes die hij via zijn sensoren detecteert. De Renson Waves is beschikbaar in twee variaties: eentje uitgerust met een vocht- en een VOC-sensor (geurtjes) en eentje met vocht-, VOC- én CO2-sensor..

www.renson.eu


BOUW UW VERZEKERINGSPAKKET, À LA CARTE…

VOOR EEN OPTIMALE EN VOORDELIGE BESCHERMING! Build-Safe: exclusief voor de bouwprofessional Zelfstandige of kleine bouwondernemer (max. 5 personeelsleden, bedrijfsleider incl.)? Dan is Build-Safe er voor u! U kunt dit flexibele verzekeringspakket zelf samenstellen, zo is het steeds op maat van uw onderneming. Daarbovenop kunt u 10% besparen op uw verzekeringspremies! En uw bedrijf en uzelf zijn optimaal beschermd.

Vraag uw kortingsbon op www.build-safe.be

Korting

-10%

*

Vragen? Contacteer ons Info-Center: 0800/14.200 * Reglement op www.build-safe.be Federale Verzekering – Stoofstraat 12 – 1000 Brussel. www.federale.be. Coöperatieve Vennootschap voor Verzekering tegen Ongevallen, Brand, Burgerlijke Aansprakelijkheid en Diverse Risico’s CVBA Financieel rekeningnummer: BIC: BBRUBEBB IBAN: BE31 3100 0723 3155 - RPR Brussel BTW BE 0403.257.506

De verzekeraar die zijn winst met u deelt


Voordelig en comfortabel wassen in de wassalons van de toekomst

De MEET & WASH service van LDL

De Junkers oplossing Bij het inrichten van een wassalon is het belangrijk om te weten hoeveel machines er voorzien worden en hoeveel liter water er nodig is om ze op volle capaciteit te laten werken. In grote wassalons waar 10 of meer machines staan opgesteld met volumes van 7, 14 en 18 kilogram, kiest LDL voor CerapurMaxx condensatieketels van 70 kW. De gascondensatieketel CerapurMaxx zorgt voor een snelle opwarming van boilers met een bepaalde hoeveelheid water tot 85 - 90°C. Ook de eenvoudige vormgeving, de hoge bedrijfszekerheid en het lage verbruik waren voor LDL doorslaggevende criteria om de CerapurMaxx te installeren. Om diezelfde redenen wordt ook in steeds meer appartementsgebouwen de CerapurMaxx wandoplossing toegepast als toevoersysteem voor een comfortabele warmte- en sanitair warmwatervoorziening. Er kunnen tot 8 toestellen in cascade geïnstalleerd worden, goed voor een totaal vermogen van 800 kW.

Voordelen in één oogopslag CerapurMaxx Condensatie gaswandketel

Zuinige en geruisloze werking Hoog rendement tot 97,1 % (Hs) en 107,8 % (Hi) dankzij breed modulatiebereik Maatgemaakte frames voor de snelle installatie tot 8 toestellen in cascade (totaal vermogen 800 kW) 70 kW maximumvermogen voor warm water piekdebiet vanaf 100 l / min

www.bosch-climate.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.